Verhandelingen 7e jaargang nr 2 - september 2003
Stichting Religieuzen Tegen Vrouwenhandel Emmaplein 19-21 - 5211 VZ Den Bosch
Vrouwenhandel een mannenzaak Toen men mij vroeg mee te helpen met het opzetten van de Stichting Religieuzen tegen Vrouwenhandel en zitting te nemen in het bestuur van die stichting had ik niet veel tijd nodig om ja te zeggen. De doelstelling van de stichting die de opvolger is van de werkgroep Religieuzen tegen Vrouwenhandel sprak me erg aan. Hoe kun je proberen te voorkomen dat vrouwen in die handel terecht komen en hoe kun je via voorlichting voorkomen dat jonge vrouwen in de vele valkuilen lopen die ze tegen komen bij het zoeken naar werk. Wat me echter opviel bij deze stichting was, dat het bijna allemaal vrouwen waren die zich wilden inzetten voor de verbetering van het lot van de slachtoffers van deze afschuwelijke vorm van mensenhandel. Het zijn voornamelijk vrouwen die opkomen voor de slachtoffers: vrouwen. De stichting stelt zich tot doel via voorlichting en preventie zoveel mogelijk potentiële slachtoffers te redden. Ik moet echter steeds denken maar wie zijn de consumenten van deze vrouwelijke handelswaar? In eerste instantie zijn dat de mannen en vrouwen die deze handelswaar aanbieden, maar toch vooral de gebruikers van dit genotsmiddel. Ik vraag me af of we naast die preventie ten behoeve van de toekomstige slachtoffers ook niet eens moeten gaan bekijken hoe we op een of andere manier de consumenten zouden kunnen bereiken. We zullen moeten gaan onderzoeken wie de mensen zijn die deze handelswaar gebruiken. We zullen methodes moeten ontwikkelen om er achter te komen wie het zijn. Het zijn, denk ik, allemaal ongelukkige mannen die verslaafd zijn geraakt aan dit genotsmiddel. Ik vraag me ook af of ze zich realiseren wie die vrouwen zijn waar ze zich aan vergapen of van bedienen. Ik realiseer me echter heel goed dat dit een moeilijke zaak is. Tenslotte lopen de klanten van deze vrouwen niet van de daken te schreeuwen dat ze naar de hoeren gaan. Ik weet ook niet of ze weten wie die vrouwen zijn, wat hun achtergrond is en hoe ze te werk gesteld zijn. Ik denk zeker dat een aantal van de gebruikers als ze zouden weten hoe het een en ander in elkaar zit zich zouden bedenken. Hoe bereiken we deze groep gebruikers. Ik denk een uitdaging voor SRTV.
En dan zijn er natuurlijk de handelaars. Hoe kunnen we die bereiken. Dat is natuurlijk niet makkelijk en niet van gevaar ontbloot. Maar we zouden via politieke lobby kunnen bewerkstelligen dat er binnen het gerechtsapparaat meer aandacht komt voor deze problematiek. Voor de problematiek van de vrouwenhandel zou net zoveel aandacht moeten komen als er nu is voor drugbestrijding en terrorisme.
Interpol en andere wereldwijde structuren waaronder de VN. zouden meer aandacht moeten geven aan dit probleem . Ik denk in dit kader ook aan de vakbonden. Ik denk dat er nog veel mogelijkheden zijn om de handel tegen vrouwen te bestrijden en te zorgen dat ze een keer stopt. Op vele fronten zal moeten worden gestreden. Maar ik denk ook dat het belangrijk is om de fundamentele oorzaken van dit fenomeen te onderzoeken. Opnieuw heeft het te maken met de ongelijkheid in deze wereld, met armoede, met de slechte verdeling van de schaarse goederen etc. De SRTV is een kleine organisatie, een druppel op de gloeiende plaat, maar laten we via onze inspanningen ervoor zorgen dat we niet te gauw verdampen. Houd allen vol! Laten we ten strijde blijven trekken tegen dit kwaad! Het moet de wereld uit! Volhouden dus en Medestanders zoeken ook onder de mannen. Johan Naron. Secretaris Bestuur SRTV
1
Verhandelingen Colofon
Verhandelingen is een bijdrage in de strijd voor een rechtvaardige, democratische samenleving en verschijnt drie keer per jaar. Kopij voor de volgende Verhandelingen:
vóór
1 oktober 2003.
Anonieme inzendingen kunnen niet worden geplaatst. Redactie Ivonne van de Kar Frans Kwik
Gijs Lieffering Aad Morel Tonny Verhoeven
Redactieadres Redactie
Verhandelingen
Emmaplein 19 - 5211 VZ Den Bosch SRTV Emmaplein 19 - 5211 VZ Den Bosch tel. e-mail: fax: Bankgiro KvK:
073 - 692 13 51 / 6921352
[email protected] 073 - 6921350 420557 t.n.v. SRTV. Den Bosch 34156001
Verhandelingen
*
wordt gratis verspreid.
Een vrijwillige bijdrage wordt echter zeer op prijs gesteld.
RECTIFICATIE In het vorige nummer van Verhandelingen is een vervelende fout terecht gekomen. In het stukje over de Vrouwensynode zijn de namen van twee van de drie co-auteurs weggevallen: Janny Boerhave en Aukje Vonk. Hiervoor onze verontschuldigingen.
Een goede tip: Gooi na lezing deze
“Verhandelingen” niet bij het oud papier, maar geef deze ter kennismaking door aan vrienden, bekenden of familie
2
Beste lezers en donateurs, Het is gewoonte geworden, dat ik van tijd tot tijd, als boekhouder van de Stichting Religieuzen Tegen Vrouwenhandel, u van de financiële situatie op de hoogte houd. Sinds september 2002 is er veel veranderd in ons werk. De kantoren zijn naar 's Hertogenbosch verhuisd en het leek mij goed om daar ook de boekhouding onder te brengen. Eenmaal per week reis ik nu naar ons kantoor om de rekeningen te betalen en alles in de computer bij elkaar te brengen. Ik wist niet hoe mij dit zou gaan bevallen, maar het blijkt heel goed om met Yos Appelhof en Ivonne v.d. Kar samen te werken. De onduidelijkheden en moeilijkheden, bij het betalen van de nota’s en het inboeken, worden dan meteen samen opgelost. Ik sta er dus niet meer zo alleen voor. Samen werken we aan een grote klus en ik zie nu ook hoe hard er gewerkt wordt door Yos en Ivonne. Het financiële verslag van onze accountant over het jaar 2002 laat zien dat we er goed voor staan. We ontvingen van u aan giften een totaal bedrag van € 62.757,--. Ongeveer de helft van dit bedrag is gebruikt voor ons functioneren, de andere helft hebben we gelijkelijk verdeeld voor verhoging van de posten Algemene Reserve en Fonds voor Projecten. Voor de structurele kosten, salarissen en bureaukosten, worden wij gesteund door de religieuzen via de Konferentie Nederlandse Religieuzen (Projecten in Nederland). Het is misschien ook goed te vermelden, dat we projecten gesteund hebben in Oeganda, Nederland, Malawi en Ghana voor totaal € 13.740,--. In 2003 hebben de Vrijwillige Medewerkers drie projecten gevormd: we gaan meer contacten leggen in het buitenland en hebben enkele concentratielanden uitgekozen. De projecten in diverse landen blijven we goed volgend, zodat er goed gewerkt gaat worden aan informatie en preventie. Ook nieuwe projecten in Afrika en Oost Europa zullen in 2003 gesteund worden. Het werk zal zich uitbreiden en daarvoor hebben we nieuwe medewerkers nodig. Dit heeft tot gevolg, dat er meer geld nodig zal zijn en daarom zoeken we ook naar andere geldschieters. We kunnen ons werk blijven doen en uitbreiden als u ons daarin blijft steunen. Dar rekenen we al helemaal op. Later zullen we ook die resultaten aan u meedelen. Zuster Mediatrix Ribbert
Jaarverslag Het Jaarverslag 2002 van de SRTV is klaar en verstuurd aan een aantal organisaties. Als u dit verslag wilt ontvangen kunt u contact opnemen met het kantoor van de SRTV in Den Bosch.
VROUWEN ZIJN HEKSEN, MANNEN ZIJN TIRANNEN
“Pater, u mag blij zijn dat u niet getrouwd bent, want vrouwen zijn heksen”, zei André Ilonga, een van de mannen die ik bijeen had geroepen. Ik had hun verteld dat de vrouwen van de katholieke vrouwenbond bij mij waren geweest. Van hun mannen hadden zij gezegd: “Mannen zijn geweldenaars, mannen zijn tirannen”. Aanleiding van deze grove uitspraken was dat de vrouwen van mijn parochie te Dzolu (Kongo) alle vormen van geweld hun aangedaan op een rijtje hadden gezet: lichamelijk, sexueel, gewoonterechtelijk, economisch , maatschappelijke en nog veel meer. Ook hadden zij naar de diepere oorzaken van die vormen van geweld gezocht. Ik was nauw bij die besprekingen betrokken – ik moet bekennen dat mijn priesteroren wel eens stonden te klapperen! – omdat we die onderwerpen onder de aandacht van de vrouwen wilden brengen volgens de bekende methode van: zien oordelen – handelen. Elke vorm van geweld vrouwen aangedaan wordt daarbij niet alleen uitvoerig besproken, maar ook bekeken in het licht van het Evangelie en van de Grondwet van Kongo. Er moesten ook posters bij komen. Er moest ook een handleiding over die onderwerpen gemaakt worden. Daar hadden zij mij voor nodig. Toen alles klaar was zijn we aan de slag gegaan. Op verschillende plaatsen hebben we cursussen georganiseerd met het doel vrouwen op te leiden, die in staat zijn met de vrouwen gesprekken over die onderwerpen te leiden. Toen zijn ze pas echt begonnen, eerst in Dzolu zelf en daarna zelfs in de meest afgelegen dorpen van de parochie, die zo uitgestrekt is als de provincie Gelderland. Daarmee was het taboe om over zulke onderwerpen te praten, doorbroken. Daar de meeste vormen van geweld door mannen veroorzaakt worden, zagen de vrouwen spoedig in dat zij geen stap verder zouden komen, als hun mannen niet bij de discussies werden betrokken. Zij kwamen weer bij mij terecht, want dat durfden ze niet tegen hun mannen te zeggen. Dit probleem heb ik toen heel voorzichtig bij de mannen aangesneden. Hun ongenuanceerde reactie van ‘Vrouwen zijn heksen’, was wel enigszins te begrijpen, want het overviel hun als een koude douche. Na enige aarzeling gaven zij toe dat de beschuldigingen van de vrouwen niet altijd ongegrond waren. De meesten wilden wel meewerken. Voor de mannen hebben we een boekje samengesteld met dezelfde onderwerpen als bij de vrouwen, maar dan belicht vanuit hún perspectief. Ook voor hen hebben we cursussen georganiseerd. Ook zij weten hoe zij gesprekken met hun eigen mannen kunnen leiden. Ook zij zijn er op uit getrokken. Sindsdien wordt er regelmatig in de basisgemeenschappen één vorm van geweld besproken, de mannen en de vrouwen apart. Na verloop van tijd komen de twee groepen samen om het besprokene met elkaar te delen en een gezamenlijk beleid te bedenken. Er zijn 18 onderwerpen, dus men kan een hele tijd vooruit. Vier jaar geleden heb ik Kongo moeten verlaten. Ik krijg regelmatig brieven van mensen uit Kongo. Zij houden mij op de hoogte van hun ontmoetingen rond die onderwerpen. Of er werkelijk ook veranderingen in het gezin hebben plaats gevonden, kan ik van hier uit niet beoordelen. Wat ik wel weet, is dat een groot taboe doorbroken is en dat mannen en vrouwen nu openlijk over geweld durven praten. Is dat niet een teken van het komende Rijk Gods: doven horen, blinden zien? Frans Kwik mhm Medewerker SRTV Projectgroep Afrika
Dag Yos, Het doet mij goed als lezer van “Verhandelingen” te vernemen, dat jij de uitdaging bent aangegaan als coördinator van de SRTV. Jij met een rijke ervaring vanuit je levensgeschiedenis. Persoonlijk heb ik jarenlang kunnen werken in een vrouwenopvanghuis. Wegens ziekte kwam er vervroegd een einde aan mijn actieve leven. Gelukkig kan ik nog ondersteunend bezig zijn – vandaar dit schrijven. Wens jou en alle medewerksters veel succes – bemoediging en inspiratie met Gods zegen. Een betrokken en meelevende groet! Zr. Henrice v/d Heijden Geldrop
3
Nederland als voorzitter van de OVSE doet voorstellen ter bestrijding vrouwenhandel “We moeten voor ogen houden dat de slachtoffers van mensenhandel onze dringende aandacht nodig hebben. We moeten eenvoudige maar mogelijk zeer effectieve manieren bekijken om hen te helpen.” Dit is een van de zaken die minister van Buitenlandse Zaken Jaap de Hoop Scheffer op 20 mei jl. in Praag naar voren bracht tijdens het Economisch Forum van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de OVSE. “In de strijd tegen illegale handel is de bijdrage van u allen nodig. Het aanpakken van illegale handel is meer dan een uitdaging of een ambitie. Het is ook een noodzaak die strijd vergt. De vraag is hoe wil die strijd kunnen winnen. Juist omdat er zoveel op het spel staat moeten we een realistische kijk op dit probleem hebben. Dat betekent: erkennen”, aldus minister De Hoop Scheffer. Nederland is in 2003 voorzitter van de OVSE. De OVSE bestaat uit Europa met inbegrip van Rusland en alle voormalige Sovjetrepublieken, de VS en Canada. In totaal gaat het om 55 landen. De OVSE besteedt veel aandacht aan (regionale) conflicten of spanningen binnen deelnemende landen. Nederland gebruikt zijn voorzitterschap om vooral aandacht te vragen voor de veiligheid van de mensen en legt daarbij sterk de nadruk op respect voor mensenrechten en sociale en economische zekerheden. Een belangrijk mensenrechtenvraagstuk dat om dringende aandacht vraagt, is de handel in mensen. Nederland stelt vast dat vooral de handel van vrouwen en kinderen (met name meisjes) de laatste jaren als een groeiend probleem wordt gezien. Het is een onacceptabele, moderne vorm van slavernij. De meisjes worden onder valse voorwendselen naar het Westen gelokt, verhandeld en te werk gesteld zonder dat zij daar zelf geld voor terugzien. Zij komen vaak in een volstrekt uitzichtloze situatie terecht. Ze vrezen te worden opgepakt vanwege het illegale verblijf en kunnen uit schaamte en vanwege het ontbreken van identiteitspapieren en geld niet terug naar hun eigen land. Een bijkomend praktisch probleem is dat ze in veel landen niet weten tot wie zij zich moeten wenden voor hulp en bijstand, uit wantrouwen voor de politie en angst ‘ontdekt’ te worden. Onder de OVSE-landen bevinden zich zowel herkomstlanden, doorreislanden als bestemmingslanden. Daarom is volgens Nederland de OVSE bij uitstek geschikt om aan dit probleem aandacht te besteden. Bovendien heeft de OVSE in ongeveer 20 landen zogenoemde veldkantoren. Medewerkers van deze veldkantoren beschikken over expertise op het gebied van wetgeving, training en opleiding van politie of justitie. Ook hebben zij ervaring in het versterken van lokale instellingen op terreinen die van belang zijn in landen bij een democratiseringsproces of bijvoorbeeld wederopbouw. De Nederlandse voorzitter, minister De Hoop Scheffer, heeft de OVSE-veldkantoren gevraagd voorrang te geven aan activiteiten die mensenhandel tegen moeten gaan.
4
Een organisatie als de OVSE is bijzonder geschikt om ervoor te zorgen dat in alle landen wetgeving komt waardoor mensenhandel strafbaar wordt gesteld. Politieen justitiediensten moeten worden opgeleid en getraind om mensenhandel als zodanig te herkennen. De diensten moeten ook leren de vrouwen en meisjes niet te beschouwen als misdadigers, maar als slachtoffers. Slachtoffers moeten worden opgevangen in plaats van te worden teruggestuurd naar hun land van herkomst. Bovendien weten deze, vaak jonge, slachtoffers niet tot wie ze zich kunnen wenden. In veel landen ontbreekt het aan voldoende opvangfaciliteiten. Ten slotte zijn de slachtoffers van belang in het kader van het opsporen van de daders. Alleen door hun getuigenissen kunnen netwerken worden opgerold en de daders worden opgespoord en berecht. De slachtoffers hebben dan wel bescherming nodig, want getuigen tegen georganiseerde netwerken van criminelen is bepaald niet zonder risico. Internationale coördinatie cruciaal “We moeten kijken naar de geldstromen die met illegale handel te maken hebben. We moeten kijken hoe we de particuliere sector bij de strijd ertegen kunnen betrekken, bijvoorbeeld door samenwerking met overheden. We moeten oog hebben voor de economische drijfveren achter illegale handel en de economische oorzaken aanpakken.” “Als we de netwerken van illegale handel en de achterliggende factoren willen bestrijden dan moeten we ons eigen ‘netwerk’ daartegenover stellen”, aldus de minister. “We moeten onze strategieën koppelen aan die van de VN. Vooral als het gaat om de strijd tegen drugshandel is de VN zeer actief. De OVSE kan zijn eigen expertise, vooral waar het gaat om mensenhandel en de handel in kleine wapens, daaraan toevoegen. Vooral in de strijd tegen mensenhandel moet volgens de minister de toegevoegde waarde van de OVSE gebruikt worden. “Mensenhandel hebben we aangemerkt als één van de meest urgente en complexe menselijke veiligheidsvraagstukken in de OVSE-regio. Ik hoop dan ook dat we binnenkort een nieuw en krachtig actieplan kunnen aannemen om mensenhandel effectief te kunnen bestrijden. Dat betekent dat we alle verplichtingen die we op internationaal niveau zijn aangegaan ook nakomen. Bijvoorbeeld als het gaat om bet invoegen van mensenhandel in ons strafrecht of om het ondertekenen en ratificeren van het Palermo-protocol (Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit, dat in december 2002 te Palermo werd ondertekend). De OVSE kan ondersteuning bieden bij het opstellen van juridische teksten op dit punt.” Speciale vertegenwoordiger Minister De Hoop Scheffer stelde dat “we de retoriek voorbij zijn”, daarom heeft hij een aantal concrete voorstellen gedaan en de andere 54 staten van de OVSE opgeroepen tot grotere inspanningen om dit probleem aan te pakken. In de eerste plaats kwam hij met het voorstel voor een speciale vertegenwoordiger die ervoor zou kunnen zorgen dat de aandacht voor dit thema, ook na het Nederlandse voorzitterschap, niet verslapt. Deze speciale vertegenwoordiger, te vergelijken met de Hoge
Commissaris voor Nationale Minderheden, zou geschikt zijn om op politiek niveau de betrokkenheid van landen in het hele OVSE-gebied te waarborgen en hen te helpen de afgesproken maatregelen tegen illegale handel uit te voeren. Zo zou hij onder meer adviezen moeten kunnen uitbrengen om lacunes in de strafrechtelijke aanpak van de illegale handel te repareren. Overheid en bedrijfsleven Een tweede suggestie die de minister voorlegt betreft versterking van de samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven. “We moeten gebruikmaken van het feit dat de particuliere sector op sommige terreinen zeer goed tot zelfregulering in staat is. Er zijn hoopgevende voorbeelden uit de transportsector en de chemische industrie. Zo hebben sommige transportmaatschappijen speciale technieken ontwikkeld om illegale transporten van mensen, chemicaliën of drugs op te sporen. Dit is een weg die we verder moeten exploreren, telkens vanuit diezelfde overtuiging: illegale handel is een mondiaal probleem dat ons allen aangaat: burgers, bedrijven en regeringen.”
Internationaal telefoonnummer voor slachtoffers De minister vroeg nadrukkelijk aandacht voor de slachtoffers. “We moeten ook eenvoudige maar mogelijk zeer effectieve manieren bekijken om hen te helpen”. Hij pleitte voor de instelling van een internationaal telefoonnummer voor de hele OVSE-regio, een 0800nummer waarnaar slachtoffers van mensenhandel anoniem kunnen bellen. “Dit zou (potentiële) slachtoffers in staat stellen om hulp te vragen of om de overheid te wijzen op geheime criminele netwerken. Een internationaal telefoonnummer kan tevens bijdragen aan het decriminaliseren van slachtoffers van mensenhandel en de slachtoffers een rechtstreekse lijn naar de autoriteiten bieden.” Nederland hoopt dat deze voorstellen de steun zullen krijgen van alle deelnemende staten van de OVSE en hun beslag zullen krijgen in een actieplan op het gebied van mensenhandel. Dat actieplan zou aan het eind van het Nederlandse voorzitterschap, tijdens een ministeriele bijeenkomst die op 1 en 2 december in Maastricht zal worden gehouden, moeten worden aangenomen. IOM Migratie Info, juli 2003
Chris De Stoop schrijft bitter ‘portret’ van Oost-Europese sekswerkers Geschokt zag België in 1993 Filippijnse meisjes uit duistere nachtclubs komen, opgespoord na een massale politieactie. Moeilijk was dat niet geweest. Het Antwerpse parket baseerde zich op het boek Ze zijn zo lief, meneer. Onderzoeksjournalist Chris de Stoop ontleedde in dat boek haarscherp een internationale bende vrouwenhandelaars. Nooit had een boek in België groter effect. Het parlement begon onmiddellijk een enquête en zelfs koning Boudewijn, streng katholiek, ging naar het Antwerpse Schipperskwartier om de vrouwen daar een hart onder de riem te steken. In datzelfde Schipperskwartier begint het nieuwste boek van De Stoop. Opnieuw dook hij daarvoor onder in de wereld van de prostitutie en mensenhandel. Anders dan zijn eerste boek, levert De Stoop nu geen criminelen op een presenteerblaadje af. In ‘Zij kwamen uit het Oosten’ presenteert hij zijn onderzoek als een roman. Zo gezegd om de ‘sekswerkers’, zoals hij de Oost-Europese prostituees noemt, een menselijk gezicht te kunnen geven. Het Schipperskwartier lijkt in tien jaar drastisch veranderd. Waar eerst de hoertjes tippelden, fonkelt nu een design museum. De prostituees van weleer zijn de illegaliteit in gedreven. ‘Jouw schuld, witte ridder’, wrijft een vriendin de hoofdpersoon — aangeduid ais de schrijver —onder de neus. ‘Na dat fameuze boek van jou begon de ene razzia na de andere... Waarom schrijf je daar geen boek over?’ Daar kan de schrijver niet onderuit. Hij trekt door Albanië, Italië, Frankrijk en Nederland, op zoek naar het Albanese hoertje Xhina. Tegen een decor van kalasjnikovs, speedboten en pubers die vanuit afgeragde Mercedessen om bloedwraak schreeuwen, ontdekt hij de andere kant van de vrouwenhandel. Die van hen die verhandeld wíllen worden. Xhina blijkt als twintiger opgepikt door een loverboy. Overladen met cadeautjes en valse beloftes, trekt ze met hem naar Italië. Werk blijkt haar vriend daar niet te kunnen vinden. En dus gaat Xhina tippelen. ‘Uit vrije wil’, legt ze de schrijver later uit. Ze weigert zich slachtoffer te voelen. Integendeel. Al heeft haar ‘vriendje’ haar verkocht, en al blijkt hij nooit, zoals beloofd, geld naar haar moeder te hebben gestuurd, ze neemt hem nauwelijks iets kwalijk. Over smokkelaars die haar voor duizenden dollars in een rubberboot de Adriatische Zee overzetten, spreekt ze lovend. ‘Ze bieden de best mogelijke service, riskeren hun vrijheid en hun leven.’ Xhina heeft slechts één doel voor ogen: geld verdienen voor haar familie. Zulk geld, merkt De Stoop droogjes op, heeft Albanië in de woelige jaren 90 overeind gehouden. Meer nog dan hulp uit het Westen. Vrouwenhandel, betoogt de schrijver, is zo slecht nog niet. De jacht op prostitutienetwerken is volgens Chris de Stoop doorgeslagen. Albanezen zijn ‘mythische, duivelse schepsels’ geworden, allemaal lid van de maffia. Iedere Oost-Europese vrouw is seksslavin geworden. Op basis van die angst maakt Europa volgens De Stoop een catastrofale fout: ze metselt haar grenzen dicht. Zo’n repressief beleid heeft slechts één effect: de vrouwen hebben weinig andere keuze dan in de illegaliteit hun geld te verdienen. ‘Zij kwamen uit het Oosten’ is een tegendraads boek. Het tekent de mensenhandel vanuit het gezichtspunt van hen die verhandeld willen worden. In plaats van blinde angst of verlammend medelijden, biedt De Stoop bitter begrip. De vrouwen die écht tegen hun wil in de seksindustrie worden ingezet ziet hij daarbij echter over het hoofd. Boekbespreking uit: AD door Joris van Poppel De Bezige Bij Amsterdam ISBN 90 234 1134x
5
'Katholiek met hart en ziel' Ongeveer negenduizend gelovigen hebben op zaterdag 7 juni in Utrecht de jubileumviering 'Katholiek met hart en ziel' bijgewoond. Hierbij waren aanwezig, alle residerende Nederlandse bisschoppen, premier Balkenende en vertegenwoordigers van alle lidkerken van de Raad van Kerken. Er waren diverse Katholieke hoogwaardigheids-bekleders uit diverse landen en vele religieuzen en vooral veel ‘gewone gelovigen’. 'Katholiek met hart en ziel' is het motto van het jaar waarin gevierd wordt dat 150-jaar geleden de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland werd hersteld. “Kerk ben je niet in je eentje, en feest vieren doe je ook niet alleen. Zoiets vier je met zijn allen”, deelde de organisatie ons mee. “Want de Kerk mag dan de laatste decennia tegenwind hebben, die wind brengt óók kiemen van nieuw leven met zich mee en een geur van belofte.” Velen zoeken naar nieuwe wegen om ook in de toekomst Kerk te kunnen zijn, en slagen daar in. Dat tonen ze ook door om te zien naar anderen, vrijwilligerswerk te doen en te geven aan vele goede doelen. Op het verjaardagsfeest van de katholieke Kerk in Nederland gaat ook aandacht uit naar mensen die geen enkele reden hebben voor een feestje: de talloze vluchtelingen in de wereld. Oud-premier Lubbers, VN-Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, waarschuwde voor de tendens om anderen uit te sluiten. “Gelovigen moeten met blijmoedigheid en ruimhartigheid kijken of er ruimte is om vluchtelingen op te vangen. Met eigen ogen heeft hij gezien dat vluchtelingen geen zielige, maar juist sterke mensen zijn. Zij hebben de kracht om zich uit de ellende omhoog te werken.” Dit geldt zeker ook voor vrouwen die slachtoffer zijn van vrouwenhandel. Vrijwel altijd zijn dit sterke vrouwen die de durf hadden om te proberen uit een uitzichtloos bestaan te ontsnappen en hun familie een beter bestaan te bieden. Dat is één van de belangrijke punten die wij wilden overbrengen in onze stand op de informatiemarkt die op 7 juni zeer nadrukkelijk aanwezig was. Onze stand stond heel centraal in het begin van de hoofddoorgang waardoor iedereen zich begaf naar de openingsviering. Alle hoogwaardigheidsbekleders van kerken en regering kregen van onze medewerksters een folder aangereikt die vrijwel altijd welwillend werd aangenomen. Premier Balkenende en verschillende bisschoppen bedankten ons voor de informatie die ze toezegden te zullen lezen. In en voor onze stand hebben we vele korte en enkele veel diepere gesprekken gevoerd met geïnteresseerden. Velen moedigden ons aan vooral door te gaan met dit werk, een enkele andere vond dat we ons moesten inzetten om het bordeelverbod weer in te stellen in Nederland. Weer anderen, die in herkomst landen werkzaam zijn of waren, beaamden de noodzaak voor informatie en namen folders mee in vele talen. Het was een goede bijeenkomst waar we veel gelijkgestemden ontmoetten. Ivonne van de Kar
Reacties van mensen bij onze kraam te Utrecht op 7 juni: Een bezoekster merkte op: “Jullie zoeken het wel ver om met jullie folders jonge vrouwen in het buitenland te waarschuwen tegen de gevaren die hen hier in Nederland te wachten staan. Zoek het liever in Nederland en zorg ervoor dat de wet van legalisatie van prostitutie ongedaan gemaakt wordt. Anders is het toch maar vechten tegen de bierkaai.”
Lilja 4-ever: een treurige en hartverscheurende film Deze film heeft in de hoofdrol een tienermeisje, dat meteen in de eerste scène levensmoe door een troosteloze buitenwijk van Malmö doolt, begeleidt door dreunende hedendaagse techno-popmuziek. De rest van de film, waarin we deze Lilja de voorafgaande drie maanden volgen, is een even hartverscheurend als onsentimenteel relaas van ellende in de overtreffende trap. Eerst is er de moeder, die plompverloren zonder Lilja vanuit Rusland naar Amerika vertrekt met haar nieuwe vriend, dan een tante die haar in een steenkoude krotwoning onderbrengt, en tenslotte een loverboy, die Lilja na maanden van valse hoop op een beter leven als prostituee verkoopt aan een handlanger in Zweden.
6
Het schilderijtje van Jezus dat Lilja overal met zich meevoert maakt haar ellende alleen nog schrijnender. Haar geloof is haar enige houvast. “De moeder van Lilja is niet zozeer slecht”, meent regisseur Lukas Moodysson, “ze is volstrekt wanhopig. Ze ziet geen andere manier om te overleven. Zie Lilja 4-ever gerust als een noodsignaal. Als er geen ingrijpende omwenteling komt, zie ik de boel nog eens uit elkaar spatten door de haat van de paupers jegens de bezittende klasse.” Lilja 4-ever draait in diverse filmhuizen. Ivonne van de Kar, naar een recensie van M. v.d. Sande in Metro
De SRTV zoekt nieuwe medewerkers De SRTV heeft momenteel 21 medewerkers waaronder vrouwelijke en mannelijke religieuzen en protestante en katholieke leken. Een aantal groepsleden is werkzaam geweest in verschillende ontwikkelingslanden. De multiculturele ervaringen en contacten die zij in deze landen hebben opgedaan zijn zeer waardevol. Religieuzen hebben van oudsher een wereldwijd netwerk dat nu wordt geïnformeerd en ingezet in de strijd tegen vrouwenhandel. Nu vele medewerkers een dagje ouder worden is de stichting op zoek naar energieke mensen die met ons mee zou willen werken. Profiel van een medewerker SRTV - Open staan voor geloof en een betere wereld - Geïnspireerd kunnen worden door mensen die hiervoor stappen zetten - Solidair met onderdrukte vrouwen - Goed kunnen samenwerken Wat zijn de taken waaruit een medewerker kan kiezen? • Contacten onderhouden (brieven, e-mail) met personen en organisaties in landen waar vrouwen vandaan komen. Er zijn al vele contacten maar weinig tijd om met allen te corresponderen. Mensen die zelf contacten of familie in het buitenland hebben kunnen zo het netwerk uitbreiden. Hiervoor is het noodzakelijk dat u kunt schrijven in een van de ‘wereldtalen’, Engels, Frans,Spaans of Duits; • Enkele keren per jaar de bijeenkomsten bijwonen t.b.v. de contacten in de diverse werelddelen; • Nieuwe ontwikkelingen over vrouwenhandel bijhouden, bijvoorbeeld via Internet; • Meewerken in de redactie van onze nieuwsbrief Verhandelingen die drie keer per jaar uitkomt; • Mee ontwikkelen van nieuw en aansprekend voorlichtingsmateriaal voor verschillende doelgroepen; • Incidenteel bemiddelen bij het zoeken naar opvangadressen voor slachtoffers in Nederland; • Geven van voorlichting in Nederland over vrouwenhandel aan vrouwenorganisaties, kerken, MOVgroepen, beroepsgroepen of scholen;
Als u zich herkent in dit profiel, of de taken spreken u aan, of u hebt nog vragen, neem gerust contact op met Ivonne van de Kar of Yos Appelhof op het SRTV kantoor in Den Bosch 073- 6921 351/ 6921 352 of
[email protected] Bidden met de armen De Nederlandse Missieraad heeft een bundel met gebeden uitgegeven onder de titel Geef ons heden ons dagelijks brood, Bidden met de armen. De bundel is een uitgave bij gelegenheid van twintig jaar Missionaire Agenda. Dit is een periodiek, dat tegenwoordig per kwartaal uit komt om de mensen, die in parochies werk maken van Missie, Ontwikkeling en Vrede op de hoogte te stellen van acties, die hiervoor in de katholieke kerk van Nederland georganiseerd worden. Leiddraad voor de samensteller van de bundel, Jan Brock, een medewerker van de NMR, zijn de beden van het Onze Vader. De gebeden kunnen in de liturgie én persoonlijk gebruikt worden. De samensteller zegt er op de omslag onder andere het volgende over: ‘De armen in Afrika, Azië en Latijns Amerika bidden in voor ons soms harde woorden over wat hen bezighoudt: honger en droogte, werkloosheid, onderdrukking en uitbuiting. Maar zij spreken ook in soms verrassende eenvoud hun dankbaarheid uit voor al het moois in mensen en dingen. God is voor hen een dichtbije God. Overal om zich heen ervaren zij godsgeschenken: bomen vol vruchten, de zon die schijnt, bloemen in de woestijn, medemensen die een hand reiken. Zo is deze bundel een rijke inspiratiebron.’ De bundel kan besteld worden voor € 10,= inclusief verzendkosten. Men moet dit geld dan overmaken op Postbankrekening 14 74 558 t.n.v. de Nederlandse Missieraad onder vermelding van ‘Gebedenbundel’. De bundel wordt dan zo spoedig mogelijk toegestuurd. Naam en adres van degene die bestelt moeten duidelijk vermeld worden. Gijs Lieffering
De website van de SRTV is al te bezoeken op het Internet. We zijn nog hier en daar aan de vorm en de inhoud aan het schaven. Bovendien worden momenteel de teksten vertaald in het Engels, Frans en Spaans. www.srtv.info
7
‘Europa laat vrouwenhandel nog te vrij’ Prostituees die werken onder dwang durven in Nederland vaker aangifte te doen. Maar doet Europa al genoeg om deze vrouwen te beschermen? Sinds de opheffing van, het bordeelverbod is het aantal bij de politie bekende gevallen van gedwongen prostitutie aanzienlijk gestegen. Het afgelopen jaar deden in Nederland 376 vrouwen aangifte van gedwongen prostitutie of legden er een verklaring over af. Dat is veel meer dan in voorgaande jaren, zei Rob Coster, projectleider prostitutie en mensenhandel van de Nederlandse politie, gisteren op de conferentie ‘Vrouwenhandel en Europa’ in Den Haag. Coster vindt dit een goede ontwikkeling – het zou betekenen dat de politie meer grip krijgt op het fenomeen. Nationaal rapporteur mensenhandel Anna Korvinus schetste een minder rooskleurig beeld. Zij schat dat de aangiften van vorig jaar nog maar het topje van de ijsberg zijn. Volgens Korvinus zijn “slachtoffers van gedwongen prostitutie vaak te bang voor represailles om aangifte te doen”. De Nederlandse wetgeving is volgens haar te beperkt om de vrouwen werkelijk te beschermen. Illegale vrouwen die aangifte doen van gedwongen prostitutie mogen maximaal zes maanden in Nederland blijven. Vervolgens moeten ze terug naar hun land van herkomst, waar de bescherming door de Nederlandse overheid vervalt. Daarnaast is er te weinig Europese samenwerking om illegale prostituees goed te kunnen beschermen, zegt Sietske Altink, beleidsmedewerker van belangen-vereniging voor prostituees De Rode Draad. “Omdat prostitutie in de andere Europese lidstaten geen officieel beroep is, is het voor deze mensen niet mogelijk om in Nederland legaal als zelfstandig ondernemer te werken.”Hiervoor moet namelijk in het eigen land een Machtiging voor Voorlopig Verblijf (MVV) worden aangevraagd, en daar werken landen waar prostitutie geen beroep is niet aan mee. Omdat de vrouwen niet als zelfstandig ondernemer in Nederland aan de slag kunnen, zijn ze afhankelijk van exploitanten en verhuurders van ramen “die hele hoge huurprijzen voor hun ramen vragen.”
Op dit moment “gaat er geen dag voorbij zonder dat er in het Europese Parlement over mensenhandel gesproken wordt”, zegt Patsy Sörensen, Belgisch lid van de commissie justitie en binnenlandse zaken en van de commissierechten van de vrouw in het Europees Parlement. Maar volgens Sörensen wordt het debat “overschaduwd door de moraliserende blik” van Zweden en Polen. De Zweedse wetgeving bijvoorbeeld, die prostitutie als een misdaad ziet, staat haaks op de Nederlandse situatie. Ook twee andere “stoorzenders” bemoeilijken volgens Sörensen een Europabreed debat over prostitutie. Er is de “tweede nieuwe feministische golf, die niet wil dat prostitutie een beroep is”. Daarnaast bestaat er een grote angst dat, als de tien kandidaat-landen in het oosten van Europa in 2004 bij de EU gaan horen, vrouwen uit deze kandidaat-landen massaal richting het ‘oude Europa’ trekken. “Deze twee groepen zorgen voor een echte vertraging in het debat.” Maar ook in Nederland verloopt de bestrijding van de gedwongen prostitutie niet zonder haperen. Sinds de opheffing van het bordeelverbod zijn 400 politiemensen speciaal opgeleid om te zorgen dat slachtoffers van vrouwenhandel hun weg kunnen vinden naar justitie. Maar bij politieacties op tippelzones in Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven werden illegale prostituees binnen vierentwintig uur over de grens gezet. Zij kregen niet eens de kans om aangifte te doen. “We zitten met een ambivalentie”, geeft Rob Coster toe. “We moeten de orde handhaven binnen de tippelzones. Maar we moeten ook proberen te detecteren wie vrijwillig in de prostitutie werken en mensen die hier slachtoffer van zijn.” Amsterdam probeert dit probleem te ondervangen door een hechte samenwerking tussen politie, ND en rechtshulporganisaties. “Wij kunnen bijvoorbeeld doorgeven dat een vrouw nog geen aangifte wil doen, maar wel een slachtoffer is van mensenhandel en niet onmiddellijk moet worden uitgezet”, zegt Annet Koopsen van Bureau Rechtshulp Amsterdam Oost. NRC, Karen Zandeergen, 10-05-2003
De SRTV verkoopt promotieartikelen met logo en adres van de Stichting. Mede hierdoor willen we de bewustwording over vrouwenhandel in Nederland vergroten. Tevens steunt u onze stichting. Pennen Per 4
€ €
1,00 3,50
Potloden Per 4
€ €
0,50 1,50
Briefopener
€
1,00
Kaarsje met houder €
1,50
Bladwijzer/liniaal
€
1,00
Sleutelhangers
€
0,50
Tas (zwart katoen) €
2,00
Stichting Religieuzen
Tegen
Vrouwenhandel
Magneetjes per 4 8
€
1,50
Een studiereis naar Nottingham Via de e-mail was een uitnodiging binnengekomen om deel te nemen aan een conferentie in Nottingham aan de rechtenfaculteit van de Universiteit. Het thema was: “Trafficking in Persons “over het verschijnsel vrouwenhandel binnen het kader van de mensenrechten. ste Wij hebben daar aan deelgenomen van 27 juni tot 29 juni. We vertrokken op de 26 want de reis was per ste Eurostar (trein) gepland. De conferentie zou twee dagen duren en de 29 kwamen we terug naar Nederland. De thema’s van deze conferentie waren:Mensenhandel en Mensenrechten; Handel in Kinderen; Vrouwenhandel, oorzaken, preventie en wetgeving. Advocaten, onderzoekers van universiteiten en hulpverleners uit verschillende landen waren daar vertegenwoordigd. De verschillende aspecten van Mensenhandel werden door deze mensen gepresenteerd in een workshop. Vanuit Nederland was er ook een delegatie bestaande uit: Dr. Jan Nijboer, criminoloog van de universiteit van Groningen, Mw. Essy van Dijk van bureau NRM (Nationaal Rapporteur Mensenhandel) en Mw. Ruth Hopkins, onderzoeker en journalist. De voertaal was Engels en Ivonne heeft de SRTV en haar werk gepresenteerd in een goede lezing die erg goed bezocht werd. Ook de meegebrachte folders en informatie over ons werk vonden gretig aftrek. Een groot aantal van de deelnemers doet wetenschappelijk onderzoek naar oorzaken en/of gevolgen van vrouwenhandel in diverse landen. Zodra deze onderzoeken afgerond zijn horen wij daar meer van. Hier werd weer bevestigd dat vrouwen uit pure armoede de stap nemen om in het westen te komen werken, ook bleek dat vele vrouwen onder valse voorwendselen geronseld worden. Een Oost-Europees onderzoekster zei dat, hoewel omstandigheden voor vrouwen in het westen misschien slecht zijn, thuis is het vele malen slechter. De conferentie werd georganiseerd door medewerkers van de afdeling mensenrechten van de Universiteit van Nottingham; de oproep was dan ook om vrouwenhandel minder te bezien vanuit juridisch perspectief en meer als schending van de mensenrechten. Er werd een oproep gedaan om een ‘duidelijke’ zaak voor te dragen bij het Europese Hof voor de Mensenrechten om zo duidelijke jurisprudentie te verkrijgen. Er waren deelnemers uit diverse Oost-Europese landen (o.a. Estland, Rusland, Oekraïne) waar ze al heel ver zijn met preventieve acties om ]]handel te voorkomen. In deze landen bestaan ook programma’s om slachtoffers van ]]handel op te vangen evenals voor de hulpverlening na terugkeer. Wij werden door hen uitgenodigd om daar een paar workshops te geven, aangezien er fors negatief geoordeeld wordt, door plaatselijke religieuze vertegenwoordigers, over deze vrouwen. Ze vonden het zo bemoedigend te horen dat de SRTV voornamelijk uit religieuze mensen bestaat, die daar dus heel anders over denken. Het was enorm inspirerend om met zovelen samen te zijn en het probleem van mensenhandel vanuit verschillende uitgangspunten te bekijken. We sliepen op de campus in oude kleine kamertjes. Die grote oude Engelse gebouwen met zalen en hallen droegen bij aan de sfeer en de goede contacten. Yos Appelhof en Ivonne van de Kar
VS kritisch over Nederlandse aanpak vrouwenhandel De Amerikaanse regering is bezorgd over de wijze waarop Nederland de vrouwenhandel bestrijdt. Dat blijkt uit een deze week verschenen rapport over mensensmokkel van minister Powell van Buitenlandse Zaken. In het rapport wordt Nederland geschaard in de categorie landen die het meest naar tevredenheid van de VS de mensensmokkel bestrijden. Maar toch plaatst het rapport enkele kritische kanttekeningen. Nederland heeft volgens het rapport meerdere goede programma's op het gebied van preventie van vrouwenhandel, vervolging van daders en bescherming van slachtoffers. Maar de VS plaatst ook een kritische kanttekening: “Het ontbreken van een specifieke wet en straf tegen handel voor gedwongen arbeid, het ontbreken van straffen voor vrouwenhandel die gelijkwaardig zijn aan seksuele misdrijven en de beperkte bemoeienis van de overheid met het grote aantal buitenlandse slachtoffers van vrouwenhandel, is reden voor bezorgdheid.''
Het rapport stelt dat de maximumstraf voor verkrachting in Nederland twaalf jaar is, maar dat de straf op het smokkelen van mensen voor prostitutie zes jaar is, met de mogelijkheid van strafverhoging bij verzwarende omstandigheden. “Het gemiddelde van de opgelegde straffen wegens vrouwenhandel is zelfs nog lager: achttien maanden'', aldus het rapport van Powell. Een woordvoerder van justitie wijst erop dat Nederland bij de 26 beste landen hoort en dat er op slechts twee punten kritiek is. ANP, 14 juni 2003
9
‘Hoe jonger, hoe beter’ heet het in de meisjessmokkel Jaarlijks worden duizenden Nepalese meisjes de grens met India overgesmokkeld. Zij worden vaak gedwongen in bordelen te werken. De organisatie Maiti Nepal verzet zich hiertegen, onder meer door vroegere slachtoffers ais ‘grenswachten’ in te zetten. Dag in dag uit stapt de fragiele Halima op meisjes af die samen met hun broer of oom de grens willen oversteken. Ze probeert hen tegen te houden, omdat ze niet gelooft dat die man familie van hen is. En omdat ze wil voorkomen dat met de meisjes gebeurt wat haar zelf is overkomen. De Nepalese Halima was zestien toen er een vreemdeling in het dorp verscheen die haar gouden bergen beloofde. ‘In India’ zei hij, ‘kun je heel gemakkelijk werk krijgen en veel geld verdienen.’ Ze geloofde hem en besloot, zonder haar ouders in te lichten, met de man mee te gaan. Twee weken later zat Halima in een bordeel in Mumbai (Bombay). Daar heeft ze vijf jaar lang onder dwang gewerkt, tot de politie een inval deed en haar bevrijdde. ‘Ik was naïef’, zegt ze nu. ‘En ik heb daar een heel erg hoge prijs voor moeten betalen.’ Om te voorkomen dat anderen dezelfde fout maken, werkt Halima nu als grenswacht voor de organisatie Maiti Nepal. ‘Naar schatting worden elk jaar duizend meisjes de grens over gesmokkeld en niemand weet beter welk lot hun te wachten staat dan de slachtoffers zelf’, zegt directeur Bishwo Ram Khadka. ‘Daarom hebben we op 26 plaatsen langs de grens meisjes als Halima aan het werk, die proberen de smokkelaars tegen te houden. En met succes: in zes jaar tijd hebben we twaalfduizend meisjes gered.’ ‘Mijn intuïtie Iaat me nooit in de steek’, zegt Halima. ‘Als ik een onschuldig, jong meisje van het platteland zie die samen met een man de grens wil oversteken, spreek ik haar aan en probeer ik uit te zoeken waarom ze naar India wil.’ De meeste smokkelaars hebben hun slachtoffers van tevoren goed geïnstrueerd: als er vragen worden gesteld, moet je vertellen dat je met je broer reist en dat jullie familie aan de andere kant van de grens willen bezoeken. ‘Daar prik je snel doorheen’, zegt Halima. ‘De twee worden direct uit elkaar gehaald en verhoord en dan vraag je bijvoorbeeld naar de namen van hun Indiase familieleden, en waarom ze deze uitgerekend nu willen bezoeken. Ik weet waar ik op moet letten, ik zie het direct aan de ogen.’ De politie is de meisjes van Maiti Nepal dankbaar voor de hulp. ‘Ze zien veel eerder dan wij dat er iets niet in de haak is’, zegt een medewerker van de recherche in Kathmandu. ‘En doordat ze de juiste vragen stellen, geven de slachtoffers ook sneller toe.’
10
Smokkelaars laten zich echter niet snel uit het veld slaan, want er is veel geld te verdienen met deze handel: voor ieder meisje dat ze bij een bordeel aanbrengen, vangen ze ongeveer 400 euro. ‘Vooral vrouwen uit de bergdistricten zijn vanwege hun lichte huid, hoge jukbeenderen en schuine ogen heel populair in India’, zegt Bishwo Ram Khadka. ‘We schatten dat er op dit moment tussen de 200 duizend en 250 duizend Nepalese meisjes aan het werk zijn in de bordelen en de meesten zijn tussen de negen en zeventien jaar oud. Hoe jonger, hoe beter — en hoe duurder.’ Maiti Nepal biedt ook opvang aan de slachtoffers, zowel aan degenen die al aan de grens zijn tegengehouden als de meisjes die bevrijd worden uit de bordelen. ‘Het heeft geen enkele zin om ze uit het bordeel te halen en ze vervolgens aan hun lot over te laten’, zegt Ram Khadka. ‘In sommige gevallen wil de familie bijvoorbeeld niets meer met het meisje te maken hebben omdat ze “besmet” is. Degenen die na medische en psychologische hulp niet terug kunnen naar hun dorp, krijgen van ons een opleiding aangeboden, zodat ze voor zichzelf kunnen zorgen. En een enkeling, die sterk genoeg in haar schoenen staat, gaat voor ons aan de grens werken.’ Het is echter heel erg moeilijk om de smokkelaars vervolgens te laten veroordelen. Khadka: ‘Degenen die een meisje over de grens proberen te krijgen, kunnen tussen de twee en vier jaar gevangenisstraf krijgen. Als is aangetoond dat ze iemand aan een bordeel hebben verkocht, gaan ze voor twintig jaar de cel in.’ Dat gebeurt echter zelden. Volgens een studie van de organisatie Pro Public in 2000 wordt 58 procent van de verdachten vrijgesproken. ‘De bewijslast ligt bij de slachtoffers’, zegt Khadka. ‘Een meisje moet voor de rechter getuigen om een pooier de cel in te krijgen en dat willen ze lang niet allemaal. Sommigen vrezen de publiciteit of zijn bang dat de smokkelaar wraak zal nemen.’ ‘Het grootste probleem is echter dat de meeste zaken pas jaren later voorkomen en dan is een meisje vaak niet meer te traceren, of wil ze de hele gebeurtenis niet nog eens oprakelen. Zolang dat niet verandert, zolang misdadigers er mee weg komen, zullen er altijd onschuldige meisjes aan bordelen worden verkocht. Er is nog veel werk te doen.’ Sacha Kester, Volkskrant correspondente 4-6-’03
Baltische ontmoetingen Op een M.O.V.-platformdag, een bijeenkomst van alle Missie - Ontwikkeling - Vredesgroepen van het bisdom Utrecht, woonde ik een workshop bij van de SRTV, gehouden door Michel Keesen en Joke den Dulk. Het wekte bij mij bewondering voor wat zij ondernamen voor verhandelde jonge vrouwen voor de seksindustrie. Na die tijd hield het mij steeds bezig wat ik kon bijdragen aan de opheffing van dat leed. Vooral ook nadat ik me geabonneerd had op “Verhandelingen”. Bij de voorbereiding van onze vakantie naar Litouwen, vroeg ik de SRVT of ik daar iets voor hun kon doen. Ivonne v.d. Kar was heel blij met deze vraag. Ik kreeg de suggestie het beeldstripverhaal over verhandelde vrouwen en de gevolgen daarvan veelvuldig te kopiëren en dat bij vrouwenorganisaties en in scholen voor voortgezet onderwijs te overhandigen. Ook was het van belang de folders met informatie en waarschuwing, die in 42 talen uitgegeven worden, in het Litouws in een flink aantal mee te nemen. De brochure over hoe de organisatie werkt werd ook aangeraden mee te nemen, vooral voor de organisaties daar. De eerste stad waar we verbleven was Klaipeda, een havenstad aan de Baltische zee. Door de vakantiegevoelens vergat ik daar het gevraagde te doen. Dus was het een goede vakantie! In de grote stad Kaunas, in het centrum van het land, vroeg ik mij af, hoe we toch met een vrouwenorganisatie in contact moesten komen. Zondags na kerkbezoek kreeg ik de ingeving daar bij de pastoor onze vraag voor te leggen. We troffen een zeer jonge priester, die het grote probleem kende en er door aangegrepen was. Hij bracht ons in contact met een religieuze die ons vertelde, dat “Caritas” daar zorg voor droeg. Ze arrangeerde een afspraak voor de volgende ochtend 10 uur. Zo gebeurde. De coördinatrice van “Caritas”, Christina, en de religieuze waren er op de afgesproken plaats en tijd. Christina vertelde, dat we precies op het juiste adres waren voor onze boodschap. En dat we de juiste weg bewandeld hadden via de kerk. Christina was zichtbaar blij, dat er belangstelling uit het buitenland was. Ze vertelde hoe ze de meisjes en jonge vrouwen opving en begeleidde en hen tijdelijke huisvesting bood. Ze legde uit hoe moeilijk het is om vooral de psychische schade te helpen herstellen. Een zwaar en moeilijk werk. Ze nodigde ons uit naar haar kantoor elders in de stad. We reden met ons vieren in een taxi naar een groot multifunctioneel gebouw. Er werden ons: mijn zus, mijn huisgenote en mij, fotomappen getoond van alle vrouwen, meisjes en kinderen, die ze in de loop van de tijd opgevangen hadden. We vroegen hen of dat niet hun privacy aantastte en of ze dit zelf wel wilden. De vrouwen en meisjes hadden daar geen enkel bezwaar tegen. Terwijl we daar hun verhaal aanhoorden, kwam er juist een jonge vrouw met kind binnen, die zwijgend bij ons aan tafel kwamen zitten!! Gastvrij en hartelijk als ze waren kregen we koffie aangeboden. Nog eens werd uitvoerig verteld, wat ze deden en dat er veel vrijwilligers meewerkten. De folder, de beeldstripverhalen en de brochure nam Christina dankbaar aan. Ze zou voor verspreiding zorg dragen naar die plaatsen, waarvan zij wist dat het nodig was. Ik vertelde, dat ik vergeten was er in Klaipeda werk
van te maken. Christina antwoordde, dat het probleem daar nog veel groter is, omdat het een havenstad is. Ik kreeg folders van hun organisatie mee met naam en adres van de verantwoordelijke persoon in Klaipeda, met het verzoek de bovenvermelde papieren van SRTV daar heen te sturen. Op mijn vraag kreeg ik ook naam en adres van de organisatie “Moeders van vermiste dochters” in de hoofdstad Vilnius. Van beide kanten dankbaar namen we afscheid. In een begeleidend briefje aan Klaipeda, waarin ik mijn herkomst en bedoeling uitlegde, verzocht ik haar de folders en beeldstripverhalen vooral op het platteland te verspreiden, omdat door de grote armoede en de grote onwetendheid meisjes en jonge vrouwen gauw over te halen zijn. In Vilnius was de organisatie ook gevestigd in een multifunctioneel gebouw, waarbij de naam niet zichtbaar was aan de buitenkant uit veiligheidsoverwegingen. In dit gebouw was op de tweede verdieping een klein keukentje met balie en zitje en een aangrenzend piepklein kamertje zonder daglicht: het kantoor. De andere ruimte was afgeschot en als twee zitslaap-kamertjes ingericht voor twee personen. Juist die dag hadden ze stapelbedden besteld, omdat ze nog meer meisjes moesten onderbrengen. Het zag er zeer schoon en netjes uit. De coördinatrice wilde ons heel graag spreken, maar kende geen woord Engels. Deze vrouw was al wat ouder en vroeger onder de overheersing van de Sovjetunie móest iedereen Russisch leren en mòcht niemand Engels leren, vandaar. De secretaresse durfde niet omdat ze het Engels niet voldoende onder de knie had. De dames waren zeer vereerd met ons bezoek en belangstelling. Ze arrangeerden een tolk en vroegen of we alsjeblieft een kwartiertje wilden wachten en of we ondertussen koffie wilden. Zo gauw de tolkster er was, brandde de woordenstroom los. En wij lichtten het doel van ons bezoek toe en wie we waren. De problemen die ze vertelden, waren zeer groot. Er was o.a. door de overheid huisvesting in een gebouw beloofd op 25 km. afstand, maar dat was nog lang niet beschikbaar. En als het beschikbaar kwam, moest er nog veel verbouwd en opgeknapt worden, zò, dat het nog jaren zou duren eer ze er over zouden kunnen beschikken. En dan nog de vraag of het betaalbaar zou zijn, want de financiële armslag is klein. De toestroom van misbruikte meisjes en jonge vrouwen is groot. De dames waren zeer enthousiast over het beeldstripverhaal, wat overduidelijk zonder woorden exact weergeeft waar het om gaat. Ze hadden grote bewondering voor de uitvoering en zouden het zeker verspreiden. We hebben gezegd, dat ze mochten kopiëren, zoveel ze maar wilden. Met veel hartelijke en dankbare woorden ten afscheid vertrokken we. Al met al hebben deze bezoekjes mijn bewondering voor hun inzet gewekt. Ik wist niet dat er al zoveel aan gewerkt werd. Het is gebleken, dat het goed is, dat er buitenlanders zijn, die oor en oog hebben voor deze intrieste situatie. Wij merkten, dat ze ons bezoek heel erg waardeerden. Thuisgekomen vernamen we de sluiting van een sekshuis in onze woonplaats Hengelo, waar illegale vrouwen uit Litouwen waren aangetroffen! Ria van Bemmel, Hengelo
11
Leiderdorper bevrijdt meisjes uit bordeel Bombay Een van diegenen die deze organisatie helpen is de Leiderdorper Dirk v.d. Wijngaard van de organisatie People’s Trust Nederland. Deze organisatie verleent steun in ontwikkelingslanden. Joke den Dulk had naar aanleiding van een krantenartikel over dit werk een gesprek met dhr. v.d. Wijngaard. Een gedeelte hiervan vindt u hierna: Het is niet zo moeilijk om een meisje zo ver te krijgen om naar India te gaan. De handelaar maakt gebruik van jonge jongens als tussenpersoon. Hij moet het meisje zien te paaien. Hij geeft haar mooie kleding en belooft koeien met gouden horens. Het meisje wordt verliefd. Zoals we het in Nederland kennen uit het verschijnsel ‘loverboys’. De meesten zijn in de leeftijd van negen tot twintig jaar. Een meisje moet gemiddeld 15 tot 20 klanten per dag ontvangen en nog eens 15 tot 20 klanten voor de hele nacht accepteren. Van Wijngaarden ging helpen met het bevrijden van twee recent vermiste zusjes, (Kumari en Kumara) waarvan het spoor liep naar een bepaald bordeel in Bombay. ‘s Avonds om 22.00 uur ging van Wijngaarden met een verborgen camera het bordeel in. Het gebouw is altijd hermetisch afgesloten. Een kleine ingang van één meter breed, bewaakt door twee bodybuilders, geeft toegang tot een centrale ruimte via een trap. 12 mannen houden toezicht op ongeveer 160 meisjes. Ontsnappen is onmogelijk. De meisjes zitten opgesloten in een kamertje van 1 bij 2 meter. De kinderen zijn als een soort zombies. Een madame moet het kind gewillig maken waarna het meisje wordt verteld dat ze na een jaar weer naar huis kan met geld. Dat is een grove leugen. Eenmaal binnen dronk v.d. Wijngaard eerst een biertje met de pooiers en hij maakte een babbeltje tijdens het roken van een sigaret. Op het geluid van een schelle bel kwamen de kinderen om zich aan de klant te vertonen. De meisjes zagen er vermoeid uit, ze kunnen ook nooit doorslapen. Altijd kan de bel weer gaan. Op aanraden van de voorzitter van Maiti Nepal, drong van Wijngaarden aan op het verkrijgen van twee verse meisjes en gaf er dubbel geld voor. Na aandringen kwam een pooier met de twee zusjes uit Nepal aan. Voorzichtigheid was geboden, want via een opening in de muur of plafond kunnen de pooiers meekijken en luisteren. Die nacht werden filmopnamen gemaakt. Het bewijsmateriaal was voldoende voor een inval, die de volgende nacht ingezet kon worden. De pooiers werden ingerekend, de meisjes afgezonderd. Kumara en Kumari waren er niet bij. Ten einde raad ging hij voor de zoveelste keer een donkere kamer binnen en ontwaarde een vreemd bed. In het halfduister bemerkte hij ook een ijzeren staaf en krikte hiermee het bed omhoog. Een spijl van het bed sloeg tegen de muur, die in beweging kwam. Er bleek een verborgen cel te zijn waarin de twee zusjes waren opgesloten. Vier pooiers en vijf handelaren werden gearresteerd. Deze kunnen rekenen op twintig jaar gevangenisstraf. De meisjes zijn nu veilig in een tehuis, opgezet door de Stichting People’s Trust Nederland. Samengesteld door Ivonne van de Kar
De Droom In een droom liep ik een winkel binnen; achter de toonbank stond een engel. Ik vroeg: “Wat verkoopt u hier?” “Alles wat u maar wilt”. zei de engel. “O”, zei ik, “echt waar? Ik wil graag vrede op aarde, geen honger en armoede meer, gezondheid en onderdak, vrijheid en respect voor iedereen.” “Wacht even,” zei de engel, “u begreep me verkeerd. Wij verkopen hier geen vruchten, alleen maar de zaden, die kunt u zelf zaaien.” Uit: wereld delen November 2002
12