Vereniging van Merenpoortzeilers

Uitgave 4/2010

Vereniging van Merenpoortzeilers Merenpoort Clubblad Officieel orgaan van de Belangenvereniging van Merenpoorteigenaren 33e jaargang nr. 4 dezember 2010 Adressen: Vorzitter: Piet-Jean Boegem Vlindermeent 76 1218 CW Hilversum 0031 (0)35-693 19 56 [email protected]

Redactie Birgit & Heiner Thebing Kammerkamp 46 33428 Marienfeld 0049 (0)5247/8673 [email protected]

Secretaris Ledenadministratie: Simon Bakker Zomertaling 18 8532 BB Lemmer 0031 (0)514-569 124 secretaris@ merenpoortclub.nl

Internet: www.merenpoortclub.nl [email protected]

Penningmeester: Ron Leenaars Landkamp 43 6909 CG Babberich 0031 (0)316-248 007 penningmeester@ merenpoortclub.nl

Betaalingen postgiro nr. 442 00 77 tnv VER VAN MERENPOORTZEILERS Babberich

Bestuurslid: Sascha Bakker-Schoppen Zomertaling 18 8532 BB Lemmer 0031 (0)514-569 124 [email protected]

ACHTUNG! Auch die deutschen Mitglieder können ihren Beitrag nun auf das niederländische Konto überweisen

Contributie leden : 22,50 € per jaar Donateurs: 12,50 € per jaar

Beitragsüberweisungen

tnv VER VAN MERENPOORTZEILERS IBAN: NL 35 PSTB 0004 4200 77 BIC: PSTBNL21

Bestuurslid: Heiner Thebing Kammerkamp 46 33428 Marienfeld 0049 (0)5247- 8673 [email protected]

Leden Adverteren gratis Mits niet voor commerciele doeleinden KvK inschrijving nr. 40060873

Advertentietariven voor commerciele Doeleinden 1 hele pagina 72,00 € ½ pagina 36,00 € ¼ pagina 18,00 €

2

Van de voorzitter Merenpoortvrienden, Nu we de ALV al weer achter de rug hebben, begint voor ons Merenpoorters het winterseizoen. Vorige week stond ik nog met mijn kleindochter aan de hand, in het donker, bij de intocht van Sint Nicolaas. Wij wonen in de Hilversumse Meent, een woonwijk omringd door een watersingel. Het water is ondiep en de singel heeft geen aansluiting op een regionaal vaarwater. Het muziekkorps en de kinderen deden hun uiterste best met het ten gehore brengen van Sinterklaasliedjes in afwachting van de Sint. En ja hoor, daar kwam de goed heiligman in zicht. Een rookgordijn zorgde voor een versterking van de illusie, dat de boot met de Sint uit de mist kwam opdoemen. In de boot van de Brandweer werd hij binnen de verlichte gezichtskring van de vele kinderen gevaren en stapte hij aan wal. Hij was nu ook in de Meent. Starend over het water, realiseerde ik mij dat de intochten van Sint Nicolaas voor het overgrote deel met een boot worden gedaan. Ook in de bekendste sinterklaasliedjes neemt de boot een prominente plaats in. Bij het Sint Nicolaasfeest heeft de boot, naast de schimmel (wit paard), een symbolische waarde. De onmogelijkheid van het komen met de boot naar de plaats van aankomst brengt het geloof in Sint Nicolaas bij kinderen blijkbaar niet aan het wankelen. Ook mijn kleindochter van 7 vond het nog geweldig spannend. Heeft één van onze Merenpoorten al eens de symbolische functie van het brengen van Sint Nicolaas naar Nederland vervuld? De ALV werd ook dit jaar weer goed bezocht. Wat mij enigszins zorgen baart is de beperkte beschikbaarheid van leden voor de organisatie van evenementen. Een aantal jaren achter elkaar heeft een kleine groep leden het Hemelvaartweekend en het Zomerweekend georganiseerd. Deze groep wilde stoppen met de organisatie. Er bleken uit de aanwezigen van de vergadering niet direct andere leden op te staan, die de organisatie over wilden nemen. Dit is een probleem, dat niet alleen door het bestuur kan worden opgelost. Ik doe hierbij dan ook een oproep aan alle leden om eens een keer de organisatie van een evenement op zich te nemen. 3

Na de vergadering heeft Sascha Bakker een inleiding gegeven over mogelijkheden van de homeopathie aan boord. Een interessante lezing, waarbij het gebruik van homeopatische medicijnen werden toegelicht. Ook dit jaar zijn een aantal leden ´s avonds nog gezellig met elkaar blijven eten in het 't Stasjons Kofjehús. Met de eigen boot onder het winterzeil en de stoomboot van Sint Nicolaas nog aan den einder, wens ik iedereen een Prettig Kerstfeest en een Gelukkig Nieuwjaar. Piet-Jean

Van de voorzitter Liebe Merenpoortfreunde! Die ALV liegt schon wieder hinter uns. Jetzt beginnt die Wintersaison. In der vorigen Woche nahm ich meine Enkelin bei der Hand. Der Abend war hereingebrochen. Wir erwarteten die Ankunft von St. Nicolaas. Unser Wohnviertel die „Hilversumer Meent“ ist von einer kleinen Gracht umgeben. Das Wasser ist nicht tief und hat auch keine Anbindung an die örtlichen Fahrwasser. Das Musikkorps spielte, die Kinder sangen Nikolauslieder, die Feuerwehr sorgte für Rauchschwaden. Alle taten ihr Bestes, um die Wartezeit zu verkürzen. Und wirklich, da kam der heilige Mann in Sicht. Sein Boot schien aus tiefem Nebel aufzutauchen. Wo die Fackeln hell leuchteten und alle Kinder standen, kam das Boot an Land. Jetzt war der Bischof auch in der “Meent“ angekommen. Gedankenverloren blickte ich aufs Wasser. Mir fiel ein, St. Nicolaas kommt fast immer mit einem Schiff gefahren. So wird es auch in den alten Liedern besungen. Das Boot ist, wie der schneeweiße Schimmel, ein Sinnbild des Nikolausfestes. St. Nicolaas kann unseren Ort eigentlich nicht auf dem Seeweg erreichen, aber das scheint den Kinderglauben nicht zu erschüttern. Meine Enkelin jedenfalls fand alles mächtig spannend. 4

Ob auch eine Merenpoort schon einmal die symbolische Aufgabe erfüllen durfte, Sinterklaas herzubringen? Die ALV war auch in diesem Jahr wieder gut besucht. Eine Sache bereitet mir allerdings Sorgen: Nur wenige Mitglieder sind bereit, eine Veranstaltung zu organisieren. Seit einigen Jahren veranstaltet eine kleine Gruppe Merenpoortler das Himmelfahrtswochenende und das Sommertreffen. Diese Leute wollen nicht immer die Einzigen sein. Auf der Versammlung fand sich niemand, der die Nachfolge übernehmen wollte. Dieses Problem kann nicht durch den Vorstand allein gelöst werden. Ich möchte alle Mitglieder aufrufen, doch einmal zu versuchen, eines unserer Feste zu organisieren. Nach der Jahreshauptversammlung hat Sacha Bakker einen Vortrag über die Anwendungsvielfalt der Homöopathie gehalten, Eine interessante Einführung, die uns die Möglichkeiten der homöopathischen Medizin, gerade auch an Bord eines Schiffes, näher gebracht hat. Auch in diesem Jahr blieben noch viele Merenpoortler zum geselligen Abendessen im „’t Stasjons koffiehuus“. Das Dampfschiff von St. Nicolaas verschwindet am Horizont. Unsere Boote müssen noch unter der Winterplane verharren. Ich wünsche allen frohe Weihnachten und ein glückliches Neues Jahr. Piet-Jean

het pakjesboot van St. Nicolaas

5

Van de redactie Beste Merenpoorters, Zie ginds komt de Merenpoort uit Spanje weer aan. Hij brengt ons Sint-Nicolaas, ik zie hem al staan. Hoe huppelt zijn paardje het dek op en neer, hoe waaien de wimpels al heen en al weer. Zijn knecht staat te lachen en roept ons reeds toe: 'Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe!' Oh, lieve Sint-Nicolaas, kom ook eens bij mij en rijd toch niet stilletjes ons huisje voorbij!

Dit oude Nederlandse volkslied heeft de Amsterdamse schoolmeester Jan Schenkman in de bitterkoude winter van 1850 geschreven. We hebben het de hele dag gezongen, want vanavond is het pakjesavond, de avond voor Sinterklaasdag. Alle kinderen en de brave volwassenen mogen hun schoen voor de schoorsteen zetten. Brave zeilers ook en de zeeduivel ook. Midden in de nacht komen St. Nicolaas en zijn knecht, de zwarte Piet, door de schoorsteen en brengt mooie geschenken. Het laatste jaar viel de “Duitse” Nikolaus behoorlijk tegen. We kregen alleen een paar zelf gebreide sokken. Reden genoeg om het deze keer samen met zijn Nederlandse collega te gaan proberen. Oude vergeelde tekeningen onthulden, dat Sinterklaas niet met de gebruikelijke “Pakjesboot” mag aankomen, maar met een vergulde merenpoort met schitterende zeilen. We waren vol spanning of de goedheiligman de moeilijke weg, vanaf de Noordzee, via de eindeloos lange kanalen naar ons toe, vinden kan. En, ja hoor, hoera, we werden niet teleurgesteld! De Sint heeft voor ons een echt zeeteken mee gebracht. We hebben er meteen een foto van gemaakt voor in de Merenpraet en het Hoera, een echt zeeteken!

6

vervolgens even in de tuin gezet. Er ligt inmiddels al een hele laag sneeuw op. Sinterklaas heeft ook een klein pakje voor alle lieve Merenpoorters meegegeven. Een kleine stormlantaarn met verschillende merenpoorten voor de donkere winterdagen. Tijdens de ALV werd voor de langste reis met een merenpoort, de door Claus & Birgit ingestelde wissel-sextant uitgereikt. De exacte voorwaarden waaraan men moet voldoen om deze trofee te bemachtigen, zijn in de notulen van de ALV opgenomen. Allen die een bijdrage aan het merenpoort clubblad geleverd hebben, kregen een ballpoint Jan Steen, pakjesavond met MP-logo en een echt leren etui. We verheugen ons voor de komende tijd op zeer veel kopij. Dat kunnen natuurlijk de verhalen zijn van grote zeereizen. Maar net zo veel interesse hebben we in verslagen van kleine vakantiereizen, avonturen en belevenissen. Ook tips en trucs met betrekking tot ons schip, recepten voor in de kombuis of (technische) bijdragen over het onderhoud van onze boot zijn welkom. Omdat onze voorraad toverglitter op raakt, krijgen dit jaar alleen de liefste merenpoorters daar een klein beetje van.

Birgit Birgit & Heiner 7

Van de redactie Zie ginds komt de Merenpoort uit Spanje weer aan. Hij brengt ons Sint-Nicolaas, ik zie hem al staan. Hoe huppelt zijn paardje het dek op en neer, hoe waaien de wimpels al heen en al weer. Zijn knecht staat te lachen en roept ons reeds toe: 'Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe!' Oh, lieve Sint-Nicolaas, kom ook eens bij mij en rijd toch niet stilletjes ons huisje voorbij!

Dieses bekannte niederländische Sinterklaaslied kann auch der weihnachtlich gestimmte deutsche Leser ganz einfach zur Melodie “Im Märzen der Bauer“ singen. Seht, dort kommt die Merenpoort aus Spanien heran. Sie bringt uns St. Nicolaas, den heiligen Mann. Wie trappelt sein Pferdchen an Deck hin und her, es wehen die Wimpel die Kreuz und die Quer. Ganz vorn lacht Knecht Pieter, der Schwarze, doch Gute, Wer brav ist, kriegt Kuchen, wer bös´ ist, die Rute. Oh lieber St. Nicolaas, komm heute zu mir, und fahr nicht gleich weiter, halt an meiner Tür!

Für die Übersetzung stecke ich euch in den Sack! Zwarte Piet

Liebe Merenpoortler! Das alte Volksstück hat der Amsterdamer Schulmeister Jan Schenkman im bitterkalten Winter des Jahres 1850 ersonnen. Wir haben es den ganzen Tag angestimmt, denn heute ist „Pakjesavond“, der Abend vor St. Nicolaas. Alle Kinder und die guten Erwachsenen dürfen ihre Schuhe vor den Kamin stellen. Brave Segler auch die Seestiefel. Tief in der Nacht kommen dann St. Nicolaas und sein Knecht, der schwarze Piet, durch den Schornstein und bringen die wunderschönsten Gaben. Im letzten Jahr hat uns der „deutsche“ Nikolaus ziemlich enttäuscht. Es gab ein Paar selbstgestrickte Socken. Grund genug, es diesmal mit seinem holländischen Kollegen zu probieren. 8

Eine vergilbte historische Zeichnung gibt ein Geheimnis preis. Sinterklaas kommt nicht mit einem gewöhnlichen „Pakjesboot“ hergefahren, sondern auf einer güldenen Merenpoort mit schimmernden Segeln. Wie gespannt waren wir, ob der heilige Mann den schwierigen Weg von der „Noordzee“ über die endlos langen Kanäle zu uns findet. Und, hurra, wir wurden nicht enttäuscht! St. Nicolaas hat uns ein echtes Seezeichen mitgebracht. Wir haben es gleich für die Merenpraet fotografiert (siehe S. 6) und erst einmal im Garten aufgestellt. Es liegt schon ganz viel Schnee darauf. Der himmlische Gast hat auch eine besondere Aufmerksamkeit für all die lieben Merenpoortler beigelegt. Ein kleines Windlicht mit verschiedenen Merenpoorts für die dunklen Wintertage. Auch auf der ALV gab es schon Geschenke. Für den längsten Törn mit einer Merenpoort wurde der von Claus & Birgit gestiftete Sextant verliehen. Die genauen Bedingungen, wie man diesen Wanderpokal gewinnen kann, sind im Protokoll der ALV ausführlich beschrieben. Alle, die einen Beitrag für die Merenpraet verfasst haben, bekamen einen Kugelschreiber mit MPLogo in einem Echtlederetui. Wir freuen uns auch in Die goldene Merenpoort aus Miera Zukunft auf möglichst viele St. Nicolaas und der Zwarte Piet, rechts der deutsche Nikolaus Beiträge. Das können natürlich auch Geschichten über große Seetörns sein. Mindestens genauso gespannt sind wir auf die kleinen Urlaubsgeschichten, Abenteuer und Erlebnisse, Tipps & Tricks rund ums Schiff, Rezepte für die Kombüse oder Beiträge über den (technischen) Unterhalt der Boote. Da unsere Vorräte an Zauberglitter zur Neige gehen, bekommen in diesem Jahr nur die liebsten Merenpoortler eine winzige Portion ab. Wir wünschen Euch ein frohes Weihnachtsfest und einen guten Rutsch ins neue Segeljahr. Birgit & Heiner 9

ALLEGRO

Beste merenpoort leden, Er werd aan ons gevraagd onszelf voor te stellen door een stukje in de Merenpraet te schrijven. Hieruit is onderstaande tekst voortgekomen. We bestaan uit een gezin met drie kinderen, Frank & Mariëlle met Thomas, Theresa en Mathijs. We houden van water en onze kinderen zijn echte waterratten. Niet dat ze al kunnen zwemmen, maar ze zijn onbevreesd voor het diepe. Ook al hebben we nog nooit eerder een boot gehad of op een boot gezeten leek het ons leuk om een roeibootje te kopen. We hebben op vakantie een klein bootje voor een dag gehuurd en het idee om een roeibootje te kopen groeide uit naar een een kleine zeilboot tot uiteindelijke onze boot waarop je ook kunt overnachten zodat we er zelfs mee op vakantie kunnen. We hadden nog nooit gezeild en hadden ons ingeschreven voor een zeilcursus/zeilles voor twee dagen en waren een beetje rond aan het kijken naar een boot om een indruk op te doen om pas het jaar erop echt een boot te kopen. We hebben bewust gekeken naar een stalen boot. Het is een gevoelskwestie, oude degelijkheid met wat karakter, daar houden we wel van. Wanneer je dan rondkijkt naar een familieboot met voldoende slaapruimte blijven 10

maar een paar merken over. We hoorden goede verhalen over de merenpoort en wat ons ook erg aansprak was de hoeveelheid ramen en licht in de boot. Er zit zelf een raam voorin zodat je kunt zien wat er voor op het dek gebeurd, wel fijn als je kleine kinderen hebt. Toen we de Allegro zagen waren we dan ook zo onder de indruk van de boot en hij viel nog binnen ons budget (ook wel belangrijk) met als gevolg dat we nu de trotse bezitters zijn van de Allegro. De oude eigenaren hebben de boot erg lang gehad en gaven een vertrouwde indruk. Dat was voor ons ook belangrijk, want we wisten niets van boten en ook niet waar je op moet letten bij de aanschaf van een boot. Op zijn aanraden zijn we lid geworden van de Merenpoort club waar we een leuke boekenlegger van kregen. Dat was fantastisch! Onze boot stond erop en we hadden zelf nog geen foto van de boot zodat we nu aan vrienden en familie laten zien welke boot we gekocht hebben. Alleen moest de boot nog naar de eindbestemming van Westeinderplassen naar Lathum (bij Arnhem). Ik heb nog geen vaarbewijs (ben ik druk mee bezig) en afgezien van die tweedaagse zeilcursus nog nooit met een boot gevaren. Ik durf wel een rondje om de plas te varen en nu durf ik de reis zelf ook wel te maken, maar niet met de ervaring die ik toen had. Een bekende die zelf een zeilboot heeft schatte in dat het transport twee zware of drie relaxte dagen zou duren. Dat was een beetje onderschat, uiteindelijk zou de reis 5 dagen duren. Na twee dagen varen door Amsterdam onder de randmeren kwamen we bij Nijkerk uit. Van daaruit heb ik Douwe Ijkema van marktplaats twee dagen ingehuurd om de boot verder te transporteren. Dat is goed bevallen en hij heeft goede tips gegeven. Tijdens het transport van verschillende mensen complimenten over de motor gekregen, daar zit nog de originele sabb 1 cilinder diesel in. Er was zelfs iemand die onze boot herkende als een merenpoort en me attent maakte op de merenpoort club! Uiteindelijk waren we op dag drie op de ijsel en na dag 4 in Zutphen. Op dag vijf ben ik samen met een vriend uiteindelijk op de eindbestemming in Lathum aangekomen. We wilde de laatste dag met de hele familie doen, maar helaas was Thomas ziek. ’s Avonds was hij al weer wat beter en hebben we op de boot gegeten en geslapen. Ze waren razend enthousiast. De dag erna was het zo’n mooi meer dat we zelfs nog een stukje op de fog gezeild hebben. Een leuke plas om als beginner te leren zeilen met leuke eilandjes en strandjes voor de kinderen om te zwemmen. Helaas is het seizoen nu voorbij, we kunnen niet wachten tot het weer lente wordt! Hartelijke groeten Frank & Mariëlle met Thomas, Theresa en Mathijs 11

ALLEGRO

Liebe Merenpoortmitglieder! Wir sind gebeten worden, uns mit einem kleinen Beitrag in der Merenpraet vorzustellen. Diesem Wunsch sind wir gerne nachgekommen. Unsere Familie besteht aus den Eltern Frank und Marielle und den drei Kindern Thomas, Theresa und Mathijs. Das Wasser lieben wir alle, besonders die Kinder sind echte Wasserratten. Schwimmen müssen sie noch lernen, aber sie kennen schon jetzt keine Angst vor der Tiefe. Wir haben nie ein eigenes Boot gehabt und sind auch kein einziges Mal auf einem mitgefahren. Aber so ein kleines Ruderboot zu besitzen, das stellten wir uns schön vor. Im nächsten Urlaub mieteten wir für einen Tag ein Bötchen, und schnell wurde aus der Idee, ein Ruderboot zu kaufen, der Wunsch nach einem kleinem Segelboot. Und wenn schon, warum dann nicht gleich eines, worauf man übernachten und in die nächsten Ferien fahren kann. Gut, wir waren noch nie gesegelt, aber hatten einen zweitägigen Segelkurs gebucht. Wir schauten uns einige Boote an, um einen ersten Eindruck zu gewinnen. Im nächsten Jahr sollte dann direkt ein Schiff gekauft werden. Ganz bewusst suchten wir nach einem Stahlschiff. Reine Gefühlssache, so etwas solides Altes mit viel Charakter, das schwebte uns vor. Wenn man sich so umsieht nach einem Familienboot mit ausreichend Platz zum Schlafen, bleiben nur ein paar Bootstypen über. Von der Merenpoort hatten wir schon viel Gutes gehört. Ganz 12

besonders die großen Fenster, die viel Licht ins Boot lassen, gefielen uns. Man kann sogar aus der Kajüte nach vorne herausschauen und alles sehen, was an Deck geschieht. Für uns, die wir kleine Kinder haben, ist das besonders fein. Als wir die Allegro sahen, waren wir gleich beeindruckt. Der Kaufpreis passte genau in unser Budget, was schließlich auch wichtig ist. Kurz und gut, wir sind jetzt stolze Besitzer der Allegro. Die Voreigner besaßen das Schiff sehr lange und machten einen überaus Vertrauen erweckenden Eindruck. Das war uns besonders wichtig, denn wir hatten ja keine Ahnung, worauf man beim Bootskauf besonders achten muß. Auf ihr Anraten sind wir auch gleich Mitglied im Merenpoortclub geworden. Der Club hat uns ein schönes Lesezeichen zugeschickt. Das war phantastisch! Unser Boot war darauf abgebildet. Wir hatten noch kein Foto und jetzt konnten wir allen befreundeten Familien unser Schiff zeigen. Etwas blieb für uns noch zu tun. Die Allegro mußte von den Westeinderplassen in ihren zukünftigen Heimathafen Lathum bei Arnheim verlegt werden. Obwohl ich fleißig dabei war, besaß ich zum damaligen Zeitpunkt noch keinen Bootsführerschein und ein Schiff hatte ich nur auf meinem zweitägigen Segelkurs bewegt. Ich traute ich mich bestenfalls, einmal um den See zu fahren. Mit der Erfahrung, die ich damals hatte, möchte ich mich nicht noch einmal an die Überführung wagen müssen. Ein Bekannter, der eine Segelyacht besitzt, schätzte den Transport auf zwei harte oder drei entspannte Tage. Das war ein bißchen untertrieben, letztlich hat die Reise fünf Tage gedauert. Nach zwei Tagen Fahrt durch Amsterdam und die Randmeere kamen wir bis Nijkerk. Dort habe ich per Internet den Skipper Douwe Ijkema für zwei Tage angeheuert. Er sollte uns helfen, das Boot weiter zu transportieren. Das hat uns gut gefallen, denn er konnte uns manch guten Tip verraten. Unterwegs bekamen wir von vielen Menschen Komplimente für unseren Motor. Wir haben noch den original Einzylinder-Sabb. Es gab sogar jemanden, der unser Boot als Merenpoort identifizierte und auch den Merenpoortclub kannte! Nach vier Tagen auf der Ijsel erreichten wir Zytphen. Am folgenden Mittag konnte ich mit meinem Freund endlich im Zielhafen Lathum anlegen. Eigentlich wollten wir dort den ganzen Tag mit der Familie verbringen, aber unser Sohn Thomas ist leider krank geworden. Abends ging es ihm schon wieder besser und wir haben gemeinsam auf unserem Boot gegessen und geschlafen. Die Kinder waren hellauf begeistert. Am nächsten Morgen hatten wir das wunderschönste Wetter. Wir sind ein Stück unter Fock gesegelt. Lathum ist ein schönes Plätzchen, um als Anfänger segeln zu lernen. Es gibt nette Inselchen und die Kinder können am Strand baden. Leider ist die Saison jetzt vorbei. Wir können gar nicht abwarten, bis es wieder Frühling wird. Viele Grüße Frank und Marielle mit Thomas, Theresa und Mathijs 13

Een zaak van vertrouwen Best clubleden, Tijdens de afgelopen Algemene Leden Vergadering is het thema “omgaan met persoonsgegevens” aan de orde geweest. Steeds meer mensen speuren op het “world wide web” en ook onze club heeft een website op internet met vele fotos. Natuurlijk maken we op onze website geen adressen bekend en ook de ledenlijst staat niet “online”. We vragen u hierbij of u bezwaar heeft tegen het publiceren van foto’s waar u op staat, eventueel met vermelding van uw naam, op internet en in het clubblad. Om technische redenen is het niet mogelijk een onderscheid te maken tussen wat op de website staat en wat in het clubblad gepubliceerd wordt. (Het clubblad is ook op de website van onze club in te zien en te lezen.) Om het zo makkelijk mogelijk te maken, hebben we op de ALV besloten dat leden die NIET op foto’s of MET NAAM GENOEMD willen worden, dit kenbaar kunnen maken bij de secretaris en/of de redactie. Als u niets meldt, gaan we er van uit dat u geen bezwaar heeft tegen publicatie. Hartelijke groeten, Birgit en Heiner

14

Eine Sache des Vertrauens Liebe Clubmitglieder, auf der diesjährigen Jahreshauptversammlung haben wir das Thema “Umgang mit persönlichen Daten“ besprochen. Immer mehr Menschen tummeln sich im „world wide web“. Auch unser Club hat einen neuen Interauftritt mit vielen Fotos bekommen. Natürlich veröffentlichen wir auf unserer Website keine Adressen und die Mitgliederliste ist auch nicht „online“. Wir möchten euch fragen, ob ihr mit dem Erscheinen eurer Bilder und Vornamen im Internet und der Clubzeitung einverstanden seid. Aus technischen Gründen ist es nicht möglich, zwischen der Merenpraet und der Website des Clubs zu unterscheiden. Es geht leider nur ganz oder gar nicht (Das Clubblatt ist auch auf unserer Internetseite zu lesen). Um es euch so bequem wie möglich zu machen, haben wir auf der Jahreshauptversammlung beschlossen, nur die Mitglieder, die NICHT erscheinen möchten, müssen sich beim Schriftführer oder der Redaktion melden. Bei alle anderen gehen wir dann weiterhin von einem Einverständnis aus. Viele Grüße Birgit & Heiner

15

Merenpoort 880 zu verkaufen Wir verkaufen unsere MP880 ZWAANTJE Das Oberdeck wurde im letzten Winter neu lackiert. Das Unterwasserschiff wird in diesem Winter fachmännisch von der Merenpoortwerft komplett erneuert! technische Daten: Länge

8,80 m

Breite

2,50 m

Tiefgang

1,05 m

Durchfahrtshöhe 10,50 m Segelfläche

34,00 qm

Baujahr

1978

Kabinen

1

Kojen

2+2

Naßzelle

ja

Treibstoff

40 l Diesel

Frischwasser

100 l

Motor

7 kw/10 PS Sabb (Schiffsdiesel)

Ausstattung: Besegelung

Großsegel, Genau, Fock, Sturmfock

Navigation

Kompass, Windex, Barometer, Flaggen

Elektrik

Landanschluß 220V, Motorbatterie, Verbraucherbatterie, Batterieladegerät, Heizung

Sicherheitsausrüstung Rettungsring, Schwimmwesten, Bilgenpumpe Decksausrüstung

Sprayhood, Anker mit Kette/Leine, Badeleiter, Pinnensteuerung, Cockpittisch

Pantry

Gasherd (3flammig), Spüle

Preis: 11.600 Euro Bitte meldet Euch bei Interesse an: Christian Preier Tel: 0201/646 1558 E-Mail: [email protected] 16

Charter Merenpoort 880 Unsere ZWAANTJE ist auch zu chartern! Preisliste: Saison:

An- und Abreise:

01.01.2011 bis 30.06.2011

368 € /Woche

Anreisetag: Samstag 17 bis 18 Uhr

01.07.2011 bis 31.08.2011

410 € / Woche

Abreisetag: Samstag 14 Uhr (Übergabe Boot)

01.09.2011 bis 31.12.2011

368 € /Woche

Lange Wochenenden:

Rabatte:

Ostern 4 Tage / (Do 21.04 bis Mo 25.04) 280 €

5%

Himmelfahrt 4 Tage / (Mi 01.06. bis So 05.06.) 280 €

10 %

Pfingsten 3 Tage / (Fr 10.06 bis Mo 13.06.) 210 €

5%

2-Wochencharter

Fronleichnam 4 Tage / (Mi 22.06. bis So 26.06.) 280 €

10 %

3-Wochencharter

10 %

Merenpoortler!

Auffrischungskurse: 4 Stunden

72 €

2 x 4 Stunden (2 Tage)

120 €

kleiner EinhandSegelkurs, damit beim Ausfall der Crew der Skipper alles alleine kann!

85 €

Bitte meldet Euch bei Interesse an: Christian Preier Tel: 0201/646 1558 E-Mail: [email protected] 17

Frühbucher bis 28.02.2011 Wiederholer

Onderweg naar het Zuiden

Met de Margrathea naar Portugal In het eerste deel van het reisverslag naar het Zuiden, is de Margrathea met Conny van Brighton tot aan het kanaaleiland Alderney gevaren. Nu gaat de tocht verder tot Portimao aan de Portugese Algarve. 14.7. Er komt een lage druk front uit het Zuidwesten met stormachtige wind. Onze volgende reisdoelen bieden geen beschutting tegen dit natuurgeweld. Daarom verstoppen we ons liever bij Alderney voor de “Braye Kust”, tot het weer tot rust gekomen is. Hier hebben we zelfs tijd voor een feestelijk strijken van de nationale vlag tijdens de avond en het hijsen van de vlag in de ochtend met het spelen van het volkslied. Sarah wijst deze ceremonie met stelligheid af. Straffe winden maken dat de volgende nachten er behoorlijk veel deining is. Mijn zeilmaatje verklaart onder deze omstandigheden niet te kunnen slapen. Daarom lopen we een Yacht Club binnen. Hier heb ik prima geslapen, totdat Sarah met haar gejammer me wekte: de kajuitbank is lang niet zo comfortabel als ze verwacht had, het is koud en dit en dat … 18

17.7. Van mijn laatste ponden koop ik 30 liter benzine. Tegen de middag verlaten we Mooring. Die vervloekte machine raakt weer oververhit. Ik weet niet waar al dat zand vandaan komt, wat het koelsysteem verstopt. We zeilen rustig tussen Sark en Guernsey door en komen slechts langzaam vooruit. Nog steeds weigert Sarah het boordtoilet te gebruiken. Inplaats daarvan voert ze acrobatische oefeningen uit op het achterschip. Ik kan slechts raden waarom. Waarschijnlijk zijn het de vele slangen en hevels die haar in de war brengen en afschrikken. 19.7. Tegen twee uur in de morgen passeren we “L’Aber Wrac’h”. Geen licht van de maan, het is aardedonker en de havenlichten zijn niet met honderd procent zekerheid te identificeren. Bij de ingang liggen gevaarlijke rotsen. Ik ben liever een levende lafaard dan een dode held. En ik wil mijn boot niet op het spel zetten, want dat is per slot van rekening alles wat ik heb. Aldus moeten we verder tot “L’Aber Idult”. Na een korte tussenstop aldaar, varen we naar „Camaret sur mer“, waar we tegen de avond veilig aan de steiger liggen. 20.7. We nemen water in en controleren de motor en brandstof voorraad. Dan gaan we inkopen. Helaas moet ik vaststellen, dat de lokale winkelier zijn zaak opgedoekt heeft. Het moet gezegd worden dat Camaret niet echt de moeite van een stop waard is. De haven biedt geen waar voor je geld, je kunt beter voor anker gaan. Toch koop ik nog 50 liter benzine in 3 jerrycans, die ik dan een lange weg mee moet zeulen. 22.7. In de ochtendschemer verlaten we onze ligplaats. Ik stel een wachtregeling voor: daar Sarah absoluut geen enkele zeilervaring heeft, neem ik 22 uur lang de helmstok en zij stuurt 2 uurtjes. Tegen de middag laten we de laatste landtong van Frankrijk achter ons en krijgen iets van de Atlantische golfslag te verwerken. Voor de eerste keer “voert” Sarah de vissen en wil naar huis. Te laat ! 23.7. 46° 24,51’N 006° 11,46’W Tijdens de nacht moet er een tweede rif in het grootzeil en moet de genua gestreken worden. Op het voordek klinkt een merkwaardig geruis. Een sjorlijn van de bijboot is los geraakt en de rubberboot maakte aanstalten om over de reling te gaan. Ik spoed me naar voren om het weer vast te leggen. Door de grote golven krijg ik een aardige douche. Tegen vijven wordt het wat hanteerbaarder. De genua gaat er weer op, maar met aangepaste grootte. Later verschijnt Sarah vanuit de kajuit en vraagt zich af waarom het grootzeil zo klein is. Ik leg haar uit : “Dat 19

noemt men een reef”. Ze gaat liever weer slapen, zo lang de sterke wind aanhoudt. Het gedrag van Sarah werkt me uiteindelijk op mijn zenuwen en ik moet weer heel duidelijk worden om de orde en regelmaat aan boord weer te herstellen. Ik leg haar uit dat La Coruna haar eindbestemming is. Langer houd ik het eenvoudigweg niet uit. 45° 23,07’N 006° 54,04’W Tijdens de nacht ontvang ik een noodoproep. Een over boord geslagen visser wordt vermist en alle schepen in het gebied worden verzocht om uit te kijken. Ik zeg onze hulp toe, maar niemand ontvangt onze oproep. Mogelijk is het schip, dat de reddingsacties coördineert, buiten onze reikwijdte. 25.7. 43° 56,32’N 007° 59,54’W Tegen de morgen komt pas land in zicht. De nadering wordt een ruwe toestand. Tussen de bergen wordt de wind door een soort “tunneleffect” versterkt. Mijn rubberboot wordt overboord geblazen, maar het lukt me hem weer te pakken te krijgen. Als ik over boord zou gaan, moet ik er op kunnen vertrouwen dat Sarah me weer oppikt…. Om 21 uur liggen we aan de steiger in La Coruna. We zijn lichtelijk verbaasd dat de aangegeven ankerplaats niet meer bestaat. In de stad wordt feest gevierd met gratis eten. Sarah wilde nu nog graag blijven – maar weet het niet helemaal zeker. Misschien toch maar liever naar huis of naar haar man in Madrid of… Het moet echt moeilijk zijn om een vrouw te zijn. Een bevriende boot, de ARBITRATOR uit Brighton komt de haven binnen. Sarah wil vandaag (nu) van boord. De motor kost me al hoofdbrekens, de voortdurende oververhitting… Ik begeleid Sarah naar de bushalte. 2.8. Ik ga nog een keer inkopen en verlaat de haven van La Coruna. In de nacht begeleiden me talloze dolfijnen en het schouwspel van de fluorescerende algen is indrukwekkend. Na 114 Nm valt het anker voor Bayona. Ik stel een schade vast aan het nieuwe grootzeil en het ontbreken van een zeillat. Verder probeer ik mijn ankeralarm te verbeteren. 10.8. Tijdens een uitstapje om informatie te krijgen, ben ik uitgegleden over een algen tapijt en heb daarbij mijn knie ernstig verdraaid. Ik ben achterover gevallen en zat met mijn voet in een rotsspleet vast. Een typisch klimmers ongeluk. Ik ben echt geen watje, maar deze keer moest ik overgeven van de pijn. Twee dagen bleef ik 20

in bed en kon me niet verroeren. Daarna werd het op de boot toch te saai en strompelde ik de stad door. 15.8. Ik zit net lekker te ontbijten in de kuip als vanachter de dichtbij zijnde heuvel opeens een vliegtuig met brullende motor opduikt. Het vliegt steeds lager, nu recht op mij af. Ziet hij me? Ziet hij me werkelijk wel? Mijn koffiekopje valt bijna uit mijn hand. De vlieger raakt het water tussen de haven en mijn ankerplaats. Het is een blusvliegtuig van de brandweer, dat water voor de bestrijding van een bosbrand inneemt. Het ankeralarm werkt nog steeds niet goed en ik heb me tot Garmin gewend om raad. Die zeggen dat het mijn schuld is, ik zou iets verkeerd hebben aangesloten of ik zou de multimeter niet goed kunnen aflezen. Zo gaat het een aantal dagen heen en weer. Het feit blijft: het ankeralarm werkt niet. Van de kapitein van de ARBITRATOR krijg ik een nieuwe zeillat en van een Duitser die hier zijn vaste ligplaats heeft, kreeg ik twee kokosnoten, die hij zo uit Mexico meegebracht had.

MAGRATHEA met Baiona in de achtergrond

21

16.8. Om de boordkas wat te spekken, zoek ik werk. Ik strompel het plaatselijke arbeids buro binnen. Werk hebben ze niet, maar wel een hele berg formulieren. Waarom moet ik die dan invullen ??? Bij het toeristen buro in Bayona heb ik een handjevol stadsplattegronden meegenomen en alle plaatsen, die voor zeilers interessant zijn, daarop aangetekend. Elke ochtend roei ik over de ankerplaats en verspreid de plattegronden onder de nieuw aangekomen boten. Ik kan gewoon niet stil zitten, ik wil me nuttig maken tot ik werk gevonden heb. 23.8. Het anker krabt en ik leg me vast aan een rotsformatie in de buurt van de oever. Ik heb werk! Ik help een Zwitser met zijn boot. Ik geef hem deskundig advies, omdat op zijn FIRST 27 de stuurautomaat niet werkt en er zijn ook nog veel andere problemen. Maar het grootste probleem is hij zelf. Als je een boot hebt, kan je niet anderen overal de schuld van geven – nog belangrijker: je moet vindingrijk zijn en je eigen manier ontdekken om problemen op te lossen. Bij een nautische zaak heeft hij een grote bestelling geplaatst, ik heb het voor hem vertaald. De Zwitser is bij nacht en ontij vertrokken en liet me zonder verder taal of teken achter. Gisteren al kreeg ik het vermoeden dat hij er tussenuit wilde knijpen. Het waarom is me nu duidelijk. 01.9. Ter afwisseling werkte ik aan de MAGRATHEA. Ik trek een heeeeeel lange algensliert van de romp. Het was moeilijk uit te leggen aan de vis waarom ik zijn woning weg nam. De rubberboot heeft een gebroken peddel. Ik vervang die door een bamboe stok, waaraan ik een doorgesneden plastic jerrycan bevestig. Als ik nu om de nieuwe jachten heen peddel, is iedereen zeer verbaasd. (oar-some = awesome) In de stad geven 3 vrouwen een concert, ongelooflijk mooie stemmen. De volgende dag is op het plein een folkloristische dans. Maar de stad wordt leger, de vakantietijd is voorbij. De inheemsen willen mijn kleren wassen, dat is een indicatie dat ik al te lang hier ben. 15.9. Ik maak me klaar voor vertrek. “Hilda de Honda” geeft weer problemen. Ik zal “haar” nog één maal goed verzorgen, maar ik vermoed dat de machine het niet lang uit zal houden. De beste tijd ligt achter “haar”. Maar in feite heb ik een zeilschip en geen motorboot. Dan zal ik toch de zeilen maar naar de wind zetten.

22

24.9. 08:55 anker lichten. 09:10 de motor spuit olie en benzine uit de uitlaat, sputtert en stopt tenslotte. Moet ik naar mijn ankerplaats terug? Het is een heel eind. Ik kan me vast wel, tussen de jachten door, daarheen laten drijven, waar ik even tevoren nog was. Van alles spookt door mijn hoofd. Wat moet ik doen? Welke mogelijkheden heb ik? Waar kan ik heen? Kan ik de voor me liggende haven bereiken? Het verstandigste zou in elk geval zijn om de motor in te ruilen. Maar waar zouden we zijn als we altijd op safe zouden spelen? Mijn logische denken is niet altijd vol logica (hier ben ik dicht bij mijn vrouwelijke kant). Dus verder dan maar!!! 12:15 na enig opkruisen heb ik de aansturings ton van Bayona te pakken. 18:00 genua neer, een tweede reef aanleggen. 25.9. 02:30 ik leg een reef, dan de reef er weer uit. De wind wakkert aan en ik leg al weer een reef. Navigeren gaat niet bij sterke wind en zonder motor. Misschien bereik ik de haven, maar wat kom ik tegen achter de ingang? Ik ken de ankerplaats en ik heb eigenlijk een motor nodig om daar te komen. Dus vergeet het maar en maak gebruik van de harde wind ! Tijdens de nacht komt een golf met zo’n geweld de kuip in, dat een stuk van de onderdeur afbreekt. Ja meneer Mike Green, de zeilmaker heeft gelijk en ik heb het mis. Nu zou ik een derde reef willen, zoals hij het voorgesteld heeft. Bovendien doet het me er aan herinneren dat ik extra lensopeningen in de zijkanten van de kuip had willen boren. Nu blijft er altijd water op de banken staan en stroomt dan de boot in. 26.9. Tegen de ochtend neemt de wind af, daarna gaat hij helemaal liggen. Ik kan niet meer sturen en drijf alleen nog. In de middag strekt de wind sterk aan, uitgerekend bij de nadering van S. Martinho da Porto. De zeegang wordt ook sterker. Ik vrees dat ik moet stoppen en nog een nacht op zee door moet brengen. Als dan toch om 18:50 het anker valt, smaakt de maaltijd met Chorizos, linzen en aardappel puree buitengewoon goed. Die nacht slaap ik als een blok! 27.9. De volgende dag ga ik om 16:00 verder. Om uit de nauwe baai weg te komen moet ik laveren. Vermoedelijk zal dat meerdere uren duren, want per slag win ik maar enkele meters. Vanwege de defecte motor waag ik het er niet op de slagen al te lang te maken. Wat zou er gebeuren als de wind bij de rotsen afgebogen wordt en ik niet meer goed sturen kan? Daarom vaar ik nu steeds zo ver, zodat ik in 23

geval van nood weer naar de ankerplaats teruggedreven zou worden. Een visser slaat mijn dappere strijd gade, strijkt zijn hand over zijn hart en biedt me een sleep

Cabo San Vicente

aan, die ik dankbaar aanneem. 20 minuten slepen bespaart me beslist 2 uur manoeuvreren. Een lekkere zeilbries brengt me verder naar het Zuiden. Helaas gaat de wind om 06:00 liggen. Ik probeer nog één keer de motor. In de laagste versnelling om wat verder de zee op te komen. De motor begeeft het na korte tijd. Ik stap in de rubberboot en trek het schip al roeiend verder. Dolfijnen zo groot als walvissen, bekijken het schouwspel. Misschien zijn het loods-walvissen. Om twaalf uur kan ik stoppen met roeien. Ik ben ver genoeg om veilig langs de “Cabo Roca” te kunnen. Er steekt een beetje wind op, precies genoeg dat ik sturen kan. Weer windstil. Ik drijf langzaam voorbij Cabo Roca en Cascais. Eigenlijk wil ik daar een tussenstop maken, maar de wind heeft weer eens andere plannen. Het begint te waaien, steeds maar meer. Ik zet een tweede reef en wenste dat ik een derde had. Ik mag het weer eens doormaken – de hele nacht. 29.9. Een vriend uit Brighton heeft me een e-mail met de actuele weersvoorspelling gestuurd: “Wind NNW/N, sterkte 4-5”. Perfect! De volgende voorspelling luidt: 24

“Sines (Portugal) tot 4:00 uur pm geen wind, daarna 13 Knopen N/NNW, toenemend”. Makkelijk zeilweer! Op de eerste plaats zou ik nu een Spinaker of Bollejan kunnen gebruiken. Ten tweede, het gaat hier te keer als een idioot! De duvel mag weten waar die weermannen hun gegevens vandaan halen. Sinds de laatste nacht voer ik een strijd om al kruisend de hoge golven diagonaal te nemen. Het wilde op en neer gaan baart me nog de minste zorgen, maar het rollen is werkelijk niet bijzonder leuk. Het ene moment klap je met je hoofd tegen de helmstok dan legt het schip zich op de andere kant en knal je tegen de reling. We rollen naar bakboord, dan rollen we naar stuurboord en we rollen maar door! Als op zijn minst de maan maar scheen, maar die komt elke nacht later op en de wilde zeilerei vindt, tot die tijd, in het duister plaats. 30.9. Ik passeer de “Cabo San Vincente”. Bij de kaap wordt de wind nog een keer echt onaangenaam. Zonder genua en met een tweede reef vaar ik altijd nog 6 knopen. En, ik speel op safe. 1.10. Portimao. Het is half een ’s nachts. Ik kom eenvoudig weg de haven niet in, de wind is te sterk. Nu gaat het weer gebeuren. Uren lang kruis ik pal voor de haveningang. Tegen 6 uur is de wind opeens weg, alsof iemand een knop omgezet heeft. Ik drijf langzaam naar de ankerplaats. Tegen de middag valt het anker. De boot zekeren, een kleine maaltijd en – tijd om de kooi in te gaan! 2.10. Ik ben van plan een uitgebreide wandeling te gaan maken om de omgeving te verkennen. Sterke wind zorgt voor behoorlijke zeegang. Het lukt me met de rubberboot aan land te komen en ook nog droog te blijven. Maar als ik over het diepere water terug roei, krijg ik beslist een natte kont. 15.10. Ik lig al een tijdje in Portimao vast, en zoals het er uit ziet zal ik hier nog wel een tijdje blijven rondhangen. Jammer genoeg wordt de temperatuur al maar lager. Overdag wordt het nog maar nauwelijks 25 graden en de nachten zijn koud. De Portugezen zijn lang niet zo loyaal en openhartig als de mensen in Spanje. Dat is mijn ervaring tenminste. Alle buitenlanders zijn daar sowieso om geplukt te worden. In het nabije plaatsje “Alvor” kon je vroegen vrij voor anker gaan, nu moet je er voor betalen. In principe hebben de mensen zichzelf er mee. Want wat doe je als geld gevraagd wordt voor niets? Je gaat met een grote boog om het plaatsje heen. Mijn volgende doel zal de Kanarische Eilanden zijn. Daar weet ik nog een gratis ankerplaats en vrije ligplaatsen. 25

In feite is de ankerplaats hier in Portimao helemaal niet zo slecht, afgezien van de harde wind uit het Zuiden. Tijdens het zeilen ben ik gewend om op de vloer te slapen, hier lig ik ook nu ik voor anker lig, op de grond, om niet van de bank af te rollen. Alle schepen zijn ononderbroken bezig hun ankers in te graven. Enkele schepen nemen hun toevlucht tot de rivier. Een Zweed loopt daarbij vast aan de grond en komt pas laat in de nacht weer vrij. Een Noors en Brits schip raken op drift en hun ankers raken los. Midden op de rivier pakken de ijzers weer, maar nu zo stevig dat ze niet meer los te krijgen zijn. Ongelukkigerwijze zijn de eigenaren niet aan boord. De bemanning is aan wal om te eten. De plaatselijke waterpolitie kapt de ankerkettingen, neemt de schepen op sleeptouw en brengt ze onder in de haven. De waterpolitie had er evenwel toch niet veel schik in. In bepaalde situaties vinden ze hun beroep niet leuk. Vooral vanwege de hele papierwinkel. Schepen die niet naar behoren zijn ingeklaard, worden verzocht (niet verplicht gesteld) om de haven te verlaten, totdat alle formaliteiten vervuld zijn. Een Noors schip zonder de voorgeschreven registratie en een Brit zonder verzekering en scheepspapieren bezorgen de ambtenaren veel extra werk. Hoewel ik een ankergewicht heb, gebruik ik alles wat ik aan kettingen en ankerkabel heb (50 mtr). Dat zorgt er voor dat ik niet op drift raak. Als ik een nieuwe plek zoek om te ankeren, moet ik het schip met de rubberboot trekken. De bemanning van de nabij liggende schepen vinden dat uiterst vermakelijk. Alleen de inheemsen hebben bewondering voor mijn rotsvaste wil, als ik met mijn zelf gemaakte roeispaan de 6,5 ton achter me aan sleep. Gisteren heb ik mijn schip in de haven gelegd. De motor laat het in alle talen afweten, ik vermoed dan de impeller de geest gegeven heeft. De kostenbegroting van de plaatselijke mecanicien wil ik jullie niet onthouden: € 13,22 impeller € 50,00 koelslang € 59,31 bougiekabels € 40,00 per uur arbeidsloon Maar goed, over het arbeidsloon hebben we kunnen onderhandelen: wat heeft de belasting nu met deze offerte te maken? Nu ben ik er toe veroordeeld, mijn schulden aan hen af te betalen. Daarom ben ik begonnen om in restaurants te zingen. De gasten zijn heel blij en betalen me – opdat ik er mee ophoud. Klopt uitstekend, zo’n beetje als bij een afpersing. Hier dat geld, want anders ga ik zingen ! Cheers Conny.

26

Auf dem Weg in den Süden Teil 2

Mit der MAGRATHEA nach Portugal Im ersten Teil der Reise in den Süden ist die MAGRATHEA mit Conny von Brighton bis zur Kanalinsel Alderney gesegelt. Nun geht es weiter bis Portimao an die portugiesische Algarve. 14.7. Aus Südwesten nähert sich ein Tiefdrucksystem mit stürmischen Winden. Unsere nächsten Ziele sind gegen diese Naturgewalten ungeschützt. Deshalb verkriechen wir uns lieber bei Alderney vor die „Braye Beach“, bis sich das Wetter beruhigt hat. Hier haben wir abends sogar Zeit für das feierliche Niederholen der Nationale und das Hissen der Flagge am Morgen mit Abspielen der Nationalhymne. Sarah lehnt diese Zeremonie vehement ab. Starke Böen machen die nächste Nacht ganz schön schauklig. Meine Mitseglerin erklärt, unter diesen Bedingungen keinen Schlaf finden zu können. Deshalb laufen wir in den Yacht Club ein. Hier habe ich prima geschlafen, bis mich Sarah mit ihrem Gejammer weckte: Die Kajütbank ist nicht so komfortabel wie erwartet, es ist kalt und noch dies und das. 27

17.7. Von den letzten Pfund kaufe ich 30 Liter Benzin. Gegen Mittag verlassen wir die Mooring. Die verdammte Maschine überhitzt schon wieder. Ich weiß nicht, wo der ganze Sand herkommt, der die Kühlung verstopft. Wir segeln ruhig zwischen Sark und Guernsey durch und kommen auch danach nur langsam voran. Noch immer lehnt Sarah die Benutzung der Bordtoilette ab. Stattdessen vollführt sie akrobatische Übungen auf dem Achterschiff. Ich kann nur raten warum. Wahrscheinlich sind es die vielen Schläuche und Hebel, die sie verwirren und abschrecken. 19.7. Gegen zwei Uhr morgens passieren wir „L‘Aber Wrac‘h“. Kein Mondlicht, es ist stockfinster und die Lichter sind nicht hundertprozentig zu identifizieren. In der Einfahrt liegen gefährliche Felsen. Ich bin lieber kleinmütig und lebendig als ein toter Held. Und ich will mein Boot nicht riskieren, schließlich ist es alles, was ich habe. Also müssen wir weiter bis „L‘Aber Idult“. Nach kurzem Zwischenstop dort, fahren wir nach „Camaret sur mer“, wo wir gegen Abend sicher am Ponton liegen. 20.7. Wir bunkern Wasser und checken die Maschine und Brandstoffvorräte. Dann geht es zum Einkaufen. Leider mußte ich feststellen, daß der örtliche Ausrüster sein Geschäft drangegeben hat. Unterm Strich lohnt Cameret nicht wirklich einen Halt. Der Hafen ist sein Geld nicht wert, man kann besser ankern. Immerhin kaufe ich noch 50 Liter Benzin in drei Kanistern, die ich dann den weiten Weg schleppen muß. 22.7. Im Morgengrauen verlassen wir unseren Liegeplatz. Ich schlage eine Wacheinteilung vor: Da Sarah keinerlei Segelerfahrung hat, übernehme ich 22 Stunden die Pinne und sie steuert 2 Stunden. Gegen Mittag lassen wir die letzte Landzunge Frankreichs hinter uns und bekommen etwas vom atlantischen Schwell ab. Zum ersten Mal opfert Sarah den Fischen und möchte nach Hause. Zu spät! 23.7. 46° 24,51’N 006° 11,46’W In der Nacht muß ein zweites Reff ins Groß und die Genua herunter. Am Vordeck gibt es ein seltsames Geräusch. Eine Festmacherleine des Beiboots hat sich gelöst und das Dinghi macht Anstalten, über die Reling zu verschwinden. Ich rase nach vorn, um es wieder zu sichern. Von den großen Wellen werde ich ordentlich geduscht. Gegen Fünf wird es etwas handiger. Die Genua geht wieder raus, aber 28

mit reduzierter Größe. Später blinzelt Sarah aus der Kajüte und wundert sich, warum das Großsegel so klein ist. Ich erkläre ihr: „Das nennt man Reff“. Sie geht lieber wieder schlafen, solange der starke Wind anhält. Sarahs Benehmen tötet mir den letzten Nerv und ich muß schon ziemlich deutlich werden, um die Ordnung an Bord wieder herzustellen. Ich erkläre ihr, in La Coruna ist für sie Endstation. Länger halte ich das einfach nicht mehr aus. 45° 23,07‘N 006° 54,04’W In der Nacht empfange ich einen Notruf. Ein über Bord gegangener Fischer wird vermisst und alle Schiffe in dem Gebiet werden gebeten, Ausguck zu halten. Ich biete unsere Hilfe an, aber niemand empfängt unseren Ruf. Wahrscheinlich ist das Schiff, das die Rettungsmaßnahmen koordiniert, für uns außer Reichweite. 25.7. 43° 56,32’N 007° 59,54’W Gegen Morgen kommt erstes Land in Sicht. Die Annäherung wird eine raue Angelegenheit. Zwischen den Bergen wird der Wind durch eine Art „Tunneleffekt“ verstärkt. Mein Dinghi wird vom Schiff geblasen, aber es gelingt mir, es wieder einzufangen. Wenn ich über Bord gehen würde, müßte ich mich darauf verlassen, daß Sarah mich wieder auffischt. Um 21 Uhr liegen wir sicher am Ponton in La Coruna. Etwas überrascht sind wir schon, daß der eingezeichnete Ankerplatz nicht mehr existiert. In der Stadt gibt es eine Fiesta mit kostenlosem Essen. Sarah würde nun doch gerne bleiben - ist sich aber nicht ganz sicher. Vielleicht doch lieber nach Hause, oder zu ihrem Mann nach Madrid, oder… Es muß schwer sein, eine Frau zu sein. Im Hafen trifft ein befreundetes Boot die ARBITRATOR aus Brighton ein. Sarah möchte heute (jetzt) das Boot verlassen. Mir bereitet der Motor Kopfzerbrechen, diese ständigen Überhitzungen… Ich begleite Sarah zur Bushaltestelle. 2.8. Ich gehe noch einmal einkaufen und verlasse den Hafen von La Coruna. In der Nacht begleiten mich zahllose Delfine und der Anblick der phosphoreszierenden Algen ist beeindruckend. Nach 114 sm fällt der Anker vor Bayona. Ich stelle einen Schaden am neuen Groß und den Verlust einer Segellatte fest. Außerdem versuche ich, meinen Ankeralarm zu verbessern. 10.8. Bei einem Erkundungsgang bin ich auf einem Algenteppich ausgerutscht und habe mir das Knie ganz böse verdreht. Ich bin nach hinten gefallen und saß mit meinem Fuß in einer Felsspalte fest. Ein typischer Kletterunfall. 29

Ich bin echt kein Weichei, aber diesmal wurde mir kotzübel vor Schmerzen. Zwei Tage blieb ich im Bett und konnte mich nicht bewegen. Dann wurde es mir auf dem Boot doch zu langweilig und ich humpelte durch die Stadt. 15.8. Ich sitze gerade gemütlich beim Frühstück in meinem Cockpit, als über einem nahegelegenen Hügel ein Flugzeug mit heulenden Motoren auftaucht. Es fliegt immer niedriger. Jetzt direkt auf mich zu. Sieht es mich? Sieht es mich wirklich??? Mit fällt beinahe die Kaffeetasse aus der Hand. Der Flieger berührt die Wasseroberfläche zwischen Marina und meinem Ankerplatz. Es ist ein Löschflugzeug der Feuerbrigade, das Wasser für die Bekämpfung eines Waldbrandes aufnimmt.

Löschflugzeug im Anflug

Der Ankeralarm funktioniert immer noch nicht und ich habe mich hilfesuchend an Garmin gewendet. Die sagen, alles ist meine Schuld, ich muß etwas falsch angeschlossen haben oder bin nicht in der Lage, das Multimeter richtig zu lesen. So geht es noch mehrere Tage hin und her. Fazit bleibt: Der Ankeralarm funktioniert nicht. Vom Skipper der ARBITRATOR erhalte ich eine neue Segellatte und von einem Deutschen, der hier seinen Dauerliegeplatz hat, bekam ich zwei Kokosnüsse, die er direkt aus Mexiko mitgebracht hat. 30

16.8. Um die Bordkasse aufzufüllen, suche ich nach einem Job. Ich hinke ins örtliche Jobcenter. Arbeit haben sie keine, aber jede Menge Formulare. Warum soll ich die ausfüllen??? Vom Touristencenter in Bayona habe ich mir eine Handvoll Stadtpläne besorgt und alle Orte, die für Segler von Interesse sind, eingezeichnet. Jeden Morgen rudere ich über den Ankerplatz. Ich verteile die Pläne an alle neuangekommenen Boote. Ich kann nicht nichts tun, will mich aber nützlich machen und wenn ich einen Job erfinde. 23.8. Der Anker slippt und ich mache an einer Mooring in Ufernähe fest. Es gibt einen Job! Ich helfe einem Schweizer auf seinem Boot. Er sucht fachmännischen Rat, weil auf seiner FIRST 27 die Selbststeueranlage nicht funktioniert und da sind noch viele andere Probleme. Aber das größte Problem ist er selbst. Wenn du ein Boot hast, kannst du nicht alles auf andere abwälzen – Noch wichtiger: Du mußt erfindungsreich sein und deinen eigenen Weg finden, Schwierigkeiten zu lösen. Beim Bootsausrüster hat der Schweizer eine große Bestellung aufgegeben, ich habe übersetzt. Dann hat er sich bei Nacht und Nebel davon gemacht und lies mich mit einem angekratzten Ruf zurück. Schon gestern hatte ich den Verdacht, daß er türmen will. Warum wundert mich nicht. 01.9. Zur Abwechslung arbeite ich an der MAGRATHEA. Ich ziehe eine laaaange Alge vom Rumpf. Dem Fisch ist schwer zu erklären, warum ich ihm seine Wohnung wegnehme. Das Dinghi hat ein gebrochenes Paddel. Ich ersetzt es durch einen Bambusstock, an dem ich einen halbierten Plastikkanister befestige. Wenn ich jetzt um die neuen Yachten rudere, sind alle schwer beeindruckt. (oar-some = awesome) In der Stadt geben 3 Frauen ein Konzert, unglaubliche Stimmen. Am nächsten Tag ist auf der Plaza folkloristischer Tanz. Aber die Stadt wird leerer, die Ferienzeit ist vorbei. Die Einheimischen wollen bereits meine Wäsche waschen. Ein deutlicher Indikator: Ich bin zu lange hier. 15.9. Die Abreise steht bevor. “Hilda der Honda“ macht wieder Probleme. Ich gönne “ihr“ noch einmal eine besondere Pflege, aber ich vermute, die Maschine hält nicht mehr lange durch. Die besten Tage liegen hinter “ihr“. Aber im Grunde habe ich ein Segelschiff und kein Motorboot. Dann werde ich eben meine Ziele nach dem Wind richten. 31

24.9. 0855 Anker auf 0910 Die Maschine spukt Öl und Benzin aus dem Auspuff, stottert und bleibt schließlich stehen. Soll ich zum Ankerplatz zurück? Er ist in Reichweite. Ich kann mich sicher durch alle Yachten dahin zurücktreiben lassen, wo ich eben noch war. Alles geht mir durch den Kopf. Was soll ich tun? Welche Möglichkeiten habe ich? Wo kann ich hin? Kann ich den angepeilten Hafen erreichen? Das vernünftigste wäre auf jeden Fall, die Maschine auszutauschen. Aber wo wären wir, wenn wir immer auf Nummer sicher gehen würden? Mein logisches Denken ist nicht immer von Logik bestimmt (hier bin ich dicht an meiner femininen Seite). Also weiter!!! 1215 Nach einigen Wenden, kriege ich die Ansteuerungstonne von Bayona zu packen. 1800 Genua runter, zweites Reff rein. 25.9. 0230 Ich reffe ein, dann wieder aus. Der Wind nimmt zu. Schon reffe ich wieder. Aviero geht nicht bei Starkwind und ohne Maschine. Vielleicht erreiche ich den Hafen, aber was erwartet mich hinter der Einfahrt? Ich kenne den Ankerplatz, eigentlich brauche ich eine Maschine, um dahin zu kommen. Also vergiß es und reite den Starkwind aus!

Auf dem Weg in den Süden, der Sonne entgegen

32

Nachts steigt eine Welle mit solcher Heftigkeit ins Cockpit ein, daß ein Stück aus der Niedergangstür bricht. Ja Mr. Mike Green, du Segelmacher hast Recht und ich liege falsch. Jetzt wünsche ich mir ein drittes Reff, wie du es vorgeschlagen hast. Außerdem werde ich daran erinnert, daß ich zusätzliche Lenzöffnungen in die Cockpitseiten bohren wollte. So bleibt immer Wasser auf den Bänken stehen und rinnt dann ins Boot. 26.9. Gegen Morgen nimmt der Wind ab, dann schläft er ganz ein. Ich kann nicht mehr steuern, drifte nur noch. Am Mittag nimmt er wieder stark zu, ausgerechnet bei der Ansteuerung auf S. Martinho da Porto. Der Schwell auch. Ich fürchte schon abbrechen und eine weitere Nacht auf See verbringen zu müssen. Als dann doch um 1850 der Anker fällt, schmeckt das Mahl aus Chorizos, Linsen und Kartoffelbrei besonders gut. In dieser Nacht schlafe ich wie ein Stein! 27.9. Am nächsten Tag geht es um 1600 weiter. Um aus der engen Bucht herauszukommen, muß ich kreuzen. Vermutlich wird es mehrere Stunden dauern, denn pro Schlag gewinne ich nur wenige Meter. Wegen der defekten Maschine traue ich mich nicht, die Kreuzschläge allzu lang zu machen. Was würde geschehen, wenn der Wind an den Kliffs abgelenkt wird und ich nicht mehr sauber steuern kann? Deswegen fahre ich jeweils nur so weit, daß ich im schlimmsten Fall wieder an den Ankerplatz zurückgetrieben werde. Ein Fischer beobachtete meinen tapferen Kampf, erbarmte sich und bietet mir eine Schlepptrosse an, die ich dankbar annehme. 20 Minuten Schlepp bewahren mich vor bestimmt 2 Stunden Plackerei. Eine gute Segelbrise bringt mich nach Süden voran. Leider schläft der Wind um 0600 ein. Ich probiere noch einmal die Maschine aus. Im kleinsten Gang, um etwas Seeraum zu gewinnen. Die Maschine streikt nach kurzer Zeit. Ich steige ins Dinghi um und ziehe das Schiff rudernd. Delphine, groß wie Wale, gucken sich das Schauspiel an. Sind es Pilot-Wale? Um Zwölf kann ich das Rudern einstellen. Ich bin weit genug, um das „Cabo Roca“ sicher passieren zu können. Ein bisschen Wind kommt auf, grad so, daß ich steuern kann. Wieder Flaute. Ich treibe langsam an Cabo Roca und Cascais vorbei. Eigentlich will ich dort einen Zwischenstop einlegen, aber der Wind hat es sich wieder einmal anders überlegt. Es beginnt zu wehen, mehr und mehr. Ich stecke das zweite Reff und wünsche mir das dritte. Ich darf es wieder mal ausreiten - die ganze Nacht. 29.09. Ein Freund aus Brighton hat mir eine E-Mail mit der aktuellen Wetterprognose geschickt: „Wind NNW/N, Stärke 4-5“. Perfekt! 33

Die nächste Vorhersage lautet: „Sines (Portugal) bis 4pm kein Wind, dann 13kn N/NNW, abnehmend“. Easy sailing! Erstens, jetzt könnte ich einen Spinnaker oder Gennaker gebrauchen. Zweitens, es kachelt hier wie Sau! Weiß der Teufel, woher die Wettermänner ihre Daten beziehen. Seit der letzten Nacht kämpfe ich mich gegenan, kreuzend, um die hohen Wellen diagonal zu nehmen. Das wilde Auf und Nieder stört mich noch am wenigsten, aber das Rollen ist wirklich nicht besonders amüsant. Einen Augenblick schlägst du dir den Schädel an der Pinne ein, dann legt sich der Kahn nach der anderen Seite über und du knallst gegen die Reling. Es roooollt nach Backbord, dann rooollt es nach Steuerbord und es roooooollt! Wenn wenigstens der Mond scheint, aber der geht Nach für Nacht später auf und die wilde Segelei findet solange im Finstern statt. 30.9. Ich passiere das „Cabo San Vincente“. Am Cap wird der Wind noch einmal richtig widerwärtig. Ohne Genua und mit dem zweiten Reff fahre ich immer noch 6 Knoten. And, i´m playing it safe. 1.10 Portimao. Es ist halb eins in der Nacht. Ich komme einfach nicht in den Hafen rein, der Wind ist zu stark. Jetzt geht es wieder los. Stundenlang kreuze ich direkt vor der Einfahrt. Gegen 6 Uhr ist der Wind plötzlich weg, als ob jemand einen Korken draufgesetzt hat. Ich gleite gemächlich zum Ankerplatz. Gegen Mittag fällt der Anker. Das Boot klarieren, eine kleine Mahlzeit und - Zeit für die Koje! 2.10. Ich plane einen ausgedehnten Landgang, um mir die Gegend anzusehen. Starker Wind sorgt für ordentlich Schwell. Es gelingt mir, mit dem Dinghi an Land zu kommen und dabei trocken zu bleiben. Aber wenn ich in das tiefe Wasser zurückrudere, bekomme ich bestimmt einen nassen Hintern. 15.10. Ich liege schon einige Zeit in Portimao fest und, wie es aussieht, werde ich hier noch längere Zeit herumhängen. Leider gehen die Temperaturen immer weiter nach unten. Tagsüber wird es kaum noch 25 Grad und die Nächte sind schon kühl. Die Portugiesen sind lange nicht so entspannt und offen wie die Menschen in Spanien. So sehe ich das wenigstens. Alle Ausländer sind sowieso nur dazu da, finanziell ausgenommen zu werden. Im nächsten Ort „Alvor“ gab es früher einen freien Ankerplatz, jetzt muß man dafür bezahlen. Im Grunde legen sich die Leute hier selbst herein. Was tut ihr, wenn von euch Geld verlangt wird für nichts? Ihr macht einen großen Bogen um den Ort. Mein nächstes Ziel jedenfalls sollen die 34

Kanarischen Inseln sein. Da kenne ich noch einige kostenlose Ankerplätze und Moorings. Eigentlich ist der Ankerplatz hier in Portimao gar nicht so schlecht- außer bei heftigem Südwind! Beim Segeln bin ich ja gewohnt, auf den Bodenbrettern zu schlafen, hier liege ich auch beim Ankern auf dem Fußboden, um nicht von der Bank zu fliegen. Alle Boote sind ununterbrochen beschäftigt, ihre Anker neu einzugraben. Einige Schiffe flüchten auf den Fluss. Ein Schwede läuft dabei auf Grund und kommt erst spät in der Nacht wieder frei. Ein norwegisches und ein britisches Boot gehen auf Drift und ihre Anker kommen unklar. Mitten auf dem Fluss fassen die Eisen wieder, jetzt so gründlich, daß sie nicht mehr ausgebrochen werden können. Unglücklicherweise sind auch die Eigner nicht an Bord. Die Mannschaften sitzen im Ort beim Essen. Die örtliche Wasserschutzpolizei kappt die Ankerketten, nimmt die Boote auf den Haken und vertäut sie in der Marina. Diese Wasserschutzpolizisten können schon ein bißchen drollig sein. Zweifelsohne lieben sie ihren Beruf. Besonders den Papierkram. Boote, die nicht ordnungsgemäß einklariert haben, werden gebeten (nicht aufgefordert), den Hafen zu verlassen, bis alle Unterlagen ausgefüllt sind. Ein norwegisches Boot ohne vorgeschriebene Registrierung und ein Brite ohne Versicherung und Bootsführerschein bereiten den Beamten besonders viel Mühe. Obwohl ich ein Ankergewicht habe, stecke ich alles, was ich an Kette und Ankerleine habe (50m). Das bewahrt mich davor, auf Drift zu gehen. Wenn ich einen neuen Ankerplatz suche, muß ich das Schiff mit dem Dinghi schleppen. Die umliegenden Besatzungen finden das höchst amüsant. Nur die Einheimischen bewundern meinen unbeugsamen Willen, wenn ich mit meinen selbst gebastelten Rudern 6,5 metrische Tonnen hinter mir her schleppe. Gestern habe ich mein Boot in den Hafen verlegt. Die Maschine spinnt nach wie vor. Ich vermute, der Impeller hat seinen Geist aufgegeben. Den Kostenvoranschlag des hiesigen Mechanikers möchte ich euch nicht vorenthalten: 13,22 € – Impeller 50,00 € – Kühlschlange 59,31 € - Zündkerzenhalterung 3 Stunden Arbeit a 40,00 € Okay, wegen der Arbeitsstunden haben wir ein wenig verhandelt. Aber, was haben Steuern auf einem Kostenvoranschlag zu suchen? Jetzt bin ich dazu verdammt, meine Schulden an ihn abzubezahlen. Deshalb habe ich begonnen, in Restaurants zu singen. Die Gäste sind sehr angetan und bezahlen mich - damit ich damit aufhöre. Klappt prima, ein bißchen wie bei einer Erpressung. Geld her oder ich singe! Cheers Conny 35

Vernieuwde reddingsvesten voor stalen schepen Op het IJsselmeer blaast een windkracht 6, met uitschieters tot 8. Geen reden om met de Merenpoort in de haven te blijven. Maar voordat de haven uitgevaren wordt, moet de bemanning de veiligheids uitrusting aantrekken. Zwemvesten en lifelijnen behoren tot de standaarduitrusting van ieder schip. Het opperste gebod bij een tocht met slecht weer luidt: Onder alle omstandigheden aan boord blijven! Dus, eerst aan de reddingslijn vast en dan aan de zwemhulp denken. Als het gaat zoals de Friese/Franse fabrikant Magnétique Sécurité over de Magneet Veiligheid vertelt, behoren de antieke veiligheids uitrustingen op stalen schepen spoedig tot het verleden. Deze revolutionaire techniek werd onlangs op de beurs “HISWA” in Amsterdam geïntroduceerd: Het magnetische reddingsvest! Het is licht in gewicht en zit comfortabel, hindert niet tijdens de werkzaamheden aan bood en verhindert het overboord gaan van personen en huisdieren. Hoe werkt het? In het luxe, wat futuristisch aandoende vest zit een elektromagneet. Op het moment dat het gevaar dreigt om overboord te gaan is een druk op de centraal aangebracht knop voldoende om de sterke elektromagneet in werking te stellen. Direct trekt de magneet het lichaam van de onfortuinlijke opvarende naar de dichtstbij zijnde stalen scheepswand. Het gevaar om overboord te gaan is geweken! Heeft men zich met de reddingslijn gezekerd, dan wordt het magnetisme weer uitgeschakeld. Daarbij neemt de magnetische veldsterkte langzaam af. Er zijn vesten met verschillend magneet sterkten verkrijgbaar. Om het juiste model voor uzelf of uw huisdier te vinden, gebruikt u de formule:

36

De magnetiche veldsterkte (H), ook wel magnetische Flux genoemd, is de vector met grootte (I) in relatie tot de omtrek van de denkbeeldige cirkel met straal (r ) en de richtings coëfficient (m) gerelateerd aan de magnetische Flux dichtheid (A). Als dit allemaal te gecomplieerd is, kunt u zich tijdens het Hemelvaart treffen van 2 tot 5 mei 2011 persoonlijk van de kwaliteit van deze uitvinding overtuigen. In overleg met de firma Magnétique Sécurité zal de redactie verscheidene testmodelen mee mogen brengen, die u zelf ter plekke kunt uitproberen. Ik verheug me op een mooi en veilig zeilseizoen 2011. Birgit.

Innovative Rettungswesten auf Stahlschiffen Auf dem IJsselmeer bläst es mit Windstärke 6, in Böen 8. Kein Grund mit der Merenpoort im Hafen zu bleiben. Aber bevor der Hafen verlassen wird, muß die Crew die Sicherheitsausrüstung anlegen. Schwimmwesten und Lifebelts gehören zum Standard auf jedes Schiff. Das oberste Gebot bei einer Fahrt in schwerem Wetter lautet: Unter allen Umständen an Bord bleiben! Also, erst an den Lifebelt und dann an eine Schwimmhilfe denken. Wenn es nach dem friesischen Hersteller Magnétique Sécurité geht, gehört diese antiquierte Sicherheitsausrüstung auf Stahlschiffen bald der Vergangenheit an. Eine revo-lutionäre Technik wurde jetzt auf der Messe 37

HISWA in Amsterdam vorgestellt. Die magnetische Rettungsweste! Sie ist leicht und komfortabel zu tragen, stört nicht bei der Arbeit an Bord und verhindert das Überbordgehen von Personen und Haustieren. Wie funktioniert sie? In der schicken, etwas futuristisch anmutenden Weste stecken Elektromagnete. Besteht Gefahr, über Bord zu gehen, genügt ein Druck auf den zentral angebrachten Knopf und die starken Elektromagneten ziehen an. Augenblicklich schmiegt sich der Körper des Verunglückten an die nächste stählerne Bordwand. Die Gefahr, über Bord zu gehen, ist gebannt! Hat man sich mit den Rettungsleinen gesichert, wird der Magnetismus ausgeschaltet. Dabei regelt die Elektronik die Feldstärke langsam zurück. Es stehen Westen mit unterschiedlichen Magnetstärken zur Verfügung. Um das richtige Modell für sich und sein Haustier zu finden, verwendet man diese einfache Berechnungsformel:

Die magnetische Feldstärke (H), auch magnetische Erregung genannt, ist die vektorielle Größe (I) in Bezug auf Stärke (r) und Richtung (m) unter Einfluß der magnetischen Flussdichte (A). Wem das alles zu kompliziert ist, kann sich beim Himmelfahrtstreffen vom 02. – 05. Juni 2011 persönlich von der Qualität und Neuartigkeit des Rettungsmittels überzeugen. Die Redaktion wird im Auftrag der Fa. Magnétique Sécurité verschiedene Testmodelle mitbringen, die ihr an- und ausprobieren könnt. Ich freue mich auf eine schöne und sicherere Segelsaison 2011. Birgit

38

Agenda 2011 Hemelvaartweekend 02 t/m 05 juni Himmelfahrtswochenende 02. –05. Juni

Zomerbijeenkomst 20 t/m 22 augustus Sommerfest 20. – 22. August

Algemene ledenvergadering 29 oktober Jahreshauptversammlung 29. Oktober

Volgende Merenpraet: april 201 2011 39

40