VERENIGING OFFICIEREN VERBINDINGSDIENST
CYBER INTEGRAAL ONDERDEEL VAN ONS HELE OPTREDEN BRING YOUR OWN DEVICE/CHOOSE YOUR OWN DEVICE I-BRIDGE EN HET VIRTUEEL POLITIE KORPS 41e jaargang nr. 3 oktober 2012
DE NIEUWE SCHOOL VERBINDINGSDIENST REORGANISATIE VERBINDINGSEENHEDEN
TOSHIBA RAADT WINDOWS® 7 AAN.
De Z930 is niet alleen ultradun- en licht maar ook duurzaam en krachtig dankzij de robuuste magnesium behuizing die aan de binnenzijde versterkt is met een honingraatstructuur. Voorzien van de derde generatie Intel® Core™ processors voor Ultrabook™ kan de Z930 moeiteloos overweg met veeleisende toepassingen. De efficiënte Solid State Drive (SSD) en de Intel® Rapid Start Technology, starten pijlsnel op en zijn binnen enkele seconden bedrijfsklaar. Met 3 USB poorten en aansluitingen voor HDMI, VGA, Gigabit LAN en SD staat de Z930 borg voor snelle, gemakkelijke verbindingen. Het full-size backlighttoetsenbord stelt u in staat comfortabel te typen, zelfs bij weinig licht. Ultrabook™. Geïnspireerd door Intel.
WWW.TOSHIBA.NL/COMPUTERS
Intel, het logo van Intel, Intel Inside, Intel Core, Ultrabook en Core Inside zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
PORTÉGÉ Z930 ’S WERELDS LICHTSTE ULTRABOOK™ OMDAT DE REST AL ZWAAR GENOEG IS
REDACTIONEEL Iedereen is druk en veel activiteiten vragen om onze aandacht. Tegen die achtergrond verheugt het mij u te kunnen vertellen dat kap Omer Köse de redactie heeft versterkt in een dubbelrol: redactielid en redactiesecretaris. 41e jaargang nr. 3 oktober 2012 INTERCOM is een uitgave van de Vereniging van Officieren van de Verbindingsdienst en verschijnt 4x per jaar. HOOFDREDACTEUR: Lkol E.R.L. Saiboo Hondsdrafmeen 43 3844 PC Harderwijk Gsm: 06-53521596 E-mail:
[email protected] EINDREDACTEUR/ REDACTIESECRETARIS: Dhr. J.R. Vaneman Nansenstate 35 6716 NH Ede Gsm: 06-41872308 E-mail:
[email protected] E-MAIL REDACTIE INTERCOM:
[email protected] REDACTIE: Kap b.d. A.J.J. Buitendam Maj ing. E.J.E. Doelitzsch Lkol b.d. J.A. Helms Kap b.d. ing. W. Hoekman Maj F.J. Koppenjan Dhr. W. Rietkerk Maj J. Verboom Tlnt ing. F.R. van het Reve ABONNEEADMINISTRATIE: Maj L.H. Siebering Bakkersweg 5a 3781 GN Voorthuizen Gsm: 06-22484233 E-mail:
[email protected] ❖ WEBSITE VOV: www.vovklict.nl E-MAIL REDACTIE WEBSITE:
[email protected] E-MAIL WEBMASTER:
[email protected] ❖ LAY-OUT EN DRUK:
Postbus 10060 6000 GB Weert Tel: (0495) 657710
De Schijf van Vijf
Digitale basisvaardigheden behoren tot de schijf van noodzakelijke basisvaardigheden - de Schijf van Vijf – samen met lezen & schrijven & rekenen, financiële vaardigheden, gezondheidsvaardigheden, en sociale en juridische vaardigheden. De schijf is opgesteld door het Interdepartementaal Vaardigheden Overleg waarin negen ministeries en een aantal uitvoeringsinstanties samenwerken om Nederland basisvaardig te maken. In het actieplan laaggeletterdheid 2011-2015 geeft het kabinet aan de definiëring van het begrip geletterdheid te verbreden. Geletterdheid omvat nu ook het gebruiken van alledaagse technologie om te communiceren en om te gaan met informatie. Volwassen met een laaggeletterd niveau lopen meer risico’s werkloos te raken en/of te blijven. Binnen de bedrijven leidt laaggeletterdheid tot risico’s met betrekking tot veiligheid, gezondheid en inzetbaarheid. Iedere volwassene heeft en basaal niveau van geletterdheid nodig om zichzelf te kunnen redden in onze samenleving, om verantwoorde maatschappelijke keuzes te kunnen maken en om actief deel te kunnen nemen aan het maatschappelijke leven. Dit geldt ook voor digivaardigheden. Het is belangrijk dat werkgevers die zich bewust worden van de problemen die laaggeletterdheid en het minder digitaal vaardig zijn met zich brengt op de werkvloer. Denk bijvoorbeeld aan het kunnen lezen en begrijpen van veiligheidsinstructies, instructies via de e-mail. Hoe is het gesteld met uw digivaardigheden?
DEZE INTERCOM
Is je uitgangspunt dat je koste wat kost minder wilt, terwijl dat niet voorkomt uit een inhoudelijk verhaal, dan creëer je veel weerstand. In deze Intercom passende aandacht voor reorganisaties van verbindingseenheden en van de School Verbindingsdienst. Artikelen met inhoud. Een nationaal en internationaal vertrouwenwekkend en wilskrachtig Nederland beschikt over zeggenschap en soevereiniteit te land, ter zee, in de lucht, in de ruimte en in cyberspace. De Olympische gedachte, meedoen is belangrijker dan winnen, is daarbij geen optie. Alleen een overwinning telt. Defensie: omdat verlies geen optie is. Cyber integraal deel van ons optreden, integraal deel van Intercom. Tot slot aandacht voor het Virtueel Politie Korps, de CIS opleidingen bij de Luchtmacht en voor Nationale Operaties, waarmee de blik naar ‘buiten’ wordt aangevuld. Dat en meer in deze ‘verlate’ herfst Intercom. Veel lees- en kijkplezier. Lkol Edwin Saiboo Hoofdredacteur
❖ EXPLOITATIE:
[email protected] Gsm: 06-53569550 Lid van European Military Press Association www.EmpaOnline.com ❖ Profileren in de vorm van publiceren en participeren, kan niet automatisch de voorkeur bij verwerving inhouden. ISSN: 1383-0473 PEFC gecertificeerd Dit product komt uit duurzaam beheerd bos en gecontroleerde bronnen PEFC/30-31-310
www.pefc.org
Member of the European Military Press Association INTERCOM 2012-3
3
Accelerate your business with the #1 storage operating system. NetApp® Data ONTAP® offers an unprecedented level of agility, so that your business can shift and grow in whatever direction it needs to. Discover how to transform your storage into an agile data infrastructure that is intelligent, immortal, and infinite at netapp.com/nl.
©2012 NetApp. All rights reserved. Specifications are subject to change without notice. NetApp, the NetApp logo, Data ONTAP, and Go further, faster are trademarks or registered trademarks of NetApp, Inc., in the United States and/or other countries. All other brands or products are trademarks or registered trademarks of their respective holders and should be treated as such. Headline source: NetApp internal estimates, June 2012: VNX, VNXe, Celerra NS can run any of Flare and Dart Operating Systems. Contribution of these products to the OS share has been estimated based on the proportion of NAS and SAN installations in these products (NAS – Dart; SAN – Flare).
VERENIGING OFFICIEREN VERBINDINGSDIENST
IN DIT NUMMER 13 REORGANISATIE VERBINDINGSEENHEDEN
Rationalisatie en transformatie staan centraal bij de reorganisatie van de verbindingseenheden. De organisatorisch beknellende en operationeel beperkende koppeling tussen personeel en materieel wordt gecontroleerd losgelaten.
19 CYBER INTEGRAAL ONDERDEEL VAN ONS HELE OPTREDEN
Cyber geen 5e Krijgsmachtdeel, maar wat dan wel? Voorlopig heeft de Defensie haar kaarten gezet op de cyber-kolonel van de Task Force Cyber. Wat zijn de lines of effort?
27 Bring your own device/Choose your own device
CYBER INTEGRAAL ONDERDEEL VAN ONS HELE OPTREDEN
F-16 piloten gebruiken een I-Pad die op basis van bluetooth interface communiceert met de legacy on board systemen. Voeten op de grond en looppas bijtrekken, dat geldt behalve voor de Koninklijke Landmacht ook voor de regelgeving.
BRING YOUR OWN DEVICE/CHOOSE YOUR OWN DEVICE I-BRIDGE EN HET VIRTUEEL POLITIE KORPS 41e jaargang nr. 3 oktober 2012
DE NIEUWE SCHOOL VERBINDINGSDIENST REORGANISATIE VERBINDINGSEENHEDEN
31 I-BRIDGE EN HET VIRTUEEL POLITIE KORPS
De Rijkspolitie en lokale Politiekorpsen zijn nagenoeg voltooid verleden tijd. De toekomst is voor de Nationale Politie en voor een Virtueel Politie Korps. Om nog beter te anticiperen op nieuwe werelden en een nieuwe realiteit: bruggen slaan.
44 DE NIEUWE SCHOOL VERBINDINGSDIENST
Opleidingen staan binnen Nederland en ook binnen Defensie onder grote druk. Wederom worden kwantiteit en de kwaliteit scherp naar beneden bijgesteld. Het einde van de MBO-2 ICT opleidingen in Nederland nadert en dat betekent dat ook het einde voor ‘soldatenfuncties bij de verbindingsdienst’ sneller nadert dan tot voor kort voor mogelijk werd gehouden.
VERENIGINGSNIEUWS
3 Redactioneel 5 In dit nummer 7 Hamerstuk
VASTE RUBRIEKEN
8 Column door ir. Teus van der Plaat 10 Nog net niet waargebeurd door drs. Vincent Hoek 48 d’Agenda 48 Cartoon door de heer Wim Rietkerk 57 Personalia 58 De Breinbreker 59 Algemene Informatie VOV
EN VERDER 34 39 49 50 51 52 54 55 56
JOP CIS FALCON SPARK 2012 door maj Johan Kuijvenhoven Doorontwikkeling ICMS door maj Lodewijk Brus Zenderstation van wereldomroep bij Zeewolde naar Defensie Atos voltooit Olympische Spelen London 2012 Nijmeegse 4-daagse 2012 – Maatwerk CIS Ondersteuning Foto-impressie Regimentssportdag 2012 Vereniging Veteranen Verbindingsdienst IO door lkol Jaap de Feiter Vereniging Veteranen en Post-actieven door maj Johan van Wanrooij Regimentsagenda 2013
Omslagfoto: 101 CIS bataljon tijdens Nationale Operaties in Rotterdam (foto’s met dank aan elnt De Geest) Inzetfoto’s met dank aan kap b.d. A.J.J. Buitendam en de heer R. van der Eijk INTERCOM 2012-3
5
Mind your business, leave IT to us. U weet alles van uw business, wij van de onze. Laten we allebei doen waar we goed in zijn. Outsourcing is ondernemen met minder zorgen en met meer resultaat. Logica helpt u door mensen, business en technologie op een succesvolle manier te integreren. Samen bereiken we meer. Onze outsourcing oplossingen leiden altijd tot een verbeterde efficiency en effectiviteit. Passend bij uw specifieke organisatie. Of het nu gaat om uw HR of financiële processen, uw applicaties of uw infrastructuur. Wij bieden u branchekennis en innovatiekracht. U krijgt daarvoor alle ruimte terug zodat u zich op uw core-business kunt concentreren. Dat is toch wat u wilt?
Meer weten? logica.nl/outsourcing
VERENIGING OFFICIEREN VERBINDINGSDIENST hamerstuk De vakantie ligt al weer ver achter ons en iedereen is weer druk bezig met het werk van alle dag. Wanneer u dit leest, zijn de verkiezingen gehouden, maar terwijl ik dit schrijf zijn de campagnes en de debatten nog in volle hevigheid aan de gang.
BEZUINIGINGEN
De ene partij geeft aan nog meer te willen bezuinigen op Defensie dan de andere. Daarbij krijg ik soms de indruk dat het invullen van de bezuinigingen een getalsmatige exercitie wordt in Excel, zonder dat men zich bewust is van de gevolgen. Die zijn bij sommige plannen zo desastreus, dat de Gezamenlijke Officieren Verenigingen en Middelbaar en Hoger Burgerpersoneel bij Defensie zelfs acties zijn gestart, waaronder een persconferentie op 4 september en petities op internet. Daarbij wordt vooral de nadruk gelegd op wat deze bezuinigingen betekenen voor de Nederlandse samenleving. Deze gevolgen komen zelden of nooit naar voren in de publieke discussies. Nederland heeft jaren mee mogen doen met de G20 en het is geen toeval dat we amper een maand na het vertrek uit Uruzgan niet meer welkom waren. U zult zich mogelijk afvragen: waarom deze enigszins politiek getinte woorden in onze Intercom? Enerzijds omdat ik er van uit ga dat u als lezer van ons blad begaan bent met Defensie en hoop dat u de genoemde acties op enigerlei wijze heeft gesteund, anderzijds omdat het past in de derde doelstelling van onze vereniging: “het inlichten van haar leden over relevante wetenswaardigheden betreffende het personeel, de organisatie en het materieel”.
AMBITIEUS OEFENPROGRAMMA
Ondanks de huidige bezuinigingen en de commotie rondom mogelijk nieuwe bezuinigingen, gaat het militaire leven wel door. In september zijn de oefeningen Purple Nectar en Peregrine Sword gehouden. Purple Nectar is een experimentele omgeving voor Network Enabled Capabilities (NEC), die elk jaar wordt gehouden in nauw overleg met een operationele eenheid. Dit jaar is de oefening Peregrine Sword ondersteund. Dat is de certificeringsoefening van 11 Air Manoeuvre Brigade en staat onder leiding van C – 1 German/Netherlands Corps (1 GNC). Andere deelnemers zijn delen van het Operationeel Ondersteunings Commando Land (OOCL), het Korps Commandotroepen (KCT) en 43 Gemechaniseerde Brigade. Daarnaast neemt ook nog een aantal buitenlandse eenheden deel. Deze verwevenheid
INTERCOM 2012-3
zorgt voor een behoorlijke uitdaging voor de CIS ondersteuning van beide oefeningen. Dat is het geval bij het CIS Bn van 1 GNC, maar misschien nog wel meer voor 101 CISbat, dat een behoorlijk deel van het materieel niet ter beschikking heeft – hetzij door beperkte inzetbaarheid, hetzij doordat het nog in de retourstroom Uruzgan zit – en parallel ook nog het reorganisatietraject uitvoert. Ik ga er een beetje van uit dat een van de deelnemers in een komende Intercom verslag zal doen van beide oefeningen.
REORGANISATIE CIS EENHEDEN
In de reorganisatie van de CIS eenheden zijn weer concrete stappen gezet. Er is een aantal werkgroepvergaderingen voor de reorganisatie van 101 CISbat gehouden onder leiding van de eigen BC. Ten aanzien van de reorganisatie van het CIS Bn is inmiddels formele overeenstemming met Duitsland en is het beleidsvoornemen uitgegeven door Commandant Landstrijdkrachten. Ook daar kan de werkgroep van start onder leiding van de eigen BC. Beide trajecten liggen nog steeds op schema.
Academy Appreciation Award
Begin september heeft de School Verbindingsdienst de Academy Appreciation Award ontvangen. Dit is een erkenning door Cisco Systems voor het gedurende 10 jaar verzorgen van hoogwaardige gecertificeerde opleidingen in het kader van het Cisco Networking Academy Program (CNAP), o.a. voor personeel dat het systeembeheer uitvoert voor TITAAN. Instructeurs van de School Verbindingsdienst zijn extern opgeleid om lessen te kunnen geven in het kader van dit programma, niet alleen voor de landmacht, maar ook voor andere krijgsmachtdelen. De instructeurs van de NederlandsBelgische Operationele School van de Koninklijke Marine zijn daar een voorbeeld van.
VOV – BBQ
28 juni is de Regimentssportdag gehouden met aansluitend onze social in de vorm van een barbecue. Dat was inmiddels de derde keer en daarmee is het nu een traditie geworden. Sinds de eerste keer groeit de opkomst nog steeds, zij het niet snel. Er is altijd
plaats voor meer mensen, dus als u volgend jaar anderen wilt zien zweten om daarna zelf onder het genot van een versnapering te barbecueën, noteer dan vast deze datum: donderdag 27 juni 2013.
VOV – CYBER in de praktijk
De afgelopen jaren was het najaarssymposium steeds in het Evenementencasino in Soesterberg, maar ook dat moet door de bezuinigingen de deuren sluiten. We hebben een goed alternatief gevonden in het fonkelnieuwe KEK-gebouw op de Generaal-majoor Kootkazerne in Garderen. Met grote getalen heeft u deelgenomen aan ons najaar symposium op 9 oktober 2012, met als titel ‘Cyber in de praktijk’. Ondanks de bezuinigingen die nu worden verwerkt, is Cyber een van de weinige onderwerpen waarin wordt geïnvesteerd. We kunnen bijna dagelijks in de krant lezen dat dit ook broodnodig is. Steeds meer mensen, groeperingen en soms zelfs landen worden actief op internet om te proberen met zo weinig mogelijk inspanning of anderen schade te berokkenen of er zelf – financieel – beter van te worden. Niet voor niets is dit een van de items die genoemd zijn in de nieuwe Visie verbindingsdienst 2020. Kolonel Frank Peersman Uw voorzitter 7
column Ir. Teus van der Plaat, IVENT Research en Innovatie Centrum Op 31 oktober startte de Multiband frequentieveiling. Daarbij veilt het Agentschap Telecom vergunningen voor het gebruik in de 800, 900, 1800, 1900, 2100 en 2600 MHz band. Waarom een nieuwe verdeling? Op 26 februari 2013 lopen vergunningen voor GSM in de 900- en 1800 MHz-band af. Een nieuwe verdeling bevordert de marktwerking en creëert meer ruimte voor innovatie. Daarnaast geeft een nieuwe verdeling instapmogelijkheden voor nieuwkomers. Dat is in het belang van zowel marktpartijen als consumenten. In deze column schetst Teus van der Plaat de ontwikkelingen en maakt hij een doorkijk, waarbij hij Defensie ook betrekt.
Twee keer 17 jaar digitale communicatie
U zult wel denken: wat een vreemde titel voor een column. Ik kijk terug naar de zomer van 1995. Op het gebied van mobiele communicatie was er toen het begin van een grote revolutie. Immers, in 1993 kwam het eerste GSM-netwerk, als opvolger van het analoge ATF2 (autotelefoonnetwerk) in Nederland in de lucht en we hadden te maken met het nieuwe Libertel, dat naast het vertrouwde KPN als alternatieve GSM-provider ons voor het eerst keus gaf in het kiezen van een mobiel netwerk. Iedereen die een beetje mee wilde gaan in de vaart der volkeren kocht een mobiele (autotelefoon) ‘type Baksteen’ en werd verrast door het feit dat hij overal in Europa opeens met uitstekende kwaliteit kon bellen. Als statussymbool fungeerde toen het kleine (kleef) antennetje achter op het dak van je auto. Je telde mee, als je zo’n statussymbool op je auto had. Ik herinner me die keer dat we als gezin op weg naar Italië in de bergen van Zwitserland reden en opeens werden opgebeld uit Nederland, waarbij we een glashelder gesprek konden voeren al rijdend door de prachtige bergen. Het was een ervaring die me nog lang zou heugen.
Waarom nu het getal 17?
Het antwoord is dat er vanaf oktober weer een veiling plaatsvindt van radiofrequenties in Nederland die het commerciële radiospectrum verdeelt voor een periode van 17 jaar tot 2030. Hoe zal de communicatiewereld er in 2030 uitzien? Zal er net zoveel veranderen als in de afgelopen 17 jaar? Wat zal de impact op Defensie zijn? Volgens diverse voorspellingen zal het datatransport door de lucht tot 2020 met een factor 28 toenemen, dus veel meer zal draadloos gaan en spectrum is en blijft een zeer schaars en dus kostbaar bezit. In het navolgende zal ik trachten een beeld te schetsen wat er mogelijk voor ontwikkelingen zullen zijn, hoewel ik bij het schrijven van deze column de uitkomst van de veiling niet weet. Het blijft dus enigszins giswerk.
Wat WORDT er geveild in oktober?
De bestaande frequenties op de 900 MHz, waarmee we belden in bovengenoemd voorbeeld en de band van 1800 MHz, waar later BEN, Dutchtone en Telfort mee werkten, worden opnieuw uitgegeven voor een lange
periode. Ook een nieuwe band, die is vrijgekomen door het afschaffen van veel ethertelevisie in de 800 MHz band, wordt geveild, naast enkele blokken die nog niet geveild zijn in de 2,6 GHz band. Naast de bestaande 3G/UMTS band in de 2,1 GHz band gaat deze verdeling dus een zeer lange tijd het beeld bepalen van mobiele communicatie in Nederland en in Europa. In de meeste Europese landen worden deze banden ook geveild of is dit al gebeurd. In Nederland lopen we wat dat betreft op dit moment wel achter bij de rest van de wereld. De Tweede Kamer heeft door diverse amendementen ervoor gezorgd dat er ruimte zal zijn voor nieuwe intreders, tenminste twee, die tot doel hebben meer competitie te realiseren. De frequenties worden zogenaamd technologieneutraal uitgegeven. Dat betekent dat de operators elke techniek die hun goed dunkt, mogen toepassen. In het algemeen is de verwachting dat men een verdeling zal maken tussen 2G/GSM, 3G/ UMTS en 4G/LTE.
800 Mhz
De 800 MHz band is zeer interessant voor landelijke dekking. Met relatief weinig zendmasten kan vanwege de lage frequentie over grotere afstanden signaal getransporteerd worden en kan ook gemakkelijker zogenaamde in house dekking gerealiseerd worden. Er is echter een probleem: er is veel te weinig spectrum aanwezig voor iedereen om een volwaardig landelijk dekkend netwerk met voldoende capaciteit in te richten, omdat ook de twee nieuwkomers er zeker een plaats krijgen. Er zullen dus vijf landelijk dekkende netwerken komen in deze band, waarbij men tot op zekere hoogte met elkaar mag samenwerken, mits de onafhankelijkheid niet wordt ondergraven. In deze band 8
INTERCOM 2012-3
zal men vooral LTE (Long Term Evolution), ook wel 4G, toepassen. Dit is de opvolger van UMTS. In Duitsland zijn met deze band eerst de landelijke gebieden ontsloten waar men geen ADSL kon uitrollen vanwege de afstand tot de centrales. ‘ADSL door de lucht’ is dus een hele interessante toepassing die hiermee gerealiseerd kan worden.
900 MHz
De bestaande 900 MHz band zal door sommige operators aanvankelijk gebruikt worden om de GSM-dienstverlening in stand te houden. Immers van alle telefoons die sinds 1992 verkocht zijn, zijn er nog zeer veel in gebruik. Om een idee te geven, volgens de grootste simkaartleverancier ter wereld zijn er sinds het begin van GSM al meer dan 17.000 verschillende typen telefoons en smartphones wereldwijd op de markt gekomen. Elke maand komen er tegenwoordig 50 nieuwe modellen uit. Al deze oude telefoons werken in ieder geval met GSM, dus zal er een netwerk moeten zijn dat dit ondersteunt. Het is overigens zeer de vraag of de twee nieuwe aanbieders een 900 MHz netwerk zullen inrichten. Ik verwacht dat dit vooral KPN, Vodafone en T-Mobile zullen zijn.
1800 MHz
De 1800 MHz band zal naar verwachting vooral voor LTE gebruikt worden. De bestaande operators in Nederland hebben allen een uitgebreid netwerk met antenneopstelplaatsen (3 tot 4000) op 1800 MHz. Door hergebruik van deze opstelpunten per operator kan men snel een LTE-netwerk oprichten, waarbij het hergebruik van de frequenties veel groter kan zijn dan op bij voorbeeld 800 MHz, waardoor men een veel grotere capaciteit zal kunnen creëren met nagenoeg landelijke dekking. Verder is er ook relatief veel spectrum beschikbaar in deze band. De landelijke LTE-capaciteit zal dus vooral uit deze band moeten komen. De in house dekking is hier nog redelijk en gezien het grote aantal mogelijke opstelpunten en het beschikbare spectrum zal dit een hele belangrijke component worden in elk netwerk.
2100 MHz
De bestaande 2,1 GHz 3G/UMTS band zal men vooral blijven gebruiken voor UMTS,
INTERCOM 2012-3
immers er zijn zeer veel telefoons in omloop die UMTS ondersteunen en zijn er recent veel investeringen gepleegd om de explosie van het datatransport door de lucht te accommoderen. Door het monopolie dat TMobile gedurende enkele jaren had op de verkoop van de IPhone heeft deze operator het best ontwikkelde 3G-datanetwerk, waarmee naar schatting thans ruim 60% van al het dataverkeer door de lucht in Nederland getransporteerd wordt. Daarnaast is het protocol Voice over LTE (VoLTE) nog niet echt goed doorontwikkeld, waardoor vele bestaande operators zullen kiezen voor UMTS voor de voicegesprekken en LTE voor het datatransport.
2600 MHz
Tenslotte zal de 2,6 GHz band voor LTE gebruikt worden als er capaciteit nodig is. Deze frequentie heeft slechtere propagatieeigenschappen dan alle voorgaande banden, net als Wifi dat in de 2,4 GHz band werkt, waardoor in house dekking al heel snel een probleem wordt. Aan de andere kant heeft deze band het voordeel dat het signaal snel uitdooft, zodat het makkelijk weer hergebruikt kan worden. Naar verwachting zal echter 2,6 GHz vooral in de dichtbevolkte stedelijke gebieden gebruikt worden, omdat men daar naast alle hiervoor genoemde banden veel capaciteit nodig heeft vanwege de grote concentratie van abonnees. Volgens de licentievoorwaarden moet uiteindelijk in 2015 ca. 25% van het landoppervlak bedekt worden met 2,6 GHz. Op dit moment hebben alle operators die dit spectrum in bezit hebben een 4G-netwerk van zeer beperkte omvang in de lucht. Men moest in het voorjaar 40 vierkante kilometer dekking gerealiseerd hebben. Naast de drie huidige operators T-Mobile, KPN en Vodafone zijn er twee nieuwe operators verschenen. (Tele2 en Ziggo). Wie dat na de veiling zullen zijn, is nu nog gissen, maar het is duidelijk dat de kans dat Tele2, Ziggo/ UPC erbij zullen zijn groot is. De nieuwe operators zullen dus waarschijnlijk actief zijn in de 800, 1800 en 2600 band terwijl de bestaande operators waarschijnlijk op alle vijf genoemde frequentiebanden actief zullen zijn.
kunnen we naast een grote kostenbesparing ook gelijk een prima integratie bewerkstelligen tussen operationele en kantooromgevingen, wat volledig past in de recent in dit blad (Redactie: Intercom 2012 nummer 2) beschreven NNI-visie voor netwerken. We kunnen nu zowel telefonie als datatransport volledig veilig draadloos maken. Bestaande operationele en kantoornetwerken kunnen nagenoeg volledig geïntegreerd worden onder het motto train as you fight, fight as you train, wat volledig in de pas goedgekeurde visie past. Het is duidelijk dat er nog veel water door de Rijn en bits door de lucht moeten vloeien voordat een en ander werkelijkheid is, maar potentieel geeft dit concept grote mogelijkheden om enerzijds de kosten te besparen, de integratie groen, wit, bis non bis een flinke push te geven en de snelheid van deployment sterk te verbeteren. In een volgende column zal ik het concept gebaseerd op gebruik van de komende vrije frequentiebanden verder bespreken. Een ding is duidelijk, we staan wederom aan de vooravond van een enorme ontwikkeling die zeker zo groot zal zijn als de (r)evolutie die we hebben meegemaakt tussen het eerste GSM-gesprek uit de bergen van Zwitserland en nu.
Waarom is deze veiling ook voor Defensie interessant?
Naast het ‘normale’ gebruik door Defensie van de commerciële netwerken, waarvoor Defensie thans een mobiel contract heeft met KPN komen er zeer interessante nieuwe (privé) netwerkmogelijkheden. Na het succes in de commerciële markt van de vrije Dect Guard band heeft de overheid besloten deze band uit te breiden met twee vrije banden van 5 MHz in de 1800 MHz band. In deze twee banden kan dus vergunningsvrij low power LTE en UMTS, maar indien gewenst ook GSM worden toegepast. Hiermee 9
nog net niet waargebeurd Drs. Vincent Hoek – Organisatie Ontwikkeling Architect I-Interimrijk.nl Onder de veelzeggende titel ‘Nog net niet waargebeurd’ neemt drs. Vincent Hoek ons vanaf nu in Intercom elke drie maanden mee naar de toekomst en weer terug. In deze Intercom bijt Vincent het spits af met NOG NET NIET WAARGEBEURD …. DE KAASSCHAAF EN DE KAASSTOLP.
OVER DE AUTEUR
I-Interim Rijk is onderdeel van De Werkmaatschappij van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Drs. Vincent Hoek (1970) werkt sinds 1 juni 2011 bij I-Interim Rijk. Na zijn studie Politieke Wetenschappen en Public Affairs Management in Leiden en Rotterdam liep zijn carrière via PR werk in politieke campagneteams en diverse business development gerelateerde ICT adviesfuncties voor overheden en het bedrijfsleven. Sinds 2002 is Vincent werkzaam voor de Rijksoverheid als Organisatie Ontwikkeling Architect.
Nog net niet waargebeurd …. De Kaasschaaf en de Kaasstolp
‘De kaasschaaf’ is een veel gehoord middel als remedie tegen de crisis. Je dwingt organisaties om beter te presteren, door minder geld ter beschikking te stellen. In de praktijk krijgt de klant inderdaad ‘minder’ van alles, maar de organisatie blijft vaak dezelfde. ‘Kaasstolp’ is daarom beter als omschrijving van de verkramping. Digitale globalisering dwingt gereguleerde instituties in noodtempo tot hervorming en transparantie. Gereguleerde instituties zijn formele organisaties die werken bij gratie van juridische mandaten die niet alleen uitmaken wie zij zijn, maar ook hoe zij zich bestuursrechtelijk
dienen te gedragen: banken, overheden en industrieën met zware patent-belangen in energie, medicijnen en logistiek.
Als alles kan, wie is er dan van?
Nu internet overal op de wereld dagelijkse realiteit is geworden, zoeken geld en data (en geld IS data) de weg van de minste weerstand. De hele wereld is hierdoor zowel concurrent als partner geworden. Dit stelt gereguleerde organisaties voor een dilemma: je opsluiten in jezelf maakt te star, maar je open stellen maakt van data en toegangsmanagement is een nachtmerrie. Als alles kan, wie is er dan van? Nu in de huidige financiële markten bijna
Toegangscontrole vereist identiteiten, authenticatie en autorisatie als basis van vertrouwen.
10
INTERCOM 2012-3
niemand meer kan pinnen, moet meer waarde gaan komen uit institutionele innovatie: gefedereerd identiteit management biedt hierbij volop kansen. Gefedereerd Identiteit Management en Identity Access Management (IAM) raakt elk onderdeel van elke organisatie. Het basisidee is simpel: je geeft hen die je wilt, toegang tot de spullen en informatie die zij nodig hebben en je ontzegt die toegang aan anderen. Hiervoor moet je zeker weten wie, wie en wat, wat is (identiteit) en pas toegang verlenen als ze door de geautomatiseerde ballotage komen (access). Federated Identity Management (FIM) is het vermogen om de identiteiten die de ene organisatie accepteert, ook te laten vertrouwen door een andere organisatie. Hierdoor kan worden aangenomen dat medewerkers, afnemers en toeleveranciers ook zijn wie ze claimen te zijn.
Die kazen moeten niet geschaafd, maar gesmolten worden.
neer en waarom. Schematisch ziet dat er als bovenstaand figuur uit.
Stel nou dat je online een parkeervergunning voor een garagebox wilt aanvragen in een gemeentegarage die na outsourcing wordt gerund door een commerciële exploitant. Dat zou met FIM, zonder menselijke tussenkomst, in minuten geregeld kunnen zijn als de onderliggende processen en procedures transparant zijn gemaakt. Helderheid van processen vereist een heldere visie op de business vanuit een heldere interpretatie van het mandaat (de bevoegdheid om in naam van een ander te handelen). Dit vereist een heldere positionering binnen het krachtenveld.
Het Internet der Dingen: REAL TIME
CONCLUSIES
Een krachtenveld waarin informatiemandaat gescheiden gedeeld, verrijkt en heringevoerd wordt, vraagt om informatiebeveiliging. Informatiebeveiliging vereist toegangscontrole.
Real-time inzichten leveren en eisen realtime terugkoppeling. En daar zit een uitdaging, want legacy organisaties zijn doorgaans niet gemaakt op ad hoc reacties, maar op rustige rechtlijnige verwerking. Legacy organisaties kunnen je pas morgen vertellen wat het licht dan nu brandt kost. Nu naadloos geautomatiseerd leren werken breekt oude stovepipes open: verantwoordelijkheden, juridische implicaties, databeheer vraagstukken, identiteit management, geschiedschrijving en archivering, compliancy monitoring, schaalbaarheid ... allemaal onderwerpen voor (nu nog) verschillende disciplines, tools en ‘talen’. Organisaties proberen hun ‘ketens gesloten te krijgen’, maar meestal verdwijnt die ketting ergens in de mist en kent elke schakel een andere cultuur. Bedrijfsvoering, informatievoorziening en IT moet snel in samenhang bezien gaan worden.
KRACHTENVELD
ORGANISATIE VAN VERTROUWEN
Het organiseren van vertrouwen over verschillende organisaties heen vereist federatie, waarbij de organisaties elkaar wiskundig moeten kunnen vertrouwen en waarbij de betrokken organisaties afspraken moeten hebben gemaakt over gedeelde taal en omgangsvormen. ‘Hoe je dat doet’ is een wereld van laag onder de radar aanstormende standaarden en regelgeving die zich vanaf 2013-2014 met een klap zal laten voelen. Om die juridische realiteit aan te kunnen zullen legacy organisaties niet langer vanuit de onderbuik, maar met meetbare parameters als Key Performance Indicators (KPI’s) moeten worden aangestuurd. Alleen al het leren benoemen van KPI’s (wat wil je eigenlijk weten om te kunnen sturen en hebben wij die data eigenlijk wel?) is een leercurve. Brondata zal volledig en compleet moeten zijn (en niet multi interpretabel).
INTERCOM 2012-3
De snelheid waarmee data in omvang groeit, wordt opgeslagen en gecombineerd stijgt exponentieel. Door combinatie komen er ook steeds meer soorten data, zoals sensor data. Dat gaat voorbij aan standaardisatieslagen: flexibiliteit leeft bij de gratie van veerkracht en stroming en niet bij taaiheid. Sensoren leven in het ‘nu’, waardoor real-time datastromen op gang komen voor real-time inzichten.
- Het wegvallen van tijd en plaats maakt allerlei dwarsverbanden mogelijk, die data combineert tot inzichten waar geen loketje meer voor is, maar de organisatie blijft wel verantwoordelijk. - In legacy organisaties zijn functies gescheiden en nooit gebouwd voor geautomatiseerde terugkoppeling. - Zonder gefedereerd identiteit management geraken gemandateerden dus verantwoordelijk voor informatie die buiten hun controle slipt. - Met moderne Business Process Modellering, die de besluitnemer helpt om de Know van de How te scheiden en zijn data-objecten gericht aan te laten spreken op basis van federatieve identiteiten, hoeft het zo ver niet te komen.
Van by default naar by design
Een goed beginpunt voor een herbezinning van eigen identiteit en doel is Business Process Management Modelering (BPMM): het hele proces van strategie, ontwerp, invoering en controle van bedrijfsprocessen en software. Hiervoor moet je weten wat je als gereguleerde organisatie wilt bereiken, hoe, wan11
You’re thinking, I need to build a network that will drive my business forward. We’re doing... Our network assessment and planning services will help you design and deploy your network infrastructure anywhere in the world. From architecture and implementation, to ongoing support and maintenance, Dimension Data’s Network Integration business offers end-to-end services to assist you in delivering your offering to customers more efficiently, no matter where they may be. Contact us to select from our range of networking assessments, solutions and services, or visit our website for more information.
reorganisatie verbindingseenheden Kolonel F.F.M. Peersman, projectmanager Reorganisatie CIS eenheden Tot 1 juli 2012 is kolonel Frank Peersman als CLAS projectmanager belast met de Reorganisatie CIS eenheden. Onder zijn regie zijn (aanvullende) studies uitgevoerd die aan de basis staan van onder andere een taakstellende personeelsreductie van 101 functies bij de CIS eenheden. Daarnaast vormt deze studie de onderlegger onder een fundamentele herschikking van CIS materiaal binnen het CLAS. In dit artikel gaat kol Peersman daar nader op in.
Achtergrond
De toestand van de rijksbegroting heeft het kabinet gedwongen tot ingrijpende maatregelen. Defensie is hiervan niet uitgezonderd en staat voor de zware opgave binnen enkele jaren structureel € 635 miljoen te bezuinigen, ongeveer 9 procent van het beïnvloedbare deel van de defensiebegroting. Daar bovenop moet er binnen de defensiebegroting de komende jaren € 175 miljoen worden bezuinigd en herschikt om de financiële huishouding van de krijgsmacht op orde te brengen. Ook moet er financiële ruimte worden gemaakt om een aantal intensiveringen te kunnen invullen, waaronder Cyber. In totaal lopen de bezuinigingen op tot bijna een miljard euro. In 2010 zijn diverse studies uitgevoerd om opties te bedenken hoe er bezuinigd zou kunnen worden. Een van de studies die voor de Verbindingsdienst van direct belang is, is de studie 3.1 Operationele logistiek en Gevechtssteun en daarbinnen het deelgebied CIS. Aan deze studie heeft een aantal collega’s van de Verbindingsdienst meegewerkt. De uitkomst van het deel CIS was een pakket aan maatregelen met een onderlinge samenhang. Een van de voorstellen was het oprichten van een Joint C2 Ondersteuningscommando, waarin alle CIS eenheden van defensie, inbegrepen de scholen en de Joint CIS Group, samen zouden komen.
Controlling the Network
INTERCOM 2012-3
De resultaten van alle studies (meer dan 20) zijn ingediend bij de plaatsvervangend CDS en plaatsvervangend secretaris-generaal, die namens de minister van Defensie de regie voerden. Die resultaten zijn input geweest voor het besluit dat de minister vervolgens heeft genomen. Het is niet zo dat er een keuze is gemaakt uit de voorgelegde opties. De minister heeft vervolgens besloten hoe hij de bezuinigingen ingevuld ziet en dit bekend gemaakt met zijn beleidsbrief van 8 april 2011. Aansluitend heeft de secretarisgeneraal op 1 augustus 2011 zijn startbrief uitgegeven waarmee hij de commandanten van de defensieonderdelen de opdracht geeft om de maatregelen te implementeren. Aangezien de maatregelen veel gevolgen zullen hebben voor de eenheden van de landmacht heeft de commandant Landstrijdkrachten er voor gekozen om een masterplan ATLANTA uit te geven, waarin voor het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) alle maatregelen in samenhang worden bezien. Het masterplan bestaat uit tientallen projecten en het project Reorganisatie CISeenheden is er daar een van. Voor elk project is een projectmanager aangewezen, die een specifieke opdracht heeft meegekregen.
Opdracht
De initiële opdracht die ik als projectmanager heb gekregen, was: “Reorganiseer 101
CIS bataljon, het binationale CIS battalion van 1 GNC en waar nodig de C2OSTelementen”. Daarbij moesten ten minste 89 functies worden bespaard. De opdracht is lopende het traject een paar keer licht bijgesteld en verfijnd, enerzijds als gevolg van afstemming en raakvlakken met andere projecten, anderzijds vanwege nieuwe informatie die beschikbaar kwam. Zo werd in de tussentijd ook gewerkt aan de numerus fixus. Dat is een systeem waarbij op basis van het beschikbare budget voor personeel is berekend uit hoeveel functieplaatsen defensie nog kan bestaan, gedifferentieerd naar aantal per rang en krijgsmachtdeel dan wel per schaal voor de burgermedewerkers. Daaruit bleek dat voor het CLAS het aantal huidige functieplaatsen minus de opgedragen reductie nog steeds hoger was dan het aantal functieplaatsen dat het CLAS op 1 januari 2016 nog mag hebben. Als gevolg hiervan kreeg elke projectmanager een algemene aanvullende opdracht om aanvullende besparingen te zoeken en de gevolgen daarvan aan te geven.
Studie
Al snel werd duidelijk dat de opgedragen reducties vanuit de Bestuursstaf op CIS gebied weliswaar waren gebaseerd op de eerder genoemde studies, maar dat dit aantal was ontstaan door een selectie te maken uit een samenhangend pakket aan maatregelen. Dat betekende dat de reducties niet zonder meer konden worden omgezet in concrete maatregelen, maar dat er een aanvullende studie nodig was hoe de besparingen het best zouden kunnen worden bereikt. Bij de uitwerking van de aanvullende studie zijn beide CIS bataljons en een verte-
Fenced out of area Milsatcom
13
genwoordiging van de brigades betrokken. Uiteraard is ook gesproken met de collega’s die hadden meegewerkt aan de initiële studie 3.1, deelgebied CIS. Eerst is geïnventariseerd welke opdrachten er allemaal liggen voor de verschillende CIS en C2-ondersteunende eenheden. In een aantal gevallen was daar een splitsing te maken in een meest waarschijnlijke inzet en een worst-case inzet. De volgende stap was het koppelen van middelen aan de verschillende opdrachten. Daar waar van toepassing is uitgegaan van de meest waarschijnlijke inzet. Naast deze opdrachten zijn ook zaken bekeken die in het recente verleden hun invloed hebben gehad op de verbindingseenheden, maar die nooit gepaard zijn gegaan met het indelen van aanvullende middelen, hetzij personeel hetzij materieel. Zo heeft 101 CISbat in het verleden een aantal aanvullende opdrachten gekregen, zonder alle bijbehorende middelen; bijvoorbeeld het zelf gaan verzorgen van de opleiding van de soldaten (binnen het CLAS bekend als H2IOT) of het beheer van de CLAS-brede (en soms defensiebrede) pool aan CIS middelen. Andere voorbeelden zijn het gebrek aan onderwijsleermiddelen op de School Verbindingsdienst, of de deelstudie commandovoering van het KCT, die in het verleden wel was goedgekeurd, maar waar nooit aanvullende middelen voor waren ingedeeld. De C2-ondersteunende keten bestaat – net als andere ketens – uit besturende elementen en uitvoerende elementen. In beginsel is alleen gekeken naar de uitvoerende elementen, omdat de besturende elementen altijd nodig zijn, of er nu veel of weinig uitvoerende elementen zijn te besturen. Je zou zelfs kunnen redeneren dat het besturend element meer werk krijgt naarmate de uitvoerende elementen worden gereduceerd, bijvoorbeeld door (nog) meer planning en prioriteitstelling. Dat betekent dat in de studie de sturende elementen G6’n, S6’n en
Operating Radio Relay
14
‘Foxtrots’ (vroeger: sergeant verbindingen) buiten schot zijn gebleven. Uit de studie kwam in eerste instantie het aantal en het soort middelen dat nodig is om de verschillende inzetopties te kunnen ondersteunen. De vervolgvraag is hoe je die capaciteiten dan gaat organiseren. Daarbij zijn twee extreme opties bekeken om een ‘linker– en rechtergrens’ te kunnen vaststellen. Het ene (theoretische) uiterste is alle C2 ondersteunende middelen binnen het CLAS concentreren in een groot CIS bataljon of CIS Commando. Dat zou inhouden dat dit CIS bataljon zou moeten voorzien in alle behoefte voor C2 ondersteuning van de brigades en bataljons/zelfstandige compagnieën, waaronder ook oefeningen en staftrainingen. Dat zou niet efficiënt zijn gezien de HF security zone reistijden die gaan ontstaan en bovendien zou de directe binding, die de C2 ondersteunende elementen nu hebben met de meeste eenheden, verloren gaan. Het andere theoretisch uiterste is het opheffen van 101 CIS bat en het opdelen van deze capaciteiten over de brigades. Ook dat is niet wenselijk, o.a. omdat we dan schaarse capaciteiten gaan versnipperen, omdat we geen enkele brigade voldoende middelen kunnen geven om de eigen broek op te houden. Dat zou weer leiden tot erg veel extra coördinatie tussen de brigades en steunverleningen over en weer. Slotsom was dat beide CIS bataljons blijven bestaan.
Resultaat
Vanwege de specifieke taak van het binationale CIS Bn in de ondersteuning van HQ 1 (GE/NL) Corps in diverse inzetopties en de rol die het speelt in de HRF status van het hoofdkwartier waren redenen om dit bataljon te laten bestaan. Echter, ook dit bataljon heeft een bijdrage moeten leveren aan de te behalen reducties. Die bijdrage moest uiteraard komen uit het Nederlandse deel van het CIS Bn. Bij de oprichting van 1 (GE/NL) Corps zijn er diverse verdragen en overeenkomsten gesloten tussen Nederland en Duitsland. Vanwege deze
Operating Tactical Satellite Comms
INTERCOM 2012-3
verdragen en overeenkomsten kon Nederland niet zo maar eenzijdig de bijdrage aan het CIS Bn reduceren, maar was hiervoor overleg nodig met Duitsland. Dat overleg is gevoerd in de reguliere fora die er al zijn en waarin zaken betreffende 1 (GE/NL) Corps worden besproken tussen Duitsland en Nederland. Elke wijziging moet worden overlegd. Daarom is er voor gekozen om niets te wijzigen in de structuur van het CIS Bn, maar alleen een aantal functionaliteiten te schrappen op basis van de berekening aan benodigde middelen in de meest waarschijnlijke inzetoptie. Netto resultaat is dat er 21 VTE’n verdwijnen uit het Nederlandse deel van het CIS Bn, waarmee de Nederlandse bijdrage aan het CIS bataljon dat aandeel wijzigt van 249 VTE’n (van de in totaal 428 VTE’n) naar 228 VTE’n (van de in totaal 407 VTE’n). Ook in het verleden beschikte het CIS Bn niet over alle middelen die het nodig had om de verschillende inzetopties af te kunnen dekken. Dat gold onder andere voor twee van de vijf Rapid CIS Elements (RACE) van 2 CIS Coy. Nederland heeft zich garant gesteld om die ontbrekende elementen te leveren, wanneer die voor inzet nodig zouden zijn. Dat is vastgelegd in een Detailed agreement concerning Assured Availability Subrace 5&6. Een van de gevolgen van deze reducties is dat dit document herzien moest worden. Ook dat is uiteraard in overleg gegaan met Duitsland en er is een nieuw document opgesteld Implementing Arrangement concerning Assured Availability NLD CIS capacity for 1 (GE/NL) Corps. Voor Duitsland was dit document een van de voorwaarden om akkoord te kunnen gaan met de voorgestelde reducties. Op 14 juni 2012 heeft Duitsland het formele akkoord gegeven voor de reorganisaties en op die datum is ook het genoemde arrangement getekend. Om reducties te kunnen halen bij 101 CISbat, zonder al te veel afbreuk te doen aan de functionaliteiten, is vooral door 101 CISbat zelf veel creatief denkwerk verricht. Dat bataljon was formeel nog georganiseerd rondom systemen met in elke compagnie communicatiepelotons – met straalzender, HF radio en satcom systemen – en CIS-pelotons. In de praktijk werd al gewerkt met pelotons die een mix aan communicatie- en CIS-systemen hadden. Dat is ook de manier waarop de pelotons feitelijk werden ingezet. Door het bataljon is een slimme constructie bedacht waarbij het aantal benodigde systemen nog steeds aanwezig is, maar op een andere manier georganiseerd in lichte en zware C2 Ondersteunende Modules (C2OM). Gezien de opdracht om VTE’n te reduceren is de bemanning van zo’n C2OM kleiner dan de som van de opgetelde delen op dit moment is. Er komen twee C2 Ondersteunende compagnieën (A- en B-C2Ostcie), die
INTERCOM 2012-3
Out of area Milsatcom
elk voor wat betreft CIS middelen bestaan uit 4 C2OM-pelotons. Naast deze C2OM’s heeft 101 CISbat een aantal schaarse, unieke capaciteiten, die in onvoldoende aantallen beschikbaar zijn om uit te delen aan de C2OM-pelotons, of die om andere redenen centraal gehouden moeten worden. Het betreft hier met name het Mobile CIS Control Centre (MCCC), de modules voor Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS), het nieuw in te voeren satcom systeem DTRN, de CIS pool en elementen voor de interne verzorging. Die capaciteiten zijn samengebracht in de Speciale CIS compagnie (SpecCIScie). In totaal zijn met deze nieuwe indeling 36 VTE’n
bespaard. Dat kon natuurlijk niet straffeloos, maar dat heeft een aantal operationele gevolgen, waar ik hierna op in ga. Het derde element dat is bekeken, zijn de C2-ost elementen bij de eenheden op het niveau brigade, bataljon en zelfstandige compagnie. Daarbij is ook de SBK-capaciteit in beschouwing genomen, in geval een eenheid daar over beschikte. Het bleek dat er nogal wat diversiteit zat in de C2-ost elementen bij de verschillende eenheden. Op brigadeniveau zijn de C2-ost elementen in stand gehouden, vanwege de capaciteit die nodig is bij oefeningen, maar ook bij staftrainingen voor de brigadestaf. Daarnaast kan deze capaciteit indien nodig gebruikt worden om de
Remote networking on Forward Operating Base
15
deel van het CIS materieel van eenheden die zijn opgeheven (bijvoorbeeld de tankbataljons) niet ingeleverd en afgestoten, maar is heringedeeld om de modulaire indeling bij 101 CIS bat mogelijk te maken.
Consequenties
Tailormade cabling and installation
C2-ost elementen van de eenheden binnen de brigade te versterken. De SBK-groepen zijn generiek gemaakt. Op bataljonsniveau zijn de C2-ost elementen in stand gehouden bij de pantserinfanteriebataljons en de infanteriebataljons luchtmobiel. Bij de ‘ondersteunende’ bataljons ((pantser)geniebataljons, afdeling veldartillerie en Bevoorrading & Transportbataljons) is het C2-ost element gestandaardiseerd. Daar waar van toepassing is bij de bataljons ook de SBKgroep gestandaardiseerd. De herstelcompagnieën raken hun eigen C2-ost element kwijt, maar houden een kleine F-groep met lijncapaciteit. Steun bij staftrainingen, oefeningen en/of inzet komt in voorkomend geval primair van andere eenheden uit de eigen brigade en eventueel van 101 CISbat (vast te leggen in het CIS ost jaarplan). Bij het Korps Commando Troepen is het C2-
ost element licht uitgebreid met een aantal VTE’n. Die behoefte was een paar jaar geleden al onderschreven, maar tot nu toe was er geen ruimte om deze ook in te vullen. Met deze uitbreiding zal het KCT in staat zijn om zelfstanding de kleine operaties (inclusief voortzettingsvermogen), de operaties met een korte Notice To Move (NTM) en de eigen opleiding en training te ondersteunen. In totaal leveren alle maatregelen op het gebied van C2-ost 43 VTE’n op. Naast de personele reducties, brengt dit plan ook verschuivingen in materieel met zich mee. Uit de studie bleek dat een deel van de HF-capaciteit en een deel van de straalzenders niet meer nodig is, maar dat de behoefte aan satellietcapaciteit nog steeds groeit. De behoefte aan LAN en WAN capaciteit blijft ook onverminderd bestaan. Daarom is een
Natuurlijk blijft deze reductie niet zonder gevolgen. Als er gesneden wordt in C2-ost capaciteit terwijl de behoefte er aan eigenlijk niet af neemt, dan doet dat pijn. Met name operationele commandanten voelen die pijn Er zijn zelfs operationele commandanten, die hebben gepleit om geen reducties op te leggen aan het CIS-veld. Realiteit is dat wanneer er in het hele CLAS wordt gesneden – en op sommige vlakken echt fors – we er niet aan ontkomen dat ook CIS hieraan een bijdrage moet leveren. Wel is het zo dat operationele commandanten en operationele planners zich echt beginnen te realiseren dat C2-ondersteuning een schaars goed is geworden en soms een bepalende factor is geworden bij de planning van oefeningen. Daar waar bijvoorbeeld de reducties op het gebied van logistieke ondersteuning vragen om een concentratie van oefeningen om zo het aantal malen ‘onderhoud na oefening’ te kunnen beperken, vragen de reducties op het gebied van C2-ondersteuning juist om een spreiding van oefeningen, omdat grote oefeningen met veel staven niet meer te ondersteunen zijn. Dat betekent een taak voor de staf van het CLAS om bij de planning van het jaarplan de C2-ondersteuning als belangrijke factor van invloed vanaf het begin mee te nemen en nog meer dan in het verleden te kijken waar beide CIS-bataljons elkaar kunnen en moeten steunen. De modulaire indeling bij 101 CISbat heeft een aantal gevolgen. Daar hebben we, noodgedwongen, de 1-op-1 relatie tussen materieel en personeel los moeten laten. Dat betekent dat we in beginsel met modules plannen en inzetten en niet meer met individuele uitrustingsstukken. Er zijn modules die 6 verschillende voertuigen hebben met een bezetting van 9 mensen. Die voertuigen zijn een 4-tonner AD, een 4-tonner met shelter t.b.v. het LAN, een 4-tonner met shelter als helpdesk, een MB met tactische satcom-terminal, een straalzender en een lijnvoertuig. Het personeel moet daardoor meer verschillende soorten apparatuur kunnen bedienen en dat betekent dat er meer tijd voor opleiding en training nodig is. Minder functies en minder middelen betekenen ook dat er een grotere druk komt te liggen op de organisatie om die functies dan ook kwantitatief en kwalitatief goed gevuld te houden en het materieel inzetbaar te houden. Dat betekent iets voor de wervingsinstanties, de personeelsdienst en de materieel-logistieke organisatie, die op hun beurt ook allemaal gekort worden.
VHF CNR antennaes at Kamp Holland
16
INTERCOM 2012-3
Stand van zaken
In maart 2012 heeft C-LAS de studie Reorganisatie CIS eenheden goedgekeurd. Omdat deze reducties gaan over meer dan 5 VTE’n, moet het formele reorganisatietraject worden gevolgd. Aangezien er momenteel erg veel reorganisatietrajecten lopen, is er voor gekozen om, binnen de spelregels van de SG-aanwijzing ‘Uitvoering Reorganisaties Defensie’, de procedures voor overleg zo eenvoudig mogelijk te houden. In overleg met de afdeling Organisatie van Staf CLAS is besloten om de reorganisaties in dezelfde drie blokken te laten uitvoeren als hierboven genoemd. Dat betekent dat er een traject is gestart voor 101 CISbat en een traject voor het CIS Bn. De verschillende C2-ost elementen bij de eenheden worden gereorganiseerd als de betreffende eigen eenheid gaat reorganiseren. Voorbeeld: de C2-ost elementen van de herstelcompagnieën gaan reorganiseren wanneer de betreffende herstelcompagnie reorganiseert. Om zeker te stellen dat de reorganisatie van de dat C2ost element op de juiste wijze gebeurt, is door CLAS een nota uitgegeven waarin de randvoorwaarden staan waaraan het gereorganiseerde C2-ost element moet voldoen en aan wie in voorkomend geval materieel moet worden overgedragen. Begin april 2012 is het Beleidsvoornemen Reorganisatie 101 CIS bat uitgegeven. Het
Tactical operator Radio Relay
Beleidsvoornemen voor de Reorganisatie van het CIS Bn is na het formele akkoord door Duitsland uitgegeven op 2 augustus 2012. Daarmee zijn ook de twee werkgroepen ingesteld die het concept Voorlopig Reorganisatie Plan (cVRP) moeten gaan opstellen. Op het moment van schrijven van dit artikel is het opstellen van beide cVRP’s in volle gang. Planning is dat de reorganisaties per 1 april 2013 een feit moeten zijn.
NAWOORD
Op dit moment, oktober 2012, wordt onder voorzitterschap van commandant 101 CISbat, lkol Detlev Simons, het legerplan 1602 opgesteld en wordt onder voorzitterschap van commandant CIS Bn, lkol Kees Verdonk, legerplan 1614 opgesteld. Kol Frank Peersman heeft de rol van projectmanager Reorganisatie CIS eenheden overgedragen aan lkol Edwin Saiboo.
Installating Tactical Comms on Forward Operating Base
INTERCOM 2012-3
17
DataExpert Jan Plant (directeur)
Vendelier 65 3905 PD Veenendaal
T. M. E. W.
+31 318 543173
+31 654 333883
[email protected] www.dataexpert.nl
Offensive Cyber by Governmental IT Intrusion
Cyber Intelligence & Response Technology
(CIRT)
Heeft u ons niet gesproken op het VOV symposium ʻCyber in praktijkʼ op 9 oktober 2012, neem dan gerust contact met ons op, dan praten wij u graag bij.
DataExpert levert producten en diensten voor de bestrijding van (computer) criminaliteit, fraude, incident response en incident management aan overheden en bedrijfsleven. Naast de soft- en hardwareproducten van wereldwijd toonaangevende partners, biedt DataExpert support & development, training en consultancy tijdens implementatie en dagelijks gebruik.
Offensive Cyber
Informatie CIRT
Aanmelden CIRT Briefing
cyber integraal onderdeel van ons hele optreden Defensie Cyber strategie Cyber. Voor velen is het een vaag begrip. Voor Defensie is het echter iets om steeds meer rekening mee te houden. Tijdens het symposium van 27 juni in Breda presenteerde minister van Defensie Hans Hillen de cyberstrategie voor de Nederlandse krijgsmacht. De minister noemde cyber naast land, lucht, zee en de ruimte ‘het vijfde domein voor militair optreden’. In dit artikel komt eerst de minister van Defensie aan het woord en daarna de commandant van de Task Force Cyber, kolonel ir. Hans Folmer, in de media beter bekend als de ‘cyber-kolonel’. De foto’s bij dit artikel zijn afkomstig van het VOV Symposium ‘Cyber in de Praktijk’ van 9 oktober 2012. “Cyber security staat nu volop in de aandacht. En terecht, want de digitale dreiging is reëel”, zegt de minister in zijn toespraak. “Deze dreiging kan een ICT-afhankelijke samenleving als de onze op tal van manieren ontregelen. Niet alleen in technische zin, maar ook in psychologische zin: denk aan de angst, de paniek en wellicht de toegeeflijkheid jegens de agressor die kan optreden als onze digitale systemen op grote schaal worden gesaboteerd.” Hoe de digitale dreiging eruit ziet, is moeilijk in te schatten, weet ook minister Hillen. “Veel is nog onduidelijk over de aard van digitale conflicten. Hoe zullen de cyberwapens van de toekomst er uit zien? Het is nog speculeren.” Dat betekent niet dat Defensie op haar handen gaat zitten en kijken wat er komen gaat. “We kunnen het ons niet veroorloven lijdzaam af te wachten en maar te zien wat anderen bedenken. Vrijwel alles wat iemand zich kan verbeelden, zo leert de geschiedenis, zal vroeg of laat ook worden gemaakt.”
SPEERPUNTEN
De cyberstrategie van de Nederlandse krijgsmacht bestaat uit zes speerpunten. Opvallend is dat er ook wordt gesproken over offensieve mogelijkheden. Hillen: “Als zwaardmacht moet de krijgsmacht naar mijn overtuiging ook in het digitale domein offensief kunnen optreden. Het uitschakelen van een tegenstander blijft de bijzondere taak van de krijgsmacht. Ook in het digitale domein. Kennis van offensieve methoden en technieken is bovendien noodzakelijk voor het versterken van de digitale weerbaarheid.” Een ander belangrijk speerpunt is integrale aanpak. Digitale middelen bieden mogelijkheden in het militaire optreden. In alle domeinen kunnen zij de operatie ondersteunen. Daaruit volgt dat cybercapaciteiten als enabler kunnen fungeren, en standaard in de toolbox van de commandant moeten zitten.
WHITE HAT HACKER
In de cyberstrategie wordt verder het speer-
INTERCOM 2012-3
punt ‘adaptief en innovatief’ aangehaald. “De snelheid waarmee ontwikkelingen in het digitale domein zich voltrekken, stelt zeer hoge eisen aan het aanpassingsvermogen en de innovatieve kracht van Defensie”, concludeert minister Hillen. “Zij moet in het digitale domein in staat zijn snel nieuwe technologie in te voeren en korte innovatiecycli te doorlopen.” Een bijzondere uitdaging voor Defensie vormt het aantrekken en behouden van gekwalificeerd personeel dat ook kan functioneren in een militaire omgeving. Hillen: “Om de noodzakelijke kennis, kunde en vaardigheden in huis te halen en te behouden wordt specifiek aandacht besteed aan personeelsbeleid en opleidingen. Specifieke loopbaanpatronen voor ‘digitale soldaten’ zijn daarbij zeker denkbaar.” De krijgsmacht stelt zich nadrukkelijk open voor mensen die digitale kennis in huis hebben, maar waar de overheid nog te weinig gebruik van maakt: de ‘white hat hacker’-community, oftewel de betrouwbare hackers. “Zij wijzen ons vaak op lekken. Daar moeten we niet boos om worden, maar gebruik van maken, want zo maken we elkaar sterker. Waarom zou een ‘white hat hacker’ zich niet willen inzetten om te helpen bij de verdediging van zijn eigen land? Zeker als hij daarvoor niet eens door de modder hoeft te kruipen, maar achter zijn computer kan blijven zitten”, betoogt de minister van Defensie.
drag. Dat komt vaak door de zwakste schakel: de medewerker. “Elke defensiemedewerker moet zich bewust worden van de risico’s die aan het gebruik van digitale middelen verbonden zijn”, aldus de minister. Waar de medewerker daarbij aan moet denken is bijvoorbeeld het gebruik van een usbstick. Weet je niet waar die vandaan komt? Gooi die dan in de prullenbak. Open ook geen bijlagen van onduidelijke e-mails. Defensie zal overigens geen afzonderlijk krijgsmachtdeel oprichten voor het optreden in het digitale domein. De operationele cybercapaciteiten zullen in 2014 worden ondergebracht in het Defensie Cyber Commando bij de landstrijdkrachten.
ZWAKSTE SCHAKEL
De Nederlandse defensieorganisatie richt zich volgens de cyberstrategie ook op de beveiliging van de eigen systemen en op nationale en internationale samenwerking. “In het digitale domein treden publieke en private, civiele en militaire en nationale en internationale actoren tegelijkertijd op. Een gezamenlijke aanpak is noodzakelijk”, zegt Hans Hillen. Een ander belangrijke taak in het teken van cyber security is weggelegd voor alle defensiemedewerkers. Ondanks alle maatregelen blijkt uit de praktijk dat systemen kwetsbaar zijn door menselijk ge19
The world is complex. Your decisions don’t have to be. Precision strike? Delivering precision effects within the battlespace while avoiding collateral damage
Cyber defence? Active defence of cyberspace
Situational awareness? Increased operational tempo through shared intelligence across own, coalition and friendly forces
Mission optimisation?
Threat detection? Early detection, prioritisation and faster reaction to threats
Reducing crew workload during complex tasks to shorten reaction time
Decisions about defence are increasingly complex. At Thales we serve all branches of the armed forces for air, land, naval, space and joint operations – as well as the new threat environments of urban security and cyberspace. Our interoperable, scalable solutions and services provide operational mission support where time and reliability are critical. By embedding all our systems, equipment and solutions within our Critical Decision Chain, we enable decision-makers to master complexity in critical scenarios and make timely decisions that obtain the best outcomes. To find out more about our Defence solutions, scan the QR code or visit thalesgroup.com
Networked communications? Enabling the rapid escalation of decision making in the heat of the battle
Power projection? Providing logistical solutions for the deployment and direction of forces
Defensie strategie voor het opereren in het digitale domein uit Defensie Cyber Strategie
Het digitale domein is, naast het land, de lucht, de zee en de ruimte, inmiddels het vijfde domein voor militair optreden. Dit domein en de toepassing van digitale middelen als wapen of inlichtingenmiddel zijn onmiskenbaar sterk in ontwikkeling. Digitale middelen zullen in toenemende mate integraal deel uitmaken van het militaire optreden. De afhankelijkheid van digitale middelen leidt daarentegen ook tot kwetsbaarheden die urgente aandacht behoeven. De Nederlandse krijgsmacht trekt hier de noodzakelijke gevolgen uit en wil in het digitale domein de vooraanstaande rol spelen die bij ons land past. Om de inzetbaarheid van de krijgsmacht te waarborgen en haar effectiviteit te verhogen, versterkt Defensie de komende jaren haar digitale weerbaarheid en ontwikkelt zij het vermogen om cyber operations uit te voeren. Tegen deze achtergrond doe ik u hierbij de Defensiestrategie voor het opereren in het digitale domein toekomen: de Defensie Cyber Strategie. Zij geeft op een voort- Kol Hans Folmer, Commandant van de Task Force Cyber varende manier uitwerking aan de in de beleidsbrief ‘Defensie na de kredietcrisis’ van presenteert Defensie Cyber Strategie 8 april 2011 (Kamerstuk 32 733, nr. 1) opgenomen cyberintensivering en aan het defensiedeel in de Nationale Cyber Security Strategie (Kamerstuk 26643, nr. 174). De strategie is aangekondigd in de kabinetsreactie op het advies over ‘digitale oorlogvoering’ van de Adviesraad voor Internationale Vraagstukken (AIV) en de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) (Kamerstuk 33 000-X, nr. 79). De Defensie Cyber Strategie geeft de komende jaren richting, samenhang en focus aan de integrale aanpak voor de ontwikkeling van het militaire vermogen in het digitale domein. Zij is daardoor van wezenlijk belang voor de toekomstige effectiviteit en relevantie van onze krijgsmacht. DE MINISTER VAN DEFENSIE drs. J.S.J. Hillen
Cyber integraal onderdeel van ons hele optreden Interview met kolonel ir. Hans Folmer, commandant van de Taskforce Cyber “Naast het land, de lucht, de zee en de ruimte, is cyber het inmiddels vijfde domein voor militair optreden”, zo vertelde minister Hans Hillen van Defensie eind juni bij de presentatie van de Defensie Cyber Strategie. Directeur Business Development Bastiaan Bakker van Motiv sprak met ‘cyber-kolonel’ Hans Folmer over de nieuwe cyberstrategie en het ‘opereren in het vijfde domein’. Kolonel Hans Folmer is als Commander Taskforce Cyber verantwoordelijk voor de coördinatie van alle cyber gerelateerde activiteiten binnen Defensie. “En dat behelst zeker niet de opzet van een ‘cyberleger’”, zo benadrukt Folmer, om meteen maar een misverstand uit de wereld te helpen. “We gaan niet een apart krijgsmachtdeel voor cyber oprichten, want dat zou volledig inefficiënt zijn. Cyber is een onderdeel van het hele spectrum van inzetmogelijkheden en maakt deel uit van land-, lucht- en marineoperaties. Je kunt nooit zuiver en alleen in cyber opereren.” In plaats van een ‘cyberleger’ komt er een ‘cybereenheid’ van zo’n tweehonderd man sterk. Deze eenheid wordt ondergebracht bij de landmacht maar is ondersteunend aan alle krijgsmachtonderdelen. Uiteindelijk is het de bedoeling dat ‘cyber’ de rode draad wordt door alles wat Defensie doet. “Cyber zal bijvoorbeeld deel gaan uitmaken van al onze oefeningen, al onze opleidingen en al
INTERCOM 2012-3
onze trainingen”, vertelt Folmer. “Iedereen moet zich realiseren dat we kwetsbaar zijn en dat we gevaar lopen.” Bastiaan Bakker: Loopt Nederland een reëel gevaar om te worden aangevallen via cyber? Hans Folmer: “Er zijn al voorbeelden bekend van landen die zijn aangevallen via cyber. In 2007 bijvoorbeeld zijn er grote DDoS-aanvallen geweest op Estland, nadat ze daar een standbeeld van een Russische krijger hadden verplaatst naar een buitenwijk. Het is altijd onduidelijk gebleven of Rusland achter die aanvallen zat, of dat dit het werk was van sympathisanten. Veel gecoördineerder was de aanval van Rusland op Georgië ten tijde van de oorlog in Zuid-Ossetië in 2008. Tijdens de inval van Rusland in Georgië werden ook de overheidssystemen aangevallen. Dat was heel duidelijk staat tegen staat, al heeft Rusland de aanval op de overheidssystemen nooit toegegeven. En nu op dit moment is er ook een cyberoorlog vanuit Syrië aan de gang. Vanuit Syrië is bijvoorbeeld al een paar
keer Reuters gehackt met als doel daar informatie te plaatsen die vervolgens wordt overgenomen door andere netwerken. Ook wij moeten ons realiseren dat we kwetsbaar zijn als we in de toekomst ergens ingrijpen. Als we bijvoorbeeld een humanitaire actie uitvoeren in ‘land X’ kan het best zijn dat sympathisanten in ‘land Y’ het daar niet mee eens zijn en Nederland via cyber aanvallen. Daar moeten we ons tegen wapenen. Overigens maakt het voor je reactie wel uit of je door een land of door sympathisanten – en dus burgers – wordt aangevallen; je moet noodzaak en proportionaliteit altijd meenemen in je reactie.” Waarom heeft Defensie een eigen cyberstrategie ontwikkeld, naast de Nationale Cyber Security Strategie (NCSS)? “De Nationale Cyber Security Strategie geeft de strategie van de ‘BV Nederland’ weer. Daarin staat ook een paragraaf over Defensie, maar de invulling daarvan moest Defensie nog wel zelf doen. Dat hebben we gedaan in een Defensie Cyber Strategie waarin staat wat Defensie de komende vijf tot tien jaar gaat doen op het gebied van cyber. Echt een blik vooruit waarin we duidelijk aangeven wat onze plannen zijn, waar onze focus ligt en hoe we dat gaan doen. 21
Safe? Safe?
Goede IT-beveiliging is niet zo eenvoudig als vaak wordt beweerd. Bovendien blijkt keer op keer dat deze beveiliging van strategisch belang is voor Goede IT-beveiliging is niet zo eenvoudig als vaak organisaties. Alle IT-beveiligingsrisico's moeten op wordt beweerd. Bovendien blijkt keer op keer dat een acceptabel niveau worden gebracht en Goede technische IT-beveiliging is niet zo eenvoudig vaak wordt beweerd. deze beveiliging van strategisch belang isals voor gehouden. Professionele en gespecialiseerde hulp Toch is dit van strategisch voor de veiligheid vanopNederland. Ons land organisaties.belang Alle IT-beveiligingsrisico's moeten is hierbij onmisbaar. Kies voor kwaliteit. Kies voor moet zich verweren tegen (inter)nationale cyberdreigingen. Professionele en een acceptabel niveau worden gebracht en specialisten van Madison Gurkha. gespecialiseerdedehulp is hierbij onmisbaar. Kies voor kwaliteit. Kies voor de gehouden. Professionele en gespecialiseerde hulp
technisch specialisten van Madison Gurkha.
is hierbij onmisbaar. Kies voor kwaliteit. Kies voor de specialisten van Madison Gurkha.
Your Security is Our Business
tel: +31(0)40 237 79 90 - www.madison-gurkha.com -
[email protected]
Lkol Marco Verhagen, dagvoorzitter VOV Symposium
Cyber Test Range door Marko Lindgren van IVENT
‘Cyber in de Praktijk’ en tweede man van de Task Force Cyber
Het is belangrijk dat we richting Tweede Kamer en het publiek duidelijk aangeven wat we willen.”
Bent u een Actor of een Victim door lkol Rob Tollenaar van DEFCERT
Wat wil Defensie met de Defensie Cyber Strategie bereiken? “Binnen de Defensie Cyber Strategie hebben we zes speerpunten gedefinieerd. Een eerste belangrijk speerpunt is een integrale aanpak van cyber. Cyber is niet iets unieks maar moet een integraal onderdeel zijn van ons hele optreden. Ook moeten we defensieve capaciteiten inrichten om onszelf te beschermen. De NCSS zegt dat iedereen in Nederland zelf verantwoordelijk is voor de beveiliging van de eigen systemen en dat geldt ook voor Defensie. Daarnaast moeten we een inlichtingencapaciteit inrichten zodat we cyber kunnen gebruiken als inlichtingenmiddel. Een volgende stap is het inrichten van een operationele capaciteit; cyber moet in operaties een integraal onderdeel zijn van de ‘toolbox’ van de commandant. Dat betekent dat een commandant zelf zijn systemen moet kunnen beveiligen en binnen het cyberdomein zelf gevechtsinlichtingen moet kunnen verzamelen en offensief moet kunnen optreden. Een ander speerpunt is dat we snel en adaptief moeten zijn zodat we snel kunnen inspelen op de veranderende digitale wereld en zelf dingen kunnen ontwikkelen. Tot slot zullen we moeten samenwerken met andere partners want we kunnen dit niet alleen. Maar dan moeten we wel eerst leren lopen; nu zijn we allemaal nog aan het kruipen.” Met welke partners gaat u de samenwerking zoeken? “Dan denk ik aan samenwerking met publieke partners zoals het Nationaal Cyber
De Cyberwarfare arena van KPN door Martijn van der Heide
INTERCOM 2012-3
Security Centrum, de KLPD en de AIVD en in internationaal verband de Navo en de Europese Unie en bilateraal met andere landen. Maar we gaan ook nadrukkelijk de samenwerking zoeken met private partners. In andere situatie zijn wij de vragende partij en biedt het bedrijfsleven de oplossing; in cyber hebben wij allemaal hetzelfde probleem en kunnen we dingen gezamenlijk aanpakken.” Wat bedoelt u als u zegt dat we ‘allemaal hetzelfde probleem’ hebben? “Binnen de BV Nederland moet iedereen zichzelf beschermen en dat is voor iedereen een uitdaging. Hoe kan ik mij zo goed mogelijk beschermen; hoe kan ik ervoor zorgen dat ik nieuwe dreiging afsla en vrij en veilig kan opereren in het digitale omgeving en met anderen kan communiceren. Natuurlijk heeft Defensie wel een voorsprong als het gaat om het afslaan van een dreiging. Wij mogen inlichtingen verzamelen en als we een mandaat hebben van de regering met de juiste ‘rules of engagement’, dan mogen we ook opereren in cyberspace net zoals we dat mogen ter land, ter lucht, ter zee en in de ruimte.” En ‘opereren in cyberspace’ is dan ook daadwerkelijk aanvallen met digitale middelen? “Dat kan zijn daadwerkelijk zelf aanvallen, maar dat kan ook zijn het beïnvloeden van de digitale systemen van de tegenstander waardoor een systeem bijvoorbeeld een andere functie gaat vervullen of onbruikbaar wordt. Maar het doel kan ook zijn het vergaren van informatie uit de systemen van de tegenstander.” Wat voor soort wapens worden in het domein cyber ingezet? “Dan moet je denken aan wapens of systemen die zeer gecompliceerd zijn en een zeer specifiek doel hebben. Wij hebben niets aan een virus dat zichzelf ongecontroleerd via internet verspreidt en een half land plat legt. Het moet iets zijn wat alleen het doel bereikt
want ‘collateral damage’ willen we te allen tijde voorkomen. De ontwikkeling van dergelijke wapens is een continu proces. Cyberwapens kun je maar één keer inzetten; als ze eenmaal een keer zijn ingezet, zijn ze onbruikbaar geworden. De tegenstander kan dan zijn eigen kwetsbaarheid opheffen en je eigen wapen kan zelfs tegen jezelf worden gebruikt.” Maar dan heeft Defensie naast militairen ook behoefte aan ontwikkelaars die continu wapens ontwikkelen! “Klopt. Voor de ontwikkeling van wapens hebben we al mensen in huis en we gaan zeker nog mensen binnenhalen. Maar de mensen die we binnenhalen moeten ook defensief kunnen optreden en inlichten kunnen verzamelen. We hebben dus niet alleen ontwikkelaars nodig, maar ook adviseurs, mensen die nadenken over de doctrine, mensen die resultaten analyseren, trainers, mensen die oefeningen leiden... We focussen iedere keer op die hackers, maar dat is maar een relatief kleine groep!” Welke stappen worden nu gezet om de zes speerpunten uit de Defensie Cyber Strategie te realiseren? “We staan aan het begin van een ontwikkeling. Minister Hillen heeft nu net de strategie gepresenteerd en mijn programma bestaat sinds januari van dit jaar. We beginnen nu met de defensieve en inlichtingencapaciteit en we denken na over de defensieve capaciteit. Eind 2013, begin 2014 moet het
Defensive and Offensive use of Malware door Christiaan Beek van McAfee
23
DefCERT (Defensie Computer Emergency Response Team, red.) volledig operationeel zijn en in staat zijn om 24x7 alle systemen te monitoren. DefCERT kijkt aan de buitenkant welke dreigingen op ons afkomen en adviseert de beheerder van de netwerken – die feitelijk verantwoordelijk is voor de beveiliging – hoe de kwetsbaarheid voor de dreiging kan worden opgeheven. We hebben nu al een DefCERT maar de capaciteit van dit team zijn we nu verder aan het uitbreiden. Eind 2013, begin 2014 moet eveneens het Defensie Cyber Expertise Centrum operationeel zijn. Deze eenheid gaat zich bezighouden met de kennisontwikkeling op het gebied van cyber – door middel van bijvoorbeeld research en het onderhouden van een cyberlaboratorium waar we kunnen testen en oefenen – en het uitdragen van die kennis. Een jaar later hebben we de offensieve capaciteit ontwikkeld en zullen we het Defensie Cyber Commando operationeel stellen als onderdeel van de landmacht en daarin zit dan de operationele capaciteit en het Defensie Cyber Expertise Centrum. Dan heb je het domein zowel defensief, inlichtingen en offensief operationeel afgedekt.” Bent u niet bang dat de cyberstrategie gaat lijden onder de forse bezuinigingen die ook op Defensie worden doorgevoerd? “Als we kijken naar de begroting voor 2012
en verder, dan zien we dat we bijna een miljard euro bezuinigen maar dat er wel extra geld is vrijgemaakt voor cyber. Als er verder druk op het budget komt, weet ik niet wat de gevolgen zijn voor het cyberbudget. Maar ik verwacht eigenlijk niet dat het cyberbudget echt onder druk komt te staan. De aandacht is er, de urgentie is er. Door het neerzetten van een strategie hebben we ook aangegeven welke prioriteit we er aan geven.
Cyber is een van de belangrijkste intensiveringen van onze regering.”
Defensie Cyber Strategie De Defensie Cyber Strategie geeft de komende jaren richting, samenhang en focus aan de ontwikkeling van het militaire vermogen in het digitale domein. In de strategie worden zes speerpunten genoemd. Dat zijn: - de totstandkoming van een integrale aanpak; - de versterking van de digitale weerbaarheid van Defensie; - de ontwikkeling van het militaire vermogen om cyber operations uit te voeren; - de versterking van de inlichtingenpositie in het digitale domein; - de versterking van de kennispositie en van het innovatieve vermogen van Defensie in het digitale domein en - de intensivering van de samenwerking in nationaal en internationaal verband. Foto’s met dank aan kap b.d. A.J.J. Buitendam en kap b.d. H.T.J. Meijers
BRONNEN:
A bigger bang for the Buck door Willem Groenendaal van Logica
24
- Defensie Cyber Strategie - Defensiekrant juni 2012 - Woordvoerder van het Ministerie van Defensie - Motiv, Magazine Motivator - Ferry Waterkamp, Freelance journalist, E-mail:
[email protected] - VOV Symposium ‘Cyber in de praktijk’
INTERCOM 2012-3
CYBER WARFARE: CRITICAL PERSPECTIVES
expertise, enabling them to apply a truly multi-disciplinary approach. Cyber threats affect states’ vital interests. By consequence, responses are required that need to come from public authorities as well as organizations on the market and in civil society. Additionally, this is not a national state’s affair; cyber threats are an international concern. This collection of essays questions the premises and scenarios on which policy responses are based. Are these scenarios describing real or imaginary threats? A number of contributions specifically deal with this issue.
Editors: Associate Prof. Paul Ducheine, Prof. Frans Osinga, Prof. Joseph Soeters, Nederlandse Defensie Academie, Breda, The Netherlands Abstract Next to sea, land, air and space, ‘cyberspace’ appears to be the fifth operational domain for the military. This manmade and virtual sphere brings along opportunities and threats. In this book, academics of the Netherlands Defense Academy as well as specialists and military professionals from other institutions analyze developments in cyber security. The authors use various fields of
Garanties Amerikaanse clouddiensten flinterdun
De garanties die Amerikaanse clouddiensten bieden ten aanzien van de bescherming van Europese persoonsgegevens zijn nogal dun, stelt het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Overheden en bedrijven die gegevens laten verwerken door in de VS gebaseerde clouddiensten, zoals die van bijvoorbeeld Google, Dropbox of Microsoft, moeten zich realiseren dat de garanties die dergelijke bedrijven bieden ten aanzien van de bescherming van persoonsgegevens flinterdun zijn. Organisaties blijven zelf verantwoordelijk voor de gegevens.
Zelfcertificering
Het College Bescherming Persoonsgegevens onderzocht de garanties - met name de Safe Harbor-verklaring die Amerikaanse bedrijven afgeven - op verzoek van SURFmarket, dienstverlener voor honderddui-
INTERCOM 2012-3
This volume also covers the process of ‘securitization’, the legal aspects of cyber operations, the use of social media in military operations as well as an economic analysis of the costs of cyber dangers. Furthermore, the authors analyze organizational responses to cyber threats. Resilience is the central term in this respect, both at the individual and the organizational level of military HQs and strategic network management. An analysis based on operations research and game theory illustrates the vulnerabilities of digital networks. No matter how dangerous cyber threats may look at face value, one should not overdramatize the dangers, as the last chapters seem to imply. In all contributions, the authors have attempted to combine academic theory with practical views and suggestions. This makes
zenden medewerkers en studenten in het Nederlandse hoger onderwijs. De Safe Harbor-regeling is een afspraak tussen de VS en de EU, die stelt dat Amerikaanse bedrijven alleen Europese persoonsgegevens mogen verwerken en opslaan als ze een Safe Harbor-certificaat hebben. Die vorm van zelfcertificering garandeert volgens het CBP niet dat de verwerking van de gegevens in de VS zelf voldoet aan Europese richtlijnen. Evenmin is Safe Harbor (waaraan een paar duizend Amerikaanse bedrijven zeggen te voldoen) een garantie voor afdoende gegevensbeveiliging.
Beveiliging
Ook standaarden als SAS 70, de in Nederland gangbare ISAE 3402 en SSAE 16, die gaan over extern toezicht op de beveiliging, bieden niet de garantie dat de beveiliging zelf aan alle eisen voldoet. Daarnaast is het nog de vraag of zogeheten ‘sub-bewerkers’ (partijen die door de cloudleverancier wor-
Kol Paul Ducheine betrokken bij de discussie tijdens het Symposium ‘Cyber in de Praktijk’.
this book valuable not only for people from academic life, but particularly also for people who struggle with the intricacies and worries of cyber threats in their everyday (professional) life. Colonel Paul Ducheine is associate professor of cyber operations at the Netherlands Defense Academy and a lecturer in military law at the University of Amsterdam. Air-Commodore Frans Osinga is professor of military operational art and sciences at the Netherlands Defense Academy. Joseph Soeters is professor of management and organization studies at the Netherlands Defense Academy and at Tilburg University Publisher: T.M.C. ASSER PRESS Date published: 2012 Details Pages: 319 pp. Hardbound ISBN: 978-90-6704-341-0 Language: English Price(€) : 25.00
den ingeschakeld om bijvoorbeeld opslag of beheer te verzorgen) eveneens aan de Safe Harbor-regels voldoet en hoe die garantie wordt gecommuniceerd.
Meldplicht
Ten slotte merkt het CBP ook nog op dat de door de regering gewenste meldplicht voor datalekken in het geval van clouddiensten alleen is te realiseren als de verantwoordelijke daarover heldere afspraken maakt met de ‘bewerker’ (de cloudleverancier) en eventuele sub-bewerkers. De organisatie die gegevens bij clouddiensten onderbrengt blijft te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het naleven van de Wet bescherming persoonsgegevens, stelt het CBP.
BRONNEN:
- http://www.binnenlandsbestuur.nl/ digitaal-besturen/ - de heer Freek Blankena
25
Met de stijgende populariteit van smartphones
Om mobile devices te beveiligen is een pakket van maatregelen nodig.
en tablets neemt ook de kwetsbaarheid van deze
Fox-IT ontwikkelt nu zo’n beveiligingstoolkit in opdracht van het ministerie
mobiele apparaten toe. Ze kunnen zoek raken of gestolen worden en malware kan stiekem gevoelige
van Defensie. Aanleiding is de vraag van de overheid om veilig te kunnen werken op tablets en smartphones. Veilig betekent in dit geval op niveau Dep.V. (departementaal vertrouwelijk). Knelpunt is het gebruiksgemak en het idee dat
informatie doorsluizen. Mobile device security wordt
je op je eigen vertrouwde toestel efficiënter kunt werken. Bring Your Own Device
daarom steeds belangrijker. Er zijn al oplossingen
(BYOD) en veiligheid op Dep.V.-niveau zijn nu te combineren.
beschikbaar die verdergaan dan een wachtwoord: applicatiemanagement, management op afstand en dataversleuteling. Ze verkleinen bepaalde risico’s,
De Secure Android Toolkit biedt een uniforme beveiligingslaag waarmee je zeker weet dat de opslag van gegevens goed geregeld is en communicatie veilig verloopt, ook als het onderliggende platform aanpassingen ondergaat. Daarmee
maar bieden geen volledig beveiligd apparaat. Fox-IT
wordt men minder afhankelijk van bepaalde modellen en is de nieuwste generatie
zet de volgende stap met de Secure Android Toolkit.
devices makkelijker te beveiligen. Fox-IT biedt een toolkit vol hoogwaardige beveiligingsfuncties, die losstaat van een specifieke end-user-app. Zo zijn snel en gemakkelijk nieuwe apps te maken om aan de veranderende gebruikersbehoefte te voldoen, zonder dat het beveiligingswiel telkens weer wordt uitgevonden. Daarbij faciliteert deze splitsing het ontstaan van een beveiligd app-ecosysteem, waarin app-bouwers geen security experts hoeven te zijn om veilige apps te bouwen. De Secure Android Toolkit zal in de loop van 2013 beschikbaar zijn. Voor meer informatie kijkt u op www.fox-it.com.
“Android apps ontwikkelen op DV-niveau? Gebruik de Fox-IT Secure Android Toolkit” fox-it voorkomt, onderzoekt en beperkt de meest serieuze cyberdreigingen met innovatieve oplossingen voor overheid, defensie, politie, vitale infrastructuur, banken en grote bedrijven wereldwijd.
for a more secure society fox-it Olof Palmestraat 6, Delft
t +31 (0) 15 284 79 99
po box 638, 2600 ap Delft
f +31 (0) 15 284 79 90
The Netherlands
e
[email protected]
fox-it.com
bring your own device/choose your own device Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst Smartphones en tablets winnen in hoog tempo terrein bij het bedrijfsleven en de overheid. Mensen maken in toenemende mate privé gebruik van mobiele apparaten en willen die ook op de werkplek gebruiken. Het toelaten van het eigen apparaat van de medewerker voor zakelijk gebruik noemen we Bring Your Own Device. De technologie komt uit de consumentenmarkt en heeft niet zonder meer het beveiligingsniveau dat nodig is voor gebruik binnen de rijksoverheid. Hoe kunnen organisaties, en vooral die bij de rijksoverheid, dan toch op verantwoorde wijze smartphones en tablets invoeren? De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) heeft een rapport over de stand van zaken uitgebracht waarvan we u de hoofdlijnen niet willen onthouden.
INLEIDING
Het Nationaal Bureau Verbindingsbeveiliging van de AIVD doet onderzoek naar veilige verwerking van overheidsinformatie op smartphones en tablets. De AIVD concludeert dat de huidige generatie apparaten acceptabel beveiligd kan worden, zodat hierop gevoelige informatie kan worden verwerkt. Op dit moment zorgt dat nog voor minder gebruikersvriendelijkheid. Wij zien echter ontwikkelingen op het gebied van besturingssystemen en beveiligingsproducten voor smartphones en tablets waarmee op termijn een betere beveiliging haalbaar is, zonder in te leveren op gebruiksgemak en functionaliteit. Overheidsorganisaties die gebruik willen maken van smartphones en tablets moeten een degelijke analyse maken van te beschermen belangen, dreigingen, maatregelen en risico’s. Hierbij moet de hele infrastructuur worden meegenomen. Op basis van die risicoanalyse kunnen vervolgens beveiligingsmaatregelen voor tablets en smartphones worden genomen. Deze beveiligingsmaatregelen verschillen per product. Het is daarom aan te bevelen de gebruiker slechts te laten kiezen uit enkele apparaten: Choose Your Own Device in plaats van Bring Your Own Device.
Het fenomeen Bring Your Own Device
Technologische innovatie en de beschikbaarheid van goedkope mobiele datacommunicatie hebben een nieuwe revolutie ontketend, namelijk die van de mobiele apparatuur (devices). Consumenten – en dan met name de jongere generaties – maken zich steeds sneller deze nieuwe technologieën eigen, veelal gestimuleerd door innovatieve en sociale applicaties. De grenzen tussen privé en werk vervagen en werknemers willen de technologieën die hun privéleven al verrijken ook in de werksfeer gebruiken. Er ontstaat zo voor organisaties binnen de rijksoverheid een zekere druk om eigen
INTERCOM 2012-3
apparatuur van medewerkers, zoals smartphones en tablets, toe te staan voor zakelijk gebruik. Dit duiden we aan als Bring Your Own Device (BYOD). BYOD en het Nieuwe Werken Veel organisaties nemen maatregelen om de vrijheid van werknemers te verhogen met betrekking tot plaats en tijdsongebonden werken, ook wel aangeduid als Het Nieuwe Werken (HNW). Nu de grens tussen de privé en de werkomgeving vervaagt, zijn werknemers steeds vaker geneigd om de technologieën die hun privéleven al vereenvoudigen ook in de werksfeer te gebruiken. Consumenten hebben veelal eerst thuis de beschikking over nieuwe apparatuur en willen deze vervolgens overal kunnen gebruiken: een verschijnsel dat consumerisation wordt genoemd. Er ontstaat zo voor organisaties een zekere druk om deze nieuwe apparatuur, zoals smartphones en tablets, te introduceren op de werkvloer. In het BYOD-concept bepaalt de gebruiker welk apparaat het beste geschikt is voor gebruik in de persoonlijke en de zakelijke omgeving. De vraag is niet meer of de ontwikkeling van BYOD doorzet, maar hoe een organisatie het beste met deze ontwikkeling omgaat. De ervaring leert immers dat medewerkers de apparatuur gewoon meenemen naar het werk en gebruiken voor het lezen van bijvoorbeeld e-mails, documenten en websites. BYOD biedt voordelen, zoals flexibiliteit in de werkuitvoering. Maar BYOD brengt ook beveiligingsrisico’s met zich mee, die de beschikbaarheid, integriteit en exclusiviteit van bedrijfsgegevens kunnen bedreigen. Dit artikel biedt een overzicht van deze informatiebeveiligingsrisico’s en mogelijke maatregelen daartegen. Het gaat hierbij om algemene kantoortoepassingen, zoals e-mail, agenda en intranettoegang. De documenten of andere gegevens die ingezien, bewerkt of gedownload worden, zijn ten hoogste gerubriceerd als Departementaal Vertrouwelijk.
De risico’s in BYOD hebben voor een groot deel te maken met de verwerking en opslag van bedrijfsgegevens op het device, buiten de bescherming van de organisatie. Door verlies of diefstal van het device kunnen gegevens verloren gaan of in handen vallen van onbevoegden. Door backups van het device kunnen vertrouwelijke gegevens bovendien elders terecht komen, bijvoorbeeld op de thuiscomputer of bij de leverancier van het device. Ook kunnen het device en de bijbehorende applicaties beveiligingslekken bevatten. Andere risico’s schuilen in de gegevensuitwisseling en communicatie tussen het device en de computers van de organisatie. Te denken valt aan afluisterpraktijken of aan aanvallen op de backofficesystemen. De rijksoverheid kan de risico’s rond BYOD verminderen door maatregelen te treffen in de techniek, in beleid en processen rond de aanschaf en in het gebruik van mobiele apparatuur. Overheidsorganisaties die gebruik willen maken van smartphones en tablets, moeten dus eerst een degelijke analyse van te beschermen belangen, dreigingen, maatregelen en risico’s maken. De maatregelen die ze vervolgens treffen, zijn sterk afhankelijk van de BYOD-uitvoering die toegestaan wordt. Als er weinig mogelijkheden zijn om de devices te beschermen, is het verstandig alleen BYOD-varianten toe te staan waarin zo min mogelijk gegevens op het device terecht komen. Er kan bijvoorbeeld een mobile display oplossing of een beveiligde app ontwikkeld worden in plaats van de standaard e-mail en agenda-applicaties van een device. Hoe vrijer de gebruiker is om zelf een uitvoering te kiezen, des te groter kunnen de risico’s voor de organisatie zijn.
DRIE BYOD UITVOERINGEN
In de praktijk zijn drie BYOD-uitvoeringen te onderscheiden: het ‘open device’, het device als ‘mobile display’ en het device met een ‘beveiligde app’. Het ‘open device’ is het mobiele apparaat zoals dat in de winkel ligt. Daarop zijn applicaties meegeleverd, zoals e-mail en agenda-apps. Soms kunnen deze zonder al te veel risico’s gebruikt worden, bijvoorbeeld als het alleen relatief weinig gevoelige en ongerubriceerde informatie betreft. Het grootste risico vormt in dit geval het verlies van het device, inclusief de daarop aanwezige gegevens. Om de risico’s te verminderen kan bijvoorbeeld wachtwoordauthenticatie op 27
Voor een vooruitziende blik in ICT
SCC.NL
Technology Solutions Provider
het device worden ingesteld. Ook kan de gegevensopslag worden versleuteld en kan ingesteld worden dat deze wordt gewist na meerdere mislukte inlogpogingen. Dit kan ook op afstand gebeuren. Er zijn commerciële Mobile Device Managementbeheeroplossingen (MDM) verkrijgbaar waarmee dit geregeld kan worden, mits de gebruiker dit voor zijn device toestaat. Ook is het zaak om goede afspraken te maken over het gebruik en de buitenbedrijfstelling van het device en dit vast te leggen in een gebruikersovereenkomst. Het is belangrijk voldoende aandacht te schenken aan het beveiligingsbewustzijn van de medewerkers. Zonder het gebruik van aanvullende technische maatregelen op het device, de communicatie en de backoffice, is het gebruik van deze variant voor het verwerken van Departementaal Vertrouwelijke informatie echter te risicovol.
de backoffice nodig is. Kort samengevat biedt een ‘beveiligde app’ op dit moment de beste bescherming van informatie. De voorkeur van de AIVD gaat daarom uit naar een beveiligde app in combinatie met vertrouwde cryptografische hardware en aanvullende technische beveiligingsmaatregelen. Helaas biedt de commerciële markt nog weinig van dergelijke oplossingen en geen van deze oplossingen kan beveiliging van gerubriceerde gegevens combineren met de vrijheid die een gebruiker van zijn privétablet of smartphone gewend is. Er zijn echter wel positieve trends zichtbaar. Daarom verwacht de AIVD dat op termijn de gewenste combinatie van veiligheid en gebruikersvriendelijkheid beschikbaar komt, bijvoorbeeld door de vraag naar betrouwbare mobiele betalingsmogelijkheden. Waarschijnlijk zullen dergelijke
Het ‘mobile display’ is een applicatie waarmee de gebruikersinterface van een kantoorapplicatie of een virtuele werkplek op het device wordt weergegeven. De werkplek of kantoorapplicatie draait op een server in de backoffice van de gebruikersorganisatie. Deze variant beperkt de hoeveelheid gegevens die op het device terecht komt. Om de integriteit van de mobile displayapplicatie te beschermen, is het nodig onbevoegde toegang tot het device en de installatie van onbetrouwbare software daarop te voorkomen. Dit kan overeengekomen worden via een gebruikersovereenkomst en afgedwongen worden via een MDM-beheeroplossing. Zonder het gebruik van aanvullende technische maatregelen op het device en beveiliging van de communicatie en de backofficesystemen, is het gebruik van deze variant nog te risicovol voor het verwerken van Departementaal Vertrouwelijke informatie. Bovendien heeft deze oplossing altijd een breedbandverbinding nodig met de backoffice, wat deze oplossing minder gebruikersvriendelijk maakt. De ‘beveiligde app’ is een applicatie die ervoor zorgt dat gegevens verwerkt en opgeslagen worden binnen een beveiligde omgeving op het device. De applicatie verzorgt zelf de benodigde bescherming, zoals de versleuteling van gegevens en de beveiliging van de datacommunicatie, onafhankelijk van de beveiligingsopties van het device. Hiermee kunnen de potentiële risico’s tot op zekere hoogte worden beperkt. De geschetste risico’s kunnen verder worden verkleind door aanvullende technische maatregelen op het device, bijvoorbeeld het opslaan van sleutelmateriaal en gegevens op een speciaal ontwikkelde SD-kaart en beveiliging van de backofficesystemen. Daarom heeft deze variant de meeste kans om op niveau Departementaal Vertrouwelijk te komen. Deze oplossing is bovendien gebruikersvriendelijker omdat geen permanente verbinding met
INTERCOM 2012-3
de gegevens aan bod. Hierin dient interactie met de gebruikers te zijn, om de wensen voor BYOD mee te nemen in de analyse. Hiermee leert een organisatie goed welke vorm van BYOD en welke risico’s aanvaardbaar zijn en welke informatiebeveiligingsmaatregelen hij moet treffen. Naast de technische beveiligingsmaatregelen moet aandacht besteed worden aan goed gebruik van het apparaat door de medewerker. Het is zaak om richtlijnen op te stellen voor toegestaan en acceptabel gebruik. Daarnaast zijn ook heldere procedures voor de ingebruikname of buitengebruikstelling van het apparaat nodig en toezicht op de naleving daarvan. De veiligheidsbewustwording van de werknemer van de risico’s en de eigen verantwoordelijkheid is van groot belang. Het borgen van de maatregelen dient tijdens de gehele levenscyclus van de BYOD goed in balans te zijn. Deze levenscyclus begint bij de keuze van een apparaat en eindigt bij het buiten gebruik stellen van deze apparatuur. Tijdens deze levenscyclus kunnen nieuwe dreigingen en/of kwetsbaarheden ontstaan en moet u toetsen of de getroffen maatregelen nog afdoende zijn of dat additionele maatregelen benodigd zijn. Een goed ingeregelde beheerorganisatie is hierbij noodzakelijk. BYOD op een verantwoorde wijze invoeren binnen de rijksoverheid vergt een goede voorbereiding en goed beheer over de gehele periode van gebruik en buitendienststelling. Dit is voor een groot deel afhankelijk van de soort informatie waarmee de organisatie werkt.
oplossingen platformgebonden zijn en dus meer geschikt voor Choose Your Own Device dan voor Bring Your Own Device. Om te bepalen welke vorm van BYOD kan worden toegestaan, wordt begonnen met een passende risicoanalyse voor het gebruiksscenario. Het belang van een risicoanalyse is extra groot omdat de huidige beveiligingsoplossingen nog steeds in ontwikkeling zijn en de leveranciers veel moeite moeten doen om de jonge technologie onder controle te krijgen. Het is daarom nog niet mogelijk om ‘blind’ op de commerciele beveiligingsoplossingen te vertrouwen, zeker niet voor gerubriceerde informatie. In een risicoanalyse komen onder andere de specifieke aspecten van de organisatie, de gebruikte apparatuur en de gevoeligheid van
Dit artikel is een bewerking door de redactie van het rapport ‘Bring your own device/ Choose your own device’, opgesteld door de AIVD. Het hele rapport is na te lezen op www.vovklict.nl – Intercom 2012.
bronnen:
Voor vragen kunt u contact opnemen met: Nationaal Bureau Verbindingsbeveiliging (NBV) van de AIVD Postbus 20010 2500 EA Den Haag Telefoon: 079-3205050 Telefax: 079-3200733 E-mail:
[email protected] www.aivd.nl/organisatie/eenheden/ nationaal-bureau/
29
A co-production of NCIM and NFI
strol a g e l Specia IRAF voor X
e nsisch e r o f ieke het un alysetool an
Spannend scenario
We doen graag auditie
NCIM en het Nederlands Forensisch Instituut werken samen aan XIRAF.
We hebben al heel wat succesvolle producties op onze naam staan. Vooral
Een geavanceerde analyseoplossing voor het verzamelen van data uit digitale
op het terrein van onderscheidende softwareoplossingen voor defensie,
bestanden van onder meer laptops, losse harde schijven, mobiele telefoons en
opsporing en veiligheid.
cd’s. Grote hoeveelheden informatie die nu heel snel te doorzoeken en te analyseren zijn. NCIM zorgt voor de (inter)nationale uitrol en ondersteuning
Benieuwd naar de manier waarop we uw vraagstuk in beeld brengen?
van deze forensische totaaloplossing. Forensic Dashboard speelt daarbij een
Kijk dan op www.ncim-groep.nl of bel 070 350 15 54 voor een
belangrijke rol speelt.
verhelderende auditie!
O ve rgoo 1 1 | 2 2 6 6 JZ | Le i ds ch en da m | T 070 350 1 5 54 | E i n fo@n ci m . n l
I-Bridge en het Virtueel PolitieKorps Commissaris van Politie drs. Wim Broer, Programmadirecteur Virtueel Politie Korps Het afgelopen jaar is het Defensie i-Bridge programma, het open laboratorium voor civiel-militaire samenwerkingsconcepten, deels opgetrokken met het Virtueel Politiekorps (VPK). Waar i-Bridge inzichten verzamelt en klaar zet, biedt het VPK apps aan die de agent op straat helpen om vanuit een specifiek politieproces in te pluggen op de juiste informatiestroom. Commissaris van Politie drs. Wim Broer, de programmadirecteur van het Virtueel Politiekorps (VPK), schetst de VPK gedachtewereld met daarin een belangrijke rol voor innoveren in percipiëren. De heer Broer is verbonden aan het Innovatieplatform Politie Nederland.
Inleiding
Het programma Virtueel Politiekorps (VPK) is een programma waarmee de mogelijkheden van virtuele samenwerking van politie met ketenpartners en burgers wordt verkend. Context. We zitten midden in de digitale revolutie: Niet alleen maatschappelijke processen, maar ook steeds meer bedrijfsprocessen in organisaties worden gedigitaliseerd. Werken zonder de beperkingen van tijd en plaats wordt vanzelfsprekend. De politie kan daarbij niet achterblijven. Eens temeer daar de politie bij uitstek een informatie gedreven organisatie is. In dat perspectief is er een programma gestart om een Virtueel Politiekorps (VPK) te ontwikkelen. Het maakt onderdeel uit van het Innovatieplatform Politie Nederland dat als zodanig weer onderdeel uitmaakt van het Aanvalsprogramma ICT. Doel. Het VPK programma wordt geïnspireerd door een tweeledige doelstelling, vooralsnog geformuleerd als een vraagstelling: Welke mogelijkheden bestaan er om met gebruikmaking van moderne web technologie het functioneren van de politie te verbeteren, zowel daar waar het gaat om de interne primaire processen, als de samenwerking met ketenpartners in veiligheid, alsook de participatie van burgers in veiligheidsoplossingen?
Aanvalsprogramma ICT
Ook nu het Aanvalsprogramma ICT in het perspectief van de vorming van Nationale Politie van start is gegaan zijn de beide vraagstellingen nog actueel. Het VPK heeft zich geconcentreerd op het ontwikkelen van een mobiel platform door een ‘Multi-app’ te ontwikkelen waarmee veiligheidsprofessionals in staat zijn om informatiegestuurd en kennisgedreven te werken. Het betreft een groeiconcept dat dankzij feedback van gebruikers in diverse pilotlocaties wordt doorontwikkeld. De multi-app is gebaseerd op een uitgebalanceerd conceptueel model en voorziet daardoor in een aantal functionaliteiten: - Rolprofilering om overbelasting te voorkomen; - Toegang tot primaire politieprocessen; - Ondersteuning door een professioneel sociaal netwerk (Relatie) en - Ondersteuning door een GIS platform met incidenten (Locatie).
waardoor organisatieverbanden zich als zwerm kunnen ontpoppen. Nu de tijd tussen ‘bedenken’ en ‘uitvoeren’ zo kort geworden is, zal de politie ook sneller moeten zijn. Grootschalige maatschappelijke ordeverstoringen door flashmobs (Haren 2012), ogenschijnlijk uit het niets komende groepsovervallen (flashrobs) en ander voorheen moeilijk ongemerkt te organiseren misdrijven zijn nu realiteit geworden. De enige manier om hier een antwoord op te formuleren is dat de politie de zelf gekozen gevangenis van het intranet verlaat en aanhaakt bij de pols van de samenleving. Met het Virtueel Politiekorps is vanaf 2009 een cloudconcept gebouwd dat optimaal gebruik maakt van de informatierijkdom en communicatiepotentie van het internet. Het concept is gebouwd op een politiekundige visie die uitgaat van drie infologische speerpunten:
Kan er een programma worden vormgegeven buiten de formele, min of meer bureaucratische setting van de organisaties van de stakeholders, met de bedoeling op een exemplarische wijze effectiviteit en slagvaardigheid te demonstreren?
SNELLER EN SLIMMER
Het traditionele informatiemonopolie dat de politie in de 20ste eeuw genoot is zij kwijt geraakt met de doorbraak van sociale media. Allerlei groepen in de samenleving kunnen gemakkelijker over informatie beschikken,
INTERCOM 2012-3
Slimmer werken
31
Locatie, ofwel de GIS applicatie die onder de naam Veiligheidsbeeld wordt ingezet om informatielagen op fijnmazig kaartmateriaal te projecteren. Relatie, ofwel enerzijds een professionele versie van een sociaal netwerk, dat binnen een beveiligde omgeving wordt gebruikt om relaties te onderhouden, optimaal informatie te delen en te communiceren en anderzijds interactieve toegang verleent tot de ‘openbare’ sociale media. Rol, ofwel de bepaling van het gebruikersprofiel als basis voor de filters die inzake Relatie en Locatie dienen te worden aangelegd om overbelasting van informatie te voorkomen.
bouwen op het internet, data los te zien van applicaties en onder heldere voorwaarden gegevens te hergebruiken die in de kolommen beschikbaar zijn kan hoogwaardig worden samengewerkt. Hierbij hoort ook het bieden van mogelijkheden aan de burger om informatie te leveren, de creatieve inzet van open data en het zoeken van aansluiting bij andere netcentrische programma’s als i-Bridge. Waar i-Bridge een generiek platform is dat stukjes informatie helpt te combineren, samenvatten en bij de aangewezen gebruiker brengen in het format dat hij nodig heeft voor zijn rol, functie en device, is het VPK een meer vanuit het individu doordacht platform.
agenda gehangen kan worden om de mobiele gebruiker te waarschuwen wanneer hij een paraplu mee moet nemen, wordt het professioneel vermogen van de politie geholpen door niet alleen in de sociale maar ook in de virtuele haarvaten van de samenleving aanwezig te zijn om informatieprocessen te volgen. Zo is in de samenwerking met i-Bridge succesvol een veilige Augmented Reality app uitgeprobeerd, waarmee vertrouwelijke informatie in videobeeld wordt gepresenteerd: in het tablet camerabeeld kun je de feitelijke locatie van een collega in een grote massa mensen zien. Door op hem te klikken is het mogelijk mee te kijken met de mini-camera die hij op zijn uniform heeft hangen.
VPK: Architectuur gedreven ontwikkeling
De ontwikkeling van het VPK is gebaseerd op een architectuurtraject, een samenwerking van architecten van de vtsPN en Capgemini. Het voorziet in twee producten: een doelarchitectuur en een solution architectuur. Laatstgenoemd document wordt elk kwartaal geactualiseerd. De kwaliteit van de business architectuur kan de komende jaren worden vergroot door gebruik te maken van ‘professional gaming’ als methode om op een intensieve manier inzicht te verwerven in de wijze waarop bedrijfsprocessen dienen te worden ingericht.
Versterken innovatiekracht Schema met doelgroepen en speerpunten VPK
Voor elk van deze speerpunten zijn deels beproefde applicaties uit de markt betrokken en deels eigen toepassingen ontwikkeld. De gebruiker krijgt deze geïntegreerd als multiapp aangeboden. Complexe processen die vanouds op verschillende systemen worden uitgevoerd, kunnen zo aangeboden worden in een lichte en snelle interface die de diender foutloos en snel het hele proces door helpt.
AMBITIES
Hierbij wordt gewerkt vanuit de volgende ambities: Een integrale aanpak van veiligheidsproblemen Binnen het VPK worden politiemensen ondersteund met een eigen app-store: een krachtig portaal waar via mobiele toestellen (smartphones en tablet-pc’s) toegang wordt geboden tot geselecteerde websites en geautoriseerde applicaties die werkprocessen ondersteunen. Door een logische keten te 32
Een van de testen met i-Bridge behelsde de inzet van een draadloos ad hoc netwerk, zodat ook op locaties met tijdelijk zeer slechte dekking kon worden doorgewerkt met de VPK apps. Dat viel nog niet mee in een stedelijke omgeving, maar doordat er ook gebruik kon worden gemaakt van een koppeling van wifi gebruikers in de binnenstad die hun capaciteit hadden opengesteld voor het grote publiek kon de politie er ook van profiteren. Vergroten professioneel vermogen politie Door informatieknooppunten in de samenleving te zien als ankerpunten kan nauwer worden aangehaakt aan de dynamiek van de samenleving. Waar buienradar slim aan je
Juist omdat de taakstelling van de politie zo divers is, zijn allianties aangegaan met wetenschap en bedrijfsleven. Vooruitlopend op de komst van de Nationale Politie is het VPK ondergebracht in het innovatieplatform van de landelijke CIO Politie. De lectoraten van de politieacademie dekken een deel van het wetenschappelijk spectrum af. Net als bij het i-Bridge programma draait het VPK echter om veel meer dan de technologische voorzieningen. Het is 20% inspiratie, 80% transpiratie. Uiteindelijk dienen innovaties in een bredere context te worden geplaatst om te garanderen dat de sociale en bedrijfskundige condities voor een goede invoering kunnen worden ingevuld. Denk in dat kader aan kennisname van de laatste ontwikkelingen rond Federatieve Identiteit Management en het onder architectuur uitwerken van praktische ontsluitingvraagstukken tussen ambitie en realiteit. Concepten moeten worden vertaald naar de dagelijkse werkelijkheid van operationele
INTERCOM 2012-3
eindgebruikers, die in tal van testgroepen enthousiast meewerken en waardevolle feedback leveren. Als rode draad door dit alles gonst de balans tussen waarheidsvinding en privacy, want hoewel er van alles kan zijn er ethische en juridische grenzen in acht te nemen, maar ook te interpreteren. Om die reden is er in het VPK team ook expertise gemobiliseerd over de Wet politiegegevens.
VPK ‘Multi-app’
Met de virtuele proeftuinen i-Bridge en het VPK wordt niet alleen out-of-the-box gedacht. Er wordt niet zelden een compleet nieuwe box gebouwd, waarmee cruciale ervaring wordt opgedaan HOE zaken werken, WAAROM ze werken, WAARMEE ze gerealiseerd zouden kunnen worden en onder welke voorwaarden, WIE de eindgebruiker nu werkelijk is en WAT de vraagstukken zijn die concreet worden opgelost. Met deze aanpak hebben het VPK en i-Bridge als vergelijkbare ambities de laatste jaren bewezen dat met pragmatisme, netwerken en bestuurlijke moed complexe vraagstukken tegen lage kosten en in korte tijd kunnen worden opgelost. Waardevolle ervaring nu overheden ook antwoord zullen moeten gaan geven op vraagstukken als datalekkage, digitale dreiging en bezuiniging.
VPK: Strategische samenwerking
De doorontwikkeling van het VP-platform zal plaatsvinden is nauwe samenwerking met een aantal ketenpartners. - De bestuurlijke keten: de gemeente als spil in het lokale veiligheidsbeleid. - De strafrechtsketen: het OM als regisseur van de opsporing. - De openbare orde keten: de veiligheidsregio als arena waarin veel partijen samenwerken. De brug tussen militaire en civiele partners krijgt onder andere gestalte in de samenwerking tussen VPK en i-Bridge, het innovatieplatform van IVENT van Defensie. Deze samenwerking komt onder andere tot uiting doordat i-Bridge optreedt als hosting partner voor de informatiearchitectuur van het VPK. op een beter voorbereide manier te bewandelen. Een living lab is immers een goede manier om nieuwe toepassingen te beproeven en de leerervaringen te gebruiken om
complexe ontwikkelprojecten te faciliteren en grootschalige implementaties kansrijk te laten verlopen.
Onder aan de bladzijde zijn twee schermen van deze ‘Multi-app’ weergegeven, het dashboard met een toegankelijk overzicht van de informatiebronnen en functionaliteiten en een werkblad om alle bevragingen en handelingen te kunnen vastleggen in een werkdossier.
DE TOEKOMST: DUALE STRATEGIE
De ICT bij de politie is de afgelopen jaren vaak op een minder positieve manier in het nieuws geweest. Dankzij de combinatie iBridge / VPK is er een hoogwaardige pilotomgeving beschikbaar gekomen waarmee verkenningen kunnen worden uitgevoerd om het pad naar grootschalige vernieuwing
INTERCOM 2012-3
Schema Duale Strategie waarin de samenhang tussen innovatie en het living lab is weergegeven.
33
JOP CIS Falcon Spark 2012 Majoor ing. Johan Kuijvenhoven, H-PVE CIS vliegbasis Leeuwarden Om als Luchtmachter in een Landmachtblad te schrijven, zal vanwege het operationele taalgebruik niet helemaal meevallen. Elk OpCo en elke discipline kent immers zijn eigen vaktaal, maar op uitnodiging van de hoofdredacteur ben ik die uitdaging aangegaan. Het begon met de uitnodiging van mij aan een aantal keyplayers, waaronder CLAS G6, om het Jaarlijks Oefen Programma van de CIS Vliegbases Leeuwarden/Volkel te komen bezoeken. Maar is een JOP CIS zo bijzonder om daar een bezoekersdag aan te wijden? Door de ervaring van afgelopen tijd vonden wij van wel. Leest en oordeelt u zelf.
Operation Unified Protector: binnen vijf dagen stond een F-16 detachement gereed op Decimomannu, Sardinië, inclusief ondersteuning van F-16 onderhoud, logistiek en CIS. Tot zover goed. Echter, voorafgaand aan de komst van het detachement werd een Site Survey (SiSu) gehouden en tijdens deze SiSu bleek het zeer lastig om een SitRep naar het OpCen (Hoofdkwartier CLSK) te sturen. Waarom? Tijdens een SiSu wordt een minimum (in aantal en volume) aan CISmiddelen meegenomen, waaronder de oude vertrouwde PNVX met hyperterminal voor secure comms en secure berichten. Het SiSu verslag wordt hiermee ook verstuurd en dat gaat prima, zolang het tekstdocumenten zonder foto´s betreft. Echter, de mannen van Ops voegen (terecht) veel foto´s toe aan dergelijke verslagen, waardoor hyperterminal over PNVX geen goede combinatie bleek. Tekortkoming nummer één voor de snelle inzet.
Van links naar rechts: Kolonel Verhallen (Staf CLSK Hoofd AIV), Commodore Mulder (Directeur Operaties CLSK) en kolonel Luyt (Commandant Vliegbasis Leeuwarden) krijgen uitleg over het lassen van fiber optic kabels tijdens JOP CIS “Falcon Spark” 2012.
De inzet van F-16´s vereist niet alleen goed onderhoud en materieel, maar ook goed getraind personeel. Dat een piloot zijn vaardigheden regelmatig moet trainen om current te blijven, is voor iedereen dan ook logisch. Een typische vliegeroefening, zoals Frisian Flag, betekent voor de piloten veel oefenen en wordt weliswaar door de CIS ondersteund, maar het is daarmee geen oefening voor de CIS. De systemen moeten werken en daar moet de vlieger-community op kunnen vertrouwen, waardoor de CIS geen tijd heeft voor testen en uitprobeersels. 34
Daarbij komt dat de dagelijkse werkzaamheden op een vliegveld teveel afwijken van de werkzaamheden zoals in het uitzendgebied en zo komt de CIS weinig toe aan het onderhouden van operationele vaardigheden.
Situatieschets
Eén van de verschillen tussen Luchtmacht en Landmacht is de snelheid waarmee het luchtwapen in korte tijd over een grote afstand kan worden ingezet. Een goed voorbeeld hiervan was de inzet tbv Libië met
Uitleg over het opzetten van de Swedish
INTERCOM 2012-3
systemen tijdig geprepareerd en op locatie gebracht konden worden. Echter, bij een snelle inzet zoals Sardinië, moet rekening worden gehouden met een aantal zaken: 1. de vliegbasis die als eerste gaat, is verantwoordelijk voor zijn eigen middelen en logistieke ondersteuning en daarmee dus ook voor de eigen CIS-middelen. 2. de Luchtmacht is sterk afhankelijk van het (NATO) ICC om een missie te kunnen vliegen en 3. de Luchtmacht is al vrij snel afhankelijk van MULAN, dus is TITAAN op zo’n korte termijn geen optie. Uiteraard zijn er nog meer aspecten aan te wijzen, maar dat zou te ver voeren voor dit artikel. Het voorgaande is aanleiding geweest om het Jaarlijks Oefen Programma CIS van beide F-16 vliegvelden, Leeuwarden en Volkel, drastisch anders aan te pakken. De systemen en middelen zijn immers aanwezig, hetzij op de vliegbases of in de pool van schaarse middelen binnen CLSK, maar de oplossing zat eenvoudig in de vertaling van het probleem naar de werkwijze met en de inzet van de huidige middelen. Door de JOP CIS te zien als een uitzending zoals op Decimomannu, Sardinië, worden alle aspecten van Site Survey (SiSu) tot redeployment beoefend. Niet het oefenen op alleen de MilSatCom, het TITAAN of de radio´s, maar integraal en effectief op de inzetfase afgestemd, waarna betreffend systeem bijvoorbeeld als backup systeem kan fungeren, maar laat ik bij het begin beginnen.
Jong geleerd, oud gedaan: het opzetten van de MilSatCom vergt de nodige ervaring.
Het andere optreden
Maar let op! Dit is slechts het begin, want zodra het detachement arriveert, moet er worden gevlogen en dan is er meer nodig. De F-16´s vliegen niet zonder een zgn Air Tasking Order (ATO) en een ATO wordt verkregen via het Integrated Command en Control (ICC) en dat (NATO) systeem hebben we niet zomaar op de plank liggen. Hulp bij de Italianen? Decimomannu is weliswaar een NATO vliegveld, maar ICC? De Italianen bleken hulpvaardig en ja, zij hebben een vorm van ICC, maar toen wij een USB-stick lieten zien bleek het systeem zo verouderd, dat dat geen optie bleek. De oplossing: de ATO´s laten overtypen, want die ATO´s zijn keihard nodig. Tekortkoming nummer twee voor de snelle inzet. Zoals geschetst was de voorbereidingstijd bijzonder kort en in die korte tijd kan TITAAN niet gereed worden gemaakt om op Sardinië in te zetten. Alle lof voor JCG Stroe, want daar werd alles op alles gezet om TITAAN zsm in te spoelen en gereed te maken voor inzet. Maar waarom zo´n haast dan, want er kan in het begin toch ook worden gewerkt zonder TITAAN? Dat is ten dele
INTERCOM 2012-3
waar, want de bedrijfsvoering ter plaatse kan met papier en telefoon ook worden gedaan. Echter, om een F-16 in de lucht te houden is onderhoud nodig en een deel van het onderhoud zit in het zgn IMDS: het onderhoudssysteem, waarin alle gegevens van de F-16 staan. Dit kan een paar dagen op papier worden bijgehouden, maar zal snel in het IMDS bijgehouden moeten worden om de luchtwaardigheid van de vliegtuigen niet in gevaar te brengen. Om van het IMDS gebruik te kunnen maken, zal het IMDS contact moeten maken met MULAN. Eén van de (tijdelijke) oplossingen is IMDS via de M4 en een IMDS-router, maar dat kost veel geld en zal dus zoveel mogelijk beperkt moeten worden. Maar moet er dan zoveel effort gestoken worden in TITAAN om het zo snel ter plekke te kunnen krijgen? Tekortkoming nummer drie voor de snelle inzet.
Train as you fight
Heeft de CIS van de Luchtmacht het dan al die jaren fout gedaan? Natuurlijk niet, maar de Luchtmacht heeft een andere wijze van optreden als het gaat om snelle inzet. Immers, een inzet zoals in Afghanistan was ruim van te voren gepland, waardoor te gebruiken
Zoals gezegd bleek tijdens de SiSu op Sardinië de behoefte aan het versturen van grote (gerubriceerde) bestanden van minimaal Stg Confidentieel. Hyperterminal laat icm de PNVX bijlagen toe tot een grootte van een paar honderd kB!, maar een document met een paar foto´s wordt al gauw enkele MB´s, waardoor een ander systeem nodig is. Door de inzet van de SeFex (Secure File Exchange) en het internet kan aan deze behoefte worden voldaan, terwijl voor het secure bellen de PNVX volstaat (nu Tiger XO), waardoor dit probleem is verholpen. Dan het probleem van de Air Tasking Orders. Dit is niet eenvoudig op te lossen, doordat dit een NATO systeem betreft, wat telkens bij de JCG aangevraagd moet worden. Een zgn ICC-box kan niet zondermeer op een vliegveld hot standby worden gezet, omdat deze aan een account vast zit en aan wiens account gaan we dit koppelen? Aan dit probleem wordt momenteel gewerkt, omdat ook de JCG en de MIVD dit probleem zien en er een oplossing moet komen. Als laatste directe probleem is er de koppeling met MULAN. Gelukkig heeft elke vliegbasis van de Luchtmacht de beschikking over een zgn Home Base Link (HBL) KLu box. Deze box bestaat reeds enige jaren en is des35
genomen om TITAAN in te spoelen. Zodra TITAAN in het inzet gebied wordt ingebracht kan worden overgegaan naar de sustainment fase en kan de HBL KLu box als backup voor TITAAN fungeren.
JOP CIS Falcon Spark 2012
Het zal geen verrassing zijn dat voor veel CIS-apparatuur een aparte opleiding nodig is. De opleiding is één ding, maar de ervaring is minstens zo belangrijk. En dat is nu één van de problemen van de Luchtmacht-CIS: de meeste apparatuur wordt wel in het uitzendgebied gebruikt, maar niet of nauwelijks op de vliegbasis. Dat klinkt wellicht vreemd, maar het werken op een vliegbasis is nu eenmaal anders dan in uitzendgebied. Een extra handicap is de schaarste van onze CIS-middelen: deze worden gebruikt op bijvoorbeeld Sardinië of worden door een andere vliegbasis gebruikt voor een oefening, waardoor trainen op de eigen vliegbasis wordt bemoeilijkt. Een oefening als de JOP CIS moet dan ook ruim van te voren worden gepland om de middelen op tijd bij elkaar te krijgen.
Het meest in het oog springend: de HBL KLu box (midden bovenop), met daaronder de Realitis (moveable) telefooncentrale. Uitloper C2VN en MDTN tentopstelling HBL KLu.
tijds als snel in te zetten alternatief voor TITAAN ontwikkeld. Het enige wat hoeft te gebeuren is JCG Stroe waarschuwen, het laden van de juiste crypto in beide TCE´s en de HBL KLu box is gereed voor inzet. Uiteraard kleven er nadelen aan deze box, want lokale harde schijven (anders dan die van de
laptops zelf) zijn niet aanwezig en wanneer de verbinding wegvalt kan er slechts beperkt worden doorgewerkt. Het grote voordeel zal inmiddels duidelijk zijn: de box is (vrijwel) direct in te zetten, het IMDS is daardoor snel te benaderen en tijdens de inzet met de HBL KLu box kan “rustig” de tijd worden
De JOP CIS was dit jaar een gezamenlijke inspanning van de vliegbases Volkel en Leeuwarden en werd gehouden op Marine Kazerne Erfprins in Den Helder. Niet bepaald een vliegveld, maar voldoende voor de CIS om te oefenen: voor beide partijen een onbekende locatie en alleen daardoor al geschikt voor een SiSu. De SiSu vindt een aantal weken voor de oefening plaats en de uitkomsten van de SiSu zijn bepalend voor de rest van de oefening. Tijdens de SiSu
Extra instructie op het MOTEL-systeem
36
INTERCOM 2012-3
Leiderschapstraining: ook aan teambuilding wordt (extra) gewerkt, weg van de gebaande paden.
wordt een SeFex meegenomen om een SitRep naar de thuisbasis te versturen. Om elke CIS’er van Volkel en Leeuwarden te laten trainen en oefenen zijn vier identieke weken gepland, waardoor zo’n 20 man per week de gelegenheid krijgen. En dan hetgeen waar het om draait: de JOP CIS, waarbij de oplossing voor de geschetste problemen even eenvoudig als doeltreffend is. De oefening is scenario-based, waarin een snelle inzet wordt nagebootst. Na aankomst op het oefenterrein wordt het kamp opgebouwd, maar de DetCo wil binnen vier uur een secure bericht (eerste SitRep) kunnen versturen en secure kunnen bellen. De rest van de eerste dag en de tweede dag zijn ervoor om de deployment na te bootsten,
waarbij oa de HBL KLu box wordt ingezet. De derde en vierde dag worden gebruikt om de sustainmentfase te bereiken, waarbij oa TITAAN wordt ingezet. Uiteraard vereist dit de nodige voorbereiding (TITAAN komt pas na enkele weken bij een snelle inzet), maar dat kan ook niet anders als het gehele scenario in één week doorlopen moet worden. Aan het einde van de week wordt alles weer zo ingepakt zoals het is aangeleverd, om zo de volgende club een identieke week te laten doorlopen.
Resultaten
U begrijpt dat dit geen rocket-science is, maar slechts nuchter kijken tegen de problemen en oplossingen zoeken met de middelen die beschikbaar zijn. Tijdens elke week
van de oefening is de donderdag bedoeld als bezoekersdag, waar oa de Directeur Operatien CLSK, maar ook beide commandanten van de vliegbases een bezoek hebben gebracht. Zij waren enthousiast over het onderkennen van de problemen en de wijze waarop deze zijn aangepakt, want zij zijn direct gebaat bij een goede (CIS) ondersteuning. Hebben we nu geoefend wat we wilden? Jawel, want we hebben veel aspecten verbeterd, maar het kan natuurlijk altijd beter. Elk aspect, van aanvraag van middelen en frequenties tot het beoefenen van de vaardigheden, zal onder de loep worden genomen en verbeterd waar nodig, maar door deze gewijzigde werkwijze zijn we beter voorbereid dan voorheen.
Het oefenterrein: De ‘veilige’ leeromgeving, niet bepaald een vliegveld, maar prima voor de JOP CIS.
INTERCOM 2012-3
37
HIGH SPEED INTERNET OVER DE NIEUWE KA-SAT SATELLIET De nieuwe KA-SAT satelliet van Eutelsat maakt het mogelijk om met lichtgewicht apparatuur in combinatie met gegarandeerde bandbreedtes tot 18 Mb snel internet te faciliteren in Europa, delen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten, alsmede Turkije. De KA-SAT is de nieuwe generatie satelliet technologie. De efficiënte spotbeams bieden hogere snelheden tegen interessante prijzen. De KA-SAT kan voor diverse doeleinden worden ingezet. Zo kunt u hoge kwaliteit video verbindingen maken voor live uitzendingen. Maar ook grote data files zijn snel overgestuurd. Daarnaast is de nieuwe KA-SAT uitermate geschikt voor internet toepassingen. De gebruiker kan zelf de gewenste satelliet capaciteit via een speciale internet portal 24 uur per dag boeken, zowel tijdelijk als voor langere perioden. Het satelliet concept is gebaseerd op een ‘payload’ met 82 spotbeams verbonden met een netwerk van 10 grondstations. Deze configuratie maakt het mogelijk om in totaal een capaciteit te krijgen van meer dan 70 Gbps. Met deze capaciteit is er ruim voldoende beschikbaarheid zodat van congestie voorlopig geen sprake al zijn. De KA-SAT biedt zowel een gegarandeerde bandbreedte als een variabele ‘shared’ bandbreedte. Afhankelijk van de toepassing kan voor één van deze services gekozen worden. De KA-SAT biedt een oplossing voor bijvoorbeeld tijdelijke oefeningen of voor een meer permanente invulling zoals welfare communicatie. De beschikbare lichtgewicht systemen maken het mogelijk om deze snel in te zetten. Er zijn zowel ‘fly away’ systemen beschikbaar alsook ‘drive away’ systemen. Wilt u de verbinding wat langer op een vaste plaats hebben, dan kunt u kiezen voor de vast te monteren systemen die bijzonder interessant geprijsd zijn maar wel dezelfde goede prestaties leveren.
Mrs. Joke Koek 2connect-IT P.O. Box 87 5500 AB Veldhoven The Netherlands T. +31 40 295 3001 E.
[email protected] www.2connect-IT.com 38
INFORMATIE Voor meer informatie over deze bijzonder efficiënte en kost effectieve systemen kunt u contact met ons opnemen door een email te sturen naar
[email protected] of te bellen naar 040 - 295 3001.
2connect-IT is ruim 12 jaar gespecialiseerd in satelliet communicatie systemen en is de ‘state-of-the-art’ satelliet applicaties leverancier voor klanten als het Ministerie van Defensie, Nederlandse en Belgische Media bedrijven, Hulporganisaties en Internationaal opererende ondernemingen. INTERCOM 2012-3
Doorontwikkelingen icms Majoor L.Y.T. Brus, Staf CLAS Afdeling IV&CIS, G6, Nationale Operaties Net als Defensie is de rest van de maatschappij steeds afhankelijker geworden van ICT-middelen om te kunnen functioneren, ook in het geval van een crisis. Maar juist in een dergelijke situatie is het niet altijd zeker of onze informatie- en telecommunicatiesystemen nog inzetbaar zijn, denk bijvoorbeeld aan een grote overstroming die gepaard zal gaan met het uitvallen van het elektriciteitsnetwerk. Het is dan ook nodig dat er een eigentijdse back-up faciliteit is. In dit artikel gaat majoor Lodewijk Brus, stafofficier Nationale Operaties, nader in op de doorontwikkeling van de TITAAN basismodules Intensivering Civiel Militaire Samenwerking of kortweg ICMS die deel uitmaken van 101 CIS bataljon.
Huidige opzet ICMSdetachementen
Defensie werkt al enige jaren samen met de civiele instanties als de veiligheidsregio’s, provincies en gemeenten onder de noemer van ICMS (Intensivering Civiel Militaire Samenwerking). Hierbij worden defensiecapaciteiten gegarandeerd om ter beschikking gesteld te worden aan die civiele instanties. Het is een breed pakket van mensen en middelen, zoals een noodhospitaal, blushelikopter, genie-capaciteit, stafcapaciteit et cetera. Eén van die gegarandeerde capaciteiten is de back-up voorzieningen voor ondersteuning van bestuurlijke en operationele centra die in de volksmond bekend staat als de ICMS-detachementen.
ICMS Peloton 101 CIS bataljon ONDERSTEUNT CIMIC oefening in centrum van Rotterdam Rotterdam was het podium voor de oefening BORCULO. Volgens het scenario van de oefening was door een overstroming van de Maas geen voedsel en drinkwater meer voorhanden. Tevens lag de infrastructuur en het openbaar bestuur plat. Het was de taak voor het CIMIC (Civiel Militaire Coöperatie) bataljon van de Koninklijke Landmacht om de Maasstad weer op de rails te krijgen. Van donderdag 11 tot en met zaterdag 13 oktober trokken de militairen in groepen van zes of zeven de stad in om op 22 verschillende locaties informatie te verzamelen die nodig was om de stad weer enigszins op orde te krijgen. De operatie was bedoeld voor beroepsmilitairen en reservisten van het 1 CIMIC Bataljon uit Apeldoorn. In uitzendgebieden werkt het bataljon samen met hulporganisaties, plaatselijke autoriteiten en de lokale bevolking om het getroffen gebied weer op te bouwen. Dan kan door te helpen
bij het bouwen van scholen of bruggen, maar ook bij het herstel van de rechtsorde en het bestuur. Aan de Parklaan werd een tentenkamp neergezet van waaruit de civiel-militaire operatie onder de naam Borculo werd geleid. Vanaf donderdag was er een module van het ICMS (Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking) peloton van 101 CIS (Communicatie- en Informatie Systemen) bataljon op deze locatie aanwezig om het CIMIC bataljon te ondersteunen in hun CIS middelen. Zij voorzagen op deze locatie de commandopost met alternatieve werkplekken en vergaderruimtes van laptops, telefoons, printers en beamers. Het ICMS peloton valt onder het 101 Communicatie en Informatie Systemen Bataljon te Garderen en heeft als taak om ten tijde van rampen of calamiteiten in Nederland een snelle inzet van netwerkfaciliteiten te garanderen. Een tweede groep, die standaard op 8 uur NTM staat, was donderdagnacht gealarmeerd om het CIMIC bataljon te kunnen voorzien van netwerkapparatuur en –ondersteuning op een vooruitgeschoven CP locatie.
In totaal zijn er drie detachementen, waarvan er één op 8 uur notice to move (NTM) staat en twee op 24 uur NTM. Deze detachementen worden geleverd door 101 CIS bataljon. Met een detachement kan op een willekeurige locatie in Nederland een LAN met server ontplooid worden, dat via een satellietverbinding gekoppeld wordt aan een WAN. Er zijn koppelingen met het telefoonnetwerk en met het internet. Een dergelijk detachement heeft zijn eigen energievoorziening en is daarmee onafhankelijk van de lokale elektriciteits- en telecommunicatievoorzieningen. Wanneer er een uitval is van ICT-infrastructuur kan een detachement naast een bestuurlijk centrum (bijvoorbeeld een veiligheidsregio) ontplooien. De staf van die veiligheidsregio beschikt dan over de basisvoorzieningen van een computer met MS-
INTERCOM 2012-3
ICMS rivieropstelling aan de Maas tijdens de oefening Borculo in Rotterdam
39
Office, een LAN, telefonie over IP en internet. Dit alles in een omgeving die zeer sterk lijkt op TITAAN, het framework waarop het ontwerp van de ICMS-detachementen gebaseerd is. Hiermee heeft die veiligheidsregio dan de regievoering weer in eigen handen.
Leren van opgedane ervaringen
De ICMS-detachementen staan al een aantal jaren paraat. In die tijd hebben ze allerlei ondersteuningen en oefeningen uitgevoerd. Uit de ervaringen van zowel de gebruikers als het ondersteunende personeel zijn een aantal punten naar voren gekomen: - Voor de gebruiker is de aangeboden omgeving, gebaseerd op TITAAN, niet duidelijk. - Er is een sterke behoefte om de data en programmatuur waarover de gebruiker in de normale situatie beschikt, te kunnen gebruiken. - Het kost relatief veel tijd en is soms lastig om op een willekeurige locatie een LAN met kabels te kunnen ontplooien. - Er is behoefte aan de mogelijkheid om een VPN-verbinding te kunnen opzetten, om zo telewerken mogelijk te maken. - Er is behoefte aan een koppeling met het Nationale Noodnet.
TEKORTKOMINGEN
Het huidige concept voor de inrichting van de ICMS-BAMs stamt uit 2006. Toentertijd was er nog geen praktijkervaring met het ICMS-concept. Ook was toentertijd de stand van (internet) technologie minder ver gevorderd dan nu. Uit verschillende oefeningen is een aantal zwakke punten van het huidige concept naar voren gekomen: - In de huidige opzet is gekozen voor het werken in een bepaalde structuur, analoog aan de wijze waarop TITAAN is ingericht. Hierbij moet iedere gebruiker met zijn account inloggen op de server (BAM) en zijn aan die account een aantal zaken zoals e-mailadres, mappenstructuur etc. gekoppeld. In de praktijk is gebleken dat gebruikers moeite hebben om hiermee te werken. Dit komt omdat deze structuur niet op maat gemaakt is, maar volgens een generiek model. Het is immers van te voren onbekend waar een ICMS-BAM ingezet gaat worden en het aanmaken van een
40
Een aantal van deze punten is het directe gevolg van de keuze om de huidige architectuur te baseren op TITAAN. Zo is het van te voren onmogelijk te bepalen welke organisatie er ondersteund zal gaan worden. De inrichting van de informatievoorziening (User Provisioning List/Data) is dus zeer generiek opgezet. Hierdoor is maatwerk niet mogelijk en krijgt een gebruiker bijvoorbeeld een e-mailadres dat geen relatie heeft met zijn functie. Het ICMS-compartiment vormt verder een eigen ‘TITAAN-eilandje’. Er zijn wel koppelingen met het publieke telefoonnetwerk en het internet, maar omdat er nog altijd met TITAAN-werkstations binnen een TITAAN-LAN gewerkt wordt, zijn de mogelijkheden om andere dingen te doen dan bellen, tekstverwerken, een e-mail versturen of een internetpagina bekijken beperkt. Wanneer een gemeente elders een back-up locatie voor zijn netwerk opgezet heeft kan daar geen gebruik van worden gemaakt.
Een nieuwe opzet
Door de opgedane ervaringen te evalueren en dankzij nieuwe ontwikkelingen op het gebied van ICT is er een andere wijze van inrichten van de ICMS-detachementen voorzien. Hierbij draait de TITAAN-architectuur nog wel op de achtergrond, maar gaat het ICMS-detachement voor de gebruiker als een Internet Service Provider (ISP) functioneren. De gebruiker krijgt een gewone laptop en een aansluiting op het internet. Dit is voor hem een zeer bekende omspecifieke structuur te veel tijd kost bij een plotselinge inzet.
geving waarmee hij meteen aan de slag kan gaan. De telefoniefunctie blijft ongewijzigd. De nieuwe opzet biedt een aantal mogelijkheden die de functionaliteit sterk verhogen: - Er wordt een WIFI-netwerk uitgebracht. Hierdoor kan veel sneller ontplooid worden en zijn er ook minder belemmeringen door de infrastructuur van het gebouw. - Het wordt toegestaan en mogelijk om eigen apparatuur aan te sluiten (Bring Your Own Device, BYOD). Zo kan programmatuur en data meteen weer gebruikt worden. Dit verhoogt de functionaliteit enorm. - Het wordt mogelijk om een VPN-verbinding vanuit het ICMS-LAN te maken naar een eventuele back-up locatie. - Er wordt niet meer met een vaste en generieke UPL-UPD gewerkt, maar gebruikersprofielen en e-mailadressen worden ter plaatse, aangepast aan de klant, gemaakt. - Er wordt een koppeling naar het Nationale Noodnet opgezet. Het resultaat is dus een meer open en flexibel systeem, dat de gebruikers veel meer mogelijkheden biedt en beter aansluit bij zijn verwachtingen. Hiervoor worden op het gebied van veiligheid een paar concessies gedaan. Zo brengt het laten aansluiten van eigen apparatuur natuurlijk onvermijdelijk risico’s met zich mee. Het gaat erom bewust met deze risico’s om te gaan en ter plaatse te beslissen wat verantwoord is.
- Ook al wordt een functionerende ICTomgeving aangeboden, men beschikt niet over de data (gegevens) waarmee normaal gesproken gewerkt wordt. Deze data bevindt zich immers niet op de BAM. Het is ook niet mogelijk een eigen laptop op het systeem aan te sluiten waarop eventuele data zou kunnen staan. Ook is er maar een beperkt aantal applicaties (programma’s) aanwezig op de BAM. Een specifieke applicatie die in gebruik is bij gemeente X kan dus niet gebruikt worden.
Uitvoeren van het plan
Het gevolg van bovengenoemde zwakke punten is dat Defensie een systeem aanbiedt dat eenmaal uitgerold niet helemaal aan de verwachtingen van de gebruikers voldoet. Tijdens oefeningen leidt dit vaak tot het blijven gebruiken van de organiek aanwezige systemen. Tijdens daadwerkelijke inzet kan dit leiden tot frustratie en een minder effectief gebruik van het systeem.
Na vijf jaar ervaring met het optreden van de ICMS-BAMs en door nieuwe ontwikkelingen op het gebied van ICT is duidelijk geworden dat de huidige opzet van het systeem op eenvoudige wijze verbeterd kan worden. Door de generieke ICMS gebruikersindeling geheel te laten vervallen en in plaats daarvan eenvoudigweg internet aan te bieden binnen het LAN ontstaat er voor de gebruikers een veel transparantere werkomgeving. Ook biedt dit de mogelijkheid om
Onlangs (september 2012) heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie, dat de ICMSdetachementen financiert, toestemming gegeven om het voorgestelde verbeterplan uit te voeren. Voor eind 2012 moeten de ICMS-detachementen op de nieuwe manier ingericht zijn. Vanaf dat moment krijgt de klant, wie dat ook mag zijn, de beschikking over een flexibel en gebruikersvriendelijk systeem dat nog beter aansluit bij de behoeften anno 2012.
SAMENVATTEND
INTERCOM 2012-3
essentiële gegevens en software te gebruiken, die in de huidige opzet niet bereikbaar zijn. In de nieuwe opzet wordt eigenlijk het hele TITAAN-concept boven netwerkniveau niet meer gebruikt. Door allerlei veiligheidsbeperkingen is TITAAN weliswaar robuust en informatieveilig, maar ook weinig flexibel. Voor de omgeving waarin de ICMSBAMs ingezet worden is die flexibiliteit
echter zeer belangrijk en daarom moet er opnieuw nagedacht worden over de balans tussen veiligheid en functionaliteit, waarbij het opportuun lijkt om deze in de richting van functionaliteit te verschuiven. Ook zijn er een aantal verdere verbeteringen mogelijk, al dan niet samenhangend met het loslaten van de generieke gebruikersindeling. Dit zijn het openstellen van het netwerk voor andere applicaties, het realiseren van
AANDACHTSPUNTEN
ook dat ongeautoriseerde software malware in het systeem brengt of dat deze in combinatie met aanwezige programmatuur het systeem laat crashen. Ook hier kan de afweging tussen functionaliteit en veiligheid opnieuw gemaakt worden.
Telefonie Naast de functionaliteit van het computernetwerk is de functionaliteit (VOIP)-telefonie even belangrijk. Op dit moment wordt gebruik gemaakt van de callmanager, aanwezig op de lokale BAM, om telefonie mogelijk te maken. Omdat deze call-manager geconfigureerd moet zijn is dit systeem niet optimaal flexibel en al ook niet eenvoudig uit te breiden. Overwogen moet worden om de callmanagers op de HBS standaard te gebruiken en de callmanager op de BAM als fail-over in te richten.
SDNO Het Staf Detachement Nationale Operaties (SDNO) maakt ook gebruik van een ICMSBAM voor zijn ICT-infrastructuur. Een essentieel verschil tussen deze werkwijze en die van de ICMS-BAMs in de ICMS-setting is dat de organisatiestructuur van het SDNO wel vaststaat en dat deze voor de gebruikers wel helder is. Ook worden er door het SDNO applicaties gebruikt die tot TITAAN behoren, zoals ATHENA en ISIS. Iedere ICMS-BAM moet dus nog steeds de mogelijkheid hebben om als SDNO-BAM te functioneren. Ook moeten de werkstations nog steeds bruikbaar zijn binnen de SDNOconfiguratie, waar ATHENA en ISIS als applicaties aanwezig moeten zijn.
Wanneer de ICMS-BAMs volgens bovenstaand concept ingericht gaan worden zijn er een aantal mogelijkheden en aandachtspunten die nog verdere uitwerking behoeven:
SharePoint Er is al een test gehouden met web mail, deze was succesvol. Voor het gebruiken van een gedeelde netwerkomgeving is het mogelijk de applicatie SharePoint te gebruiken. Het functioneren van deze applicatie binnen TITAAN moet nog onderzocht worden. Veiligheidsaspecten Op dit moment is het niet toegestaan maar wel mogelijk om een eigen laptop op de ICMS-BAM aan te sluiten. Zoals al gezegd biedt het aansluiten van eigen apparaten veel mogelijkheden. Risico’s hiervan zijn onder meer het binnenhalen van malware (virussen etc.) en het verstoren van de werking van de servers. Aangezien ICMS een domein (compartiment) is dat volledig los staat van het operationele TITAAN en in de nieuwe opzet (via de firewall) rechtstreeks gekoppeld is aan internet kan de afweging gemaakt worden tussen functionaliteit en veiligheid om niet-militaire eigen apparatuur toch aan te sluiten. Het risico kan – deels– ondervangen worden door een antivirus-applicatie aan te bieden via de HBS. Ook mogen er niet zomaar applicaties geïnstalleerd worden op de gebruikte werkstations of op de BAM-server. Dit voorkomt
INTERCOM 2012-3
Back-up van informatie voor civiele actiecentra Zoals vermeld is het met de nieuwe setting in principe mogelijk om remote in te loggen op de bedrijfsservers van de te ondersteunen actiecentra. Hiervoor is het natuurlijk wel noodzakelijk dat een functionaris over de middelen hiervoor beschikt. Ook moet een dergelijk actiecentrum waarborgen dat er een server, die toegang biedt via de telestick, beschikbaar is. Als de primaire server in het rampgebied staat en dus uitgevallen is moet er uiteraard elders wel een back-up gerealiseerd zijn! Door deze nieuwe mogelijkheid onder de aandacht te brengen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt zij in positie gebracht een afweging maken om in een dergelijke back-up te investeren. Website Een eenvoudige manier om de functionaliteit van de back-up voorziening te vergroten is het opzetten van een website waarop actuele informatie te vinden is voor zowel de gebruikers van de voorziening als de buitenwereld (het internet). Denk hier bijvoor-
het LAN op WIFI-basis (draadloos), het opzetten van een website en het mogelijk maken van snelle uitbreiding van het aantal beschikbare BAMs. De traditionele en starre TITAAN-structuur wordt deels losgelaten en vervangen door een meer flexibele en duidelijkere structuur die veel meer overeenkomt met de wijze waarop het internet is ingericht.
beeld aan een telefoonlijst met de nummers van de op de voorziening aangesloten gebruikers. Deze website zou opgezet kunnen worden met behulp van een Content Management System (CMS), waardoor deze op eenvoudige wijze beheerd kan worden door het personeel van de BAM. Overigens staat realisatie van een dergelijke website los van het aanpassen van de structuur. Op dit moment is het CMS-systeem WISE al opgenomen in de configuratie van de ICMSBAM. WIFI Op dit moment wordt het LAN uitgerold met behulp van kabels. Dit is een vrij tijdrovend proces en ook niet op iedere locatie even gemakkelijk te realiseren. Het is mogelijk om een LAN grotendeels draadloos te realiseren met behulp van WIFI. De benodigde investering hiervoor is heel gering en is van dezelfde ordegrootte als de kosten aan het verknippen van kabels benodigd voor het enkele malen installeren van een LAN op kabelbasis. Er is op beperkte schaal getest of WIFI werkte binnen de ICMSconfiguratie. Een uitgebreide test, met meerdere wireless access-points (WAP), moet nog plaatsvinden. Mogelijkheden tot uitbreiding Defensie garandeert de inzet van 3 ICMSBAMs. Deze staan dan ook altijd paraat voor inzet. De eenheid die de ICMS-BAMs in de bewapening heeft beschikt echter over een veel groter aantal BAMs; deze zijn echter geconfigureerd om ingezet te worden als netwerk voor militaire eenheden en kunnen niet op korte termijn omgezet worden tot ICMS-BAM. Er zijn echter scenario’s denkbaar waarin dit zeer wenselijk zou zijn. Er zijn mogelijkheden om dit te realiseren tegen zeer lage kosten. Bij uitvoering zou dan een eerste –gegarandeerde– batch van 3 BAMs binnen de gestelde NTM van 24 uur beschikbaar komen en een eventuele tweede batch na bijvoorbeeld 48 uur.
BRONNEN:
Commandant ICMS peloton 101 CIS bataljon elnt Anneloes de Geest
41
Visualize your next move
Ook geschikt voor apps diz multitouch tables • Verkrijgbaar in grotere maten tot 65” • Overlays met 2 tot 32 touches • Leverbaar met High-Bright daglicht-monitoren • Mobiel en flexibel inzetbaar
tel. (079) 362 40 40
[email protected] www.diz.nl
ICMS Detachement 101 CIS bataljon aan de Maas tijdens de oefening Borculo in Rotterdam
Veiligheidsregio’s onvoldoende klaar voor uitval ICT/elektriciteit
Veiligheidsregio’s zijn zich onvoldoende bewust van de mogelijke gevolgen van de uitval van ICT en elektriciteit. Continuïteitsplannen ontbreken vaak nog. Veiligheidsregio’s zijn zich onvoldoende bewust van de mogelijke gevolgen van de uitval van ICT en elektriciteit. Continuïteitsplannen ontbreken vaak nog, blijkt uit een inventarisatie. Het risicobewustzijn moet omhoog, vindt minister Opstelten.
C2000
Minister Opstelten heeft de Inspectie V en J onderzoek laten doen naar de storing die zich een jaar geleden voordeed in het telecomknooppunt in de Waalhaven in Rotterdam. Daarbij vielen allerlei cruciale verbindingen uit, waaronder die van C2000 (het communicatiesysteem van politie en brandweer) en het 112-systeem. Vier veiligheidsregio’s ondervonden de gevolgen; brandmeldinstallaties werkten niet en delen van het Nationaal Noodnet vielen uit. De gevolgen vielen mee om dat het euvel zich ‘s nachts voordeed. KPN en de veiligheidsregio’s hebben wel adequaat gereageerd, maar zouden toch veel beter voorbereid moeten zijn op dergelijke situaties.
INTERCOM 2012-3
BEsef
Minister Opstelten meldt de Kamer dat de betreffende veiligheidsregio’s zich wel bewust zijn van het belang van continuïteitsmanagement voor hun verzorgingsgebied, “maar dat zij zich slechts ten dele beseffen dat de uitval van communicatievoorzieningen zodanig grootschalig kan zijn, dat operationele hulpdiensten en andere vitale en/ of maatschappelijke organisaties hun taken niet meer naar behoren kunnen uitvoeren.” Drie van de vier regio’s zijn wel bezig met het opstellen van continuïteitsplannen.
Plan
Opstelten heeft het Wetenschappelijk Onderzoeksen Documentatiecentrum (WODC) ook onderzoek laten doen naar dergelijke plannen bij organisaties in het openbaar bestuur en in de sector openbare orde en veiligheid (OOV). Tachtig procent van de organisaties in die sectoren had eind 2011 een continuïteitsplan voor uitval van ICT/elektriciteit moeten hebben, zo wilde het kabinet. Maar in werkelijkheid blijkt dat inmiddels nog maar 19 procent te zijn. Met de kanttekening dat ruim de helft het dit jaar wel voor elkaar wil krijgen. Gebrek aan tijd en capaciteit is de meest genoemde reden voor de omissie.
Bewustzijn
Opstelten vindt dat het risicobewustzijn nog lang niet hoog genoeg is. Provincies en waterschappen nemen hun verantwoordelijkheid, maar gemeenten kunnen nog veel verbeteren. De grootste slag moet echter gemaakt worden door de politieregio’s en - nog meer - de veiligheidsregio’s. Die laatsten moeten continuïteitsmanagement als belangrijk onderdeel van hun bedrijfsvoering zien, aldus Opstelten. Hij wil daarover in gesprek met het Veiligheidsberaad.
Zeeland
De Veiligheidsregio Zeeland stelt naar aanleiding van het onderzoek al over voldoende backup-systemen te beschikken om uitval van de standaard telefoonverbinding in crisissituaties te kunnen opvangen. De storing leidde destijds in Zeeland tot problemen met de communicatie tussen de meldkamer en de ziekenhuizen. Maar mobiele telefoon, mobilofoon, portofoon of het nationale noodnet bieden altijd uitkomst, aldus de VRZ.
BRONNEN:
- http://www.binnenlandsbestuur.nl/ digitaal-besturen/ - de heer Freek Blankena
43
De nieuwe School Verbindingsdienst ‘Vakmanschap op alle fronten’ Defensie en daarmee ook de Koninklijke Landmacht gaan op de schop. De reorganisatie van de Koninklijke Landmacht laat geen eenheid onberoerd en ook de School Verbindingsdienst staat aan de vooravond van een transformatie. In dit artikel staat Commandant School Verbindingsdienst, lkol Jaap de Feiter, uitgebreid stil bij die transformatie, waarbij binnen de opgedragen taakstellende bezuinigingen ook ruimte is gecreëerd voor slimme verbeteringen en doordachte aanpassingen.
Inleiding
Uiteraard ontkomt de SVBDD ook niet aan de reorganisaties en bezuinigingen. Het is een ingrijpende reorganisatie, waarbij ook de SVBDD flink geraakt wordt. De kunst is om straks met de nieuwe SVBDD de juiste dingen goed te blijven doen. Het herstel van het juiste evenwicht tussen de kwaliteit (in het kader van de Numerus Fixus) en kwantiteit (reducties) zal ook na 1 maart 2013 nog de nodige inspanning vergen. Maar met de ingezette weg blijft er een SVBDD bestaan die een cruciale rol blijft vervullen bij het tijdig gereed stellen van onze operationele eenheden. In dit artikel wil ik op hoofdlijnen een beeld schetsen van de nieuwe organisatie van de SVBDD. Het artikel is vooral bedoeld om personeel van ons Wapen nader te informeren over de komende veranderingen. Ik ga niet terugkijken op hoe het was, maar de focus ligt echt op de taken van de SVBDD en de organisatie zoals die per 1 maart 2013 moet staan. De opdracht voor de SVBDD is om de behoefte aan opleidingen, trainingsondersteuning en kennisproductie in te vullen, zodat de eenheden van CLAS (of andere krijgsmachtdelen) tijdig gereed gesteld kunnen worden voor operationele inzet. In dit artikel wil ik eerst kort ingaan op de factoren van invloed die vanuit diverse studies richting hebben gegeven aan deze reorganisatie. Een reorganisatie biedt ook weer ‘kansen’ zoals dat heet, om zaken beter te organiseren en in te richten. Ik noem dat in dit artikel ‘reparaties’, waarbij ik ook kort in ga op ambities voor de toekomst. Daarna beschrijf ik de organisatie van de SVBDD op hoofdlijnen aan de hand van de belangrijkste processen , met name Command & Control, Opleidingen, Trainingsondersteuning en Kennisproductie.
Factoren van invloed
Opgedragen reducties De SVBDD loopt mee in de reorganisatie van de hogere eenheid, in dit geval het OTCMAN. Het OTCMAN is in deze reorganisatie van 714 naar 512 gereduceerd. En 44
daar moet ook de SVBDD naar ratio aan bijdragen. De SVBDD bestaat nu uit 98 VTE’n en een tijdelijke organisatie ten behoeve van de Beroeps Praktijk Vorming ICT (BPV ICT) van 16 VTE’n. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een School VBDD van 93 VTE’n, inclusief de inbedding van de BPV ICT. Een reductie van 111 naar 93 lijkt mee te vallen, maar het takenpakket van de BPV ICT is er wel bijgekomen. Behalve de reductie in aantal, heeft er ook een verschuiving in de verdeling van rangen plaatsgevonden. Verkorting van de VTO KMS De opgelegde reductie moest opgevangen worden door het terugdringen van het ‘niet beschikbaar op functie zijn’ van kaderleden. Dat kon onder andere teruggedrongen worden door een verkorting van de vaktechnische opleidingen voor de aspirant onderofficieren. Voor de VBDD heeft dit geleid tot een verkorting van bijna 50%, namelijk van 40 weken naar ca. 23 weken. Dit kan onder andere omdat het instroomniveau voor de VBDD op MBO III ICT is bepaald, waardoor de aspirant onderofficieren al met een gedegen ICT kennis binnenkomen. De praktijk blijkt lastiger en vraagt steeds vaker om individueel maatwerk. Opleidingen ‘just in time, just enough’ Het mag duidelijk zijn dat we niet meer alle kennis kunnen overdragen in de VTO. Bovendien zal naast vorming, ook de mentale en de fysieke component, meer aandacht krijgen. Het uitgangspunt is dat men kennis krijgt aangereikt op het moment dat die ook echt nodig is. Dit zal leiden tot frequenter terugkomen naar de SVBDD voor een benodigde functieopleiding of loopbaanopleiding, of het aftoetsen van de elders vergaarde kennis. Grofweg kan gesteld worden dat bij functiewisseling mogelijk een terugkeermoment gepland moet worden waarbij de meest recente informatie en kennis kan worden overgedragen. Opleidingen maximaal ‘paars tenzij’ Hoewel de SVBDD volledig binnen het CLAS domein in de organisatie zit, worden naar behoefte opleidingen verzorgt voor alle
krijgsmachtdelen. Die prioriteitstelling gebeurt op een hoger niveau in de organisatie. Een aantal opleidingen worden standaard al helemaal ‘paars’ aangeboden, bijvoorbeeld Cryptobeheer Defensie. Als gevolg van de investeringen in het kader van ‘Networked Enabled Capabilities’ ligt het in de lijn der verwachting dat meer en meer opleidingen ‘paars’ aangeboden gaan worden. Als er immers één vakgebied paars is, dan is dat wel ons vakgebied. Uiteindelijk zal dit zeker leiden tot een noodzakelijke aanvulling van instructiecapaciteit vanuit de andere krijgsmachtdelen. Streven naar gecertificeerde opleidingen Een baan bij Defensie is tegenwoordig geen baan voor het leven meer. De nieuwe generaties onderofficieren en officieren zijn zich daar uitermate bewust van en denken ook na over een toekomst buiten defensie. Tegelijkertijd zien we de ontwikkeling dat onze verbindingssystemen bijna volledig in de pas lopen met civiele standaarden. Beide ontwikkelingen leiden ertoe dat we in toenemende mate ook opleidingen verzorgen die een mate van civiele certificering mogelijk maken. Denk daarbij aan de opleidingen voor TITAAN die gebaseerd zijn op de CISCO-standaarden. Maar ook aan de gecertificeerde opleidingen van Diamond Kimberlit ten behoeve van precisie- glasvezelconnectoren (‘glasvezel lassen’). Deze ontwikkelingen moeten we in de toekomst verder uitbouwen, omdat dit van belang is voor ons personeel en er een wervend karakter van uit gaat. De SVBDD is nu een Erkend Leerbedrijf voor de MBO ICT opleidingen. Ook dit is van belang om in nauwe samenwerking met de diverse ROCa de juiste kwaliteit te bieden. Op deze manier hebben we ook rechtstreeks invloed op de kwaliteit van onze toekomstige manschappen en onderofficieren die vanuit de MBO-opleiding Veiligheid en Vakmanschap onze organisatie binnenstromen. De erkenning als Erkend Leerbedrijf is een mooie prestatie en brengt zeker voordelen mee. Dit geeft de mogelijkheid om namens het ministerie van Onderwijs invulling te geven aan wettelijk erkende MBO II en MBO III praktijkweken. Prima voor de werving en goed voor een stevig fundament voor de SVBDD. Maar het brengt ook verplichtingen met zich mee. De SVBDD moet gaan investeren in ‘assessoren’, die de Proeve van Bekwaamheid aan het einde van de opleiding aan het ROC moeten beoordelen. Het gaat
INTERCOM 2012-3
hier immers om het invullen van een wettelijke verplichting. Om de juiste praktijkhandelingen te laten verrichten zijn vaak schaarse onderwijsleermiddelen nodig, die geleverd moeten worden door de operationele VBDD eenheden. Het komt nog (te) vaak voor dat de prioriteit voor het toewijzen van deze middelen gaat naar oefeningen van eenheden. De ROC leerlingen krijgen dan een alternatief programma, maar daarmee voldoen we niet aan de gemaakte afspraken met de Regionale Opleidings Centra. Ook na de reorganisatie zal dit een punt van zorg en aandacht blijven. Competentiegericht opleiden De SVBDD gaat over naar het nieuwe innovatieve onderwijsmodel waarvoor de landmacht heeft gekozen. Leerlingen gaan daarin van het deelnemen aan lessen met leerdoelen naar het zelfstandig uitvoeren van leertaken met realistische praktijksituaties. Opleidingsmodules en cursussen die zich nu richten op geïsoleerde aspecten van ons werk zullen verdwijnen. De inhoud ervan zal opgaan in leertaken waarin alle werkzaamheden uit de praktijk geïntegreerd worden aangeboden. Deze integrale werkzaamheden zullen voor alle categorieën uitgewerkt zijn in kerntaken en werkprocessen. In elke leertaak staan kerntaken en werkprocessen centraal, waarvan is gebleken dat zij in de praktijk de rode draad vormen. Generieke competenties zijn daarbij het fundament waarop leerlingen gedrag bevorderen om te komen tot vereist gedrag voor succesvolle taakuitvoering. De instructeurs gaan van instrueren naar begeleiden. Kennisoverdracht verplaatst naar de achtergrond en het leerproces van de leerling treedt naar voren. De instructeurs zullen optimaal hun didactische rugzak moeten uitbuiten om maximaal maatwerk per leerling te leveren. Ook zal doorlopend afstemming met planners en collega’s plaatsvinden om flexibel aan de dynamische leerbehoeftes van individuele leerlingen te voldoen. Het observeren van en coachen op competenties zal domineren over het toepassen van kerngedragingen. Onderwijsdocumenten zullen niet langer voorschrijven hoe het exact moet, maar per leertaak beschrijven welke mogelijkheden welke meerwaarde hebben. Verschuiving van opleidingen naar de operationele eenheden De Verbindingsdienst heeft dit een aantal jaren geleden al als één van de weinige organisatiedelen doorgevoerd (onder de naam H2IOT). In het kort betekent dit dat de SVBDD de kaderleden opleidt, die vervolgens hun eigen manschappen opleiden bij de eigen eenheid en met de eigen middelen. De SVBDD zal altijd maatwerk blijven leveren voor soldaten/korporaals in het kader van missiegerichte opleidingen of complexe systemen.
INTERCOM 2012-3
Inbedden van de Beroeps Praktijk Vorming Een aantal jaren geleden is ervoor gekozen om de praktijkopleidingen voor de leerlingen van de Beroeps Praktijk Vorming in het kader van Veiligheid en Vakmanschap te borgen in de SVBDD. In 2011 is daar een tijdelijke organisatie voor opgericht van 13 VTE’n. Dit BPVost-peloton is wegens gebrek aan infra in Amersfoort, tijdelijk in de Harskamp ondergebracht. Wekelijks zijn hier leerlingen van diverse ROCa aanwezig die de praktijkopleidingen voor Veiligheid en Vakmanschap op MBO II en MBO III niveau volgen. Het aantal leerlingen kan oplopen tot max 70 per week, afkomstig uit twee verschillende opleidingsjaren. Deze tijdelijke organisatie ten behoeve van de Beroeps Praktijk Vorming van 13 VTE’n is onlangs opgehoogd naar 16 VTE’n en wordt eind 2012 structureel ondergebracht in de SVBDD op locatie Amersfoort. De BPVOstgp maakt dus deel uit van de 93 VTE’n.
Reparaties
Primaire taken centraal Ondanks alle ingrijpende gevolgen van de reorganisatie, willen we gelijktijdige een aantal zaken rechtzetten zie na de vorige reorganisatie als een tekortkoming zijn ervaren. Op dit moment kent de SVBDD één opleidingspeloton van ca. 65 VTE’n. Om de beschikbare kennis en ervaring goed in te zetten is hier in de loop van de tijd toch weer een hiërarchie in ontstaan. Het gevolg daarvan is dat kaderleden als ‘clusterhoofd’ ingezet worden en niet op hun primaire taken: lesgeven, trainingsondersteuning en kennisproductie. Met de reorganisatie gaan we naar twee kleinere opleidingspelotons waarin de primaire taak centraal komt te staan. Flexibiliteit Er is nooit voldoende capaciteit aanwezig geweest binnen de SVBDD om structureel aan trainingsondersteuning te doen voor de eigen verbindingsdiensteenheden. Trainingsondersteuning was – vaak noodgedwongen – ondergeschikt aan de opleidingsopdracht vanuit OTCO. In de nieuwe SVBDD is de benodigde personele capaciteit die nodig is voor de uivoering van de opleidingsopdracht opgehoogd met 6 VTE’n. Met andere woorden, in theorie kan de SVBDD continue 6 mensen inzetten ten behoeve van trainingsondersteuning bij de operationele eenheden. Dat zijn dus niet altijd dezelfde mensen, en deze inzet staat los van de inzet van het OIT-detachement. Meer ruimte voor loopbaanopleidingen Door de verkorting op de initiële opleiding voor de onderofficieren worden de terugkeermomenten naar de SVBDD belangrijk. Niet alleen voor de benodigde functieopleidingen (just in time, just enough), maar vooral ook de loopbaanopleidingen. Met de reorganisatie wordt het mogelijk gemaakt om te investeren in Primaire – en Secun-
daire Vorming Onderofficieren. Deze worden opnieuw ontwikkeld, maar het is nu al duidelijk dat beide cursussen in lengte gaan toenemen van ca. 7 dagen naar ca. 4 weken. Na de vorige reorganisatie is er geen invulling meer gegeven aan de Primaire – en Secundaire Vorming voor officieren. In een reparatieslag is de S6 cursus ontwikkeld voor personeel werkzaam binnen een sectie 6. Met deze reorganisatie komt weer capaciteit beschikbaar om vanaf 2013 invulling te gaan geven aan de Primaire Vorming voor officieren. Deze cursus zal ongeveer 3 weken gaan duren. Tegelijkertijd zal de Secundaire Vorming worden ontwikkeld en vanaf 2014 weer worden gegeven. Uitbreiding Onderwijs Leer Middelen (OLM) De SVBDD beschikt over een aantal unieke leslokalen. Maar voor een groot aantal opleidingen, met name de opleidingen voor de KMA/VTO, KMS/VTO en de Beroeps Praktijk Vorming, zijn aanvullende middelen nodig. Dit materieel en personeel wordt dan geleverd vanuit de operationele eenheden. Dit legt een enorme druk op de eenheden, die al moeite hebben alle operaties en oefeningen af te steunen. De reorganisatie maakt een herziening van de indeling van verbindingsmateriaal noodzakelijk. De OLM van de SVBDD worden uitgebreid met 2 x Army II, 2 x Army V en 1 x servervoertuig (MB 10 kN) afkomstig van 101 CISBat. Hiermee kan de SVBDD de pieken opvangen in tijden dat de eenheden geen capaciteit beschikbaar hebben. Centralisatie van de logistieke processen Het OTMAN kent een Logistieke Compagnie. Binnen deze compagnie komt onder ander een Instructie Ondersteunende Groep SVBDD. Deze groep bestaat uit 4 VTE’n en krijgen fysiek een werkplek in de SVBDD. Door aan te sluiten op de logistieke ondersteuning van het gehele OTCMAN geeft dat voor de SVBDD meer flexibiliteit in tijden van schaarste of prioriteitstellingen.
Command and Control
De SVBDD heeft een grote mate van zelfstandigheid en beschikt over uitvoerende capaciteiten op de gebieden Opleidingen, Trainingsondersteuning en Kennisproductie. Alle randvoorwaarden worden ingevuld vanuit de Stafgroep. De daadwerkelijke aansturing gebeurt vanuit de commandogroep. Commandogroep C-SVBDD is tevens C-Regiment Verbindingstroepen. Voor beide functies wordt de commandant bijgestaan door een adjudant. De Schooladjudant is een Stafadjudant (MD traject) die vooral het domein van de onderofficier bewaakt en inhoud geeft aan de (verdere) vorming van alle onderofficieren werkzaam op de SVBDD. Hij is belast met het 45
Lkol/maj/kap/lnt/aoo/sm/sgt/s10/s8/s6 2/5/7/2/16/18/37/3/1/2
Versie 18 juli 2012 Maj/adj/sm/sgt/s10/s8/s6 1/2/2/2/1/1/2
Lkol/adj 1/2
Adj/sm/sgt/s8/ 1/2/2/1
Kap/sm 1/1 Maj/aoo 1/1
Maj/aoo 1/1 Aoo/sm/sgt 1/1/7
Kap/aoo/sm/ sgt/s10 1/3/7/13/2
Kap/lnt/aoo/sm 1/1/2/1
Kap/aoo/sm/sgt 1/1/2/4
Lkol/maj/kap/ aoo/sm 1/2/2/3/1
Kap/lnt/sm/sgt 1/1/3/11
1
Lkol/maj/kap/lnt/aoo/sm 1/2/3/1/5/2
Koninklijke Landmacht
INTERN GEBRUIK DEFENSIE
Maj/kap/aoo/ sm/sgt/s10 1/2/5/9/17/2
Maj/kap/lnt/aoo/sm/sgt 1/2/1/2/5/18
Organogrammen OTCMan
Organogram School Verbindingsdienst
adviseren, assisteren van de commandant SVBDD in een breed scala van zaken. Hij levert een bijdrage aan de borging van de kwaliteit van de onderofficieren van de VBDD in het algemeen en die van de SVBDD in het bijzonder. Hij treedt op als vertegenwoordiger van de onderofficieren van de VBDD in diverse overlegfora. De Regimentsadjudant ondersteunt de Regimentscommandant (RC) bij al zijn taken en verantwoordelijkheden in het kader van Veteranenzorg, Herdenken, Gedenken, Traditiebeleving en Saamhorigheid. Hij vertegenwoordigt de RC bij vele gebeurtenissen in het kader van Vreugde, Verdriet en Rouw en is het aanspreekpunt voor het Regiment. De administratieve ondersteuning voor de taken van het Regiment worden in de normale ‘commandantenlijn’ belegd. Deze steun wordt geleverd vanuit de Stafgroep van de SVBDD Stafgroep De SVBDD krijgt een Stafgroep, waarin alle taken in het kader van de bedrijfsvoering zijn ondergebracht. De belangrijkste elementen hierin zijn de sectie Planning en Programmering, de C2 Ondersteunende Groep, en de Opleiding – en Trainingsbegeleider (OTB). De Stafgroep staat onder leiding van een majoor VBDD. De stafofficier Planning & Programmering vervult de functie van een 3/5 staffunctionaris. Hij/zij doet de ‘current ops’ van de SVBDD en heeft voortdurend een beeld van de komende 6-12 maanden. Voor alle bijbehorende processen wordt hij ondersteund door een aantal P&P medewerkers. De SVBDD maakt in toenemende mate gebruik van technisch hoogstaande lesomgevingen, die steeds vaker geïntegreerd wor46
den. Denk dan aan integratie van de systemen in meerdere lokalen, maar ook aan de koppeling met systemen en voertuigen die in de omgeving van de SVBDD staan opgesteld. Een groot deel van die voertuigen wordt geleverd door de operationele Vbdd eenheden. Het tijdig configureren, testen en gereedstellen van deze onderwijsleermiddelen aan de instructeurs en klassen is een cruciale taak die bij de C2Ostgp van de SVBDD is neergelegd. Dit gebeurt onder aansturing van de stafofficier P&P. Alle materieellogistiek is belegd bij de Instructie Ondersteunende Groep SVBDD van de logistieke compagnie van het OTCMAN. In totaal 4 functionarissen van de IOGP SVBDD werken fysiek op de locatie van de SVBDD/C2Ostgp. Tot slot zijn ook de taken van de Opleidings - en Trainingsbegeleider en Integrale Kwaliteitszorg geborgd in de Stafgroep.
Opleidingen Initiële Opleidingen De opleidingen die de SVBDD aanbiedt zijn georganiseerd naar de fase waarin de militair in zijn loopbaan zich beweegt. Binnen het opleidingspeloton voor initiële opleidingen vinden we de Vaktechnische Opleiding voor de aspirant officieren en onderofficieren. Daarin wordt de noodzakelijke kennis en vorming aangeleerd die nodig is om te kunnen functioneren als startend officier en onderofficier binnen het Wapen van de Verbindingsdienst. In dit peloton worden ook de ROC leerlingen die gekozen hebben voor Veiligheid en Vakmanschap MBO ICT II en III opgeleid. De SVBDD heeft inmiddels de status van ‘Erkend Leerbedrijf’ en mag
de praktijkperiodes op dit niveau uitvoeren. De MBO ICT II leerlingen stromen daarna in bij de eenheden als soldaat/korporaal, de MBO ICT III leerlingen kunnen, na keuring etc., richting de KMS. Zij komen dan later weer terug in de Vaktechnische Opleiding. Uiteindelijk moet 75% van de instroom op deze manier gaan lopen, de resterende 25% blijft gereserveerd voor doorstroom van korporaals en voor mensen die wel MBO ICT hebben gevolgd maar geen Veiligheid en Vakmanschap. Op dit moment blijft de instroom vanuit het traject Veiligheid en Vakmanschap ICT achter bij de verwachtingen, maar de prognose is dat dit op termijn goed zal gaan lopen. Verdere Vorming en Functieopleidingen In het tweede opleidingspeloton worden opleidingen verzorgd die onderofficieren en officieren in een latere fase kunnen – of moeten – volgen. In de eerste plaats worden hier de opleidingen verzorgd in het kader van de diverse loopbanen, onder andere de Primaire en Secundaire Vorming voor officieren en onderofficieren. Daarnaast verzorgt dit peloton de diverse ‘systeemopleidingen’ voor kerninstructeurs. Voorbeelden zijn BMS, AN/PRC117, netwerkbeheerder TITAAN, etc. Deze opleidingen zijn gericht op de functie die men uit gaat voeren, en worden volgens het principe van ‘Just in Time, Just Enough’ aangeboden. Als een opleiding met succes doorlopen is, wordt dat vastgelegd in het elektronisch dossier van de cursist. Deze opleidingen zijn dus met name voor de kaderleden, die daarna hun eigen personeel opleiden bij de eigen eenheid. Het aftoetsen van de soldaten/korporaals gebeurt onder verantwoordelijkheid van de SVBDD. Er kan natuurlijk altijd maatwerk worden geleverd, vooral als het gaat om opleidingen in het kader van een aanstaande missie. In die gevallen worden ook indien nodig soldaten en korporaals opgeleid. Verder worden hier de opleidingen verzorgd voor het personeel dat werkzaam wordt binnen een sectie 6, alsook de Incident Manager Senior (de Foxtrot). Een aparte vermelding verdient de S6 cursus die in het Engels wordt gegeven. Niet alleen omdat de 6 moet kunnen acteren in een internationale setting, maar ook omdat er Noorse officieren VBDD aan deze cursus deelnemen. Tot slot is dit peloton verantwoordelijk voor de – joint - opleidingen in het kader van informatiebeveiliging en cryptobeheer Defensie. Joint-opleidingen krijgen steeds meer aandacht en het is ook zeker de ambitie om invulling te gaan geven aan opleidingen in het kader van Cyber op de school Vbdd.
Trainingsondersteuning
De SVBDD heeft dedicated capaciteit voor trainingsondersteuning op het gebied van
INTERCOM 2012-3
Informatie Beveiliging. Daartoe heeft het deskundig personeel en specialistisch materieel. De inzet van dit trainingsdetachement gebeurt aan de hand van het jaarplan van het Land Trainings Centrum (LTC). Daarin wordt duidelijk gemaakt in welke weken en tijdens welke oefeningen het detachement moet worden ingezet. Daarnaast heeft de SVBDD de capaciteit om voortdurend 6 mensen in te zetten ten behoeve van trainingsondersteuning voor de verbindingsbataljons en C2Ost elementen of voor personeel dat werkzaam is in een sectie 6 (t/m het niveau van samengesteld C2Ost). Een deel van deze inzet zal aan de hand van het jaarplan LTC ingevuld worden. Het is van belang voor een ieder dat de cirkel tussen opleiden, trainen en inzet gesloten wordt. De instructeurs van de SVBDD kunnen tijdens een trainingsondersteuning ervaren of de eenheid werkt conform de opleidingen, of dat de opleidingen ‘up to date’ moeten worden gemaakt. Dat moet dan gevolgd worden door een aanpassing in opleidingsdocumenten , handleidingen of zelfs doctrine. Uiteindelijk gaat het erom dat de eenheid er beter van wordt, de instructeurs ervaring opbouwen, en de juiste zaken onderwezen worden in de diverse opleidingen.
Kennisproductie Het Expertise Centrum C2Ost Landoptreden De SVBDD blijft de capaciteit behouden voor kennisproductie en opleidingsontwikkeling. Dit is ondergebracht in het Expertise Centrum C2Ost Landoptreden, inclusief een bureau Opleidings- en Trainingsontwikkeling. Het Expertise Centrum staat onder leiding van een luitenant-kolonel VBDD. Het kennisveld van CLAS is getrapt ingericht. De organisaties die autoriteit hebben op de functies van militair optreden hebben een eigen Kennis Centrum. De organisaties die een autoriteitsfunctie hebben op een ondersteunend proces hebben een Expertise Centrum. Het Kennis Centrum voor Commandovoering is ondergebracht bij het Land Warfare Centrum (LWC) in Amersfoort. Dat KC levert de functionele aansturing voor het Expertise Centrum C2Ost Landoptreden dat is ondergebracht binnen de SVBDD. Het Expertise Centrum C2Ost Landoptreden levert een input voor ons vakgebied voor nieuwe behoeftestellingen en beleidsdocumenten. Verder brengt het EC het ‘landschap’ in kaart die ons vakgebied over 3-5 jaar zal gaan beïnvloeden. Het EC is betrokken bij alle projecten die ons vakgebied raken en maakt een vertaling daarvan naar de VBDD. Denk daarbij aan het tijdig beschikbaar komen van toekomstige onderwijsleermiddelen, tijdig realiseren van bijscholingen,
INTERCOM 2012-3
impact op het operationeel optreden, veranderingen in infra aanpassingen bij de school en/of bij de eenheden, kennisopbouw instructeurs, voorbereiden van lesdocumenten, het prodcuren van trainingsupportpackets, het herschijven van doctrine, handboeken, etc. Het expertisecentrum ondersteunt de commandanten met specialistische kennis op het betreffende materiedeskundigheidsgebied ten behoeve van opleiding, training en operatiën. Daarnaast draagt het expertisecentrum met haar kennis bij aan de innovatie van de Koninklijke Landmacht via één van de kennisadviseurs. Het expertisecentrum onderhoudt daarvoor contact met het kenniscentrum dat de betreffende kennisadviseur direct ondersteunt. Voor de school Vbdd is dat het Kennis Centrum Commandovoering van het LWC. C-LAS geeft het CLAS Innovatieplan uit waarin de kennisproductie opdracht van het hogere niveau staat. Deze opdracht is door CLAS/BO en LSC in samenwerking met de Kenniscentra uitgewerkt. Het LWC coördineert de uitvoering van de kennisproductie gedurende het jaar met de kenniscentra. Het kenniscentrum coördineert de plannen en uitvoering van de kennisproductie met de expertise centra binnen het vakgebied en is daarmee de ‘linking pin’ naar het LWC. Daarnaast onderhoudt het EC C2ost-land een direct functioneel contact met het LWC/bureau COVO. Het expertisecentrum is hét centrum van deskundigheid op gebied van tactisch en technische Doctrinepublicaties, Commandovoeringaspecten, Trainingsondersteuning, Organisatieaspecten, Materieelaspecten en Personeelsaspecten (DCTOMP) voor het betreffende materiedeskundigheidsgebied. Het expertisecentrum kent de volgende kennisproductie taken: - Verzamelen en verwerken Lessons Learned - Uitvoeren en bijdragen aan studies (behoeftestellingen, bijdragen aan studies, bijdragen aan implementatieprojecten) - Ondersteuning Implementatieprojecten op PG, MG en OG (begeleiden invoer nieuw materieel en concepten) - Doctrineontwikkeling (DP, HB, VS, IKs etc) - Missie Systeem Functie Analyse/Programma van Taken en Eindeisen - Opleidings- en Trainingsontwikkeling - In voorkomend geval leveren van TROST - Kennisvergaring door Wetenschappelijk Onderzoek en internationale samenwerking Door het bijhouden, verzamelen, analyseren, verwerken, vastleggen en verspreiden van kennis geeft het expertisecentrum mede invulling aan de innovatiekracht van de Koninklijke Landmacht en de Krijgsmacht. Hiertoe onderhoudt het expertisecentrum
contacten met de andere kenniscentra, de expertise centra, operationele eenheden, wetenschappelijke instellingen, internationale partners en civiele overheidsdiensten. Het expertisecentrum bestaat uit een Documentatiecentrum, een Bureau Behoeftestelling, een Bureau Doctrine C2Ost en een Bureau Opleiding- en Trainingsontwikkeling. De snelle invoering van nieuwe systemen en steeds nieuwe functionaliteiten zorgen ervoor dat spanning staat op de instroom, implementatie en het gereed zijn van de diverse documentatie. Het vastleggen van de manier waarop de schaarse verbindingsmiddelen binnen een groter geheel moeten worden ingezet is een tijdrovend proces. Maar kennisproductie is niet alleen een verantwoordelijkheid van het KC. Iedereen binnen de SVBDD heeft de taak om bij te dragen aan het vastleggen van kennis en ervaring in de juiste documenten. Het EC heeft daarom ook een facilitaire rol, waarbij we de aanwezige kennis optimaal proberen te gebruiken. Ook personeel van de diverse eenheden hebben hier inbreng in.
Afsluitend
In dit artikel heb ik de veranderingen op hoofdlijnen geschetst. Behalve dat er een aantal belangrijke opdrachten moeten worden ingevuld, geeft het tegelijkertijd de mogelijkheid om een aantal zaken beter in te richten. Dus ook hier geldt dat we niet wegens verbouwing gesloten zijn, maar gewoon geopend zijn voor vernieuwing. Het verdwijnen van 12.000 functies uit de organisatie raakt ook de SVBDD. Maar er blijft een SVBDD met een serieuze omvang overeind om de opdrachten van C-LAS in het kader van Opleiden, Trainingsondersteuning en Kennisproductie op een goede manier in te vullen. Ruimte voor ambitie en vernieuwing is er in beperkte mate. Want hoewel de SVBDD binnen het CLAS is opgenomen, is de trend naar steeds meer joint opleidingen duidelijk zichtbaar. Dat biedt zeker kansen voor de toekomst. Ook zijn de opleidingsconsequenties als gevolg van de investeringen op het gebied van ‘Networked Enabled Capabilities’ (denk bijvoorbeeld aan de nieuwe Satcom) en Cyber nog niet uitgewerkt. Dat moet straks bezien worden en zal mogelijk leiden tot nieuwe opleidingen. Kortom, ondanks alle bezuinigingen blijft de SVBDD een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van ons grootste kapitaal: goed opgeleid personeel voor het Wapen van de Verbindingsdienst! Luitenant-kolonel Jaap de Feiter, Commandant School Verbindingsdienst 47
d’Agenda
Donderdag 8 november
Bd-event (voorafgaand aan regimentsdiner)
Donderdag 8 november
Regimentsdiner Leerhotel Het Klooster - Amersfoort
Donderdag 31 januari 2013
LEEUWENHART Bernhardkazerne - Amersfoort
Maandag 18 februari 2013 VERJAARDAG VERBINDINGSDIENST Bernhardkazerne - Amersfoort Donderdag 14 februari 2013
UITREIKEN INTERCOM AWARDS & BREINBREKERPRIJZEN EN SOCIAL
Dinsdag 9 april 2013 ALGEMENE LEDENVERGADERING, SYMPOSIUM NATIONALE OPERATIES, SOCIAL Dinsdag 8 oktober 2013 SYMPOSIUM COMPREHENSIEVE APPROACH Zie voor actuele informatie ook de (uitgebreide) agenda op de site van de VOV. www.vovklict.nl
cartoon
48
INTERCOM 2012-3
ZENDSTATION VAN WERELDOMROEP BIJ ZEEWOLDE NAAR Defensie Het ministerie van Defensie heeft het kortegolf zendstation aan de Juttepeerlaan in Zeewolde gekocht. Het zendstation komt in fasen beschikbaar voor Defensie en de Kustwacht. Uiterlijk 1 januari 2014 is het station volledig operationeel. Defensie gaat gebruik maken van alle zendmasten van het station. Ze gebruiken de masten voor de uitvoering van radiocommunicatie in de hoge frequentieband (HF). Dit is voor de communicatie tussen hoofdkwartieren en mobiele eenheden zoals schepen en landeenheden en tussen mobiele eenheden onderling. De HF-band wordt gebruikt vanwege de technische mogelijkheden om radioberichten met eenvoudige middelen en hoge betrouwbaarheid over zeer grote afstanden te transporteren. Defensie neemt de locatie in Zeewolde in gebruik omdat in de toekomst de locaties in Scheveningen en Ouddorp niet meer kunnen worden gebruikt vanwege het eindigen van de huurcontracten.
INTERCOM 2012-3
Het kortegolf zendstation Zeewolde heeft een oppervlakte van totaal 68 hectare en werd van 1985 tot 2007 gebruikt door de Wereldomroep. Sinds 2007 zijn het terrein en de zenders niet meer volledig in gebruik. De huidige eigenaar is NOVEC (Nederlandse Opstelpunten Voor Ether Communicatie).
NOVEC is een onafhankelijke aanbieder van antenne-opstelpunten in Nederland. NOVEC verhuurt en beheert antenneopstelpunten voor de distributie van radio, televisie en telecommunicatie. De onderneming stelt beschikbare mastruimte ter beschikking aan marktpartijen. Om het recht van eerste koop te waarborgen is er sinds december 2008 een reserveringsovereenkomst tussen NOVEC en Defensie en wordt het terrein gebruikt voor testen en proeven ter voorbereiding op het gebruik door Defensie. Defensie gebruikt een lager vermogen om mee uit te zenden dan werd gebruikt door de Wereldomroep.
49
Atos voltooit beheer kritische IT-systemen Olympische Spelen Londen 2012 Dit artikel is een vervolg op cyber-veilige Spelen in 2012 in Interom 2011-1. Honderden business technology-specialisten leveren topprestatie tijdens meest interactieve Spelen ooit. Londen - 13 augustus 2012 - Atos - wereldwijd IT-partner van de Olympische Spelen - en het Organiserend Comité van de Olympische en Paralympische Spelen in Londen (LOCOG) hebben bekendgemaakt dat de levering van de IT-infrastructuur van het wereldwijde sportevenement succesvol is verlopen. Deze kernsystemen maakten het mogelijk dat meer dan 8 miljoen toeschouwers in de stadions en ruim 4 miljard mensen wereldwijd getuige waren van de Olympische Spelen Londen 2012. Londen 2012 gaat de geschiedenis in als één van de meest interactieve Olympische Spelen ooit. Meer mensen dan ooit tevoren bekeken de wedstrijden via verschillende apparaten. Aan de basis van het succesvolle beheer van de IT-systemen van de Spelen staan de business technology-specialisten van Atos, die een individuele topprestatie hebben geleverd door de wedstrijdresultaten in minder dan 0,3 seconden wereldwijd aan de media beschikbaar te stellen. Dat is 30 keer sneller dan de winnende tijd die is neergezet tijdens de finale van de 100 meter sprint heren. “Met de ondersteuning van Atos waren we in staat een antwoord te geven op de behoefte van toeschouwers de Spelen realtime te volgen via verschillende kanalen. Het team van business technology-specialisten is er in geslaagd de belangrijkste componenten van de end-to-end IT-systemen te ontwerpen, bouwen en beheren en ervoor te zorgen dat de wedstrijdresultaten door meer mensen dan ooit gelezen en bekeken konden worden”, benadrukt Jacques Rogge, Voorzitter van het Internationale Olympische Comité (IOC). “Atos is het brein achter het management van de IT-systemen van de Olympische Spelen en heeft consistent op tijd en binnen budget geleverd. Ik zie er naar uit om tijdens de Olympische Winterspelen in Sochi 2014 en de Olympische Zomerspelen in Rio 2016 opnieuw met Atos - sinds jaren onze wereldwijde IT-partner - samen te werken.” “In onze hoedanigheid van leidende systeemintegrator, projectmanager en operations manager voor kritische IT-systemen was Atos verantwoordelijk voor belangrijke
50
IT-systemen van de Olympische Spelen. Ik ben er zeer trots op te kunnen zeggen dat ons team erin geslaagd is het beheer van alle IT-systemen geruisloos te laten verlopen. Dat hebben zij gedaan op een wijze die al onze verwachtingen overtreft”, vertelt Thierry Breton, bestuursvoorzitter en CEO van Atos. “De manier waarop mensen tijdens deze Spelen met elkaar in verbinding stonden via hun tv, mobiele apparatuur, social media en internet maken Londen 2012 tot de meest interactieve Spelen aller tijden. We zijn trots op de rol die we hebben gespeeld tijdens het evenement dat een enorm succes is geworden voor het IOC, LOCOG en de voltallige olympische familie.”
Nieuwe standaard voor de toekomst
Het team van Atos werkte achter de schermen intensief samen met LOCOG en de overige technologiepartners om een vlekkeloze ontsluiting van informatie tijdens de Spelen te waarborgen. Het was het meest omvangrijke en meest geavanceerde sportgerelateerde IT-project ooit, waarbij het team een aantal nieuwe benchmarks voor toekomstige Spelen heeft vastgesteld: - levering van IT-systemen die meer dan 250.000 accreditaties voor de olympische familie hebben verwerkt en geactiveerd; - ondersteuning van 35 wedstrijdlocaties op basis van een volledige IT-infrastructuur om ervoor te zorgen dat wedstrijden volgens schema konden plaatsvinden; - verwerking en ontsluiting van 30 procent meer wedstrijdresultaten dan tijdens voorgaande Spelen aan media en persagentschappen wereldwijd; - distributie van real-time wedstrijdresultaten en data van alle 26 olympische sporten aan internationale omroeporganisaties. Deze informatie is verspreid via het Commentator Information System (CIS) van Atos; - het verspreiden van wedstrijdresultaten, wedstrijdschema’s en informatie over weersomstandigheden, transport en andere relevante gegevens aan alle 14.700 atleten - ontsloten via het Info+-systeem van Atos; - het vanaf de openingsceremonie mogelijk maken van de dagelijkse publicatie van 900 Engelstalige artikelen door de olympische nieuwsdienst
Tijdens de Olympische Spelen in Londen 2012 was het e-mailverkeer tijdens kritische IT-processen voor het eerst tot nul gereduceerd. In plaats hiervan paste het technologische team instrumenten toe om informatie over de belangrijkste processen effectief te beheren en te delen.
Vlekkeloos verloop Olympische Spelen
“Eén van de grootste uitdagingen tijdens Londen 2012 is de ontsluiting van enorme volumes data die zijn ontsloten via de ITsystemen van de Spelen aan miljarden toeschouwers over de hele wereld - via verschillende kanalen en in real-time”, aldus Jean-Benoît Gauthier, directeur technologie van het Internationale Olympische Comité. “Atos - de wereldwijde IT-partner van de Olympische en Paralympische Spelen - heeft een doorslaggevende rol gespeeld bij de bouw en het beheer van een uiterst complex IT-systeem dat aan de basis stond van een succesvol verloop van de Spelen.” “De ontwikkeling van de technologie voor de Spelen vroeg van het organiserend comité en al onze partners om als één team met elkaar samen te werken met als doel een ongelooflijk complexe technologische oplossing te leveren. Atos was ongetwijfeld één van de belangrijkste spelers binnen dit zeer succesvolle team”, aldus Gerry Pennell, CIO van LOCOG. “De Olympische Spelen zijn een complexe mix van technologie, IT-processen en mensen. We stonden tijdens Londen 2012 voor de uitdaging een IT-oplossing te ontwikkelen die het mogelijk maakt elk denkbaar moment van sportieve prestaties vast te leggen en internationale media te ondersteunen hiervan rechtstreeks via televisie en internet verslag te doen”, zegt Patrick Adiba, CEO Major Events & Olympic Games van Atos. Londen 2012 waren de eerste Olympische Spelen in de geschiedenis waarbij sprake was van live streaming van elke minuut van de wedstrijden. Het was bovendien voor de eerste keer dat tijdens de Olympische Zomerspelen alle 26 olympische sporen toegevoegd waren aan CIS. Een geoptimaliseerd en uitgebreid Remote CIS-systeem zorgde er ook voor dat de snelheid waarmee data door Atos werden ontsloten verslaggevers in staat stelden rechtstreeks vanuit hun eigen land commentaar te leveren, zonder de noodzaak ter plekke in het stadion aanwezig te zijn.
INTERCOM 2012-3
NIJMEEGSE 4-DAAGSE 2012 MAATWERK CIS ONDERSTEUNING 14 juli, de start van de kazerne fase op kamp Heumensoord in Nijmegen is weer een feit. Het CVM (Centrale Verzorging Militairen) heeft het dit jaar ook weer voor elkaar. Het kamp is gereed om de geschatte 6000 militairen een onderkomen en ontspan mogelijkheden aan te bieden om zo de pijn, die nog komen zal, een beetje te verzachten de aankomende dagen. Speciaal voor de CIS ondersteuning aan de Nijmeegse 4-daagse heeft 101 CIS bataljon een maatwerk CIS ondersteuningsgroep geformeerd onder leiding van elnt Guit. Elnt Guit geeft in dit artikel een impressie van de CIS ondersteuning. Anno 2012 kan er niet meer gelopen worden zonder internet!
CIS ondersteuningsgroep
Het CVM wordt ondersteund door een CIS ondersteuningsgroep vanuit 101 CIS bataljon. Deze CIS ondersteuningsgroep, onder leiding van de elnt Guit en sgt Peters, stelde drie services beschikbaar: de toegang tot het Defensienetwerk, WIFI en internettoegang, en vaste telefonie.
WIFI EN INTERNETTOEGANG
Naast het uitbrengen van een TITAAN mailserver heeft 101 CIS bataljon, in samenwerking met IVENT en SIMAC, ook zorg gedragen voor het aanleggen van een FO (Fiber Optic) ringleiding inbegrepen small routerboxen. Deze ringleiding werd gebruikt om voor de CVM organisatie en voor de mili-
taire lopers een WIFI toegang mogelijk te maken. Door deze WIFI mogelijkheid kreeg men gratis toegang tot het internet. Hiermee kon men mede het thuisfront op de hoogte houden met de stand van zaken waarin zij op dat moment verkeerde.
VASTE TELEFONIE
Als derde heeft 101 CISBAT zorg gedragen voor het verzorgen van de telefoon mogelijkheid in de vorm van de normale MDTN telefoons voor zowel intern als extern gebruik. Om het lijn plan werkend te krijgen heeft 101 CISBAT zich dagenlang bezig gehouden met het uitleggen van WD/1-TT lijnen en het aansluiten van de telefoons in de verschillende cabins verspreid over het gehele kamp Heumensoord. Ook tijdens de 4-daagse hebben de mannen en vrouwen van het C2 ost zich ingezet met het repareren van gesneuvelde lijnen of telefoon palen en storingen op het gebied van TITAAN.
MAATWERK NATIONALE OPERATIE
Deze ondersteuning is niet zomaar een ondersteuning, het is een nationale operatie waarbij wij als CIS ondersteuningsgroep onze werkzaamheden uitvoeren zoals wij dat op een missie ook zouden doen inbegrepen voorbereiding , planning, uitvoering, afronding en evaluatie. In tijd, ruimte en dienstverlening is de ondersteuning van de 4-daagse maatwerk, die valt af staat bij een doordachte voorbereiding.
Impressie van de opstelling in Heumensoord
TOEGANG TOT DEFENSIENETWERK
Door uitrol van een TITAAN ZWART (Defensie Vertrouwelijk) netwerkomgeving in Heumensoord is men in staat om via het TITAAN ZWART (Defensie Vertrouwelijk) netwerk in te loggen op het Defensienetwerk met het persoonlijke MULAN-account. Dit gebeurt via remoteoffice.nl of mijnwerkplek. nl. Dit stelt de gebruiker in staat om zijn normale werkzaamheden te hervatten zonder dat er uitgeweken moet worden naar een defensie locatie in de omgeving. Ook heeft de gebruiker de mogelijkheid om zijn informatie te delen met zijn mede CVM collega’s door middel van een (achteraf) opgezette exchange server waardoor outlook werkbaar wordt binnen de TITAAN zwart omgeving.
INTERCOM 2012-3
Samenspel tussen civiele en militaire dienstverleners
51
REGIMENTSSPORTDAG
Door de Regimentsadjudant Bert Oost
De laatste donderdag van juni, zo langzamerhand traditioneel de datum waarop de jaarlijkse Regimentssportdag georganiseerd wordt. Een prima moment, in ieder geval de laatste jaren, om te kunnen genieten van mooi weer en ook nu waren ‘de weergoden’ ons goed gezind. Bovendien is dit de datum dat de schoolvakanties nog net niet begonnen zijn en, naar wij als organisatie hopen, er niet zo veel grote oefeningen meer gepland staan en de opkomst dus maximaal kan zijn. Ook dit jaar bleek echter dat tal van regimentsleden door oefening of om andere redenen verstek moesten laten gaan. Gelukkig stonden er met het ochtendappel toch een flink aantal regimentsleden aangetreden toen de regimentscommandant, lkol Jaap de Feiter, de sportdag aftrapte met een toespraak waarin hij in ging op het verbindende element van ons Verbindelaren en de sportdag. Ook werd op voorhand de werkgroep bedankt die in de voorbereiding naar deze sportdag al de nodige werkzaamheden verzet had. Aansluitend het woord aan de voorzitter van deze werkgroep de adjudant Hans Dimmers die nog wat organisatorische maatregelen afkondigde en de teamcaptains verzocht om z.s.m. na het appel contact op te nemen met de coördinator van hun sportonderdeel. Ook dit jaar weer de bekende onderdelen als kleinterreinvoetbal, militaire- en ludieke vijfkamp, (beach) volleybal, survivalrun e.d. terwijl ook het onderdeel touwtrekken weer nieuw leven ingeblazen was. Als clinic stond er dit jaar paintball op het programma en voor leden die ervaring hadden met Geo Caching lagen er enkele routes gereed bij de noordpoort van de kazerne. Na een dagje sportief strijden, waarbij het kennelijk niet mogelijk om de (kleine) blessures buiten de deur te houden, was het even na 14.30 uur tijd voor het commandantenspel. Terwijl de commandantenbezig waren elkaar op sportieve wijze de loef af te steken werd er door de LO/S organisatie koortsachtig gewerkt om de resultaten op papier te krijgen. Om 15.00 uur stond een ieder weer gereed in afwachting van de prijsuitreiking, maar niet voordat de regimentscommandant drie loten getrokken had waarop de hoofdprijzen (luxe koffiezetapparaat, digitale camera en hartslagmeter) van de verloting gevallen waren. Na het eindappel kreeg een ieder nog een handdoek met geborduurd Verbindingsembleem uitgereikt als aandenken aan deze mooie dag. 52
Uitslagen Petanque 1e plaats Aoo Wensink en Sm Mantje (SVBDD) 2e plaats Lkol Bongers en Aoo Brandenburg (OOCL) 3e plaats Sm v.d. Ploeg en Sm Cor (SVBDD) Ludieke Vijfkamp 1e plaats SVBDD 2e plaats 101 CISBat 3e plaats 400 GNK Volleybal 1e plaats CISBn 2e plaats CISBn 3e plaats 101 CISBat Run-Kickbike-Run 1e plaats Stst 11 Lumbl 2e plaats A-Cie 101 CISBat 3e plaats 2 CISCoy Klein terreinvoetbal 1e plaats BPV Pel SVBDD 2e plaats 1 CISCoy 3e plaats 2 CISCoy Touwtrekken 1e plaats C-Cie 101 CISBat 2e plaats 1 CISCoy 3e plaats KCT
Wisselprijzen
Survival-Run 1e plaats Sgt Pastor (11 Lumb) 2e plaats Sgt Schepman (CISBn) 3e plaats Kpl1 Regelink (100 B&T) Beste Dame Sgt1 Heupink (St 101 CISBat)
Zilveren bericht SVBDD
Vijfkamp Militair 1e plaats KCT Vbdpel 2e plaats 11 Lumb 3e plaats 11 Lumb
Kol Huygensbeker CISBn
Commanders Battle 1e plaats C-Cie 101 CISBat 2e plaats St 101 CISBat 3e plaats A-Cie 101 CISBat
Gouden Antenne 11 Lumb
Vijfkamp Vbdpel KCT Sportiviteitprijs VOOV KMS VTO
INTERCOM 2012-3
Foto’s met dank aan de heer R. van der Eijk
INTERCOM 2012-3
53
vereniging veteranen verbindingsdienst IO Luitenant-kolonel J.J. de Feiter, Regimentscommandant van het Regiment Verbindingstroepen In Intercom 2012-2 heb ik u als uw Regimentscommandant geïnformeerd over een drietal doelstellingen voor het jaar 2012. De eerste doelstelling was het uitvoering geven aan het jaarprogramma van het Regiment Verbindingstroepen. Ik kan u zeggen dat ik daarin, met ondersteuning van velen binnen het Regiment Verbindingstroepen, goed ben geslaagd. Over een aantal activiteiten heeft u vast al (ook in andere media) kunnen lezen. De tweede doelstelling was het oprichten van de Vereniging Veteranen Verbindingsdienst. In deze uitgave zal ik u weer “even” bijpraten. De lijfspreuk van ons wapen is niet voor niets “NUNTIUS TRANSMITTENDUS” (ofwel: het bericht moet door!) Reeds enkele jaren wordt er op regeringsniveau gesproken over een noodzakelijke wijziging in de Veteranenwet. Op de Landelijke Veteranendag (30 juni 2012), tijdens zijn toespraak op de medaille uitreiking op het Binnenhof, heeft de Minister van Defensie de wijziging van de Veteranenwet bekend gesteld. Voor diegenen die (nog) niet op de hoogte zijn van de belangrijkste wijziging van de Veteranenwet: met de inwerkingtreding ervan worden circa 30.000 actief dienende militairen met uitzendervaring voortaan ook als veteraan aangemerkt. Vooruitlopend op de officiële bekendmaking over die aankomende wijziging van de Veteranenwet door de Minister van Defensie, is op basis van de door Commandant Landstrijdkrachten gegeven richtlijnen binnen het Regiment Verbindingstroepen een werkgroep aan de slag gegaan met het opzetten van statuten en een huishoudelijk reglement voor de nog op te richten vereniging. Op 15 mei 2012 is notarieel vastgelegd dat de vereniging de naam “Vereniging van Veteranen en Postactieven van het Regiment Verbindingstroepen”, afgekort VVPRV, draagt. De vereniging heeft als doel; - het onderhouden van contacten tussen de veteranen en postactieven van het Regiment Verbindingstroepen; - het behartigen van de belangen van de leden voor zover dat binnen haar vermogen ligt. Eind september 2012 is de laatste hand gelegd aan het Huishoudelijk Reglement van de vereniging. Het ligt in de planning dat de eerste Algemene Leden Vergadering wordt gehouden op 18 februari 2013. Een bestuur zal gekozen moeten worden en het huishoudelijk Reglement zal dan eerst door de leden moeten worden goedgekeurd, alvorens we daarmee verder kunnen. Naast de statuten en een huishoudelijk reglement is er ook nagedacht over een logo 54
van de vereniging. Dit geschiedde op initiatief van de Regimentsadjudant. Trots kan ik u zeggen dat ook het logo inmiddels is ontworpen. Een vereniging is natuurlijk niets zonder leden! Daarvoor komt een deel van de werkgroep in de laatste maanden van 2012 langs bij uw eenheid (van brigadegrootte) om informatie over de vereniging te verschaffen. Daarnaast zal een flyer worden gemaakt en zal informatie worden gepubliceerd op de Verbindingsdienst gerelateerde internet/ intranet pagina’s en in de Intercom en Connector. Dit alles met als doel bekendheid met- en leden werven voor de vereniging. Het is uitdrukkelijk niet mijn bedoeling de al bestaande verenigingen in de weg te gaan lopen of anderszins leden af te snoepen. Men kan immers gewoon lid blijven (of worden) van meerdere verenigingen. Hoewel de te betalen contributie (op voordracht van het bestuur van de vereniging) nog formeel moet worden vastgesteld door de Algemene Leden Vergadering, zal deze een dubbel lidmaatschap beslist niet in de weg zitten. Het is dan ook mijn streven om in korte tijd een hoog ledenaantal te bereiken. Dit hoge ledenaantal is van groot belang voor het Regiment Verbindingstroepen, aangezien vanaf 1 januari 2013 Commandant Landstrijdkrachten voor het organiseren van veteranenactiviteiten uitsluitend nog geld beschikbaar stelt aan georganiseerdeverenigingen. Het is me bekend dat veel (oud) officieren en (oud) onderofficieren al geruime tijd lid zijn van de diverse verenigingen als VOV of VOOV. Voor de soldaten en korporaals
binnen ons Wapen geldt dat niet. Er zijn binnen Defensie nog weinig verenigingen die zich specifiek richten op deze doelgroep. Kijkend naar de toekomstige situatie van de defensieorganisatie, zal de verhouding officieren, onderofficieren en korporaals/ soldaten gaan wijzigen in het voordeel van de laatstgenoemde groep. Ook heeft een aanzienlijk deel van deze groep inmiddels één of meerdere uitzendingen achter de rug en behoort dus ondanks hun relatief jonge leeftijd tot de veteranen. Hen allen bereiken lijkt een opgave, aangezien er tot op heden nog geen periodieken zijn voor deze groep. Communicatie zal dus voor een groot deel via “mond op mond” reclame moeten geschieden en door gebruik te gaan maken van “social media” als HYVES, FACEBOOK en TWITTER. Conclusie: vanuit het Regimentscommando zijn we zijn al een heel eind op dreef! Zo meteen bent u aan zet door lid te worden van de Vereniging van Veteranen en Postactieven van het Regiment Verbindingstroepen. Ik reken op u!
Veteranendag 2012 - Den Haag - Detachement Verbindingsdienst (foto met dank aan de heer Dennis Boom)
INTERCOM 2012-3
vereniging veteranen en postactieven Majoor Johan van Wanrooij, projectofficier Veteranenvereniging Verbindingsdienst Met ingang van 1 juli is majoor Johan van Wanrooij aangetreden als projectofficier voor het oprichten van onze Veteranenvereniging. Tot 1 juni van dit jaar was hij als hoofd van het Bureau Individuele Uitzendingen zeer nauw betrokken bij alle uitzendingen die we als Defensie organisatie de afgelopen jaren hebben uitgevoerd. Vanaf 1 juni valt hij in de categorie ‘ontslagbescherming’ en heeft – gelet op zijn kennis, netwerk en belangstelling – de regimentscommandant te kennen gegeven zich graag te willen inzetten voor dit project. In dit artikel gaat Johan nader in op de Vereniging Veteranen en Postactieven Regiment Verbindingstroepen of kortweg VVPRV. Als gevolg van de nieuwe Veteranenwet krijgt het regiment een grotere verantwoordelijkheid ten aanzien van de zorg voor veteranen. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Veteranenwet worden alle actief dienende militairen met uitzendervaring voortaan ook aangemerkt als veteraan. Onze oudere generatie veteranen is vaak goed georganiseerd in reüniecommissies en verenigingen. Maar onze jongere generatie veteranen (na missies als bijvoorbeeld SFOR, SFIR en ISAF) heeft vaak meerdere missies gedraaid. Soms met een eenheid, maar vaak ook als individuele militair toegevoegd aan eenheden en staven.
troepen. Op die dag is het interim-bestuur van deze vereniging ‘in oprichting’ bij de notaris geweest om de statuten te laten passeren. Voor alle duidelijk, het interim bestuur bestaat momenteel uit lkol J. de Feiter, lkol b.d. J. Mulder, elnt b.d. J. Scheeres en de aooi L. Oost. Het eerste formele bestuur zal tijdens de eerste algemene ledenvergadering gekozen worden, maar de regimentscommandant blijft uit hoofde van zijn functie voorzitter. Deze eerste ledenvergadering zal naar alle waarschijnlijkheid plaats vinden in combinatie met de jaarlijkse verjaardag van ons regiment op 18 februari 2013.
Het regiment krijgt nu, meer dan voorheen, een belangrijke taak in het ‘vinden, binden en boeien’ van onze veteranen. Daarbij krijgt het de taak om in tijden van ‘vreugde, verdriet en rouw’ goed te zorgen voor de veteranen. Ook het opzetten en in stand houden van de zogenaamde ‘nulde-lijns zorg’ wordt bij het regiment belegd.
Met het passeren van de statuten is er formeel wel sprake van ‘oprichting’, maar dan moeten er nog wel de nodige stappen gezet worden om te komen tot een volwaardige vereniging. Het tijdschema tot 18 februari 2013 ziet er als volgt uit.
Om deze redenen zijn we bezig met de oprichting van een Vereniging Veteranen Verbindingsdienst. De vereniging heeft als naam ‘Vereniging van Veteranen en Postactieven van het regiment Verbindingstroepen’ (VVPRV) gekregen. Zoals uit de naamgeving blijkt, kunnen ook postactieve leden van ons regiment lid worden van de vereniging. De doelstelling van deze vereniging laat zich eenvoudig beschrijven. Het gaat om het organiseren van onze veteranen en postactieven zodat wij samen sterk staan en belangen van onze leden kunnen behartigen. Daarnaast zal de vereniging activiteiten ontplooien voor de leden. Dat kan in de vorm van zorgplicht zijn, maar ook deelname aan defilés, herdenkingen, het organiseren van reünies, het verstrekken en delen van informatie, vormen van representatie, etc. Op 15 mei 2012 is de eerste formele stap gezet voor de oprichting van de Veteranenvereniging van het Regiment Verbindings-
INTERCOM 2012-3
15 mei: passeren statuten bij notaris (gerealiseerd) 1 juli: inschrijven bij de Kamer van Koophandel (gerealiseerd) 1 juli: een eigen zakelijke bankrekening geopend 1 juli: start werving leden, dus inschrijfformulieren gereed 1 okt: huishoudelijk reglement gereed 1 dec: aankondiging ALV en kandidaten bestuur bekend stellen 18 feb 2013: algemene ledenvergadering De uitdaging wordt om continue de Veteranen en Postactieven te ‘vinden, binden en betrokken te houden’. De eerste stap is om zoveel mogelijk mensen uit de doelgroep zich aan te laten melden
als ‘lid’. Daarom zal deelname aan de vereniging laagdrempelig worden ingericht, teneinde zoveel mogelijk leden te ‘binden’. Het is belangrijk dat we dit jaar zoveel mogelijk leden werven, omdat de financiële bijdrage vanuit de overheid afhankelijk wordt van het aantal leden. Hoe meer leden, des te meer geld om activiteiten te kunnen ontplooien. Om de ledenadministratie op orde te krijgen en de leden te binden, zal wel enige vorm van contributie worden geheven, maar deze zal dus minimaal zijn. Over de voortgang en de start van de ledenwerving zullen we u via de website blijven informeren. Hoewel er nu al regimentsleden zijn die zich aangemeld hebben om straks zitting te nemen in het bestuur van de nieuwe vereniging, staat het alle regimentsleden vrij om hun belangstelling daarvoor kenbaar te maken. U kunt dat doen tot 1 december 2012 bij het regimentscommando, de projectofficier of bij leden van de Stichting Regiment Verbindingstroepen.
Veteranendag 2012 - Den Haag Binnenhof - (foto met dank aan de heer Dennis Boom)
55
REGIMENTSAGENDA 31 januari Leeuwenhart 14 februari Social VOV 18 februari Verjaardag Regiment Verbindingstroepen/ ALV VVPRV … maart Alg. ledenvergadering en Social VOOV 21 maart 1ste centrale beëdiging 28 maart Afscheidmogelijkheid bij gedwongen ontslag 09 april Alg. ledenvergadering VOV/symposium 04 mei Dodenherdenking Rotterdam 23 mei Veteranendag Vbdd & Herdenking 07 juni ‘Motor ordonnanstocht’ 13 juni 2de beëdigingmoment (alleen bij noodzaak) 20 juni Afscheidmogelijkheid bij gedwongen ontslag 27 juni Regimentssportdag 26 september Afscheidmogelijkheid bij gedwongen ontslag 08 oktober Symposium VOV 24 oktober 3de centrale beëdiging (A’foort centrum?) 07 november Regimentsdiner (1ste donderdag i.o.m. werkgroep) 19 december Afscheidmogelijkheid bij gedwongen ontslag
WWW.VERBINDINGSDIENST.NL
VERENIGING OFFICIEREN VERBINDINGSDIENST PERSONALIA BEVORDerINGEN
Overplaatsingen Maart 2012 Lkol W.P. van Doorn
Van OTCMAN/OTCOPN
Naar BS/DOPS/J6
Juni 2012 Van Elnt D.S. Ebbenhorst OOCL/101CISbat/Bcie Elnt R.H. Benning ZEESYSTEMEN DOMAIN OPERATIONS Lkol O.J.M. Ghuijs DIVI/O&TRNG/CIV HUMINT Maj C.A. Roskam-Goudbeek OOCL/SECTIE6/CISSUPPORT Kap P.M. Scholten DT&O/UITVOERING GEREEDSTELLING
Naar OOCL/200B&T/Sectie6 CAMS/SIE OPERATIONS
Juli 2012 Van Maj J.A.G.M. van Wanrooij SSR Elnt L.F. Sterk OOCL/Zwevend personeel Kap M.A.P. Willems CMP Kol F.F.M. Peersman CLAS/DM&D/IV&CIS/Hoofd Lkol b.d. W. Nuis Burgemeester Tholen (2e termijn) Lkol P.G.J. Gillis United States Security Coordinator Lkol F. van Sonsbeek CLAS/DM&D/Projecten
Naar OTCMAN/Ontslagbescherming St CLAS/DT&O/UITVOERING/ SITCEN LPD/Ontslagbescherming CLAS/DM&D/SPEER/Hoofd Burgemeester Tholen (3e termijn) CDC/IVENT United States Security Coordinator
Augustus 2012 Maj M.A.A. Sanders Elnt J.W. Doest Kap A. Sargentini
Van OTCOPN/Verzamelpln CL OOV OIV OTCMAN/SVBDD/P&C
Naar Cursisten HDV CLAS CDC/DC OPS/I&S/OPS CONTROL OTCMAN/SVBDD/BPVOSTGP ICT
September 2012 Kap P.J.P.B. Aelmans Maj A.T.G.M. van de Ven Lkol H.P. Blondeel Timmerman Maj L.Y.T. Brus Maj ing. G. van Dijk Kap J.A. Lubberman BC Kap R. Memelink Lkol H.E.C. Postma Kap J. Sealiti
Van CLAS/DM&D/IV&CIS/GEREEDST HRFHQ/COS/PIO IFB LSO VS G6
Naar OTCMAN/SVBDD/DOC OST HRFHQ/Zwevend personeel LPD/Zwevend personeel
CLAS/DM&D/IV&CIS/GEREEDST IFB NCS LANDCC HQ HEIDELBERG 13MECHBRIG/17PIB/Sectie6 OOCL/100B&T/Sectie6 IFB NCS JALLC OTCOPN/Verzamelpln
13MECHBRIG/G3/PSYOPS IFB HQ LANDCOM DMO/C2SC/BUR IMPL OST HRFHQ/CISBN/1CISCOY IFB LSO VS G6 BS/MIVD
DIVI/Ontslagbescherming JCG/HFD DIENSTPLG SECURITYMAN OOCL/ST/G3
Oktober 2012 Van Elnt J.G.H. Droste OTCMAN/SVBDD/OSTPEL Elnt P.H.J. van der Heijden 11AMB/Zwevend personeel
Naar 43HRSTCIE/Sectie6 OTCMAN/SVBDD/OSTPEL
November 2012 Lkol J.G.M. van Benthem Maj E.C. Jacobsz Kap M. Kroon Maj F.G.H. van Lomm Elnt P.J. Oldenburg Lkol J.J.M. Wagtmans
Naar IFB OO CCOE OTCMAN/SVBDD/INTN BDFV OTCMAN/SVBDD/CL INFOBEV OTCOPN/BUR FUNC LANDOPTR OG CLAS/BUR ID JCG/SIE OPS
Van HQHRF/G6/INFOSEC KMS/SIE K&P 11INFBAT/Sectie6 HQHRF/G6/CONC&POL Staf Clas/Zwevend personeel CLAS/DM&D/IV&CIS/BEHEER
Majoor Kap P. Willemsen Kap A.A.L.P. Hermsen Kapitein Elnt P.M. Scholten Elnt R. Memelink Elnt P.G.R. van Wakeren Eerste Luitenant Tlnt ing. R. Postma BSc Dienstverlating Lkol F.L. van Baal (FLO) Kap A. Sneijders (FLO)
GEBOREN Anne én Niels (24 augustus 2012) dochter én zoon van de heer Erik Muller en mevrouw Marion Muller-van Wieringen Tjibbe Tobias (7 september 2012) zoon van de heer Jochem Kooistra en mevrouw Leonie Kooistra
in memoriam Aoo b.d. Harry Verlinde 27 juli is op 87-jarige leeftijd overleden Harry Verlinde. Behalve dat hij tijdens de politionele acties actief als verbindelaar is geweest, was hij ook vele jaren instructeur Verbindingsdienst aan de KMA. Harry Verlinde was een door de cadetten zeer gewaardeerd onderofficier van de verbindingsdienst die vele jaren vele cadetten de elementaire facetten van het verbinden in de KL heeft bijgebracht. Ook heeft hij nog enkele jaren de functie van CSM op de KMA vervuld, zodat vele KMA-opgeleide officieren aan hem zijn voorbijgegaan. Hij is zijn carrière geëindigd als adjudant. Hij is op 27 juli j.l. op 87- jarige leeftijd zittend in het zonnetje overleden.
INTERCOM 2012-3
BRONNEN: 1. OOCL/101CISbat/maj L.H. Siebering 2. CLAS/Dir P&O/Sie MD/lkol M.J.M. van den Brink
57
de breinbreker KLASSEMENT 2012 en opgave 2012-3 Klassement 2012
In de vorige breinbreker schreef ik dat ik maar twee inzendingen had ontvangen. Twee inzendingen bleek onjuist! Alle informanten zijn voorzien van de juiste gegevens, en ook op de site www.vovklict.nl is een erratum geplaatst. Deelnemers die nog in staat waren om ondanks het foutenfestijn de breinbreker te maken kwamen maar een instinker tegen, en wel in opgave drie. Alleen Remke Postma wist editie twee helemaal goed te beantwoorden. Remke wederom van harte gefeliciteerd!
trek voor een salt. 5. Er zijn meerdere oplossingen mogelijk, ik had teveel cijfers weggehaald! Alle foutloze oplossingen zijn uiteraard goed gerekend.
Breinbreker 2012-3 / 3 (10 punten) Op de camping in Frankrijk viel mij de slechte verdeling van campingplaatsen en natuurlijke beschutting op. De bedoeling is een betere verdeling van plaatsen en beschutting te maken als de camping volledig bezet is. Boven, onder of naast elke boom staat een tent. De tentjes raken elkaar niet, ook niet diagonaal. De cijfers buiten het diagram geven aan hoeveel tentjes op de betreffende rij of kolom staan. Teken de tentjes in het diagram.
In deze breinbreker drie min of meer grafische puzzels en een optelsom. Succes! Kwartaalprijs: Een tegoedbon van 25 euro.
Breinbreker 2012-3
Hoofdprijs: Een tegoedbon van 50 euro. Herziene uitslag eerste kwartaal 2012 1. Roland Schmidt 20 ptn 2. Remke Postma 20 ptn 3. Stefan Jans 19 ptn 4. Esther Verdonk 9 ptn 5. Fokke Bruining 9 ptn 6. Marco Roskam 2 ptn Uitslag tweede kwartaal 1. Remke Postma 2. Roland Schmidt 3. Esther Verdonk 4. Ed Azimullah 5. Joost Lubberman
30 ptn 26 ptn 19 ptn 10 ptn 7 ptn
Tussenstand 2012 1. Remke Postma 2. Roland Schmidt 3. Esther Verdonk 4. Stefan Jans 5. Ed Azimullah 6. Fokke Bruining 7. Joost Lubberman 8. Marco Roskam
50 ptn 46 ptn 28 ptn 19 ptn 10 ptn 9 ptn 7 ptn 2 ptn
Oplossingen 2012-2
1. 4,304,672,100,000,000 2. Iets meer dan 9 dagen nodig voor een 100% kans, het loggen van een wachtwoord kost ook tijd. Er vanuit gaande dat de IT-organisatie geen policy zet op een aantal foutieve pogingen is een half jaar dus niet voldoende. 3. Ongeveer een uur. Het antwoord staat letterlijk in vraag 1. 4. Passphrasing (>14 karakters); 1 punt af58
Breinbreker 2012-3 / 1 (15 punten) Vul de sudoku-tweeling zo in dat beide afzonderlijke sudoku’s in elke rij, elke kolom en elk 3 bij 3 blok de cijfers 1 tot en met 9 maar 1 keer bevatten. De tweeling bestaat dus uit twee sudoku’s met drie gemeenschappelijke blokken.
Breinbreker 2012-3 / 2 (12 punten) Voor de Hoorn van Afrika ligt een internationale vloot verborgen. De vloot bestaat uit een commandofregat van vier segmenten lengte, een duikboot en een MP-fregat van ieder drie segmenten lengte, drie LC-fregatten van twee segmenten lengte en vier speedboten van een segment. De schepen liggen alleen horizontaal en verticaal en raken elkaar nergens, ook niet diagonaal. Een speedboot en twee eindsegmenten zijn al gegeven evenals een stukje water. De cijfers buiten het diagram geven aan hoeveel segmenten op de lijn / kolom staan. Teken de vloot.
Breinbreker 2012-3 / 4 (3 punten) Mijn oudste zoon heeft recentelijk mijn geheimschrift ontcijferd. Toegegeven, hij heeft erg veel hints gekregen maar uiteindelijk is het hem gelukt. In een schriftje had ik al mijn wachtwoorden, vercijferd, opgeschreven. Mijn wachtwoorden zijn altijd cijfers en kunnen herleid worden met de volgende sleutel waarbij geldt dat elke letter een cijfer uit de reeks nul tot en met negen symboliseert: saturn+venus+uranus+mars=neptune Welke getal of wachtwoord schuilt achter neptune?
Spelregels 2012
Instinkers, doordenkers, harde breinkrakers, alles is mogelijk en beginnend met twintig punten wordt het puntentotaal van de opgaven elke uitgave met tien punten verhoogd. Eindigend met vijftig punten in de laatste uitgave van dit jaar. Over de uitslag en competitie wordt niet gecorrespondeerd.
Insturen Oplossingen 2012
Stuur uw antwoorden naar
[email protected] voor 1 december 2012.
INTERCOM 2012-3
VERENIGING OFFICIEREN VERBINDINGSDIENST ALGEMENE INFORMATIE DOELSTELLING De Vereniging van Officieren van de Verbindingsdienst, opgericht op 18 februari 1954, is gevestigd te Ede. De Vereniging van Officieren van de Verbindingsdienst stelt zich ten doel: – het bevorderen van de saamhorigheid tussen alle leden van de vereniging; – het bevorderen van een juist inzicht in de geschiedenis, taak en betekenis van het Wapen van de Verbindingsdienst; – het inlichten van haar leden over relevante wetenswaardigheden betreffende personeel, de organisatie en het materieel; – het actief streven naar samenwerking met gelijkgerichte verenigingen en organisaties; – het in algemene zin, waar nodig, ondersteunen van het Regiment Verbindingstroepen.
ERELEDEN Lkol b.d. R.H. Rijntalder oud-hoofdredacteur Intercom Kol b.d. A. den Boer oud vice-voorzitter VOV
LEDEN VAN VERDIENSTE Lkol b.d. J.A. Mulder oud-penningmeester VOV Lkol b.d. E. Jacobsz oud-secretaris VOV Lkol b.d. J.A. Helms oud-eindredacteur Intercom Lkol b.d. E. van Seters oud-hoofdredacteur Intercom Lkol C.T. Jongerius oud-regimentscommandant Verbindingstroepen Lkol M.J.P. Wolfs oud-penningmeester VOV
BESTUUR Kol F.F.M. Peersman Kol A.P.P. Visser Maj b.d. G.H. Hillen Maj P.L.A. Kerkhoffs Lkol A.L. van Dijk Maj L.H. Siebering Kap S. Kraijo
voorzitter vice-voorzitter secretaris penningmeester lid ledenadm. representatie
INTERCOM 2012-3
ADRESSEN Secretariaat: Maj b.d. G.H. Hillen, Kon. Lodewijklaan 13b, 7314 AR Apeldoorn, tel. (055) 3553777 E-mail:
[email protected] Penningmeester: Maj P.L.A. Kerkhoffs, Obrechtlaan 4, 6711 EL Ede, tel. (0318) 614285 Gsm: 06-17392209 ING Bank 550956 t.n.v. Penningmeester VOV E-mail:
[email protected] Ledenadministratie: Maj L.H. Siebering Bakkersweg 5a 3781GN Voorthuizen Gsm 06-22484233 E-mail:
[email protected] Representatie: Voor opgave van familienieuws en langdurige ziekte: Kap S. Kraijo Dr. van Wieringstraat 69 4181 BT Waardenburg Tel. (0418) 651400 E-mail:
[email protected]
CONTRIBUTIE Opgave lidmaatschap en abonnement: Lidmaatschap en abonnement kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. Opgave via e-mail:
[email protected] of telefonisch bij de ledenadministratie. Contributie voor leden VOV: € 17,50 per jaar (inbegrepen abonnement Intercom).
Abonnement Intercom voor niet-leden: € 20,00 per jaar. Betalingen: Automatisch of per acceptgiro. Opzegging van het lidmaatschap: Het lidmaatschap of abonnement wordt automatisch voor een jaar verlengd tenzij u opzegt vóór 31 december.
KOPIJ Kopij dient bij voorkeur te worden ingezonden vóór 1 januari, 1 april, 1 juli en/of 1 oktober bij het redactiesecretariaat (tenzij u met een van de redactieleden anders bent overeengekomen). U wordt verzocht uw kopij digitaal aan te leveren, waarbij de tekst is opgemaakt in MSWord en waarbij in de tekst géén speciale codes en lay-out elementen zijn ingevoerd. Op verzoek zullen de meegestuurde illustraties weer worden geretourneerd. Elektronisch aangeleverde illustraties dienen in JPG-format te worden meegezonden. Tevens dient een onderdeels- of bedrijfslogo en een pasfoto van de auteur te worden meegezonden. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden artikelen zonodig redactioneel te bewerken en eventueel in te korten. Ingrijpende wijzigingen zullen uitsluitend worden aangebracht in overleg met de auteur. Meningen weergegeven in artikelen, waarbij de naam van de schrijver is vermeld, komen geheel voor diens rekening. De redactie kan dus terzake een andere mening zijn toegedaan. Overname van artikelen is toegestaan, mits de bron en de schrijver worden vermeld en een presentexemplaar van betreffende publicatie wordt toegezonden.
WEBSITE VOV: WWW.VOVKLICT.NL Redactie Website: E-mail: Hoofdredacteur website (dhr. J.R. Vaneman)
[email protected] Secretaris website (kap b.d. A.J.J. Buitendam)
[email protected] Redacteur website (kap b.d. J.J.E. van Gerven) Technische ondersteuning (maj D.P.G.L. van de Braak en kap J.S. Lalleman) Postadres redactie website: Redactie Website VOV Kap b.d. A.J.J. Buitendam Moreelsestraat 68, 6717 TR Ede, tel. (0318) 620305 59