DIMAR bvba STUDIEBUREAU Morkhovenseweg 45/4 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN
Project Nr: 380/1504/CQ OCMW Antwerpen
Omschrijving Project: renovatie appartement (duplex) 2de en 3de verdieping Wolstraat 27/5, 2000 Antwerpen
Datum: 13/05/2015
Foon Fax E-mail BTW nr
014/27 00 00 014/27 00 09
[email protected] be 0866 899 787
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
INHOUDSOPGAVE DEEL A: VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Wetgeving Beschrijving van enkele gebruikte termen Europese richtlijn Belgische richtlijn Uittreksel ‘VGM-plan’ uit het KB (25/01/2001)
2
Nuttige adressenlijst
3 3.1 3.2
Projectgegevens Projectomschrijving Omgevingsbeschrijving bouwplaats
4 4.1 4.2 4.3
Planning der werken Ramingsduur der werken Uitvoerders Coördinatiedagboek
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14 5.15
Bouwplaatsreglement Organisatie V.G.M. (Veiligheid, Gezondheid en Milieu) Noodprocedures P.B.M. (persoonlijke beschermingsmiddelen) C.B.M. (collectieve beschermingsmiddelen) Orde en netheid Milieu Bouwplaatsinrichting Elektrische installatie Gasleidingen en elektrische leidingen Arbeidsmiddelen (machines, gereedschap, materieel,...) Gevaarlijke producten Werken met open vlam Werken in besloten ruimten Werfinrichtingsplan Voertaal Nederlands
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Noodprocedures Inleiding EHBO Hulpverleners Noodprocedures en kennisgeving bij een ongeval Noodoproepnummers
7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
Organisatie / coördinatie Inleiding Werfinrichting Werftoegang / Checkinatwork Voorafgaande kennisgeving Vereiste werfdocumenten
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
2
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
8 8.1 8.2
3
Veiligheidsvoorschriften Algemene veiligheidsvoorschriften Specifieke veiligheidsvoorschriften
BIJLAGEN: Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Bijlage V Bijlage VI
: Veiligheids- en gezondheidscharter : Kennisgevingsblad voor arbeidsongevallen : Invulling artikel 30 (Belangrijke aandachtspunten) : Invulling artikel 30 (Gedetailleerde prijsopgave) : Toelichting gebruikte wegingsfactoren voor risico-analyse : Weging standaard risico’s en maatregelen (Risico-analyse)
DEEL B: COÖRDINATIEDAGBOEK EN POSTINTERVENTIEDOSSIER
Coördinatiedagboek en Postinterventiedossier werden voor huidig dossier opgestart en geopend. Beide worden na beëindiging van de werken geactualiseerd, voor zover mogelijk aangevuld en aan de opdrachtgever overgemaakt. Coördinatiedagboek en Postinterventiedossier worden voorlopig bewaard bij Dimar (kantoor te Wiekevorst).
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
4
DEEL 1: WETGEVINGEN De hierna volgende richtlijnen doen geen afbreuk aan de verplichtingen die voortvloeien uit de bepalingen van het ARAB (algemeen reglement op de arbeidsbescherming), CODEX, AREI (algemeen reglement op de elektrische installaties), en alle andere reglementeringen i.v.m. arbeidsveiligheid.
1.1 Beschrijving van enkele gebruikte termen TIJDELIJKE OF MOBIELE BOUWPLAATSEN Alle bouwplaatsen waar civieltechnische of bouwwerken worden uitgevoerd, waarvan de niet volledige lijst in bijlage I van de hierboven vermelde Europese richtlijn (92/57/EEG) is opgenomen. OPDRACHTGEVER Iedere natuurlijke of rechtspersoon voor wiens rekening een bouwwerk wordt verwezenlijkt. BOUWDIRECTIE Iedere natuurlijke of rechtspersoon die voor rekening van de opdrachtgever zorg draagt voor het ontwerp en/of de uitvoering en/of het toezicht op de uitvoering van het bouwwerk. ZELFSTANDIGE Iedere persoon anders dan die bedoeld in artikel 3 onder a) en b) van richtlijn 89/391/EEG, wiens beroepsactiviteit bijdraagt aan de verwezenlijking van het bouwwerk. AANNEMER Iedere natuurlijke of rechtspersoon die als werkgever in het kader van de verwezenlijking van het bouwwerk personeel tewerkstelt. Hiermee worden, zonder uitzondering, ook de hierboven vermelde zelfstandigen bedoeld. HOOFDAANNEMER De aannemer die rechtstreeks in opdracht van de opdrachtgever werkt. Verschillende hoofdaannemers zijn ten opzichte van elkaar nevenaannemers. ONDERAANNEMER De aannemer die in opdracht van de hoofdaannemer werkt. De hoofdaannemer blijft echter steeds verantwoordelijk voor alle daden van zijn onderaannemer . COÖRDINATOR ONTWERP Coördinator inzake veiligheid en gezondheid tijdens de uitwerkingsfase van het ontwerp van het bouwwerk. Iedere natuurlijke of rechtspersoon die door de opdrachtgever en / of de bouwdirectie ermee belast is om tijdens de uitwerkingsfase van het ontwerp van het bouwwerk de in artikel 5 van de hierboven vermelde Europese richtlijn (92/57/EEG) bedoelde taken te vervullen. COÖRDINATOR VERWEZENLIJKING Coördinator inzake veiligheid en gezondheid tijdens de verwezenlijking van het bouwwerk. Iedere natuurlijke of rechtspersoon die door de opdrachtgever en/of de bouwdirectie ermee belast is om tijdens de verwezenlijking van het bouwwerk de in artikel 6 van de hierboven vermelde Europese richtlijn (92/57/EEG) bedoelde taken te vervullen. VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
5
1.2 Europese richtlijn 8ste Europese richtlijn 92/57/EEG dd. 24 juni 1992 (betreffende de mininumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor tijdelijke en mobiele bouwplaatsen). Ter inzage bij DIMAR.
1.3 Belgische richtlijn Koninklijk besluit dd. 25 januari 2001 (betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen) gewijzigd met 8 besluiten waarvan de laatste op 15 juli 2011. Ter inzage bij DIMAR.
1.4 Uittreksel ‘VGM-plan’ uit het KB (25/01/2001) gewijzigd 15/07/2011 Afdeling IV Onderafdeling I
Bijzondere verplichtingen in verband met de instrumenten bij de coördinatie Het veiligheids- en gezondheidsplan
Art. 26.- § 1. Ongeacht de voorziene preventiemaatregelen, is het opstellen en bijhouden van een veiligheids- en gezondheidsplan steeds verplicht voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen [waarvoor een coördinator-ontwerp of een coördinator-verwezenlijking moet worden aangesteld en (3: KB 19.1.2005)] waar één of meer van de volgende werkzaamheden uitgevoerd worden: 1° werkzaamheden, zoals bedoeld in het tweede lid, die de werknemers aan gevaren van bedelving, wegzinken of vallen blootstellen, gevaren die bijzonder vergroot worden door de aard van de werkzaamheden of van de toegepaste procedés of door de omgeving van de arbeidsplaats of de werken; 2° werkzaamheden die de werknemers blootstellen aan chemische of biologische agentia die een bijzonder risico voor de gezondheid en de veiligheid van de werknemers inhouden; 3° elk werk met ioniserende stralingen waarvoor de aanwijzing van gecontroleerde of bewaakte zones zoals bepaald in artikel 2 van het koninklijk besluit van 28 februari 1963 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking en van de werknemers tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, vereist is; 4° werkzaamheden in de nabijheid van elektrische hoogspanningslijnen of –kabels of van leidingen onder een inwendige druk van 15 bar of meer (3: KB 19.1.2005)]; 5° werkzaamheden die de werknemers blootstellen aan een risico op verdrinking; 6° ondergrondse werken en tunnelwerken; 7° werkzaamheden met duikuitrusting; 8° werkzaamheden onder overdruk; 9° werkzaamheden waarbij springstoffen worden gebruikt; VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
6
10° werkzaamheden in verband met de montage of demontage van [zware (3: KB 19.1.2005)] geprefabriceerde elementen. Voor de toepassing van het eerste lid, 1° worden inzonderheid als bijzonder vergrote gevaren beschouwd: a) het graven van sleuven of putten van meer dan 1,20 m diepte en het werken aan of in deze putten; b) het werken in de onmiddellijke nabijheid van materialen zoals drijfzand of slib; c) het werken met een valgevaar van een hoogte van 5 m of meer. [§ 2. Voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen waarvoor een coördinator-ontwerp of een coördinator-verwezenlijking moet worden aangesteld, is het opstellen en het bijhouden van een veiligheids- en gezondheidsplan bovendien verplicht wanneer de omvang van de bouwplaats van aard is dat: 1° hetzij, de vermoedelijke duur van de werkzaamheden langer is dan dertig werkdagen en waar op één of meer ogenblikken meer dan twintig werknemers tegelijkertijd aan het werk zijn; 2° hetzij, het vermoedelijke werkvolume groter is dan 500 mandagen. (3: KB 19.1.2005)] Voor de bepaling van de omvang van tijdelijke of mobiele bouwplaatsen die het voorwerp uitmaken van een continue opdracht of van een pakket opdrachten zonder onderling verband, wordt het geheel van de werken die een onderling verband hebben, als een afzonderlijke tijdelijke of mobiele bouwplaats beschouwd. [§ 3. Voor de andere tijdelijke of mobiele bouwplaatsen dan deze bedoeld in § 1 en § 2 en waarvoor een coördinator-ontwerp of een coördinator-verwezenlijking moet worden aangesteld, is het opstellen en bijhouden van een veiligheids- en gezondheidsplan of een schriftelijke overeenkomst verplicht overeenkomstig de bepalingen van artikel 27, § 2, respectievelijk artikel 29. (3: KB 19.1.2005)] [Art. 27.- § 1. Voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen bedoeld in artikel 26, § 1, of artikel 26, § 2, en waarop de bepalingen van de afdeling III van toepassing zijn, beantwoordt de in-houd van het veiligheids- en gezondheidsplan ten minste aan de bijlage I, deel A, afdeling I. § 2. Voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen bedoeld artikel 26, § 3 en waarop de bepalingen van de afdeling III van toepassing zijn, wordt gebruik gemaakt van een vereenvoudigd veiligheidsen gezondheidsplan waarvan de inhoud ten minste beantwoordt aan de bijlage I, deel A, afdeling II. (3: KB 19.1.2005)] [Art. 28.- Voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen bedoeld in artikel 26, § 1, of artikel 26, § 2, en waarop de bepalingen van de afdeling II van toepassing zijn, wordt gebruik gemaakt van een vereenvoudigd veiligheids- en gezondheidsplan waarvan de inhoud ten minste beantwoordt aan de bijlage I, deel A, afdeling II. (3: KB 19.1.2005)]
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
7
[Art. 29.- Voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen bedoeld in artikel 26, § 3, en waarop de bepalingen van de afdeling II van toepassing zijn, sluiten de tussenkomende partijen, op voorstel van de coördinator die het eerst tussenkomt, een schriftelijke overeenkomst af, waarin ten minste de volgende bedingen zijn opgenomen: 1° duidelijke afspraken betreffende alle werkzaamheden die gelijktijdig of achtereenvolgens zullen uitgevoerd worden met vermelding van de aannemers die ze zullen uitvoeren en de uitvoeringstermijn van elk van de werkzaamheden; 2° de gedetailleerde vaststelling van de preventiemaatregelen die zullen getroffen worden met de identificatie van de bouwdirecties, de aannemers, en in voorkomend geval, de opdrachtgevers die zullen instaan voor het treffen van deze maatregelen. In toepassing van artikel 17 van de wet, zijn de uitvoeringstermijnen bedoeld in vorig lid, 1°, vastgesteld rekening houdend met de toepassing van de algemene preventieprincipes. (3: KB 19.1.2005)] [De opdrachtgever die een aanbestedende overheid is in de zin van artikel 2 van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, van 15 juni 2006 heeft de keuze tussen het opstellen en het opvolgen van een veiligheids- en gezondheidsplan overeenkomstig artikel 28 of het sluiten van een overeenkomst zoals bedoeld in dit artikel. (8: KB 15.7.2011)] Art. 30.- De opdrachtgever neemt de nodige maatregelen opdat het veiligheids- en gezondheidsplan deel zou uitmaken van, al naargelang het geval, het bijzonder bestek, de prijsaanvraag of de contractuele documenten en daarin als een afzonderlijk en als dusdanig betiteld deel wordt opgenomen. Opdat de maatregelen vastgesteld in het veiligheids- en gezondheidsplan daadwerkelijk zouden kunnen toegepast worden bij de uitvoering van de werken, zorgt hij ervoor dat: 1° de kandidaten bij hun offertes een document voegen dat verwijst naar het veiligheids- en gezondheidsplan en waarin zij beschrijven op welke wijze zij het bouwwerk zullen uitvoeren om rekening te houden met dit veiligheids- en gezondheidsplan; 2° de kandidaten bij hun offertes een afzonderlijke prijsberekening voegen in verband met de door het veiligheids- en gezondheidsplan bepaalde preventiemaatregelen en -middelen, inbegrepen de buitengewone individuele beschermingsmaatregelen en -middelen; 3° de coördinator-ontwerp zijn taak, bedoeld in [de artikelen 4sexies, 5°, en 11, 4° (3: KB 19.1.2005)], kan volbrengen. [De opdrachtgevers van de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen waarop de bepalingen van artikel 29 van toepassing zijn, zijn vrijgesteld van de toepassing van de voorgaande leden.
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
8
Onverminderd de toepassing van het vorige lid en wanneer de opdrachtgever een aanbestedende overheid is in de zin van artikel 2 van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdracht voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, is zij enkel verplicht om voor te schrijven dat de inschrijvers bij hun offerte het document en de afzonderlijke prijsberekening van het tweede lid, 1° en 2°, voegen, indien de coördinator-ontwerp aantoont dat dit document of deze prijsberekening noodzakelijk is opdat de maatregelen bepaald in het veiligheids- en gezondheidsplan daadwerkelijk kunnen worden toegepast, en voor zover hij de onderdelen verduidelijkt waarvoor dat document of die prijsberekening nodig is. (8: KB 15.7.2011)]
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
9
DEEL 2: NUTTIGE ADRESSEN Betreft Bouwheer
Adres OCMW Antwerpen p/a Lange Gasthuisstraat 39 2000 Antwerpen Vastgoedconsulent : Lin Stessels
Contactpersoon
Werfadres Studiebureau stabiliteit Studiebureau technieken Veiligheidscoördinatie (ontwerp en verwezenlijking) Arbeidsinspectie Toezicht op het Welzijn op het werk NAVB Noodgeval – Politie Tel: 101
2000 Antwerpen Nog te bepalen Nog te bepalen Dimar bvba Morkhovenseweg 45/4 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg) Theater Building Italiëlei 124 bus 77 2000 Antwerpen Koningsstraat 132/4 1000 Brussel Oudaan 5 2000 Antwerpen
[email protected] [email protected]
Noodgeval – Brandweer 100 (112 GSM) Ziekenhuizen Tel: 100 Dokter
Antigifcentrum Gemeentebestuur
Noorderlaan 69 2000 Antwerpen Stuivenberg Lange Beeldekensstraat 267 2000 Antwerpen Dr. Bols H. Volkstraat 67 2000 Antwerpen Bruynstraat 1120 Brussel Lange Gasthuisstraat 21 2000 Antwerpen
Contact & Coördinaten
Tel: 03/338 24 59 Gsm: 0491/99 67 68 E-mail:
[email protected] Tel: Tel: Tel: 014/27 00 00 E-mail:
[email protected] Tel: 03/232 79 05 Fax: 03/226 02 53 Tel: 02/552 05 00 E-mail:
[email protected] Tel: 03/338 57 11 Fax: 03/338 56 99 Tel: 0800/123 12 Tel: 03/338 55 99 Tel: 03/338 88 11 E-mail:
[email protected] Tel: 03/217 71 11 Tel: 03/238 67 51 Tel: 070/245 245 Tel: 03/338 34 11 E-mail:
[email protected]
Elektriciteit
Imea (via Eandis)
Gas
Imea (via Eandis)
Water Kabel
Water-link Proximus Telenet
Tel: 078/35 35 34 Fax: 09/263 48 74 Tel: 078/35 35 34 Fax: 09/263 48 74 Tel: 078/35 35 09 Tel: 0800/22 800 Tel: 015/66 66 66
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
10
DEEL 3: PROJECTGEGEVENS 3.1 Projectomschrijving Renovatie appartement. Het betreft het renoveren van een duplex appartement op de 2de en 3de verdieping. Het appartement is in slechte staat wegens een brand in de keuken. De werken omvatten : de renovatie van de keuken, het plaatsen van een nieuwe verwarmingsketel, een nieuw elektrisch hoofdbord voorzien, de tegelvloer en linoleumvloer vernieuwen, een houten raam vervangen en het bijplamuren, het fixeren en schilderen van de muren en plafonds.
3.2 Omgevingsbeschrijving bouwplaats
De werf is gelegen in de stadkern langs een eenrichtingsrijweg in klinkerverharding met vooraan het perceel een voetpad. De weg is ook voorzien van een tramspoor. Het perceel links en rechts is aangrenzende bebouwing. Doordat de werken hinder kunnen veroorzaken aan het openbare verkeer, dienen de doorgangen gevrijwaard te worden door een goede en degelijke signalisatie. Indien de weg toch dient afgesloten te worden, moet het politiereglement geraadpleegd worden als het afzetten van de openbare weg nodig is. Een politievergunning is in dat geval noodzakelijk en dient op de werf aanwezig te zijn. Er is op de bouwplaats geen plaats voor het opstellen van een bouwkraan en aldus ook niet voor stockage van werfkeet, materieelkeet en materiaal. De ligging van de werf is niet goed bereikbaar voor het leveren en afvoeren van materialen door zwaar vrachtverkeer. Deze zaken zouden hinder kunnen veroorzaken bij het opstellen en gebruiken van een bouwkraan, zowel bij het aan- als afvoeren van materiaal en materieel. De aannemers dienen hieraan de nodige aandacht te besteden voor en tijdens de werken. Er is geen kennis van gevaarlijke producten die zich op de werkzone zouden bevinden. De werfafsluiting dient door de algemene aannemer geplaatst te worden zoals beschreven. De ruimtes voor sanitaire voorzieningen en vergaderruimte, dienen door de algemene aannemer voorzien te worden.
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
11
DEEL 4: PLANNING DER WERKEN 4.1 Ramingsduur der werken De totale duur der werken wordt geraamd op ca 60 werkdagen
4.2 Uitvoerders De door de bouwheer aangestelde aannemers dienen het veiligheids- en gezondheidscharter (zie bijlage) in te vullen en door te geven aan de coördinator-verwezenlijking ruim voor aanvang der werken zodat er kan gecoördineerd worden. Deze bijlage bevat: - de algemene gegevens van aannemer en eventuele onderaannemers - een opsomming van het gebruikte materieel - een planning der werken (eventueel aan te vullen met een gedetailleerde planning) - de intentieverklaring voor naleving van het veiligheidsplan Indien er door de bouwheer werken zullen worden uitgevoerd, wordt hij hiervoor ook bekwaam geacht, en dient hij bijgevolg de nodige veiligheidsmaatregelen te nemen. Hij dient dan ook het veiligheids- en gezondheidscharter in te vullen en door te geven aan de coördinatorverwezenlijking ruim voor aanvang der werken. Vooraleer er werken worden aangevat dient de veiligheidscoördinator te worden gecontacteerd zodat het veiligheidsplan vooraf kan worden toegelicht. De aannemer dient voor de aanvang der werken volgende documenten voorleggen aan de architect en de coördinator-verwezenlijking: - Uitvoeringsplannen - Veiligheids- en gezondheidsplannen van de door hem uit te voeren werken met het deel risicoinventarisatie en evaluatie van de door hem uit te voeren werken. De “Unieke werfmelding” dient te gebeuren door de aannemer op wie de opdrachtgever een beroep heeft gedaan. Betrokken werkgevers en zelfstandigen, dienen via de nieuwe onlinedienst “Aangifte van werken” deze aangifte in te dienen en zijn zo in orde met de sociale zekerheid en de veiligheid in het kader van deze reglementering. Een kopie van de Unieke werfmelding inclusief werfmeldingsnummer dient aan Dimar overgemaakt te worden. Voor meer details zie punt 7.4. De aannemer zal bij de betrokken diensten de plannen opvragen van de ondergrondse nutsleidingen. Alle relevante data zoals MSDS-fiches, technische steekkaarten, keuringsattesten, handleidingen, instructiekaarten, indienststellingsverslagen, meetresultaten, ed. dienen tijdig en correct doorgegeven te worden aan de coördinator verwezenlijking. Voor belangrijke werken op vlak van veiligheid dient een verantwoorde planning te worden gerespecteerd.
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
12
Op het einde der werken zullen alle tekeningen en documenten aangepast zijn aan de werkelijke toestand. Alle wijzigingen tijdens de werkzaamheden zullen erop aangeduid worden door de aannemer. Zij zullen een speciale stempel AS-BUILT ontvangen. Deze plannen worden zorgvuldig bijgehouden en overhandigd aan de architect en de coördinator-verwezenlijking; deze plannen maken deel uit van het postinterventiedossier.
4.3 Coördinatiedagboek Het coördinatiedagboek is het dossier dat voor alle betrokken partijen ter inzage is bij DIMAR. Elke uitvoerder dient ons alle gegevens, welke betrekking hebben op de door hem uit te voeren werken, vooraf mee te delen (de gegevens van de onderneming en eventuele onderaannemers, planning der werken en uitvoeringstermijnen). Werfverslagen, nota's, faxen, opmerkingen en alle andere documenten die betrekking hebben op de coördinatie worden hierin gebundeld.
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
13
DEEL 5: HET BOUWPLAATSREGLEMENT 5.1 Organisatie V.G.M. (Veiligheid, Gezondheid en Milieu) 1. De coördinator-verwezenlijking heeft de leiding over de coördinatie VGM voor het geheel van de werkzaamheden. Overeenkomsten tussen verschillende werkgevers i.v.m. Veiligheid, Gezondheid en Milieu op de bouwplaats moeten eerst door de coördinatorverwezenlijking goedgekeurd worden. 2. Elke onderneming moet vooraleer met de werken te starten zijn VGM-plan met de coördinator verwezenlijking bespreken. 3. Elke onderneming verklaart dat de werknemers de nodige opleiding/beroepservaring en lichamelijke geschiktheid bezitten om de hen opgelegde taken (incl. verantwoordelijkheden in veiligheidsfunctie) uit te voeren en het bijhorend materieel te gebruiken en te bedienen op volstrekt veilige wijze. Op vraag van de coördinator legt zij de nodige stukken ter staving voor. 4. De personeelsleden van de aannemers mogen slechts aangetroffen worden op de voor hem voorziene werkplaatsen.
5.2 Noodprocedures 1. Van elk ongeval waarvan een ongevalaangifte wordt opgemaakt moet een kopie aan de coördinator verwezenlijking overhandigd worden, uiterlijk 5 dagen na de dag van aangifte. 2. Elke onderneming rust zijn lokalen uit met de wettelijke voorzieningen inzake brandbeveiliging en EHBO-materiaal. 3. De EHBO-procedure opgesteld door de coördinator moet gevolgd worden.
5.3 P.B.M. (persoonlijke beschermingsmiddelen) 1. Het dragen van veiligheidshelm en veiligheidsschoenen is voor IEDEREEN verplicht op de bouwplaats. 2. Elk personeelslid bezit en gebruikt verder nog veiligheidsschoenen, -laarzen, -bril, -vest (oranje met reflecterende banden en mouwen) en gehoorbeschermers. In de werfkeet zullen steeds 3 stellen aanwezig zijn voor het gebruik door bezoekers. 3. Elke onderneming moet op haar kosten PBM ter beschikking stellen van haar personeel en/of bezoekers. Zij moet eveneens toezien op het gebruik ervan. Tevens moet zij zorgen voor het onderhoud en de vernieuwing te gepaste tijde. 4. De werknemers moeten, overeenkomstig hun opleiding en de gegeven instructies, op de juiste wijze gebruik maken van de PBM en ze na gebruik weer opbergen.
5.4 C.B.M. (collectieve beschermingsmiddelen) 1. Ter voorkoming van arbeidsongevallen moet elke onderneming waar nodig CBM voorzien. De keuze wordt bepaald op basis van de preventieprincipes (ARAB art.28bis § 2) waarin onder meer de voorkeur wordt gegeven aan collectieve bescherming i.p.v. persoonlijke bescherming. VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
14
2. Het plaatsen en/of wegnemen van CBM gebeurt in overleg met de coördinator. Geplaatste CBM mogen NOOIT verwijderd worden zonder dat vervangende of definitieve beschermingen worden aangebracht. 3. Wanneer er werken worden uitgevoerd die voor de uitvoerders en anderen risico's inhouden (vb. laswerken, werken op hoogte, graafwerken, verven, lijmen, enz.) dienen de nodige CBM aangebracht te worden (versperringen en signalisatie). 4. Elke op de bouwplaats vastgestelde gevaarlijke of ongezonde toestand moet onmiddellijk aan de coördinator gemeld worden.
5.5 Orde en netheid 1. Elke onderneming moet dagelijks zijn werkposten opruimen. Afval wordt onmiddellijk afgevoerd naar een vaste voorziene plaats op de werf. Deze containers en/of bakken zullen regelmatig geledigd worden.bij het einde van de dagtaak zullen de werkposten systematisch gecontroleerd worden op orde en netheid door de werfverantwoordelijke van elke aannemer voor zich. 2. Doorgangen, trappen en ladders moeten te allen tijde vrij zijn van obstakels en hindernissen. 3. De gemeenschappelijke toegangswegen naar de werfketen, de andere werfwegen en e de openbare weg en voetpaden dienen regelmatig gereinigd en desnoods hersteld (bv. beschadiging van wegdek) te worden door de algemene aannemer. Indien een bepaalde aannemer specifieke bevuiling of schade veroorzaakt dan moet hij zelf de nodige herstelmaatregelen zonder uitstel uitvoeren. 4. Kabels, slangen, leidingen, enz. mogen geen doorgangen belemmeren, of struikelgevaar vormen. Het is aan te raden ze op te hangen zodat personen en voertuigen er vrij onderdoor kunnen, en zodat zij beschermd zijn tegen beschadiging. 5. Materialen moeten ordelijk en stabiel gestapeld worden, beveiligd tegen weersinvloeden, in de voorziene zones en in afspraak met de coördinator.
5.6 Milieu 1. Het verbranden, op het terrein achterlaten of in de riolering gieten van afval op de bouwplaats is verboden. 2. Het verwijderen van afval en/of verpakkingen gebeurt volgens de procedure opgenomen in het veiligheids- en gezondheidsplan. 3. Maatregelen dienen genomen te worden tegen bezoedeling van bodem, lucht en water. 4. Bepaalde machines (bv. compressoren), opslag van sommige producten (bv. stookolie), oppompen en lozen van water naargelang de capaciteit en de hoeveelheid kunnen aanleiding geven tot meldingsplicht en zelfs tot vergunningsplicht. Elke aannemer en onderaannemer die op de werf werk uitvoert heeft de plicht zich volgens deze reglementeringen in orde te stellen. 5. Er dient rekening gehouden te worden met de bepalingen van het Vlarem; voor de administratieve plichtplegingen geldt Vlarem I en voor de technische uitrusting kan men zich baseren op Vlarem II. Elke aannemer is te allen tijde verantwoordelijk voor de correcte toepassing van de milieuwetgeving, in alle gevallen waartoe zijn werkzaamheden aanleiding kunnen geven. 6. Indien extreme stofhinder te verwachten is, dienen de nodige maatregelen genomen te worden om deze hinder te beperken (stofschermen, vochtig houden bouwpuin,…). VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
15
5.7 Bouwplaatsinrichting 1. Elke onderneming is verplicht voor zijn werknemers de wettelijk voorziene gezondheidsinrichtingen ter beschikking te stellen (C.A.O. van 5/1/84- K.B. van 1/5/84A.R.A.B. art. 76 ev.) en deze dagelijks te onderhouden. Maaltijden mogen enkel in de daartoe voorziene inrichtingen worden gebruikt. 2. Het opstellen van werfburelen, refters, kleedkamers, sanitaire installaties, opslagplaatsen... mag enkel in overleg met de coördinator gebeuren.
5.8 Elektrische installatie 1. De elektrische installatie dient te voldoen aan de voorschriften van het A.R.E.I. en het A.R.A.B. en moet door een erkend organisme gekeurd worden. 2. Verdeelborden moeten steeds gesloten blijven. Het aansluiten kan enkel met aangepaste stekkers. Alle verbindingen (stekker/stopcontact) moeten geschikt zijn voor gebruik in vochtige omstandigheden, minimum IP44. 3. Kabels moeten steeds opgehangen en/of afgeschermd worden tegen mogelijke beschadiging. 4. Elke ondermening staat zelf in voor de verlichting van haar werkposten. Deze verlichting moet uitgevoerd worden volgens de geldende wetgeving. 5. De ruwbouwaannemer en/of hoofdaannemer dient de nodige maatregelingen te treffen om een degelijke verlichting in de traphallen en gangen te voorzien. Deze dient behouden te blijven tot op het einde van de werken.
5.9 Gasleidingen en elektrische leidingen Werken aan gasleidingen en aan elektrische leidingen zullen uitsluitend door bevoegde en erkende aannemers of opgeleid personeel van de nutsmaatschappij uitgevoerd worden. Deze leidingen worden in principe buiten dienst gesteld en ontgast of ontladen. De bouwdirecties belast met de controle op deze leidingen zal de nodige instructies geven. Werken in de omgeving van de hoogspanningslijnen en gasleidingen worden uitsluitend aangevat na het opvragen en het ontvangen van de ligginggegevens en van de nodige instructies van de bouwdirectie belast met de controle of de uitvoering van deze leidingen. In de gevallen waar onzekerheid bestaat over de ligging zal deze directie een bevoegd afgevaardigde met het toezicht belasten op deze werken. Werken waarbij de veiligheidsafstand dient overschreden te worden, worden uitsluitend uitgevoerd door bevoegd en opgeleid personeel van de bouwdirectie belast met de uitvoering van deze hoogspanningslijnen. Niet-bevoegde aannemers voeren geen werken aan deze leidingen uit. 1. Preventiemaatregelen bij werken in nabijheid van bovengrondse elektriciteitsleidingen: - Het buiten spanning stellen en isolatie van de leidingen. - De wettelijke veiligheidsafstanden (V): V= 2 meter (laagspanning) VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
16
V= 2,5 + 0,01 Un (met Un in kV) (hoogspanning) dienen gerespecteerd te worden. Geen enkele persoon, voorwerp of deel van een voorwerp mag de geleiders dichter benaderen dan hier opgegeven. Door te dicht te komen, zelfs zonder de geleiders aan te raken zou immers een overslag met steekvlam kunnen ontstaan, wat natuurlijk dient vermeden te worden. Vooral tijdens de verplaatsing van lange voorwerpen als balken, betonijzer, kraanarmen, … is nauwlettend toezicht van de werfverantwoordelijke noodzakelijk. - De positie van een hoogspanningsgeleider verandert ogenblikkelijk onder invloed van verschillende factoren als buitentemperatuur, wind, elektrische belasting, ijzel zodat het voor een leek onmogelijk is de meest nadelige positie van een hoogspanningsgeleider te situeren. In twijfelachtige gevallen moet men dus de werken onmiddellijk onderbreken en contact opnemen met de technische dienst “hoogspanningslijnen” (tel. 03/640 07 11), die eventueel ter plaatse de nodige schikkingen zal treffen. - Deze richtlijnen moeten ook meegedeeld worden aan alle vaklieden, aannemers of onderaannemers die op de werf werken zullen uitvoeren: kraanbestuurders, daktimmerlieden, leidekkers, tv-antennebedrijven. Tevens moet men er over waken dat deze regels stipt nageleefd worden. - Nadere informatie kan steeds ingewonnen worden bij: ELIA Asset nv Assets Noord Vaartkaai 2, 2170 Merksem Tel: 03/640 07 11 - Vangsystemen voorzien - Maatregelen bij elektrisch contact: zitplaats niet verlaten personen van rondom de machine zich laten verwijderen de machine zeker niet aanraken de machine van de draden verwijderen stroomverdeler eventueel net laten afschakelen bestuurder springt uit cabine (niet stappen): let op voor de ‘stapspanning’ 2. Preventiemaatregelen bij werken in nabijheid van ondergrondse elektriciteitsleidingen: - Respecteren van veiligheidsafstand: geen mechanische werktuigen gebruiken in een zone van 50 cm aan beide zijden van de sleuf. - Peilingen uitvoeren met handwerktuigen
5.10 Arbeidsmiddelen (machines, gereedschap, materieel,...) 1. Enkel elektrisch materieel conform het A.R.E.I. mag op de bouwplaats aanwezig zijn en aangesloten worden op de daartoe voorziene verdeelborden. 2. Elke onderneming moet zijn arbeidsmiddelen zodanig markeren dat ze identificeerbaar zijn. De identificatie moet beschreven worden in het VGM-plan van de onderneming. 3. De arbeidsmiddelen moeten geschikt zijn voor het uit te voeren werk en regelmatig gekeurd worden door een bevoegd persoon zodat bij het gebruik de veiligheid en gezondheid steeds gewaarborgd zijn. Op vraag van de coördinator moeten de gebruiksaanwijzingen en veiligheid- en gezondheidsinstructies kunnen voorgelegd worden.
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
17
4. Van alle aan keuring onderworpen materieel dat op de werf aanwezig is, moeten de keuringsattesten steeds aanwezig zijn, en aan de bevoegde instanties kunnen voorgelegd worden. Een kopie van deze attesten dient aan de coördinator bezorgd te worden vooraleer de toestellen in gebruik genomen worden. 5. Bij gebruik van arbeidsmiddelen van derden is de gebruiker verantwoordelijk voor de veiligheid. 6. Hef- en hijstoestellen en hun toebehoren: • Bouwkranen, heftoestellen en hijstoestellen, evenals ladderliften, hefplatformen en liften die gebruikt worden om lasten te hijsen en die op de bouwplaats gebracht worden, moeten voorzien zijn van een geldig keuringsattest. Dit geldt tevens voor de toeleverende bedrijven. • Een kopie van de keuringsattesten van de op de bouwplaats gebruikte machines moet in de veiligheidsmap werf aanwezig zijn vooraleer de toestellen in gebruik genomen worden. • Bij gebruik van meerdere toestellen met overlappende gieken en of armen moet er in overleg met de coördinator en de respectievelijke veiligheidsverantwoordelijken een gebruiksprocedure worden opgesteld (vluchtroute van de lasten en tijdstip van gebruik). • Op elk hefwerktuig en elk hulpstuk moet het maximum laadvermogen duidelijk zichtbaar zijn aangegeven. • De hefwerktuigen en hulpstukken mogen niet voor andere doeleinden gebruikt worden dan deze waarvoor zij bestemd zijn. • De bouwkraan dient bij niet gebruik ontdaan te worden van de last en de giek dient volledig tot tegen de mast te worden getrokken. 7. Ladders zijn steeds in goede staat (zonder beschadigingen en stabiel) en uitgerust met aangepaste antislip voorzieningen. Zij worden opgesteld tussen 65° en 75° op een vaste ondergrond. Zij worden steeds vastgemaakt wanneer zij dienst doen als toegangsladder of wanneer de ladder 25 of meer sporten telt. De ladders zijn steeds 0,5m langer dan hun bovenste steunpunt 8. Stellingen: • Elke stelling vanaf 2m hoog moet voorzien zijn van leuningen, tussenleuningen en plinten. De werkvloer moet aaneensluitend zijn d.w.z. zonder gevaarlijke ruimten tussen de planken en de leuning en voldoende stevig, rekening houdende met de lasten. • De toegang tot de werkvloeren gebeurt door middel van trappen (torens) of ladders. • Voor de ingebruikname en tenminste één maal per week wordt de stelling nagekeken door een bevoegde persoon van de onderneming. • Voor stellingen hoger dan 8m of voor stellingen blootgesteld aan buitengewone krachten moeten de nodige berekeningsnota's voorgelegd worden aan de coördinator. 9. Bij werken op een diepte groter dan 1,2m zal op de werf steeds het nodige beschoeiingsmaterieel aanwezig zijn en zonodig gebruikt worden.
5.11 Gevaarlijke producten 1. Alle producten op de bouwplaats moeten reglementair geëtiketteerd zijn. Het gebruik van brandbare, toxische of andere gevaarlijke producten moet in het V.G.M.-plan vermeld staan. 2. Aangepaste PBM's dienen verplicht gebruikt te worden volgens de voorschriften van de fabrikant (zie chemische fiche).
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
18
3. Het stockeren van producten en verwijderen van de verpakking dient volgens de vigerende wetgeving en in afspraak met de coördinator te gebeuren. De hoeveelheid product aan de werkpost dient beperkt te worden. 4. Een kopie van de veiligheid- en gezondheidssteekkaart (chemische fiche) van de gebruikte producten moet aan de coördinator overhandigd worden. De steekkaart omvat tenminste: • naam van de fabrikant; • fysische eigenschappen; • bijzondere kenmerken; • gevaren/verschijnselen; • preventie; • blusstoffen/eerste hulp/evacuatie. 5. Indien werken worden uitgevoerd waarbij schadelijke of hinderlijke dampen/gassen vrijkomen, moet dit gemeld worden in het VGM-plan. Met de coördinator worden maatregelen afgesproken om de dampen/gassen op een doeltreffende manier af te voeren. (afzuiginstallatie...)
5.12 Werken met open vlam 1. Het behandelen van gasflessen gebeurt met de meeste zorg. Gasflessen die niet in gebruik zijn worden buiten het gebouw op een vaste plaats rechtop gestockeerd, vastgemaakt, voorzien van de beschermkop en beschermd tegen de zon. 2. De slangen, vlamterugslagbeveiligingen, drukontspanners en manometers dienen in goede staat te zijn. 3. De zuurstof- en brandgasflessen worden bij gebruik verticaal of schuin onder een hoek van minimum 35° geplaatst. Ze moeten gemonteerd zijn op een flessenkar. Op het einde van de dagtaak worden gasflessen dichtgedraaid en slangen en manometers ontspannen. 4. Gasflessen die in gebruik zijn moeten buiten het vonkbereik staan en mogen nooit in een besloten ruimte worden gebracht. 5. Bij werken met open vlam hoort een ABC-blusapparaat van minimum 6 kg. 6. Voor de aanvang van werken met open vlam vraagt de onderneming aan de coördinator of een vuurvergunning vereist is. De vuurvergunning wordt gebruikt om brand- of ontploffingsgevaar te voorkomen dat zich voordoet bij werken met open vuur, blanke vlam of hittepunt, lassen, snijbranden, doorslijpen of afbranden zijn oorzaken van talrijke en ernstige arbeidsongevallen. Een vuurvergunning is nodig indien zich binnen een straal van 15m van het punt waar gelast, gebrand, geslepen wordt of op gelijk welke andere wijze vlammen, vonken of grote hitte kunnen ontstaan een opslag gebeurt van brandbare of ontvlambare producten (vast of vloeibaar, droge plantengroei,…) of indien zich binnen die zone ontvlambare lucht/gasmengsels kunnen vormen. Op plaatsen waar dergelijke gevaren niet aanwezig zijn is een vuurvergunning bijgevolg zinloos. Het is dan ook aangewezen dat de algemene aannemer op het overzichtsplan van de werf de zones aanduidt waar een vuurvergunning nodig is voor werk waar vlammen en vonken bij te pas komen. Deze zones moeten op de werf gematerialiseerd worden met de gepaste signalisatie (afbakening), pictogrammen en opschriften. indien dergelijke zones zouden ontstaan door het werk van een bepaalde aannemer, dan is het deze aannemer die instaat voor de nodige signalisatie en afbakening, uiteraard na overleg met het bestuur. Het spreekt vanzelf dat in die gevarenzones evenmin mag gerookt worden.
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
19
De vuurvergunning bevat de maatregelen die nodig zijn ter voorkoming van brand: een reeks algemene maatregelen, toepasbaar bij alle werken en een reeks speciale maatregelen welke voortvloeien uit de aard van het werk, de soort installatie aan dewelke de arbeiders moeten werken en de omgeving waar de werken zullen uitgevoerd worden. Deze maatregelen vallen ten laste van de ondernemingen en de uitvoerders van het werk. Men kan daarbij drie groepen van maatregelen onderscheiden: voor het werk, tijdens het werk, na het werk. De geldigheidsduur is vermeld op het vuurvergunningsdocument. Indien de voorziene periode onvoldoende blijkt dan moet voor een verlenging ervan de vuurvergunning tijdig vernieuwd worden. De heraanvraag moet gedaan worden door de onderneming die de werken uitvoert vooraleer de verlengingstijd ingaat. Procedure voor het bekomen van een vuurvergunning: - Al de vergunningen moeten aangevraagd worden via de hiërarchische lijn van de aannemer. De aanvragen worden meegedeeld via de werfvergaderingen. - Bij een bepaald werk kan meer dan 1 vergunning nodig zijn: dit zal bij de bespreking van de werken blijken. - De vergunningen zijn geldig voor een periode van maximum 1 week. - De vuurvergunning wordt ingevuld op de voorgedrukte bladen “Vuurvergunning”, zoals opgesteld door het NVBB. Deze voorgedrukte bladen kan men bestellen op volgend adres: NVBB-ANPI, Parc scientifique, 1348 Louvain-La-Neuve (tel: 010/45 72 11) - Het werk mag slechts beginnen wanneer alle maatregelen zijn genomen en wanneer elke verantwoordelijke hiervoor heeft geparafeerd. - De goedgekeurde toelatingen worden door de aannemer bijgehouden. - De vuurvergunning slaat enkel op veiligheidsmaatregelen tav de bestaande installatie.
5.13 Werken in besloten ruimten. Een besloten ruimte is een ruimte die niet bestemd is voor een continu verblijf van werknemers, met een besloten karakter en waar een gevaarlijke atmosfeer aanwezig is / kan zijn. Beperkte of moeilijke toegangsmogelijkheden en een beperkte natuurlijke ventilatie wijzen op een besloten karakter van de ruimte. Een gevaarlijke atmosfeer is een atmosfeer die kan aanleiding geven tot: bedwelming of vergiftiging, brand of explosie, verstikking. Voorbeelden van besloten ruimten: tanks, rioolputten, ondergrondse ruimtes, mangaten, kruipkelders en andere gebieden met beperkte toegang en beperkte ventilatie. De aannemer treft de nodige organisatorische en technische maatregelen opdat het betreden en/of de werken in besloten ruimten veilig kan worden uitgevoerd en dat de werknemers die er tewerk gesteld zijn voortdurend onder toezicht staan. Belangrijk is vooral dat de werknemers een degelijke opleiding genoten hebben betreffende het werken in besloten ruimten. Alvorens een besloten ruimte wordt betreden, dient er een risicoanalyse te gebeuren om de nodige preventiemaatregelen te bepalen. Er moet ook een werkvergunning worden ingevuld en deze moet worden besproken met de werknemers die de besloten ruimte zullen betreden. Bovenal dient, alvorens de werken in besloten ruimten uitgevoerd worden, de veiligheidscoördinator hiervan op de hoogte gesteld te worden. VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
20
5.14 Werfinrichtingsplan Voor aanvang van de werken moeten maatregelen worden getroffen teneinde gevaren in verband met ondergrondse buizen, kabels en andere distributiesystemen op te sporen en tot een minimum te beperken. Er moeten veilige wegen naar en vanuit uitgravingen worden aangelegd (werfpiste). Van zodra de weersomstandigheden het vereisen, dient er strooizout op de werf voorzien te worden om alle doorgangen en toegangswegen op de werf ijsvrij te houden. De uitgegraven aarde, het materiaal, het materieel en de voertuigen, die in gebruik zijn, moeten op een veilige afstand van de uitgravingen worden gehouden en circuleren. Desnoods worden hekkens geplaatst, bestaande uit stevige draadwerken en buizen en verzwaarde steunen, stevig verankerd en voorzien van opdraaiende delen die afgesloten kunnen worden door middel van zware tegen inbraak beveiligde sloten. De afsluitingen hebben een minimumhoogte van 2 m. Dit alles wordt voorzien voor het handhaven van orde, netheid en de algemene veiligheid voor werknemers en derden. Het werfinrichtingsplan zelf wordt opgemaakt door de BD UA d.w.z. de algemene bouwdirectie belast met de uitvoering. De nodige uitrustingen worden voor aanvang van de werken geplaatst volgens de richtlijnen, bepaald in de veiligheidsvergadering en goedgekeurd door het bestuur der werken. De werfinrichting wordt op de werf uitgehangen en vermeldt minstens: - toegangen, wegen, rijrichtingen en parkings - ligging van nutsleidingen - zones voor gezondheidsinrichtingen - zones voor stockage materieel, materiaal, werkplaatsen - de zones waar de graaf- en hijstoestellen dienen gebruikt te worden en hun eventuele noodzakelijke bewegingsruimte met de te volgen vluchtroute van de lasten en gieken en armen. - opstelling van de elektrische verdeelborden - de inplanting van de EHBO-post - de inplanting van de noodtelefoon - de inplanting van afsluitingen - de opstelling van verkeersignalisatieborden en wegomleidingen in overleg opgesteld met de bevoegde overheid - de tegen vallen en tegen vallende voorwerpen beschermde paden, doorgangen en toegangen en gebruiksplaatsen - de parkeerplaatsen en afsluitingen voor de werfmachines bij het einde van de dagtaak - uitrustingen van aannemers, nevenaannemers en zelfstandigen; iedere aannemer, nevenaannemer of zelfstandige zal een plaats toebedeeld krijgen. Hiertoe zal vooraf navraag gedaan worden naar hun plaatsbehoefte.
5.15 Voertaal Nederlands De voertaal op de werf is Nederlands. Teneinde de instructies van de veiligheidscoördinator en andere leidinggevenden te kunnen begrijpen, is het noodzakelijk dat van elke aannemer permanent iemand op de werf aanwezig is die de Nederlandse taal beheerst en bovendien op een degelijke manier kan communiceren met de overige werknemers (in hun moedertaal). VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
21
DEEL 6: NOODPROCEDURES 6.1 Inleiding De hierna volgende noodprocedure werd door de coördinator opgesteld. Elke betrokkene wordt geacht ervan op de hoogte te zijn, zodat hij weet wat hem te doen staat in geval van een arbeidsongeval. Elk schade- of arbeidsongeval dient onmiddellijk aan de coördinatorverwezenlijking én aan de Technische Inspectie (gegevens hiervan zijn terug te vinden op de nuttige adressenlijst die zich in dit V&G-plan bevindt en die op de werf opgehangen is) gemeld te worden door middel van het kennisgevingblad bij arbeidsongevallen (zie bijlage). Een bewijs van deze melding dient eveneens aan DIMAR bezorgd te worden. Tevens dient elke onderneming bij het beëindigen van hun werkzaamheden de coördinatorverwezenlijking op de hoogte te brengen van de gebeurde of niet gebeurde ongevallen door middel van het arbeidsongevallen-inlichtingenblad.
6.2 EHBO De aannemer richt tenminste 1 EHBO-post in, die wordt aangeduid met het bijhorende pictogram (zie verder). Een geschikt lokaal met een volledige verbanddoos en een draagberrie met 2 dekens worden ter beschikking gesteld. Dit lokaal is gemakkelijk toegankelijk met een draagberrie en vlot bereikbaar voor de hulpdiensten. Iedere aannemer heeft steeds een volledige verbanddoos ter beschikking op de werf. Deze verbanddoos wordt bijgehouden en beheert door een door hem aangestelde verantwoordelijke. Het adres en het telefoonnummer van de plaatselijke eerste hulppost, de dichtstbijzijnde kliniek en de eenvoudige bereikbare huisdokters moeten duidelijk zichtbaar zijn aangegeven.
6.3 Hulpverleners Minstens 1 gekwalificeerde EHBO-hulpverlener is permanent op de bouwplaats aanwezig, zodra er meer dan 20 werknemers gelijktijdig op de bouwplaats aanwezig zijn. Iedere aannemer wordt hierbij niet ontslagen van zijn verplichting om vanaf 20 tewerkgestelde werknemers op de bouwplaats (onderaannemers inbegrepen), een EHBO-hulpverlener op de bouwplaats te hebben. Incident: Ongeval: Arbeidsongeval: Ernstig arbeidsongeval: Zeer ernstige arbeidsongeval:
ongeval zonder werkverlet < dan 1 dag werkonbekwaam < dan 30 dagen werkonbekwaam > dan 30 dagen werkonbekwaamheid of met blijvende arbeidsongeschiktheid < 25% dodelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid van > 25%
Bij een arbeidsongeval wordt onmiddellijk een hulpverlener verwittigd, met vermelding van de ernst van het ongeval en de plaats. Bij een niet ernstig arbeidsongeval zal de hulpverlener het slachtoffer verzorgen en eventueel doorverwijzen naar dokter of ziekenhuis. Bij een ernstig arbeidsongeval zullen de eerste zorgen door de hulpverlener ter plaatse gegeven worden. Terzelfder tijd worden de hulpdiensten verwittigd. De nodige maatregelen worden getroffen om deze naar de plaats van het ongeval te begeleiden. Bij twijfels over de toestand van het slachtoffer (bijvoorbeeld na val van hoogte) het slachtoffer niet verplaatsen maar wachten op de hulpdiensten of de gekwalificeerde hulpverlener. VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
22
6.4 Noodprocedures en kennisgeving bij een ongeval 1. Voor elk ander ingrijpen: dient het eventueel nog bestaande gevaar uitgeschakeld te worden (bv. uitschakelen van elektrische stroom, voorwerpen die dreigen te vallen wegnemen, enz.). 2. Alarm aan de interne hulpdiensten: EHBO-hulpverlener, werfleider, veiligheidsverantwoordelijke van de hoofdaannemer. 3. Hulp verlenen aan het slachtoffer 4. Oproepen van de externe hulpdiensten (100): inhoud van de boodschap: • Werfadres: Wolstraat 27/5, 2000 Antwerpen • Toestand van het/de slachtoffer(s) (bewustzijn / ademhaling / polsslag) • Bij levensgevaar bijstand vragen van de MUG (medische urgentie groep) • Aard van de verwonding • Naam van de oproeper en firmanaam van de oproeper Bij de werftoegang dient iemand de hulpdienst op te wachten, hen de nodige inlichtingen te verschaffen, en hen te begeleiden naar de plaats van het ongeval. 5. Te verwittigen personen: • De familie van het slachtoffer (bij opname in het hospitaal of bij overlijden) • De werkgever van het slachtoffer • De veiligheidsverantwoordelijke van de hoofdaannemer (preventieadviseur) • De coördinator-verwezenlijking • De opdrachtgever/architect • De bouwheer • De technische inspectie: - Onmiddellijk indien het slachtoffer overleden is of >25 % blijvend gehandicapt is. - Binnen de 2 dagen indien verwacht wordt dat het slachtoffer voor meer dan 1 maand arbeidsongeschikt is of indien er een lichte permanente handicap verwacht wordt. - Binnen de 10 dagen indien verwacht wordt dat het slachtoffer voor minder dan 1 maand arbeidsongeschikt is. - Na elk ongeval waarbij het slachtoffer een elektrische schok onderging. • De dienst gas en elektriciteit van het ministerie van economische zaken (schriftelijk), na elk ongeval met elektriciteit waarbij gewonden vielen. 6. Onderzoek van het ongeval: door de veiligheidsverantwoordelijke van de hoofdaannemer zal een onderzoek worden ingesteld naar de oorzaak en de omstandigheden van het ongeval. Een verslag van dit onderzoek zal aan de coördinator-verwezenlijking worden doorgegeven. 7. Maatregelen: nemen om gelijkaardige ongevallen te voorkomen. 8. Kennisgevingblad bij arbeidsongevallen (zie bijlage) invullen en doorgeven aan de coördinator-verwezenlijking en kopie bij het coördinatiedagboek te voegen. 9. Bij werkhervatting: • Genezingsattest door het slachtoffer voor te leggen • Preventieadviseur en coördinator-verwezenlijking op de hoogte brengen • Eventueel onderzoek door arbeidsgeneesheer
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
23
6.5 Noodoproepnummers Door de coördinator worden de belangrijkste noodoproepnummers samen op een fiche vermeld (zie pagina 7). Deze fiche dient voor iedereen duidelijk zichtbaar op de werf opgehangen te worden, op het werfbord (zie "7. 3 Werftoegang") vanaf de aanvang der werken. Korte samenvatting van de telefoonnummers van de belangrijkste hulpdiensten: Ziekenhuis
100 (gsm 112)
Brandweer
100 (gsm 112)
Geneesheer
100 (gsm 112)
Politiediensten
101
Antigifcentrum
070/245 245
Brandwondencentrum
03/217.75.95 02/264.48.01 02/477.21.11 09/240.32.27 016/34.87.50 04/356.52.13 071/44.80.00
Antwerpen Brussel Brussel (voor kinderen) Gent Leuven Liège Loverval
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
24
DEEL 7: ORGANISATIE/COÖRDINATIE 7.1 Inleiding Om een vlotte, veilige en gezonde samenwerking en opeenvolging van de werken te kunnen verzekeren, is het noodzakelijk om vooraf duidelijke afspraken te maken over de organisatie van de werken. In de volgende punten worden de maatregelen opgesomd die dienen voorzien te worden door de verschillende partijen.
7.2 Werfinrichting Het spreekt vanzelf dat het vermijden van dubbel werk de veiligheid en de kostprijs van de uit te voeren werken ten goede komt. Er dienen daarom vooraf duidelijke afspraken gemaakt te worden over de te nemen maatregelen. 7.2.1. De algemene werfinrichting dient door de aannemer ruwbouwwerken te worden verzorgd, en dient volgende elementen te bevatten: •
•
• • •
De werfafsluiting: de werf dient volledig te worden omheind om elke toegang voor onbevoegden onmogelijk te maken. Onder werf wordt verstaan de ruimte nodig voor de oprichting van het bouwwerk en voor de plaatsing van werflokalen, opslag van materiaal en materieel, afvalcontainers en al de elementen die rechtstreeks of onrechtstreeks tot de werfinrichting of werkactiviteit behoren. De eventueel bestaande afsluitingen op het terrein kunnen behouden blijven en dienst doen als werfafsluiting indien ze voldoende afscherming bieden. De toegang tot de werf moet kunnen afgesloten worden met een poort dewelke bij het verlaten van de werf door de laatste kan worden afgesloten. De werfafsluiting dient behouden te blijven tot op het moment dat er vervangende of definitieve beschermingen worden aangebracht. De pictogrammen: ter plaatse van de toegang tot de werf dienen de nodige pictogrammen duidelijk en zichtbaar te worden aangebracht de welke door elke betreder van de werf moeten gevolgd worden. De pictogrammen worden aangebracht op het werfbord (zie "7. 3 Werfbord"). De pictogrammen dienen behouden te blijven tot op het einde der werken van de laatste aannemer . Een chemisch toilet: op de werf dient een chemisch toilet ter beschikking gesteld te worden gedurende de ganse duur der werken. Het dient tevens wekelijks gereinigd te worden. Bescherming te behouden delen: alle nodige beschermingen van de te behouden delen op het bouwterrein en op het openbaar domein. Afschermingen: putten, sleuven, vloeropeningen, raamopeningen, trappen, enz. dienen voorzien te worden van de nodige afschermingen in watervast materiaal tot op het moment dat er vervangende of definitieve beschermingen geplaatst worden.
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
25
Opmerkingen: - Voor het bepalen van de kostprijs voor deze voorzieningen dient rekening gehouden te worden met een periode van 6 maanden. Voor elke verlenging of verkorting van deze periode dient er een aparte eenheidsprijs per week opgegeven te worden. - De voorschriften opgelegd door de gemeentelijke, politie, of andere openbare diensten betreffende het openbaar domein dienen gevolgd te worden. De nodige plaatsbeschrijvingen van het openbaar domein grenzend aan de werf dienen in overleg met de gemeente te gebeuren door de aannemer .
7.2.2. Voorzieningen te treffen door elke aannemer: • •
Werfketen: elke aannemer zorgt voor de werfketen voor eigen gebruik met eetgelegenheid en opslagruimte voor materiaal en materieel. EHBO-hulppost: een EHBO-hulppost (verbanddoos, draagberrie, enz.) aangeduid met de voorziene pictogrammen dient tijdens de werken voor de werknemers aanwezig te zijn.
Bedoelde pictogram: Opmerkingen: - Elke aannemer dient de collectieve beschermingen die werden getroffen te behouden, ze te onderhouden en ze, voor allen die na hen komen, in een veilige toestand achter te laten. - Het reinigen van materieel is niet toegelaten op het openbaar domein. Opmerkingen dienen tijdig door de aannemer aan de coördinator-verwezenlijking overgemaakt te worden.
7.3 Werftoegang Checkinatwork: Indien de werf valt onder de regelgeving betreffende registratie van aanwezigheden “Checkinatwork” (dit is enkel van toepassing voor werven met een totale waarde van 800.000,- ex btw), dient de opdrachtgever én hoofdaannemer hiervan een expliciete melding te maken aan Dimar. Enkel dan zijn wij op de hoogte en kunnen wij onze verplichtingen ter zake naleven (noteer dat ook de veiligheidscoördinator zich dient te melden). In voorkomend geval wensen wij een (digitale) kopie van het uithangformulier te ontvangen (met duidelijke afdruk van de QR-code). Bij niet naleven van deze verplichting door opdrachtgever en hoofdaannemer, zullen alle nadelige gevolgen hieraan verbonden (boetes e.d.) onverwijld overgemaakt worden aan opdrachtgever en hoofdaannemer.
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
26
Volgende personen hebben steeds toegang tot alle onderdelen van de werf: - afgevaardigden van het opdrachtgevend bestuur - afgevaardigden van het studiebureel - alle politiediensten - brandweer en andere hulpdiensten - inspecteurs/afgevaardigden van de verschillende overheidsdiensten - afgevaardigden van onafhankelijke controleorganismen (Vinçotte, SECO,…) - landbewoners indien hun eigendommen anders niet te bereiken zijn. Volgende personen kunnen toegang krijgen tot (delen van) de werf mits voorafgaandelijke toestemming van de werfleiding: - afgevaardigden van belanghebbende partijen (vb archeologen, natuurliefhebbers, buurtbewoners, gemeenteraad,…) - bezoekers Van bij het begin van de werf zullen bouwputten en sleuven voldoende aangeduid en omheind worden om elke toegang vanaf de openbare weg onmogelijk te maken voor derden. Opschriften met uitdrukkelijk toegangsverbod worden in voldoende mate aangebracht. Bij de werftoegangen wordt dit toegangsverbod aangevuld met een gebodspictogram voor verplichte helmdracht en een voor verplicht dragen van veiligheidsschoeisel; de aanleg en signalisatie van deze werftoegangen behoren tot de opdracht van de algemene aannemer. Dit bord dient afzonderlijk van de werfafsluiting geplaatst te worden, zodat dit bij het verwijderen van de werfafsluiting kan behouden blijven voor de volgende aannemers. Het dient duidelijk zichtbaar te worden aangebracht voor elke betreder van de werf. Het werfbord dient behouden te blijven tot op het einde der werken van de laatste aannemer.
Uitgravingen en andere gevaarlijke punten zullen apart afgebakend worden en wel door de aannemer tot wiens werk ze behoren. De werknemers (ook deze van onderaannemers) dienen uitdrukkelijk richtlijnen te ontvangen inzake de toegangsmodaliteiten tot de werfzone. Tijdens de werkuren dienen de aannemers steeds toe te zien op het respecteren van het toegangsverbod op de werf door derden en aan de verplichting tot het dragen van de nodige beschermingsuitrusting (minimaal werfhelm en veiligheidsschoenen) door alle personen die de werf betreden voorbij de pictogrammen die dit gebod aanduiden. Elke inbreuk dient aan het bestuur gemeld te worden.
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
27
7.4 Voorafgaande kennisgeving In het kader van de administratieve vereenvoudiging kunnen werven sinds november 2011 enkel nog aangegeven worden via het portaal van de sociale zekerheid www.socialsecurity.be . Naar aanleiding van die vereenvoudiging werd het navb-luik Melding inzake veiligheid en hygiëne geschrapt uit de toepassing. Werken die niet onder het toepassingsgebied van het luik Werken 30bis vallen, maar toch gemeld moeten worden aan het navb, kunnen gemeld worden via het luik Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. De melding moet nog altijd ingediend worden voor aanvang van de werken, maar niet meer 15 dagen op voorhand. De gegevens met betrekking tot de werf, de aannemer(s) en de opdrachtgever bereiken het navb automatisch elektronisch. De aannemer blijft wel verplicht om de werfmelding die gegenereerd wordt door het nieuwe systeem, af te drukken en op de werf te afficheren op een toegankelijke plaats voor het personeel en andere belanghebbenden en alsook een kopie over te maken aan de Veiligheidscoördinator (Dimar).
7.5 Vereiste werfdocumenten Volgende documenten dienen steeds op de werf aanwezig te zijn: - Melding NAVB (afdruk elektronische melding inclusief werfmeldingsnummer) en Technische Inspectie - Bouwvergunnning - Verkeerssignalisatie - Het veiligheids- en gezondheidsplan - Keuringsverslagen hijsmiddelen en toebehoren - Planning en faseringsplanning
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
28
DEEL 8: VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 8.1 Algemene veiligheidsvoorschriften De algemene veiligheidsvoorschriften zijn het resultaat van de risicoanalyse opgemaakt door de coördinator. De risicoanalyse is het document dat de risico's beschrijft, ze evalueert en preventiemaatregelen opgeeft die door de aannemers moeten gevolgd worden. De risicoanalyse wordt verder in dit document toegevoegd.
8.2 Specifieke veiligheidsvoorschriften Hier worden de belangrijkste zaken opgesomd, sommige items werden in voorgaande tekst reeds opgenomen. Asbest inventaris: Voor aanvang van de werken dient een destructief asbestonderzoek te gebeuren. Hierbij wordt niet enkel een visuele opsporing van asbest gedaan, maar wordt “in het gebouw of de af te breken delen actief en destructief op zoek gegaan naar asbest” (bijvoorbeeld lichte wanden en valse plafonds openmaken). De asbestinventaris dient zowel aan de veiligheidscoördinator overgemaakt te worden als aan het bestek toegevoegd te worden. Afhankelijk van de aangetroffen asbest (gebonden / ongebonden) dienen de nodige gespecialiseerde firma’s aangesteld te worden om de asbest te (laten) verwijderen. Deze verwijdering dient te gebeuren alvorens de andere sloopwerken aan te vatten. De nodige meldingen aan FOD dienen door de uitvoerders te gebeuren. Er wordt aangeraden om bij de minste twijfel omtrent aanwezigheid van asbest tijdens de verdere sloopwerken onmiddellijk de nodige stalen te nemen en door een bevoegd labo te laten onderzoeken. Bij eventuele positieve resultaten (= aanwezigheid van asbest) dient opnieuw een daartoe bevoegd aannemer aangesteld te worden ter verwijdering van deze schadelijke stoffen. Alle andere sloopwerken dienen tot dan gestaakt te worden. Attesten ivm het afvoeren en storten van de asbesthoudende materialen dienen aan het bestuur en de veiligheidscoördinator overgemaakt te worden. Fasering der werken / sloopplan : De aannemer dient zijn sloopplan vooraf aan het bestuur en de veiligheidscoördinator voor te leggen. Wijzigingen op onderstaand voorstel van de veiligheidscoördinator is enkel mits voorafgaande akkoord toegestaan: • • • •
Laten afsluiten van alle nutsvoorzieningen, Aanbrengen van werfinrichting (omheining, werfkeet en –toilet, afvalcontainers, …) In voorkomend geval verwijderen van de asbesthoudende materialen, eventueel door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. (zie bovenstaande toelichting). Verwijderen van “inboedel” en losstaande stukken VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
•
•
• •
29
Ontmantelen van de gebouwen (binnen- en buitenschrijnwerk, lichte scheidingsconstructies, zachte vloerbekledingen, …) , verwijderen van technische installaties (verwarming, sanitair, elektriciteit, …) Gescheiden afvoeren van het afval én sorteren op de werf !! Het slopen van structuren. Om de stabiliteit van het gebouw beter te kunnen inschatten tijdens de werken moeten de afbraakwerken steeds in omgekeerde volgorde verlopen als de opbouw van het gebouw en dienen steeds de raadgevingen van de stabiliteitsingenieur opgevolgd te worden. Zo kan men in geval van problemen tijdig ingrijpen en de nodige stuttingswerken uit voeren om de stabiliteit van de aanliggende gebouwen te garanderen. Om de stofproductie tijdens de afbraakwerken te verhinderen of deze binnen de wettelijke bepaalde grenswaarden te houden, dient het stof gedurende de gehele uitvoeringsperiode bevochtigd te worden. Gescheiden afvoer van materialen, opruimen van de bouwwerf. Werfafsluiting blijft aanwezig tot aanvang van de volgende bouwwerkzaamheden.
Bij het opstellen, gebruiken en demonteren van een bouwkraan dient er extra aandacht geschonken te worden aan eventuele bovengrondse leidingen aan de voorzijde van het perceel. Bij het bestellen van het buitenschrijnwerk dient er door de bouwheer op gelet te worden dat al de beglazing op een veilige manier kan onderhouden worden (draairichting van de ramen op de verdieping, enz.) Bij het op- en afrijden van de werf dient de nodige aandacht geschonken te worden aan de zwakke weggebruikers. Preventiemaatregelen bij werken in nabijheid van bovengrondse elektriciteitsleidingen: - Het buiten spanning stellen en isolatie van de leidingen. - Veiligheidsafstanden respecteren: V= 2 meter (laagspanning) V= 2,5 + 0,01 Un (met Un in kV) (hoogspanning) - Vangsystemen voorzien - Maatregelen bij elektrisch contact: zitplaats niet verlaten personen van rondom de machine zich laten verwijderen de machine zeker niet aanraken de machine van de draden verwijderen stroomverdeler eventueel net laten afschakelen bestuurder springt uit cabine (niet stappen): let op voor de ‘stapspanning’ Specifieke preventiemaatregelen voor terreinafbakening, signalering en collectieve beschermingsmiddelen: 1) Alle plaatsen die gevaar voor ongevallen kunnen opleveren, moeten door de aannemer onmiddellijk afgebakend, zo nodig afgeschermd en verlicht en bovendien voorzien worden van de noodzakelijke signalering. VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
30
2) Alle plaatsen waar gevaar bestaat om te vallen dienen door de werknemers stevig afgedekt te worden, van een vaste leuning voorzien en een duidelijke signalering om ongevallen te voorkomen. De signalering dient door de werknemers op voldoende afstand van het gevaar aangebracht te worden. 3) Uitsluitend na het aanbrengen van aangepaste terreinafbakening en veiligheidssignalering mogen roosters, deksels, …weggenomen worden, waarbij de werknemers zichzelf ook steeds dienen te beveiligen. 4) Alle afsluitingen, stellingen, koorden, kettingen, …, waarover men zou kunnen struikelen, moeten steeds zichtbaar zijn en ’s nachts duidelijk gesignaleerd worden of bij afwezigheid van daglicht verlicht zijn. 5) Werknemers mogen nooit signaleringsborden verplaatsen, verwijderen en/of afdekken. Alle signaleringsborden moeten door alle werknemers gevolgd worden. Alle verplaatsingen, verwijderingen of afdekken van signaleringsborden noodzakelijk voor de uitvoering van de werkzaamheden, moeten door de verantwoordelijke werknemer voorafgaandelijk gemeld worden aan de bouwdirectie. 6) Alle straatversperringen noodzakelijk voor het uitvoeren van de werkzaamheden moet te minste één week op voorhand door de verantwoordelijke werknemer afgesproken worden met de bouwdirectie. 7) Bij het uitvoeren van werkzaamheden moeten de aannemers de voorkeur geven aan collectieve beschermingsmiddelen boven persoonlijke beschermingsmiddelen. Slechts bij technische onmogelijkheid mogen de werknemers overschakelen naar PBM’s. 8) Het vroegtijdig verwijderen van werkterreinafbakening, signalering of collectieve beschermingsmiddelen door werknemers is verboden. Hiervoor moet voorafgaandelijk toelating gevraagd worden bij de bouwdirectie en/of de veiligheidscoördinator. Specifieke preventiemaatregelen voor werkzaamheden op hoogtes: BELANGRIJKE OPMERKING: Vooreerst dient vermeld te worden dat volgend advies van DIMAR betreffende het werken op hoogte dient opgevolgd te worden: •
•
•
Vóór aanvang van de werken dient onderling overleg tussen de veiligheidscoördinator, opdrachtgever, architect en de aannemers ruwbouwwerken, dakwerken, buitenschrijnwerk en voegwerken ertoe te leiden dat een samenwerking bestaat rond de valbeveiliging gedurende de werkzaamheden. Een stelling, opgesteld aan de buitenzijde van het gebouw, dient opgetrokken te worden tijdens de ruwbouwwerken. Dezelfde stelling dient te blijven staan tijdens de dak(timmer)werken, plaatsing buitenschrijnwerk en voegwerken en zorgt voor een permanente valbeveiliging gedurende de werkzaamheden. Elke aannemer is verantwoordelijk voor de stabiliteit, opbouw en beveiliging van de stelling gedurende de eigen werkzaamheden en zorgt bovendien voor een veilige stelling bij het einde van z’n werkzaamheden opdat de volgende aannemer in de rij met een degelijke stelling kan starten.
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Bouwheer: OCMW Antwerpen Dossiernummer: 380/1504/CQ – Wolstraat
•
31
Kostprijs van de stelling (via verhuurfirma, in bruikleen via ruwbouwaannemer, …) wordt verdeeld volgens vooraf gemaakte afspraken. Bij de prijsvragen voor de verschillende loten dient hierop gewezen te worden; aannemers dienen hun prijzen op te maken volgens dit principe.
Voorts zijn volgende maatregelen te onderscheiden: 1) Wanneer werknemers werkzaamheden uitvoeren op een hoogte van meer dan 2 meter boven de begaanbare vloer, moeten alle noodzakelijke maatregelen genomen worden om de werknemers te beschermen tegen vallen. 2) Geen enkele werkvloer van een verplaatsbare stelling mag aangebracht worden op een hoogte die meer bedraagt dan driemaal de kleinste afmeting van de steunbasis, behalve als de stabiliteit is verzekerd door middel van doeltreffende vasthechtingsof steuninrichtingen. 3) Bij verrijdbare stellingen die zich in rusttoestand bevinden, moeten de remmen op de wielen vastgezet worden. Verrijdbare stellingen mogen alleen verreden worden als er zich geen mensen, materiaal of toestellen op bevinden. Bij het verplaatsen moet grote zorgvuldigheid aan de dag gelegd worden en moet de bodem absoluut zuiver en vlak zijn. 4) Al het stellingmateriaal en elke stelling moet voor gebruik gecontroleerd worden door een bevoegd persoon en periodiek (artikels ARAB 434.5.1, 5.2 en artikel 441 en artikel 456): › ten minste éénmaal per week na langdurige onderbreking der werken › na elke belangrijke wijziging › telkens als de weerstand of de stabiliteit in het gedrang kan zijn gebracht Stellingen en bijhorende uitrustingen mogen nooit zo veranderd worden dat hun berekend draagvermogen beïnvloed wordt. Vrijgave van de stelling gebeurt door het aanbrengen van een goedkeuringsbewijs, in plastic mapje aan de stelling bevestigd. Als dit mapje leeg is mag deze stelling niet betreden worden. 5) Vliegende stellingen (artikel 451.7 ARAB): Voor indienststelling en periodiek moet de ballast gecontroleerd worden. Voor elke nieuwe indienststelling en na elke werkonderbreking van meer dan 24 uur. 6) Alle ladders moeten op de vereiste lengte en in een veilige toestand gebruikt kunnen worden. Ladders die hieraan niet voldoen, dienen onverwijld van de bouwwerf verwijderd of vernietigd te worden. De ladders dienen goed onderhouden te worden en op geregelde tussenpozen nagezien te worden door een bevoegd persoon (art.43 bis ARAB). 7) Veiligheidsgordels (art.158 secties): › dienen gecontroleerd te worden voor indienststelling › dienen jaarlijks en telkens de gordel een persoon tijdens een val heeft tegengehouden herkeurd te worden door een erkend organisme.
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
32 BIJLAGE I Opdrachtgever Adres Tel Bouwproject Bouwplaats
: : : : :
Dossier nr :
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSCHARTER Aannemer : ………………………………………………………………………... Adres :…............................................................................................................ Postnummer :............................................................ Gemeente ………………….… Tel :............................................................ Fax……………………………. E-mail :............................................................ RSZ :............................................................ Registratienummer :............................................................ Erkenning :............................................................ BTW………………………….. Ondernemingshoofd :............................................................ ………………………………... Externe dienst preventie en bescherming................................ .................................................. Arbeidsgeneesheer :............................................................ .................................................. Wetsverzekeraar BA ongevallen............................................. .................................................. Uw diensthoofd ID P&B ......................................................... .................................................. Uw werfverantwoordelijke...................................................... .................................................. Omschrijving van de uit te voeren werken: ............................ .................................................. …………………………………............................................. .................................................. …………………………………………………………………………………………………. Max aantal werknemers op de werf: ....................................... ............................ Aanvangsdatum: ............................................................. .................................................. Verwezenlijkingsperiode: ....................................................... .................................................. Voor deze opdracht werkt ons bedrijf met: Korte omschrijving -gevaarlijke producten JA/NEEN …………………………………………….. -hefwerktuigen JA/NEEN …………………………………………….. elektriciteit/electro groep JA/NEEN …………………………………………….. -rol-,hang-,...stellingen JA/NEEN ……………………………………………. -onderaannemers JA/NEEN …………………………………………….
INTENTIEVERKLARING Ondergetekende verklaart het bouwplaatsreglement ontvangen te hebben en de verantwoordelijkheid te zullen nemen voor al zijn werknemers en onderaannemers die voor zijn rekening werken, te informeren over de inhoud van dit reglement, en hen de aangepaste instructies te geven. Eveneens bevestigt ondergetekende dat deze voorschriften, naast deze van het A.R.A.B., zijn bijlagen, de codex over het welzijn op het werk en het A.R.E.I., die door zijn werknemers en zijn onderaannemers dienen gevolgd te worden, door hem duidelijk begrepen zijn. Hij verbindt er zich toe zijn verplichtingen inzake Veiligheid, Gezondheid en milieu strikt na te leven.
Gelezen en goedgekeurd ……/…../…… Datum
…………………………….. Naam en Firma
……………………………... Handtekening
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
33
Identificatieblad voor werfmateriaal
Werkdocument 2 Pagina 1/3
Voor de uitvoering van de werken verklaart de verantwoordelijke van onderstaande onderneming: Firma:
Naam: Adres: Telefoon:
Fax:
Volgende werfmateriaal wordt aangewend: Naam
Identificatie
Beheerder
Voor toestellen waarvan een wettelijk verplichte keuring vereist is, zijn de keuringsverslagen aanwezig op de werf en een kopie te bezorgen aan de werfleiding. Voor toestellen die gebruik maken van chemische producten (anders dan brandstof), is de productinformatie beschikbaar op de werf. Alle werfmateriaal, dit zijn toestellen, machine, installaties, lokalen, ..., zijn veilig bevonden en worden op regelmatige tijdstippen op veiligheid en degelijkheid gecontroleerd. De gebruikers van het werfmateriaal zijn voldoende opgeleid en eventueel medisch opgevolgd voor het gebruik van het materiaal.
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dimar bvba, Morkhovenseweg 45/4, 2222 Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)
Identificatieblad voor werfmateriaal Worden stellingen gebruikt
Werkdocument 2 Pagina 2/3 □: Ja
□: Neen
□: Ja □ Tirfort □ Elektrische takels □ Hoogtewerkers □ Verreiker □ Schaarliften □ Mobiele kraan □ Heftruck □ Gevellift □ Hanglift □ Andere: …………………………… Zijn deze heftoestellen gekeurd door een erkend organisme? □: Ja
□: Neen
Worden heftoestellen gebruikt Welke?:
□: Neen
Welke toestellen / middelen worden gebruikt: □ Boorhamers & boormachines □ Elektrische afkortzagen □ Decoupeerzagen □ Slijpschijven □ Schiethamers (patronen) □ Tafelzagen □ Elektrische groepen □ Compressors □ Kernboren □ Andere: …………………………… Welke producten gebruik je □ Brandgevaarlijke producten en max. hoeveelheid op de werf (White spirit, ontvetters, benzines,…) Welke: ……………………………… Hoeveelheid: …… ………………………………. …… □ Chemische producten en max. hoeveelheid op de werf (Methyl-ethyl keton, lijmen, …) Welke: ……………………………… Hoeveelheid: …… ………………………………. …… □ Aan te duiden indien van toepassing
Identificatieblad voor werfmateriaal Maak je gebruik van: - Branders (propaan / butaan) Indien ja: - terugslag klep voorzien? - brandblustoestel voorzien? - opslagplaats flessen? - flessen geïdentificeerd? - Oxy / acetyleen branders Indien ja: - terugslag klep voorzien? - brandblustoestel voorzien? - opslagplaats flessen? - manometers gekeurd? - flessen geïdentificeerd? - Ketels (dakdekkers) Indien ja: - terugslag klep voorzien? - brandblustoestel voorzien? - opslagplaats flessen? - flessen geïdentificeerd? - opvangkuip voorzien? - instructies aan het personeel?
Werkdocument 2 Pagina 3/3
□: Ja
□: Neen
□: Ja □: Ja □: Ja □: Ja □: Ja
□: Neen □: Neen □: Neen □: Neen □: Neen
□: Ja □: Ja □: Ja □: Ja □: Ja □: Ja
□: Neen □: Neen □: Neen □: Neen □: Neen □: Neen
□: Ja □: Ja □: Ja □: Ja □: Ja □: Ja
□: Neen □: Neen □: Neen □: Neen □: Neen □: Neen
Elektrische uitrusting - Gebruik van verlengkabels □: Ja - type H07RNF, H05RNF of CTMB □: Ja - zijn ze geïdentificeerd □: Ja (naam van de firma vermeld op de kabel of kleurcode) -contactdozen spatwaterdicht □: Ja slagvast □: Ja - Gebruik je paddestoelen □: Ja Zijn deze toestellen gekeurd door een erkend organisme? □: Ja
Datum:
……………………………
Handtekening:
……………………………
□ Aan te duiden indien van toepassing
□: Neen □: Neen □: Neen □: Neen □: Neen □: Neen □: Neen
36 BIJLAGE II KENNISGEVINGSBLAD VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Naam van het slachtoffer: …………………………………………………………………………. Adres van het slachtoffer: …………………………………………………………………………. Telefoonnummer: ………………………………………………………………………………….. Faxnummer: ……………………………………………………………………………………….. Emailadres: ………………………………………………………………………………………… Leeftijd: ……………………………………………………………………………………………. Functie: ……………………………………………………………………………………………. Getuigen (naam, adres, telefoonnummer): ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Voorziene arbeidsongeschiktheid: …………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………… Waar werden de eerste zorgen toegediend:……………………………………………………….... ……………………………………………………………………………………………………… Aard van het letsel: …………………………………………………………………………….…... ……………………………………………………………………………………………………… Plaats van het letsel:………………………………………………………………………….…….. ……………………………………………………………………………………………………… Datum ongeval: …………………………………………………………………………….………. Uur van het ongeval: …………………………………………………………………….………… Plaats van het ongeval: ……………………………………………………………….……………. ……………………………………………………………………………………………………… Opdracht die het slachtoffer op het ogenblik van het ongeval uitvoerde: ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Collega’s met wie de werkzaamheden uitgevoerd werden: ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Hoe gebeurde het ongeval: ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Mogelijke oorzaken van het ongeval: ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
Dit document dient volledig ingevuld doorgestuurd te worden aan de Technische Inspectie (gegevens hiervan zijn terug te vinden op de nuttige adressenlijst die zich in dit V&G-plan bevindt en die op de werf opgehangen is). Een bewijs van deze melding dient aan DIMAR bezorgd te worden.
Dimar bvba veiligheidscoördinatie
37
Bijlage III
Belangrijke aandachtspunten Art. 30 § 1 KB 25/01/2001 De aannemer voegt een overzicht toe met (minstens 5) belangrijke risico’s waaraan hij (en z’n personeel, onderaannemers, …) bij de uitvoering van het werk blootgesteld wordt. Dadelijk somt hij de, door hem toe te passen, preventiemaatregelen op zodat de veiligheidscoördinator kan inschatten of de risico’s voldoende ondervangen worden (= paragraaf 1). 1. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. 2. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. 3. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. 4. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. 5. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. 6. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. 7. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. 8. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. Dimar bvba veiligheidscoördinatie
38
Bijlage IV
Gedetailleerde prijsopgave Art. 30 § 2 KB 25/01/2001 Voor de preventiemaatregelen opgesomd in art. 30 § 1, dient bij de invulling van art.30 § 2 een indicatie gegeven te worden van de budgetten die de aannemer uittrekt om deze maatregelen te kunnen uitvoeren. Deze budgetten zitten in de inschrijving in de eenheidsprijzen vervat, echter §2 geeft de veiligheidscoördinator de mogelijkheid om een beoordeling te kunnen geven van de ‘intentie om veilig te werken’. Deze lijst is niet limitatief. De in de lijst opgegeven bedragen dienen reeds inbegrepen te zijn in de eindprijs opgegeven in de offerte. 1. ……………………………………………………………………………………………….. Prijs in € ex. BTW: …………………… 2. ……………………………………………………………………………………………….. Prijs in € ex. BTW: …………………… 3. ……………………………………………………………………………………………….. Prijs in € ex. BTW: …………………… 4. ……………………………………………………………………………………………….. Prijs in € ex. BTW: …………………… 5. ……………………………………………………………………………………………….. Prijs in € ex. BTW: …………………… 6. ……………………………………………………………………………………………….. Prijs in € ex. BTW: …………………… 7. ……………………………………………………………………………………………….. Prijs in € ex. BTW: …………………… 8. ……………………………………………………………………………………………….. Prijs in € ex. BTW: ……………………
TOTAAL
Dimar bvba veiligheidscoördinatie
Prijs in € ex. BTW: ……………………
39
Bijlage V
Gebruikte Wegingsfactoren voor risico-analyse P = Waarschijnlijkheid P = 0.1 P = 0.2 P = 0.5 P=1 P=3 P=6 P = 10
Bijna niet denkbaar Praktisch onmogelijk Denkbaar, maar onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk grensgeval Ongewoon maar mogelijk Goed mogelijk Te verwachten
E = Blootstelling E = 0.5 E=1 E=2 E=3 E=6 E = 10
Zeer zelden (1x jaar) Zelden (jaarlijks) Soms (maandelijks) Af en toe (wekelijks) Regelmatig (dagelijks) Voortdurend
C = Ernst (effect = schade) C=1 C=3 C=7 C = 15 C = 40
Gering, letsel zonder verzuim Belangrijk, letsel en verzuim Ernstig, blijvende invaliditeit/chronische aandoening met (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid Zeer ernstig, 1 dode (acuut of op termijn) Ramp, meerdere doden
Nadat de parameters P, E en C zijn vastgesteld, kan met behulp van het product het risico worden gerangschikt in één van de vijf risicoklassen. Deze risicoclassificatie wordt als volgt omschreven:
R = P x E x C = Risicoscore en resulterende actie Opmerking: uit te voeren opdracht R ≤ 20 Geen 20 < R ≤ 70 Aandacht vereist 70 < R ≤ 200 Maatregelen vereist 200 < R ≤ 400 Directe verbetering R >400 Werken stoppen Dimar bvba veiligheidscoördinatie
40
Bijlage VI
Weging standaard risico’s en maatregelen (Risico-analyse)
Dimar bvba veiligheidscoördinatie