Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
1/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
PROJECT: AQUAFIN 21.373 A – VBR Ezemaal Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen
BIJZONDER VEILIGHEIDSEN GEZONDHEIDSPLAN “
Aquafin NV Dijkstraat 8 2630 Aartselaar
WIJZIGINGEN: Versie 1 2
Datum 20 oktober 2015 10 maart 2016
Omschrijving Openen van het Veiligheids- en gezondheidsplan Aanpassen van het V&G plan: beperking van de scope
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
2/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
V&G 00 - INHOUDSTABEL V&G 00 -! INHOUDSTABEL......................................................................................................... 2! V&G 01 -! PROJECTGEGEVENS ................................................................................................ 3! V&G 02 -! PROCEDURE VOOR DE INSCHRIJVER - AANNEMER ........................................... 5! V&G 03 -! PROCEDURE VEILIGHEIDSOVERLEG ..................................................................... 7! V&G 04 -! PROCEDURE ONDERZOEK EN RAPPORTERING .................................................. 8! V&G 05 -! PROCEDURE DOCUMENTEN – RISICOBEOORDELING ...................................... 10! V&G 06 -! RISICOANALYSE...................................................................................................... 11! V&G 07 -! ALG PROJECTGEBONDEN PREVENTIEFICHES .................................................. 22! V&G 08 -! OVERZICHT BENODIGDE DOCUMENTEN VOOR PID .......................................... 33! V&G 09 -! PROJECTGEBONDEN BIJLAGEN .......................................................................... 33! BIJLAGEN: Hieronder wordt een algemeen overzicht gegeven van projectgebonden bijlagen dewelke integraal deel uitmaken van dit veiligheids-en gezondheidsplan.
Nr. 1 2 3
Bijlagen Invuldocument inschrijvers conform art. 30 (*) Noodplanning werf Nuttige adressen
Omschrijving Invulfiche administratieve gegevens, afzonderlijke prijsberekening en beschrijving van de werkwijze (conform art. 30) Noodnummers en noodprocedure te afficheren op de werf Lijst met contactgegevens die nuttig kunnen zijn tijdens ontwerp en / of verwezenlijking van het project.
(*) BIJ OFFERTE: door de inschrijver in te vullen en terug te bezorgen
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
3/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
V&G 01 - PROJECTGEGEVENS KORTE OMSCHRIJVING VAN HET PROJECT: Het project betreft : • voorbereidende werken; • topografische activiteiten; • opbraak van verharding en riolering; • aanleg van riolering + inspectieputten; • aanleg van persleiding d.m.v. gestuurde boring; • doorpersing +/-40m ND600 beton; • bouwen van pompstation op palenfundering; • aanleg van verharding in KWS, beton, betonstraatstenen, keien; • herstel van de bermen; • onderhoud der werken. Dit overeenkomstig het bestek (24/23.147) opgesteld door Evolta.
ADRES VAN DE BOUWPLAATS: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen
UIT TE VOEREN WERKEN: Op deze bouwplaats worden volgende bouwwerken of werken van burgerlijke bouwkunde uitgevoerd. VT*
Activiteit
X
1° graafwerken;
X X
2° grondwerken; 3° funderings- en verstevigingswerken; 4° waterbouwkundige werken;
X X
5° wegenwerken; 6° plaatsing van nutsleidingen, inzonderheid, riolen, gasleidingen, elektriciteitskabels, en tussenkomsten op deze leidingen, voorafgegaan door andere in deze paragraaf bedoelde werken; 7° bouwwerken; 8° montage en demontage van, inzonderheid, geprefabriceerde elementen, liggers en kolommen; 9° inrichtings- of uitrustingswerken; 10° verbouwingswerken; 11° vernieuwbouw; 12° herstellingswerken; 13° ontmantelingswerken; 14° sloopwerken;
X
15° instandhoudingswerken; 16° onderhouds-, schilder- en reinigingswerken; 17° saneringswerken; 18° afwerkingswerkzaamheden behorende bij één of meer werken bedoeld in de punten 1° tot 17°.
* VT aan te kruisen indien van toepassing
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
4/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
TUSSENKOMENDE PARTIJEN De volgende partijen zijn betrokken bij de uitvoering van het project (intervenanten):
Betrokken partij Opdrachtgever Aquafin NV
Adres
Init.
Dijkstraat 8 2630 Aartselaar Jacques Mathijes
AQF
Contactpersoon Functie
Elly Deman Projectleider Stad Landen LAN Femke Van den Broeck Bouwdirectie(s) belast met het ontwerp en de controle op uitvoering Evolta Damstraat 220 EVO Christophe Mainil 9180 Moerbeke Projectmanager Andere Belgacom BEL Michel Juwé Infrax
INF
Davy Jacobs
VMW
VMW
Pascal Graindor
Telefoon Fax
GSM E-mail
03-450.41.53
0497-57.52.77
[email protected]
011-88.03.22
Rik Uittebroeck
[email protected]
[email protected] 0477-72.83.65
[email protected] 0474-88.29.58
[email protected] 0499-98.49.35
[email protected] 0497-05.03.33
[email protected]
Roger Celis
[email protected] Coördinator inzake veiligheid en gezondheid tijdens de ontwerpfase van het bouwwerk IBEVE vzw Interleuvenlaan 58/2 IBV Joeri Vanrusselt 016-39.04.90 0477-58.34.36 3001 Heverlee Vei. Co. Ontwerp 016-40.05.62
[email protected] Vei. Co. Verw. Bouwdirectie(s) belast met de uitvoering Heden niet gekend
Aannemers Heden niet gekend
PLANNING DER WERKEN: Startdatum De vermoedelijke datum van aanvang der werkzaamheden is:
2016
Uitvoeringstermijn: De vermoedelijke duur voor uitvoering van de werkzaamheden is:
165 werkdagen
Aantal werknemers: Het vermoedelijk maximum aantal werknemers op de bouwplaats is:
< 20
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
5/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
V&G 02 - PROCEDURE VOOR DE INSCHRIJVER - AANNEMER DOELSTELLING Deze procedure beschrijft de stappen die de inschrijver / aannemer die aan het bouwproject zal meewerken achtereenvolgens moet uitvoeren om te voldoen aan de wetgeving betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. De aannemer kan zich laten bijstaan door de eigen interne preventieadviseur of door zijn externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Definitie van een inschrijver Volgens de wet op overheidsopdrachten verstaat men onder inschrijver: “hij die offerte indient”. Definitie van een aannemer • Volgens de wet op overheidsopdrachten verstaat men onder aannemer: “hij aan wie de opdracht is toegewezen”. • Volgens de wet op het welzijn, artikel 3§1, 11° verstaat men onder aannemer: “Iedere natuurlijke of rechtspersoon die activiteiten verricht tijdens de uitvoeringsfase van de verwezenlijking van het bouwwerk, ongeacht of hij werkgever of zelfstandige is of een werkgever die samen met zijn werknemers werkt op de bouwplaats”. Dit wil zeggen, zowel een hoofdaannemer, aannemer, onderaannemer of zelfstandige dient deze wetgeving te volgen. Wettelijke bepalingen Welzijnswet, B.S. 18.09.1996. Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, B.S. 07.02.2001 en zijn wijzigingen.
WERKWIJZE Stap 1: Opmaken van een offerte Een opdrachtgever gaat bouwen en vraagt een offerte aan. De opdrachtgever geeft het veiligheids- en gezondheidsplan (opgemaakt door de coördinator-ontwerp) als een afzonderlijk en aldus betiteld deel mee met het bestek, de prijsaanvraag of de contractuele documenten. VOLGENDE DOCUMENTEN DIENT DE INSCHRIJVER BIJ ZIJN OFFERTE TE VOEGEN: • een document dat verwijst naar het V&G-plan, en waarin zij beschrijven op welke wijze zij het bouwwerk zullen uitvoeren om rekening te houden met dit V&G-plan (Zie projectgebonden bijlagen – Invuldocument prijsopgave en werkwijze); • een afzonderlijke prijsberekening voor de preventiemaatregelen en –middelen, inbegrepen de buitengewone individuele beschermingsmaatregelen en –middelen zoals beschreven in het V&G-plan, met bijzondere aandacht voor opmerkingen vermeld in de specifieke risicoanalyse (Zie projectgebonden bijlagen - Invuldocument prijsopgave en werkwijze). Wanneer de coördinator-ontwerp meent dat de maatregelen die de inschrijvers voorzien te nemen onvoldoende zijn of niet conform zijn aan het V&G-plan moet hij de opdrachtgever(s) overeenkomstig artikelen 4sexies,5°, en 11, 4° van het K.B. TBMP in kennis stellen van deze niet-overeenstemmingen. Bij de beoordeling van de documenten die de inschrijver bij zijn offerte heeft toegevoegd laat de coördinator ontwerp zich leiden door de richtlijnen zoals die staan beschreven in de Omzendbrief. - Overheidsopdrachten. -Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. Veiligheids- en gezondheidsplan. – Praktische richtlijnen met betrekking tot de documenten die in toepassing van artikel 30, tweede lid, van het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen bij de offerte moeten worden gevoegd (BS 27.12.2007). Stap 2: De opdracht wordt toegewezen De aannemer bezorgt voor de aanvang der werken volgende gegevens aan de coördinator-verwezenlijking: • de risicoanalyse van de eigen werkzaamheden van de aannemer. Deze risicoanalyse is specifiek aangepast aan de uit te voeren werken met betrekking tot dit project en geeft een beschrijving van de werkwijze van de aannemer om tegemoet te komen aan de risico’s gemeld in dit veiligheids- en gezondheidsplan. • eventueel andere informatie opgevraagd door de coördinator-verwezenlijking • indien van toepassing, een document dat een beschrijving geeft van de werkzaamheden van de onderaannemers met bijhorende preventiemaatregelen. De coördinator-verwezenlijking zal de documenten in het veiligheids- en gezondheidsplan voegen. Indien de coördinatorverwezenlijking opmerkingen maakt betreffende de onvolledigheid of de onjuistheid van de documenten, dient de aannemer deze aan te passen.
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
6/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
Indien de aannemer met onderaannemers werkt, moet hij ervoor zorgen dat alle informatie van de onderaannemers bij de coördinator-verwezenlijking geraakt en omgekeerd. De aannemer is verantwoordelijk voor de onderaannemers; hij moet zorgen voor een goede informatie-uitwisseling tussen de coördinator-verwezenlijking en de onderaannemers. De bouwheer moet elke aannemer weren waarvan vermoed kan worden dat hij de verplichtingen die de CODEX aan de aannemer oplegt niet naleeft Stap 3: Unieke werfmelding De aannemers van de bouwsector moeten hun werven voor de aanvang der werken verplicht elektronisch melden via de tool UWM (Unieke werfmelding) op het portaal van de sociale zekerheid www.socialsecurity.be Via de Unieke werfmelding kunnen onderstaande werkmeldingen worden doorgevoerd: • De melding van de werken 30bis aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ; • De melding van tijdelijke of mobiele bouwplaatsen aan de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg - Administratie van de ArbeidsVeiligheid (AAV) en aan het Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en Hygiëne in het Bouwbedrijf (NAVB) ; • De melding van asbestverwijderingswerken aan de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg / Medische Inspectie - Administratie van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde (AHG) ; • De melding van werken in een hyperbare omgeving aan de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg / Medische Inspectie - Administratie van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde (AHG) ; • De melding van zandstraalwerken aan de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg / Medische Inspectie - Administratie van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde (AHG). Een afschrift van de melding moet zichtbaar op de bouwplaats worden aangeplakt op een voor het personeel gemakkelijk toegankelijke plaats. Stap 4: Gedurende de werf De aannemer mag de werkzaamheden op de werf niet starten, indien geen coördinator-verwezenlijking aangesteld is (behalve bij overmacht). De coördinator-verwezenlijking geeft advies betreffende veiligheid en coördineert het geheel. Dit ontlast de andere partijen niet van de eigen verantwoordelijkheden. De aannemer is verantwoordelijk voor zijn eigen veiligheid. De aannemer moet gevaarlijke situaties melden. Stap 5: Einde van de werf Voor de voorlopige opleveringsaanvraag moeten de aannemers de gecontroleerde en goedgekeurde as-built dossiers bezorgen aan de coördinator-verwezenlijking, opdat deze laatste het postinterventiedossier kan opmaken. (Zie ook V&G 08 – Overzicht benodigde documenten voor postinterventiedossier)
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
7/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
V&G 03 - PROCEDURE VEILIGHEIDSOVERLEG DOELSTELLING Deze procedure heeft tot doel een structureel veiligheidsoverleg en –toezicht tijdens het project mogelijk te maken.
WERKWIJZE Om tijdens het project het veiligheidsoverleg te garanderen, is een schema opgesteld van verschillende overlegplatformen, die telkens volgens een bepaalde frequentie worden gehouden. Coördinatiestructuur Coördinatieoverleg Werkplekinspecties Start/werkvergadering toolboxmeetings De coördinatievergaderingen en overlegvergaderingen kunnen ontdubbeld worden in functie van de fasen waarbinnen men werkzaam is. COÖRDINATIEOVERLEG: Overleg op projectniveau, al dan niet samen met verschillende projecten die met elkaar interfereren. Frequentie:
min. 1x per maand
Voorzitter:
Bouwdirectie belast met de controle op uitvoering (projectleiding)
Genodigden:
Veiligheidscoördinator Opdrachtgever Bouwdirecties Uitvoering (projectleiding – werfleiding) Veiligheidstoezicht en veiligheidsverantwoordelijken van het project Relevante aannemers en tussenkomende partijen (werfleiding)
Doel:
Bespreking van alle incidenten en ongevallen van de voorbije periode Bespreking van alle bemerkingen / adviezen van de voorbije periode Bespreking van de werkmethodebeschrijvingen en preventiemaatregelen voor de komende periode Bespreking van te treffen preventieve maatregelen
WERKPLEKINSPECTIES: safety-level inspecties Frequentie:
min. 1x per 5 werkdagen
Wie:
Veiligheidscoördinator samen met de veiligheidsverantwoordelijke bouwdirectie uitvoering / toezichters
Doel:
Opvolging van de gemaakte afspraken en bijsturing waar nodig Bijsturing van de gegeven richtlijnen in functie van wijzigende omstandigheden Assistentie bij onderzoek van incidenten / ongevallen
START/WERK VERGADERING: Top-down communicatie uitvoering Frequentie:
Voor aanvang van een nieuwe deeltaak en/of in een nieuwe werfzone
Organisatie:
Bouwdirectie uitvoering
Genodigden:
Alle betrokken werknemers en die van onderaannemers
Doel:
Toelichten van de specifieke werkmethodebeschrijvingen en de bijzondere kwaliteits-, milieu- en welzijnsregels die van kracht zijn bij de nieuw uit te voeren taak of binnen de werfzone waarbinnen de werken
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
8/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
aangevat worden, aan elke persoon die de desbetreffende werken of in de betrokken zone werken zal uitvoeren. Borging:
De vergadering is te houden in een voor de aanwezige werknemers goed begrijpbare taal. De bouwdirectie uitvoering legt voorafgaandelijk de inhoud voor aan de veiligheidscoördinator. Er wordt een verslag opgemaakt door de bouwdirectie uitvoering en voorgelegd aan veiligheidscoördinator met daarin: • de behandelde werkmethodebeschrijvingen • de behandelde risico’s met bijhorende richtlijnen en instructies • de lijst van aanwezigen
TOOLBOXMEETING: Top-down communicatie uitvoering Frequentie:
Min. 1x per maand een grondige toolboxmeeting en min. 1x per week een overzicht van de belangrijkste aandachtspunten (ifv de vaststellingen bij werkplekinspecties en werfopvolging) of telkens dit noodzakelijk blijkt (bv. daags na een ongeval)
Organisatie:
Bouwdirectie(s) uitvoering
Genodigden:
Alle betrokken werknemers en die van onderaannemers
Doel:
Toelichten van de belangrijkste aandachtspunten als herinnering van de start/werk vergadering en als middel om de vaststellingen van de afgelopen periode bij te sturen waar nodig.
Borging:
De vergadering is te houden in een voor de aanwezige werknemers goed begrijpbare taal. De bouwdirectie uitvoering maakt een overzicht met de besproken punten en de aanwezigen
OVERZICHTSTABEL: VERANTWOORDELIJKE / ACTIEHOUDER
MIN. FREQUENTIE VAN OVERLEG
COÖRDINATIEOVERLEG
Bouwdirectie controle op uitvoering
1x /maand
WERKPLEKINSPECTIES
Veiligheidscoördinator
1x /week
START/WERK VERGADERING
Bouwdirectie uitvoering
Voor start deelfase / deeltaak
TOOLBOXMEETING
Bouwdirectie uitvoering
1x /maand: grondig 1x /week: aandachtspunten telkens de noodzaak zich voordoet
Bijkomend zal de projectleiding de veiligheidscoördinator op de hoogte houden van alle overlegmomenten op projectniveau en kan de veiligheidscoördinator in functie van noodzaak tussenkomen op deze overlegmomenten.
V&G 04 - PROCEDURE ONDERZOEK EN RAPPORTERING DOELSTELLING Deze procedure heeft tot doel alle veiligheidsobservaties, incidenten, EHBO-interventies en ongevallen te registreren, te onderzoeken en waar nodig de werkwijze en preventiemaatregelen bij te sturen. Definitie van een veiligheidsobservatie: Een vaststelling door eender welke betrokken partij, die kadert in het preventiebeleid van de werf. Dit kunnen zowel inbreuken zijn ten aanzien van de gemaakte afspraken, risico’s die nog niet in kaart werden gebracht, gegeven preventiemaatregelen bij aangepaste werkmethoden evenals positieve elementen in het preventiebeleid en -opvolging. Definitie van een incident: Een gebeurtenis die zich op de werf heeft voorgedaan waarbij materiële schade is ontstaan, maar waarbij geen menselijke schade is vast gesteld, maar die onder andere omstandigheden wel had kunnen leiden tot een (al dan niet ernstig) ongeval. Milieuschade wordt ook beschouwd als een incident en als dusdanig behandeld.
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
9/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
Definitie van een EHBO-interventie: Een incident mét menselijke schade, dat zich beperkt tot een lichte verwonding zonder werkverlet, maar waarbij wel verzorging noodzakelijk is. Definitie van een ongeval: Een incident mét menselijke schade, waarbij de verwondingen voldoende ernstig zijn waardoor het ongeval tot werkverlet heeft geleid. In functie van de omstandigheden en conform de wettelijke verplichtingen zullen een aantal van die ongevallen beschouwd worden als ernstig ongeval en zal er een omstandig verslag moeten opgemaakt worden.
WERKWIJZE VEILIGHEIDSOBSERVATIES: Alle veiligheidsobservaties en de daarbij voorgestelde preventiemaatregelen die tijdens de werfopvolging of de werkplekinspecties naar voor komen, worden gebundeld en door de veiligheidscoördinator in een werfverslag opgenomen. Dit verslag wordt besproken op het coördinatieoverleg. In geval van observaties die kunnen leiden tot een ernstig ongeval, is het de taak van de vaststeller om onmiddellijk in te grijpen en de situatie bij te sturen om het risico op een ernstig ongeval te voorkomen. Bij conflictsituaties is vervolgens de bouwdirectie uitvoering, de bouwdirectie controle op uitvoering, de opdrachtgever en de veiligheidscoördinator te contacteren. Bij de onverwachte ontdekking van asbest of van een materiaal dat ervan wordt verdacht asbest te bevatten, dient de aannemer de werken onmiddellijk stop te zetten. De aannemer dient de bouwdirectie belast met de controle op uitvoering, de opdrachtgever en de veiligheidscoördinator onmiddellijk op de hoogte brengen (telefonisch en bevestiging per mail) en wachten op verdere instructies. INCIDENTEN: Elk incident dat zich voordoet op de werf moet binnen de kortst mogelijke tijd gemeld worden bij de veiligheidscoördinator en het projectmanagement. Bij elk incident wordt er een onderzoek gevoerd door de verantwoordelijke van de bouwdirectie belast met de uitvoering in samenspraak met de tussenkomende partijen. De veiligheidscoördinator, de opdrachtgever en de bouwdirectie belast met controle op uitvoering zullen door de bouwdirectie uitvoering steeds betrokken worden bij het onderzoek. Van elk incident wordt door de bouwdirectie uitvoering een incidentenrapport overgemaakt aan de veiligheidscoördinator, ten laatste op het eerstvolgende coördinatieoverleg. Op deze vergadering wordt het incidentenrapport besproken en worden de conclusies genoteerd in het werfverslag. De voorgestelde maatregelen in het rapport worden in samenspraak met de veiligheidscoördinator en de projectleiding onmiddellijk doorgevoerd. EHBO-INTERVENTIES: Elke interventie is te registreren door de veiligheidsverantwoordelijke van de bouwdirectie uitvoering en op het coördinatieoverleg over te maken aan de veiligheidscoördinator. De lijst met EHBO-interventies wordt, in verhouding met het gewerkt aantal manuren, opgenomen in het verslag van de veiligheidscoördinator. De informatie hiervoor is aan te reiken door de bouwdirectie uitvoering. ONGEVALLEN Bij een ongeval is onmiddellijk de veiligheidscoördinator te verwittigen, zodat deze, samen met de verantwoordelijke van de bouwdirectie uitvoering en de preventieadviseur van de werkgever van het slachtoffer het onderzoek kan voeren. In functie van de wettelijke bepalingen wordt een omstandig verslag opgesteld door de werkgever van het slachtoffer. Wanneer er geen omstandig verslag moet worden opgemaakt, maakt de bouwdirectie uitvoering een ongevallenrapport, analoog aan het incidentenrapport. De voorgestelde maatregelen in het rapport worden in samenspraak met de veiligheidscoördinator en de projectleiding onmiddellijk doorgevoerd. Op het eerstvolgende coördinatieoverleg wordt het ongevallenrapport besproken met de tussenkomende partijen.
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 10/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
V&G 05 - PROCEDURE DOCUMENTEN – RISICOBEOORDELING DOELSTELLING Deze procedure heeft tot doel een overzicht te geven van de verschillende veiligheidsdocumenten en de te volgen weg bij het indienen van nieuwe documenten / aanvullingen op de bestaande documenten.
WERKWIJZE Alle documenten worden opgemaakt in het Nederlands / Frans (ifv. het gewest waar de werken worden uitgevoerd). VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Dit plan is opgemaakt door de veiligheidscoördinator conform de wettelijke bepalingen van het KB Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen. Dit veiligheids- en gezondheidsplan schetst het algemeen kader en de procedures en omvat de coördinerende maatregelen die van toepassing zijn op de werf. VEILIGHEIDSPLAN BOUWDIRECTIE UITVOERING Het veiligheidsplan van de bouwdirectie uitvoering vormt een aanvulling op het veiligheids- en gezondheidsplan en omvat, naast een algemene risicoanalyse, de volgende punten, rekening houdend met de voorschriften en procedures uit het algemene veiligheids- en gezondheidsplan: • overzicht van de verantwoordelijken van de bouwdirectie uitvoering / aannemer • procedures voor communicatie en intern overleg van het projectmanagement tot op de werkvloer • procedures voor werkplekinspecties, zoals gevraagd in het veiligheids- en gezondheidsplan • uitgewerkte noodplanning • uitgewerkt bouwplaatsreglement (gebaseerd op het veiligheids- en gezondheidsplan) • werfinrichtingsplan • specifieke risicoanalysen en intentieverklaringen van alle onderaannemers WERKMETHODEBESCHRIJVING Als aanvulling op het veiligheidsplan van de bouwdirectie uitvoering kan voor specifieke werfzones of specifieke deeltaken (voor kritieke fasen) door de veiligheidscoördinator een meer gedetailleerde werkmethodebeschrijving worden opgevraagd. Deze beschrijvingen moeten voor de effectieve uitvoering van de werkzaamheden worden voorgelegd door de bouwdirectie uitvoering op het coördinatieoverleg. Een werkmethodebeschrijving geeft een chronologisch overzicht van de uit te voeren werken, en stelt daarbij eveneens de nodige preventiemaatregelen voor, gebaseerd op een de risicoanalyse, om de werken op een veilige wijze te kunnen uitvoeren. De beschrijving omvat steeds volgende hoofdstukken: • uit te voeren werkzaamheden • in te zetten materieel • detailplanning • inrichtingsplan van de specifieke werfzone • stappenplan werkzaamheden met daaraan per stap gekoppeld: o overzicht van de in kaart gebrachte risico’s o overzicht van de vooropgestelde preventiemaatregelen VEILIGHEIDSINSTRUCTIEFICHES Op basis van de werkmethodebeschrijvingen, dient de werkgever voor al de uit te voeren taken de nodige instructiefiches op te stellen voor de werknemers. Van alle gevaarlijke producten die gebruikt worden, moeten veiligheidsinformatiebladen (MSDS) beschikbaar zijn, die via de instructiefiches worden toegelicht aan de werknemers. De veiligheidsinstructiefiches moeten, in geval van anderstaligen op de werf, door de bouwdirectie uitvoering omgezet worden naar de taal van de betrokken werknemers. De verantwoordelijke van de ploeg, dient én de taal van zijn ploeg én het Nederlands / Frans machtig te zijn. PROTOCOL VOOR HET INDIENEN VAN DOCUMENTEN Om een overzicht te behouden, dient een continue nummering te worden gegeven aan alle ingediende documenten. De bouwdirectie uitvoering dient alle documenten te voorzien van eenzelfde type van voorblad. Opmerkingen van de veiligheidscoördinator betreffende de ingediende documenten worden opgenomen in de verslagen PROTOCOL VOOR HET VERSPREIDEN VAN ADVIEZEN VAN DE VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR Alle adviezen van de veiligheidscoördinator worden overgemaakt aan de bouwdirectie belast met de controle op uitvoering en de opdrachtgever, die deze dan verder verspreid onder tussenkomende partijen.
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
11/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
V&G 06 - RISICOANALYSE Conform het K.B. TMBP bevat het V&G-plan de risicoanalyses en de vast te stellen preventiemaatregelen ter voorkoming van de risico’s waaraan de werknemers kunnen worden blootgesteld als gevolg van: • de aard van het bouwwerk - de uitvoering van het werk • de wederzijdse inwerking van activiteiten van de diverse tussenkomende partijen die tegelijkertijd op de tijdelijke of mobiele bouwplaats aanwezig zijn • de opeenvolging van activiteiten van de diverse tussenkomende partijen op een tijdelijke of mobiele bouwplaats wanneer een tussenkomst, na het beëindigen ervan, risico’s laat bestaan voor de andere tussenkomende partijen die later zullen tussenkomen • de wederzijdse inwerking van alle installaties of alle andere activiteiten op of in de nabijheid van de site waar de tijdelijke of mobiele bouwplaats is gevestigd, inzonderheid het openbaar of privaat goederen- of personenvervoer, het aanvatten of de voortzetting van het gebruik van een gebouw of de voortzetting van eender welke exploitatie • de uitvoering van mogelijke latere werkzaamheden aan het bouwwerk (cfr postinterventiedossier) Bij het treffen van de preventiemaatregelen, of de maatregelen voor de beheersing van de omschreven risico’s, worden de algemene preventiebeginselen toegepast zoals omschreven in de welzijnswet van 4 augustus 1996. De mogelijke maatregelen voor risicobeheersing zijn aldus in volgorde: • gevaar elimineren of reduceren • collectieve bescherming aanbrengen • risicoverhogende factoren verkleinen en risicobeperkende factoren vergroten • persoonlijke bescherming dragen • blootstelling verminderen (in tijd, ruimte of wijze) • potentiële schadedragers waarschuwen • schadebeperkende maatregelen voorzien (EHBO) De risicoanalyse werd opgesteld op basis van de volgende gegevens verstrekt tijdens ontwerpfase door:
Partij
Ontvangen documenten / Bezoek ter plaatse / Coördinatievergadering / ...
Datum
Evolta IBEVE Aquafin
Plannen en bestek Plaatsbezoek Aanpassing scope – mail
24/08/2015 20/10/2015 17/02/2016
De risicoanalyse bestaat uit 2 delen: • Deel A: de algemene risicoanalyse op coördinatieniveau • Deel B: de specifieke risicoanalyses van de betrokken aannemers (aan te leveren door de bouwdirectie uitvoering) De algemene projectgebonden preventie- en instructiefiches, zie V&G 07, zijn onlosmakelijk verbonden met de specifieke risicoanalyse in deel A. Wijzigingen aan het V&G-plan gedurende de verwezenlijkingsfase worden opgenomen in de verslagen VC verwezenlijking. De veiligheidscoördinator dient betrokken te worden door de tussenkomende partijen zodat hij aanwezig kan zijn op de bouwplaats tijdens de voor de veiligheid- en gezondheid kritieke fasen (art. 11 van het KB TMBP): • bij de startvergadering en telkens voordat een nieuwe bouwdirectie uitvoering zal tussenkomen op de bouwplaats • voor aanvang van de in deel A opgenomen bijzondere gevaarlijke werkzaamheden • op regelmatige tijdstippen tijdens de uitvoering van de in deel A opgenomen bijzondere gevaarlijke werkzaamheden • Na een ernstig arbeidsongeval
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 12/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
DEEL A. SPECIFIEKE RISICOANALYSE Aanwezigheid van bijzondere gevaren: Indeling volgens art. 26 van het KB 25/01/2001 betreffende tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. Bij onderstaande activiteiten dient de coördinator-verwezenlijking tijdig te worden verwittigd om aanwezig te kunnen zijn vòòr de start van deze activiteiten (= kritieke fasen).
VT* x x x
x x
x
Activiteit Werkzaamheden die de werknemers blootstellen aan gevaren van bedelving, wegzinken of vallen: • het graven van sleuven of putten van meer dan 1.20 m diepte en het werken aan of in deze putten • het werken in de onmiddellijke nabijheid van drijfzand of slib • het werken met een valgevaar van een hoogte van 5 m of meer Werkzaamheden die de werknemers blootstellen aan chemische of biologische agentia die een bijzonder risico voor de gezondheid en de veiligheid van de werknemers inhouden Werkzaamheden met ioniserende stralingen Werkzaamheden in de nabijheid van elektrische hoogspanningslijnen of –kabels of van leidingen onder een inwendige druk van 15 bar of meer Werkzaamheden die de werknemers blootstellen aan een verdrinkingsrisico Ondergrondse werken en tunnelwerken Werkzaamheden met duikuitrusting Werkzaamheden onder overdruk Werkzaamheden waarbij springstoffen worden gebruikt Werkzaamheden in verband met de montage of demontage van geprefabriceerde elementen
* VT aan te kruisen indien van toepassing. Aanwezigheid van bijkomende verzwarende factoren:
Omschrijving Op verschillende plaatsen binnen de werfzone zijn er LS-luchtlijnen aanwezig. Op verschillende plaatsen passeert er een route van De Lijn (lijnnummers 346 en 348). Aanwezigheid van een HS-cabine in de Brouwerijstraat. Op verschillende plaatsen verouderde woningen waarbij men rekening moet houden met de stabiliteit hiervan. Aanwezigheid van een installatie van Aquafin in werking (in Konijnenbergstraat). Beperkte toegankelijkheid/breedte van de Getestraat. Waterloop aanwezig t.h.v. het kruispunt van de Getestraat en Eeuwfeeststraat, langs de werfzone. Woningen aanwezig waarbij afstand tot de werkzone beperkte/klein is.
Risico-inventarisatie en coördinerende preventiemaatregelen: De hieronder weergegeven risico’s en bijhorende preventiemaatregelen, geven weer welke de kritieke punten zijn, specifiek voor dit project. Tenzij anders vermeld is het steeds de bouwdirectie uitvoering die er moet voor zorgen dat de opgelegde coördinatiemaatregelen worden uitgevoerd. Deze risico-inventaris en de bijhorende preventiefiches geven richtlijnen die over de ganse werf van toepassing zijn. Algemeen geldende richtlijnen zijn opgenomen in de preventiefiches (cfr. V&G 07). Deze fiches zijn onlosmakelijk verbonden met deze specifieke risicoanalyse en zijn dan ook als één geheel te beschouwen. De kostprijs van de opgenomen preventiemaatregelen en -middelen, moet inbegrepen zijn in de posten van de opmetingsstaat waarop zij betrekking hebben. Niettemin, en dit overeenkomstig art 30 van het KB van 25 januari 2001, zijn de inschrijvers gehouden bij hun offerte een afzonderlijke prijsberekening te voegen in verband met de door het veiligheids- en gezondheidsplan bepaalde preventiemaatregelen en -middelen, inbegrepen de buitengewone individuele beschermingsmaatregelen en –middelen. Hiervoor is bijlage 1 van dit V&G plan in te vullen en toe te voegen aan de offerte
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 13/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
BOUWPLAATSINRICHTING EN -ORGANISATIE DEFINITIE / TOEPASSINGSGEBIED Algemene inrichting en organisatie van de bouwplaats, van toepassing over de ganse werf.
RISICO’S Bij afwezigheid van de noodzakelijke bouwplaatsvoorzieningen of een gebrekkige werfinrichtingen zijn volgende risico’s aanwezig: • Verzwaring van de verwondingen bij incidenten door gebrek aan EHBO-materieel of hulpverleners • Risico’s ten gevolge van een gebrekkige hygiëne (vergiftiging, blootstelling aan bacteriën, zware metalen in de bodem van het havengebied, …) • Struikelgevaar • Risico’s ten gevolge van de blootstelling aan chemische agentia bij slechte opslag • Bedelving of verwonding aan omvallend materiaal bij slechte opslag • Aanrijding bij gebrek aan afgelijnde circulatiewegen en signalisatie • Incidenten ten gevolge van een gebrek aan collectieve preventiemaatregelen • …
ALGEMENE INSTRUCTIES / PREVENTIEMAATREGELEN: Voorzieningen inzake hulpverlening: • De bouwdirectie belast met de uitvoering dient per werfzone een centraal geplaatste EHBO-keet te voorzien, die duidelijk gesignaleerd is (groen kruis), waarvan alle op de werf onder zijn toezicht aanwezige werknemers en die van zijn onderaannemers gebruik kunnen maken • Deze hulppost is minstens uitgerust met: 1 verbanddoos, 1 draagberrie, 2 dekens. • Er dient steeds een hulpverlener aanwezig te zijn, deze dienen duidelijk herkenbaar te zijn (bijv. aan de hand van een sticker op hun helm of door een bepaalde kleur van helm te gebruiken). • De bouwdirectie uitvoering is verantwoordelijk dat iedereen op de werf, in functie van de werfzone, uitgerust wordt met de geschikte en noodzakelijke communicatiemiddelen om in geval van nood gepast te kunnen reageren. • Werknemers mogen nooit afzonderlijk tewerk gesteld worden. Richtlijnen inzake brandpreventie • In elke werfzone zijn door de bouwdirectie uitvoering voldoende blustoestellen te plaatsen (Type ABC). Ter hoogte van brandgevaarlijke werken zijn bijkomend gepaste blustoestellen te plaatsen door de betrokken aannemer. • De aanwezigheid van brandbare producten is tot een minimum te herleiden en moeten uit de buurt van brandgevaarlijke werken gestockeerd worden. • Min. 2 uur na het beëindigen van brandgevaarlijke werkzaamheden, dient een bevoegd persoon na te gaan of er nog brandgevaar aanwezig is: nacontrole. De organisatie van de nacontrole gebeurt door de bouwdirectie uitvoering. Sanitaire voorzieningen en verpozingsruimten: • De bouwdirectie belast met de uitvoering dient per werfzone volgende installaties te plaatsen en is verantwoordelijk voor het onderhoud er van (i.f.v. het aantal aanwezige werknemers): o eén of meerdere sanitaire modules; o eén of meerdere schaftruimten. • De voorzieningen voldoen aan de bepalingen zoals vermeld in de CAO Humanisering van de arbeid – KB 24/09/2006. • Alle op de werf aanwezige werknemers en die van onderaannemers moeten gebruik kunnen maken van de voorzieningen. Elke onderaannemer is ertoe gehouden de voorschriften voor het gebruik van de voorzieningen te respecteren. • Iedereen op de werf moet over zeep en stromend water kunnen beschikken om hun handen te wassen. Werforganisatie - Signalisatie • De bouwdirectie belast met de uitvoering is verantwoordelijk voor het opstellen van het werfinrichtingsplan. Hou hierbij rekening met: o de mogelijkheden van het transport (leveringen) o de noden inzake werfopslag van neven- en onderaannemers. o het voorzien van voldoende containers en laat deze tijdig ledigen o het vrijhouden van doorgangen en toegangswegen • Om signalisatie aan te brengen op de openbare weg en ter hoogte van in- en uitritten van de werfzones, is contact op te nemen met de bevoegde instanties. Volgens hun richtlijnen en conform het MB van 07/05/99 is de signalisatie te plaatsen. Bijkomende maatregelen en kosten met betrekking tot het bekomen van de nodige vergunningen, zijn ten laste van de bouwdirectie uitvoering.
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 14/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
•
•
•
Een verantwoordelijke is aan te duiden als signalisatieverantwoordelijke om dagelijks de staat van de signalisatie te controleren: algemene staat, kleurvastheid en leesbaarheid. Verkeersborden met scherpe randen zijn niet toegestaan. Signalisatie die (tijdelijk) niet van toepassing is, is af te dekken. De bouwdirectie uitvoering zorgt voor de algemene opkuis van de bouwplaats. Onder het opkuisen van de bouwplaats en de afvoer van puin door de bouwdirectie uitvoering dient te worden verstaan het permanente, algemene onderhoud van de bouwplaats. Dit ontslaat de aannemer van geen enkele van zijn bijzondere opkuis- en afvoerverplichtingen die specifiek zijn voor zijn aannemingsopdracht. Elke aannemer blijft verantwoordelijk voor de opkuis van zijn werkposten en de afvoer van het afval dat bij de uitvoering van zijn werken ontstaat. De kost voor de afvoer en het laten verwerken van het afval blijft voor de betrokken aannemer. De bouwdirectie uitvoering staat in voor de bevoorrading van water en elektrische energie, nodig voor alle werken
Algemene richtlijnen inzake gebruik van collectieve beschermingsmiddelen • Collectieve beschermingsmiddelen zijn te voorzien door de bouwdirectie uitvoering. Hij staat in voor het goed onderhouden en controleren van de beschermingsmiddelen. De bouwdirectie uitvoering duidt hiervoor een bevoegd persoon aan. De verantwoordelijke dient dagelijks een visuele controle te organiseren. Collectieve beschermingsmiddelen mogen niet verwijderd worden voordat het nodige overleg werd gepleegd met alle betrokken partijen. • Overal waar gewerkt wordt is voldoende licht vereist. Bij afwezigheid van natuurlijk licht is de nodige verlichting te voorzien. Dit is cruciaal om sleuven, putten en andere obstakels zichtbaar te maken. De bouwdirectie uitvoering staat in voor de algemene verlichting. • Elke aannemer dient de veiligheidsmaatregelen te treffen (zowel plaatsing, instandhouding als verwijdering) die specifiek zijn voor zijn opdracht, in aanvulling op de voorzieningen die door de bouwdirectie uitvoering zijn getroffen. • Uitstekende metalen piketten / staven / wachtwapening die aanwezig zijn op de werf / openbare weg zijn af te schermen met speciaal daarvoor ontworpen beschermhulzen (bv bij uitzetten van trajecten e.d.) • De bouwdirectie uitvoering zorgt er voor dat rijwegen, voet- en fietspaden vrij zijn van grondresten, slijk en bouwmaterialen: o dagelijks reinigen van straten en omgeving in functie van het transport en de weersomstandigheden kan noodzakelijk zijn om slijkhinder te beperken; o afspuiten van de banden vooraleer de werf te verlaten; o voorzie een borstelmachine op de werf. Algemene richtlijnen inzake gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen • Alle werknemers dienen over een retroreflecterende uitrusting te beschikken om de zichtbaarheid te verhogen: gele signalisatievest of gelijkwaardig. • Helmdracht en veiligheidsschoenen klasse S3 (hoge hiel) zijn een algemene verplichting op de werf. • Herkenbaarheid van volgende personen door sticker op de helm of alternatief: o iedereen die de veiligheidsvoorlichting heeft gekregen; o hulpverleners; o riggers. Algemene richtlijnen inzake inzetten en opslag van materieel / materiaal • Alle machines zijn uit te rusten met een oranje flikkerlicht en geluidssignalisatie bij achteruit rijden. • Duidt bij het opstellen van het werfinrichtingsplan duidelijke zones aan voor de opslag van materiaal en materieel. • Een afzonderlijke stockageruimte is te voorzien voor gevaarlijke producten (toxisch, brandbaar, explosief, …) en gashouders. • De aannemer die het materieel ter beschikking stelt voor andere aannemers dient er voor te zorgen dat dit materieel steeds in optimale staat is en blijft. De aannemer dient hiervoor een bevoegd persoon aan te duiden. Hij staat in dat de wettelijk verplichte keuringen uitgevoerd worden. Voor het beëindigen van zijn opdracht, maakt hij hierover de nodige afspraken met andere aannemers. • De gebruikte machines en toestellen zijn onderworpen aan het KB arbeidsmiddelen. Zorg voor veilig materieel: CEgekeurde toestellen, voorzien van een CE-kenteken, veilige bedrading, voldoen aan AREI-wetgeving. Opteer voor gepaste arbeidsmiddelen en hulpstukken in functie van de uit te voeren werkzaamheden. Een EG-verklaring van overeenstemming moet op aanvraag kunnen voorgelegd worden. • Gebruik enkel gekeurd hijsmaterieel en zorg dat de te behandelen voorwerpen met het juiste aanslagmaterieel bevestigd worden. Hou rekening met de juiste aanslaghoek (voor een 2-sprongketting is dit 60°). Graafmachines zijn geen hefwerktuigen, behalve indien deze uitgerust is met een speciaal daartoe voorziene lasthaak. De lasten zijn steeds te begeleiden door een rigger. Deze zijn herkenbaar te maken door een sticker op de helm. Algemene richtlijnen inzake afbakening en toegankelijkheid van de werfzone • Elke aannemer ziet er op toe dat hij de veiligheid van zijn eigen personeel en dat van andere aannemers op de werf, evenals bezoekers, passanten, bewoners,… onder geen beding in het gedrang brengt. • De bouwdirectie uitvoering beheert de toegang tot de werf van alle aanwezige werknemers en de materiaalaanvoer. In dat opzicht is dagelijks een lijst op te stellen van het op de bouwplaats aanwezige personeel en welke activiteiten
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 15/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
• •
• •
er uitgevoerd worden. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van het dagboek der werken. Na de beëindiging van de dagtaak moeten alle gevaarlijke situaties afgeschermd zijn door een afdoende afbakening in functie van het risico (hekwerk – signalisatienet). Verhoog de toegankelijkheid bij natte omgeving door bv: o sneller de onderfundering en fundering aan te brengen; o rijplaten te voorzien; o werken in fasen. De bouwdirectie uitvoering zorgt er voor dat het terrein toegankelijk is voor alle tussenkomende partijen én voor de hulpdiensten. Toegankelijkheid aangelanden, hulpdiensten: o De toegankelijkheid van bedrijven, woningen, percelen e.d. dient steeds maximaal te zijn. o De werkzone zo beperkt mogelijk houden, uitgravingen meevolgend opvullen om toegang voor omwonenden en hulpdiensten maximaal te houden. o Werken faseren , een degelijke planning van de werken zodat er steeds een maximale toegankelijkheid is.
Algemene richtlijnen inzake onaangepast gedrag • Gebruik van drugs en alcoholische drank op de werf is verboden. • Personen die onaangepast gedrag vertonen of die onder invloed zijn, moeten de toegang tot de werf geweigerd worden. Algemene richtlijnen inzake planning • De bouwdirectie uitvoering dient een uitgebreide planning voor te leggen voor de start der werken. Deze planning is verder uit te werken door de verschillende aannemers op het coördinatieoverleg en aan te passen in functie van wederzijdse risico’s. • Tijdens sloopwerken mogen geen andere activiteiten uitgevoerd worden binnen de gevarenzone. • Bij werken met toxische of hinderlijke stoffen, dienen andere werknemers uit de werkzone te blijven. Wanneer dit niet anders kan, moeten alle op de werf aanwezige werknemers de nodige PBM’s dragen, voorzien door de bouwdirectie uitvoering. • Werken met lawaai en stofhinder zijn maximaal te scheiden van de rest van de werf
SPECIFIEKE INSTRUCTIES / PREVENTIEMAATREGELEN BOUWPLAATSINRICHTING EN -ORGANISATIE RISICO’S
PREVENTIEMAATREGELEN
Gelijktijdig en / of achtereenvolgens worden andere aannemingen (bv. i.o.v. de nutsmaatschappijen) uitgevoerd in de omgeving.
Een plaatsbeschrijving is aangewezen.
De werken worden naast gebouwdelen die in gebruik blijven.
De algemene aannemer zal er rekening mee moeten houden, dat hij bij de uitvoering het functioneren van het personeel, de aanwezige bezoekers, .... onder geen beding in gedrang of in gevaar mag brengen. Hij zal moeten zorgen voor (tijdelijke) afscherming, afsluiting en signalisatie zodanig dat derden niet in contact kunnen komen met de werken, stof, … Het is verboden lasten (met torenkraan, mobiele kraan, e.d.) boven het in gebruik zijnde gebouw te transporteren.
Geluidsoverlast ten gevolge van de werken.
Omwonenden informeren. Het werken is toegestaan op werkdagen tussen 7 u en 19 u. Vermijden van doorkruisen van dichtbewoonde gebieden. Maximaal beladen vrachtwagens om het aantal ritten te minimaliseren Vermijden van slagen op grote stalen oppervlakten, bij sluiten van laadkleppen en neerlaten van kipbak Zorg voor aangepaste arbeidsmiddelen die zo weinig mogelijk hinder geven
De werven dienen fysiek t.o.z. van elkaar te worden gescheiden, hiervoor worden de nodige afschermingen geplaatst. Bepaalde werkzaamheden zullen niet gelijktijdig kunnen worden uitgevoerd. Dit kan een invloed hebben bij de opmaak van de planning. Een gezamenlijke coördinatie van de verschillende werken is noodzakelijk.
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 16/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
Aanwezigheid van asbesthoudende materialen.
Zie V&G 07 "Contact met asbest" Indien er tijdens de werken nieuwe asbesthoudende materialen worden aangetroffen dienen de werken onmiddellijk te worden stopgezet. De leidend ambtenaar en de veiligheidscoördinator dienen hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht.
Overtrekken of beschadigen van ondergrondse kabels en leidingen • Diverse ondergrondse leidingen die de rioleringswerken zouden bemoeilijken zullen vooraf worden verwijderd / verplaatst.
Zie V&G 07 “Werken in nabijheid van ondergrondse kabels en leidingen” Zie bouwplaatsinrichting en bouwplaatsorganisatie Laatste versie liggingplannen opvragen na aanpassingswerken nutsmaatschappijen.
Op verschillende plaatsen zijn LS-luchtlijnen aanwezig. Zie V&G 07 “Werken in nabijheid van elektrische luchtlijnen” Zie bouwplaatsinrichting en bouwplaatsorganisatie Zie veiligheidsvoorschriften van de eigenaar van de nutsleidingen. Werken met risico op verdrinking.
Zie V&G 07 “Werken met risico op verdrinking"
Werken op en langs de openbare weg.
Zie V&G 07 "Werken op en langs de openbare weg"
Werken in nabijheid van een waterloop
De nodige maatregelen zijn te treffen om er voor te zorgen dat: • de stabiliteit van bouwputten gegarandeerd is • maatregelen getroffen worden om plotse waterinsijpeling te voorkomen • noodmaatregelen te treffen om bij plotse waterinsijpeling vlotte evacuatie mogelijk te maken • Voorafgaandelijk aan de werkzaamheden is een gedetailleerde werkmethodebeschrijving voor te leggen. • Zorg voor veilige loopvlakken, met randbeveiliging
SIGNALISATIE RISICO’S
PREVENTIEMAATREGELEN
Botsing / aanrijding met het wegverkeer tijdens het plaatsen / wegnemen van de signalisatie
Plaats de signalisatie tijdens een voor het verkeer kalme periode, maar vermijdt indien mogelijk dit te doen tijdens het duister (bv weekends, na 19 u, ...) Alle machines zijn uit te rusten met een oranje flikkerlicht Alle werknemers dienen over een retroreflecterende uitrusting te beschikken van een klasse 2 of 3 (i.f.v. invallende duisternis, slechte weersomstandigheden en uit te voeren werken) Begin steeds vooraan bij het plaatsen van de signalisatie en achteraan bij het wegnemen er van
Val van personen uit een voertuig
Er mag zich nooit iemand in de laadbak van een rijdend voertuig bevinden
Val van voorwerpen tijdens lossen
Gebruik enkel gekeurd hijsmaterieel en zorg dat de te behandelen voorwerpen met het juiste aanslagmaterieel bevestigd worden. Hou rekening met de juiste aanslaghoek (voor een 2-sprongketting is dit 60°) Verbod van doorgang onder lasten / verbod van hijsen over
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 17/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
werkzaamheden. Helmdracht is verplicht Snijden en schaven aan de te plaatsen signalisatie
Verkeersborden met scherpe randen zijn niet toegestaan Dragen van handschoenen
Elektrocutie
Alle signalisatie op stroom dient te werken op een veilige werkspanning van 12 of maximaal 24 V
Omvallen van signalisatie
De staat, kleurvastheid en leesbaarheid van de borden is regelmatig te controleren door de signalisatieverantwoordelijke
Straatverlichting blijft niet in dienst tijdens de werkzaamheden.
Indien niet, dient men voldoende verlichting te voorzien zodanig een veilige toegang tot de deuropening van huizen ‘s avonds mogelijk maakt. Indien nodig “flitsende waarschuwingslichten” voorzien
RIOLERINGSWERKEN RISICO’S
PREVENTIEMAATREGELEN
Botsing / aanrijding met werfverkeer
Enkel opgeleid personeel mag manoeuvres uitvoeren. Manoeuvres steeds laten begeleiden. Alle werknemers moeten minimaal 0,80 m buiten de draaicirkel van machines blijven.
Grondverzakking / omkantelen van voertuigen / kraan
Zie ook V&G 07 – Fiche “Graven van en werken in sleuven of putten van meer dan 1,20 m diepte”
Val van personen tijdens het verplaatsen langs de rand Zie ook V&G 07 – Fiche “Graven van en werken in sleuven of putten van de sleuf / putten van meer dan 1,20 m diepte” Sleuvenbak dient tijdens aanleg van de riolering voldoende (miniaal +/- 1,2m) boven het bestaande grondniveau uit te komen. Algemeen: val van personen door openliggende putten Zorg er voor dat alle putten en mangaten worden dicht gelegd met en sleuven. een stevige metalen plaat. Voorzie bijkomende afbakening en / of signalisatie in functie van het Specifiek: werkzone rondom pompstation. risico Plaats loopplatforms over de sleuf waar doorgangen nodig zijn, voorzien van leuningen. Maak platforms en doorgangen regelmatig vrij van slijk. Val van personen bij het betreden van beschoeide sleuven
Gebruik nooit de aanwezige stutten als ladder
Val van voorwerpen tijdens behandeling
Graafmachines zijn geen hefwerktuigen, behalve indien deze uitgerust is met een speciaal daartoe voorziene lasthaak Helmdracht is verplicht bij werken in en rond sleuven en putten.
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 18/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
Instorting van een nabijgelegen constructie:
Ga voor de effectieve uitgraving na of er oude funderingen of restanten van putten gelegen zijn in de invloedzone van de uitgraving. Oude leidingen zijn op te sporen Raadpleeg vooraf de resultaten van grondsonderingen en win het advies in van een stabiliteitsingenieur
Ontstaan van scheuren en grote differentiële zettingen In de Getestraat is er slechts een beperkte ruimte om de werkzaamheden uit te voeren.
Een plaatsbeschrijving voor de start der werken is aangewezen
Elektrocutie door het werken met elektrische toestellen Zorg voor veilig materieel: CE-gekeurde toestellen, veilige bedrading, of installaties voldoen aan AREI-wetgeving Werk met zeer lage veiligheidsspanning in een natte / geleidende omgeving Vermijd overbelasting van stopcontacten
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
19/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016 3
Grondverzet
De voorschriften gelden bij een partij vanaf 250m of bij een kleinere partij indien een vermoeden van verontreiniging bestaat. Indien aan bovenstaande voorwaarde voldaan dient er een technisch verslag te worden opgemaakt, welk een idee vormt over de mogelijke toepassingen van deze grond. Dit verslag wordt ter goedkeuring overgemaakt aan de bodembeheersorganisatie. Indien de grond niet voldoet aan de bodemsaneringsnorm moet gesaneerd worden. Indien de grond meer dan 10% puin bevat, moeten de regels van VLAREA worden opgevolgd. De bodembeheerbank zoekt vervolgens naar een afzetter en levert vervolgens de nodige transportdocumenten aan de aannemer en de transporteur.
Tijdelijke onderbreking riolering aan een bestaand gebouw
Indien bestaande afvoeren tijdelijk buiten dienst worden gesteld dient gedurende deze periode voor een alternatieve afvoer van o.a. regenwater gezorgd te worden.
Contact met bewegende onderdelen van bemalingspompen
Alle bewegende delen van bemalingspompen zijn af te schermen
Begeven van de groutwanden
Berekeningsnota van de groutwanden te bezorgen waaruit blijkt dat de stabiliteit van de bouwput gedurende de ganse duur van de werken verzekerd is.
Extreme slijkhinder bij transport van werfverkeer / grondverzet
Dagelijks reinigen van straten en omgeving in functie van het transport en de weersomstandigheden Wielwasinstallatie voorzien / afspuiten van de banden vooraleer de werf te verlaten
Instorting of beschadiging van nutsleidingen die ondergraven worden
Alle nutsleidingen die ondergraven worden, moeten adequaat en volgens de voorschriften van de betrokken nutsmaatschappij ondersteund of opgehangen worden.
Contact met rioolwater
Contact met rioolwater proberen te vermijden door het dragen van aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen De personen die in contact komen met rioleringswater dienen in samenspraak met de arbeidsgeneesheer te worden ingeënt.
Straling bij gebruik van nivellementslasers
Maak steeds gebruik van een laserbron met beperkte energetische straling. Toestellen op ooghoogte vermijden. Niet in de laserstraal kijken.
WEGENISWERKEN – BESTRATING RISICO’S
PREVENTIEMAATREGELEN
Wegspringende delen bij opbraak van bestaande verharding
Zo veel mogelijk machinaal opbreken van verharding, zonder aanwezigheid van werknemers in de omgeving van de opbraakwerken Helm en veiligheidsbril zijn verplicht Voorzie zo veel mogelijk natfrezen van asfalt om stofhinder te beperken Bij droogfrezen zijn stofmaskers verplicht.
Klemming van lichaamsdelen in de freesmachine / asfaltverdeler
De machine moet beschikken over een CE-attest De machine moet voorzien zijn van een noodstopinrichting Alle bewegende delen moeten afgeschermd zijn
Wegspringende steenslag / stofvorming bij aanleg van funderingskoffer
Beperk de verspreiding van stof door oppervlakken te bevochtigen
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 20/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
Snij- en schaafwonden bij het doorslijpen van boordstenen, klinkers en betonelementen
Zorg dat het te slijpen stuk nooit kan wegschieten tijdens het slijpen
Contact met stof en wegspringende deeltjes tijdens het Dragen van veiligheidsbril is verplicht slijpen Beperk stofhinder door het materiaal te bevochtigen Rugletsels bij het leggen van klinkers / tegels / kasseien
Verander regelmatig van werkhouding
Contact met warm asfalt en asfaltverdeler (150 à 180°C)
Gebruik indien technisch mogelijk koud asfalt Gebruik steeds hittebestendige handschoenen en schoenen
Brandgevaar tijdens plaatsen van asfalt
Alle machines zijn uit te rusten met aangepaste blusmiddelen. Bij brand van bitumen is water niet geschikt! (zand of poeder)
Inademen van giftige stoffen tijdens plaatsen van asfalt Beperk de temperatuur van het asfalt steeds tot maximaal 180°C. Bij hogere temperaturen komt benzopyreen vrij (kankerverwekkend) Wanneer er onvoldoende natuurlijke ventilatie is is het dragen van ademhalingsbescherming noodzakelijk De uitlaat van de machine moet voldoende lang of verhoogd zijn, opdat uitlaatgassen minimale hinder geven naar werknemers. Volg de richtlijnen op de veiligheidsinstructiefiches van eventuele additieven. Deze moeten steeds aanwezig zijn op de werf Verkeerde bewegingen tijdens het manueel spreiden van asfalt
Beperk de manuele spreiding tot een minimum
Rugletsels door trillingen tijdens het walsen / verdichten van het asfalt
Voorzie trillingsdempende stoelen op trilwalsen Beperk de blootstelling aan trillingen
Contact met gevaarlijke agentia (kleeflaag)
Volg de richtlijnen op de veiligheidsinstructiefiches. Deze moet steeds aanwezig zijn op de werf Dragen van veiligheidsbril is verplicht bij gebruik van een spuitlans
Contact met giftige stoffen tijdens het storten en verdichten van beton
Rechtstreeks contact vermijden door het dragen van veiligheidshandschoenen Bij gebruik van additieven of afwerkingsproducten zijn de richtlijnen op de veiligheidsinstructiefiches te volgen. Deze moeten steeds aanwezig zijn op de werf.
NUTSLEIDINGEN RISICO’S
PREVENTIEMAATREGELEN
Klemming of verplettering door vallende voorwerpen Gebruik enkel gekeurd hijsmaterieel en zorg dat de te behandelen tijdens het lossen en de behandeling van kabels en voorwerpen met het juiste aanslagmaterieel bevestigd worden. leidingen Hou rekening met de juiste aanslaghoek (voor een 2-sprongketting is dit 60°) Verbod van doorgang onder lasten / verbod van hijsen over werkzaamheden. Haspels zijn zo te stapelen of te stockeren dat wegrollen onmogelijk is. Slingeren van de haspels bij het afrollen van kabels
Gebruik een hydraulische rem bij het afrollen van de haspel Zorg voor aangepaste communicatiemiddelen tussen de werknemers tijdens het afrollen in functie van de afstand. Hou de zweepslagzone steeds vrij, in geval van een kabelbreuk
Contact met hete oppervlakken tijdens het lassen
Dragen van handschoenen is verplicht
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 21/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
Blootstelling aan giftige dampen: lasdampen
Voorzien van de nodige verluchting
Elektrocutie tijdens lassen van moffen
Gebruik toestellen op zeer lage veiligheidsspanning
Klemming van vingers tijdens het in mekaar duwen Gebruik de meest geschikte werkmethode van moffen, flenzen, dichtingen, ... Dragen van handschoenen Beschadiging van andere nutsleidingen tijdens het Vraag steeds op voorhand liggingplannen op bij de bevoegde uitvoeren van een gestuurde boring instanties Respecteer de noodzakelijke veiligheidsafstanden en verschuif de boring in geval van twijfel Elektrocutie / contact met gevaarlijke agentia tijdens Indien mogelijk zijn de leidingen en kabels steeds af te koppelen of werken aan in dienst zijnde leidingen de druk in de leidingen te verminderen alvorens de werkzaamheden aan te vangen. Indien dit voor de nutsmaatschappij niet mogelijk is, is dit steeds duidelijk te signaleren.
ELEKTRICITEIT –TECHNIEKEN RISICO’S
PREVENTIEMAATREGELEN
Snijden of ander contact met bewegende voorwerpen
Zorg voor gepaste schijven (grootte en toerental). Het slijpstuk is degelijk te bevestigen tijdens het doorslijpen Geef opleiding en instructies bij gebruik van arbeidsmiddelen Dragen van gepaste beschermende kledij, veiligheidsbril en -schoenen
Contact met laagspanning
Zorg voor veilig materieel: • CE-gekeurde toestellen, veilige bedrading, voldoen aan AREIwetgeving • Verlengsnoeren en stekkers mogen niet beschadigd zijn • Opgeleid personeel • Vermijd overbelasting van stopcontacten
BELIJNING – GROENAANLEG - AFWERKZAAMHEDEN RISICO’S
PREVENTIEMAATREGELEN
Contact met warme oppervlakken bij het aanbrengen van thermoplastische verven
Draag aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen
Contact met gevaarlijke stoffen tijdens aanbrengen van Van alle verven moeten veiligheidsinstructiefiches op de werf belijningen aanwezig zijn. De richtlijnen hierop zijn strikt na te leven. Beschadigen van ondergrondse kabels en leidingen tijdens de groenaanleg
Alvorens te planten is na te gaan waar kabels en leidingen liggen De ligging is aan te duiden.
Omvallen van verlichtingspalen tijdens het plaatsen
Laat de paal pas los, zodra de verankering verzekerd is.
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
22/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
DEEL B. SPECIFIEKE RISICOANALYSES VAN AANNEMERS De analyse van de risico’s met betrekking tot de uitvoering van het werk worden opgemaakt door de betrokken aannemers overeenkomstig art. 5 van de wet en art. 50 van het KB TMBP. Deze analyses van de verschillende aannemers worden opgevraagd en bijgevoegd aan het V&G plan. Inventaris
Aannemer
Referentie risicoanalyse
Datum
V&G 07 - ALG PROJECTGEBONDEN PREVENTIEFICHES GRAVEN VAN EN WERKEN IN SLEUVEN OF PUTTEN VAN MEER DAN 1,20 M DIEPTE DEFINITIE / TOEPASSINGSGEBIED Werken aan of in sleuven of putten van meer dan 1,20 m diepte
RISICO’S Bij werken aan en in sleuven of putten worden werknemers blootgesteld aan volgende risico’s: • Bedelving door instorting van wanden, trillingen, materiaalopslag of aanwezigheid van zwaar materieel • Verdrinking door aanwezigheid van ondergronds water
INSTRUCTIES / PREVENTIEMAATREGELEN: Algemeen • Vooraleer de werkzaamheden aan te vatten, check: o aard van de bodem o plaats van de uitgraving o situatie van de ondergrond • Gebruik enkel bouwplaatsvoertuigen met een ROPS-beveiliging Stabiliteit van de bodem • Bij graafwerken dieper dan 1,2m worden beschoeiingen gebruikt. o Bij beperkte uitgravingen (<4m) bestaat de mogelijkheid af te graven onder helling. o De helling is afhankelijk van samenstelling van de grondlaag ! De hellingsgraad bedraagt normaal 45° ! De hellingsgraad kan steiler zijn dan 45° mits een sonderingsattest aantoont dat de stabiliteit van de bodem behouden blijft. • Werkzaamheden met beschoeiingen vereisen berekeningsnota’s. Het resultaat van deze calculatie wordt opgenomen in de uitvoeringsplannen • De aannemer die de graafwerkzaamheden uitvoert moet steeds over het gepaste materiaal te beschikken om te kunnen schoren. • Opslag naast de uitgraving wordt zoveel mogelijk vermeden. o Opslag (materiaal, voertuigen, uitgegraven grond) wordt toegelaten op een veilige afstand van de rand van de uitgraving. (perimeter van min 1m). o Plaats de steunpoten van een betonpomp en van een autolaadkraan op ruime afstand van bouwputten. (Vuistregel: de veiligheidsafstand tot de bouwput = diepte van de bouwput) • Bij werkzaamheden met bronbemaling worden maatregelen genomen om grondzettingen tegen te gaan. o Het pijl van het grondwater en bodemgesteldheid (bodemsondering) zijn na te kijken. o Bij hoge grondwaterverlaging is een berekening noodzakelijk. De situatie van de bodem • Ondergrondse leidingen o Zie ook preventie- en instructiefiche “werken in nabijheid van ondergrondse kabels en leidingen” • Oorlogsmunitie
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 23/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
o o
Opsporen van munitie ! Vooraleer te starten met graafwerkzaamheden in risicogebieden laat de bouwdirectie belast met de uitvoering een proefmeting uitvoeren op de ondergrond door een gespecialiseerde firma. Opgraven van munitie ! Staak onmiddellijk de werkzaamheden, verplaats nooit opgegraven explosieven, evacueer de omgeving en alarmeer de lokale politie.
Risico’s verbonden aan de bouwput • Betreden van de bouwput o Iedere bouwput (>1,5m) is te voorzien van voldoende aantal taludtrappen / ladders om werknemers de mogelijkheid te geven de uitgraving veilig te betreden en snel genoeg te ontruimen (een trap geniet steeds de voorkeur op een ladder). • Afschermen bouwput o Op veilige afstand van de rand van de bouwput (1m) worden er adequate beschermingsmiddelen geplaatst. o Zie ook preventie- en instructiefiche “werken op hoogte” • Oversteken van bouwput o De bouwdirectie belast met de uitvoering voorziet voldoende aantal veilige overgangen. Deze zijn voldoende breed (min 60cm) en voorzien van collectieve beschermingsmiddelen. • Bij regenweer kunnen extra maatregelen nodig zijn om een inkalving van de helling tegen te gaan: afdekken met folie, leegpompen van de put (m.b.v. een dompelpomp) • Indien het terrein helt naar de uitgraving, is een kruinsloot of waterkering aan te leggen voor het opvangen van het regenwater. • Werknemers, die werken in een bouwput uitgegraven in een helling, mogen niet boven elkaar werken. • Zie ook preventie- en instructiefiche “werken in verontreinigde bodems”
WERKEN IN NABIJHEID VAN ONDERGRONDSE KABELS EN LEIDINGEN DEFINITIE / TOEPASSINGSGEBIED Werken waarbij ondergrondse kabels en leidingen kunnen beschadigd worden • elektrische kabels • glasvezelkabels • gasleidingen • andere leidingen voor transport van producten
RISICO’S • • • • • • • •
Elektrocutie Explosie Brand Vergiftiging bij vrijkomen producten Verstikking (bij verdringing van zuurstof) Schade aan derden (bij uitval van machines) Uitspoelen van grond …
INSTRUCTIES / PREVENTIEMAATREGELEN: Algemene Preventiemaatregelen: KLIM / KLIP KLIM: Het KLIM is een website die fungeert als centraal meldpunt voor iedereen die werken wil uitvoeren in de nabijheid van hoogspanningsverbindingen en van installaties voor vervoer per pijpleiding van gasachtige producten. De opzet bestaat erin om de website te doen evolueren naar een portaalsite om werken te melden aan het geheel van nutsbedrijven. (meer info op: www.klim-cicc.be) KLIP: Het AGIV (Agentschap voor Geografische informatie Vlaanderen) ontwikkelde het KLIP (Kabels en Leidingen Informatie Portaal), dat als Vlaams initiatief aansluit bij het federaal initiatief KLIM. Dankzij KLIP wordt de decentraal aanwezige kabelen leidinginformatie beter en sneller ontsloten. De planaanvrager (aannemer graafwerken, opdrachtgever, nutsbedrijf,
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 24/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
particulier) krijgt met KLIP een overzicht van alle KLB’s (kabel- en leidingbeheerders) die aanwezig zijn in het door hem geselecteerd interessegebied en automatisch een informatievraag kunnen induceren bij deze partijen. De beheerders van het openbaar domein kunnen nakijken welke planaanvragen door wie zijn aangevraagd en welke KLB’s er aanwezig zijn op het domein in zijn beheer. Zo kunnen de gemeenten nagaan welke maatschappijen er allemaal aanwezig zijn op hun grondgebied. De KLB’s ontvangen gestandaardiseerde planaanvragen. Het blijft echter de verantwoordelijkheid van de individuele KLB om de door hem decentraal beheerde informatie te ontsluiten. Net zoals vandaag worden de detailplannen door de KLB’s opgestuurd naar de planaanvrager (afhandelen van de planaanvraag). (meer info op: www.agiv.be ) Algemene actiekaart pijpleidingincidenten: Definitie interventiezone: een zone die, in functie van de concrete noodsituatie, wordt afgebakend en waarbinnen de nodige maatregelen genomen worden om de noodsituatie te beheren (KB Noodplan 16/02/06). Voor de indeling van de interventiezone worden volgende kleurenindelingen gebruikt. De rode zone: deze wordt begrensd door de uitsluitingsperimeter en is uitsluitend toegankelijk voor de interveniërende hulpdiensten, deskundigen en technici, mits akkoord van de directeur CP-Ops, overeenkomstig de door hem gegeven richtlijnen; De oranje zone: wordt begrensd door de isolatieperimeter waarbinnen de logistieke steun van de hulpdiensten wordt georganiseerd en is toegankelijk voor mensen die binnen die zone werken of wonen, mits akkoord van de directeur CP-Ops en naleving van de door hem gegeven richtlijnen; De gele zone: wordt begrensd door de ontradingsperimeter. In deze zone wordt de toegang ontraden aan personen die er niet wonen of werken en waar de nodige maatregelen genomen worden voor een vlotte toegang van de hulpdiensten en het vlot verloop van de hulpoperaties. Zone-indeling op de actiekaart: Er worden in de actiekaart 3 zones onderscheiden waarvan er 2 corresponderen met deze uit het KB van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen (zie verwijzing tussen haakjes). ZONE 1: de verboden zone wordt omschreven als de zone met een hoge kans op letaliteit, die enkel in zeer uitzonderlijke omstandigheden na gepaste risico-afweging en met de vereiste beschermende kledij mag betreden worden. ZONE 2: zone die alleen mag betreden worden door de brandweer in de vereiste beschermende kledij en met inachtneming van de eigen veiligheid (= Rode zone KB - uitsluitingsperimeter). ZONE 3: de isolatiezone: enkel de interveniërende hulpdiensten mogen van buitenaf naar binnengaan. Wie zich binnen deze zone in een schuilplaats bevindt, mag er blijven. Personen die uit binnengelegen zones geëvacueerd werden moeten minstens tot buiten deze zone 3 gebracht worden (= Oranje zone KB - isolatieperimeter) (Zie FOD Binnenlandse Zaken : Bestrijding van incidenten met pijpleidingen) Preventiemaatregelen in verband met elektrische kabels: Te nemen voorzorgsmaatregelen bij werken in de nabijheid van ondergrondse elektrische kabels (AREI Art.192.1-02) Principe: Geen enkel grondwerk, bestrating of ander werk mag in de omgeving van een ondergrondse elektrische kabel uitgevoerd worden zonder voorafgaand de eigenaar van de grond, de overheid die de eventueel gebruikte openbare weg beheert en de beheerder van de kabel te raadplegen. Het al dan niet aanwezig zijn van merktekens, voorzien in AREI artikel 188, geeft geen vrijstelling van deze raadpleging. Afgezien van deze raadpleging mag met de uitvoering van een werk slechts begonnen worden na lokalisatie van de kabels. Spoedgevallen De algemene principes zijn niet van toepassing indien de bestendigheid van de dienst een dringende uitvoering van de werken vereist. Indien de raadpleging niet is kunnen doorgaan mag men de werken niet aanvatten alvorens de ligging van de kabels bepaald is. Gebruik van machines en mechanisch gereedschap voor grondwerk Zonder dat de aannemer en de beheerder van de kabel voorafgaand overeengekomen zijn over de in acht te nemen voorwaarden mag men geen gebruik maken van machines of mechanisch gereedschap in een zone tussen twee verticale vlakken op een afstand van 50 cm aan weerszijden van de kabel. Bij verplaatsen van kabels dienen deze steeds op voldoende plaatsen ondersteund te worden. Wat te doen als ondanks alles de aanraking tijdens grondwerken toch gebeurt: • kalm blijven • de zitplaats niet verlaten
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 25/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
• • • •
de personen rond de kraan bevelen deze niet aan te raken iedereen rond de kraan verplichten zich te verwijderen de kraan van de draden verwijderen de nodige instanties verwittigen van het contact met de lijn
Zolang de bediener zijn zitplaats in het toestel niet verlaat, heeft hij niets te vrezen. Pas wanneer hij eruit stapt, zal hij bij het bereiken van de grond een elektrische ontlading tussen kraan en grond veroorzaken die zware brandwonden en zelfs dodelijke elektrocutie tot gevolg kan hebben. Zelfs indien hij uit de kraan springt zonder deze nog aan te raken, blijft er een gevaar omdat er aan de oppervlakte van het omgevend terrein grote spanningsverschillen kunnen bestaan. Preventiemaatregelen in verband met glasvezelkabels: Indien bij het uitvoeren van graafwerken een glasvezelkabel zou beschadigd worden, bestaat het gevaar dat de omstaanders in contact komen met het uittredend laserlicht. Het laserlicht is meestal niet zichtbaar voor het menselijk oog en kan beschadigingen veroorzaken aan de ogen Te nemen maatregelen: • nooit in een beschadigde glasvezelkabel kijken; • onmiddellijk de uitbater van het glasvezelnet verwittigen; • indien mogelijk de uiteinden van de glasvezelkabel bedekken met aarde of in de grond steken. Preventiemaatregelen in verband met waterleidingen: • Bij het inbrengen van damplanken moet rekening gehouden worden met kleef, die de leiding kan blootstellen aan bijkomende lasten. Geen enkele leiding mag zich bevinden binnen de invloedzone. • Blootgestelde leidingen zijn bij vorst te beschermen. • Leidingen in de lengterichting van de sleuf, zijn onderhevig aan bewegingen in de invloedzone van het talud. Schoren van leidingen is nodig om schade bij grondverschuivingen te vermijden. • Blootgelegde leidingen mogen nooit gebruikt worden als ondersteuning voor een schoring, als loopbrug of als ladders voor arbeiders. Preventiemaatregelen in verband met gasleidingen / KWS-leidingen: • Zwaar verkeer mag niet over de leidingen rijden zonder beschermende maatregelen te treffen, goedgekeurd door de beheersmaatschappijen • Zones die door het verkeer niet mogen betreden worden, zijn af te bakenen met signalisatienet om de zichtbaarheid hiervan te verhogen • Boven de leidingen mag geen enkele persinstallatie geplaatst worden. • Gebruik van mechanische graafmachines in onmiddellijke nabijheid van de leidingen is verboden • Persingen op minder dan 5 m afstand van de leidingen zijn in regel niet toegestaan, tenzij expliciete goedkeuring van de beheersmaatschappijen. Voor elke persing op minder dan 15 m afstand zijn de beheersmaatschappijen te contacteren. • Klopboringen binnen een afstand van 5 m zijn niet toegestaan. Voor alle klopboringen op minder dan 15 m is contact op te nemen met de beheersmaatschappijen • De stabiliteit van de ondergrond mag in geen geval in gedrang worden gebracht. • Pneumatisch aandammen of gebruik van een pneumatische hamer is verboden • Bij het inbrengen van damplanken moet rekening gehouden worden met kleef, die de leiding kan blootstellen aan bijkomende lasten. Geen enkele leiding mag zich bevinden binnen de invloedzone. • Leidingen in de lengterichting van de sleuf, zijn onderhevig aan bewegingen in de invloedzone van het talud. Schoren van leidingen is nodig om schade bij grondverschuivingen te vermijden. • Blootgelegde leidingen mogen nooit gebruikt worden als ondersteuning voor een schoring, als loopbrug of als ladders voor arbeiders. Wat te doen als ondanks alles de aanraking tijdens grondwerken toch gebeurt. • kalm blijven en onmiddellijk de beheerder van de leiding contacteren. • Laat het lek open: o laat het gas ontsnappen, probeer enkel de straal om te buigen in een ongevaarlijke richting o voorkom dat het gas aanpalende gebouwen / constructies binnen dringt en dek rioolopeningen af o duw NOOIT de afgerukte buis in de grond o dek NOOIT de lekkende buis af • onmiddellijk alle verbrandingsmotoren stil leggen en warmtebronnen verwijderen o gebruik geen GSM o maak geen licht o niet roken o …
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 26/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
•
• • •
Bij een brandend gaslek moet u: o De gasvlam laten branden o De omgeving beveiligen zich verwijderen uit de gevarenzone en uit eventuele sleuven. Baken de plaats af, hou verkeer en nieuwsgierigen op afstand Hou toezicht tot een interventieploeg van de beheerder ter plaatse is.
WERKEN IN VERBAND MET MONTAGE / DEMONTAGE VAN GEPREFABRICEERDE ELEMENTEN DEFINITIE / TOEPASSINGSGEBIED Manipuleren van geprefabriceerde elementen: stalen / betonnen liggers, spanten of kolommen, architectonische betonelementen, welfsels, ...
RISICO’S • • • •
Interactie met activiteiten in de omgeving, aanwezigheid van derden,... Knelgevaar / Verplettering Valgevaar ...
INSTRUCTIES / PREVENTIEMAATREGELEN: Algemene preventiemaatregelen: • De wijze van opbouw is bepaald door een stabiliteitsingenieur. De uitvoeringsplannen zijn strikt op te volgen. • De plaatsingsvolgorde bepaalt het tijdstip van de levering. Vermijd extra manipulatie en tussenopslag van prefabelementen door vroegtijdige levering. • De laad- en loszone moet horizontaal aangelegd zijn. Een oplegger met prefab-elementen mag nooit onder helling gelost worden. • Eerst moeten de overige prefab-elementen opnieuw beveiligd worden tegen kantelen vooraleer een prefab-element mag gelost worden. • De montagewerken mogen slechts gepland en uitgevoerd worden onder toezicht van een bevoegd persoon. • Bij de montage van prefab-elementen wordt de juiste schoring aangebracht. Het element blijft aan de kraan hangen totdat alle verankeringen (trek- en drukschoren, wachtstaven, …) stevig op hun plaats zitten. • Hou rekening, bij plaatsen van schoren, met de aanbeveling beschreven in de preventie- en instructiefiche “blootstelling aan kwartsstof”. • Bekistingen, tijdelijke stutten en schoren moeten zodanig ontworpen, berekend, geïnstalleerd en onderhouden worden dat zij zonder gevaar de belasting kunnen dragen waaraan zij kunnen blootstaan. • Het stockeren van elementen, wordt best zoveel mogelijk vermeden, gebeurt op een vooraf bepaalde plaats, waarbij wordt gelet op de stabiliteit van de ondergrond, de nabijheid van putten,… • Montage en demontage kan enkel door ervaren plaatsers die een passende opleiding genoten hebben. Interactie met de omgeving: • Zie preventie- en instructiefiche “hanteren van lasten” • Bij het manipuleren (=verplaatsen, monteren/demonteren,..) van grote elementen dient men rekening te houden met de omgeving. Het is verboden tijdens de manipulatie andere activiteiten in de omgeving toe te laten. Men dient hiermee rekening te houden bij de opmaak van de planning. • De zone waarboven men de elementen manipuleert, dient te worden afgebakend. Hou rekening met een veilige perimeter en plaats de nodige signalisatie. Risico’s op verplettering: • Zie preventie- en instructiefiche “hanteren van lasten” • Er dient een optimale communicatie te zijn tussen de monteur en de kraanbestuurder. • Grote elementen mogen met passend begeleidingsmaterieel geleid worden(bv een koord). Risico’s op vallen: • Bij de productie van prefab-elementen worden er zo veel mogelijk collectieve beschermingsmiddelen of gepaste voorzieningen geïntegreerd: bv. bevestigingshaken voor leuningen, verankeringspunten voor harnassen, ... • Zie ook preventie- en instructiefiche “Werken op hoogte”.
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 27/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
WERKEN IN NABIJHEID VAN ELEKTRISCHE LUCHTLIJNEN DEFINITIE / TOEPASSINGSGEBIED Alle werken waarbij aanraking met een elektrische luchtlijn mogelijk is
RISICO’S Elektrocutie / brandwonden bij aanraking / beschadiging van elektrische luchtlijnen
INSTRUCTIES / PREVENTIEMAATREGELEN: Elektrische luchtlijnen: Vraag steeds toelating voor de werken aan de beheerder van de luchtlijnen: • Werkzaamheden uitgevoerd in de nabijheidszone van een luchtlijn met “blanke of daarmee gelijkgestelde geleiders” zijn onderworpen aan de voorschriften van AREI artikel 266 en aan het verkrijgen van voorafgaandelijke schriftelijke machtiging van de beheerder van de lijn die de aanvrager inlicht omtrent de specifieke risico's en eventueel te nemen veiligheidsmaatregelen. • Daarenboven dient rekening gehouden te worden met de meest ongunstige stand van de lijn bij de bepaling van de nabijheidszone. Te nemen voorzorgsmaatregelen • Voorschriften van de beheerder zijn strikt toe te passen. • Geen enkel werk mag uitgevoerd worden in de “gevaarlijke zone” van een luchtlijn, zonder voorafgaande schriftelijke machtiging van de beheerder van de lijn. (AREI art. 192). De gevaarlijke zone is een beschrijvende cirkel met als straal: o Bij laagspanning: 2 m o Bij hoogspanning (vanaf 1000 V): 2,5 m + UN x 0,01 Met UN = nominale spanning in kV • Hou er rekening mee dat luchtlijnen kunnen bewegen (de gevarenzone vergroot) • Bij het gebruik van kranen en hefwerktuigen moeten de in beweging zijnde delen of lasten buiten de gevarenzone blijven. Het instellen van een begrenzing is noodzakelijk wanneer het contact te vrezen is. • Richt nooit een waterstraal naar de luchtlijn • Lange voorwerpen draag je niet rechtop langs een luchtlijn. • Voorkom elk contact tussen de lading en de luchtlijn bij laden of lossen (ga de vrije hoogte na). • Raak de draden nooit aan Lijnen voor elektrische tractie (trein): • Beschouw de bovenleiding steeds als “onder spanning”. Blijf er minstens 3 m af. Om dichter dan 3 m te komen, is toelating van de NMBS vereist. • Richt nooit een waterstraal naar de bovenleiding • Lange voorwerpen draag je niet rechtop langs een geëlektrificeerd spoor • Voorkom elk contact tussen de lading en de bovenleiding bij laden of lossen. • Raak de draden van de bovenleiding nooit aan • Indien bij bepaalde verrichtingen contact met de bovenleiding te vrezen is, dient een buitenspanningstelling gevraagd en bekomen te worden. • Indien de bovenleiding niet buiten spanning kan worden gesteld, moet de aannemer de kraanarm door middel van een mechanische begrenzing zodanig beperken dat geen enkel deel van de kraan of haar last op minder dan 1 meter van de onder spanning staande delen kan komen. Toelating van de NMBS is vereist. • Vooraleer met de werken te starten moet de aannemer de nodige informatie vragen betreffende de hoogte van de bovenleiding in de zone der werken • De elektrische stroom, die langs de bovenleiding van het tractie-onderstation naar de trein wordt gevoerd, keert via de spoorstaven terug naar het tractie-onderstation. De spoorstaven vormen dus de terugstroomleiding. Een onderbreking van de terugstroomleiding kan, in extreme gevallen, hoogspanning veroorzaken op de spoorstaven. Wat te doen als ondanks alles de aanraking toch gebeurt. • kalm blijven • de zitplaats niet verlaten • de personen rond de kraan bevelen deze niet aan te raken • iedereen rond de kraan verplichten zich te verwijderen • de kraan van de draden verwijderen
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 28/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
•
de nodige instanties verwittigen van het contact met de lijn
Zolang de bediener zijn zitplaats in het toestel niet verlaat, heeft hij niets te vrezen. Pas wanneer hij eruit stapt, zal hij bij het bereiken van de grond een elektrische ontlading tussen kraan en grond veroorzaken die zware brandwonden en zelfs dodelijke elektrocutie tot gevolg kan hebben. Zelfs indien hij uit de kraan springt zonder deze nog aan te raken, blijft er een gevaar omdat er aan de oppervlakte van het omgevend terrein grote spanningsverschillen kunnen bestaan.
CONTACT MET ASBEST DEFINITIE / TOEPASSINGSGEBIED Asbest of amiant is de verzamelnaam voor vezelachtige minerale silicaten met verschillende samenstelling die in 2 groepen kunnen onderverdeeld worden, nl. de serpentines en de amfibolen. Men maakt ook onderscheid tussen gebonden en minder- of ongebonden toepassingen. Asbest is in het verleden wegens zijn fysische en technische eigenschappen in de meest uiteenlopende toepassingen en op de meest ondenkbare plaatsen aangebracht. Asbest wordt teruggevonden in zowel het beroepsmidden als in privéwoningen. Mogelijke vindplaatsen: Hechtgebonden toepassingen: asbestcement (onder-)dakplaten, (gevel-) asbestcementleien, vensterbanken, asbestcementen kokers en regenwaterafvoeren, asbestcementen scheidingswanden bv elektrische cabines, vloerbekleding, asbestlijm (zwart), remvoeringen (bv liften), asbesthoudende mastiek (ramen), asbesthoudende panelen verlaagde plafonds, asbesthoudende dichtingringen (flenzen), asbesthoudende bitumen, ... Ongebonden toepassingen: buisisolatie (kalk), asbestkarton onder vloerbekleding, brandwerende picalplaten bv in liftdeuren, verlaagde plafonds en scheidingswanden, asbestkoorden (dichtingen installaties), spuitasbest (brandwerend, akoestisch, ...)
RISICO’S Bij werken aan asbesthoudende materialen ontstaat een verhoogde kans op vrijstelling van vezels en dient men de nodige procedures te respecteren.
INSTRUCTIES / PREVENTIEMAATREGELEN: Overdracht asbestinventaris De werkgever in wiens inrichting werkzaamheden worden uitgevoerd door werknemers van een onderneming van buitenaf die kunnen worden blootgesteld aan risico's te wijten aan asbest, overhandigt een kopie van de inventaris tegen ontvangstbewijs aan de werkgever van die werknemers. In ontwerpfase dient te worden nagegaan of de asbestinventaris al dan niet moet worden aangevuld met gegevens over de aanwezigheid van asbesthoudend materiaal in de gedeelten van gebouwen, machines en installaties die moeilijk bereikbaar zijn (= destructief onderzoek). De werkgever van een onderneming van buitenaf die bij een werkgever, een zelfstandige of een particulier onderhoudswerken of herstellingswerken, verwijderingwerken van materialen of sloopwerken komt uitvoeren treft, vooraleer de werken aan te vatten, alle nodige maatregelen om de materialen te identificeren waarvan vermoed wordt dat ze asbest bevatten. Wanneer hij deze werken voor een werkgever uitvoert, vraagt hij hem de asbestinventaris. Het is hem verboden de werkzaamheden aan te vatten zolang de inventaris hem niet ter beschikking is gesteld. Indien er ook maar de geringste twijfel bestaat over de aanwezigheid van asbest in een materiaal of constructie past hij de bepalingen van dit besluit toe. Risicobeoordeling Bij alle werkzaamheden waarbij het gevaar van blootstelling aan asbest kan bestaan, wordt het risico beoordeeld. Melding De werkgever die werkzaamheden uitvoert waarbij werknemers tijdens hun werk worden blootgesteld aan asbest doet voor de aanvang van deze werkzaamheden een melding aan de met toezicht belaste ambtenaar en aan zijn preventieadviseurarbeidsgeneesheer. Register De werkgever op de arbeidsplaats houdt een register bij van de werknemers die worden blootgesteld aan asbest. Informatie aan de werknemers
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 29/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
Voor elke werkzaamheid waarbij werknemers tijdens hun werk worden blootgesteld aan asbest krijgen deze werknemers en het comité de gepaste voorlichting. Het comité wordt regelmatig ingelicht. Opleiding De werkgever verschaft een passende opleiding aan alle werknemers die aan asbest worden blootgesteld. Metingen De metingen van asbestconcentraties dienen te worden uitgevoerd door erkende laboratoria. • bij herstel of onderhoud met concentratie > 0,1 vezels/ml • bij verwijdering of sloop (ook bij eenvoudige werken). Indien bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval van de meting > 0,01 vezels/ml: nemen van passende maatregelen, > 0,1 vezels/ml: werken onmiddellijk stopzetten. Om de doeltreffendheid van de genomen maatregelen na te gaan wordt het asbestgehalte in de lucht onmiddellijk opnieuw gemeten. Bij blootstelling aan asbest worden steeds de volgende maatregelen getroffen: • melding van de blootstelling aan de toezichthoudende ambtenaar en aan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer; • het opstellen van een register van blootgestelde werknemers; • het uitvoeren van een gezondheidstoezicht op de blootgestelde werknemers; • het verstrekken van informatie aan de werknemers vóór de aanvang van de werkzaamheden; • het verschaffen van een specifieke opleiding aan de blootgestelde werknemers; • het nemen van algemene technische preventiemaatregelen: o.a. het vrijkomen van asbestvezels verhinderen of alleszins beperken, het aantal blootgestelde werknemers beperken, e.d. Maatregelen bij sporadische werkjes met zeer beperkte blootstelling Voor bepaalde werkjes die een sporadisch karakter hebben en waarvoor uit de risicobeoordeling blijkt dat de blootstelling zeer beperkt zal zijn, gelden sommige van de bovengenoemde maatregelen (waaronder melding, opstellen van een register, gezondheidstoezicht) niet. Maatregelen bij herstel- en onderhoudswerken waar de grenswaarde (0,1 vezels/ml) kan overschreden worden Eén van deze bijkomende maatregelen is het opstellen van een werkplan. Dit werkplan ligt ter inzage op de plaats waar de werken worden uitgevoerd.
WERKEN MET GEVAARLIJKE PRODUCTEN / CHEMISCHE AGENTIA DEFINITIE / TOEPASSINGSGEBIED Werken met blootstelling aan chemische agentia. Elk als gevaarlijk ingedeeld product dat op de markt wordt gebracht, draagt een etiket waarop één of meerdere gevarensymbolen zijn aangebracht en waarop de aard van de gevaren zijn benoemd met H-zinnen. Voorbeelden van gevaarlijke producten in de bouwsector zijn: verven, oplosmiddelen, kitten, schuimen, oliën, houtbehandelingsproducten, uitvlakmiddelen, reinigingsproducten, gassen…
RISICO’S Risico’s in verband met het gebruik van gevaarlijke stoffen kunnen een rol spelen voor de werknemers die met de producten werken, maar ook andere personen in de nabije of ruime omgeving van de werkzaamheden. • Acute gezondheidsrisico’s: o Chemische brandwonden van de huid en de ogen o Huidirritaties o Intoxicatie o Bewusteloosheid o Benauwdheid of astma-aanvallen • Gezondheidsschade op lange termijn: o Ontwikkelen van eczeem o Verminderde vruchtbaarheid o kanker • Brand of explosie • Milieuschade
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 30/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
INSTRUCTIES / PREVENTIEMAATREGELEN: Bronaanpak: • Raadpleeg bij elke aankoop van (nieuwe) gevaarlijke producten de interne preventiedienst en de milieucoördinator • Ga na of het gebruik van het product echt nodig is of dat er veiligere alternatieven zijn. • Vermijd het gebruik van erg gevaarlijke producten (risico-analyse!) • Kies werkmethoden waarbij minder stoffen vrij komen (zoals schilderen met borstel in plaats van spuiten) Inventarisatie – Algemene maatregelen • Er moet een volledige inventaris van alle gevaarlijke producten op de werf ter beschikking zijn waaraan de werknemers tijdens hun werk kunnen worden blootgesteld. Deze lijst is actueel te houden en moet de gevaarsymbolen, H- en P-zinnen per product vermelden. • De hoeveelheden van de op de werf aanwezige producten zijn in de inventaris op te nemen • SDS van alle producten (Veiligheidsinformatiebladen) zijn toe te voegen aan de inventaris. • Zorg voor een passende risicobeoordeling, rekening houdend met de gevaarlijke eigenschappen van het product, het niveau, de aard en de duur van de blootstelling, de omstandigheden waarin het product wordt gebruikt en de toegelaten grenswaarden. • Alle producten moeten in passende verpakkingen zitten: stevig, stabiel en bestendig. • Alle recipiënten zonder of met onduidelijke etikettering zijn te verwijderen van de werf. • Verwijdering van gevaarlijke producten dient te gebeuren volgens de voorschriften van de SDS en de vigerende wetgeving. • Alle personen, belast met het gebruik en de verwijdering van gevaarlijke materialen staan onder medisch toezicht. • Voorzie een goed ingerichte wasplaats en aangepaste reinigingsproducten. Collectieve beschermingsmaatregelen: • Zorg dat alle voorzieningen getroffen worden, in overeenstemming met de info op de SDS en de vigerende wetgeving, om een veilige opslag mogelijk te maken. Voorzie de nodige pictogrammen. • Onderling reagerende producten zijn gescheiden op te slagen: basen niet bij zuren en oxiderende stoffen niet bij ontvlambare. • Opslag van gevaarlijke producten binnen gebouwen of afgesloten constructies dient te worden beperkt tot de dagelijks te verbruiken hoeveelheid en dient te gebeuren volgens de voorschriften van de SDS en de vigerende wetgeving. • Voorzie voldoende ventilatie of geschikte afzuigmiddelen bij gebruik van vluchtige producten. De zone waarin men deze producten gebruikt dient te worden afgebakend / afgesloten, rekening houdend met een veilige perimeter, om de blootstelling te vermijden. De nodige signalisatie is aan te brengen. Men dient hiermee rekening te houden bij de opmaak van de planning. Persoonlijke beschermingsmaatregelen: • In overeenstemming met de SDS is de nodige beschermingsuitrusting door de werkgever te verlenen aan alle werknemers die de gevaarlijke producten gebruiken. • Afhankelijk van de bepalingen in de SDS zal het bovendien verboden zijn andere werkzaamheden in de buurt uit te voeren zonder dat deze personen zijn uitgerust met de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen (te voorzien door de bouwdirectie uitvoering die het product gebruikt of laat gebruiken). •
Instructies: • Alle werknemers die gebruik maken van chemische producten, moeten de nodige opleiding en instructies hiertoe gekregen hebben. • • •
Alle personen, belast met de verwijdering van gevaarlijke materialen moeten steeds over de nodige basiskennis hebben inzake het herkennen van deze materialen en het nemen van de correcte preventiemaatregelen Voorzie de best passende veiligheidsinstructies voor de risico’s die aan het product zijn verbonden. De richtlijnen in de SDS zijn strikt na te leven. Niet eten, drinken of roken tijdens het werken met gevaarlijke producten
Noodvoorzieningen: • In overeenstemming met de SDS zijn de nodige voorzieningen te treffen in geval van accidentele inname of inademing • Proper spoelwater voor lichaam en ogen is te voorzien bij gebruik van bijtende of irriterende stoffen (nooddouche / oogspoelfontein) • De gepaste brandbestrijdingsmiddelen zijn te voorzien bij gebruik van ontvlambare producten • Gepast absorptiemateriaal is te voorzien
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 31/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
WERKEN MET RISICO OP VERDRINKING DEFINITIE / TOEPASSINGSGEBIED Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen in nabijheid van open water (rivieren, havendokken, bufferbekkens, kleine waterlopen, ...). Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen op zee (incl. kustwaters, toegangsgeulen havens,...) Werken in inspectieputten, collectoren, pompputten
RISICO’S Risico op verdrinking Risico op onderkoeling
INSTRUCTIES / PREVENTIEMAATREGELEN: Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen in nabijheid van open water (rivieren, havendokken, bufferbekkens, kleine waterlopen,...). Indien mogelijk de werkzones langs open water afschermen met collectieve beschermingsmiddelen: plaatsen van leuningen, hekwerk, ... Afzonderlijk tewerkgestelde werknemers Algemene draagplicht van automatische reddingsvesten minstens type 150N conform EN399 indien nodig uitgerust met een noodlicht. Aanwezigheid van een voldoende aantal reddingsboeien uitgerust met reddingslijn. Aanwezigheid van een reddingsboot Aangepaste EHBO voorzieningen (in het bijzonder m.b.t. tot verdrinking en onderkoeling) Aanwezigheid van passend opgeleide eerstehulpverleners Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen op zee (incl. kustwaters, toegangsgeulen havens,...) Indien mogelijk de werkzones langs open water afschermen met collectieve beschermingsmiddelen: plaatsen van leuningen, hekwerk, ... Afzonderlijk tewerkgestelde werknemers Algemene draagplicht van automatische reddingsvesten type 275N conform EN 399 (op zee), indien nodig uitgerust met een noodlicht. Aanwezigheid van een voldoende aantal reddingsboeien uitgerust met reddingslijn. Aanwezigheid van een reddingsboot. Aangepaste EHBO voorzieningen (in bijzonder m.b.t. tot verdrinking en onderkoeling) Aanwezigheid van passend opgeleide eerstehulpverleners. Aanwezigheid van aangepaste communicatiemiddelen Opstellen van noodprocedures. Meer info: zie o.a. Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum (MRCC-Oostende) en het Maritiem Informatie Kruispunt (MIK - Zeebrugge) / www.kustwacht.be Werken in inspectieputten, collectoren, pompputten: Deze werken kunnen worden beschouwd als werken in besloten ruimtes (zie preventiefiche "werken in besloten ruimtes") Bijkomende aandachtspunten: Waterstanden permanent op te volgen in het kader van het risico van het plots onderlopen van collectoren, inspectieputten, e.d. bij hevige regenval stroomafwaarts. Tevens dient te worden beoordeeld op welke manier rioleringen, collectoren e.d. dienen te worden afgesloten met schilden, opblaasbare afstoppers enz. Enkele richtlijnen: • Inschatting risico: i.f.v. druk (>/< 3 m); debiet; tijdsduur; toestand leiding; … • Principes: by-pass; afsluiten; alternatief ? • Soort: schild; cilinder/ballon; schildmuur; … • Drukbewaking: automatisch / manueel • Alarmering: vuldruk in de afsluiter / hydrostatische druk achter de afsluiter De afsluiter moet altijd gezekerd worden door middel van een stutsysteem indien er mensen achter werken en/of als de te verwachten tegendruk meer dan 0,3 bar kan zijn. (Zie ook info Aquafin).
Dossiernr.: 12 00 31 00 Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
Blz 32/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
Indien graafwerken uitgevoerd worden in nabijheid van waterlopen dient ervoor te worden gezorgd dat de stabiliteit tussen de oevers en de uitgraving wordt gegarandeerd. Rekening houden met het fenomeen van onderdoorspoeling t.g.v. het hydrostatisch drukverschil.
WERKEN OP EN LANGS DE OPENBARE WEG DEFINITIE / TOEPASSINGSGEBIED Werken op of langs de openbare weg: • Wegenwerken • Vernieuwen van de wegverharding • Herstellen van de wegverharding • Vervangen van de riolering • Herstellen, onderhouden of reinigen van de riolering • ...
RISICO’S Aanrijding van werknemers: • door voorbijrijdende voertuigen. • door op de werf inrijdende voertuigen Ongeluk van derden door op de werf in te rijden
INSTRUCTIES / PREVENTIEMAATREGELEN: Vergunningen en verantwoordelijkheden Om signalisatie aan te brengen op de openbare weg, is contact op te nemen met de bevoegde instantie (lokale politie) en dient een signalisatievergunning te worden aangevraagd. De bouwdirectie uitvoering dient de vergunning aan te vragen. Deze moet steeds samen met het signalisatie- en verkeersplan op de werf aanwezig zijn. Zonder een goedgekeurd signalisatieplan mogen geen werken uitgevoerd worden. KB 01/12/1975: Art. 78 Signaleren van werken en verkeersbelemmeringen. 78.1.1. Het signaleren van de op de openbare weg aangebrachte werken valt ten laste van diegene die de werken uitvoert. Wanneer Verkeersborden betreffende de voorrang, verbodsborden, gebodsborden, verkeersborden betreffende het stilstaan en parkeren of voorlopige markering die de rijstrokenaanduidend moeten worden aangewend, mag deze signalisatie slechts worden aangebracht op voorwaarde dat daartoe toelating is gegeven: - door de burgemeester of zijn gemachtigde zo het een openbare weg betreft. 78.1.2. De verkeerstekens moeten weggenomen worden door diegene die de werken uitvoert zodra die beëindigd zijn - MB 07/05/1999 Art. 1.2.1. De Toelating voor het signaleren van de werken en de verkeersbelemmeringen bepaalt in elk geval de verkeerstekens die zullen gebruikt worden. Kledij met signaalfunctie • Ze is gecertificeerd volgens de 89/686/CE op basis van de EN471. • De Kledij moet van klasse 3 zijn (EN471). De klasse kan gecontroleerd worden via de etiketten in de kleding (bovenste cijfer pictogram) en of via het certificaat van de leverancier. Deze klasse kan gerealiseerd worden door combinatie van één of meerdere kledingstukken: ofwel één kledingstuk van klasse 3, ofwel twee kledingstukken klasse 2 (bv vest en broek klasse twee)
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
33/33
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
V&G 08 - OVERZICHT BENODIGDE DOCUMENTEN VOOR PID Hieronder wordt een algemeen overzicht gegeven van de documenten nodig voor de samenstelling van het postinterventiedossier (PID). Deze documenten dient de aannemer, de architect of de opdrachtgever - indien van toepassing voor dit project - twintig (20) kalenderdagen voor de voorlopige opleveringsaanvraag aan de veiligheidscoördinator te overhandigen. Deze lijst is niet-limitatief en dient gezien te worden als een leidraad voor het bijhouden / afleveren van documenten zodat vanaf het begin van de uitvoering der werken deze documenten systematisch kunnen bijgehouden/afgeleverd worden.
WAT
WIE
A
Bouwdirecties belast met ontwerp en controles op uitvoering, Studiebureaus Werfverslagen Bestekken – lastenboeken - meetstaten Ontwerpplannen Vergunningen Sonderingsverslagen Bestaande keuringsattesten – meetresultaten, … Technisch verslag bodemonderzoek Informatie nutsmaatschappijen
B
Bouwdirecties belast met uitvoering / onderaannemers As-built plannen – foto’s uitvoering: Technische fiches gebruikte materialen Veiligheidsinformatiebladen (MSDS) Keurings-, meet-, indienststellingsverslagen / Leidings- en schakelschema’s Technische documentatie i.v.m. inrichting, gebruik, onderhoud en buitendienststelling van machines en installaties Attesten: transport – verwerking asbestafval
NOK
OK
V&G 09 - PROJECTGEBONDEN BIJLAGEN Hieronder wordt een algemeen overzicht gegeven van projectgebonden bijlagen dewelke integraal deel uitmaken van dit veiligheids- en gezondheidsplan.
Nr. 1 2 3
Bijlagen Invuldocument inschrijvers conform art. 30 (*) Noodplanning werf Nuttige adressen
Omschrijving Invulfiche administratieve gegevens, afzonderlijke prijsberekening en beschrijving van de werkwijze (conform art. 30) Noodnummers en noodprocedure te afficheren op de werf Lijst met contactgegevens die nuttig kunnen zijn tijdens ontwerp en / of verwezenlijking van het project.
(*) BIJ OFFERTE: door de inschrijver in te vullen en terug te bezorgen
Hieronder wordt een algemeen overzicht gegeven van de bijkomende documenten die eveneens van toepassing zijn voor dit specifiek project en waarmee de aannemer dient mee rekening te houden maar geen deel uitmaken van dit veiligheids- en gezondheidsplan.
Nr.
Bijlagen
1 2
S-TVGP Algemeen reglement
3
Aquafin’s safety regulations
Omschrijving Standaard type veiligeheids- en gezondheidsplan van Aquafin Algemeen reglement voor opdracht in naam van en voor rekening van Aquafin. Veiligheidsvoorschriften van Aquafin.
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
1/3
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
BIJLAGE 1: INVULDOCUMENT ADMINISTRATIEVE GEGEVENS, AFZONDERLIJKE PRIJSOPGAVE EN WERKWIJZE Algemene bedrijfsgegevens & intentieverklaring inschrijver: Naam: Adres: Tel:
Fax:
E-mail:
Erkenning: Certificatie:
NACE Indien van toepassing (schrappen wat niet pas): VCA*/ VCA** / BeSaCC / ISO / andere:
Ondernemingshoofd: Preventieadviseur:
Opleidingsniveau: I , II of III
Externe preventiedienst:
Ondergetekende verklaart het veiligheids- en gezondheidsplan, opgemaakt door de veiligheidscoördinator, ontvangen te hebben en de verantwoordelijkheid te zullen nemen al zijn werknemers, onderaannemers en leveranciers die voor zijn rekening werken, te informeren over de inhoud. Eveneens bevestigt ondergetekende de voorschriften van het veiligheids- en gezondheidsplan duidelijk begrepen te hebben en te zullen naleven. Gelezen en goedgekeurd, Ondernemingshoofd Naam: Handtekening:
Preventieadviseur Naam: Handtekening:
Afzonderlijke prijsopgave en werkwijze: Overeenkomstig artikel 30 van het KB van 25 januari 2001 TMBP (BS 07/02/2001) en de daarop volgende wijzigingen, zijn de inschrijvers gehouden: 1 2
een afzonderlijke prijsberekening voor de preventiemaatregelen en – middelen zoals beschreven het veiligheids- en gezondheidsplan, met bijzondere aandacht voor opmerkingen vermeld in de specifieke risicoanalyse DEEL A. bij hun offerte een document te voegen dat verwijst naar het veiligheids- en gezondheidsplan en waarin zij beschrijven op welke wijze zij het bouwwerk zullen uitvoeren om rekening te houden met dit veiligheids- en gezondheidsplan.
Om aan bovenstaande bepalingen te kunnen voldoen werd een specifiek invuldocument “Afzonderlijke prijsopgave en werkwijze” opgesteld. (Zie verder). De Inschrijver vult enkel het gedeelte m.b.t. zijn perceel van het invuldocument in. Elke pagina van dit invuldocument dient te worden gehandtekend door een gemachtigd persoon. Indien de inschrijver bij zijn offerte andere documenten toevoegt dan het voorziene formulier, moet op ieder van deze documenten volgende verklaring worden opgenomen: “Ik, ondergetekende, ............., verklaar te hebben nagezien dat de hierna vermelde gegevens in volstrekte overeenstemming zijn met de vermeldingen op de door de opdrachtgever verstrekte offerte en neem daartoe de volledige verantwoordelijkheid op mij.” De kostprijs van de preventiemaatregelen en -middelen die de inschrijver voorziet te nemen, moet inbegrepen zijn in de posten van de opmetingsstaat waarop zij betrekking hebben en zijn derhalve geen supplementaire post. Niettemin, en dit overeenkomstig artikel 30 § 2.2° van het KB van 25 januari 2001, zijn de inschrijvers gehouden bij hun offerte een afzonderlijke prijsberekening te voegen in verband met de door het veiligheids- en gezondheidsplan bepaalde preventiemaatregelen en middelen, inbegrepen de buitengewone individuele beschermingsmaatregelen en –middelen. Hiervoor dient de inschrijver de hierna volgende meetstaat in te vullen.
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
2/3
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
1. Afzonderlijke prijsopgave: Onderwerp
Prijs(EUR)
Lot / art. bestek
VOORZIENINGEN INZAKE HULPVERLENING & BRANDPREVENTIE Plaatsen en onderhouden van EHBO-voorzieningen waarvan alle neven-, en onderaannemers gebruik kunnen maken tot het einde der werken. Aanwezigheid van hulpverlener. Detectiemiddelen (EX/OX) voor werkzaamheden in besloten ruimten. Vaccinatie van werknemers. ….
SANITAIRE VOORZIENINGEN EN VERPOZINGSRUIMTEN Plaatsing van een sanitaire module (mét stromend water, zeep) waarvan de eigen werknemers en die van onderaannemers gebruik kunnen maken. Plaatsing van een verpozings/ schaftruimte waarvan de eigen werknemers en die van onderaannemers gebruik kunnen maken. …..
WERFORGANISATIE – SIGNALISATIE Plaatsen van afsluitingen rondom de werfzone (te behouden tot einde der werken). Plaatsen van afbakening / signalisatie t.h.v. doorgangen van en naar in dienst zijnde installaties (te behouden tot einde der werken) Verkeersvoorzieningen / signalisatie bij inname openbare weg Installatie van eenrichtingsverkeer / opstellen van een verkeersplan + aanstellen van een verantwoordelijke Opmaak van een gezamenlijk werfinrichtingsplan en overleg Algemene opkuis van de werf (incl. Verantwoordelijkheid over onderaannemers) Verlichting Nutsvoorzieningen: elektrische installatie, water, … Afvoer afval ……
INZETTEN VAN GEZAMENLIJKE & BIJZONDERE WERKMIDDELEN Inzet van gezamenlijk te gebruiken hef- en hijsmiddelen / bouwliften / personenliften Pompinstallatie / bemaling ……
COLLECTIEVE & PERSOONLIJKE BEVEILIGINGSMAATREGELEN EN –MIDDELEN Leuningen, … Te plaatsen, te onderhouden, te controleren door Bouwdirectie uitvoering Te behouden tot uitvoering definitieve maatregelen Verlichting Kost voor helm, schoenen, signalisatievest en het herkenbaar maken van hulpverleners en riggers …….
ADMINISTRATIEVE KOSTEN M.B.T. VEILIGHEID Opmaak: Organisatieplan / Werkplan / Noodplan / Risicoanalyse / … (Incl. Up to date houden) Kosten m.b.t. de gevraagde documenten voor het Postinterventiedossier …….
BLANCO POSTEN*
TOTAAL
BESCHRIJVING – MOTIVERING BLANCO POSTEN *
* Blanco post te gebruiken indien de inschrijver eigen extra, niet door het V&G plan voorziene, preventiemaatregelen toepast.
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
3/3
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
2. Werkwijze kritieke fasen: De inschrijver dient de rechterkolom te vervolledigen volgens de door hem voorziene werkwijze en maatregelen
BESCHRIJVING VAN DE GEKOZEN WERKWIJZE / ARBEIDSMIDDELEN
BIJZONDERE RISICO’S
VOORGESTELDE PREVENTIEMAATREGELEN
Welke beschoeiing wordt voorzien op de plaatsen waar volgens het bestek geen groudwanden moeten toegepast worden. Contact met elektrische luchtlijnen
Valgevaar in de beschoeide sleuf en putten (zowel werknemers als onbevoegden)
Nabijheid van waterloop: instroom water in sleuf / putten
Stabiliteit van oudere woningen
Risico’s eigen aan de gekozen werkwijze / arbeidsmiddelen:
PRIJS VOOR PREVENTIEMAATREGELEN
€
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
1/3
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
Bijlage 2: Noodplanning ADRES VAN DE WERF:
Aquafin 21.373 – VBR Ezemaal Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen NOODNUMMERS:
ZIEKENWAGEN BRANDWEER POLITIE (dringende interventies) ANTIGIFCENTRUM BRANDWONDENCENRUM: (Gasthuisberg)
SECUNDAIR ZIEKENVERVOER (Rode kruis) DICHTST BIJGELEGEN ZIEKENHUIS: Naam: RZ Heilig Hart Tienen Adres: Kliniekstraat 45 3300 Tienen
100 112 (met GSM) 101 112 (met GSM) 070-245.245 016-34.87.00 105 016-80.90.11
EHBO HULPVERLENER OP DE WERF Naam: ...
...
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
2/3
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
ALGEMENE RICHTLIJNEN BIJ BRAND
1
MELDEN
Bel de brandweer: 100 – 112 (gsm) Verwittig de verantwoordelijke die op dat moment aanwezig is op de werf en stuur iemand naar de ingang van de werf om de hulpdiensten op te vangen Blijf kalm en zeg bondig: - WAAR (het brandt) - WAT (er brandt) - OMVANG (van de brand)
2
BLUSSEN
Tracht de vuurhaard (een beginnende brand) te doven Doe één poging, maar neem geen risico’s Indien het niet lukt: - uitbreiding tegengaan, deuren en ramen sluiten - evacueren
3
EVACUEREN
Verwittig alle aanwezigen op de werf ALSOOK alle aanwezigen in aangrenzende ruimtes. Volg de instructies op van de werfverantwoordelijke. Leg machines stil en sluit, als mogelijk, alle deuren en ramen. Neem niets mee. Roep niet, loop niet en duw niet. Begeef u naar de dichts bijzijnde werfuitgang. Ga niet door rook. Begeef u naar het afgesproken verzamelpunt:
Voor de bank’tainer Meld ontbrekende medewerkers aan de hulpdiensten. Ga nooit zelf terug naar binnen.
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
3/3
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
ALGEMENE RICHTLIJNEN BIJ ONGEVAL BIJ EEN ERNSTIG ONGEVAL Schakel het gevaar uit Haal zo snel mogelijk een EHBO-er en bel onmiddellijk een ambulance (tel.: 100 / gsm: 112). Verwittig de werfverantwoordelijke en stuur iemand naar de ingang van de werf om de hulpdiensten op te vangen. Verplaats het slachtoffer niet en laat hem niet alleen, hou omstaanders op een afstand. Bedek het slachtoffer met een deken, jas,... Laat hem niet drinken. Probeer zijn aandacht te krijgen door met het slachtoffer te praten en naar hem te luisteren. De werfverantwoordelijke volgt de arbeidsongevallenprocedure wat betreft de informatieoverdracht en de aangifte van het arbeidsongeval. BIJ EEN KLEIN ONGEVAL OF VERZORGING Laat u onmiddellijk verzorgen, wacht niet tot het erger wordt. De EHBO-post bevindt zich in de werfkeet. De EHBO-verantwoordelijke vult na iedere verzorging het EHBO-dagboek aan. De werfverantwoordelijke stelt een ongevalsverslag op (bij min. 1 dag werkverlet) en neemt maatregelen om hetzelfde ongeval te vermijden. De EHBO-verantwoordelijke checkt maandelijks de inhoud en toestand van de EHBO-post, en staat in voor de nodige vervangingen en bestellingen van materiaal.
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
1/2
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
VEILIGHEIDSCOORDINATIE - VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN BIJLAGE 3: NUTTIGE ADRESSEN TOEZICHTHOUDENDE INSTANTIES Betrokken Adres Contactpersoon Telefoon partij Functie Fax FOD WASO: DIRECTIES TOEZICHT OP HET WELZIJN OP HET WERK Hoofdbestuur Directie Limburg Vlaams-Brabant
Ernest Blerotstraat 1 1070 Brussel Koning Albertstraat 16B 3290 Diest
02-233.41.11 02-233.44.88 013/35.90.50 013/35 90 89
GSM E-mail
[email protected] [email protected] elgie.be
MILIEU-INSPECTIE: BRUSSELS INSTITUUT VOOR MILIEUBEHEER (BIM) Milieupolitie en bodem
Gulledelle 100 1200 Brussel
02-775.75.75 02-775.76.21
[email protected]
02-553.81.83 02-553.80.85
[email protected]
MILIEU-INSPECTIE: AMINAL Hoofdbestuur Milieu-inspectie Vlaams-Brabant
Koning Albert II-laan 20 Bus 8 1000 Brussel Diestsepoort 6 bus 71 3000 Leuven
016-66.60.70 016-66.60.75
[email protected]
CONTROLE AFVALSTOFFEN / BODEM: OVAM OVAM
Stationsstraat 110 2800 Mechelen
015-28.42.84 015-20.32.75
[email protected]
NATIONAAL ACTIECOMITE VOOR VEILIGHEID EN HYGIËNE IN HET BOUWBEDRIJF NAVB
Koningsstraat 132/4 1000 Brussel
02-552.05.00 02-552.05.05
[email protected]
Telefoon Fax
GSM E-mail
LOKALE OVERHEID Betrokken partij GEMEENTE ...
Adres
Contactpersoon Functie
POLITIE ..., DIENST VERKEERSBELEMMERINGEN
….
Dossiernr.: 12 00 31 00
Blz
Project : 21.131 A – VBR Ezemaal - Landen
2/2
Adres bouwplaats: Getestraat, Konijnenbergstraat, Brouwerijstraat en Schabergstraat te 3400 Landen Versie 2 - datum 10/03/2016
DISTRIBUTIEMAATSCHAPPIJEN: Betrokken Adres Contactpersoon Telefoon GSM partij Functie Fax E-mail ALGEMENE INFORMATIE NUTSVOORZIENINGEN: TECHNISCHE DIENST GEMEENTE ...
WATERDISTRIBUTIE
GAS / ELEKTRICITEIT
TELECOM
ANDERE NUTTIGE ADRESSEN: Betrokken partij
Adres
Contactpersoon Functie
Telefoon Fax
GSM E-mail