VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN

VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN PROJECT: BODEMSANERING VOORMALIGE HAARSNIJDERIJEN LOKEREN

In het kader van het K.B. betreffende de Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen van 25 januari 2001 en 19 januari 2005

BOUWPLAATS Adres:

Heirbrugstraat Lokeren

Opdrachtgever:

OVAM Stationstraat 110 2800 Mechelen

Coördinator-ontwerp:

Bruno Gebruers

Coördinator-verwezenlijking:

V&G-plan Lokeren Hg Vs 1.docx

INHOUDSTAFEL VAN HET V&G-PLAN ONTWERP

! HOOFDSTUK I. ! BESCHRIJVING VAN HET PROJECT ......................................................... 3! HOOFDSTUK II. AANDACHTSPUNTEN EN SPECIFIEKE RISICO’s ........................................... 3! II.1 ! RISICO’S GEBONDEN AAN DE LOCATIE .......................................................................... 3 ! II.2 ! RISICO’S GEBONDEN AAN HET PROJECT ........................................................................ 3 ! II.3 ! RISICO’S GEBONDEN AAN DE UITVOERINGSMETHODE ...................................................... 4 ! HOOFDSTUK III.! BETROKKEN PARTIJEN ....................................................................... 5! HOOFDSTUK IV.! VERPLICHTINGEN VAN DE AANNEMER .................................................. 6! SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN VAN OVAM - ACHILLES .............................................................. 6 ! ALGEMENE VOORSCHRIFTEN ................................................................................................ 6 ! HOOFDSTUK V.! COÖRDINATIE VAN HET PROJECT IN UITVOERINGSFASE ........................... 6! HOOFDSTUK VI.! PROCEDURES EN AFSPRAKEN VOOR DE WERF ....................................... 7! VI.1 ! communicatie en informatieoverdracht op de werf ........................................................ 7 ! VI.1.1! Taal en opleiding op de werf ............................................................................................................................. 7! VI.1.2! Informatieoverdracht ......................................................................................................................................... 7! VI.1.3! Aanwezigheid van documenten op de werf ....................................................................................................... 8! HOOFDSTUK VII.! WERFINRICHTING .............................................................................. 8! VII.1 ! Werfinrichtingsplan .................................................................................................. 8 ! VII.2 ! WERFTOEGANG ........................................................................................................ 8 ! VII.3 ! Verkeer op en rond de werf ...................................................................................... 8 ! VII.4 ! Parking .................................................................................................................. 8 ! VII.5 ! Werflokalen ............................................................................................................ 8 ! VII.6 ! EHBO ..................................................................................................................... 8 ! HOOFDSTUK VIII. ! NOODPROCEDURES OP EN ROND DE WERF ........................................ 8! VIII.1 ! KLEINE ONGEVALLEN OF VERZORGINGEN ................................................................... 8 ! VIII.2 ! ERNSTIGE ONGEVALLEN ........................................................................................... 9 ! BIJLAGEN -

Document art. 30 Infofiche aannemer Bouwplaatsreglement Specifieke Risicoanalyse

GBML Consulting – Ex Haarsnijderijen Heirbrustraat Lokeren

2/19


Dit document vormt het Veiligheids- en Gezondheidsplan van de ontwerpfase, zoals bedoeld in het K.B. betreffende de Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen van 25 januari 2001 en 19 januari 2005.

HOOFDSTUK I.

BESCHRIJVING VAN HET PROJECT

Bouwplaats: Dit bodemsaneringsproject is gelegen in een woonwijk waar vroeger haarsnijderijen gevestigd waren. Opdrachtgever voor dit project is Ovam . Projectinhoud: Ambtshalve bodemsanering ter hoogte de tuinen van een woonwijk in de Heirbrugstraat. De vervuiling bestaat uit metallisch kwik en kwikchloride. De vervuiling zal afgegraven worden tot max 0,7 m-mv in de niet bebouwde zone (Tuinen en opritten). De studie werd uitgevoerd door MAVA (dossiernummer 13/455). Dossiernummer Ovam: 4762 Periode: 2015 Aard werken / kritieke bouwfasen: ! !

Opzoeken van de huisaansluitingen en de funderingen van de woningen. Ontgraven van bevuilde grond (totaal geschat 4080 ton)

Zie ook plannen en lastenboek MAVA 14/895

HOOFDSTUK II. AANDACHTSPUNTEN EN SPECIFIEKE RISICO’S II.1 a. b. c. d. e.

II.2 a. b.

RISICO’S GEBONDEN AAN DE LOCATIE De te saneren zone ligt in een woonzone in de voor- en achtertuinen van verschillende percelen in de Heirbrugstraat. De toegangen tot de achtertuinen hebben een beperkte doorgang. Bij het uitrijden zal de aannemer de nodige maatregelen moeten treffen om de veiligheid van omstaanders en weggebruikers te waarborgen (! Spelende kinderen). De aannemer legt aan zijn vrachtwagenbestuurders (en die van de onderaannemers) een maximum snelheid van 30km/u op in de woonzone. Nutsleidingen: In de voortuinen liggen meerdere huisaansluitingen van water, elektriciteit. Gas telefoon en riolering. De exacte liggingen moeten vooraf opgezocht worden. De leidingen moeten behouden blijven Stabiliteit: Er dient ontgraven te worden tot 0,75m-mv. De woningen, garages en tuinhuisjes blijven behouden. De funderingen worden opgezocht en blootgelegd en samen met een stabiliteitsingenieur onderzocht. Er zal dan beslist worden welke maatregelen er in deze zone getroffen zullen moeten worden.

RISICO’S GEBONDEN AAN HET PROJECT

De risico’s zijn opgesomd in de bijlage van het bodemsaneringsdossier. De verontreinigde grond bevat metallisch Kwik (Hg) en kwikchloride Hg Cl2. We gaan ervan uit dat alle grondverzetmachines op de werf voorzien zijn van een cabine in overdruk. Metallisch kwik heeft een hoge dampspanning bij kamertemperatuur zodat in een gesloten ruimte de grenswaarde overschreden wordt bij aanwezigheid van enkele resten metallisch kwik. De Safety data sheets worden bij gevoegd (zie bijlagen)

c.

Huidcontact met de bevuilde grond moet steeds vermeden worden. De hoofdaannemer grondwerken ziet erop toe dat elke eigen werknemer of onderaannemer en de aannemer transport te allen tijde de beschikking heeft over voldoende propere PBM’s en hier ook effectief gebruik van maakt. Buiten de normale PBM’s op werven (helm, veiligheidsschoenen) moeten ook handschoenen,


3/19


d. e.

II.3

adembescherming (afdoende beschermend tegen de aanwezige chemicaliën) en beschermpakken gedragen worden. Eten, drinken en roken zijn op de werf verboden. De aannemer dient zowel zijn werknemers als deze van de onderaannemers op de hoogte te brengen van de risico’s en van de te nemen beschermingsmaatregelen. De aannemer toont aan dat deze informatie gegeven werd (verslag toolbox met de vermelding van de namen van de deelnemers) en ziet erop toe dat ze steeds toegepast worden. Dit geldt eveneens voor de aannemer transport. De aannemer neemt de nodige maatregelen om stofverspreiding tegen te gaan. De afvoer van de verontreinigde grond dient te gebeuren in gesloten (afgedekt met een zeil) en vloeistofdichte vrachtwagens.

RISICO’S GEBONDEN AAN DE UITVOERINGSMETHODE

Risicoanalyse aannemer(s)


4/19


HOOFDSTUK III.

BETROKKEN PARTIJEN

Opdrachtgever OVAM

Kathleen De Muer

Stationstraat 110

2800 Mechelen

Tel: 015 28 42 84 Fax: 015 20 32 75 GSM:

[email protected]

A. Dewitstraat 69 3078 MEERBEEK

Tel: 02 759 91 75 GSM: 0475 23 07 19

[email protected]

Veiligheidscoördinatie – ontwerp GBML Consulting

Bruno Gebruers

Veiligheidscoördinatie – verwezenlijking GBML Consulting

Bruno Gebruers

A. Dewitstraat 69 3078 MEERBEEK

Tel: 02 759 91 75 GSM: 0475 23 07 19

[email protected]

Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en Hygiëne in het Bouwbedrijf

Sint-Jansstraat 4 1000 Brussel

Tel: 02 552 05 00 Fax: 02 552 05 05 GSM:

[email protected]

NAVB

Toezicht op het welzijn op het werk Directie Oost Vlaanderen

Ketelvest 26/202

9000 Gent

Tel: 09 265 78 60 Fax: 09 265 78 61

[email protected]

Studiebureau MAVA Wim Vansina

Gorislaan 49 1820 Steenokkerzeel

tel 02 759.59.30 ˆ fax 02 759.55.40 GSM

[email protected]

Dichtsbijzijnde ziekenhuis met spoedafdeling AZ Lokeren

Lepelstraat 2 9160 Lokeren

Tel: 09 340 81 11 Fax:

Onderaannemer Tel: Fax: GSM:




5/19


HOOFDSTUK IV.

VERPLICHTINGEN VAN DE AANNEMER

SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN VAN OVAM - ACHILLES !

De aannemer dient de bepalingen omtrent veiligheid, gezondheid en milieu vermeld in het Achillessysteem op te volgen

ALGEMENE VOORSCHRIFTEN ! ! !

! ! ! ! !

! !

De aannemer staat in voor de veiligheid van zijn werknemers en derden. De aannemer houdt rekening met de bepalingen van het recentste Achillesprotocol opgesteld door OVAM. Door het indienen van zijn offerte verbindt de aannemer er zich toe om alle toepasselijke wettelijke bepalingen inzake veiligheid en gezondheid, welzijn en milieu na te leven en te doen naleven door zijn werknemers, onderaannemers, leveranciers en bezoekers. Het betreft hier onder meer de bepalingen van de Welzijnswet en zijn uitvoeringsbesluiten (Codex), het ARAB, het AREI, de sociale wetgeving, het VLAREM, VLAREA en VLAREBO, ... Door het indienen van zijn offerte verbindt de aannemer er zich toe de bepalingen van het V&G-plan en de bijlagen (o.a. het Bouwplaatsreglement) na te leven tijdens de volledige verwezenlijkingsduur van het project. De aannemer moet bij het indienen van zijn offerte voldoende rekening houden met de vooraf ter beschikking gestelde, ingewonnen of verkregen informatie betreffende de veiligheid en gezondheid. Bij zijn offerte voegt de aannemer een intentieverklaring en document artikel 30 (bijlage 1) waarin hij naar het V&G-plan verwijst en beschrijft op welke wijze hij zal handelen om aan de bepalingen van het V&G-plan te voldoen. Indien het werk van de aannemer zelf specifieke gevaren inhoudt, moet de aannemer deze gevaren en de gepaste bijhorende preventiemaatregelen, aan de opdrachtgever meedelen via zijn offerte. De aannemer draagt de verantwoordelijkheid voor: o Het veilig uitvoeren van het aan hem opgedragen werk. o Het identificeren en evalueren van de risico’s verbonden aan het werk en het vastleggen en toepassen van gepaste preventiemaatregelen. o Het instrueren van zijn werknemers en onderaannemers i.v.m. de veiligheid en gezondheid op de werf. o Het toezicht op de veiligheid en gezondheid op de werf. o Het opstellen van een procedure bij ongeval en brand. De aannemer dient de bepalingen van het K.B. op de Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen strikt na te leven. In het bijzonder de bepalingen van: Afdeling VI Bepalingen van toepassing op alle bouwplaatsen, Onderafdeling IV Specifieke verplichtingen van de aannemers (art. 50 – 53) en Onderafdeling V Specifieke verplichtingen van de tussenkomende partijen (art. 54 – 55). Elke aannemer doet een melding van de bouwplaats aan het NAVB en in desgevallend geval ook een voorafgaande kennisgeving aan de Technische Inspectie.

HOOFDSTUK V. ! ! !

! ! !

COÖRDINATIE VAN HET PROJECT IN UITVOERINGSFASE

De aannemer zal een positieve bijdrage leveren aan de coördinatie van de veiligheid en gezondheid op de bouwplaats. Hij zal de veiligheidscoördinator en de andere betrokken partijen bijstaan in hun streven naar een veilige en gezonde werkomgeving voor alle partijen op de werf. De aannemer zal de bepalingen van het bouwplaatsreglement en van het V&G-plan strikt naleven en zal de naleving ervan opleggen aan zijn werknemers en onderaannemers. (zie bijlage) Elke aannemer dient de ‘Invulfiche administratieve gegevens onderneming/zelfstandige” in te vullen en ondertekend terug te bezorgen aan de veiligheidscoördinator vooraleer de activiteiten te mogen aanvatten op de bouwplaatsen. De aannemer zal dezelfde informatie opvragen bij zijn onderaannemers en ze bezorgen aan de veiligheidscoördinator. (zie bijlage) Elke aannemer geeft de gegevens van het materieel en de materialen die hij zal gebruiken op de werf door aan de veiligheidscoördinator door middel van het ingevulde document “Gebruikte middelen”. (zie bijlage) De aannemer maakt een specifiek V&G-plan aannemer van zijn uit te voeren activiteiten op de bouwplaats, hun risico’s en de bijhorende gepaste preventiemaatregelen. De aannemer maakt een specifiek V&G-plan aannemer van zijn uit te voeren activiteiten op de bouwplaats, hun risico’s en de bijhorende gepaste preventiemaatregelen.


6/19


!

! ! ! ! !

De activiteiten en nuttige inlichtingen inzake veiligheid en gezondheid van eventuele onderaannemers kunnen opgenomen zijn in het V&G-plan van de aannemer. Indien dit niet het geval is, dient de onderaannemer zelf een specifiek V&G-plan voor zijn activiteiten op te stellen en voor te dragen aan de veiligheidscoördinator. Dezelfde voorschriften als voor de aannemers zijn voor de onderaannemers van toepassing. Voor de aanvang van de werken zal de coördinator-verwezenlijking tijdens een veiligheidsintroductievergadering het V&G-plan van de aannemer bespreken. Pas na goedkeuring ervan door de veiligheidscoördinator mogen de activiteiten aangevat worden. De aannemer bezorgt de veiligheidscoördinator alle informatie en (kopieën van) documenten die nuttig zijn voor het uitvoeren van zijn taken. Alle relevante informatie wordt dan door de coördinator-verwezenlijking verwerkt in het V&G-plan uitvoering. De aannemer maakt voor zijn aandeel in het project de nodige as-built informatie over aan de opdrachtgever en aan de veiligheidscoördinator. De coördinator-verwezenlijking verwerkt deze informatie in het Postinterventiedossier. Het V&G-plan aannemer (of onderaannemer) bevat tenminste de volgende elementen: o Informatie over de onderneming (zie “Invulfiche”, met ondertekende Intentieverklaring in bijlage). o Kopie van het meldingsformulier en/of voorafgaande kennisgeving. o Overzicht van de uit te voeren werkzaamheden. o Overzicht van te gebruiken materieel en machines met inbegrip van de keuringsverslagen en nazichtsverslagen.. o Overzicht van alle te gebruiken producten met inbegrip van de Productveiligheidsfiches of MSDS. Risico’s verbonden aan de uit te voeren werkzaamheden en de getroffen preventiemaatregelen. o De planning van de werkzaamheden.

Voor onvoorziene of nog niet beschreven activiteiten kan de aannemer later steeds aanvullingen op het V&G-plan voorleggen aan de coördinator-verwezenlijking. Ook wanneer onvoorziene risico’s op de werf opduiken, van welke aard ook, zal de aannemer een aanvulling op zijn V&G-plan opmaken en voorleggen aan de coördinator-verwezenlijking. De coördinator-verwezenlijking beoordeelt de V&G-plannen van de aannemers. Pas na goedkeuring ervan kan de aannemer zijn activiteiten aanvatten.

HOOFDSTUK VI.

PROCEDURES EN AFSPRAKEN VOOR DE WERF

VI.1

COMMUNICATIE EN INFORMATIEOVERDRACHT OP DE WERF

VI.1.1

Taal en opleiding op de werf

De taal van het V&G dossier en van de werf is Nederlands (conform de Belgische wetgeving). Indien aannemers werknemers of onderaannemers op de werf activiteiten laten uitvoeren die het Nederlands onvoldoende of niet machtig zijn, dan dienen zij zelf in te staan voor de vertaling van de documenten en de instructies aan deze personen. Ten alle tijde dient er een werfverantwoordelijke aanwezig te zijn die de Nederlandse taal voldoende beheerst. VI.1.2

Informatieoverdracht

Bij de eerste vergadering met de opdrachtgever en de bouwdirecties, worden de nodige afspraken gemaakt over de overdracht van documenten en informatie op de werf. Op basis van de gegevens van alle betrokken partijen wordt de “Overzichtslijst partijen” verder aangevuld. De verslagen van de bezoeken van de veiligheidscoördinator kunnen per e-mail, per fax of per gewone post verstuurd worden volgens de wens van de geadresseerde. Dit wordt tijdens de eerste bijeenkomst bepaald. De veiligheidscoördinator voert op regelmatige basis werfbezoeken uit, waarbij hij de uitvoering van de preventiemaatregelen nagaat. Ingeval van ernstige inbreuken wordt de opdrachtgever onmiddellijk verwittigd op de afgesproken manier (telefonisch/e-mail/fax). De opmerkingen van de veiligheidscoördinator worden op de werfvergadering besproken.


7/19


VI.1.3

Aanwezigheid van documenten op de werf

Het Coördinatiedagboek wordt op de werf bewaard . Dit Coördinatiedagboek is geactualiseerd tot en met het vorige bezoek van de veiligheidscoördinator. De verslagen van de veiligheidscoördinator worden bezorgd aan alle betrokken partijen. Op de werf voorziet de aannemer ook een kopie van alle keuringsverslagen en nazichtverslagen in een hiertoe voorziene map in een lokaal dat toegankelijk is voor de veiligheidscoördinator.

HOOFDSTUK VII. VII.1

WERFINRICHTING

WERFINRICHTINGSPLAN

De aannemer maakt een werfinrichtingsplan op dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de veiligheidscoördinator en de opdrachtgever.

VII.2

WERFTOEGANG

VII.3

VERKEER OP EN ROND DE WERF

De aannemer zorgt voor een veilige toegang tot de verschillende werfzones en maakt deze kenbaar aan alle onderaannemers. De aannemer maakt een signalisatieplan op om het verkeer veilig rond de woonzone te leiden.

VII.4

PARKING

VII.5

WERFLOKALEN

NVT

De werflokalen voor het personeel worden ingericht volgens de wettelijke bepalingen.

VII.6

EHBO

Eén van de werflokalen doet tevens dienst als EHBO-lokaal. Hiervoor dient er een geschikt pictogram op de deur te worden aangebracht. In dit lokaal is stromend water en verwarming voorzien. Het lokaal wordt dagelijks onderhouden en gereinigd. Een schepbrancard, dekens en de nodige EHBO-hulpmiddelen (afhankelijk van het aantal aanwezigen op de bouwplaats en van eventuele bijzondere activiteiten en risico’s) staan ter beschikking.

HOOFDSTUK VIII.

NOODPROCEDURES OP EN ROND DE WERF

Het alarmplan wordt bij de startvergadering overhandigd door de opdrachtgever en besproken. Deze instructiekaarten worden opgehangen in de personeelsruimtes op de werf. Bovendien worden ze medegedeeld aan het personeel bij het begin van de werkzaamheden en tijdens de toolboxmeetings.

VIII.1

KLEINE ONGEVALLEN OF VERZORGINGEN

In het geval er zich een klein ongeval met verzorging voordoet op de werf, rekening houdend met de mogelijke besmetting met bevuilde grond. Dient de aannemer te beschikken over alle noodzakelijke hulpmiddelen voor de verzorging. Elk ongeval of incident dient gemeld te worden aan de opdrachtgever en aan de Interne Preventiedienst.


8/19


VIII.2

ERNSTIGE ONGEVALLEN

Dringende medische tussenkomsten moeten gemeld worden aan de opdrachtgever.

Interventiedienst:

112.

Indien de Interventiedienst wordt opgeroepen is het van belang duidelijk volgend informatie te verschaffen: Naam en firmanaam Plaats van het gebeuren Aard en omvang van het incident Plaats waar men de interventiedienst zal opwachten. De EHBO-hulpverlener kan in afwachting van de aankomst van de hulpdiensten bijstand verlenen aan het slachtoffer.

BIJLAGEN 1. 2. 3. 4. 5.

Document art. 30 Infofiche aannemer Bouwplaatsreglement Specifieke risico’s Safety Data Sheets


9/19


DOCUMENTEN ART. 30 – K.B. TMBP

BOUWPLAATS Adres:

Heirbrugstraat 9160 Lokeren

Opdrachtgever:

OVAM Stationstraat 110 2800 Mechelen


10/19


INTENTIEVERKLARING AMBTSHALVE BODEMSANERING HIERBRUGSTRAAT LOKEREN

Ondergetekende verklaart kennisgenomen te hebben van het V&G-plan ontwerp, de algemene aannemingsvoorwaarden van de opdrachtgever, de aan het project verbonden risico’s en het bouwplaatsreglement. Hij/zij verbindt er zich toe al zijn werknemers, onderaannemers en zelfstandigen die voor zijn rekening werken, te informeren over de inhoud en toe te zien op de toepassing ervan door alle partijen. Eveneens bevestigt ondergetekende de voorschriften van het bouwplaatsreglement, het Achillesprotocol, de Welzijnswet, de Codex, het ARAB, het AREI, en de decreten ivm het milieu strikt te zullen toepassen. Gelezen en goedgekeurd, Ondernemingshoofd Naam:

Preventieadviseur Naam:

Handtekening:

Handtekening:

Datum:

Datum:

ONTVANGEN OP: ...................................................................................TE: ........................................................................................... DOOR COÖRDINATOR-VERWEZENLIJKING: .............................................................................................................................................. HANDTEKENING:


11/19


DOCUMENT “SPECIFIEKE MAATREGELEN” AMBTSHALVE BODEMSANERING HIERBRUGSTRAAT LOKEREN

In dit document beschrijft de aannemer op welke wijze hij het bouwwerk zal uitvoeren om rekening te houden met de projectspecifieke risico’s. De maatregelen betreffen zowel de fasering van het project als uitvoeringsmethoden. Kritieke fasen van dit bouwproject zijn de volgende:

1. Opzoeken van huisaansluitingen voortuinen 2. Stabiliteitsmaatregelen bestaande gebouwen 3. Afgraven verontreinigde grond

Alle inschrijvers zullen bijgevolg minstens een duidelijke beschrijving geven van de tuigen (kraan, graafmachine, …) die tijdens de werken ingezet zullen worden en de werkwijze tijdens de hierboven vermelde fasen: Fase 1: ........................................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................ Fase 2: ........................................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................ Fase 3: ........................................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................

Vervolgens vermelden alle inschrijvers de preventiemaatregelen en -middelen (inbegrepen de collectieve en bijzondere persoonlijke beschermingsmiddelen) tegen de grootste risico’s van de arbeiders (uit te breiden volgens de wijze van uitvoering): 1. Aanrijding – aanwezigheid van zwakke weggebruikers .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. ..................................................................................................................................................................................................................


12/19


2. Contact met bevuilde grond .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. Tenslotte vermelden de inschrijvers (facultatief) eventuele andere werkwijzen, preventiemaatregelen en –middelen om te voldoen aan het veiligheids- en gezondheidsplan en/of het te vervolledigen: 3. Andere preventiemaatregelen en –middelen: .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. ..................................................................................................................................................................................................................


13/19


DOCUMENT “PRIJSBEREKENING” AMBTSHALVE BODEMSANERING HIERBRUGSTRAAT LOKEREN

Opdat de maatregelen vastgesteld in het veiligheids- en gezondheidsplan daadwerkelijk zouden kunnen toegepast worden bij de uitvoering van de werken, voegt de kandidaat-inschrijver bij zijn offerte een prijsverantwoording in verband met de preventiemaatregelen en –middelen. De onderstaande opgegeven totaalprijs is niet bindend voor de opdrachtgever. De opgegeven kostprijs in de meetstaat bijgevoegd bij het bestek is wel bindend. Omschrijving van specifiek te nemen preventiemaatregelen

Kostprijs

1. 2. 3. 4. Totale kostprijs veiligheidscoördinatie te wijten aan extra veiligheidsplan

€ ...................

Gedaan te ………………. de …………………

DE INSCHRIJVER


14/19


BOUWPLAATSREGLEMENT 1.

ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING 1.1.

De coördinator-verwezenlijking heeft de leiding over de coördinatie van de veiligheid en de gezondheid voor het geheel van de werkzaamheden. Overeenkomsten tussen verschillende ondernemingen i.v.m. veiligheid en gezondheid op de bouwplaats, moeten eerst door de coördinator-verwezenlijking goedgekeurd worden. De coördinator-verwezenlijking kan in geen geval aanzien worden als de preventieadviseur van de betrokken aannemers. Elke onderneming blijft verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn werknemers.

1.2.

Elke onderneming moet, vooraleer met de werken te starten, de risicoanalyse van de door hem uit te voeren werkzaamheden op de betreffende bouwplaats neerleggen en desgewenst met de coördinator-verwezenlijking bespreken tijdens de starwerkvergadering.

1.3.

De tussenkomende partijen verbinden zich ertoe aanwezig te zijn op de periodieke veiligheidscoördinatievergaderingen tijdens de uitvoeringsperiode van hun werkzaamheden op de werf en wanneer ze uitgenodigd worden door de coördinator-verwezenlijking.

1.4.

Elke onderneming aan wie een werk wordt toegewezen, is verplicht een veiligheidsverantwoordelijke aan te duiden die gedurende de werkzaamheden op de bouwplaats aanwezig is. De verantwoordelijke van de onderneming zal hiertoe een organigram van de onderneming, op basis van aanwezigheid op de bouwplaats, aan de coördinator-verwezenlijking overmaken. Iedere aannemer bezorgt voor de aanvang van zijn werkzaamheden de “Invulfiche administratieve gegevens onderneming/zelfstandige” volledig ingevuld aan de coördinator-verwezenlijking.

1.5.

Elke onderneming voorziet in het houden van regelmatige (maandelijkse) taakgebonden opleidingen (Toolboxmeetings) op de bouwplaats, met al haar personeel, waarbij specifieke veiligheidsonderwerpen worden besproken. Zij overhandigt een kopie van het verslag en de aanwezigheidslijst aan de coördinator-verwezenlijking. Eventueel kunnen in overleg met alle betrokken ondernemingen op de werf gezamenlijke taakgebonden opleidingen georganiseerd worden.

1.6.

Elke onderneming verklaart dat de werknemers de nodige opleiding, beroepservaring en lichamelijke geschiktheid bezitten om de hen opgelegde taken (incl. verantwoordelijken in veiligheidsfunctie) uit te voeren en het bijhorend materieel te gebruiken en te bedienen op volstrekt veilige wijze. Op vraag van de coördinator-verwezenlijking legt zij de nodige stukken ter staving voor.

1.7.

De personeelsleden van de aannemers mogen zich slechts begeven op de voor hen voorziene werkplaatsen.

1.8.

Elke werknemer zal bij zijn aankomst op de bouwplaats een veiligheidsintroductie krijgen van zijn werkgever. De onderneming maakt hiervoor gebruik van het veiligheids- en gezondheidsplan. Deze introductie omvat ten minste de verplichtingen van de werknemers evenals nuttige informatie over de alarmprocedure van het blokveld en over de veiligheidsregels op de werf. Elke werkgever registreert de aanwezigheid van zijn werknemers op deze veiligheidsintroductie.

1.9.

Elke onderneming dient dagelijks een aanwezigheidslijst ter beschikking te stellen van de werfleiding en de coördinatorverwezenlijking. Op deze lijst zullen de namen voorkomen van alle werknemers die op die dag activiteiten uitvoerden op de bouwplaats.

1.10.

Elke onderneming dient mee te bouwen aan de veiligheid op de bouwplaats. Indien men bepaalde inbreuken vaststelt, dan is elkeen er toe gehouden om: - ten eerste onmiddellijk de nodige maatregelen te treffen zodat de veiligheid van de werknemers niet in het gedrang komt en, - ten tweede onmiddellijk de coördinator-verwezenlijking of de werfleiding op de hoogte te stellen van deze inbreuk.


15/19


2. NOODPROCEDURES De alarmprocedures worden bij de startvergadering overhandigd door de opdrachtgever en besproken. Deze instructiekaarten worden opgehangen in de personeelsruimtes op de werf. Bovendien worden ze medegedeeld aan het personeel bij het begin van de werkzaamheden en tijdens de toolboxmeetings. II.1 KLEINE ONGEVALLEN OF VERZORGINGEN In het geval er zich een klein ongeval met verzorging voordoet op de werf, dient de aannemer te beschikken over alle noodzakelijke hulpmiddelen voor de verzorging. Elk ongeval of incident dient gemeld te worden aan de opdrachtgever en aan de Interne Preventiedienst. II.2 ERNSTIGE ONGEVALLEN

Dringende medische tussenkomsten moeten gemeld worden aan de opdrachgever

Interventiedienst: 112. Indien de Interventiedienst wordt opgeroepen is het van belang duidelijk volgend informatie te verschaffen: Naam en firmanaam Plaats van het gebeuren (, bedrijf, gebouw, verdieping) Aard en omvang van het incident Plaats waar men de interventiedienst zal opwachten. De EHBO-hulpverlener kan in afwachting van de aankomst van de hulpdiensten bijstand verlenen aan het slachtoffer. 2.1. Elke onderneming zal de procedures inzake EHBO en arbeidsongevallen respecteren. 2.2. Elk arbeidsongeval, incident of schadegeval moet de dag van het voorval gemeld worden aan de coördinatorverwezenlijking en de werfleiding. Voor arbeidsongevallen moet daarenboven een arbeidsongevallenrelaas aan de coördinator-verwezenlijking overhandigd worden. De reglementering betreffende de aangifte van ernstige en dodelijke ongevallen aan de Arbeidsinspectie dient door elke onderneming strikt te worden gevolgd. 2.3. Elke onderneming voorziet de nodige brandbestrijdingsmiddelen, EHBO-materiaal en eventuele andere noodzakelijke reddingsmiddelen op de werf volgens de wettelijke voorzieningen. 2.4. Op de bouwplaats is ten minste één EHBO-hulpverlener permanent aanwezig. 2.5. Elke onderneming moet over voldoende, aangepaste en conforme brandbestrijdingsmiddelen beschikken, voorzien van een zichtbaar en duidelijk keuringsbewijs. Voor sommige werken is een bijzondere werkvergunning verplicht (vuurvergunning, werken in enge ruimtes, ...). 2.6. Indien de veiligheidscoördinator dit nodig acht, stelt de bouwdirectie belast met de uitvoering een brand- en evacuatieprocedure op in samenspraak met de opdrachtgever. Deze dient door alle werknemers van de ondernemingen op de bouwplaats en alle zelfstandigen, gekend en gerespecteerd te worden. 3.

PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN (PBM) 3.1.

Het dragen van aan het werk aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) conform de geldende wetgeving is op de bouwplaats voor iedereen (ook voor bezoekers) verplicht.

3.2.

Elke onderneming moet op haar kosten PBM ter beschikking stellen van haar personeel en/of bezoekers. Zij moet eveneens toezien op het gebruik ervan. Tevens moet zij zorgen voor het onderhoud en de vernieuwing ten gepaste tijde.


16/19


4.

3.3.

De werknemers en zelfstandigen moeten, overeenkomstig hun opleiding en de gegeven instructies, op de juiste wijze gebruik maken van de PBM, ze na gebruik weer opbergen en onderhouden.

3.4.

Alle PBM die op de bouwplaats aanwezig zijn en die onderworpen zijn aan verplichte keuringen door een externe dienst voor technische controle, dienen identificeerbaar te zijn en dienen door de onderneming steeds tijdig gekeurd te laten worden. Een kopie van het keuringsverslag wordt bezorgd aan de coördinator-verwezenlijking. Goedgekeurde PBM worden door de onderneming voorzien van een duidelijk kenteken. Deze procedure zal ook beschreven staan in de risicoanalyse van de onderneming. Ook zal de veiligheidsverantwoordelijke van de onderneming op de bouwplaats, steeds een inventaris van keuringsplichtige PBM en hun staat van keuring en nazicht ter beschikking houden van de coördinatorverwezenlijking.

COLLECTIEVE BESCHERMINGSMIDDELEN (CBM) 4.1. Ter voorkoming van arbeidsongevallen moet elke onderneming waar nodig CBM voorzien. De keuze wordt bepaald op basis van de preventiebeginselen vastgelegd in hoofdstuk II “Algemene beginselen” van de wet op het welzijn, waarin onder meer de voorkeur wordt gegeven aan collectieve bescherming i.p.v. persoonlijke bescherming. (4 augustus 1996 - Wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de verwezenlijking van hun werk (B.S. 18/09/1996) gewijzigd bij de Wet van 13/02/1998 (B.S. 19/02/1998)). 4.2. Het plaatsen en/of wegnemen van CBM wordt geregeld in samenspraak met de coördinator-verwezenlijking. Geplaatste CBM mogen nooit verwijderd worden zonder dat vervangende of definitieve beschermingen worden aangebracht. 4.3. Elke op de bouwplaats vastgestelde gevaarlijke of ongezonde toestand moet onmiddellijk aan de werfleiding en de coördinator-verwezenlijking gemeld worden.

5.

ORDE EN NETHEID 5.1. Elke onderneming moet ten minste dagelijks zijn werkposten opruimen en het afval afvoeren. 5.2. De wegen, doorgangen en trappen moeten steeds vrij zijn van obstakels en hindernissen. Soepele leidingen en kabels mogen de doorgang niet belemmeren. Kruisen zij een doorgang, dan worden zij beschermd tegen beschadiging. 5.3. Materialen moeten ordelijk en stabiel, desgevallend beveiligd tegen weersinvloeden en in afspraak met de coördinatorverwezenlijking in de hiertoe voorziene zones gestapeld worden.

6.

MILIEU 6.1. Het verbranden van afval op de bouwplaats is verboden. 6.2. Het verwijderen van afval en/of verpakkingen gebeurt volgens de geldende reglementering. 6.3. Maatregelen dienen genomen te worden tegen bodem-, lucht- en watervervuiling. 6.4. Het lozen van spoelwaters of enige andere vorm van vloeistoffen of vaste stoffen in de riolering of oppervlaktewaters is verboden, tenzij mits goedkeuring van het studiebureau en de coördinator-verwezenlijking.


17/19


7.

BOUWPLAATSINRICHTING 7.1. De bouwdirectie belast met de verwezenlijking maakt een inplantingsplan op van de bouwplaats dat voorgelegd wordt aan de coördinator-verwezenlijking en aan de werfverantwoordelijke van de opdrachtgever. Het vermeldt ten minste volgende gegevens: ! Toegangen, wegen, rijrichting en parkings; ! Ligging van nutsleidingen (H.S., L.S., telefoon, water, gas, ...); ! Zones voor gezondheidsinrichtingen, stockeren van materiaal, werkplaatsen, ...; ! Inplanting hijstoestellen en draaicirkel; ! Werkzone van mobiele arbeidsmiddelen (graafmachines, ...); ! Opgestelde elektrische verdeelborden; ! EHBO post. 7.2. Het opstellen van werfburelen, refters, kleedkamers, sanitaire installaties, opslagplaatsen, enz ... mag enkel conform het inplantingsplan gebeuren en volgens de interne afspraken met de opdrachtgever. 7.3. Elke onderneming is verplicht voor haar werknemers de wettelijk voorziene gezondheidsinrichtingen ter beschikking te stellen (C.A.O. van 05/01/1984 - K.B. van 01/05/1984 - A.R.A.B. art 76 e.v.) en deze dagelijks te onderhouden. Maaltijden mogen enkel in de daartoe voorziene inrichtingen worden gebruikt. 7.4. De werfzone wordt afgesloten door middel van een gepaste werfafsluiting. De werfzone is enkel toegankelijk voor bevoegde personen. De nodige aanduidingen worden voorzien om onbevoegden te weren. De veiligheidsregels worden door middel van pictogrammen aangebracht ter hoogte van de ingang van de werfzone. Elke aannemer dient er op toe te zien dat er geen onbevoegden de werf betreden en dat alle aanwezigen (ook bezoekers) de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen dragen.

8.

ELEKTRISCHE INSTALLATIE 8.1. De elektrische installatie moet door een erkende externe dienst voor technische controle gekeurd worden conform het A.R.E.I. Elk defect moet onmiddellijk aan de werfleiding gemeld worden. Een kopie van het keuringsverslag van de elektrische installatie wordt aan de coördinator-verwezenlijking bezorgd. 8.2. Verdeelborden moeten steeds gesloten blijven. Het aansluiten mag enkel met aangepaste stekkers gebeuren. Alle verbindingen (stekker/stopcontact) moeten geschikt zijn voor het gebruik in vochtige omstandigheden, minimum IP44. 8.3. Kabels moeten steeds opgehangen en/of afgeschermd worden tegen mogelijke beschadiging. 8.4. Elke onderneming staat zelf in voor de verlichting van haar werkposten. Deze verlichting moet uitgevoerd worden volgens de geldende wetgeving.

9.

ARBEIDSMIDDELEN EN TOEBEHOREN (machines, gereedschap, materieel, … ) 9.1. Enkel elektrisch materieel conform het A.R.E.I. mag op de bouwplaats aanwezig zijn en aangesloten worden op de daartoe voorziene verdeelborden. 9.2. Elke onderneming moet zijn arbeidsmiddelen zodanig markeren dat ze identificeerbaar zijn. Het identificatiesysteem moet beschreven worden in de risicoanalyse van de onderneming. Alle arbeidsmiddelen die niet of onduidelijk identificeerbaar zijn, zullen van de bouwplaats verwijderd worden. 9.3. De arbeidsmiddelen moeten geschikt zijn voor het uit te voeren werk en regelmatig nagekeken worden door een bevoegd persoon zodat bij het gebruik de veiligheid en gezondheid steeds gewaarborgd zijn. Op vraag van de coördinator-


18/19


verwezenlijking moeten de gebruiksaanwijzingen en veiligheids- en gezondheidsinstructies (VIK) kunnen voorgelegd worden. 9.4. Bij gebruik van arbeidsmiddelen van derden is de gebruiker verantwoordelijk voor de veiligheid. 9.5. Bij het gebruik van heftoestellen gelden volgende specifieke bepalingen: 9.5.1. Alle heftoestellen en hijstoebehoren, evenals grondverzetmachines die gebruikt worden om lasten te hijsen die op de bouwplaats binnengebracht worden, moeten voorzien zijn van een geldig keuringsattest. 9.5.2. Een kopie van de keuringsattesten moet aan de coördinator-verwezenlijking overhandigd worden vooraleer de toestellen in gebruik te nemen. 9.5.3. Bij gebruik van meerdere heftoestellen met overlappend werkbereik moet, in overleg met de coördinatorverwezenlijking, een gebruiksprocedure opgesteld worden. 9.6. Ladders zijn steeds in goede staat (zonder beschadiging en stabiel) en uitgerust met aangepaste antislipvoorzieningen. Zij worden opgesteld op een goede, stevige ondergrond. Zij worden steeds vastgemaakt wanneer zij dienst doen als toegangsladder of wanneer de ladder 25 of meer sporten telt. De ladders worden regelmatig nagekeken door een bevoegde persoon van de onderneming. 9.7. Bij het gebruik van stellingen geldt het K.B. Werken op hoogte en volgende specifieke bepalingen: 9.7.1. Elke stelling wordt opgebouwd op een goede, stevige en stabiele ondergrond, met voldoende en stevige steunpunten. 9.7.2. Elke stelling van minstens 2 m hoog moet voorzien zijn van leuningen, tussenleuningen en plinten. De werkvloer moet aaneensluitend zijn d.w.z. zonder gevaarlijke ruimten tussen de planken en de leuning en voldoende stevig, rekening houdend met de belasting. 9.7.3. De toegang tot de werkvloeren gebeurt door middel van trappen(torens) of ladders. 9.7.4. Voor de ingebruikname en minstens éénmaal per week wordt de stelling nagekeken door een bevoegde persoon van de onderneming. 9.7.5. Voor stellingen hoger dan 8 m of voor stellingen blootgesteld aan buitengewone krachten, moeten de nodige berekeningsnota’s voorgelegd worden aan de coördinator-verwezenlijking. 9.8. Alle arbeidsmiddelen die niet voldoen aan de veiligheidseisen (o.a. qua keuring) zullen verwijderd worden van de bouwplaats. 10. GEVAARLIJKE PRODUCTEN 10.1.

Alle producten op de bouwplaats moeten reglementair geëtiketteerd zijn of worden. Het gebruik van brandbare, toxische of andere gevaarlijke producten moet in de risicoanalyse van de onderneming vermeld staan.

10.4.

Indien werken worden uitgevoerd waarbij schadelijke of hinderlijke dampen/gassen vrijkomen, moet dit gemeld worden in de risicoanalyse van de onderneming. Op basis van voorgaande gegevens zal het veiligheids- en gezondheidsplan aangepast worden. Met de betrokken partijen worden maatregelen afgesproken om de dampen/gassen op een doeltreffende manier af te voeren (afzuiginstallatie, ...).

Opgesteld door: Werfverantwoordelijke

Coördinator-verwezenlijking


19/19

INVULFICHE ADMINISTRATIEVE GEGEVENS AANNEMER OVAM - Hg Sanering Tuinen Lokeren A. ALGEMEEN I. Identificatie Naam: Adres: Tel:

Fax:

E-mail:

Registratienummer: Certificering / attestering:

Bijzondere erkenningen: VCA */**

BeSaCC

ISO

Andere

Geldig tot: Ondernemingshoofd:

Aantal werknemers:

Preventieadviseur (niveau I, II of III (1):

Externe preventiedienst:

Arbeidsongevallenverzekeraar:

Polisnummer:

II. Veiligheid Veiligheidsniveau van de onderneming: frequentiegraad (Fg) en ernstgraad (Eg) van de laatste 5 jaar:

JAAR 2010 2011 2012 2013 2014

Fg

Eg

Omschrijving van de arbeidsongevallen van de laatste 5 jaar met werkverlet van meer dan 30 dagen : ........................................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................................... Houdt de onderneming Toolboxmeetings of gelijkaardige veiligheidstrainingen? JA / NEE Indien ja, gelieve de planning en de onderwerpen van de Toolboxmeetings, gepland op deze bouwplaats, hierbij te voegen. Gelieve de coördinator-verwezenlijking steeds een kopie van het verslag van deze Toolboxmeetings te bezorgen. B. PROJECT Omschrijving van de uit te voeren werken: Projectleider:

GSM:

Werfleider:

GSM:

Veiligheidsverantwoordelijke op de bouwplaats: E.H.B.O.-hulpverlener: Maximum aantal werknemers die op de werf zullen tewerkgesteld worden: Verwezenlijkingsperiode van:

ABESCO

......../......../............

tot

Invulfiche administratieve gegevens

......../......../............

1/2

INTENTIEVERKLARING Ondergetekende verklaart het Bouwplaatsreglement ontvangen te hebben en de verantwoordelijkheid te zullen nemen al zijn werknemers, onderaannemers en zelfstandigen die voor zijn rekening werken, te informeren over de inhoud en toe te zien op de toepassing

Eveneens bevestigt ondergetekende de voorschriften van het Bouwplaatsreglement, van het ARAB, de Welzijnswet, de Codex, het AREI, ... duidelijk begrepen te hebben en ze strikt te zullen toepassen.

Gelezen en goedgekeurd, Ondernemingshoofd Naam:

Preventieadviseur Naam:

Handtekening:

Handtekening:

Datum:

Datum:

ONTVANGEN OP: TE: DOOR COÖRDINATOR-VERWEZENLIJKING: HANDTEKENING:

ABESCO

Invulfiche administratieve gegevens

2/2

OPDRACHTGEVER OVAM

SPECIFIEKE RISICO’s Bodemsanering Heirbrugstraat Lokeren Situaties Activiteiten

RISICO’S

PREVENTIEMAATREGELEN

Specifieke risico’s 1. Materieel

Omgeving Aanpalende bewoners/buren

Verkeer

Specifieke risico’s

Lawaaihinder - werfverkeer

-

Informatie naar de buurtbewoners

Stofhinder

-

Grondtransport in gesloten vrachtwagens

Vermenging werfverkeer

-

Vervuiling van de openbare weg tegen gaan Afspraken vrachtwagenchauffeurs max snelheid en rijrichting Parkeerverbod aanvragen op de toegangsweg Begeleiding van vrachtwagens bij uitrijden werfzone Signalisatie van de inrit en uitrit van de werf

pagina 1/2

SPECIFIEKE RISICO’s Bodemsanering Heirbrugstraat Lokeren Situaties Activiteiten

RISICO’S

OPDRACHTGEVER OVAM PREVENTIEMAATREGELEN

Saneringswerken: Afgraven – beroeren van bevuilde grond

Contact met verontreinigde grond: - langetermijneffecten op vlak van gezondheid - infectie

Vaccinatieprogramma voor werknemers Adembescherming (Hg dampen) dragen Huidcontact vermijden Handschoenen dragen Roken eten en drinken verbieden op de werf Hygiëne : voldoende sanitaire voorzieningen voorzien zodat werknemers handen kunnen wassen voor het eten; Stofbestrijdingsmaatregelen Meetapparatuur voorzien

Afgraven - stabiliteit

Beschadiging – instorten van woningen, tuinhuisjes en tuinmuren

Zichtbaar maken van de funderingen vòòr de graafwerken en werfbezoek met stabiliteitsingenieur

Specifieke risico’s

pagina 2/2

SAFETY DATA SHEET

according to Regulation (EC) No. 1907/2006 Revision Date 10.04.2014

Version 5.0

SECTION 1. Identification of the substance/mixture and of the company/undertaking 1.1 Product identifier Catalogue No.

104404

Product name

Mercury 99.9999 Suprapur®

REACH Registration Number A registration number is not available for this substance as the substance or its use are exempted from registration according to Article 2 REACH Regulation (EC) No 1907/2006, the annual tonnage does not require a registration or the registration is envisaged for a later registration deadline. CAS-No. 7439-97-6 1.2 Relevant identified uses of the substance or mixture and uses advised against Identified uses

Reagent for analysis For additional information on uses please refer to the Merck Chemicals portal (www.merck-chemicals.com).

1.3 Details of the supplier of the safety data sheet Responsible Department Regional representation

1.4 Emergency telephone number

EQ-RS * e-mail: [email protected] Merck Chemicals Ltd * Boulevard Industrial Park * Padge Road * Beeston * Nottingham * NG9 2JR * Tel. 01159 430840 * [email protected]. +49 (0) 6151 722440

SECTION 2. Hazards identification 2.1 Classification of the substance or mixture Classification (REGULATION (EC) No 1272/2008) Acute toxicity, Category 2, Inhalation, H330 Reproductive toxicity, Category 1B, H360D Specific target organ toxicity - repeated exposure, Category 1, H372 Acute aquatic toxicity, Category 1, H400 Chronic aquatic toxicity, Category 1, H410 For the full text of the H-Statements mentioned in this Section, see Section 16. Classification (67/548/EEC or 1999/45/EC) Repr.Cat.2 Toxic to Reproduction Category 2 T+ Very toxic T Toxic N Dangerous for the environment

R61 R26 R48/23 R50/53

For the full text of the R-phrases mentioned in this Section, see Section 16.

The Safety Data Sheets for catalogue items are available at www.merck-chemicals.com

Page 1 of 13

SAFETY DATA SHEET according to Regulation (EC) No. 1907/2006 Catalogue No. Product name

104404 Mercury 99.9999 Suprapur®

2.2 Label elements Labelling (REGULATION (EC) No 1272/2008)

Hazard pictograms

Signal word Danger

Hazard statements

H360D May damage the unborn child. H330 Fatal if inhaled. H372 Causes damage to organs through prolonged or repeated exposure. H410 Very toxic to aquatic life with long lasting effects.

Precautionary statements

Prevention P201 Obtain special instructions before use. P273 Avoid release to the environment. Response P304 + P340 IF INHALED: Remove victim to fresh air and keep at rest in a position comfortable for breathing. P308 + P310 IF exposed or concerned: immediately call a POISON CENTER or doctor/ physician. Restricted to professional users. Reduced labelling (≤125 ml)

Hazard pictograms

Signal word Danger

Hazard statements

H360D May damage the unborn child. H330 Fatal if inhaled. H372 Causes damage to organs through prolonged or repeated exposure.

Precautionary statements

P201 Obtain special instructions before use. P304 + P340 IF INHALED: Remove victim to fresh air and keep at rest in a position comfortable for breathing. P308 + P311 IF exposed or concerned: Call a POISON CENTER or doctor/ physician. Restricted to professional users.

Index-No.

080-001-00-0

2.3 Other hazards None known.


Page 2 of 13



SECTION 3. Composition/information on ingredients 3.1 Substance Formula

Hg (Hill)

Index-No.

080-001-00-0

EC-No.

231-106-7

Molar mass

200.59 g/mol

Hazardous components (REGULATION (EC) No 1272/2008)

Chemical Name (Concentration)

CAS-No. Registration number mercury (<= 100 % ) 7439-97-6 *)

Classification Acute toxicity, Category 2, H330 Reproductive toxicity, Category 1B, H360D Specific target organ toxicity - repeated exposure, Category 1, H372 Acute aquatic toxicity, Category 1, H400 Chronic aquatic toxicity, Category 1, H410

*) A registration number is not available for this substance as the substance or its use are exempted from registration according to Article 2 REACH Regulation (EC) No 1907/2006, the annual tonnage does not require a registration or the registration is envisaged for a later registration deadline.

For the full text of the H-Statements mentioned in this Section, see Section 16. Hazardous components (1999/45/EC)

Chemical Name (Concentration)

CAS-No. Classification mercury (<= 100 % ) 7439-97-6 Repr.Cat.2; R61 T+, Very toxic; R26 T, Toxic; R48/23 N, Dangerous for the environment; R50/53 For the full text of the R-phrases mentioned in this Section, see Section 16. 3.2 Mixture not applicable

SECTION 4. First aid measures 4.1 Description of first aid measures

General advice

First aider needs to protect himself. After inhalation: fresh air. Immediately call in physician. If breathing stops: immediately apply artificial respiration, if necessary also oxygen. After skin contact: wash off with plenty of water. Remove contaminated clothing. Consult a physician. After eye contact: rinse out with plenty of water. Immediately call in ophthalmologist.


Page 3 of 13



After swallowing: immediately make victim drink water (two glasses at most). Call a physician immediately. Subsequently administer: activated charcoal (20 - 40 g in 10% slurry). 4.2 Most important symptoms and effects, both acute and delayed Mercury compounds have a cytotoxic and protoplasmatoxic effect. Intoxication symptoms: acute: contact with eye causes severe lesions. Swallowing and inhalation of dusts damages mucous membranes of gastrointestinal and respiratory tract (metallic taste, nausea, vomiting, abdominal pain, bloody diarrhoea, intestinal burns, glottal oedema, aspiration pneumonia); drop in blood pressure, cardiac dysrhythmia, circulatory collapse, and renal failure; chronic: inflammation of the mouth with loss of teeth and mercurial line. The principal signs manifest themselves in the CNS (impaired speech, vision, hearing, and sensitivity, loss of memory, irritability, hallucinations, delirium inter alia). 4.3 Indication of any immediate medical attention and special treatment needed No information available. SECTION 5. Firefighting measures 5.1 Extinguishing media

Suitable extinguishing media

Use extinguishing measures that are appropriate to local circumstances and the surrounding environment.

Unsuitable extinguishing media

For this substance/mixture no limitations of extinguishing agents are given.

5.2 Special hazards arising from the substance or mixture Not combustible. Vapours are heavier than air and may spread along floors. Ambient fire may liberate hazardous vapours. Fire may cause evolution of: mercury vapours 5.3 Advice for firefighters

Special protective equipment for firefighters

Stay in danger area only with self-contained breathing apparatus. Prevent skin contact by keeping a safe distance or by wearing suitable protective clothing.

Further information

Suppress (knock down) gases/vapours/mists with a water spray jet. Prevent fire extinguishing water from contaminating surface water or the ground water system.

SECTION 6. Accidental release measures 6.1 Personal precautions, protective equipment and emergency procedures Advice for non-emergency personnel: Do not breathe vapours, aerosols. Avoid substance contact. Ensure adequate ventilation. Evacuate the danger area, observe emergency procedures, consult an expert. Advice for emergency responders: Protective equipment see section 8. 6.2 Environmental precautions Do not let product enter drains. 6.3 Methods and materials for containment and cleaning up Cover drains. Collect, bind, and pump off spills. Observe possible material restrictions (see sections 7 and 10). The Safety Data Sheets for catalogue items are available at www.merck-chemicals.com

Page 4 of 13



Take up with suitable equipment, (e.g. Chemizorb® Hg, Merck Art. No. 112576). Dispose of properly. Clean up affected area. 6.4 Reference to other sections Indications about waste treatment see section 13. SECTION 7. Handling and storage 7.1 Precautions for safe handling

Advice on safe handling

Work under hood. Do not inhale substance/mixture. Avoid generation of vapours/aerosols. Observe label precautions.

Hygiene measures

Immediately change contaminated clothing. Apply preventive skin protection. Wash hands and face after working with substance.

7.2 Conditions for safe storage, including any incompatibilities

Storage conditions

Tightly closed. Keep in a well-ventilated place. Keep locked up or in an area accessible only to qualified or authorised persons. Recommended storage temperature see product label.

7.3 Specific end use(s) Apart from the uses mentioned in section 1.2 no other specific uses are stipulated. SECTION 8. Exposure controls/personal protection 8.1 Control parameters Components with workplace control parameters

Components Basis

Value

mercury (7439-97-6) ECTLV

Time Weighted Average (TWA):

Threshold limits 0.02 mg/m³

Remarks

Indicative Expressed as: as Hg

Recommended monitoring procedures Methods for measurement of the workplace atmosphere have to correspond to the requirements of norms DIN EN 482 and DIN EN 689. 8.2 Exposure controls Engineering measures Technical measures and appropriate working operations should be given priority over the use of personal protective equipment. See section 7.1. Individual protection measures Protective clothing needs to be selected specifically for the workplace, depending on concentrations and quantities of the hazardous substances handled. The chemical resistance of the protective equipment should be enquired at the respective supplier. The Safety Data Sheets for catalogue items are available at www.merck-chemicals.com

Page 5 of 13



Eye/face protection Safety glasses

Hand protection full contact:

splash contact:

Glove material: Glove thickness: Break through time:

Nitrile rubber 0.11 mm > 480 min

Glove material: Glove thickness: Break through time:

Nitrile rubber 0.11 mm > 480 min

The protective gloves to be used must comply with the specifications of EC Directive 89/686/EEC and the related standard EN374, for example KCL 741 Dermatril® L (full contact), KCL 741 Dermatril® L (splash contact). The breakthrough times stated above were determined by KCL in laboratory tests acc. to EN374 with samples of the recommended glove types. This recommendation applies only to the product stated in the safety data sheet, supplied by us and for the designated use. When dissolving in or mixing with other substances and under conditions deviating from those stated in EN374 please contact the supplier of CE-approved gloves (e.g. KCL GmbH, D-36124 Eichenzell, Internet: www.kcl.de).

Other protective equipment protective clothing

Respiratory protection

required Recommended Filter type: combination filter Hg-P3 The entrepeneur has to ensure that maintenance, cleaning and testing of respiratory protective devices are carried out according to the instructions of the producer. These measures have to be properly documented.

Environmental exposure controls Do not let product enter drains. SECTION 9. Physical and chemical properties 9.1 Information on basic physical and chemical properties Form

liquid

Colour

metallic

Odour

odourless

Odour Threshold

not applicable

pH

neutral

Melting point

-39 °C

Boiling point/boiling range

357 °C at 1,013 hPa

Flash point

not applicable


Page 6 of 13



Evaporation rate

No information available.

Flammability (solid, gas)

does not ignite

Lower explosion limit

not applicable

Upper explosion limit

not applicable

Vapour pressure

0.0039 hPa at 30 °C 0.0017 hPa at 20 °C

Relative vapour density


Density

13.55 g/cm³ at 20 °C

Relative density


Water solubility

0.06 mg/l at 25 °C

Partition coefficient: noctanol/water

log Pow: 0.62 (experimental) (Lit.) Bioaccumulation is not expected.

Auto-ignition temperature

does not ignite

Decomposition temperature


Viscosity, dynamic

1.55 mPa.s at 20 °C

Explosive properties

Not classified as explosive.

Oxidizing properties

none

9.2 Other data none SECTION 10. Stability and reactivity 10.1 Reactivity See section 10.3 10.2 Chemical stability The product is chemically stable under standard ambient conditions (room temperature) . 10.3 Possibility of hazardous reactions Risk of explosion with: Acetylene, Alkali metals, Aluminium, Amines, Ammonia, chlorine dioxide, Potassium, sodium, oxalic acid, perchlorates Risk of ignition or formation of inflammable gases or vapours with: The Safety Data Sheets for catalogue items are available at www.merck-chemicals.com

Page 7 of 13



Chlorine, silanes, Oxygen Generates dangerous gases or fumes in contact with: Nitric acid Exothermic reaction with: Bromine, Metals, acetylidene, Oxygen 10.4 Conditions to avoid Heating. 10.5 Incompatible materials Aluminium, Lead, Copper, silver, Zinc, zinc alloys, Tin 10.6 Hazardous decomposition products in the event of fire: See section 5. SECTION 11. Toxicological information 11.1 Information on toxicological effects

Acute oral toxicity

This information is not available.

Acute inhalation toxicity

LC50 rat: > 0.266 mg/l; 1 h ; vapour (ECHA) LC50 rat: < 0.27 mg/l; 2 h ; vapour (ECHA) Symptoms: Asphyxia absorption

Acute dermal toxicity absorption

Skin irritation


Eye irritation


Sensitisation

May cause sensitisation by skin contact.

Germ cell mutagenicity Genotoxicity in vitro Ames test Result: negative (Lit.)

Carcinogenicity


Reproductive toxicity


Teratogenicity


CMR effects

Teratogenicity: May damage the unborn child.

Specific target organ toxicity - single exposure This information is not available.


Page 8 of 13



Specific target organ toxicity - repeated exposure

Causes damage to organs through prolonged or repeated exposure.

Aspiration hazard


11.2 Further information Mercury compounds have a cytotoxic and protoplasmatoxic effect. Intoxication symptoms: acute: contact with eye causes severe lesions. Swallowing and inhalation of dusts damages mucous membranes of gastrointestinal and respiratory tract (metallic taste, nausea, vomiting, abdominal pain, bloody diarrhoea, intestinal burns, glottal oedema, aspiration pneumonia); drop in blood pressure, cardiac dysrhythmia, circulatory collapse, and renal failure; chronic: inflammation of the mouth with loss of teeth and mercurial line. The principal signs manifest themselves in the CNS (impaired speech, vision, hearing, and sensitivity, loss of memory, irritability, hallucinations, delirium inter alia). This substance should be handled with particular care. SECTION 12. Ecological information 12.1 Toxicity

Toxicity to fish

LC50 Cyprinus carpio (Carp): 0.16 - 0.77 mg/l; 96 h (ECHA)

12.2 Persistence and degradability No information available. 12.3 Bioaccumulative potential

Partition coefficient: n-octanol/water

log Pow: 0.62 (experimental) (Lit.) Bioaccumulation is not expected.

12.4 Mobility in soil No information available. 12.5 Results of PBT and vPvB assessment PBT/vPvB assessment not available as chemical safety assessment not required/not conducted. 12.6 Other adverse effects

Additional ecological information

Discharge into the environment must be avoided.


Page 9 of 13



SECTION 13. Disposal considerations

Waste treatment methods

Waste material must be disposed of in accordance with the Directive on waste 2008/98/EC as well as other national and local regulations. Leave chemicals in original containers. No mixing with other waste. Handle uncleaned containers like the product itself. See www.retrologistik.com for processes regarding the return of chemicals and containers, or contact us there if you have further questions.

SECTION 14. Transport information Land transport (ADR/RID) 14.1 UN number

Not permitted for transport UN 2809

14.2 Proper shipping name

MERCURY Not permitted for transport

14.3 Class

8 (6.1)

Inland waterway transport (ADN) Not relevant Air transport (IATA) 14.1 UN number

UN 2809


MERCURY

14.3 Class

8 (6.1)

14.4 Packing group

III

14.5 Environmentally hazardous

yes

14.6 Special precautions for user

yes Not permitted for transport

Sea transport (IMDG) 14.1 UN number

UN 2809


MERCURY

14.3 Class

8 (6.1)

14.4 Packing group

III

14.5 Environmentally hazardous

yes

14.6 Special precautions for user EmS

yes F-A S-B

14.7 Transport in bulk according to Annex II of MARPOL 73/78 and the IBC Code Not relevant SECTION 15. Regulatory information 15.1 Safety, health and environmental regulations/legislation specific for the substance or mixture

EU regulations


Page 10 of 13

SAFETY DATA SHEET according to Regulation (EC) No. 1907/2006 Catalogue No. Product name Major Accident Hazard Legislation

104404 Mercury 99.9999 Suprapur® 96/82/EC Very toxic 1 Quantity 1: 5 t Quantity 2: 20 t 96/82/EC Dangerous for the environment 9a Quantity 1: 100 t Quantity 2: 200 t

Occupational restrictions

Take note of Dir 94/33/EC on the protection of young people at work. Observe work restrictions regarding maternity protection in accordance to Dir 92/85/EEC or stricter national regulations where applicable.

Regulation (EC) No 1005/2009 on substances that deplete the ozone layer

not regulated

Regulation (EC) No 850/2004 of the European Parliament and of the Council of 29 April 2004 on persistent organic pollutants and amending Directive 79/117/EEC

not regulated

Regulation (EC) No 689/2008 concerning the export The following ingredients are regulated and import of dangerous chemicals under Regulation (EC) No 689/2008 Contains: mercury Substances of very high concern (SVHC)

National legislation Storage class

This product does not contain substances of very high concern according to Regulation (EC) No 1907/2006 (REACH), Article 57 above the respective regulatory concentration limit of ≥ 0.1 % (w/w).

6.1B

15.2 Chemical Safety Assessment For this product a chemical safety assessment was not carried out.


Page 11 of 13



SECTION 16. Other information Full text of H-Statements referred to under sections 2 and 3. H330 H360D H372

Fatal if inhaled. May damage the unborn child. Causes damage to organs through prolonged or repeated exposure. Very toxic to aquatic life. Very toxic to aquatic life with long lasting effects.

H400 H410

Full text of R-phrases referred to under sections 2 and 3 R26 R48/23

Very toxic by inhalation. Toxic: danger of serious damage to health by prolonged exposure through inhalation. Very toxic to aquatic organisms, may cause long-term adverse effects in the aquatic environment. May cause harm to the unborn child.

R50/53 R61

Training advice Provide adequate information, instruction and training for operators. Labelling (67/548/EEC or 1999/45/EC) T+ Very toxic Symbol(s) N Dangerous for the environment R-phrase(s) 61-26-48/23-50/53 May cause harm to the unborn child. Also very toxic by inhalation. Also toxic: danger of serious damage to health by prolonged exposure through inhalation. Very toxic to aquatic organisms, may cause long-term adverse effects in the aquatic environment. S-phrase(s) 53-45-60-61 Avoid exposure - obtain special instructions before use. In case of accident or if you feel unwell, seek medical advice immediately (show the label where possible). This material and its container must be disposed of as hazardous waste. Avoid release to the environment. Refer to special instructions/ Safety data sheets. Further information Restricted to professional users. EC-No.

231-106-7

Reduced labelling (≤125 ml) T+ Symbol(s) N R-phrase(s) 61-26-48/23

S-phrase(s)

53-45

EC Label Very toxic Dangerous for the environment May cause harm to the unborn child. Also very toxic by inhalation. Also toxic: danger of serious damage to health by prolonged exposure through inhalation. Avoid exposure - obtain special instructions before use. In case of accident or if you feel unwell, seek medical advice immediately (show the label where possible).

Key or legend to abbreviations and acronyms used in the safety data sheet Used abbreviations and acronyms can be looked up at www.wikipedia.org.


Page 12 of 13



The information contained herein is based on the present state of our knowledge. It characterises the product with regard to the appropriate safety precautions. It does not represent a guarantee of any properties of the product.


Page 13 of 13

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

volgens Verordening (EG) Nr. 1907/2006 Herzieningsdatum 04.11.2011

Versie 12.12

RUBRIEK 1. Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming 1.1 Productidentificatie Artikelnummer

104419

Produktnaam

Kwik(II)-chloride voor analyse EMSURE® Reag. Ph Eur, ACS

REACH registratienummer

Voor deze stof is geen registratienummer beschikbaar omdat op grond van artikel 2 van de REACH-verordening (EG) nr. 1907/2006 de stof of het geb ruik ervan is vrijgesteld van registratie, voor de jaarlijkse tonnage ge en registratie is vereist of omdat voor de registratie een latere regist ratiedatum geldt.

1.2 Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel en ontraden gebruik Geïdentificeerd gebruik

Reagens voor analyse Meer informatie over het gebruik vindt u op het portaal Merck Chemicals (www.merck-chemicals.com).

1.3 Details betreffende de verstrekker van het veiligheidsinformatieblad Firma Verantwoordelijke afdeling 1.4 Telefoonnummer voor noodgevallen

Merck KGaA * 64271 Darmstadt * Duitsland * tel.+49 6151 72-2440 EQ-RS * e-mail: [email protected] Merck KGaA * Darmstadt * Tel. +49 6151 722440* Fax +49 6151 727780

RUBRIEK 2. Identificatie van de gevaren 2.1 Indeling van de stof of het mengsel Indeling (VERORDENING (EG) Nr. 1272/2008) Mutageniteit in geslachtscellen, Categorie 2, H341 Giftigheid voor de voortplanting, Categorie 2, H361f Acute toxiciteit, Categorie 2, Oraal, H300 Specifieke doelorgaantoxiciteit - herhaalde blootstelling, Categorie 1, H372 Huidcorrosie/-irritatie, Categorie 1B, H314 Acute aquatische toxiciteit, Categorie 1, H400 Chronische aquatische toxiciteit, Categorie 1, H410 Voor de volledige text van H-zinnen zoals vermeld in deze rubriek, zie rubriek 16. Indeling (67/548/EEG of 1999/45/EG) Mut.Cat.3 Mutageen Categorie 3 Repr.Cat.3 Toxisch voor de voortplanting Categorie 3 T+ Zeer vergiftig C Bijtend T Vergiftig N Milieugevaarlijk

R68 R62 R28 R34 R48/24/25 R50/53

Voor de volledige tekst van de R-zinnen die worden genoemd in deze rubriek, zie rubriek 16.

De veiligheidsinformatiebladen van de catalogusartikelen staan ter beschikking op www.merck-chemicals.com

Pagina 1 van 12

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens Verordening (EG) Nr. 1907/2006 Artikelnummer Produktnaam

104419 Kwik(II)-chloride voor analyse EMSURE® Reag. Ph Eur, ACS

2.2 Etiketteringselementen Etikettering (VERORDENING (EG) Nr. 1272/2008)

Gevarenpictogrammen

Signaalwoord Gevaar

Gevarenaanduidingen

H341 Verdacht van het veroorzaken van genetische schade. H361f Wordt ervan verdacht de vruchtbaarheid te schaden. H300 Dodelijk bij inslikken. H372 Veroorzaakt schade aan organen bij langdurige of herhaalde blootstelling. H314 Veroorzaakt ernstige brandwonden en oogletsel. H410 Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.

Veiligheidsaanbevelingen

P281 De nodige persoonlijke beschermingsuitrusting gebruiken. P280 Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/ gelaatsbescherming dragen. P273 Voorkom lozing in het milieu. P301 + P330 + P331 NA INSLIKKEN: de mond spoelen - GEEN braken opwekken. P305 + P351 + P338 BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen. P309 + P310 NA blootstelling of bij onwel voelen: Onmiddellijk een ANTIGIFCENTRUM of een arts raadplegen. Gereduceerde kenmerking (≤125 ml)

Gevarenpictogrammen

Signaalwoord Gevaar

Gevarenaanduidingen

H341 Verdacht van het veroorzaken van genetische schade. H361f Wordt ervan verdacht de vruchtbaarheid te schaden. H300 Dodelijk bij inslikken. H372 Veroorzaakt schade aan organen bij langdurige of herhaalde blootstelling. H314 Veroorzaakt ernstige brandwonden en oogletsel.

Veiligheidsaanbevelingen

P281 De nodige persoonlijke beschermingsuitrusting gebruiken. P280 Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/ gelaatsbescherming dragen. P301 + P330 + P331 NA INSLIKKEN: de mond spoelen - GEEN braken opwekken. P305 + P351 + P338 BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen. P309 + P310 NA blootstelling of bij onwel voelen: Onmiddellijk een ANTIGIFCENTRUM of een arts raadplegen.

Indexnr.

080-010-00-X


Pagina 2 van 12



Etikettering (67/548/EEG of 1999/45/EG) T+ Zeer vergiftig Symbo(o)l(en) N Milieugevaarlijk R-zin(nen) 28-34-48/24/25-62- Zeer vergiftig bij opname door de mond. Veroorzaakt 68-50/53 brandwonden. Vergiftig: gevaar voor ernstige schade aan de gezondheid bij langdurige blootstelling bij aanraking met de huid en opname door de mond. Mogelijk gevaar voor verminderde vruchtbaarheid. Onherstelbare effecten zijn niet uitgesloten. Zeer vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. S-zin(nen) 26-36/37/39-45-60- Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water 61 afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen. Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen/het gezicht. Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen). Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren. Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidskaart. EG-Nr.

231-299-8

EG-etikettering

Gereduceerde kenmerking (≤125 ml) T+ Symbo(o)l(e N n) R-zin(nen) 28-34-48/24/25-62-68

S-zin(nen)

36/37/39-45-26

Zeer vergiftig Milieugevaarlijk Zeer vergiftig bij opname door de mond. Veroorzaakt brandwonden. Vergiftig: gevaar voor ernstige schade aan de gezondheid bij langdurige blootstelling bij aanraking met de huid en opname door de mond. Mogelijk gevaar voor verminderde vruchtbaarheid. Onherstelbare effecten zijn niet uitgesloten. Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen/het gezicht. Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen). Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

2.3 Andere gevaren Niets bekend. RUBRIEK 3. Samenstelling en informatie over de bestanddelen Formule

HgCl₂

Cl₂Hg (Hill)

CAS-Nr.

7487-94-7

Indexnr.

080-010-00-X

EG-Nr.

231-299-8

Mol massa

271,5 g/mol

Gevaarlijke bestanddelen (VERORDENING (EG) Nr. 1272/2008)

Chemische naam (Concentratie) CAS-Nr.

EG-Nr. / Registratienummer

Kwikdichloride (<= 100 % )

7487-94-7

231-299-8 / *)

Indexnr.

Indeling

080-010-00-X Mutageniteit in geslachtscellen, Categorie 2, H341 Giftigheid voor de voortplanting, Categorie 2,


Pagina 3 van 12


104419 Kwik(II)-chloride voor analyse EMSURE® Reag. Ph Eur, ACS H361f Acute toxiciteit, Categorie 2, H300 Specifieke doelorgaantoxiciteit - herhaalde blootstelling, Categorie 1, H372 Huidcorrosie/-irritatie, Categorie 1B, H314 Acute aquatische toxiciteit, Categorie 1, H400 Chronische aquatische toxiciteit, Categorie 1, H410

*) Voor deze stof is geen registratienummer beschikbaar omdat op grond van artikel 2 van de REACH-verordening (EG) nr. 1907/2006 de stof of het geb ruik ervan is vrijgesteld van registratie, voor de jaarlijkse tonnage ge en registratie is vereist of omdat voor de registratie een latere regist ratiedatum geldt.

Voor de volledige text van H-zinnen zoals vermeld in deze rubriek, zie rubriek 16. Gevaarlijke bestanddelen (1999/45/EG)

Chemische naam (Concentratie) CAS-Nr.

EG-Nr.

Kwikdichloride (<= 100 % ) 7487-94-7

231-299-8

Indexnr.

Indeling

080-010-00-X Mut.Cat.3; R68 Repr.Cat.3; R62 T+, Zeer vergiftig; R28 C, Bijtend; R34 T, Vergiftig; R48/24/25 N, Milieugevaarlijk; R50-53

Voor de volledige tekst van de R-zinnen die worden genoemd in deze rubriek, zie rubriek 16. RUBRIEK 4. Eerstehulpmaatregelen 4.1 Beschrijving van de eerstehulpmaatregelen

Algemeen advies

EHBO'ers moeten zichzelf beschermen. Na inademen: frisse lucht. Direct een arts waarschuwen. Na huidcontact: met ruim water afspoelen. Deppen met polyethyleenglycol 400. Verontreinigde kleding meteen uittrekken. Onmiddellijk een arts waarschuwen. Na oog contact: uitspoelen met ruim voldoende water. Onmiddellijk een oogarts raadplegen. Na inslikken: slachtoffer water laten drinken (niet meer dan twee glazen). Onmiddellijk een arts raadplegen. Alleen in uitzonderlijke gevallen, wanneer geen medische hulp beschikbaar is binnen één uur, braken opwekken (alleen bij personen die wakker en volledig bij bewustzijn zijn), actieve kool (20 tot 40@g in suspensie van 10%) toedienen en zo snel mogelijk een arts raadplegen. Niet proberen te neutraliseren.

4.2 Belangrijkste acute en uitgestelde symptomen en effecten Irritatie en corrosie, Hoesten, Kortademigheid Gevaar voor blindheid!


Pagina 4 van 12



Kwikverbindingen zijn toxisch voor cellen en protoplasma. Symptomen van intoxicatie: acuut: contact met de ogen veroorzaakt ernstige lesies. Na ingestie en inhalatie van stofdeeltjes treedt beschadiging van de slijmvliezen van maagdarmkanaal en luchtwegen op (metaalsmaak, misselijkheid, braken, buikpijn, bloederige diarree, darmwandcorrosies, glottisoedeem, aspiratiepneumonie); bloeddrukdaling, hartritmestoornissen, collaps van de bloedsomloop en nierfalen. Chronisch: ontstekingen in de mondholte met tanduitval en kwikzoom. De belangrijkste symptomen doen zich voor in het czs (spraak-, gezichts-, gehoors-, sensibiliteitsstoornissen, geheugenverlies, prikkelbaarheid, hallucinaties, delirium e.d.). 4.3 Vermelding van de vereiste onmiddellijke medische verzorging en speciale behandeling Geen gegevens beschikbaar. RUBRIEK 5. Brandbestrijdingsmaatregelen 5.1 Blusmiddelen

Geschikte blusmiddelen

Gebruik blusmiddelen die geschikt zijn voor de plaatselijke omstandigheden en de omgeving.

Ongeschikte blusmiddelen

Voor deze stof / dit mengsel gelden geen beperkingen voor blusmiddelen.

5.2 Speciale gevaren die door de stof of het mengsel worden veroorzaakt Niet brandbaar. Door brand in de omgeving is het onstaan van gevaarlijke dampen mogelijk. Bij brand kunnen vrijkomen: Kwikdampen, Chloorwaterstofgas 5.3 Advies voor brandweerlieden

Speciale beschermende uitrusting voor brandweerlieden

Blijf niet in de gevarenzone zonder beademingsapparatuur die onafhankelijk is van de omgevingslucht. Om huidcontact te vermijden, houd een veilige afstand en draag geschikte beschermende kleding.

Nadere informatie

Onderdruk (neerslaan) gassen/dampen/nevels met een watersproeistraal. Voorkom dat bluswater oppervlaktewater of grondwatersystemen kan verontreinigen.

RUBRIEK 6. Maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof of het mengsel 6.1 Persoonlijke voorzorgsmaatregelen, beschermde uitrusting en noodprocedures Advies voor niet-hulpverleners Stofentwikkeling en inhalatie van stof(deeltjes) onder alle omstandigheden vermijden. Vermijd contact met de stof. Zorg voor voldoende ventilatie. Gevarenzone ontruimen, noodprocedures volgen, een deskundige raadplegen. Advies voor de hulpdiensten: Voor beschermingsmiddelen zie paragraaf 13. 6.2 Milieuvoorzorgsmaatregelen Afval niet in de gootsteen werpen. 6.3 Insluitings- en reinigingsmethoden en -materiaal Afvoerkanalen afdekken. Gemorst materiaal verzamelen, binden en afpompen . Neem de mogelijke materiaalbeperkingen in acht (zie de paragrafen 7.2 en 10.5). Droog opnemen. Ter afvalverwerking aanbieden. Vervuild oppervlak schoonmaken. Vorming van stof vermijden. 6.4 Verwijzing naar andere rubrieken De veiligheidsinformatiebladen van de catalogusartikelen staan ter beschikking op www.merck-chemicals.com

Pagina 5 van 12



Voor indicaties voor afvalzuivering zie paragraaf 13. RUBRIEK 7. Hantering en opslag 7.1 Voorzorgsmaatregelen voor het veilig hanteren van de stof of het mengsel Werk onder afzuiging. Stof niet inademen. Voorzorgsmaatregelen op het etiket naleven. 7.2 Voorwaarden voor een veilige opslag, met inbegrip van incompatibele producten Goed afgesloten. Droog. Beschermd tegen licht. Op een goed geventileerde plaats bewaren. Achter slot bewaren of in een ruimte die alleen toegankelijk is voor vakbekwame of geautoriseerde personen. Opslagtemperatuur: zonder beperking 7.3 Specifiek eindgebruik Naast het gebruik dat is beschreven in paragraaf 1.2 zijn geen andere ge bruikswijzen voorzien. RUBRIEK 8. Maatregelen ter beheersing van blootstelling/persoonlijke bescherming 8.1 Controleparameters Bestanddelen met grenswaarden voor de werkplek

Bestanddelen Basis

Waarde

Grenswaarden Opmerkingen

Kwikdichloride (7487-94-7) HMAC

Time Weighted Average (TWA):

0,02 mg/m³

Aanbevolen waarnemingsprocedures Methoden voor de meting van de atmosfeer op de werkplek moeten voldoen a an de vereisten in de normen DIN EN 482 en DIN EN 689. 8.2 Maatregelen ter beheersing van blootstelling Technische maatregelen Technische maatregelen en geschikte werkprocedures zouden prioriteit moe ten hebben boven het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Zie paragraaf 7.1. Individuele beschermingsmaatregelen Het soort lichaamsbescherming moet al naargelang van de concentratie en de hoeveelheid gevaarlijke stoffen op de werkplek gekozen worden. De chemische weerstand van de bescherming moet met de leverancier geregeld worden.

Hygiënische maatregelen

Verontreinigde kleding meteen vervangen. Gebruik huidbeschermende crème. Na het werken met de stof handen en gezicht wassen.

Bescherming van de ogen / het gezicht Nauw aansluitende veiligheidsstofbril

Bescherming van de handen volledig contact:

Handschoenenmateriaal Nitrilrubber : Handschoendikte: 0,11 mm Penetratietijd: > 480 min


Pagina 6 van 12

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens Verordening (EG) Nr. 1907/2006 Artikelnummer Produktnaam spat contact:


Handschoenenmateriaal Nitrilrubber : Handschoendikte: 0,11 mm Penetratietijd: > 480 min

De te gebruiken beschermende handschoenen, moeten voldoen aan de specificaties van EG regeling 89/686/EEG en de daaruit voortkomende norm EN374, bij voorbeeld KCL 741 Dermatril® L (volledig contact), KCL 741 Dermatril® L (spat contact). De bovengenoemde doorbraak tijden, werden met materiaalproeven van de aanbevolen handschoenen door KCL in laboratoriummetingen vlgs. EN374 onderzocht. Deze aanbeveling heeft alleen betrekking op het in het veilgheidsinformatieblad genoemde product, voor de door ons aangegeven toepassingen. Wanneer het middel wordt opgelost in, of vermengd met andere substanties, onder andere condities dan vermeld in EN374 neemt u dan svp contact op met de leverancier van de CE-goedgekeurde handschoenen (b.v. KCL GmbH, D-36124 Eichenzell, Internet: www.kcl.de).

Overige beschermingsmiddelen beschermende kleding

Bescherming van de ademhalingswegen

nodig indien stofvorming plaatsvindt. Aanbevolen filtertype: combinatiefilter Hg-P3 De ondernemer moet er voor zorgen dat onderhoud, reiniging en beproeving van adembeschermingstoestellen worden uitgevoerd volgens de voorschriften van de leverancier. Deze maatregelen moeten uitvoerig zijn gedocumenteerd.

Beheersing van milieublootstelling Afval niet in de gootsteen werpen. RUBRIEK 9. Fysische en chemische eigenschappen 9.1 Informatie over fysische en chemische basiseigenschappen Vorm

vast

Kleur

wit

Geur

reukloos

Geurdrempelwaarde

Geen gegevens beschikbaar.

pH

3,2 bij 15 g/l

Smeltpunt

280,7 °C

Kookpunt/kooktraject

302 °C bij 1.013 hPa (gesublimeerd)

Vlampunt

niet van toepassing

Verdampingssnelheid


Ontvlambaarheid (vast, gas)



Pagina 7 van 12



Onderste explosiegrens

niet van toepassing

Bovenste explosiegrens

niet van toepassing

Dampspanning

0,0001 hPa bij 20 °C ca.0,1 hPa bij 100 °C

Relatieve dampdichtheid


Relatieve dichtheid

5,44 g/cm³ bij 20 °C

Oplosbaarheid in water

74 g/l bij 20 °C 550 g/l bij 100 °C

Verdelingscoëfficiënt noctanol/water Zelfontbrandingstemperatuur

Geen gegevens beschikbaar. Geen gegevens beschikbaar.

Ontledingstemperatuur


Viscositeit, dynamisch


Ontploffingseigenschappen

Niet geclassificeerd als explosief

Oxiderende eigenschappen

geen

9.2 Andere gegevens Ontstekingstemperatuur

niet van toepassing

Bulk soortelijk gewicht

ca.2.000 kg/m³

RUBRIEK 10. Stabiliteit en reactiviteit 10.1 Reactiviteit Zie paragraaf 10.3. 10.2 Chemische stabiliteit Lichtovergevoeligheid 10.3 Mogelijke gevaarlijke reacties Gevaar voor ontploffing met: Fluor, Alkalimetalen, hydrazine en derivaten Exotherme reactie met: Sterke basen, Sterke oxidatiemiddelen 10.4 Te vermijden omstandigheden De veiligheidsinformatiebladen van de catalogusartikelen staan ter beschikking op www.merck-chemicals.com

Pagina 8 van 12



geen informatie beschikbaar 10.5 Chemisch op elkaar inwerkende materialen Lood, Koper, Lichte metalen, zilver, Zink, Tin 10.6 Gevaarlijke ontledingsproducten bij brand: Zie hoofdstuk 5. RUBRIEK 11. Toxicologische informatie 11.1 Informatie over toxicologische effecten

Acute orale toxiciteit

LDLO humaan: 29 mg/kg (Lit.) Verschijnselen: Bij inslikken, ernstige brandwonden aan mond en keel, als ook gevaar voor perforatie van de slokdarm en de maag. LD50 rat: 1 mg/kg (RTECS) resorptie

Acute toxiciteit bij inademing Verschijnselen: slijmvliesirritaties, Hoesten, Kortademigheid, Mogelijke schade:, schade aan de ademhalingsorganen

Acute dermale toxiciteit

LD50 konijn: 41 mg/kg (RTECS) resorptie

Huidirritatie

konijn Resultaat: Veroorzaakt brandwonden. (RTECS) Veroorzaakt brandwonden.

Oogirritatie

konijn Resultaat: Veroorzaakt brandwonden. (RTECS) Veroorzaakt ernstig oogletsel. Gevaar voor blindheid!

Genotoxiciteit in vitro

Mutageniteit (zoogdier cel test): micronucleus. Resultaat: positief (RTECS) Ames-test Salmonella typhimurium Resultaat: positief (RTECS)

CMR-effecten

Mutageniteit: Verdacht van het veroorzaken van genetische schade. Giftigheid voor de voortplanting: Wordt ervan verdacht de vruchtbaarheid te schaden.


Pagina 9 van 12



Specifieke doelorgaantoxiciteit - eenmalige blootstelling

De stof of het mengsel is niet geclassificeerd als specifiek doelorgaangiftig, enkelvoudige blootstelling.

Specifieke doelorgaantoxiciteit - herhaalde blootstelling

Veroorzaakt schade aan organen bij langdurige of herhaalde blootstelling.

Gevaar bij inademing

Aan de criteria voor classificatie wordt niet voldaan voor wat betreft de beschikbare gegevens.

11.2 Nadere informatie Na opname: Kwikverbindingen zijn toxisch voor cellen en protoplasma. Symptomen van intoxicatie: acuut: contact met de ogen veroorzaakt ernstige lesies. Na ingestie en inhalatie van stofdeeltjes treedt beschadiging van de slijmvliezen van maagdarmkanaal en luchtwegen op (metaalsmaak, misselijkheid, braken, buikpijn, bloederige diarree, darmwandcorrosies, glottisoedeem, aspiratiepneumonie); bloeddrukdaling, hartritmestoornissen, collaps van de bloedsomloop en nierfalen. Chronisch: ontstekingen in de mondholte met tanduitval en kwikzoom. De belangrijkste symptomen doen zich voor in het czs (spraak-, gezichts-, gehoors-, sensibiliteitsstoornissen, geheugenverlies, prikkelbaarheid, hallucinaties, delirium e.d.). Verdere informatie: Deze stof dient met bijzondere voorzichtigheid behandeld te worden. RUBRIEK 12. Ecologische informatie 12.1 Toxiciteit

Toxiciteit voor dafnia's en andere ongewervelde waterdieren.

EC50 Daphnia magna (grote watervlo): 0,003 mg/l; 48 h (HSDB)

Toxiciteit voor bacteriën

EC5 Pseudomonas putida: 0,01 mg/l; 16 h (Lit.)

12.2 Persistentie en afbreekbaarheid Geen gegevens beschikbaar. 12.3 Bioaccumulatie Geen gegevens beschikbaar. 12.4 Mobiliteit in de bodem Geen gegevens beschikbaar. 12.5 Resultaten van PBT- en zPzB-beoordeling Chemische veiligheidsanalyse niet verplicht / niet uitgevoerd, daarom oo k geen PBT-/zPzBanalyse uitgevoerd. 12.6 Andere schadelijke effecten

Aanvullende ecologische informatie

Afvoer in het milieu moet worden voorkomen.


Pagina 10 van 12



RUBRIEK 13. Instructies voor verwijdering

Afvalverwerkingsmethoden

Afvalmateriaal moet worden afgevoerd in overeenstemming met de afvalrich tlijn 2008/98/EG en overige nationale en plaatselijke wet- en regelgevin g. Bewaar chemische stoffen in de originele verpakking en zorg ervoor da t deze niet worden gemengd met ander afval. Behandel niet gereinigde ver pakkingen op dezelfde wijze als het product zelf. Onder www.retrologistik.com vindt u meer informatie over processen voor het retourneren van chemische stoffen en verpakkingen. Wanneer u nog vra gen hebt kunt u ook contact met ons opnemen.

RUBRIEK 14. Informatie met betrekking tot het vervoer ADR/RID UN 1624 Kwik(II)chloride, 6.1, II Milieugevaarlijk ja IATA UN 1624 MERCURIC CHLORIDE, 6.1, II Environmentally hazardous yes IMDG UN 1624 MERCURIC CHLORIDE, 6.1, II EMS F-A S-A Marine pollutant yes De transportvoorschriften ADR/RID, IATA - DGR, IMDG -Code zijn geciteerd naar de internationale regelgevingen en in de vorm zoals deze in Duitsland van toepassing is. Mogelijke afwijkingen in andere landen zijn hierin niet verwerkt.

RUBRIEK 15. Regelgeving 15.1 Specifieke veiligheids-, gezondheids- en milieureglementen en -wetgeving voor de stof of het mengsel

EU-regelgeving

Wetgeving over gevaar bij zware ongevallen

96/82/EC Zeer vergiftig 1 Hoeveelheid 1: 5 t Hoeveelheid 2: 20 t 96/82/EC Milieugevaarlijk 9a Hoeveelheid 1: 100 t Hoeveelheid 2: 200 t

Beroepsmatige beperkingen

Nationale wetgeving Opslagklasse

Neem nota van Richtlijn 94/33/EG voor de bescherming van jonge mensen op de werkplek. Neem nota van Richtlijn 92/85/EEG voor de veiligheid en gezondheid van zwangere werkneemsters op de werkplek. 6.1B


Pagina 11 van 12



15.2 Chemischeveiligheidsbeoordeling Voor dit product is er geen chemische veiligheidsanalyse uitgevoerd. RUBRIEK 16. Overige informatie Volledige tekst van H-zinnen zoals vermeld in paragraaf 2 en 3. H300 H314 H341 H361f H372 H400 H410

Dodelijk bij inslikken. Veroorzaakt ernstige brandwonden en oogletsel. Verdacht van het veroorzaken van genetische schade. Wordt ervan verdacht de vruchtbaarheid te schaden. Veroorzaakt schade aan organen bij langdurige of herhaalde blootstelling. Zeer giftig voor in het water levende organismen. Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.

Volledige tekst van R-zinnen waarnaar in rubrieken 2 en 3 wordt verwezen R28 R34 R48/24/25 R50 R50/53 R53 R62 R68

Zeer vergiftig bij opname door de mond. Veroorzaakt brandwonden. Vergiftig: gevaar voor ernstige schade aan de gezondheid bij langdurige blootstelling bij aanraking met de huid en opname door de mond. Zeer vergiftig voor in het water levende organismen. Zeer vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Mogelijk gevaar voor verminderde vruchtbaarheid. Onherstelbare effecten zijn niet uitgesloten.

Opleidingsadviezen Zorg voor goede informatie, instructie en training voor de gebruikers. Een verklarende lijst van de afkortingen en acroniemen die in het veiligheidsinformatieblad worden gebruikt U kunt de gebruikte afkortingen en acroniemen opzoeken onder www.wikipedia.org. Plaatselijke vertegenwoordiging Merck BV * Postbus 75768 * NL- 1118 ZX Schiphol * Tel: +31(0)20 658 2883 * Fax: +31(0)20 658 0557 De informatie is gebaseerd op de huidige beschikbare gegevens. Het beschrijft het produkt met betrekking tot de geschikte veiligheidsvoorzorgsmaatregelen. Het kan niet de eigenschappen van het produkt garanderen.


Pagina 12 van 12

VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN

Recommend Documents