KANTOOR GENT Kortrijksesteenweg 1144 A - 9051 Sint-Denijs-Westrem - België Tel 09/240.09.11 – Fax 09/240.09.00 E-mail:
[email protected] www.technum.be
Vlaamse Overheid Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust Afdeling Kust Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN C B A versie
03/06/2015 datum
Wijzigingen Eerste versie wijziging
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
1 / 110
Inhoud van het veiligheids- en gezondheidsplan
HOOFDSTUK I: WETTELIJK KADER ............................................................................. 4 1. Inleiding ............................................................................................................ 4 2. Na te leven procedures bij het hanteren van het V&G-plan .................... 5 3. Postinterventiedossier .................................................................................... 6 4. Coördinatiestructuur ....................................................................................... 6 HOOFDSTUK II: HET VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN ................................. 7 1. Toepassingsgebied .......................................................................................... 7 1.1 Uitvoeringsplaats ............................................................................................. 7 1.2 Beschrijving van de te realiseren werken .................................................... 9 1.3 Ontwerpplannen .............................................................................................. 9 1.4 Kritieke fasen (risicovolle werken)................................................................ 9 2. Planning en uitvoeringsgegevens ............................................................... 10 3. Betrokken partijen/ personen...................................................................... 10 3.1 Directe betrokken partijen ........................................................................... 10 3.1 Indirect betrokken partijen .......................................................................... 13 3.2 Nutsmaatschappijen ..................................................................................... 14 3.3 Taken en verantwoordelijkheden tussenkomende partijen .................... 14 3.4 Interventiediensten ....................................................................................... 14 4. Van toepassing zijnde wetten, normen en bepalingen (niet limitatief) 15 4.1 Gebruik der talen........................................................................................... 16 5. Resultaten van de risicoanalyse .................................................................. 16 6. Preventiemaatregelen ................................................................................... 17 6.1 Specifieke preventiemaatregelen m.b.t. werken met verhoogd risico .. 17 6.2 Ergonomische beschouwingen .................................................................... 23 6.3 Het bouwplaatsreglement ............................................................................ 25 6.4 Bijkomende veiligheidsvoorwaarden .......................................................... 26 6.5 Instructies en werfprocedures .................................................................... 31 7. Gevraagde informatie aan de aannemers en zelfstandigen ................... 39 7.1 Gevraagde informatie aan de bouwdirecties belast met de uitvoering vóór gunning van de opdracht (toe te voegen bij hun aanbieding als basis voor de evaluatieopdracht van de coördinator ontwerp; cfr K.B. 19/01/2005, art. 30). .................................................................................... 39 7.2 Gevraagde informatie aan de bouwdirecties belast met de uitvoering bij/na gunning van de opdracht.................................................................. 39 7.3 Gevraagde informatie aan de (onder-)aannemers en zelfstandigen .... 40 HOOFDSTUK III: BIJLAGEN .......................................................................................... 41
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
3 / 110
HOOFDSTUK I: WETTELIJK KADER 1. Inleiding Dit document vormt het veiligheids- en gezondheidsplan (VGP) conform het K.B. van 19/01/2005 betreffende de Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen, en later wijzigingen of aanvullingen, en werd specifiek opgemaakt voor de fase: ONTWERP Het veiligheids- en gezondheidsplan is het document of het geheel van documenten waarvan de inhoud beantwoordt aan bijlage I, deel A, van het K.B. van 19/01/2005, en latere wijzigingen of aanvullingen, en dat op basis van de risicoanalyses vastgestelde preventiemaatregelen bevat ter voorkoming van de risico’s waaraan de werknemers kunnen blootgesteld worden als gevolg van: 1. de aard van het bouwwerk; 2. de wederzijdse inwerking van activiteiten van de diverse tussenkomende partijen die tegelijkertijd op de tijdelijke en mobiele bouwplaats aanwezig zijn; 3. de opeenvolging van activiteiten van diverse tussenkomende partijen op een tijdelijke of mobiele bouwplaats wanneer een tussenkomst, na het beëindigen ervan, risico’s laat bestaan voor de andere tussenkomende partijen die later zullen tussenkomen; 4. de wederzijdse inwerking van alle installaties of alle andere activiteiten op of in de nabijheid van de site waar de tijdelijke of mobiele bouwplaats is gevestigd, inzonderheid: a. het openbaar of privaat goederen- of personenvervoer, b. het aanvatten of de voortzetting van het gebruik van een gebouw, c.
de voortzetting van het gebruik van een gebouw;
d. de voortzetting van eender welke exploitatie; 5. de uitvoering van mogelijke latere werkzaamheden aan het bouwwerk. Het veiligheids- en gezondheidsplan wordt verder kortweg het “VGP” of “V&G plan” genoemd.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
4 / 110
2. Na te leven procedures bij het hanteren van het V&G-plan Onderhavig VGP werd opgesteld door de coördinator ONTWERP en bevat de werfinstructies en richtlijnen voor een veilige en gezonde uitvoering van de werf, rekening houdend met de specifieke parameters van het project. De veiligheidscoördinator ONTWERP stelt het V&GP initieel op en past het aan, aan iedere wijziging aangebracht aan het ontwerp. Het V&GP ONTWERP verwezenlijking i.f.v.:
wordt
aangepast
en
aangevuld
door
de
veiligheidscoördinator-
-
In voorkomend geval, de wijzigingen in verband met de uitvoeringsmodaliteiten, overeengekomen tussen de tussenkomende partijen, waarvan de weerslag op het welzijn bij het werk dezelfde waarborgen biedt als de oorspronkelijk in het plan voorziene uitvoeringsmodaliteiten;
-
In voorkomend geval, de opmerkingen van de tussenkomende partijen aan wie de elementen uit het VGP, die hen aanbelangen, zijn overgemaakt;
-
De stand der werken;
-
Het identificeren van onvoorziene risico’s of onvoldoende onderkende gevaren;
-
Het optreden of het vertrek van tussenkomende partijen;
-
Eventueel aan het ontwerp of de werken aangebrachte wijzigingen.
Op basis van het onderhavig VGP ONTWERP stelt iedere (onder)aannemer, vóór de start van de uitvoering, zijn eigen VGP op met risico-evaluaties die betrekking hebben op:
Het
-
de door hem uit te voeren werkzaamheden EN
-
zijn activiteiten die invloed kunnen hebben op de andere aannemers. VGP
dient
te
worden
voorgelegd
aan
de
veiligheidscoördinator.
De
coördinator
VERWEZENLIJKING kijkt de risico-evaluaties na en stemt ze af. De door de aannemers opgestelde interne werfreglementen moeten steeds aansluiten bij wat in het bijzonder bestek en in het VGP is voorgeschreven. Het is onontbeerlijk dat de hoofdaannemer een VGP samenstelt voor zijn onderaannemers waarin de te respecteren V&G-regels worden samengevat die eigen zijn aan de werf. Ten aanzien van zijn werknemers en die van zijn onderaannemers, alsook van bezoekers maakt de hoofdaannemer een samenvattend document op waarin gewezen op het belang van de te respecteren richtlijnen inzake specifieke werftoestanden die kaderen in het V&G-beleid (vbn.: directieorganogram, het bouwplaatsreglement, procedures, noodnummers, omgaan met gevaarlijke producten, …). Op vraag van de opdrachtgever of van de coördinator VERWEZENLIJKING, moet iedere werkgever het bewijs leveren dat zijn werknemers en die van zijn onderaannemers behoorlijk en tijdig voorgelicht werden conform de specifieke V&G-plannen die hen aanbelangen. De manier en de grondigheid van de voorlichting van de werknemers en de onderaannemers inzake het te voeren V&G-beleid moeten door de aannemer worden beschreven in het VGP. De bijzondere risico’s dienen te worden opgenomen in de risicoanalyses.
!
T.a.v. de (ONDER-)AANNEMERS: De aannemer stelt een specifiek VGP (geen kopie van een type-VGP) op voor de start van de werken en legt dit voor aan de veiligheidscoördinator ter goedkeuring; Het interne werfreglement dient specifiek voor de werf te worden opgesteld en conform te zijn met het VGP ONTWERP en mag aldus geen tegenstrijdigheden bevatten. De aannemer stelt een samenvattend document op met te respecteren
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
5 / 110
richtlijnen op de werf t.a.v. zijn werknemers en die van de onderaannemers en de bezoekers. De aannemer verzekert dat zijn werknemers en die van zijn onderaannemer een periodieke voorlichting krijgen m.b.t. het VGP. De voorlichtingswijze en periodiciteit dienen opgenomen te worden in het VGP. Deze maatregelen gelden tevens voor ZELFSTANDIGEN die aanwezig zijn op de werf!
!
De AANNEMER stelt steeds alle nodige informatie ter beschikking van de veiligheidscoördinatie (zie Hoofdstuk II, punt 8). De verschillende aannemers moeten de documenten of kopies ervan die hun werkzaamheden en installaties aanbelangen spontaan en tijdig overhandigen aan de coördinator-verwezenlijking zodat deze laatste het coördinatiedagboek doeltreffend kan beheren.
3. Postinterventiedossier Voor de opmaak van het postinterventiedossier dienen volgende zaken worden aangeleverd:
!
-
Stabiliteitstudies (berekeningsnota’s, bekistingsplannen, wapeningsplannen, legplannen, detailplannen,…
-
Plannen van aangelegde of ingewerkte nutsleidingen en foto’s ter verduidelijking
-
Asbuiltplannen
-
Informatie en handleidingen over de technische installaties
-
Technische fiches van de gehanteerde materialen
Het is de PLICHT van ALLE TUSSENKOMENDE PARTIJEN om tijdens de verwezenlijking van het project alle relevante gegevens die in het postinterventiedossier opgenomen moeten worden, te verzamelen en/of op te tekenen en ter beschikking te stellen van de veiligheidscoördinatorverwezenlijking.
4. Coördinatiestructuur VERPLICHT Het oprichten van een coördinatiestructuur is verplicht: Gezien de totaliteit van de werken het bedrag van 2 500 000 Euro (exclusief BTW en r.h.m. de prijzenindex – zie tevens punt 2.1, hoofdstuk I) overschrijdt, Gezien het vermoedelijk werkvolume meer dan 5000 mandagen bedraagt; EN er tenminste 3 aannemers gelijktijdig werken zullen uitvoeren. NIET VAN TOEPASSING De coördinatiestructuur is voor het betreffende dossier niet van toepassing.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
6 / 110
HOOFDSTUK II:
HET VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN
1. Toepassingsgebied Onderhavig VGP ONTWERP werd opgesteld specifiek voor de uitvoering van de volgende opdracht: Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied.
1.1
Uitvoeringsplaats
Het projectgebied kan globaal afgebakend worden als volgt: -
In het noorden: de laagwaterlijn op het strand
-
In het oosten: Het kanaal van Cadzand en de bestaande dijk
-
In het zuiden: een lijn 300 tot 400m ten noorden van en parallel met de Retranchementstraat
-
In het westen: een gedeelte van de Internationale Dijk en de Nieuwe Hazegraspolderdijk
Liggingsplan:
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
7 / 110
Overzichtsplan van het project:
Voor meer gedetailleerde informatie wordt verwezen naar de plannenbundel (zie plannummers op de tekening hierboven)
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
8 / 110
1.2
Beschrijving van de te realiseren werken
De werken omvatten hoofdzakelijk: -
Bouw van een primaire waterkering landinwaarts van het gebied
-
Het maken van bressen in de huidige primaire kering en bijkomend afgraven van de waterkering tot schor- of polderniveau
-
Het graven en/of dempen van kreekaanzetten en grachten
-
Het rooien van bomen en struiken
-
Het herprofileren en aanleggen van waterlopen
-
Het aanleggen van broedvogeleilanden, terpen, strandhaken,
-
Het opbreken van bestaande infrastructuur
-
Constructie van een pompgebouw
-
Aanleg van riolering, drainage en dienstwegen
-
Het aanleggen van een uitwateringsconstructie incl. de aanleg van een vistrap
-
Maatregelen m.b.t. natuurinrichting, ontsluiting en recreatie
-
Grondverzet
Er wordt verwezen naar de mogelijkheid tot gelijktijdige werken. Dit omvat oa: -
Werken aan waterlopen in de directe en ruime omgeving
-
Werken aan de zeewering i.c. strand- of vooroeversuppleties
-
Werken in het bestaande Zwin (o.a. onderhoudswerken)
-
Werken m.b.t. het natuurcentrum Zwin en aanhorigheden
-
Werken m.b.t. de elektromechanica van het pompgebouw
-
Werken m.b.t. de uitbouw van de jachthaven in Cadzand Bad
Met betrekking tot de werken aan de elektromechanica van het pompgebouw dient extra aandacht besteed aan de coactiviteit (zie verder in dit VGP) Een meer gedetailleerde beschrijving en de technische specificaties van het project zijn terug te vinden op de ontwerpplannen en het bijhorende bijzonder bestek waarvan dit V&G-plan een onderdeel van uit maakt.
1.3
Ontwerpplannen
Voor de plannen mbt de werken wordt verwezen naar de volledige plannenbundel.
1.4
Kritieke fasen (risicovolle werken)
De hierna volgende fasen voor de uitvoering van het bouwproject werden door de veiligheidscoördinator –ontwerp – na uitvoering van de risicoanalyses – als kritiek beschouwd inzake veiligheid en gezondheid en essentiële punten bij de beoordeling door de veiligheidscoördinator van het gevraagde document art 30 tweede lid 1° en 2° conform omzendbrief dd 27/12/2007: -
Het inrichten en afsluiten van de werkzone
-
Werken in sleuven
-
Werken in de nabijheid van nutsleidingen
-
Werken in de omgeving van bezoekers/wandelaars
-
Werken in de nabijheid van water (+ invloed getijdewerking)
-
Werken met valgevaar
-
Coactiviteit met de elektromechanica van het pompgebouw
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
9 / 110
2. Planning en uitvoeringsgegevens
Officiële aanvangsdatum van de werken:
Overeenkomstig administratieve bepalingen van het lastenboek
Voorziene uitvoeringstermijn:
36 maanden
Vermoedelijk maximum aantal werknemers die tegelijkertijd op de werf zullen tewerk gesteld worden:
Geschat op 30
Vermoedelijk maximum aantal werkgevers/ zelfstandigen die tegelijkertijd op de werf zullen tewerkgesteld worden:
Geschat op 5
3. Betrokken partijen/ personen 3.1
Directe betrokken partijen
Opdrachtgever
Naam:
Vlaamse Overheid – Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust – Afdeling Kust
Adres:
Vrijhavenstraat 3 – 8400 Oostende
Tel:
059/554.211
Fax:
059/507.037
Contact:
Elias Van Quickelborne
Functie:
Bouwdirectie belast met het ontwerp
E-mail:
[email protected]
Tel:
059/554.290
Naam:
TECHNUM N.V.
Adres:
Coveliersstraat 15 – 2600 Antwerpen
Tel:
03/270.92.92
Fax: Contact:
Katelijne Verhaegen / Cathy Boone
Functie:
Projectleiders
E-mail:
[email protected]
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
10 / 110
Bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering
Naam: Adres: Tel: Fax: Contact: Functie: E-mail:
Bouwdirectie belast met de uitvoering - Aannemer
Naam: Adres: Tel: Fax: Contact: Functie: E-mail:
Veiligheidscoördinator ONTWERP
Veiligheidscoördinator VERWEZENLIJKING
Naam:
TECHNUM N.V.
Adres:
Kortrijksesteenweg Westrem
Tel:
09/240.09.11
Fax:
09/240.09.00
Contact:
Jurgen Maheim
Functie:
Veiligheidscoördinator
E-mail:
[email protected]
1144
A
–
9051
Sint-Denijs-
Naam: Adres: Tel: Fax: Contact: Functie: E-mail:
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
11 / 110
Telkens een nieuwe aannemer of zelfstandige start moet deze het invulblad ‘Administratieve Gegevens Ondernemingen’ invullen (bijlage 5). Dit document moet aan de veiligheidscoördinator-verwezenlijking bezorgd worden vóór de werken starten!
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
12 / 110
3.1 Indirect betrokken partijen 3.1.1.
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (BE)
FOD belast met het Toezicht op het Welzijn op het Werk (Provincie WestVlaanderen)
Naam: Adres: Contact: Tel: Fax: E-mail: GSM
Fod Toezicht op het Welzijn op het Werk - Brugge Koning Albert I-laan 1/5 bus 5 – 8200 Brugge Pieter Bolle 050/44.20.20 050/44.20.29
[email protected]
FOD belast met het Toezicht op de Sociale Wetten (Alveringem, Beernem, Blankenberge, Brugge, Damme, Jabbeke, KnokkeHeist, Oostkamp, Torhout, Zedelgem en Zuienkerke Bredene, De Haan, De Panne, Diksmuide, Gistel, Houthulst, Ichtegem, Koekelare, Koksijde, Kortemark, Lo-Reninge, Middelkerke, Nieuwpoort, Oostende, Oudenburg en Veurne)
Naam: Adres: Contact: Tel: Fax: E-mail: GSM
Fod Toezicht op de sociale wetten – Brugge Koning Albert I-laan 1/5 bus 5 – 8200 Brugge Jan Debackere, Nancy Segers 050/44.20.30 050/44.20.39
[email protected]
3.1.2.
Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (NL)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
3.1.3.
Naam: Adres: Contact: Tel: Fax: E-mail: GSM
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Anna van Hannoverstraat 4 – 2595 BJ Den Haag +31 70 333 4444 +31 70 333 4400
Andere toezichthoudende instanties
N.A.V.B.
Milieu-inspectie (Provincie WestVlaanderen)
Naam: Adres: Contact: Tel: Fax: E-mail: GSM
N.A.V.B. Koningsstraat 132/4 – 1000 Brussel
Naam: Adres: Contact: Tel: Fax: E-mail: GSM
Milieu-inspectie West-Vlaanderen Koning Albert I-laan 1/2 bus 73 – 8200 Brugge
02/552 05 00 02/552 05 05
[email protected]
050/24.79.60 050/27.79.65
[email protected]
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
13 / 110
3.2
Nutsmaatschappijen
Belgacom
Naam: Adres: Contact: Tel: Fax: E-mail: GSM
Elektriciteit en Gas
Naam: Adres: Contact: Tel: Fax: E-mail: GSM
Watermaatschappij
Naam: Adres: Contact: Tel: Fax: E-mail: GSM
Riolering
Naam: Adres: Contact: Tel: Fax: E-mail: GSM
3.3
Taken en verantwoordelijkheden tussenkomende partijen
3.3.1.
Opdrachtgever
De opdrachtgever ziet erop toe dat de verschillende tussenkomende partijen samenwerken en hun activiteiten coördineren, teneinde aan de veiligheidscoördinator de bevoegdheid, de middelen en de informatie te verzekeren, nodig voor de goede uitvoering van zijn opdrachten.
3.3.2. Bouwdirectie belast met ontwerp en bouwdirectie belast met controle op de uitvoering (architectenbureau en/of studiebureau(‘s): Eén of meerdere natuurlijke personen die de opdracht van het ontwerpen en/of realiseren van een bepaald bouwwerk of gebouw begeleiden, opvolgen en coördineren op technisch vlak en hierbij ten overstaan van partijen optreedt in naam van de bouwheer. De leidende ingenieur wordt aangesteld door de opdrachtgever.
3.3.3.
Toezichter
Eén of meerdere natuurlijke personen die opdracht van het ontwerpen en/of realiseren van een bepaald bouwwerk of gebouw op de bouwplaats controleren op technisch vlak en hierbij rapporteert aan de leidend ingenieur en aan de opdrachtgever.
3.4
Interventiediensten
Zie bijlage 1, Noodoproepnummers. Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
14 / 110
4. Van toepassing zijnde wetten, normen en bepalingen (niet limitatief) -
Zie bouwvergunning, milieuvergunning en beschrijvende meetstaat
-
Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (BS 18/09/1996)
-
Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijk of mobile bouwplaatsen (BS 07/02/2001) en zijn wijzigingen
-
Koninklijk besluit 31/12/1992 betreffende het op de markt brengen van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s)
-
Koninklijk besluit van 22/06/1999 betreffende het op de markt brengen van apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (KB 06/12/2005) BS 25/09/1999
-
Koninklijk besluit van 11/03/2002 betreffende de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de werknemers tegen risico’s van chemische agentia op het werk (BS 14/03/2002, Ed 2°; erratum BS 26/06/2002, ed 2)
-
Koninklijk besluit van 12/08/1993 betreffende het manueel hanteren van lasten (BS 29/09/1993) en zijn wijzigingen
-
Koninklijk besluit van 22/04/2010 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico’s van kunstmatige optische straling op het werk (BS 06/05/2010)
-
Koninklijk besluit van 04/05/1999 betreffende het gebruik van mobiele arbeidsmiddelen (BS 04/06/1999) en zijn wijzigingen
-
Koninklijk besluit van 04/05/1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (BS 04/06/1999) en zijn wijzigingen
-
Koninklijk besluit van 12/08/1993 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen (BS 28/09/1993) en zijn wijzigingen
-
Koninklijk besluit van 13/03/1998 betreffende de opslag van zeer licht ontvlambare, licht ontvlambare, ontvlambare en brandbare vloeistoffen (BS 15/05/1998) en zijn wijzigingen
-
Koninklijk besluit van 13/03/2005 betreffende het beschermingsmiddelen (BS 14/07/2005) en zijn wijzigingen
-
Koninklijk besluit van 16/01/2006 betreffende de bescherming van d gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico’s van lawaai op het werk (BS 15/02/2006)
-
Koninklijk besluit van 17/06/1997 betreffende de veiligheids-en gezondheidssignalering op het werk (BS 19/09/1997) en zijn wijzigingen
-
Koninklijk besluit 23/10/2001 tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (asbest)
-
Koninklijk besluit van 04/08/1996 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s bij blootstelling aan biologische agentia op het werk en zijn wijzigingen
-
Koninklijk besluit van 07/07/2005 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico’s van mechanische trillingen op het werk (BS 14/07/2005)
-
Koninklijk besluit van 15/12/2010 tot vaststelling van maatregelen betreffende het welzijn op het werk van uitzendkrachten (BS 28/12/2010)
-
Koninklijk besluit van 28/08/2002 tot aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wet van 04/08/1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en de uitvoeringsbesluiten ervan (BS 18/09/2002)
-
Koninklijk besluit van 28/03/2007 betreffende de erkenning van de ondernemingen en werkgevers die sloop-en verwijderingswerkzaamheden uitvoeren waarbij belangrijke hoeveelheden asbest kunnen vrijkomen (BS 26/04/2007 editie 1) en hun wijzigingen
-
Koninklijk besluit van 31/08/2005 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte (BS 15/09/2005 errata 22/08/2006)
gebruik
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
van
persoonlijke
15 / 110
-
Koninklijk besluit 29/04/1999 betreffende de erkenning van externe diensten voor technische controles op de werkplaats (BS 02/09/1999) en hun wijzigingen
-
Koninklijk besluit van 06/07/2004 betreffende de werkkledij (BS 03/08/2004) en hun wijzigingen
-
ARAB titel I bis Art 28, titel III hoofdstuk II art 433 tem 468, titel II hoofdstuk I art 54 quater
-
Koninklijk besluit 04/12/2012 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen (BS 21/12/2012)
-
Koninklijk besluit 04/06/2012 betreffende de thermische omgevingsfactoren
-
De Europese Richtlijn 71/127/EEC, de voertuigen moeten uitgerust zijn met een zichtveldverbeterend systeem.
-
Codex over het welzijn op het werk.
-
Vlarem I en II (milieuwetgeving).
-
De Machinerichtlijn 98/37/EG zoals gewijzigd door 98/79/EG;
-
De Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG zoals gewijzigd door 93/68/EEG;
-
de EMC-richtlijn 89/336/EEG, zoals o.m. gewijzigd door 92/31/EEG en 93/68/EEG;
-
Omzendbrief 21-12-2007 bouwplaatsen
-
NBN B03-004 ‘Borstwering van gebouwen’
–
Overheidsopdrachten
–
art.30
Tijdelijke
of
mobiele
De equivalent aan hierboven regelgevingen toepasbaar op Nederlands grondgebied en deze vermeld in het bestek.
4.1
Gebruik der talen
In overeenstemming met de wetgeving zal voor de inschrijving en voor alle bijlagen het Nederlands gebruikt worden, met uitsluiting van iedere andere taal. Dientengevolge zal alle correspondentie eveneens in het Nederlands gevoerd worden. Bij het uitvoeren van de werken dienen, teneinde de werken op een veilige manier uit te voeren, de werklieden de Nederlandse taal (lezen, begrijpen en spreken) machtig te zijn, of permanent vergezeld te zijn door een verantwoordelijke die het Nederlands in die mate machtig is.
5. Resultaten van de risicoanalyse De risicoanalyses voor deze werf zijn opgenomen in bijlage 2 van dit V&G-plan. De huidige risicoinventarisatie en –analyse en de veiligheidsbeschouwingen zijn opgesteld, uitgaande van de beschikbare informatie en op basis van de uitgangspunten voor het opmaken van het lastenboek.
!
De risico-identificatielijst, opgenomen in bijlage 2, dient als basis voor de beschrijving van de werkwijze die de kandidaten dienen te volgen. De AANNEMER moet voor alle werken – ook al zijn de risico’s ervan niet opgenomen in het onderhavig V&G-plan – werken conform de geldende wetgevingen, i.h.b. cfr. het ARAB, de Codex en de Welzijnswet. Alle veiligheidsmaatregelen moeten ingecalculeerd zijn in de prijzen voor de uitvoering van de werken. De risico-inventarisatie moet beschouwd worden als vertrekbasis. Bij de start van de werken moeten deze risico’s en risicoanalyses verder gespecificeerd, aangevuld en aangepast worden in functie van de werkelijke uitvoering.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
16 / 110
De AANNEMER is verplicht vóór de aanvang van de werf een V&G-plan én signalisatieplan op te stellen, specifiek voor de werf. Dit V&G-plan en het signalisatieplan moet alle fases omvatten. Bovendien moet de AANNEMER bij elk technisch voorstel dat – cfr. het bestek – door hem moet worden voorgelegd, een V&G-plan bijvoegen. In dit plan moeten de veiligheidsmaatregelen die betrekking hebben op het desbetreffend voorstel, duidelijk en gedetailleerd worden weergegeven De werken voor het pompgemaal betreffen hier enkel de burgerlijke bouwkunde (enkel beton) en grondwerken. Leuningen, roosters, deuren, schrijnwerk, leidingen, kleppen ed. worden voorzien in een andere aanbesteding. Gezien deze werken niet perfect op elkaar aansluiten, dient de aannemer ervoor te zorgen dat putten, openingen,… afgeschermd worden en dat de site rond het pompgemaal ontoegankelijk is voor derden.
6. Preventiemaatregelen 6.1
Specifieke preventiemaatregelen m.b.t. werken met verhoogd risico
Algemene duiding van risicovolle werkzaamheden, vermeld in art. 26 §1 van het K.B. van 19/01/2005. Werkzaamheden waarbij werknemers worden blootgesteld aan gevaren van bedelving, wegzinken of vallen; Het graven van sleuven of putten van meer dan 1m 20 diepte en het werken aan of in deze putten (bij zeezand is de kritische diepte 80 cm);
De wanden van de uitgegraven gedeelten worden geschraagd door aan de aard van de grond en werk aangepaste steunen.
De ondersteuningswerken worden uitgevoerd door onderlegd personeel, onder toezicht van een verantwoordelijke.
De arbeiders die in de nabijheid van de uitgraafwerken arbeiden, mogen zich nooit de ene boven de andere bevinden.
Putten, sleuven en andere uitgravingen moeten steeds afgebakend worden tegen valgevaar.
De putten (of sleuven) dienen steeds vrij te zijn van water.
Bij uitgravingen dieper dan 1m50 moeten voldoende aantal ladders voorzien worden opdat het personeel de sleuf/put snel kan ontruimen.
De eventuele kraanmachinist dient te alle tijden visueel contact te hebben met de arbeiders beneden in de put of sleuf.
Graafwerken van meer dan 1m20 diep met een vermoedelijke duur een week of meer, worden min. 48 uur voor de aanvang meegedeeld aan de bevoegde directie van de Technische Inspectie van de Administratie van de Arbeidsveiligheid.
Werken in de onmiddellijke nabijheid van materialen zoals drijfzand of slib; Werken met een valgevaar van een hoogte van 5 m of meer. Werkzaamheden waarbij werknemers worden blootgesteld aan chemische of biologische agentia; Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
17 / 110
Werkzaamheden met ioniserende straling; Werkzaamheden in de nabijheid van laag- en hoogspanningsleidingen (of –kabels) of leidingen onder inwendige druk van 15 bar of meer;
Ondergrondse leidingen worden niet ondergraven.
Indien noodzakelijke dienen de leidingen te worden ondersteund.
Om beschadigingen aan de boven- en ondergrondse leidingen te voorkomen en de kans op elektrocutie tot een minimum te beperken, heeft de wetgever in het A.R.E.I. specifieke maatregelen opgenomen.
Werkzaamheden die de werknemers blootstelt aan een risico op verdrinking; Ondergrondse werken en tunnelwerken; Werkzaamheden met duikuitrusting; Werkzaamheden onder overdruk; Werkzaamheden waarbij springstoffen worden gebruikt; Werkzaamheden in verband met montage of demontage van geprefabriceerde elementen.
Andere uitgangspunten ter bevordering van de veiligheid: -
Elektrische kabels worden volgens goed vakmanschap opgehangen, elektriciteitskabels worden NIET overreden door werfvoertuigen, de verschillende kabels worden gemarkeerd met de naam van de eigenaar. Het gebruik van plakband om beschadigde kabels te herstellen is verboden.
-
Werfmateriaal wordt in gesloten containers ondergebracht, een plaats hiervoor wordt vastgelegd op het werfinrichtingsplan
-
Voorzieningen voor onderhoudswerkzaamheden in stadium van exploitatie die de veiligheid bevorderen, worden opgenomen in de planning
-
Alle aanwezige personen op de werf zijn duidelijk aannemer/onderaannemer ze behoren dmv kledij/stickers
-
De minimum veiligheidsmaatregelen zijn het gebruik van een veiligheidshelm, -schoeisel en fluovest
-
Ondergrondse leidingen worden niet ondergraven, indien dit toch het geval is worden deze ondersteund
-
Doorgangen zijn afgebakend en vrij van obstakels zoals oneffenheden, uitsteken voorwerpen,…
-
Het plaatsen van zware stukken, gebeurt door machinale manipulatie, dit beperkt de lichamelijke belasting door het tillen van zware lasten
-
Bijzondere veiligheidsmaatregelen in acht nemen voor werken in nabijheid van water (voorzien van reddingsboei en reddingsvesten, evacuatie mogelijkheden/uitrustingen)
-
Collectieve beveiligingen boven persoonlijke beveiligingen
-
Werfafsluiting te voorzien aan de toegangen (rondom werfinstallatie) + gebods- en verbodsborden
-
Het veiligheidsplan wordt aangepast cfr de uitvoeringsmethode
-
Verkeersplan en route voor transport grondverzet, rekening houden met kruisende voertuigen, zichtbaarheid, instabiliteit voertuigen
6.1.1.
identificeerbaar
tot
welke
Sloopwerkzaamheden
Activiteit De sloopwerkzaamheden bestaan uit het opbreken van verschillende soorten verhardingen, lijnvormige elementen, buizen en kokers, massieven, constructies, kleine kunstwerken, … Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
18 / 110
Risico’s Bij sloopwerkzaamheden staat men bloot aan de volgende risico’s: -
vallen van hoogte of in de diepte;
-
struikelen over afgebroken materiaal;
-
verbranding e.d. bij het oxy-acetyleenbranden;
-
knelling in cabine bij het machinaal afbreken;
-
lichamelijke letsels bij manueel afbreken;
-
hevige stofontwikkelingen;
-
elektrocutie als gevolg van bestaande nutsleidingen;
-
schade aan omgeving of verwondingen aan voorbijgangers ten gevolge van wegvliegend puin;
-
in contact komen met asbest of andere giftige stoffen (…
Algemene preventiemaatregelen -
afbakening van een ruime zone waarbinnen de opbraakwerken zullen plaatsvinden (= zone voor onbevoegden);
-
voor aanvang van de afbraakwerken zich ervan vergewissen of er zich nutsleidingen in de nabijheid bevinden;
-
werkzaamheden laten uitvoeren door onderlegd personeel;
-
gebruik maken van gepast materieel;
-
zorgen voor voldoende containers tijdens opbraak om onmiddellijk selectief te kunnen sorteren;
-
gevaarlijk afval op geschikte manier opbreken en afvoeren;
-
gedurende de opbraakwerken het gebouw licht benevelen met water ter voorkoming van stofontwikkeling;
-
tanks voor opslag van gevaarlijke stoffen voorafgaandelijk laten reinigen;
-
permanente aanwezigheid van blusmateriaal;
-
opmaak van een asbestinventarisatie overeenkomstig het KB van 16 mart 2006;
-
asbest laten verwijderen door gespecialiseerde firma/personeel; Voor asbest dienen zelfstandigen die eenvoudige handelingen uitvoeren ook te voldoen aan de wetgeving)
-
Op Nederlands grondgebied dient men te voldoen aan het asbestverwijderingsbesluit 2005
-
…
6.1.2.
Werken in en langs uitgravingen
Activiteit Tijdens de verschillende bouwactiviteiten is het noodzakelijk om werken beneden het normale maaiveldpeil uit te voeren: -
een fundering aanleggen;
-
een bouwput maken;
-
een riolering aanleggen;
-
ondergrondse leidingen aanleggen;
-
grondverzet;
-
…
Risico’s Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
19 / 110
Bij graafwerkzaamheden staat men bloot aan de volgende risico’s: -
bedelving door instorting van de wanden/taluds;
-
verdrinking door aanwezigheid van grondwater;
-
val van materiaal en materieel in de uitgraving;
-
vallen van personen;
-
instorting door overbelasting veroorzaakt door bouwplaatsopslag;
-
instorting veroorzaakt door trillingen afkomstig van (werf-)verkeer;
-
instorting veroorzaakt door trillingen als gevolg van de werking van allerhande mechanische middelen;
-
…
Algemene preventiemaatregelen -
gebruik van gepaste beschoeiing;
-
afbakening van de uitgraving;
-
voorzien van veilige toegangen tot de bouwput of sleuf;
-
realisatie van uitgraving onder talud;
-
materiaal en materieel stockeren op voldoende veilige afstand van de talud van de uitgraving;
-
bouwput of sleuf vrijwaren van water door het plaatsen van bemaling;
-
minstens 2 ladders per bouwput of sleuf voorzien
-
…
6.1.3.
Werken in de nabijheid van nutsleidingen
Algemeen Men kan op verschillende manieren in contact komen met elektrische leidingen. Men onderscheidt twee verschillende types elektrische leidingnetwerken, nl. ondergronds en bovengronds leidingennetwerk. De wetgever heeft inzake regelgeving hiermee rekening gehouden. Een opsomming van alle werkzaamheden waarbij men het risico loopt om in contact te komen met elektrische leidingen is moeilijk gezien men bij quasi alle bouwactiviteiten het risico loopt om in contact te komen met deze leidingen.
Risico’s De risico’s ingevolge ondoordacht werken rond of met elektrische leidingen zijn: -
elektrocutie van personen;
-
ontstaan van vonken of een steekvlam met brand als gevolg;
-
vonkoverslag;
-
…
Algemene preventiemaatregelen Alvorens de werkzaamheden aan te vatten worden de bestaande nutsleidingen opgevraagd. Voor het Belgisch grondgebied gebeurt dit via KLIP/KLIM, voor het Nederlands grondgebied gebeurt dit via Klicmelding.nl. Gezien de mogelijke coactiviteit met de elektromechanica van het pompgebouw dient men naast de KLIP/KLIM aanvraag ook de plannen van de aangelegde leidingen hiervoor op te vragen. Deze zullen gezien de korte termijn nog niet beschikbaar zijn via KLIP/KLIM. Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
20 / 110
Om beschadiging aan de boven- en ondergrondse leidingen te voorkomen en elektrisering of elektrocutie tot een minimum te beperken heeft de wetgever in specifieke preventiemaatregelen opgenomen. Deze moeten in ieder geval toegepast tov andere nutsleidingen moeten de nodige preventiemaatregelen genomen worden: veiligheidsafstand, ...
6.1.4.
de kans op het A.R.E.I. worden. Ook afscherming,
Werken in de omgeving van plaatsen waar bezoekers komen
Activiteit Gedurende de uitvoering wandelaars/bezoekers/...
van
de
werken
is
er
een
mogelijkheid
tot
interactie
met
Risico’s Alle personen welke zich in de onmiddellijke nabijheid van de werf bevinden worden blootgesteld aan de volgende risico’s: -
Aanrijdingen door werfverkeer;
-
stofontwikkelingen;
-
betreden van werfzone door onbevoegden;
-
…
Algemene preventiemaatregelen -
degelijke afbakening van de werfzone, de afbakening dient stabiel en windvast te zijn. Signalisatielint of skinetten zijn niet voldoende;
-
plaatsing van duidelijke signalisatie;
-
aangepaste snelheden;
-
werfvoertuigen uitrusten met een zichtverbredend systeem;
-
werfvoertuigen uitrusten met een akoestisch achteruitrijdsignaal;
-
werfvoertuigen voorzien van zwaailichten;
-
in droge periodes werfwegen bevochtigen om stofontwikkeling te voorkomen;
-
op regelmatige basis de gebruikte wegen kuisen met behulp van een borstelwagen;
-
…
6.1.5.
Werken in de nabijheid van water
Activiteit Waterbouwkundige werken
Risico’s De risico’s zijn de volgende: -
verdrinking;
-
onderkoeling;
-
val- en struikelgevaar;
-
…
Algemene preventiemaatregelen -
De gepaste CBM’s of PBM’s voorzien;
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
21 / 110
-
plaatsing van duidelijke signalisatie;
-
aanwezigheid van een lang reddingstouw op de plaatsen waar in de buurt van water, slib of drijfzand wordt gewerkt.
-
Geen afzonderlijk tewerkgestelde werknemers
-
…
6.1.6.
Werken in de omgeving van achtergebleven oorlogsmunitie
Gezien de historiek van het gebied (veel defensieve werken, frontlinie,…) bestaat de kans dat er restanten van explosieven tijdens de graafwerken aangetroffen worden. Anderzijds is het gebied ondertussen ook wel vergraven geweest. In het bestaande Zwin zijn periodieke onderhoudsgraafwerken gebeurd, in de Willem-Leopoldpolder was een camping aangelegd of wordt geploegd, en is tot op heden niets gevonden. Tijdens het reeds uitgevoerde bodemonderzoek (geotechnische sonderingen en boringen langs het tracé van de nieuwe dijk) zijn alvast geen meldingen van niet gesprongen explosieven of grote hoeveelheden munitie gemaakt.. Voor wat betreft de munitiedumps is er tot nu toe één melding voor het Zwin binnengekomen. In de gemeente Sluis hebben op diverse locaties gevechtshandelingen plaatsgevonden. Binnen de explosievenruiming wordt een drietal classificaties aangehouden (hoog verdacht, verdacht en niet tot nauwelijks verdacht gebied). Het gebied van het Zwin kan worden aangeduid als “niet tot nauwelijks verdacht op de aanwezigheid van niet-gesprongen conventionele explosieven”. Deze classificatie is gebaseerd op aanwijzingen dat er in en op het gebied en omgeving oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden. Directe plaatsbepalingen zijn uit verkregen aanwijzingen (archieven, gegevens verkregen uit literatuur en luchtfoto’s van het gebied) niet te geven. Het voor Sluis uitgevoerde historisch vooronderzoek classificeerde het gebied vanaf het uitwateringskanaal/Cadzand-Bad tot en met de locatie voormalige Veerhaven/Breskens als ‘verdacht gebied”. Deze classificatie was voornamelijk het gevolg van de aanwezigheid van het Fort Frederik Hendrik te Breskens. Ten aanzien van het Zwin is het vooronderzoek naast “historisch interessant” evenwel van geringe betekenis. Uit de beschikbare informatie van de provincie Zeeland en de gemeente Sluis blijkt het Zwin tot nu toe van geringe betekenis te zijn als het gaat om trefkansen van niet gesprongen explosieven. Ondanks de geringe kans tot het aantreffen van munitie dient de uitvoerder hieraan de nodige aandacht te besteden tijdens de werken. Hiertoe dienen de nodige veiligheidsmaatregelen voorzien. Bij eventuele vondst dienen meteen de nodige instanties verwittigd te worden. Bij het ontdekken van oorlogsmunitie tijdens de werkzaamheden worden de werken meteen stopgezet, dient een veiligheidsperimeter worden ingesteld en worden de hulpdiensten verwittigd. Deze brengen de bevoegde gespecialiseerde diensten (DOVO (be) of Explosieven Opruimingsdienst Defensie (nl) op de hoogte.
6.1.7.
Gelijktijdige werken
De opdrachtnemer wordt gewezen op de gelijktijdige of opeenvolgende werken betreffende de elektromechanica van het pompstation. De aannemer burgerlijke bouwkunde ziet er op toe dat er voldoende basisverlichting aanwezig is om de gevaren en risico’s waar te nemen. Alle putten, obstakels,… die tot valgevaar of stoten kunnen leiden dienen te worden afgeschermd. De aannemer burgerlijke bouwkunde voorziet dat de generator die gebruikt wordt voor zijn werken beschikbaar blijft voor de aannemer elektromechanica.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
22 / 110
6.1.8.
Werken in de nabijheid van broedende vogels
De werken worden uitgevoerd in een natuurgebied waar broedplaatsen voor vogels zijn gevestigd. Het verstoren van de habitat kan tot zeer agressief gedrag leiden van bepaalde dieren (denken we bijvoorbeeld aan meeuwen). In het bestek vermeld op welke plaatsen wel en niet mag worden gewerkt tijdens het broedseizoen. Indien men op de plaatsen waar men mag werken tijdens het broedseizoen nesten vindt dient men dit te melden zodat gepaste maatregelen kunnen getroffen worden.
6.1.9.
Besloten ruimtes
In het pompgebouw is een kruipkelder voorzien die gebruikt wordt om de hoog- en laagspanningskabels weg te werken.
Risico’s De risico’s zijn de volgende: -
Verstikking door gebrek aan zuurstof
-
Elektrocutiegevaar
-
Brandgevaar
-
Ontploffingsgevaar
-
Moeilijke bereikbaarheid bij incident
Algemene preventiemaatregelen -
Gasdetectie en meting van de zuurstof uitvoeren
-
Voorzien van veiligheidswacht
-
Voldoende verluchting voorzien, desnoods geforceerde beluchting
-
Werken met materieel op lage veiligheidsspanning
-
PBM’s gebruiken
-
Evacuatieplan opmaken
6.2
Ergonomische beschouwingen
6.2.1.
Manueel hanteren van lasten
Risico’s De belangrijkste risico’s bij het manueel hanteren van lasten zijn: -
Acute letsels als gevolg van controleverlies van de last: spierverrekkingen of scheuren, kneuzingen, snijwonden, breuken,…
-
Overbelastingsletsels van het bewegingssysteem: spieren, gewrichten, ligamenten, beenderen, pezen en peesscheden.
Bij een cumulatief overbelastingsletsel zullen de weefsels geleidelijk aan degenereren, wat uiteindelijk kan leiden tot een ernstige beschadiging van de weefsels door ontstekingsreacties. Voorbeelden zijn: lage rugklachten/tenniselleboog. Factoren die een rol spelen bij het ontstaan van de in het vorig punt vermelde risico’s zijn: zware lasten, hoge bewegingsfrequenties, foutieve behandelingstechnieken, belastende lichaamshoudingen.
Preventieve maatregelen Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
23 / 110
Maatregelen om acute letsels of overbelastingsletsels van het bewegingssysteem te voorkomen zijn: het toepassen van de basisregels voor het manueel hanteren van lasten, het respecteren van het maximum toegelaten tilgewicht dat in functie van de omstandigheden veilig kan worden getild.
6.2.2.
Trillingen
6.2.2.a Algemeen
Risico’s Een aanhoudende trilling op de wervelkolom zorgt ervoor dat de ganse bot- en schijfstructuur voortdurend licht geschud wordt. Dit kan na verloop van tijd voor klachten zorgen, doordat de kleine bewegingen in de structuren van de wervelzuil schade kunnen veroorzaken. Het rijden met vrachtwagen, bestelwagen, en heftruck of het werken met bouwplaatsmachines vormen een groot risico voor rugklachten door de invloed van de trillingen van motoren en machines.
Preventieve maatregelen Maatregelen ter voorkoming van rugklachten zijn: -
Gebruik van bestuurdersstoel met een goede trillingsdemping
-
Beperken van rijsnelheid
-
Verbeteren van het wegdek
-
Regelmatig controleren van de voertuigen (schokdempers, staat van banden,…)
6.2.2.b Aandoeningen in arm en hand
Risico’s Aanhoudende trillingen in hand en arm kunnen zorgen voor progressieve aandoeningen van de periphere zenuwen en bloedvaten. Deze aandoening is reversibel in een vroeg stadium, maar kan na verloop van tijd progressief verlopen. Symptomen die kunnen optreden zijn: periodes van pijn, tintelingen, wit worden van de vingers (Raynaud’s disease). De belangrijkste oorzakelijke factoren in de werkomgeving zijn: -
Repetitieve bewegingen
-
Grote krachten
-
Belastende of extreme positie
-
Werken met armen boven de schouders, geheven ellebogen of gestrekte armen
-
Werken met gestrekte polsen
-
Gelokaliseerde mechanische druk
-
Trillingen (gereedschap: drilhamer, kettingzaag,…)
-
Werken onder koude temperaturen
-
Werken met geheven ellebogen – gestrekte armen
Een combinatie van deze factoren vergroot het risico.
Preventieve maatregelen De preventieve maatregelen grijpen in op: -
De werkplek + omgeving
Materialen en gereedschap (opstellen binnen reikwijdte)
Aanpassingen aan de temperatuur (drank, kledij,…)
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
24 / 110
-
-
De taak:
Verminderen van spierkracht door het gebruik van gereedschap of mechanische hulpmiddelen, door regelmatig onderhoud en door het correct informeren en opleiden van de werknemers
Het vermijden van repetitieve bewegingen en belastende houdingen
Het vermijden van statische belastingen en extreme houdingen
Werkorganisatie Inpassen van voldoende korte rustperiodes. De rustperiode is het meest efficiënt wanneer de rustperiode zelf kan gekozen worden.
-
Werktuigen
Houd de pols recht bij het gebruik van gereedschap (buig het gereedschap, niet de pols)
Verminder de overdracht van trillingen naar de handen door:
Het gebruik van lage frequenties (10-60 Hz)
Trillingsdemping in het gereedschap
Handschoenen met visco-elastische bekleding
Verminder de directe druk op de handen en de vingers
Evalueer de handgrepen met een hoge wrijvingscoëfficiënt en afgeronde uiteinden
Zorg steeds voor scherp gereedschap (goed onderhouden)
Scharnierend gereedschap dient een veermechanisme te hebben.
Handen kennen geen gevaar! Zij gaan naar eender welke plaats waarnaar ze gestuurd worden en ageren zo verstandig als de persoon waartoe ze behoren.
6.3
Het bouwplaatsreglement
Het bouwplaatsreglement omvat onder meer de preventiemaatregelen bedoeld in art. 50 van het K.B. van 19/01/2005. Hierbij passen de aannemers de voorschriften toe, opgenomen in bijlage III van het K.B. voor zover er geen specifieke of strengere bepalingen zijn die vastgesteld zijn in uitvoering van de wet. De in punt 7.4 opgenomen aandachtspunten maken eveneens deel uit van het bouwplaatsreglement en moeten aldus door alle partijen nageleefd worden!!! Definities:
Dossier V&G-plan: de synthese van alle documenten i.v.m. veiligheid en gezondheid, samengebracht door alle betrokken partijen, namelijk de opdrachtgever, architect, studiebureau, coördinator-ontwerp, coördinator-verwezenlijking, …
Bouwplaatsreglement: een standaarddocument als addendum aan het contract/bestelling. Het omvat een geheel van elementen die een invloed hebben op de veiligheid, gezondheid, hygiëne en het milieu en die op bouwplaatsen van toepassing zijn.
Aanvullende bepalingen: werfgebonden document als addendum aan de bestelbon. Het omvat specifieke maatregelen eigen aan de bouwplaats, opgelegd door de opdrachtgever, coördinator-ontwerp, coördinator-verwezenlijking of onderneming.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
25 / 110
Onderneming: elke werkgever die personen tewerk stelt op de bouwplaats of een zelfstandige die op de bouwplaats werken uitvoert.
Risicoanalyse onderneming: een document dat opgesteld wordt door de onderneming en een gedetailleerde opsomming geeft van de maatregelen die de onderneming heeft voorzien om de veiligheid en de gezondheid te verzekeren. Het omvat ten minste de volgorde van de activiteiten, de gebruikte uitrusting en producten, de mogelijke risico’s, de risico-evaluatie en de te nemen preventiemaatregelen.
!
Dit document moet specifiek opgemaakt zijn voor de betreffende werf en mag niet louter bestaan uit een algemene risico-inventarisatie en –analyse van het desbetreffende bedrijf.
C.B.M.: Collectieve beschermingsmaatregelen
P.B.M.: Persoonlijke beschermingsmaatregelen
Arbeidsmiddelen: alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, apparaten, gereedschappen en installaties.
!
Het BOUWPLAATSREGLEMENT werd opgenomen in BIJLAGE 3 van het V&G-plan en bevatten de minimumeisen die gehanteerd dienen te worden op de werf tijdens de uitvoering van de activiteiten. Dit reglement, evenals de daaruit volgende verplichtingen, beoogt de coördinatie van de veiligheid, gezondheid en het milieu op de bouwplaats te vrijwaren (art. 51 en 52, K.B. van 19/01/2005 – coördinatie van de activiteiten en informatieplicht). Dit reglement doet geen afbreuk aan de verplichtingen die voortvloeien uit de bepalingen van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (A.R.A.B.), het Algemeen Reglement op Elektrische Installaties (A.R.E.I.), de wet van 24 december 1993 betreffende overheidsopdrachten en de Collectieve Arbeidsovereenkomsten en de bepalingen van Vlarem I en II m.b.t. milieuvergunningen. ELKE ONDERNEMING moet deze informatie overbrengen aan zijn werknemers. De registratie van bovenvermelde KENNISNAMES, moeten aan de coördinator bezorgd worden vóór de start der werken. IEDERE ONDERNEMING aan wie een werk toegewezen wordt, is verplicht een veiligheids- en gezondheidsplan op te stellen specifiek voor de werken die zij uitvoert.
6.4
Bijkomende veiligheidsvoorwaarden
6.4.1.
Voorafgaande kennisgeving – de werfmelding + aanwezigheidsregistratie
De voorafgaande kennisgeving of werkmelding wordt tenminste 15 kalenderdagen vóór het begin van de werken op de bouwplaats gedaan via de website van de Sociale Zekerheid https://www.socialsecurity.be Een kopie van de positieve notificatie wordt bezorgd aan de veiligheids coördinator verwezenlijking en moet eveneens zichtbaar worden aangeplakt aan op een voor het personeel gemakkelijk toegankelijke plaats, tenminste 10 dagen vóór de start der werken. Indien de aanwezigheidsregistratie verplicht is zorgt de opdrachtnemer ervoor dat er op de werf voldoende mogelijkheden zijn om iedereen die op de werf toekomt te registreren. Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
26 / 110
6.4.2.
PBM (cfr. bouwplaatsreglement, art. 3)
Enkel in welomschreven omschreven omstandigheden, waar risico op vallende voorwerpen of hoofdkwetsuren praktisch uitgesloten is, kan afgeweken worden van de algemene verplichting tot helmdracht. Dit kan enkel op gemotiveerd onderzoek van de algemene aannemer en mits toestemming van de bouwdirectie, na advies van de coördinator-verwezenlijking.
!
Iedere persoon die de werf betreedt, draagt een veiligheidshelm, veiligheidsschoenen (stalen teenbescherming en tussenzool) en signalisatiekledij geschikt voor de sector. Het LEIDINGGEVEND personeel heeft hierbij een voorbeeldfunctie.
6.4.3.
Orde en netheid (cfr. bouwplaatsreglement, art. 5)
Alle afval op en in de omgeving van de werf, wordt systematisch verwijderd en gestort in de ertoe bestemde containers of vuilnisbakken die periodiek geledigd worden (cfr. milieuwetgeving). De hoofdaannemer reinigt regelmatig de gemeenschappelijke toegangswegen naar de werfkeet, andere werfwegen en de openbare weg en voetpaden en is tevens verantwoordelijk voor de herstelling bij beschadiging van het wegdek, belijning, etc…. Indien een aannemer specifieke beschadiging of vervuiling veroorzaakt, moet hij zelf (zonder uitstel) de nodige herstellingsmaatregelen uitvoeren.
!
Orde en netheid behoren tot de BELANGRIJKSTE VEILIGHEIDSFACTOREN. Daarom is het noodzakelijk ze onafgebroken te handhaven en te promoten op de werf! Iedere AANNEMER staat in voor zijn eigen inrichtingen en is tegenover het bestuur verantwoordelijk voor zijn onderaannemers.
6.4.4.
Milieu
Er dient rekening gehouden te worden met de bepalingen van het VLAREM (Vlaams Reglement betreffende Milieuvergunningen). Voor administratieve verplichtingen geldt Vlarem I. Voor de technische uitrusting kan men zich baseren op Vlarem II. Bepaalde machines (bv. compressoren), opslag van sommige producten (stookolie, e.a.), oppompen en lozen van water naargelang de capaciteit en de hoeveelheid kunnen aanleiding geven tot meldingsplicht en zelfs tot vergunningsplicht.
!
Iedere AANNEMER heeft de plicht zich volgens de milieureglementering in orde te stellen en hiervan het bewijs te leveren aan de coördinator-verwezenlijking. De originelen van de meldingen, vergunningsaanvragen en vergunningen worden in het coördinatiedagboek bewaard. Het is formeel verboden scheikundige producten van om het even welke aard te verbranden, op het terrein achter te laten of in de riolering te gieten.
6.4.5.
Werfinrichting en -organisatie
6.4.5.a Inplanting en inrichting (cfr. bouwplaatsreglement, art. 7)
Algemeen: Voor het inrichten van de bouwplaats wordt verwezen naar het KB humanisering van de arbeid. Gezien de grote oppervlakte waarover het projectgebied zich strekt dient men in elke zone waar men aan het werk is de nodige voorzieningen treffen Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
27 / 110
zoals chemisch toilet, schuil- en rustruimte,…
A Werflokalen
!
-
De verschillende lokalen worden zo gegroepeerd dat ze gemakkelijk toegankelijk zijn voor de werknemers. Een voldoende afstand ten opzichte van de wegen moet steeds bewaard blijven.
-
De bureel- en personeelslokalen moeten vanaf de weg toegankelijk zijn zonder nood aan beschermingsmiddelen. Een gepaste afbakening moet deze zone omgeven en de nodige pictogrammen dienen aangebracht om te wijzen op de noodzaak aan individuele bescherming op de eigenlijke werf.
-
Ook de onderaannemers dienen de wettelijke regels voor het onderbrengen van hun werknemers te eerbiedigen. Voor hun water-, riool-, en elektriciteitsvoorziening kunnen ze eventueel afspraken maken met de hoofdaannemer.
-
De vloeren van de werfketen zijn samengesteld uit effen, waterdichte bekleding, bestand tegen regelmatig schoonmaak met water. De lokalen van de sanitaire installaties (kleedkamers, refters, wasplaatsen, toiletten) voldoen aan de wettelijke hygiëne- en veiligheidseisen en moeten telkens als het nodig is gereinigd worden. De sanitaire afvoeren zullen aangesloten zijn op de openbare riolering cfr. de plaatselijke reglementering.
De veiligheidscoördinator-verwezenlijking dient vóór de aanvang der werken over een goedgekeurd werfinrichtingsplan, faseringsplan en planning (opgemaakt door de AANNEMER) te beschikken.
B Opslag van materiaal De algemene aannemer en onderaannemers bakenen zones af voor de opslag van materiaal en materieel. Deze zones worden voldoende ver gekozen van de verkeerszones zodat het normale werfverkeer niet gehinderd wordt. De voorraden worden op een stabiele wijze gestapeld en duidelijk gescheiden van elkaar in functie van hun aard. De toegang tot de verschillende zones wordt duidelijk aangeduid en dient voldoende breed te zijn om de voertuigen voor het verplaatsen van materialen een gemakkelijke doorgang te geven.
!
De AANNEMER dient een duidelijk en tegelijk voorbereid werfinstallatieplan op te stellen en voor te leggen aan de projectleiding en aan de veiligheidscoördinator.
C Toegang tot de werf Van bij het begin van de werf zullen bouwputten en sleuven aangeduid en omheind worden om elke toegang onmogelijk te maken. Opschriften met uitdrukkelijk toegangsverbod worden op meerdere plaatsen aangebracht. De aanleg en signalisatie van deze werftoegangen behoren tot de opdracht van de algemene aannemer. Uitgravingen en andere gevaarlijke punten zullen apart afgebakend worden, en wel door de aannemer tot wiens werk ze behoren. De werknemers (ook deze van de onderaannemers) dienen uitdrukkelijke richtlijnen te ontvangen inzake de toegangsmodaliteiten tot de werfzone.
6.4.6.
Elektrische installaties
Het geheel van de elektrische installaties moet voldoen aan de eisen vervat in het AREI. De algemene aannemer installeert en onderhoudt de gemeenschappelijke elektrische installatie. Het gaat daarbij om de aansluiting van een aantal werfkasten. De plaats van die kasten en van de Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
28 / 110
voedingskabels er naartoe wordt in overleg met de desbetreffende nutsmaatschappij bepaald en eventueel gewijzigd wanneer de werfevolutie daartoe aanleiding geeft. Het coördinatiedagboek van de werf dient ook de keuringsattesten van de elektrische installatie, of kopieën ervan te bevatten, evenals het totaalschema van de hiervoor bedoelde stroomverdeling op de werf. Stroomverdeelkasten moeten aangepast zijn voor werfgebruik. Dit wil zeggen: voldoende beschermd tegen weersinvloeden, stevig en stabiel geconstrueerd, gevaarloze bereikbaarheid van de stroomonderbrekers en differentieelschakelaars, etc… Iedere stroomverdeelkast moet afzonderlijk spanningsloos kunnen gezet worden zonder tussenkomst van een bevoegd elektricien. Dit betekent dat de voedingskabels niet op de stroomrails of andere contactpunten van een hoofdkast of van een vóórliggende kast mogen worden aangesloten, maar wel (mits tussenplaatsing van een gevaarloos bereikbare en afschakelbare overstroombeveiliging) met een gepaste stekker op een stopcontact. Indien kabels ondergronds geplaatst worden, wordt op de plaats waar de kabel de grond in gaat een bescherming aangebracht tot op een liggingdiepte van de kabel en ongeveer een meter boven de grond uitstekend. Tevens wordt een stevig en duidelijk signaalbaken (piket, en opschrift in opvallende kleur) geplaatst dat op voldoende wijze de aandacht van vrachtwagen- en werftuigenbestuurders trekt. Het is aan te raden onder de werfrijweg een buis of koker aan te brengen zodat kabels er steeds kunnen doorgeleid worden achteraf. Elk werk aan de elektrische installatie zal uitgevoerd worden door een bekwaam persoon die zal werken volgens de regels van goed vakmanschap. Werken aan elektrische installaties moet steeds spanningsvrij gebeuren. De aarding van de elektrische borden, kabelgoten en belangrijke metalen delen (verluchtingskokers, …) evenals de equipotentiale verbindingen moeten worden uitgevoerd alvorens de elektrische installatie onder spanning te zetten.
!
De ALGEMENE AANNEMER installeert en onderhoudt de gemeenschappelijke elektrische installatie in overleg met de bevoegde nutsmaatschappij, Het volstaat niet om borden of verdeelkasten te keuren in het magazijn. De ganse installatie (aansluitingen, kasten, kabels, verbindingen, stroomgroepen, aarding) dient ter plaatse gekeurd te worden. Verlengkabels worden gegroepeerd en beschermd tegen invloeden eigen aan de bouwsector (doorgang van voertuigen, chemische of thermische belasting, …), De AANNEMER tekent een overzichtsplan uit waarop de bevoorradingspunten van elektrische energie aangeduid worden. Ook het plan van de algemene verlichting en van de noodverlichting moet tijdig aan de veiligheidscoördinator bezorgd worden.
6.4.7.
Gevaarlijke producten
De opslagplaats van ontvlambare producten en materialen – ongeacht hun aard (vast, vloeibaar, gasvormig) – moeten zo ver mogelijk van de werf en de werfketen en in het bijzonder van werkzaamheden die een brandrisico inhouden, gekozen worden. De onmiddellijke omgeving wordt vrijgehouden van brandbaar materiaal. De aannemer voorziet een stockagezone op de werf, omgeven door een 2 meter hoge verplaatsbare omheining en voorzien van de nodige pictogrammen met rook- en vuurverbod. Bij een interventie van de brandweer dienen de opslagplaatsen van deze producten onmiddellijk en spontaan meegedeeld te worden aan de brandweer. Iedere aannemer zorgt voor zich voor de reglementaire opslag van zijn producten met bijkomende signalisatiepictogrammen, aangepast aan de eigenschappen van de stof. De inplanting van voorraadplaatsen zal gekozen worden in functie van de aard van de aanwezige producten. Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
29 / 110
Binnen de opslagplaatsen worden de gepaste brandbestrijdingsmiddelen – minimum 2 draagbare blustoestellen met 6 kg ABC-poeder – voorzien, beschermd tegen weersinvloeden en klaar voor gebruik. Dit geldt ook voor mobiele opslagplaatsen, zoals aanhangwagens. De brandbestrijdingsmiddelen moeten goed bereikbaar en zichtbaar worden opgesteld. Slechts een beperkt aantal bevoegde personen heeft toegang tot de opslagplaatsen.
Vloeistoffen De opslag van producten die solventen bevatten, gebeurt bij voorkeur in open lucht of in voldoende geventileerde lokalen. De ventilatie gebeurt ter hoogte van de vloer, maar mag de dampen niet afleiden naar ondergrondse lokalen of lager gelegen gedeelten. Alle producten worden opgeslagen in stabiele vaten, aangepast aan de samenstelling en eigenschappen van de producten. De recipiënten worden steeds doeltreffend gesloten na gebruik om elk verlies van vloeistoffen of het ontsnappen van dampen te vermijden.
Gassen Gasflessen worden opgeslagen op een goed verluchte plaats op de werf. Indien de zuurstof- en acetyleenflessen niet gescheiden zijn door een onbrandbare wand, moeten ze minstens 1 meter van elkaar opgesteld worden. De gasflessen worden steeds op hun plaats gehouden d.m.v. een degelijk bevestigingssysteem. Geen enkele fles mag los staan of neerliggen. Beschadigde flessen worden verwijderd van de werf en nagekeken voor hergebruik. Op de fles wordt de beschadigde plekduidelijk aangeduid.
!
Gevaarlijke producten mogen NOOIT binnen een gebouw of keet worden opgeslagen. Enkel de voor de dag benodigde hoeveelheden mogen worden binnengebracht. De AANNEMER voorziet op het werfinplantingsplan een stockage-zone voor gevaarlijke producten. De opslagplaatsen van gevaarlijke producten dienen zowel binnen als buiten (op de toegangen) voorzien te worden van de reglementaire veiligheids- en gezondheidssignalering (gebod, verbod, gevaar). Een gedetailleerde lijst van gevaarlijke producten, met vermelding van de aard en de hoeveelheid van gevaarlijke producten, wordt opgesteld en periodiek aangepast. Met betrekking tot de gasflessen dienen volgende maatregelen getroffen te worden: pictogrammen met ‘verbod van open vlammen’ en ‘verboden te roken’ worden aangebracht, Gasflessenwagens worden steeds uitgerust met een draagbaar blusapparaat, ALLE gasflessen – VOL of LEEG – staan of op een flessenkar of in een behoorlijk stockagerek op een daartoe voorziene plaats, Iedere AANNEMER brengt de naam van zijn onderneming aan op zijn gasflessen, Lege gasflessen worden afzonderlijk opgeslagen van volle en aangeduid als leeg.
6.4.8.
Brandpreventie (cfr. Bouwplaatsreglement, art. 11)
Brandpreventie is belangrijk zowel in afbraak- als opbouwfase. Brand is voor ieder bedrijf een permanent risico. Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
30 / 110
Brandpreventie begint bij het naleven van een aantal elementaire veiligheidsmaatregelen tijdens de dagdagelijkse activiteiten. -
Wees voorzichtig met vuur en open vlam
-
Zorg dat ontvlambare en brandbare stoffen voldoende ver verwijderd zijn van iedere warmtebron
-
Ledig geen asbakken in een afvalbak
-
Gebruik voor brandbaar afval de daartoe bestemde recipiënten
-
Schakel elektrische machines en apparaten uit na gebruik en zeker op het einde van de werktijd
-
Schakel defecte of beschadigde machines of toestellen onmiddellijk uit en signaleer dit dadelijk aan je rechtstreekse chef
-
Zorg ervoor dat de elektriciteitsvoorzieningen veilig zijn
-
Rook niet op plaatsen waar het verboden is.
De meest voorkomende brandoorzaken vindt men bij het lassen en snijden, bij het gebruik van apparatuur en installaties, bij verwarmingsinstallaties en bij het verbranden van afvalproducten. Bij het lassen en snijden dienen de hierna volgende voorzorgen te worden genomen: -
Dek of scherm de bewerking af
-
Houd steeds een blustoestel bij de hand
-
Houd toezicht op de ruimte waar vonken en spatten kunnen terechtkomen
-
Houd de slangen steeds uit de zone van lassen of branden
-
Zorgvuldig nazicht van de werkruimte na het beëindigen van het werk is noodzakelijk
-
Stel flessen zo op dat ze niet kunnen vallen
-
Gebruik enkel reglementaire las- en brandinstallaties
Zeker in droge periodes dient de nodige aandacht te worden besteed aan brandgevaar door lassen.
!
De hierboven vermelde veiligheidsmaatregelen en voorzorgen dienen stipt te worden opgevolgd; De AANNEMER zorgt dat( de elektrische installaties (brand)veilig worden ingericht. Laat dit over aan specialisten!
6.5
Instructies en werfprocedures
6.5.1.
Opvolging van nieuwe ondernemingen van buitenaf (cfr. bouwplaats-reglement, art. 1)
Om een doeltreffende opvolging mogelijk te maken van de aanwezige ondernemingen/ zelfstandigen en om vanaf het begin correcte afspraken te maken, moet ELKE nieuwe BOUWONDERNEMING of ZELFSTANDIGE het “invulblad Administratieve Gegevens Onderneming/ Zelfstandige” in bijlage 5 invullen.
!
De AANNEMER vult het Invulblad Administratieve Gegevens Onderneming/ Zelfstandige (bijlage 5), alsook het Identificatieblad Werfmaterieel (bijlage 6) in en overhandigt deze aan de veiligheidscoördinator-verwezenlijking vóór de start der werken. Elke nieuwe persoon die op de werf komt dient een toolboxmeeting te krijgen betreffende de organisatie van de werf: rookverbod, verzamelpunten, noodprocedures, PBM’s,…
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
31 / 110
6.5.2.
Ongevalleninstructies (cfr. bouwplaatsreglement, art. 2)
Er wordt verwezen naar het KB van 15/12/2010 betreffende de eerste hulp. Bij de opmaak van het werfinrichtingsplan dient men de opwacht- en verzamelpunten vast te leggen. 6.5.2.a Hulpdiensten
A Externe hulp Voor dringende medische bijstand dienen de gespecialiseerde hulpdiensten (ziekenwagen, MUG) zo snel mogelijk te worden opgeroepen: 100 of 112 met GSM. Een duidelijke beschrijving van de ligging van de werf en de ernst en aard van het ongeval moet worden meegedeeld aan de hulpdiensten. Gezien men zowel op Belgisch als Nederlands grondgebied werkt, dient men ervoor te zorgen dat men bij het bellen van de hulpdiensten op het correcte netwerk zit. Hiervoor dient men op de gsm het netwerk handmatig te selecteren. Gezien de moeilijke toegankelijkheid van het gebied is het opportuun om de MUGhelikopter te vragen. In bijlage 8 is de procedure voorzien om deze binnen te halen. Lichtgewonden kunnen eventueel vervoerd worden naar een algemeen ziekenhuis met urgentiedienst. Het dichtste bij de werf gelegen algemeen ziekenhuis, welke over een permanente wachtdienst (24u/24u) beschikt, is terug te vinden op de fiche ‘noodnummers’(bijlage 1).
!
Het ADRES en de REISWEG naar het ziekenhuis moet steeds beschikbaar zijn op het bureel van de werfleider en meegegeven worden aan de chauffeur die de gewonde vervoert. De lijst met noodnummers moet uithangen aan de telefoonpost op een zichtbare plaats (bijlage 1).
B Interne hulp Indien tegelijkertijd 20 arbeiders werkzaam zijn moet minstens 1 persoon aanwezig zijn die beschikt over het getuigschrift van hulpverlener (aantal brevethouders overeenkomstig aantal personen, cfr. ARAB, art. 176). De hulpverleners staan in voor de eerste zorgen indien een ongeval zich voordoet.
!
20 arbeiders gelijktijdig op de werf: min. 1 gebrevetteerde hulpverlener verplicht. De AANNEMERS bezorgen de namen van de gebrevetteerde personen t.a.v. de veiligheidscoördinator-verwezenlijking. De namen dienen tevens bekend te worden gemaakt aan iedereen op de werf.
C EHBO-lokaal Het lokaal voor de eerste hulp bij ongevallen wordt ingericht door de algemene aannemer en bevindt zich op een snel en goed bereikbare plaats t.o.v. de werf. Het lokaal en het materiaal dient steeds bereikbaar te zijn tijdens de werkuren (dag- en nachtwerk, onregelmatige uren, …). Het lokaal moet aangeduid worden d.m.v. een reglementair pictogram (wit kruis op een groene achtergrond) en moet uitgerust zijn met: een gebruiksklare draagberrie, 2 dekens, 2 aluminiumfolie dekens, 2 brandkoffers (één met reglementaire inhoud volgens het ARAB en één Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
32 / 110
met een inhoud aangevuld en afgestemd – na overleg met de arbeidsgeneesheer – op de werfbehoefte). Indien voor bepaalde werkzaamheden speciale voorzorgsmiddelen noodzakelijk zijn, wordt dit aangegeven in het V&G-plan. Verder moet het EHBO-lokaal beantwoorden aan de wettelijke voorschriften inzake verwarming, netheid, stromend water, enz…
!
De bouwheer en de veiligheidscoördinator-verwezenlijking worden van ieder ongeval op de hoogte gebracht d.m.v. het document opgenomen in bijlage 7 of het wettelijk voorziene aangifteformulier. De ONDERAANNMERS voorzien een eigen EHBO-lokaal, of maken gemeenschappelijk gebruik van de voorzieningen van de HOOFDAANNEMER. Op het einde van elke maand dient de preventieadviseur van de HOOFDAANNEMER het document opgenomen in bijlage 7 ingevuld en ondertekend te bezorgen aan de veiligheidscoördinator-verwezenlijking. Ook indien er geen ongevallen hebben plaatsgevonden op de werf.
6.5.2.b Ongevalleninstructies 1. Vóór elk ander ingrijpen wordt het eventueel nog bestaand gevaar uitgeschakeld (bv.: voorwerpen die dreigen te vallen wegnemen, elektrische stroom afsluiten, …) 2. De interne hulpdiensten, werfleider en bestuur worden onmiddellijk gealarmeerd 3. Hulp verlenen aan het slachtoffer 4. Verwittigen van de externe hulpdiensten, waarbij volgende gegevens worden verstrekt: -
naam van de oproeper
-
identificatie van de werf
-
aantal gekwetsten + aard van de verwondingen
-
indien nodig het oproepen van de MUG (medisch urgentieteam)
Bij de werftoegang wordt een persoon geposteerd die de hulpdiensten opvangt, de nodige inlichtingen verschaft en begeleidt naar de plaats van het ongeval. 5. Verwittigen van: -
De familie van de gekwetste bij opname in het hospitaal of bij overlijden
-
De preventieadviseur van de hoofdaannemer
-
De werkgever van de gekwetste
-
De veiligheidscoördinator-verwezenlijking
-
Het bestuur of zijn afgevaardigde ter plaatse
-
Arbeidsinspectie
-
Onmiddellijk indien het slachtoffer dood of 25% blijvend gehandicapt is;
Binnen de 2 dagen indien een ongeschiktheid van meer dan een maand of een lichte permanente handicap verwacht wordt;
Na elk ongeval waarbij een persoon een elektrische schok onderging.
De dienst Elektrische Energie van het Ministerie van Economische Zaken na elk ongeval “met elektriciteit” waarbij gekwetsten vielen..
6. Ongevallenonderzoek naar de omstandigheden door de preventieadviseur van de betreffende onderneming + geschreven rapport (kopie aan de coördinator-verwezenlijking). 7. Maatregelen nemen om herhaling van elk gelijkaardig ongeval te voorkomen. 8. Documenten Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
33 / 110
-
Ongevallenaangifte
-
Ongevalleninlichtingen (zie 18.2) na samenspraak tussen werfleiding, preventieadviseur en coördinator-verwezenlijking;
-
Kopie’s klasseren in de veiligheidsmap op de werf
9. Bij werkhervatting
!
-
Werkhervatting niet toelaten zonder genezingsattest
-
Verwittigen van de preventieadviseur indien de afwezigheid meer dan 1 week bedroeg
-
Steeds de coördinator-verwezenlijking op de hoogte brengen
-
Eventueel medisch onderzoek door de arbeidsgeneesheer (ARAB, art. 131).
Iedere werkgever INFORMEERT zijn personeel inzake de ongevallenprocedure. Zie bijlage 7: ongevalleninlichtingenblad.
6.5.3.
Werfverkeer (bouwplaatsreglement, art. 7)
6.5.3.a Zichtveldverbeterend systeem Met bedrijfswagens wordt bedoeld de voertuigen en vrachtwagens met een maximaal toegestane massa van meer dan 3500 kg die werken of leveringen uitvoeren, met inbegrip van de voertuigen die dienen voor de uitvoering van werken, maar ook op de openbare weg rijden. Met zichtveldverbeterend systeem wordt een systeem bedoeld dat aangebracht wordt op een bedrijfsauto, de “dode hoek” in het zichtveld van de bestuurder tot een minimum terugbrengt. Dit systeem moet (eventueel in combinatie met bestaande spiegels) 100% zichtbaarheid geven en voldoen aan de voorwaarden opgenomen in de Omzendbrief nr. 517, B.S. 6 februari 2002.
!
ALLE bedrijfsauto’s die werken of leveringen verrichten op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen moeten uitgerust zijn met een zichtveldverbeterend systeem cfr. de Europese Richtlijn 71/127/EEC.
6.5.3.b Het gebruik van achteruitbeveiliging op bouwplaatsmachines Alle op de arbeidsplaats gebruikte arbeidsmiddelen (machines, apparaten, gereedschappen en installaties) moeten voldoen aan de bepalingen van het K.B. van 12 augustus 1993. De arbeidsmiddelen moeten voldoen aan de minimumvoorschriften (Machinerichtlijn) bedoeld in bijlage I van dit besluit en aan de bepalingen van het A.R.A.B. die erop van toepassing zijn. Bijkomend gelden specifiek voor de mobiele arbeidsmiddelen die niet CE-gemarkeerd zijn de bepalingen van het K.B. van 4 mei 1999. Dit besluit verplicht de werkgever een risicoanalyse uit te voeren voor de bouwactiviteiten uitgevoerd met de mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving waarvan de verplaatsing een risico kan inhouden voor de werknemers. De arbeidsmiddelen voldoen aan de specifieke minimumvoorschriften opgenomen in het K.B. van 04/05/1999, art. 613. Zo dienen de betreffende arbeidsmiddelen uitgerust te zijn met de adequate hulpmiddelen die een toereikend zicht mogelijk maken wanneer het directe gezichtsveld van de bestuurder ontoereikend is om de veiligheid te waarborgen (art. 13, d van dit besluit). Dit laatste impliceert het voorzien van een persoon die zich buiten de machine bevindt en instaat voor het geven van signalen aan de bestuurder. Een andere mogelijkheid is het voorzien van een camerasysteem in de cabine die de bestuurder een duidelijk overzicht geeft van de onzichtbare zones rond zijn mobiele bouwplaatsmachine. Voor nieuwe mobiele CE-gemarkeerde bouwplaatsmachines waarbij hun bewegingen een gevaar kunnen betekenen voor de omstaanders in de buurt van de machine, gelden de bepalingen van het K.B. van 5 mei 1995, bijlage I. Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
34 / 110
!
Uittreksel uit bijlage I van het K.B. inzake machines van 5 mei 1995
3.6.1 Signalering – waarschuwing De machines moeten, daar waar dat van belang is voor de veiligheid en de gezondheid van de blootgestelde personen, zijn voorzien van signaleringsmiddelen en/of van bordjes met aanwijzingen omtrent het gebruik, het afstellen en het onderhoud van de machine. Die middelen dienen zodanig te zijn gekozen, ontworpen en uitgevoerd dat ze bestendig zijn en gemakkelijk worden opgemerkt. Onverminderd de voorschriften die gelden voor het wegverkeer moeten machines met daarin of daarop een bestuurder uitgerust zijn met: een geluidssignaal om blootgestelde personen te kunnen waarschuwen; een lichtsignaleringssysteem dat is afgestemd op de gebruiksomstandigheden zoals bv. rem-, acteruitrij- en zwaailichten.
voorziene
Deze laatste eis is niet van toepassing op mobiele machines die uitsluitend bedoeld zijn voor werkzaamheden ondergronds en die geen elektriciteit verbruiken. Wanneer bij gebruik van op afstand bestuurde machines onder normale omstandigheden personen in gevaar lopen gestoten of verpletterd te worden, moeten deze machines voorzien zijn van passende middelen om de aan deze gevaren blootgestelde personen te attenderen op de bewegingen van de machine of om ongelukken te voorkomen. Dit geldt ook voor machines waarvan het gebruik een systematische herhaling van vooruit- en achteruitbewegingen op één lijn impliceert en waarvan de bestuurder niet rechtstreeks achteruit kan zien. De constructie dient zodanig te zijn dat een onbewuste buitendienststelling van alarmerings- en signaleringssystemen onmogelijk is. Als dat met het oog op de veiligheid noodzakelijk is, moeten deze voorzieningen zijn uitgerust met middelen aan de hand waarvan men kan opmaken of alles goed functioneert en die de bediener opmerkzaam maken op eventuele defecten in die voorzieningen. Indien bewegingen van een machine of bijhorend werktuig bijzondere gevaren met zich brengen, moet op de machine een opschrift zijn aangebracht dat op voldoende afstand leesbaar is voor iemand die de machine nadert en hem in verband met zijn veiligheid verbiedt zich tijdens de werkzaamheden in de nabijheid van de machine te begeven. 6.5.3.c Organisatie van het verkeer op en rond de werf De werftoegangen en bijhorende toegangswegen moeten bepaald worden naargelang de werfbehoeften en eventueel in overleg met de verkeerspolitie, zodat ook de gepaste verkeerssignalisatie kan aangebracht worden. Ook parkeer- en wachtzones voor zware voertuigen moeten aangeduid worden en desnoods aangelegd worden door de belanghebbende aannemer en dit bij voorkeur buiten het gabarit van de openbare weg. Op de werf zelf zal, gezien de beperktheid van de beschikbare oppervlakte, met overleg bepaald worden waar vrachtwagens kunnen circuleren. De exploitatie van de CBR activiteiten mag op geen enkel ogenblik gehinderd worden. Bij de organisatie van het verkeer op en rond de werf dient men rekening te houden met de toegankelijkheid van de akkers. Het werfverkeer en het landbouwverkeer dienen maximaal gesplitst. Hiertoe worden aparte zones voorzien.
!
De AANNEMER stelt een SIGNALISATIEPLAN op en overhandigt dit aan de veiligheidscoördinator-verwezenlijking. Vóór aanvang van de werken stelt de AANNEMER een WERFINRICHTINGSPLAN op en overhandigt dit ter goedkeuring aan de veiligheidscoördinator-verwezenlijking.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
35 / 110
6.5.3.d Werfomleggingen of gebruik van delen van de openbare weg Het in beslag nemen van delen van de openbare weg voor werfdoeleinden moet tot een minimum worden herleid en mag nooit gebeuren zonder vooraf de stedelijke politie te raadplegen, die tevens zal moeten instemmen met het voorstel tot plaatsing van de nodige signalisatieborden. De signalisatie kan tijdelijk of permanent van aard zijn (plaats voor laden en lossen of wachtzone voor vrachtwagens en andere voertuigen, …). Een exemplaar van het verkeerssignalisatieplan zal aan de coördinator-verwezenlijking bezorgd worden en moet door hem en door het plaatselijke openbaar bestuur (verkeerspolitie, bouwpolitie, burgemeester) goedgekeurd worden vooraleer die fase kan worden uitgevoerd. Indien sommige borden niet van betekenis zijn buiten de werkuren, dan moeten deze bij het einde van de dag afgedekt, neergelegd of weggenomen worden zoals voorzien in de vergunning uitgereikt door de politie.
!
De AANNEMER wordt er uitdrukkelijk aan herinnerd dat hij verantwoordelijk is voor het verkrijgen en het naleven van de nodige overheidsvergunningen.
6.5.4.
Keuringen van materieel
Alle machines en al het materieel dat op de werf aangevoerd wordt en onderhevig is aan een periodieke keuring moeten voorzien zijn van een geldig keuringsattest. Machines en materieel die niet voorzien zijn van een dergelijk attest worden niet toegelaten tot de werf of moeten onmiddellijk verwijderd worden. Alle keuringen moeten ter beschikking gesteld worden van de leidend ambtenaar én moeten op de werf aanwezig zijn. Bijzondere aandacht wordt gevestigd op de hierna volgende keuringsattesten.
Omschrijving
Wetgeving
Periodiek Onderzoek
In dienst vóór 1/01/83
ARAB, art. 262, 265
Jaarlijks, maandelijks
In dienst na 1/01/83
AREI, art. 272, 267, 270,
Jaarlijks, maandelijks
271
5-jaarlijks
Bouwplaatsaansluiting (LS)
AREI, art. 270, 271
13 maanden
Hijs- en heftoestellen
ARAB, art. 280, 281
3 maandelijks, jaarlijks
Stelling (hangstelling, manden, …)
ARAB, art. 452, 453
3 maandelijks, jaarlijks
Veiligheidsmateriaal (veiligheidsgordel, toebehoren, …)
ARAB, art. 158sexies
Jaarlijks
Ladder, noodladder
ARAB, art. 43bis3
Jaarlijks
Gasflessen algemeen
ARAB, art. 357, 358
Bijlage A – KB 15/03/76
Koolzuuranhydride
ARAB, art. 357, 358
10 jaar en bij herlading
Acetyleen
ARAB, art. 357, 358
5 jaar en bij herlading
Propaan/butaan
ARAB, art. 357, 358
10 jaar en bij herlading
HS- en LS installatie
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
36 / 110
LPG-brandstoftanks voor voertuigen
ARAB, art. 358, KB 13 juli 1977
6 jaar en heralding
Blusapparaten
NBN S21-011 t/m NBN S21018
1 jaar
NBN EN 3-5 Haspels
NBN S21-023
1 jaar
NBN S21-027 Noodverlichting
ARAB, art. 52.11
1 jaar
ARAB, art. 43bis Sprinklerinstallatie
ARAB, art. 52.11
1 jaar
NBN S21-028 CEA 4001 Verwarmingsinstallatie
6.5.5.
ARAB, art. 52.11
1 jaar
Gebruik van gevaarlijke producten (cfr. Bouwplaatsreglement, art. 10)
Met de uitdrukking “gevaarlijke producten” wordt iedere stof bedoeld die schadelijk kan zijn voor de gezondheid van de werknemers en/of voor het leefmilieu. Een stof kan schadelijk zijn door haar scheikundige samenstelling, onverenigbaarheid met andere stoffen, effect op de gezondheid (bv. op de ademhaling, ogen, huid, …) of door haar brandbaarheid, ontvlambaarheid, ontplofbaarheid, radioactiviteit of kankerverwekkende eigenschappen. Bij het gebruik van sommige producten dient rekening te worden gehouden met de weersomstandigheden. Wind, regen, warmte kunnen een invloed hebben op de uitvoeringsmethode, de gebruikte hoeveelheden, de uitwerking op het milieu of kunnen een verhoogd risico teweeg brengen voor de werknemers. Bij het gebruik van gevaarlijke producten moet een ventilatie worden voorzien tijdens de droogfase van het product. De luchtconcentratie van de gebruikte producten moet beneden hun toelaatbare limietwaarde blijven en beneden 10% van hun onderste explosiegrens. In de mate van het mogelijke wordt een afdichting voorzien tussen de zone waarin met het product gewerkt wordt en de rest van het bouwwerk. Gevaarlijke producten, opgeslagen in de nabijheid van de plaats van gebruik, moeten zo geplaatst worden dat de manier van aftappen, uitgieten, uitpompen geen extra risico’s geven voor brandgevaar en verstuiving en dat indringing en vermenging met de ondergrond wordt vermeden. Het reinigen van materiaal met behulp van oplosmiddelen gebeurt in open lucht, ver van alle vlam, terwijl men zorgt voor de periodieke afvoer van alle gebruikte oplosmiddelen en gedrenkte vodden. Deze worden hoogstens tijdelijk bewaard in hermetisch afgesloten metalen houders.
!
Het gebruik van gevaarlijke producten – ongeacht hun vorm of hoeveelheid – dient steeds gesignaleerd te worden aan de coördinator-verwezenlijking én aan de aannemers die tegelijkertijd op de werf actief zijn. Indien noodzakelijk dient een ALGEMEEN ROOKVERBOD op de werf te worden ingevoerd (bv. ontkistingsolie). Het gebruik van gevaarlijke producten, alsook de MSDS-fiche moet door de AANNEMER worden opgenomen in zijn V&G-plan en risicoanalyse.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
37 / 110
Bij de aanwending van gevaarlijke producten in een geheel of gedeeltelijk afgesloten bouwwerk moet de nodige verluchting (natuurlijke of geforceerde) worden voorzien. De regels voor het stockeren van gevaarlijke producten dienen steeds gerespecteerd te worden, ook indien vaten of bussen in beperkte hoeveelheden op het werfterrein opgeslagen worden. De AANNEMER voorziet speciale stockagecontainers of opvangbakken, geplaatst onder een afdak, om vermenging met regenwater te beletten. De AANNEMER voorziet speciale stockagecontainers of opvangbakken, geplaatst onder een afdak, om een vermenging met regenwater te beletten. De AANNEMER respecteert de vigerende milieuwetgeving inzake de opslag van gevaarlijke producten en het verwijderen van afval. De AANNEMER volgt de richtlijnen inzake etiketteren van vaten en bussen. De AANNEMER zorgt dat de gebruikers van gevaarlijke producten op de hoogte zijn van de gevaren verbonden aan het gebruik en voorziet de nodige PBM of CBM.
6.5.6.
Toestellen met laserstraal (cfr. bouwplaatsreglement, art. 3 & 11)
Indien de aannemer gebruik maakt van toestellen met laserstraal, moet dit vermeld worden in het V&G-plan van de aannemer, met vermelding van de gevarenklasse van het toestel. Volgens de publicatie 826 van de Internationale Elektronische Commissie, worden lasertoestellen onderverdeeld in 5 klassen: 1, 2, 3a, 3b en 4. De uiterst geconcentreerde lichtbundels vormen voornamelijk een gevaar voor de ogen (verbranden van het netvlies, …). Enkel de toestellen van klasse 4 kunnen een reëel gevaar betekenen voor de verbranding van de huid. De klassen 1 en 2 omvatten toestellen zonder gevaar in de praktijk van een bouwwerf (vb. laserprinters). De klasse 3a bevat toestellen met een eerder theoretisch gevaar, terwijl met toestellen van klasse 3b men het contact met de stralenbundel met de ogen moet vermijden. Bij dit laatste soort toestellen (3a en 3b), waarvan men niet kan aantonen dat ze onschadelijk zijn, moeten de nodige maatregelen genomen worden onder de vorm van: -
Voorlichting van de werknemers (niet alleen de gebruiker, maar ook de omringende collega’s)
-
Het toestel zodanig plaatsen dat de straal buiten oogbereik werkt, niet doordringt in eventueel belendende lokalen en niet kan weerspiegelen in glas, vloeistof of andere blinkende vlakken.
-
Waarschuwingstekst (zwart op geel) op het toestel in de taal van de gebruiker
Laserstraal
Niet in de straal kijken, noch met het blote oog, noch met behulp van een optisch instrument
Lasertoestel 3a (of 3b).
-
Personen met brillen of contactlenzen speciaal informeren over het risico voor oogbeschadiging
-
Het plaatsen van reglementaire waarschuwingspictogrammen langs de bestreken zone.
Toestellen van klasse 4 zijn VERBODEN op de werf, tenzij hun noodzaak op voorhand aangetoond wordt. De risico’s dienen specifiek geanalyseerd en ondervangen worden door middel van de gepaste preventiemaatregelen. Dit alles dient te gebeuren in overleg en mits instemming van het bestuur.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
38 / 110
!
De AANNEMER voorziet de nodige preventiemaatregelen in functie van ( klassen waartoe de lasertoestellen behoren. Indien klasse 4 toestellen worden gebruikt, stelt de aannemer een specifieke risicoanalyse op voor deze activiteiten en stelt hij doeltreffende preventiemaatregelen voor. Deze veiligheidsmaatregelen worden ter goedkeuring voorgelegd aan het bestuur en de veiligheidscoördinator-verwezenlijking.
7. Gevraagde informatie aan de aannemers en zelfstandigen DE AANNEMERS EN ZELFSTANDIGEN VERBINDEN ZICH ERTOE DE HIERNA VOLGENDE INFORMATIE TIJDIG TE OVERHANDIGEN AAN DE COÖRDINATOR-VERWEZENLIJKING.
7.1
Gevraagde informatie aan de bouwdirecties belast met de uitvoering vóór gunning van de opdracht (toe te voegen bij hun aanbieding als basis voor de evaluatieopdracht van de coördinator ontwerp; cfr K.B. 19/01/2005, art. 30).
1. Afschrift organogram van de eigen organisatie 2. De kandidaten voegen bij hun offerte een document dat verwijst naar dit V&G-plan, waarin zij beschrijven op welke wijze zij het bouwwerk zullen uitvoeren om rekening te houden met dit V&G-plan (cfr. K.B. 19/01/2005, art. 30, 1°). 3. De hierna volgende fasen voor de uitvoering van het bouwproject werden door de veiligheidscoördinator –ontwerp – na uitvoering van de risicoanalyses – als kritiek beschouwd inzake veiligheid en gezondheid en essentiële punten bij de beoordeling door de veiligheidscoördinator van het gevraagde document art 30 tweede lid 1° en 2° conform omzendbrief dd 27/12/2007: -
Werken met risico op valgevaar
-
Werken in de nabijheid van water (Bijzondere aandacht voor de invloed van de getijdewerking)
-
Sloopwerkzaamheden
-
Werken in sleuven
-
Werken in de nabijheid van nutsleidingen
-
Inrichten en afschermen van de werkzone
-
Gelijktijdigheid van werken tussen burgerlijke bouwkunde en elektromechanica van het pompgebouw.
4. Een intentieverklaring (zie bijlage 5) waaruit blijkt dat de bouwdirectie belast met de uitvoering en zijn aannemers, onderaannemers en zelfstandigen zullen werken volgens de preventieprincipes, de wettelijke voorschriften en deze opgenomen in dit VGP.
7.2
Gevraagde informatie aan de bouwdirecties belast met de uitvoering bij/na gunning van de opdracht
1. Een ondertekend engagement van de project- en werfleiding voor het preventief V&G-beleid. 2. Een gedetailleerde omschrijving van de werkwijzen voor al de verschillende bouwfasen, zoals opgegeven in de meetstaat. 3. Een gedetailleerde planning van de uitvoering van de werken, waaruit gelijktijdige en achtereenvolgende werken kunnen onderscheid worden.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
39 / 110
4. Het werfinplantingsplan dat voorgelegd aan en besproken dient te worden met de veiligheidscoördinator-verwezenlijking en de bouwheer. 5. Een overzicht van de aannemers en zelfstandigen die in onderaanneming werken. 6. Risicoanalyses en preventiemaatregelen (cfr. bedoeld in art. 5 van de Wet op het Welzijn en art. 50 van het K.B. van 19/01/2005) zowel van alle eigen activiteiten als van deze van de (onder-)aannemers en zelfstandigen. Bij deze analyse komen volgende rubrieken aan bod: -
Activiteiten,
-
Middelen en technieken,
-
Gedefinieerde risico’s,
-
Evaluatie van alle gedefinieerde risico’s,
-
Voorziene technische en organisatorische preventiemaatregelen,
-
Evaluatie van de risico’s na preventiemaatregelen,
-
Verantwoordelijke voor de preventiemaatregelen,
-
Eventuele opmerkingen.
7. De nodige collectieve beschermingsmiddelen zullen voorzien, geplaatst, geïnspecteerd en onderhouden worden door de bouwdirectie belast met de uitvoering van de werken. 8. Er worden geen taken of verantwoordelijkheden doorgeschoven naar de opdrachtgever, de bouwdirectie belast met het ontwerp of naar de coördinatoren ontwerp of verwezenlijking 9. Het toepassen of doen toepassen van de aangewezen preventiemaatregelen op basis van deze wettelijke verplichtingen (Wet, art. 5 en K.B. art 50) zullen ook nooit aanleiding geven tot het indienen van enige meerprijs of schadevergoeding. 10. Alle nodige gegevens voor het samentellen van het PID, voorzien in bijlage I, deel C van het K.B. van 19/01/2005 en in te vullen volgens de principes bepaald in art. 34-36, zoals bijvoorbeeld: materiaaltesten, plannen, gegevens en instructies en onderdelen, …
7.3
Gevraagde informatie aan de (onder-)aannemers en zelfstandigen
1. Een ondertekend engagement van de project- en werfleiding voor preventief V&G-beleid 2. Een omschrijving van de activiteiten 3. Een risicoanalyse van de eigen activiteiten en de bijhorende preventiemaatregelen, cfr. de hierboven vermelde criteria en deze vermeld in de Wet op het Welzijn art. 5 en art. 50 van het K.B. van 19/01/2005. 4. Een intentieverklaring met vermelding te zullen werken volgens de preventieprincipes en de algemene wettelijke voorschriften en deze opgenomen in dit V&G-plan. 5. Alle nodige gegevens voor het samenstellen van het PID.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
40 / 110
HOOFDSTUK III:
BIJLAGEN
Bijlage 1
Noodoproepnummers
Bijlage 2
Risicoanalyse
Bijlage 3
Bouwplaatsreglement
Bijlage 4
Administratieve gegevens en intentieverklaring
Bijlage 8
Identificatieblad aannemer/ werfmaterieel
Bijlage 6
Ongevalleninlichtingenblad
Bijlage 7
Gemotiveerd verzoek aanwezigheid veiligheidscoördinator
Bijlage 8
Procedure inhalen mug-helikopter
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
41 / 110
NOODOPROEPNUMMERS
BIJLAGE 1
Bij het bellen van de hulpdiensten dient men steeds na te gaan of men op het correcte netwerk zit. Eventueel moet dit handmatig worden ingesteld!!! MEDISCHE SPOEDDIENST
Spoeddienst Tel: 100
GSM: 112
Bij levensgevaar meteen via de 100 bijstand vragen van de MUG. ZIEKENHUIS
Naam: Ziekenhuis AZ OLV Ter Linden Adres: Graaf Jansdijk 162 – 8300 Knokke-Heist Tel.: 050/63.31.11
HUISARTSEN
Cfr. Dienst 100 of urgentiedienst 24/24
ANTIGIFCENTRUM
Naam: Antigifcentrum Adres: Militair Hospitaal Bruynstraat 1 1120 Brussel Tel.: 070/245.245
BRANDWEER
Naam: Brandweerkazerne Knokke Heist Adres: Brandweerstraat 7 -8820 Knokke-Heist Tel.: 050/63.03.60 Naam: Brandweerkazerne Cadzand Adres: Nieuwleusenerstraat 18 – 4506 AB Cadzand Tel: +31 117 457 000 URGENTIE: 100 (tel)
of
112 (GSM)
BRANDWONDEN-CENTRA
Tel.: 02/ 268 48 48
POLITIE
Naam: Politiezone Damme/Knokke-Heist Adres: De Vrièrestraat 49 – 8300 Knokke-Heist Tel.: 050/61.96.00 URGENTIE: 101 (tel)
of
112 (GSM)
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
42 / 110
RISICOANALYSE
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
BIJLAGE 2
43 / 110
Item Activiteit 1.
ALGEMEEN
1.1.
Organisatie van de werking op de werf:
Arbeidsmiddel
Risico's
Preventiemaatregelen
Werforganigram opstellen, duidelijk hiërarchie vastleggen Verantwoordelijkheden vastleggen Opstellen van een werfinrichtingsplan
1.2.
Motiveren van alle betrokkenen:
V & G-vergadering bij aanvang werf (startvergadering) Informatie & instructies arbeiders (taakgerichte voorlichting)
- opdrachtgever - studiebureau - aan-, neven-, onderaannemers - zelfstandigen - arbeiders 1.3.
1.4.
Orde en netheid
Goede staat van machines, gereedschap, heftoestellen, alle heftoebehoren en PBM
Iemand (persoon/dienst) aanduiden voor het onderhoud van de inrichtingen
Bouwplaats machines algemeen
Technische mankementen, braak, doorbreken hijsmiddelen,...
Dagelijkse opruiming, ook opruiming volgens werkfazes Periodieke controle door erkend controleorganisme Kopie van elk keuringsattest in dossier bijhouden Nazicht vóór ingebruikname (visuele controle)
Contact met bewegende voorwerpen: verkeersrisico, aanrijding met bouwplaatsmachines,...
Gebruik PBM 's
Diverse
Machinisten mogen machine niet verlaten zolang de machine in werking is Bij machines buiten werking, dient de handrem ingeschakeld, eventueel de wielen blokkeren dmv wielschoen
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
44 / 110
Machines die verplaatst worden met een dieplader dienen beveiligd tegen omkanteling en verplaatsing
1.5.
Goede staat van blustoestellen
Brandgevaar
Onvrijwillig starten moet onmogelijk zijn (sleutelvergrendeling) Akoestisch signaal bij achteruitrijden moet ingeschakeld zijn Controle door leverancier
1.6.
Gebruik gasflessen
Ontploffingsgevaar
Regelmatige controle van brander en slangen
Valgevaar, instortingen,.......
1.8.
Goede staat van ladders, stellingen, dragende houten delen, werkplatforms ... Persoonlijke bescherming:
Correcte stapeling flessen. Flessen staan altijd rechtop en zijn beveiligd tegen omvallen. Controle door bevoegd persoon
Knellen, vallende voorwerpen, verbranden,.......
Permanente verplichting (pictogrammen) Mondelinge en schriftelijke voorlichting van de werknemers
Oogletsels, snijwonden, lawaai, stof, brandwonden,....
Reserve helmen en veiligheidslaarzen ter beschikking houden
1.9.
- draagplicht veiligheidsschoenen, helm en werkkledij - draagplicht van andere beschermingsmiddelen volgens omstandigheden (vb veiligheidsbril, handschoenen, gehoorbeschermers,....) - helm en veiligheidsschoenen ook verplicht voor elke werfbezoeker Werkklimaat op het werk: - verstandhouding directieconducteur-arbeiders
Verkeerde interpretaties, verkeerd begrepen, eigenzinnig,....
Onnodige stress vermijden
Geen onnodige tijdsdruk opleggen, vermijd stress-situaties
Bestudeerde en goed gekende werkwijzen en uitvoeringsroutines
1.7.
- haalbare termijn en planning
Oogletsels, snijwonden, lawaai, stof, brandwonden,....
Juiste volgorde van montage en demontage 1.10. Eerste hulp en dringende zorgen: - hulpverlener
Voorlichten arbeiders Onoordeelkundige manipulatie van personen EHBO-verantwoordelijke + hulpverlener met gevolgen van lange duur, verstikking, onjuiste behandeling van brandwonden,...
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
45 / 110
- verbandkoffer, draagberrie, dekens - handelswijze in geval van zwaar ongeval of mogelijke ramp 1.11. Werfkeet-bureau-Hygiëne
Onherstelbare lichamelijke schade
Ongevalsprocedure
Onherstelbare lichamelijke schade
Duidelijk afficheren noodnummers
Knellen, pletten, valgevaar, val voorwerpen,....
Voldoende voorzieningen (refters, kleedruimten, toiletten, burelen, wasgelegenheden, verwarming, verlichting ...) Minstens DAGELIJKS reinigen
Geen hygiëne betekent: kans op besmetting, infecties, ziek worden, insectenbeet,.....
Vuilnisemmers in voldoende aantal + tijdig ledigen Ongecontroleerde handelingen, onverzekerd Alcoholverbod zijn,....
1.12
Brandgevaar
Voldoende asbakken OF rookverbod
Passief-actief roken
Rookverbod tijdens de vergaderingen
Gebruik van voertuigen
Bedrijfsauto 's
Aanrijdingen
Leveren van brandstoffen/olie
Tankwagen
Verontreinigen werkplek door lekkende koppelingen, leidingen
Alle vrachtwagens dienen uitgerust met zichtveldverbeterend systeem, zwaailicht en achteruitrijsignaal Zorgen voor correcte koppelingen Zorgen voor olieabsorberende producten Zorgen voor lekopvangmogelijkheden
Bedwelming personen (ook reukhinder)
Zorgen voor voldoende verluchting
Contact met irriterende producten
Gebruik van handschoenen
Explosie- en brandgevaar
Absoluut rookverbod Zorgen voor de nodige brandbestrijdingsmiddelen in de onmiddellijke omgeving Onbeschermde leidingen beschermen
1.13. Onderaannemers: . respect voor collectieve beschermingsmiddelen
Voorlichting
. respect voor uitvoeringsplanning
Duidelijk werfreglement opstellen
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
Voorwaarden inbouwen in contract (bestelling)
46 / 110
. respect voor arbeidsklimaat en goede verstandhouding op de werf
Onderaannemers leggen hun eigen risico-analyse voor, er wordt verwacht dat deze na goedkeuring van de veiligheidscoördinator gerespecteerd wordt
. communicatie
1.14. Acties bij eventuele ongevallen
Onwetendheid, onduidelijke instructies, handelen op eigen houtje,.....
Verantwoordelijkheden vastleggen
Wanneer geen hulpverlener aanwezig
De eerste zorg toedienen
Verkeerde of onjuiste plaatsbeschrijving
Dokter of ziekenwagen bijroepen
Personen buiten gevarenzone brengen, machines in werking, uitschakelen-afzetten
Eventueel gevaarlijke situatie beveiligen
Verder werken met dezelfde risico's ipv deze Onmiddellijk Preventieadviseur verwittigen uit te schakelen door andere werkwijze Onverzekerd zijn
Item Activiteit 2.
VOORBEREIDENDE WERKEN
2.1.
Aanvoer materieel / materiaal
Vrachtwagen (s)
In elk geval ongevalsaangifte invullen
Risico's
Preventiemaatregelen
Aanrijding - botsingen (met medeweggebruikers)
Degelijke signalisatie aanbrengen. Wegcode respecteren. Max. toegelaten snelheid op de werf 30 km/u Personen moeten voldoende afstand nemen tov werkende/bewegende voertuigen
2.2.
Werfweg / parking / opslagruimte
Werfvoertuigen zijn voorzien van zwaailicht, zichtveldverbeterend systeem en verwittigen bij achteruitrijden Verergeren van de gevolgen van een ongeval Doorgangen steeds vrijhouden, instandhouding en door slechte bereikbaarheid uitwijkmogelijkheden
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
47 / 110
Interventieplan opstellen en doorgeven aan de betrokken diensten (verkeerspolitie betrekken bij opmaak verkeersplan) Opslagruimte voorzien in directe omgeving van de werkzone, beperken van de circulatie 2.3.
Invloed aanpalende percelen / buurtbewoners / derden / medeweggebruikers
Valgevaar, gevaar voor vallende voorwerpen / belemmerende doorgangen ...
Werfafsluiting plaatsen ter hoogte van de toegangen met de nodige signalisatie ("verboden werf te betreden") Eventuele vluchtwegen (brandweerweg) steeds vrijhouden en degelijke signalisatie V & G-plan of Globaal Preventieplan eigenaar of beheerder opvolgen Recht van doorgang eerbiedigen
2.4.
2.5.
Verkeer / toegangswegen
Opslag materiaal en materieel
Bereikbaarheid handelszaken respecteren en instandhouden Signalisatieplan opstellen en laten goedkeuren door bevoegde overheid (ook verkeerspolitie raadplegen) Instandhouding toegangen
Aanrijdingen / botsingen
Omvallen van opgeslagen materieel / materiaal Beschadigen naburige constructies, gebouwen, nutsleidingen Fysieke belasting door onnodig verplaatsen van gestapeld materiaal / materieel
Bedrijfsvoegtuigen voorzien van zichtveldverbeterend systeem Niet hoger stapelen dan 2 m Stapelrekken, -bakken gebruiken Op voorhand afspreken waar de te verwerken materialen worden gestapeld (zand, buizen, .............) Manueel verplaatsen van zware stukken vermijden Aangepaste hulpmiddelen gebruiken Plaats opslagruimte oordeelkundig kiezen (nabijheid van werkzone) Opslaghoeveelheid beperken, geregeld laten aanvoeren naargelang vordering werken
Brand- en explosiegevaar door verkeerd opgeslagen gevaarlijke producten
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
48 / 110
Gevaarlijke stoffen opslaan in afgesloten geventileerde ruimte / containers
De nodige etiketten en symbolen aanbrengen (pictogrammen) Open vuur in onmiddellijke omgeving van opslagplaats vermijden Na beëindigen v/d dagtaak moet alles op een veilige manier achtergelaten worden, zodat niks kan omvallen, instorten, wegwaaien edgl. Beperkte hoeveelheid laten aanvoeren naargelang de evolutie v/d werkzaamheden 2.6.
Werken met elektriciteit
Verdeelborden, kabels, stekkers, Elektrocutiegevaar aarding, …
Bovengrondse kabels ophangen en/of afschermen, gebruik van kabelgoten,.... Installatie door een erkend organisme laten keuren.
Brandgevaar door overbelasting
Materieel met een beschermingsgraad van minstens IP44 gebruiken of andere preventiemaatregel toepassen. Dagelijks controle door bevoegd persoon. Voldoende aansluitmogelijkheden (verdeelkasten) voorzieningen om overbelasting te voorkomen.
2.7.
Werken met mobiele kranen, torenkranen en hydraulische kranen
Mobiele- en torenkraan
Algemeen
Verdeelkasten steeds gesloten houden. (ook regendicht) Na werktijd elektrische installatie indien mogelijk uitschakelen Uitvoering door bevoegd personeel
Vallende voorwerpen
Aangepaste gekeurde hijsmiddelen gebruiken De opstelling of montage van de torenkraan gebeurt door een ervaren firma met personeelsleden die alle nodige opleidingen gevolgd hebben voor dergelijke werkzaamheden, het spreekt voor zich dat zij eveneens gebruik maken van ALLE mogelijke PBM's (valharnas, levenslijn, helm, handschoenen, veiligheidsschoenen,...) Goede communicatie tussen kraanbestuurder en seingever (walkie-talkie) Opleiding en aangepaste instructies aanpikkers en kraanmachinisten
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
49 / 110
Kantelen kraan
Stabiele opstelling i.f.v. aard van de ondergrond Kraan opstellen volgens berekeningsnota Volwaardige verankering tussen kraan en fundering Uitgravingen in nabijheid van torenkraanfundering vermijden Niet boven personen hijsen.
Contact met personen
Kraan uitrusten met akoestisch signaal. Beroep doen op seingever Draaicirkels verschillende kranen uit elkaars zone houden en gieken op ongelijke hoogte plaatsen of zwenkbegrenzers gebruiken Gevaarlijke zone onder draaicirkel kraan afzetten Contact met voorwerpen
Isoleren van kraanarm Hoogtebegrenzer Vrije ruimte van minstens 80 cm rond draaicirkel tegengewicht kraan
Torenkraan op rails
Algemeen
Kraan voorzien van een geldig keuringsattest
Knellen / pletten tussen draaiende kraan
Zware lasten begeleiden met stok of koord (NOOIT met de hand)
Electrocutie
Voedingskabel afschermen, onderstellen aarden, elektrische uitrusting 5 jaarlijks gekeurd
Fysieke belasting kraanbestuurder Kantelen kraan door ontbreken van eindloop
Torenkraan hoger dan 30m. voorzien van rustplatformen Monteren eindloop op rails
Knellen onder kraan op spoor
GEEN materiaalopslag op spoorbaan Akoestisch signaal bij bewegende kraan
vallen over spoorbaan kraan
Voldoende en goed begaanbare overgangen maken en signaleren Beide zijden van de spoorbaan afbakenen
2.8.
Afvalbeheer
Containers
Milieuschade
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
Gescheiden afvalbeheersing (chemisch afval / puin / hout / verbrandbaar afval / metaal / glas/ asbest ...).
50 / 110
Gebruik maken van recycleerbare verpakking. Asbestbehandeling 2.9.
Gebruik van bouwmachines algemeen
Asbestinventarisatie
Bouwplaatsmachines, zoals Knellen, pletten, omvallen vrachtwagens, bulldozers, duwers, betonmixers, schrapers, ….
Verharding van rijzones. Rijzone vrij van obstakels. Werftoestellen voorzien van R.O.P.S.-beveiliging (Rolling Over Protection System), beveiliging tegen omslaan Werfvoertuigen voorzien van zwaailicht en verwittiging bij achteruitrijden Zorgen voor voldoende zichtbaarheid en verlichting Werfvoertuigen dienen verzekerd te zijn Enkel propere voertuigen toegelaten op de werf ttz propere ruiten, zuivere opstaptreden, .................. Bedrijfsvoegtuigen voorzien van zichtveldverbeterend systeem Stabiele opstelling i.f.v. aard van de ondergrond en ondergrondse constructies
Mortel-betonsilo 2.10.
2.11.
Onderzoek van de bestaande ondergrondse gasleidingen
Nutsleidingen: -rioleringwaterleiding-elektriciteittelefoon-televisie-..............
Graafmachines
Contact met draaiende - bewegende delen
Afstand houden, afschermen archimedesschroef, toegang vrij van obstakels
Contact met bestaande ondergrondse leidingen
Opvragen van plannen nutsleidingen (schriftelijke bevestiging van afwijzing aansprakelijkheid bij onvoldoende gegevens of geen plannen)
Warmte-koude-ontploffing-gassen
Detecteren leidingen
Val van personen begane grond
Orde en netheid thv werkzaamheden
Grondverzakking
Stabiele opstelling i.f.v. aard van de ondergrond
Contact met bewegende delen
Voldoende afstand houden (buiten draaicirkel blijven) Opvragen van plannen nutsleidingen (schriftelijke bevestiging van afwijzing aansprakelijkheid bij onvoldoende gegevens of geen plannen)
Elektrocutie
Detectie vooraleer de grondwerken aan te vatten 2.12.
Gebruik van ladders en stellingen
ladder
Valgevaar
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
Voorkom het onderuitglijden van de ladder door deze vast te zetten aan de basis
51 / 110
Ladders enkel gebruiken om zich van het ene werkniveau naar het andere te begeven, niet gebruiken als werkplatform Ladders voorzien van degelijke antislipschoenen Ladders in goede staat te bewaren Ladders worden NOOIT overschilderd De ladders dienen min. 1m boven het werkniveau uit te steken Ladders met meer dan 25 sporten dienen bovenaan te worden bevestigd (rol-)stellingen
Valgevaar
Stevige en stabiele opstelling voorzien Stellingen, werkplatforms voorzien van leuningen tussenleuning - plintplaten Rolstellingen worden enkel verplaatst wanneer werkplatform vrij van personen en voorwerpen is Vergrendel de wielen vooraleer je op de rolstelling klimt Rolstellingen worden langs de binnenzijde beklommen Aaneensluitende werkvloer De toegang tot de werkvloer gebeurt door trappentoren - ladders Rolstellingen worden verplaatst op een vlakke ondergrond vrij van voorwerpen Stellingen worden voorzien van stabilisatoren Plaatsing van stellingen laten uitvoeren door onderlegd personeel Stellingen die hoger zijn dan 8 m wordt een berekeningsnota voorgelegd aan de coördinator
2.13.
Topografie: openen en afdalen inspectieputten
Ladder, rolkarren, levenslijn, pince, handgereedschappen
Val personen
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
Goede opstelling ladder Tijdens de inspectie zorgen voor afbakening open putdeksel Put na inspectie terug afsluiten
52 / 110
Het betreden van riolen mag enkel gebeuren door onderlegd personeel mist toepassing van de geldende veiligheidsregels Geregeld rustperiodes inlassen
Overbelasting personen
Juiste houding (opleiding heffen en tillen)
Uitzetten tracé
Zwaailaser klasse 3a (of 3b)
Verstikking
Gebruik van zuurstofmasker
Oogletsel
Werkzaamheden uitvoeren in aanwezigheid van drie personen Het betreden van riolen mag enkel gebeuren door onderlegd personeel mist toepassing van de geldende veiligheidsregels Zwaailaser niet op ooghoogte Zwaailasers van klasse 4 verbieden op de werf, tenzij hun noodzaak kan worden aangetoond
Klemmen, stoten, diverse kwetsuren
Item
Activiteit
Arbeidsmiddel
3.
ROOIEN/VELLEN VAN STRUIKGEWAS EN HAGEN
3.1.
Rooien/vellen van struikgewas en Kettingzaag, haksel- machine, hagen handgereedschap, grijpers, snoei- scharen, handzagen, ladders, hoogte- werker, …..
Gebruik van PBM's
Risico's
Preventiemaatregelen
Algemeen
Gespecialiseerd personeel
Contact met bewegende delen, lawaai, snijwonden, klemmen, … Contact met bewegende delen, lawaai, snijwonden, klemmen, … Valgevaar
Oordeelkundige volgorde van ontginning Gebruik van PBM's, materiaal met de nodige CBM's Stabiele opstelling ladders en hoogtewerkers bij werkzaamheden op hoogte Gebruik van valharnas - levenslijn Geregeld verwijderen van omgezaagde bomen
Omvallen gestockeerde boom- stronken Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
53 / 110
Oordeelkundig stapelen van de omgezaagde bomen
Item
Activiteit
4.
AFBRAAK-/ UITBRAAKWERKEN
4.1.
Afbreken opstanden, dakranden, wanden, aansluitingen,…
Beschadigen naburige constructies
Goede valrichting vooraf te bepalen
Projectie van verhakseld loof, wegWeersinvloeden
Eventueel begeleiden van de val dmv een koord of trekkabel Machines opstellen zodat projectie niet bij personen geraakt Rooien bij windstil weer
Arbeidsmiddel
Risico's
Preventiemaatregelen
Breekhamer, knabbelscharen, slijpmachines......
Lawaai-trillingen-werkhouding-snijwonden
Gebruik van PBM 's, materiaal met nodige CBM 's
Instortingsgevaar
Juiste werkvolgorde respecteren, opmaak afbraakprogramma Zorgen voor stabiele constructie (eventueel stutten of bestaande constructies instandhouden)
Contact met bewegende delen, stof, lawaai,
Gebruik van PBM 's, materiaal met nodige CBM 's
Valgevaar
Voorzien van veilige toegang tot het dak van de luifel Bestaande leuning op het dak zolang mogelijk laten staan, dient als CBM Inwinnen van gegevens van belang voor het hijsen van het bestaande kunstwerk (aanslagpunten, gewicht, bevestigingspunten) Op het ogenblik wanneer de leuning wordt afgebroken, het voorzien van PBM (levenslijnen) voor de verdere werkzaamheden op het dak Gebruik van veiligheidsnetten zijwandveiligheidsnetten Regelmatige afvoer van opgebroken materialen
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
54 / 110
Vallende voorwerpen, afbraakmateriaal, gereedshap,.... Asbest
Gebruik van een stortkoker Instellen van een veiligheidszone rond de af te breken gedeelten Asbestinventarisatie Asbestmateriaal bevochtigen om stofvorming te voorkomen Voorafgaandelijk verwijderen van asbest mits gebruik van de nodige PBM's Asbesthoudend materiaal omzichtig hanteren
4.2.
Verwijderen van de bestaande verhardingen (affrezen) (bitumineuze, asfalt en cementbeton)
Onmiddellijke afvoer met behulp van gesloten containers Duidelijke instructies geven aan de machinisten en transporteurs Achtergelaten voertuigen kunnen zich niet verplaatsen (handrem op of gebruik van wielschoen)
Algemeen
Aangepaste gereedschappen gebruiken ifv verharding Alle machines en gereedschappen zijn voorzien van hun veiligheidsuitrustingen Goede organisatie van verschillende actoren op de plaats van de werkzaamheden Verantwoordelijke aanduiden die zorgt voor de circulatie van de verschillende voertuigen/machines ter hoogte van de werkzaamheden Te behouden openingen dichtleggen, signaleren of duidelijk en voldoende afbakenen Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen zoals veiligheidsschoenen, helm, handschoenen, enz.. Ook voor bestuurders welke hun cabine verlaten. Freesmachine, vrachtwagens, handgereedschappen, kraan, laadschop, pneumatische hamer, borstelwagen, ........
Aanrijdingen, kantelen machines, contact met bouwplaatsmachines, val van een hoger vlak, stof- en lawaaihinder,...
Werkzones bepalen en duidelijk afbakenen Voertuigen voorzien van zichtveldverbeterend systeem Rijzones voorzien Verbod van personen in nabijheid van machine Oranje zwaailicht bij machine in werking
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
55 / 110
Beperken van de snelheid Vrachtwagens voorzien van akoestisch signaal inwerking bij achteruitrijden Controles doen mbt eventuele vervuiling van af te voeren materiaal + aannemer is verplicht afnemers van materiaal kenbaar te maken (teerhoudend asfalt moet naar een door OVAM erkende stortplaats gebracht worden) Bekwame ervaren bestuurders Stabiele opstelling van machines Overbelasting personen
Inlassen van rustperiodes Stereotype houdingen Ploegenwerk Geen onnodige inspanningen die lichamelijke schade kunnen toebrengen
4.3.
Zaagsneden in verhardingen
Slijpschijf-waterzaag
In aanraking met draaiende onderdelen, lawaai, CE-gekeurde machines stof,... Oordeelkundig gebruik van de machines Voldoende afstand nemen van draaiende onderdelen Verplicht dragen van Persoonlijke Beschermingsmiddelen zoals veiligheidsschoenen, handschoenen, bril, helm, …… Voorkeur aan waterzagen (beperkte stofhinder) Overbelasting personen
Rustperiodes inlassen
Stukspringen schijfblad
Oordeelkundig gebruik van de machines door doeltreffende opleidingen Aangepaste gereedschappen ifv de te bewerken verharding Gebruik geen versleten zaagbladen
4.4.
Opbreken onderfunderingen van zand / grind / steenslag
Breekhamer, schrapers, slijpmachines, elektrische en pneumatische breekhamer......
Lawaai-trillingen-stof-rondvliegende brokstukken.....
VERPLICHT GEBRUIK VAN PBM 's Gebruik van CE-gekeurd materiaal Voldoende afstand nemen van draaiende onderdelen Duidelijke instructies geven aan de machinisten
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
56 / 110
Oordeelkundig opbreken van de bestaande constructies Opgebroken materiaal wordt onmiddellijk afgevoerd Werkhouding-overbelasting
Rustperiodes inlassen Ploegenwerk Geen manuele manipulatie Ergonomisch verantwoorde houdingen
Contact met ondergrondse leidingen: explosiegevaar-electrocutie-waterlekkengaslekken-gevolgen voor aangesloten gebruikers
Geen roekeloos werk in nabijheid van nutsleidingen + machinisten erop wijzen dat dit niet kan Nutsmaatschappijen moeten vooraf gecontacteerd worden ivm aanwezigheid van leidingen in de werkzone Leidingen preventief buiten werking stellen Markeren leidingen Verplaatsen nutsleidingen kunnen de werkzaamheden veiliger laten verlopen Manuele opbraak ter hoogte van de leidingen, voorkomt grotere impact bij eventuele beschadiging
4.5.
Opbreken bestaande straatstenen-betontegelstrottoirbanden-kantstrokenkantopsluitingen met hun fundering en onderfunderingbuizen-kokers-putten-kolkenmassieven-constructiesafsluitingen- ……
Breekhamer, knabbelscharen, schrapers, slijpmachines, elektrische en pneumatische breekhamer, handgereedschappen, trax......
Lawaai-trillingen-stof-rondvliegende brokstukken-contact met draaiende onderdelen van machines, diverse kwetsuren,.....
Gebruik van PBM 's, materiaal met nodige CBM 's Voldoende afstand nemen van draaiende onderdelen Duidelijke instructies geven aan de machinisten Oordeelkundig opbreken van de bestaande constructies Opgebroken materiaal wordt onmiddellijk afgevoerd of gestapeld in de voorziene zones
Werkhouding-overbelasting
Omzichtige en selectieve opbraak van asbestcementbuizen en een gescheiden stapeling en afvoer in een container Rustperiodes inlassen Ploegenwerk Geen manuele manipulatie opgebroken materiaal Ergonomisch verantwoorde houdingen
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
57 / 110
Contact met ondergrondse leidingen: explosiegevaar-elektrocutie-waterlekkengaslekken-gevolgen voor aangesloten gebruikers
Geen roekeloos werk in nabijheid van nutsleidingen, machinisten erop wijzen Nutsmaatschappijen moeten vooraf gecontacteerd worden ivm aanwezigheid van leidingen in de werkzone Leidingen preventief buiten werking stellen Markeren leidingen Manuele opbraak ter hoogte van de leidingen, voorkomt grotere impact bij eventuele beschadiging Verplaatsen nutsleidingen kunnen de werkzaamheden veiliger laten verlopen
Algemeen
Te behouden openingen dichtleggen, signaleren of duidelijk en voldoende afbakenen Orde en netheid, diverse opgebroken materialen in aparte containers onderbrengen Verkeer op voldoende veilige afstand houden Controles doen mbt eventuele vervuiling van af te voeren materiaal + aannemer is verplicht afnemers van materiaal kenbaar te maken
Item
Activiteit
5.
GRONDWERKEN
5.1.
Uit/afgravingen algemeen
Arbeidsmiddel
Risico's
Preventiemaatregelen
Graafmachine, vrachtwagen(s), handgereedschap, kraanbak, …
Aanrijdingen, kantelen machines, vrachtwagen(s), val van een hoger vlak, …
Werkzones bepalen en duidelijk afbakenen Voertuigen voorzien van zichtveldverbeterend systeem Rijzones en voetgangerszones voorzien Verbod van personen in nabijheid van machines Oranje zwaailicht bij machine in werking
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
58 / 110
Beperken van de snelheid Bekwame ervaren bestuurders Stabiele opstelling van machines In aanraking met ondergrondse nutsleidingen
Ondergrondse leidingen dienen met handgraafwerk blootgelegd te worden onder toezicht De aannemer dient de leidingen op voorhand te detecteren Leidingen preventief buiten werking stellen Markeren van de leidingen
Algemeen
Putten beveiligen tegen val, afbakenen Verplicht dragen van PBM's (veiligheidsschoenen, helm, handschoenen, ….)
Zwaailaser klasse 3a, 3b
Oogletsel
Zwaailaser niet op ooghoogte Zwaailaser van klasse 4 verbieden op werf, tenzij hun noodzaak kan worden aangetoond
Diverse
5.2.
Werken in putten: uitgraven putten, sleuven voor nutsleidingen (rioleringen en drainageleidingen)
Gezondheid en milieu
Milieuhygiënisch bodemonderzoek Controles doen mbt eventuele vervuiling van af te voeren materiaal + aannemer is verplicht afnemers van materiaal kenbaar te maken Afbakening open sleuf met een aparte toegang
Handgereedschap, graafmachine, Valgevaar …
Sleuven vrij van bouwpuin Ladders die toegang verschaffen tot de sleuf, steken min. 1m boven de begane grond Te behouden openingen dichtleggen, signaleren of duidelijk en voldoende afbakenen
Contact met draaiende onderdelen
Verbod van personen in nabijheid van machines Werkzones bepalen en duidelijk afbakenen
Instorten sleuf
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
Niet te stijl uitgraven/aanvullen en rekening houden met de eigenschappen van de grond
59 / 110
Sleuven en/of putten van een diepte van meer dan 1,20m dienen verplicht te worden voorzien van een aangepaste beschoeiing of andere maatregelen zoals bv onder talud uit te graven.
5.3.
Bronbemaling
Spoelboormachine
Werfvoertuigen weren in de nabijheid van open sleuven Ligging bestaande ondergrondse kabels en leidingen markeren Filterlijn vooraf uitzetten
Raken nutsleidingen
Boorstangen pas laten draaien als de nutsleidingenzone gepasseerd is Plicht van de aannemer om informatie in te winnen (KB 01/12/1988) Coördinatievergadering met alle betrokken partijen
5.4.
Beschoeiing
Bemalingsfilters
Struikelgevaar
De filters en afvoerbuizen duidelijk signaleren. Indien mogelijk een afbakening te plaatsen.
graafmachine, sleuvenbak, …
Pletting tussen buis en bak. Gronduitzakking
Keuze aangepast type sleuvenbak Bouwplaatsmachines niet in de nabijheid van de sleuven Gelijkmatig aanvullen van de sleuf
5.5.
Aanvullingen / ophogingen
graafmachines, vrachtwagens, handgereedschap, …
Aanrijdingen, kantelen machines, …
Werkzones bepalen en duidelijk afbakenen Voertuigen voorzien van zichtveldverbeterend systeem Verbod van personen in nabijheid van machines Oranje zwaailicht bij machine in werking Stabiele opstelling van machines Beperken van de snelheid Bekwame ervaren bestuurders Gelijkmatig aanvullen van de sleuf
Item Activiteit
Arbeidsmiddel
Risico's
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
Preventiemaatregelen
60 / 110
6.
RIOLERINGSWERKEN
6.1.
Lossen en stockeren van materialen, rioolbuizen, kolken, drainagebuizen, putten, hulpstukken, …
vrachtwagen met zelf-losser, hefwerktuigen
Algemene hinder
Oordeelkundige keuze van losplaats (richting, zijde sleuf, respecteren vrije ruimte) Personen moeten voldoende afstand nemen tov werkende/bewegende voertuigen Verboden onder de lasten te komen Opslagruimte voorzien in directe omgeving van de werkzone, beperken van de circulatie
Val van voorwerpen, (wegrollen,…)
Gekeurde hijstoebehoren, aangepaste werkmethode bij manipulatie van de buizen, veilige stockeringswijze Niet hoger stapelen dan 2 m. Stapelbakken/rekken gebruiken Plaats opslagruimte oordeelkundig kiezen (in nabijheid van de werkzone) Opslaghoeveelheid beperken, geregeld laten aanvoeren naargelang vordering der werken Vakkundige stockage van de buizen
6.2.
Kruising nutsleidingen
Graafmachine, handgereedschap
Beschadiging nutsleidingen (elektrocutie, gasontploffing, …..)
Plicht aannemer om informatie in te winnen (KB 01/12/1988) Coördinatievergadering met alle betrokken partijen Peilingen, proefsleuven graven Opsporen met detectie-apparaat Omleggen door de maatschappij van kabels en leidingen die in de langsrichting van de sleuf vallen Tijdelijk buiten gebruik stellen van HS-kabels Gevaarlijke leidingen (bijv. zuurstofleidingen) enkel kruisen in aanwezigheid van een verantwoordelijke van de maatschappij Leidingen preventief buiten werking stellen Manuele opbraak ter hoogte van leidingen, dit voorkomt grotere impact bij eventuele beschadiging.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
61 / 110
6.3.
Uitgraven sleuf
Graafmachine, handgereedschap
Valgevaar / wegzakken / instortingsgevaar / bedelving
Aangepaste beschoeiing Werfverkeer op afstand houden/ niet in nabijheid van sleuf Aandacht voor het stapelen van materialen Afstand tot bouwput respecteren (afbakenen) Vluchtweg vanuit sleuf: ladders + taludering van aanvulling Signalisatie en verlichting Borstwering (bijv. sleuvenbak 1m boven maaiveld)
Aanrijding tussen machines
Coördinatie tussen de machinisten Visueel + auditief contact machinist / arbeider
6.4.
6.5.
Beschoeiing
Zandcementfundering en omhulling
Graafmachine(s), sleuvenbak
Graafmachine, handgereedschap, vrachtwagens, …
Pletting tussen buis en bak
Keuze aangepast type sleuvenbak
Gronduitzakking
Bouwplaatsmachines niet in de nabijheid van de sleuf Gelijkmatig aanvullen van sleuf
Huidirritatie
Handschoenen
Rugklachten
Manipulatie van trilapparaat met kraan Werkprocedure en houding
6.6.
Buizen afzagen, verwerken, aaneenzetten, leggen en aansluiten, plaatsen van kolken, plaatsen van putten, …..
Graafmachine, handgereedschap
Voetletsel
Dragen van veiligheidsschoenen
Gehoorbeschadiging
Gehoorbeschermers
Handkwetsuren
Verplicht dragen van PBM's
Verschuiven/tollen buizen
Buizen vaststroppen in zwaartepunt
Kettingbreuk
juiste en gekeurde ketting + veiligheidshaken
Bedelving
Buiten draaicirkel kraan blijven Visueel + auditief contact machinist / arbeider
Slijpschijf, handgereedschap
Pletting handen
Werkmethode, houding handen
Stukspringen schijfblad
Oordeelkundig gebruik van de machines, dit door opleidingen Zaagblad ifv aard te bewerken materialen Machines moeten voorzien zijn van alle veiligheidsuitrustingen Gebruik geen versleten zaagbladen
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
62 / 110
Contact met draaiende onderdelen
Voldoende afstand nemen Verplicht dragen van PBM's
6.7.
Aanvullen van sleuven
Graafmachine, trilapparaat, vrachtwagen, handgereedschap, ….
Rugklachten
Manipulatie van trilapparaat met kraan Werkprocedure en houding Gelijkmatig aanvullen van sleuf
Valgevaar
Gemakkelijke toegang tot de sleuf
Voetletsel
Dragen van veiligheidsschoenen
Gehoorbeschadiging
Gehoorbeschermers
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
63 / 110
Item
Activiteit
7.
FUNDERINGEN ONDERFUNDERINGEN
7.1.
Steenslagfundering, zandcementfundering, fundering schraalbeton
Arbeidsmiddel
Risico's
Preventiemaatregelen
Graafmachine / vrachtwagens Zwaailaser Trilwals / trilplaat Gebroken beton
Aanrijdingen
Werkzones bepalen en eventueel afbakenen
EN
Rijzones en voetgangerszones voorzien Beperken van de snelheid Bekwame en ervaren bestuurders Stabiele opstelling van de machines Oranje zwaailicht bij machine in werking Verbod van personen in de nabijheid van machines Uitschuiven chauffeur bij in- en uitstappen Knellen van lichaamsdelen / gehoorbeschadiging / rugletsel Rugletsel
Propere voertuigen op de werf (propere ruiten, zuivere treden) Zorgen voor voldoende zichtbaarheid en voldoende verlichting Voetletsel Verplicht dragen van PBM's ( handschoenen, schoenen, bril, helm, gehoorbeschermers, …..) Ergonomisch verantwoorde houding Trilplaat heffen met laad- en graafcombinatie
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
64 / 110
Item
Activiteit
8.
VERHARDING
8.1.
Bitumineuze verharding / cementbeton
Arbeidsmiddel
Risico's
Preventiemaatregelen
Verwerkingsmachine, vrachtwagens, finisher, verdichtingswalsen, emulsiewagen, slibvorm, …
Algemeen
Goede staat van de gebruikte gereedschappen Verplicht gebruik van PBM's Vrachtwagens rijden weg met gesloten laadbak
Botsing machines, contact met personen medeweggebruikers
Werfvoertuigen zijn voorzien van zwaailicht, zichtverbeterend systeem en verwittigen bij achteruitrijden Ervaren machinisten Afbakenen werkzone, voldoende signalisatie Werfvoertuigen zijn voorzien van zwaailicht, zichtverbeterend systeem en verwittigen bij achteruitrijden Goede communicatie tussen de verschillende machinisten, geen onnodige verplaatsingen Walsen voorzien van opvangnetten
Gegrepen worden door inhaalketingen
Niet in verdeelbak stappen
Brandgevaar
Brandblusapparaten in de nabijheid Correct gebruik van gasflessen
Huidverbranding - huidirritaties Inademen van bitumen-dampen Valgevaar
Aangepaste kledij - verplicht gebruik van PBM's directe aanraking vermijden (oliebestendige veiligheidshand- schoenen) Afstand houden tijdens kippen asfaltmengsel, rekening houden met de windrichting Gebruik maken van handgrepen bij afdalen en beklimmen voertuigen en machines Propere voertuigen / zuivere opstaptreden Gladheid vermijden Geen onnodige verplaatsingen op diverse machines Afbakenen van de te behouden openingen, eventueel dichtleggen
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
65 / 110
Orde en netheid 8.2.
Bestrating in kleinschalige materialen, trottoirbanden, kantstroken, straatgoten (lijnvormige elementen inclusief fundering) - Aanpassen en/of herstellen van bermen/inritten
Vrachtwagens, trilplaat, slijpschijf, waterzaag, handgereedschap, boordsteendragers,…
In aanraking met draaiende onderdelen, lawaai, Oordeelkundig gebruik van de machines stof, rugletsel, stukspringen schijfbladen, … Aangepaste gereedschappen Voorkeur waterzagen (minder stof) Zaagblad ifv de te bewerken materialen Gebruik geen versleten zaagbladen Zoveel mogelijk passtukken bestellen ipv zagen Verplicht gebruik maken van PBM's Elementen dragen met 2 en met boordsteendrager Manipulatie door verschillende personen Zware stukken machinaal manipuleren Ergonomisch verantwoorde houding Rustperiodes inlassen
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
66 / 110
Item
Activiteit
9
Werken in besloten ruimten
9.1.
Orde en netheid
Arbeidsmiddel
Risico's
Preventiemaatregelen
Iemand (persoon/dienst) aanduiden voor het onderhoud van de inrichtingen Dagelijkse opruiming, ook opruiming volgens werkfazes Steeds met veiligheidswacht werken. Enkel personeel met nodige opleidingen werken laten uitvoeren.
9.2.
Openen en betreden besloten ruimte
Lichamelijke letsels
Geschikte hulpmiddelen gebruiken
vallen
Geschikte werfafsluiting plaatsen rond de openingen en verluchtingsgaten. Gebruik maken van anti-val middelen Gebruik van geschikte PBM's.
verstikking
Voor betreding zuurstofconcentratie meten Steeds gekwalificeerde veiligheidswacht aanwezig die visueel contact heeft met betreder. Voldoende verluchting voorzien, desnoods met geforceerde beluchting werken.
9.3
Werken met elektriciteit
Verdeelborden, kabels, stekkers, aarding, ….
Ontploffingsgevaar
De voorkeur geven aan met perslucht aangedreven gereedschappen. Steeds gasdetectie uitvoeren
Elektrocutiegevaar
Bovengrondse kabels ophangen en/of afschermen, gebruik van kabelgoten,.... Werken met toestellen met min beschermingsgraad IP44 (droge ruimten) Installatie door een erkend organisme laten keuren.
Brandgevaar door overbelasting
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
67 / 110
Materieel met een beschermingsgraad van minstens IP44 gebruiken of andere preventiemaatregel toepassen.
Dagelijks controle door bevoegd persoon. Brandblustoestel binnen handbereik Voldoende aansluitmogelijkheden (verdeelkasten) voorzieningen om overbelasting te voorkomen. Verdeelkasten steeds gesloten houden. (ook regendicht) Na werktijd elektrische installatie indien mogelijk uitschakelen Uitvoering door bevoegd personeel
Algemeen 9.4
Werken met toxische producten
Intoxicatie/aanraking
Opslag buiten de besloten ruimte en in een niet afgesloten ruimte. Steeds persoonlijke beschermingsmiddelen dragen Voldoende verluchting voorzien, desnoods met geforceerde beluchting werken. Productfiches raadplegen voor begin werken
bedwelming door zuurstofgebrek
Voldoende verluchting voorzien, desnoods met geforceerde beluchting werken. Zuurstofconcentratie permanent meten Werken uitvoeren met veiligheidswacht Evacuatieplan opmaken voor begin werken.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
68 / 110
Item
Activiteit
10
Asbestverwijdering
10.1.
Eenvoudige handelingen
Arbeidsmiddel
Risico's
Preventiemaatregelen
Inademing asbestvezels
Opstellen werkplan door werkgever en toelichten aan werknemers Werknemers met basisopleiding asbestverwijdering met jaarlijkse bijscholing Fixeren te demonteren materialen Evaluatie luchtkwaliteit door luchtmetingen, bij overschrijding van 0.01 vezel/cm³ werken stopzetten Gebruik van ademhalingstoestel, min P3 klasse Afval gescheiden afvoeren in gesloten verpakking.
10.2.
Verwijdering mbv de couveuzezak
Inademing asbestvezels
Werken enkel uitvoeren door gespecialiseerde firma's Opstellen werkplan door werkgever en toelichten aan werknemers Werken melden aan Ambtenaar Toezicht Welzijn oh Werk Werkgever vraagt advies aan preventieadviseur, arbeidsgeneesheer. Opdrachtgever inlichten over de te gebruiken technieken. Vooraf maatregelen vastleggen voor geval dat meer dan 0.01 vezel/cm³ aanwezig zijn in de omgevingslucht Gebruik van speciaal ontwikkelde couveusezakken Ontblote leidingen en het asbestafval fixeren Afval hermetisch verpakken in asbestafvalzakken. Evaluatie luchtkwaliteit door luchtmetingen, bij overschijding van 0.01 vezel/cm³ werken stopzetten Gebruik van beschermingskledij cfr. KB 13 juni 2005
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
69 / 110
Gebruik van ademhalingstoestel type volgelaatsmaskers met P3-filter of met persluchtsysteem 10.3.
Werken in hermetisch afgesloten zone
Inademing asbestvezels
Werken enkel uitvoeren door gespecialiseerde firma's Opstellen werkplan door werkgever en aanvullen met werkregister cfr. KB 13 juni 2005 art 67 bijlage IV,2 Werken melden aan ambtenaar Toezicht Welzijn oh Werk Werkgever vraagt advies aan preventieadviseur, arbeidsgeneesheer. Opdrachtgever inlichten over de te gebruiken technieken. Vooraf maatregelen vastleggen voor geval dat meer dan 0.1 vezel/cm³ aanwezig zijn in de omgevingslucht Werkzone dubbel luchtdicht afsluiten. Werktijden max. 2uur onafgebroken in hermetisch afgesloten zone. Afval hermetisch verpakken in asbestafvalzakken. Steeds visueel of auditief contact met persoon buiten hermetisch afgesloten zone. Ontblote leidingen en het asbestafval fixeren Dagelijkse metingen uitvoeren en evalueren, bij overschrijding van 0.01 vezel/cm³ vermelden in register. Bij overschrijding van 0.1vezel/cm³ TWW verwittigen. Gebruik van beschermingskledij cfr. KB 13 juni 2005 Gebruik van ademhalingstoestel cfr. KB 13 juni 2005 art.65. Gelijke tred houden tussen afbraak en verwijderen/verpakken van afval. Afval dubbel hermetisch verpakken en etiketteren
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
70 / 110
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
71 / 110
Item
Activiteit
11
Waterwerken
11.1
Plaatsing + manipulatie
Arbeidsmiddel
Algemeen
Risico's
Preventiemaatregelen
Knellen, snijwonde, …
gebruik van PBM 's geen aanraking tijdens het intrillen geen rechtstreekse aanraking goede coördinatie tussen kraanman en begeleider
Overbelasting (lichamelijk-psychologisch)
geen manuele manipulatie
trillingen, gehoorbeschadiging
geregeld rustperiode inlassen in de rustperiode gebruik van PBM 's (zeker gehoorbescherming) schade beperken door ploegarbeid (blootstellingduur verminderen)
in aanraking met ondergrondse leidingen
plaatsingsplan damwand voorzien opvragen plannen nutsleidingen + nazicht + instructies geven detectie van de ondergrond voor aanvang der werken
omkantelen damwand door instabiliteit, aanvaringen
voorleggen van goedgekeurde berekeningen minimaliseren van de horizontale belasting op de wand geen werfvoertuigen in de nabijheid van de damwand schoringen/ankerwand voorzien gelijkmatige weggraving van de grond uitspoelingen die instabiliteit teweegbrengen voorkomen voorzien van verlichting op de tijdelijke damwand als signalering voor de scheepvaart
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
72 / 110
situering tijdelijke damwand in overleg met scheepvaart
omkantelen trillingsinstallatie/-combinatie
eventueel grondverankering te voorzien de tijdsduur van aanwezigheid van de damwand beperken door het voorzien van definitieve constructie (aanpassen van de planning) oordeelkundige opstelling, door kennisname ondergrondse holtes, kelderruimten, rioleringen, rioleringsputten,…. gebruik rijplaten bestaande constructies stutten, vrijwaren van instortingen
werken in nabijheid van water (verdrinkingsgevaar)
installeren effen positioneringsplaats installeren van de combinatie te voorzien in de planning gebruik maken van persoonlijke beveiligingen (vb zwemvesten) voorzien van drijvend werkplatform geen onnodige handelingen (vb handelen op eigen houtje) voorzien van reddingsboeien dragen van fluorescerende kledij
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
73 / 110
Item
Activiteit
12
Werken in spoorwegen
12.1.
Algemeen
Arbeidsmiddel nabijheid
Risico's
Preventiemaatregelen
Inherent verkeersrisico
Bundel 63 (Veiligheids-en gezondheidsmaatregelen bij het uitvoeren van opdrachten beheerd door INFRABEL) te downloaden OP www.infrabel.be menu leveranciers en aannemers/Technische bepalingen en aanvragen basisregels van de spoorwegrisico’s (document PWB-9206.01) bij Infrabel. Boekje “veilig werken en zich verplaatsen bij de NMBS” verdelen en het Onthaaldocument laten ondertekenen door alle werknemers die betrokken zullen zijn bij de uitvoering van de werken. Aan Infrabel lijst bezorgen van alle werknemers die betrokken zullen zijn bij de uitvoering van de werken Aanbrengen oranje signalisatielint achter de bovenleidingspalen Min. 1.5m afstand bewaren van rand van het spoor bij treinsnelheden <160km/u. 2m bij treinen die sneller rijden. Goede coördinatie tussen machinisten en overig personeel/ gebruik van genormaliseerde hand- en armseinen of communicatiemiddelen. Dragen van gele fluo signalisatiekledij. Rode signalisatiekledij is verboden omdat dit treinbestuurders doet stoppen. Zorgen voor voldoende verlichting.
van
Werfpiste / circulatiewegen vastleggen. Veiligheidsafstand tot machines respecteren. Geluidssignaal bij achteruitrijden. Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
74 / 110
Voertuigen uitgerust met zichtveldverbeterend systeem (dodehoekspiegel of camera) Onvrijwillig starten van machine moet onmogelijk zijn (d.m.v. sleutelvergrendeling) Bestuurders mogen machine niet verlaten zolang deze in werking is. Kantelen van machines
Stabiel opstellen van machines
Beschadiging bestaande te behouden delen / verzakkingen / instortingen
Machines uitgerust met ROPS (= rolling over protection system) Vanaf diepte > 1,20 m: taludering, beschoeiing of sleufbak toepassen Vermijden/afstand houden met verkeer, trillende machines Veiligheidsafstand tussen grondopslag en sleufrand respecteren (min. 0,60 m) Injectie van bindmiddel in bodem.
Val van personen
Voldoende verlichting voorzien. Degelijke toegang tot (bouw)put voorzien. Sleuf / put signaleren en afschermen (omheining plaatsen of tijdelijk afdekken) + zo snel mogelijk terug dichten. Beperkte (sleuf)lengte openleggen. Aandacht voor orde en netheid. Gebruik maken van treden en handgrepen bij in- en uitstappen van machines. Werkplatform voorzien van randbeveiliging en degelijke toegang (ook platformen aan machines) Dragen van PBM (veiligheidsschoenen)
Beschadiging nutsleidingen (ondergronds / bovengronds
Navraag en controle bij de wegbeheerders omtrent aanwezige nutsmaatschappijen. Opvragen en bestuderen van plannen van nutsleidingen / afstandsbepaling tussen diverse kabels, buizen en leidingen.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
75 / 110
Voorafgaand sonderen. Impact van de werkzone bepalen ten opzichte van de aanwezige kabels, buizen en leidingen. Zo nodig technische bijstand vragen aan de nutsmaatschappijen. Kabels, buizen en leidingen steeds voldoende afschermen of stutten. Gewijzigde leidingen bestaande toestand of as-built steeds inmeten en melden aan de maatschappijen en wegbeheerders. Gebruik (gekleurd) dubbel geïsoleerd elektrisch gereedschap + aansluiten op differentieelschakelaar. Spatwaterdichte stopcontacten gebruiken.
Elektrocutie
Periodieke keuring (5-jaarlijks) + degelijke aarding van stroomgroep.
Contact met verontreiniging (bodem / water / slib) /schadelijke stoffen
Dragen van PBM (isolerende veiligheidsschoenen) Toezien op vereiste inentingen van de werknemers (o.a. hepatitis A en tetanos) Hygiëne in acht nemen. Dragen van PBM (beschermende kledij, veiligheidshandschoenen)
Blootstelling aan lawaai
12.2.
Werken in nabijheid van een spoorweg met bovenleidingen en elektrische leidingen
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
Lichamelijke letsels
Dragen van PBM (gehoorbescherming vanaf 90 dB) Aangepaste werkkledij (geen korte broek of bloot bovenlichaam) Dragen van PBM (helm, veiligheidsschoenen)
ZIE ALGEMEEN
ZIE ALGEMEEN
Niet naleven van de consignes van de spoorwegbeheerder (NMBS) en/of wegbeheerder.
Voorafgaand overleg met beheerder.
76 / 110
Zich op de hoogte stellen van de algemene en veiligheidsconsignes opgesteld door beheerder Infrabel + naleven. Eventuele in tijdelijke periodieke onderrichting (zgn. TPO) opgelegde aanvullende werkvoorwaarden naleven.
Specifieke besteksvoorschriften (zie art. 30§1) stipt naleven. Bewijs tot vrij verkeer op het spoorwegdomein aanvragen bij de bevoegde dienst. Werken uit te voeren door opgeleid personeel + instructies.
Aanrijding van personen / machines door trein.
Werken uit te voeren door opgeleid personeel + instructies. Zich op de hoogte stellen van het vrijeruimteprofiel (doorgaans begrensd door verticaal vlak op 1,50 m van buitenkant spoorrail / voor werken met heistellingen, kranen en hefwerktuigen: 1,80 m) + respecteren / vrijhouden. Werken binnen vrije-ruimteprofiel uitvoeren tijdens rustpozen in het treinverkeer / toegelaten periodes opvragen bij beheerder en strikt naleven. Inzetten van schildwacht / veiligheidsbediende gedurende de gehele uitvoeringsperiode t.b.v. toezien op naleving veiligheidsconsignes, vrijwaren vrijeruimteprofiel en waarschuwen personeel voor aankomend treinverkeer (zeker bij werken welke gebruik van gehoorbescherming vereisen!) Gebruik van beveiligings- en/of aankondigingssystemen. Gevarenzone / vrije-ruimteprofiel afbakenen m.b.v. tijdelijke afscherming (kunststofgaas of hekwerk) Instellen van uitwijkplaats (veilige plaats t.b.v. evacuatie) Aandacht bij oversteken spoor / oversteken tot minimum beperken + aangeduide oversteekplaatsen gebruiken.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
77 / 110
Obstakel op spoorweg met treinongeval tot gevolg
Dragen van PBM (geelkleurige signalisatie kledij: vest + broek) rode signalisatiekledij is verboden Bij afbraak boven spoor: afscherming voorzien / opvangen afbraakmateriaal. Spoorbedding stelselmatig rein houden. Vrij-ruimteprofiel respecteren.
Beschadigen bovenleidingen Elektrocutie
Indien mogelijk voorafgaand bovenleidingen verwijderen of spanningsvrijstellen. * Maatregelen nemen om min. 50 cm van bovenleiding verwijderd te blijven. * Aanwezigheid van Infrabel-afgevaardigde vereist. Veiligheidsafstand tot onder spanning staande bovenleidingen respecteren: * Lichaamsdelen en kleine voorwerpen : 1,50 m t.o.v. 3kV * Lange voorwerpen verbonden met lichaam : 3,00 t.o.v. 3kV Werken op < 3 m t.o.v; 3 kV-leiding: * Toelating Infrabel vereist. * Werkoppervlak begrenzen. Inzetten van aangepast materieel met beperkt bereik: * Gewone toestellen: veiligheidsafstand van 3 m respecteren (geldt ook voor hangende last!) * Spoorgebonden kraan met keuring NMBS: hijshoogte begrensd tot 1 m onder niet buiten spanning staande bovenleiding / begrensd tot 0,50 m onder buiten spanning staande bovenleiding) + begrenzing testen voor aanvang der werken.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
78 / 110
Contacten met onderste gedeelte van rijtuigen / elektrisch rollend materieel voorkomen (contact staat gelijk met rechtstreekse aanraking!) Aanraking met stopcontacten t.b.v. voorverwarming van rijtuigen in de tussensporen vermijden (enkel voor bedienden van BE Onderhoud Korte Termijn) Werken uit te voeren door opgeleid personeel + veiligheidsconsignes gekend (registratie via formulier opgenomen in bestek) Naleven van richtlijnen gegeven door NMBSafgevaardigde + voorschriften opgenomen in TPO (tijdelijke periodieke onderrichting) Gebruik van metalen ladder verboden. Bij werken met ontvlambare producten nabij leidingen vuurvergunning aanvragen. Brand- of explosiegevaar
Voorafgaande stabiliteitsstudie.
Beïnvloeding van de stabiliteit van het spoor
Werkwijze en eventuele rekennota's vooraf ter goedkeuring voorleggen. Beschoeiingen en schoringen aanbrengen
12.3
Grondwerken in nabijheid van een spoorweg
ZIE ALGEMEEN
ZIE ALGEMEEN
Niet-naleven van de consignes van de spoorwegbeheerder (NMBS) en/of wegbeheerder
Voorafgaand overleg met beheerder. Zich op de hoogte stellen van de algemene en veiligheidsconsignes opgesteld door beheerder + naleven. Eventuele in tijdelijke periodieke onderrichting (zgn. TPO) opgelegde aanvullende werkvoorwaarden naleven.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
79 / 110
Specifieke besteksvoorschriften (zie art. 30§1) stipt naleven. Bewijs tot vrij verkeer op het spoorwegdomein aanvragen bij de bevoegde dienst. Werken uit te voeren door opgeleid personeel + instructies. Werken uit te voeren door opgeleid personeel + instructies. Aanrijding van personen / machines door trein.
Zich op de hoogte stellen van het vrijeruimteprofiel (doorgaans begrensd door verticaal vlak op 1,50 m van buitenkant spoorrail / voor werken met heistellingen, kranen en hefwerktuigen: 4.50 m) + respecteren / vrijhouden. Werken binnen vrije-ruimteprofiel uitvoeren tijdens rustpozen in het treinverkeer / toegelaten periodes opvragen bij beheerder en strikt naleven. Inzetten van schildwacht / veiligheidsbediende gedurende de gehele uitvoeringsperiode t.b.v. toezien op naleving veiligheidsconsignes, vrijwaren vrijeruimteprofiel en waarschuwen personeel voor aankomend treinverkeer (zeker bij werken welke gebruik van gehoorbescherming vereisen!) Gebruik van beveiligings- en/of aankondigingssystemen. Gevarenzone / vrije-ruimteprofiel afbakenen m.b.v. tijdelijke afscherming (kunststofgaas of hekwerk) Instellen van uitwijkplaats (veilige plaats t.b.v. evacuatie) Aandacht bij oversteken spoor / oversteken tot minimum beperken + aangeduide oversteekplaatsen gebruiken. Dragen van PBM (geelkleurige signalisatie kledij: vest + broek)
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
80 / 110
Obstakel op spoorweg met treinongeval tot gevolg
Bij afbraak boven spoor: afscherming voorzien / opvangen afbraakmateriaal. Spoorbedding stelselmatig rein houden. Vrij-ruimteprofiel respecteren. Voorafgaande stabiliteitsstudie.
Beïnvloeding van de stabiliteit van het spoor
Werkwijze en eventuele rekennota's vooraf ter goedkeuring voorleggen. Beschoeiingen en schoringen aanbrengen.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
81 / 110
Item
Activiteit
13.
SIGNALISATIE
13.1.
Plaatsen verkeersborden, parkeerpaaltjes incl. fundering
Arbeidsmiddel
Risico's
Preventiemaatregelen
Klein handgereedschap, boormachine, slijpschijf, hijsmiddelen
Klemmen, stoten, snijwonden, diverse kwetsuren
gebruik maken van PBM 's boormachines gebruiken met begrenzers alle veiligheidsuitrustingen op de gebruikte machines zijn aanwezig alle gebruikte machines zijn CE-gekeurd
Aanrijdingen door weggebruikers
gebruik maken van reflecterende kledij Voldoende afstand houden Afbakenen werkzone Werken uitvoeren achter vangrails Gebruik van signalisatie voertuig Geen onverantwoorde-onnodige handelingen
13.2.
Wegmarkeringen
Contact met verfaanmaakproducten, reinigingsproducten, signalisatievoertuigen
Huidirritaties, inademing, giftige stoffen, brandgevaar, oogletsels
Rekening houden met de windrichting bij het aanbrengen Gebruik van PBM 's Rook-eet en drinkverbod Duidelijke etikettering van de verschillende producten Stockage producten op goed verluchte plaats Stockage producten op ontoegankelijke plaats voor onbevoegden Hoeveelheid verfproducten genoeg voor één dag productie Geen aanraking zonder bescherming van de huid Beschermende kledij Ervaren personeel met duidelijke instructies
Brandwonden bij gebruik van thermoplastische verf
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
82 / 110
Geen direct contact met de diverse giftige producten Gebruik van PBM 's
Mobiele spuitinstallatie, signalisatiewagen met botsbuffer
Contact met draaiende onderdelen, contact met Gebruik van signalisatiekegels gedurende de medeweggebruikers werkzaamheden Gebruik PBM 's, vooral reflecterende kledij Voertuigen voorzien van oranje zwaailicht en signalisatieborden Ervaren arbeiders die de werkzaamheden uitvoeren Opmaak van een wegmarkeringsplan Goed onderhoud van de machines bespaart onnodig tijdverlies ter plaatse Gebruik van geprefabriceerde wegmarkeringen beperkt de werkzaamheden ter plaatse Weersinvloeden
Werkzaamheden NIET uit te voeren bij mistig weer (zichtbaarheid) Bij voorkeur werkzaamheden uit te voeren, bij windstilen droog weer
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
83 / 110
Item Activiteit 14.
GEBRUIK HANDGEREEDSCHAP
14.1.
Lassen
Arbeidsmiddel
Risico's
Preventiemaatregelen
Laspost
Handkwetsuren, brandwonden
Gebruik van handschoenen bij lassen Aangepaste katoenkledij (vb lasschort) Geen ontvlambare producten in de omgeving Geen loshangende kledij
Elektrocutie
Laskabels en klemmen zijn van onberispelijke staat Lasser staat op een bodem vrij van water Elektriciteitskabels ophangen Volgorde van opstarten cfr gebruiksvoorschriften leverancier Massaklem rechtstreeks met werkstuk verbinden, dichtbij lasplaats Laspost niet onder spanning laten staan bij niet gebruik Nooit massakabel aan de aardgeleider aanleggen
Oogletsels
Gebruik lasbril bij het lassen Ook helpers dragen bij het lassen een lasbril Oppassen met lasspatten die naar beneden vallen, niet boven elkaar hoofd werken
Algemeen
Werken met een vuurvergunning Toestellen moeten CE gemarkeerd en CEBEC-gekeurd zijn Gekeurde brandblusser bij de hand Lastoestel niet onbegeerd achterlaten
Schadelijke dampen
Goede ventilatie Afzuiging voorzien
14.2.
Slijpen
Slijpschijf
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
Stukspringen schijfblad
Oordeelkundig gebruik van de machines, door opleidingen Zaagblad ifv aard te bewerken materialen
84 / 110
Conformiteit nagaan van de slijpschijven (toegelaten snelheid, tegenover de snelheid van de machine) Opgepast met doorslijpen van stukken die onder spanning staan Controleren of het zaagblad goed vastzit in de houder (spanningsloos) Beschermkappen aanwezig Geen geforceerde krachten op het zaagblad uitoefenen Gebruik geen versleten zaagbladen Contact met draaiende onderdelen
Voldoende afstand nemen Niet gebruikte slijpmolens worden spanningsloos gezet (stekker uittrekken) Stilstand schijf afwachten vooraleer slijpschijf neer te leggen Stabiele houding persoon, niet voorover leunen Slijpmachine altijd met beide handen stevig vasthouden Geen andere personen in de omgeving van werkende slijpmolen Controleren of de schakelaar uit staat alvorens in de stekker te steken Te bewerken voorwerpen niet vasthouden met handen/voeten Vervangen, verwisselen zaagblad gebeurt spanningsloos Gebruik van PBM's Ergonomisch verantwoorde werkruimte
Algemeen
Slijpmolens zijn voorzien van alle veiligheidsuitrustingen zoals, beschermkap, tweede handvat Toestellen moeten CE gemarkeerd en CEBEC-gekeurd zijn Slijpschijven niet in bankschroef plaatsen Toestellen niet optillen aan elektrisch snoer Afkoeling machine niet verhinderen
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
85 / 110
Werken met vuur/slijpvergunning Niet slijpen in de richting van brandbare producten/andere personen Defecte machines onmiddellijk ter herstelling/vervanging inleveren Herstellingen aan de machine worden door een bevoegd technicus gedaan en spanningsloos Oordeelkundig gebruik van de machines werkstukken klemmen, zodat met beide handen vrij zijn om de machine te bedienen Machines aanslaan met beide handen Oogletsels
Beschermkap aanwezig Gebruik veiligheidsbril
Gehoorbescherming
Bij gebruik slijpmachines met ontploffingsmotor
Stofhinder
Gebruik stofmasker Beschermkap aanwezig Verwittigen arbeiders in de directe werkomgeving, werkzone afbakenen
Electrocutie
Vloer vrij van water Bescherm snoer tegen hitte, olie en scherpe voorwerpen Stekkers zijn spatwaterbestendig (IP44) Snoer wordt NIET hersteld dmv plakband Stekker en kabel onbeschadigd Dragen van isolerende veiligheidsschoenen
14.3.
Boren
Boormachine
Algemeen
Machines aanslaan met beide handen Machines voorzien van begrenzer Toestellen niet optillen aan elektrisch snoer Afkoeling machine niet verhinderen Boormachines niet in bankschroef plaatsen
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
86 / 110
Toestellen moeten CE gemarkeerd en CEBEC-gekeurd zijn Opgepast met blokkeren machine vb bij boren van het einde van een groot gat met trage snelheid Defecte machines onmiddellijk ter herstelling/vervanging inleveren Opgepast met boren in onzichtbare leidingen (elektriciteit, water, gasleidingen) Herstellingen aan de machine worden door een bevoegd technicus gedaan en spanningsloos Dragen van een veiligheidsbril bij boren in beton/steen Kolomboormachine altijd rechtop zetten Oordeelkundig gebruik van de machines, door opleidingen Bescherming haartooi (vb gebruik veiligheidshelm) Boren ifv aard te bewerken materialen Gebruik geen versleten boren Contact met draaiende onderdelen
Voldoende afstand nemen Gebruik van PBM's Meedraaien kledij, geen loshangende kledij Boorsleutel verwijderen bij inschakelen machine Stabiele houding persoon, niet voorover leunen Te bewerken voorwerpen niet vasthouden met handen/voeten Eerst boor tegen het werkstuk duwen, daarna boormachine inschakelen Stilstand boor afwachten vooraleer boor neer te leggen Controleren of de boor goed vastzit in de boorkop (spanningsloos) Controleren of de schakelaar uit staat alvorens in de stekker te steken
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
87 / 110
Niet gebruikte boormachines worden spanningsloos gezet (stekker uittrekken) Boren verwisselen, vervangen gebeurt spanningsloos Ergonomisch verantwoorde werkruimte Gehoorbeschadiging
Gebruik van gehoorbescherming bij boren in beton/steen Spannen regelmatig verwijderen
Snijwonden
Metaalspannen niet met de blote hand aanraken Elektrocutie
Vloer vrij van water Snoer wordt NIET hersteld dmv plakband Stekkers zijn spatwaterbestendig (IP44) Stekker en kabel onbeschadigd Bescherm snoer tegen hitte, olie en scherpe voorwerpen Dragen van isolerende veiligheidsschoenen
Neervallend puin, bij boren boven het hoofd
Gebruik van een veiligheidshelm Geen personen onder de werkzaamheden Gebruik handschoenen Gebruik van een veiligheidsbril Gebruik van gehoorbescherming
14.4.
Branden
Brander, acytyleen, zuurstofflessen Handkwetsuren, brandwonden
Gebruik van handschoenen bij banden Aangepaste katoenkledij (vb lasschort) Geen ontvlambare producten in de omgeving Geen loshangende kledij
Oogletsels
Gebruik lasbril bij het branden Ook helpers dragen bij het branden een lasbril Oppassen met lasspatten die naar beneden vallen, niet boven elkaar hoofd werken
Ontploffing-brandgevaar
Werken met een vuurvergunning Slangen/leidingen van branders van onberispelijke staat
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
88 / 110
Slangen waarvan de visuele controle niet meer mogelijk is, moeten vervangen worden Drukmeters van onberispelijke staat Terugslagkleppen zijn voorzien Flessen staan rechtop en zijn beveiligd tegen valgevaar Jaarlijkse keuring Flessen die niet gebruikt worden zijn voorzien van flessenkop Hoeveelheid aanwezige flessen naargelang vordering werken Flessen worden NIET aan de flessenkop gehesen Flessen worden op de voorziene plaats cfr het werfinrichtingsplan gestockeerd Bij niet gebruik, einde van de dagtaak, worden de kranen van de flessen dichtgedraaid Nooit met open vlam op de flessen branden Per 2 aanwezige branders, één brandblusser aanwezig Flessenkar opgesteld op een vlakke/stabiele bodem Hoeveelheid aanwezige flessen in een gebouw, beperkt tot daghoeveelheid Bij geen activiteit in een gebouw in aanbouw (vb vakantie, weekends,…) worden de flessen gestockeerd op de voorziene plaats cfr werfinrichtingsplan Gekeurde brandblusser ABC minimum 6kg inhoud bij de hand Brander niet onbegeerd achterlaten Schadelijke dampen
Goede ventilatie Afzuiging voorzien
14.5.
TafelzaagmachineZaagmachines algemeen cirkelzaagmachine-decoupeerzaag
Contact met draaiende onderdelen
Voldoende afstand nemen van draaiende onderdelen Gebruik van PBM's Meedraaien kledij, geen loshangende kledij
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
89 / 110
Kleine werkstukken met aangepast hulpstuk naast het draaiend zaagblad duwen Geen personen in de onmiddellijke omgeving Geen rechtstreekse aanraking van de draaiende onderdelen Ondersteuning van lange werkstukken bij verzagen in tafelzaagmachine Stilstand zaagblad afwachten vooraleer de zaagmachine te verlaten Werkstuk vastzetten in bankschroef bij werken met decoupeerzaag Controleren of het zaagblad goed vastzit in de houder (spanningsloos) Controleren of de schakelaar uit staat alvorens in de stekker te steken Niet gebruikte zaagmachines worden spanningsloos gezet (stekker uittrekken) Zaagblad verwisselen, vervangen gebeurt spanningsloos Ergonomisch verantwoorde werkruimte Algemeen
Gebruik geen versleten zaagbladen Alle veiligheidsuitrustingen zijn aanwezig Gebruik van gehoorbescherming wanneer het vereist is Gebruik veiligheidsbril Geen geforceerde krachten op het zaagblad uitoefenen Schakelaars werken naar behoren Cirkelzagen/decoupeerzagen met beide handen stevig aanslaan Orde en netheid, plaats een afvalbak in de omgeving van de zaagmachine Geen overbelasting Stabiele opstelling machine Bodem vrij van voorwerpen, stabiele houding persoon
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
90 / 110
Machine voorzien van werkende noodstop Beschermkappen klappen automatisch dicht Spouwmes aanwezig
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
91 / 110
Item Activiteit
Arbeidsmiddel
15.
ELEKTRICITEIT
15.1.
Hoofdkabel-transformatorenIsolerende handgereedschappen, groep-aardingen-verdeelkastenspanningsmeter, isolerende mat, binnenbedrading-kabelbanenstroomverklikkers,.... verbindingen maken-contactdozenstopcontacten-schakelaarsverlichtingenhoog/laagspanning........
Risico's
Preventiemaatregelen
Weersinvloeden
In stand houden installatie in opbouw door vb. beschermen tegen regeninval en ander weersinvloeden Maatregelen treffen om te voorkomen dat water zich ophoudt in buizen of toestellen waarin ze uitmonden
Valgevaar
Afschermingen leidingenkokers-doorvoeropeningen Orde en netheid
Elektrocutie, brand- en snijwonden, oogletsels, Gewaarschuwd en bevoegd personeel die de gevaren knellen, blootstelling aan elektrische stroom,...... kent Stroomloos zetten van circuits, aanbrengen van verbodstekens op kasten en schakelaars Een verantwoordelijke aanduiden die instaat voor inschakelen van circuits Mechanisch vergrendelen van circuits Gebruik handsschoenen Gebruik van spanningsmeter Op regelmatige basis snijmessen vervangen en handschoenen gebruiken voor het verwijderen van de bramen Geen rechtstreekse aanraking Aarding Zie ook AREI Het verplicht aarden en kortsluiten bij hoogspanning
Geen toegang voor onbevoegden
Gebruik van: isolerende bankjes, isolerende tapijten, isolerende bedieningsstokken, isolerende ladders, hoogwerkers met geïsoleerd werkplatform, ampèremeettang Hoofdschakelaar vergrendelbaar Gebruik van nullastschakelaar
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
92 / 110
Verdeelkasten afsluiten voor onbevoegden Oververhitting-overbelasting personen
Gescheiden stroomcircuits gebruiken Differentieel schakelaars voorzien Hulp van werkmakker voor montage van zware onderdelen Vrijhouden van ergonomisch verantwoorde ruimte
Rolstellingen, isolerende ladders, statief,...
Val van personen/ voorwerpen
Verplaatsingen van rolstellingen gebeurt enkel bij het vrij maken van het werkplatform Wielen van rolstellingen zijn voorzien van remmen Hulp van werkmakker voor montage van zware onderdelen Ladders worden NIET gebruik als werkplatform, enkel om zich te begeven van -> naar Gebruik maken van regelbaar, stabiel opgesteld statief
Algemeen
Diverse
Gebruik van PBM 's en CBM 's Collectieve beschermingsmaatregelen NOOIT verplaatsen voor het einde van de werkzaamheden Terugplaatsen van afschermingen na noodzakelijke werkzaamheden Openingen in vloeren steeds beveiligen tegen valgevaar Montage panelen en kabelgoten voorzien van afgeronde hoeken Geven van toolboxmeetings op regelmatige tijdstippen Aarden van groep Zichtbaarheid in stand houden en bevorderen
Giftige stoffen: contact met transformatorolie
Werkvergunning voor uitvoeren van specifieke opdrachten Gebruik gelaatsbescherming en andere PBM 's Arbeiders inlichten ovr de gevaren van de gebruikte producten MSDS-fiches te beschikking stellen
Boor-en slijpmachine
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
Contact met beweeglijke onderdelen
93 / 110
Afstand houden van draaiende onderdelen
Slijpmolens voorzien van tweede handvat en veiligheidskap Draag aansluitende kledij Kleine stukken in een bankschroef plaatsen Machines steeds aanslaan met beide handen Slijpmolens en boormachine pas neerleggen wanneer draaiende onderdelen zijn gestopt Stof-lawaai-elektrocutie-elektrisering
Werkvloer vrij van water Gebruik van veiligheidsbril bij slijpwerkzaamheden El. kabels in goede staat geen beschadigingen Verwijderen van overtollig vuil Gebruik PBM 's
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
94 / 110
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
95 / 110
BOUWPLAATSREGLEMENT
BIJLAGE 3
Art. 1 Organisatie van de preventie en de bescherming 1.1 De coördinator-verwezenlijking heeft de leiding over de coördinatie van de veiligheids- en gezondheidsmaatregelen voor het geheel van de werkzaamheden. Afspraken tussen verschillende ondernemingen i.v.m. veiligheid en gezondheid op de bouwplaats moeten eerst door de coördinator-verwezenlijking goedgekeurd worden. 1.2 Elke onderneming moet, alvorens de werken te starten, zijn V&G-plan tijdens een geplande INTRODUCTIEVERGADERING met de coördinator-verwezenlijking bespreken. 1.3 De tussenkomende partijen verbinden zich ertoe aanwezig te zijn op de periodieke V&Gcoördinatievergaderingen, gehouden door de coördinator verwezenlijking. 1.4 Elke onderneming aan wie een werk wordt toegewezen is verplicht een veiligheidsverantwoordelijke aan te duiden die gedurende de werkzaamheden op de bouwplaats aanwezig is. 1.5 Iedere onderneming voorziet in het houden van taakgebonden opleidingen op de bouwplaats, met al haar personeel, waarbij specifieke veiligheidsonderwerpen worden besproken en dit minstens 1 maal per maand. Zij overhandigen een kopie van het verslag en de aanwezigheidslijst aan de coördinator-verwezenlijking. 1.6 Elke onderneming verklaart dat de werknemers de nodige opleiding/beroepservaring en lichamelijke geschiktheid bezitten om de hen opgelegde taken (incl. verantwoordelijkheden in veiligheidsfunctie) uit te voeren en het bijhorend materieel te gebruiken en te bedienen op volstrekt veilige wijze. Op vraag van de coördinator-verwezenlijking legt zij de nodige stukken ter staving voor. 1.7 De personeelsleden van de aannemers mogen slechts aangetroffen worden op de voor hen voorziene werkplaatsen Art. 2 Noodprocedures 2.1 Elke onderneming zal de procedures inzake EHBO en arbeidsongevallen, opgesteld door de coördinator-verwezenlijking, respecteren. 2.2 Van ieder arbeidsongeval, incident of schadegeval moet de dag van het voorval een melding gemaakt worden aan de veiligheidscoördinator-verwezenlijking. Voor een arbeidsongeval moet bovendien een arbeidsongevallenrelaas opgesteld en overhandigd worden aan de veiligheidscoördinator-verwezenlijking. 2.3 Elke onderneming rust zijn lokalen uit met de wettelijke voorzieningen inzake brandblussers en E.H.B.O.-materiaal. 2.4 Op de bouwplaats is ten minste 1 E.H.B.O. hulpverlener permanent aanwezig. De hoofdaannemer is hiervoor verantwoordelijk. 2.5 Iedere onderneming moet over voldoende, aangepaste en conforme brandbestrijdingsmiddelen beschikken in functie van de werken die zij uitvoert (asfalteringswerken, las- en snijwerken, …). Voor sommige werken is, in afspraak met de coördinator-verwezenlijking, een vuurvergunning verplicht. 2.6 De hoofdaannemer stelt een brandevacuatieprocedure op en legt deze ter goedkeuring voor aan de veiligheidscoördinator-verwezenlijking. Art. 3 Persoonlijke beschermingsmiddelen (P.B.M.) 3.1 Het dragen van aan het werk aangepaste P.B.M. conform de geldende wetgeving is op de bouwplaats voor IEDEREEN verplicht – ook voor zelfstandigen en toezichthoudend personeel. 3.2 Elke onderneming moet op haar kosten P.B.M. ter beschikking stellen van haar personeel en/of bezoekers. Zij moet eveneens toezien op het gebruik ervan. Tevens moet zij zorgen voor het onderhoud en de vernieuwing ten gepaste tijden.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
96 / 110
3.3 De werknemers moeten, overeenkomstig hun opleiding en de gegeven instructies, op de juiste wijze gebruik maken van de P.B.M. en ze na gebruik weer opbergen en onderhouden. Art. 4 Collectieve beschermingsmiddelen 4.1 Ter voorkoming van arbeidsongevallen moet elke onderneming waar nodig C.B.M. voorzien. De keuze van de C.B.M. wordt bepaald op basis van de PREVENTIEBEGINSELEN (ARAB, art. 28bis, §2), waarin ondermeer de voorkeur wordt gegeven aan de collectieve bescherming i.p.v. persoonlijke bescherming 4.2 Het plaatsen en/of wegnemen van C.M.B. wordt geregeld IN SAMENSPRAAK met de coördinator-verwezenlijking. Geplaatste C.M.B. mogen NOOIT verwijderd worden zonder dat vervangende of definitieve beschermingen worden aangebracht, noch zonder toelating van de veiligheidscoördinator. 4.3 Elke op de bouwplaats vastgestelde gevaarlijke of ongezonde toestand moet onmiddellijk door eenieder aan de coördinator-verwezenlijking én aan de projectleider van de hoofdaannemer gemeld worden Art. 5 Orde en netheid 5.1 Elke onderneming moet tenminste dagelijks zijn werkposten opkuisen en het afval afvoeren. De coördinator-verwezenlijking kan, op kosten van de onderneming die in gebreke blijft, de opdracht geven aan derden om de werkposten op te ruimen. 5.2 De wegen, doorgangen en trappen moeten steeds vrij zijn van obstakels en hindernissen. Soepele leidingen en kabels mogen de doorgang niet belemmeren. Kruisen zij een doorgang, dan worden zij beschermd tegen beschadiging. 5.3 ALLE lokalen, kantoren, sanitair, refters, kleedkamers, waslokalen, etc… (vloeren, ruiten, meubilair) worden steeds net en proper gehouden. Daartoe wordt een persoon aangesteld, verantwoordelijk voor de dagelijkse reiniging. 5.4 Materialen moeten ordelijk en stabiel, beveiligd tegen weersinvloeden, in afspraak met de coördinator-verwezenlijking, in voorziene zones gestapeld worden. 5.5 Op het einde van de dagtaak worden de lokalen systematisch gecontroleerd op orde en netheid door de werfverantwoordelijke van iedere onderneming op zich. Art. 6 Milieu 6.1 Het verbranden van afval is op de bouwplaats verboden 6.2 Het verwijderen van afval en/of verpakkingen gebeurt volgens de procedure opgenomen in het veiligheids- en gezondheidsplan. 6.3 Maatregelen dienen genomen te worden tegen bezoedeling van bodem, lucht en water Art. 7
Bouwplaatsinrichting (zie ook verder)
7.1 Vanaf het begin van de werf zal deze volledig omheind worden om de werfzone duidelijk zichtbaar te maken. Opschriften met uitdrukkelijk toegangsverbod worden op meerdere plaatsen aangebracht. Bij de werftoegangen wordt dit toegangsverbod aangevuld met een gebodspictogram voor verplichte helmdracht en een voor verplicht dragen van veiligheidsschoeisel. De aanleg en signalisatie van deze werftoegangen behoren tot de opdracht van de algemene aannemer. 7.2 Het inplantingsplan – op te maken door de hoofdaannemer – moet ter inzage in het dossier V&G op de bouwplaats aanwezig zijn. Het vermeldt tenminste volgende gegevens: -
toegangen, wegen, rijrichtlijnen, afbakeningen en parkings; ligging van nutsleidingen (H.S., L.S., telefoon, water, gas, …); zones voor gezondheidsinrichtingen, stockeren van materieel, werkplaatsen; opgestelde elektrische verdeelborden; E.H.B.O.-post
7.3 Het gebruik van de installatie van de algemene aannemer is in principe verboden voor derden, tenzij schriftelijk overeengekomen Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
97 / 110
7.4 Iedere onderneming is verplicht voor zijn werknemers de wettelijke voorziene gezondheidsinrichtingen ter beschikking te stellen (C.A.O. van 5/1/84) – K.B. van 1/5/84 – A.R.A.B. art. 67, e.v.) en deze dagelijks te onderhouden. Maaltijden mogen enkel in de daartoe voorziene inrichtingen worden gebruikt. 7.5 Het opstellen van werfburelen, refters, kleedkamers, sanitaire installaties, opslagplaatsen, … mag enkel conform het inplantingsplan en in overleg met de coördinator-verwezenlijking gebeuren Art. 8
Elektrische installatie
8.1 Enkel soepele elektrische kabels van het industriële type zijn toegelaten op de werf (A.R.E.I., art. 95.04); o.a. geharmoniseerde kabels H07 RN-F (met polychloropreen buitenmantel) zoals het type CTMB-N of evenwaardig, met uitsluiting van het type VTMB (met PVC buitenmantel). 8.2 De elektrische installatie zal door een erkend organisme gekeurd worden conform het A.R.E.I.. Elk defect moet ONMIDDELLIJK aan de coördinator gemeld worden. 8.3 Kabels moeten steeds opgehangen en/of afgeschermd worden tegen mogelijke beschadiging. Beschadigde kabels moeten onmiddellijk van de werf verwijderd worden. 8.4 Het is verboden trekkrachten uit te voeren op stroomkabels of deze te plaatsen op scherpe randen. Dominostekkers en tafelcontactdozen, alsook niet conforme stekkers, stopcontacten of verbindingsdoezen zijn VERBODEN op de werf. 8.5 Elke onderneming staat zelf in voor de verlichting van haar werkposten. Deze verlichting moet uitgevoerd worden volgens de geldende wetgeving. De coördinator organiseert de algemene en eventuele noodverlichting Art. 9 Arbeidsmiddelen en toebehoren 9.1 Enkel elektrisch materieel conform het A.R.E.I. mag op de bouwplaats aanwezig zijn en aangesloten worden op daartoe voorzien verdeelborden. 9.2 Elke onderneming moet zijn arbeidsmiddelen zodanig markeren dat ze identificeerbaar zijn. Het identificatiesysteem moet beschreven worden in een risicoanalyse-onderneming. 9.3 De arbeidsmiddelen moeten geschikt zijn voor het uit te voeren werk en regelmatig gekeurd worden door een bevoegd persoon, zodat bij het gebruik de veiligheid en gezondheid steeds gewaarborgd zijn. Op vraag van de coördinator-verwezenlijking moeten de gebruiksaanwijzingen en veiligheids- en gezondheidsinstructies kunnen worden voorgelegd. 9.4 Bij gebruik van arbeidsmiddelen van derden is DE GEBRUIKER verantwoordelijk voor het correct gebruik ervan. 9.5 Bij het gebruik van heftoestellen gelden volgende specifieke bepalingen: 9.5.1 Alle heftoestellen en hijstoebehoren, evenals grondverzetmachines die gebruikt worden om lasten te hijsen, die op de bouwplaats binnengebracht worden, moeten voorzien zijn van een geldig keuringsattest. 9.5.2 Een kopie van de keuringsattesten moet aan de coördinator-verwezenlijking overhandigd worden alvorens de toestellen in gebruik te nemen. Bij ontstentenis heeft de coördinatorverwezenlijking het recht de toestellen van de werf te laten verwijderen. 9.5.3 Bij gebruik van meerdere heftoestellen met overlappend werkbereik moet, in overleg met de coördinator-verwezenlijking, een gebruiksprocedure opgesteld worden. Art. 10 Gevaarlijke producten 10.1 Alle producten op de bouwplaats moeten reglementair geëtiketteerd zijn of worden. Het gebruik van brandbare, toxische of andere gevaarlijke producten moet in de risicoanalyseonderneming vermeld staan. 10.2 Bij het opslagen van de producten wordt rekening gehouden met de wettelijk verplichte afstandsregels (Vlarem).
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
98 / 110
10.3 Een kopie van de veiligheids- en gezondheidssteekkaart (chemische fiche of M.S.D.S.-fiche) van de gebruikte producten moet aan de coördinator-verwezenlijking overhandigd worden. De steekkaart omvat tenminste: -
naam van de fabrikant
-
fysische eigenschappen
-
bijzondere kenmerken
-
gevaren/verschijnselen
-
preventie
-
blusstoffen/ eerste hulp/ evacuatie
10.4 Indien werken worden uitgevoerd waarbij schadelijke of hinderlijke dampen/ gassen kunnen vrijkomen, moet dit gemeld worden in de risicoanalyse-onderneming. Op basis van voorgaande gegevens zal het veiligheids- en gezondheidsplan aangepast worden. Met de doeltreffende manier af te voeren (afzuiginstallatie, …). Ten allen tijde dient rekening gehouden te worden met de aanwezigheid van andere partijen op de bouwwerf. Art. 11 Werken met open vlam 11.1 Voor de aanvang van werken met open vlam vraagt de onderneming aan de coördinatorverwezenlijking of een vuurvergunning vereist is 11.2 Het behandelen van gasflessen gebeurt met de meeste zorg. Lege gasflessen en gasflessen die niet gebruikt worden, worden buiten het gebouw op een vaste plaats rechtop gestockeerd, vastgemaakt, voorzien van de beschermkop en beschermd tegen de zon. 11.3 De zuurstof- en acetyleenflessen worden bij gebruik verticaal of schuin onder een hoek van maximum 35° geplaatst. Bij voorkeur worden ze gemonteerd op een flessenkar. Op het einde van de dagtaak worden gasflessen dichtgedraaid en slangen en manometers ontspannen. 11.4 Bij werken met open vlam hoort een ABC-blusapparaat van minimum 6 kg. Art. 12 Graafwerk en ondergrondse leidingen 12.1 Op de plaatsen waar zich mogelijk ondergrondse leidingen bevinden, moet al het delfwerk met het nodige overleg gebeuren. De ondergrondse leidingen moeten met handgraafwerk blootgelegd worden onder permanent toezicht van de werfleider of zijn aangestelde. Daarbij dient men zich strikt te gedragen volgens de richtlijnen die de uitbater/ eigenaar van de opleiding oplegt. 12.2 Iedere aannemer die een graafwerk uitvoert dient zich er steeds van bewust te zijn dat de aanduidingen op het plan of zelfs ter plaatse slechts een indicatieve waarde hebben. In elk geval moet de aannemer zich in situ met de nodige voorzichtigheid vergewissen van de werkelijke toestand. 12.3 Het is verplicht de informatie in te winnen bij de exploitanten van de ondergrondse leidingen en alle gegevens op te vragen die de veiligheid van de werknemers kunnen verhogen. Het kan hierbij gaan om elektriciteitskabels, signalisatiekabels, waterleidingen of leidingen voor het transport van andere schadelijke of gevaarlijke stoffen. De te volgen procedure is duidelijk beschreven in het Koninklijk Besluit van 21/09/1988 (B.S. van 08/10/1988). Art. 13 Afbraakwerken 13.1 De voornaamste risico’s welke zich voordoen zijn: -
vallen van materialen en personen
-
onverwacht of niet voorzien van instorten van gedeelten van de constructie
-
elektrocutie door aanraking van niet buiten dienst gestelde kabels
13.2 De werken worden allen uitgevoerd door ervaren personeel onder leiding van een bekwaam persoon. 13.3 De personen die zich in de omgeving van de afbraakplaats begeven of voorbijgangers, moeten beschermd worden tegen gevaren veroorzaakt door de afbraakwerken.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
99 / 110
13.4 Gedeeltelijke instorting van de constructie is enkel toegelaten indien niemand in de gevarenzone en het gebouw kan binnendringen. 13.5 De veiligheid van de werknemers zal verzekerd worden door collectieve beschermingen (stellingen, planken, vloeren, valnetten, …). Het personeel zal beschikken over individuele beschermingsmiddelen voorgeschreven voor dit soort werk. 13.6 Werken op ladders, voor bijvoorbeeld het werk met acetyleenbranders, dient vermeden te worden. 13.7 De stabiliteit van de mobiele machines dient verzekerd te zijn volgens de voorschriften van de constructeur. Indien het slopen met recuperatie van materiaal gebeurt, zal het in de volgende fasen gebeuren: 1. afbraak van alle niet-structurele elementen en dit per verdieping 2. afbraak van de structurele elementen. 13.8 Tijdens de afbraak is er kans op grote stofontwikkelingen. Om stofwolken tegen te gaan, kan men de constructie besproeien. 13.9 De onderaannemer die belast is met de afbraak van gebouwen, zal aan de hoofdaannemer een afbraakplan bezorgen evenals een specifiek V&G-plan. Art. 14 Funderingen en vloerplaten 14.1
Wachtwapening wordt best in beugelvorm uitgevoerd. Indien toch staafpunten blijven uitsteken dan worden deze van het begin, d.w.z. bij de bewapeningfase van de nodige bescherming voorzien.
Art. 15 Ter plaatsen bouwen van opgaande betonconstructies 15.1
15.2
15.3
Bekisten en ontkisten 15.1.1
De toegang naar in de hoogte gelegen werkvloeren gebeurt met in het bekistingsysteem geïntegreerde ladders of met toegangstrappen. In elk geval moeten de werknemers instructie krijgen om niet langs stellingladders of bekistingribben op en af te klauteren.
15.1.2
Het gebruik van ontkistingsolie moet in overleg gebeuren. In het specifiek veiligheids- en gezondheidsplan dient vermeld te worden welke ademhalingsbescherming nodig is bij het verstuiven en op welke manier rookverbod (altijd) verplicht aangeduid wordt.
15.1.3
Bij een verticale tussenstockage van bekistingselementen moeten de nodige schoringen voorzien worden tegen de invloed van wind.
Bewapening 15.2.1
Voor vlechtwerk in de hoogte worden geschikte stellingen geplaatst en worden werknemers er op gewezen dat het gebruik daarvan verplicht is.
15.2.2
Ook bij ijzervlechtwerk is het van groot belang orde en opkuis systematisch te organiseren door correcte stapeling van stapeling van staven, beugels en korven enerzijds, maar ook door volgens goede afspraken restanten (binddraad, beugels, afgeknipte einden, …) in afvalbakken te deponeren en af te voeren anderzijds.
Betonstorten 15.3.1
Alvorens het betonstorten aan te vatten, worden de geschikte loopvloeren aangebracht om voldoende armslag te geven bij het werken zelf, de werknemers tegen het vallen te beveiligen en om het nodige materieel een plaats te geven zoals trilnaalden, hun aandrijfmotoren en verlengkabels.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
100 / 110
15.4
15.3.2
Als valbeveiliging op loopvloeren volstaat het niet een leuning in de rug te hebben, maar moeten ook de korte zijden (uiteinden) van de loopvloer afgeschermd worden.
15.3.3
Betonneren gebeurt nooit met ontbloot bovenlichaam, opgerolde mouwen of in korte broek. Dragen van handschoenen is verplicht.
15.3.4
Aan de betonleverancier wordt op voorhand gemeld dat zijn personeel ook individuele beschermingsmiddelen (helm, handschoenen, veiligheidsschoenen…) moet dragen wanneer het zich op de werf begeeft of er een activiteit uitvoert.
15.3.5
Voor het reinigen van de betonmixers of het achterlaten van betonoverschotten worden gepaste voorzieningen getroffen en richtlijnen gegeven.
Ter plaatse bouwen van opgaande betonconstructies 15.4.1
Vloeropeningen moeten worden dichtgelegd met een voorlopige afdekking die weerstand biedt aan puntlasten van 150 kg en een verdeelde last van 250 kg/m²
15.4.2
Borstweringen langs randen van vloerplaten: op de plaatsen waar draadhulzen voorzien zijn, moet de aannemer een leuningsysteem passend op deze hulzen aanbrengen. Waar de hulzen niet voorzien zijn (bijvoorbeeld rond traphallen en aan trapbordessen) stelt de aannemer zijn eigen systeem voor. Bovenregels van voorlopige leuningen moeten minstens aan statische puntlasten van 150 kg en verdeelde lasten van 100kg/m weerstand bieden, en dit in alle richtingen.
Art. 16 Metselwerk 17.1
Voor het uitvoeren van metselwerk moet de toevoer en de tussenstockage van zowel materieel als van materiaal voorafgaand bestudeerd worden en aangegeven worden in het specifiek V&G-plan terzake.
17.2
Er dient op gelet te worden dat geen overbelasting van de vloeren (zowel vloeren van het gebouw als van de metsersstellingen) plaatsvindt.
17.3
Er moet steeds een zo rechtlijnig mogelijke en voldoende brede vrije doorgang te worden behouden op de werkvloer. Dit geldt eveneens voor de toegang tot de werkpost. Indien het werk op stellingen gebeurt, is een veilige verticale toegang onontbeerlijk en wel op een goedgekozen plaats die de aanvoer van de materialen niet hindert en die de doorgang aan de stellingvoet niet belemmert.
17.4
De valbeveiliging van de metselaars moet gewaarborgd worden bij werk op stellingen, zowel naar achter, opzij als naar voor. Dit laatste is ook het geval wanneer metselwerk wordt uitgevoerd aan de vloerranden waarlangs valgevaar bestaat.
17.5
De aannemer dient de gepaste preventiemaatregelen in zijn V&G-plan op te nemen, uiteraard in functie van de door hem gebruikte arbeidsmiddelen.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
101 / 110
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS
BIJLAGE 4
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS ONDERNEMING / ZELFSTANDIGE Naam :............................................................................................................................................... Adres :............................................................................................................................................... Tel. : ...................................... Fax. : .................................... E-mail : ............................... R.S.Z. nr. : ……………………………………………………………………………………………... Erkenning : ……………………………………………………………………………………………... NACE-code : .................................................................................................................................. B.T.W. : ……………………………………………………………………………………………... Certificering/attestering VCA (*) …..…... BeSaCC (*) …..…... ISO (*) ….….... Andere (*) ………. Geldig tot : .................................................................................. Ondernemingshoofd : ...................................................................................................................... Aantal werknemers : ....................................................................................................................... Preventieadviseur : ...............................................………………............ Niveau I, II of III (*) Externe preventiedienst : ……………………………………………………………………………….. Arbeidsgeneeskundige dienst : ........................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Project Omschrijving van de uit te voeren werken : ............................................................................................. Projectleider :................................................................................................................................... Werfleider :..................................................................................................................................... Veiligheidsverantwoordelijke op de bouwplaats :.................................................................................. E.H.B.O.-hulpverlener ........................................................................................................................ Maximum aantal werknemers die op de werf zullen tewerkgesteld worden : ................................... Verwezenlijkingsperiode van : ................/................/................ tot ................/................/................ INTENTIEVERKLARING Ondergetekende verklaart het bouwplaatsreglement en het VGP ontvangen te hebben en de verantwoordelijkheid te zullen nemen al zijn werknemers en onderaannemers die voor zijn rekening werken, te informeren over de inhoud. Eveneens bevestigt ondergetekende de voorschriften van het bouwplaatsreglement en het VGP duidelijk begrepen te hebben en te zullen toepassen. Gelezen en goedgekeurd, Handtekening : ................................................................................................................... Naam : ................................................................................................................... Functie : .................................................................................................................... (*)
Schrappen wat niet past
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
102 / 110
IDENTIFICATIEBLAD AANNEMER / WERFMATERIEEL 1. 2. 3.
Risico-analyse uitgevoerd en afgegeven ?............................ Beschikt U over voorgeschreven gezondheidsinrichtingen zoals refter, kleedkamer, wasplaats en toiletten ?......................... Beschikken uw werknemers over de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen ?
o.a.: veiligheidshelm....................................
- veiligheidsschoenen............................
NEEN
JA JA
NEEN NEEN
JA
NEEN
JA
NEEN
JA
NEEN
JA
NEEN
JA
NEEN
JA JA JA JA JA JA JA JA
NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN
.................
................
-handschoenen.....................................
.................
-
JA
...............
-veiligheidsbril .....................................
- gehoorbescherming............................
BIJLAGE 5a
.................
veiligheidsmasker............................... ................ antivaluitrusting. ............................................................ lasbril........................................................................... veiligheidshar;nas........................................................... stopchute...;.................................................................. levenslijn...................................................................... valdemper.................................................................... andere :........................................................................
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
103 / 110
4.
- Voldoet uw elektrische werfinstallatie aan het A.R.E.I.?........ - beschermingsgraad ten minste IP 44 ?............................. - gekeurd door een erkend keuringsorganisme ?................... * keuringsattest bijvoegen - Gebruikt U verlengkabels / kabelhaspels............................ - kabeltype HO7RNF, CTMB-N, CTFB-N of gelijkwaardig ?.. - is de kabelhaspel thermisch beveiligd ?............................. - zijn ze geïdentificeerd (kleurcode en/of naam van firma vermeld op kabel) ?................................................... - Zijn de contactdozen : waterdicht ?............................................................ slagvast ?............................................................... - Gebruikt U verdeelkasten (paddestoelen) ?....................... - werden deze vijfjaarlijks gekeurd ? ………………………………..
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
JA JA JA
NEEN NEEN NEEN
JA JA JA
NEEN NEEN NEEN
JA
NEEN
JA JA JA JA
NEEN NEEN NEEN NEEN
104 / 110
IDENTIFICATIEBLAD WERFMATERIEEL 5.
6.
7.
Worden stellingen gebruikt ?.............................................. Zo ja, welke ? : - metserschragen ?........................................................... - rolstellingen ?................................................................ - vaste steiger ?............................................................... - ladderklampen ?............................................................ - andere : - .......................................................................... - ......................................................................... Worden heftoestellen gebruikt ? Zo ja, welke ? : - Tirfor - Elektrische takels - Hoogtewerkers - Verreiker - Schaarliften - Torenkraan - Mobiele kraan - op rupsen - op wielen - Heftruck - Gevellift - Hanglift - Andere ? : ...................
Zijn deze heftoestellen samen met hun heftoebehoren gekeurd door een erkend organisme ?
BIJLAGE 5b JA
NEEN
JA JA JA JA
NEEN NEEN NEEN NEEN
JA JA
NEEN NEEN
JA JA JA JA JA JA
NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN
JA JA JA JA JA JA
NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN
JA
NEEN
JA JA JA JA JA JA JA JA JA
NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN
Zo ja, gelieve een kopie van het keuringsverslag te bezorgen aan de coördinator-verwezenlijking. 8.
Welke toestellen / middelen worden gebruikt ? - Boorhamers / boormachines - Elektrische afkortzaag - Slijpschijfmachine - Schiethamer (patronen) - Tafelzaagmachine - Generator - Compressor - Elektrisch lastoestel - Andere ? :...............................
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
105 / 110
IDENTIFICATIEBLAD WERFMATERIEEL 9.
10.
Maakt U gebruik van branders (propaan / butaan) Zo ja: - terugslagklep voorzien - brandblustoestel voorzien - opslagplaats flessen - flessen geïdentificeerd?
BIJLAGE 5c
JA JA JA JA JA
NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN
Maakt U gebruik van oxy- / acetyleenbranders? Zo ja: - terugslagklep voorzien? - brandblustoestel voorzien? - opslagplaats flessen? - manometers gekeurd? - flessen geïdentificeerd?
JA JA JA JA JA
NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN
Maakt U gebruik van teerketels (dakdekkers)? Zo ja: - terugslagklep voorzien? - brandblustoestel voorzien? - opslagplaats flessen? - flessen geïdentificeerd? - opvangkuip voorzien? - instructies aan het personeel?
JA JA JA JA JA JA
NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN
Welke producten gebruikt U? * Brandgevaarlijke producten (White spirit, ontvetters, benzines, ...) Geef naam en maximum hoeveelheid op de werf aanwezig: Welke? :
............................................. hoeveelheid .............................. ............................................. hoeveelheid .............................. ............................................. hoeveelheid ..............................
* Chemische producten (methylethylketon (M.E.K.), lijmen, ...) Geef naam en maximum hoeveelheid op de werf aanwezig: Welke? :
............................................... hoeveelheid .............................. ............................................... hoeveelheid .............................. ............................................... hoeveelheid ..............................
OPGESTELD DOOR : .................................................................................................................. DATUM : ........................................................................................................................
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
106 / 110
ONGEVALLENINLICHTINGENBLAD
Datum
BIJLAGE 6
: .............................................
Hoofdaannemer
: ..............................................
BETREFT:
ALLE arbeidsongevallen overkomen aan de werknemers van de hoofdaannemer en zijn onderaannemers, leveranciers en bezoekers op het project nr.
De ondergetekende ................................................................................................................... verklaart dat tijdens de periode van ............................................... tot ....................................... 1.
Geen enkel arbeidsongeval gebeurde in het kader van de uitvoering van projectnummer ...................................... Handtekening :
2.
................................................................
Volgende arbeidsongevallen zich voordeden :
Datum
Naam gekwetste
Werkgever
Afwezigheid van
tot
Een kopie van elke ongevalsaangifte wordt hierbij gevoegd. Handtekening
:
.....................................................
DIT INLICHTINGENBLAD DIENT TERUGBEZORGD AAN DE COÖRDINATOR VERWEZENLIJKING (met kopij aan de bouwheer) TEN LAATSTE OP HET EINDE VAN ELKE TUSSENTIJDSE VORDERINGSPERIODE.
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
107 / 110
GEMOTIVEERD VERZOEK
BIJLAGE 7
cfr. art. 4quinquis decies cfr. art. 22
“Ongeacht de oprichting van een coördinatiestructuur of niet gaat de coördinator-verwezenlijking in op het grond van de veiligheid of gezondheid gemotiveerd verzoek van één of meerdere tussenkomende partijen om op de bouwplaats aanwezig te zijn”. AANVRAGER
…………………………………………………………………
Firmanaam:
…………………………………………………………………
Naam + voornaam aanvrager:
…………………………………………………………………
Functie aanvrager:
…………………………………………………………………
Motivatie:
………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… …………………………………………………………………
Locatie, datum en tijdstip van aanwezigheid:
………………………………………………………………… ………………………………………………………………… …………………………………………………………………
Aanvrager,
(naam + voornaam, datum, handtekening)
Opdrachtgever (bouwheer),
(naam + voornaam, datum, handtekening)
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
108 / 110
PROCEDURE INHALEN MUG-HELIKOPTER
BIJLAGE 8
1. Wanneer van toepassing? Bij oproep naar 100 (gsm 112) en -
men vraagt bijstand door MUG-heli
-
operator meldt U dat men de MUG-heli zal sturen
2. Te volgen procedure bij toepassing Na bevestiging dat helikopter op weg is naar plaats van het ongeval, zal een seingever (met signalisatiekledij) volgende acties stellen: a. Landingsplaats helikopter kiezen -
niet op of dichtbij een zanderige vlakte
-
wel op een verhard gedeelte zo dicht mogelijk bij plaats ongeval. Zorgen dat er een obstakel vrije landingszone is (geen losliggende materialen, plastics, ...) Reden:
-
rotors doen zand opstuiven = gevaar omstanders
zand beschadigt motoren helikopter
Minimum benodigde landing oppervlakte:
20 meter
20 meter x 20 meter
20 meter
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
109 / 110
b. Gebruik van een rookpot bij aankomst helikopter (visueel of auditief) -
Ga altijd met uw rug in de wind staan tijdens het landen. Reden: de helikopter landt tegen de wind in en zo blijf je steeds visueel in contact met de helikopter.
wind
-
Activeer de rookpot zodat er felle oranje/rode rook vrijkomt. Dit is voor de piloot het signaal dat dit de landingsplaats is.
-
Aandacht dat landingszone vrij blijft tijdens het landen (mensen, goederen, machines).
-
Armen op en neer bewegen betekent dat de piloot mag landen.
-
Zodra de helikopter geland is, dient men ervoor te zorgen dat geen omstanders in omgeving van achterste rotor komen (door de hoge snelheid ziet men deze niet draaien).
-
Afbreken van de landing = armen boven het hoofd in kruisvorm houden De piloot weet dat het dan niet veilig meer is om landen
Veiligheids- en gezondheidsplan Bestek 16EH/14/08 - Duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied versie dd 01/06/2015
110 / 110