Veiligheidsen
Gezondheidsplan ( Projectwerkplan ) Uitvoeringsfase sloop en GWW voor het project
FIRST Rotterdam
Projectnummer
: 2860
Opdrachtgever: Maarsen Groep BV De Cuserstraat 85a 1081 CN Amsterdam
Opdrachtnemer: [NAAM] [NAAM PROJECTLEIDER] [ADRES] [POSTCODE / PLAATS]
MAB Development Wijnhaven 60 2511 GA Den Haag Contactpersoon: H.J. Jacobs
F 5.05.7 Versie :1
Pagina 1 van 21
Inhoudsopgave
1
ALGEMENE INFORMATIE....................................................................................................... 3
2
VERZENDLIJST........................................................................................................................ 4
3
ACCEPTATIEVERKLARING.................................................................................................... 5
4
PROJECTGEGEVENS ............................................................................................................. 6
4.1 4.2 4.3
GLOBALE OMSCHRIJVING .................................................................................................... 6 PROJECTGEGEVENS LOCATIE ............................................................................................. 6 BETROKKEN PARTIJEN ........................................................................................................ 6
5
ORGANISATIE.......................................................................................................................... 8
5.1 5.2 5.3
OVERZICHT V&G ORGANISATIE........................................................................................... 8 COÖRDINATIE EN VERANTWOORDELIJKHEID UITVOERING ...................................................... 8 TAKEN, BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN T.A.V. V&G ASPECTEN OP HET WERK9
6
UITVOERINGSGEGEVENS ................................................................................................... 10
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
PLANNING ........................................................................................................................ 10 ARBEIDS- EN RUSTTIJDEN ................................................................................................. 10 VERMOEDELIJK AANTAL WERKGEVERS EN ZELFSTANDIGEN TEGELIJKERTIJD OP DE WERKPLEK10 VERMOEDELIJK AANTAL WERKNEMERS TEGELIJKERTIJD OP DE WERKPLEK ........................... 10 KENNISGEVING BETROKKEN INSTANTIES ............................................................................ 10
7
COMMUNICATIE EN TOEZICHT STRUCTUUR ................................................................... 10
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
START-WERKVERGADERING / PROJECTINSTRUCTIE ............................................................ 10 VERLOOP WERKZAAMHEDEN ............................................................................................. 10 TOOLBOXMEETING ........................................................................................................... 11 VGM-INSPECTIES INTERN ................................................................................................. 11 EXTERNE CONTROLES/ AUDIT ........................................................................................... 11
8
AANDACHTSPUNTEN TEN AANZIEN VAN HET SLOPEN................................................. 11
8.1 8.2
ALGEMEEN ...................................................................................................................... 11 PROJECTSPECIFIEKE BESCHRIJVING VAN DE TE SLOPEN ONDERDELEN EN OVERIGE WERKZAAMHEDEN 11 INZET VAN HET MATERIEEL / MATERIAAL,............................................................................ 12 TERREININDELING, TOEGANGSPLAATS(EN), VLUCHTROUTES EN HET PLAATSEN VAN BORDEN 12 PERSOONLIJKE BESCHERMINGMIDDELEN (PBM)................................................................ 12 BEDRIJFSHULPVERLENING EN AFHANDELING EN MELDING VAN ONGEVALLEN EN INCIDENTEN 13
8.3 8.4 8.5 8.6
RISICO INVENTARISATIE EN EVALUATIE ...................................................................................... 14 8.7 8.8
ALGEMEEN ...................................................................................................................... 14 RISICO’S UIT OMGEVING ................................................................................................... 14
9
V&G-DOSSIER ....................................................................................................................... 15
10
BIJLAGE – PROJECTGEBONDEN RISICO-INVENTARISATIE.......................................... 16
11.
BIJLAGE – AANWEZIGHEIDSREGISTRATIE STARTWERKOVERLEG ............................ 17
12.
BIJLAGE - WERKLEKINSOEKTIE VOLGENS BRL SVMS - 007……………………………….18
Pagina 2 van 21
1
Algemene informatie Het doel waarom Veiligheid, Gezondheid en Milieu (VGM) aan de orde wordt gebracht, is om de risico’s waaraan de werknemers bij een project worden blootgesteld zo veel mogelijk te beperken of weg te nemen, zodat op een veilige manier gewerkt kan worden. Daarnaast zal worden gestreefd naar het voorkomen van eventuele materiële schade, milieuschade en schade aan de omgeving. Dit Veiligheids- en Gezondheidsplan uitvoeringsfase (V&G plan-U) omschrijft het geheel aan risico’s en maatregelen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. De werkgever is en blijft wel eindverantwoordelijk voor de veiligheid, gezondheid en welzijn van zijn werknemers en is verantwoordelijk voor de zorg voor het milieu, inclusief onderdelen als voorlichting, instructie en onderricht. “NAAM” hierna te noemen "het bedrijf", is aangesteld als aannemer op dit project. Tijdens de realisatie van het project zal dit V&G-plan uitvoeringsfase indien nodig worden aangevuld en/of worden bijgesteld. Verantwoordelijk hiervoor is de coördinator uitvoeringsfase.
Plaats, datum Naam bedrijf [NAAM PROJECTLEIDER] projectleider
Pagina 3 van 21
2
Verzendlijst Verzonden aan (naam) Projectleider Opdrachtgever Kwaliteitsverantwoordelijke
Naam Bedrijf
Versie 1.0 1.0 1.0 1.0 1.0 1.0 1.0 1.0
Datum
Aantal 1 1 1 1 1 1 1 1
Pagina 4 van 21
3
Acceptatieverklaring
V&G plan aangeboden ter acceptatie / kennisgeving aan opdrachtgever
V&G plan niet aangeboden aan opdrachtgever
Handtekening acceptatie project V&G plan
De opdrachtgever en opdrachtnemer geven hiermee aan op de hoogte te zijn van de inhoud van dit V&G plan en dit plan als zodanig te accepteren voor uitvoering. Tevens gaan men akkoord en houden zij zich aan de in dit plan vastgelegde afspraken.
Pagina 5 van 21
4
Projectgegevens
4.1
Globale omschrijving
4.2
Projectgegevens locatie Naam project: Projectnummer:
4.3
FIRST Rotterdam 2860
Betrokken partijen Opdrachtgever: Naam: Adres: Postcode en plaats: Contactpersoon: Telefoon: Fax: e-mail:
FIRST Rotterdam B.V. De Cuserstraat 85a 1081 CN Amsterdam H.J. Jacobs 010 – 102093535 010 – 102093500
[email protected]
V&G coördinator ontwerpfase: Bedrijfsnaam: Adres: Postcode en plaats: Contactpersoon: Telefoon: Fax: e-mail:
[NAAM] [ADRES] [POSTCODE /PLAATS] [CONTACTPERSOON] [TELEFOONNUMMER] [FAXNUMMER] [E-MAIL ADRES]
Directievoerende partij: Bedrijfsnaam: Adres: Postcode en plaats: Contactpersoon: Telefoon:
BOAG Advies en Management Prins Constantijnweg 40-46 3066 TA Rotterdam H.J. Jacobs 010 – 102093535
Fax: e-mail:
010 – 102093500
[email protected]
Uitvoerende partij (aannemer die de V&G-coördinatie verzorgt): Bedrijfsnaam: [NAAM OPDRACHTGEVER] Adres: [ADRES] Postcode en plaats: [POSTCODE /PLAATS] Pagina 6 van 21
Contactpersoon: Telefoon: Fax: e-mail:
[CONTACTPERSOON] [TELEFOONNUMMER] [FAXNUMMER] [E-MAIL ADRES]
Reeds geselecteerde onderaannemers Onderdeel: [NAAM ONDERDEEL] Bedrijfsnaam: [NAAM] Adres: [ADRES] Postcode en plaats: [POSTCODE / PLAATS] Contactpersoon V&G: [NAAM] Telefoon: [TELEFOON] Onderdeel: Bedrijfsnaam: Adres: Postcode en plaats: Contactpersoon V&G: Telefoon:
[NAAM ONDERDEEL] [NAAM] [ADRES] [POSTCODE / PLAATS] [NAAM] [TELEFOON]
Ingeschakelde deskundige diensten Onderdeel: Bedrijfsnaam: Adres: Postcode en plaats: Contactpersoon V&G: Telefoon:
Architect Architecten Cie Keizersgracht 126 1015 CW Amsterdam [NAAM] 020 – 5309300
Onderdeel: Bedrijfsnaam: Adres: Postcode en plaats: Contactpersoon V&G: Telefoon:
Adviseur Constructies Corsmit Raadgevende Ingenieurs George Hintzenweg 77 3068 AX Rotterdam [NAAM] [010 – 2865666
Onderdeel: Bedrijfsnaam: Adres: Postcode en plaats: Contactpersoon V&G: Telefoon:
Adviseur Installaties DWA Installatie- en Energieadvies Duitslandweg 4 2411 NT Bodegraven [NAAM] 088 – 1635300
Pagina 7 van 21
5 5.1
Organisatie Overzicht V&G organisatie
5.2 Coördinatie en verantwoordelijkheid uitvoering Functie Naam Directie [NAAM]
Bedrijf BOAG Advies en Management
Uitvoerder
[NAAM]
[BEDRIJFSNAAM]
V&G coördinator
[NAAM]
[BEDRIJFSNAAM]
Kwaliteitsverantwoordelijke persoon
[NAAM]
[BEDRIJFSNAAM]
Pagina 8 van 21
5.3
Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden t.a.v. V&G aspecten op het werk Directie uitvoeringproject De directie is verantwoordelijk voor / bevoegd tot: Het zorg dragen voor veilige randvoorwaarden voor het project; het beoordelen van het V&G-plan uitvoeringsfase op inhoud en haalbaarheid; het in overleg met de opdrachtgever goedkeuren en autoriseren van het V&G-plan (uitvoering). het delegeren van taken aan medewerkers binnen het project; het optreden als gemachtigde vertegenwoordiger de opdrachtgever; het stilleggen van het werk als de veiligheid in het geding komt; het stilleggen van het werk als milieu ernstige schade wordt toegebracht. Uitvoerder( in veel gevallen tevens de project VGM coördinator) Deze uitvoerder is verantwoordelijk voor de dagelijkse uitvoering van het project. De uitvoerder is dan ook het aanspreekpunt tijdens de uitvoering van het project. De uitvoerder is verder verantwoordelijk voor / bevoegd tot:: de zorg en toezicht voor veilig werken op de locaties zoals vastgelegd in de Arbo-wet, veiligheidsvoorschriften, eventuele aanvullende voorschriften van de opdrachtgever. Zo nodig raadpleegt hij waar nodig een veiligheidskundige; de zorg voor schriftelijke melding van (bijna)ongevallen en incidenten aan de directie van het project en aan de eigen directie; het bekend maken van alarm- en telefoonnummers en verspreidt overige veiligheidsinstructies en informatie; het houden van periodieken VGM-inspecties en toolboxen op het werk; het juiste gebruik en beheer van materieel, materiaal, hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen; het instrueren en corrigeren van medewerkers op de werklocatie; is belast met toezicht op veiligheid en arbeidshygiëne. Dit gaat in samenspraak met een veiligheidskundige en/of kwaliteitsverantwoordelijke persoon. V&G-Coördinator uitvoering De V&G-Coördinator uitvoering is verantwoordelijk voor: het maken van een plan van aanpak gebaseerd op de aan hem verstrekte opdracht het zorgen voor een risico analyse gebaseerd op de lokale situatie, de aard van de werkzaamheden, de gekozen werkmethode en de aangeleverd kaders van de V&G coördinator ontwerpfase. Het opstellen van het V&G (deel)plan uitvoeringsfase en het actualiseren hiervan tijdens de uitvoering. het actualiseren van het V&G dossier. het inrichten van de veiligheidsorganisatie en het (laten) instrueren van de veiligheidsfunctionarissen hierover het regelen van toezicht op de naleving van de veiligheidsmaatregelen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. het met betrokkenen evalueren van de totstandkoming en de uitvoering van het V&G plannen en het V&G dossier en het uitbrengen van verslag hierover aan de opdrachtgever De V&G coördinator uitvoeringsfase kan zich laten ondersteunen door deskundigen (veiligheidskundigen en/of milieukundigen).
Uitvoerend medewerkers De uitvoerende medewerkers zijn verantwoordelijk voor: het volgen van aangeboden instructie en voorlichting; het opvolgen van door leidinggevenden opgedragen instructies tenzij hun veiligheid hierdoor in gevaar komt; het melden van (Bijna)Ongevallen en incidenten aan de uitvoerder / kwaliteitsverantwoordelijke persoon; het dragen van de voorgeschreven PBM’s De medewerkers hebben het recht om werk te weigeren indien hun veiligheid hierdoor ernstig in gevaar komt. De medewerkers hebben recht op juiste persoonlijke beschermingsmiddelen, welke door de werkgever gratis dienen te worden verstrekt.
Pagina 9 van 21
6
Uitvoeringsgegevens
6.1
Planning Geplande aanvangsdatum: Geplande projecttijd: Geplande opleveringsdatum:
6.2
Arbeids- en rusttijden Aanvang van de dag (eerste periode) Schaft ochtend Tweede periode Schaft Derde periode Einde werktijd
Bij gebruik van specifieke adembescherming kan een aangepast arbeids- en rusttijden schema worden ingesteld. In de herfst en lentemaanden wordt het werk aangevangen om 07:30 uur. In de wintermaanden wordt het werk aangevangen om 8:00 uur. 6.3
Vermoedelijk aantal werkgevers en zelfstandigen tegelijkertijd op de werkplek Aantal werkgevers: Aantal zelfstandigen:
6.4
Vermoedelijk aantal werknemers tegelijkertijd op de werkplek Aantal werknemers:
6.5
Kennisgeving betrokken instanties Werkzaam worden wel/ niet aangemeld aan de arbeidsinspectie. Criteria voor melding zijn; • •
Werkzaamheden die kunnen worden gekenmerkt als bijzonder risicovol*; Werkzaamheden die langer dan 30 werkdagen duren en waarbij op enig moment meer dan 20 werknemers gelijktijdig werkzaam zijn, of in totaal meer dan 500 mensdagen vergen
* Risicovolle activiteiten kunnen zich voordoen indien: • • • •
de complexiteit of omvang van de werkzaamheden groot zijn; een combinatie van bijzondere risico’s aanwezig is; meerdere partijen aanwezig zijn; goede coördinatie noodzakelijk wordt geacht.
Onderstaande geldt alleen voor werken onder BRL SVMS 007 Voorafgaand aan de werkzaamheden zijn de werkzaamheden bij het bevoegd gezag gemeld , klicmelding, en bij de certificerende instelling. Een kopie van het meldingsformulier dient in de projectmap aanwezig te zijn.
7
Communicatie en toezicht structuur
7.1
Start-werkvergadering / projectinstructie Voor de aanvang van het project wordt een start-werkvergadering belegd met de operationele medewerkers en eventuele onderaannemers en/of inhuurkrachten op het werk aanwezig. Er vindt instructie plaats over de uitvoering van de werkzaamheden, de veiligheidsrisico’s en de beheersmaatregelen op de werkplek.
7.2
Verloop werkzaamheden Elke dag voor aanvang en tijdens uitvoering van de werkzaamheden vindt er informeel werkoverleg plaats tussen de uitvoerder en de werknemers. Waarin de werkgever de betreffende instructie zal geven voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Pagina 10 van 21
7.3
Toolboxmeeting Minimaal 1x per maand wordt er een toolboxmeeting gehouden met al het operationeel personeel voor zover op het werk aanwezig, inhuurkrachten en het personeel van onderaannemers en zelfstandigen.
7.4
VGM-inspecties intern Minimaal 1 x en bij langdurige projecten worden op het project VGM-inspecties per maand uitgevoerd. Deze werkplekinspecties zullen worden uitgevoerd door de projectleider, tevens project VGM coördinator.
7.5
Externe controles/ audit De aannemer laat jaarlijks zijn werkzaamheden in het geheel controleren op algemene veiligheid en het naleven van veiligheids- en gezondheidsvoorschriften volgens VCA 2004/04, waaronder begrepen de invulling van zijn verplichtingen op het gebied van V&G-coördinatie.
8
Aandachtspunten ten aanzien van het slopen Geldt voor slopen onder BRL SVMS-007
8.1
Algemeen Dit V&G-plan , uitvoeringsfase sloop- en GWW werkzaamheden is bedoeld om de specifieke regels en voorschriften die van toepassing zijn nader vast te leggen. Als basis voor dit V&G plan kan worden uitgegaan van de BRL SVMS-007
8.2
Projectspecifieke beschrijving van de te slopen onderdelen en overige werkzaamheden Bij een spoedeisend project zal er bijzondere aandacht worden besteed aan: De veiligheid van iedere betrokkene; De communicatie met betrokken instanties en hulpdiensten in geval van calamiteiten; Afvoer van verontreinigde materialen; Het document SVMS-013 (eisen te stellen aan een slooplocatie) bijlage Algemene omschrijving van het te slopen object: Nader in te vullen
Werkmethode: Nader in te vullen
Pagina 11 van 21
8.3
8.4
Inzet van het materieel / materiaal, Merk / soort Type
Bouwjaar
Keuringsdatum
Keuringsinstantie
Terreinindeling, toegangsplaats(en), vluchtroutes en het plaatsen van borden Nader in te vullen
8.5
Persoonlijke beschermingmiddelen (PBM) Door het soort werk is het noodzakelijk om gebruik te maken van persoonlijke beschermingsmiddelen.. Soort PBM
Specifieke eisen persoonlijke beschermingsmiddelen
Veiligheidshelm Veiligheidsschoeisel Werkkleding Polyester/katoenen overall Adembescherming; stof + dampen (halfgelaatsmasker) Adembescherming; stof + dampen, met aanblaasunit (volgelaatsmasker) Adembescherming; stof + dampen, leeflucht (volgelaatsmasker) P1 filterbussen tegen stof
P2 filterbussen tegen stof
P3 filterbussen tegen stof
Dit type filterbus biedt bescherming tegen de inademing van onschadelijk fijnstof met een MACwaarde van 10 mg/m3 of hoger. Deze stoffen worden in het algemeen aangeduid als stoffen uit stofklasse 2a. Dit type filterbus biedt bescherming tegen de inademing van schadelijk fijnstof met een MACwaarde van 0,1 tot 10 mg/m3. Dit ype is echter niet geschikt als beschermingsmiddel tegen asbest. Dit type filterbus biedt bescherming tegen de inademing van giftig fijnstof met een MAC-waarde van 0,1 mg/m3 of minder, asbest, humaancarcinogene stoffenm sporen, bacteriën, virussen, proteologische enzymen en bij besluit aangewezen stoffen. Deze stoffen worden in het algemeen aangeduid als stoffen uit stofklasse 2c. Pagina 12 van 21
Soort PBM A filterbussen tegen dampen en gassen
B filterbussen tegen dampen en gassen
E filterbussen tegen dampen en gassen
Hg filterbussen tegen dampen en gassen
K filterbussen tegen dampen en gassen
R filterbussen tegen dampen en gassen
8.6
Specifieke eisen persoonlijke beschermingsmiddelen Dit type filterbus biedt bescherming tegen de inademing van organische dampen van oplosmiddelen, dampen van koolwaterstoffen, esters, alcoholen en organische nitroverbindingen. (te herkennen aan bruine kleurenband om het filter) Dit type filterbus biedt bescherming tegen inademing van zure dampen en gassen, halogenen, halogeenkoolwaterstofverbindingen, organische zuren, metaaldampen en nitreuze gassen. (te herkennen aan de grijze kleurenband om de filter) Dit type filterbus biedt bescherming tegen de inademing van zwaveldioxide en anorganische dampen van zuren. (te herkennen aan de gele kleurenband om de filter) Dit type filterbus biedt bescherming tegen de inademing van kwikdamp. De filterbus is ook toepasbaar voor chloor en zwavelwaterstof. (te herkennen aan de rode kleurenband om de filter). Dit type filterbus biedt bescherming tegen inademing van amoniak. (te herkennen aan groene kleurenband om de filter) Dit type filterbus biedt bescherming tegen de inademing van radioactief jodium en verbindingen daarvan. (te herkennen aan de oranje kleurenband om de filter).
Bedrijfshulpverlening en afhandeling en melding van ongevallen en incidenten De kwaliteitsverantwoordelijke persoon de projectorganisatie dient ten minste een geldig EHBO diploma te hebben. Jaarlijks wordt de EHBO-er opnieuw getraind en getoetst. Op de uitvoeringslocatie dient tevens een alarmkaart, oogspoelfles, brandblusmiddelen en een EHBOverbandkist aanwezig te zijn. Op een voor iedereen zichtbare plaats is een alarmkaart opgehangen. Op deze kaart is aangegeven: hoe te handelen bij een ongeval/brand, de belangrijkste telefoonnummers, de op het werk aanwezige hulpverleningsmiddelen,
De volgende incidenten dienen direct aan de V&G coördinator te worden gemeld: ongevallen met lichamelijk letsel en bijna ongevallen, situaties waarbij gevaar heerst voor de veiligheid of gezondheid, materiële schadegevallen waarbij gevaar voor werknemers heeft bestaan. Indien zich een (bijna) ongeval en/of incident plaatsvindt, dient hiervan een ongevalrapportage te worden gemaakt door de uitvoerder. De opdrachtgever wordt van (bijna) ongeval en/of incident direct op de hoogte gesteld. Tevens worden indien de situatie het vereist de andere partijen hier ook van op de hoogte gesteld en worden er maatregelen genomen om de ontstane situatie in de toekomst te voorkomen. De kwaliteitsverantwoordelijke is verantwoordelijk voor melding van ongevallen en incidenten aan de V&G coördinator. Blusmiddelen dienen op de projectlocatie aanwezig te zijn. Bij werkzaamheden waarbij brandgevaar bestaat, dienen voldoende blusmiddelen aanwezig te zijn.
Pagina 13 van 21
RISICO INVENTARISATIE EN EVALUATIE 8.7
Algemeen De risico’s voortvloeiend uit de werkzaamheden zijn in bijlage 10 Bijlage – Projectgebonden risico-inventarisatie opgenomen
8.8
Risico’s uit omgeving In deze paragraaf is een omschrijving opgenomen van de risico’s die voortvloeien uit de omgeving.
Pagina 14 van 21
9
V&G-dossier In het V&G-dossier zijn de relevante aspecten ten aanzien van veiligheid en gezondheid van personeel, voor zover deze betrekking hebben op beheer en onderhoud van het op te leveren project, opgenomen. Het V&G dossier is beschikbaar op de locatie. De overdracht van de V&G-documenten naar de uitvoerende partij(en) wordt verzorgd door: Directievoerende partij Directievoerende partij: Bedrijfsnaam: Adres: Postcode en plaats: Contactpersoon: Telefoon: Fax: e-mail:
BOAG Advies en Management Prins Constantijnweg 40-46 3066 TA Rotterdam H.J. Jacobs 010 – 102093535 010 – 102093500
[email protected]
Pagina 15 van 21
10 Bijlage – Projectgebonden risico-inventarisatie Methode (Fine & Kinney) De prioriteiten worden berekend op basis van een risicoscore. De risicoscore wordt op de onderstaande rekenwijze bepaald: R = B x E x W, waarbij: R = risicoscore B = blootstellingsduur of frequentie E = mogelijk effect W = waarschijnlijkheid dat het effect optreedt De blootstelling wordt uitgedrukt in zes categorieën: B = 10 voortdurend B=6 regelmatig (dagelijks) B=3 af en toe (wekelijks) B=2 soms (maandelijks) B=1 zelden (jaarlijks) B = 0,5 zeer zelden (minder dan een keer per jaar) Het effect wordt uitgedrukt in vijf categorieën: E = 40 meerdere doden, acuut of op termijn E= 15 zeer ernstig, een dode, acuut of op termijn E=7 ernstig, irreversibel effect, invaliditeit E=3 belangrijk, letsel, reversibel E =1 gering, letsel, hinder De kans dat het effect optreedt, gegeven de blootstelling, is de waarschijnlijkheid. De waarschijnlijkheid wordt ingedeeld in zeven categorieën: W = 10 zo goed als zeker W=6 zeer goed mogelijk W=3 waarschijnlijk W=1 mogelijk, maar onwaarschijnlijk W = 0,5 zeer onwaarschijnlijk W = 0,2 praktisch onmogelijk W = 0,1 zo goed als ondenkbaar Prioriteitsstelling Risicoscore (R) Risicoclassificatie R>70 1 20
70 2 R<70
3
Risico Belangrijk risico Mogelijk risico Risico wellicht aanvaardbaar
Advies Actie op korte termijn Actie op middellange termijn Actie op lange termijn
Sommige verplichtingen kunnen niet met de hierboven beschreven methode worden gewogen. Te denken valt aan beleidsmatige verplichtingen, organisatorische en welzijnsverplichtingen en algemene voorzieningen. Dergelijke onderwerpen worden op basis van onze deskundigheid, ervaring met bedrijven in de branche en de stand der techniek en wetenschap in overleg met u ingedeeld in één van de risicoklassen.
Zie separaat document
Pagina 16 van 21
11.
Bijlage – Aanwezigheidsregistratie startwerkoverleg
Start werkbespreking gehouden door: ……………………………………. “Alle medewerkers en bezoekers die zich binnen de verontreinigde zone bevinden moeten zijn voorgelicht m.b.t. de project specifieke risico’s”
Naam
Datum
Paraaf of handtekening
Pagina 17 van 21
12 Bijlage - Werkplekinspectie (alleen volgens BRL SVMS 007) Project
:___________________________
Opdrachtgever
:___________________________
Inspectiedatum
:_______________
Inspectie door
:___________________________
1. Procedures, regels, werkaanpak
4. Noodvoorzieningen
Vereiste vergunningen aanwezig
Ja Nee n.v.t.
Vereiste instructies aanwezig
Ja Nee n.v.t.
Worden instructies begrepen
Ja Nee n.v.t.
Wordt er gewerkt volgens instructies
Ja Nee n.v.t.
Zijn instructies uitvoerbaar
Ja Nee n.v.t.
Brandblusmiddelen aanwezig Brandblusmiddelen gekeurd
Ja Nee n.v.t. Ja Nee n.v.t. Ja Nee n.v.t.
EHBO-trommel aanwezig Inhoud EHBOtrommel compleet en niet verlopen
2. Werkplek
Ja Nee n.v.t.
Ja
Nee n.v.t
Opmerkingen:
Orde en netheid voldoende, geen struikel of verstappen gevaar. Sparingen ( >150mm) zijn afgedekt met draagkrachtig materiaal en vastgezet tegen verschuiven Looproutes lopen niet over sloopmateriaal heen of over andere obstakels Geen uitstekende constructiedelen langs werkplekken of looproutes?
Ja Nee n.v.t.
Ja Nee n.v.t.
Ja Nee n.v.t. Ja Nee n.v.t
Zo ja, zijn ze goed afgeschermd? Werken op hoogte
Ja Nee n.v.t
Is een randbeveiliging aangebracht?
Ja Nee n.v.t
Is de afstand van de rand 2 meter: voelbaar afgezet 4 meter: markering aangebracht / gesignaleerd? Hellend dak max. 60 graden aanwezig? Zo ja, is op een afstand van 1 m. tot max.1.5 m. onder de dakvoet een steigervloer aangebracht, of een leuningconstructie geplaatst? De maximale verticale afglijhoogte zonder verdere voorziening is 5 meter boven de steigervloer of randleuning. Al naar gelang de dakhelling voorkomt de combinatie van steigerbreedte, leuninghoogte, leuning uitvoering en leuningsterkte doorvallen of doorglijden Is dit ook bij vrij gesloopte vloersparingen zoals trappenhuizen, lift en leidngskokers? Zijn de steigers of bordessen correct opgebouwd? Wordt de hoogwerker correct gebruikt? Gebruik van hangbak, correct?
Ja Nee n.v.t
Ja Nee n.v.t.
Ja Nee n.v.t. Ja Nee n.v.t
Ja Nee n.v.t Ja Nee n.v.t Ja Nee n.v.t Ja Nee n.v.t
Valhoogten kleiner dan 2,5 meter Fysieke maatregel getroffen tegen: Stekken/ uitsteekels Vloersparingen,
Ja Nee n.v.t Ja Nee n.v.t
Pagina 18 van 21
Verkeer,
Ja Nee n.v.t
Water,
Ja Nee n.v.t
Mobiele werkplatformen
Ja Nee n.v.t
Geen focus ( aandacht)op gevaarlijke rand
Ja Nee n.v.t
Vangnet aanwezig,
Ja Nee n.v.t
Vangnet geen verzamelplaats van sloopmateriaal?
Ja Nee n.v.t
Zijn resterende constructiedelen stabiel en sterk genoeg om op te staan?
Ja Nee n.v.t
Zijn stut of stempelvoorzieningen juist aangebracht
Bevindt men zich niet in de onmiddellijke omgeving naast of onder een sloopfront.( i.v.m. omval gevaar ) Wordt het sloopmateriaal eerst machinaal buiten de gevarenzone gebracht?
Ja Nee n.v.t
Ja Nee n.v.t Ja Nee n.v.t
Wordt het materiaal daar gescheiden?
Ja Nee n.v.t
Zijn de onderdelen van geïmproviseerde werkvloeren sterk en deugdelijk en tegen verschuiven vast aan elkaar verbonden?
Ja Nee n.v.t Ja Nee n.v.t
Is de ondersteuning stevig en stabiel? Worden niet draagkrachtige vloeren, daken en plafonds niet betreden? Zijn zij voorzien van een deugdelijke voorziening tegen bezwijken en doorvallen? Gaan de looproutes niet direct langs een sloopfront dat in bewerking is?
Ja Nee n.v.t Ja Nee n.v.t
Ja Nee n.v.t Ja Nee n.v.t
Zo ja, zijn er dan voldoende maatregelen getroffen om niet geraakt te kunnen worden door vallende sloopmaterialen? Is er een gegarandeerde veiligheidszone aanwezig bij vrij afwerpen? ( tenminste 15 meter ) Is de gevarenzone in relatie met snijden, knellen en pletten waar mogelijk met vast schermen beveiligd? Zijn de schermen, bij het wegnemen voorzien van werkende beveiligingschakelaars die de risicovolle handeling kunnen stopzetten of beletten.
Ja Nee n.v.t
Ja Nee n.v.t
Ja Nee n.v.t
Pagina 19 van 21
3. gereedschappen, materieel
Opmerkingen
Juiste arbeidsmiddelen aanwezig
Ja Nee n.v.t.
Is het in goede staat van onderhoud
Ja Nee n.v.t.
Is het gekeurd
Ja Nee n.v.t.
Wordt het op de juiste wijze gebruikt
Ja Nee n.v.t
Gebruik hydraulische kraan: Verplaatsen van een vrijhangende last
Ja Nee n.v.t
Lostrekken van vastzittende lasten met hijskraan gebeurt niet?
Ja Nee n.v.t
Lasten worden niet schuin opgepakt?
Wordt de last op een deugdelijke manier aangeslagen? Hijsbanden worden beveiligd tegen scherpe randen. Werkbak voor personen, gekeurd? Met bouwliften of hefwerktuig voor goederen, worden geen personen vervoerd?
Ja Nee n.v.t
Ja Nee n.v.t Ja Nee n.v.t
Ja Nee n.v.t
Ja Nee n.v.t
Zijn de sloophulpstukken voor de hydraulische kraan geschikt en heeft de kraan hiervoor voldoende capaciteit
Ja Nee n.v.t
Is de vloerconstructie aantoonbaar sterk genoeg om de kraan te kunnen dragen?
Ja Nee n.v.t
Staat de kraan op een stabiele, vlakke en stevige ondergrond
Ja Nee n.v.t
Staat de machine op een puinlichaam ofrug van uitsluitend steenachtig materiaal? Is er sprake van voldoende oppervlakte van dit lichaam of rug en is op en afrijden i.v.m. de hellingshoek veilig?
Ja Nee n.v.t
Ja Nee n.v.t
Bevinden zich geen personen binnen het werkgebied van de machine? Is de cabine van de machine deugdelijk afgeschermd tegen (om) vallende voorwerpen?
Ja Nee n.v.t
Ja Nee n.v.t
Bevindt de cabine zich minimaal op een afstand van de halve hoogte van het te slopen object?
Ja Nee n.v.t
Is bij harder rijden dan stapvoets een fysieke belemmering tegen het afrijden van de hooggelegen vloerrand aangebracht
Ja Nee n.v.t
Blijft de machine , stapvoets, tenminste 2 meter verwijderd van de ( gemarkeerde) vrij te slopen of vrij gesloopte constructie. Tenzij een fysieke belemmering tegen afrijden is aangebracht?
Pagina 20 van 21
Ja
Nee
n.v.t
Staan de ladders op een stevige ondergrond Ja
Nee
n.v.t
Ja
Nee
n.v.t
Ja
Nee
n.v.t
Ja
Nee
n.v.t
Ja
Nee
n.v.t
Ja
Nee
n.v.t
Bevindt de looproute van de machinist en slopers zich altijd buiten de signaleRing/ markering van de gevarenzone?
en tegen verzakken verzekerd? Staat de ladder onder een hoek van 70 graden? Wordt de laddervoet eventueel gestabiliseerd door een tweede persoon? Steekt de ladder tenminste 1 meter boven het toegangsniveau uit? Wordt er tenminste met een hand de ladder vastgehouden? Transport van zwaar en of omvangrijk materiaal wordt niet via de ladder uitgevoerd.
Zijn PBM’s noodzakelijk
Ja Nee n.v.t.
Zijn de juiste PBM’s beschikbaar
Ja Nee n.v.t.
Verkeren de PBM’s in goede staat
Ja Nee n.v.t
Worden de PBM’s juist gebruikt
Ja Nee n.v.t.
Persoonlijke valbeveiliging van toepassing
Ja Nee n.v.t.
8. Acties en afspraken (z.o.z. bij ruimtegebrek)
.
Pagina 21 van 21