AANBOD EN MOGELIJKHEDEN AAN JEUGDACTIVITEITEN VAN NATUUR- EN MILIEUORGANISATIES IN DE REGIO ROTTERDAM
INHOUD
SAMENVATTING
1.
INLEIDING
2.
WERKWIJZE
3.
ORGANISATIES 3.1 Huidige situatie 3.2 Toekomstige situatie
4.
JONGEREN
5.
CONFERENTIE
6.
CONCLUSIES
7.
AANBEVELINGEN
LITERATUURLIJST
BIJLAGEN Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV 2
Lijst met geïnterviewde organisaties en korte beschrijving Lijst met geïnterviewde organisaties en korte beschrijving Vragenlijst + uitgewerkte interviews organisaties Vragenlijst + voorbeeld interview Jongeren
SAMENVATTING Het onderzoek Jong Groen Groen Jong brengt het huidige aanbod en de mogelijkheden aan jeugdactiviteiten van natuur- en milieuorganisaties in de regio Rotterdam in kaart. Ook worden wensen van jongeren in de leeftijdscategorie van acht tot achttien jaar geïnventariseerd: wat voor soort activiteiten ondernemen zij graag?
Jongeren krijgen sporadisch informatie van of over organisaties. Ook hebben zij geen idee waar zij informatie kunnen vinden als zij een activiteit zouden willen ondernemen. Het oudere deel van de jongeren meent dat zij op internet, in de bibliotheek en uit kranten en tijdschriften informatie kunnen krijgen.
In Rotterdam is een enorm potentieel aan geïnteresseerde jongeren in genoemde leeftijdscategorie aanwezig. Als slechts één procent van deze groep jongeren aangeeft interesse te hebben in activiteiten van natuur- en milieuorganisaties, omvat dit al een groep van zeshonderd jongeren.
Het merendeel van de benaderde jongeren staat open om vaker deel te nemen aan natuur- en milieuactiviteiten. Wensen in thema’s van activiteiten verschillen per leeftijdsgroep. Jongeren zijn in dit onderzoek onderverdeeld in jong, middel en ouder. De jongste groep wil graag iets met de handen doen (broodjes bakken, knutselen), uitstapjes maken en spullen mee naar huis nemen. De middelste groep doet graag ‘spannende dingen’ zoals survival, slootje springen en spelen met modder. De oudere groep heeft behoefte aan kennis, wil organisaties ondersteunen en meedoen aan acties.
Aan dit onderzoek hebben vertegenwoordigers meegewerkt van vijf landelijke natuur- en milieuorganisaties, zeven lokale natuur- en milieuorganisaties en vijf lokale afdelingen van landelijke natuur- en milieuorganisaties. Jongeren zijn ook in het onderzoek betrokken. De benaderde groep jongeren is op een of andere manier actief bezig met natuur en milieu. In het najaar van 2006 vond in Rotterdam de Groene Conferentie plaats. Tijdens deze conferentie werd aandacht besteed aan het thema jongeren en natuur om mensen kennis te laten maken met het onderwerp en tevens het belang van dit onderwerp aan te kaarten. De voorlopige resultaten van het jongerenonderzoek werden gepresenteerd, waarna de ruim honderd aanwezigen ideeën voor de toekomst aandroegen. Uit het aantal aanwezigen en hun betrokkenheid bleek grote belangstelling voor het thema jongeren en natuur. De afdeling Natuur en Milieu van Sport en Recreatie in Rotterdam verzorgt natuur- en milieueducatielessen voor leerlingen in het basisonderwijs. Verder kunnen scholen er terecht voor leskisten en lesmateriaalpakketten. Ook zorgt zij dat kinderboerderijen het hele jaar door bezocht kunnen worden. Zodoende komt elke leerling in het basisonderwijs tijdens schooltijd in contact met aan natuur en milieu gerelateerde activiteiten. Het aanbod aan buitenschoolse activiteiten voor jongeren tussen de acht en achttien jaar in de regio Rotterdam is zeer schaars. Een klein aantal organisaties in de regio Rotterdam biedt een aantal activiteiten aan voor jongeren in de leeftijdscategorie van acht tot twaalf jaar. Voor jongeren buiten deze leeftijdsgroep is nauwelijks aanbod. Voor geïnteresseerde jongeren die willen deelnemen aan activiteiten zijn weinig tot geen mogelijkheden om aansluiting te vinden bij clubs of verenigingen die zich met natuur en milieu bezig houden.
Organisaties staan te popelen om nieuwe jeugdleden binnen te halen. Het uitwerken van nieuwe ideeën bij landelijke én lokale organisaties loopt vaak spaak op een mix van tijdgebrek en een tekort aan financiën. Een andere reden kan zijn dat geen nieuwe activiteiten ontwikkeld kunnen worden door onvoldoende kennis en/of didactische vaardigheden. Om deze redenen wordt het bereiken van jongeren door organisaties als een probleem gezien. De meeste organisaties geven daarom aan dat een ondersteunend initiatief zeer gewenst is. Natuur- en milieuorganisaties zien hun ledenbestand afnemen en vergrijzen. Om een levensvatbare toekomst voor de organisatie te verzekeren, is het dus van belang deze negatieve trend te keren. Als er geen stappen worden ondernomen zullen organisaties op termijn geen leden meer hebben. Om verjonging tot stand te brengen en een stabiel blijvend ledenbestand voor de toekomst te waarborgen, willen de organisaties inzetten op het werven van nieuwe jonge leden. Het creëren van een uitgebreid aanbod is een eerste stap die genomen moet worden. Organisaties dienen hierbij ondersteund te worden. Uitgebreide keuzemogelijkheden aan activiteiten maakt het jongeren gemakkelijk(er) om mee te doen aan initiatieven van organisaties. Dit aanbod kan worden gebundeld in een netwerk voor jongeren. Elke jongere in Rotterdam dient op een of andere manier op de hoogte te worden gesteld van het vernieuwde activiteitenaanbod. Een groots opgezette, stadsbrede campagne is nodig om het nieuw gecreëerde aanbod onder de aandacht te brengen. 3
Het eind is nog open, maar ´Jong Groen Groen Jong´ heeft dit thema goed op de kaart gezet. Door onder andere de Groene Conferentie is bij organisaties en bestuurders van Rotterdam de noodzaak voor een vervolg op dit onderzoek aangetoond. Jongeren die in Rotterdam opgroeien verdienen minstens de mogelijkheid óm te kunnen kiezen uit een palet aan mogelijkheden om zich in hun eigen omgeving te kunnen vermaken.
Educatieve Tuin in IJsselmonde
4
1.
INLEIDING
Aanleiding Het project Jong Groen Groen Jong brengt het huidige aanbod en de mogelijkheden aan jeugdactiviteiten van natuuren milieuorganisaties in kaart. Het onderzoek richt zich op regio Rotterdam. Het aanbod van lokale en landelijke organisaties, geheel of gedeeltelijk gericht op natuur en milieu, wordt onder de loep genomen. Ook wordt gekeken naar de vraag van concrete activiteiten op het gebied van natuur en milieu bij jeugd. Natuur en Milieu Educatie (N&M), een afdeling van Sport en Recreatie gemeente Rotterdam, wil in kaart hebben wat organisaties in regio Rotterdam te bieden hebben. Het gaat om natuur en milieu activiteiten specifiek gericht op jongeren. Hier wordt geduid op de doelgroep van 8 tot en met 18 jaar. Voor deze leeftijdsgroep is gekozen, omdat N&M met deze groep werkt. N&M ziet graag uitbreiding op het aanbod aan activiteiten voor jongeren in regio Rotterdam. Op dit moment is op scholen een programma om leerlingen te betrekken bij sportclubs. Dit worden ‘brede school projecten’ genoemd. Het blijkt een succesvolle formule om jeugd aansluiting te laten vinden bij deze clubs. Nadat jeugd op school in aanraking is gekomen met lesprogramma’s over natuur en milieu geeft een deel van hen aan vaker dit soort activiteiten te willen ondernemen. N&M constateert dat er voor deze groep jongeren weinig tot geen mogelijkheden zijn om aansluiting te vinden bij clubs of verenigingen die zich met natuur en milieu bezig houden. Voor sport is dit een ander verhaal. Eerst maak je kennis, dan kun je je verdiepen en daarna eventueel doorstromen naar een sportclub. Dit heet de KVD-methode (Kennismaken Verdiepen Doorstromen). In verschillende media is te lezen dat jongeren zich interesseren in de onderwerpen natuur en milieu. Zo staat in het artikel ‘Groene motor wordt grijs’ uit Terra ( jaargang 1, nummer 8, december 2005): ‘…,maakt 65% van de jeugd zich grote zorgen over het verdwijnen van de natuur in Nederland’. Toch is in regio Rotterdam geen tot weinig aansluiting bij organisaties voor jongeren om zich hier op enige wijze mee bezig te houden. Dit onderzoek richt zich op de groep jeugd die meedoet aan de ‘brede school’ activiteiten gericht op natuur en milieu of op een of andere manier actief is betrokken bij natuur en milieu activiteiten. Een enorm potentieel aan geïnteresseerden is aanwezig. Als slechts 1 % van de jongeren in Rotterdam
aangeeft interesse te hebben in activiteiten bij natuur en milieuorganisaties omvat dit een groep van 600 jongeren.
Doel Het doel van het project is om het huidige aanbod aan activiteiten in kaart te brengen. Verder worden de mogelijkheden bij natuur- en milieuorganisaties in regio Rotterdam geïnventariseerd. De doelgroep om het aanbod aan activiteiten in kaart te brengen zijn organisaties die zich volledig of gedeeltelijk met natuur en milieu bezig houden. Hieronder vallen de lokale en landelijke organisaties die in regio Rotterdam actief zijn. Jongeren worden benaderd om in kaart te brengen wat de behoefte is aan activiteiten en wat voor soort activiteiten deze groep aanspreekt.
Onderzoeksvragen Dit onderzoek geeft antwoord op de volgende vragen: Wat is het huidige aanbod aan activiteiten in regio Rotterdam voor jongeren in de leeftijdscategorie 8-18? Wat zijn de toekomstplannen van de lokale en landelijke organisaties betreft jongeren? Wat zijn de wensen van jongeren in Rotterdam? Deze vragen zijn onderverdeeld in de volgende onderzoeksvragen: • Wat is momenteel het aanbod aan activiteiten voor de jeugd in regio Rotterdam? • Sluit het aanbod van natuur – en milieuorganisaties voldoende aan bij de vraag van jongeren in de leeftijdscategorie 8 tot 18? • Welke activiteiten vinden de jongeren wenselijk? • Wat is eigenlijk het beeld dat jeugd heeft bij NMO in het algemeen en van de lokale organisaties in het bijzonder? • Wat is de agenda van natuur – en milieuorganisaties met de jeugd, wat willen ze met de jeugd en waarom willen ze jongeren bij hun organisatie betrekken? Denken de vergrijzende natuur – en milieuorganisaties niet te makkelijk over een levensvatbare organisatie in de toekomst? • Welke activiteiten kunnen natuur – en milieuorganisaties ontplooien? • De vraag is ook of er in de Rotterdamse regio nieuw activiteitenaanbod gecreëerd moet worden en/of dit via bestaande lokale – en regionale natuur – en milieugroepen kan of dat hier nog een schakel tussen moet? Zo ja, wie organiseert die tussenschakel? 5
Leeswijzer In hoofdstuk 2 Werkwijze staat vermeld op welke manier de resultaten voor dit onderzoek verkregen zijn. In hoofdstuk 3 staan de resultaten vermeld die verkregen zijn door het interviewen van 17 organisaties. De resultaten zijn verdeeld in de huidige en toekomstige situatie. Naast de organisaties zijn ook jongeren bij dit onderzoek betrokken. Resultaten van interviews met hen staan beschreven in hoofdstuk 4. Op 17 oktober 2006 was de jaarlijkse georganiseerde Groene Conferentie. Een deel van deze conferentie werd besteed aan het thema jongeren en natuur. De reden van deze keuze is toegelicht in hoofdstuk 5. De conclusies in hoofdstuk 6 geven een beknopte weergave van de uitkomsten van dit onderzoek. In het laatste hoofdstuk staan aanbevelingen vermeld die gebruikt kunnen worden voor een eventueel vervolg. Tenslotte staan in 3 bijlagen meer informatie over de organisaties betrokken bij dit onderzoek, uitgewerkte interviews van organisaties en voorbeelden van de vragenlijsten voor jongeren en organisaties
Een interviewmoment in De Speeldernis
6
2.
WERKWIJZE
De resultaten van het onderzoek zijn op verschillende manieren verkregen. Om bekend te raken met het onderwerp jongeren en natuur & milieu is een kort literatuur onderzoek gedaan. Om uit te zoeken welke landelijke organisaties activiteiten aanbieden voor jongeren in regio Rotterdam zijn het netwerk van het RMC en internet geraadpleegd. Alle lokale NMO behoren tot de achterbangroepen van het RMC. Hun activiteiten zijn reeds bekend bij het milieucentrum. Het uitkiezen van achterbangroepen was dus geen moeilijke opgave. Het grootste deel van de landelijke organisaties waren al bekend bij het milieucentrum. Met hulp van N&M en via internet zijn ook contactgegevens achterhaald. Natuur- en milieuorganisaties zijn grotendeels persoonlijk geïnterviewd. Een aantal benaderde organisaties gaf de voorkeur aan het zelfstandig invullen van de vragenlijst. Deze organisaties hebben per email een vragenlijst ontvangen en ingevuld teruggestuurd. Jongeren zijn ook bij het onderzoek betrokken. De benaderde groep jongeren is op een of andere manier actief bezig met natuur en milieu. Jongeren zijn benaderd op momenten dat zij bezig waren met een activiteit en geïnterviewd met open vragen. Vier verschillende locaties zijn bezocht. Het gerichte interview is de methodiek die gebruikt is voor dit onderzoek. De manier van interviewen is op video vastgelegd en gebundeld. Op de conferentie, gehouden naar aanleiding van dit onderzoek, zorgde deze korte video’s voor afwisseling tijdens de presentatie van het onderzoek. In samenwerking met Cineac Noord (wijk TV) zijn twee korte videodocumentaires gemaakt. In een korte documentaire is een educatieve tuin bezocht. In deze schooltuin in IJsselmonde wordt een beeld geschetst van twee klassen van de basisschool die daar verschillende activiteiten ondernemen. Ook is in beeld gebracht hoe interviews plaatsvinden tussen de jongeren en de interviewer. Ook zijn twee medewerkers van het milieucentrum naar buiten gegaan en hebben jongeren in de straten van Rotterdam vragen gesteld over hun kennis betreft natuur en milieu. De interviews met de organisaties zijn uitgewerkt en te vinden in bijlage 2. Resultaten van de interviews met vertegenwoordigers van lokale en landelijke organisaties staan uitgewerkt in hoofdstuk 3. De interviews met de jongeren staan beschreven in hoofdstuk 4.
7
Een activiteit van Ecokids in het NME centrum van kinderboerderij De Blijde Wei]
3.
ORGANISATIES
Voor dit onderzoek zijn lokale en landelijke natuur en milieuorganisaties (NMO) benaderd. De organisaties zijn benaderd om te onderzoeken wat zij momenteel voor activiteiten aanbieden en of zij plannen hebben om hier in de toekomst mee door te gaan. Indien de organisaties geen activiteiten aanbieden is naar de reden gevraagd en is gekeken of de toekomst wel mogelijkheden biedt activiteiten voor jongeren te organiseren.
Intervieuws Middels een vragenlijst zijn de kansen en knelpunten onderzocht. In een persoonlijk gesprek met een vertegenwoordiger van de organisaties is deze vragenlijst doorgenomen. Met de vertegenwoordiger zijn twaalf vragen doorgenomen over de huidige en toekomstige activiteiten. Aan het grootste deel van de organisaties is een bezoek gebracht of zijn op bezoek geweest bij het RMC. Het verloop van het gesprek heeft invloed gehad op de uitwerking van het verslag. Bij het ene gesprek kon de vragenlijst in chronologische volgorde worden doorgenomen. Deze gesprekken zijn puntsgewijs uitgewerkt. Andere gesprekken gingen van de hak op de tak. In deze gevallen is er gekozen voor een uitwerking op een meer verhalende manier. De antwoorden op de gestelde vragen worden in willekeurige volgorde beschreven. Enkele personen gaven de voorkeur aan het zelf invullen van de vragenlijst. Een NMO die momenteel geen activiteiten voor jongeren organiseert is telefonisch benaderd. Hieronder worden resultaten beschreven van de gesprekken. In bijlage II staan de uitgewerkte interviews en een voorbeeld van de vragenlijst voorgelegd aan de organisaties.
Binnen schoolverband
Buiten schoolverband
1 maal
500
0
Meerdere malen
400
30
3.1 Huidige Activiteiten Soorten activiteiten Van de twaalf lokale organisaties of lokale afdelingen van landelijke organisaties bieden er zeven activiteiten voor jongeren aan. De vijf landelijke organisaties bieden allen activiteiten voor de jeugd aan. Vier van deze organisaties bieden ook activiteiten in regio Rotterdam aan. Grofweg zijn twee categorieën activiteiten te onderscheiden: binnen- en buitenschoolse activiteiten. Deze activiteiten kunnen ook in twee categorieën verdeeld worden: eenmalig of meerdere malen. Onder eenmalige activiteiten vallen ook projecten van een aantal dagdelen binnen schooltijd. Ecokids is de enige organisatie die een programma organiseert buiten schooltijd die tien maanden achter elkaar 1 maal per maand met dezelfde groep wordt uitgevoerd. Dit programma heeft betrekking op de Blijde Weide. Dit is een NME centrum en kinderboerderij. In het algemeen wordt met activiteiten wekelijks bijeen gekomen in een serie van twaalf activiteiten. Andere activiteiten worden meerdere malen per jaar aangeboden.
De organisaties die activiteiten aanbieden organiseren dit voor kinderen/tieners in de leeftijdsgroep van acht tot veertien jaar. Een aantal organisaties organiseren activiteiten die buiten deze leeftijdscategorie vallen. SCRAP biedt activiteiten aan voor kinderen vanaf vijf jaar. In de Speeldernis kunnen ook kinderen jonger dan acht jaar terecht. In enkele gevallen richten organisaties zich ook op de oudere leeftijdscategorie. Milieu Dichterbij richt zich op het voortgezet onderwijs. Jongeren Milieu Actief (JMA) biedt activiteiten voor jongeren in de leeftijdsgroep van twaalf tot en
Tabel 1 Aantal deelnemersplaatsen voor activiteiten aangeboden door landelijke natuur- en milieuorganisaties in Rotterdam
Binnen schoolverband
Buiten schoolverband
1 maal
4000
200
Meerdere malen
150
0
Tabel 2 Aantal deelnemersplaatsen voor activiteiten aangeboden door lokale natuur- en milieuorganisaties in Rotterdam
9
met achttien. Ecokids heeft het ecojuniorprogramma voor twaalf tot zestien jarigen. IVN afdeling Rotterdam en de lokale afdeling van WNF zijn momenteel niet actief. Dit is de reden waarom geen vragenlijst is doorgenomen met deze afdelingen. WNF landelijk heeft aangegeven geïnteresseerd te zijn in de ontwikkelingen die door dit onderzoek kunnen ontstaan. Zodat zij hier in de toekomst op kunnen inhaken. IVN consulentschap Zuid Holland heeft IVN afdeling Rotterdam vertegenwoordigd, omdat laatstgenoemde afdeling momenteel niet bestaat.
breidingsplannen zijn volop aanwezig en Rotterdam hoort daar ook bij. Save the Children heeft dit jaar voor het eerst in samenwerking met IVN consulentschap Groningen, in het kader van het project Scholen voor Duurzaamheid, een jongeren klimaattop georganiseerd. Tijdens deze klimaattop vertegenwoordigden jongeren uit het hele land hun school (voor meer info zie de website van het RMC). Bij een vervolg van dit onderzoek kan het consulentschap van IVN worden benaderd. Voor deze klimaattop hebben geen scholen uit Rotterdam zich aangemeld.
Lokale organisaties zijn actief in de Rotterdamse regio. Zij hebben ondermeer een activiteiten aanbod waar voornamelijk jongeren uit de Rotterdamse regio aan meedoen. IVN consulentschap Zuid-Holland biedt momenteel geen activiteiten specifiek gericht op jongeren. Zij geven wel aan dat als de Rotterdamse afdeling is heropgericht deze zich op jongeren kan gaan richten. NIVON Rotterdam biedt op dit moment ook geen activiteiten aan die op jongeren gericht zijn. Jongeren hebben de komende jaren wel prioriteit, omdat NIVON graag jongeren betrekt bij haar organisatie. Middelen om in de toekomst jongeren te gaan werven zijn een vernieuwde NIVON website die vanaf 1 september 2006 bereikbaar is. Ook samenwerking met andere organisaties zoals TRAIN is hier een onderdeel van. Zij leiden allochtonen op tot vrijwilliger. Natuur en vogelwacht ‘Rotta’ geeft in een telefonisch gesprek aan dat zij momenteel geen activiteiten organiseren speciaal jongeren. Voor de toekomst sluiten zij dit echter niet uit.
Organisatie en begeleiding
Activiteiten Rotterdam
Ecokids wordt door twee mankrachten gerund. Ook wordt met een aantal freelancers samen gewerkt. Zij stellen de verscheidene programma’s samen. Na verloop van tijd trekt Ecokids de handen van het project af en kan het programma zelfstandig door de partner of werkgroep worden uitgevoerd.
De landelijke organisaties bieden in regio Rotterdam diverse activiteiten aan. Activiteiten die worden aangeboden zijn zeer divers. Dit verschilt in tijdsduur, locatie, aantal activiteiten per jaar en onderwerp. Een volledig activiteitenaanbod per organisatie is in bijlage II beschreven. Aangeboden activiteiten vinden meestal in groepsverband plaats. Uitzonderingen zijn Vogelklas Karel Schot en de Speeldernis, Bij Vogelklas Karel Schot kunnen jongeren ook individueel helpen met werkzaamheden. In de Speeldernis kunnen bezoekers uiteraard ook individueel hun gang gaan. Wildzoekers en Save the Children zijn uitzonderingen. Zij bieden wel activiteiten aan maar niet in de regio Rotterdam. Wildzoekers is een club die ongeveer twee jaar bestaat. Uit10
Landelijke organisaties en hun lokale afdelingen hebben een of meerdere mensen in dienst die zich richten op organiseren, werven en begeleiden van jongeren. Zo heeft Greenpeace een afdeling educatie met vier medewerkers. Bij JMA, Ecokids en Wildzoekers richt de hele organisatie zich op jongeren. De jeugdactiviteiten bij JMA worden door een vaste kracht uitgevoerd. Daarnaast zijn tien à vijftien vrijwilligers bij de uitvoering van de projecten betrokken. WILDzoekers bestaat officieel uit een directeur en een communicatiemedewerkster. Naast deze personen worden een aantal specialisten ingehuurd. Medewerkers van de zeven natuurorganisaties, waaruit Wildzoekers bestaat, bieden ook ondersteuning. Afhankelijk van de activiteiten worden 1 tot veerig begeleiders betrokken. Per activiteit zijn gemiddeld zes à zeven begeleiders betrokken. Per vijf jongeren een begeleider.
Lokale organisaties zijn beperkter in personeel dat zich op jongeren kan richten. De organisaties bestaan grotendeels uit vrijwilligers en hebben soms een of enkele (deeltijd) medewerkers in dienst. Deze medewerkers hebben hun handen vol aan het reilen en zeilen om de organisatie draaiende te houden.
Vrije speelmogelijkheden in De Speeldernis
Schotse Hooglander in de bossen van de Ruigeplaat in Hoogvliet
De belangrijkste factor, die bij elk interview genoemd wordt is een tekort aan financiële middelen. Beperkte subsidies, inkomsten van lidmaatschappen, sponsors en fondsen zijn de inkomstenbronnen van lokale organisaties. Landelijke organisaties komen ook op deze manier aan hun inkomsten. Zij ontvangen soms ook inkomsten uit georganiseerde activiteiten. Hun budgetten liggen vele malen hoger als bij lokale organisaties. Bij landelijke organisaties hebben vrijwilligers vooral een belangrijke rol in de uitvoering van activiteiten. De kern van de organisatie bestaat uit beroepskrachten. Het IVN consulentschap Zuid-Holland gaat in 2007 een oriënterend onderzoek uitvoeren om te kijken waar het de afgelopen jaren mis is gegaan met het verjongen van de organisatie. Ook wordt geprobeerd financiële middelen te verkrijgen om projecten met jongeren te starten. Hier wordt ingezet op de komende themajaren die door gemeente Rotterdam in het leven zijn geroepen. De thema’s zijn in 2008 het Groenjaar en in 2009 het Jongerenjaar.
Samenwerking
3.2 Toekomstige activiteiten Ontwikkelen nieuwe activiteiten De organisaties die activiteiten voor jongeren organiseren willen hier in de toekomst mee doorgaan. In veel gevallen zijn ideeën voor nieuwe activiteiten aanwezig. De uitvoering van ideeën loopt vaak spaak op een mix van factoren. Andere prioriteiten binnen de organisatie worden een aantal maal als reden aangegeven om zich momenteel niet te richten op het ontwikkelen van nieuwe jongeren activiteiten. Hier duiden zij op herstructurering van de organisatie of een inhaalslag van achterstallige werkzaamheden. Vrijwilligers en stagiaires bij lokale organisaties spelen een belangrijke rol bij alle activiteiten binnen de organisatie. Zij zijn beperkt in tijd die zij aan organisaties kunnen besteden. Het aantal vrijwilligers en stagiaires en hun beschikbare uren spelen een belangrijke rol voor het in stand houden van een organisatie en de uitvoering van activiteiten.
Zonder één uitzondering, geven alle organisaties aan open te staan voor samenwerking met andere organisaties. Enkele organisaties plaatsen wel de kanttekening dat ze in samenwerkingsverbanden hun eigen karakter en zelfstandigheid willen behouden. IVN is een intermediaire beroepsorganisatie die lokale clubs facilitair en methodisch kan ondersteunen als zij lid worden. Wildzoekers is een overkoepelende organisatie van zeven landelijke organisaties. De strategie van ARK Natuurontwikkeling is partners te zoeken en dan voor beide partijen een win-win situatie te creëren. Die partner hoeft niet dezelfde strategie te hebben als ARK Natuurontwikkeling, als de combinatie maar werkbaar en stimulerend én nieuwe natuur oplevert.
Aanbod Elke organisatie bezit (veel) kennis op bepaalde onderdelen van natuur en milieu gerelateerde onderwerpen. Maar ook is kennis aanwezig op het gebied van ontwikkelen en uitvoeren van projecten en activiteiten, geven van lessen en begeleiding en het betrekken van mensen bij activiteiten of organisatie. Een netwerk van contacten is ook aanwezig. Hieronder vallen personen, scholen, organisaties en gemeenten. Voor het totale aanbod per organisatie kan bijlage II geraadpleegd worden. 11
4.
Uitreiking van de certificaten van de Rotterdamse Milieu Voorlichters
Educatieve ruimte van Vogelklas Karel Schot
12
JONGEREN
Voor dit onderzoek zijn jongeren geïnterviewd om meer te weten te komen over hun betrokkenheid bij NMO en natuur en milieu activiteiten. De jongeren zijn geintervieuwed op het moment dat zij bezig waren met een natuur en milieuactiviteit en hebben dus al enige ervaring met dit onderwerp. Zo is hen vragen gesteld over lidmaatschap, meedoen aan activiteiten en kennis over organisaties. Ook is hen gevraagd hun wensen kenbaar te maken voor nieuw te ontwikkelen activiteiten. In totaal zijn zesendertig jongeren in de leeftijdsgroep acht tot met achtien jaar geïnterviewd. Vier verschillende locaties zijn gekozen om de jongeren te benaderen. De locaties en leeftijdgroepen zijn: een groep 7 en 8 tijdens hun bezoek aan een educatieve tuin in IJsselmonde, een activiteit van Ecokids bij kinderboerderij ‘De Blijde Wei’ (leeftijd 8-10), het debat naar aanleiding van de Rotterdamse Jongeren Milieu Excursie (leeftijd 13-16) en een workshop van de cursus Rotterdams Milieu Voorlichter (leeftijd 17-18). De vragenlijsten zijn samen met de jongeren doorgenomen. Dit heeft de volgende resultaten opgeleverd.
Lidmaatschap natuur- en milieuorganisatie Vierentwintig van de zesendertig jongeren zijn lid van één NMO. Van deze vierentwintig er ook nog twee lid van scouting en twee zijn lid van waterscouting. Meer dan de helft van de geïnterviewde jongeren lid is van Ecokids. Het gaat om eenentwintig jongeren. Van de jongeren die geen Ecokid zijn, zijn drie jongeren lid van een NMO. Twee jongeren zijn passief lid van Wildzoekers en World Society for Protection of Animals (WSPA). Eén jongere is actief lid bij scouting. Redenen die de jongeren aangeven om lid te zijn van een NMO is dat ze iets met natuur wilden, van dieren houden en met andere jongeren wilden omgaan. Meestal worden zij lid gemaakt door hun ouders. De jongeren zijn meestal lid omdat hun ouders hen lid hebben gemaakt. De oudere jongeren zijn lid omdat zijn natuur en milieu belangrijk vinden. Het sociale aspect speelt ook een rol om lid te zijn van een organisatie. Hier wordt geduid op omgang met andere jongeren. De jongeren zijn op het moment van interviewen één tot vijf jaar lid van een NMO. Gemiddeld komt dit uit op twee à drie jaar. Voor Ecokids wordt er eens per maand een activiteit georganiseerd. Degene die lid zijn van ((water)scouting) doen wekelijks activiteiten. Veelal worden activiteiten in de natuur ondernomen om natuur te ervaren. Voorbeelden zijn spelletjes, hutten bouwen, melk proeven, naar de imker en helpen met onderhoudswerkzaamheden van groeneenheden.
Meedoen activiteiten Het merendeel van de jongeren staat open om vaker deel te nemen aan natuur en milieu activiteiten. Op de vraag wat voor activiteiten of uitstapjes leuk zijn om te doen wordt heel globaal tot heel specifiek geantwoord. De een antwoordt ‘Van alles, als het maar met natuur en milieu te maken heeft’ tot ‘slootje springen’ of ‘vogelverschrikker maken van rommel’. Als de groep jongeren verdeeld wordt in jong, middel en ouder zijn enkele verschillen aanwezig. De jongste jongeren willen graag knutselen of dingen maken. Ook willen ze uitstapjes naar het bos, het strand of de dierentuin. Iets mee naar huis nemen vinden ze ook leuk. Denk hierbij aan zelfgeteelde groenten of een geknutseld herfststukje van bladeren. De middelste groep jongeren doet graag ‘spannende’ dingen. Zij willen in een modderpoel, varen, struin- en speurtochten, slootje springen, rennen en survival. Ook zij geven aan uitstapjes te waarderen.
De oudere jongeren geven aan: ‘iets doen waar je van kan leren’. Eén jongere geeft aan ook wel mensen te willen benaderen. Meerderen willen meedoen aan acties. Meehelpen met werkzaamheden of bezigheden van NMO worden ook genoemd. Jongeren die lid zijn van een NMO willen lid blijven van de club of organisatie waar zij nu lid van zijn. Jongeren die niet lid zijn staan ervoor open om actief lid te worden van een club. Over het algemeen geven zij aan één maal in de twee weken of één maal in de maand een activiteit te willen ondernemen. Sommigen geven aan dit enkele malen per jaar te willen. De redenen die de jongeren geven om geen lid te zijn, zijn andere bezigheden. Zij duiden hier op sporten of muziekles.
Bekendheid natuur- en milieu organisaties Bijna geen enkele jongere krijgt op school info over NMO. Enkele jongeren geven aan dat er een poster hangt van een landelijke NMO. Eén persoon krijgt wel informatie op school aangeboeden. Diegene doet een milieuopleiding. Eén Rotterdamse NMO organisatie is bekend bij een paar jongeren. Dit is Vogelklas Karel Schot. Van de landelijke organisaties worden Greenpeace en WNF of Rangers vaak genoemd. Enkele malen worden ook IFAW (International Fund for Animal Welfare) en WSPA (World Society for the Protection of Animals) genoemd. De jongeren is ook gevraagd of zij weten waar zij informatie kunnen vinden als ze iets op het gebied van natuur en milieu willen ondernemen. Het jongere deel van de geïnterviewden heeft over het algemeen geen idee waar en hoe zij informatie kunnen vinden om mee te doen met een activiteit. Ook weten zij niet waar en hoe zij informatie kunnen krijgen als ze lid willen worden van een club of organisatie. Het oudere deel van de jongeren denkt informatie te kunnen vinden op internet, per telefoon, uit tijdschriften of kranten of formulieren bij de bibliotheek. Elke jongere staat positief tegenover het bijwonen van een kennismakingsbijeenkomst of een ‘tour’ langs organisaties. Een organisatie kan dan laten zien wat zij doet en wat de jongeren daar aan activiteiten kunnen doen.
13
Paneldiscussie tijdens de Groene Conferentie
5.
CONFERENTIE
Op 17 oktober 2006 werd aan de Coolsingel 57 de Groene Conferentie gehouden. Een deel van de conferentie werd besteed aan dit onderzoek. Voor het onderwerp bleek veel interesse te zijn. Meer dan 100 mensen waren op dit deel van de conferentie afgekomen. Onder de aanwezigen waren vertegenwoordigers van lokale en landelijke natuur- en milieuorganisaties, (deel)gemeenteraadsleden, ambtenaren, N&M , Sandra van der Wielen van Cailin Partners, een tiental PABO studenten biologie en andere belangstellenden die vanuit hun professie of om persoonlijke redenen interesse toonden.
Vertegenwoordigers van de volgende organisaties waren op de conferentie aanwezig: ARK Natuurontwikkeling, Greenpeace Nederland, IVN afdeling Rotterdam (vertegenwoordigd door IVN Consulentschap Z-H), Jongeren Milieu Actief (Milieudefensie landelijk), Milieudefensie afdeling Rotterdam, Milieu Dichterbij, Afdeling Natuur en Milieu Educatie, van Sport en Recreatie gemeente Rotterdam, Natuur- en vogelwacht Rotta, Speeldernis, Vogelklas Karel Schot, WILDzoekers.
Om een aantal redenen werd tijdens de conferentie aandacht besteed aan dit onderzoek. Hieronder staan de redenen beschreven.
Belangstelling
Informatief De aanwezigen werd informatie verstrekt over het thema jongeren en groen. Sandra van der Wielen gaf een presentatie over het onderzoek ‘De jeugd wil natuurlijk wel. Een zoektocht naar strategieën voor jeugdorganisaties om jeugd en jongeren te binden ’, wat zij heeft uitgevoerd. Wouter Bauman presenteerde de voorlopige onderzoeksresultaten van dit onderzoek. Twee korte videodocumentaire zijn vertoont: Jong Groen? en Jong Groen Groen Jong. Met Jong Groen? zijn jongeren in de straten van Rotterdam in beeld gebracht die vragen gesteld kregen om hun kennis over natuur en milieu te achterhalen. Voor de documentaire JongGroen Groen Jong is een educatieve tuin bezocht. In deze schooltuin in IJsselmonde wordt een beeld geschetst van twee klassen van de basisschool die daar verschillende activiteiten ondernemen. Ook is in beeld gebracht hoe interviews plaatsvinden tussen de jongeren en de interviewer.
Bij de conferentie waren ruim honderd mensen aanwezig. Een groot aantal vertegenwoordigers van landelijke en lokale initiatieven voor en met jongeren waren aanwezig. Een aantal van hen zaten ook in het discussiepanel. Dit aantal toont aan dat voor dit thema veel belangstelling is. Tijdens de panel- en zaaldiscussie kwamen ideeën uit de zaal en aanwezigen meldden zich aan om me te werken en te denken om een vervolg te geven aan het onderzoek Jong Groen Groen Jong. Deze ideeen zijn verwerkt in de aanbevelingen van dit onderzoek. Ook tijdens het naborrelen werd er flink ‘ge-netwerkt’ tussen de aanwezigen.
Ideeën voor de toekomst Tijdens de zaaldiscussie kan uit de opmerkingen van de aanwezigen worden opgemaakt dat één partij een centrale rol moet vervullen in de organisatie. In de toekomst kan een centraal punt gewenst zijn waar jongeren terecht kunnen als zij interesse hebben om deel te nemen aan natuur- of milieuactiviteiten. Van meerdere kanten werd opgemerkt dat het Rotterdams Milieucentrum in dit proces een belangrijke rol kan spelen.
Kennismaking Een onderdeel van het programma was een presentatie van de voorlopige onderzoeksresultaten van dit onderzoek. Tijdens de presentatie werden vertegenwoordigers van organisaties die mee hebben gedaan aan het onderzoek voorgesteld. Ook werd gevraagd of de vertegenwoordiger wilde opstaan, zodat de aanwezigen een aanspreekpunt hadden. Na de conferentie was de gelegenheid gecreëerd om kennis te maken met de andere vertegenwoordigers en aanwezigen.
15
6.
CONCLUSIES
Dit onderzoek is gebaseerd op een drietal vragen. • Wat is het huidige aanbod aan activiteiten in regio Rotterdam voor jongeren in de leeftijdscategorie acht tot en met achttien? • Wat zijn de toekomstplannen van de lokale en landelijke organisaties betreft jongeren? • Wat zijn de wensen van jongeren in Rotterdam? Deze vragen zijn opgedeeld in onderzoeksvragen en worden puntsgewijs in de conlusie beantwoord.
Activiteitenaanbod Een beperkt aantal NMO in regio Rotterdam bieden activiteiten aan voor jongeren in de leeftijdscategorie van 8 tot 12. Een klein deel hiervan biedt activiteiten voor jongeren onder en boven deze leeftijdsgroep.
Het totale aanbod aan activiteiten is beperkt Het aanbod van activiteiten buiten schoolverband in de Rotterdamse regio is zijn zeer schaars. De meeste activiteiten worden niet in clubverband aangeboden. Ecokids is hier een uitzondering op. Bij SCRAP, de Speeldernis en Vogelklas Karel Schot worden het hele jaar door activiteiten georganiseerd of kunnen werkzaamheden worden verricht. N&M zorgt dat kinderboerderijen en NME centra het hele jaar door bezocht kunnen worden. Alle organisaties bieden één of meerdere malen per jaar activiteiten aan of organiseren acties. Denk hierbij aan open dagen en thema dagen. De activiteiten die worden aangeboden zijn niet specifiek gericht op de leeftijdsgroep 8 tot 18.
Wensen jongeren Het merendeel van de jongeren staat open om vaker deel te nemen aan natuur en milieu activiteiten. Wensen in thema’s van activiteiten verschillen per leeftijdsgroep. Jongeren zijn in dit onderzoek onderverdeeld in jong, middel en ouder. De jongste groep wil dingen doen en dingen maken. Uitstapjes met een natuurgerelateerde insteek zijn geliefd. Ook willen ze spullen mee naar huis nemen waar ze op een of andere manier aan gewerkt hebben. De middelste groep jongeren doet graag ‘spannende’ dingen. Zij willen actief dingen doen. Ook zij geven aan uitstapjes leuk te vinden. De oudere jongeren willen activiteiten met een leer of informatief element. Ondersteuning bieden aan NMO zoals werkzaamheden, acties of andere bezigheden, doen zij graag. 16
Beeld van jongeren op natuur en milieuorganisaties Op één organisatie na, die slechts door een paar jongeren is opgenoemd, kan geen enkele jongere een lokale organisatie opnoemen. De gelukkige is Vogelklas Karel Schot. Greenpeace en WNF of Rangers zijn landelijke organisaties die vaak genoemd worden. Jongeren krijgen sporadisch informatie van of over organisaties. Ook hebben zij geen idee waar zij informatie kunnen vinden als zij een activiteit zouden willen ondernemen. Het oudere deel van de jongeren meent dat zij op internet, in de bibliotheek en uit kranten en tijdschriften informatie kunnen krijgen. Organisaties zien hun ledenaantal afnemen en vergrijzen. Als er geen stappen worden ondernomen zullen op termijn organisaties geen leden meer hebben. Om verjonging tot stand te brengen en een blijvend ledenbestand voor de toekomst te waarborgen willen de organisaties inzetten op het werven van nieuwe jonge leden.
Aansluiting van vraag en aanbod Het aanbod aan activiteiten voor jongeren tussen 8 en 18 in regio Rotterdam is schaars. De voorkeur in intensiteit voor het meedoen met activiteiten varieert sterk. De jongste groep jongeren is deels afhankelijk van de bereidheid van hun ouders om deel te nemen aan activiteiten. Lidmaatschappen van andere (sport)clubs nemen ook tijd in beslag. Het schaarse aanbod is wel zeer divers. Diversiteit is te vinden in tijdsduur, locatie, aantal activiteiten per jaar en thema. In bijlage II staat het activiteiten aanbod per organisatie beschreven. Op enkele uitzonderingen na worden activiteiten aangeboden in groepsverband.
Toekomst plannen organisaties De vergrijzende trend onder de leden van organisaties wordt door organisaties onderschreven. Om een levensvatbare toekomst voor de organisatie te verzekeren is het dus van belang deze trend te doorbreken. Vrijwel alle organisaties geven aan dat zij het zeer belangrijk vinden dat meer jongeren bij hun organisatie betrokken worden. Landelijke organisaties zijn makkelijker in staat om nieuwe activiteiten te ontwikkelen dan lokale organisaties. Landelijke organisaties hebben betaalde mensen in dienst die tijd
Excursie van de Rotterdamse Milieu Voorlichters
kunnen besteden aan het ontwikkelen van activiteiten. Lokale organisaties werken grotendeels met vrijwilligers die qua inzet van uren beperkt zijn. Hierdoor is beperkte tijd beschikbaar voor jongerenactiviteiten. Het ontwikkelen, organiseren en begeleiden zijn één van de vele werkzaamheden binnen een lokale organisatie. Het uitwerken van nieuwe ideeën bij landelijk én lokale organisaties loopt vaak spaak op een mix van tekort aan tijd en financiën. Het aanbod aan beschikbare middelen die organisaties kunnen bieden varieert. Tussen landelijke en lokale organisaties zijn een aantal verschillen aan te duiden. Landelijke organisaties hebben vaak financiële middelen en/of mankracht om binnen de organisatie mee te werken aan nieuwe initiatieven. Lokale organisaties hebben vele soorten materiaal te bieden (zoals lespakketten en beeldmateriaal) en accommodaties. Het totale aanbod per organisatie staat in bijlage II.
De benaderde organisaties staan open voor samenwerking met andere natuur en milieuorganisaties. Wel geven enkele organisaties aan dat zij het belangrijk vinden dat de identiteit van de organisatie behouden blijft.
Tussenschakel Het bereiken van jongeren wordt door organisaties als een probleem gezien. Bij eerdere ervaringen van bijvoorbeeld Vogelklas Karel Schot liep in het verleden het deelnemersaantal van activiteiten zodanig terug dat de vogelklas ervoor koos om hun energie in andere werkzaamheden steken. Een lokale organisatie heeft vaak niet de middelen om een groot aantal jongeren te bereiken. De meeste organisaties geven aan dat een ondersteunend initiatief zeer gewenst is.
17
18
7.
AANBEVELINGEN
In dit hoofdstuk staan aanbevelingen voor een vervolg van dit onderzoek. Een groot aantal lokale en landelijke natuur en milieuorganisaties zijn enthousiast in afwachting op een initiatief van een partij die hen kan ondersteunen in het bereiken van jongeren in Rotterdam. Hieronder staan aanbevelingen die voor een vervolgtraject nuttig kunnen zijn.
maken. Op deze manier kunnen zij zelf activiteiten of clubs opzoeken die hen aanspreken.
Aanbieden van een diversiteit aan activiteiten
Mogelijk ontstaan nieuwe actieve lokale jongerenafdelingen van landelijke organisaties zoals Greenpeace, WNF, Jongeren Milieu Actief, IVN etc. Overleg met landelijke organisaties en stimulering van dit soort inititatieven is nodig om in regio Rotterdam een vernieuwd aanbod te initiëren.
De voorkeur bij jongeren voor het meedoen met activiteiten varieert sterk in thema’s en intensiviteit. Om jongeren te betrekken is daarom een gevarieerd totaal aanbod van activiteiten gewenst. Indien mogelijk kan een organisatie dit zelf bewerkstelligen. Wellicht is dit niet voor elke organisatie mogelijk. Zo is het voor de ene organisatie mogelijk om incidenteel of een aantal keer per jaar activiteiten te organiseren. Een andere organisatie heeft de mogelijkheid om maandelijks (of vaker) activiteiten aan te bieden. Cursussen of meerdaagse kampen vergen veel organisatie tijd en mankracht. Jongeren met een drukke agenda (en die van hun ouders) kunnen zelf een geschikt moment kiezen om deel te nemen aan activiteit. Zappen tussen initiatieven van organisaties activiteiten aangeboden door diverse organisaties.
Makkelijk toegankelijke informatiebronnen Elke jongere in Rotterdam dient op een of andere manier op de hoogte te worden gesteld van het vernieuwde activiteitenaanbod. Een groots opgezette campagne is nodig om het aanbod onder de aandacht te brengen. Meerdere kanalen zijn hiervoor geschikt. Hierbij wordt gedacht aan agenda’s bezorgen op scholen, posters, website, infopunten in bibliotheken, buurtcentra, deelgemeenten en NME-centra, pers, tijdschriften en TV programma’s gericht op jongeren.
Het is mogelijk dat er op het gebied van natuur – en milieu nieuw lokaal aanbod komt, los van de reeds bestaande georganiseerde verbanden. Bijvoorbeeld een nieuwe Rotterdamse jongeren milieuorganisatie.
Voor het onderzoek zijn zoveel mogelijk organisaties benaderd. Niet alle organisaties die in regio Rotterdam activiteiten aanbieden zijn bij het onderzoek betrokken. Bij een vervolg van dit onderzoek dienen de nog niet ondervraagde organisaties ook benaderd worden. Denk hierbij aan bijvoorbeeld Scouting, Kids for Animals en de Rotterdamse Bond voor Volkstuinders. Volkstuinverenigingen kunnen benaderd worden om te kijken of er interesse is om eenmalige of meerdere activiteiten voor jongeren te organiseren. Tijdens de Groene Conferentie is dit idee aangedragen door lid van de Rotterdamse Volkstuinderbond. Het eind is nog open maar ´Jong Groen Groen jong´ heeft dit thema goed op de kaart gezet bij organisaties en andere belanghebbenden en hen geïnteresseerd om jongeren bij activiteiten te gaan betrekken en vraag en aanbod ter discussie te stellen. Het een en ander is afhankelijk van de vraag vanuit de jeugd en de financiële en organisatorische mogelijkheden van natuur– en milieuorganisaties om hier hun aanbod op af te stemmen.
Ondersteuning Organisaties staan te popelen om nieuwe jeugdleden binnen te halen. Om dit tot stand te brengen zouden organisaties ondersteunt kunnen worden met bijvoorbeeld kennis (zoals didactische vaardigheden) en financiële middelen om activiteiten te ontwikkelen en een verbindend netwerk. Het RMC verspreid elke twee maanden een gedrukte versie van de Groene Agenda. Deze is ook op internet te bekijken op de website van het RMC. Indien er genoeg aanbod is aan activiteiten op het gebied van jeugd kan naar de mogelijkheid worden gekeken om een Groene Agenda gericht op jeugd te 19
LITERATUURLIJST Den Hartog, M., da Cruz Lopez, R., van Sark, Y., Verovering van de jongerenmarketing; Jongerenmarkt voor vrijwilligersorganisaties. Slinger, Alkmaar (2006) De Witt, A., Van Vervreemding naar Verantwoordelijkheid; Over jongeren en natuur. (Een onderzoek naar aanleiding van de vergrijzing van vrijwilligers in natuur- en milieuorganisaties) Ministerie van LNV Directie Natuur, Den Haag (2005) Van der Wielen, S. en Ruven, S., De jeugd wil natuurlijk wel! Een zoektocht naar strategieën voor natuurorganisaties om jeugd en jongeren te werven en te binden. Digigrafie, Wageningen. (2006) 20
BIJLAGEN
21
Bijlage I Tabel met geïnterviewde organisaties en informatie over activiteiten leeftijd 8 t/m 14, leeftijd 14 t/m 18, beroeps/vrijwillig en nieuwe plannen voor activiteiten in Rotterdam.
ORGANISATIE
Ambrosiusgilde ARK Natuurontwikkeling COS Rijnmond & Midden Holland Ecokids Greenpeace Nederland IVN afdeling Rotterdam Jongeren Milieu Actief KNNV Rotterdam Milieudefensie afdeling Rotterdam Milieu Dichterbij N&M, Sport en Recreatie Natuur- en vogelwacht Rotta NIVON Rotterdam SCRAP Speeldernis Vogelklas Karel Schot WILDzoekers
Activiteiten leeftijd
Activiteiten leeftijd 8 t/m 14 jaar
Beroeps/ vrijwillig* 14 t/m 18 jaar
Nieuwe plannen voor activiteiten
JA JA JA JA NEE NEE NEE NEE NEE JA JA NEE NEE JA JA JA NEE
NEE NEE JA NEE NEE NEE JA NEE NEE JA JA NEE NEE JA NEE JA NEE
VRIJWILLIG BEROEPS/VRIJWILLIG BEROEPS BEROEPS BEROEPS VRIJWILLIG BEROEPS/VRIJWILLIG VRIJWILLIG VRIJWILLIG BEROEPS/VRIJWILLIG BEROEPS VRIJWILLIG BEROEPS/VRIJWILLIG BEROEPS/VRIJWILLIG BEROEPS BEROEPS/VRIJWILLIG BEROEPS
JA JA NEE JA JA JA JA NEE NEE JA JA NEE JA NEE JA NEE JA
* Met BEROEPS wordt bedoeld dat de kern van de organisatie uit beroepskrachten bestaat.
22
Bijlage II Lijst met geïnterviewde organisaties en korte beschrijving Ambrosiusgilde De plaatselijke vereniging van bijenhouders in Rotterdam en omstreken. De vereniging heeft als doel het bevorderen van de bijenteelt, en het ondersteunen van haar leden om dat zo goed mogelijk te doen
ARK Natuurontwikkeling ARK ontwikkelt nieuwe landschappen waarin natuur de vrijheid krijgt. Robuuste, spontane natuur is essentieel voor plant en dier; maar ook voor de economie en ieders welzijn: groen, geld en geluk!
COS Rijnmond & Midden Holland COS Rijnmond & Midden Holland is een regionaal bureau dat door voorlichting en educatie werkt aan een actieve betrokkenheid van de bevolking bij internationale vraagstukken. Het uiteindelijke doel is een rechtvaardige en duurzame wereld een stap dichterbij te brengen.
Ecokids Stichting Ecokids Nederland is een non-profit organisatie dat het ecokids programma heeft ontwikkeld. Het ecokids programma is gericht op kennismaking en beleving van de natuur. Het doel van de stichting is het ondersteunen van lokale organisaties die kindernatuur- en milieugroepen in de leeftijdsgroep van 8-12 jaar willen opzetten.
Greenpeace Nederland Greenpeace is een internationale milieuorganisatie die door onderzoek, overleg en acties werkt aan een duurzaam evenwicht tussen mens en milieu. Greenpeace doet overal ter wereld onderzoek, overlegt met bedrijven en overheden en voert spectaculair en altijd geweldloos actie.
IVN afdeling Rotterdam (apart van het consulentschap) Het IVN, de vereniging voor natuur- en milieueducatie in Nederland, is een vrijwilligersorganisatie met ruim 60.000 leden die actief zijn in zo’n 180 afdelingen, verspreid over heel Nederland, met als voornaamste doel de bevolking in contact te brengen met de natuur en hun leefomgeving vanuit het besef dat vanuit verwondering bewondering ontstaat en daardoor een meer respectvol omgaan met die natuur en leefomgeving.
Daarnaast is het IVN ook een beroepsorganisatie die vanuit een landelijk hoofdkantoor en twaalf provinciale consulentschappen als tweedelijns organisatie projecten en ondersteunende activiteiten op het gebied van natuur- en milieueducatie, voor andere organisaties initieert, organiseert en realiseert.
Jongeren Milieu Actief Jongeren Milieu Actief is een vereniging voor en door jongeren. Door middel van creatieve activiteiten, materialen en projecten proberen zij jongeren te betrekken bij het milieu.
KNNV Rotterdam De Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging is de vereniging voor veldbiologie in Nederland. De KNNV heeft drie doelstellingen: natuurbeleving, natuurstudie en natuurbescherming en organiseert hiertoe excursies en lezingen, natuurstudiekampen en -reizen.
Milieudefensie afdeling Rotterdam Milieudefensie Rotterdam is een lokale afdeling van Vereniging Milieudefensie. Ons doel is met inspraak, voorlichting en ludieke activiteiten Rotterdam (en de rest van de wereld) duurzamer te maken.
Milieu Dichterbij Het doel van de activiteiten van de Stichting is het bevorderen van bewustwording en verantwoordelijkheidsgevoel ten aanzien van de milieuproblematiek en duurzame ontwikkeling waardoor uiteindelijk een gedragsverandering plaatsvindt. De activiteiten van sluiten aan bij de belevingswereld van de doelgroepen en worden ingezet op regionaal niveau, binnen gemeenten en op scholen.
Natuur en Milieu Educatie, Sport en Recreatie Bij de dienst Sport en Recreatie houdt de afdeling Natuur en Milieu zich vooral bezig met onderwijs. Zo zijn er schooltuintjes voor alle groepen 6, bezoeken aan de kinderboerderij, lessen op de N&M-centra voor alle 40.000 basisschoolleerlingen, werkweken in de natuur in de schoolbuitenhuizen, milieuprojecten voor Voortgezet onderwijsleerlingen, enz. Ook buitenschools probeert Natuur en Milieu een bijdrage te leveren aan deze doelgroep: Brede school, survivals, ecokids, dierenhulpen.
Natuur- en vogelwacht Rotta Natuur- en Vogelwacht “Rotta” is een natuurbeschermingsvereniging die werkzaam is in het recreatiegebied ‘De Rottemeren’ alsmede diverse omliggende gemeenten 23
NIVON Rotterdam Met elkaar èn voor elkaar, het Nivon is er voor iedereen die graag samen met anderen de vrije tijd actief doorbrengt in harmonie met maatschappij en milieu.
SCRAP Stichting CReatief herbruik Afval Producten een winkel waarin voor weinig geld industriële afvalmaterialen worden verkocht, workshops worden gegeven in eigen huis en buiten de deur, en de werkplaats waar in opdracht decors en rekwisieten worden gemaakt.
Speeldernis Natuurspeeltuin de Speeldernis is een weelderige speeltuin waar water, aarde, lucht, vuur, planten en beestjes, heuvels en bosjes de speelaanleidingen vormen. Hier kunnen kinderen dichtbij huis kennis maken met natuurverschijnselen, lekker ravotten, verzonken ervaren, elkaar ontmoeten en heerlijk vies worden.
Vogelklas Karel Schot Vogelklas Karel Schot bekommert zich om vogels, egels en vleermuizen die -vaak door toedoen van de mens - ziek of gewond zijn. De medewerkers verzorgen deze dieren met het doel ze uiteindelijk weer in de vrije natuur los te laten.
WILDzoekers WILDzoekers is de natuurclub voor jongens en meiden van 8 tot 16 jaar. Echte WILDzoekers gaan mee op WILDavontuur: vogels kijken, surfen en krabben vangen, vleermuizen spotten, diersporen herkennen. Er is van alles mogelijk!
24
Bijlage III Vragenlijst + uitgewerkte interviews organisaties
VRAGENLIJST Huidige activiteiten 1. Biedt uw organisatie natuur en milieu activiteiten aan voor de jeugd (8 -18 jaar)? 2. Zo nee, waarom niet? (past niet in doel, visie, missie, doelgroep) Zo ja, wat voor soort activiteiten zijn dit?(actief /passief) 3. Wat is het aantal jongeren dat meedoet aan zo’n activiteit? Is dit aantal stabiel? Wat de leeftijd? 4. Hoe vaak worden deze georganiseerd? ( jaarlijks, maandelijks, wekelijks) 5. Hoeveel personen/begeleiders zijn er betrokken bij de organisatie de activiteit(en)? 6. Hoeveel personen zijn er betrokken bij de begeleiding de activiteit(en)? 7. Richten jullie je bij de werving van leden op jongeren? (Zo ja, hoe, nee, waarom niet) 8. (Voor landelijke organisaties) Is er specifiek aanbod gericht op Rotterdamse jeugd, zo ja, hoeveel jongeren uit deze regio doen dan mee?
9. Toekomstige activiteiten 10. Heeft u interesse, ideeën, tijd om, mankracht, financiële mogelijkheden om nieuwe activiteiten te ontwikkelen? 11. Staat u open voor samenwerking met andere organisaties? 12. Ziet u mogelijkheden in samenwerking met andere organisaties? 13. Wat heeft u te bieden? (denk aan programma, locatie bijvoorbeeld een stuk grond/ pand, verenigingsgebouwtje, kennis, een doel/missie waar de jeugd aan kan meewerken, materiaal, mankracht, financiën) 14. Mist u nog vragen?/ Heeft u aanvullingen?/ Heeft u opmerkingen?
25
AMBROSIUSGILDE ROTTERDAM
Eric Bolte
Het Ambrosiusgilde is de plaatselijke vereniging van bijenhouders in Rotterdam en omstreken. De vereniging heeft als doel: het bevorderen van de bijenteelt, en het ondersteunen van haar leden om dat zo goed mogelijk te doen. De vereniging telt ca. 150 leden en bestaat reeds 80 jaar. De activiteiten van het gilde omvatten onder andere: Het uitgeven van een verenigingsblad (Raat voor Imkers); • Het beheren van bijenparken in Rotterdam-Zuid en Vlaardingen; • Het organiseren van bijeenkomsten voor imkers en belangstellenden; • Het organiseren van cursussen bijen houden voor beginners en gevorderden; • Het in stand houden van een educatieve bijenstand; • Het beheren van een centraal zwermmeldpunt voor Rotterdam en omgeving; • Het beheren van een depot waar imkers de voor bijen houden benodigde materialen kunnen verkrijgen. 1. Het Gilde geeft op dit moment nog geen cursussen die specifiek op de jeugd gericht zijn. In toenemende mate worden rondleidingen voor schoolklassen (9-13 jarige) georganiseerd op de educatieve bijenstand van de vereniging. Voor deze leeftijdsgroep gekozen, omdat hier in het verleden al ervaring mee is opgedaan. Het Gilde sluit uit in de toekomst ook cursussen voor oudere jongeren te kunnen geven. 2. Momenteel is het Gilde bezig zich naar buiten aan het richten. Plannen zijn aanwezig om in 2007 een cursus te gaan opzetten voor de doelgroep 10-12 jaar. Op dit moment zijn zij aan het onderzoeken hoe ze hier vorm aan kunnen geven. Tevens zijn zij bezig een protocol op te zetten om het groeiend aantal aanvragen voor rondleidingen te stroomlijnen. 3. Dit jaar er zijn er drie rondleidingen aan klassen gegeven. Bij de rondleidingen zijn de groepen kinderen tussen de 10-20 personen. De leeftijdscategorie is tussen de 9 en 13 jaar. Ook heeft het Gilde op de Nationale Boomfeestdag voorlichting gegeven. 4. Jaarlijks is er een open dag (2e zaterdag van mei) en op aanvraag en in overleg kunnen rondleidingen gegeven worden).
6.
Zie 5. Op dit moment intern bezig om het een en ander te stroomlijnen.
7. Zij richten ons niet op specifieke doelgroepen. Als de cursus voor jeugd doorgaat in 2007 gaat het Gilde zich actiever richten op de jeugd t.b.v. de cursus. Dit kan in de toekomst weer nieuwe leden opleveren. Je weet nooit hoe een koe een haas vangt! 8. Vanuit de landelijke organisatie wordt op dit moment, naar weten van het Gilde niet iets specifieks voor deze doelgroep georganiseerd. Ze kunnen wel ondersteuning bieden bij het opzetten van een cursus. 9. Op dit moment is het Gilde aan het onderzoeken om een cursus op te zetten voor bovengenoemde doelgroep. Hierbij hebben zij de intentie om als regiovereniging nauw samen te werken met de landelijke vereniging. Als meer vorm is aangegeven over de opzet dan gaan ze proberen om door middel van sponsoring de financiële drempel zo laag mogelijk te houden, omdat de deelnemers al een drempel moeten overwinnen om met insecten om te gaan. De nieuwe voorzitter is met een aantal ideeën gekomen waardoor de vereniging een wat andere koers gaat varen als voorgaande jaren. Op dit moment wordt gekeken welke ideeën prioriteit krijgen. Hier worden de juiste mensen bij gezocht. Financiën om nieuwe ideeën te ontwikkelen is er bijna niet. 10. Het Gilde staat open voor samenwerking. 11. Zolang ze hun zelfstandigheid niet verliezen staan ze hiervoor open. 12. De vereniging heeft een enorm potentieel aan bijenteelt kennis te bieden voor bovengenoemde doelgroep. Tevens is er veel op natuur gerichte kennis aanwezig die verder gaat dan alleen de bijenteelt. De leden zijn zeer enthousiast zijn om dit met anderen te delen. D.m.v. verenigingbijeenkomsten, bijenparken, open dagen en de educatieve bijenstand proberen ze dit te stimuleren. Tevens heeft de vereniging 2 bijenparken in de regio en zijn ze aan het onderzoeken of een gedeelte van deze ruimte beschikbaar en geschikt is voor cursisten.
www.ambrosiusgilde.nl 5. Voor de rondleidingen zijn er 2 a 3 personen vanuit de vereniging betrokken.
26
COS RIJNMOND MIDDEN-HOLLAND
Nienke Blauw
Huidige activiteiten 1. Biedt uw organisatie natuur en milieu activiteiten aan voor de jeugd (8 -18 jaar)? Nee, niet rechtstreeks. We hebben wel lesmateriaal voor zowel basis- als voortgezet onderwijs over diverse thema’s: Lespakket ‘Een Wereldreis’; bestaat naast lessen ook uit een speurtocht langs winkels en bedrijven op het gebied van kritisch consumeren, milieu en ontwikkeling. Lesaanbod ‘Check it Out!’ en ‘Kies de Toekomst’ over klimaat en energie; beiden bestaan naast lessen ook uit workshops, in de buurt en thuis uit te voeren onderzoeken en debatten. Leskist Hergebruik over afval en hergebruik hier en wereldwijd. Milieutrio: drie spelen die ingaan op thema’s als afval, water en grondstofgebruik in mondiaal perspectief. Dit lesmateriaal is bij ons te huren en meestal gaat een school vervolgens zelfstandig met het materiaal aan de slag, eventueel met advies van onze kant. Daarnaast leveren we een bijdrage aan de Rotterdamse Jongeren Milieu Excursie (RJME) die jaarlijks door de Dienst Sport & Recreatie (N&M) wordt georganiseerd. Tot slot starten we binnenkort met het project ‘Jongeren tussen Noord en Nador’, een project gericht op Marokkaanse jongeren (12-18 jaar) in de deelgemeente Noord over afval, hergebruik en de relatie daarvan met armoede en gezondheid. 2, Zo nee, waarom niet? (past niet in doel, visie, missie, doelgroep) Zo ja, wat voor soort activiteiten zijn dit? (actief /passief). Zie het antwoord op vraag 1. 3. Wat is het aantal jongeren dat meedoet aan zo’n activiteit? Is dit aantal stabiel? Wat de leeftijd? Jongeren tussen Noord en Nador: 10 jongeren nemen deel aan het volledige project. Een groter aantal neemt deel aan onderdelen. Hoeveel precies valt echter niet te zeggen momenteel. RJME: ca. 180 leerlingen komen dit jaar op excursie/workshop bij COS-RMH. Lesmaterialen: wisselend aantal scholen/leerlingen 4. Hoe vaak worden deze georganiseerd? ( jaarlijks, maandelijks, wekelijks) Jongeren tussen Noord en Nador wordt in de huidige vorm slechts eenmaal uitgevoerd. Wellicht kan hier echter een terugkerende uitwisseling tussen jongeren uit Noord en Nador uit ontstaan. De RJME wordt jaarlijks georganiseerd. Het lesmateriaal wordt verhuurd. Het
verschilt per jaar hoe vaak dit gebeurt en of we wel of niet bij de uitvoering betrokken zijn. 5. Hoeveel personen/begeleiders zijn er betrokken bij de organisatie de activiteit(en)? Varieert, zie antwoord op vraag 1 t/m 4 voor toelichting. 6. Hoeveel personen zijn er betrokken bij de begeleiding de activiteit(en)? Varieert, zie antwoord op vraag 1 t/m 4 voor toelichting. 7. Richten jullie je bij de werving van leden op jongeren? (Zo ja, hoe, nee, waarom niet) .n.v.t. 8. (Voor landelijke organisaties) Is er specifiek aanbod gericht op Rotterdamse jeugd, zo ja, hoeveel jongeren uit deze regio doen dan mee? n.v.t.
Toekomstige activiteiten 9. Heeft u interesse, ideeën, tijd om, mankracht, financiële mogelijkheden om nieuwe activiteiten te ontwikkelen? COS-RMH heeft altijd interesse om nieuwe activiteiten te ontwikkelen, en vaak ook ideeën (geen concrete alleen, op dit moment). Aan mankracht en financiële mogelijkheden ontbreekt het op dit moment echter. 10. Staat u open voor samenwerking met andere organisaties? Ja. 11. Ziet u mogelijkheden in samenwerking met andere organisaties? Ja. 12. Wat heeft u te bieden? (denk aan programma, locatie of accommodatie bijvoorbeeld een stuk grond/ pand, verenigingsgebouwtje, kennis, een doel/missie waar de jeugd aan kan meewerken, materiaal, mankracht, financiën) COS-RMH levert maatwerk. Deze vraag is dus niet eenvoudig te beantwoorden. Zie ook www.cosrijnmond.nl 13. Mist u nog vragen?/ Heeft u aanvullingen?/ Heeft u opmerkingen? Wat gaat er met de resultaat van dit onderzoek gebeuren?
www.cosrijnmond.nl
27
GREENPEACE
Michelle Ancher
Greenpeace is een internationale milieuorganisatie die door onderzoek, overleg en acties werkt aan een duurzaam evenwicht tussen mens en milieu. Greenpeace heeft vertegenwoordigingen in 40 landen. Overal ter wereld laat Greenpeace milieuproblemen zien en zoekt en stimuleert de organisatie oplossingen. Greenpeace doet onderzoek, overlegt met bedrijven en overheden en voert actie. De acties van Greenpeace zijn vaak spectaculair en altijd geweldloos. Greenpeace vindt de vitaliteit van de aarde fundamenteel voor al het leven en strijdt daarom voor een snelle realisatie van een duurzaam evenwicht tussen mens en milieu. Door geweldloze en inventieve confrontaties stellen zij milieuproblemen aan de kaak en stimuleren oplossingen voor een gezond en duurzaam evenwicht tussen mens en milieu. 1. Greenpeace biedt activiteiten aan voor jongeren in de leeftijd van 8 tot 14 jaar. Vanaf 18 jaar worden ook weer activiteiten aangeboden 2. Bezoek aan het voormalige actieschip Sirius, lespakket, voorlichting, website, Greenteams, informatie pakketten en een kwartaalblad. 3. Het aantal jongeren dat wordt bereikt met de verschillende activiteiten zijn onder te verdelen in: 180 greenteams. Hier doen 1050 kinderen aan mee tot 12jaar en soms iets ouder 13/14, op de Sirius komen jaarlijks 3500 kinderen op bezoek, met open dagen (2 a 3 per jaar) worden per keer zo’n 40 kinderen bereikt, per maand worden een paar honderd infopakketten aangevraagd en de website gericht op kinderen wordt goed bezocht. 4. zie 3 5. de afdeling educatie bij Greenpeace bestaat uit 4 medewerkers. Dit zijn 2 educatiemedewerkers en 2 medewerkers op de Sirius: een coördinator en een onderwijzer. 6. De activiteiten in het hele land worden door vrijwilligers begeleid. Totaal zijn dit er ongeveer 150. 7. Greenpeace werft kinderen met. het Kids magazine dat wordt meegestuurd met de donateurkrant (oplage 400.000). Op de eigen website voor kinderen en volwassen. Advertenties in KIDS Week en de Nationale Kinderkrant (deze wordt verspreid op basisscholen in Nederland). Daarnaast wordt als het mogelijk is gebruik gemaakt van free publicity.
28
8. In Rotterdam zijn er Greenteams, campagne activiteiten, voorlichting op scholen (op aanvraag) en laspakketten voor groep 7 en 8. 9. Eventueel is er in de toekomst een mogelijkheid om nieuwe activiteiten te ontwikkelen voor jongeren van 14-18. Dit hangt achter af van prioriteiten voor waar Greenpeace in de toekomst. Uitbreiding van activiteiten die al in Rotterdam aanwezig zijn hangt af van de beschikbare tijd van vrijwilligers. 10. Greenpeace staat open voor samenwerking met andere organisaties. 11. zie 10 12. Greenpeace kan verschillende activiteiten bieden en heeft bepaalde kennis in huis op het gebied van natuur en milieu plus kan eventuele gezamenlijke activiteit promoten op website/blad
www.greenpeace.nl
IVN Consulentschap Zuid-Holland
Pieter Slot
Het IVN, de vereniging voor natuur- en milieueducatie in Nederland, is een vrijwilligersorganisatie met ruim 60.000 leden die actief zijn in zo’n 180 afdelingen, verspreid over heel Nederland, met als voornaamste doel de bevolking in contact te brengen met de natuur en hun leefomgeving vanuit het besef dat vanuit verwondering bewondering ontstaat en daardoor een meer respectvol omgaan met die natuur en leefomgeving. Daarnaast is het IVN ook een beroepsorganisatie die vanuit een landelijk hoofdkantoor en twaalf provinciale consulentschappen als tweedelijns organisatie projecten en ondersteunende activiteiten op het gebied van natuur- en milieueducatie, voor andere organisaties initieert, organiseert en realiseert.
IVN heeft kennis op het gebied van natuur, milieu, ecologie, leefomgeving en methodieken om mensen hierbij te betrekken. Kan beperkte mankracht en financiële middelen inbrengen Ook kunnen trainingen en cursussen worden gegeven om bijvoorbeeld te leren gidsen.
www.ivn.nl/zuidholland
1. Plaatselijke IVN afdelingen organiseren op zaterdagen natuurbelevingactiviteiten voor jongeren in de leeftijd van 8-12. Sommige afdelingen organiseren activiteiten voor kleutergroepen of jongeren boven 12 jaar. 2. De activiteiten zijn o.a. bodemonderzoek, speurtochten, waterbeestjes kijken, natuurbeheerwerkzaamheden. 3. aan een gemiddelde activiteit doen 30 a 40 kinderen mee. 4. wekelijks op zaterdag 5. N.v.t. 6. N.v.t. 7. N.v.t. 8. Rotterdam: Nog niet. Lid worden van IVN kan ook pas als je 18+ 9. Nog geen aanbod gericht op de Rotterdamse jeugd. 10. Het consulentschap gaat in 2007 een oriënterend onderzoek uitvoeren om te kijken waar het de afgelopen jaren mis is gegaan met het verjongen van de organisatie. Ook wordt geprobeerd financiële middelen te verkrijgen om projecten met jongeren te starten. 11. ja, wil en inzet is altijd aanwezig 12. IVN is een intermediaire beroepsorganisatie die lokale clubs facilitair en organisatorisch kan ondersteunen als zij lid worden. 29
JMA (Jongeren Milieu Actief)
Grietje Holleman
JMA is een landelijke organisatie voor jonge mensen tot 28 jaar. In het hele land zijn zo’n 100 jongerengroepen actief met milieu. Allemaal zijn ze bezig de wereld te veranderen in plaats van af te wachten. Jongeren tot 28 jaar kunnen lid worden van JMA en kunnen dan ondersteunt worden om zelf acties te bedenken en organiseren of meedoen met acties van andere jongeren. JMA gebruikt opvallende materialen en heeft creatieve activiteiten rond zaken als klimaatverandering, bio-industrie, verspilling en ontbossing.
8. De verschillende projecten worden doorlopend uitgevoerd. De frequentie van uitvoering verschilt per project.
1. JMA biedt projecten aan voor jongeren tot 12-18 jaar (middelbare scholen)
11. Voor het werven van jongeren/nieuwe leden worden mailings naar scholen gestuurd. De docenten worden persoonlijk benaderd. Ook staat JMA met stands op festivals.
2. De verschillende projecten die JMA aanbied zijn: 3. ecoNaction: een netwerk voor en door jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Het doel is jongeren ondersteunen bij hun eigen milieuacties op hun school of daarbuiten. JMA ondersteunt de jongeren met de ecoNaction nieuwsbrief, advies en gastlessen, materialen en ecoNaction dagen. 4. The Bet is een weddenschap. Scholieren wedden met hun gemeente of met een bedrijf uit hun gemeente dat het hen lukt om in 2 maanden 8% CO2 te besparen.
9. De jeugdactiviteiten bij JMA worden door een vaste kracht uitgevoerd. 10. Daarnaast zijn10 a 15 vrijwilligers bij de uitvoering van de projecten betrokken.
12. Van de genoemde projecten bij punt 2 worden The Bet en Picture This! in Rotterdam uitgevoerd. 13. Op dit moment is JMA bezig hun projecten te standaardiseren zodat deze het hele jaar door scholen kunnen worden aangeboden. Nieuwe projecten worden ontwikkeld maar worden nog niet naar buiten gebracht. 14. ja 15. ja
5. In het project Kies de Toekomst wil JMA, bij de gemeenteraad/overheid met jongeren aandacht vragen voor het probleem van klimaatverandering. De leerlingen leren wat klimaatverandering is, hoe de gemeente/overheid werkt, wat duurzame energie is, wat de gemeente kan doen aan klimaatverandering en wat zij er zelf aan kunnen doen (thuis en op school). Verder leren ze hoe een enquête werkt, hoe je een interview afneemt en hoe je debatteert en presenteert. Per school wordt er een persbericht uitgebracht met de uitkomsten. 6. ‘Picture This! Imagine that!’, zwerfvuil, druk verkeer, bioindustrie, windmolens, openbaar vervoer, biologisch voedsel. Een milieuprobleem of juist een oplossing. In augustus 2006 start een milieufotowedstrijd. Voor jongeren tussen de 12 en 28 jaar is er een eendaagse fotocursus over fotografie en milieu in een aantal steden. 7. Maandelijks worden er 4 scholen bezocht waar gastlessen worden gegeven. Hierbij worden gemiddeld 8 lessen gegeven waarbij 150 leerlingen bij betrokken zijn. Met de landelijke projecten worden ongeveer 13001500 leerlingen bereikt.
30
16. Meedenken met projecten te ontwikkelen, kennis over milieu, en JMA heeft een netwerk van scholen
www.jma.org
MILIEUDEFENSIE ROTTERDAM
Willemien Troelstra
Huidige activiteiten
•
1. Biedt uw organisatie natuur en milieu activiteiten aan voor de jeugd (8 -18 jaar)? Nee, niet specifiek. Dit jaar doen we voor het eerst mee met de Jongeren Milieu Excursie. Jaren geleden hebben we een presentatie verzorgd op een MBO opleiding.
•
2. Zo nee, waarom niet? (past niet in doel, visie, missie, doelgroep) Zo ja, wat voor soort activiteiten zijn dit?(actief /passief) Niet, • Omdat we niet erg gericht zijn op het ‘aanbieden’ van activiteiten. We voeren acties uit. • Omdat we veel meedoen aan activiteiten die het landelijk bureau van Milieudefensie aanbiedt en die zijn vaak niet specifiek gericht op/niet geschikt voor de jeugd. • Omdat we nooit hebben geprobeerd hier specifiek iets op te doen. We denken trouwens in het algemeen niet doelgroepgericht. 3. Wat is het aantal jongeren dat meedoet aan zo’n activiteit? Is dit aantal stabiel? Wat is de leeftijd? nvt 4. Hoe vaak worden deze georganiseerd? ( jaarlijks, maandelijks, wekelijks) nvt 5. Hoeveel personen/begeleiders zijn er betrokken bij de organisatie de activiteit(en)? Nvt (Milieudefensie Rotterdam bestaat uit ongeveer 7 vrijwilligers die gemiddeld niet meer dan 2 uur per week aan Milieudefensie activiteiten (inclusief overleg) besteden.) 6. Hoeveel personen zijn er betrokken bij de begeleiding de activiteit(en)? nvt 7. Richten jullie je bij de werving van leden op jongeren? (Zo ja, hoe, nee, waarom niet) Nee, • We werven zelf praktisch geen leden voor Milieudefensie, dat wordt vooral door het landelijk bureau gedaan. Als we het doen toch vooral mensen boven de 18. Lidmaatschap van Milieudefensie is niet erg gericht op jongeren. Daar is de jongerenafdeling voor: JMA.
We werven wel leden voor onze groep en onze achterban. Dat werven van mensen die actief betrokken zijn doen we vooral via het leden en donateurbestand van Milieudefensie. Omdat jongeren vrijwel nooit lid of donateur zijn van Milieudefensie bereiken we die niet op die manier. Omdat ons aanbod van activiteiten niet op hen gericht is heeft het werven ook niet veel zin.
8. (Voor landelijke organisaties) Is er specifiek aanbod gericht op Rotterdamse jeugd, zo ja, hoeveel jongeren uit deze regio doen dan mee? Nvt
Toekomstige activiteiten 9. Heeft u interesse, ideeën, tijd om, mankracht, financiële mogelijkheden om nieuwe activiteiten te ontwikkelen? Dat is maar hoe je het bekijkt. Een deel van onze activiteiten is eenmalig en wordt dus steeds nieuw ontwikkeld. Aan de andere kant worden die activiteiten vaak ontwikkeld door (of samen met) het landelijk bureau. We proberen wel eens zelf iets helemaal uit te denken en op poten te zetten, maar dat strand vaak doordat andere activiteiten prioriteit krijgen. 10. Staat u open voor samenwerking met andere organisaties? Ja, waarom niet. 11. Ziet u mogelijkheden in samenwerking met andere organisaties? Niet direct, maar ook niet hard over nagedacht. 12. Wat heeft u te bieden? (denk aan programma, locatie of accommodatie bijvoorbeeld een stuk grond/ pand, verenigingsgebouwtje, kennis, een doel/missie waar de jeugd aan kan meewerken, materiaal, mankracht, financiën) • We hebben geen locatie, alles gebeurd vanuit huis • We hebben kennis en ervaring met diverse activiteiten (straattheater, “onderzoek” in supermarkten en bij houthandels, organiseren fietstocht naar biologische boer etc.) • We hebben een achterban waar we ondersteuning kunnen vragen voor activiteiten. 13. Mist u nog vragen?/ Heeft u aanvullingen?/ Heeft u opmerkingen?
www.milieudefensie.nl 31
NIVON Rotterdam
Jacqueline van den Bout
Het Nivon is een vereniging van 40.000 leden, aangesloten bij de internationale organisatie van Natuurvrienden. Zij bieden vrijplaatsen op sociaal, cultureel en natuurgebied in onze prestatiegerichte samenleving. Zij organiseren deze voor en met onze leden, waar en wanneer zij daar behoefte aan hebben. Het Nivon wil op deze manier mogelijkheden bieden voor mensen om samen verder te raken dan in je eentje. Ze willen mensen de kans geven om zich weer bewust te worden van zichzelf en hun omgeving. Maar ook willen ze mensen verder op weg helpen, de natuur in of op hun levenspad. Het Nivon biedt allerlei activiteiten, plekken en producten die dit mede mogelijk maken. Goede nieuwe ideeën zijn welkom, als ze maar bijdragen in ontmoeten, ontspannen, ontdekken en ontplooien. 1. NIVON Rotterdam biedt momenteel geen activiteiten aan voor jongeren. Vroeger werden er wel activiteiten georganiseerd waar jongeren aan mee konden doen. 2. Het organiseren van activiteiten voor jongeren is in de afgelopen jaren verwaterd. De organisatie vergrijsd en heeft weinig activiteiten speciaal gericht op jongeren. Ook zijn er momenteel geen vrijwilligers die zich hiervoor willen inspannen. 3. 4. 5. 6. 7. Middelen om in de toekomst jongeren te gaan werven zijn een nieuwe website die vanaf 1 september 2006 online is. Ook samenwerking met andere organisaties zoals TRAIN (leiden allochtonen op tot vrijwilliger) is hier een onderdeel van. 8. 9. NIVON Rotterdam heeft interesse, ideeën, tijd, mankracht en financiële mogelijkheden om nieuwe activiteiten te ontwikkelen voor jongeren. Aan het werven van jonge leden wordt de komende tijd dan ook aandacht besteed. 10. Staat open voor samenwerking met andere organisaties. 11. Ziet mogelijkheden in samenwerking met andere organisaties 32
12. NIVON Rotterdam heeft een accommodatie om activiteiten te organiseren, kennis op het gebied van natuur en milieu, een doel en missie waar de jeugd aan kan meewerken, mankracht en financiën.
www.nivonfederatierotterdam.nl
SPORT EN RECREATIE GEMEEENTE ROTTERDAM AFDELING NATUUR EN MILIEU EDUCATIE Wendy Snijders Wat kan N&M SenR bieden? Lesmateriaal, accommodatie als lokalen bij N&M Centra en kinderboerderijen. Contacten met de doelgroep (jeugd geïnteresseerd in N&M activiteiten), folders/flyers over bepaalde onderwerpen, bestaande lespakketten leveren of in bepaalde gevallen nieuwe lespakketten samenstellen, Begeleiding op locatie is niet mogelijk, wel een rol in organisatie bij het opzetten van nieuwe activiteiten.
Huidige activiteiten Ecokids (ongeveer 30) Brede school (ongeveer 200-600) Survival (ongeveer 50-80) Kinderboerderijen (ongeveer150) Educatieve Tuinen (3000)
Aanbevelingen Bij een vervolg project om daadwerkelijk nieuwe activiteiten op te zetten kunnen enthousiaste biologieleraren van het voortgezet onderwijs betrokken worden bij brainstormsessies voor inbreng van ideeën voor jongeren van het voortgezet onderwijs. Mogelijkheden groene tak Scouting bekijken.
www.senr.rotterdam.nl
33
SAVE THE CHILDREN
Lia van Nieuwenhuijzen
1. Biedt uw organisatie natuur en milieu activiteiten aan voor de jeugd (8 -18 jaar)? Ja, via het scholenprogramma over klimaatverandering in samenwerking met IVN. 2. Zo nee, waarom niet? (past niet in doel, visie, missie, doelgroep) Zo ja, wat voor soort activiteiten zijn dit?(actief /passief) Het is een scholenprogramma gericht op leerlingen vanaf 3e klas HAVO/VWO om jongeren te betrekken bij de problematiek van de klimaatverandering waarbij hun mening wordt gevraagd over hoe zij denken dit proces af te kunnen remmen (Jongeren Top). 3. Wat is het aantal jongeren dat meedoet aan zo’n activiteit? Is dit aantal stabiel? Wat is de leeftijd? Ongeveer 30-35 klassen in Nederland op verschillende scholen. 4. Hoe vaak worden deze georganiseerd? ( jaarlijks, maandelijks, wekelijks) Nu eenmalig, eventueel gaan we het uitbreiden in het komende jaar. 5. Hoeveel personen/begeleiders zijn er betrokken bij de organisatie de activiteit(en)? 3 personen. 6. Hoeveel personen zijn er betrokken bij de begeleiding de activiteit(en)? Per klas een of meerdere docenten. 7. Richten jullie je bij de werving van leden op jongeren? (Zo ja, hoe, nee, waarom niet) Nee. Het is een activiteit op middelbare scholen. We hopen dat kinderen zich meer bewust worden van deze problematiek, ook op mondiaal niveau en zich als gevolg daarvan meer betrokken voelen om aansluiting te zoeken bij een organisatie op dat gebied. 8. (Voor landelijke organisaties) Is er specifiek aanbod gericht op Rotterdamse jeugd, zo ja, hoeveel jongeren uit deze regio doen dan mee? Wij zijn niet specifiek gericht op de Rotterdamse jeugd. Helaas is het zo dat nog geen school zich heeft aangemeld voor deelname aan dit project, dit in tegenstelling tot scholen uit de andere grote steden. 9. Heeft u interesse, ideeën, tijd om, mankracht, financiële mogelijkheden om nieuwe activiteiten te ontwikkelen? Er is wel de interesse, voor Save the Children vanuit het 34
oogpunt van het betrekken van jongeren bij datgene wat voor hen van belang is ( jongerenparticipatie) en niet specifiek vanuit milieu educatie. 10. Staat u open voor samenwerking met andere organisaties? Ja. 11. Ziet u mogelijkheden in samenwerking met andere organisaties? Ja, we werken in bovengenoemd project nauw samen met Scholen voor Duurzaamheid van IVN 12. Wat heeft u te bieden? (denk aan programma, locatie of accommodatie bijvoorbeeld een stuk grond/ pand, verenigingsgebouwtje, kennis, een doel/missie waar de jeugd aan kan meewerken, materiaal, mankracht, financiën) Kennis en ervaring omtrent jongerenparticipatie.
www.savethechildren.nl
SCRAP (Stichting Creatief hergebruik Afval Producten) SCRAP (Stichting CReatief hergebruik Afval Producten) werd in 1984 opgericht. In de afgelopen 20 jaren bleef de formule ongewijzigd: de winkel waarin voor weinig geld industriële afvalmaterialen worden verkocht, workshops in eigen huis en buiten de deur, en de werkplaats waar in opdracht decors en rekwisieten worden gemaakt. Creativiteit is het sleutelwoord. Denken en handelen buiten bestaande kaders, dat is de grote uitdaging. Het aanbod van materialen is zeer divers en steeds anders. SCRAP stimuleert het hergebruik van materialen in andere functies dan waar die materialen oorspronkelijk voor bedoeld waren. De overweldigende en bonte voorraad is op zicht al een bron van inspiratie. En SCRAP medewerkers helpen bezoekers op weg bij het vinden van onvermoede constructies en vormgeving. Niet voor niks maar wel goedkoop. SCRAP streeft geen winst na, maar de kosten moeten wel worden terugverdient. Scherpe prijsstelling zorgt ervoor dat de klanten waar voor hun geld krijgen en dat ieder jaar weer net quitte wordt gespeeld. 1. Activiteiten kunnen worden gedaan door kinderen vanaf 5 jaar. De groep kinderen van 5 tot 11 is de grootste groep waar activiteiten mee worden gedaan, maar ook geeft SCRAP workshops aan volwassenen. 2. 2 maal per week worden er knutselkinderfeestjes gegeven in het gebouw waar SCRAP en haar materialen gevestigd zijn. Ook gaat SCRAP regelmatig ‘het land in’ om daar aan een diversiteit van activiteiten deel te nemen. Een greep uit de activiteiten is workshops voor kleuterbegeleiders, kinderen bezighouden terwijl hun ouders hun nieuw gebouwde huis kunnen bezichtigen, decorbouw, Rotterdamse Jongeren Milieu Excursie.
Monique
6. De hoeveelheid personeel dat betrokken bij het organiseren en uitvoeren hangt af van de grootte van de groep die aan een activiteit meedoet. 7. SCRAP werft niet actief jongeren. Wel wordt gewerkt aan een boek dat waarschijnlijk aan 200 scholen in Rotterdam wordt verzonden. Dit boek dient als promotiemateriaal. 8. N.v.t. 9. SCRAP is momenteel bezig de mogelijkheden te bekijken om samen te gaan werken met de CVD en richt hier momenteel al haar energie op. Na dit mogelijke samenwerkingsverband wordt in de nieuwe situatie weer verder gewerkt aan ontwikkelingen in de toekomst. 10. SCRAP staat open voor samenwerking met andere organisaties 11. Momenteel werkt SCRAP samen met de ROTEB en assisteert hen bij activiteiten in de wijken om de mogelijkheden van afvalproducten te laten zien. 12. SCRAP heeft een hoop materialen te bieden om mee te knutselen of andere dingen te maken. Ze hebben een gebouw met ruimte om activiteiten te ondernemen en een hoop kennis en creativiteit met herbruikbare afvalproducten.
www.stichtingscrap.nl
3. De aantallen mensen die aan de activiteiten deelnemen variëren van 5 tot 75 4. Kinderfeestjes worden twee maal per week gegeven. Andere activiteiten zoals de RJME of leverancier zijn voor Rotterdam Bouwt komen jaarlijks terug. In het geven van workshops, decorbouw of andere activiteiten zit geen regelmaat. 5. SCRAP heeft twee betaalde krachten en twee vaste vrijwilligers. Veel wordt er gewerkt met deeltijd vrijwilligers. Omdat er sprake is van een eventuele samenwerking met de CVD wordt momenteel gewerkt met een kleine groep allround medewerkers/vrijwilligers om energie te kunnen steken in de aankomende veranderingen. 35
DE SPEELDERNIS
Sigrun Lobst
Natuurspeeltuin De Speeldernis is een bijzondere onder de 65 speeltuinen die Rotterdam telt. Als eerste in Rotterdam werd deze speeltuin omgevormd tot een plek waar kinderen op een speelse manier natuur kunnen ontdekken. Hutten bouwen van takken en leem, met water kliederen, een kampvuur maken. Kikkervisjes vangen of zelf kruidenboter maken. De tuin is ook bijzonder om de manier waarop hij tot stand kwam. Niet alleen deskundigen, maar ook de uiteindelijke gebruikers zijn intensief betrokken geweest bij het ontwerp en de inrichting van de speeltuin. Ruim twee jaar is gewerkt aan metamorfose van bouwspeeltuin naar natuurspeeltuin. De Speeldernis ontvangt een groeiend aantaal bezoekers, afgelopen jaar per jaar 22.000 kinderen en volwassenen. Kinderen tot 7 jaar mogen op het voorterrein, vanaf 7 jaar is een ruiger terrein aanwezig waar hutten gebouwd kunnen worden en waar in ondiepe waterelementen gespeeld kan worden. De Speeldernis biedt ook de mogelijkheid voor schoolreisjes en het vieren van verjaardagsfeestjes. Per week worden drie verjaardagsfeestjes georganiseerd. Hierbij wordt een begeleider van de Speeldernis ingezet. Er is meer vraag maar het huidige personeelsbestand kan niet meer aan. Alternatieven worden gezocht zoals feestjes die minder intensieve begeleiding nodig hebben. Vele malen per jaar komen scholen hier op bezoek. De Speeldernis organiseert ook feesten in het begin van elk jaargetijde: lente, zomer, herfst en winter. Dit zijn de grote seizoensfeesten. Ook andere seizoensgerelateerde feesten worden gevierd. Zo willen we stap voor stap de natuur het jaar door begeleiden. In 2006 zijn al het Lente-Licht-Feest (Maria Lichtmis), Lentefeest, Midzomernachtkamp / ZomerLicht-Feest (St. Jan) gevierd. De seizoensfeesten vinden altijd rond de seizoenswisselingen plaats. Er zijn activiteiten rond wisselende thema’s. De voorbereiding van deze feesten vergt inspanningen van twee tot drie begeleiders. Voor de uitvoering zijn ongeveer tien vrijwilligers nodig. De Speeldernis heeft twee betaalde coördinatoren waarvan er een 18 uur werkt en een 13 uur. Er zijn drie ‘ID-baners’ die toezichthouder zijn. Dit worden er binnenkort twee. Regelmatig worden ook vrijwilligers van Helping Hands uitgenodigd om te helpen bij activiteiten. Andere instellingen waarvan vrijwilligers/ stagiaires naar de Speeldernis komen zijn: het Albeda college, de Hogeschool Rotterdam, de OKbank en het eigen ledenbestand.
36
Acquisitie wordt niet gedaan omdat er genoeg toestroom is van kinderen die naar de speeltuin toe komen. Ook worden de andere activiteiten goed bezocht.
Toekomstige activiteiten De Speeldernis krijgt twee a drie maal zoveel aanvragen voor kinderfeestjes dan zij aan kan. Alternatieven, zoals kinderfeestjes, die minder intensieve begeleiding nodig hebben worden gezocht, zodat meer feestjes kunnen plaatsvinden. Ook aan de seizoensfeesten worden steeds andere thema’s gekoppeld. Ontwikkeling hiervan kost tijd en energie die niet altijd in voldoende mate is. De natuurclub die er ooit was kan nu niet doorgevoerd worden wegens personeeltekort, wel is er veel animo vanuit de kinderen. De Speeldernis staat open voor samenwerking met andere organisaties. Zo maakt de scouting groep Ibn Buttuta met hun jongste groep regelmatig gebruik van de faciliteiten van de speeltuin. Graag gaan zij in de toekomst ook activiteiten met scholen ontwikkelen. Een andere wens is het ontwikkelen van een natuurbibliotheek. Diergaarde Blijdorp is van plan om de jeugd meer in aanraking te laten komen met inheemse natuur. De Speeldernis gaat hier waarschijnlijk een rol in spelen.
www.speeldernis.nl
STICHTING ARK
Ineke van Dort
Ark staat voor uitgestrekte, robuuste en dynamische natuurgebieden, waar natuurlijke processen hun gang mogen gaan. Ark ontwikkelt nieuwe landschappen waarin natuur de vrijheid krijgt. Vrijheid voor beken en rivieren om hun bedding te vormen. Vrijheid voor rondtrekkende kuddes paarden, runderen en edelherten in een landschappen van grasland en bossen. Maar ook vrijheid voor mensen om van die natuur te genieten. Als natuurorganisatie wil Ark laten zien hoe maatschappelijke veranderingen voortdurend leiden tot nieuwe kansen voor natuur en landschap. Zij stimuleert mensen om die kansen te pakken, vanuit de overtuiging dat meer ruimte voor de natuur in ons denken en handelen de kwaliteit van leven vergroot. Voor mens en natuur. Dit resulteert in een ongekende rijkdom aan landschappen en de daarbij horende flora en fauna. 1. Ark organiseert activiteiten voor alle leeftijden waaronder jongeren. Een deel van deze activiteiten zijn speciaal gericht op jongeren.
8. De activiteiten in deze regio vinden plaats in Rotterdam, Hoogvliet, Rozenburg en Portugaal. 9. Ark heeft interesse, ideeën, tijd, mankracht, kans op financiële middelen om activiteiten te ontwikkelen. 10. Ark staat open voor samenwerking met andere organisaties. 11. Zij zoeken naar partners en proberen daarbij voor beide partijen een win-win situatie te realiseren. Die partner hoeft niet dezelfde filosofie als ARK te hebben, als de combinatie maar werkbaar en stimulerend is én nieuwe natuur oplevert. 12. Ark heeft te bieden: een natuurspeelterrein, kennis met het organiseren van activiteiten, mankracht en financiële middelen.
www.arknature.nl 2. Activiteiten voor jongeren zijn struintochten, excursies en programma’s op een natuurspeelplaats (wordt momenteel heringericht) 3. Het aantal deelnemers varieert per activiteit. 10 a 20 is het meest gangbare. Het gros bestaat uit jongeren van de basisschool. 4. Activiteiten vinden het hele jaar door plaats. Een aantal van deze wordt maandelijks georganiseerd andere activiteiten komt jaarlijks terug. In totaal zijn het tientallen activiteiten per jaar. 5. De kern wordt gevormd door zo’n 35 personen binnen die losse organisatietjes. 6. Het aantal ARKers dat werkzaam is in de delta, regio Rotterdam, bedraagt 7 personen. Ark kent een aantal aan haar gelieerde organisaties: Ark Natuurontwikkeling (26 personen), Ark Projecten (de Wilderniscafé’s, 8 personen), Ark Freelance (3 personen) en nog wat losse dwarsverbanden waaronder bureau Stroming: (22 personen). 7. Als Ark activiteiten organiseert wordt er een advertentie geplaatst in de lokale krant om dit bekend te maken. De activiteiten worden ook op de website kenbaar gemaakt.
37
STICHTING ECOKIDS NEDERLAND
Rijk Scheer en Ton van Rossum
Stichting Ecokids Nederland (SEN) is een landelijke non-profit organisatie die vooral in de randstad werkt, welke het ecokidsprogramma heeft ontwikkeld. Het ecokidsprogramma is gericht op kennismaking en beleving van de natuur. Het doel van de stichting is het ondersteunen van lokale organisaties die kindernatuur- en milieugroepen in de leeftijdsgroep van 8-12 jaar willen opzetten. SEN is een organisatie die bestaat uit een mix van beroepskrachten en vrijwilligers. Samen met een partner of een werkgroep maakt SEN een programma en biedt ondersteuning waar nodig om het programma op te starten. Na verloop van tijd trekt SEN de handen van het project af en kan het programma zelfstandig door de partner of werkgroep worden uitgevoerd. In het werk van SEN is het zorgdragen voor de kwaliteit van de activiteiten een belangrijk onderdeel. De meeste activiteiten vinden plaats in de Randstad, maar ook elders in het land worden activiteiten van het ecokidsprogramma uitgevoerd. Door middel van uitwisselingsprogramma’s wil SEN kinderen uit verschillende culturen met elkaar in contact brengen. Op deze manier kunnen de kinderen zien dat het behouden van natuur een mondiale zaak is. Het ecojuniorprogramma biedt aan de jongeren (12-16 jaar) natuur- en milieu activiteiten, die het mogelijk maakt ze te betrekken bij de leefbaarheid en de natuur in hun eigen leefomgeving. Via de uitwisseling stelt dit programma tevens de jongeren in de gelegenheid om te ervaren welke verschillen en overeenkomsten er zijn met jongeren in de landen van herkomst en/of elders in de wereld. SEN zet zich in om kinderen van 8-12 jaar op een uitdagende en creatieve manier bij natuur en milieu in de eigen leefomgeving te betrekken. Zij doet dit door ondersteuning aan te bieden aan lokale organisaties bij het opzetten en begeleiden van een ecokidsprogramma. De kinderen doen actief mee aan een programma. De ondersteuning bevat: • het samenstellen van een plan van aanpak voor activiteiten • het geven van informatie en advies • hulp bij het ontwikkelen van ideeën over natuur- en milieuactiviteiten • het verstrekken van informatie over de deelnemende organisaties in het Zuiden en Oost-Europa • het leggen van contacten tussen organisaties in Nederland en in landen in het Zuiden en Oost-Europa. • Bemiddeling in aanvragen van subsidies voor lokale activiteiten. 38
Activiteiten van SEN worden gegeven op scholen, bij accommodaties als kinderboerderijen en N&M centra. In Rotterdam worden op dit moment op een aantal plaatsen activiteiten van het ecokidsprogramma uitgevoerd. Op de kinderboerderijen ‘De Blijde Wei’ en ‘De Kooij’. Op kinderboerderij ‘De Kooij’ zijn de activiteiten tijdelijk gestaakt vanwege een tekort aan mankracht. Op dit moment ontvangt SEN projectsubsidie van de brede school. Deze is afkomstig van het Ministerie van LNV, regeling Draagvlak voor natuur en loopt tot het einde van 2006. Enkele partners van SEN krijgen subsidie van lokale subsidieverstrekkers. De projectsubsidie Ecokids op de Brede School
Toekomstige activiteiten SEN is benaderd door Wilma Kruger van SONOR en Actiegroep Het Oude Westen Plan. Zij wil in het Oude Westen ook activiteiten van het ecokidsprogramma uitvoeren maar zij mist de ondersteuning. Hierdoor is het nog niet gelukt om een project op poten te krijgen. SEN gaat in het schooljaar van 2007 op de Fridtjof Nansenschool in Ommoord voor 3 groepen in de bovenbouw een ecokidsprogramma opstarten. Bovendien biedt Ecokids ondersteuning bij het beheer/gebruik van hun schooltuin. Ook de ambtenaar van welzijnszaken in Hoogvliet heeft SEN benaderd om gezamenlijk een project te ontwikkelen. Het accent ligt bij dit project op sociaal vlak. SEN heeft nog vele ideeën maar de uitwerking blijft steken op het gebied van financiën. SEN biedt inhoudelijke kennis, wervingsmethoden, geeft trainingen aan (toekomstige) begeleiders, heeft een netwerk, bemiddeling bij aanvragen subsidies.
www.ecokids.nl
STICHTING MILIEU DICHTERBIJ
Lily Venema
Milieu Dichterbij is opgericht door de Vereniging Tegen Milieubederf (VTM). De VTM komt al meer dan 42 jaar op voor de kwaliteit van de leefomgeving in de regio Rijnmond. Sinds de jaren ‘80 is de VTM ook werkzaam op het gebied van voorlichting en educatie. Deze activiteiten zijn in 2005 ondergebracht in de Stichting Milieu Dichterbij.
Het aanbod voor het basisonderwijs bestaat uit: • Afval activiteiten (240) • Natuurontdekpaden (100) • Leerlandschappen: het natuurlijker inrichten van de schoolomgeving • Ondersteuning bij milieuzorg op school
Milieu Dichterbij ondersteunt:
Milieu Dichterbij heeft 2 krachten die deeltijd (3 dagen) werken. De directie vervult haar functie op vrijwillige basis. Voor het ontwikkelen, uitvoeren en begeleiden van een project zijn 1 tot 3 medewerkers betrokken en wordt samengewerkt met docenten, ambtenaren of wethouders e.a.
• • •
scholen met milieu educatieve projecten gemeenten met milieu communicatie bewoners bij hun lokale initiatieven voor duurzame ontwikkeling
De activiteiten van Milieu Dichterbij sluiten aan bij de belevingswereld van de doelgroepen. Ze worden ingezet op regionaal niveau, binnen gemeenten en op scholen. Milieu Dichterbij ondersteunt en adviseert instellingen voor voortgezet onderwijs bij het opzetten van projecten rond milieu en duurzame ontwikkeling. De projecten spelen in op ontwikkelingen in het VO zoals: zelfsturend leren, competentie ontwikkeling, vakoverstijgend- en projectmatig werken. Het aanbod voor het voortgezet onderwijs: • Project Geluid (450) (getal geeft aantal leerlingen aan) project loopt nog naar schatting nog 300 erbij) • Project Reine Lucht over luchtkwaliteit (100), project loopt nog naar schatting nog 300 erbij) • Aansluitend op het WK Voetbal 2006 heeft Milieu Dichterbij een speciaal WK-Milieuproject samengesteld voor het voorgezet onderwijs (150, project loopt nog en kan heel eenvoudig omgeschreven worden in een project over milieuzorg bij grote evenementen , gaat in op klimaatverandering) • Rotterdamse Jongeren Milieu Excursie (60) • Leerlandschappen: het natuurlijker inrichten van de schoolomgeving leerwerkproject voor het Wellantcollege (30) • Ondersteuning bij ontwikkeling van milieuprojecten die scholen zelf organiseren. Bijvoorbeeld rond energie en klimaatverandering. Milieu Dichterbij adviseert en ondersteunt basisscholen bij het opzetten van projecten rond milieu en duurzame ontwikkeling. Daarnaast biedt Milieu Dichterbij eigen projecten en activiteiten aan. Deze zijn gericht op de directe leefomgeving. Ze leren kinderen dat zij door hun eigen gedrag zowel positieve als negatieve invloed uitoefenen op het milieu.
De projecten worden meerdere malen uitgevoerd (de hoeveelheid is variabel per project). De duur van de meeste projecten is maximaal een dag en wordt eenmalig door een klas uitgevoerd. Project geluid duurt 3 weken. Er wordt zelf aan acquisitie gedaan. Hierbij wordt gekeken naar de vraag van de doelgroep en er wordt niet alleen aangeboden wat Milieu Dichterbij al in huis heeft aan kennis. Het aanbod van Milieu Dichterbij is grotendeels gericht op jongeren. De activiteiten zijn toegespitst op de gemeente waar de activiteit plaatsvindt. In gemeente Rotterdam hebben 100 jongeren meegedaan met het project lucht.
Toekomstige activiteiten Per 2007 wordt de subsidie voor Milieu Dichterbij stop gezet. Momenteel wordt gekeken naar andere subsidie mogelijkheden. Als een nieuwe subsidiebron wordt aangeboord kan een project m.b.t. klimaat ontwikkeld worden. Ook worden de brede school projecten gecontinueerd. Andere ideeën kunnen niet worden uitgewerkt omdat er geen geld, mankracht en tijd is om nieuwe ideeën uit te werken. Milieu Dichterbij ziet mogelijkheden in samenwerking met andere organisaties. Zij hebben zelf ervaring met het opzetten van projecten, geven van gastlessen en begeleiding. Ook hebben zij een netwerk (scholen, gemeenten (ambtenaren wethouders) en andere organisaties.
www.milieudichterbij.nl
39
VOGELKLAS KAREL SCHOT
Koos van Donk
De Stichting Vogelklas Karel Schot verzorgt zieke, gewonde en jonge vogels, die in de stad of in de omgeving van Rotterdam gevonden worden. Maar ook worden er egels en vleermuizen opgevangen. De Vogelklas heeft een speciale asielhoudersvergunning van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en heeft een officiële erkenning van de Vogelbescherming Nederland. Jaarlijks worden door ons ongeveer 7000 dieren opgevangen. Een klein gedeelte hiervan, slechts ongeveer 30 %, kan na een tijdje verzorgd te zijn weer worden losgelaten in de natuur. De Vogelklas verzorgt voornamelijk in het wild voorkomende vogelsoorten, variërend van algemeen voorkomende soorten zoals de huismus tot zeer zeldzame vogels zoals de visarend. Er zijn allerlei redenen waarom de vogels bij de Vogelklas gebracht worden, maar een aantal oorzaken hebben vooral te maken met de tijd van het jaar. In het voorjaar en de zomer zijn het vooral jonge vogels die onze hulp nodig hebben en in het winterseizoen hebben we vooral te maken met ondervoede of met olie besmeurde vogels.
pen aan de IJssel per jaar met 150-200 jongeren op bezoek. Er worden rondleidingen gegeven en dialezingen.
Vogelklas Karel Schot heeft een rijk verleden aan educatie, excursies en andere activiteiten voor de jeugd. Zo hielpen vroeger bijvoorbeeld de vrijwilligers s’ochtends met het verzorgen van de vogels en s’middags ging deze groep op excursie. Later was er 18 keer per jaar een bus beschikbaar om vrijwilligers van de vogelklas en andere verenigingen en organisaties te vervoeren. Vanwege een tekort aan animo is dit afgebouwd van 8 naar 1 keer per jaar. Twee jaar geleden is deze activiteit wegens een tekort aan interesse gestopt. Ook werden speurtochten en kleurplaatwedstrijden georganiseerd.
www.vogelklas.nl
Na veel acquisitie te hebben gedaan bij scholen uit de buurt, aanwezig te zijn geweest bij verschillende overleggen en bij initiatieven aanwezig te zijn, heeft de Vogelklas de laatste jaren weinig profijt gehad van de energie die zij in deze acties heeft gestopt en lukt het niet om interesse bij de jeugd wekken. Daarom is de spijtige keuze gemaakt om energie te richten op andere activiteiten. Een andere reden hiervoor is dat er aan het eind van 2006 geen subsidie meer is om drie van de vijf betaalde krachten in dienst te houden. De eerste prioriteit ligt bij de vogels en doordat de hoeveelheid personeel voor meer als de helft zal inkrimpen is het overgebleven personeel genoodzaakt het grootste deel van hun tijd aan de vogels te besteden. Hom deze reden blijft weinig tijd over voor andere activiteiten. Op het moment doet de Vogelklas mee aan het Jeugdvakantiepaspoort. Ook komt de Jeugd Natuurwacht uit Krim40
De Vogelklas staat open voor samenwerking met andere organisaties om activiteiten voor de jeugd te ontwikkelen, maar heeft in het verleden ervaren dat dit niet automatisch betekend dat dit vruchtbare resultaten oplevert. De Vogelklas heeft een groot multifunctioneel leslokaal tot haar beschikking waar educatie, dialezingen en trainingen worden gegeven. Dit lokaal kan worden omgebouwd tot noodopvang voor bijvoorbeeld grote aantallen met olie besmeurde vogels. In dat lokaal zijn verschillende lespakketten, gericht op meerdere leeftijdsgroepen, aanwezig evenals veel beeldmateriaal. Vrijwilligers kunnen hier een cursus tot vogelverzorger krijgen. In de vogelklas werden in 2005 ruim 6000 dieren opgevangen. Het grootste deel hiervan zijn vogels, maar egels en vleermuizen zijn ook opgevangen. Dit betekend dat er het hele jaar door een hoop te zien en te beleven is.
WILDZOEKERS
Mascha van Duijn
Wildzoekers is een natuurclub voor jongeren van 8 tot 16 jaar. Het is de jeugdafdeling van 7 verschillende natuurorganisaties: Vogelbescherming Nederland, Vereniging Natuurmonumenten, De Vlinderstichting, SOVON Vogelonderzoek Nederland, Zoogdiervereniging VZZ, de Jeugdbond voor Natuur- en Milieustudie en de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie. De organisatie bestaat ongeveer anderhalf jaar. Wildzoekers organiseert veel activiteiten. Leden kunnen gratis of tegen een kleine vergoeding meedoen aan deze activiteiten. Ze kunnen zo vaak of zo weinig meedoen als ze zelf willen. Wildzoekers gaan mee op wildavontuur: vogels kijken, surfen, krabben vangen, vleermuizen spotten en diersporen herkennen. Vooral dingen doen dus! Leden van Wildzoekers ontvangen 8x per jaar de Wildzoekers Expres met nieuws, weetjes, activiteiten en artikelen. Ook kunnen zij via de website een eigen werkblad maken. Met dit werkblad kunnen zij contact maken met andere Wildzoekers. Het werkblad biedt mogelijkheden tot eigen fotoreportages op internet plaatsen, maar ook avonturen, weetjes of nieuwtjes bijhouden. 1. Wildzoekers biedt activiteiten aan voor jongeren in de leeftijd van 8 tot16 jaar. 2. Er worden tientallen activiteiten aangeboden door Wildzoekers. Deze zijn grofweg onder te verdelen in korte excursies, week- en weekend kampen en jaarlijkse festivals.
8. Activiteiten worden door heel Nederland aangeboden. Op dit moment worden nog geen activiteiten in Rotterdam aangeboden. Dit is in de toekomst wel de bedoeling. 9. Wildzoekers heeft interesse, ideeën, tijd, mankracht, en financiële mogelijkheden om nieuwe activiteiten te ontwikkelen. 10. Mogelijkheden zijn aanwezig om mee te werken aan Rotterdamse initiatieven. 11. Wildzoekers werkt reeds samen met andere organisaties. Zij fungeert als koepelorganisatie voor de betrokken natuurorganisaties en is dus constant in contact met andere organisaties om samen activiteiten te ontwikkelen. 12. Wildzoekers heeft te bieden: activiteiten, al dan niet op eigen initiatief, een netwerk van organisaties die betrokken zijn bij het organiseren van activiteiten, kennis op het gebied van ontwikkelen en begeleiden van activiteiten, verschillende specialisten, middelen en ideeën.
www.wildzoekers.nl
3. Wildzoekers heeft nu 6000 leden. Aan de activiteiten die worden georganiseerd kunnen leden en niet-leden deelnemen. De verhouding van de deelnemers aan activiteiten is ongeveer 70% leden en 30% niet-leden. 4. Activiteiten worden georganiseerd gedurende het hele jaar. 5. Officieel bestaat Wildzoekers uit een directeur en een marketingmedewerkster. Naast deze personen worden een aantal personen ingehuurd en bieden de medewerkers van de betrokken natuurorganisaties ook ondersteuning. 6. Afhankelijk van de activiteiten worden 1 tot 40 begeleiders betrokken. Per activiteit zijn gemiddeld 6 a 7 begeleiders betrokken. Per 5 jongeren een begeleider. 7. Wildzoekers krijgt aandacht in de ledenbladen van de organisaties die zij vertegenwoordigen. Aanwezigheid op festivals geeft ook naamsbekendheid (en nieuwe leden). 41
Bijlage IV Vragenlijst + voorbeeld interview Jongeren Vragenlijst jongeren Meisje / Jongen Leeftijd …. 1 |
Doe je iets bij een natuur- of milieuclub of organisatie? a b c d e
Ja / Nee, ga door naar 2
Wat voor activiteiten doe je daar? Hoe vaak doe je iets met die club/organisatie? Hoe oud was je toen je lid werd? Hoe ben je er toe gekomen om lid te worden? Waarom ben je lid geworden?
2 |
Zou je lid willen worden van een natuur- of milieuclub of organisatie? Ja/ Nee
3 |
Zou je een keer mee willen doen aan een activiteit? Ja / Nee
4 |
Hoe vaak zou je dan iets willen doen? 1 x per jaar ° aantal x per jaar ° 1 x per maand ° 1 x per week ° anders °
5 |
Krijg je informatie over natuur- en milieuorganisaties op school?
6 |
Kan je paar natuur of milieuorganisaties in Rotterdam opnoemen? En Nederland?
7 |
Weet je waar en hoe je informatie kunt vinden als je iets met natuur en milieu wilt doen?
8 |
Weet je waar en hoe je informatie kunt vinden als je lid wilt worden van een club of organisatie?
9 |
Wat voor activiteiten of uitstapjes lijken je leuk om te doen?
10|
Zou je een kennismakingsbijeenkomst of tour bij natuur- en milieuorganisaties willen bijwonen, zodat een organisatie kan laten zien wat ze doet en wat jij daar kan doen?
42
Colofon Uitgave Jong Groen, Groen Jong Tekst Wouter Bauman Dtp / realisatie: Argus, Rotterdam December 2007
43
In opdracht van Natuur en Milieu Educatie, Sport en Recreatie gemeente Rotterdam