Van groei naar verbinding
MVO jaarverslag 2015
Lef De laatste tijd staat een gezonde leefomgeving meer en meer centraal. Dit is een omgeving die mensen als prettig ervaren, waar zij graag willen wonen en verblijven. Als we werkelijk een gezonde leefomgeving willen creëren, moeten we lef tonen en zullen we volhardend moeten zijn. Want als we vragen wat we altijd gevraagd hebben, zullen we krijgen wat we altijd gekregen hebben. Daar zit de essentie naar onze mening. De vraag zal anders gesteld moeten worden. De werkelijke doelen moeten zuiver vertaald worden naar de vraagstelling. En daar gaat het regelmatig mis, is de ervaring. Het anders doen dan gebruikelijk is lastig, omdat we in een maatschappij leven waarin conformeren makkelijker is, dan het verschil te maken. Hoe kunnen we dat doen? Hoe krijgen we het voor elkaar om een gezonde(re) leefomgeving neer te zetten? In onze visie stoelt de gezonde leefomgeving op de drie pijlers: goede basiskwaliteit, ruimte voor bewegen en ruimte voor ontmoeten. De uitdaging is om deze drie pijlers met elkaar te vertalen naar concreetheid.
Nieuwe directie van LievenseCSO: Eric van den Broek (l) en Pieter van Boom (r)
Wij willen daarin het voortouw nemen. Wij willen initiatief tonen door partijen bij elkaar te brengen en de discussie te leiden om tot de benodigde keuzes te komen. Keuzes met lef wel te verstaan. Ook het verbinden van drie afzonderlijke bedrijven tot één bedrijf met een gezamenlijk doel vraagt lef. Juist in die verbinding zien wij de meerwaarde voor de gezonde leefomgeving. Onze bouw-, infra- en milieutak hebben kennis van en ervaring met het hele spectrum dat nodig is voor deze gezonde leefomgeving. Dit jaarverslag laat zien hoe onze organisatie er nu uit ziet en geeft een doorkijk naar hoe wij dit verbindingstraject in 2016 vormgeven.
LievenseCSO is gespecialiseerd in infrastructuur, leidingen, gebouwde omgeving, water en milieu.
2
Tot slot vertrouw ik erop dat we met elkaar lef gaan vinden om het verschil te maken en een echte bijdrage te leveren aan een gezonde leefomgeving!
3
2015 4
5
Tijdlijn 2015 Maasvlakte Plaza
In memoriam: ir. L.W. Lievense
Deelname PAS-campus
De ontwikkeling van het gebied Maasvlakte Plaza is gegund aan aannemer Van Gelder. Er komt een truckparking en de Vogelvallei wordt heringericht. LievenseCSO is verantwoordelijk voor de omgang met natuurwaarden in dit project. Dat betekent enerzijds dat de truckparking zo min mogelijk invloed mag hebben op de vogelsoorten, maar ook dat de vogelsoorten de realisatie van de truckparking niet mogen verstoren.
Op 9 maart 2015 is de oprichter en oud-directeur van Raadgevend ingenieursbureau Lievense BV, nu LievenseCSO Infra BV, Ir. L.W. Lievense, op 90 jarige leeftijd overleden. Ir. Lievense was bevlogen door techniek en was een uitvinder in hart en nieren. Hij was trots op het ingenieursbureau en zeker omdat het nog steeds een zelfstandig bedrijf is. Tot op het laatste moment volgde hij met interesse de ontwikkelingen binnen “zijn” onderneming.
Naar aanleiding van het georganiseerde symposium De StikstofimPASse (november 2014) zijn wij gevraagd deel te nemen aan de PAS-Campus. De PASCampus ontwikkelt een opleidingstraject over de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). De ontwikkelde opleidingen worden gebruikt om diverse gebruikersgroepen van de PAS in staat te stellen op korte termijn met het instrument aan de slag te gaan.
1 januari 2015
6
12 februari 2015
9 maart 2015
27 maart 2015
21 april 2015
15 mei 2015
Bartels Infra ISO9001
ISO14001 voor LievenseCSO Infra
Windpark Westfrisia
De B.V. voor de infrawerkzaamheden van Bartels, Bartels Infra B.V. is in februari als bedrijf gecertficeerd voor het kwaliteitskeurmerk ISO9001.
Met de inzet van vele medewerkers heeft de B.V. LievenseCSO Infra, na LievenseCSO Milieu, nu ook het ISO14001 certificaat weten te behalen.
Hiermee laat zij zien dat de aandacht voor goede kwaliteit geborgd is in de werkprocessen. Dit is een belangrijke stap richting het behalen van de ProRail erkenning.
Complimenten van de auditor waren dat de mensen die geaudit zijn zeer bevlogen en betrokken zijn bij hun werk en projecten.
LievenseCSO heeft de opdracht gekregen voor de projectleiding en het opstellen van een Provinciaal Inpassingplan voor het windpark Westfrisia in de gemeente Medemblik. De geplande 5 windturbines roepen veel weerstand op in de omgeving en ook de gemeente wil niet meewerken. Dit betekent voor ons dat we inzetten op contact leggen en onderhouden met de omgeving en het foutloos doorlopen van de noodzakelijke procedures.
7
Tijdlijn 2015
11 juni 2015
8
Jubileumfeest LievenseCSO
Dag van de Duurzaamheid
YoPro oprichting
Ter ere van het 50-jarig bestaan van het bedrijf werd er op 26 juni een jubileumfeest gehouden voor alle medewerkers. Op een enkeling na was iedereen hierbij aanwezig. Met diverse teambuilding opdrachten werd op het strand van Kijkduin onderling kennis gemaakt, want vele collega’s van de verschillende vestigingen hadden elkaar nog nooit ontmoet.
In het kader van de Dag van de Duurzaamheid is een interne wedstrijd georganiseerd, om medewerkers mee te laten denken aan duurzame en MVO oplossingen voor ons bedrijf. Gezamenlijk kwamen er meer dan 100 ideeën binnen van LievenseCSO en Bartels medewerkers. Uiteindelijk heeft het idee 'carpoolen naar het werk en projecten stimuleren door kaart of app te gebruiken om slim te plannen' gewonnen.
Twee enthousiaste jonge medewerkers van LievenseCSO hebben na goedkeuring van het bestuur de “YoPro” (Young Professionals) club opgericht. Het doel is om jaarlijks ongeveer zes bijeenkomsten te organiseren voor iedereen van 35 jaar en jonger. Op deze manier wordt kennismaken en werken over de vestigingen heen gestimuleerd. Daarnaast laat het bedrijf zien dat zij groot belang hecht aan de jongeren in de organisatie.
26 juni 2015
20 juli 2015
9 oktober 2015
12 november 2015
Seminar gebouwveiligheid
Officiële overname Bartels
Benoeming nieuwe bestuur
Triflex en Bartels Bouwadvies organiseerden op donderdag 11 juni een seminar over de veiligheid van gestapelde woningbouw, voor gebouweigenaren. Bewustwording was een belangrijke reden om het seminar te organiseren. Slecht ontwerp van het schadeherstel, verkeerd materiaalgebruik, slechte uitvoering en verkeerde diagnose zijn de belangrijkste oorzaken van het vroegtijdig falen van de reparatie.
Na intensieve gesprekken tussen beide partijen en externe adviseurs is op 20 juli bekendgemaakt dat Bartels officieel onderdeel uitmaakt van de LievenseCSO holding. Met deze overname breiden beide bedrijven hun dienstverlening uit en zet LievenseCSO de gewenste stap richting de bouw en stedelijke omgeving. Direct wordt bekendgemaakt dat Pieter van Boom (Bartels) toetreedt tot het bestuur van de holding.
Op 12 november is het nieuwe bestuur van LievenseCSO aangesteld door de Raad van Commissarissen, Pieter van Boom (oud-directeur Bartels) en Eric van den Broek (ex-Heijmans).
20 december 2015
Van den Broek wordt vanaf 1 januari voorzitter van het bestuur. Begin 2016 start het nieuwe bestuur aan het meerjarenplan voor het hele bedrijf.
9
Inhoudsopgave
1.
Wie zijn we? Over LievenseCSO Organisatiestructuur en vestigingen Onze ambitie Visie op MVO gebied Certificeringen Leeswijzer
12 14 16 18 19 20 22
2.
Mensen Medewerkers Opleidingen en trainingen Kennisdeling relaties en partners Koppeling onderwijs en kennisinstellingen
24 26 30 31 33
3.
Omgeving Mobiliteit Kantoren CO2-footprint CO2-neutraal werken
36 38 41 43 44
4.
Resultaten Omzet & brutomarge
48 50
5.
Vooruitblik Innovaties en ontwikkelingen
54 58
GRI tabellen
60
Foto: Dordtsche Avelingen
10
11
1 Wie zijn we? 12
13
LievenseCSO
Werkvelden en specialismen LievenseCSO is een middelgroot advies- en ingenieursbureau op het gebied van infrastructuur, leidingen, bouw en milieu. Met specialisten die integraal kunnen adviseren, bedienen wij onze opdrachtgevers door de hele keten. We zijn gespecialiseerd in waterbouw, infrastructuur, leidingeninfrastructuur, milieuonderzoeken en -advies, water en waterveiligheid en gebouwde omgeving. De menselijke activiteiten in dichtbevolkte en/of kwetsbare gebieden brengen specifieke infrastructurele en milieukundige vraagstukken met zich mee, waar wij graag onze bijdrage aan leveren.
Ons kapitaal
Het kapitaal van het bedrijf zijn de medewerkers. Dit is een belangrijk uitgangspunt van onze organisatie. Onze medewerkers zijn inhoudelijk gedreven professionals die hun kennis in praktijk brengen en hun expertise willen verbreden en verdiepen. De hang naar kwaliteit zit in onze genen en trekt medewerkers en opdrachtgevers aan die zich hierin herkennen. Het gros van onze medewerkers heeft een achtergrond als (civiel) ingenieur of fysisch geograaf.
Groei van LievenseCSO
Na de fusie tussen Lievense en CSO in 2013 is een bedrijfsplan geschreven waarin groei van de onderneming, op gebied van FTE en omzet, een belangrijke doelstelling was. In 2015 is deze doelstelling behaald door de acquisitie van ingenieursbureau Bartels.
Gebouwde omgeving
Water en waterveiligheid
Milieuonderzoeken en advies
Hoe creëren we een gezonde binnenstedelijke omgeving waar mensen graag wonen, werken en leven? Dat is een belangrijk vraagstuk waar LievenseCSO antwoord op geeft. Wij zijn een samenwerkende partner die alle belangen verenigt tot een optimaal eindresultaat. Van planvorming tot benodigde onderzoeken tot ontwerp van het uiteindelijke bouwwerk.
Water is een belangrijk onderdeel van het leven van de Nederlander. Het is van levensbelang en van invloed op onze natuurgebieden, landbouw, drinkwater, recreatie en leefomgeving. LievenseCSO is actief betrokken bij onderzoeken en projecten waarbij waterkwaliteit, waterveiligheid en waterkwantiteitsbeheer centraal staan.
Milieuonderzoeken vormen vaak de basis van een bouwproject, zoals bodemonderzoek, asbestinventarisatie of onderzoek naar lucht, geluid en externe veiligheid. Door onze betrokkenheid in de planvormingsfase kunnen wij u adviseren welke onderzoeken er benodigd zijn bij bouw-, verbouw- of renovatieplannen van gebouwen en infrastructuur.
Infrastructuur
Waterbouw
Leidingeninfrastructuur
LievenseCSO wordt veelvuldig betrokken bij de voorbereiding, het ontwerp en de engineering van infrastructurele werken in zowel stedelijk- als landelijk gebied. Denk hierbij aan kunstwerken zoals tunnels, bruggen, viaducten en ecoducten of spoorprojecten.
Waterbouwkundige werken kennen een bijzondere dynamiek, door de invloeden van buitenaf. LievenseCSO heeft nationaal en internationaal een sterke reputatie als innovatief, technisch en economisch realistisch ingenieurs- en adviesbureau dat opereert op het snijvlak van water, ondergrond en constructies.
LievenseCSO doet engineering en adviseert over alle aspecten rondom ondergrondse kabels en buisleidingen. We beschikken over kennis en ervaring van alle soorten aanlegtechnieken, de bouw en procesbegeleiding: vanaf het projectinitiatief tot en met de daadwerkelijke bouwbegeleiding (directievoering en toezicht) en het uiteindelijke beheer van de leidingen.
Met de samenvoeging van LievenseCSO en Bartels ontstaat een gespecialiseerd advies- en ingenieursbureau op het gebied van infrastructuur, leidingen, bouw en milieu. Bartels is een ingenieursbureau gespecialiseerd in bouwkundige constructies en droge infra constructies en heeft zes vestigingen in Nederland en twee internationale vestigingen. Door de toetreding van Bartels tot de holding behoort LievenseCSO, met een omvang van 340 medewerkers en 16 vestigingen in binnen- en buitenland, tot Nederlands grootste advies- en ingenieursbureaus die in particuliere handen zijn.
14
15
Organisatiestructuur en vestigingen
Duurzame productiefaciliteit voor Jiffy International
Met 340 medewerkers is LievenseCSO een middelgroot bureau. Sinds halverwege 2015 hoort ook Bartels Ingenieurs voor Bouw & Infra tot de LievenseCSO groep. LievenseCSO wordt aangestuurd door Eric van den Broek en Pieter van Boom. De werkvloer is verdeeld in vier business units, aangestuurd door business unit managers en afdelingshoofden. In Nederland heeft LievenseCSO 12 vestigingen, onderstaand is de verdeling over de verschillende werkmaatschappijen weergegeven.
LievenseCSO Holding B.V.
LievenseCSO Infra B.V.
Waterbouw
Breda
LievenseAdriaens B.V.
Leidingen Infra
Breda
Hoogvliet
LievenseCSO Milieu B.V.
Bunnik
Leeuwarden
Deventer
Maastricht
Bartels Engineering B.V.
Bartels Ingenieursbureau B.V.
Apeldoorn
Elst
Leeuwarden
Enschede
Eindhoven
Utrecht
Utrecht
16
Bartels Infra B.V.
Aan de Oude Maasweg in Zwijndrecht is aannemer Heembouw gestart met de realisatie van een productielocatie met havenfaciliteiten voor Jiffy International, met een gebouwoppervlak van ruim 25.000 m2. In Zwijndrecht komen in de productiehallen substraten voor de vermeerdering en de teelt van planten. De grondstoffen voor productie worden met coasters (grote zeeschepen) aangevoerd. Bartels en LievenseCSO namen de engineering voor de havenfaciliteiten en de productielocatie voor hun rekening.
Jiffy International, dat haar hoofdkantoor in Noorwegen heeft, produceert groeimedia en substraten voor de professionele tuinbouw. Door het gebruik van hernieuwbare grondstoffen en bio-based materialen zoals veen, kokos, pulp en andere bio-massa en plantaardige grondstoffen, is Jiffy al vele jaren één van de koplopers op het gebied van duurzaamheid. Op dit moment zijn er in Nederland nog meerdere kleine productielocaties. Deze productielocaties worden samengevoegd tot één locatie op industrieterrein Groote Lindt in Zwijndrecht.
Vanwege de verregaande aanpassingen aan de haven en de bouw van de nieuwe faciliteit, vraagt de overheid onder andere om een waterbodem, flora- en faunaonderzoek en een archeologisch onderzoek. Er moet uitgesloten worden dat hier bijvoorbeeld beschermde dier- en/of plantensoorten leven, die verstoord wordt door de nieuwe bestemming van de locatie. Deze onderzoeken zijn door LievenseCSO uitgevoerd of begeleid. Op basis van deze onderzoeken en het advies zijn uiteindelijk de vergunningen verleend aan Jiffy International.
Van insteekhaven tot zeehaven
Ontwerpen in BIM
Sinds de overname van Bartels door LievenseCSO eind 2015 is dit één van de eerste projecten waarin echt samen kon worden gewerkt. De bestaande Develhaven was niet geschikt voor schepen (voor de aanvoer van grondstoffen) van deze omvang. De diepte van de haven was onvoldoende en een afmeervoorziening ontbrak. Er moeten immers zeeschepen kunnen insteken en aanmeren. Voor de aanpassing van insteekhaven tot zeehaven moesten er diverse aanpassingen plaatsvinden. Hiervoor maakte LievenseCSO het ontwerp van de afmeervoorzieningen en de opstelplaats van de losvoorziening. Daarnaast maakte LievenseCSO het ontwerp van de havenmond. Het gehele traject van vergunningsontwerp tot besteksontwerp en de begeleiding van de aanbesteding is doorlopen. Ook het vergunningentraject, voor de aanpassingen van de haven, werd begeleid en verzorgd door LievenseCSO.
De door Habeon Architecten ontworpen productiefaciliteit is door Bartels helemaal constructief uitgewerkt. Samen met Habeon werd gewerkt volgens BIM, waarbij het complete gebouw in Revit 3D is opgezet. Het mooie is dat het BIM model vervolgens na bestek gebruikt wordt als startpunt voor de onderaannemers, zoals de betonen staalleverancier. Bartels is in deze fase betrokken als controlerend en coördinerend constructeur.
Razendsnel ontwerptraject
De voorbereidingstijd voor het project was relatief kort, zeker gezien de omvang van het project. Bartels heeft een lange relatie met zowel Heembouw als Habeon, waardoor deze snelheid van werken ook gegarandeerd kan worden. In december 2015 is aannemer Heembouw gestart met het heiwerk, met als doel om in juli 2016 de productiefaciliteit voor Jiffy op te leveren.
17
Onze ambitie: een organisatie in ontwikkeling
Visie op MVO gebied
De toetreding van Bartels tot de LievenseCSO Holding halverwege 2015 heeft het lopende integratieproces tussen de organisaties van LC Milieu en LC Infra wat afgeremd. Sinds dat moment zijn er drie bv's binnen de holding LievenseCSO die gezamenlijk het bedrijf vormen en daarmee ook het bedrijfsbeleid bepalen. Daarnaast zorgen de diverse directiewisselingen, namelijk het aftreden van Marijn Rang en Arie Mol (zie kader), de toetreding van Pieter van Boom vanuit Bartels en de aanstelling van Eric van den Broek, voor een frisse kijk op de organisatie.
LievenseCSO streeft er naar om als onafhankelijke partij een bijdrage te leveren aan een duurzame oplossing van milieu-, bouw- en infravraagstukken van particulieren, bedrijven, overheden en andere instellingen.
Elektrische oplaadstations
Daarbij stelt LievenseCSO zich tot doel een veilige en prettige werkomgeving te creëren, waarin de medewerkers op een gezonde wijze hun werkzaamheden kunnen verrichten. We zetten ons in om de milieubelasting van de bedrijfsvoering tot het minimum te beperken en een wezenlijke bijdrage te leveren aan de duurzame ontwikkeling van Nederland.
Voor 2016 is het dan ook de uitdaging om een duidelijke stip op de horizon te zetten. Wat is onze visie, wat is onze identiteit en wat bindt ons vanuit verschillende vakgebieden binnen dit bedrijf? Een meerjarenplan dat hier antwoord op geeft zal halverwege 2016 gepresenteerd worden.
Aftreden Marijn Rang en Arie Mol In 2015 is afscheid genomen van Marijn Rang en Arie Mol, de bestuurders van LievenseCSO. Na de overname van Bartels is eind 2015 een nieuwe directie aangesteld.
Natuurlijk betekent dit niet dat we in de tussentijd stil hebben gezeten. Op verschillende vlakken is de samenwerking tussen onze bedrijfsonderdelen in 2015 gegroeid. In de projecten verspreid over dit jaarverslag geven we daarvan een aantal mooie voorbeelden. Zo is er een nauwe samenwerking ontstaan tussen LievenseCSO Infra en Bartels Infra. Zij vullen elkaar erg goed aan op het gebied van ervaring en expertise. Ook is het Bartels Infra team, dat oorspronkelijk vanuit Leeuwarden opereerde, uitgebreid met een vestiging in Utrecht. Binnen LC Milieu zijn de medewerkers die oorspronkelijk van Outline te Groningen afkomstig waren, geïntegreerd in de vestiging Leeuwarden. Hiermee is de vestiging in Groningen opgeheven.
Rang was medeoprichter van het voormalige CSO Adviesbureau voor Milieu-onderzoek. Met zijn vertrek namen we afscheid van een bevlogen leider die als fysisch geograaf de milieutak van LievenseCSO heeft grootgebracht. Marijn Rang blijft als aandeelhouder betrokken bij het bedrijf. Arie Mol werkte ruim elf jaar in de functie van bestuurder van het bedrijf, eerst bij Lievense en later bij LievenseCSO. Arie Mol blijft als aandeelhouder betrokken bij het bedrijf.
In dit jaarverslag geven we bij de verschillende onderdelen onze visie op de thema’s weer. Zoals aangegeven worden onze missie en ambitie in het komend jaar op te stellen meerjarenplan herijkt.
De komst van de elektrische auto stelde de consument voor een lastig feit: de actieradius is nog beperkt en onderweg ‘elektriciteit tanken’ kon enkele jaren geleden nog niet. Het Nederlandse bedrijf Fastned kwam met het idee. Zij ontwierpen een snellaadstation en bouwen inmiddels een Europees netwerk van deze stations voor elektrische auto’s, direct langs de snelweg. Hier kun je snel je auto opladen en je weg weer vervolgen. Bartels verzorgt in opdracht van Fastned het constructief en funderingsadvies op 50 locaties in Nederland. De verschilende varianten zijn door Bartels doorgerekend en uitgewerkt, zodat voor iedere locatie de juiste keuze kan worden gemaakt voor constructie en fundering van het oplaadstation. Inmiddels heeft Fastned in Nederland een landelijke dekking, met 50 oplaadstations bij alle grote tankstations langs de snelweg. Het doel van Fastned is om een complete Europese dekking te hebben.
Beide oud-bestuursleden willen wij hartelijk danken voor hun inzet en inbreng.
LievenseCSO heeft met
een nieuwe directie een frisse blik op de
toekomst.
18
19
Certificeringen We stellen hoge eisen aan onszelf op het gebied van kwaliteit, veiligheid, gezondheid en milieu. De verschillende werkmaatschappijen werken allemaal volgens managementsystemen die deze eisen borgen. Het overzicht rechts laat alle certificeringen van de verschillende bedrijfsonderdelen zien. Sinds de opname van dochter Outline van de vestiging LC Milieu in Leeuwarden zijn zij bijgeschreven op alle LC Milieu certificaten.
20
CO2-Prestatieladder In het najaar van 2015 is de CO2-Prestatieladder bij alle Nederlandse vestigingen van Bartels geïmplementeerd, waardoor ook zij nu onder het holding certificaat op het hoogste niveau vallen.
Overzicht certificeringen objecten’ vanuit de zijde van de aannemer. Mede door de twee erkenningsprojecten Hoogwaardig Openbaar Vervoer Velzen en Onderdoorgang Nijkerk met goed vertrouwen uit te werken, leidt dit naar verwachting in de eerste helft van 2016 tot erkenning.
ISO14001
Een ander mooi resultaat van 2015 is dat LievenseCSO Infra het ISO14001 certificaat heeft mogen ontvangen. Het streven is om in 2016 ook LievenseAdriaens op dit certificaat op te nemen, waarna zij op alle certificaten van LC Infra zijn opgenomen.
ProRail Erkenning
Bartels Infra heeft in 2015 grote stappen gezet om de ProRail Erkenning te verkrijgen voor het ingenieurswerk voor ‘spoordragende en niet spoordragende civieltechnische
LievenseCSO B.V. holding is gecertificeerd volgens: • CO₂ prestatieladder, trede 5
• •
LievenseCSO Infra B.V. is gecertificeerd volgens: • NEN-EN-ISO 9001:2008 Kwaliteitsmanagementsysteem • NEN-EN-ISO 14001:2004 Milieumanagementsysteem • VCA Petrochemie (2008/5.1) Zorg voor veiligheid, gezondheid en milieu
•
LievenseCSO Milieu B.V. is gecertificeerd volgens: • NEN-EN-ISO 9001:2008 Kwaliteitsmanagementsysteem • NEN-EN-ISO 14001:2004 Milieumanagementsysteem
Bartels Infra B.V.: • NEN-EN-ISO 9001:2008 Kwaliteitsmanagementsysteem
• •
VCA ** Zorg voor veiligheid, gezondheid en milieu BRL SIKB 1000 Partijbemonstering grond en bouwstoffen BRL SIKB 2000 Uitvoering veldwerk t.b.v. milieukundig bodemonderzoek BRL SIKB 6000 Milieukundige begeleiding bij bodemsanering SC-540 Asbestinventarisatie
21
Leeswijzer
Renovatie en herbestemming Nettenfabriek Na het uitgebreide MVO-jaarverslag van vorig jaar is voorliggend jaarverslag weer wat beknopter. Dit jaar staat in het teken van samenwerking. De projecten in de kaders laten mooie voorbeelden zien van de verwachte en gehoopte synergie door de samenwerkende bv’s LievenseCSO Infra, LievenseCSO Milieu, Bartels en LievenseAdriaens. Dit tweede MVO-jaarverslag van de holding LievenseCSO geeft zoveel mogelijk inzicht in alle bedrijfsonderdelen. Wanneer cijfers, activiteiten of uitspraken alleen gelden voor één van de afzonderlijke bv’s is dit erbij vermeld. Van de buitenlandse vestigingen wordt alleen de vestiging op St. Maarten besproken. Over de andere buitenlandse vestigingen deelt LievenseCSO de eigendomsrechten, vandaar dat zij niet opgenomen zijn. Net als voorgaande jaren is dit jaarverslag opgesteld volgens de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI) voor jaarverslaglegging, waardoor vergelijkbaarheid met voorgaande jaren en met verslaglegging van andere bedrijven vergroot wordt. Dit jaarverslag is conform versie 4.0, waarbij de zogenaamde ‘core’ optie gevolgd wordt. De GRI tabel is opgenomen als bijlage.
Het oude jaren 50 pand ‘De Nettenfabriek’ in Apeldoorn wordt compleet gerenoveerd, zodat Hogeschool Saxion hierin kan trekken. In totaal zal er, samen met een deel nieuwbouw, 4.500 m2 beschikbaar zijn voor het Saxion. Het pand staat al jaren leeg, dus moet flink aangepakt worden.
Bartels is betrokken bij de renovatie van 1000 m2 bestaande bouw, als constructeur en bouwkundig adviseur. Om het pand weer bruikbaar te maken en te upgraden, worden er diverse doorbraken gerealiseerd. Het pand krijgt een nieuwe gevel en er worden maatregelen genomen om de energiezuinigheid van het pand op een goed niveau te krijgen.
geadviseerd, onder andere bouwfysica (geluid en brandveiligheid), energie (isolatie en energieverbruik), installaties en bouwkostenadvies.
Hergebruik bestaande constructie
Vanwege de complete renovatie heeft Bartels met haar energieadvies een flinke duurzaamheidsslag kunnen maken voor het pand. Door middel van het opstellen van een EPC berekening vergezeld door diverse maatregelen, kan het pand behoorlijk energiezuinig worden gemaakt. Deze maatregelen zijn o.a. isolatie in vloer, dak en gevel, maar ook is er gekozen voor de juiste installaties en vloerverwarming. Het bouwkostenadvies was ook een onderdeel van onze werkzaamheden, voor de bouwkundige, constructieve en W&E voorzieningen.
Omdat er weinig meer bekend was over het gebouw heeft Bartels bouwkundige opnames gedaan en dit compleet digitaal uitgetekend.
De renovatie van het pand is in september 2015 gestart en was begin 2016 gereed. Bartels verzorgde voor de verbouw en renovatie van de Nettenfabriek de aanvraag van de complete omgevingsvergunning.
De bestaande hoofddraagconstructie van het gebouw blijft bestaan. Onze constructieadviseurs hebben aan de hand van de NEN8700 voor de bestaande bouw geconstateerd dat de capaciteit van de bestaande constructie voldoende is voor de nieuwe bestemming. Er worden wel diverse doorbraken gemaakt en ook komen er nieuwe vloeren in. De bestaande houten vloeren worden vervangen door geïsoleerde betonvloeren, waarin ook direct vloerverwarming wordt geïntegreerd.
Integraal bouwkundig advies
Omdat het gebouw aan een spoorlijn ligt én vrij oud is, is geluid een belangrijk onderdeel voor de toekomstige gebruiker, het Saxion.
De afdeling Bouwadvies heeft in diverse aspecten
22
23
2 Mensen 24
25
Mensen We zijn ons bewust van onze positie in maatschappij en markt. Onderstaand schema laat zien wat de verschillende stakeholdergroepen zijn waarop wij invloed uitoefenen én die van invloed op ons kunnen zijn. De meest belangrijke stakeholders zijn onze medewerkers. Ook aan de verbinding met het onderwijs hechten wij veel waarde, onder andere omdat daar onze toekomstige medewerkers werken. Daarnaast gaan we graag met opdrachtgevers, leveranciers, onderaannemers en partners in gesprek over ontwikkelingen in ons vakgebied en hoe we gezamenlijk nog verder kunnen verbeteren.
Medewerkers
Onze medewerkers zijn ons kapitaal: zij beschikken over de
kennis en ervaring waar ons bedrijf op gestoeld is. Aandacht voor een goede werkomgeving én persoonlijke ontwikkeling vinden wij dan ook erg belangrijk. Als werkgever streven we naar de juiste balans tussen intellectuele uitdaging, werkdruk, financiële beloning en privéleven. De grootte en opbouw van ons medewerkersbestand geven inzicht in onze organisatie en de ontwikkelingen daarin. Bijgevoegde grafiek laat zien wat de FTE ontwikkeling is binnen de verschillende bedrijfsonderdelen. Eind 2015 zorgden de in totaal 340 medewerkers voor 301 FTE. Aan het einde van 2014 had LievenseCSO 171 FTE, door de fusie met Bartels is ons medewerkersbestand dus bijna verdubbeld. Ten opzichte van 2014 is het aantal FTE van LC
Milieu licht gestegen (97,4 t.o.v. 92,2) en het aantal van Bartels licht gedaald (147,1 t.o.v. 151,4). Het aantal FTE van LC Infra is met 13 FTE afgenomen (65,6 t.o.v. 78,5). Wanneer we naar de afzonderlijke vestigingen kijken blijkt dit verschil volledig veroorzaakt te worden door de krimp in de vestiging op St. Maarten.
Als we inzoomen op de man-vrouw verdeling binnen LievenseCSO zien we duidelijk dat vooral in de Infra en Bouw voornamelijk mannen werkzaam zijn (zie grafiek rechtsonder). Over alle bv’s is 75% man. Binnen LC Milieu is deze verdeling wat evenwichtiger, daar is 63% man. Als we kijken naar de verdeling van de geslachten binnen de verschillende leeftijdsgroepen zien we dat tussen de 30 en 50 jaar de verhouding tussen mannen en vrouwen het beste is.
Werkomstandigheden
Werksfeer, werkdruk en veiligheid bepalen, naast het daadwerkelijke kantoor, de omstandigheden waarin onze medewerkers hun werk uitvoeren. Aandacht voor veiligheid is vooral relevant bij het werk in het veld, omdat
medewerkers omgaan met asbest, op verontreinigde of industriële locaties komen en veel onderweg zijn. In 2015 zijn er bij LC Milieu 1 ongeval, namelijk een beenwond door een omvallend muurtje, 4 bijna-ongevallen en 2 overige incidenten gemeld. Deze hebben allemaal niet geleid tot verzuim. De grafiek op de volgende pagina laat de verzuimcijfers van alle bedrijfsonderdelen zien. Het meest opvallend is de mooie daling in het verzuim bij Bartels, langdurig verzuim is ruim 1,5 procent gedaald. Bij LC Infra is het kort verzuim wat gestegen en het langdurige verzuim gedaald. Het kort verzuim bij Milieu is gelijk gebleven, het lang verzuim licht gestegen, maar nog steeds veel lager dan het in het verleden geweest is.
Stakeholders van LievenseCSO
Omwonenden
Maatschappij
Familieleden
Markt
Man-vrouw verdeling
FTE ontwikkelingen 200
Potentiële opdrachtgevers
Aandeelhouders
Goede doelen
RvC
Scholen
MT
OR
LievenseCSO Milieu Mede werkers
Kennisinstituten
Lievense CSO Holding
MT
OR
LievenseCSO Infra
<20
40-50
20-30
50-60
150 MT
Opdrachtgevers
OR
Bartels Mede werkers
100 Bartels
Mede werkers
Concurrenten LCSO Milieu
Bedrijven
Partners
Leveranciers
26
Onderaannemers
vrouw
LCSO Infra
50 2013
2014
2015
30-40
>60
Man
27
CO2-footprint voor Utrechts mobiliteitsplatform U15 Verzuimpercentages
Inzicht in de CO2-footprint helpt organisaties om de impact van hun mobiliteit én de mogelijkheden tot verduurzaming daarvan te kennen. LievenseCSO ondersteunt deelnemers aan het Utrechtse mobiliteitsplatform U15 bij het in beeld brengen van deze CO2-footprint en de mogelijkheden tot reductie daarvan.
4,0 3,5 3,0 2,5 2,0
Infra Lang verzuim
1,5
Infra Kort en Middellang verzuim Bartels Lang verzuim
1,0
Bartels Kort en Middellang verzuim
0,5
Milieu Lang verzuim Milieu Kort en Middellang verzuim
0,0 2010
2011
2012
2013
2014
2015
Foto: teambuildingopdracht bij jubileumfeest LievenseCSO
Voor een positieve werksfeer besteden we ook aandacht aan activiteiten naast het reguliere werk. Op 26 juni hebben we ter ere van onze 50ste verjaardag een groot jubileumfeest gevierd op het strand in Kijkduin. Tijdens de verschillende teambuildingsopdrachten hebben de LC Milieu en LC Infra collega’s elkaar beter leren kennen. Naast verschillende kerst-, sinterklaas- en paasevents en vrijdagmiddag- en seizoensborrels worden er ook diverse activiteiten door medewerkers zelf georganiseerd. Binnen Bartels gaat het er altijd fanatiek aan toe tijdens het jaarlijkse zaalvoetbaltoernooi, ieder jaar in september. En in 2015 is in het jaarlijkse tourspel van Bartels, in het kader van de Tour de France, tussen alle bv’s gestreden. Een nieuw event is de LievenseCSO-Bartels Golfdag die op 23 september jl. heeft plaatsgevonden op golfbaan Bergvliet te Oosterhout. Een ander mooi initiatief dat in 2015 geïnitieerd is, is het jong professionals netwerk. Onder de naam YoPro hebben zij zich tot doel gesteld om te zorgen voor een betere verbinding tussen de jonge medewerkers van de verschillende bedrijfsonderdelen. Begin 2016 vindt de aftrap plaats en er staan verschillende mooie bijeenkomsten op de agenda.
28
De U15 is een kennisdelingsplatform op het gebied van mobiliteit voor organisaties uit de omgeving Utrecht. Dit mobiliteitsplatform wordt gefinancierd vanuit het Beter Benutten programma van het Ministerie voor Infrastructuur en Milieu. De belangrijkste doelen van de U15 zijn het realiseren van spitsmijdingen en stimulering van verdere verduurzaming van de mobiliteit. De effectiviteit van het platform wordt jaarlijks o.a. gemonitord met behulp van het CO2-footprint project. LievenseCSO voerde dit CO2-footprintproject in 2015 uit voor de U15, in samenwerking met Arcadis en RHDHV. Deelnemende organisaties worden begeleid bij het opstellen van hun aan mobiliteit gerelateerde CO2footprint. Daarnaast worden zij ondersteund bij het verder reduceren hiervan, onder andere door middel van het kennisdelingsspoor dat getrokken werd door LievenseCSO. Onderdeel daarvan was het opstellen van drie maatregelrekenbladen waarmee de gevolgen van verschillende beleidskeuzes, zoals aanpassing van de leaseauto keuzemogelijkheden, in beeld kunnen worden gebracht. Ook werden ervaringen tussen organisaties in twee kennisdelingsbijeenkomsten uitgewisseld. Werkzaamheden LievenseCSO: • Ondersteunen organisaties bij opstellen CO2-footprints • Specifiek advies over mogelijkheden tot CO2-reductie • Best practices inventariseren en uitwerken • Maatregelrekenbladen opstellen • Kennisdelingsbijeenkomsten organiseren • Meedenken over de footprint tool en rapportage van de resultaten van het project Voor meer informatie kijk op: www.U15.nl/projecten/slimme-deal-co2-footprint Ook in 2016 voert LievenseCSO dit monitoringsproject uit voor de U15. Dit jaar vult zij ook de projectleidersrol in, waardoor de drie bureaus worden aangestuurd en waarmee verbinding met andere initiatieven binnen de U15 vormgegeven wordt.
29
Opleidingen en trainingen
Kennisdeling relaties en partners
Persoonlijke ontwikkeling van onze medewerkers heeft onze aandacht en krijgt steeds meer een gestructureerde vorm binnen alle bedrijfsonderdelen. Krapte op de arbeidsmarkt maakt het een uitdaging om voldoende goede mensen te werven, vooral ervaren bouw en infra constructeurs zijn lastig te vinden. Het behouden van de kennis die we in huis hebben wordt daarmee steeds belangrijker.
Wij houden onze opdrachtgevers en partners graag op de hoogte van de ontwikkelingen die wij zien in ons vakgebied. Dat doen we bijvoorbeeld door het organiseren van bijeenkomsten.
Elke medewerker bepaalt met zijn of haar leidinggevende een persoonlijk ontwikkelingsplan, waarin zowel aandacht wordt besteed aan ontwikkeling van belangrijke persoonlijke vaardigheden als aan vakinhoudelijke ontwikkeling. Zo krijgen ambitieuze en kundige medewerkers de ruimte om zich te ontwikkelen en door te groeien. Alle hiervoor benodigde opleidingen worden gebundeld in het jaarlijkse opleidingsplan. In 2015 heeft dit geleid tot diverse cursussen en opleidingen. Een aantal trajecten zijn door groepen medewerkers gevolgd: • Alle bodem collega’s zijn tijdens een studiedag bijgepraat over de werkinstructies en ontwikkelingen rondom de KWALIBO-regeling uit het Besluit bodemkwaliteit, wat staat voor KWALIteitsborging in het BOdembeheer. Een erg nuttige dag waarin theoretische inleidingen afgewisseld werden met discussie en praktische bezigheden. • Een aantal Bartels collega’s heeft het traject Aardbevingsbestendig bouwen voor constructeurs en bouwkundig ontwerpers gevolgd. • Om acquisitie een normaler onderdeel te maken van ons dagelijkse werk volgden 10 senior adviseurs het traject Opdrachtgever Gezocht van Dreamfactory. Een praktische cursus die zich vooral richt op concrete handelsperspectief en de taal die je daarbij gebruikt. Voor 2016 maken we de afweging of dit traject onderdeel wordt van ons standaard cursusaanbod. • Het inmiddels standaard opleidingstraject bij NIMO voor projectmanagement is in 2015 door 10 projectleiders gevolgd en het traject voor projectmatig werken door 11 adviseurs. • Twee medewerkers hebben het asbest opleidingstraject afgerond waardoor ook zij zich Deskundig Inventariseerder Asbest (DIA) mogen noemen. • Zoals elk jaar hebben we onze kennis op BHV vlak bijgehouden en zijn er diverse VOL-VCA-diploma’s gehaald.
30
20 november - Themabijeenkomst Asbest In onze vestiging in Bunnik hebben we voor klanten een themabijeenkomst over asbestonderzoek gehouden. Zij werden door ons bijgepraat over de praktijk van asbestonderzoek in gebouwen en bodem, onder andere aan de hand van de grootschalige onderzoeken die we voor Eneco en het Rijksvastgoedbedrijf uitvoeren. Door de betrokken inbreng van de 30 deelnemers ontstond een levendige uitwisseling van ervaringen en meningen. Veel opdrachtgevers hebben ervaren dat het slopen van een pand op basis van een onvolledige inventarisatie veel problemen oplevert.
11 juni – Seminar over veiligheid gestapelde woningbouw
Op donderdag 11 juni organiseerde Bartels Bouwadvies samen met Triflex een seminar over de veiligheid van gestapelde woningbouw. Bewustwording was een belangrijke reden om het seminar te organiseren. Wat ons betreft staan betrokkenen te weinig stil bij de noodzaak om de veiligheid met een doordacht plan te zekeren. Hiermee kan de levensduur van betonconstructies aanzienlijk worden verlengd. Naast inhoudelijke bijdragen van Bartels collega’s ging Albert de Vries, van het Expertisecentrum Bouwregelgeving, in op de regelgeving en verantwoordelijkheden voor gebouweigenaren.
26 november - Jubileumsymposium Zuid
Ter ere van het 50-jarig jubileum van LievenseCSO heeft onze vestiging Zuid op 26 november een symposium georganiseerd voor hun relaties. Twee externe sprekers informeerden alle aanwezigen over interessante ontwikkelingen in de Provincie Limburg. Sander Heijmans, directeur van Maastricht Aachen Airport, vertelde geanimeerd over de ontwikkelingen van het lokale vliegveld en hoe dit de bereikbaarheid en aantrekkelijkheid van de regio verbetert. Vervolgens sprak Patrick van den Broeck, gedeputeerde van de Provincie Limburg, over het knooppunt dat Maastricht en de provincie zijn en nog meer kunnen worden op het gebied van infrastructuur. Een geslaagde bijeenkomst waarin ook de kansen door fusie met Bartels werden verkend.
Foto: studiedag afdeling bodem
Daarnaast zijn verschillende inhoudelijke verdiepende cursussen gevolgd. Eén van onze flora en fauna medewerkers heeft een intensief traject van verschillende cursusbijeenkomsten en 20 excursies gevolgd om haar ecologische kennis te verdiepen en het landschap nog beter te leren lezen. Een medewerker van Bartels Infra heeft een opleiding tot V&G coördinator voor de ontwerpfase gevolgd. Een medewerker van LC Milieu heeft een Management development programma gevolgd bij TIAS, wat hij in 2016 hoopt te bekronen met een MBA titel. Andere onderwerpen waarop cursussen zijn gevolgd zijn projectplanningen, innovatiemanagement, toepassing folieconstructies, OR, waterbodems, bijzondere constructies, vertrouwenspersoon, waterbouwkundige (beton) constructies, HRM, Systeemgerichte Contractbeheersing, UAV-GC (geïntegreerde contracten) en voorgespannen beton.
Verdere kennisdeling
Daarnaast delen we onze kennis graag op congressen of symposia. Een mooi voorbeeld uit 2015 is het jaarlijkse congres Geluid, Trillingen en Luchtkwaliteit. Collega Franci Vanweert heeft daar een lezing gegeven over op welke manier stikstofdepositie (i.r.t. PAS) betrokken moet worden bij vaststelling of wijziging van bestemmingsplannen die niet vallen onder de Crisis- en Herstelwet. Ook heeft Marinette Mul een lezing gegeven over Gezonde Leefomgeving.
Foto: Drukbezocht en geslaagd jubileumsymposium in Maastricht
31
Innovatieve technieken voor dijkversterkingen
Koppeling onderwijs en kennisinstellingen
LievenseCSO werkt sinds oktober 2015 voor het Waterschap Rivierenland binnen het raamcontract ‘Advies- en Ingenieursdiensten’. In december 2015 is binnen dit raamcontract een eerste project verworven, namelijk de Business cases voor de Projectoverstijgende verkenning Macrostabiliteit van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP).
Het project dat in december verworven is, is het opstellen van business cases ten behoeve van de Project Overstijgende Verkenning Macrostabiliteit (POVM) vanuit het HWBP. Waterschap Rivierenland is trekker van deze POVM. De aanleiding is tweeledig, de overheid heeft veel geld beschikbaar gesteld voor de aanpak van waterkeringen en daarmee samenhangend is er enorm veel veranderd in de regelgeving op gebied van de veiligheid van waterkeringen. Doordat er de komende jaren veel projecten in uitvoering gaan, kan er enorm veel voordeel worden gehaald in het toepassen van innovaties voor het aanpakken van het faalmechanisme Macrostabiliteit. Om die reden is deze POVM gestart, waarbij het doel is projectoverstijgend kennis te ontwikkelen om de verbetering van waterkeringen in de toekomst beter, sneller en goedkoper te kunnen realiseren.
Samenwerking met onderwijs- en onderzoeksinstellingen is een speerpunt van het beleid van LievenseCSO. Eén van deze onderzoeksinstellingen is Deltares. Op uitnodiging van hen bezocht een delegatie Colombianen afgelopen jaar ons land om bijgepraat te worden over waterzaken. Zij vertegenwoordigden een organisatie die vergelijkbaar is met onze waterschappen. Op dinsdag 29 september ontvingen wij hen op onze vestiging in Bunnik om te worden ingelicht over de aanpak van grondwaterverontreiniging ‘zoals wij dat doen’.
Vier projecten als business case
Wij waarderen de frisse kijk van studenten op de vraagstukken waar wij ons mee bezig houden. Vandaar dat wij ieder jaar diverse stage- en afstudeerplaatsen aanbieden op alle vestigingen.
In de business case worden nieuwe innovatieve technieken voor dijkversterkingen afgezet tegenover bestaande technieken, op basis van drie facetten: tijd, kwaliteit en geld. Om een goede inschatting te kunnen maken, is deze business case toegepast op vier projecten in Nederland. Per project wordt gekeken wat de waardecreatie is van de nieuwe innovatieve technieken ten opzichte van gebruikelijke methodes. Dit wordt afgezet tegen de drie facetten en daaruit volgt dan welke techniek voor dijkversterking bij een project het beste kan worden toegepast.
Innovatieve technieken
Voor dijkversterkingen in Nederland zijn vijf innovatieve technieken ontwikkeld: • drainage; waarbij water uit de dijk wordt verwijderd • langstechniek; waarbij een damwand aan de landzijde van de dijk wordt geplaatst over de volle lengte, om afglijden tegen te gaan • grondverbetering; om de opwaartse kracht van water tegen te gaan wordt er water onttrokken uit de grond • vernageling; in de dijk worden om de zoveel meter zogenaamde ‘dijkdeuvels’ aangebracht, om het afschuifvlak tegen te gaan • actuele sterkte; opnieuw berekenen van de sterkte van de dijk, waardoor deze mogelijk toch voldoet en er geen extra maatregelen benodigd zijn
Ook dragen we graag bij aan carrière of loopbaandagen van opleidingen. Zo hebben we tijdens de Aardwetenschappelijke Loopbaandag, georganiseerd door de Vrije Universiteit Amsterdam, een rivierkundige workshop gegeven. Onze workshop “Richt je eigen stukje rivierenland in” werd door veel studenten bijgewoond, waarna de groep die het beste rivierkundige ontwerp had gemaakt in de prijzen viel. Dat leverde interessante inzichten op.
In maart bracht één van deze studieverenigingen, Storm van de opleidingen Milieu-maatschappij en Milieunatuurwetenschappen van de Universiteit Utrecht, ons een bedrijfsbezoek. Na een toelichting van wat een netafgestudeerde binnen een adviesbureau doet, gingen de studenten in een workshop aan de slag. Daarin dachten zij mee met de fictieve gemeente “Lievestad”, die de noordwestkant van haar stedelijk gebied wil ontwikkelen en een grotere schoollocatie wil realiseren. Deze gemeente loopt tegen diverse wettelijke belemmeringen aan en er zijn stakeholders met verschillende belangen om rekening mee te houden. De studenten kwamen met erg creatieve oplossingen en vonden het interessant om een kijkje bij ons achter de schermen te nemen en in aanraking te komen met raakvlakken tussen beleids- en technische vraagstukken.
Foto: bezoek van studievereniging Storm aan LievenseCSO Milieu
Daarnaast sponsoren we diverse studieverenigingen van opleidingen die gerelateerd zijn aan onze werkvelden en staan we regelmatig op bedrijvendagen, o.a. van Civiele Techniek op de TU Delft, Bouwkunde op de TU Eindhoven en ook bij diverse HBO opleidingen.
Handige onderzoekstool
Vervolgens is van de vier projecten uit de business case een generalisatie gemaakt, waardoor het toepasbaar is op iedere dijkversterking in Nederland. Om ervoor te zorgen dat bestuurders van waterschappen en provincie zelf de beste oplossing kunnen kiezen voor dijkversterking, op basis van voor hun belangrijke facetten (tijd, kwaliteit en geld), heeft het consortium een handige tool ontwikkeld. In deze tool wordt het dijkprofiel, de karakteristieken van de dijk, ingevuld en dit kan vervolgens worden afgezet tegen de mate van belangrijkheid van de drie facetten. Hierop kan de bestuurder zijn of haar keuze baseren en de juiste techniek voor dijkversterking toepassen. Een achterliggend doel is om te onderzoeken welke innovatieve technieken voor dijkversterking het meest interessant zijn om voor de toekomst te optimaliseren en dus om in te investeren.
32
33
In gesprek met leveranciers
Spaarndammertunnel in hartje Amsterdam
Een laatste belangrijke stakeholdergroep zijn onze leveranciers. Een groot deel van onze impact op bijvoorbeeld kwaliteits-, veiligheids- en milieuvlak wordt mede bepaald door hun inspanningen op deze terreinen. In 2015 hebben we bij LC Milieu mooie stappen gezet op het gebied van inkoop van kleding, materiaal en persoonlijke beschermingsmiddelen.
De Spaarndammertunnel wordt een belangrijke schakel tussen de Spaarndammerbuurt en het toekomstige woongebied in de Houthaven. De 800 meter lange tunnel wordt aangelegd vlak naast het IJ, aan de noordzijde van het centraal station en is gesitueerd parallel aan de Tasmanstraat en de Spaarndammerdijk. In de huidige situatie is deze route een belangrijke verkeersader tussen het centrum en de westelijke ontsluitingen van de stad. Omdat deze drukke verbinding een barrière vormt tussen de Spaardammerbuurt en het nieuw te ontwikkelen plangebied “Houthavens”, wordt de Spaarndammertunnel aangelegd. Op het dak van de tunnel wordt een park aangelegd als groene verbinding tussen beide buurten.
Voorheen werd de inkoop door elke vestiging zelf bij diverse leveranciers gedaan. We hebben deze nu gecentraliseerd bij één leverancier, namelijk BTN, die door het hele land over vestigingen beschikt en waar we al goede ervaringen mee hadden. Bij deze keuze is, naast veiligheidsaspecten waar onze interne hogere veiligheidskundige (HVK-er) toezicht op houdt, rekening gehouden met diverse MVOaspecten. BTN onderschrijft de principes van de ISO26000, de internationale richtlijn voor MVO en werkt aan continue verbetering hierop. Dit uit zich onder andere in hun sociale beleid en de eisen die zij stellen aan leveranciers op arbeidsen milieuvlak. Gezamenlijk is onder andere een kledinglijn vastgesteld welke eenvoudig via een onlinesysteem besteld kan worden. Hierdoor is sprake van kwaliteitsverbetering, borging van de veiligheid en duurzaamheid en kostenreductie. Veiligheid wordt onder andere geborgd door te kiezen voor overalls die vlamvertragend, antistatisch en waterwerend zijn. Uit duurzaamheidsoogpunt is gekozen voor sokken en T-shirts van bamboe, dat een veel kleinere milieu-impact heeft dan katoen. Helaas is het prijsverschil voor bijvoorbeeld broeken en jassen van duurzamere materialen op dit moment nog te groot om deze materialen standaard op te nemen. Hierover blijven we in gesprek met BTN.
De gehele tunnel bestaat uit 32 moten met een gemiddelde lengte van 25 meter Vanwege de grootte van het project loont het zeer de moeite elke onderdeel constructief zo veel mogelijk uit te nutten. Het is Bartels gelukt stabiliteit te verkrijgen met een minimaal aantal palen onder de tunnelmoten. We hebben het aantal palen in het ontwerp kunnen terugbrengen tot een stramien van 5,5 bij 4,3 meter. Hiermee hebben we per moot zo’n 5 palen bespaard, wat voor de totale tunnel een besparing van om en nabij de €160.000,- heeft opgeleverd alleen al voor de palen. Hoofdaannemer is het duitse Max Bogl, die naast de SPT, ook betrokken is bij de Noord-zuidlijn in Amsterdam. IPV Delft heeft de vormgeving van het Definitief Ontwerp op zich genomen en Bartels verzorgt het constructieve Definitieve Ontwerp. Het grondwerk voor de bouw van de tunnel is inmiddels gestart. Eind 2017 moet de tunnel gereed zijn.
Foto: Collega Ron Kleynen, bouwfysicus op de vestiging in Maastricht, toont de nieuwe kledinglijn.
34
35
3 Omgeving 36
37
Omgeving Als bureau dat adviseert over de leefomgeving en milieuzaken zijn wij ons erg bewust van onze invloed op onze omgeving. De milieubelasting van onze bedrijfsvoering willen we zoveel mogelijk beperken. In dit hoofdstuk laten we zien hoe groot deze belasting is en wat de ontwikkelingen daarin zijn. Daarnaast groeit door dit inzicht het besef dat de impact van onze adviezen en ontwerpen vele malen groter is dan dat van onze bedrijfsvoering.
Het is daarnaast dan ook ons doel om met onze projecten bij te dragen aan duurzame ontwikkeling. De projectvoorbeelden verspreidt door dit jaarverslag geven een aantal voorbeelden daarvan. Het verder uitwerken van een standaardaanpak hierop, in lijn met de Aanpak DuurzaamGWW, is één van de activiteiten die wij in 2016 verder oppakken.
Mobiliteit
Dagelijks rijden er 56 personenauto’s en 17 bestelwagens en busjes van ons bedrijf rond. Waar mogelijk vermijden we kilometers door videoconferencing, carpoolen en OV-gebruik, maar veel locaties blijven slecht bereikbaar. Ook is het uitvoeren van veldwerk natuurlijk afhankelijk van benodigde materialen en gereedschappen. De kilometers die we maken willen we dan ook zo zuinig mogelijk afleggen. In 2015 zijn zes nieuwe bestelwagens aangeschaft die allemaal uitgerust zijn met een toeren- en
snelheidsbegrenzer. Deze bussen zijn zwaarder qua motoren dan hun voorgangers omdat dat noodzakelijk was voor het gebruik, bijvoorbeeld op slecht begaanbaar terrein. De milieuwinst van de begrenzers is daardoor helaas moeilijk aan te tonen door brandstofverbruik. De grafieken op de rechterpagina laten de ontwikkeling van ons wagenpark zien. Hieruit blijkt dat het totaal aantal kilometers dat we in 2015 hebben gereden ongeveer gelijk is gebleven. Als we inzoomen per werkmaatschappij zien we dat door Bartels minder kilometers in benzineauto’s zijn gemaakt en dat deze bij LC Milieu juist gestegen zijn. Bij beide werkmaatschappijen zien we daling in het verbruik voor de benzineauto’s. Dit komt onder andere door vervanging van de poolauto’s bij LC Milieu en doordat steeds zuinigere personenauto’s geleased worden. Wel is duidelijk te zien dat de gemiddelde benzineauto van LC Milieu een stuk zuiniger rijdt dan die van Bartels,
namelijk 20 ten opzichte van 15 kilometer per liter benzine. Bij de diesel personenauto’s ligt het gemiddelde verbruik van zowel Bartels als LC Milieu al een aantal jaren rond de 19 kilometer per liter diesel. Het afgelopen jaar is door LC Milieu iets onzuiniger gereden dan vorig jaar toen erg zuinig werd gereden. Bij de bestelwagens en bussen blijft gemiddelde het verbruik nagenoeg constant rond de 12 kilometer per liter. Gezien de grote impact van mobiliteit op ons milieu is, naast de keuze voor zuinige auto’s, blijvende aandacht voor zuinig rijden noodzakelijk. Komend jaar zetten we verder in op deze bewustwording.
Kilometrage wagenpark 2.000.000
1.500.000
1.000.000
500.000 KILOMETRAGE BENZINEAUTO'S KILOMETRAGE DIESELAUTO'S
0 2010
2011
2012
2013
2014
2015
Brandstofverbruik (km/L) 20
15
Benzine Diesel
10 2010
38
2011
2012
2013
2014
2015
39
Asbestinventarisatie Rijksvastgoedbedrijf
Kantoren
Met het Rijksvastgoedbedrijf heeft LievenseCSO een raamcontract voor het uitvoeren van integrale dienstverlening op het gebied van asbestinventarisatie, - advies en -verwijdering. Deze werkzaamheden worden voor het RVB door geheel Nederland uitgevoerd.
LievenseCSO en Bartels werken eind 2015 vanuit 12 kantoren in Nederland. De medewerkers van het LC Milieu kantoor in Groningen zijn in september verhuisd naar het kantoor te Leeuwarden, waarna het huurcontract met het kantoor in Groningen is opgezegd. In onderstaande grafieken voor gas en elektriciteit is dit kantoor nog wel zichtbaar. Alle aan medewerkers gekoppelde belasting (papier, wagenpark) is per eind 2015 per vestiging ingedeeld en daarom voor deze medewerkers meegenomen in Leeuwarden.
Vooral wanneer er renovatie-, verbouw- of sloopplannen zijn, schakelt het RVB ons in. Hierbij wordt dus een integrale dienst geleverd, van inventarisatie van asbest tot kostenraming, begeleiding, directievoering en controle na asbestverwijdering.
Daarnaast worden er ook regelmatig nulsituatie-onderzoeken of actualisatieonderzoeken uitgevoerd. Enkele panden van het RVB waarvoor deze onderzoeken zijn uitgevoerd, zijn “Rijnstraat 8 te Den Haag (herbestemming voormalig VROM gebouw)”, Slot Loevestein en diverse Penitentiaire Inrichtingen.
Rijnstraat 8, Den Haag
Dit bekende pand in Den Haag, het voormalig VROM-kantoor, wordt momenteel ingrijpend gerenoveerd. Het casco van het 80.000 m2 grote pand blijft behouden, verder wordt het compleet gestript door een aannemingscombinatie. LievenseCSO verzorgt in opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf de controle op de werkzaamheden van de aannemer, op basis van een GeoDP rol (Gespecialiseerde onafhankelijke derde partij). LievenseCSO voert controles uit op de asbestverwijdering in het pand. Het draait daarbij om het naleven van de eisen volgens de SC-530. In 2017 moet de vernieuwbouw van de Rijnstraat 8 gereed zijn.
Slot Loevestein
Slot Loevestein is een prachtig monumentaal pand vlakbij Gorinchem aan de Waal. In de oude soldaatwoningen van het slot wil men een Bed & Breakfast realiseren. Vanwege de benodigde renovatiewerkzaamheden, is LievenseCSO ingeschakeld voor een inventarisatie van mogelijk aanwezig asbest. De aangetroffen asbesthoudende elementen zijn in 2016 verwijderd. De voorbereiding en begeleiding van de asbestverwijdering zijn door ons uitgevoerd.
40
Het papierverbruik (zie grafiek op volgende pagina) binnen LievenseCSO is de afgelopen jaren enorm afgenomen. Kantoor Breda draait sinds 2014 mee in de monitorring en heeft in 2015 20% minder geprint dan in dit eerste jaar. Ook op de vestigingen Deventer, Maastricht en Leeuwarden (incl. Groningen) is het papierverbruik verder gedaald ten opzichte van 2014. Als we kijken naar Bunnik zien we dat de opname van Amer / ruimtelijke ontwikkeling een deel van deze toename verklaart. Hun opdrachtgevers verlangen vaak toch geprinte exemplaren van bestemmingsplannen. Daarnaast is de grote afname in 2014 bij het bedrijfsbureau in 2015 deels teruggedraaid.
Gasverbruik (m3) 100.000 Maastricht Leeuwarden (Bartels)
80.000
Leeuwarden Hoogvliet
60.000
Groningen Enschede Elst
40.000
Eindhoven Deventer
20.000
Bunnik Breda
0
Apeldoorn
2013
2014
2015
Electriciteitsverbruik (kWh) 1.000.000
Utrecht Sint Maarten Maastricht
800.000
Leeuwarden (Bartels) Leeuwarden
Voor zowel het totale gas- als elektriciteitsverbruik geldt dat deze in 2015 iets gestegen zijn ten opzichte van 2014, maar wel lager zijn dan in 2013. Onderstaande grafieken laten dit zien. Aangezien de vestiging in Utrecht gebruik maakt van stadswarmte is deze niet opgenomen in grafiek met gasverbruik. Een aantal verschillen zijn te verklaren. Het gasverbruik van het kantoor te Apeldoorn is gedaald doordat er twee huurders gebruik maken van de bovenverdieping, namelijk M72 Sales en Duvama. In 2014 is het kantoor te Eindhoven verhuist naar pand dat minder gas, maar veel meer elektriciteit verbruikt. In 2016 onderzoeken we de mogelijkheden tot energiebesparing in de panden met de grootste besparingspotentie. Waar nodig wordt het gesprek aan gegaan met verhuurders hierover.
600.000
Hoogvliet Groningen Enschede
400.000
Elst Eindhoven Deventer
200.000
Bunnik Breda Apeldoorn
0 2013
2014
2015
41
CO2-footprint 2015 (1143 ton) Aantal kopiën
CO2-footprint
CO2-footprint 2015 (1143 ton) Papierverbruik
CO2-footprint 2015 (1143 ton) 4%
2.000.000
18%
26%
1.500.000
Vliegverkeer
1.000.000
Gedeclareerde kilometers
Breda Groningen
14%
Leeuwarden
500.000
Deventer Maastricht
38%
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Vliegverkeer Gedeclareerde kilometers Wagenpark Verwarming
Emissies scope 1 & 2 (ton CO2)
Verwarming Electriciteit
Bunnik
0
Wagenpark
Electriciteit
LievenseCSO is gecertificeerd op het hoogste niveau van de CO2-Prestatieladder. Deze certificering vergroot ons inzicht en bewustzijn en helpt bij verdere minimalisatie van onze impact op het milieu om ons heen. In de tweede helft van 2015 hebben we ons ingezet om ook Bartels op te nemen in onze CO2-Prestatieladdersystematiek. Door inzicht te verkrijgen in de verbruiken en te communiceren met alle medewerkers hebben we de basis daarvoor gelegd. Het resultaat daarvan is dat ook deze vestigingen nu opgenomen zijn op ons certificaat. De CO2-footprint van LievenseCSO, inclusief Bartels, over 2015 is 1.143 ton. Dit is iets meer dan in 2014 (1106 ton, 3% stijging), maar nog steeds een reductie van 13,5% ten opzichte van 2013 (1321). Het wagenpark is goed voor 38% van de footprint, elektriciteit is de tweede post met 26%. De footprint van LievenseCSO is door de fusie met Bartels ruim verdubbeld. Vooral elektriciteit heeft een groter aandeel gekregen doordat vrijwel alle panden van LC Milieu en LC Infra gebruik maken van aantoonbare groene stroom
dat geen CO2-uitstoot heeft. Van de panden van Bartels is nog onduidelijk in hoeverre zij grijze of groene stroom gebruiken. In 2016 inventariseren wij de huidige stand van zaken en mogelijkheden tot inkoop van gegarandeerde groene stroom. Wanneer we de absolute cijfers per categorie bekijken zien we dat zowel de emissie van het wagenpark als van de vliegreizen licht daalt (beide 4% t.o.v. 2014), terwijl die van het gasverbruik sterk gestegen is (26% t.o.v. 2014). Vorig jaar concludeerden wij al dat het gasverbruik wel erg laag was door de warme winter en dat dit geen blijvende daling zou zijn. Verder zijn de emissies van de gedeclareerde kilometers en het elektriciteitsverbruik licht gestegen (resp. 4% en 6% t.o.v. 2014). Gecorrigeerd voor de brutomarge, zoals we in onze doelstelling nastreven, zien we een stijging van 30% in kg CO2 per 1000 euro ten opzichte van 2014 en 14% ten opzichte van 2013. Deze ontwikkeling is te wijten aan de dalende brutomarge, deze is ruim 20% lager dan in 2013.
Ton CO2 500
1500
400 1200
300 900
200
600 LievenseCSO
300
2015
100
Lievense
2014
Bartels CSO
0 2010
42
2011
2012
2013
2014
2015
2013
0 Electriciteit
Verwarming
Wagenpark
Gedeclareerde kilometers
Vliegverkeer
43
CO2-neutraal werken
Nieuw luchthavenbesluit voor Maastricht-Aachen Airport
Al sinds 2013 voeren wij onze werkzaamheden CO2-neutraal uit. Naast dat we onze CO2-emissie zoveel mogelijk verlagen, compenseren we de overgebleven emissie in projecten met een positieve CO2-invloed. Net als de afgelopen jaren steunen we hiermee het ‘Basa Magogo’ project in Zuid Afrika, via het Fair Climate Fund. Hiermee investeren we in een beter en eerlijker klimaat. Door onze compensatie over 2015 hebben 551 huishoudens in de townships rondom Pretoria een jaar lang schoon kunnen koken. Zij bespaarden hiermee meer dan €20.000 aan stookkosten en gemiddeld 545 uur per huishouden: kostbare tijd die zij ergens anders aan konden besteden. Daarnaast zorgt deze kooktechniek voor 90% minder rook binnenshuis en 80% minder luchtverontreiniging, waardoor dit een belangrijke bijdrage levert aan een veel gezondere leefomgeving. De emissie van ons wagenpark wordt door leasemaatschappij Wagenplan gecompenseerd. In 2015 hebben zij in totaal voor 17.000 ton CO2 gecompenseerd door te investeren in het Putian Shicheng Wind Farm Project.
Vanuit de “Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens” moeten voor alle regionale luchthavens van nationale betekenis, en dus ook Maastricht-AachenAirport (MAA), een nieuw luchthavenbesluit worden vastgesteld. Een luchthavenbesluit is bij wijze van spreken de vergunning voor de exploitatie van een luchthaven. De Provincie Limburg is volledige eigenaar van de luchthaven. Voor de verdere ontwikkeling van de luchthaven is door Provinciale Staten als voorwaarde gesteld, dat de exploitatie van MAA door een private partij moet plaatsvinden. Deze private exploitant is inmiddels gevonden. Voor de private exploitant is het volledig baangebruik van de aanwezige 2.750m baan voor de grotere startende vliegtuigen (categorie E en F) essentieel. Daardoor kunnen vliegtuigen meer vracht en/of meer brandstof meenemen voor langere afstandsvluchten dan bij het huidige gebruik van 2500 m van de baan. Foto: windmolens in het Chinese Shicheng, die door onze leasemaatschappij Wagenplan zijn gefinanceerd voor de CO2-compensatie.
44
LievenseCSO is als extern adviseur van MAA zowel betrokken bij het opstellen van de complete aanvraag voor het luchthavenbesluit als verantwoordelijk voor uitvoering van diverse technische (milieu)onderzoeken die ten grondslag
liggen aan het nieuwe Luchthavenbesluit.
Integraal milieu advies
Om een nieuw luchthavenbesluit te laten vaststellen door de Staatssecretaris van I&M, dat voldoet aan de eisen van de nieuwe luchtvaartwetgeving, heeft LievenseCSO de aanvraag opgesteld en een milieu-effectbeoordeling uitgevoerd in opdracht van MAA. LievenseCSO stuurt de ondersteunende partners aan bij de uitvoering van milieuonderzoeken, voert diverse milieuonderzoeken zelf uit en integreert al deze onderzoeken tot een complete milieueffectbeoordeling. LievenseCSO is daarnaast de (milieu)technische gesprekspartner van MAA bij het Ministerie van I&M.
Daarnaast adviseert LievenseCSO MAA ook bij de wijziging van het bestemmingsplan van het bedrijventerrein AviationValley, bij de wijziging van de omgevingsvergunning van het luchthaventerrein, bij het wijzigen van de geluidzone rond het luchthaventerrein.
Een ander belangrijk onderdeel van het advieswerk is het omgevingsmanagement bij dit project en de communicatie met de omgeving omdat er vele stakeholders betrokken zijn bij het luchthavenbesluit: omwonenden, de gemeentes Beek, Meerssen en Maastricht, de provincie Limburg, het Ministerie van I&M en diverse belangenorganisaties. Dit doet LievenseCSO vanuit een inhoudelijke adviserende rol. Het uiteindelijke luchthavenbesluit zal naar verwachting begin 2017 daadwerkelijk van kracht worden.
45
Verlegging olieleiding voor veiligheid van scheepvaart Ko Heijboer van Havenbedrijf Rotterdam N.V.: “Door de uitbreiding van de Maasvlakte neemt het scheepvaartverkeer toe. Om de veiligheid ook in de toekomst te kunnen borgen heeft Havenbedrijf Rotterdam N.V. samen met Rijkswaterstaat besloten om de Splitsingsdam in de Nieuwe Waterweg in te korten om hiermee de doorvaart door het Breediep veiliger te maken.” Na het inkorten van de dam is de doorvaartbreedte ruim 300 meter. In deze dam ligt een olieleiding van TAQA Energy. Om het inkorten van de dam mogelijk te maken was een verlegging van de kruising met het Breediep noodzakelijk. Parallel aan de huidige leiding onder het Breediep is een nieuwe horizontaal gestuurde boring gerealiseerd over een lengte van 700 meter. Vervolgens is aan weerszijden aangesloten op de bestaande leiding.
Bijzonder in dit project waren de maatregelen voor de meeuwen, vanuit de Flora en Faunawet, want in het Rotterdams havengebied zitten meerdere meeuwen kolonies. De Splitsingsdam is een populaire broedplaats voor meeuwen. De werkzaamheden konden echter niet volledig buiten het broedseizoen worden gepland. De leiding is een belangrijke toevoerleiding vanaf diverse booreilanden in de Noordzee naar de BP raffinaderij. De buitengebruikstelling van deze leiding kan alleen in een onderhoudsstop van de booreilanden. Deze wordt jaarlijks begin juni gepland omdat dan de weersomstandigheden op zee het meest gunstig. Het nieuwe leidingdeel kon alleen in die periode worden aangesloten.
46
Om de verstoring van het broedgebied te minimaliseren is de aanleg van de boring al voor het broedseizoen uitgevoerd. Langs de Noordzeeweg is de het nieuwe leidingdeel aan elkaar gelast en getest. De boor rig is per schip naar de Splitsingsdam gebracht, waarna de boring vanaf de Splitsingsdam uitgevoerd. Nadat het boorgat ruim genoeg was kon de nieuwe leiding worden ingetrokken. Bij een dergelijke operatie zijn meerdere telekranen nodig om te zorgen dat het nieuwe leidingdeel soepel de boorgang in kan. Na het aanbrengen van de boring moest er twee maanden worden gewacht op het aansluitmoment. In deze periode moest worden voorkomen dat de meeuwen gingen nestelen in het werkgebied. Daarom werd het stukje van de Splitsingsdam waar de nieuwe boring op de bestaande leiding is aangesloten, onder begeleiding van een ecoloog 24 uur per dag en 7 dagen per week ‘broedvrij gehouden’. Dit gebeurde met behulp van speciaal getrainde honden en roofvogels.
Deze maatregelen hebben voorkomen dat de meeuwen nesten hebben gemaakt in dit werkgebied. In juni kon de leiding dankzij deze maatregelen zonder problemen worden aangesloten. Met het verleggen van de olieleiding is een belangrijke stap gezet voor de veilige ontwikkeling van het scheepvaartverkeer in de Rotterdamse haven. Kosten noch moeite zijn gespaard om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen van de Flora en Faunawet en om de verstoring van de meeuwenkolonie te minimaliseren en hun broedgebied zo groot mogelijk te houden. De business unit LeidingInfraStructuur maakte het ontwerp, heeft de benodigde vergunningen aangevraagd en verzorgde het omgevingsmanagement. LievenseAdriaens verzorgde als leidingbeheerder van TAQA de directievoering voor het gehele project. De voorbereiding heeft ruim een jaar geduurd. De realisatie van de boring heeft zes weken
geduurd en nog eens twee weken rondom het aansluiten. Hans Braal van LievenseAdriaens kijkt terug op een geslaagd project: "bij dergelijke projecten is een goede voorbereiding en communicatie samen met alle stakeholders cruciaal. Halverwege moeten stoppen omdat er ineens een meeuwennest wordt ontdekt, zou voor alle stakeholders een enorme tegenslag geweest zijn. En dat is hier geslaagd. Een mooi stukje samenwerking van engineering en beheer".
47
4 Resultaten 48
49
Resultaten
MVO koploperproject Dantumadiel
De omzet van LievenseCSO bedroeg in 2015 ruim 30 miljoen euro, een groei van 25% ten opzichte van 2014. De Bruto marge bedroeg in 2015 ruim 24 miljoen, een groei van 33%. Deze toename is voor een groot deel te danken aan de overname van de Bartels groep in juli 2015. De operationele winst van het totale concern in 2015 ligt op een bevredigend niveau, mede gezien de lastige marktomstandigheden waarin de bouw nog steeds verkeerd.
Resultaat LievenseCSO Omzet (x € 1.000) Bruto marge (x € 1.000)
2012
21.791 17.193
2013
22.337 17.450
2014
23.950 17.646
2015
30.304 24.348
Beleid en ontwikkelingen In het beleidsplan van 2014-2018 zijn een aantal groeidoestellingen geformuleerd voor het complete bedrijf. Met de overname van Bartels is deze doelstelling nagenoeg gehaald. Deze overname betekende bijna een verdubbeling in FTE en zorgt voor een veranderde bedrijfsstructuur. Dat betekent dat het beleidsplan 2014-2018 niet meer voldoende de lading dekt en dat er in 2016 een nieuw beleidsplan op tafel zal komen. Het nieuwe meerjarenplan wordt halverwege 2016 door de directie gepresenteerd. Hierin zullen voor de holding LievenseCSO nieuwe financiële doelstellingen worden geformuleerd.
50
Negen bedrijven binnen de gemeente Dantumadiel hebben in 2015 deelgenomen aan het Koploperproject, dat hen helpt om aan de slag te gaan of verder te komen met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. LievenseCSO heeft dit project voor de gemeente Dantumadiel uitgevoerd. We zijn trots op de mooie stappen ter verduurzaming die de bedrijven tijdens dit project hebben gezet.
Het Koploperproject is een initiatief van de Provincie Friesland. Zij biedt gemeenten de mogelijkheid om met behulp van subsidie met een groep bedrijven uit hun gemeente met MVO aan de slag te gaan. De Koploperprojecten hebben inmiddels een grote groep bedrijven verder geholpen met MVO. Ook is een waardevol netwerk ontstaan om kennis en ervaringen te delen. LievenseCSO heeft dit Koploperproject uitgevoerd voor de gemeente Dantumadiel. Gestart werd met bepaling van het MVO-startpunt van de bedrijven door middel van onze MVO-quickscan. Vervolgens heeft LievenseCSO hen ondersteund om MVO binnen hun bedrijf een plaats te geven, onder andere door het opstellen van een MVOvisie en -beleid. Dit traject heeft de bedrijven beter
inzicht gegeven in wat MVO voor hen betekend en in de verbetermogelijkheden op dit vlak. Met als resultaat dat de bedrijven zich veel bewuster zijn van hun impact en dat zij mooie stappen ter verbetering hebben gezet. Ook zijn er diverse samenwerkingen tussen de deelnemende bedrijven ontstaan. Werkzaamheden LievenseCSO: • Nulmeting m.b.v. MVO-Quickscan • Organisatie ennisdelingsbijeenkomsten • Enthousiasmeren en bijsturen deelnemers • Ondersteuning bij opstellen MVO-visie en beleid
51
Vernieuwbouw zeekade Grote Hout in Velsen
Bedrijventerrein Grote Hout in Velsen is klaar voor de toekomst. Om het terrein optimaal te kunnen benutten is de bestaande, ruim 400 meter lange zeekade vernieuwd. De kade met het achterliggende grote terrein wordt verhuurd door de gemeente Velsen. De kade is openbaar, waardoor hij te gebruiken is door iedereen. De zeekade Grote Hout moet de gemeente Velsen een stevige economische impuls gaan geven de komende jaren. De ingenieurs van LievenseCSO Infra zijn bij het project betrokken als ontwerpers en begeleiding van de uitvoering van de vernieuwde zeekade. Voorheen stond het 40 hectare grote terrein met kade bekend als de NAM-kade. Het westelijke deel van de kade stamt uit 1955 en het oostelijke deel uit 1963. In 2004 heeft de Gemeente Velsen het terrein gekocht van de NAM. De oude kade leek in eerste instantie slechts wat kleine ingrepen nodig te hebben, maar uiteindelijk moest er toch behoorlijk wat aangepast worden om de draagkracht en stabiliteit van de kade te laten voldoen aan de huidige technische eisen én om een levensduur voor de komende 50 jaar te garanderen.
52
Van oud naar nieuw
De oude kade was al geschikt voor de ontvangst van zeeschepen. Uit onderzoek is echter gebleken dat de kade hiervoor door de jaren heen minder geschikt is geworden, onder andere door aanstortingen en aanslibbing. Zonder meer verdiepen zou echter veel risico’s meebrengen voor het (gedeeltelijk) falen van de constructie van de oude kade. De grondkerende functie van de kade moest daarom over een zekere hoogte vernieuwd worden. Dit is gebeurt door aan de waterzijde een nieuwe grondkerende combiwand te realiseren en aan de achterzijde een ankerbalk die door middel van zogenaamde legankers weer verbonden is met de combiwand. De legankers zijn vervolgens weer in de grond verankerd met schroefinjectieankers. Hierbij is de oude constructie is deels behouden, waarbij de fundering is gebruikt als basis voor de nieuwe kade.
Uitdagingen
De belangrijkste uitdaging bij de engineering van het project was om de kade te vernieuwen met zo min mogelijk consequenties (geluid, trillingen, verspreiding verontreinigingen) voor de omgeving tegen zo laag mogelijke kosten.
De fundering van de oude kade ligt onder kanaalpeil en om deze te kunnen slopen zou er intensieve bemaling nodig zijn. Doordat de kade in het verleden diverse gebruikers heeft gehad, zijn na onderzoek diverse vervuilingen ontdekt. Om te voorkomen dat deze vervuiling zich verder zou verspreiden, mocht geen bronbemaling worden toegepast. Dus is de fundering van de oude kade in tact gebleven en opgenomen in de vernieuwde constructie. De bovenbouw van de oude kade is wel geheel gesloopt. Door de gedeeltelijke en niet gehele sloop en de verankering boven grondwaterniveau te houden was geen noemenswaardige bemaling nodig. Hierdoor konden de kosten relatief laag gehouden worden en werd de verspreiding van verontreiniging maximaal ingeperkt. Tijdens de uitvoering van het project kwamen nog enkele uitdagingen naar voren. Zo is er een oud en onbekend riool midden in het werk aangetroffen wat tot de nok toe vol zat met afgewerkte olie. Dit riool is geheel gesaneerd en verwijderd. Daarnaast zijn op bepaalde plaatsen lokale verontreiniging met koolwaterstoffen of asbest aangetroffen. Deze plaatsen zijn ook gesaneerd.
53
5 Vooruitblik 54
55
Vooruitblik op de toekomst 2016 wordt een bijzonder jaar voor het bedrijf. Nadat eerder Lievense en CSO fuseerden in 2013, verdubbelde het bedrijf in 2015 in omvang door de overname van Bartels Ingenieurs voor Bouw & Infra. In de eerste helft van 2016 wordt de basis gelegd voor een nieuwe gezamenlijke toekomst.
In 2016 moeten keuzes worden gemaakt over de structuur van het nieuwe bedrijf en hoe we naar buiten gaan treden. Rond de zomer van 2016 moet dit meerjarenplan er liggen. Hiervoor volgen wij een multi-stakeholderaanpak, zodat dit plan door alle lagen van de organisatie herkend en erkend wordt. Op deze manier wordt het plan echt gedragen door de organisatie en snappen onze klanten en potentiële klanten de keuzes die gemaakt worden. Onder de naam ‘Back to the future’ wordt in 9 groepen met (vestigings-)directeuren, managers, senioren, OR, young professionals, klanten en studenten vanuit de toekomst (begin 2018) teruggekeken naar 2016 en 2017. Zo ontstaat een heldere toekomstvisie voor het gehele bedrijf.
Binnenstedelijke zorg in Enschede met nieuw MST De samenwerking en synergie tussen de verschillende bedrijfsonderdelen zal gaan zorgen voor nieuwe en interessante opdrachten, waarbij we met integrale dienstverlening een meerwaarde kunnen creëren. Door zowel op gebied van bouw als infra een sterke voet aan de grond te hebben, kan LievenseCSO zich ook richten op de stedelijke omgeving, waar tot nu toe over het algemeen in de buitengebieden werd gewerkt. Daarnaast zal de miliekundige dienstverlening een interessante schakel kunnen worden tussen bouw en infra. Immers, deze advies- en onderzoekswerkzaamheden vormen vaak de basis voor planvorming en zijn dus een heel mooi onderdeel van de integrale dienstverlening van LievenseCSO en Bartels.
Middenin het centrum van Enschede is het grootste niet-academische ziekenhuis van Nederland gerealiseerd. Met 90.000 m2 oppervlak biedt dit ziekenhuis plaats voor meer dan 800 bedden. Het ziekenhuis is ontworpen door IAA architecten, volgens de principes van een ‘healing environment’. Deze optimale omgeving wordt bereikt door een aantal waarden, bijvoorbeeld genoeg en juiste daglichttoetreding, klimaat en temperatuur, goede zichtlijnen, openheid, groen en zicht op buiten. Zo is een perfect gebouw ontworpen dat aan deze eisen voldoet. Het ziekenhuis is ontworpen met het oog op de toekomst. Dit betekent bijvoorbeeld dat de indeling een hoge mate van flexibiliteit moet hebben, zodat het in de toekomst eventueel aangepast kan worden. Hier lag voor Bartels een mooie uitdaging om dit te realiseren. Om te komen tot een zo groot mogelijke flexibiliteit heeft Bartels bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar diverse vloertypes. Hierbij werden naast flexibiliteit ook het kostenaspect en de aanpasbaarheid van de vloer in ogenschouw genomen. Voor de intensieve zorgfuncties is gekozen voor een breedplaatvloer.
Integratie van alle disciplines
Een optimale healing environment kenmerkt zich door het integreren van alle disciplines binnen het bouwteam, zoals architect, constructeur, installatieadviseur en aannemer. Dat is bij het MST in optima forma toegepast. In het constructief ontwerp van Bartels komt de ruimtelijkheid van het gebouw goed tot z’n recht. De hoge mate van transparantie die IAA Architecten voor ogen had is hierin vertaald. Hierdoor is het gebouw overzichtelijk en zijn er duidelijke zichtlijnen gecreëerd. Tijdens de bouw van het nieuwe MST moest het bestaande ziekenhuis, waarop het nieuwe MST wordt aangesloten, normaal door kunnen functioneren. Vanwege de locatie
56
van het ziekenhuis, middenin het drukke centrum van Enschede, bleek dit nog wel enige hoofdbrekens op te leveren in het bouwteam. De bestaande logistieke transportroute, die gebruikt wordt voor de toegang naar en bevoorrading van het ziekenhuis, moet tijdens de bouw gebruikt kunnen worden. Na het bekijken van de situatie hebben we ervoor gekozen om over deze transportroute heen te bouwen. Met de kelder van het nieuwe MST sluiten we op deze route aan, waardoor deze route straks voor beide gebouwen gebruikt kan worden. Twee vliegen in een klap eigenlijk. Om zo weinig mogelijk overlast voor de omgeving en de patiënten in het ziekenhuis te veroorzaken, is door Bartels gekozen voor een fundering van mortelschroefpalen. Dit is een trillingsvrije en geluidarme manier van funderen, waarbij eerst een gat in de grond wordt geboord dat vervolgens met beton wordt gevuld.
Naoberschap
Bij het MST werden al vroeg alle partijen van het bouwteam geselecteerd en
samen ondertekenden zij een zogenaamd ‘Noaberschapstatuut’, een vorm van ketensamenwerking waarbij goede afspraken zijn gemaakt. Een aantal kernwoorden uit dit statuut zijn: met elkaar, vertrouwen, het beste voor het project, communicatie is het sleutelwoord, een integrale benadering, transparantie, plezier hebben en risico’s uitsluiten. In een samenwerkingsverband als deze zitten alle partijen uit het bouwteam al vroeg rond de tafel, wat ertoe leidt dat problemen eerder worden opgelost en iedereen met zijn kennis en inbreng kan bijdragen aan het meest optimale ontwerp. Wij zijn van mening dat succesprojecten starten in de initiatieffase. Zeker bij grote en complexe projecten als het MST is gebleken dat dit zo is. Als alle partijen vroeg aan tafel zitten, bouw je aan een integraal ontwerp en neem je afstand van het werken ‘aan je eigen deeltje’ van het proces. Vroegtijdige samenwerking is de sleutel tot succes.
57
Provinciaal Inpassingsplan voor Windpark Westfrisia
Innovaties en ontwikkelingen
Windenergie en windturbines op land zijn gevoelig onderwerpen, vanwege de enorme impact op de omgeving. Zorgvuldigheid, transparantie en overleg zijn cruciaal om een plan, zoals het Windpark Westfrisia, te laten slagen. Bij de provincie Noord-Holland is het verzoek ingediend om een windpark van vijf windturbines te realiseren in de gemeente Medemblik.
Op de hoogte blijven van ontwikkelingen op ons vakgebied is een logisch, maar ook een essentieel onderdeel van het werk. Wanneer deze kunnen zorgen voor bijvoorbeeld verduurzaming of kwaliteitsverhoging en efficiëntie van onze werkzaamheden passen we deze natuurlijk graag toe. Een aantal van deze ontwikkelingen uit 2015 lichten we graag toe. Daarnaast kijken we ook nog naar de nabije toekomst, met potentiële ontwikkelingen in 2016.
De Provincie Noord-Holland heeft de opdracht voor de ruimtelijke inpassingsprocedure gegund aan LievenseCSO. In deze opdracht werken wij samen met WB de Ruimte. LievenseCSO is verantwoordelijk voor het opstellen van het Provinciaal Inpassingsplan, de coördinatie en toetsing van de onderzoeken, participatie van en afstemming met de omgeving en de ambtelijke voorbereiding van de besluitvorming en overleg met initiatiefnemer.
Omgevingsmanagement
Bij dit project is het van groot belang om zo open en transparant mogelijk te werken, vanwege de weerstand van stakeholders tegen dit plan. Om de dialoog in Medemblik/ West-Friesland te bevorderen zijn er al diverse gesprekken gevoerd met een aantal belangrijke partijen; gemeente Medemblik, Dorpsraad Zwaagdijk West, Stuurgroep Tegenwind, Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines (NLVOW) en Dorpsraad Zwaagdijk Oost. Door continu deze dialoog te voeren zullen we werken aan een zo groot mogelijke acceptatie van het plan, door het betrekken van stakeholders en het maximaal mogelijk maken van participatie door de omwonenden.
58
De mogelijkheden voor het gebruik van GPS bij plaatsbepaling zijn in 2015 in beeld gebracht. Dit is een techniek waarmee op een snelle en nauwkeurige manier xyz-coördinaten bepaald kunnen worden. Hiermee kunnen boorpunten, ontgravingsvakken of sleuven voor asbestonderzoek tot 2 centimeter nauwkeurig worden ingemeten. De output is direct in te lezen in het tekenprogramma AutoCAD. De vele mogelijkheden en kwaliteitsverbetering waar dit toe leidt hebben ons doen besluiten om deze techniek te gaan gebruiken. In het voorjaar van 2016 wordt een leverancier geselecteerd, waarna de uitrol en opleiding hierna plaatsvindt. In 2015 hebben we ruime ervaring opgedaan met de toepassing van het rekenprogramma DuboCalc. Hiermee kunnen de milieueffecten van een Grond- Weg- en Waterbouw project in beeld worden gebracht. Voor elk gebruikt materiaal worden de effecten tijdens de gehele levenscyclus meegenomen, waardoor een zogenoemde Milieukostenindicator (MKI) voor een ontwerp berekend kan worden. Bij de planstudie voor de Nieuwe Sluis Terneuzen hebben we voor de drie varianten een MKI waarde berekend. Op deze manier heeft het aspect materiaalkeuze in combinatie met de benodigde hoeveelheden een plaats in de MER beoordeling gekregen. Vervolgens hebben we geadviseerd over de manier waarop DuboCalc opgenomen kon worden in het uitvoeringscontract. Opdrachtgevers als Rijkwaterstaat en ProRail gebruiken DuboCalc voornamelijk in de aanbiedingsfase om de aannemer uit te dagen om
met een milieuvriendelijker of duurzamer ontwerp te komen. Deze berekeningen maken wij inmiddels ook voor aannemers waarmee we samenwerken. Om te komen tot een duurzame advisering in onze projecten, iets wat wij verder willen ontwikkelen binnen LievenseCSO, wordt in 2016 verder gewerkt aan een standaardaanpak hiervoor. Dit gebeurt in lijn met de Aanpak DuurzaamGWW. Sinds oktober gebruikt ons asbestteam het programma Probis in combinatie met tablets, waardoor de rapportage al tijdens de inventarisatie in het veld start. Bevindingen en foto’s worden via dit programma direct in de projectmappen opgeslagen, dit scheelt veel papierwerk. Ook zijn alle kwaliteitseisen en normen via dit programma te benaderen. Op kantoor wordt alle input uitgelezen, waarna in combinatie met de analyseresultaten de rapportages sneller en efficiënter opgesteld worden. Een dergelijke inzet van tablets voor inspecties wordt in 2016 ook onderzocht voor de afdeling Bouwadvies van Bartels. Nu werken zij tijdens inspecties van gebouwen of bouwwerken nog met papieren invulformulieren. Op gebied van onze CO2-footprint gaan we in 2016 de huidige stand van zaken en mogelijkheden tot inkoop van gegarandeerde groene stroom inventariseren. Met als doel om onze CO2-footprint verder omlaag te brengen. Voor het werken in 3D software wordt in 2016 verder onderzocht en gekeken naar nieuwe mogelijkheden. De huidige software wordt geanalyseerd aan de hand van de eisen van de modelleurs en de opdrachtgever. Mogelijk worden modelleurs opgeleidt om te gaan werken met nieuwe software, zodat we onze klant een breder aanbod kunnen aanbieden.
59
GRI tabel GRI G4 Indicator
Short description indicator
General standard disclosures Strategy and analysis G4-1 Statement from the most senior decision-maker of the organization about the relevance of sustainability to the organization and the organization's strategy for addressing sustainability. Organizational profile G4-3 Name of the organization G4-4 Primary brands, products, and services G4-5 Location of the organization’s headquarters G4-6 Number of countries where the organization operates
Section report/ further information Preface, 1.3
LievenseCSO Holding B.V. 1.1 1.2 1.2, 1.5 http://www.lievensecso.com/Home/ About-us G4-7 Nature of ownership and legal form 1.1, 1.2 G4-8 Markets served 1.1 G4-9 Scale of the organization 2.1, 4 G4-10 Total number of employees 2.1 G4-11 Employees covered by collective bargaining agreements 100% (Dutch offices) G4-12 Organization’s supply chain 2.1, 2.5 G4-13 Significant changes during the reporting period 1.3 G4-14 Precautionary approach or principle 1.3, 1.4 G4-15 Externally developed economic, environmental and social charters, principles, or other inititiatives 1.4, 2.4, 3.4 to which the organization subscribes or which it endorses. G4-16 Memberships of associations and advocacy organizations 2.3 Identified material aspects and boundaries G4-17 All entities included in the organization’s consolidated financial statements or equivalent 1.5 documents. 1.5 G4-18 a. Process for defining the report content and the Aspect Boundaries. b. Implementation of the Reporting Principles for Defining Report Content. G4-19 List all the material aspects identified in the process for defining the report content 1.2, 1.3 G4-20 Aspect Boundary for each material Aspect within the organization 1.6 G4-21 Aspect Boundary for each material Aspect outside the organization 1.6 G4-22 Restatements of information provided in previous reports 1.1, 1.6 G4-23 Significant changes from previous reporting periods 1.1, 1.6 Stakeholder engagement G4-24 List of stakeholder groups 1.5, 2.2, 2.3, 3.1, 3.2, 3.3, 4.4 G4-25 Basis for identification and selection of stakeholders 1.2, 1.3 G4-26 Organization’s approach to stakeholder engagement 2.2, 2.3, 3.1, 3.2, 3.3 G4-27 Key topics and concerns that have been raised through stakeholder engagement 2.2, 2.3, 3.1, 3.2, 3.3 Report profile G4-28 Reporting period 2015 G4-29 Date of most recent previous report 2014 (launched june 2015) G4-30 Reporting cycle Annual
60
G4-31
Contact point
G4-32 G4-33
In accordance option the organization has chosen Organization’s policy and current practice with regard to external assurance
Governance G4-34
Governance structure of the organization, including committees of the highest governance body. Identify any committees resposible for decision-making on economic, environmental and social impacts. Ethics and integrity G4-56 Describe the organization’s values and codes
Specific standard disclosures
CATEGORY: ECONOMIC MATERIAL ASPECT: ECONOMIC PERFORMANCE G4-DMA Disclosure on Management Approach: a. Report why the Aspect is material. Report the impacts that make this Aspect material. b. Report how the organization manages the material Aspect or its impacts. c. Report the evaluation of the management approach, including: - the mechanisms for evaluating the effectiveness of the management approach, - the results of the evalution of the management approach, - Any related adjustments to the management approach G4-EC1 Direct economic value generated CATEGORY: ENVIRONMENTAL MATERIAL ASPECT: ENERGY G4-DMA Disclosure on Management Approach (For description see Economic performance G4-DMA) G4-EN3 Energy consumption within the organization G4-EN6 Reduction of energy consumption MATERIAL ASPECT: MOBILITY G4-DMA Disclosure on Management Approach (For description see Economic performance G4-DMA) G4-EN30
Significant environmental impacts of transporting products and other goods and materials for the organization's operations, and transporting members of the workforce. MATERIAL ASPECT: EMISSIONS G4-DMA Disclosure on Management Approach (For description see Economic performance G4-DMA) G4-EN15 Direct greenhouse gas emissions G4-EN19 Reduction of greenhouse gas emissions CATEGORY: SOCIAL SUB-CATEGORY: LABOR PRACTICES AND DECENT WORK MATERIAL ASPECT: EMPLOYMENT G4-DMA Disclosure on Management Approach (For description see Economic performance G4-DMA) G4-LA1 Total number and rates of new employee hires and employee turnover MATERIAL ASPECT: OCCUPATIONAL HEALTH AND SAFETY G4-DMA Disclosure on Management Approach (For description see Economic performance G4-DMA) G4-LA8 Health and safety topics covered in formal agreements with trade unions
Susan van Kruijsbergen, CSR coördinator
[email protected] 1.5 External assurance is performed on environmental and financial data. 1.2, 2.1
1.3, 1.4
1.3, 4
4
3.2 3.2 3.2, 3.3 3.1 3.1
3 3.3 3.3, 3.4
2.1 2.1 1.4, 2.1.2 1.4, 2.1.2
61
Verantwoording
Niets uit dit MVO jaarverslag 2015 mag zonder toestemming van LievenseCSO Holding B.V. gebruikt worden. LievenseCSO Milieu B.V. Regulierenring 6 3981 LB Bunnik LievenseCSO Infra B.V. Tramsingel 2 4814 AB Breda Bartels Engineering B.V. Linie 524 7324 DZ Apeldoorn LievenseAdriaens B.V. Hoefsmidstraat 41 3194 AA Hoogvliet www.LievenseCSO.com
[email protected] 088 – 91 020 00
62
www.LievenseCSO.com 63