Van Gogh op weg Achtergrondinformatie voor docenten
Inhoud De jonge Vincent 1853-1873
3
De jonge Vincent 1873-1881
4
Beginnend kunstenaar 1881-1883
5
Boerenschilder 1883-1885
6
Van donker naar licht 1886-1888
7
Zuid Frankrijk 1888-1889
8
Laatste maanden 1890
10
Afbeeldingen, tenzij anders vermeld: Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)
Van Gogh Museum Van Gogh op weg – Achtergrondinformatie
2
De jonge Vincent 1853-1873 Vincent van Gogh werd op 30 maart 1853 geboren in het Brabantse dorp Zundert. Hij was niet het eerste kind van predikant Theodorus van Gogh en Anna Carbentus. Hun eerste zoontje (óók een ‘Vincent’) was precies een jaar eerder, op dezelfde datum, dood geboren. Met de tweede Vincent ging alles gelukkig goed. Er volgden nog drie zussen en twee broers: Anna, Theo, Wil, Lies en Cor. Het gezin Van Gogh wandelde regelmatig in de omgeving van Zundert. Die wandelingen vormden de basis van Vincents liefde voor de natuur.
School Toen Vincent elf was maakte hij de overstap van de dorpsschool in Zundert naar een kostschool in Zevenbergen. Hij vond het er vreselijk, maar maakte er wel de lagere school af. Hoewel hij af en toe tekende, was van artistieke aanleg nog niet zoveel te merken.
Op zijn dertiende ging hij naar de HBS in Tilburg. Vincent had gevoel voor talen en zijn prestaties waren goed. Toch verliet hij de HBS halverwege de tweede klas, middenin het schooljaar van 1867-1868. De reden voor zijn vertrek is onbekend. Hij zou niet meer in de schoolbanken terugkeren.
Eerste baan Via een oom kon Vincent op zijn zestiende als leerjongen aan de slag bij de internationale kunsthandel Goupil & Cie. Hij werd aangenomen in het filiaal dat ‘oom Cent’ (een afkorting van ‘Vincent’) in Den Haag had opgericht. Uit Vincents eerste jaren bij Goupil dateert de oudste brief die van hem bewaard bleef. September 1872 werd het startpunt van de levenslange briefwisseling met zijn jongere broer Theo. Die ging begin 1873 werken bij Goupil in Brussel. In hetzelfde jaar werd Vincent overgeplaatst naar Goupil in Londen.
Theodorus van Gogh
Vincent
Anna
Theo
Van Gogh Museum Van Gogh op weg – Achtergrondinformatie
Vincent van Gogh op 19-jarige leeftijd
Anna van Gogh Carbentus
Lies
Willemien
Cor
3
De jonge Vincent 1873-1881 In Londen bezocht Vincent in zijn vrije tijd beroemde musea, zoals het British Museum en The National Gallery. Daar bewonderde hij onder andere werk van ‘boerenschilders’ als François Millet en Jules Breton. Verder las hij van alles, van museumgidsen en tijdschriften tot literatuur en poëzie. In 1875 werd hij overgeplaatst naar Parijs en ging hij zich steeds meer bezighouden met religie. De brieven die hij in die tijd aan Theo schreef, staan vol Bijbelcitaten en beschrijvingen van kerkdiensten en preken. Ondanks zijn belangstelling voor kunst vond Vincent het werk in de kunsthandel steeds minder interessant. Zijn werkgevers bij Goupil waren dan ook steeds minder tevreden over hem. In 1876 werd hij ontslagen.
Als predikant in Engeland Na zijn ontslag bij Goupil ging Vincent terug naar Engeland. Daar werkte hij, onbetaald, als hulpleraar op een jongenskostschool in Ramsgate. In Isleworth bij Londen vond hij tenslotte een betaalde baan, bij een kostschool van een dominee. Hij mocht er preken op de school zelf, en ook in dorpen in de omgeving. Toch was het een baan met weinig vooruitzichten. Kerstmis 1876 bracht Vincent door bij zijn ouders in Brabant. Op advies van zijn vader keerde hij niet naar Engeland terug. Na een voorzet van zijn oom Cent kon Vincent in januari 1877 aan het werk als bediende in een boekhandel in Dordrecht. Opnieuw begon hij zich meer en meer met religie bezig te houden. Zijn ouders maakten zich grote zorgen: Vincent was al 24 en had nog steeds geen duidelijke bestemming in het leven. Na een paar maanden vonden ze het goed dat hij theologie wilde gaan studeren. Omdat hij zijn school niet had afgemaakt, moest hij daarvoor wel eerst staats examen doen.
Studie theologie Een jaar lang woonde Vincent in huis bij een oom in Amsterdam. Bij de voorbereiding op het staatsexamen en de studie theologie kreeg hij hulp van een andere oom, die predikant was. Maar alle steun
De internationale kunsthandel Goupil & Cie
van zijn familie leidde uiteindelijk tot niets: Vincent miste de discipline om te studeren. Hij dwaalde liever rond door de stad en maakte lange wandelingen. Zijn oom de predikant adviseerde hem uiteindelijk met de studie te stoppen.
Lekenprediker in De Borinage Een jarenlange opleiding was aan Vincent niet besteed, maar toch wilde hij graag God dienen. Na zijn vertrek uit Amsterdam vond hij een nieuwe bestemming in België. In het mijngebied van De Borinage kon hij aan de slag als ‘lekenprediker’. Hij gaf les, bezocht zieken en las voor uit de Bijbel.
Brief van Vincent aan Theo, 25 November 1876
Schildertalent In brieven aan zijn broer Theo maakte Vincent regelmatig schetsjes. Soms stuurde hij een tekening mee van wat hij had gezien. Uiteindelijk leidde dat tot een belangrijke ommekeer in zijn leven: Theo adviseerde hem meer met tekenen te gaan doen. Vincent raakte ervan overtuigd dat hij als kunstenaar God óók kon dienen. In oktober 1880 verhuisde hij naar Brussel. Daar werkte hij aan zijn tekentechniek en kwam hij in contact met andere kunstenaars. Omdat hij geen betaald werk had, kreeg hij af en toe geld van Theo.
In de Borinage leefde Vincent midden tussen de mijnwerkers, op dezelfde manier als zij: in armoede. Hij sliep op de vloer en gaf al zijn bezittingen weg. Door die grote betrokkenheid werd hij al gauw ‘De Christus van de kolenmijn’ genoemd. Toch slaagde hij niet in de opdracht een hechte geloofsgemeenschap bij elkaar te krijgen. Zijn contract werd niet verlengd.
Van Gogh Museum Van Gogh op weg – Achtergrondinformatie
4
Beginnend kunstenaar 1881-1883 In de lente van 1881 ging Vincent weer bij zijn ouders wonen. Die waren inmiddels verhuisd naar Etten, ook in Brabant. Vincent oefende met tekenen en werkte vaak in de open lucht. Zijn broer Theo was inmiddels bedrijfsleider bij Goupil & Cie in Parijs. Hij zorgde ervoor dat Vincent zich helemaal op het kunstenaarschap kon richten door hem financieel te steunen.
Teleurstellingen Vincents ouders waren flink teleurgesteld dat hun oudste zoon voor een kunstenaarsbestaan had gekozen. In hun ogen was dat hetzelfde als een maatschappelijke mislukking. Het hielp daarbij niet dat Vincent verliefd was geworden op zijn nicht, Kee Vos. Zij was weduwe en wilde niets van hem weten, maar Vincent hield stug vol. Dat viel bij zijn familie niet in goede aarde. Na een ruzie met zijn vader verliet Vincent op kerstdag 1881 het ouderlijk huis. Zijn nieuwe woonplaats werd Den Haag. Begin 1882 ontmoette Vincent Sien Hoornik. Ze werd niet alleen zijn model, maar ook zijn geliefde. Vincents naaste omgeving en familie (waaronder Mauve) reageerden geschokt: Sien was namelijk prostituee geweest. Bovendien was ze zwanger en had ze al een dochtertje van vijf. Maar Vincent had medelijden met Sien en was vastbesloten voor haar te zorgen. Hij huurde een atelier waar ook zij, haar pasgeboren baby en het dochtertje konden wonen.
Theo was het niet eens met Vincents keuze, maar bleef hem wel financieel ondersteunen. Koppig hield Vincent vol, maar uiteindelijk zag hij in dat de relatie met Sien hem minder bracht dan hij zou willen. Hij verbrak de relatie.
Het platte land Na de breuk met Sien vertrok Vincent naar het Drentse platteland om heideen veenlandschappen te tekenen en schilderen. Het vond het er mooi en ging vol goede moed aan het werk. Toch bracht de provincie hem niet enkel rust en inspiratie: ‘Drenthe is superbe, maar het er uit houden hangt van veel dingen af – hangt af van of men er geld voor heeft, hangt af van of men bestand is tegen de eenzaamheid.’
Spitter, 1881
Vincent aan Theo, Nuenen, 6 december 1883
Regen, kou en eenzaamheid maakten dat Vincent het na nog geen drie maanden in Drenthe voor gezien hield. Hij reisde naar het Brabantse dorp Nuenen, de nieuwe woonplaats van zijn ouders.
Van Gogh Museum Van Gogh op weg – Achtergrondinformatie
Stilleven met kool en klompen, 1882
5
Boerenschilder 1883-1885 Het boerenleven Voor Vincents ouders was het samenwonen met hun zoon niet makkelijk. Vincent was niet iemand die zich gedroeg zoals het hoorde. Kort na het overlijden van zijn vader (eind maart 1885) verliet hij het huis van zijn ouders om in zijn atelier te gaan wonen. Daar begon hij aan het werk voor De aardappeleters. Vincent combineerde het harde werken aan ‘dat geval van die boeren rond een schotel aardappels s’avonds’ met veel roken en slecht eten. Het grootste deel van zijn geld ging op aan kunstenaarsmaterialen.
Antwerpen Later in het jaar besloot Vincent zich in te schrijven aan de kunstacademie van Antwerpen. Hij zou niet meer in Nederland terugkeren.
De aardappeleters, 1885
In december 1883 ging Vincent weer bij zijn ouders wonen. Hij startte in een klein atelier aan de achterzijde van het huis, maar huurde na een paar maanden een grotere ruimte elders in het dorp. Nuenen was een ideale omgeving voor een ‘boerenschilder’. Er woonden veel boeren, landarbeiders en wevers. Vincent schetste en schilderde ze wanneer hij maar kon. Begin 1884 stelde hij Theo voor dat die eigenaar zou worden van zijn werk, in ruil voor het geld dat hij Vincent stuurde:
‘Nu heb ik U een voorstel te doen voor ’t vervolg. Laat ik U van mijn werk sturen en neem gij er van wat gij hebben wilt doch het geld dat na Maart ik zou ontvangen van U sta ik op ik moge beschouwen als door mij verdiend geld.’ Vincent aan Theo, Nuenen, ca. 15 januari 1884
Het was de bedoeling dat Theo de schilderijen zou verkopen in de kunsthandel in Parijs, maar daar kwam niets van terecht. De Franse smaak was meer gericht op kleur en Vincents werk was vooral erg donker. Het zou nog even duren voordat daar echt verandering in kwam.
Van Gogh Museum Van Gogh op weg – Achtergrondinformatie
Antwerpen had Vincent veel te bieden: goede materialen, tekenclubs met modellen en volop kunst in kerken, musea en galeries. De tekenlessen aan de kunstacademie vond hij echter veel te traditioneel. Vincent bleef niet lang in Antwerpen. Met Theo overlegde hij het plan om naar Parijs te komen en les te nemen in het atelier van Fernand Cormon. Die schilder was onder buitenlandse studenten erg populair. Theo vond het verstandig eerst een appartement te zoeken dat groot genoeg was voor hemzelf en zijn broer. Maar voordat dit was gelukt arriveerde Vincent eind februari 1886 al in Parijs.
6
Van donker naar licht 1886-1888 Theo was bedrijfsleider van kunsthandel Goupil (later: Boussod, Valadon & Cie) aan de Boulevard Montmartre in Parijs. Hij liet Vincent kennismaken met het kleurrijke werk van bekende, moderne schilders als Claude Monet.
Na twee jaar ging het hectische stads leven van Parijs Vincent tegenstaan. ‘Het lijkt me bijna onmogelijk om in Parijs te kunnen werken, tenzij je een toevluchtsoord hebt om bij te komen en om je kalmte en zelfvertrouwen terug te vinden. Anders zou je onherroepelijk afstompen.’
Zelfportret met vilthoed, 1887
Parijse invloeden In het atelier van Fernand Cormon leerde Vincent ook een nieuwe generatie kunstenaars kennen: Henri de Toulouse-Lautrec bijvoorbeeld, en Emile Bernard. Al die nieuwe indrukken en nieuwe mensen hadden invloed op zijn eigen werk: Vincent had genoeg inspiratie om volop te kunnen experimenteren. De donkere kleuren van De aardappeleters maakten al snel plaats voor lichtere tinten als in De heuvel van Montmartre met steengroeve. Onder invloed van de moderne kunst werd Vincents werk in Parijs steeds lichter. Hij gebruikte fellere kleuren en ontwikkelde een eigen manier van schilderen, met korte penseelstreken. Ook veranderden zijn onderwerpen: in plaats van werkende boeren schilderde hij cafés en boulevards, het platteland langs de Seine en bloemstillevens. Daarnaast probeerde hij ‘verkoopbare’ onderwerpen uit, zoals portretten. Maar daarbij was Vincent meestal zelf het onderwerp: modellen waren nogal duur.
Vincent aan Theo, 21 februari 1888
Bloeiende pruimenboomgaard,naar Hiroshige, 1887
Vincent verlangde naar de rust van het platteland, naar zon en naar het licht en de kleur van ‘Japanse’ landschappen. Die hoopte hij te vinden in de Provence, een streek in het zuiden van Frankrijk. Na een treinreis van een dag en een nacht kwam hij op 20 februari 1888 aan in Arles, een kleine stad aan de rivier de Rhône.
Japanse prenten Hij ontdekte een nieuwe inspiratiebron in Japanse houtsneden. Die waren in Parijs in grote hoeveelheden te koop. Samen met Theo begon Vincent ze te verzamelen. De invloed van de sterke contouren, afsnijdingen en kleurcontrasten in de prenten werd direct zichtbaar in zijn eigen werk.
Van Gogh Museum Van Gogh op weg – Achtergrondinformatie
7
Zuid Frankrijk 1888-1889 Enthousiast over het heldere licht en de kleuren in Arles ging Vincent vol passie aan het werk. Hij schilderde bloeiende boomgaarden en het binnenhalen van de oogst. Hij maakte een reisje naar zee waar hij de boten schilderde. Zijn stijl werd losser en expressiever. Met Theo schreef hij over het plan om in Arles een ‘Atelier van het Zuiden’ te vestigen: een groep kunstenaars waarvan Theo het werk in Parijs zou kunnen verkopen.
Kunstenaarskolonie
De slaapkamer, 1888
Met een ‘kunstenaarskolonie’ in gedachten huurde Vincent vier kamers in het ‘gele huis’ aan de Place Lamartine. De eerste, en uiteindelijke enige kunstenaar die bij hem kwam wonen was Paul Gauguin. Die arriveerde eind oktober 1888 in Arles. Daar was wel wat aandringen voor nodig geweest, zoals een financiële bijdrage van Theo. Maar die had daarbij het welzijn van Vincent voor ogen: ‘Gauguin komt dus, dat zal je leven flink veranderen. Ik hoop dat jouw poging om van je huis een plek te maken waar kunstenaars zich thuis voelen, zal slagen.’ Theo aan Vincent, Parijs, 19 oktober 1888
Vincent en Gauguin gingen hard aan het werk, maar hun samenwonen en samenwerken leidde niet alleen tot bijzondere schilderijen. De twee mannen hadden regelmatig heftige discussies. Hun ideeën over kunst bleken flink te verschillen: ‘Gauguin en ik praten veel over Delacroix, Rembrandt, &c. De discussies zijn uiterst geladen, soms hebben we na afloop een hoofd dat zo leeg is als een elektrische batterij na de ontlading.’ Vincent aan Theo, Arles, 17 of 18 december 1888
Waar Gauguin vooral werkte vanuit zijn geheugen en zijn fantasie, schilderde Vincent het liefst direct wat hij kon zien.
Zonnebloemen, 1889
Het gele huis, 1888
Ruzie Door hun verschillende karakters liepen de spanningen steeds hoger op. Vincent begon tekenen van verwarring te vertonen. Toen Gauguin dreigde te vertrekken werd de druk Vincent teveel. Hij raakte zo in de war, dat hij zijn vriend bedreigde met een scheermes. Later die avond sneed hij in het ‘gele huis’ een stuk van zijn eigen linkeroor af. Hij wikkelde het in een krant en bezorgde het bij een prostituee in de vlakbij gelegen rosse buurt. De ochtend nadat hij een stuk van zijn oor had gesneden belandde Vincent in het ziekenhuis van Arles. Zodra hij het hoorde nam Theo de trein om hem te bezoeken:
Van Gogh Museum Van Gogh op weg – Achtergrondinformatie
‘Ik heb Vincent gevonden in het ziekenhuis te Arles. Te groote opgewondenheid heeft aan zijn omgeving doen zien dat hij gedurende de laatste dagen de symptomen van de verschrikkelijkste ziekte, waanzinnigheid, in zich had & eene vlaag van fièvre chaude waarin hij zichzelf met een mes gewond heeft was oorzaak, dat hij naar het hospitaal vervoerd werdt. Is hij voor goed krankzinnig? de dokters vrezen het maar durven het nog niet zeker zeggen (…)’ Theo van Gogh aan Jo Bonger, 28 december 1888
Direct na het ziekenbezoek reisde Theo terug naar Parijs, en Gauguin ging met hem mee. Vincents droom van een gezamenlijk atelier bleek van korte duur. Hij kon zich maar weinig van het oorincident herinneren. Toen hij begin januari 1889 uit het ziekenhuis kwam begon hij weer met schilderen. Maar in de maanden erna ging het op en neer met zijn geestelijke gezondheid. Uit angst voor een nieuwe ziektecrisis liet hij zich in mei vrijwillig opnemen in de psychiatrische inrichting Saint-Paul-de-Mausole in Saint-Rémy.
8
Zuid Frankrijk 1888-1889
In de inrichting van Saint-Rémy Toen Vincent in de inrichting van SaintRémy genoeg was opgeknapt ging hij opnieuw aan het werk. In periodes dat het goed ging schilderde hij vaak in de afgesloten tuin van de inrichting. Later mocht hij ook buiten de muren werken. Binnen kreeg hij een extra kamer die hij als atelier kon gebruiken. Daar schilderde hij onder andere prenten na van kunstenaars als Rembrandt en Millet.
Amandelbloesem, 1890
De schovenbindster, (naar Millet), 1889
Met zijn geestelijke gezondheid ging het op en neer. In één van de periodes dat hij ernstig in de war was at hij olieverf, waardoor hij een tijd enkel mocht tekenen. Maar ondanks dergelijke aanvallen was Vincent in Saint-Rémy buitengewoon productief. In een jaar tijd maakte hij ongeveer 150 schilderijen.
Een bijzonder cadeau In april 1889 trouwde Theo in Amsterdam met Johanna (‘Jo’) Bonger. In januari 1890 ontving Vincent in de inrichting van Saint-Rémy een geboortekaartje. Theo en Jo hadden hun zoon naar hem vernoemd: Vincent Willem van Gogh. Als kraamcadeau stuurde hij ze een speciaal schilderij: Amandelbloesem.
‘Veel liever had ik gehad dat hij zijn jongen naar Pa had genoemd, aan wien ik dezer dagen zoo dikwijls dacht, dan naar mij, maar enfin nu het eenmaal zoo is heb ik dadelijk begonnen een schilderij voor hem te maken om in hun slaapkamer te hangen. Groote takken witte amandelbloessem tegen een blaauwe lucht.’ Vincent aan zijn moeder, 19 februari 1890
Meer waardering Zes van Vincents schilderijen waren begin 1890 te zien in Brussel, op een groepstentoonstelling van de Belgische kunstenaarsvereniging ‘Les Vingt’ (‘De Twintig’). In een tijdschrift was al een positief artikel over zijn werk verschenen, geschreven door kunstcriticus Albert Aurier. Tijdens de expositie werd één van de tentoon gestelde werken, De rode wijngaard, verkocht. De waardering voor Vincents werk begon op gang te komen. Toch was het niet de eerste keer dat hij werd tentoongesteld.
Van Gogh Museum Van Gogh op weg – Achtergrondinformatie
Al vanaf 1888 stuurde Theo schilderijen in voor de jaarlijkse expositie van de ‘Salon des Indépendants’ in Parijs. In maart 1890 hingen er 10 van Vincents werken, en de reacties waren erg positief: ‘Wat had ik het fijn gevonden als je erbij was geweest op de tentoonstelling van de Indépendants. (...) Je schilderijen hangen mooi en doen het heel goed. Velen hebben me gevraagd je hun complimenten over te brengen. Gauguin zei dat jouw schilderijen het hoogtepunt vormen van de tentoonstelling.’ Theo aan Vincent, Parijs, 19 maart 1890
9
Laatste maanden 1890 ‘(...) omdat ik heel goed wist wat ik wilde, heb ik sindsdien nog drie grote doeken geschilderd. Het zijn immense uitgestrekte korenvelden onder woeste luchten en ik heb nadrukkelijk geprobeerd er triestheid, extreme eenzaamheid in uit te drukken. Dat krijgen jullie binnenkort te zien, hoop ik – want ik hoop ze zo spoedig mogelijk voor jullie mee te nemen naar Parijs, omdat ik bijna zeker weet dat die doeken jullie zullen vertellen wat ik niet in woorden kan uitdrukken: hoe gezond en hartversterkend ik het platteland vind.’ Vincent aan Theo, Auvers-sur-Oise, ca. 10 juli 1890
Korenveld onder onweerslucht, 1890
Auvers-sur-Oise In mei 1890 verliet Vincent de inrichting in Saint-Rémy. Hij vertrok noordwaarts naar Auvers-sur-Oise, waar al meer kunstenaars woonden. Auvers bood Vincent voldoende rust, maar lag dicht genoeg bij Parijs om zijn broer Theo te kunnen bezoeken. Bovendien werkte er een arts die zijn gezondheid goed in de gaten zou kunnen houden: Paul Gachet.
Paul Gachet Vincent en dokter Gachet, een amateurschilder, raakten al snel bevriend. De arts raadde Vincent aan om zich volledig op het schilderen te richten. Dat deed hij: in koortsachtig tempo werkte Vincent in de tuinen en korenvelden rond het dorp. Het was een periode waarin hij vol overgave schilderde en bijna een schilderij per dag maakte. Het leek erop dat het met zijn gezondheid de goede kant op ging.
Korenveld met kraaien, 1890
Begin juli 1890 ging Vincent op bezoek bij Theo en zijn gezin in Parijs. Daar hoorde hij dat Theo er over dacht ontslag te nemen bij de kunsthandel waar hij al jarenlang als bedrijfsleider werkte. Na jaren als kunsthandelaar in loondienst wilde Theo voor zichzelf beginnen, maar dat bracht financieel risico met zich mee. Ongerust ging Vincent terug naar Auvers. Zowel Theo als zijn vrouw Jo probeerden Vincent in hun brieven gerust te stellen. Maar de financiële onzekerheid en de angst voor terugkeer van zijn aanvallen drukten zwaar op Vincents gezondheid. Hij kon zijn sombere toekomstbeeld niet loslaten.
Hoe gezond en hartversterkend Vincent het platteland ook vond, het mocht niet baten. Zijn ziekte en de onzekerheid over de toekomst werden hem te zwaar. Op 27 juli 1890 liep hij een korenveld in en schoot zichzelf met een pistool in de borst. Gewond strompelde hij terug naar zijn kamer in de herberg Ravoux. Theo haastte zich vanuit Parijs naar Auvers. Hij was erbij toen zijn broer op 29 juli aan zijn verwondingen overleed. Vincent werd op 30 juli 1890 begraven in Auvers. Hij liet een groot aantal kunstwerken na: ruim 850 schilderijen en bijna 1300 werken op papier.
Paul Gachet, 1890
Van Gogh Museum Van Gogh op weg – Achtergrondinformatie
10