Van curatief naar palliatief: moeilijke communicatie Het belang van communicatie in palliatieve zorg Sofie Eelen – psychologe PST AZ St Jozef Malle
Van curatief naar palliatief
Communicatie: van curatief naar palliatief Informatie
Waarom? Wat willen ptn weten? In conflict met hoop? Hoe?
Patiënt centraal Multidisciplinariteit
Waarom? Wet patiëntenrechten Recht te weten Recht niet te weten Balanceren?
Waarom? Bij gebrek aan realistische info ivm levensverwachting Pt wil meer agressieve behandeling
(Weeks et
al, 1998)
Pt hebben achteraf spijt van beslissingen (The AM, 2001)
Interpretatie van de pt bij het krijgen van beperkte info of het idee van verborgen info doet de pt slechter nieuws verwachten (dan wat de realiteit is) (Fallowfield et al, 2002 – Tattersall et al, 2002)
Waarom? Impact op psy Gebrek aan info leidt tot meer onzekerheid, angst, depressie (Fallowfield et al, 1990)
Meer psychiatrische comorbiditeit
Impact op gezondheid Betere communicatie (pt gestuurde communicatie, voldoende info) leidt tot betere gezondheid (parameters, functionele status en perceptie van pt op gezondheid) (Kaplan et al, 1989)
Wat willen patiënten weten? Ptn en hun naasten willen eerlijke en accurate info Nood aan uitgebreide info over diagnose en behandeling (Chaitchik et al, 1992 – Molleman et al, 1984 – Newall et al, 1987) Ook over levenseinde en prognose (Buttow et al, 2002 – Helft et al, 2003) Met empathie en begrip (Josephine et al, 2008) 52% vd pt wil meer weten (Castejon et al, 1993)
Wat willen ptn weten? 92% van de kankerptn willen alles weten over hun ziekte – goed en slecht (Blanchard et al, 1988)
In 65% van de gevallen wordt de nood aan informatie onderschat
(Ley et al,
1988)
In 6% overschat In 29% goed ingeschat
Wat willen ptn weten? Meer info leidt tot meer tevredenheid van zorg (Smith et al, 1981) Pt verwachten initiatief van arts om gesprek aan te gaan over levenseinde, vroeg in de ziekte (Johnston et al, 1995)
Itt realiteit: meerderheid vd pt geeft aan levenseinde niet te hebben besproken met arts (Hofmann et al, 1997)
In conflict met hoop? Hoop onderhouden bij het communiceren met terminaal zieken? (Clayton et al, 2008)
Impact van hoop op algemeen welbevinden en QoL (Fromm et al, 1968 – Rustoen et al 1995) Balanceren?
In conflict met hoop? Informatie geven biedt meer ruimte voor hoop itt informatie achterhouden (Hagerty et al, 2005)
Meer ruimte voor hoop mét info over prognose, informatie over comforten palliatieve zorg (Kirk et al, 2004)
Wat is hoop? Onderzoek naar de invulling van het concept hoop door terminale ptn
(Greisinger
et al, 1997)
Hoop vanuit relaties Hoop vanuit waarden/normen, geloof Hoop op symptoomcontrole Hoop op het behoud van waardigheid Hoop op denken aan betekenisvolle gebeurtenissen in het leven Hoop op humor
Hoe pt hoop geven?
(Josephine et al, 2008)
Eerlijk en open informatie geven Vertrouwen scheppen, aangeven dat pt zal gesteund worden doorheen traject Benadrukken wat kan Benadrukken van pijn- en symptoomcontrole Zoeken naar controle voor pt (bijv. ACP) Benadrukken dat er verschillende vormen van hoop zijn – ruim spectrum schetsen
Hoe? Verbale/non-verbale info Ptn zijn erg gevoelig voor non-verbale info, observeren sterk Inconsistentie veroorzaakt daling in vertrouwen (Hornsby et al, 1979 – Friedman et al, 1979)
Gebruik vakjargon Slechts 36% vd ptn begrijpt veelgebruikte medische termen Pitts, 1991)
(Hadlow and
Hoe? Impact van stijl: Controlerende stijl, dominant gedrag leidt tot minder tevredenheid van zorg (Buller en Buller,1987) Verhoogt tevredenheid: (Blanchard et al, 1986) pt persoonlijk aanspreken, privacy tijdens een onderzoek, neerzitten bij het praten met een pt pt niet onderbreken mogelijke behandelpistes bespreekbaar maken Gedachten van pt bespreekbaar maken
Hoe? Voldoende tijd Dat wat pt onthoudt is gecorreleerd met de tijd die werd besteed aan het geven van info (Larsen en Smith,1981)
Communicatie: van curatief naar palliatief Informatie Patiënt centraal Belang van patiëntgecentreerde info Info aangepast aan copingsstijl pt Ruimte voor psychosociale aspecten
Multidisciplinariteit
Patiëntgecentreerde communicatie Meer dan 2/3e van de pt wil consultatie gericht op eigen noden Bij slechte prognose nog meer
(Dowsett et al, 2000)
Communicatie en copingsstijlen monitoring (cognitieve confrontatie) Actief opzoeken van info
vs blunting (cognitieve vermijding) Vermijden van info
(Ong et al, ’99 – van Zuuren et al, ‘96)
Psychosociale en spirituele aspecten Focus in gesprekken arts – pat op behandeling en bijwerkingen (Rodriguez et al, 2010) Minder dan 1/10 van de tijd over psy of sociale impact Itt impact van ziekte bijv. kanker
Multidisciplinariteit Belang van palliatieve zorg Impact van vroege palliatieve zorg voor patiënten met gemetastaseerde longca Na 3mnd: (Temal et al, 2010)
Betere QoL voor pat in pall begeleiding Minder depressieve klachten Langere overleving!
Multidisciplinariteit Nood aan supportieve zorg bij longca (Sharon et al, 2010)
91% wil meer supportieve zorgen 75% op fysiek vlak 64% onzekere toekomst – nood hierover te praten 66% meer info over gezondheidszorg
Multidisciplinariteit Belang van vroegtijdige zorgplanning Impact van de implementatie van VZP (Detering et al, 2010)
levenseindewensen meer gekend en gerespecteerd minder stress, angst, en depressie bij nabestaanden van patiënten tevredenheid bij patiënt en hun familie hoger
Conclusies van de studie het belang van communicatie tss patiënt, hulpverleners, en familie, een gecoördineerde en multidisciplinaire benadering VZP als een deel van de gewone zorg.
Palliatief Supportteam in AZ St Jozef Malle Dr. Thierry Laporta, geriater, palliatief arts Dr. Wim Demey, oncoloog Ilse Loubele, coördinator PST, verpleegkundige Corinne Schrauwen, maatschappelijk werker Christine Guiette, pastoraal werker Sofie Eelen, psychologe
Palliatieve zorgen in de Voorkempen Samenwerken Communiceren!
BEDANKT VOOR UW AANDACHT!