Van BOS-project naar Brede Scholen Zuid
Evaluatie BOS project Etten-Leur Zuid & Voorstel voor voortzetting activiteiten “Zuid Springt Eruit!”
Juni 2009
Zuid blijft eruit springen! Theaterkriebels, badminton, creakids, eten+gymmen=gewicht dimmen, kinderkookcafé, sportintro, Sla je Slag! SoVa training, kinderatelier, kwaliteitsverbetering bewegingsonderwijs, voetballen op de Cruijffcourt, girlsafternoon, Lekker Fit! en bewegen met kleuters … De kinderen van de Banakkers, Hoge Neer en Grauwe Polder hebben de afgelopen 4 jaar meegedaan met een zeer gevarieerd aanbod aan activiteiten. Sommige activiteiten werden onder schooltijd uitgevoerd, velen werden aangeboden in de vrije tijd van kinderen. Heel veel kinderen van 4-12 jaar en een flinke groep jongeren van 12-18 hebben vol enthousiasme meegedaan met allerlei activiteiten die niet alleen leuk zijn, maar ook de ontwikkeling op allerlei vlak stimuleren. “Zuid Springt Eruit!” was het motto van het BOS project. Ook na het schooljaar 2008-2009 blijft Zuid eruit springen. Dan is het moment aangebroken dat het BOS project ophoudt en we doorgaan als Brede Scholen Zuid. In deze notitie leest u een evaluatie van de activiteiten in het BOS project én wordt beschreven op welke wijze we de activiteiten na afloop van de projectperiode verder vorm gaan geven. Veel leesplezier!
Juni 2009 Voor meer informatie: Gemma Vriens Projectleider BOS-project Manager brede scholen
[email protected] 076 502 44 52
2
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Algemene evaluatie BOS-project Het BOS-project: zuid springt eruit! Projectgebied Etten-Leur Zuid Samenwerking en organisatie van het BOS project Doelstellingen en activiteiten Conclusies samenwerking Conclusies met betrekking tot het aanbod binnen het BOS-project
4
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Van project naar brede school organisatie De kaders: Etten-Leurse afspraken De doelstellingen van brede scholen Zuid De organisatie Organisatieontwikkeling van de brede scholen zuid
9
3 3.1 3.2
Kidsfun: Sociaal-culturele activiteiten Evaluatie Kidsfun activiteiten in het BOS project De toekomst van Kidsfun activiteiten in brede scholen Zuid
13
4 4.1 4.2
Buurtsportwerk Evaluatie buurtsportwerk in het BOS-project De toekomst van het buurtsportwerk in de brede scholen Zuid
16
5 5.1 5. 2
Bewegen met kleuters Evaluatie bewegen met kleuters in het BOS project De toekomst van bewegen met kleuters in de brede scholen Zuid
20
6 7
Huiswerkbegeleiding SoVa training
22 22
8 8.1 8. 2
Kwaliteitsverbetering bewegingsonderwijs 23 Evaluatie kwaliteitsverbetering bewegingsonderwijs in het BOS project De toekomst van het bewegingsonderwijs in de brede scholen Zuid
9 9.1 9.2
Gezonde leefstijl 25 Evaluatie activiteiten rondom gezonde leefstijl De toekomst van activiteiten gezonde leefstijl in de brede scholen zuid
10 10.1 10.2
Naschoolse kunstige uurtjes Evaluatie kunstige uurtjes in het BOS project De toekomst van de kunstige uurtjes in de brede scholen zuid
27
11 11.1 11.2
Leesbevordering Evaluatie leesbevordering in het BOS project De toekomst van leesbevordering in de brede scholen zuid
29
12 12.1 12.2
Zorg Evaluatie activiteiten op het vlak van zorg in het BOS project De toekomst van zorg in de brede scholen zuid
32
13 13.1 13.2
Volwassenen educatie Evaluatie volwassenen activiteiten in het BOS project De toekomst van volwassenen educatie in de brede scholen zuid
33
14
Speelvoorzieningen
33
Bijlage: Wijkanalyse 2009 Bijlage: Bronnen Bijlage: Betrokken partners
34 36 37
3
1
Algemene evaluatie BOS project
1.1
Het BOS-project: zuid springt eruit!
BOS staat voor Buurt-Onderwijs-Sport. Het project is gestart om kinderen uit Etten-Leur Zuid meer kansen te bieden om zich te breed ontwikkelen. Met het project willen we achterstanden op het vlak van gezondheid, beweging, ontwikkeling en opvoeding tegengaan. Er worden activiteiten onder en na schooltijd georganiseerd. Alle naschoolse BOS-activiteiten worden in de eigen buurt georganiseerd en zijn laag geprijsd. Het project loopt van 2005 tot en met 2009 en wordt mogelijk gemaakt door de gemeente Etten-Leur en de “BOS-impuls”: een bijdrage van het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport.
1.2 Projectgebied Etten-Leur Zuid Etten-Leur Zuid bestaat uit de wijken Banakkers, Hoge Neerstraat en Grauwe Polder. Voor dit projectgebied is gekozen om dat hier sprake is van diverse achterstanden, die via een geïntegreerde programmering aangepakt kunnen worden. Ten opzichte van de rest van Etten-Leur is er in Zuid (met name in de wijk Grauwe Polder) relatief veel sprake van onderwijsachterstanden en is er het meeste sprake van sociaal-economische achterstanden. In de bijlage is een beschrijving van het projectgebied opgenomen.
1.3
Samenwerking en organisatie van het BOS project
In het BOS-project werken organisaties met een aanbod voor kinderen samen om ervoor te zorgen dat kinderen actief deelnemen aan de samenleving, het onderwijs en een positieve vrije tijdsbesteding vinden. Er zijn ook veel vrijwilligers actief. Vertegenwoordigers van de betrokken instellingen komen 6 keer per jaar in de BOS werkgroep bij elkaar om gezamenlijk beleid en activiteiten uit te stippelen activiteiten op te zetten. De stedelijk manager brede scholen is projectleider en heeft 8 uur per week beschikbaar om het BOS-project te begeleiden. De volgende organisaties leveren een bijdrage: • • • • • •
OBS De Bombardon RKBS De 4 Heemskinderen RKBS Het Carillon PCBS De Klankhof RKBS De Troubadour Surplus kinderopvang/ BSO Kameleon 3/
• Gemeente Etten-Leur • Surplus Welzijn • Gemeentelijk Centrum voor de kunsten Sint Frans • Centrum voor beeldende kunsten Doornbos • Diverse sportverenigingen • Wijkvereniging Buurtbelang Grauwe Polder
• • • •
GGD West Brabant Bibliotheek Etten-Leur Kellebeek College Onderwijs en Zorgcentrum Etten-Leur/ Zundert • MEE West-Brabant • Avoord Zorg en Wonen
Met de start van het BOS-project is tevens een start gemaakt met een brede samenwerking tussen organisaties die met kinderen van 4-12 jaar werken. Het project is dan ook de opmaat voor een brede school samenwerking in Etten-Leur Zuid. Het project past in de kaders die de (stedelijke) themagroep brede scholen aangeeft.
1.4
Doelstellingen en activiteiten
Met de activiteiten in het BOS project hebben de participanten in het BOS project een bijdrage geleverd aan 5 doelstellingen: • • • • •
Verminderen van achterstanden op het vlak van gezondheid: het tegengaan van overgewicht Verminderen van bewegingsarmoede Terugdringen ontwikkelingsachterstanden Verminderen van overlast Tegengaan van achterstanden op het vlak van opvoeding
Onderstaande tabel laat zien welke problemen het BOS project aanpakt. U leest welke activiteiten zijn ondernomen om een bijdrage te leveren aan die doelstellingen, en welke organisaties betrokken waren om dit mogelijk te maken. In de volgende hoofdstukken treft u per activiteit een evaluatie en richting voor de toekomst aan.
4
Probleem
BOS-doelstelling
activiteiten
Betrokken partners
Kinderen worden dikker, gezinnen hebben een minder gezonde leefstijl
Verminderen van achterstanden op het vlak van gezondheid: het tegengaan van overgewicht
Eten+gymmen= gewicht dimmen Lekker Fit!
GGD Hartstichting Klankhof Bombardon 4HK Carillon
Kinderen bewegen te weinig, kinderen hebben beperkt toegang tot sportclubs
Verminderen van bewegingsarmoede
Naschools sporten Verbetering bewegingsonderwijs Bewegen met kleuters Realiseren Cruyff court Sporza! Jongerensport
Gemeente Onderwijs Surplus Welzijn Sportverenigingen BSO
Kinderen krijgen onvoldoende kansen zich op allerlei terrein te ontwikkelen
Terugdringen ontwikkelingsachter standen
Soc-cult activiteiten Kunstige uurtjes Leesbevordering bibliotheek
Surplus Welzijn Sint Frans Doornbos
Er is te veel overlast (door rondhangende jongeren)
Verminderen van overlast
Sportza! Jongerensport
Surplus Welzijn
Ouders ervaren problemen bij de opvoeding
Tegengaan van achterstanden op het vlak van opvoeding
O&ZC Volwassen educatie SoVa training
O&ZC Onderwijs Kellebeek college
1.5
Conclusies samenwerking
Samenwerking op MT niveau gerealiseerd Met het BOS-project is er een samenwerking tussen organisaties op MT niveau gerealiseerd. De locatieleiders van de diverse betrokken instellingen hebben elkaar met regelmaat ontmoet en weten elkaar beter te vinden. De samenwerking op directieniveau verloopt dus naar tevredenheid. De vergaderstructuur is in juni 2008 aangepast een heeft een wat afgeslankte vorm gekregen. Door de samenwerking is een breed en samenhangend aanbod gerealiseerd Met het BOS-project hebben de partners een breed en samenhangend aanbod gerealiseerd toegankelijk voor een grote groep kinderen. De partners hebben gezamenlijk besloten welke activiteiten voor welke doelstellingen en doelgroepen nodig zijn. Samenwerking op uitvoerend niveau beperkt voor naschoolse activiteiten De samenwerking op uitvoerend niveau tussen de betrokken partijen in het BOS-project is beperkt. Dit geldt vooral voor de naschoolse activiteiten. De samenwerkingsafspraken op uitvoerend niveau zijn nog onvoldoende bekend en er is weinig kennis van elkaars inhoudelijke werkzaamheden. Leerkrachten en leidsters weten nog onvoldoende wat hierin van hen verwacht wordt. De uitvoerders van naschoolse activiteiten (Surplus Welzijn en culturele instellingen) pleiten voor meer betrokkenheid van leerkrachten bij de naschoolse activiteiten. De scholen zien hierin een beperkte rol voor het onderwijs weggelegd: het bieden van een locatie voor uitvoering van naschoolse activiteiten, en het promoten van de activiteiten bij de kinderen. (Onderzoek Avans hogeschool, 2008) Samenwerking activiteiten onder schooltijd verloopt naar tevredenheid Het BOS-project wordt wel eens gezien als een project van naschoolse activiteiten, maar ook onder schooltijd gebeuren er activiteiten om aan de BOS doelstellingen te werken. De samenwerking met het onderwijs, de bibliotheek, de Fontys Hogeschool en de Sportservice Noord-Brabant worden belangrijk gevonden en positief ervaren.
5
Bos-project geen extra belasting voor leerkrachten Het BOS project is niet ten koste gegaan van de kerntaak van de basisscholen: goed onderwijs verzorgen. Het project heeft het onderwijs geen grote inspanningen gevraagd. Het was voor de leerkrachten geen extra belasting. Breed draagvlak aanwezig voor het BOS-project Medewerkers worden goed geïnformeerd over het BOS-project, dit wordt als voldoende ervaren. Het BOS-project is bij kinderen, ouders en medewerkers van de betrokken organisaties goed bekend. Leerkrachten en leidsters geven aan dat het BOS project een meerwaarde heeft. Uit enquêtes en interviews met leerkrachten en leidsters is duidelijk geworden dat iedereen in het algemeen tevreden is over het verloop van het BOS project. Alle partijen spreken de wens uit het BOS project te willen continueren. (Onderzoek Avans Hogeschool, 2008)
1.6 Conclusies met betrekking tot het aanbod binnen het BOS-project In paragraaf 2.3 is een tabel opgenomen met daarin de activiteiten die gerealiseerd zijn in het BOSproject. Deze worden in de komende hoofdstukken uitgebreid geëvalueerd. In deze paragraaf leest u enkele algemene conclusies. Redelijk samenhangend aanbod gerealiseerd Het BOS-project heeft een redelijk samenhangend aanbod gerealiseerd van activiteiten onder en na schooltijd. Er wordt bijvoorbeeld gewerkt aan een verbetering van het gymonderwijs, anderzijds is het laagdrempelig sportaanbod na schooltijd uitgebreid. Onder schooltijd is er aandacht voor gezonde voeding, in het kinderkookcafé maken ze lekkere fruittoetjes en gezonde wraps. Het onderwijs signaleert dat sommige jonge kinderen motorisch wat onhandig zijn, de BSO realiseert bewegen met peuters en kleuters en Sint Frans biedt dansexpressie voor kleuters aan. Klein sneeuwbaleffect Met het BOS-project zien we dat mede door de focus op bepaalde doelstellingen en het in gang zetten van activiteiten, een klein sneeuwbaleffect optreedt. Zo zien we bijvoorbeeld dat de Klankhof en Bombardon na de start van Lekker Fit! ook zijn gaan participeren aan het project “scoren voor gezondheid”, waarbij kinderen een gezondheidscontract met profvoetballers hebben afgesloten. De BSO heeft inmiddels een actief sport en beweegbeleid, en bij het kinderdagverblijf zijn ze met “beweegkriebels” aan de gang gegaan. De jeugdbibliothecaris geeft aan dat vlak na haar aanwezigheid op de scholen (bij kinderboekenweek of kinderjury) zij veel kinderen terug ziet in de bibliotheek. Ook krijgt zij meer vragen van scholen voor advies. Flexibiliteit en diversiteit in het naschoolse aanbod Bij de start en halverwege het BOS-project is door Welzijn Surplus onderzocht waar de behoeften van kinderen liggen voor wat betreft activiteiten in de vrije tijd. Mede op basis hiervan is een activiteitenaanbod gerealiseerd. Ook gedurende de activiteiten wordt steeds gevraagd naar de belangstelling van kinderen en wordt aanbod aangepast indien er te weinig of juist te veel interesse voor is. Het activiteitenaanbod voor kinderen in de wijk is toegenomen. Het BOS project brengt de kinderen veel. De kennismaking met allerlei soorten sport, sociaalculturele en kunstzinnige activiteiten is van belang, vooral voor die kinderen die anders die mogelijkheden niet gehad hadden. Het aantal activiteiten in de wijk is toegenomen. (Locatieleider Bombardon) Groot bereik van de naschoolse activiteiten Gedurende het BOS-project is de belangstelling voor de naschoolse activiteiten tamelijk constant geweest. In het begin waren er nog wat opstartproblemen, maar in de loop van de jaren is de belangstelling steeds meer toegenomen. Het afgelopen jaar kon het aanbod de vraag niet altijd bijbenen en moesten we soms ook “nee” verkopen. Per activiteit is in de volgende hoofdstukken aangegeven wat het bereik was. Hieronder volgt een aantal algemene conclusies over het aanbod aan naschoolse activiteiten, gebaseerd op een enquête onder leerkrachten. 42% van de kinderen heeft meegedaan met naschoolse activiteiten van het BOS-project Naar schatting 42% van de kinderen die in Etten-Leur Zuid naar school gaan heeft meegedaan met de naschoolse activiteiten van het BOS project. Het gros van de kinderen heeft met verschillende
6
activiteiten meegedaan, in meerdere periodes. De deelname is het hoogst bij de leerlingen van het Carillon. Van deze school doet bijna 60% van de kinderen mee met de naschoolse activiteiten. In één klas deden zelfs alle kinderen wel een keer mee. Deelname is het laagst bij de Troubadour. School
Carillon Klankhof 4Heemskinderen Bombardon Troubadour Totaal
Totaal aantal kinderen in klassen die enquête hebben ingevuld* 294 (100%) 81 295 90 (100%) 30 790
Totaal aantal deelnemers
% participatie
173 30 90 28 7 328
59% 37% 31% 31% 23% 42%
* Het bereik van het aantal kinderen is een inschatting die de leerkracht in de klassen heeft gemaakt. Niet alle leerkrachten hebben de enquête (tijdig) ingevuld. Vandaar dat het totaal aantal kinderen op school niet overeenkomst met de werkelijkheid. Het percentage kinderen dat deelneemt aan naschoolse activiteiten van het BOS project een indicatie.
Meeste deelname in de middenbouw Bij de kinderen uit de groepen 3,4,5 (middenbouw) is het percentage deelnemers het hoogst. Bij kinderen van groep 1,2 (onderbouw) is deelname het laagst. Dit komt overeen met het beperkte aanbod dat er is voor kinderen uit de onderbouw. Kinderen in de middenbouw zijn vaak nog op zoek naar een leuke invulling van de vrije tijd, en willen zich vaak nog oriënteren op sporten en culturele activiteiten. Kinderen van de bovenbouw zijn vaak al lid van een club of vereniging, dit kan een verklaring zijn voor de iets kleinere deelname in deze groepen.
Totaal aantal kinderen Totaal deelname Deelname percentage
Groep 1,2 135 31 23%
Groep 3,4,5 247 110 45%
Groep 6,7,8 293 119 41%
De totalen komen niet overeen met de eerste tabel. Sommige leerkrachten hadden niet ingevuld welke groep ze les geven. Deze zijn dan ook niet meegerekend. Ook hier gaat het dus om een indicatie.
Leerkrachten stimuleren kinderen bij het uitkomen van de kalender Bijna alle leerkrachten geven aan dat ze kinderen gestimuleerd deel te nemen aan activiteiten bij het uitkomen van de activiteitenkalender. Dit is twee maal per jaar. Dit gebeurt op verschillende manieren: het doornemen van de folder, een kringgesprek over de activiteiten, door het laten vertellen van ervaringen van kinderen in voorgaande jaren, de poster ophangen in de klas. Slechts 1 leerkracht geeft aan dat ze specifiek kinderen met (in dit geval motorische) problemen heeft geadviseerd deel te nemen. Geen van de leerkrachten geeft aan dat zij de ouders actief betrokken hebben bij het onder de aandacht brengen van het aanbod. Leerkrachten verdeeld over het bereik van de doelgroep Met het BOS-project proberen we alle kinderen van Etten-Leur Zuid te bereiken. De nadruk ligt echter bij het bereiken van kinderen met een mogelijke achterstand: een zwakke sociaal-economische achtergrond, allochtone kinderen, kinderen van laagopgeleide ouders of kinderen met een ontwikkelingsachterstand. Leerkrachten zijn verdeeld over de vraag of dit ook goed lukt. 18 leerkrachten vinden dat de doelgroep met een mogelijke achterstand redelijk goed bereikt wordt. Dit zijn vooral leerkrachten van klassen waar veel kinderen mee doen. Deze leerkrachten geven aan dat het programma kennelijk interessant is voor alle kinderen. ”Ik heb de indruk dat het niet uitmaakt. Alle kinderen willen graag meedoen. Wel is het zo dat ze elkaar stimuleren.” “Ja, het gros van de leerlingen, ook allochtone kinderen heeft mee gedaan.” 14 leerkrachten geven aan dat de doelgroep onvoldoende bereikt wordt. Sommigen geven dit antwoord omdat er in de eigen klas geen kinderen zitten die tot de kwetsbare groepen behoren. Andere geven expliciet aan dat kinderen die de naschoolse activiteiten het beste kunnen gebruiken,
7
niet mee doen. Opvallend is dat het Carillon niet alleen de meeste kinderen weet te motiveren, maar ook het meest positief zijn over het bereik van de doelgroep. “Nee, je krijgt reactie van "normaal" opgeleide ouders. Het is leuk en goedkoop, dat is voor iedereen aantrekkelijk.” “Nee, de grootste groep kinderen die mee doen zijn de kinderen zonder problemen.” Doelgroep goed bereikt 18
Doelgroep onvoldoende bereikt 14
Geen oordeel 5
Naschools aanbod heeft een positief effect op de kinderen Leerkrachten zijn (zeer) positief over het effect dat de naschoolse activiteiten hebben op de kinderen. Hen valt vooral het enthousiasme op waarmee kinderen vertellen over de activiteiten. Ze vinden het leuk, hebben plezier gemaakt en willen graag een vervolg. Een belangrijk effect is eveneens dat kinderen kennismaken met nieuwe activiteiten, waar ze anders niet mee in aanraking zouden zijn gekomen en nieuwe sporten. Een leerkracht merkt op dat het project kinderen weg houdt van computer en TV. Een enkeling noemt als effect dat kinderen ook lid geworden zijn van een club of vereniging. Het leereffect voor kinderen wordt niet zo vaak genoemd. Hoewel een enkele leerkracht noemt dat kinderen er veel leren, dat de motoriek van een kind verbeterd, en dat ze sociale vaardigheden op doen, ligt de nadruk op het plezier dat kinderen beleven aan de naschoolse activiteiten. “Kinderen zijn heel enthousiast. Ze doen dingen die ze thuis niet makkelijk doen. Ook op sociaal gebied leren ze verschillende dingen.” “Enthousiasme, even eruit zijn, niet de hele middag achter tv of computer.” Een leerkracht twijfelt of kinderen ook lid worden van clubs, juist door het grote aanbod aan activiteiten. “Elk jaar stijgt het aantal deelnemende kinderen. Ik denk niet dat er meer kinderen lid worden van een club, maar het is ook een leuke afwisseling van activiteiten” Bijna eenderde van de leerkrachten hebben het effect niet beoordeeld, met name leerkrachten met weinig deelnemers in de klas. Kinderen zijn zonder uitzondering heel positief Gevraagd naar de ervaringen van kinderen zijn deze allemaal, zonder uitzondering heel positief. Leerkrachten geven aan dat kinderen vertellen dat ze de activiteiten heel erg leuk vinden, waarbij de complimenten voor de kinderkookclub en het knutselen het meest in het oog sprongen. Kinderen vinden niet alleen de activiteiten leuk, maar vinden het ook leuk om met kinderen uit de wijk (niet van de eigen school) dingen te doen. Zo maken ze kennis met andere kinderen. Kinderen die al sporten of theater maken zien het naschoolse aanbod as een leuke aanvulling. “Leuk om deel te nemen aan activiteiten. Leuk om kennis te maken met andere kinderen. Bij het koken vinden leerlingen het speciaal om dat voor ouderen te doen” Er werden ook een paar kritische opmerkingen gemaakt. In een klas vonden kinderen de leiding bij het sporten te streng. Een meisje uit groep 8 vond het dansen saai. In een andere klas hadden kinderen genoemd dat ze geen brief ter bevestiging van deelname hadden gekregen. Ook konden niet alle kinderen altijd meedoen, omdat er een wachtlijst was ontstaan.
1.7
Ten slotte: Zuid blijft eruit springen!
Het BOS-project loopt als een trein. Er is veel belangstelling voor bij kinderen, de activiteiten onder schooltijd zijn positief geëvalueerd en het draagvlak bij de professionals is ruimschoots aanwezig. Het BOS-project past volledig in de brede school ontwikkeling die in Etten-Leur gaande is. Ongeacht de planning van bouw van nieuwe brede scholen in Zuid, waarin diverse participanten gaan samenwonen, willen we de samenwerking graag voortzetten. Met elkaar willen we werken aan positieve doelstellingen voor de kinderen van de wijken Grauwe Polder, Banakkers en Hoge Neerstraat. Ook voor de komende jaren geldt het adagium: “Zuid springt eruit!”
8
2
Van project naar brede school organisatie
“Van BOS project naar brede scholen Zuid” is de titel van dit document. In het eerste hoofdstuk heeft u kunnen lezen dat we op een positieve manier terugkijken naar de activiteiten van het BOS project. We zijn dan ook van plan de ingeslagen weg voort te zetten. We zijn gestart als een project, maar de samenwerking neemt structurele vormen aan in een brede school samenwerking. Het is nog onbekend wanneer er nieuwbouw gerealiseerd wordt voor de 4 Heemskinderen en de brede school Grauwe Polder. De kern van een brede school wordt echter gevormd door de samenwerking tussen instellingen, niet door een gemeenschappelijk gebouw. We kiezen er dan ook voor dat we als “brede scholen Zuid” in dit document samenwerken op een aantal doelstellingen: dít is de reden waarom we met elkaar samenwerken! In dit hoofdstuk zijn deze doelstellingen samengevat en wordt de brede scholen zuid als organisatie behandeld.
2.1
De kaders: Etten-Leurse afspraken
Brede school visie Etten-Leur De brede scholen Zuid vormen een samenwerking van onderwijs, welzijn, kinderopvang en gemeente in de wijken Banakkers, Hoge Neerstraat en Grauwe Polder. Omstreeks 18 organisaties, van wijkvereniging tot basisonderwijs, van culturele instelling tot buurtsportwerk leveren een bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen in deze wijken. We doen dit vanuit de brede school visie van Etten-Leur: “De brede school staat voor een geïntegreerde aanpak ter verbetering van de ontwikkelingskansen van kinderen en jongeren in hun diverse leefmilieus; op school, in het gezin en in hun vrije tijd. Het gaat daarbij tevens om de inrichting van een netwerk van onderwijs, welzijn en zorg rond kind en gezin ter bevordering van de sociale competentie van jongeren en van hun actieve deelname aan samenleving, onderwijs, recreatie en werk.” (Visie van gemeente Etten-Leur op brede scholen 2005)
De Brede schoolaanpak is erop gericht om het vermogen van kinderen te stimuleren om zelf hun eigen omgeving de beste melange aan ontwikkelingsmogelijkheden te vinden. In de brede school staat de totale ontwikkeling van het kind centraal. De brede school stimuleert diverse ontwikkelingsgebieden: • • • •
Sociaal-emotionele ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling Motorische ontwikkeling Creatieve ontwikkeling “De verschillende aspecten van de genoemde ontwikkelingsgebieden zijn nauw met elkaar verbonden en zijn niet los van elkaar te zien. (…) Kinderen ontwikkelen zich niet alleen op school, maar ook thuis en in de omgeving van gezin en school. Door afstemming en een integrale werkwijze kunnen in de brede school opvoedings- en onderwijsfacetten aan elkaar gekoppeld worden.” (Visie van gemeente Etten-Leur op brede scholen 2005)
Het accent op ontwikkelingskansen, de wijk en dagarrangementen Brede scholen in Etten-Leur sluiten aan bij de wijken waarin zij staan. We onderscheiden drie verschillende accenten, die lokaal hun invulling kunnen krijgen:
Accent op dagarrangementen met verrijkingsmogelijkheden Accent op creëren van kansen met sterke buurtfunctie Mix van bovenstaande accenten
In de brede scholen Zuid gaat het om een mix van deze accenten. We hebben immers te maken met 3 verschillende, heterogeen samengestelde wijken. Nadruk van onze samenwerking zal evenwel komen te liggen op het creëren van kansen, waarbij we extra aandacht besteden aan kinderen uit gezinnen met een zwakke sociaal-economische achtergrond, of waar sprake is van ontwikkelingsachterstanden. Surplus Welzijn heeft dan ook een belangrijke taak binnen de brede scholen Zuid. In de Grauwe Polder is dit meer aan de orde dan in de Banakkers en Hoge Neer. In de bijlage treft u een wijkanalyse aan.
9
2.2
De doelstellingen van brede scholen Zuid
De brede scholen Zuid hebben 2 hoofddoelstellingen:
De brede scholen zuid willen een bijdrage leveren aan de brede ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar. Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan het bereiken van kinderen met een zwakke sociaal-economische achtergrond. De brede scholen zuid willen een bijdrage leveren aan een levendige en leefbare wijk.
Alle activiteiten dragen bij aan deze doelstellingen. De doelstellingen zijn verder uitgewerkt in de activiteitenhoofdstukken 3 t/m 13. In het onderstaande schema zijn ze op een rij gezet: Doelstelling
Brede ontwikkeling van kinderen stimuleren Levendige en leefbare wijk
Stimuleren van de motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 3,5-12 jaar. Verlagen van de drempel om te gaan sporten door kennismakingsactiviteiten. Kinderen van alle leeftijden en achtergronden plezier laten beleven in (gezond) bewegen.
2.3
Activiteit Alle activiteiten, Kidsfun en wijkverenigingen in het bijzonder Buurtsportwerk Bewegen met peuters en kleuters Verbetering kwaliteit bewegingsonderwijs
Bijdrage leveren aan een actieve en gezonde leefstijl van kinderen en hun ouders. Hierbij ligt de nadruk op voldoende beweging en het voorkomen van overgewicht.
Lekker Fit! Projecten/ thema’s gezonde leefstijl Alle sportactiviteiten
Een bijdrage leveren aan de creatieve ontwikkeling van kinderen.
Kunstige uurtjes
Activiteiten leesbevordering
Basisschool leerlingen enthousiasmeren voor lezen Kinderen kennis laten maken met het doel van de kinderjury/kinderboekenweek en de werkwijze hiervan Kinderen inzicht bieden op welke wijze een boek te beoordelen is.
Realiseren van een sluitend zorgnetwerk rondom het kind.
O&ZC
De organisatie
Samenstelling Management Team In paragraaf 1.3 heeft u al kunnen lezen dat een groot aantal organisaties een bijdrage heeft geleverd aan het BOS project. Deze organisaties zullen een bijdrage blijven leveren aan de brede scholen zuid. Van april 2006 tot en met mei 2008 is de werkgroep in grote samenstelling bijeen geweest. Vanaf juni 2008 is een kleiner Management Team samengesteld, die gezamenlijk de overgang voorbereiden van BOS-project naar brede scholen Zuid. Dit management Team bestaat uit vertegenwoordigers van de volgende organisaties:
Katholiek onderwijs (’t Carillon, de Troubadour, de 4 Heemskinderen) OBS de Bombardon
10
PCBS de Klankhof BSO Kameleon 3 Surplus Welzijn Gemeente Etten-Leur Manager brede scholen (voorzitter)
Het MT is verantwoordelijk voor het beleid van de brede scholen Zuid, binnen de kaders die in EttenLeurs verband worden aangegeven. Bij het MT kunnen de samenwerkingspartners aanschuiven De bibliotheek, de wijkvereniging, het O&ZC, de cultuurcoördinator en alle andere betrokkenen kunnen aanschuiven bij de MT vergaderingen op uitnodiging van het MT. Zij kunnen ook op eigen verzoek een agendapunt aanleveren. De voorzitter plant deze dan in. De partners worden betrokken bij het jaarplan en de evaluatie en er is geregeld overleg over activiteitenplanning. Agendavoering van het MT Het MT komt ten minste 6 keer per jaar bij elkaar. De volgende onderwerpen staan op de agenda: • Monitoring op doelstellingen • Monitoring samenwerkingsproces • Activiteitenkalender: 2 keer per jaar • Nieuws uit andere gremia (ook themagroep, beheergroep, VoPo, PoVo, samenwerkingspartners) • Verantwoording/ evaluatie • Behoeftepeiling/ evaluatie ouders/ kinderen • PR Twee brede scholen blijven samenwerken In de toekomst zullen er twee brede scholen zijn in Etten-Leur Zuid: één in de Banakkers en één in de Grauwe Polder. Tot die tijd zullen we als gezamenlijke brede scholen Zuid een MT vormen en beleid ontwikkelen. Bij nieuwbouw zullen twee MT’s geformeerd worden, maar blijft de samenwerking op het vlak van naschoolse activiteiten bestaan.
2.4
Organisatieontwikkeling van de brede scholen zuid
Naast het uitvoeren van activiteiten zal ook de organisatie van de brede scholen Zuid zich verder ontwikkelen. Het komende jaar zullen we ons daarbij richten op de volgende zaken: Locatie coördinatie realiseren: Het onderwijs en de kinderopvang in de themagroep brede school nemen een coördinator brede scholen Zuid aan voor 12 uur. Streven is dat de coördinator start in september. Het MT is verantwoordelijk voor het realiseren van een werkplek voor de coördinator, en de manager brede scholen zorgt voor het inwerken en de inhoudelijke aansturing. Het voorzitterschap van het MT wordt uiterlijk januari 2010 overgenomen door de locatiecoördinator. Jaarplan en verantwoording: De coördinator zorgt ervoor dat eind van het schooljaar is er een jaarplan voor het komende jaar gereed en doorgesproken met MT en overige samenwerkingspartners. De coördinator zorgt voor een verantwoording van het schooljaar 2009-2010 van “zuid springt eruit!” Doelstellingen: de lange termijn doelen van “zuid springt eruit!” worden vastgesteld en gecommuniceerd met teams, themagroep en ouders. Het MT kiest op welke thema’s wordt samengewerkt. De verdeling van verantwoordelijkheden onder MT leden en de verschillende organisaties is duidelijk. Pedagogische dialoog: Er wordt op kleine schaal een start gemaakt met een pedagogische dialoog tussen medewerkers van verschillende werksoorten. We starten met de organisaties die daar nu al belangstelling voor hebben. De volgende onderwerpen behoeven nog nadere discussie:
11
Versterking van de link tussen onderwijs en welzijn: In het BOS project worden kinderen met een ontwikkelingsachterstand door de leerkrachten en IBers niet actief aangesproken voor deelname aan de activiteiten. Welzijn zou graag willen dat kinderen die op sommige ontwikkelingsfacetten zwak scoren doorverwezen worden aan het welzijnswerk. Bij kinderen met problemen kan er ook mogelijk ook contact plaats vinden over deze kinderen, om hen beter te begeleiden. Relatie buitenschoolse opvang en buitenschoolse activiteiten: Onderwijs en kinderopvang verzorgen gezamenlijk een volledig dagarrangement van 7 uur s’ochtends tot 18 uur s’avonds. Daarnaast hebben we een naschools activiteiten aanbod. Alle kinderen kunnen hier aan meedoen. Activiteiten sluiten niet direct aan op de school, en ouders zijn verantwoordelijk voor vervoer en tijd tussen het uitgaan van de school en de start van de activiteiten. De BSO verzorgt ook kleutergym, wat voor alle kinderen toegankelijk is. Met andere woorden: de grenzen tussen (welzijns)activiteiten en kinderopvang vervagen. Wellicht behoeft dit nog een inhoudelijke discussie. Betrekken voorschoolse voorzieningen bij de brede scholen: in Etten-Leur is de kinderopvang van 0-4 jaar en de peuterspeelzaal een belangrijk basisingrediënt van de brede scholen. Tijdens het BOS-project zijn de voorschoolse voorzieningen grotendeels buiten beeld gebleven. De manier waarop de voorschoolse voorzieningen betrokken worden bij de brede scholen zuid zal in de toekomst nader ingevuld moeten worden.
12
3
Kidsfun: Sociaal-culturele activiteiten
3.1
Evaluatie kidsfun activiteiten in het BOS-project
Doelstellingen De kidsfun activiteiten in het BOS-project dragen bij aan de doelstelling tot het terugdringen van ontwikkelingsachterstanden bij kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar. Activiteiten Kidsfun wordt verzorgd door het sociaal cultureel werk van Welzijn Surplus. Alle activiteiten worden georganiseerd door een professionele sociaal cultureel werkster en samen met vrijwilligers en stagiaires. Drie dagen per week hebben zij een aanbod rondom de thema’s “Buurtkids”, “Creakids” en “Kinderkookcafé”. In het begin van het BOS project hebben we de activiteiten Taalkabaal en Kinderpersbureau gehad, maar deze zijn eenmalig geweest en gestopt. Financiering • De loonkosten van het sociaal cultureel werk worden bekostigd uit de reguliere subsidie van de gemeente Etten-Leur aan Surplus Welzijn Etten-Leur. • Het activiteitenbudget wordt elke periode gedeclareerd bij het BOS project. Dit is omstreeks 3.900 euro per jaar, voor 3 activiteiten per week. • De deelnemersgelden zijn 1 euro per kind per keer. • Na afloop van het project volgt een volledige financiële verantwoording naar gemeente en rijk. Bereik Kidsfun in het BOS-project Er is veel belangstelling voor alle kidsfun activiteiten. Vooral de kookactiviteit springt er uit. Vanaf het begin is het aantal inschrijvingen voor deze activiteit (veel) te groot. Ook de activiteiten voor de jongste groepen (groep 1,2,3) springen eruit. Met de creakids doen ook altijd veel kinderen mee. Omdat we een aantal losse activiteiten organiseren samen met de wijkvereniging (paasknutsel, creacarnaval) lukt het ook alle kinderen een plekje te geven. Hieronder volgt het aantal deelnemers per activiteit. Omdat veel kinderen met meerdere activiteiten meedoen, is het totaal aantal kinderen dat mee doet minder. Kidsfun Activiteit Aug-Dec 2006 Taalkabaal Creakids Buurtkids Jan-juni 2007 Creakids Buurtkids Kinderpersbureau Kinderkookclub Aug-dec 2007 Creakids Kinderkookclub Buurtkids Jan-juni 2008 Creakids Buurtkids Kinderkookclub Aug-dec 2008 Creakids Buurtkids Kinderkookcafe Jan-juni 2009 Creakids Buurtkids Kinderkookcafe
Totaal aantal deelnemers incl. dubbelingen
Aantal deelnemers 9 16 36 75 32 10 53 62 36 48 125 56 62 73 60 24 182 63 85
1107
13
Kidsfun sluit aan op behoeften kinderen Gezien het grote bereik van de Kidsfun activiteiten kunnen we concluderen dat de activiteiten goed aansluiten bij de behoeften van kinderen. In de loop der jaren weten we wat goed en niet goed bij de kinderen past. Kinderen houden van koken, eenvoudige spellen, actief buiten zijn en werken met verschillende materialen. Naast de structuur van enkele vaste activiteiten(creakids en koken) proberen we op dinsdag andere kinderen aan te spreken door verschillende nieuwe thema’s. Kidsfun doet beroep op verschillende vaardigheden van kinderen Sociale competenties Tijdens alle kidsfun activiteiten is er aandacht voor het vergroten van de sociale competenties van kinderen: samenwerken, zelfvertrouwen, inlevingsvermogen en probleem oplossen. Verschillende leeftijden, verschillende prikkels Voor alle activiteiten is er bewust gekozen om verschillende leeftijden te scheiden. Zo kun je een gepastere, uitdagendere activiteit voor de kinderen aanbieden. Bij iedere leeftijd heb je andere prikkels, welke we op verschillende manieren proberen te stimuleren. Bij Creakids wordt bewust weinig knip- en plakmomenten ingelast, omdat dit vaak al op school gebeurt. Wij proberen juist andere materialen te gebruiken. Kinderen van het Carillon en de Klankhof springen er wat betreft creativiteit bovenuit. Sekse gerichte activiteiten: girls en boys Vanaf september 2008 is er gekozen voor sekse-gerichte activiteiten. Girlsafternoon was daar de eerste activiteit van. Binnen deze groep meiden was een andere groepsdynamiek en sfeer. Naast de girls-activiteit is er nu ook een boys activiteit. Jong en oud in het kinderkookcafé De sociale interventie om jong- oud bij het koken met elkaar in contact te laten komen is een geslaagd idee. De ouderen genieten van de aanwezigheid van de kinderen en de kinderen vinden het super om echte gasten te hebben. Je ziet dat de kinderen veel respect hebben voor ouderen. De locatie straalt de sfeer uit als een echt restaurant, bedienen, drinken serveren en eten bereiden krijgt daardoor een extra dimensie. Het contact tussen jong en oud wordt doorgezet bij nieuwe projecten. Zo is in 2009 gestart met ‘De Expositie’ waarbij oud en jong schilderijen rondom het thema klimaatverandering maakten en een echte expositie organiseerden in het Pluspunt. Kidsfun op verschillende locaties De activiteiten vinden plaats op verschillende locaties. Deze locaties zijn altijd dicht bij de kinderen, in de eigen wijk of buurt. Welzijn Surplus is erg blij met de locatie in Basisschool de Klankhof. De ruimte en de samenwerking loopt goed. Helaas hebben we in de afgelopen tijd verschillende kooklocaties gehad. Momenteel maken we gebruik van de keuken van het Grand Café de Kloostergaard. Deze keuken is niet optimaal voor het bereiden van grote hoeveelheden. De keuken is niet ingesteld op kinderhoogte en is eerder een verwarmkeuken dan geschikt voor het bereiden van grote verse maaltijden. Ondanks dit is de facilitair medewerker zeer bereidwillig. Overleg is altijd mogelijk. Helaas voelen we ons vaak te gast op de diverse locaties. Zoals ook in het wijkgebouw. Het is vaak onmogelijk veel spullen op de locaties op te slaan. Tevens stopt de knutselmiddag die al jaren lang in het wijkgebouw gaande is eerder voor onze activiteit, helaas is er daardoor maar weinig tijd om spullen voorafgaand klaar te zetten. Verbeterpunt: Optimaal zou zijn dat er vaste, geschikte locaties komen waarbij genoeg tijd en ruimte voor voorbereiding is, zoals bijvoorbeeld in de Klankhof. Deze locaties moeten dicht in de woonomgeving van de kinderen liggen zodat kinderen zelfstandig kunnen komen. Tevens hopen wij bij nieuwbouw van de brede school Grauwe Polder op een eigen ruimte met kookvoorziening. Op deze manier kunnen de activiteiten nog beter voorbereid worden. Door een vaste werkplaats in de wijk zal er nog meer contact zijn met de wijk, ouders en kinderen. Contact met kinderen, probleemsignalering en zorg Er komen diverse kinderen binnen van de vele scholen. Wij zijn blij om te zien dat er steeds meer kinderen komen vanuit de Hoge Neerstraat. Op deze manier komen deze kinderen in contact met kinderen uit de omgeving. In de loop der jaren zien we dat veel dezelfde kinderen terug komen. Op deze manier hebben we met deze kinderen en hun ouders een band opgebouwd, waardoor het vaak
14
gemakkelijker is problemen te signaleren. Deze signalen worden besproken met de ouders of doorgegeven aan school maatschappelijk werk. Dit wordt moeilijker bij grotere groepen voor de beroepskracht omdat deze de vrijwilligers meer moet aansturen die bij alle activiteiten aanwezig zijn. Helaas zijn maar enkele vrijwilligers lange tijd aanwezig bij de activiteiten. Het steeds opnieuw zoeken en opnieuw een groep opbouwen en vergt veel tijd. Veel vrijwilligers hebben geen scholing in deze richting. Ook heeft een aantal vrijwilligers zelf problemen in de thuissfeer. Door grote belangstelling moeten we soms kinderen afwijzen De belangstelling voor Kidsfun is zo groot dat Surplus Welzijn regelmatig kinderen moet afwijzen. Te grote groepen zijn niet goed te behappen voor medewerkers en vrijwilligers. Op allerlei manieren worden creatieve oplossingen bedacht om zo veel mogelijk kinderen van dienst te zijn, maar dan nog moeten we sommige kinderen teleurstellen. Daarom is besloten dat de inleverdatum leidend is bij het inplannen van kinderen. Daarnaast behoud de sociaal cultureel werkster altijd het recht zelf te beslissen iemand wel of niet in te plannen. Reden hiervoor kan zijn, dat het voor de ontwikkeling van het specifieke kind heel belangrijk is. Een kind kan afgewezen worden als het al vaak heeft meegedaan met dezelfde activiteit, om zo plaats te maken voor nieuwe deelnemers. Verbeterpunt: Onderzoeken of urenuitbreiding mogelijk is om aan de vraag van kinderen te voldoen. Relatie met de wijkverenigingen De wijkverenigingen organiseren ook activiteiten voor kinderen. Sommige activiteiten, zoals de disco’s lopen heel goed, anderen, zoals de computerinloop lopen mindergoed. Er wordt gewerkt aan een betere afstemming van BOS-activiteiten en activiteiten van de wijkverenigingen. Zo worden al diverse creamiddagen georganiseerd samen met buurtbelang Grauwe Polder, en zal een aantal van hun activiteiten opgenomen worden in de BOS-activiteitenkalender. Met de andere wijkverenigingen volgen nog gesprekken.
3.2
De toekomst van de kidsfun activiteiten in brede scholen Zuid
In de Brede Scholen Zuid willen we met de sociaal culturele activiteiten: • een bijdrage leveren aan de brede ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar. Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan het bereiken van kinderen met een zwakke sociaal-economische achtergrond. • Een bijdrage leveren aan een levendige en leefbare wijk. Welke activiteiten willen we handhaven Alle kidsfun activiteiten willen we handhaven. Periodiek wordt bekeken hoe de activiteiten precies vorm krijgen. Dit is afhankelijk van de belangstelling en ideeën van de kinderen en de mogelijkheden van vrijwilligers, stagiaires en personeel. Bij de activiteiten wordt steeds geprobeerd er extra inhoud aan te geven: bijvoorbeeld door het aanspreken van sociale vaardigheden van kinderen, een link maken met de buurt en contacten leggen tussen generaties. Financiële mogelijkheden voor voortzetting activiteiten De reguliere subsidie wordt voortgezet. In de uren van het Sociaal Cultureel werk is dus voorzien. Mogelijke uitbreiding van uren zal aan de orde komen in de gesprekken tussen de gemeente en Surplus Welzijn. Dit vanwege de grote belangstelling voor activiteiten. Kosten voor activiteiten bedragen omstreeks 3.900 euro per jaar. Er wordt een voorstel geschreven dit vanuit de LEA (Lokaal Educatieve Agenda) gelden te betalen. De verbeterpunten en wensen In dit hoofdstuk is al een aantal verbeterpunten genoemd. Deze worden hier nog eens opgesomd. Vaste geschikte locaties met voldoende voorbereidingstijd Ruimte voor sociaal cultureel werk in de nieuwe brede school, met kookgelegenheid Onderzoeken of urenuitbreiding mogelijk is om aan de vraag van kinderen te voldoen. Betere afstemming met wijkverenigingen.
15
4
Buurtsportwerk
4.1
Evaluatie buurtsportwerk in het BOS-project
Doelstellingen Met het buurtsportwerk willen we bijdragen aan de BOS-doelstellingen: “verminderen van bewegingsarmoede” en “tegengaan van overlast”. Activiteiten De buurtsportwerker verzorgt drie dagen per week een naschools sportaanbod voor kinderen van groepen 3-8. Hierbij legt hij verbindingen met sportverenigingen uit Etten-Leur. Twee avonden per week verzorgt hij een sportaanbod voor (allochtone) jongeren van 12 tot 18 jaar. Ook is de buurtsportwerker contactpersoon voor de Cruijffcourt, waar hij regelmatig te vinden is. Vrijwel alle sportactiviteiten vinden in Etten-Leur Zuid plaats, dicht bij de kinderen en de scholen. Financiën • De loonkosten van het buurtsportwerk worden betaald vanuit het BOS project. Voor de specifieke takken van sport wordt een bijdrage van 1 euro per keer gevraagd aan de deelnemers. Hiervan worden o.a. consumpties betaald. • Na afloop van het project volgt een volledige financiële verantwoording naar gemeente en rijk. Bereik van het buurtsportwerk in het BOS-project De activiteiten van het buurtsportwerk lopen goed, er worden veel kinderen en jongeren bereikt. De jongerensportactiviteiten op de dinsdag en donderdag worden bezocht door vaste groepen jongeren, die wekelijks terug komen. Sportintro op de woensdagmiddag is een inloop voor kinderen van de basisschool. Het zijn het vaak dezelfde kinderen die op de woensdagmiddag komen sporten, ook kinderen van de BSO doen mee. De buurtsportwerker weet deze kinderen dus goed te binden. Sportaround bestaat uit losse activiteiten van 4 weken, waaraan steeds verschillende kinderen mee doen. Sportaround wordt voor 2 leeftijdsgroepen op verschillende dagen aangeboden. Enkele keren zijn, vanwege te weinig aanmeldingen deze groepen samengevoegd. De populariteit van diverse takken van sport is verschillend: zo was er bijvoorbeeld een stormloop op de tennis en zelfverdediging, maar lukt het niet voldoende deelnemers te werven voor rugby. In de onderstaande tabel is het aantal deelnemers geregistreerd. Sommige kinderen doen mee aan verschillende activiteiten, het totaal aantal kinderen dat mee doet is dus kleiner. Sport Activiteit Aug-Dec 2006 Jongeren 12-18 Sportintro Sportaround (ism verenigingen) Jan-juni 2007 Jongeren Sportintro Sportaround Aug-dec 2007 Jongeren Sportintro Sportaround (ism verenigingen) Jan-juni 2008 Jongeren Sportintro Sportaround Aug-dec 2008 Jongeren Sportintro Sportaround (ism verenigingen) Jan-juni 2009 Jongeren Sportintro Sportaround
Totaal aantal deelnemers incl. dubbelingen
Aantal deelnemers 38 42 75 52 35 96 28 25 43 46 33 54 46 41 138 45 16 107
960
16
Positieve waardering van kinderen en ouders Kinderen waarderen de sportactiviteiten positief. Dit blijkt uit het hoge bereik, het groot aantal kinderen dat lessenreeksen afmaken en de positieve feedback van kinderen en ouders. “Over het algemeen waarderen de kinderen dit soort activiteiten. Ik merk dat aan de reactie van de kinderen en de ouders. Die zijn meestal aan het einde van een activiteit heel vriendelijk zijn en bedanken mij voor het verzorgen van de les. Dit zie ik ook terug in de goede aanwezigheid. Dit geeft aan de meeste kinderen de les waarderen. De kinderen doen ook over het algemeen heel goed mee en zijn zeer aanwezig. De ouders geven aan dat dit een goed initiatief is, en vermelden er meestal bij dat ze dit soort activiteiten in hun eigen jeugd gemist hebben.” (buurtsportwerker) Sporten met kinderen stimuleert de sportiviteit De buurtsportwerker heeft een goed contact met de kinderen. Hij kan met leeftijdsgroepen van 6 tot 18 jaar goed overweg. Het samenspelen in de wijk en de contacten tussen kinderen van verschillende scholen zijn van grote waarde. Naast de ontwikkeling op motorisch vlak en het kennis maken met de sporten, wordt ook de sportiviteit gestimuleerd. De sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen is ook bij de sportactiviteiten een belangrijk aandachtspunt. “Bij kinderen die vanaf het begin van het BOS project meedoen is er naar mijn mening effect op sportieve vaardigheden. Kinderen zijn in de loop der jaren ook socialer geworden. Wat mij opvalt, is dat sommige kinderen aan het begin van een activiteit tamelijk rustig zijn, maar bij de laatste les bijvoorbeeld zeer aanwezig zijn. Dit geeft aan dat het kind zich gedurende de lessen zich meer ontspannen, zelfverzekerd en onbezorgd voelt”. (buurtsportwerker) Sportstimulering en doorstroming naar de verenigingen De proeflessen met de buurtsportwerker en de verenigingen verlagen de drempel te gaan sporten, en zorgen er voor dat kinderen zelf keuzes kunnen maken. Hoewel de kinderen zelf niet vaak de interesse in een vereniging aangeven, zijn er altijd wel veel vragen van ouders. Ouders geven ook aan dat zij met hun kinderen (vooral uit de groepen 3, 4, 5) een goede keuze willen maken en daarom ook hun kind inschrijven bij SportAround. De buurtsportwerker schat in dat de meerderheid van de deelnemers aan zijn activiteiten (groep 3, 4, 5) zich laat inschrijven bij een sportvereniging. Kinderen die meedoen met de woensdagmiddagactiviteit, sporten steeds vaker samen op de Cruijffcourt. De kinderen uit groep 6, 7, 8 zijn over het algemeen al actief bij een sportclub. Ze zien de buurtsportactiviteiten als een extra sportmoment in de week. Omdat de kinderen zelf naar de sporthal komen, heeft de buurtsportwerker bij deze groep kinderen weinig contact met de ouders. Er zijn geen cijfers van doorstroming van kinderen naar verenigingen. Wel is er steeds de bereidheid van verenigingen om op vrijwillige basis hieraan mee te doen. Zij zien het dus ook bij uitstek als middel om kinderen te interesseren voor hun tak van sport. Buurtsportwerk levert belangrijke bijdrage aan jongerenwerk De buurtsportwerker levert een belangrijke bijdrage aan het jongerenwerk. Hij heeft goed contact met een kwetsbare groep jongens in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Indien er zorgen bestaan over bepaalde jongeren hebben buurtsportwerk en jongerenwerk hierover contact met elkaar. Het aanbod zorgt voor een zinvolle vrije tijdsbesteding voor deze jongens en zorgt ervoor dat ze wat minder op straat te vinden zijn. De buurtsportwerker assisteert, naast het BOS programma, ook bij andere sportieve activiteiten van het jongerenwerk, zoals bij de zomeractiviteiten. “Ik heb het gevoel dat de jongeren de sportactiviteiten heel erg waarderen. Sinds ik ben begonnen hier in Etten-Leur als buursportwerker heb ik 2 groepen jongeren op dinsdagavond. Deze jongens ben ik vanaf dag 1 niet uit het oog verloren. Dit zijn vaste groepen die wekelijks al bijna 3 jaar komen sporten. De jongeren zelf geven aan dat ze heel graag meer van dit soort activiteiten willen. Ik heb grip op deze groepen en de jongeren vertrouwen mij volledig. Als er wat kleine akkefietjes zijn, dan zijn er een paar jongeren die mij altijd op de hoogte houden. Op deze manier kom ik er vaak achter wie wat gedaan heeft. Verder denk ik nog steeds dat deze groepen kwetsbaar zijn. Waar ik me wel zorgen om maak is dat jongeren na de activiteiten met een grote groep de wijk intrekt en meestal rondhangt bij de Cruijff Court. Dit geeft zo nu en dan wel overlast”. (buurtsportwerker)
17
In 2007 is geprobeerd een meidengroep (12-18 jaar) samen te stellen, in samenwerking met een vrouwelijke vrijwilligster. Dit is wegens gebrek aan belangstelling gestopt. Werving blijft aandachtspunt De werving voor de buurtsportactiviteiten voor de basisschoolkinderen gebeurt via de activiteitenkalender die 2 keer per jaar uitgebracht wordt. Sommige sportactiviteiten zijn dan meteen volgeboekt, anderen hebben nog geen “volle bak” en kunnen dus nog extra werving gebruiken. Dit zou in de toekomst nog versterkt kunnen worden door persoonlijke werving door de buurtsportwerker via het onderwijs of de BSO (bijvoorbeeld in de gymles, tijdens pauzemomenten of bij het overblijven). Op deze manier kan de buurtsportwerker zichtbaarder worden bij de kinderen die nu nog niet bereikt worden, en wordt efficiënter gebruik gemaakt van het netwerk dat met het BOS-project ontstaan is. In de loop van de jaren is de mond-tot-mond reclame in het BOS-project ook effectief gebleken. “Kinderen die meedoen aan dit soort activiteiten praten er over op school, ouders hebben contact met elkaar tijdens het ophalen. Kinderen schrijven zich ook in bij een sport around activiteit omdat een klasgenoot meedoet. Ik zie vaak kinderen uit dezelfde klas en school die zich aanmelden.” (buurtsportwerker) Relatie met de BSO Diverse BSO-kinderen gaan naar de buurtsportactiviteiten toe. Er wordt vooral gebruik gemaakt van de gratis sportintro op de woensdagmiddag. Indien nodig is er een korte overdracht tussen buurtsportwerker en pedagogisch medewerker. Zo worden onder andere gedragsproblemen besproken. Sinds dit schooljaar werkt de BSO met een sportschema, waarbij de buurtsportwerker (en verenigingen) in opgenomen zijn om clinics te verzorgen. Verder wordt er door de BSO actief gebruik gemaakt van Cruijffcourt, trapveldjes en speeltuinen in de buurt. Gebruik Cruijffcourt door Klankhof en Bombardon De Bombardon en de Klankhof maken zeer actief gebruik van het naast gelegen Cruijff court. De nabijheid van het veld heeft ervoor gezorgd dat de kinderen in de pauzes daar gaan sporten. De Klankhof en Bombardon hebben hier gezamenlijk afspraken over gemaakt. Elke dag gaan er kinderen sporten, indien het weer het toelaat.
4.2
De toekomst van het buurtsportwerk in de brede scholen Zuid
In de brede scholen zuid willen we met het buurtsportwerk bijdragen aan de volgende doelen: • •
•
Stimuleren van de motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 6-12 jaar. Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan het bereiken van kinderen met een zwakke sociaal-economische achtergrond. Verlagen van de drempel om te gaan sporten door kennismakingsactiviteiten. Hierbij wordt gewerkt met de drietrapsraket confrontatie (onder schooltijd, tijdens de gymles) oriëntatie (na schooltijd, door het buurtsportwerk en de verenigingen) en specialisatie (bij de sportverenigingen). Kinderen van alle leeftijden en achtergronden plezier laten beleven in (gezond) bewegen.
Welke activiteiten willen we handhaven? De naschoolse sportactiviteiten voor kinderen en de sportactiviteiten voor jongeren willen we graag handhaven. Ook de samenwerking met verenigingen voor naschoolse sportactiviteiten willen we graag voortzetten. Voorstel: sportconsulent werkt samen met buurtsportwerk Met het BOS-project is een link gelegd tussen buurtsportwerk, onderwijs en sportverenigingen. Deze link willen we de komende jaren verder versterken. Dit is mogelijk indien er een ALO-sportconsulent aangesteld wordt die een link legt tussen onderwijs, verenigingen, kinderopvang en buurtsportwerk en nauw samenwerkt met het buurtsportwerk. De uitvoering van deze plannen is mede afhankelijk van de deelname aan de impulsregeling brede scholen, sport en cultuur. Meer hierover leest u in hoofdstuk 7.
18
Wat zijn daarvoor de (financiële) mogelijkheden? - Het buurtsportwerk wordt in 2009 verder bekostigd uit de gelden van de LEA (lokaal Educatieve Agenda) en budget van het gemeentelijk sportbeleid. - Indien de gemeente besluit mee te doen met de impulsregeling brede scholen, sport en cultuur, ontstaat er ruimte voor het aantrekken van een sportconsulent die met de buurtsportwerker samenwerkt. De kosten van het buurtsportwerk kan dan als cofinanciering ingezet worden. De verbeterpunten en wensen In dit hoofdstuk is al een aantal verbeterpunten genoemd. Deze worden hier nog eens opgesomd. - Het BOS project heeft de samenwerking buurtsportwerk- school- BSO - sportvereniging in gang gezet, maar dit kan verder versterkt worden. Het buurtsportwerk kan hierin (in samenwerking met de sportconsulent) een grotere rol in gaan spelen. - Intensievere persoonlijke werving door het buurtsportwerk.
19
5
Bewegen met kleuters
5.1
Evaluatie bewegen met kleuters in het BOS project
Doelstellingen Met de bewegingsactiviteiten voor kleuters willen we bijdragen aan de BOS doelstelling “verminderen van bewegingsarmoede.” Activiteiten Wekelijks wordt op de vrijdagochtend kleutergym aangeboden voor de groepen 1,2 en sinds kort ook voor de oudere peuters (vanaf 3,5 jr). Deze activiteit wordt georganiseerd door de BSO Kameleon 3 van Surplus. De eerste 2 jaar is een expert aangetrokken om de lessen te verzorgen, en om deze kennis over te dragen op de pedagogisch medewerkers. Deze draaien de lessen nu in tweetallen zelfstandig, soms met de hulp van een stagiair. Aan het einde van de lessenreeks worden kinderen gewezen op de mogelijkheid lid te worden van een echte gymnastiekvereniging en wordt daarover informatie verstrekt. Financiering De kosten van het bewegen met kleuters bestaat uit de kosten van het inhuren van de expert, de uurkosten van de pedagogisch medewerkers, het aanschaffen van een methode en materialen. Deze kosten zijn betaald uit het BOS budget en de deelnemersgelden van 1 euro per keer. Na afloop van het project volgt een volledige financiële verantwoording naar gemeente en rijk. Bereik Bewegen met kleuters loopt goed. Er kunnen maximaal 20 kleuters mee doen en dit maximum wordt nu in de meeste gevallen gehaald. Indien er gaatjes over zijn, worden deze opgevuld met kinderen die bij de BSO al aanwezig zijn. De eerste serie lessen die gegeven werd was de belangstelling van buiten de BSO gering, inmiddels worden de groepen hoofdzakelijk gevuld met kinderen uit de buurt. Kinderen uit groep 2 gaan om de vrijdag naar school en kunnen om de week deelnemen. Hieronder volgt het aantal deelnemers. Sommige kinderen doen aan meer dan 1 serie mee, deze zijn dus dubbel geteld: Activiteit Jan-juni 2007 2 series bewegen van 10 lessen Aug-dec 2007 1 serie van 10 lessen Jan-juni 2008 2 series Aug-dec 2008 1 serie van 10 lessen Jan-juni 2009 2 series van 10 lessen
Totaal aantal deelnemers incl. dubbelingen
Aantal deelnemers 36 20 40 20 40
156
Inhoudelijke evaluatie De ene les staan balspellen centraal, de volgende lichaamsgerichte activiteiten en houdingen. Er wordt (o.a.) aandacht besteed aan coördinatie, balbeheersing, lichaamsbesef, expressie en sociaalemotionele vaardigheden als winnen en verliezen. Effect op de kinderen is in de eerste plaatst dat ze plezier hebben en motorische vaardigheden opdoen (zoals koprollen en evenwicht houden). Daarnaast levert het voor sommige kinderen zelfvertrouwen op (bv.durven bewegen in een groep, niet aan de kant blijven staan, trots zijn als iets lukt) en leren ze sociaal-emotionele vaardigheden. Het aanbod kleutergym heeft ervoor gezorgd dat de pedagogisch medewerkers expertise hebben opgebouwd op het vlak van beweging en motoriek van kinderen. De focus van het kindercentrum is nu meer gericht op sport en bewegen dan voor het BOS project. Dit heeft niet alleen zijn effect tijdens de beweeglessen voor kleuters, maar op het kindercentrum als geheel. Het laatste half jaar is dit nog verder versterkt door de interventie van de sportconsulent.
20
De BSO vindt het belangrijk naast kinderopvang ook actief te zijn voor de buurt. Dat doen ze door middel van de kleutergym. Hierbij zet het kindercentrum de deuren open voor jonge kinderen uit de wijk, die niet van de BSO gebruik maken. Dit draagt bij aan een positief imago van de kinderopvang. Sinds het lopende schooljaar kunnen ook de oudere peuters mee doen met de kleutergym. Hiervoor wordt reclame gemaakt bij de peuterspeelzalen de Speeldoos en de Zonnehoek. Hiermee willen we beweging bij jonge kinderen stimuleren en kinderen de mogelijkheid geven zich motorisch te ontwikkelen. Daarnaast is dit een mogelijkheid om doelgroepkinderen te bereiken, aangezien relatief veel kinderen met achterstanden bij de peuterspeelzaal komen. Op deze manier komen ouders al vroeg in contact met het BOS/ brede school aanbod, en zal deelname aan andere brede schoolactiviteiten wellicht toenemen. Of we dit effect ook bereiken is nog niet bekend.
5. 2
De toekomst van bewegen met kleuters in de brede scholen Zuid
In de brede scholen Zuid willen we met “bewegen met kleuters” bijdragen aan de volgende doelen: • Stimuleren van de motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling van jonge kinderen van 3,5-6 jaar. • Een basis leggen voor plezier in (gezond) bewegen en sporten. Welke activiteiten willen we handhaven? Het wekelijks bewegen met kleuters willen we ook in de brede scholen Zuid handhaven. Wat zijn daarvoor de (financiële) mogelijkheden? De BSO gaat de activiteit bekostigen. Zijn er in het proces/ samenwerking nog zaken die verbeterd moeten worden? De samenwerking met de peuterspeelzalen zal nog meer vorm moeten krijgen.
21
6
Huiswerkbegeleiding
In de BOS aanvraag is een kostenpost opgenomen voor het uitvoeren van huiswerkbegeleiding voor de groepen 7 en 8. In overleg met het basisonderwijs is deze activiteit niet uitgevoerd. De scholen geven weinig huiswerk, en ondervinden weinig problemen bij het huiswerk maken. Bij een peiling onder ouders en kinderen werd deze behoefte ook niet aangegeven.
7
SoVa training
In 2007 hebben de vijf scholen budget ontvangen om in te zetten voor Sociale Vaardigheidstrainingen. De scholen hebben met dit geld leerkrachten een cursus aangeboden.
22
8
Kwaliteitsverbetering bewegingsonderwijs
8.1
Evaluatie kwaliteitsverbetering bewegingsonderwijs in het BOS project
Doelstellingen Met de kwaliteitsverbetering van het bewegingsonderwijs willen we bijdragen aan de BOSdoelstellingen “tegengaan van overgewicht” en “verminderen van bewegingsarmoede”. Activiteiten Voor het verbeteren van het bewegingsonderwijs zijn de eerste 3 jaar stagiaires ingezet van de sportacademie van Fontys hogeschool. De stagiaires geven bewegingslessen met de leerkracht erbij, zodat deze nieuwe ideeën en technieken voor de gymles krijgt aangereikt. Het laatste jaar is een sportconsulent aangetrokken van Sportservice Noord-Brabant (SSNB), die gericht de vijf scholen en de BSO adviseert en een verbinding legt met sportverenigingen en buurtsportwerk. Financiering Aan het inzetten van de Fontys stagiaires zijn geen kosten verbonden. De sportconsulent wordt geheel betaald vanuit de BOS gelden. Na afloop van het project volgt een volledige financiële verantwoording naar gemeente en rijk. Bereik Met de kwaliteitsverbetering van het bewegingsonderwijs zijn de 5 scholen, de BSO en het buurtsportwerk bereikt. Inhoudelijke evaluatie Inzet Fontys stagiaires positief gewaardeerd Het inzetten van Fontys stagiaires wordt door de scholen positief gewaardeerd. De expertise op sportvlak van de stagiaires geeft de leerkrachten inspiratie voor de eigen bewegingslessen. Scholen positief over inzet sportconsulent De scholen zijn positief over de interventies door de sportconsulent. Zij was gedurende 7 maanden actief op de scholen. Ze maakte de teams enthousiast voor het bewegingsonderwijs, en de scholingsmiddagen waren ook welkom. Haar enthousiaste persoonlijkheid en verbindende kwaliteiten droegen bij aan een positieve beoordeling van de sportconsulent. Inzet sportconsulent leidt tot actief sportprogramma BSO De inzet van de sportconsulent bij de BSO heeft ertoe geleid dat er nu wekelijks gesport wordt. Elke dinsdag gaat een groep kinderen naar de sporthal toe en krijgen lessen aangeboden door leidsters, buurtsportwerk of een sportvereniging. Er is inmiddels een pedagogisch medewerker die zich specifiek richt op sportaanbod binnen de BSO. Oudercommissie, medewerkers en kinderen zijn er enthousiast over. Conclusies en aanbevelingen van de sportconsulent De sportconsulent heeft haar activiteiten uitgebreid geëvalueerd en een individueel advies geschreven voor de scholen en BSO. Hier volgt slechts een korte opsomming van haar bevindingen: In de ideale situatie worden de alle bewegingslessen gegeven door een vakdocent, maar een goed (en meer haalbaar) alternatief voor het verbeteren van de kwaliteit van het bewegingsonderwijs is het aanstellen van een HBO-sportconsulent. De sportconsulent kan als vakdocent bewegingsonderwijs ingezet worden op alle vijf de scholen en als spil fungeren tussen de schoolsport, buurtsport, BSO en verenigingssport. Voortzetting van het buurtsportwerk. De buurtsportwerker werkt in 1 team samen met de sportconsulent en is ook inzetbaar bij bijvoorbeeld fittesten op school. Cluster de sportlessen in blokken, zodat de opbouw van lessen kan blijven staan. Communicatie met sportverenigingen structureren, de sportdagen inplannen en een vergoeding geven aan actieve sportverenigingen. (Deels) financiering van Lekker Fit! bij andere scholen. Introduceren van een (gemeentelijke) sportkalender.
23
Verbetering bij kleuters moet verbreed worden Kleuters die de school binnen komen kunnen op motorisch vlak minder dan vroeger. Het feit dat kleuters minder buiten spelen is hiervan waarschijnlijk een belangrijke oorzaak. Kwaliteitsverbeteringen voor groep 1 en 2 in het bewegingsonderwijs zijn noodzakelijk, maar ook bij de voorschoolse voorzieningen zou hiervoor wellicht meer aandacht moeten zijn. Veel buitenspelen en plezier in bewegen moet daar volop gestimuleerd worden.
8. 2
De toekomst van het bewegingsonderwijs in de brede scholen Zuid
In de brede scholen zuid willen we bijdragen aan de volgende doelen: • Stimuleren van de motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar. • Kinderen van alle leeftijden en achtergronden plezier laten beleven in (gezond) bewegen. Welke activiteiten willen we gaan ondernemen/ voortzetten? De scholen en BSO borgen de verbeteringen die de sportconsulent heeft ingezet. Elke school heeft hiervoor een contactpersoon aangewezen. Het MT streeft ernaar Fontys studenten in te blijven zetten voor het bewegingsonderwijs. De Fontys hogeschool wil gaan werken met beweegteams, die samenwerken met aangestelde vakdocenten. Indien er geen vakdocent wordt aangesteld, zullen de studenten waarschijnlijk ook geen stage kunnen lopen. De mogelijkheden voor het blijvend verbeteren van het bewegingsonderwijs is in grote mate afhankelijk van de deelname van Etten-Leur aan de regeling voor combinatiefuncties brede school, sport en cultuur. Hierover is nog geen beslissing genomen. In het MT is draagvlak voor het aanstellen van een sportconsulent die een link legt met BSO, onderwijs, verenigingen en buurtsportwerk. Ook de algemeen directeuren staan open voor verdere professionalisering in het bewegingsonderwijs. Financiering vanuit de combinatiefunctie regeling is dan wel noodzakelijk. Motorische remedial teaching of een “club extra” voor kinderen die niet goed meekomen in de gymles, of niet gemakkelijk aansluiting vinden bij een reguliere sportvereniging wordt regelmatig opgeworpen door verschillende betrokkenen en de sportconsulent. Hierover zou in het komende jaar een besluit moeten vallen. Ook de adviezen zoals in de vorige paragraaf behoeven nog een inhoudelijk vervolg in het komende schooljaar. Sportaccommodatie nieuwe brede school Bij de bouw van nieuwe brede scholen is een goede gymfaciliteit op locatie een belangrijk onderdeel. Ook kan men bij het kiezen van de locatie rekening houden met de nabijheid van trapveldjes of een park om kinderen ook in een vrije situatie te laten bewegen. Er moet dus goed nagedacht worden over de inrichting van de buitenruimte van de school, en in de nabijheid van de school. Daar valt veel winst te behalen. Wat zijn hiervoor de (financiële) mogelijkheden? De mogelijkheden voor deelname aan de regeling combinatiefuncties brede scholen, sport en cultuur zijn nog in onderzoek. Surplus kinderopvang heeft aangeboden voor de noodzakelijke cofinanciering te willen zorgen. De gemeente gaat na bij het ministerie of deze constructie toegestaan is.
24
9
Gezonde leefstijl
9.1
Evaluatie activiteiten rondom gezonde leefstijl
Doelstellingen Met de activiteiten over gezonde leefstijl willen we bijdragen aan de BOS doelstelling: “tegengaan van achterstanden op het vlak van gezondheid: tegengaan van overgewicht”. Activiteiten Op vier scholen is eenmalig in samenwerking met de GGD West-Brabant het project “Eten+Gymmen= gewicht dimmen” uitgevoerd. In vervolg hierop hebben de Klankhof en de Bombardon het programma “Lekker Fit!” aangeschaft. Deze methode zorgt ervoor dat er onder schooltijd maandelijks in alle groepen aandacht is voor een gezonde leefstijl. Kosten en financiering Eten+gymmen is geheel bekostigd uit de gemeentelijke gelden voor de uitvoering van projecten door de GGD. Lekker Fit! Is voor 2 scholen aangeschaft vanuit het BOS project. Na afloop van het project volgt een volledige financiële verantwoording naar gemeente en rijk. Bereik Met het project Eten+gymmen=gewicht dimmen zijn alle kinderen (omstreeks 940) van de 4 scholen en hun ouders bereikt. Met Lekker Fit! worden omstreeks 180 kinderen en hun ouders bereikt. Inhoudelijke evaluatie Eten+gymmen werd positief gewaardeerd door de scholen. Kinderen en ouders werden betrokken bij het project. Het is wel een intensief project, en daardoor niet geschikt om jaarlijks te doen. De GGD heeft het project individueel met de scholen geëvalueerd. Lekker Fit! werd in januari 2009 pas gestart. De eerste ervaringen zijn positief, maar in evaluatieve zin kan nog weinig gezegd worden. Wel heeft deelname aan lekker Fit er al toe geleid dat de Bombardon en de Klankhof mee zijn gaan doen met “Scoren voor gezondheid”. De kinderen van de scholen krijgen in dit project een contract met een profvoetballer van NAC, waarbij ze afspreken gedurende 20 weken zo gezond mogelijk te leven. Ook heeft de Klankhof een prijs gewonnen, waarbij het schoolplein “opgepimpt” werd. De scholen zien aandacht voor gezonde leefstijl als een taak voor de school. Er mag evenwel niet te veel tijd in gaan zitten. Lekker Fit! past in het reguliere programma en gaat daarmee niet ten kost van het lesprogramma.
9.2
De toekomst van activiteiten gezonde leefstijl in de brede scholen zuid
De brede scholen Zuid willen een bijdrage leveren aan een actieve en gezonde leefstijl van kinderen en hun ouders. Hierbij ligt de nadruk op voldoende beweging en het voorkomen van overgewicht. Hiermee sluiten de brede scholen Zuid aan bij het gemeentelijk speerpunt “terugdringen en voorkomen van overgewicht en bewegingsarmoede”, zoals vastgelegd in de Nota Volksgezondheidsbeleid 2009-1012. Welke activiteiten willen we handhaven? Allereerst is de aandacht voor een gezonde leefstijl onderdeel van het reguliere lesprogramma van de scholen. De scholen kunnen zelf keuzes maken voor uitbreiding van activiteiten op dit onderwerp. De scholen hebben hiervoor de volgende keuzes gemaakt: - De Bombardon: deelname aan Lekker Fit! Scoren voor gezondheid en het nationaal schoolontbijt. De Bombardon heeft gezonde leefstijl in beleid van de school opgenomen, bijvoorbeeld door gezonde traktaties te promoten. - De Klankhof: deelname aan lekker Fit! Scoren voor gezondheid en het nationaal schoolontbijt. Daarnaast heeft de Klankhof het schoolplein “opgepimpt” tot een beweegplein. - De Vierheemskinderen ziet het ook als de verantwoordelijkheid van de school om in het reguliere programma blijvend aandacht te besteden aan gezond gedrag. Naast structurele aandacht wil men ook met enige regelmaat een project gezonde leefstijl aan blijven bieden, bij voorkeur in brede schoolverband. Hier kan een combinatie gemaakt worden met het
25
-
-
naschoolse aanbod. Duidelijke samenwerking op inhoud is dan van belang, bijvoorbeeld in een projectweek. Hier zijn nog geen concrete plannen voor. De Troubadour: zal in de uitwerking van diverse thema’s aandacht besteden aan een gezonde leefstijl. Dit schooljaar is dit gedaan tijdens het thema “verbondenheid”, waarbij de gezamenlijke maaltijd met alle aspecten aan bod kwam. Het Carillon: deelname gezond schoolontbijt, onder voorbehoud van financiering wordt het schoolplein aantrekkelijker gemaakt en meer uitdagen om te bewegen, tijdens de themaweek “natuur” wordt ook aandacht besteed aan een gezonde leefstijl.
Alle scholen besteden aandacht aan de kinderboekenweek, die het schooljaar 2009-2010 in het teken staat van eten en snoepen in de jeugdliteratuur. Naast het onderwijs zullen andere partners in de brede school ook aandacht besteden aan een gezonde leefstijl: Surplus Welzijn heeft gezonde voeding opgenomen in het aanbod van het kinderkookcafé. Daarnaast is het gehele buurtsportwerk gericht op gezond bewegen. (zie hoofdstuk 3 en 4). Surplus Kinderopvang heeft een beweegaanbod voor peuters en kleuters (zie hoofdstuk 5), heeft een actief beweegprogramma bij de BSO (zie hoofdstuk 6) en is gestart met beweegkriebels op het kinderdagverblijf. De BSO wil buitenactiviteiten en sportactiviteiten meer gaan stimuleren. Hierbij is wijziging van de houding van het personeel nodig. Voor wat betreft gezonde voeding heeft de BSO geen actief beleid. De BSO onderzoekt de mogelijkheid smaakworkshops te gaan geven. Wat zijn daarvoor de (financiële) mogelijkheden? De scholen hebben de mogelijkheid hun wensen voor wat betreft gezonde leefstijl kenbaar te maken aan de GGD en de gemeente. Afhankelijk van de hoeveelheid vragen vanuit het onderwijs kan dit dan geheel of gedeeltelijk bekostigd worden vanuit gemeentelijk budget. De Klankhof en Bombardon, kunnen voor de voortzetting van Lekker Fit! (de kosten van de werkboekjes en ondersteuning vanuit de GGD) bij de gemeente terecht.
26
10
Naschoolse kunstige uurtjes
10.1
Evaluatie kunstige uurtjes in het BOS project
Doelstellingen Met de naschoolse kunstige uurtjes willen we bijdragen aan de BOS doelstelling “tegengaan van ontwikkelingsachterstanden.” Activiteiten Tijdens het BOS-project zijn er naschoolse kunstige uurtjes aangeboden in de verschillende kunstdisciplines dans, drama, muziek en beeldende vorming. Dit zijn kortlopende lessenreeksen (tot 10 lessen), waarbij kinderen zich kunnen oriënteren op het uitoefenen van een bepaalde kunstvorm. De meeste kunstige uurtjes zijn uitgevoerd door Sint Frans en Doornbos. Kosten en financiering De kosten worden betaald uit het BOS-project. De kosten voor docenten van Sint Frans worden verder voor 50% bekostigd door Sint Frans. Aan de ouders wordt een bescheiden bijdrage gevraagd van 1,5 tot 2 euro per les. Bereik Er is bij de kinderen een grote belangstelling voor de kunstige uurtjes in het BOS-project. Gemiddeld deden 60 kinderen per periode mee, waarmee de cursussen over het algemeen volgeboekt waren. Enkele cursussen sloegen wat minder goed aan (rap, slagwerk). De afgelopen 2 jaar kon het aanbod de vraag maar net bijbenen en een enkele keer moesten kinderen afgewezen worden omdat de groepen anders te groot werden. Dit geldt voor alle disciplines. Sep-dec 2006
Aantal deelnemers
Theaterkriebels groep 3-6, Theaterkriebels groep 6-8 Muziektuin groep 1-2 Rap Jan-jun 2007 Dansexpressie groep 1, 2 Dansexpressie groep 3, 4 Sla je slag groep 6-8 Penseeltje Kinderatelier Aug-dec 2007 Droomkoffer Theater: pipi langkous Theater: pluk van de petteflet Jan-juni 2008 Dansexpressie 1,2 en 3,4 Dansatelier Sla je Slag Slapen in je fantasiekamer Aug-dec 2008 Theater: peter pan Theater: griezelbus Sieraden maken: enge dierenwinkel Jan-juli 2009 Muziek: Sing a Song Drama: Peter pan Dans Beeldend: de Reiskoffer
24 14 21 5
15 15 30 15
Totaal
365
13 9 13 10 13 12 14 15 36 12 9 22 16 16 16
Inhoudelijke evaluatie De kunstige uurtjes hebben een positief effect op de creativiteit van kinderen, het levert beperkte samenwerking op tussen school en culturele instellingen. Sint Frans en Doornbos hebben met de kunstige uurtjes een mogelijkheid hun aanbod laagdrempelig aan te bieden.
27
Effect op de kinderen Tijdens de kunstige uurtjes maken kinderen kennis met een kunstdiscipline, werken met andere soort materialen en leren ze samen of individueel iets moois maken met gebruik van hun eigen fantasie, lichaam of stem. Het voert te ver alle disciplines uitvoerig te evalueren, daarom volgt hier een greep op het effect dat de kunstige uurtjes bewerkstellingen bij kinderen: Alles is dans, iedereen kan dansen! Vrolijkheid, vrijheid in beweging, betere coördinatie. Kennismaking met dans, meestal voor de eerste keer. Samenwerking (in dans) met anderen. (Dansdocent) Ontspanning door inspanning, saamhorigheid (samen aan iets werken) , zelf vertrouwen groeit, leren naar elkaar te luisteren (sociaal), muzikale ontwikkeling (gehoor, zuiver zingen), adembeheersing (fysiek). (Docent Sing a Song) Door starten met het gedicht in de lessenreeks reiskoffer is gebleken dat kinderen in staat zijn zich kwetsbaar op te stellen, op persoonlijke wijze te uiten en na te denken over wat ze belangrijk vinden. Een zeer geslaagd project waarbij kinderen trots waren op wat ze hadden gemaakt. Ook kinderen die niet zo gauw met tekenen/ schilderen bezig zijn. (Docent de reiskoffer) Leren over vormgeving, technische vaardigheden, fijne motoriek, zelf leren ontwerpen. (Docent sieraden maken) Vormgeven van de eigen verbeelding. Kinderen beleven plezier aan de activiteiten, komen in aanraking met opdrachten die ze keuzes laten maken en de eigenheid van de leerlingen naar voren proberen te brengen. Ze worden geïntroduceerd bij Doornbos door ook 1 les daar plaats te laten vinden; mogelijk drempelverlagend voor de andere activiteiten. Ook proberen we ze te leren om te luisteren naar elkaars ideeën, je mening te geven in een groep, en zelf oplossingen te bedenken voor beeldende problemen. (Docent droomkamer) Samenwerking met de scholen De scholen in het BOS-project stellen hun deuren na school open na schooltijd voor naschoolse activiteiten. Ook kinderen van andere scholen en uit de buurt kunnen hier aan mee doen. De samenwerking tussen de culturele instellingen en de scholen beperkt zich tot het gebruik van de ruimte en organisatorische zaken. Soms sluiten de kunstige uurtjes af met een presentatie of voorstelling voor de ouders. Dit gebeurt dan ook op de school. De ervaringen hiermee zijn in het algemeen positief. En enkele keer leverde het problemen op met bijvoorbeeld afsluiten, en kinderen die door het schoolgebouw gingen rondzwerven. Ook in de toekomst zullen we blijvend aandacht moeten besteden aan de afspraken tussen onderwijs en begeleiders van naschoolse activiteiten. Een aantal kunstdocenten vindt de betrokkenheid van de scholen te beperkt: zij zouden het leuk en nuttig vinden als leerkrachten eens komen kijken bij de activiteiten, of betrokken worden bij de voorstelling. Inhoudelijk vindt er met de medewerkers van de school geen uitwisseling plaats. Effecten voor de culturele instellingen Sint Frans en Doornbos hebben met de kunstige uurtjes een manier om op laagdrempelige wijze (op school, goedkoop) hun activiteiten aan kinderen aan te bieden. Kinderen raken bekend met de culturele instellingen. Voor dans en drama zien we ook een beperkte doorstroom van kinderen naar Sint Frans toe. Doornbos ziet de kunstige uurtjes meer als een kans om meer naar buiten te treden en in contact te komen met groepen kinderen die mogelijkerwijs niet gauw naar het centrum zouden komen. Zij zien geen toename van deelnemers dat direct is toe te schrijven is aan de kunstige uurtjes. “We kunnen er andere dingen doen, laagdrempelige activiteiten, gericht op kennismaking en enthousiasmering.” Belangrijk obstakel voor doorstroming dat genoemd wordt is de kosten. De kunstige uurtjes worden gesubsidieerd (zeer) goedkoop aangeboden, terwijl het lidmaatschap voor Sint Frans of Doornbos duurder uitkomt. Veel mensen in Etten-Leur Zuid hebben hier niet de financiën voor. De financiering uit de bijzondere bijstand vanuit de pot “maatschappelijke participatie” van de gemeente is nog tamelijk onbekend.
28
10.2
De toekomst van de kunstige uurtjes in de brede scholen zuid
De brede scholen Zuid willen met de kunstige uurtjes een bijdrage leveren aan de creatieve ontwikkeling van kinderen. Hierbij wordt gewerkt met de drietrapsraket confrontatie met diverse kunstdisciplines onder schooltijd, oriëntatie na schooltijd en specialisatie bij de culturele instellingen of vereniging. Deze werkwijze zorgt ervoor dat kinderen toegerust worden om zelf een keuze te maken voor wat zij leuk vinden en waarin zij zich verder willen ontwikkelen. Ook maakt het de diverse aanbieders toegankelijker. Deze doelen sluiten niet alleen aan bij de brede school visie van Etten-Leur, maar passen ook in het cultuurbeleid van de gemeente, zoals vastgesteld in de nota “Etten-Leur blijvend bruisend, beleidsnota cultuur, toerisme en recreatie 2009-2012”. In deze nota wordt gestreefd naar een laagdrempelig cultuuraanbod en een jeugdige kennismaking met cultuureducatie. Welke activiteiten willen we handhaven? Kennismaking met kunstdisciplines onder schooltijd is de verantwoordelijkheid van de scholen zelf. Vanaf 2008 wordt dit ondersteund door marktplaatscoördinator Hanne Poos in de organisatie KOEPEL. Zij heeft haar activiteiten verwoord in het “Plan van aanpak cultuureducatie 2008-2012”. Elke school heeft inmiddels een ICC-er (interne coördinator cultuureducatie) en vanaf schooljaar 2009-2010 zal een gestructureerd aanbodboekje geproduceerd zijn waaruit scholen kunnen kiezen. Hiervoor kunnen de middelen aangewend worden van de regeling versterking cultuureducatie 20082011 (10,90 per leerling). Het “project WIJ” gaat ook het volgende schooljaar van start. In brede school verband kiezen we voor een voortzetting van de kunstige uurtjes op het vlak van dans, drama, muziek en beeldende vorming. Dit aanbod heeft een enthousiasmerend karakter en bedient grotere groepen kinderen. Omdat het plaatsvindt in de vrije tijd van kinderen en direct na school, moet het aanbod vooral ook leuk en aantrekkelijk zijn. Kinderen moeten ervan genieten. Daarnaast moet het ook wat opleveren: aan het einde van de lessenreeks moeten kinderen wel een stapje verder gekomen zijn in de discipline. Met de kunstige uurtjes hopen we te bereiken dat enthousiaste of getalenteerde kinderen het gevoel krijgen van:”dit smaakt naar meer!” Mogelijke uitbreiding of wijziging van activiteiten? De culturele instellingen zijn bezig met het formuleren van een project op het vlak van buurtkunst (community arts). De intentie is om in januari 2010 in de Grauwe Polder, het Hooghuis en de Schoenmakershoek een pilot te hebben draaien. Hierbij wordt een beroep gedaan op provinciale middelen. Dit sluit aan bij de wens van de culturele instellingen, het onderwijs en de welzijnsorganisatie om kunst zo laagdrempelig mogelijk aan te bieden in de wijk en niet alleen het kunstzinnige, maar ook het sociale aspect van kunst maken en beleven meer te benutten. Wat zijn daarvoor de (financiële) mogelijkheden? De prijs van de kunstige uurtjes gaat in het volgende schooljaar fors omhoog. Het zit dan op hetzelfde prijsniveau als bij brede school het Voortouw. De reële kosten van een docent moeten geheel worden verdiend met deelnemersgelden. Om gezinnen met een krappe beurs tegemoet te komen wordt er extra bekendheid gegeven aan financiering vanuit de pot “maatschappelijke participatie”. Gezinnen met een laag inkomen kunnen hier aanspraak op doen voor 165 euro per gezinslid per jaar. Voor het buurtkunst project wordt een aparte (provinciale) subsidie aangevraagd.
29
11
Leesbevordering
11.1
Evaluatie leesbevordering in het BOS project
Doelstellingen Met de activiteiten op het vlak van leesbevordering willen we een bijdrage leveren aan de BOS doelstelling”het tegengaan van ontwikkelingsachterstanden” Activiteiten De inzet van de jeugdbibliothecaris bij de jaarlijkse kinderboekenweek en Nederlandse kinderjury. De jeugdbibliothecaris geeft een interactieve presentatie voor een groep van maximaal 30 leerlingen gedurende 25 a 30 minuten. Kinderen beoordelen de boeken vooraf op uiterlijke kenmerken. Via voorleesfragmenten of via een korte inhoud maken de leerlingen (en de leerkracht) kennis met de boeken. Aan de hand van 4 beoordelingscriteria worden de boeken weer beoordeeld. Uiteindelijk wordt duidelijk welk boek in de klas het beste heeft gescoord. De meest favoriete boeken worden binnen enkele weken in de school afgeleverd. Bij de kinderjury wordt ook ingegaan op de stem mogelijkheid, bij de kinderboekenweek wordt de site www.kinderboekenweek.nl besproken. Kosten en financiering De uren van de jeugdbibliothecaris worden bekostigd uit het BOS project. Bereik Gedurende drie jaren heeft de jeugdbibliothecaris beide projecten gedraaid in de groepen op de 5 scholen in het BOS project en bij de BSO. Hiermee worden per activiteit 1.000 tot 1.200 kinderen bereikt. Inhoudelijke evaluatie De inzet van de jeugdbibliothecaris in de klas heeft een positief effect op de kinderen, de leerkrachten en de bibliotheek. De kinderen worden geprikkeld omdat er een ander gezicht voor de klas staat. De soms wat negatieve houding ten opzichte van boeken en lezen wordt vaak bijgesteld. Enkele kinderen hebben sommige boeken al gelezen en worden uitgedaagd hierover te vertellen. Dit heeft een positief effect op de rest van de groep en werkt stimulerend. Leerkrachten worden zelf op de hoogte gehouden van nieuwe boeken en zien dit als een soort deskundigheidsbevordering. Ze raken geïnspireerd en gaan zelf meer voorlezen in de klas, vooral ook omdat de boeken ook in de klas beschikbaar komen. Tijdens de bezoeken aan school krijgt de jeugdbibliothecaris altijd vragen van leerkrachten over onderwerpen die met lezen te maken hebben zoals: het lenen van een project of leskist, het vernieuwde AVI-lezen, etc. Een bibliothecaris in de school is meteen de deskundige om je vragen aan te stellen. In de centrale bibliotheek komen de kinderen al dan niet met hun ouders de boeken lenen waar ze enthousiast voor geworden zijn. Ze zijn duidelijk gestimuleerd door de presentatie. Ze herkennen de jeugdbibliothecaris en zijn trots dat ze van haar “les” hebben gehad. Het lijstje met boeken dat besproken is, is onmisbaar voor de andere bibliothecarissen: de juiste titel en schrijver zijn vergeten, het verhaal van “Juf Nicole” over het boek niet. De effecten van de kinderjury-activiteit is vaak iets groter dan de kinderboekenweek, omdat de boeken die besproken worden dichter bij de kinderen staan en daarom geliefder zijn. De samenwerking tussen bibliotheek, scholen en de BSO wordt door alle partijen (zeer) positief beoordeeld. Afspraken worden goed nagekomen en verbetersuggesties worden adequaat en met plezier opgepakt.
30
11.2
De toekomst van leesbevordering in de brede scholen zuid
Voor de groepspresentaties voor de kinderjury en kinderboekenweek zijn de volgende doelstellingen geformuleerd: basisschool leerlingen enthousiasmeren voor lezen Kinderen kennis laten maken met het doel van de kinderjury/kinderboekenweek en de werkwijze hiervan Kinderen inzicht bieden op welke wijze een boek te beoordelen is. Indien er sprake is van een mogelijk brede inzet van de jeugdbibliothecaris, zullen ook de doelstellingen aangepast worden. Welke activiteiten willen we handhaven? Kinderjury en kinderboekenweek willen we voortzetten, maar het is afhankelijk van de financiële overwegingen van de instellingen om dit ook te doen. Wat zijn daarvoor de financiële mogelijkheden? De bibliotheek heeft een aanbodboek met producten en diensten gemaakt voor het primair onderwijs, en de voor- en vroegschoolse instellingen. Ook de scholen en instellingen uit Zuid kunnen hier gebruik van maken. De leesbevorderaar in de klas is 1 van de opties. Klankhof en 4 Heemskinderen hebben aangegeven hier aan mee te doen. De andere scholen hebben dit nog in overweging.
31
12
Zorg
12.1
Evaluatie activiteiten op het vlak van zorg in het BOS project
Doelstelling Gelijktijdig met het BOS-project is het Onderwijs en Zorgcentrum van start gegaan in Etten-Leur en Zundert. Met het O&ZC wil men een bijdrage leveren aan de BOS doelstelling “het verminderen van achterstanden op het vlak van opvoeding.” Activiteiten Het onderwijs en Zorgcentrum is een samenwerkingsverband van basisonderwijs, SWEZ, Bureau jeugdzorg, Algemeen Maatschappelijk Werk Markenlanden, GGD-West Brabant, Thebe JGZ, MEE West Brabant, Peuterspeelzalen en leerplicht gemeente. De activiteiten bestaan uit: Opvoedspreekuur: wordt door Thebe JGZ en de GGD West-Brabant wekelijks verzorgd. Ouders kunnen er met vragen over opvoeding en ontwikkeling van de kinderen terecht. De spreekuurorganisatie in Etten-Leur Zuid wordt deels uit de BOS-begroting gefinancierd. Andere activiteiten (niet door BOS bekostigd) zijn: Trajectbegeleiding Georganiseerd overleg Financiering Het O&ZC is bekostigd door de gemeente. Voor de opvoedspreekuren in het projectgebied van het BOS project, is deels een beroep gedaan op de middelen van het BOS project. Inhoudelijke evaluatie De inhoudelijke evaluatie wordt gedaan door het O&ZC zelf.
12.2
De toekomst van zorg in de brede scholen zuid
De brede scholen Zuid sluiten voor hun zorg aan bij de bestaande zorgvoorzieningen in Etten-Leur. Vooralsnog is dit het O&ZC, het samenwerkingsverband WSNS en het signaleringssysteem “zorg voor jeugd.” Beleid hiervoor wordt gemaakt in de themagroep van het Onderwijs en Zorgcentrum. Er zijn twee belangrijke ontwikkelingen waar de brede scholen zuid in de nabije toekomst mee te maken krijgen: de oprichting van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en de invoering van de wet op het passend onderwijs. Volgend schooljaar zal duidelijk moeten worden wat de gevolgen zullen zijn voor de scholen, en op welke manier de partners binnen de brede scholen hierin samen op willen trekken.
32
13
Volwassenen educatie
13.1
Evaluatie volwassenen activiteiten in het BOS project
Doelstellingen Met de activiteiten op het vlak van volwasseneducatie willen we een bijdrage leveren aan de BOS doelstelling” tegengaan van achterstanden op het vlak van opvoeding.” Activiteiten Het Kellebeek college heeft op de eigen locatie 2 soorten cursussen verzorgd voor ouders: de cursus “thuis op school” en de cursus “gezonder leven”. Via het BOS project werd reclame gemaakt voor deze activiteiten. Wegens gebrek aan belangstelling zijn de activiteiten gestopt. Kosten en financiering De cursus werd aangeboden vanuit het Kellebeekcollege. Daarvoor is geen beroep gedaan op het BOS budget. Bereik In het totaal hebben 24 ouders meegedaan met de cursussen. De cursus thuis op school kon 3 keer op voldoende belangstelling rekenen om door te gaan. Het koste veel moeite om deelnemers hiervoor te werven. De cursus gezonder leven is maar 1 keer doorgegaan. Deelnemers kwamen uit heel EttenLeur, en slechts een enkeling woont in het projectgebied Zuid. De doelgroep van de cursussen waren “laagopgeleide Nederlandstaligen”, maar deze groep wordt nauwelijks bereikt. Inhoudelijke evaluatie De cursussen werden door de deelnemers als positief geëvalueerd. Uitspraken als: ‘ik heb mijn kind al een paar keer beter kunnen helpen met rekenen’, ‘ik heb door de cursus meer geduld leren opbrengen om mijn kind te helpen’, ‘het is leerzaam om met andere ouders over de verschillende onderwerpen te praten’, etc. werden na afloop van de cursus genoteerd.
13.2
De toekomst van volwassenen educatie in de brede scholen zuid
Momenteel zijn er (nog) geen plannen om activiteiten voor volwassenen op te starten in de brede scholen Zuid. De wijkverenigingen zullen bij nieuwbouw van de brede scholen (plus) een belangrijke partner zijn. Zij organiseren al volop activiteiten voor volwassenen en ouderen. Als de gesprekken over nieuwbouw gestart worden, zullen we de vraag opnieuw moeten stellen welke rol volwasseneducatie voor rol kan spelen.
14
Speelvoorzieningen
Buurtbelang Grauwe Polder heeft tijdens de projectperiode het eerste speelplan gemaakt en uitgevoerd. Het BOS project heeft een financiële bijdrage geleverd aan het realiseren van de Cruijffcourt aan de hobodreef. Basisschool de Troubadour heeft een buurtschoolplein gerealiseerd.
33
Bijlage: Wijkanalyse 2009 Etten-Leur Zuid bestaat uit de wijken Banakkers, Hoge Neerstraat en Grauwe Polder. Voor dit projectgebied is gekozen om dat hier sprake is van diverse achterstanden, die via een geïntegreerde programmering aangepakt kunnen worden. Ten opzichte van de rest van Etten-Leur is er in Zuid (met name in de wijk Grauwe Polder) relatief veel sprake van onderwijsachterstanden en is er het meeste sprake van sociaal-economische achterstanden.
Onderwijsachterstanden Etten-Leur Zuid In Etten-Leur Zuid hebben alle 5 de basisscholen meegedaan aan het BOS project “Zuid springt eruit!” In oktober 2008 zijn er 1022 leerlingen, die naar de basisschool gaan in het projectgebied. Dit is 26% van het totaal aantal leerlingen in Etten-Leur. Ten tijde van de aanvraag was er ook een AZC school gevestigd, maar die is bij de start van de activiteiten opgeheven. Van de leerlingen in Zuid vallen 83 kinderen onder de nieuwe gewichtenregeling (4-9 jarigen). Dit is 32% van het totaal aantal kinderen in Etten-Leur die onder deze regeling vallen. Onder de oude regeling viel bij de aanvraag in 2004 nog 44% van de totale onderwijsachterstandspopulatie in het projectgebied. Deze cijfers zijn door een veranderde systematiek echter niet te vergelijken.
Beknopte beschrijving projectgebied In Etten-Leur Zuid wonen in 2009 13.091 mensen, dit is bijna een derde van het aantal inwoners van Etten-Leur. In Zuid wonen 2.946 kinderen en jongeren tot 19 jaar, dit is 22% van de populatie in het projectgebied. Het BOS-project richt zich op de groep van 4-19 jaar, waarbij de nadruk ligt op de kinderen in de basisschoolleeftijd die op één van de vijf scholen in de wijken zit. De Grauwe Polder is de grootste wijk van Etten-Leur. Sterk punt in de wijk is het vele groen. De wijk scoort het minst goed scoort op indicatoren als onveiligheidsgevoelens en sociaal-economische problematiek. De kwaliteit van de wijk is echter per buurt verschillend. In de buurten rondom de Troubadour, Vioolstraat en ten zuiden van de Beiaard wonen veel allochtonen en mensen met een zwakke sociaal-economische status. In deze buurten is er meer sprake van problemen rondom veiligheid, overlast en vervuiling. Dit in tegenstelling tot het noorden en westen van de wijk. Hier staan meer koopwoningen en in het zuiden staan dure koopwoningen. De Banakkers is een wijk met relatief veel senioren, een hoog voorzieningenniveau, een gemiddelde sociale samenhang en weinig gevoelens van onveiligheid. Overlast van jeugd scoort in deze wijk wel vrij hoog en er is betrekkelijk weinig speelruimte. De Hoge Neerstraat is de kleinste wijk van Etten-Leur. Het is een nieuwbouwwijk met veel jonge gezinnen. Het wordt omschreven als een aantrekkelijke woonwijk, met een goede sociale samenhang, maar een beperkt voorzieningen niveau.
Welzijn, sport en beweging Uit onderzoek van de GGD West-Brabant (2004) blijkt dat armoede van invloed is op de gezonde ontwikkeling van kinderen. Kinderen die opgroeien in gezinnen met een laag inkomen nemen minder deel aan sportactiviteiten en maken minder gebruik van recreatieve voorzieningen. De Grauwe Polder is van alle wijken in Etten-Leur, de wijk waarbij de meeste kinderen op deze manier hinder ondervinden vanwege geldgebrek (de somscore was in 2004 nog 26%). Dit is een belangrijk argument geweest om binnen het BOS project een uitgebreid aanbod te doen in de vrije tijd op het vlak van sport, sociaal-culturele activiteiten en kunst. We hebben ons hierbij evenwel gericht op de gehele populatie, en niet alleen de kinderen in een achterstandssituatie. Sinds 2004 is er geen vervolgonderzoek geweest, en zijn er dus geen recente cijfers bekend.
Gezondheidsbevordering De gezondheidssituatie onder jongeren wordt niet op wijkniveau, maar alleen op stedelijk (en regionaal) niveau in kaart gebracht door de GGD. Hieronder is een tabel opgenomen, waarbij cijfers van 2003 en 2007 met elkaar vergeleken zijn, en waarbij een vergelijking wordt gemaakt met WestBrabant als geheel. De gegevens uit de jeugdmonitor geven de uitvoerende organisaties van het BOS project een indicatie van de situatie in Etten-Leur voor jongeren van 12-17 jaar. Er is geen causaal
34
verband tussen de veranderingen in scores en de interventies van het BOS project. Een paar conclusies op een rij: • • • • • • • •
Overgewicht onder jongeren van 12-17 jaar is in Etten-Leur is gedaald, terwijl het in geheel West Brabant licht is gestegen. Jongeren van 12-17 jaar hebben minder gespijbeld. Dit is gedaald in Etten-Leur, maar ook in West-Brabant als geheel. Minder jongeren ervaren hun gezondheid als matig/ slecht. Jongeren die niet dagelijks groenten en fruit eten blijft onverminderd hoog. Het percentage niet-rokers onder jongeren is iets gestegen. De alcoholconsumptie is gedaald. Meer jongeren zijn lid van een sportclub, zowel in Etten-Leur als in West Brabant. In Etten-Leur zijn jongeren zijn de buurt en ontmoetingsplaatsen voor jongeren iets beter gaan waarderen, men voelt zich veiliger in de eigen buurt, en minder jongeren zijn slachtoffer geweest van ongewenst gedrag.
Overgewicht onder jongeren van 12-17 jaar Heeft afgelopen 4 weken gespijbeld Vindt eigen gezondheid matig/ slecht Niet dagelijks groente Niet dagelijks fruit Minder dan 5x per week ontbijten Percentage niet-rokers Heeft alcohol gedronken de afgelopen 4 weken Lid van een sportclub/ sportschool Rapportcijfer 6 of hoger voor de buurt Mist 1 of meer ontmoetingsplekken in de buurt Onveilig gevoel op straat in eigen buurt Afgelopen 12 mnd slachtoffer van ongewenst gedrag
E-L 2003
E-L 2007
11% 12% 17% 63% 74% 13% 87% 51% 65% 87% 65% 27% 35%
7% 4% 13% 64% 76% 12% 93% 34% 70% 92% 44% 18% 21%
W-Brabant 2007 13% 7% 14% 63% 73% 16% 90% 41% 65% 90% 50% 13% 24%
In 2008 zijn door de GGD cijfers verzameld over Etten-Leurse kinderen in de leeftijd van 7-11 jaar. De resultaten worden in de loop van dit jaar verwacht.
35
Bijlage: Bronnen • • • • • • • • •
Gemeente Etten-Leur: Bevolkingsgegevens GBA februari 2009 Gemeente Etten-Leur: Gegevens onderwijsachterstandenbeleid oktober 2008 Gemeente Etten-Leur: Enquête leefbaarheid en veiligheid 2005 Gemeente Etten-Leur: Enquête leefbaarheid en veiligheid 2007 Gemeente Etten-Leur: Visie van de gemeente Etten-Leur op Brede scholen, 2005 GGD West Brabant: Armoede en gezondheid van kinderen in de gemeente Etten-Leur, 2004 GGD West Brabant: Jeugdmonitor 2003 GGD West Brabant: Jeugdmonitor 2007 Avans Hogeschool: “van BOS-project naar Brede School Zuid”: draagvlak communicatie en samenwerking.
36
Bijlage: betrokken organisaties
Basisschool de 4 heemskinderen
Basisschool de Bombardon
Surplus Welzijn Etten-Leur
Gemeentelijk centrum voor de kunsten Sint Frans
Basisschool het Carillon
Centrum voor beeldende kunsten Doornbos
Basisschool de Klankhof
Wijkvereniging buurtbelang Grauwe Polder
Basisschool de Troubadour
Avoord Zorg en wonen
Bibiliotheek Etten-Leur
GGD WestBrabant Onderwijs en Zorgcentrum Etten-Leur/ Zundert
Mee west Brabant
Buitenschoolse opvang de Markenlanden
Gemeente Etten-Leur
Kellebeek College
37
38