Deze twee pagina’s zijn tot stand gekomen onder volledige verantwoordelijkheid van de provincie Noord-Brabant
Brabant dé ideale voedingsbodem voor biobased economy Vijfhonderd miljoen kilo plastic. Die onvoorstelbare hoeveelheid vuilnis, de ‘plastic soep’, drijft inmiddels in onze wereldzeeën.
Van afvalstroom tot hoogwaardig product Een ambassadeur en ‘een beetje een boegbeeld’ van de biobased economy. Zo omschrijft Willem Sederel zichzelf. De voormalig general ma-
De Brabantse gedeputeerde Bert Pauli.
Verschuiven we dit uitdijende probleem naar een volgende generatie? Of geven we stoffen, die we uit de aarde halen en opwaarderen, later in dezelfde conditie terug aan die aarde? Aan deze circulaire economie wordt volgens de Brabantse gedeputeerde Bert Pauli (Economische Zaken) momenteel hard gewerkt. Met Brabant in een voortrekkersrol! Deze provincie wil een topregio worden als het gaat om de biobased economy: een samenleving die voor haar energie en materialen groene grondstoffen gebruikt en niet langer fossiele, zoals olie. “In de chemische sector beginnen de traditionele delfstoffen langzaam op te raken”, schetst Pauli. “Tegelijkertijd is de agrarische sector op zoek naar nieuwe verdiensten: hoe kun je reststromen bij de productie van voeding een nieuwe waarde geven? Die twee sectoren ontmoeten elkaar nu op dit vlak.” De techniek is volgens de gedeputeerde inmiddels zo ver dat van die restanten levensreddende medicijnen worden gemaakt, of bioplastics.
Samenwerking Samenwerken zit Brabanders in het bloed. De provincie is daarmee een ideale voedingsbodem voor de biobased economy. Agrarische, chemische en voedingsbedrijven zijn er ruim vertegenwoordigd. Daarnaast zorgen kenniscentra als Avans Hogeschool en de HAS er volgens Pauli voor dat opgedane wetenschap ook in de praktijk toepasbaar is. “Brabant is als eerste in Europa begonnen met ‘open innovatie’: het is heel interessant om grote multinationals op dit gebied te laten samenwerken met kleine, talentvolle MKB-bedrijven.” Zo verscheen met provinciale steun op het terrein van chemiebedrijf Sabic in Bergen op Zoom de Green Chemistry Campus. Brabant steekt bovendien tien miljoen euro in de ondersteuning van startende biobased bedrijven. Pauli verwacht dat de ‘groene economie’ voor veel werkgelegenheid zorgt en boerenbedrijven levensvatbaar maakt. “Daarmee verhoog je ook de leefbaarheid van kleine kernen.”
nager van chemiereus SABIC in Bergen op Zoom gelooft heilig in deze ‘groene economie’. Fossiele grondstoffen zoals olie, dat zo’n beetje overal in zit, maken daarin plaats voor bijvoorbeeld plantaardige materialen, de biomassa. “Nu is het nog een paar procent, maar het is de ambitie van deze topsector dat in 2030 zo’n 25 procent van de chemie biobased is. Daar moeten we flink voor aan de bak!”
bedrijf de grondstof kunnen zijn voor het andere. Sederel zag die mogelijkheden. Nu zitten er op de campus zestien bedrijven en onderzoeksorganisaties als TNO. Inmiddels wordt er binnen de Biobased Delta innig samengewerkt met de provincies Zeeland en Zuid-Holland. Samenwerkingsverbanden zijn er ook
Om deze duurzame ontwikkelingen in goede banen te leiden, maakte Sederel zich hard voor een Green Chemistry Campus. Die opende in 2011 op het terrein van SABIC de deuren. Twee jaar eerder hadden betrokken partijen in de regio elkaar al de vraag gesteld of afval- en reststromen van het ene
met Oost-Brabant, Limburg, Vlaanderen, NordrheinWestfalen, Noord-Frankrijk en zelfs Canada. De drie O’s, ondernemers, overheden en onderwijs hebben elkaar op dit gebied al gevonden. Volgens Sederel tonen ook de politiek en milieuorganisaties een verhoogde interesse. “Nu het grote publiek nog.”
Green Chemistry Campus
Hoogwaardig Brabant draagt daar met een sterke agrofood-sector flink aan bij. Toch gaat het dan niet alleen om (dier)voeding, maar wordt er volgens Sederel ook voor non-food geproduceerd. Producten die niet concurreren met de voedselketen. “Gemaakt uit reststromen van oogsten, maar zeker ook uit suikerbieten. Die kun je hoogwaardig toepassen. Uit suiker kun je onder meer vitamine C maken, verf of brandstof als bio-ethanol. Biobased producten kunnen ook reukloos, lichter van gewicht of sterker van samenstelling zijn.”
Willem Sederel toont in de Green Chemistry Campus een biobased rekje voor plantenpotjes.
De suikerbiet van vandaag het strijkijzer van morgen? Ad de Laat lanceerde ooit zelf de term ‘the unbeatable beet’. Volgens hem is de suikerbiet in Noordwest-Europa het meest efficiënte gewas om zonne-energie in waardevolle moleculen om te zetten. Met interessante biobased producten als toekomstig eindresultaat.
De Laat is innovationmanager agro & new business bij
Cosun, met het hoofdkantoor in Breda. Het is een coöperatie van zo’n tienduizend akkerbouwers, met bekende bedrijfsnamen als Suikerunie en Aviko. Cosun is al ruim honderd jaar een biobased bedrijf, vindt hij. “Al die tijd houden onze telers zich bezig met het produceren van biomassa op akkerbouwgrond. Onze bedrijven richten zich op het verwerken daarvan tot bijvoorbeeld suiker of frites. In toenemende mate zijn we bezig met het uiteenrafelen van al die aardappelen en suikerbieten, voor biobased toepassingen buiten de voeding.”
plastic toepassen in bijvoorbeeld koffiezetapparaten en strijkijzers. We maken voor dit soort projecten bijna altijd gebruik van de expertise van andere bedrijven of kennisinstellingen. We kennen heel goed onze kwaliteiten, maar zeker ook onze beperkingen.”
Papier, verf en wasmiddel Zo is suiker als molecuul (sucrose) interessant voor het vervaardigen van allerlei stoffen. “Je kunt er de autobrandstof bioethanol mee maken, maar ook bouwstenen voor de productie van bioplastics. Chemicaliën en materialen dus die producten vervangen die nu nog uit aardolie moeten komen.” Relatief nieuw binnen Cosun is het uiteenrafelen (bioraffineren) van suikerbietenpulp, een reststroom die tot dusver voor weinig geld als veevoer wordt verkocht. “De (micro-)cellulosevezels die we eruit winnen, kunnen worden toegepast in producten als papier, verf en wasmiddel. Hoe duurzaam is het als je voor papier geen bomen hoeft te kappen”, schetst De Laat. “Samen met Philips bekijkt Cosun of we uit die pulp zeer hoogwaardige biopolymeren kunnen maken. Philips wil biobased
Ad de Laat (rechts) en een medewerker van Cosun controleren de suikerbietenpulp.Deze wordt onder meer toegepast bij het maken van de papieren zak voor Suikerunie, die De Laat vasthoudt. Foto Marie-Thérèse Kierkels/Beeld Werkt
www.brabant.nl/biobasedeconomy provincie_266x398_biobased_economy.indd 1
09-01-15 17:17
- West-Brabant -
Oplossing voor drie miljard plantenpotjes Neem een akker, pers de hennep die je erop teelt en bouw daar huizen van. Na twintig jaar frees je het onder en start je opnieuw: de biobased woonwijk van Vincent van Rijsewijk.
Win een DOOS vol met groene producten
Lezers ac t i e !
Plantenpotten, bouwmaterialen, vitaminen, suiker, wasmiddelen, medicijnen en verf. Een greep uit de vele producten, gemaakt uit groene grondstoffen of voedingsresten. In Brabant gebeurt het steeds meer. Deze groene industrie, biobased economy, heeft een grote toekomst. Goed voor de werkgelegenheid en goed voor de leefbaarheid in Brabant.
Onder de inzenders verloten we een doos vol met producten, gemaakt van bijvoorbeeld aubergines, paprikastengels, suikerbieten, gras of hennep.
Nieuwsgierig geworden naar deze groene producten uit Brabant? Laat uw e-mailadres achter op www.brabant.nl/biobasedeconomy
Aanmelden kan tot 31 januari. Medio februari krijgt de winnaar bericht.
die in de oceanen drijft. Hij schrok er enorm van. “Plastic is in feite olie in vaste vorm. In Nederland worden jaarlijks drie miljard plantenpotjes gebruikt. Ik ben zelf vooral actief in de tuinbouw en kwam als oplossing voor dit probleem uit bij bioplastics: die zijn gemaakt van afval van aardappelen en composteerbaar.” Vincent van Rijsewijk met zijn oplossing voor de ‘plastic soep’: bioplastic plantenpotjes, die gemaakt zijn van het afval van aardappelen en composteerbaar zijn.
Nu nog toekomstmuziek, maar volgens hem gaan de
ontwikkelingen in de biobased economy snel. Zes jaar geleden begon Van Rijsewijk met de ontwikkeling van de Planty Pot: een bioplastic plantenpotje dat mee de bodem in mag en keurig vergaat tot zwarte grond. De ondernemer uit Berkel-Enschot kwam op het idee na een lezing van kapitein Charles Moore, de ontdekker van de plastic soep
Bermgras omgetoverd in vangrail
Interessanter Inmiddels heeft Van Rijsewijk zijn creatie verkocht, al is hij er niet rijk van geworden. “Maar ik zie wel dat deze markt steeds interessanter wordt. Ik heb veel tijd en energie gestoken in het op de agenda krijgen van dit onderwerp. Komend voorjaar komen de
eerste grote plantenconcepten met biopotten op de markt. Dat is natuurlijk pure winst. Je merkt ook dat tuincentra een enorme verduurzamingsslag zijn begonnen.” Met zijn bedrijf PEP Business Creators is hij nog dagelijks bezig met bioplastics. Van Rijsewijk is ook ambassadeur van het Centre of Expertise Biobased Economy, van Avans Hogeschool in Breda. Hij is gevraagd om onderwijs en bedrijfsleven bij elkaar te brengen. “Er is op dit gebied veel kennis waar het onderwijs veel makkelijker toegang toe heeft dan een ondernemer of bedrijf. Bovendien hebben studenten vaak een frisse blik op zaken. Dat zorgt voor nieuwe invalshoeken.”
Millvision
Een biobased vangrail! Gemaakt, door vezels van het bermgras dat eronder groeit, op te werken tot biokunststof. Het kan allemaal in 2015. Een voorbeeld van de fascinerende biobased producten van Millvision in Raamsdonk en Raamsdonksveer.
“
Leon Joore toont wat er aan biobased producten kan worden gemaakt, onder meer van de paprikastengel in zijn hand. Foto Marie-Thérèse Kierkels/Beeld Werkt
We moeten weer trots kunnen zijn op onze maakbedrijven
”
Millvision vervaardigt deze producten overigens niet allemaal zelf, maar helpt ook ondernemers die graag een ‘vergroeningsslag’ willen maken. “We proberen met name binnen de biobased economy bedrijven te ondersteunen met producten die op natuurvezel gebaseerd zijn”, legt mede-eigenaar Leon Joore uit. “Veel plastic artikelen zijn gemaakt op basis van aardolie. Wij zijn bezig om van enkele daarvan biobased varianten te maken.”
Paprikastengeldoos Millvision heeft zelf een kleine papiermachine, die verpakkingen van papier en karton kan produceren. Bomen hoef je hiervoor niet te kappen, de grondstoffen komen uit natuurlijke reststromen. Zo maakte het bedrijf al de grasdoos en de paprikastengeldoos. Of zakjes van tomatenstengels, om bloemenzaad in te doen.
“Daarmee verpak je als het ware het zaad voor het volgende seizoen in het materiaal van een seizoen eerder. Er ontstaan steeds meer van dit soort kringlopen.” Ook de bouw- en infrawereld profiteert. Want behalve voor een vangrail kun je biokunststoffen ook gebruiken voor balken en planken, ten faveure van tropisch hardhout.
Trots Maar de vangrail spreekt Joore eveneens aan, omdat die biobased mét regionale gewassen en werkgelegenheid koppelt aan veiligheid. “We hoeven minder ver te leuren met grondstoffen en kunnen het vanuit onze eigen sterktes in de regio gaan maken. Gebruikmakend van ons jonge talent. Met elkaar kunnen we leren van deze concepten, die je vervolgens wereldwijd kunt exporteren. Maar van kennis alleen kun je niet leven. We moeten ook weer trots kunnen zijn op onze maakbedrijven.”
www.brabant.nl/biobasedeconomy provincie_266x398_biobased_economy.indd 2
09-01-15 17:17
- Midden-Brabant -
‘Mensen en bedrijven willen biobased folie’ De belangstelling voor biobased producten groeit, merken ze ook bij Oerlemans Plastics in Genderen en Giessen. “De kennis ervan groeit, mensen praten erover en willen het”, heeft productmanager Jan Wessemius ervaren.
Win een DOOS vol met groene producten
Lezers ac t i e !
Plantenpotten, bouwmaterialen, vitaminen, suiker, wasmiddelen, medicijnen en verf. Een greep uit de vele producten, gemaakt uit groene grondstoffen of voedingsresten. In Brabant gebeurt het steeds meer. Deze groene industrie, biobased economy, heeft een grote toekomst. Goed voor de werkgelegenheid en goed voor de leefbaarheid in Brabant.
Onder de inzenders verloten we een doos vol met producten, gemaakt van bijvoorbeeld aubergines, paprikastengels, suikerbieten, gras of hennep.
Nieuwsgierig geworden naar deze groene producten uit Brabant? Laat uw e-mailadres achter op www.brabant.nl/biobasedeconomy
Aanmelden kan tot 31 januari. Medio februari krijgt de winnaar bericht.
ervan geen olie, maar hernieuwbare grondstof uit planten.” Nu is 1 procent van de totale productie van Oerlemans biobased. Er is namelijk een meerprijs aan verbonden, al wordt die volgens Wessemius steeds kleiner. Voor de komende vijf jaar voorziet hij een groei naar 7 procent. “Uiteindelijk wil je voor je eigen economie niet meer afhankelijk zijn van aardolie en landen als Rusland.”
Na het oogsten van de sla kan deze deels biobased folie, die onder meer onkruid tegengaat, in de grond worden geploegd. Bacteriën laten die vervolgens verdwijnen.
De Zweedse winkelketen Coop maakt bijvoorbeeld voor zijn biologische groenten en fruit enkel nog gebruik van biobased verpakkingen, gemaakt door Oerlemans. “Philips is er ook mee bezig”, weet Wessemius. Een begrijpelijke stap. “Het heeft honderd procent dezelfde eigenschappen als onze gewone polyethyleen producten. Alleen is de basis
‘Iedere kilo minder is minder C02’
Afbreekbaar? Oerlemans levert verpakkingen en foliën, van plastic zakjes tot een antistatische folie die om een enorme machine heen kan. Deze zijn allemaal op een biobased manier te vervaardigen. Om deze te maken, worden korreltjes plastic van ‘groene polyethyleen’ omgesmolten tot een folie. Deze korrels komen van
twee productielocaties. Bij Braskem in Brazilië staat suikerriet aan de basis ervan. De andere stroom komt van SABIC in Geleen. Die maakt korrels van ethyleen, met toevoeging van bio-fuel. “Veel mensen denken dat biobased ook ‘afbreekbaar’ betekent”, schetst de productmanager. “Dat kan, maar hoeft niet per se. De grondstoffen moeten hernieuwbaar zijn en constant opnieuw kunnen worden ingezet.” Wessemius kent de discussie over de concurrentie die biobased voor de wereldvoedselproductie zou zijn. “Maar als we alle kunststoffen in de wereld zouden gaan maken met korrels uit suikerriet, heb je nog geen vijf procent van de huidige akkerbouwgrond op aarde nodig”, zo plaatst hij die in perspectief.
Stahl
Wie heeft het niet meegemaakt? Wil je na anderhalf jaar gebruikmaken van de garantie op je kapotte product, is de kassabon vergeeld en onleesbaar! Het Waalwijkse chemiebedrijf Stahl verhelpt dit probleem en doet dat steeds duurzamer.
“
Bij het bewerken van leer heeft Stahl inmiddels een groot deel van de op aardolie gebaseerde producten vervangen door koolzaadolie. Foto Hero Images
Het gebruik van koolzaadolie is echt een revolutie op dit gebied
”
Stahl is wereldwijd marktleider in proceschemicaliën waarmee papier, textiel, plastic en met name leer worden bewerkt. Wie leren schoenen of meubels koopt, of een auto met lederen bekleding, heeft een behoorlijke kans dat deze een ‘Waalwijks sausje’ hebben. Maar omdat nogal wat grondstoffen die Stahl gebruikt in z’n producten op basis van aardolie zijn gemaakt, valt er op duurzaamheidsgebied winst te behalen. “Zo hebben we in onze Polymatte® al een groot deel van de op aardolie gebaseerde producten vervangen door koolzaadolie. Dat is echt een revolutie op dit gebied”, vertelt communicatiemanager Vivian Peters van Stahl. Koolzaadolie heeft bovendien als voordeel dat je het niet van ver hoeft te halen. “Wij kopen vaak grondstoffen bij bedrijven in deze regio.” Polymatte® wordt onder meer toegepast in de auto-industrie, een sector waarvoor het Waalwijkse bedrijf volgens Peters steeds meer van dit soort
biobased producten wil ontwikkelen. Niet alleen omdat de klant er meer naar vraagt, maar eveneens omdat deze industrie steeds hogere eisen stelt op dit gebied. “Autofabrikanten zijn ook bezig met het verminderen van CO2-uitstoot. Met ons product Stahlite® kun je bijvoorbeeld het gewicht van het leer verminderen. Iedere kilo minder is mooi meegenomen voor een automerk.”
Verduurzaming Het hoofdkantoor van Stahl zit niet toevallig in Waalwijk, de stad met een belangrijke plaats in de geschiedenis van de leer- en schoenindustrie. In zijn zoektocht naar verduurzaming wordt de biobased economy voor het bedrijf volgens Peters steeds belangrijker. “We hebben een grote onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling. Hier in Waalwijk zijn alleen al zeventig mensen continu bezig met deze vraagstukken.”
www.brabant.nl/biobasedeconomy provincie_266x398_biobased_economy.indd 3
09-01-15 17:17
- Noordoost-Brabant -
Biobased proef op de som nemen in Boxtel Greentech Brabant zoekt locaties waar bedrijven grondstoffen of afvalstoffen kunnen testen. De bedoeling is om met nieuwe of slim gecombineerde technieken biobased producten te ontwikkelen. De eerste is nu geopend in Boxtel.
Studenten brengen op Greentech Brabant de reactor in gereedheid om grondstoffen te gaan testen. Foto Marc Bolsius
Deze test- en onderzoekslocatie bij Helicon Oplei-
dingen is in oktober gestart. “We willen een systeem ontwikkelen dat grondstoffen voor met name voedsel maakt maar ook lokaal energie kan leveren. Plus grondstoffen die kunnen dienen als olievervanger bij het vervaardigen van producten”, aldus programmamanager Daan Arkesteijn van Greentech Brabant.
Bij Ekoplaza telt ook de verpakking
Win een DOOS vol met groene producten
Lezers ac t i e !
Plantenpotten, bouwmaterialen, vitaminen, suiker, wasmiddelen, medicijnen en verf. Een greep uit de vele producten, gemaakt uit groene grondstoffen of voedingsresten. In Brabant gebeurt het steeds meer. Deze groene industrie, biobased economy, heeft een grote toekomst. Goed voor de werkgelegenheid en goed voor de leefbaarheid in Brabant.
Onder de inzenders verloten we een doos vol met producten, gemaakt van bijvoorbeeld aubergines, paprikastengels, suikerbieten, gras of hennep.
Nieuwsgierig geworden naar deze groene producten uit Brabant? Laat uw e-mailadres achter op www.brabant.nl/biobasedeconomy
Aanmelden kan tot 31 januari. Medio februari krijgt de winnaar bericht.
Een consortium met partijen uit het bedrijfsleven, overheid en onderwijs (Helicon, HAS en Avans) wil hiermee de biobased economy een goede basis geven. De faciliteit bevindt zich op een bedrijventerrein en bleek geschikt voor het houden van proeven in onderwijsverband. “Daarom zijn wij voor partijen interessant om hun grondstoffen en de bijbehorende technologie te laten testen”, weet Arkesteijn. “Vervolgens kunnen ze ervoor kiezen om het op de markt te brengen en op te schalen naar een bedrijfsmatig proces.”
‘Pokon’ Als voorbeeld noemt hij groente-, fruit- en tuinafval (gft). “Dat krijgen we via de milieustraat in Boxtel. Samen met de Helicon-leer-
lingen maken we een goede scheiding van wat er uit de kliko komt. Al die fracties willen we testen om te bekijken bij welke hoeveelheid van een bepaald product onze reactor een bepaalde gaskwaliteit voortbrengt. Of, nog interessanter voor ons, een bepaald eindproduct. Zeg maar een biologische kunstmest, een soort Pokon in poedervorm.” Deze maand begint Greentech Brabant volgens de projectleider met duurproeven van drie maanden. “Dan gaan we een aantal veel voorkomende grondstoffen testen. We hopen dat de resultaten daarvan andere bedrijven inspireren om aan te haken. Met alles wat biologisch van aard is en afbreekbaar, zoals gras, plantresten, gft en rioolslib. Dus niet over de schutting bij ons meekijken, maar meedoen!”
Ekoplaza
De Veghelse groothandel Udea besteedt veel aandacht aan zijn voedingsmiddelen door ze biologisch te laten telen. Dan is het zaak dat deze in een verpakking komen die aansluit bij zo’n product. Als het kan biobased. Richard Serrarens van de biologische supermarkt Ekoplaza in Uden legt de biobased verpakkingen netjes in het rek.
“
Foto Van Assendelft Fotografie
Als de prijs daardoor stijgt, accepteren we dat
”
Kwaliteitsmedewerker Steven IJzerman geeft aan dat Udea de ontwikkelingen op dit gebied met grote belangstelling volgt. Sterker nog, het ambieert daarbij een voortrekkersrol. De organisatie werkt veel met biologisch afbreekbare verpakkingen en wil dat steeds verder doorvoeren in zijn Ekoplaza-winkels. Hiervan zijn er inmiddels ruim zeventig door heel Nederland. Ekoplaza is een supermarkt met een totaalassortiment aan biologische producten; chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmatige toevoegingen komen er niet aan te pas. Met verpakkingen is de onderneming al jaren druk bezig. “We hebben ook aan onze leveranciers gevraagd om hun verpakking eens onder de loep te nemen en als doelstelling te hebben om op zoek te gaan naar het meest duurzame alternatief. Als de prijs daardoor stijgt, accepteren we dat”, verklaart IJzerman. Natuurlijk zijn daar wel grenzen aan. Het moet niet zo
zijn dat de verpakking duurder wordt dan de inhoud. “Soms is het ook gewoon technisch niet mogelijk. Bijvoorbeeld bij vleesproducten, omdat die in een biologisch afbreekbare verpakking minder goed houdbaar zijn. Maar we weten dat ook dit in de toekomst mogelijk wel kan.”
Alternatief Volgens IJzerman worden verpakkingen van Ekoplaza nu nog gemaakt van vezels uit bijvoorbeeld maïs, granen, suikerriet en suikerbiet. “Maar er zijn steeds meer ontwikkelingen waarbij die vezels uit de afvalstromen van voedingsmiddelen worden gehaald. Ook die volgen we graag. Het betekent dat de voedingsproducten zelf ook echt worden gebruikt voor het maken van voedsel. Als je kiest voor een biobased alternatief, heb je bovendien geen plastic verpakkingen meer nodig die worden geproduceerd met fossiele brandstoffen als aardolie.”
www.brabant.nl/biobasedeconomy provincie_266x398_biobased_economy.indd 4
09-01-15 17:17
- Zuidoost-Brabant -
Champost goed voor vijf nieuwe producten Als lokale ZLTO-bestuurder merkt Pieter van den Boomen dat steeds meer agrarische bedrijven met hun afval aan de slag gaan. Bij de Champignonkwekerij Gemert van zijn ouders is champost goed voor vijf nieuwe producten!
Pieter van den Boomen met de champost die onder meer warmte levert aan de champignonkwekerij van zijn familie. Foto Kuppens fotografie Gemert
Zijn vader en moeder begonnen dit
familiebedrijf in 1985 en zijn jongste broer werkt er inmiddels ook. De champignons in de acht teeltcellen zijn bedoeld voor de diepvries- en conservenindustrie. Bij iedere teeltcyclus wordt een laag van 28 centimeter compost gebruikt en 4,5 centimeter
Biobased proefdraaien in Helmond Waarom is Zuidoost-Brabant zo belangrijk voor de biobased economy? “Omdat je er op een relatief klein oppervlak de hele keten bij elkaar hebt: leveranciers van agrarische producten, kennisinstellingen, high techbedrijven en een overheid die duidelijk voor ‘biobased’ kiest.”
“
Consument wil steeds meer producten met natuurlijke grondstoffen
”
Win een DOOS vol met groene producten
Lezers ac t i e !
Plantenpotten, bouwmaterialen, vitaminen, suiker, wasmiddelen, medicijnen en verf. Een greep uit de vele producten, gemaakt uit groene grondstoffen of voedingsresten. In Brabant gebeurt het steeds meer. Deze groene industrie, biobased economy, heeft een grote toekomst. Goed voor de werkgelegenheid en goed voor de leefbaarheid in Brabant.
Onder de inzenders verloten we een doos vol met producten, gemaakt van bijvoorbeeld aubergines, paprikastengels, suikerbieten, gras of hennep.
Nieuwsgierig geworden naar deze groene producten uit Brabant? Laat uw e-mailadres achter op www.brabant.nl/biobasedeconomy
Aanmelden kan tot 31 januari. Medio februari krijgt de winnaar bericht.
dekaarde. Na de oogst heet dat pakket champost en wordt het als meststof afgevoerd naar Duitsland. “Maar daar zijn de regels steeds strenger geworden en moeten we sinds kort weer extra betalen voor de verwerking.” Dus het is volgens de bedrijfsleider interessant om van die champost biobased producten te maken. Eerst worden de twee lagen grond weer gescheiden. De voormalige compost verdwijnt in een installatie met drie biologische droogtunnels van beton, die nu naast de kwekerij wordt gebouwd. “In de vloer zitten gaatjes, waardoor we van onderaf lucht door de champost kunnen blazen. Door de bacteriën erin begint het te broeien. Die warmte gebruiken we in de kwekerij. Dat scheelt aanzienlijk op de gasrekening.” Na
dit proces kan deze grond worden gebruikt als bodemverbeteraar of kunstmestvervanger. “Of het wordt, als we het nog droger kunnen maken, biomassa voor energiecentrales. De laag dekaarde drogen we ook. Die is te gebruiken als strooisel in koeienstallen, of voor de potgrondsector.”
Prijzen Voor deze ontwikkeling, waaraan drie jaar samen met Henk van den Boomen is gewerkt, ontving Champignonkwekerij Gemert in 2013 de Biobased Economy prijs OostBrabant. Vorig jaar was het bedrijf finalist bij de Rabobank/Herman Wijffels Innovatieprijs. Veel erkenning voor de familie dus. “Maar biobased werken is ook positief voor het imago van de agrarische sector.”
Bodec
Engineer Anke Horvers-Hermans vangt bij Bodec het poeder op dat wordt verkregen uit onder meer fruitpulp.
Dat zegt eigenaar Frank de Boeff van onderzoeksen ingenieursbureau Bodec, gevestigd op het Food Tech Park Brainport in Helmond. Als specialist in scheidingstechnologie voor met name de voedingsmiddelenindustrie, is Bodec een biobased bedrijf bij uitstek. “We zijn er goed in om hoogwaardige stoffen te halen uit reststromen die bij de voedselproductie achterblijven.” Neem de komkommer, een gewas waarvan in Nederland een overschot is. “Grote partijen groenten die eigenlijk weggegooid worden. Samen met een aantal partijen, zoals een komkommerteler en een afnemer van geur- en smaakstoffen, vonden we het een mooie uitdaging om dat te valoriseren (waarde creëren uit een reststroom, red.). We hebben er een geur- en smaakstof uit gehaald die kan worden gebruikt in voedingsmiddelen als soepen en sauzen, maar ook in cosme-
tica. Je hebt daar al een chemische variant van, de zogenoemde E-nummers, maar de consument wil juist steeds meer producten met natuurlijke grondstoffen.” Vervolgens moeten er kopers voor worden gevonden. Dat is echter een kostbare zaak. “In Helmond hebben we daarom een proeffabriek gebouwd. Dan kun je op een iets grotere schaal produceren, de ‘kinderziektes’ eruit halen en tijdens de ontwikkeling beter gebaseerde keuzes maken. Zo leer je hoe zo’n fabriek moet worden gebouwd en haal je een flink stuk van het ondernemersrisico weg.”
Toekomst Zelf hoopt De Boeff ooit nog eens de reststroom van een fruitsoort te kunnen verwaarden. “Daarin zitten zowel goede eiwitten, vezels als cholesterolverlagende fytochemicaliën; een mooie combinatie voor sporters of ouderen. Meer kan ik daar nu nog niet over zeggen.”
www.brabant.nl/biobasedeconomy provincie_266x398_biobased_economy.indd 5
09-01-15 17:17