FAVV – BESTUUR LABORATORIA / AFSCA – ADMINISTRATION DES LABORATOIRE
LABO: FLVVT
SECTIE - SECTION: Toevoegingsmiddelen
VALIDATIEPLAN – PLAN DE VALIDATION Analysemethode Méthode d’analyse
I-MET-FLVVT-005 Bepaling van lasalocid-natrium in dierenvoeders Détermination de lasalocide-sodium dans les aliments pour animaux
Techniek
HPLC
Technique
HPLC
Matrix / matrixgroep Matrice / Groupe de matrices Type validatie Type de validation Verantwoordelijke (Naam en functie) Responsable (Nom et fonction)
Dierenvoeders Aliments pour animaux Totaal – Totale Secundair – Secondaire Mini-validatie – validation minimale Mieke Vanbrabant Verantwoordelijke sectie toevoegingsmiddelen Responsable section additifs Naam – Nom: Mieke Vanbrabant
Opgesteld door
Functie - Fonction: Verantwoordelijke sectie
Handtekeningen – Signatures:
Rédaction par
toevoegingsmiddelen
(get.)
Datum - Date: Nvt Goedgekeurd door Approuvé par
Naam – Nom: M. Lekens Functie - Fonction: Labomanager Datum - Date: Nvt
Handtekeningen - Signatures: (get.)
LAB 00 P 180 F 002 Template validatieplan – Modèle plan de validation v.01 2012-03-15 1/15
FAVV – BESTUUR LABORATORIA / AFSCA – ADMINISTRATION DES LABORATOIRE
LABO: FLVVT
SECTIE - SECTION: Toevoegingsmiddelen
Stap – Phase 1: Bepaling van het toepassingsgebied – Déterminer le champs d’application De methode moet geschikt zijn voor de kwantitatieve bepaling van lasalocid in diervoeders en voormengsels. Het gehalte aan lasalocid in diervoeders bedraagt gewoonlijk 75 à 125 mg/kg, in voormengsels gaat het meestal om gehaltes van 10000 mg/kg (1%) of meer. Het werkgebied zal zo opgesteld worden dat de courante concentraties probleemloos kunnen gemeten worden en kritische concentraties niet helemaal aan de uitersten van het werkgebied liggen.
Stap – Phase 2: Doel en statuut van de analysemethode – Le but et status de la méthode d’analyse Kwantitatieve bevestigingsmethode, afgeleide methode gebaseerd op Europese Verordening 2009/152/EG (Bemonsterings- en analysemethoden voor de officiële controle van diervoeders).
Stap – Phase 3: Keuze validatieparameters – Choisir les paramètres à valider Voor deze methode worden de volgende prestatiekenmerken bepaald: lineariteit en werkgebied, precisie reproduceerbaarheid (intra-) en/of herhaalbaarheid, juistheid en/of terugvinding, bepaalbaarheidsgrens (rapporteringsgrens)
en/of
aantoonbaarheidsgrens,
specificiteit
en
selectiviteit,
en
toepasbaarheid/robuustheid/stabiliteit.
Stap – Phase 4: Externe eisen voor validatieparameters – Des exigences externes pour les paramètres à valider Nvt
Stap – Phase 5: Keuze van de monsters – Le choix d’échantillons De geschiktheid van de methode zal getest worden op (gedopeerde) routinemonsters die een grote gelijkenis met de meest voorkomende praktijkmonsters vertonen.
LAB 00 P 180 F 002 Template validatieplan – Modèle plan de validation v.01 2012-03-15 2/15
FAVV – BESTUUR LABORATORIA / AFSCA – ADMINISTRATION DES LABORATOIRE
LABO: FLVVT
SECTIE - SECTION: Toevoegingsmiddelen
VALIDATIERAPPORT – RAPPORT DE VALIDATION Analysemethode Méthode d’analyse
I-MET-FLVVT-005 Bepaling van lasalocid-natrium in dierenvoeders Détermination de lasalocide-sodium dans les aliments pour animaux
Techniek
HPLC
Technique
HPLC
Matrix / matrixgroep Matrice / Groupe de matrices
Dierenvoeders Aliments pour animaux
Datum laatste aanpassing / Date de
2014-12-22
la dernière adaption
LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport – Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 3/15
FAVV – BESTUUR LABORATORIA / AFSCA – ADMINISTRATION DES LABORATOIRE
LABO: FLVVT
SECTIE - SECTION: Toevoegingsmiddelen
Overzicht van de prestatiekenmerken: o
Zie paragraaf 3
De validatie voldoet aan procedure LAB 00 P180
De laboratoria die deze methode willen overnemen, moeten aantonen dat de criteria hieronder aangegeven voldaan zijn: o
Zie paragraaf 3.2 en 3.3 (zowel juistheid als precisie bepaald op minstens 1 niveau)
Historiek validatie
Versie
Herziening door/datum
Reden van herziening
Wijzigingen
01
02/2001, A. Fontaine
Opsteller initiële versie
Volledige tekst
02
02/2005, M. Lekens
Aanvraag BELAC accreditatie
Volledige tekst
02
12/2005, M. Lekens
Aanpassing n.a.v. audit 06-
Toevoeging validatiegegevens
2005 02
01/2006, M. Lekens
Trendanalyse
Toevoeging controlekaartgegevens
03
12/2014, M. Vanbrabant
Voorbereiding publicatie en
Volledige tekst;
toevoegen nieuwe data
Toevoeging validatieplan en overzicht validatierapport + historiek
LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport – Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 4/15
FAVV – BESTUUR LABORATORIA / AFSCA – ADMINISTRATION DES LABORATOIRE
LABO: FLVVT
SECTIE - SECTION: Toevoegingsmiddelen
VALIDATIERAPPORT – RAPPORT DE VALIDATION Analysemethode Méthode d’analyse
I-MET-FLVVT-005 Bepaling van lasalocid-natrium in dierenvoeders Détermination de lasalocide-sodium dans les aliments pour animaux
Techniek
HPLC
Technique
HPLC
Matrix / matrixgroep Matrice / Groupe de matrices Type validatie Type de validation Verantwoordelijke (Naam en functie) Responsable (Nom et fonction)
Dierenvoeders Aliments pour animaux Totaal – Totale Secundair – Secondaire Mini-validatie – validation minimale Mieke Vanbrabant Verantwoordelijke sectie toevoegingsmiddelen Responsable section additifs Naam – Nom: Mieke Vanbrabant
Opgesteld door
Functie - Fonction: Verantwoordelijke sectie
Handtekeningen – Signatures:
Rédaction par
toevoegingsmiddelen
(get.)
Datum - Date: 2014-12-22 Medewerkers
Raymond Van Sandt: laborant
(Naam en functie)
Martine Bral: laborant
Collaborateurs
Annemie Voets: laborant
(Nom et fonction)
Nele Maris : laborant
Periode van validatie
Start - Début: 2001-01
Période de validation
Einde - Fin: 2014-12
Methode goedgekeurd en geschikt bevonden door
Naam – Nom: Mandy Lekens
Méthode approuvée et jugé Functie - Fonction: Labomanager convenable pour la routine
Datum - Date: 2014-12-24
Handtekeningen - Signatures: (get.)
par
Hierna volgt een beschrijving van de resultaten van het validatieonderzoek zoals aangegeven in stap 8 van de procedure LAB 00 P 180. Ce qui suit est une description des résultats de l'étude de validation comme indiqué dans l'étape 8 de la procédure LAB P 00 180.
LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport – Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 5/15
FAVV – BESTUUR LABORATORIA / AFSCA – ADMINISTRATION DES LABORATOIRE
LABO: FLVVT
SECTIE - SECTION: Toevoegingsmiddelen
SAMENVATTING VALIDATIEGEGEVENS – RÉSUMÉ DES DONNÉES DE VALIDATION ......................... 7 1
DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED........................................................................................................... 7
2
ANALYSEMETHODE EN ANALISTEN..................................................................................................... 7
3
PRESTATIEKENMERKEN ........................................................................................................................ 7 3.1
LINEARITEIT EN WERKGEBIED ................................................................................................................. 7
3.2
PRECISIE............................................................................................................................................... 8
3.2.1 3.2.1.1
3.2.2
4
Intralaboratoriumreproduceerbaarheid (%RSDRw) ..................................................................... 8 Diervoeder midden niveau (10 - 1000 mg/kg) (M. Vanbrabant, 2014) ..................................................... 8
Herhaalbaarheid (%RSDr ) .......................................................................................................... 9
3.2.2.1
Diervoeder laag niveau ( 10 mg/kg) (M. Lekens, 2005) ....................................................................... 10
3.2.2.2
Diervoeder midden niveau (10 - 1000 mg/kg) (M. Lekens, 2005).......................................................... 10
3.2.2.3
Diervoeder midden niveau (10 - 1000 mg/kg) (M. Lekens, 2005).......................................................... 11
3.2.2.4
Diervoeder hoog niveau (≥ 1000 mg/kg) (A. Fontaine, 2001) ................................................................ 11
3.3
JUISTHEID EN/OF TERUGVINDING (M. VANBRABANT, 2014) .................................................................... 12
3.4
AANTOONBAARHEIDSGRENS (LOD) EN BEPAALBAARHEIDSGRENS (LOQ) OF RAPPORTERINGSGRENS ...... 12
3.5
SELECTIVITEIT EN SPECIFICITEIT ........................................................................................................... 13
3.6
REPRODUCEERBAARHEID (INTER)......................................................................................................... 13
3.7
ROBUUSTHEID ..................................................................................................................................... 13
3.8
STANDAARDEN HOUDBAARHEID ............................................................................................................ 13
MEETONZEKERHEID ............................................................................................................................. 14
LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport – Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 6/15
FAVV – BESTUUR LABORATORIA / AFSCA – ADMINISTRATION DES LABORATOIRE
LABO: FLVVT
SECTIE - SECTION: Toevoegingsmiddelen
Samenvatting validatiegegevens – Résumé des données de validation 1
Doel en toepassingsgebied
Kwantitatieve bepaling van lasalocid in diervoeders en voormengsels met behulp van een afgeleide HPLCmethode (2009/152/EG). Het gehalte aan lasalocid in diervoeders bedraagt gewoonlijk 75 à 125 mg/kg, in voormengsels gaat het meestal om gehaltes van 10000 mg/kg (1%) of meer. Het werkgebied wordt zo opgesteld dat de courante concentraties probleemloos kunnen gemeten worden en kritische concentraties niet helemaal aan de uitersten van het werkgebied liggen.
2
Analysemethode en analisten
I-MET-FLVVT-005, versie 01 t.e.m 04.
Het validatieonderzoek werd uitgevoerd onder toezicht van sectieverantwoordelijken A. Fontaine (2001), Mandy Lekens (2005) en Mieke Vanbrabant (2010-2014) door de volgende analisten:
Raymond Van Sandt (RVS)
Martine Bral (MB)
Annemie Voets (AV)
Nele Maris (NM)
Alle bepalingen gebeurden op HPLC keten 3 en 4.
3
Prestatiekenmerken
Ruwe gegevens: Zie bijlage.
3.1
Lineariteit en werkgebied
Een ijklijn in solvent werd opgesteld op basis van 9 concentratieniveaus (0,5 – 1 – 1,5 – 2 - 2,5 – 5 – 10 – 15 - 20 µg/ml of 5 – 10 – 15 – 20 – 25 – 50 – 100 – 150 – 200 mg/kg) (jan. 2005, RVS). De geschiktheid van het lineair model voor de ijklijn werd bewezen aan de hand van het statistisch verwerkingsprogramma Statgraphics (Regressie-analyse). In routine wordt er verder gewerkt met een ijklijn in solvent op basis van 3 concentratieniveaus (0,5 – 10 – 20 µg/ml).
LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport – Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 7/15
FAVV – BESTUUR LABORATORIA / AFSCA – ADMINISTRATION DES LABORATOIRE
LABO: FLVVT
SECTIE - SECTION: Toevoegingsmiddelen
Het werkgebied wordt gekozen in functie van de meest voorkomende doseringsgehaltes en ligt tussen 5 en 200 mg/kg. Er moet voor gezorgd worden dat de concentratie van het analyt in de monsteroplossing of een verdunning van deze oplossing binnen de grenzen van dit werkgebied valt.
3.2
Precisie
Voor de bepaling van de precisie dient de intralaboratoriumreproduceerbaarheid (= intermediate precision) bepaald te worden en indien relevant of vereist, ook de herhaalbaarheid.
3.2.1
Intralaboratoriumreproduceerbaarheid (%RSD Rw)
Voor de bepaling van de intralaboratoriumreproduceerbaarheid werd er volgens de validatieprocedure gebruik gemaakt van controlekaartgegevens. De bekomen %RSDRw moet lager zijn dan of gelijk aan de maximaal toegelaten waarde volgens de vergelijking van Horwitz (%RSDRw max). 3.2.1.1
Diervoeder midden niveau (10 - 1000 mg/kg) (M. Vanbrabant, 2014)
De intralaboratoriumreproduceerbaarheid werd bepaald aan de hand van controlekaartgegevens (spike 100 mg/kg in diervoeder) tijdens de periode 2010 – 2014.
Datum 06/05/2010 28/06/2010 11/10/2010 18/04/2011 01/06/2011 12/07/2011 25/08/2011 09/09/2011 29/05/2012 06/07/2012 26/07/2012 04/09/2012 11/09/2012 04/10/2012 04/10/2012 04/10/2012 04/10/2012 04/10/2012 04/10/2012 04/10/2012
Resultaat Terugvinding (mg/kg) (%) 101,0 101,0 101,7 101,7 99,6 99,6 98,9 98,9 100,0 100,0 99,8 99,8 101,6 101,6 97,7 97,7 99,1 99,1 99,9 99,9 103,5 103,5 99,1 99,1 99,0 99,0 98,0 98,0 97,9 97,9 97,7 97,7 102,3 102,3 98,3 98,3 98,5 98,5 96,6 96,6
Uitvoerder MB RVS MB RVS MB MB AV AV AV MB NM AV AV AV AV AV AV AV AV AV
LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport – Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 8/15
FAVV – BESTUUR LABORATORIA / AFSCA – ADMINISTRATION DES LABORATOIRE
LABO: FLVVT
SECTIE - SECTION: Toevoegingsmiddelen
09/11/2012 20/11/2012 03/01/2013 08/01/2013 29/01/2013 13/02/2013 26/04/2013 03/07/2013 12/08/2013 17/09/2013 23/10/2013 12/11/2013 26/11/2013 21/01/2014 24/06/2014 14/07/2014 30/07/2014 25/08/2014 16/09/2014 29/09/2014 06/11/2014 27/11/2014
100,0 100,4 98,8 98,0 98,8 96,2 99,4 99,7 100,4 100,2 97,8 103,2 99,8 99,0 100,6 96,2 98,0 99,8 99,7 104,1 97,2 99,6
Aantal = Gemiddelde = STDEV = %RSDRw = %RSDRw max =
42 99,4 1,80 1,81 8,00
100,0 100,4 98,8 98,0 98,8 96,2 99,4 99,7 100,4 100,2 97,8 103,2 99,8 99,0 100,6 96,2 98,0 99,8 99,7 104,1 97,2 99,6
MB MB AV MB MB AV MB AV AV MB AV AV AV AV AV AV AV NM AV MB AV AV
99,4
Evaluatie: Voor de matrix dierenvoeder (midden niveau) is de intralaboratoriumreproduceerbaarheid (%RSDRw) kleiner dan de maximaal toegelaten waarde volgens de vergelijking van Horwitz (%RSDRw
max).
De
intralaboratoriumreproduceerbaarheid voldoet bijgevolg aan de criteria vermeld in de validatieprocedure.
3.2.2
Herhaalbaarheid (%RSDr )
Voor de bepaling van de herhaalbaarheid werd er volgens de validatieprocedure gebruik gemaakt van (minstens) 6 deelmonsters. De bekomen %RSDr moet lager zijn dan of gelijk aan de maximaal toegelaten waarde volgens de vergelijking van Horwitz (%RSDr max = %RSDRw max x 2/3).
LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport – Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 9/15
FAVV – BESTUUR LABORATORIA / AFSCA – ADMINISTRATION DES LABORATOIRE
LABO: FLVVT
3.2.2.1
SECTIE - SECTION: Toevoegingsmiddelen
Diervoeder laag niveau ( 10 mg/kg) (M. Lekens, 2005)
Uitvoerder Matrix Waarborg (mg/kg) Datum
MB Diervoeder 10 (spike) Resultaat (mg/kg)
Evaluatie: Voor
de
matrix
herhaalbaarheid 31/01/2005 31/01/2005 31/01/2005 31/01/2005 31/01/2005 31/01/2005 31/01/2005 31/01/2005 Aantal metingen = Gemiddelde = STDEV = %RSDr = %RSDr max = %RSDRw max =
3.2.2.2
9,9 9,5 9,9 8,9 10,3 9,9 10,3 9,9
dierenvoeder (%RSDr)
(laag
kleiner
dan
niveau) de
is
de
maximaal
toegelaten waarde volgens de vergelijking van Horwitz (%RSDr
max).
De herhaalbaarheid voldoet bijgevolg aan de
criteria vermeld in de validatieprocedure.
8 9,8 0,45 4,61 7,54 11,31
Diervoeder midden niveau (10 - 1000 mg/kg) (M. Lekens, 2005)
Uitvoerder Matrix Waarborg (mg/kg) Datum
RVS Diervoeder 100 (spike) Resultaat (mg/kg)
Evaluatie: Voor de matrix dierenvoeder (midden niveau) herhaalbaarheid
(%RSDr)
kleiner
dan
de
is de
maximaal
toegelaten waarde volgens de vergelijking van Horwitz 06/12/2005 06/12/2005 06/12/2005 06/12/2005 06/12/2005 06/12/2005 Aantal metingen = Gemiddelde = STDEV = %RSDr = %RSDr max = %RSDRw max =
101,9 101,6 96,8 101,1 101,1 96,5
(%RSDr
max).
De herhaalbaarheid voldoet bijgevolg aan de
criteria vermeld in de validatieprocedure.
6 99,8 2,49 2,49 5,33 8,00
LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport – Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 10/15
FAVV – BESTUUR LABORATORIA / AFSCA – ADMINISTRATION DES LABORATOIRE
LABO: FLVVT
3.2.2.3
SECTIE - SECTION: Toevoegingsmiddelen
Diervoeder midden niveau (10 - 1000 mg/kg) (M. Lekens, 2005)
Uitvoerder Matrix Waarborg (mg/kg) Datum
RVS Diervoeder 125 Resultaat (mg/kg)
Evaluatie: Voor de matrix dierenvoeder (midden niveau) is de herhaalbaarheid
06/12/2005 06/12/2005 06/12/2005 06/12/2005 06/12/2005 06/12/2005 Aantal metingen = Gemiddelde = STDEV = %RSDr = %RSDr max = %RSDRw max = 3.2.2.4
124,3 122,7 124,7 118,1 130,7 120,2
(%RSDr)
kleiner
dan
de
maximaal
toegelaten waarde volgens de vergelijking van Horwitz (%RSDr
max).
De herhaalbaarheid voldoet bijgevolg aan de
criteria vermeld in de validatieprocedure.
6 123,5 4,35 3,52 5,16 7,74
Diervoeder hoog niveau (≥ 1000 mg/kg) (A. Fontaine, 2001)
Uitvoerder Matrix Waarborg (mg/kg) Datum
RVS Diervoeder 10000 (spike) Resultaat (mg/kg)
Evaluatie: Voor
de
matrix
herhaalbaarheid 20/02/2001 20/02/2001 20/02/2001 20/02/2001 20/02/2001 20/02/2001 Aantal metingen = Gemiddelde = STDEV = %RSDr = %RSDr max = %RSDRw max =
9756 9782 9732 9804 9902 10399
dierenvoeder (%RSDr)
(hoog
kleiner
dan
niveau) de
is
de
maximaal
toegelaten waarde volgens de vergelijking van Horwitz (%RSDr
max).
De herhaalbaarheid voldoet bijgevolg aan de
criteria vermeld in de validatieprocedure.
6 9896 253 2,56 2,67 4,00
LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport – Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 11/15
FAVV – BESTUUR LABORATORIA / AFSCA – ADMINISTRATION DES LABORATOIRE
LABO: FLVVT
3.3
SECTIE - SECTION: Toevoegingsmiddelen
Juistheid en/of terugvinding (M. Vanbrabant, 2014)
Bij herhaalde analyses van een monster moet het resultaat liggen tussen 80 en 110% van het belaste gehalte.
De terugvinding werd bepaald aan de hand van controlekaartgegevens (spike 100 mg/kg) tijdens de periode 2010 – 2014. Er werden geen resultaten bekomen die niet voldeden aan de recovery-aanvaardingscriteria en het terugvindingspercentage bedraagt 99,4 %, wat voldoet aan de vooropgestelde voorwaarde.
3.4
Aantoonbaarheidsgrens (LOD) en bepaalbaarheidsgrens (LOQ) of rapporteringsgrens
De LOD en LOQ worden berekend op basis van de signaal-ruisverhouding (S/N). Voor de LOD dient S/N ≥ 3 te zijn; voor de LOQ is S/N ≥ 6.
Voor de bepaling van de LOQ werden 8 diervoeders gespiked met een gehalte van 10 mg/kg. De signaal/ruis-verhouding (S/N) bedroeg gemiddeld meer dan 30 en de concentratie bedroeg gemiddeld 9,8 mg/kg. De recovery-waarde bedroeg gemiddeld 98,3 % en de RSD was gelijk aan 4,61 %. Aangezien de verhouding tussen het signaal en de ruis groter dan of gelijk is aan 30 (S/N ≥ 30), dienen de bepaalbaarheidsgrens en aantoonbaarheidsgrens niet bepaald te worden (De Ware(n) Chemicus). Dit is geen probleem omdat het gehalte in routinemonsters meestal hoger ligt. We spreken dan ook niet van een bepaalbaarheidsgrens, maar wel van een rapporteringsgrens van 10 mg/kg.
Datum Uitvoerder
31/01/2005 MB
Waarborg (mg/kg)
10 (spike)
0,000005
Monster
Resultaat (mg/kg)
Terugvinding (%)
1 2 3 4 5 6 7 8
9,9 9,5 9,9 8,9 10,3 9,9 10,3 9,9
99 95 99 89 103 99 103 99
9,8 0,45 4,61
98,3
Gemiddelde = STDEV = % RSD =
LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport – Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 12/15
FAVV – BESTUUR LABORATORIA / AFSCA – ADMINISTRATION DES LABORATOIRE
LABO: FLVVT
3.5
SECTIE - SECTION: Toevoegingsmiddelen
Selectiviteit en specificiteit
De piekidentificatie gebeurt aan de hand van de retentietijd en het gebruik van fluorescentiedetectie met een specifieke excitatie- en emissiegolflengte. De piekkwantificatie gebeurt aan de hand van de piekoppervlakte.
3.6
Reproduceerbaarheid (Inter)
Er werd nog niet deelgenomen aan ringtesten. In afwachting hiervan werden er intern tweedelijnscontroles uitgevoerd, welke voldeden aan de aanvaardingscriteria.
3.7
Robuustheid
Langetermijnsvalidatie wordt uitgevoerd op basis van Shewart-controlekaarten (trendanalyse).
3.8
Standaarden houdbaarheid
Om de houdbaarheid van de standaardoplossing na te gaan, werd een standaard stockoplossing 1 maand bewaard bij een temperatuur van 4±4°C, waarna de respons (piekoppervlakte) van de bewaarde oplossing vergeleken werd met deze van een vers bereide oplossing.
Aanmaak STD 2
20/4/2005 Area
25/05/2005 Area
872490 869780 867725
729470 728450 726800
Gemiddelde 728240 STDEV 1347,33 RSD (%) 0,19 t-test 9,34627E-08 F-test 0,482320602
869998 2389,99 0,27
De relatieve standaarddeviatie van deze oppervlakken is gering binnen de houdbaarheidstermijn van 1 maand. De afwijking ten opzichte van de vorige STD2-injectie mag maximaal 20% bedragen, maar een dalende trend moet vermeden worden.
LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport – Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 13/15
FAVV – BESTUUR LABORATORIA / AFSCA – ADMINISTRATION DES LABORATOIRE
LABO: FLVVT
4
SECTIE - SECTION: Toevoegingsmiddelen
Meetonzekerheid
De meetonzekerheid van de methode wordt berekend op 3 niveaus, rekening houdend met de juistheid en precisie.
Concentratie
Uitgebreide relatieve
(mg/kg)
meetonzekerheid U (%)
Laag
10
12,0
Midden
10 < - < 1000
9,4
Hoog
≥ 1000
9,2
Niveau
LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport – Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 14/15
FAVV – BESTUUR LABORATORIA / AFSCA – ADMINISTRATION DES LABORATOIRE
LABO: FLVVT
SECTIE - SECTION: Toevoegingsmiddelen
LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport – Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 15/15