Vakwerk! Toelichting bij de methode
Agrarische bedrijfseconomie leerjaar 3 (deel 1) en 4 (deel 2), voor de kader- en basisberoepsgerichte leerweg
www.ontwikkelcentrum.nl http://ontwikkelcentrum.docentenportal.nl
Inleiding De methode Vakwerk! is een volledige methode voor alle vakrichtingen waarin de praktische handeling centraal staat. Vakwerk! gaat uit van: leren door doen. De methode is daarom opdrachtgestuurd. Dit betekent dat de leerling start vanuit de opdracht. De methode heeft apart lesmateriaal voor de leerling in de kaderberoepsgerichte leerweg (KB) en voor de leerling in de basisberoepsgerichte leerweg (BB). De opdrachten en theorie zijn gesplitst voor de kaderberoepsgerichte leerweg, er zijn aparte werkboeken en informatieboeken. Voor de basisberoepsgerichte leerweg is de informatie geïntegreerd in de opdrachten en zijn er alleen werkboeken. Vakwerk! is er voor de vakrichtingen: • Bloemschikken en -binden • Dierhouderij en -verzorging • Plantenteelt • Groene ruimte • Verwerking agrarische producten • Agrarische bedrijfseconomie • Agrarische techniek
2 Toelichting bij de methode Vakwerk! Agrarische bedrijfseconomie © 2015 Ontwikkelcentrum, Ede
Inhoud 1. Hoe is de methode opgebouwd? 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8
Uit welke producten bestaat de methode? Wat is de omvang van de methode? Hoe zijn de informatieboeken en werkboeken opgebouwd? Hoe zijn de opdrachten opgebouwd? Hoe zijn de projectenboeken opgebouwd? Hoe zijn de toetsen samengesteld? Arrangementen Vakwerk! Hoe ziet de docentenhandleiding eruit?
2. Wat zijn de kenmerken van de methode? 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Opdrachtgestuurd De praktische handeling staat centraal Variatie in opdrachten Algemene vaardigheden zijn geïntegreerd Internet als informatiebron Word, Excel en PowerPoint als hulpmiddel
3. Hoe werkt u met de methode? 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Op welke manier laat u de leerlingen met de opdrachten werken? Hoe bereidt u de opdrachten voor? Hoe bepaalt u de volgorde van opdrachten? Wanneer zet u de extra opdrachten in? Hoe gaat u om met de antwoordmodellen? Welke mogelijkheden biedt het projectenboek?
3 Toelichting bij de methode Vakwerk! Agrarische bedrijfseconomie © 2015 Ontwikkelcentrum, Ede
1. Hoe is de methode opgebouwd? 1.1 Uit welke producten bestaat Vakwerk!? Per vakrichting zijn voor leerjaar 3 de volgende producten beschikbaar: Voor de KB-leerling: Werkboek met informatieboek Voor de BB leerling: Werkboek Voor de docent: Docentenhandleiding inclusief antwoordenboek Per vakrichting zijn voor leerjaar 4 de volgende producten beschikbaar: Voor de KB-leerling: Werkboek met informatieboek Voor de BB-leerling: Werkboek Voor de KB- en BB-leerling: Projectenboek Voor de docent: Docentenhandleiding inclusief antwoordenboek Voor de ondersteunende vakken Agrarische techniek en Agrarische bedrijfseconomie zijn er voor leerjaar 4 de volgende producten beschikbaar: Voor de KB-leerling: Werkboek met informatieboek Voor de docent: Docentenhandleiding inclusief antwoordenboek Voor Agrarische bedrijfseconomie zijn twee werkboeken voor de basisberoepsgerichte leerweg beschikbaar. In eerste instantie is werkboek 1 ontwikkeld op basis van de kadernotitie Economie. Deze notitie heeft een landelijke acceptatie onder docenten, maar is helaas nauwelijks overgenomen voor het examenprogramma. Voor degenen die het examenprogramma willen volgen, is een aanvullend deel (werkboek 2) voor leerjaar 3 ontwikkeld om te waarborgen dat alle eindtermen in de lesstof behandeld worden. Werkboek 1 bevat: Winkel, Overheid, Inkomsten en uitgaven. Werkboek 2 bevat: Boekhouden, Milieukosten & opbrengsten, Handel over grenzen. Overzicht uitgaven Vakwerk! – deel 1 (leerjaar 3) Dierhouderij en -verzorging Informatieboek Werkboek Werkboek Docentenhandleiding Bloembinden en -schikken Informatieboek Werkboek Werkboek Docentenhandleiding Plantenteelt Informatieboek Werkboek Werkboek Docentenhandleiding Verwerking agrarische producten Informatieboek Werkboek Werkboek Docentenhandleiding
(KB) (KB) (BB) (KB & BB) (KB) (KB) (BB) (KB & BB) (KB) (KB) (BB) (KB & BB) (KB) (KB) (BB) (KB & BB)
21108.2 21108.1 21109.1 21124 21110.2 21110.1 21111.1 21125 21112.2 21112.1 21113.1 21126 21114.2 21114.1 21115.1 21127
4 Toelichting bij de methode Vakwerk! Agrarische bedrijfseconomie © 2015 Ontwikkelcentrum, Ede
Groene ruimte
Informatieboek Werkboek Werkboek Docentenhandleiding Informatieboek Werkboek Werkboek Docentenhandleiding Informatieboek Werkboek Werkboek 1 Werkboek 2 Docentenhandleiding
(KB) (KB) (BB) (KB & BB) (KB) (KB) (BB) (KB & BB) (KB) (KB) (BB) (BB) (KB & BB)
21116.2 21116.1 21117.1 21128 21118.2 21118.1 21119.2 21129 21120.2 21120.1 21121.1 21169.1* 21130
Overzicht uitgaven Vakwerk! – deel 2 (leerjaar 4) Dierhouderij en -verzorging Informatieboek Werkboek Werkboek Projectenboek Docentenhandleiding Bloembinden en -schikken Informatieboek Werkboek Werkboek Projectenboek Docentenhandleiding Plantenteelt Informatieboek Werkboek Werkboek Projectenboek Docentenhandleiding Verwerking agrarische producten Informatieboek Werkboek Werkboek Projectenboek Docentenhandleiding Groene ruimte Informatieboek Werkboek Werkboek Projectenboek Docentenhandleiding Agrarische techniek Informatieboek Werkboek Docentenhandleiding Agrarische bedrijfseconomie Informatieboek Werkboek Docentenhandleiding
(KB) (KB) (BB) (KB & BB) (KB & BB) (KB) (KB) (BB) (KB & BB) (KB & BB) (KB) (KB) (BB) (KB & BB) (KB & BB) (KB) (KB) (BB) (KB & BB) (KB & BB) (KB) (KB) (BB) (KB & BB) (KB & BB) (KB) (KB) (KB) (KB) (KB) (KB)
21132.2 21132.1 21133.1 21159 21146 21134.2 21134.1 21135.1 21160 21147 21136.2 21136.1 21137.1 21161 21148 21138.2 21138.1 21139.1 21162 21149 21140.2 21140.1 21141.1 21163 21150 21142.2 21142.1 21151 21143.2 21143.1 21152
Agrarische techniek
Agrarische bedrijfseconomie
5 Toelichting bij de methode Vakwerk! Agrarische bedrijfseconomie © 2015 Ontwikkelcentrum, Ede
1.2 Wat is de omvang van de methode? Met het basismateriaal dekt u de eindtermen af. Daarnaast biedt Vakwerk! extra opdrachten in het werkboek. De extra opdrachten zijn niet verplicht, ook zonder de extra opdrachten dekt u de eindtermen af. Voor toelichting op de extra opdrachten zie paragrafen 3.3 en 3.4. In het projectenboek van de vakrichtingen wordt ook aandacht besteed aan Agrarische techniek en Agrarische bedrijfseconomie. Voor toelichting op het projectenboek zie paragraaf 3.7. De eindtermen voor alle vakrichtingen vindt u op www.eindexamen.nl. In het tabblad Vmbo (KB of BB) kiest u voor Landbouw. Hier kunt u een willekeurig vakgebied kiezen. Klikt u een van de vakgebieden aan, dan verschijnt een pagina met het eindexamenprogramma. U vindt de eindtermen voor alle gebieden in het pdf-bestand afdelingsprogramma landbouw, vmbo. Er is voor gekozen om de eindtermen niet op de cd-rom te plaatsen, omdat deze aan verandering onderhevig zijn. Op deze manier beschikt u als docent altijd over de meest actuele versie. Leerjaar 3: In leerjaar 3 is er per vakrichting 60 uur basismateriaal: Voor de kaderberoepsgerichte leerweg 60 uur om het werkboek te maken en het informatieboek te bestuderen. Voor de basisberoepsgerichte leerweg 60 uur om het werkboek te maken. Met het basismateriaal (60 uur) dekt u de eindtermen af. Voor KB en BB staan extra opdrachten (20 uur) in het werkboek. De extra opdrachten zijn niet verplicht. In totaal is er dus voor leerjaar 3 80 uur lesmateriaal per vakrichting beschikbaar.
Leerjaar 4: In leerjaar 4 omvat Vakwerk! basismateriaal (opdrachten met theorie), extra opdrachten en projecten. Hiermee dekt u de eindtermen af. U kunt hiermee waarschijnlijk niet alle lesuren van de leerlingen vullen. Er is dus nog ruimte voor eigen invulling. Per vakrichting is er in leerjaar 4 lesmateriaal voor: Kaderberoepsgerichte leerweg: totaal 180 uur + 40 uur voor de integratieve eindopdracht. De uren zijn als volgt verdeeld: o 100 uur voor het werkboek (50 uur + 30 uur extra opdrachten) en informatieboek (20 uur). o 120 uur voor het projectenboek (inclusief 40 uur voor de integratieve eindopdracht). Basisberoepsgerichte leerweg: totaal 180 uur. De uren zijn als volgt verdeeld: o 100 uur voor het werkboek (inclusief 30 uur extra opdrachten). o 80 uur voor het projectenboek. Voor Agrarische techniek en Agrarische bedrijfseconomie is er in leerjaar 4 lesmateriaal voor: KB in totaal 100 uur voor het werkboek en informatieboek (inclusief 30 uur extra opdrachten). BB in totaal 100 uur voor het werkboek (inclusief 30 uur extra opdrachten).
6 Toelichting bij de methode Vakwerk! Agrarische bedrijfseconomie © 2015 Ontwikkelcentrum, Ede
1.3 Hoe zijn de informatieboeken en werkboeken opgebouwd? De methode heeft apart lesmateriaal voor de leerling in de kaderberoepsgerichte leerweg en voor de leerling in de basisberoepsgerichte leerweg. In de methode is er duidelijk sprake van niveaudifferentiatie. Toelichting KB-materiaal Er is een werkboek en een informatieboek voor de KB-leerling. In dit materiaal worden de KBeindtermen behandeld. Het materiaal is ook geschikt voor de betere BB-leerling, bijvoorbeeld een BB-leerling die wat zwakker is in de algemene vakken maar tijdens de vakrichtingen makkelijk mee kan komen met de KB-leerlingen. (In principe mag deze leerling dan de opdrachten bij de specifieke KB-eindtermen overslaan.) Het werkboek en informatieboek hebben dezelfde hoofdstukindeling. Per hoofdstuk zijn er een reeks opdrachten in het werkboek en een aantal paragrafen in het informatieboek. Per hoofdstuk zijn er ook een aantal extra opdrachten.
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4
Werkboek opdrachten + extra opdrachten opdrachten + extra opdrachten opdrachten + extra opdrachten opdrachten + extra opdrachten
Informatieboek paragrafen met vragen paragrafen met vragen paragrafen met vragen paragrafen met vragen
In het informatieboek staan in de paragrafen vragen. Hiermee kan de leerling zelf de tekst verwerken. Toelichting BB-materiaal Er is een werkboek voor de BB-leerling. Hierin staan opdrachten met geïntegreerde theorie voor de BB-leerling. In dit materiaal worden alleen de BB-eindtermen behandeld. Het materiaal is vooral bedoeld voor de BB-leerling die meer structuur nodig heeft en gebaat is bij wat overzichtelijkere en kortere opdrachten. In dit materiaal is het leeswerk tot een minimum beperkt. Er is geen informatieboek. De informatie staat in korte blokjes tekst in de opdracht.
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4
Werkboek opdrachten met theorieblokjes + extra opdrachten opdrachten met theorieblokjes + extra opdrachten opdrachten met theorieblokjes + extra opdrachten opdrachten met theorieblokjes + extra opdrachten
7 Toelichting bij de methode Vakwerk! Agrarische bedrijfseconomie © 2015 Ontwikkelcentrum, Ede
1.4 Hoe zijn de opdrachten opgebouwd? De opdrachten hebben allemaal een vaste opbouw: Elementen opdracht Toelichting Doel De leerling leest wat hij moet kennen en kunnen na de opdracht. Bronnen en benodigdheden De leerling krijgt een overzicht van de materialen. Oriëntatie De leerling bereidt de opdracht voor onder het motto ‘eerst denken en dan doen’. Hij actualiseert eventueel zijn voorkennis en maakt eventueel een stappenplan en/of taakverdeling. Uitvoering De leerling voert de opdracht uit aan de hand van een gegeven of een zelfgemaakt stappenplan. Afsluiting De leerling blikt terug op het werkproces en –resultaat.
1.5 Hoe zijn de projectenboeken opgebouwd? Er zijn vijf projectboeken: Dierhouderij en -verzorging Bloembinden en -schikken Plantenteelt Verwerking agrarische producten Groene ruimte Alle projecten zijn competentiegericht. Elk project speelt zich af in een realistische context. De praktijk staat centraal. Er wordt een beroep gedaan op zowel algemene en groene vaardigheden als op persoonlijke kwaliteiten. Er is veel aandacht voor zelfreflectie. Bij elk project zijn er bijlagen die de leerlingen zelf invullen. De bijlagen ondersteunen de leerlingen bij bijvoorbeeld het maken van werkplannen en het voorbereiden van presentaties of excursies. Drie hoofdstukken Elk projectenboek bevat zes projecten verdeeld over drie hoofdstukken. Er wordt in elk project veel aandacht besteed aan de preambulen en LNK2. In een aantal projecten is wat extra aandacht voor Agrarische techniek en/of Agrarische bedrijfseconomie. Hoofdstuk 1 Eindprojecten Hoofdstuk 1 bevat drie projecten van ongeveer 16 uur. In deze eerste drie projecten komen gedeeltelijk de eindtermen uit de specifieke kerndelen van het afdelingsprogramma aan de orde. Hoofdstuk 2 Een beroep onder de loep Hoofdstuk 2 bevat twee projecten van ongeveer 16 uur. In deze projecten is extra aandacht voor LNK1. Hoofdstuk 3 De grote praktische opdracht Hoofdstuk 3 bevat één project van ongeveer 40 uur. Dit project behandelt het verrijkingsdeel van het afdelingsprogramma ‘LNV1 De integratieve opdracht’. Dit project is alleen bedoeld voor de KB-leerling. 8 Toelichting bij de methode Vakwerk! Agrarische bedrijfseconomie © 2015 Ontwikkelcentrum, Ede
1.6 Hoe zijn de toetsen samengesteld? Bij elk informatieboek hoort een online diagnostische toets met 50 gesloten vragen. U kunt kiezen uit een toets van 50 vragen voor de kaderberoepsgerichte leerweg of een selectie daaruit voor de basisberoepsgerichte leerweg. De leerling maakt de toets om te controleren of hij de informatie uit het informatieboek heeft begrepen. Nadat de leerling de toets heeft gemaakt, kan de leerling per vraag feedback opvragen. De toetsen zijn toegankelijk via een eigen Startpagina (Vakwerk toetsen) in de ECC.
1.7 Arrangementen Vakwerk! Online staan 14 arrangementen Vakwerk! klaar met extra materialen passend bij de methode. Zeven arrangementen voor de basisberoepsgerichte en zeven voor de kaderberoepsgerichte leerweg. De thema’s zijn gelijk aan de thema’s in de lesboeken. Naast het theorieboek (omgezet in pdf-vorm) is er aanvullend materiaal opgenomen, zoals Instructiekaarten, Digitale handelingen, Competenties in beeld, Naslagwerken en LIMO’s. Bij elk leermiddel staat een kleine uitleg. De Arrangementen Vakwerk! zijn toegankelijke via een eigen Startpagina ( Vakwerk arrangementen) in de ECC.
1.8 Hoe ziet de docentenhandleiding eruit? In de docentenhandleiding vindt u per opdracht de volgende informatie: opdrachtdoelen; benodigdheden; antwoorden. Verder zijn er tabellen per opdracht met de volgende informatie: code van de eindtermen waar de opdracht betrekking op heeft; algemene en specifieke vaardigheden die in de opdracht voorkomen; inschatting van de tijdsduur van de opdracht; tips en bijzonderheden bij de opdracht.
9 Toelichting bij de methode Vakwerk! Agrarische bedrijfseconomie © 2015 Ontwikkelcentrum, Ede
2. Wat zijn de kenmerken van de methode? 2.1 Opdrachtgestuurd De methode gaat uit van: leren door doen. De methode is daarom opdrachtgestuurd. Dit betekent dat de leerling start vanuit de opdracht. De theorie is minimaal gehouden. De theorie die ze moeten beheersen staat voor de KB- leerling in het informatieboek; voor de BB-leerling is die informatie geïntegreerd in de opdrachten. Werkwijze KB-leerling De KB-leerling maakt de opdrachten uit het werkboek. Als de leerling informatie nodig heeft om de opdracht te kunnen maken, kan hij het informatieboek raadplegen. Daarin kan de leerling met de trefwoordenlijst snel onderwerpen opzoeken. De trefwoorden vindt de leerling makkelijk terug in het informatieboek. De trefwoorden staan in de marge of als vet kopje afgedrukt. In het informatieboek treft de KB-leerling ook vragen aan. Hiermee kan de leerling zelf checken of hij de informatie goed begrepen heeft.
Werkwijze BB-leerling De BB-leerling beschikt alleen over een werkboek. De leerling vindt de nodige informatie in de opdracht zelf. De opdracht wordt namelijk onderbroken door korte tekstblokjes.
2.2 De praktische handeling staat centraal In de opdrachten komen zoveel mogelijk praktische handelingen aan de orde. De leerling leert door te doen. De leerling bereidt de handeling eerst systematisch voor (Wat ga ik waarom doen? Wat heb ik nodig?) en blikt ook terug op de opdracht (Wat ging goed en wat kon beter?). Tijdens de voorbereiding van de handeling en/of tijdens de evaluatie van handeling wordt ingegaan op de theorie die erbij hoort. Niet in alle opdrachten staat een praktische handeling centraal. Afhankelijk van de aard van de eindtermen binnen de vakrichting zijn er meer of minder praktische opdrachten.
2.3 Variatie in opdrachten De werkvormen in de opdrachten zijn zoveel mogelijk gevarieerd. Op deze manier wordt rekening gehouden met verschillende leerstijlen. Zoals gezegd staat in de meeste opdrachten de praktische handeling centraal. De leerling voert een praktische handeling uit. Dit is zo afwisselend mogelijk aangepakt. Soms wordt de leerling direct aan het werk gezet. Er wordt dan achteraf bekeken wat de handigste aanpak is. Een andere keer maakt de leerling vooraf een plan van aanpak. Leerlingen werken samen of alleen. Ze beoordelen bijvoorbeeld elkaars werk of beoordelen aan de hand van een checklist hun eigen werk. Soms krijgen ze een instructie van de docent en weer een andere keer volgen ze een foto-instructie op. Voorbeelden van andere werkvormen in opdrachten zijn maquettes maken, een poster maken, presenteren, een rollenspel spelen, een verslag maken, een excursie organiseren, interviewen, observeren en een spel spelen. 10 Toelichting bij de methode Vakwerk! Agrarische bedrijfseconomie © 2015 Ontwikkelcentrum, Ede
2.4 Algemene vaardigheden zijn geïntegreerd De preambules en de professionele vaardigheden zijn verwerkt in de opdrachten. In de opdrachten komen vaardigheden aan de orde zoals samenwerken, taken verdelen, plannen, overleggen, internet gebruiken, informatie verzamelen, ordenen en verwerken, Word gebruiken, presenteren, beargumenteren, een mening formuleren, evalueren werkproces en werkresultaat. De algemene vaardigheden worden op die momenten behandeld wanneer het voor de hand liggend is. Ze zijn dus op een natuurlijke wijze in het materiaal verwerkt. In de docentenhandleiding staat per opdracht vermeld welke algemene (en specifieke) vaardigheden behandeld worden.
2.5 Internet als informatiebron In sommige opdrachten maken de leerlingen gebruik van internet. Meestal om (achtergrond)informatie te zoeken bij een opdracht. U kunt leerlingen op internet helpen door ze gerichte internetadressen of praktische zoekwoorden te geven. Tips voor sites en zoekwoorden staan soms vermeld in de opdracht in het leerlingenmateriaal en soms in de docentenhandleiding.
2.6 Word, Excel en PowerPoint als hulpmiddel In een aantal opdrachten wordt gebruik gemaakt van Microsoft Word, Excel en PowerPoint. Het zijn hulpmiddelen om de opdracht uit te voeren. In de opdrachten zijn we er vanuit gegaan dat: deze programma’s beschikbaar zijn op school; de leerlingen de basisprincipes kennen van deze programma’s.
11 Toelichting bij de methode Vakwerk! Agrarische bedrijfseconomie © 2015 Ontwikkelcentrum, Ede
3. Hoe werkt u met de methode? 3.1 Op welke manier laat u de leerlingen met de opdrachten werken? Vooraf bepaalt u of u klassikaal wilt werken of dat u de leerlingen zelfstandig en in eigen tempo wilt laten werken. De bedoeling van Vakwerk! is dat de leerlingen in eigen tempo de opdrachten maken (tempodifferentiatie). Dit betekent dat verschillende (groepjes) leerlingen met verschillende opdrachten bezig zijn. U bent aanwezig voor begeleiding. Tempodifferentiatie is echter geen must. De opdrachten zijn ook prima bruikbaar als u wilt dat de leerlingen meer gelijk opgaan. U werkt dan klassikaler. De leerlingen of groepjes leerlingen beginnen allemaal op hetzelfde moment met dezelfde opdracht.
3.2 Hoe bereidt u de opdrachten voor? Om de opdrachten goed voor te bereiden treft u per opdracht in de docenthandleiding de volgende twee tabellen aan: Code eindtermen LNK…
Algemene en specifieke vaardigheden • … • … • …
Tijd … minuten
Tips / bijzonderheden • … • … • …
In de tabellen leest u welke eindtermen (deels) behandeld worden en welke algemene en specifieke vaardigheden aan de orde komen in de opdracht. In de tweede tabel staat een tijdsindicatie in minuten vermeld. Afhankelijk van de organisatie en de inzet van de leerlingen zal de opdracht meer of minder tijd in beslag nemen. Bij tips en bijzonderheden staan tips voor de voorbereiding van en begeleiding tijdens de opdracht. Soms staan er suggesties voor een alternatieve uitvoering van de opdracht. Verder vindt u er suggesties voor naslagwerken en bijvoorbeeld informatie over verkoopadressen van naslagwerken/video’s. In de tabel kan ook verwezen worden naar een andere opdracht. Die opdrachten zijn dan een vervolg op elkaar.
3.3 Hoe bepaalt u de volgorde van opdrachten? De opdrachten staan in een bepaalde volgorde in het werkboek. Dit is niet per se de volgorde die u moet aanhouden. De volgorde kunt u bijvoorbeeld afstemmen op uw schoolorganisatie, het seizoen of het weer.
12 Toelichting bij de methode Vakwerk! Agrarische bedrijfseconomie © 2015 Ontwikkelcentrum, Ede
Als u de volgorde aanpast, lees dan wel eerst in de docentenhandleiding de toelichting per opdracht. Daarin kan vermeld staan dat een bepaalde opdracht eerst gemaakt wordt omdat deze voorwaarde voor een andere opdracht is. De leerling heeft bijvoorbeeld kennis / vaardigheden nodig voor de volgende opdracht. Soms is het om praktische redenen handig om twee opdrachten direct na elkaar te maken.
3.4 Wanneer zet u de extra opdrachten in? Vakwerk! bevat extra opdrachten om het basismateriaal aan te vullen of deels te vervangen. De extra opdrachten kunnen ook als keuzeopdrachten voor de leerlingen aangeboden worden. De extra opdrachten bieden u flexibiliteit: Stel u heeft meer lesuren voor uw vakrichting dan de gemiddelde school. U kunt het basismateriaal dan aanvullen met extra opdrachten. Stel in het basismateriaal zitten opdrachten die niet passen in uw schoolorganisatie. U kunt dan uit de extra opdrachten alternatieve opdrachten kiezen. Stel in het basismateriaal zitten opdrachten die niet aansluiten op de interesse van uw leerlingen. U kunt dan uit de extra opdrachten alternatieve opdrachten kiezen. U kunt ook de leerlingen zelf een opdracht laten uitkiezen. Stel u heeft leerlingen die sneller werken dan andere leerlingen. Deze leerlingen kunt u extra opdrachten geven of laten kiezen (tempodifferentiatie). Leerjaar 3 Er is voor leerjaar 3 per vakrichting 60 uur aan basismateriaal (opdrachten met theorie). Dit dekt de eindtermen van de vakrichting af. Er is per vakrichting 20 uur aan extra opdrachten. De extra opdrachten zijn niet verplicht. Leerjaar 4 Er is voor leerjaar 4 per vakrichting 70 uur aan basismateriaal (opdrachten met theorie). Dit dekt de eindtermen van de vakrichting af. Er is per vakrichting 30 uur aan extra opdrachten. De extra opdrachten zijn niet verplicht. In paragraaf 3.6 vindt u een overzicht van de opdrachten per vakrichting en per leerjaar. Daarin staat duidelijk aangeven welke opdrachten extra zijn.
3.5 Hoe gaat u om met de antwoordmodellen? De antwoordmodellen vindt u per opdracht achter in de docentenhandleiding. De antwoorden zijn geschreven in leerlingentaal. U kunt deze antwoorden dus uitdelen aan leerlingen, zodat zij zelf hun opdrachten kunnen nakijken. In sommige opdrachten krijgt de leerling de instructie om het antwoordmodel bij de docent te gaan halen. U kunt deze antwoorden natuurlijk ook gebruiken om zelf opdrachten na te kijken. Voor KB zijn er ook antwoordmodellen bij de vragen uit het informatieboek.
3.6 Welke mogelijkheden biedt het projectenboek? De bedoeling is dat de leerlingen de projecten zelfstandig (vaak in groepen) uitvoeren. BB- leerlingen zullen meer ondersteuning nodig hebben dan KB-leerlingen.
13 Toelichting bij de methode Vakwerk! Agrarische bedrijfseconomie © 2015 Ontwikkelcentrum, Ede
Met de projecten uit het projectenboek heeft u verschillende mogelijkheden. Een aantal suggesties is: Bied de projecten aan als afwisseling van opdrachten. Bied de projecten aan in een projectweek. Laat de projecten parallel lopen aan de opdrachten. De opdrachten maken leerlingen in de les en de projecten doen ze tijdens studie-uren. Bied projecten aan als introductie of afsluiting van een bepaald onderwerp. Gebruik de projecten als aanvulling op een andere methode dan Vakwerk!, bijvoorbeeld Werkplekkenstructuur. Voortgangsbewaking Op kritieke momenten in het project worden de leerlingen verwezen naar de docent. Er wordt concreet aangegeven wat met de docent besproken moet worden, voordat de leerlingen verder mogen gaan. Deze momenten vindt u terug in de projecten onder het kopje ‘Overleg met de docent’. Op deze manier kunt u de voortgang van het project goed volgen. U kunt, indien nodig, de leerlingen tijdig bijsturen. Bijlagen Bij elk project is een aantal bijlagen. De bijlagen zitten achterin het boek en zijn als pdf opgenomen in het docentenportal (http://ontwikkelcentrum.docentenportal.nl). U heeft dus de mogelijkheid om de leerlingen de bijlagen digitaal aan te bieden. Zo kunnen leerlingen bijvoorbeeld hun werkplannen op de pc maken.
14 Toelichting bij de methode Vakwerk! Agrarische bedrijfseconomie © 2015 Ontwikkelcentrum, Ede