DEEL 1: VISIE EN METHODE
DEEL 1: VISIE EN METHODEN A.
ALGEMEEN KADER ________________________________________________A-1
B.
METHODIEK OPMAAK BELEIDSPLAN_______________________________ B-1
1.
De gevolgde procedure ........................................................................................... B-1 1.1.
Omgevingsanalyse........................................................................................... B-1
1.2.
Opmaak beleidsplan 2008 - 2013..................................................................... B-2
Deel 1 – 1
A. ALGEMEEN KADER In uitvoering van het decreet Lokaal Sociaal Beleid van 3 maart 2004 geeft de Vlaamse overheid aan de lokale besturen de opdracht om een Lokaal Sociaal Beleidsplan op te maken. Dit plan moet uiterlijk tegen 1 januari 2008 aan de bevoegde minister overgemaakt worden. De Vlaamse overheid wil via dit Lokaal Sociaal Beleidsplan werken aan 4 pijlers: Planning •
Coördinatie
•
Sociaal Huis
•
Samenwerking
Concreet betekent dit: • •
Opmaak van één Lokaal Sociaal Beleidsplan OCMW-gemeente. De coördinatiefunctie van het lokaal bestuur versterken op het vlak van de lokale hulp- en dienstverlening.
•
De ontwikkeling van een Sociaal Huis.
•
Afstemming en samenwerking met andere actoren.
•
Een overlegtafel en adviesforum bieden aan actoren.
•
Drempels die de toegankelijkheid van de sociale dienstverlening belemmeren wegwerken.
•
De dienst- en hulpverlening beter afstemmen.
De Vlaamse overheid ziet het Lokaal Sociaal Beleidsplan als een koepelplan waarin verschillende beleidsplannen (ouderenbeleidsplan, beleidsplan kinderopvang, …) en beleidsdomeinen geïntegreerd worden. Dit vraagt duidelijk om een samenwerking en afstemming tussen de verschillende actoren. In Wetteren streeft men er naar om een geïntegreerd, flexibel en ruim gedragen Lokaal Sociaal Beleidsplan op te maken: Geïntegreerd doorheen alle beleidsdomeinen; •
Flexibel: een Lokaal Sociaal Beleidsplan is nooit volledig af. Het is belangrijk dat tijdens de periode 2008-2013 dit Lokaal Sociaal Beleidsplan permanent wordt geëvolueerd & bijgestuurd. Daarom kozen we er ook voor om dit plan losbladig te publiceren; Deel 1 – A-1
•
Ruim gedragen: bij de opmaak van het Lokaal Sociaal Beleidsplan werden de actoren en politieke afgevaardigden aangezet tot participatie. Ook de kansengroepen werden geraadpleegd.
Deel 1 – A-2
B. METHODIEK OPMAAK BELEIDSPLAN 1.
De gevolgde procedure
Aan dit Lokaal Sociaal Beleidsplan ging een lange procedure vooraf: In 2004 maakte men reeds een plan 0 op. In dit plan gaf men een eerste schets van het hulp- en dienstverleningsaanbod in Wetteren. In nauw overleg met de actoren werd dit eerste beleidsplan (2005-2007) opgemaakt en werden reeds enkele belangrijke lijnen en doelstellingen vastgelegd. In mei 2007 werd gestart met de opmaak van het plan 1 waarbij gestreefd werd naar integratie van de welzijnsdomeinen over alle levendomeinen heen en intensieve participatie van de actoren. Om dit plan te realiseren werd door het lokale bestuur een ambtenaar (Jeroen De Visscher) aangeworven.
1.1. Omgevingsanalyse STAP 1: Inventariseren kwalitatieve en kwantitatieve data over de verschillende welzijnsdomeinen. STAP 2: Er werd een besprekingsnota gemaakt per thema die volgende gegevens bevatte: •
Inventaris van lokale en bovenlokale data.
•
Een beknopte beschrijving van het lokale aanbod.
•
Verwijzing naar het vorige beleidsplan.
•
Inventaris van relevante beleidsopties van de bovenlokale overheden.
•
Reeds vooraf geïnventariseerde knelpunten en verbetervoorstellen.
STAP 3: Deze besprekingsnota’s werden besproken op de thematische overlegmomenten met zoveel mogelijk betrokken actoren. Er werden 11 overlegmomenten georganiseerd, één overlegmoment per thema. Tabel 1: data thematische werkgroep
Thematische werkgroep
Datum
(Sociale) tewerkstelling en –opleiding.
9 mei 2007
Kansen voor jongeren.
10 mei 2007
Kwalitatieve en toegankelijke kinderopvang.
14 mei 2007
Ouderenzorg: een uitdaging of probleem?
15 mei 2007
Deel 1 – B-1
Opvoeding- en gezinsondersteuning.
21 mei 2007
Levenslang wonen voor jong en oud (huisvesting).
22 mei 2007
Thuiszorg: vandaag en morgen.
24 mei 2007
Drempels in het onderwijs: ook een lokale opdracht?
22 mei 2007
Cultuur en sport voor iedereen?!
30 mei 2007
Etnisch culturele minderheden: kleurrijk Wetteren.
31 mei 2007
Schuldbemiddeling
21 juni 2007
Er participeerden in totaal 109 verschillende personen aan de diverse overlegmomenten. De opmerkingen, de knelpunten en verbetervoorstellen werden geïnventariseerd. STAP 4: Via e-mail werd informatie verzameld over de lokale actoren, gegevens over de doelstellingen, de doelgroep, het aantal cliënten, het aantal personeelsleden, de ervaren knelpunten en verbetervoorstellen (standaardfiches). STAP 5: Aan de hand van de opmerkingen tijdens de overlegmomenten en de ingevulde organisatiefiches werden de omgevingsanalyses en SWOTanalyses opgemaakt. STAP 6: Er werd een behoefteonderzoek gedaan naar kinderopvang: •
Naar de ouders met kinderen van 0 tot 3 jaar werd via de post een enquête (opgemaakt door Kind en Gezin) opgestuurd.
• Via de scholen (centrumscholen) werden enquêtes bezorgd aan ouders met kinderen van 3 tot 12 jaar. • De maatschappelijk assistenten van het OCMW Wetteren informeerden bij hun cliënten naar de behoeftes aan kinderopvang.
1.2. Opmaak beleidsplan 2008 - 2013 STAP 7: De strategische doelstellingen, operationele doelstellingen en acties werden opgemaakt aan de hand van de “omgevingsanalyse”en “SWOTanalyse”. STAP 8: De “strategische, operationele doelstellingen en acties” werden besproken door het planningsteam.
Deel 1 – B-2
Tabel 2: Vertegenwoordigers planningsteam
Naam
Functie
Paul Van Autreve
Voorzitter OCMW
Erna Braeckman
Schepen Sociale Zaken
Alain Pardaen
Schepen Huisvesting
Anne- Marie Hoebeke
Schepen Lokale economie
Karel van den Bosch
Raadslid OCMW
Marianna Gorré
Raadslid OCMW
Jef Bracke
Secretaris Gemeente
Patrick Galle
Secretaris OCMW
Christine De Pauw
Sociale Dienst Gemeente
Davy Van Den Putte
Ouderenbeleidscoördinator
Hilde De Bruyn
Dienst Opvanggezinnen
Hans Onselaere
Hoofdmaatschappelijk werker OCMW
Jeroen De Visscher
Beleidsmedewerker Lokaal Sociaal Beleid
Tabel 3: Data planningsteam
Data
Thema
Dinsdag 18/09 om 19u
Sociaal Huis Ontmoetingscentrum
Dinsdag 25/09 om 19 u
Kansengroepen
Woensdag 3/10 om 19u
Thuiszorg Ouderen Huisvesting
Dinsdag 09/10 om 19u
Kinderzorg Gezondheid (preventie)
STAP 9: De door het planningsteam geamendeerde versie werd via e-mail overgemaakt aan de deelnemers van de verschillende overlegmomenten, middenveldorganisaties, de politieke partijen en de adviesraden gestuurd. Hen werd gevraagd om amendementen aan te brengen op deze versie. De amendementen werden verzameld en indien opportuun werden de doelstellingen en acties aangepast. STAP 10: Het beleidsplan werd toegelicht en ter amendering voorgelegd aan de verschillende adviesraden (cultuurraad, lokaal overleg kinderopvang, ouderenraad, samenwerkingsinitiatief thuiszorg, jeugdraad, welzijnsraad). Deel 1 – B-3
Tabel 4: Data adviesraden
Data
Adviesraad
24/10 om 14 u
Ouderenadviesraad
30/10 om 20 u
Cultuurraad
6/11 om 20 u
Jeugdraad
14/11 om 19 u
Welzijnsraad
12/11 om 12. 30 u
Samenwerkingsinitiatief Thuiszorg
3/12 om 20 u
Lokaal Overleg Kinderopvang
STAP 11: De amendementen werden besproken op een gemengde commissie Welzijn (5/12) waaraan zowel OCMW-raadsleden als gemeenteraadsleden participeerden. STAP 12: In een laatste fase werd het Lokaal Sociaal Beleidsplan 2008-2013 op de OCMW- raad van 5 december 2007 en de gemeenteraad van 20 december 2007 goedgekeurd.
Deel 1 – B-4
DEEL 2: OMGEVINGSANALYSE
DEEL 2: OMGEVINGSANALYSE A.
DEMOGRAFISCHE GEGEVENS ______________________________________A-1
1.
Aantal inwoners en bevolkingsdichtheid________________________________A-1
2.
Loop van de bevolking _______________________________________________A-1
3.
Bevolking naar leeftijd________________________________________________A-2
4.
Private huishoudens _________________________________________________A-3
5.
Ratio’s______________________________________________________________A-3 5.1.
De groene druk __________________________________________________A-3
5.2.
De grijze druk ___________________________________________________A-4
5.3.
Interne vergrijzing _______________________________________________A-4
5.4.
Afhankelijkheidsratio’s ___________________________________________A-6
5.5.
Familiale zorgindex ______________________________________________A-6
5.6.
Doorstromingscoëfficiënt _________________________________________A-8
6.
Algemene conclusie __________________________________________________A-8
B.
PARTICIPATIE _____________________________________________________ B-1
1.
Inleiding____________________________________________________________ B-1
2.
Lokale adviesraden __________________________________________________ B-1 2.1.
Ouderenraad ____________________________________________________ B-2
2.2.
Welzijnsraad ____________________________________________________ B-2
2.3.
Jeugdraad_______________________________________________________ B-3
2.4.
Cultuurraad_____________________________________________________ B-3
2.5.
Sportraad _______________________________________________________ B-4
2.6.
Lokaal Overleg Kinderopvang_____________________________________ B-4
2.7.
Het jeugdwelzijnsoverleg _________________________________________ B-4
Deel 2 - 1
2.8. 3.
Woonoverleg ____________________________________________________ B-5
Overleg kansengroepen_______________________________________________ B-5 3.1.
VZW Permanent Welzijnsoverleg (PWO) ___________________________ B-5
3.2.
Werkgroep Vluchtelingen _________________________________________ B-5
4.
Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen ________________________________ B-5
C.
TOEGANKELIJKHEID_______________________________________________ C-1
1.
Inleiding____________________________________________________________ C-1
2.
Het Sociaal Huis in theorie ____________________________________________ C-1 2.1.
Loket-functie ____________________________________________________ C-1
2.2.
Doorverwijsfunctie_______________________________________________ C-2
2.3.
Informatiefunctie ________________________________________________ C-2
3.
Het Sociaal Huis in Wetteren __________________________________________ C-2
D.
HUISVESTING _____________________________________________________D-1
1.
Inleiding____________________________________________________________D-1
2.
Lokale parameters ___________________________________________________D-2
3.
Lokale initiatieven ___________________________________________________D-3 3.1.
Sociaal Verhuurkantoor Laarne-Wetteren-Wichelen VZW _____________D-3
3.2.
Eigen Dak ______________________________________________________D-4
3.3.
Woonbegeleiding ________________________________________________D-5
3.4.
Dienst Huisvesting Gemeente Wetteren_____________________________D-6
3.5.
Sociale dienst Gemeente __________________________________________D-6
4.
SWOT- analyse Huisvesting ___________________________________________D-7
E.
THUISZORG _______________________________________________________ E-1
1.
Inleiding____________________________________________________________ E-1
2.
Aanbod in Wetteren__________________________________________________ E-1
Deel 2 - 2
2.1.
Thuisverpleging _________________________________________________ E-1
2.2.
Gezinszorg______________________________________________________ E-2
2.3.
Poetshulp _______________________________________________________ E-3
2.4.
Klusjesdiensten __________________________________________________ E-4
2.5.
Warme maaltijden _______________________________________________ E-4
2.6.
Uitleendiensten__________________________________________________ E-4
2.7.
Thuisoppas _____________________________________________________ E-4
2.8.
Centra voor thuiszorg in de regio __________________________________ E-4
2.9.
Mindermobielencentrales _________________________________________ E-6
2.10.
Mantelzorgverenigingen __________________________________________ E-6
3.
Lokaal Samenwerkingsinitiatief Inzake Thuisverzorging Wetteren-LaarneWichelen. ___________________________________________________________ E-6
4.
SWOT- analyse Thuiszorg ____________________________________________ E-8
F.
GEZONDHEIDSZORG ______________________________________________ F-1
1.
Inleiding____________________________________________________________ F-1
2.
Lokaal aanbod_______________________________________________________ F-1 2.1.
Curatieve initiatieven ____________________________________________ F-1
2.2.
Preventieve initiatieven___________________________________________ F-3
2.3.
Ziekenfondsen __________________________________________________ F-4
2.4.
OCMW _________________________________________________________ F-4
3.
SWOT- analyse ‘gezondheidszorg’ _____________________________________ F-5
G.
TEWERKSTELLING _________________________________________________G-1
1.
Inleiding____________________________________________________________G-1
2.
Lokale sociale tewerkstellingsinitiatieven _______________________________G-2 2.1.
OCMW Wetteren ________________________________________________G-2
Deel 2 - 3
2.2.
ATB____________________________________________________________G-4
2.3.
Spoor Twee- De Schakel vzw ______________________________________G-4
2.4.
De Wissel vzw___________________________________________________G-4
2.5.
Beschutte Werkplaats Trianval vzw ________________________________G-5
2.6.
Lokale Werkwinkel ______________________________________________G-6
2.7.
Arbeidszorg_____________________________________________________G-6
3.
SWOT- analyse ‘tewerkstelling’ ________________________________________G-7
H.
INKOMEN _________________________________________________________H-1
1.
Inkomensongelijkheid ________________________________________________H-1
2.
Lokale parameters ___________________________________________________H-2 2.1.
Gemiddeld inkomen _____________________________________________H-2
2.2.
Aantal leefloon gerechtigden in Wetteren ___________________________H-2
2.3.
Aantal geboortes in kansarme gezinnen_____________________________H-3
2.4.
Inkomensgarantie voor ouderen ___________________________________H-3
2.5.
Integratietegemoetkoming en inkomensvervangende tegemoetkoming voor personen met een handicap ___________________________________H-4
2.6.
Aanvullende financiële steun door het OCMW ______________________H-4
3.
Schuldbemiddeling __________________________________________________H-5
4.
Knelpunt en verbetervoorstel__________________________________________H-6 4.1.
Knelpunt _______________________________________________________H-6
4.2.
Verbetervoorstel _________________________________________________H-6
I.
CULTUUR EN SPORT _______________________________________________ I-1
1.
Inleiding____________________________________________________________ I-1
2.
Lokale initiatieven ___________________________________________________ I-1 2.1.
Individuele acties ________________________________________________ I-2
Deel 2 - 4
2.2.
Collectieve acties ________________________________________________ I-2
3.
SWOT- analyse ‘cultuur en sport’ ______________________________________ I-3
J.
ONDERWIJS ________________________________________________________J-1
1.
Inleiding_____________________________________________________________J-1
2.
‘Het klassieke onderwijs’ ______________________________________________J-1
3.
2.1.
Lokaal aanbod scholen ____________________________________________J-1
2.2.
CLB _____________________________________________________________J-2
2.3.
JAC _____________________________________________________________J-3
Levenslang leren______________________________________________________J-3 3.1.
PCVO Scheldeland en CVO IVV De Avondschool _____________________J-3
3.2.
Leerpunt Centrum voor Basiseducatie _______________________________J-3
3.3.
VDAB ___________________________________________________________J-3
3.4.
Academie voor muziek en woord ___________________________________J-4
3.5.
Tekenacademie ___________________________________________________J-4
4.
SWOT- analyse ‘onderwijs’_____________________________________________J-5
K.
JONGEREN ________________________________________________________ K-1
1.
Inleiding____________________________________________________________ K-1
2.
Lokale initiatieven ___________________________________________________ K-1 2.1.
VZW Habbekrats ________________________________________________ K-1
2.2.
Jongeren Adviescentrum Wetteren (JAC) ___________________________ K-1
3.
SWOT- analyse ‘jongeren’_____________________________________________ K-3
L.
GEZIN_____________________________________________________________ L-1
1.
Algemeen___________________________________________________________ L-1
2.
Kinderopvang _______________________________________________________ L-1 2.1.
Inleiding________________________________________________________ L-1
Deel 2 - 5
2.2.
Kind en Gezin ___________________________________________________ L-2
2.3.
Aanbod formele kinderopvang ____________________________________ L-3
2.4.
Aanbod vakantieopvang __________________________________________ L-8
2.5.
Andere vormen van kinderopvang _________________________________ L-9
2.6.
Behoefteonderzoek______________________________________________ L-10
2.7.
SWOT- analyse ‘kinderopvang’ ___________________________________ L-13
3.
Opvoeding en gezinsondersteuning ___________________________________ L-14 3.1.
Inleiding_______________________________________________________ L-14
3.2.
Initiatieven opvoeding en gezinsondersteuning _____________________ L-14
3.3.
SWOT- analyse ‘gezin en opvoedingsondersteuning’ ________________ L-18
M.
OUDEREN ________________________________________________________ M-1
1.
Inleiding___________________________________________________________ M-1
2.
Behoefteonderzoek ‘ouderen’_________________________________________ M-1 2.1.
3.
Resultaten _____________________________________________________ M-2
Lokaal hulp- en dienstverleningsaanbod _______________________________ M-3 3.1.
Rusthuizen_____________________________________________________ M-3
3.2.
Kortverblijf ____________________________________________________ M-5
3.3.
Serviceflatgebouw “Scheldezicht”_________________________________ M-5
3.4.
Lokaal dienstencentrum _________________________________________ M-6
3.5.
Thuiszorg______________________________________________________ M-6
4.
Participatie van ouderen _____________________________________________ M-6
5.
SWOT- analyse ‘ouderen’ ____________________________________________ M-8
N.
ETNISCH CULTURELE MINDERHEDEN______________________________N-1
1.
Inleiding____________________________________________________________N-1
2.
Lokale parameters ___________________________________________________N-2
Deel 2 - 6
3.
4.
Lokale initiatieven ___________________________________________________N-4 3.1.
Opvanginitiatief vluchtelingen (LOI) _______________________________N-4
3.2.
Inburgering _____________________________________________________N-4
3.3.
Taalcursussen ___________________________________________________N-4
3.4.
Verenigingsleven etnisch culturele minderheden_____________________N-5
SWOT- analyse ‘Etnisch culturele minderheden’ _________________________N-6
Deel 2 - 7
Deel 2 - 8
A. DEMOGRAFISCHE GEGEVENS 1.
Aantal inwoners en bevolkingsdichtheid
Wetteren is een gemeente met 23 281 inwoners (11 229 mannen en 12 052 vrouwen), een oppervlakte van 36,7 km² en een bevolkingsdichtheid van 634 inwoners per km². De gemiddelde bevolkingsdichtheid in het Vlaams Gewest bedraagt 450 inwoners per km². Wetteren ligt in een dicht bevolkt gebied. Figuur 1: de bevolkingsevolutie in Wetteren 23.400 23.300 23.200 23.100 23.000 22.900 22.800 22.700 22.600 22.500 22.400 96
97
98
99
00
01
02
03
04
05
06
Bron: lokale statistieken Vlaanderen
Tot 2003 zien we een vrij constante beweging in de aangroei van de Wetterse bevolking. Vanaf 2003 zien we de bevolking sterker toenemen.
2.
Loop van de bevolking
De toename van de bevolking is grotendeels toe te schrijven aan het migratiesaldo (aantal inwijkelingen - aantal uitwijkingen). Tabel 1: Loop van de bevolking in Wetteren, migratiesaldo (inwijkelingen- uitwijkelingen) 2002- 2005.
2000 -13
2001 40
2002 101
2003 123
2004 80
2005 104
Bron: lokale statistieken Vlaanderen
Het migratiesaldo bedroeg in 2005: +104. In de periode 2000-2003 zien we een zeer grote stijging in het migratiecijfer, van een negatief cijfer in 2000 tot een hoogtepunt in 2003 van 123 migraties. De migratiebeweging van buiten de gemeente naar Wetteren toe en omgekeerd heeft een belangrijk effect op de bevolkingsevolutie.
Deel 2 - A-1
In Wetteren waren er in 2005 meer geboortes dan sterfte. Dit is een opvallend verschil met de voorbije jaren, toen waren er meer sterfte dan geboortes. Toch tonen de gegevens aan dat het aandeel in de bevolkingstoename door natuurlijke accres beperkt is. Tabel 2: loop van de bevolking in Wetteren, geboortes en sterfte, 2002-2005
Geboortes
Natuurlijke accres1
Sterfte
2002
2003
2004
2005
2002
2003
2004
2005
2002
2003
2004
2005
247
246
247
251
254
253
267
245
-7
-7
-20
6
Bron: NIS- bevolkingsstatistieken via Ecodata
3.
Bevolking naar leeftijd
Figuur 2: bevolkingspiramide Wetteren in 2006
95 + jaar 90-94 jaar 85-89 jaar 80-84 jaar 75-79 jaar 70-74 jaar 65-69 jaar 60-64 jaar 55-59 jaar 50-54 jaar 45-49 jaar 40-44 jaar 35-39 jaar 30-34 jaar 25-29 jaar 20-24 jaar 15-19 jaar 10-14 jaar 5-9 jaar 0-4 jaar 1.00 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0
0
100 200 300 400 500 600 700 800 900 1.00 0
vrouwen
1
mannen
Natuurlijke accres (geboortes- overlijden)
Deel 2 - A-2
Uit bovenstaande bevolkingspiramide kan men afleiden dat het aantal ouderen in de toekomst zal toenemen. Het onderste deel van de piramide is in omvang duidelijk kleiner dan het bovenste deel.
4.
Private huishoudens
Begin 2005 telde Wetteren 9 917 private huishoudens. Dit betekent sinds 1997 een aangroei met 6,9%. Voor diezelfde periode meten we in het Vlaams Gewest een stijging van 6,7%. Men merkt binnen de verschillende huishoudens een toenemende gezinsverdunning. In 1997 telde een gemiddeld gezin 2,46 personen, de gemiddelde gezinsgrootte anno 2005 was gedaald tot 2,30 personen. De gemiddelde gezinsgrootte in het Vlaams Gewest was 2,39. 29,1% van de Wetterse huishoudens zijn alleenstaanden, tegenover 28,7% in het Vlaams Gewest en 25,7% in het arrondissement Dendermonde. Het aantal alleenstaanden steeg in de periode 2000-2004 met 8,6%. Ook in het Vlaams Gewest en arrondissement Dendermonde vinden we deze stijgende trend alleenstaanden terug, binnen het arrondissement is de stijging zowaar nog groter (9,7%), in het Vlaamse Gewest bedraagt de stijging eveneens 8,6%. In Wetteren, bestaat 35,9% van de private huishoudens uit 2 personen en 35% telt 3 of meer gezinsleden. Ongeveer 29% (13% mannen en 16% vrouwen) van de huishoudens betreft alleenstaande personen.
5.
Ratio’s
5.1. De groene druk Dit is de verhouding tussen de jeugdige bevolking (0-19 jaar) en de bevolking op beroepsactieve leeftijd (20-59 jaar). Per 100 personen op actieve beroepsleeftijd zijn er in 2005 36,81 jongeren. Vergeleken met 2000 merken we dat het aantal jongeren in de populatie vermindert. Deze tendens zal zich in de toekomst verder zetten en is ook in het arrondissement Dendermonde en het Vlaams gewest merkbaar. Volgens de prognoses zou tegen 2025 het aandeel jongeren stijgen.
Deel 2 - A-3
Tabel 3: groene druk 2000, 2004, 2005
Wetteren Arr. Dendermonde Vlaams Gewest
2000 37,99 40,80 42,10
2004 36,57 39,20 40,50
2005 36,81 39,40 40,41
Bron: lokale statistieken Vlaanderen
Tabel 4: groene druk 2015, 2025
Wetteren Arr. Dendermonde Vlaams Gewest
2015 36,89 39,42 39,21
2025 41,18 41,65 42,02
Bron: lokale statistieken Vlaanderen
5.2. De grijze druk Dit is de verhouding tussen de leeftijdsgroep van ouderen (+ 60 jaar) en de bevolking op beroepsactieve leeftijd (20-59 jaar). Voor 100 personen op beroepsactieve leeftijd zijn er in 2005 41,88 personen ouder dan 60 jaar in Wetteren. We merken hierbij een lichte stijging t.o.v. de voorbije jaren. Volgens de prognoses zal het aantal 60-plussers aanzienlijk gestegen zijn tegen 2025. Deze toename van ouderen in de bevolking wordt ook in het arrondissement en het Vlaams Gewest verwacht. Tabel 5: grijze druk 2000, 2004, 2005
Wetteren Arr. Dendermonde Vlaams Gewest
2000 41,20 39,30 40,50
2004 41,62 39,50 40,90
2005 41,88 40,31 41,46
Bron: lokale statistieken Vlaanderen
Tabel 6: grijze druk 2015, 2025
Wetteren Arr. Dendermonde Vlaams Gewest
2015 51,27 51,46 49,90
2025 67,43 67,29 65,17
Bron: lokale statistieken Vlaanderen
5.3. Interne vergrijzing Dit is het aandeel van de bevolking van 80 jaar of ouder in de bevolking van 60 jaar of ouder. Een grote interne vergrijzing geeft weer dat de oudere bevolking uit vrij veel hoogbejaarden bestaat. We merken een stijging van de interne vergrijzing. Dit wijst op een veroudering van de oudere bevolking. In 2025 is er een keerpunt waarbij
Deel 2 - A-4
de interne vergrijzing daalt. Ook hier zijn de bevindingen gelijklopend met het arrondissement Dendermonde en het Vlaams Gewest.
Deel 2 - A-5
Tabel 7: interne vergrijzing 2000, 2004, 2005
2000 15,47 15,00 15,30
Wetteren Arr. Dendermonde Vlaams Gewest
2004 17,52 17,50 17,90
2005 17,92 17,79 18,49
Bron: Lokale statistieken Vlaanderen
Tabel 8: interne vergrijzing 2015, 2025
2015 22,61 21,99 21,98
Wetteren Arr. Dendermonde Vlaams Gewest
2025 21,36 21,01 20,78
Bron: lokale statistieken Vlaanderen
5.4. Afhankelijkheidsratio’s Dit meet de verhouding tussen het potentieel economisch niet-productieve deel van de bevolking, dus jongeren (-20 jarigen) en ouderen (+60 jarigen) enerzijds en anderzijds dat deel dat potentieel wel economisch productief is, dus het aantal personen op actieve leeftijd (20-59). In Wetteren waren er in 2005 per 100 personen op beroepsactieve leeftijd 78,69 mensen op niet-actieve beroepsleeftijd. In 2025 wordt er een sterke stijging van niet-actieve verwacht, per 100 beroepsactieven zullen er 108,61 niet-economische productieven zijn. Tabel 9: afhankelijkheidsratio 2000, 2004, 2005
Wetteren Arr. Dendermonde Vlaams Gewest
2000 79,19 80,10 82,50
2004 78,20 78,70 81,30
2005 78,69 79,71 81,86
Bron: lokale statistieken Vlaanderen
Tabel 10: afhankelijkheidsratio 2015, 2025
Wetteren Arr. Dendermonde Vlaams Gewest
2015 88,16 90,88 89,11
2025 108,61 108,95 107,19
Bron: lokale statistieken Vlaanderen
5.5. Familiale zorgindex Dit is de verhouding tussen de bevolking van 80+ en 50-59 jaar. Het is een aanduiding van het aantal hoogbejaarden in verhouding tot de bevolking die er normaliter de zorg moet voor nemen. Per 100 personen in de leeftijdsgroep 50-59 jaar zijn er 31,54 bejaarden van 80 jaar of ouder. We merken reeds een stijging in 2005
Deel 2 - A-6
maar in 2025 zal het aantal 80-plussers t.o.v. de 50-59 jarigen nog toegenomen zijn (47,81 personen in 2025 t.o.v. 31,54 personen in 2005).
Deel 2 - A-7
Tabel 11: familiale zorgindex 2000, 2004, 2005
Wetteren Arr. Dendermonde Vlaams Gewest
2000 29,64 27,30 28,60
2004 31,52 28,70 31,20
2005 31,54 29,32 32,08
Bron: lokale statistieken Vlaanderen Tabel 12: familiale zorgindex 2015, 2025
Wetteren Arr. Dendermonde
2015 40,58 39,51
2025 47,81 48,22
Bron: lokale statistieken Vlaanderen
5.6. Doorstromingscoëfficiënt Dit is de verhouding tussen de bevolking van 10-24 jaar en de bevolking van 50-64 jaar en geeft dus weer in welke mate de personen die binnen afzienbare tijd uit het arbeidscircuit treden zullen vervangen worden door jongere personen die zich binnenkort zullen aanbieden op de arbeidsmarkt .Een doorstromingscoëfficiënt lager dan 100 wijst erop dat de beroepsbevolking in een regio zal krimpen, bij gelijkblijvende arbeidsparticipatiegraad tenminste. De beroepsbevolking zal krimpen in Wetteren, aangezien de doorstromingscoëfficiënt in 2005 slechts 90% bedraagt en nog verder zal dalen tot 67,22% in 2025. Tabel 13: doorstromingscoëfficiënt 2000, 2004, 2005
Wetteren Arr. Dendermonde Vlaams Gewest
2000 96,07 101,50 102,80
2004 92,81 95,50 99,40
2005 90,17 92,75 97,56
Bron: lokale statistieken Vlaanderen
Tabel 14: doorstromingscoëfficiënt 2015, 2025
Wetteren Arr. Dendermonde Vlaams Gewest
2015 70,23 75,49 77,07
2025 67,90 71,30 73,53
Bron: lokale statistieken Vlaanderen
6.
Algemene conclusie
Het aantal inwoners in Wetteren is sinds 2003 in stijgende lijn. Dit is vooral te verklaren door een positief migratiesaldo: het aantal personen dat in Wetteren komt wonen is groter dan het aantal dat uit Wetteren vertrekt.
Deel 2 - A-8
Binnen de bevolking is er duidelijk een vergrijzingtendens. Het aantal personen op pensioengerechtigde leeftijd zal de komende jaren stijgen. Ook kan men constateren dat het aantal hoogbejaarden (ouder dan 80 jaar) ten opzichte van de leeftijdsgroep 50-59 jarigen in de toekomst zal toenemen. Deze vergrijzing brengt met zich mee dat de beroepsbevolking zal krimpen en dat het aantal personen die afhankelijk zijn en nood aan zorg hebben zal stijgen.
Deel 2 - A-9
B. PARTICIPATIE 1.
Inleiding
Een Lokaal Sociaal Beleidsplan is een efficiënt beleidsinstrument dat pas functioneel is als het een breed draagvlak heeft. Daarom is het essentieel dat alle actoren mee betrokken worden bij de opmaak- opvolging- uitvoering. Het betrekken van de burgers blijkt in de praktijk niet evident, zeker wanneer het gaat om participatie van kansengroepen. Onderzoek bevestigt deze stelling, er is een diepe kloof, een missing link, tussen aan de ene kant de overheid en aan de andere kant de burger. De kloof is nog schrijnender in de relatie met zwakke socioeconomische groepen. Er is niet alleen een kloof tussen overheid en burgers maar tevens een kloof tussen hulpverleners en hulpvragers. De verschillende vormen van participatie hebben als doel deze kloof te dichten. Het lokaal bestuur zal keuzes moeten maken met betrekking tot de invulling van participatie. Participatie kent namelijk verschillende gradaties. Het bestuur kan er voor kiezen om de participatie te beperken tot ‘raad vragen’ aan de burgers. Anderzijds kan het opteren om de burgers de beleidskeuzes mee te laten bepalen. Wanneer men aan ‘echte’ participatie wil doen is het vooral belangrijk om burgers in een zo vroeg mogelijk stadium te betrekken. Het is een uitdaging om naast het oprichten van formele organen zoals bijvoorbeeld adviesraden ook andere vormen van participatie (vb. enquêtes, …) een plaats te geven en steeds de vraag te stellen in hoeverre men de kwetsbare doelgroepen bereikt. In dit hoofdstuk bespreken we een aantal organen die de participatie van burgers willen bevorderen. In eerste instantie behandelen we de verschillende adviesraden. Een aantal daarvan zijn gebonden aan decretale verplichtingen, terwijl andere adviesorganen een meer vrijblijvende functie hebben. Daarnaast bekijken we een paar lokale verenigingen waarin het overleg met kansengroepen centraal staat. Tenslotte vermelden we in dit hoofdstuk “samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen”, een organisatie die op provinciaal niveau actief is om de dialoog voor bepaalde kwetsbare groepen te activeren.
2.
Lokale adviesraden
Het gemeentedecreet van 2005 geeft de gemeenteraad de mogelijkheid om adviesraden aan te stellen. Met “adviesraden2” bedoelt men ‘elke vergadering van personen, ongeacht hun leeftijd, die er door de gemeenteraad mee belast wordt een 2
De wakkere burger
Deel 2 - B-1
advies te formuleren over één of meer vraagstukken’. Dergelijke adviesraden moeten de participatie en inspraak van de burgers aan het beleid bevorderen. In de eerste plaats streeft men er naar om de burgers te betrekken bij de totstandkoming van het beleid. Het ontbreken van overleg kan namelijk leiden tot weerstanden en het implementeren van de beleidsbeslissingen bemoeilijken. In de tweede plaats biedt men de mogelijkheid aan de burgers om bezwaar aan te tekenen tegen de plannen die een nadelig gevolg zouden kunnen hebben op hun leven. Ten derde wordt door deze inspraak de kwaliteit van het beleid verbeterd. Er wordt beroep gedaan op de ervaringsdeskundigheid van de inwoners.
2.1. Ouderenraad ‘Het decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen’ van 2004 stimuleert lokale besturen om een ouderenbeleidsplan op te stellen. Volgens dit decreet dient elk lokaal bestuur een ouderenraad te installeren. In Wetteren bestaat de ouderenraad uit afgevaardigden van de verschillende ouderenverenigingen. Deze raad heeft als doel het contact en het overleg tussen verenigingen van ouderen (+60 jaar), burgers en het lokaal bestuur te bevorderen. De ouderenraad is een belangrijk forum dat mede zorgt voor voldoende inspraak in het ouderenbeleid en het ouderenbeleidsplan. De ouderenraad: •
behandelt alle kwesties op plaatselijk vlak die, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks ouderen aanbelangen;
•
is bevoegd om op eigen initiatief voorstellen te doen en op verzoek van het schepencollege, van de gemeenteraad en het OCMW. advies te verstrekken;
•
bevordert de samenwerking in het ouderenwerk en de ouderenzorg.
De ouderenraad komt drie keer per jaar samen en de duur van het mandaat van de stemgerechtigde leden is zes jaar.
2.2. Welzijnsraad In september 2005 werd een lokaal welzijnsoverleg opgericht met als doel bij te dragen tot de ontwikkeling van een kwalitatief en integraal lokaal welzijnsbeleid, met bijzondere aandacht voor kansengroepen. De welzijnsraad bestaat uit: •
een algemene vergadering, met afgevaardigden van de organisaties en diensten actief op het grondgebied Wetteren;
Deel 2 - B-2
•
een stuurgroep, met enkele voorgedragen leden uit de algemene vergadering. De stuurgroep zorgt voor het voorbereidende werk, de dossieropvolging, de coördinatie en de communicatie tussen de betrokken partijen.
•
werkgroepen, de werkgroepen werken de thema’s uit bepaald door de stuurgroep.
2.3. Jeugdraad Volgens ‘het decreet houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijke, het intergemeentelijke en het provinciale jeugd en werkbeleid’ van 2003, gewijzigd bij decreet van 23 december 2005, zijn de gemeenten verplicht om een jeugdraad op te richten. De jeugdraad is het adviesorgaan voor de Wetterse jeugd. Deze raad heeft als taak: •
de samenwerking te bevorderen binnen het plaatselijk jeugdwerk;
•
de inspraak te bevorderen in het gemeentelijk jeugdbeleid;
•
op eigen initiatief voorstellen te doen en advies te verstrekken op verzoek van de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen en het OCMW.
De algemene vergadering van de jeugdraad bestaat uit stemgerechtigde leden en leden met een raadgevende stem. De stemgerechtigde leden van de jeugdraad zijn: afgevaardigden van de plaatselijke jeugdorganisaties, van Joc ExiXion, van speelpleinwerking WESP en individuele leden. Leden met een raadgevende stem zijn: de schepen die jeugdbeleid onder zijn bevoegdheid heeft, een vertegenwoordiger van het OCMW en de ambtenaar van de jeugddienst die het secretariaat voor zijn/haar rekening neemt. Daarnaast werkt de jeugdraad vaak met werkgroepen die de concrete acties voorbereiden. De jeugdraad komt ongeveer maandelijks samen, met uitzondering van de vakantiemaanden juli en augustus.
2.4. Cultuurraad Het ‘decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid’ verplicht de gemeentebesturen om een adviesraad voor cultuurbeleid op te richten. De cultuurraad is een cultureel adviesorgaan, bestaande uit een algemene vergadering die uit haar midden een bestuur van maximum 12 leden kiest. Op de agenda staan diverse culturele onderwerpen.
Deel 2 - B-3
2.5. Sportraad Het decreet ‘houdende de subsidiëring van gemeente en provinciebesturen en de Vlaamse gemeenschapscommissie voor het voeren van een sport-voor-allen beleid van 2007 bepaalt dat de gemeentes een sportbeleidsplan moeten opstellen. Hiervoor is participatie van de burgers noodzakelijk en daarom wordt in Wetteren een sportraad opgericht. De sportraad adviseert het gemeentebestuur, op eigen initiatief of op verzoek, voor alle aangelegenheden die de sportraad belangrijk acht in het kader van het sportbeleid. De sportraad bestaat uit een algemene vergadering waarin alle aangesloten sportverenigingen vertegenwoordigd zijn, en een dagelijks bestuur van 9 personen, gekozen uit de algemene vergadering.
2.6. Lokaal Overleg Kinderopvang Het Lokaal Overleg Kinderopvang is een gemeentelijke overlegorgaan waarin personen zetelen die in de brede zin betrokken zijn bij de kinderopvang in de gemeente: de lokale actoren (zoals de opvang zelf, het jeugdwerk, de scholen, ...), de gebruikers, het lokaal bestuur en eventuele anderen. Het Lokaal Overleg Kinderopvang adviseert het lokaal bestuur over het Lokaal Beleidsplan Kinderopvang, de uitvoering ervan en over de uitbouw van kinderopvang binnen de gemeente. De opdrachten van deze adviesraad werden vastgelegd in ‘het Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 houdende het Lokaal Beleid Kinderopvang.’
2.7. Het jeugdwelzijnsoverleg Het jeugdwelzijnsoverleg is een overlegorgaan waar de schepen van jeugd, vertegenwoordigers van het OCMW, Habbekrats, het JAC, de opvoedingswinkel, de jeugddienst, het jeugdontmoetingscentrum, het onderwijs, CLB’s en alle diensten die in de gemeente actief werken rond jeugdhulpverlening knelpunten en verbetervoorstellen bespreken. Het aanbod van de diensten wordt vergeleken, er wordt gepeild naar de problemen die ervaren worden, de samenwerking wordt onder de loep genomen en de preventieve acties worden overlopen. Uit al deze informatie worden een aantal prioritaire noden en oplossingsstrategieën bepaald.
Deel 2 - B-4
2.8. Woonoverleg In Wetteren wordt minstens 4 maal per jaar een woonoverleg georganiseerd waar het woonbeleid en adhoc problemen besproken worden. Aan dit overleg participeren de sociale huisvestingsmaatschappij, het sociale verhuurkantoor, de gemeente, de schepen van huisvesting en het OCMW. Dit overleg kan ook uitgebreid worden door uitnodiging van deskundigen zoals RWO Wonen Oost-Vlaanderen, … Binnen deze vergaderingen fungeert de schepen van huisvesting als voorzitter en de huisvestingsambtenaar als secretaris van het overleg.
3.
Overleg kansengroepen
3.1. VZW Permanent Welzijnsoverleg (PWO) Dit is een vrijwilligersorganisatie met als maatschappelijk doel: het bevorderen van de integratie van mensen met een laag inkomen via het organiseren van vormingsinitiatieven, socio- culturele activiteiten en zinvolle actieve vrijetijdsbesteding. In een overeenkomst met het OCMW werd afgesproken om minimaal 2 keer per jaar een overleg tussen de sociale dienst van het OCMW en het PWO te organiseren. Op die manier worden knelpunten in de dienstverlening en het ruime welzijnwerk besproken. Ook andere partners worden afhankelijk van het thema op het forum uitgenodigd.
3.2. Werkgroep Vluchtelingen Zie hoofdstuk ‘etnisch culturele minderheden’.
4.
Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen
Dit is een VZW, gevestigd in Gent, die zich inzet voor een meer democratische, solidaire en rechtvaardige samenleving. Prioritair ontfermen zij zich over maatschappelijk kwetsbare groepen zonder stem en proberen hen een plaats in de samenleving te verzekeren. Omdat zij de ongelijkheid van de sociale grondrechten in kaart wensten te brengen startten zij een project, genaamd de grondrechtenboom, op. Het doel van dit project bestaat erin om knelpunten in het kader van het lokaal sociaal beleid te inventariseren. Ze bevraagden 60 groepen met minder behartigde belangen. In elk van de 6 Oost-Vlaamse regio’s bevraagden ze 10 groepen behorend tot één van de volgende categorieën: allochtonen, armen, wonen, kwetsbare jongeren, cliënten hulpverlening, kansengroepen tewerkstelling, thuislozen, zieken & gehandicapten,
Deel 2 - B-5
ouderen, ouder- en cursistengroepen. De positieve en negatieve ervaringen en de conclusies werden verwerkt per regio in grondrechtenbomen. De ervaringen en conclusies werden elk toegewezen aan een hoofdgrondrecht, en eventueel aan een bijkomend grondrecht. Deze hoofdgrondrechten (culturele en maatschappelijke ontplooiing, gezondheid, …) vormen de hoofdtakken van de grondrechtenboom. De adviezen en knelpunten die door dit onderzoek in dialoog met de kansengroepen aangegeven worden nemen we mee doorheen deze omgevingsanalyse.
Deel 2 - B-6
C. TOEGANKELIJKHEID 1.
Inleiding
Het Lokaal Sociaal Beleid heeft als belangrijke doelstelling3 ‘het garanderen van een maximale toegankelijkheid van de dienstverlening voor elke burger’. In de praktijk merkt men dat de burger door het bos de bomen niet altijd meer ziet. Vooral de kansengroepen ervaren hieromtrent moeilijkheden. Dit is te verklaren doordat ze het bestaan niet kennen van de verschillende voorzieningen. Om de toegankelijkheid in de hulpverlening te bevorderen verwacht de Vlaamse regering dat de lokale besturen werk maken van een ‘Sociaal Huis’. De lokale besturen bepalen evenwel autonoom de invulling van dit concept.
2.
Het Sociaal Huis in theorie4
De Vlaamse regering heeft uitsluitend enkele minimale voorwaarden met betrekking tot het concept ‘Sociaal Huis’ vastgelegd. De invulling ervan wordt door alle lokale besturen autonoom bepaald. Het ‘Sociaal Huis’ moet namelijk aangepast zijn aan de cultuur van de gemeenten, een opgelegd ‘Sociaal Huis’ zou niet werken. ‘Het Sociaal Huis’ moet evenwel minimaal over een loket-, informatie- en doorverwijsfunctie beschikken.
2.1. Loket-functie Het decreet Lokaal Sociaal Beleid stelt dat er ‘minimaal een gezamenlijk loket moet tot stand gebracht worden dat op een geïntegreerde wijze toegang verschaft tot de sociale dienstverlening van het lokale bestuur’. Dit impliceert dat de burger aan minimum één loket terecht kan waarbij hij zowel informatie kan bekomen over de sociale dienstverlening en de opvang- en hulpvormen van het OCMW en gemeente (en bij voorkeur ook over andere factoren) en waarbij hij gericht wordt doorverwezen voor die vragen die niet ter plaatse kunnen opgelost worden. Deze loketfunctie kan verschillende invullingen krijgen: één fysiek loket, meerdere fysieke loketten en één of meerdere virtuele loketten. Het lokaal bestuur dient hierin een keuze te maken.
3 Decreet lokaal sociaal beleid 4 Map Lokaal Sociaal Beleid VVSG, 2006
Deel 2 - C-1
2.2. Doorverwijsfunctie Volgens het decreet lokaal sociaal beleid ‘wordt de doorverwijsfunctie van het Sociaal Huis gerealiseerd door het tot stand brengen van een ruime samenwerking met lokale besturen.’ Vaak zal voor complexere vragen een interne of externe doorverwijzing nodig zijn naar een gespecialiseerde hulpverlener m.b.t. een bepaald thema. Als men een optimale doorverwijzing wil realiseren is het noodzakelijk om na te gaan welke andere actoren er actief zijn in de regio. Dit geldt voor zowel eerstelijns, tweedelijns en als derdelijnsdiensten.
2.3. Informatiefunctie Deze functie, die per definitie verbonden is met de loketfunctie, werd eveneens expliciet gemaakt in het decreet: ‘Het Sociaal Huis heeft de opdracht zo ruim mogelijk informatie te verstrekken over onder meer de mogelijke opvang- en hulpvormen en bestaande voorzieningen, die opvang en hulp aanbieden op het lokale en regionale niveau.’ Dit artikel houdt in dat de burger die aan het loket komt informatie krijgt over de dienstverlening van OCMW en gemeente maar tegelijkertijd ook over alle soortgelijke dienstverlening van andere aanbodverstrekkers.
3.
Het Sociaal Huis in Wetteren
In Wetteren werd in het vorige Lokaal Sociaal Beleidsplan (2003- 2005) gekozen voor een centraal 1ste lijnsloket waarin de focus ligt op: •
De burger informatie geven over alle vormen van hulp- en dienstverlening.
•
Het aanbieden van de mogelijkheid om een afspraak te maken met hulpverleners.
•
Een uitgebreid gamma aan folders en aanvraagformulieren beschikbaar stellen.
•
Zorgcoördinatie.
•
Integratie van de gemeentelijke welzijnsdiensten (sociale dienst, poetsdienst, kinderopvang) in de extramurale dienstverlening van het OCMW.
•
Ruime openingstijden.
Deel 2 - C-2
D. HUISVESTING 1.
Inleiding
In de Vlaamse wooncode5 krijgen de lokale besturen een belangrijke rol toegewezen met betrekking tot wonen. Ze zijn verantwoordelijk voor het uitwerken van een woonbeleid waarbij aandacht dient uit te gaan naar het stimuleren van sociale woonprojecten, het ondersteunen van woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden en het bewaken van de kwaliteit van het woonpatrimonium en de woonomgeving. De lokale besturen worden hierbij geconfronteerd met enkele belangrijke uitdagingen. In de eerste plaats stelt men vast dat de huur en koopprijzen van de woningen stijgen. Hierdoor zijn de woningen voor bepaalde doelgroepen onbetaalbaar. Een antwoord hierop zal de doorstroming zijn naar sociale woningen doch het aanbod blijft onvoldoende (wachtlijsten sociale huisvesting). Bovendien merkt men ook een stijgende trend met betrekking tot de huurprijzen van sociale woningen. In de tweede plaats evolueren de behoeftes op vlak van wonen en zorg binnen de samenleving erg snel6. Vroeger ging men er van uit dat mensen met een zorgbehoefte moesten verhuizen naar een zorgvoorziening. Nu streeft men er naar om de zorgvoorzieningen naar de mensen te brengen, naar hun eigen woonomgeving. In dit kader ontstaan er nieuwe woonvormen zoals bijvoorbeeld duplexwoningen, kangoeroewoningen, … In de toekomst wordt het een belangrijke doelstelling om ‘de personen zolang mogelijk op een kwalitatieve manier in hun eigen thuismilieu te laten wonen.’ Hierbij is het essentieel dat de welzijnssector en de huisvestingssector gaan samenwerken7. Ze dienen onderling tot een taakverdeling te komen, waarbij de eerste zich toespitst op zorg en begeleiding van bewoners op maat terwijl de kerntaak van de tweede bestaat uit het bouwen, verhuren, verkopen en onderhouden van woningen op maat van de zorgbehoeften.
Opgemaakt op 15 juli 1997 en gewijzigd door het decreet van 7 juli 2006 Handleiding lokaal woonbeleid,juni 2003 7 Zie voorstel woon- zorgdecreet Vlaamse regering 5 6
Deel 2 - D-1
2.
Lokale parameters
Tabel 15: Gemiddelde verkoopprijzen van de appartementen en grote woningen, 1995 -2005
Bedrag in euro Wetteren Berlare Buggenhout Dendermonde Hamme Laarne Lebbeke Waasmunster Wichelen Zele
1995 78 895 74 509 80 524 75 553 59 494 NB 71 501 34 209 61 973 79 325
Appartementen 2000 54 009 62 732 103 619 76 979 80 161 84 296 86 863 81 444 40 583 65 197
2005 91 118 138 750 135 599 103 325 123 995 172 687 126 371 175 114 108 000 119 105
1995 224 951 102 297 215 667 119 484 162 928 110 889 145 649 194 359 175 995 153 693
Grote woningen8 2000 238 225 193 632 207 853 242 019 249 876 212 350 220 143 321 616 233 322 NB
2005 205 243 191 097 242 591 216 854 168 768 205 518 195 489 325 425 211 328 261 729
Bron: lokale statistieken Vlaanderen
Tabel 16: Gemiddelde verkoopprijzen van de kleine en middelgrote woningen en bouwgronden, 1995 2005
Bedrag in euro Wetteren Berlare Buggenhout Dendermonde Hamme Laarne Lebbeke Waasmunster Wichelen Zele
Kleine en middelgrote woningen9 1995 2000 2005 51 575 71 920 133 816 61 933 76 531 118 153 74 387 81 534 122 689 60 008 78 011 116 275 46 689 66 179 110 252 72 244 102 906 134 460 64 893 84 263 122 237 72 836 100 539 154 441 66 413 85 356 125 966 55 764 80 461 112 547
Per m2 perceel bouwgrond 1995 2000 2005 34,38 51,04 106,88 29,27 71,98 106,12 36,35 46,50 125,35 27,49 47,81 89,43 41,17 60,29 158,10 40,38 54,90 113,67 29,46 54,35 89,52 43,88 63,55 111,60 26,67 54,44 105,19 30,51 57,55 155,94
Bron: lokale statistieken Vlaanderen
Uit bovenstaande tabel kan men concluderen dat de kostprijs van de koopwoningen zeer sterk is toegenomen. In Wetteren is de kostprijs van ‘kleine en middelgrote woningen’ op tien jaar tijd (1995-2005) bijna verdriedubbeld. ‘De grote woningen’ daarentegen zijn volgens de statistische gegevens goedkoper geworden in Wetteren. Ook de kostprijs van de bouwgronden is aanzienlijk toegenomen. De kostprijzen van de woningen zijn sterker gestegen dan de inkomens. Vergeleken met andere gemeenten in het arrondissement Dendermonde zijn de appartementen in Wetteren het goedkoopst (2005). Ook de grote woningen zijn vergeleken met andere gemeentes relatief goedkoop. Kleine en middelgrote woningen zijn daarentegen in Wetteren vrij duur. Dit laatste is erg opvallend omdat in 1995 dit type woning net vrij goedkoop (tweede goedkoopst), vergeleken met de
8 9
Grote woningen= herenhuizen, villa’s, bungalows, landhuizen en landbouwerswoningen Kleine of middelgrote woningen= arbeiders- of werkmanswoningen, bediendewoningen, renteniers- en burgershuizen
Deel 2 - D-2
andere gemeentes in het arrondissement, was in Wetteren. In 1995 waren ‘de grote woningen’ in Wetteren het duurst binnen het arrondissement maar tien jaar later zijn er zes gemeentes (Buggenhout, Dendermonde, Laarne, Waasmunster, Wichelen en Zele) waar de kostprijs hoger ligt dan in Wetteren. De kostprijzen van de woningen wordt in grote mate bepaald door de ouderdom van de woningen. Oudere woningen zijn goedkoper dan nieuwe woningen. Tabel 17: Ouderdom van de woningen
Vooroorlogs- < 1945
1945- 1991
1991 –en later
22%
42%
12%
Bron: Arcadis Gedas NV, 2001
Wetteren heeft duidelijk een oud woonpatrimonium, hoewel we zien dat het woonpatrimonium zich stilaan begint te vernieuwen. Omstreeks 2001 dateerde bijna 22% van de woningen van vóór 1945. Het aantal gebouwen opgericht na 1991 (nieuwe woningen) bedraagt 12% van het totaal aantal woongebouwen. De woningkwaliteit staat in nauw verband met de ouderdom van de woning. In 5,7% van de Wetterse woningen ontbreekt elk comfort. De overige woningen hebben doorgaans een klein comfort. Hiermee wordt een woning bedoeld met stromend water, een toilet met spoeling en een bad of douche. Ongeveer 41,2% van de woningen in Wetteren bevinden zich in deze toestand. Dit betekent dat in 47,5% van de woningen in de gemeente het comfort ontbreekt of er enkel klein comfort aanwezig is. Ten aanzien van het Vlaams Gewest (29,9%) en het arrondissement Dendermonde (42,5%) is dit vrij hoog.10
3.
Lokale initiatieven
3.1. Sociaal Verhuurkantoor Laarne-Wetteren-Wichelen VZW Deze organisatie huurt woningen op de private markt om ze verder onder te verhuren aan hun cliënteel. Personen en gezinnen die zich in de lagere inkomenscategorie bevinden en moeilijk een betaalbare woning vinden kunnen hier terecht (zie decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode). Het SVK beheert een 60-tal woningen waarvan een 40-tal in Wetteren. Woningen worden toegewezen op basis van een puntensysteem dat rekening houdt met inkomen van kandidaat-huurders en hun actuele huisvestingssituatie.
10
Studienota “afbakening bijzondere gebieden gemeente Wetteren” december 2005
Deel 2 - D-3
3.2. Eigen Dak Dit is de lokale sociale huisvestingsmaatschappij. Een sociale huisvestingsmaatschappij specialiseert zich in de bouw van degelijke en betaalbare woningen die vervolgens worden verhuurd of verkocht. Zie ‘het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode’. Tabel 18: Patrimonium van Eigen Dak
2003 301
Sociale appartementen 2004 2005 302 318
2006 318
2003 232
Bron: sociale situatieschets Oost-Vlaanderen 2006
Deel 2 - D-4
Sociale huurwoningen 2004 2005 227 235
2006 236
Tabel 19: Kandidaat huurders
Aantal kandidaten 2003 348
2004 539
2005 405
2006 542
Bron: jaarverslag 2006 Eigen Dak
De kandidaat-huurders zijn personen die zich bij een sociale huisvestingsmaatschappij kandidaat hebben gesteld voor een sociale huurwoning en ingeschreven zijn als wachtenden in het register van de kandidaat-huurders. Deze cijfers kunnen een indicatie geven van het tekort aan sociale woningen. De gemiddelde wachttijd van de ingeschreven kandidaat-huurders binnen Eigen Dak bedraagt in 2006 17 maanden. Tabel 20: Percentage sociale woningen, 2006
% sociale woningen in Wetteren (Appartementen en huizen)
% sociale woningen in Vlaanderen (Appartementen en huizen)
5,81
5,64
Bron: Vlaamse huisvestingsmaatschappij
3.3. Woonbegeleiding In mei 2006 werd door het OCMW in samenwerking met het Sociaal Verhuurkantoor een voltijds woonbegeleider aangeworven. Deze woonbegeleider wordt voor een ½ VTE gedetacheerd naar het Sociaal Verhuurkantoor (SVK). Binnen het SVK staat dit personeelslid in voor het onthaal van kandidaat-huurders en de woonbegeleiding van de zittende SVK- huurders.
Deel 2 - D-5
De cel woonbegeleiding heeft binnen het OCMW 2 opdrachten: Woonwijzer Een wegwijzer voor de inwoners van Wetteren op het vlak van wonen met bijzondere aandacht voor kansengroepen: •
Kwalitatief wonen (curatieve en preventieve acties);
•
Toegang tot nutsvoorzieningen;
•
Rationeel energiegebruik;
•
Faciliteren van de toegang tot premies op het vlak van huisvesting.
De organisatie en beheer van het netwerk crisisopvang en noodopvang binnen de OCMW- dienstverlening. Het OCMW heeft 1 crisiswoning, 1 noodwoning en 1 doorgangswoning. Een tweede doorgangswoning zal in 2008 in gebruik genomen worden.
3.4. Dienst Huisvesting Gemeente Wetteren De dienst Huisvesting coördineert het lokale woonbeleid in samenspraak met de verschillende woonactoren. Zij concentreren zich vooral op het ‘infrastructurele’. Deze dienst is een spilfiguur in het bewaken van de woonkwaliteit, het verbeteren en het innoveren van het woonpatrimonium, het bestrijden van leegstand en het ondersteunen van ruimtelijk planning. De gemeente stelt hiervoor een 0.5 VTE beroepskracht vrij. Deze dienst werkt samen met ‘Eigen Dak’, het OCMW, SVK Laarne-WichelenWetteren, de sociale dienst van de gemeente en intercommunale DDS.
3.5. Sociale dienst Gemeente Deze dienst staat in voor de dienstverlening gericht naar de burgers op vlak van huisvesting (premies, …)
Deel 2 - D-6
4.
SWOT- analyse Huisvesting
-
Positief Sterktes
Negatief Zwaktes
Actief sociaal verhuurkantoor. Sociale huisvestingsmaatschappij. OCMW beschikt over woonbegeleider. Woonuitbreidingsmogelijkheden.
- Burgers weten niet waar ze terecht kunnen met vragen omtrent huisvesting. - Wachtlijsten sociale huisvesting lang. - Tekort (huur) woningen op maat. - Veel woningen niet aangepast aan de noden- zorgbehoeften. - Veel woningen voldoen niet aan behoeften ouderen. - Kwaliteit van woningen is onvoldoende. - Onvoldoende woonbegeleiding huurders. - Teveel woningen blijven leegstaan. - Geen recente studie inzake wonen. - Geen gericht subsidie- en of ondersteuningsbeleid inzake wonen. - Oud woonpatrimonium.
Mogelijkheden
Bedreigingen
- Prijzen (huur + koopprijs) op privé- Oprichten coördinatiepunt, woonloket. markt blijven niet evenredig stijgen - Lokale initiatieven centraliseren, Sociaal met de inkomens. Huis. - Samenwerking bevorderen tussen actoren - Veel hulpbehoevende ouderen opteren om zo lang mogelijk thuis in realiseren van woonprojecten. - Stimuleren uitbouw patrimonium sociale te blijven maar thuiszorg is woningen. ontoereikend. - Laag aandeel nieuwe woningen. - Levenslang wonen stimuleren. - ‘Nieuwe’ woonvormen bekend maken bij de bevolking. - Voorzien preventieve begeleiding huurders om huurachterstand te vermijden. - Opvolgingssysteem leegstandscontrole. - Eigenaars- verhuurders meer controleren met betrekking tot het onderhoud van verhuurde woningen.
Deel 2 - D-7
E. THUISZORG 1.
Inleiding
De thuiszorg kan omschreven worden als het geheel van activiteiten ter ondersteuning van de zelfzorg van de hulpbehoevende persoon in zijn thuismilieu, met als doel een opname in het ziekenhuis of rusthuis uit te stellen of te voorkomen. Alle hulpbehoevende personen in de thuissituatie kunnen beroep doen op de thuiszorg; er worden geen leeftijdsgrenzen gehanteerd, alsook geen criteria op vlak van de problematiek. De ouderen vormen het grootste deel van de volledige doelgroep van de thuiszorg. De structuur binnen de thuiszorg berust op vier grote peilers: thuisverpleging, maatschappelijk werk, gezinszorg en zelfstandige disciplines. Rond deze vier basisdisciplines werden nog andere disciplines/diensten uitgebouwd: mantelzorgwerking, vrijwilligerswerking, oppasdiensten, (zieken) vervoer, regionale dienstencentra, lokale dienstencentra. Gezien de toenemende vergrijzing van de bevolking (cijfers van het NIS wijzen uit dat Vlaanderen van vanaf 2015 koploper wordt betreffende het stijgende aantal 85plussers) en een toekomstig ouderenbeleid dat gericht is naar het zolang mogelijk in de eigen vertrouwde woning te kunnen blijven (cf. conceptnota “Een nieuw woon-, welzijn- en zorgbeleid voor ouderen in Vlaanderen”) zal de vraag binnen de thuiszorg sterk toenemen. Het is onmogelijk om een volledige weergave van alle thuiszorgdiensten te geven in dit hoofdstuk. Voor een gedetailleerd aanbod van thuiszorg in Wetteren verwijzen we naar de brochure ‘thuiszorg’ van de sociale dienst van het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis Aalst (campus Wetteren).
2.
Aanbod in Wetteren
2.1. Thuisverpleging De thuisverpleging staat in voor alle verpleegkundige zorgen aan huis. Deze dienst wordt aangeboden door Solidariteit voor het Gezin (samenwerkingsakkoord met de Liberale, Onafhankelijke en Neutrale Mutualiteiten), Wit-Gele Kruis (samenwerkingsakkoord met de Christelijke Mutualiteiten), Bond Moyson vzw Medisom, De Kring zelfstandige verpleegkundigen. Iedereen kan beroep doen op de thuisverpleging zowel in een acute, chronische als terminale fase van het ziek zijn. Het aantal bezoeken is afhankelijk van de zorgbehoefte. De hulpverlening van de
Deel 2 - E-1
zorgen erkend door het Riziv is aan terugbetalingstarief. Voor andere prestaties (oogindruppeling, klaarleggen medicatie …) kan een vergoeding gevraagd worden. Voor de verpleegkundige zorg is een medisch voorschrift of kennisgeving aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds noodzakelijk.
2.2. Gezinszorg Bij gezinszorg nemen de verzorgenden volgende taken op: •
Huishoudelijke taken zoals bijvoorbeeld koken en afwassen, verstelwerk en strijken, boodschappen doen, onderhoud van de woning (in beperkte mate, groter onderhoud is voor de poetsdienst);
•
Lichamelijke verzorging zoals bijvoorbeeld hulp bij wassen, hulp bij aan- en uitkleden, hulp bij in-en-uit bed komen, verzorging van de baby, hulp bij handen voetverzorging, hulp bij haarverzorging, beperkte verpleging en E.H.B.O, toezicht op medicatie;
•
Sociale taken zoals bijvoorbeeld kinderopvang en begeleiding bij spel en schoolwerk, administratieve hulp, actief luisteren en bemoedigen;
•
Palliatieve zorg.
Iedereen kan beroep doen op een dienst voor gezins- en bejaardenhulp. Zowel gezinnen, als bejaarden, als personen met een handicap …, mits te voldoen om medische of sociale redenen. Hieronder geven we een overzicht van een aantal organisaties en hun gepresteerde uren gezinszorg in Wetteren. De private sector staat in voor 74,8% van de aangeboden gezinszorg verdeeld over 5 aanbieders. Het OCMW staat in voor 25,20% van het aanbod gezinszorg. Tabel 21: Spreiding van de gezinszorg in de gemeente Wetteren
Diensten Gezinszorg
Gepresteerde uren
Uren in%
OCMW
18.610,00
25,20%
Familiezorg Oost-Vlaanderen
16.161,50
21,89%
Thuishulp Bond Moyson
14.179,35
19,20%
Familiehulp
12.479,25
16,90%
Solidariteit voor het Gezin
7.157,25
9,69%
Onafhankelijke dienst voor gezinszorg
5.257,25
7,12%
Bron: Vlaams agentschap zorg en gezondheidszorg, cijfers 2005
Deel 2 - E-2
Figuur 3: Gezinszorg gemeente Wetteren familiehulp
16,90%
19,20%
familiezorg Oost-Vlaanderen OCMW 9,69%
onafhankelijke dienst gezinszorg Solidariteit Gent
21,89%
7,12%
Thuishulp 25,20%
2.3. Poetshulp Deze dienstverlening omvat het wekelijkse onderhoud van de woningen. In Wetteren wordt poetshulp voor meer dan 55,68% aangeboden door het OCMW. 44,33% wordt aangeboden door de private sector. Tabel 22: Spreiding van de poetshulp in de gemeente Wetteren
Diensten poetshulp
Gepresteerde uren
OCMW
Uren in %
32 356,00
55,68%
Thuishulp
9 258,95
15,93%
Familiehulp
6 582,00
11,33%
Solidariteit voor het Gezin
4 818,00
8,29%
Familiezorg Oost- Vlaanderen
3 389,00
5,83%
Onafhankelijke dienst gezinszorg
1 712,50
2,95%
Bron: Vlaams agentschap zorg en gezondheidszorg, cijfers 2005
Figuur 4: Poetshulp Wetteren
15,93%
11,33% 5,83%
familiehulp familiezorg Oost-Vlaanderen
8,29%
OCMW 3%
Onafhankelijke dienst gezinszorg Solidariteit Gent Thuishulp
55,68%
Deel 2 - E-3
2.4. Klusjesdiensten Deze diensten gaan kleine werkjes aan de woningen uitvoeren bij personen waarvan de fysieke conditie het niet meer toelaat om zelf de klusjes te verrichten. Familiezorg Oost-Vlaanderen, Solidariteit voor het Gezin, Familiehulp en vzw Thuishulp bieden deze dienst aan.
2.5. Warme maaltijden Deze dienstverlening wordt aangeboden door private traiteurs. De warme maaltijden worden aangepast aan een eventueel dieet. Men kan in Wetteren beroep doen op de volgende traiteur diensten: •
Cactus (St-Amandsberg)
•
Duet Party Service (Wetteren)
•
Falco (Wetteren)
•
Edelweis (Lede)
•
’t Walleken (Wetteren)
2.6. Uitleendiensten De mutualiteiten en de apothekers bieden allerhande hulpmiddelen aan die nuttig kunnen zijn wanneer iemand bijvoorbeeld na ontslag uit het ziekenhuis thuis wordt opgevangen. Men kan er alles huren en/of kopen: bed en toebehoren, toiletstoel, rolwagen, looprekje, …
2.7. Thuisoppas Thuisoppas richt zicht tot thuisverzorgde zieken, bejaarden, mindervaliden en zieke kinderen: mensen die overdag of s’ nachts opvang nodig hebben. De opvang gebeurt door vrijwilligers die hiervoor een vorming hebben gekregen. Deze dienst richt zich tot een heterogeen publiek en is op dat vlak niet aan beperkingen gebonden. Om in aanmerking te komen voor subsidies moeten de oppasdiensten jaarlijks minstens 5000 uren oppas door vrijwilligers coördineren. De volgende organisaties bieden ‘thuisoppas’ aan: Wit-Gele Kruis, Thuisoppas- ziekenzorg CM, Solidariteit voor het Gezin, vzw Mantelzorg, Familiehulp.
2.8. Centra voor thuiszorg in de regio 2.8.1. Lokaal dienstencentrum Een lokaal dienstencentrum is een voorziening die als opdracht heeft aan de lokale bewoners:
Deel 2 - E-4
activiteiten van algemene informatieve, recreatieve en vormende aard aan te bieden met het oog op het versterken van het sociale netwerk en dit in overleg met lokale socio-culturele verenigingen en organisaties die gelijksoortige activiteiten aanbieden; ter plaatse hulp bij activiteiten van het dagelijkse leven, inzonderheid hygiënische zorg aan te bieden of binnen het bereik van de gebruikers te brengen (thuiszorgdecreet, 14 juli 1998).
In Wetteren heeft men geen lokaal dienstencentrum terwijl er volgens de programmatie in 2006 ruimte was voor twee dienstencentra. 2.8.2. Regionale dienstencentra De opdrachten van de regionale dienstencentra sluiten aan bij die van de lokale dienstencentra, in die zin dat zij eveneens een duidelijke informatieve, educatieve en adviserende taak hebben. Zij trachten alle mogelijke vormen van materiële en immateriële hulp- en dienstverlening binnen het bereik van de gebruikers te brengen en hebben met andere woorden een uitgesproken toeleidingsfunctie. Bovendien ondersteunen zij de zelforganisaties van de gebruikers, de mantelzorgers en de vrijwilligers. Men kan terecht bij de christelijke mutualteiten Dienst Thuiszorg (Dendermonde), het centrum voor Thuiszorg Bond Moyson (Dendermonde), centrum voor Thuiszorg Vlaams Neutraal Ziekenfonds (Aalst), Centrum Algemeen Welzijnswerk Liberale Mutualiteiten (Gent) en Centrum voor Thuiszorg Onafhankelijke Mutualiteiten (Gent). 2.8.3. Dagverzorgingscentrum Een dagverzorgingscentrum is een voorziening die als opdracht heeft de gebruiker, in daartoe bestemde lokalen, zonder overnachting, dagverzorging, alsmede geheel of gedeeltelijk, de gebruikelijke gezinsverzorging en huishoudelijke verzorging aan te bieden (thuiszorgdecreet,14 juli 1998). In Wetteren is er geen centrum voor dagverzorging terwijl men in 2006 volgens de programmatie ruimte had voor 10 plaatsen. Men kan wel terecht in het Passantenhuis in Dendermonde. 2.8.4. Centrum voor kortverblijf Een centrum voor kortverblijf is een voorziening die als opdracht heeft de gebruiker, in daartoe bestemde lokalen, ’s nachts of gedurende een beperkte periode, verblijf, alsmede geheel of gedeeltelijk, de gebruikelijke gezinsverzorging en huishoudelijke verzorging te bieden (thuiszorgdecreet, 14 juli 1998).
Deel 2 - E-5
In Wetteren zijn er in het rusthuis Schelderust drie plaatsen voor kortverblijf. Volgens de programmatie (in 2006) is er in Wetteren ruimte voor 10 plaatsen. In de maanden juli en augustus kan men beroep doen op het ziekenhotel van de Christelijke Mutualiteiten.
2.9. Mindermobielencentrales In Wetteren zijn er een aantal diensten die aangepast vervoer aanbieden. In de eerste plaats wordt dit aangeboden door de verschillende mutualiteiten. Daarnaast bestaat er nog een private vzw die vervoer aan mindermobielen aanbiedt. Dit is een vrijwilligersorganisatie. Het MPI Sint-Lodewijk beschikt ook over een mindermobielencentrale die zich richt naar personen met een handicap.
2.10. Mantelzorgverenigingen De opdrachten van de verenigingen van gebruikers en mantelzorgers omvat de ondersteuning van de mantelzorgers en de behartiging van hun belangen. Voor de mantelzorger hebben zij een belangrijke informatiefunctie: enerzijds verstrekken zij advies betreffende rechten en plichten, anderzijds kan de mantelzorger er terecht voor informatie en advies over alle thema’s binnen de thuiszorg. De CM en Bond Moyson beschikken over een dienst die mantelzorgers ondersteunt. Ook Solidariteit voor het Gezin (in samenwerking met de liberale mutualiteiten) beschikt over een mantelzorgondersteunende dienst.
3.
Lokaal Samenwerkingsinitiatief Inzake Thuisverzorging Wetteren-Laarne-Wichelen.
Voor de regio Wetteren-Laarne-Wichelen werd een overlegplatform gecreëerd, waarin de disciplines en organisaties vertegenwoordigd zijn, die actief zijn in de thuiszorg op het grondgebied van Wetteren, Massemen, Westrem, Wetteren Ten Ede, Kwatrecht, Laarne, Kalken, Wichelen, Schellebelle en Serskamp. De belangrijkste taken van een SIT zijn: •
De thuiszorg bekendmaken bij enerzijds zowel professionele als nietprofessionele hulpverleners en anderzijds bij de zorgvragers.
•
Taakafspraken maken binnen de regio tussen alle bij het samenwerkingsinitiatief betrokken leden en andere geïnteresseerde personen of organisatie die actief zijn in de thuiszorg.
•
Vrijwilligerswerk stimuleren en ondersteunen én bevorderen van de samenwerking tussen professionelen en vrijwilligers uit de thuiszorg.
De leden van de lokale SIT Wetteren/Laarne/Wichelen zijn: Deel 2 - E-6
•
Kring Zelfstandige Verpleegkundigen Groot Dendermonde
•
Vesaliuskring Wetteren
•
OCMW Wetteren
•
OCMW Laarne
•
OCMW Wichelen
•
Christelijke Mutualiteiten Waas & Dender- CAW
•
CGG De Drie Stromen
•
Kring Zelfstandige Kinesitherapeuten Wetteren
•
vzw Thuishulp
•
Bond Moyson-CAW
•
Liberale Mutualiteiten- CAW
•
Wit-Gele Kruis
•
Familiehulp
•
Familiezorg Oost-Vlaanderen
•
PION (project psychiatrische thuiszorg)
•
Kind &n Gezin
•
Kring Apothekers Wetteren
•
ASZ- campus Wetteren
•
Onafhankelijke Dienst voor gezinszorg
•
Solidariteit voor het Gezin
Deel 2 - E-7
4.
SWOT- analyse Thuiszorg Positief Sterktes
Negatief Zwaktes
- Verschillende organisaties bieden gezinszorg en poetshulp aan (Familiehulp, Familiezorg, OCMW, Onafh. Dienst Gezinzorg, Solidariteit voor Gezin, Huishulp). - OCMW werkt wachtlijsten poetshulp weg door dienstenchequebedrijf. - Mutualiteiten, Familiehulp, Familiezorg en solidariteit voor gezin beschikken eigen klusjesdienst. - 3 plaatsen voor kortverblijf. - Mutualiteiten eigen aangepast vervoer. - Gemeente eigen mindermobielencentrale. - MPI Sint-Lodewijk mindermobielencentrale personen met een handicap. - Kantonnaal (Wetteren-Laarne-Wichelen) SIT actief.
Deel 2 - E-8
- Beperkt aanbod thuiszorgondersteunende diensten. - Gebrek kwalitatieve en betaalbare maaltijdendienst (aan huis). - Gebrek boodschappendienst. - Patiënten vaak mobiliteitsproblemen. - Verzorgenden worden onvoldoende opgeleid om met psychische problemen om te gaan. - Woningen niet aangepast aan zorgbehoefte ouderen. - Gebrek thuisopvang in weekend en ‘s avonds. - Thuiszorgaanbod onvoldoende bekend. - Veel patiënten in het ziekenhuis ontslagen niettegenstaande mantelzorg en gezinszorg niet onmiddellijk beschikbaar is. - Geen lokaal dienstencentrum.
Positief Mogelijkheden
Negatief Bedreigingen
- Uitbouwen kortopvang thuiswonende bejaarden. - Aanbod private maaltijdendiensten (kwalitatief en kwantitatief) in kaart brengen. - Mogelijkheden uitgebouwde boodschappendienst bekijken. - Mindermobielencentrale verder uitbouwen. - Opleiding verzorgenden: omgaan met psychische problemen, verslavingsproblemen en sociale problemen. - Klusjesdiensten bekend maken bij bevolking. - Voorzien thuisopvang weekend en ‘s avonds. - Toegankelijkheid thuiszorg bevorderen. - Bekendmaken thuiszorgdiensten bij bevolking. - Virtueel loket installeren waarin samenwerking en doorverwijzing binnen thuiszorg gebeurt. - Samenwerking ziekenhuis en thuiszorgvoorziening stimuleren. - Stimuleren mantelzorg door deze aantrekkelijker maken. - Uitbouwen lokaal dienstencentrum.
- Populatie met verslavingsproblematiek, sociale problematiek en kansarmoede binnen thuiszorg neemt toe. - Aantal mantelzorgers is aan het dalen. - Toekomst mindermobielencentrale is onzeker.
Deel 2 - E-9
F. GEZONDHEIDSZORG 1.
Inleiding
Uit onderzoek11 blijkt dat de levensverwachting afhankelijk is van de socioeconomische status. Personen met een hogere socio-economische status worden ouder dan personen met een lage socio-economische status. De verklaring hiervoor is tweeledig: enerzijds is er de ongezonde leefwijze van mensen in armoede (kwaliteit van de leef-, woon- en werkomstandigheden) en anderzijds minder toegang tot de preventieve en curatieve gezondheidszorg. Deze ‘toegankelijkheid’ heeft niet uitsluitend te maken met een financiële drempel maar ook schaamtegevoelens, gebrek aan toegankelijke informatie, mobiliteitsproblemen, een culturele kloof tussen hulpvrager en hulpverlener zorgen er voor dat een socio- culturele groep maar in beperkte mate kan genieten van de gezondheidszorg. Een apart luik binnen de gezondheidszorg betreft personen met een psychiatrische problematiek12. Bij psychische problemen is de wisselwerking tussen de verschillende sociale uitsluitingsmechanismen zeer zichtbaar. Psychische problemen zijn vaak de oorzaak van instroom in de armoede. In dit hoofdstuk bespreken we enkele initiatieven die lokaal actief zijn in het kader van preventieve & curatieve gezondheidszorg. ‘Gezondheidszorg’ omvat een waaier van diensten & voorzieningen. We beperken ons tot het Algemeen Ziekenhuis, De Drie Stromen, MPI Sint- Lodewijk, Logo, ziekenfondsen en OCMW. Voor andere initiatieven en diensten verwijzen we naar het hoofdstuk ‘ouderen’ en ‘thuiszorg’.
2.
Lokaal aanbod
2.1. Curatieve initiatieven 2.1.1. Algemeen openbaar ziekenhuis In Wetteren is er een afdeling van het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis (Aalst, Wetteren, Geraardsbergen). Op de Campus Wetteren is er een dienst geriatrie, revalidatie, heelkunde, intensieve zorgen. Tot het voorjaar van 2007 was er ook een dienst materniteit, maar deze is niet meer operationeel.
11 12
Adriaenssens en De Graeve,2001 Jaarverslag van armoede en sociale uitsluiting,2006
Deel 2 - F-1
Tabel 23: Aantal operationele bedden per dienst
2003
2004
2005
2006
2007
C: heelkundige behandeling
52
48
48
48
48
D: geneeskundige behandeling
38
-
-
-
-
-
44
44
24
24
10
10
10
10
0
G: geriatrie M: kraamdienst
2.1.2. De Drie Stromen vzw Het centrum voor geestelijke gezondheidszorg De Drie Stromen in Wetteren richt zich naar kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen met uiteenlopende psychische, psychosociale en psychiatrische problemen. Sinds 2002 is er een aanbod psychiatrische zorg voor patiënten in de thuissituatie (PION). Tabel 24: Aantal patiënten De Drie Stromen
Aantal volwassenen Aantal kinderen Aantal ouders Aantal ouderen (60+) PION
Behandeling Aanmelding Wachttijden gecorrigeerd in dagen
2003 478 157 / 41 69 78 14.00
2004 499 182 / 29 92 119 13.10
2005 532 184 30 86 103 15.26
2006 503 179 39 78 98 18.5
2.1.3. MPI Sint- Lodewijk MPI Sint-Lodewijk is een medisch- pedagogisch instituut erkend en gesubsidieerd door het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een handicap. De doelgroep van het MPI zijn kinderen en jongeren met een motorische handicap of met een motorisch-meervoudige handicap. Zij bieden volgende ondersteuning aan : •
het stimuleren van de basisontwikkeling van het kind/jongere;
•
het ondersteunen van de persoonsontwikkeling van het kind/jongere;
•
het aanleren van functionele vaardigheden bij het kind/jongere;
•
het ondersteunen van het kind/jongere bij z’n persoonlijke opties inzake wonen, werk, vrije tijd en relaties;
•
het ondersteunen van het gezin bij opvang, therapie en specifieke noden.
Dit MPI is erkent voor 214 kinderen.
Deel 2 - F-2
2.2. Preventieve initiatieven 2.2.1. VZW LOGO Schelde- Dender Een LOGO is een netwerk van lokale partners die werken rond Vlaamse gezondheidsdoelstellingen. De LOGO’s werken samen met ziekenhuizen, scholen, thuiszorgdiensten, ziekenfondsen, … Met behulp van de lokale partners worden diverse projecten en methodieken omtrent preventieve gezondheidszorg op touw gezet. Op vraag van de lokale partners kunnen regiospecifieke gezondheidsprojecten worden gelanceerd. Het LOGO Schelde- Dender organiseert preventieve acties voor 13 gemeenten of steden in Vlaanderen (Melle, Destelbergen, Merelbeke, Wetteren, Wichelen, Berlare, Zele, Dendermonde, Waasmunster, Hamme, Lebbeke, Laarne, Buggenhout). Het OCMW Wetteren heeft een vertegenwoordiger in de raad van bestuur van het LOGO. Om de acties te bepalen baseert Logo zich op de gezondheidsdoelstellingen van de Vlaamse overheid. Deze doelstellingen werden geformuleerd op basis van de sterftecijfers. De overheid verwacht dat er acties ondernomen worden met betrekking tot roken, voeding, borstkanker, ongevallen, infectieziektes en zelfdoding. Deze laatste is een nieuwe doelstelling waar men extra aandacht moet aan besteden. Van de landen waar het meest aantal zelfmoorden plaatsvinden staat België op de tweede plaats. Tabel 25: Lokale preventieve acties in samenwerking met LOGO Schelde- Dender
drugs
depressie
zelfdoding
tabak 2 2 4 3 4 3
2002 2003 2004 2005 2006 2007 voeding 2002 2003 2004 2005 2006 2007
1 2 2 2 4
infectieziektes
ongeval
borstkanker 3 1 3 3 2 onderzoek 4
1
Deel 2 - F-3
1 2 1 1
2.3. Ziekenfondsen Er zijn verschillende ziekenfondsen actief in de regio Wetteren: •
Bond Moyson Oost- Vlaanderen (zie www.socmut.be )
•
Liberale Mutualiteiten Oost-Vlaanderen (zie www.libmutov.be )
•
Christelijke Mutualiteiten Waas en Dender (zie www.cm.be)
•
Partena, onafhankelijk ziekenfonds (www.partena-ozv.be)
Tabel 26: Lokaal aanbod ziekenfondsen
Ziekenfonds
Lokaal loket
Lokale zitdag maatschappelijk werk
Lokale mediotheek
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Bond Moyson Oost- Vlaanderen Liberale Mutualiteit Oost-Vlaanderen Christelijk Mutualiteit Waas en Dender Partena, onafhankelijk ziekenfonds
2.4. OCMW Het OCMW tracht de toegankelijkheid in de gezondheidszorg te verhogen door het verlenen van financiële hulp aan specifieke doelgroepen voor medische, paramedische en farmaceutische kosten. Tabel 27: Finciële
2004
2005
2006
Bedrag in EUR
Aantal gezinnen
Bedrag in EUR
Aantal gezinnen
Bedrag in EUR
Aantal gezinnen
Hospitalisatiekosten en ambulante medische kosten
8 796,78
19
2 605,42
15
4 326,35
24
Farmaceutische kosten
15 357,26
41
11 695,92
26
14 703,53
41
Medische kosten
1 233,08
25
5 603,17
48
5 695,80
45
Paramedische kosten (Logo/ergo/kine)
1 391,82
15
7 219,54
25
8 649,20
26
Mutualiteitsbijdragen
2 944,67
33
1 758,73
31
1 857,67
21
Deel 2 - F-4
3.
SWOT- analyse ‘gezondheidszorg’ Positief Sterktes
Negatief Zwaktes
- Er is een Gezondheidsoverleg (preventie) actief. - Verschillende ziekenfondsen hebben een lokaal loket. - Er is een dienst geestelijk gezondheidscentrum ‘De Drie Stromen’. - Een afdeling (geriatrie, revalidatie, heelkunde, intensieve zorgen) van het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis is gevestigd in Wetteren.
- Beperkt overleg tussen curatieve en preventieve gezondheidsorganisaties. - Vooral personen die reeds te maken hadden met gezondheidsproblemen komen naar de activiteiten in het kader van preventie. - Beperkt aanbod voor jongeren met psychische problemen. - Beperkt aanbod hulpverlening voor jongeren met drugsproblematiek. - Beperkt overleg hulpverleningsorganisaties en geestelijke gezondheidszorg.
Mogelijkheden
Bedreigingen
- Organisaties die werken met en naar kansarmen stimuleren om activiteiten op touw te zetten die een gezondere levensstijl en een gezonder (binnen-) milieu van hun leden beogen. - Het lokale bestuur kan inspanningen omtrent gezondheidsbevordering in het onderwijs erkennen en ondersteunen. - Het lokale bestuur kan vormingen (valpreventie, omgaan met depressie,…) en opleidingen organiseren voor zijn personeel. - Overleg tussen curatieve en preventieve gezondheidorganisaties bevorderen. - Actief stimuleren met de zes gezondheidsdoelstellingen van de Vlaamse Overheid in gedachten.
- Het is heel erg moeilijk om een oorzaak voor ziekte te detecteren (vaak liggen verschillende factoren aan de basis).
Deel 2 - F-5
G. TEWERKSTELLING 1.
Inleiding
De arbeidsmarkt13 vormt voor de meeste mensen een belangrijk structurerend gegeven. Arbeid levert niet alleen de belangrijkste bron van inkomen en sociale zekerheid, het heeft ook zijn impact op het sociaal en mentaal welzijn. Sociale uitsluiting op de arbeidsmarkt vormt dan ook één van de belangrijkste storende factoren in de deelname van mensen aan het maatschappelijk gebeuren. Tabel 28: Kenmerken Niet- Werkende Werkzoekenden (NWWZ) in procenten
Mei 2007
Arr. Dendermonde 45.3 54.6 15.9 28.6 55.3 61.0 28.3 10.5 48.2 14.8 36.8
Wetteren
Geslacht
mannen vrouwen < 25 jaar 25 tot 40 jaar >= 40 jaar Laaggeschoold Middengeschoold Hooggeschoold < 1 jaar 1 tot 2 jaar >= 2 jaar
Leeftijd
Studieniveau
Werkloosheidsduur
45.1 54.8 18.3 32.2 49.4 62.3 28.5 9.1 49.0 17.8 33.1
Vlaanderen 46.3 53.6 16.4 33.4 50.0 54.0 32.6 13.2 49.1 15.7 35.0
Bron: VDAB 2007
Bovenstaande tabel toont aan dat de kans op werkloosheid groter is bij vrouwen, bij personen ouder dan 40 jaar en bij laaggeschoolden. Zowel in Wetteren als in Vlaanderen en het arrondissement Dendermonde is dit het geval. Tabel 29: Werkloosheidsgraad
%
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007 mei
Wetteren Arr. Dendermonde Vlaanderen
5,75
5,95
6,34
7,4
7,61
7,4
6,92
5,23
5,58
5,54
5,94
6,77
7,02
7,20
6,49
5,94
6,43
6,43
7,04
7,71
8,31
8,52
7,75
5,00
Bron: VDAB 2007
De bovenstaande tabel geeft aan dat de werkloosheidsgraad in 2007 daalde. In 2004 was de werkloosheidsgraad in Wetteren 7,61% en in 2007 is dit 5,23%. Momenteel zijn er in Wetteren 589 werklozen (mei 2007). In 2006 waren dit er nog 766. Procentueel betekent dit een daling van 23.1%. In het arrondissement Dendermonde en Vlaanderen merkt men respectievelijk een daling van 20.5% en 13
Jaarboek armoede en sociale uitsluiting 2004
Deel 2 - G-1
20.8%. Het aantal werklozen in Wetteren is in vergelijking met het arrondissement Dendermonde en het Vlaams Gewest sterker afgenomen. Binnen dit hoofdstuk bespreken we een aantal initiatieven uit de regio die kansengroepen kansen wil aanbieden op de arbeidsmarkt.
2. 2.1.
Lokale sociale tewerkstellingsinitiatieven OCMW Wetteren
2.1.1. Arbeidsbegeleiding voor gerechtigden op maatschappelijke integratie De cel arbeidsbegeleiding van het OCMW bestaat uit 1 VTE trajectbegeleider in Wetteren en 0.5 VTE gedetacheerd naar Laarne. De werkzoekenden die gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie (één of meerdere vormen van financiële steun en/of begeleiding door het OCMW), komen in aanmerking voor integrale trajectbemiddeling. De trajectbegeleiders proberen via gesprekken een zicht te krijgen op de mogelijkheden en beperkingen van de werkzoekende. Aan de hand van deze informatie wordt een traject of stappenplan uitgewerkt. De intensiteit van het traject is afhankelijk van de cliënt. Soms is er enkel begeleiding nodig bij het solliciteren (hoe een brief schrijven, hoe een curriculum vitae opmaken). Soms is een opleiding of een werkervaringsproject, zoals een tewerkstelling in het kader van art. 60, § 7, nodig. De cliënten die in aanmerking komen voor arbeidsbegeleiding worden uitgenodigd door de trajectbegeleider. De gesprekken gaan door in het administratief centrum van het OCMW of in de Werkwinkel. Beide trajectbegeleiders hebben wekelijks een zitdag in de Werkwinkel. Cliënten kunnen in de Werkwinkel terecht met of zonder afspraak. In de Werkwinkel kan de trajectbegeleider van het OCMW, als gecertificeerde werkwinkelpartner, gebruik maken van het ‘cliënt- volg- systeem’ van de VDAB. 2.1.2. Tewerkstelling art. 60 §7 Het OCMW treedt op als werkgever en stelt doelgroepwerknemers tewerk binnen de eigen diensten, maar stelt vooral werknemers ter beschikking aan derden. Het betreft vooral VZW’ s die actief zijn in sectoren zoals onderwijs, gezondheidszorg en dienstverlening. Het OCMW heeft met deze VZW’ s een samenwerkingsovereenkomst afgesloten inzake het aantal werkplaatsen en de functies.
Deel 2 - G-2
De tewerkstelling art. 60,§7 heeft twee bedoelingen: •
opbouwen van werkervaring
•
opbouwen van volledige rechten in de sociale zekerheid.
In 2006 werden 21 (waarvan 4 mannen en 17 vrouwen) personen als “artikel 60” tewerkgesteld. 2.1.3. Tewerkstelling art. 60,§7 met terbeschikkingstelling aan privé partners Het OCMW treedt op als werkgever en sluit een samenwerkingsovereenkomst af met een privé-organisatie. De arbeidsovereenkomst wordt gesloten door het OCMW en de leefloongerechtigde kandidaat. Het OCMW is dus de wettelijke werkgever, de privé-persoon of –organisatie zorgt voor de werkervaring, werkplaats, de nodige opleiding en begeleiding. De arbeidsovereenkomst loopt voor de periode die de leefloongerechtigde kandidaat nodig heeft om gerechtigd te worden op de voordelen van de sociale zekerheid. Het is de bedoeling dat de privé-persoon of –organisatie de leefloongerechtigde kandidaat een arbeidsovereenkomst aanbiedt na de tewerkstelling art. 60,§7. OCMW Wetteren stelde in 2006 2 doelgroepwerknemers ter beschikking aan een privé partner. 2.1.4. Tewerkstelling art. 60,§7 terbeschikkingstelling aan een sociaal economisch initiatief Dit is dezelfde soort tewerkstelling als de ‘gewone’ tewerkstelling art. 60§7. Bij terbeschikkingstelling aan een sociaal economisch initiatief is de instapdrempel echter wel lager en kan het werk aangepast worden aan de mogelijkheden van de kandidaat. Het OCMW heeft bij deze vorm van terbeschikkingstelling recht op een verhoogde staatstoelage. De organisatie aan wie het OCMW werknemers ter beschikking stelt moet wel erkend zijn als sociaal economisch initiatief. In Wetteren werden er in 2006 12 personen (6 mannen en 6 vrouwen) bij een sociaal economisch initiatief tewerkgesteld.
Deel 2 - G-3
OCMW Wetteren heeft samenwerkingsovereenkomsten met sociaal economisch projecten: •
Sociale werkplaats De Loods Aalst;
•
Kringwinkel Teleshop vzw Aalst;
•
vzw De Wissel Wetteren;
•
Spoor Twee – groenafdeling De Schakel Wetteren;
•
vzw Het Passantenhuis – Ikoo Dendermonde.
2.2. ATB ATB staat voor Arbeidstrajectbegeleiding. ATB begeleidt werkzoekenden met verminderde kansen op de arbeidsmarkt naar werk op maat. De ATB-diensten richten zich tot werkzoekenden met handicap, dit wil zeggen personen die ingeschreven zijn in het Vlaamse Fonds voor Sociale Integratie van Personen Handicap (VFSIPH) en die goedkeuring hebben voor maatregelen betreffende beroepsopleiding of tewerkstelling in het open arbeidscircuit. De ATB-methode bestaat erin de werkzoekende via een intensief, planmatig en gefaseerd traject naar een plaats op de arbeidsmarkt te begeleiden. Werkzoekenden uit de regio Laarne-Wetteren-Wichelen kunnen terecht bij de medewerkers van ATB Dendermonde. De afspraken gaan door in de Werkwinkel in Wetteren. Werkzoekenden met een handicap kunnen op eigen initiatief of na doorverwijzing door diensten zoals o.a. OCMW of scholen terecht bij een ATB-dienst.
2.3. Spoor Twee- De Schakel vzw vzw De Schakel startte aanvankelijk als een erkende sociale werkplaats (sociale werkplaatsen bieden aan personen die door een cumulatie van achterstellingfactoren geen job in het reguliere circuit kunnen vinden of kunnen houden, werk op maat aan) actief in de regio Laarne–Wetteren–Wichelen met als hoofdactiviteit het uitvoeren van opdrachten in het kader van het groenbeheer van de gemeente. vzw De Schakel is in 2007 deel gaan uitmaken van vzw Spoor Twee uit Hamme. Dit sociaal economisch initiatief is actief in de regio Oost-Vlaanderen. Enerzijds is Spoor Twee actief als sociale werkplaats met een kringloopcentrum, een strijkatelier, een groenproject en een poetsdienst. Anderzijds organiseert het opleidingscentrum van Spoor Twee een opleiding Hout en Renovatie. Zie www.spoor2.kringloop.net.
2.4. De Wissel vzw vzw De Wissel werd enkele jaren geleden opgericht in de schoot van het Sociaal Verhuurkantoor. vzw De Wissel is erkend als WEP+project voor 10.6 VTE, daarnaast Deel 2 - G-4
staan ze in voor de begeleiding en opleiding van 7 jongeren vanuit het deeltijds leren/deeltijds werken. Een tewerkstelling in een WEP+project heeft tot doel een brug te vormen tussen een periode van werkloosheid en een nieuwe periode van tewerkstelling binnen het normale economische circuit. WEP staat immers voor Werkervarings- Plan. WEP+projecten maken deel uit van de doorstromings- of weder tewerkstellingsprogramma’s. De WEP+ reglementering gaat uit van enkele basisprincipes: •
laaggeschoold en langdurig werkloos zijn is prioritair;
•
de duur van het contract bedraagt maximum 12 maanden;
•
werk in de niet-commerciële sector;
•
activering van de uitkering (werkloosheid of leefloon);
•
een bijkomende tewerkstelling.
De activiteiten van de organisatie zijn renovatie en onderhoud van de woningen, vervaardigen van houten tuin- en speelmeubilair. De Wissel krijgt subsidies van de gemeente Wetteren. De subsidie bedraagt ongeveer 37 000 euro per jaar.
2.5. Beschutte Werkplaats Trianval vzw Trianval vzw is een beschutte werkplaats waar werknemers met een handicap centraal staan. Er zijn 217 werknemers tewerkgesteld waarvan 189 doelgroepwerknemers. Trianval verschaft zinvol en lonend werk aan door het Vlaams Fonds erkende personen met een handicap die tijdelijk of definitief niet terecht kunnen in het regulier arbeidscircuit. Daarenboven wil Trianval voorzien in een doelmatige begeleiding die mogelijkheden tot professionele aanpassing en bevordering nastreeft of die, in de mate van het mogelijke, doorstroming naar het gewone bedrijf helpt te realiseren. Trianval streeft er steeds naar de activiteiten aan te passen aan de mogelijkheden en beperkingen van de medewerkers en hiervoor de nodige aanpassingen te voorzien. Bovendien trachten ze de medewerkers via professionele begeleiding, training en vorming te laten evolueren van eenvoudige taken naar taken met een hogere moeilijkheidsgraad. Zie www.trianval.be
Deel 2 - G-5
2.6. Lokale Werkwinkel Sinds 21 juni 2002 is de Lokale Werkwinkel te Wetteren operationeel. De werkzoekenden uit Wetteren, Laarne en Wichelen kunnen er terecht bij één van de medewerkers van VDAB, de PWA-beambte van Wetteren en de leersecretaris. Werkzoekenden kunnen gebruik maken van de ‘zelf-inschrijfcomputers’ om zich in te schrijven als werkzoekende en om vacatures en opleidingen te zoeken. Bij de VDAB-consulenten kunnen ze terecht voor trajectbegeleiding en met hun vragen inzake vacatures en allerhande tewerkstellings- en opleidingsmaatregelen. Formulieren inzake tewerkstellingsmaatregelen kunnen eveneens aangevraagd en ingevuld worden via de Werkwinkel. De PWA- beambte staat in voor de inschrijving bij het agentschap en de toewijzing van activiteiten.
2.7. Arbeidszorg Arbeidszorg14 voorziet tewerkstelling voor mensen die geen werk vinden in het gewone en het beschermde tewerkstellingscircuit. Het gaat onder andere over mensen met een maatschappelijke achterstelling, een sociale, fysieke of mentale handicap of een psychiatrische problematiek. Zij kunnen met behoud van hun vervangingsinkomen zinvol werk uitvoeren dat aangepast is aan hun mogelijkheden en beperkingen. In regio Wetteren is er geen aanbod voor arbeidszorg.
14
Zie website provincie Oost-Vlaanderen
Deel 2 - G-6
3.
SWOT- analyse ‘tewerkstelling’ Positief Sterktes
Negatief Zwaktes
- Het aantal werklozen in Wetteren is in vergelijking met het arrondissement sterker afgenomen. - Er is een sociale werkplaats (Spoor Twee- VZW De Schakel). - Er is een lokale Werkwinkel.
- Sommige werknemers geraken moeilijk op hun werk omdat ze over geen eigen vervoer beschikken. - Er is geen aanbod van arbeidszorg voor personen die niet terecht kunnen op de reguliere markt of in tewerkstellingsinitiatieven. - Beperkt aanbod occasionele, snel beschikbare laagdrempelige en flexibele kinderopvang.
- Het OCMW beschikt over een uitgebreide dienst arbeidsbegeleiding. - VZW De Wissel biedt begeleiding en opleiding aan voor jongeren vanuit het deeltijds leren/ deeltijds werken. Mogelijkheden
Bedreigingen
- Inventariseren en promoten van mobiliteitsprojecten. - Verder uitwerken en beter afstemmen van de Belbus op de behoeftes van de werknemers. - Kantonnale samenwerking in het kader van arbeidszorg stimuleren. - Uitbouwen van occasionele en flexibele kinderopvang.
- De kans op werkloosheid is groter bij vrouwen, personen ouder dan 40 jaar en laaggeschoolden.
Deel 2 - G-7
H. INKOMEN 1.
Inkomensongelijkheid
Armoede is een multicausaal netwerk van sociale uitsluitingsmechanismen zowel op individueel als collectief vlak. Armoede kan dus niet herleid worden tot een inkomensprobleem. Het inkomen is evenwel een goede indicator voor armoede en sociale uitsluiting. Uit onderzoek15 bleek dat in 2004 11,3% van de Vlaamse bevolking leefde met een verhoogd armoederisico. Mensen met een verhoogd armoederisico hebben een inkomen dat onder de ‘armoedegrens’ ligt. Voor een alleenstaande is de armoedegrens door het centrum voor sociaal beleid16 vastgelegd op maandelijks een inkomen van 816.66 euro (of jaarlijks 9 800 euro). Voor een koppel zonder kinderen is dat 1 150 euro per maand (of 13 800 op jaarbasis). Voor een koppel met één kind is dit 1 275 euro per maand (of 15 300 op jaarbasis). Voor een éénoudergezin met één kind is dit maandelijks 1 175 euro (of jaarlijks 14 100 euro). De socio-economische en socio-demografische risicofactoren17 voor inkomensarmoede zijn: vrouwen (12%) hebben in Vlaanderen een hoger armoederisico dan mannen (10%), 65-plussers (20%) zijn vaker in dat geval dan wie jonger is dan 65 jaar (10%). Ook alleenstaanden (16%), koppels waar minstens een partner ouder is dan 65 jaar (20,3%) en alleenstaande ouders (27,6%) kennen een hoger risico dan andere huishoudtypes om in armoede te belanden. Het OCMW heeft een belangrijke opdracht in het kader van armoedebestrijding. Volgens de organieke wet van 1976 moet het OCMW iedereen in de mogelijkheid stellen om een menswaardig leven te leiden. De financiële steunmethodiek speelt hierin een belangrijke rol.
Jaarboek armoede en sociale uitsluiting 2006 De bedragen zijn overgenomen uit het rapport armoedemonitor 2005, het CSB hanteert in dit rapport twee begrippen: de lage -inkomensgrens en de beleidsmatige grens. Wij gebruiken de laatste grens in het beleidsplan. Hierbij baseerde het CSB zich op het sociaal minimum, door het CBS gedefinieerd als het wettelijke bestaansminimum dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. De beleidsmatige grens is dan door het CBS bepaald op 105% van dat sociaal minimum. 17 Jaarboek armoede en sociale uitsluiting 2006 15 16
Deel 2 - H-1
2.
Lokale parameters
2.1. Gemiddeld inkomen Tabel 30: Gemiddeld inkomen per inwoner
Wetteren Arr. Dendermonde Vlaanderen
2000 11 718 11 517 11 788
2001 12 444 12 249 12 542
2002 13 283 12 702 12 977
2003 13 976 13 253 13 485
2004 13 976 13 253 13 485
Bron: NIS- Financiële statistieken
Wanneer we de evolutie van de inkomens bekijken dan zien we voor Wetteren een positieve ontwikkeling. In 2000 hadden de Wetteraars een gemiddeld inkomen van 11 718 euro, vier jaar later hebben ze reeds een gemiddeld inkomen van 13 976 euro. Als we de vergelijking maken met Vlaamse gewest dan merken we op dat Wetteren een hoger gemiddeld inkomen heeft (13 976 tegenover 13 485). Bij de vergelijking van het vermogen van de bevolking is de welvaartsindex een frequent gebruikte indicator. Het is de vergelijking van het gemiddeld inkomen per inwoner van een gemeente, arrondissement, provincie of gewest met het landelijk gemiddeld inkomen per inwoner. De welvaartsindex van België bedraagt 100,00. De welvaartsindex van Wetteren, anno 2004, is 110,40. Dit betekent dat het gemiddeld inkomen per inwoner in Wetteren 10,40% boven het Belgisch gemiddelde ligt. Dit is evenwel geen parameter voor ‘armoede’. Het is niet omdat het gemiddeld inkomen vrij hoog is dat het aantal personen met een inkomen onder de armoedegrens laag is.
2.2. Aantal leefloon gerechtigden in Wetteren Tabel 31: Aantal leefloongerechtigden en hun verdeling over de verschillende leeftijdscategorieën
Totaal 18-25 26-35 36-45 46-55 56-65 > 65
2000 189 38% 18% 22% 10% 9% 3%
2001 183 38% 17% 22% 12% 10% 1%
2002 181 38% 22% 20% 10% 7% 2%
2003 173 43% 18% 20% 10% 7% 2%
2004 150 34% 22,5% 24,5% 10% 8% 1%
2005 171 32% 22% 20% 16% 9% 1%
2006 143 36% 21% 23% 13% 6% 1%
2007* 99 32% 26% 21% 9% 9% 2%
* t.e.m. 06/2007
Het is opmerkelijk dat het grootste aantal leefloongerechtigden zich bevindt in de leeftijdscategorie 18 tot 25 jarigen.
Deel 2 - H-2
2.3. Aantal geboortes in kansarme gezinnen Tabel 32: Aantal geboortes in kansarme gezinnen
2006
Totale aantal geboortes in
Kansarme gezinnen
Wetteren
4,7%
251
Bron: Lokale statistieken Vlaamse regering
Figuur 5: grafische voorstelling aantal geboortes kansarme gezinnen
20 15 aantal geboortes in kansarme gezinnen
10 5 0 2002
2003
2004
2005
2.4. Inkomensgarantie voor ouderen Tabel 33: Inkomensgarantie voor ouderen (IGO)
2006
IGO
Wetteren Arr. Dendermonde Vlaanderen
206 1 292 39 878
Bron: Rijksdienst voor Pensioenen
Deel 2 - H-3
2.5. Integratietegemoetkoming en inkomensvervangende tegemoetkoming voor personen met een handicap Tabel 34: Aantal rechthebbenden op een integratietegemoetkoming (IT) of een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT), 2004-2006 index
2006 Wetteren Arr. Dendermonde Vlaanderen
IT
IVT
206
133
1 738
1 141
58 522
38 610
Bron: lokale statistieken van Vlaamse regering
2.6. Aanvullende financiële steun door het OCMW In sommige situaties geeft het OCMW aanvullende financiële hulp naast de bodemuitkerkingen. Deze hulp- en dienstverlening wordt toegekend na sociaal onderzoek door de sociale dienst van het OCMW. Deze dienstverlening wordt verzekerd via een equipe van 5 VTE maatschappelijk werkers. Tabel 35: Aanvullend financiële steun door OCMW (enkele cijfers op een rij)
2004 Bedrag
Financiële steun (incl. vanaf 01/07/2004 niet vergoedbare financiële hulp aan illegalen) Steun in maaltijdcheques Huishuursteun Huurwaarborg (excl. Borgstellingen door het OCMW) Voorschotten op sociale uitkeringen Kosten vervoer
147 747,38
2005
Aantal gezinnen
Bedrag
Aantal gezinnen
2006 Bedrag Aantal gezinne n
285*
178 408,86
369
135 538,17
276
8 655,00
57
8 995,00
47
4 745,00
38
36 882,20
75
36 029,95
80
51 680,13
95
23 819,19
33
27 673,88
29
38 751,98
30
30 863,44
29 472,30
16 729,28
2 026,31
11
1 346,25
31
1 414.36
24
Nutsvoorzieningen
32 359,86
59
32 182,99
70
44 118,32
84
Schoolkosten + steun
17 211,53
68
19 065,08
76
24 087,13
84
970,08
4
3 172,62
9
4 947,42
5
Thuisbezorgde maaltijden
Deel 2 - H-4
3.
Schuldbemiddeling
Schulden hebben is geen armoedeprobleem op zich. Het wordt een probleem wanneer het inkomen onvoldoende is om in de basisbehoeften te voorzien of men niet wenst achter te blijven op de anderen. Voor mensen die in armoede leven is schuldoverlast een van hun meest prangende problemen. Een laag inkomen gecombineerd met de maatschappelijk consumptiedruk en de grotere bereikbaarheid van kredietmogelijkheden kunnen leiden tot schulden die niet in verhouding staan tot de financiële draagkracht. In het kader van de algemene armoedebestrijding werden vooral vanuit federaal niveau inspanningen geleverd om een antwoord te bieden op de schuldenproblematiek (subsidies + wetgevend kader). Sinds juli 2004 is er een erkende dienst schuldbemiddeling actief binnen het OCMW Wetteren. Deze dienst richt zich op personen met een schuldoverlast. Het doel van deze hulpverlening is deze personen te helpen hun financieel evenwicht te herstellen en hun schulden af te betalen op een menswaardige wijze. De dienst schuldbemiddeling werkt momenteel enkel op doorverwijzing vanuit het algemeen maatschappelijk werk. Doorverwijzing gebeurt wanneer er sprake is van schuldoverlast en wanneer de cliënt te kennen geeft dat hij daarbij hulp nodig heeft. De schuldhulpverlening vertrekt vanuit een integrale psychosociale dienstverlening. Dit vanuit de ervaring dat cliënten met een schuldenproblematiek doorgaans ook ernstige problemen hebben op andere levensdomeinen. Het OCMW Wetteren heeft geen eigen jurist in dienst in het kader van de schuldbemiddeling maar heeft een actieve samenwerking met twee advocaten. Deze advocaten met ruime ervaring op het vlak van schuldhulpverlening staan in voor de juridisch ondersteuning van de dienst schuldbemiddeling. De dienst onderzoekt samen met de cliënt welke vorm van schuldhulpverlening het meest is aangewezen. De mogelijke methodieken zijn: •
advies
•
informatie
•
bemiddeling
•
gerichte doorverwijzing
•
budgetbegeleiding
•
budgetbeheer
Deel 2 - H-5
•
collectieve schuldenregeling
Op 31/12/2006 waren er 54 dossiers in behandeling bij de dienst schuldbemiddeling. Daarnaast had het algemeen maatschappelijk werk in totaal 59 cliënten in budgetbeheer en 12 cliënten in budgetbegeleiding. De dienst schuldbemiddeling registreerde in 2006 443 cliëntcontacten. Op 11/09/2007 stonden er 28 personen op de wachtlijst. De duur van de wachttijd is gemiddeld 10 maanden. Daarnaast wordt er ook nog collectief schuldbemiddeling aangeboden door drie advocaten in Wetteren.
4.
Knelpunt en verbetervoorstel
4.1. Knelpunt Te lange wachtlijsten.
4.2. Verbetervoorstel Uitbreiden dienst schuldbemiddeling van het OCMW.
Deel 2 - H-6
I. CULTUUR EN SPORT 1.
Inleiding
Ondanks de ruime spreiding van het culturele aanbod in Vlaanderen geven cijfers omtrent cultuurparticipatie nog altijd aan dat slechts een beperkt deel van de bevolking regelmatig deelneemt aan het georganiseerde culturele leven. Het opleidingsniveau blijkt hierin een belangrijke rol te spelen. Kortgeschoolden nemen minder deel aan het culturele en commerciële uitgaansleven zoals bioscoopbezoek, toneel- en museumbezoek. Zij participeren ook minder aan het verenigingsleven en sportgebeurtenissen en gaan zelden op vakantie, participeren minder aan vrijwilligerswerk en lezen minder. Personen die in armoede leven cumuleren factoren die een volwaardige participatie aan cultuur verhinderen. Groepen in de samenleving die over minder sociaal en cultureel kapitaal beschikken, ervaren heel wat zichtbare en onzichtbare drempels op hun weg naar het bestaande culturele aanbod. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vijf soorten drempels: financiële, praktische, sociale, fysische en culturele drempels. Een aantal organisaties werken intensief met moeilijk bereikbare doelgroepen (vluchtelingen, allochtonen, andersvaliden, …). Zij vormen een ideaal aanspreekpunt.
2.
Lokale initiatieven
De federale overheid stelt middelen ter beschikking aan de OCMW’s om hun cliënten sociaal en cultureel aansluiting te laten vinden bij de rest van de maatschappij (maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn). Het bedrag van de subsidie wordt jaarlijks berekend op een aantal kansarmoede parameters. Tabel 36: Subsidies sociale, culturele en sportieve participatie voor kansengroepen
Wetteren 2003-2004 2005-2006 2006-2007
Subsidies in EUR 11 019 10 786 11 324
Deel 2 - I-1
Deze subsidies kunnen aangewend worden voor individuele en voor collectieve acties.
2.1. Individuele acties Dit voordeel18 kan men verlenen aan ‘gebruikers van de openbare dienstverlening behorende tot de opdrachten van het OCMW’. Die dienstverlening kan ruim worden geïnterpreteerd en heeft niet uitsluitend betrekking op de personen die bijstand (leefloon en andere uitkeringen) ontvangen. Bij elke toekenning is het OCMW wel verplicht om een sociaal onderzoek in te stellen en een dossier op te stellen. Iedere gerechtigde (cliënten van het OCMW met een inkomen lager dan de geïndexeerde CSB- norm) ontvangt in Wetteren 80% terugbetaling van de kosten van socio-culturele activiteiten in een referteperiode van 12 maanden met een maximum van 125 EUR per gezinslid per jaar.
2.2. Collectieve acties Als een collectieve actie kan men manifestaties ondersteunen die zich richten tot de doelgroep. Het OCMW werkte in het kader van individuele en collectieve acties samen met volgende organisaties: •
De Werkgroep Vluchtelingen19
•
PWO (Permanent Welzijnsoverleg)20
•
De Jeugddienst
•
Speelpleinwerking
•
Grabbelpas
•
De gemeentelijke cultuurdienst
•
Recreatiebad De Warande
KB van 27 april 2007 Zie hoofdstuk 7.4 Etnische culturele minderheden 20 Zie hoofdstuk 2 Participatie 18 19
Deel 2 - I-2
3.
SWOT- analyse ‘cultuur en sport’ Positief Sterktes
Negatief Zwaktes
- De federale overheid stelt jaarlijks - Voor bepaalde doelgroepen (gehoorgestoorden, personen met aan de OCMW’s subsidies ter beschikking met betrekking tot een handicap, personen in sociale, culturele en sportieve armoede) is het moeilijk om te participeren aan bet bestaande participatie. - Het OCMW stelt in samenwerking cultuuraanbod. met het gemeentebestuur - De communicatie tussen de verschillende diensten met gereduceerde abonnementen voor het recreatiebad van De Warande ter betrekking tot cultuur is niet beschikking aan gezinnen met een optimaal. laag inkomen. - Het OCMW werkt met betrekking tot het bevorderen van sociale, culturele en sportieve participatie samen met de werkgroep vluchtelingen, PWO, de jeugddienst en gemeentelijke diensten Wetteren. Mogelijkheden
Bedreigingen
- De drempels tot socio-culturele participatie in kaart brengen. - Invoeren van een efficiënte cultuurpas. - Analyse van mobiliteitsproblemen. - Uitbouw kinderopvang. - De communicatie verbeteren tussen de verschillende diensten die actief zijn op cultureel/sportief/recreatief gebied.
Deel 2 - I-3
- Sommige doelgroepen zien cultuur niet als prioritair, ze hebben andere zorgen aan hun hoofd. - Mobiliteit en kinderopvang zijn een probleem. - Federale subsidie sociale en culturele participatie wordt jaarlijks bepaald via KB.
J. 1.
ONDERWIJS
Inleiding
Onderwijs kan een hefboom zijn om de vicieuze cirkel van armoede te doorbreken maar kan tevens kennisongelijkheid reproduceren en versterken. Een bepaalde doelgroep jongeren krijgt binnen het onderwijs minder kansen aangeboden. Kinderen21 uit lagere sociaal-economische groepen beginnen bijvoorbeeld ongelijk aan de kleuterschool en de lagere school. Het resultaat is dat deze jongeren vaker dan anderen met een laag onderwijspeil door het leven moeten. Daardoor verhoogt het risico op werkloosheid en de kans op armoede. De laatste jaren worden er binnen de onderwijswereld stappen ondernomen om ‘de gelijke kansen’ binnen het onderwijs te verhogen. Het Gelijke Onderwijskansendecreet22 (GOK- decreet) is hiervoor een belangrijk instrument. Binnen dit hoofdstuk bespreken we enerzijds het bestaande aanbod met betrekking tot ‘het klassieke onderwijs’. Anderzijds vestigen we ook de aandacht op ‘levenslang leren’. Het behalen van een diploma is geen finaliteit meer. In deze snel evoluerende samenleving is het noodzakelijk zich continu te blijven vormen. Vooral kortgeschoolden moeten de kans krijgen om zich via competentieverruimende opleidingen bij te scholen.
2.
‘Het klassieke onderwijs’
2.1. Lokaal aanbod scholen In de gemeente Wetteren loopt een zeer grote groep kinderen en jongeren school. De centrumfunctie in het aanbieden van onderwijs trekt een zeer grote populatie aan van kinderen uit de periferie. Het aantal leerlingen dat in Wetteren school loopt stijgt.
21 22
Jaarboek armoede en sociale uitsluiting 2006 Decreet betreffende gelijke onderwijskansen van 28 juni 2002.
Deel 2 - J-1
Tabel 37: Aantal leerlingen in het gewoon basisonderwijs
Kleuter 2004-2005 2005-2006 Jongens Meisjes Jongens Meisjes 384 400 393 414 Totaal Totaal 784 807
Lager 2004-2005 2005-2006 Jongens Meisjes Jongens Meisjes 662 685 671 685 Totaal Totaal 1347 1356
Bron: Afdeling begroting en gegevensbeheer, Departement Onderwijs
Er zijn in Wetteren tien scholen die basisonderwijs aanbieden. Tabel 38: Aantal leerlingen in het secundair onderwijs
Gewoon voltijds secundair 2004-2005
Deeltijds beroepssecundair
2005-2006
2004-2005
2005-2006
Jongens
Meisjes
Jongens
Meisjes
Jongens
Meisjes
Jongens
Meisjes
751
795
769
798
7
7
9
6
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
1546
1567
14
15
Bron: Afdeling begroting en gegevensbeheer, Departement Onderwijs
Er zijn in Wetteren 6 scholen die secundair onderwijs aanbieden. Naast het basisonderwijs en het secundair onderwijs zijn er twee scholen die buitengewoon onderwijs aanbieden. In Wetteren zijn er 25 (9 meisjes en 16 jongens) leerlingen in het buitengewoon kleuteronderwijs. Tenslotte wordt er nog kunstonderwijs aangeboden door de gemeentelijke tekenacademie en de gemeentelijke academie voor muziek en woord.
2.2. CLB Een centrum voor leerlingenbegeleiding of CLB is een dienst waarop leerlingen, ouders, leerkrachten en schooldirecties een beroep kunnen doen voor informatie, hulp en begeleiding. Een multidisciplinair team heeft als opdracht het welbevinden van leerlingen te bevorderen doorheen hun schoolloopbaan. Het gaat er dus om de leerling zich goed te laten voelen zodat hij zijn kennis en vaardigheden in de beste omstandigheden kan ontwikkelen.
Deel 2 - J-2
Een CLB kan leerlingen op vier domeinen begeleiden: • • • •
het leren en studeren; de schoolloopbaan; de preventieve gezondheidszorg; de sociaal-emotionele ontwikkeling.
In Wetteren zijn twee CLB ‘s (een vrij CLB en een CLB van het gemeenschapsonderwijs).
2.3. JAC Het jongeren advies centrum biedt ook ondersteuning, begeleiding en hulpverlening aan jongeren die school lopen in Wetteren (zie verder hoofdstuk jongeren).
3.
Levenslang leren
Er zijn verschillende organisaties actief om de doelstelling ‘levenslang leren’ te operationaliseren. Het is onmogelijk om alle initiatieven hieronder te vermelden. Voor meer info verwijzen we naar de website www.wordwatjewil.be. In dit hoofdstuk bespreken we beknopt een aantal lokale opleidingsinstellingen.
3.1. PCVO Scheldeland en CVO IVV De Avondschool Dit zijn twee instellingen die volwassenenonderwijs aanbieden. Cursisten kunnen erkende diploma’s behalen. Er worden bijvoorbeeld computeropleidingen, taalopleidingen en praktijkgerichte opleidingen gegeven.
3.2. Leerpunt Centrum voor Basiseducatie Deze organisatie biedt cursussen aan kortgeschoolden (maatschappelijke oriëntatie, Nederlandse moedertaal,…) aan die gericht zijn op het aanleren en het verbeteren van basiscompetenties die elementair zijn om te functioneren in de brede leef- en maatschappelijke wereld. Dit centrum biedt leertrajecten aan waarin de cursist centraal staat.
3.3. VDAB VDAB heeft ook een aanbod van competentiegerichte opleidingen. Ze willen de inzetbaarheid van de werknemers op de arbeidsmarkt verhogen. Zie www.vdab.be.
Deel 2 - J-3
3.4. Academie voor muziek en woord Hier kan men muziek (vocaal en instrumentaal) en woord (toneel, voordracht, welsprekendheid) volgen. Zie www.gamwwetteren.be
3.5. Tekenacademie In de tekenacademie kan men kunstonderwijs volgen. Men kan kiezen uit de volgende opties: fotografie, grafiek, keramiek, schilderen, tekenen, video en kunstbeschouwing. Zie www.academiewetteren.be.
Deel 2 - J-4
4.
SWOT- analyse ‘onderwijs’ Positief Sterktes
Negatief Zwaktes
- Wetteren beschikt over een uitgebreid netwerk aan scholen (10 scholen basisonderwijs, 6 scholen secundair onderwijs, 2 scholen buitengewoon onderwijs). - Wetteren biedt ook de mogelijkheid om op de tekenacademie en de gemeentelijke academie kunstonderwijs te volgen. - Men kan beroep doen op twee CLB’s. - De jongeren kunnen bij probleemsituaties en vragen beroep doen op het JAC. - Er zijn in Wetteren twee scholen die volwassenenonderwijs aanbieden. - Leerpunt Centrum voor Basiseducatie en de Werkwinkel hebben een aanbod van competentiegerichte opleidingen voor anderstaligen en kortgeschoolden.
- De kostprijs van onderwijs is hoog. - Beperkt overleg tussen scholen, CLB, OCMW en de kansengroepen. - Gebrek aan huiswerkbegeleiding. - Sommige ouders zijn weinig betrokken bij het onderwijs van hun kinderen. - De centra voor volwassenonderwijs zijn weinig bekend. - Mobiliteitsproblemen en problemen kinderopvang cursisten. - Beperkte samenwerking tussen centra voor volwassenenonderwijs onderling en tussen CVO’s en andere opleidingsverstrekkers.
Mogelijkheden
Bedreigingen
- Stimuleren van regionale samenwerkingsverbanden tussen de centra voor volwassenonderwijs en andere opleidingsverstrekkers. - Het volwassenenonderwijs beter bekend maken bij de plaatselijke bevolking. - De toegankelijkheid van het JAC verbeteren.
- Veel leerlingen starten hun loopbaan reeds met een achterstand. - Vooral hooggeschoolden (mattheüseffect) vervolmaken zich. - Hardnekkig dubbelen.
Deel 2 - J-5
K. JONGEREN 1.
Inleiding
Indien men de leeftijdsgrens van de jongeren op 25 jaar legt dan behoort 30% van de Vlaamse bevolking tot deze categorie. Het spreekt voor zich dat de heterogeniteit binnen deze ruime groep jongeren erg groot is. Binnen de jongeren is er een groep met specifieke problemen die bijzondere aandacht en extra ondersteuning nodig heeft. In dit hoofdstuk bespreken we een aantal organisaties die instaan voor de begeleiding van jongeren binnen kansengroepen. Zie ook het hoofdstuk ‘gezin en opvoedingsondersteuning’ en het hoofdstuk ‘onderwijs’.
2.
Lokale initiatieven
2.1. VZW Habbekrats Habbekrats is een vormingsdienst voor jongeren uit de randgroepen en heeft als doelstelling: “Jongeren wiens levenssituatie gekenmerkt is door structurele achterstelling of kansarmoede via ondersteuning op individueel, groeps- of structureel vlak meer participatiekansen te bieden, hun weerbaarheid te vergroten en belemmerings- of achterstellingsmechanismen op te heffen of tegen te gaan.” Via een samenwerkingsakkoord met de gemeente is vzw Habbekrats sinds 1993 actief in Wetteren. Jaarlijks krijgen ze ongeveer 40 000 euro subsidies van de gemeente. Vanaf 1998 tot heden ging Habbekrats in het kader van het SIF van start met een tienerwerking. De bedoeling is een vormingsaanbod voor jongeren van 12 tot 15 jaar uit te werken, naast het bestaande aanbod voor de 15- tot 25- jarigen. In Wetteren zijn er jaarlijks een 60-tal jongeren die in het bezit zijn van een Habbepas en frequent naar de activiteiten komen. In totaal zijn er ongeveer een 120-tal jongeren die één of meerdere keren naar Habbekrats gaan. In totaal zijn er jaarlijks een 25 à 30 deelnames van Wetterse jongeren aan de kampen van Habbekrats. Zie www.habbekrats.be.
2.2. Jongeren Adviescentrum Wetteren (JAC) Het JAC startte zijn werking begin schooljaar 2003 en is een samenwerkingsinitiatief tussen de gemeente en het CAW. De doelstelling van het JAC (ingebed in het CAW ’t Dak – Teledienst) is het verzekeren van een laagdrempelig 1ste lijns aanbod van
Deel 2 - K-1
informatie en adviesverstrekking met het oog op een maximale toegankelijkheid op de verschillende voorzieningen. De pijlers waarop het JAC steunt zijn: • •
onthaal en informatie: jongeren kunnen tijdens de openingsuren langskomen met of zonder hulpvraag. Er is een infotheek beschikbaar rond diverse thema’s. advies : een JAC- medewerker staat klaar om over een vraag of een probleem te praten. Via één of meerdere gesprekken worden de verschillende antwoorden en/of oplossingen bekeken. De jongere beslist zelf welk alternatief voor hem of haar het meest geschikt is en wordt hierin gesteund door de hulpverlener. Indien het JAC niet tot een gepast antwoord of advies komt, wordt er doorverwezen.
De dienst- en hulpverlening werkt volgens volgende principes: • • •
de dienstverlening is gratis; zonder afspraak; anoniem.
In 2006 consulteerden ongeveer 466 jongeren het JAC in Wetteren en Dendermonde. Deze contacten kunnen face tot face plaatsvinden maar ook telefonisch of via mail. In 2006 zijn er 73 jongeren persoonlijk langs gekomen in het JAC Wetteren. De lokale werking wordt mogelijk gemaakt door een structurele subsidie van de lokale overheid. Ze krijgen jaarlijks ongeveer 20. 000 euro. Zie www.dak-teledienst.be.
Deel 2 - K-2
3.
SWOT- analyse ‘jongeren’ Positief Sterktes
Negatief Zwaktes
- Jongeren uit randgroepen kunnen terecht bij VZW Habbekrats voor verschillende activiteiten. - Jongeren kunnen met vragen terecht bij het JAC. - Goed uitgewerkte jeugddienst. - Kwalitatief gebouw JAC/jeugddienst Habbekrats op één locatie. - Men beschikt over een jeugdwelzijnsoverleg.
- Beperkt aanbod hulpverlening voor jongeren met psychische problemen. - Beperkt aanbod zelfstandig wonen. - Beperkt aanbod intensieve jongerenbegeleiding. - Geen opvang in Wetteren voor dakloze minderjarigen. - Beperkt aanbod aan hulpverlening met betrekking tot drugsproblematiek. - Gebrek aan gecoördineerd en gestructureerd overleg tussen de verschillende diensten op het terrein van de jongerenhulpverlening. - De bestaande diensten waar jongeren terecht kunnen zijn nog onvoldoende bekend. - De toegankelijkheid van de openbare gebouwen voor jongeren met een fysieke handicap voldoen niet aan de verwachtingen van de doelgroep.
Deel 2 - K-3
Positief Mogelijkheden
Negatief Bedreigingen
- Aanbod van de hulpverlening met betrekking tot psychische problemen in kaart brengen. - Samenwerking stimuleren met de dienst Geestelijke Gezondheidszorg. - Uitbouwen aanbod zelfstandig wonen. - Uitbouwen aanbod intensieve jongerenbegeleiding. - Uitbouwen opvang dakloze jongeren. - Uitbouw hulpverlening drugsproblematiek. - Ouders stimuleren hun kinderen warm te maken voor georganiseerde vrijetijdsbesteding. - Overleg jeugdwelzijnszorg terug operationeel maken. - Leerpakketten waarin de bestaande diensten worden voorgesteld ontwikkelen. - Knelpunten met betrekking tot toegankelijkheid gebouwen inventariseren;
- Randgroep jongeren vinden niet altijd aansluiting bij de reguliere jeugdbeweging.
Deel 2 - K-4
L. GEZIN 1.
Algemeen
De gezinsstructuur is in volle ontwikkeling: gezinnen zijn minder standvastig en volgen minder een vast voorgeschreven patroon. Ook de posities tussen de gezinsleden zijn gewijzigd. De rollen van vader, moeder en kinderen zijn minder duidelijk afgelijnd, taken en verwachtingen zijn minder doorzichtig en zijn sterk variabel. Het gezinsverband is er niet meer als een permanente zekerheid, het moet steeds opnieuw gemaakt en bevestigd worden. Het gezinsverband, de thuiservaring en de dragende zorg zijn eerder een project, voortdurend in ontwerp en constructie. Gezinnen zijn meer dan ooit een bron van welzijn en zorg in onze risicomaatschappij23 maar het vergt van de actoren een permanente en actieve inzet voor het gezinsproject24. De evoluties binnen de gezinsstructuur resulteren in een stijgende vraag naar toegankelijke en kwalitatieve kinderopvang enerzijds en een toenemende vraag naar specifieke opvoeding en gezinsondersteuning anderzijds.
2.
Kinderopvang
2.1. Inleiding De Vlaamse regering zette reeds stappen om tegemoet te komen aan de opgemerkte nood aan kwalitatieve en toegankelijke kinderopvang voor iedereen. Ze stelde een actieplan ‘flexibele en occasionele kinderopvang’ op. Door het bestaande aanbod te verruimen op tijdstippen buiten het basisaanbod, wil de Vlaamse regering er voor zorgen dat de ouders hun gezin en werk beter kunnen combineren. Daarnaast wil men ook acties ondernemen om het aanbod meer open te stellen naar opvangvragen van ‘kwetsbare gezinnen’. De Vlaamse regering streeft op die manier naar een kwaliteitsvolle, toegankelijke en veilige kinderopvang25 voor iedereen. Naast de economische functie, ouders de kans geven hun werk voort te zetten, mag men de pedagogische en sociale functie26 van kinderopvang zeker niet over het hoofd zien. Goede kinderopvang stimuleert kinderen in hun fysische en psychische ontwikkeling. Ze leren omgaan met andere kinderen buiten de gezinssfeer. Dit komt hun ontplooiing ten goede.
23 Beck, 1986 24 Jan Lauwers, Dirk Geldof, 2000 25 Beleidsnota 2004-2009 van minister Vervotte 26 Kind en gezin
Deel 2 - L-1
In Wetteren deed men een onderzoek naar de behoeftes van kinderopvang (najaar 2007). In deze omgevingsanalyse worden de resultaten hiervan besproken. Daarnaast willen we een schets geven van het diverse aanbod van ‘kinderopvang’ in Wetteren. Om de overzichtelijkheid te bewaren opteren wij ervoor om een opsplitsing te maken binnen het bestaande aanbod. In de eerste plaats beschrijven we de ‘formele opvang’. Hiermee bedoelen we de initiatieven die opgestart worden met als hoofddoel ‘opvang voorzien voor kinderen ter ondersteuning van de ouders zodanig dat die hun arbeid kunnen voorzetten’. Hieronder alogeren we de volgende opvanginitiatieven: erkende kinderdagverblijven, zelfstandige kinderdagverblijven, ‘mini-crèches, erkende initiatieven voor buitenschoolse opvang (IBO), aangesloten onthaalouders, zelfstandige onthaalouders, na-schoolse kinderopvang. Als tweede ‘opvangvorm’ bespreken we de ‘vakantie-initiatieven’ die in de eerste plaats als doel hebben om ontspanning aan te bieden aan de jongeren. Deze initiatieven voorzien in zekere zin ook in kinderopvang. Tenslotte behandelen we ook nog het aanbod van de mutualiteiten met betrekking tot thuisopvang voor zieke kinderen en de kinderoppasdienst van de Gezinsbond.
2.2. Kind en Gezin Kind en Gezin is een overkoepelend adviserend orgaan met betrekking tot kinderzorg. Ze controleren of de opvanginitiatieven aan de noodzakelijke, wettelijke voorwaarden voldoen. Ze verlenen ook subsidies en financiële tegemoetkomingen aan de kinderopvanginitiatieven. Er zijn een aantal opvanginitiatieven waar Kind en Gezin geen controlebevoegdheid heeft: •
Opvang door familie.
•
Thuisopvang zieke kinderen van mutualiteiten.
•
Speelpleinwerking, jeugdwerk, sportkampen of jeugdbeweging.
Kind en Gezin biedt ‘opvoedingsondersteuning’ aan voor ouders met kinderen van 0 tot 3 jaar, uitzonderlijk tot 6 jaar. De jonge kinderen worden gratis onderzocht en gevaccineerd, de ouders en opvoeders krijgen praktisch en professioneel advies. Hiervoor kan men terecht in de verschillende consultatiebureaus. In Wetteren heeft men één regiohuis (werkingsgebied Berlare, Destelbergen, Laarne, Melle, Merelbeke, Oosterzele, Wichelen en Wetteren) en twee consultatiebureaus waar men met terecht kan.
Deel 2 - L-2
2.3. Aanbod formele kinderopvang
27
2.3.1. Kinderdagverblijven Een kinderdagverblijf vangt kinderen in groepsverband op. De opvang gebeurt in speciaal ingerichte lokalen. De begeleiders zijn opgeleid tot bijvoorbeeld kinderverzorg(st)ers, kleuterleid(st)er of opvoed(st)er. De kinderen worden ingedeeld in leeftijdsgroepen met een beperkt aantal kinderen. Elke leeftijdsgroep heeft vaste begeleiders. Een erkend kinderdagverblijf biedt opvang voor baby’s en peuters. In Wetteren zijn vier kinderdagverblijven: •
De Kleine Prins, dit kinderdagverblijf wordt beheerd door de gemeente.
•
Sint Jozef, Kabouterland en De smurfjes zijn drie zelfstandige kinderdagverblijven.
2.3.2. Een erkend initiatief voor buitenschoolse opvang (IBO) Een IBO vangt kinderen op van de kleuterschool en het lager onderwijs, voor en na de schooluren en tijdens vakanties. De opvang gebeurt in groepsverband en in speciaal ingerichte lokalen. Één IBO heeft minstens 21 opvangplaatsen. In Wetteren is er één gemeentelijke IBO, ’t Kriebelke- Massemientje- Iboompje met drie verschillende vestigingsplaatsen. 2.3.3. Dienst van opvanggezinnen Een onthaalouder aangesloten bij een erkende dienst voor opvanggezinnen vangt kinderen bij hem of haar thuis op. Deze dienst selecteert, begeleidt en bewaakt de kwaliteit van de onthaalouders en brengt ouders met hen in contact. De dienst zorgt ook voor de opleiding van de aangesloten onthaalouders en bepaalt zelf de inhoud en de duur van opleidingen en bijscholing. Kind en Gezin subsidieert de diensten voor opvanggezinnen en controleert hun functioneren. De dienst vergoedt de aangesloten onthaalouders. Een aangesloten onthaalouders mag maximum acht kinderen gelijktijdig opvangen (de eigen jonge kinderen meegeteld). Aangesloten onthaalouders bieden opvang voor baby’s en peuters. In Wetteren zijn er 21 opvanggezinnen aangesloten bij een erkende dienst voor opvanggezinnen.
27 Verdere info kan u raadplegen op www.kindengezin.be
Deel 2 - L-3
2.3.4. Zelfstandige onthaalouders Een zelfstandige onthaalouder is niet aangesloten bij een dienst en heeft een statuut als ‘zelfstandige’. Hij of zij vangt kinderen bij hem thuis op en mag maximaal zeven kinderen gelijktijdig opvangen (de eigen kinderen meegeteld). Er zijn geen verplichte opleidingen voor zelfstandige onthaalouders. Een zelfstandige onthaalouder kan opvang bieden voor baby’s en peuters, kleuters en ‘lage schoolkinderen’. In Wetteren waren op 1 augustus 2007 5 zelfstandige onthaalouders actief. 2.3.5. Schoolopvang Vele scholen vangen kinderen voor en na de schooluren op. De opvang verschilt sterk van school tot school. Het aantal begeleiders, de opleiding van de begeleiders, de inrichting en de grootte van de ruimte, de manier van omgaan met ouders en kinderen en de opvangprijs is niet wettelijk geregeld. Scholen moeten de opvang aan Kind en Gezin melden. Kind en Gezin heeft toegangsrecht en mag de opvang controleren. In de praktijk gebeurt dit enkel wanneer er klachten zijn over gezondheid of veiligheid van de kinderen. Overzicht kinderopvang Wetteren (op datum van 10/09/2007)
Deel 2 - L-4
Tabel 39: Dagopvang van 0 tot 3 jaar
Initiatief
Planning programmatie
Wachtlijst
Openingsuren
36 plaatsen
zeer groot (1 jaar)
Ma- vrij: 6.45u tot 18u
84 plaatsen
zeer groot (1 jaar)
Ma- vrij: 6.30u tot 18.15 u
28 plaatsen
beperkt
Ma- do: 6.30u-18.30u Vrij: 6.30u-18u
22 plaatsen
beperkt
Ma-vrij: 7u tot 18u
beperkt
De opvanguren –en dagen kunnen individueel besproken worden
-
-
Gemeentelijk kinderdagverblijf De Kleine Prins Kinderdagverblijf SintJozef Zelfstandig kinderdagverblijf Kabouterland Zelfstandig kinderdagverblijf ‘De smurfjes’ Gemeentelijke dienst voor opvanggezinnen Zelfstandige onthaalouder Totaal
84 plaatsen 21 opvanggezinnen
• •
27 plaatsen 5 onthaalouders 281 plaatsen
Figuur 6: Aanbod dagopvang Wetteren
10%
13%
De kleine prins
8%
dienst opvanggezinnen Sint-Jozef
10% 29%
Kabouterland De smurfjes Zelfstandige onthaalouders
30% Het lokale bestuur (De Kleine Prins en dienst opvanggezinnen) biedt 42% van de dagopvang in Wetteren aan voor -3 jarigen. 58% van de dagopvang wordt aangeboden door privé-initiatieven (4 verschillende opvanginitiatieven).
Deel 2 - L-5
Tabel 40: Buitenschoolse opvang van 3 tot 12 jaar
Initiatief Gemeentelijk IBO ’t KriebelkeMassemientjeIboompje
Zelfstandig kinderdagverblijf Kabouterland Kinderdagverblijf Sint-Jozef (tot 10 jaar) Totaal
Programmatie planning
Wachtlijst
Openingsuren
88 plaatsen
beperkt
Op schooldagen: 7 u tot schoolaanvang en van 16 u tot 18.30 u Op woensdagnamiddag: van 12u tot 18.30u Op schoolvrije dagen: van 7u tot 18.30 u
6 plaatsen
beperkt
Ma- do: 6.30u-18.30u Vrij: 6.30u-18u
28 plaatsen
beperkt
Ma- vrij: 6.30 u -18.15 u
122 plaatsen
Figuur 7: Aanbod buitenschoolse opvang
23%
't Kriebelke-Massemientje-Iboompje Kabouterland
5%
Sint-Jozef 72%
Het lokaal bestuur (’t Kriebelke- Massemientje- Iboompje) biedt 72% van de buitenschoolse opvang aan, 23% wordt georganiseerd door privé-initiatieven ( 2 opvangdiensten).
Deel 2 - L-6
Tabel 41: Gemiddeld aantal leerlingen voor -en naschools opvang binnen scholen (3- 12 j)
Woensdagnamiddag
School
Ochtendopvang
Eureka
17 leerlingen
33 leerlingen
30 leerlingen
Ma- vrij: 7 u tot 18 u
Sint- Jozef
25 leerlingen
15 leerlingen
35 leerlingen
Ma-vrij: 7 u tot 18 u
Sint-Gertrudis
21 leerlingen
33 leerlingen
46 leerlingen
Ma-vrij: 7 u tot 18 u
Scheppers
25 leerlingen
5 leerlingen
75 leerlingen
Ma, di, do, vrij: 7 u tot 18 u Wo: 7 u tot13 u
Basisschool gemeenschapsonderwijs
10 leerlingen
20 leerlingen
25 leerlingen
Ma- vrij: 7 u tot 18 u
Overbeke
20 leerlingen
20 leerlingen
40 leerlingen
Ma- vrij: 7 u 18 u
118 leerlingen
126 leerlingen
251 leerlingen
Totaal
Avondopvang
Openingsuren
Figuur 8: Aanbod naschoolse opvang
17%
19%
Eureka Sint-Jozef
8%
Sint-Gertrudis
29%
Scheppers Basisschool gem. onderwijs
28%
Overbeke
24%
Figuur: 9: Verhouding IBO- scholen
De scholen (we baseren ons op het aantal kinderen in avondopvang) bieden 60% van de opvang aan, terwijl de IBO’s instaan voor 40% van de opvang.
40% IBO Scholen
60%
Deel 2 - L-7
2.4. Aanbod vakantieopvang 2.4.1. Gemeentelijke jeugddienst Grabbelpas De kinderen kunnen hun een ‘grabbelpas’, aanschaffen bij de jeugddienst. Deze kaart is persoonlijk en geeft hen de mogelijkheid om deel te nemen aan sociaal-culturele en sportieve activiteiten tijdens de schoolvakanties aangeboden door de jeugddienst van de gemeente. Een grabbelpas kost 3.70 euro. In 2006 waren er 132 kinderen met een grabbelpas. Speelpleinwerking WESP Elke zomer (van begin juli tot half augustus) wordt speelpleinwerking voor jongeren van 4 tot en met 14 jaar georganiseerd door de gemeente Wetteren. Elke dag van 8 u tot 17 u. Opvang ’s morgens vanaf 7.30 u en s’ avonds tot 17.30 u. In 2006 waren er 335 kinderen ingeschreven voor de speelpleinwerking. Tabel 42: opvangcapaciteit IBO en speelpleinwerking juli/augustus 2007 vergeleken
IBO
Speelpleinwerking
2 436
3 587
87
105.5
Aantal dagen open
28 dagen
34 dagen
Aantal dagen gesloten
17 dagen
10 dagen
11/07/2007 16/07/2007 tot 3/8/2007
2/07/2007 en 3/07/2007 2/8/2007 23/8/2007 tot 31/08/2007
Totaal opvangcapaciteit28 Gemiddeld aantal kinderen per dag
Sluitingsdagen
Figuur 10: totaal opvangcapaciteit IBO en speelpleinwerking juli/augustus 2007
40,44 % 59,55%
IBO Speelpleinwerking
28 De som van het aantal opgevangen kinderen per dag over de periode juli- augustus 2007
Deel 2 - L-8
2.4.2. Gemeentelijke sportdienst Sportkampen Tijdens de sportkampen worden verschillende sporten ter kennismaking aangeboden, dit aangepast aan de leeftijd van het kind. Voor kleuters worden sportkampen georganiseerd tijdens de krokus- en de herfstvakantie, dit volgens geboortejaar. Voor de kinderen van het eerste tot en met het zesde leerjaar van het basisonderwijs worden deze georganiseerd tijdens de paasvakantie en de zomervakantie. De sportactiviteiten vinden plaats van 9.45 u tot 12.30 u en van 13.45 u tot 16.00 u. Er is opvang voorzien van 8.30 u tot 9.45 u, van 12.30 u tot 13.45 u en van 16.00 u tot 17.00 u.
2.5. Andere vormen van kinderopvang 2.5.1. Thuisopvang Opvang zieke kinderen De thuisopvang voor zieke kinderen wordt georganiseerd door de ziekenfondsen voor hun leden. Deze dienst staat in voor opvang wanneer een kind plots ziek wordt. Een speciaal opgeleide oppas zorgt voor het zieke kind in de vertrouwde thuisomgeving. De oppas voert geen verpleegkundige of huishoudelijke taken uit. Tabel 43: thuisopvang ziekenfondsen
Ziekenfonds
Leeftijd kinderen
Liberale mutualiteit
0-3 jaar
Bond Moyson
0-12 jaar
Christelijke mutualiteit
0-12 jaar
Onafhankelijke Ziekenfonds
Tussen 3 maand en 14 jaar
Kinderoppas De kinderoppasdienst van de gezinsbond zorgt voor opvang voor kinderen. Een kinderopvangcoördinator bemiddelt tussen ouders die babysit wensen en kandidaatbabysitters. De kinderoppasdienst geeft ouders met kleine kinderen de kans om ontspanning te nemen, boodschappen te doen, familiale en andere verplichtingen na te komen terwijl er voor de kinderen gezorgd wordt.
Deel 2 - L-9
2.6. Behoefteonderzoek In Wetteren werd in 2007 een behoefteonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek bestaat uit twee delen: •
Via een post- enquête werden ouders van niet schoolgaande kinderen bevraagd.
•
Via de basisscholen werden de ouders van lagere schoolkinderen bevraagd.
De respons van de enquêtes bij de ouders met schoolgaande kinderen was beperkt (33% van de enquêtes werd terugbezorgd). Bij de ouders met niet-schoolgaande kinderen was de respons iets hoger (namelijk 284 teruggestuurde enquêtes). De statistische significantie leidt hieronder. Toch zijn de resultaten belangrijk omdat ze een beeld geven van de nood aan kinderopvang en de soort kinderopvang waar de ouders gebruik van maken. Dit verkennende onderzoek toont ook enkele mogelijke knelpunten aan en kan dus de weg effenen voor een diepgaander onderzoek. 2.6.1. Schoolgaande kinderen 72,5% van de ouders met schoolgaande kinderen maken gebruik van kinderopvang (203 gezinnen van 280). De meeste ouders zijn tevreden over de gekregen opvang. 16,74% (34 gezinnen) zijn niet tevreden. 24,67% van de ondervraagden (19 gezinnen) die geen gebruik maken van kinderopvang wensen wel kinderopvang. Er bestaat duidelijk een verband tussen de werksituatie en het gebruik van kinderopvang. Wanneer we de werksituatie van de ouders bekijken dan merken we dat bij ouders waarbij minstens één persoon niet werkt (niet beroepsactief of gebruik maakt van ouderschapsverlof, zwangerschap- of borstvoedingsverlof loopbaanonderbreking, of tijdskrediet) het gebruik van de kinderopvang relatief laag is. Bij de ondervraagden zijn er 29 gezinnen waarbij één persoon niet werkt. Bij 79,31% van deze gezinnen maakt men geen gebruik van kinderopvang. 8,69% wensen daarvan wel kinderopvang te gebruiken. De meeste geënquêteerde ouders werken overdag in de week. Bij 40% van de echtparen werkt zowel de moeder als de vader overdag. Het grootste deel van deze groep (74%) maakt gebruik van kinderopvang. Van de gezinnen die geen gebruik maken van kinderopvang (25%) wenst 27, 5% wel opvang. Binnen de groep ondervraagden werken ook een aantal ouders (11,07%) volgens een onregelmatig werkschema. Deze groep maakt intens gebruik van kinderopvang (81%
Deel 2 - L-10
van de gezinnen). Van de ouders met een onregelmatig werkschema die geen gebruik maken van kinderopvang wenst 66% wel opvang. Bij de personen die de enquête invulde zijn er 31 alleenstaande ouders (11,07%). Daarvan is er maar 16,12% die geen gebruik maakt van kinderopvang. Daarvan werkt 60% niet. De meeste ouders maken gebruik van kinderopvang na het einde van de schooluren. Het overgrote deel van deze opvang wordt door grootouders of anderen (54,39%) verstrekt. Daarnaast wordt er ook veel beroep gedaan op het IBO en de scholen (46,70%). Op schoolvrije dagen en op woensdagnamiddag wordt ook veel gebruik gemaakt kinderopvang. Ook hier zijn het vooral de grootouders en anderen (schoolvrije dagen= 77,96% en woensdagnamiddag= 61,81%) die instaan voor de opvang van de kinderen. Bij de ouders die een enquête invulden wordt zelden gebruik gemaakt van onthaalouders, kinderdagverblijven of een oppas voor de opvang van de lagere schoolkinderen. De ouders die meer opvang wensen willen vooral na het einde van de schooluren uitbreiding van de kinderopvang. Ze wensen vooral opvang door het IBO of de scholen. Opvallend is dat heel wat ouders op schoolvrije dagen opvang wensen voor hun kinderen door de school of het IBO. 2.6.2. Niet schoolgaande kinderen (0-3 j) 79% van de ouders met niet-schoolgaande kinderen maken gebruik van kinderopvang. Ook hier zijn de meeste ouders tevreden. 10% is niet tevreden. Van de koppels die geen gebruik maken van kinderopvang wenst 35% wel opvang. Omdat er maar een beperkt aantal personen de enquête terugstuurde is het moeilijk om conclusies te trekken ,omtrent het verband tussen de werksituatie en het gebruik van kinderopvang, die voldoen aan de statistische significantie. De ouders van niet-schoolgaande kinderen maken vooral gebruik van kinderopvang op weekdagen overdag. Om deze opvang te realiseren doet 50% beroep op de grootouders of anderen (buren,vrienden). 40% doet beroep op de onthaalouders. 38% brengt hun kinderen naar een kinderdagverblijf of mini- crèche. Het aantal ouders dat op weekdagen voor 7 uur of op weekdagen ‘s avonds gebruik maakt van kinderopvang is duidelijk lager. Ook op zaterdag en zondag wordt minder gebruik gemaakt van kinderopvang.
Deel 2 - L-11
2.6.3. Algemene conclusie Uit dit onderzoek blijkt dat de meeste ouders gebruik maken van kinderopvang. Men kan concluderen dat de nood aan kinderopvang erg groot is. De meeste ouders zijn tevreden over de opvang dat ze krijgen. We moeten wel stellen dat dit onderzoek te beperkt is om conclusies te trekken die voldoende statistisch significant zijn. Toch merkt men in dit onderzoek dat bij alleenstaande ouders meer opvang noodzakelijk is. In dit onderzoek waren er maar een aantal alleenstaande ouders. Misschien is het interessant om in de toekomst een diepgaander onderzoek te voeren naar de behoeften van alleenstaande ouders. Ook is het opvallend dat de grootouders vaak zorgen voor de opvang van de kinderen. Indien men over de luxe beschikt om de kinderen bij de grootouders te brengen zal men minder nood hebben aan ‘andere kinderopvang’. Maar bij de ouders waarvan de grootouders zelf nog werken of waarvan de grootouders niet meer leven is de opvangsnood uiteraard groter.
Deel 2 - L-12
2.7. SWOT- analyse ‘kinderopvang’ Positief Sterktes -
-
-
Negatief Zwaktes
Scholen bieden naschoolse opvang aan. Er zijn vier kinderdagverblijven. Er is een initiatief buitenschoolse kinderopvang (drie vestigingsplaatsen). Er zijn 21 opvanggezinnen reeds aangesloten bij de dienst opvanggezinnen van de gemeente. Er zijn vijf zelfstandige onthaalouders in Wetteren actief. De gemeentelijke jeugddienst zorgt voor vakantieopvang (speelpleinwerking en grabbelpas). De gemeentelijke sportdienst zorgt voor vakantieopvang (sportkampen). De mutualiteiten voorzien in kinderopvang voor zieke kinderen. De gezinsbond beschikt over een kinderopvangdienst.
-
-
-
-
-
Mogelijkheden -
-
-
Beperkt aanbod occasionele, snel beschikbare laagdrempelige en flexibele kinderopvang. Te weinig buitenschoolse opvang in de vakantie (3-12 jaar). Het bestaande aanbod voor kinderopvang is te weinig bekend. Gebrekkig ondersteuning van zelfstandige onthaalouders. Zeer beperkt aanbod +12jarigen.
Bedreigingen
Aanbod kinderopvang uitbreiden. Samenwerking tussen de gemeente en OCMW in het kader van kinderopvang -3 jarigen. De samenwerking tussen onthaalouders stimuleren. In het kader van buitenschoolse opvang samenwerking tussen gemeente en scholen stimuleren. Samenwerking tussen gemeente en bedrijven in het kader van kinderopvang. Installeren van éénloketfunctie kinderopvang. Voorzien in ondersteuning van zelfstandige onthaalouders en hun statuut verbeteren. Betere afstemming tussen speelpleinwerking en kinderopvang.
Deel 2 - L-13
Kinderen met moeilijk gedrag zorgen voor extra druk in de opvang. Beperkte subsidie voor uitbreiding erkende opvangplaatsen. Geen aanbod IBO in centrum van Wetteren.
3.
Opvoeding en gezinsondersteuning
3.1. Inleiding Zoals we in het begin van dit hoofdstuk reeds aangaven is er sprake van een veranderende gezinsstructuur. Deze veranderingen brengen nieuwe uitdagingen met zich mee die sommige gezinnen niet aankunnen. Ze raken dan ontwricht in een kluwen van problemen. De vraag naar en de nood aan laagdrempelige ondersteunende gezinshulp- begeleiding op maat van de gezinnen is hierbij zeer groot. Hieronder bespreken we een aantal initiatieven die hulpverlening met betrekking tot opvoeding en gezinsondersteuning aanbieden.
3.2. Initiatieven opvoeding en gezinsondersteuning 3.2.1. Lokaal aanbod Opvoedingswinkel Wetteren Dit is een laagdrempelig initiatief, gevestigd in Wetteren, waar opvoeders anoniem terechtkunnen met vragen over de opvoeding van kinderen van 0 tot 18 jaar. Ze richten zich vooral tot ouders, opvoeders uit de gemeenten Wetteren, Wichelen en Laarne. Hun aanbod bestaat op dit moment uit: •
Een winkelformule: dit is elke woensdag en donderdag vrij toegankelijk en voorzien van een kinderhoek met verzorgingsmateriaal;
•
Een opvoedingsbibliotheek: dit is een aanbod van folders met klant- en klare tips, van folders van diensten, aanbod van tijdschriften en boeken die men kan ontlenen, raadplegen van computers met links naar opvoedingssites;
•
Gepland gesprek: elke woensdag en donderdag vanaf 13 u kan een afspraak gemaakt worden voor een gesprek. Een afspraak voor een gesprek ’s avonds is ook mogelijk;
•
Telefonisch- en e-mailhulpverlening: door middel van doorschakeling naar de dienst algemene hulverlening van de Kastanje kan de hulpvraag ook beantwoord worden buiten de openingsuren van de winkel.
Tussen 11/10/2006 en 15/06/2007 registreerden ze 75 hulpvragers in Wetteren. Zie www.dak-teledienst.be. Project intensieve gezinsbegeleiding OCMW Wetteren
Deel 2 - L-14
De sociale dienst van het OCMW begeleidt jongeren en jonge gezinnen die problemen hebben op verschillende levensdomeinen. In praktijk gaat het hier om jongeren/jonge gezinnen die minstens 3 maanden gekend zijn op het OCMW en in ernstige, complexe probleemsituaties verkeren. De doelstelling van het project is om het cliëntensysteem in proces te brengen en via zorg op maat, de zelfredzaamheid van het cliëntensysteem te verhogen, waardoor het gezin op termijn opnieuw kan doorstromen naar een minder intensieve zorgvorm. De maatschappelijk werker probeert de jongere en zijn gezin een begeleiding te geven op maat, op zijn ritme en dit gebeurt vooral via huisbezoeken. Er kunnen zo'n 20 tal jongeren en hun gezin tezelfdertijd intensief begeleid worden in het project. Kind en Gezin consultatiebureau zie hoofdstuk kinderopvang Bovenlokaal aanbod Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning. Een Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG) heeft als taak: Opvang en zorg aanbieden aan kinderen van 0 tot en met 12 jaar (basisonderwijs). Te fungeren als instantie waar gezinnen met hun hulpvragen terecht kunnen voor begeleiding. Pedagogische thuisbegeleiding bieden aan gezinnen met kinderen van 0 tot en met 12 jaar (basisonderwijs). Een CKG richt zich tot gezinnen met kinderen van 0 tot en met 12 jaar (zolang ze basisonderwijs volgen, met bijzondere aandacht voor 0-6 jarigen) die een hulpvraag stellen omdat het opvoedingsgebeuren voor ouder en/of kind vastloopt of dreigt vast te lopen en waarvoor een tijdelijk hulpaanbod voldoende perspectief biedt op verandering. Binnen de regio Wetteren zijn twee CKG ’s actief, Zonneheuvel en Sloeberhof. Zonneheuvel is gevestigd in Oudenaarde en Sloeberhof in Evergem en Gent. Deze laatste werd in 2005 overgenomen door Solidariteit voor het Gezin vzw. In CKG Zonneheuvel zijn er jaarlijks ongeveer 100 kinderen waarvan 20% in Wetteren woont. Sloeberhof heeft een erkenning voor 75 plaatsen. Comité Bijzondere Jeugdzorg De opdracht van een Comité Bijzondere Jeugdzorg bestaat erin om hulpverlening te organiseren voor jongeren in een problematische opvoedingssituatie door o.a. thuisbegeleiding, een dagcentrum, onthaal, oriëntatie en observatie, opvang in een pleeggezin, opvang in gezins- en begeleidingstehuizen, begeleid zelfstandig wonen, opvoedend project. Voor Wetteren is het comité bijzondere jeugdzorg van
Deel 2 - L-15
Dendermonde bevoegd. Dit comité heeft het arrondissement Dendermonde tot zijn werkingsgebied. ’t Kompas Dendermonde ’t Kompas begeleidt gezinnen met kinderen tussen 0 en 18j in opdracht van de Jeugdrechtbank of het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg. In die gezinnen is er sprake van een problematische opvoedingssituatie (POS) en/of van een ‘als misdaad omschreven feit’ (MOF). De bescherming van en hulp aan de minderjarigen staat hierbij centraal. De begeleiding vindt minstens éénmaal per week plaats in het gezin waartoe de minderjarige behoort. In Wetteren zijn er +/- 20 gezinnen die gebruik maken van deze begeleiding. Zie www.tbtkompas.be.
Deel 2 - L-16
Agentschap Jongerenwelzijn - Preventieteam Regio Oost-Vlaanderen. Deze organisatie heeft als doel om een gerichte preventiewerking te organiseren op basis van de ervaring en de deskundigheid opgebouwd in de Comités voor Bijzondere Jeugdzorg en de sociale diensten bij de Jeugdrechtbanken. Ze pogen om het welzijn van de meeste kwetsbare jongeren te verhogen en hun leefsituatie te verbeteren door in te spelen op positieve tendensen en kenmerken in de samenleving. Men signaleert ook structurele oorzaken van uitsluitingsmechanismen aan de beleidsverantwoordelijken. Sociale dienst jeugdrechtbank De sociale dienst van de jeugdrechtbank verricht het sociaal onderzoek en geeft een advies aan de jeugdrechter met betrekking tot de mogelijke maatregelen. Deze dienst staat ook in voor de opvolging en continuïteit van de begeleiding. Bezoekruimte CAW ’t Dak-Teledienst De bezoekruimte is een neutrale ontmoetingsruimte die een omgangsregeling tussen ouders en kinderen kan realiseren in problematische situaties. Kinderen komen er om hetzij hun vader, hetzij hun moeder, hetzij grootouders en/of iedere persoon (broer, zus, pleegouder, belangrijke derden) met een recht op persoonlijk contact te kunnen ontmoeten in een serene sfeer. Er worden verschillende bezoeken georganiseerd over een termijn tot 1 jaar. De betrokken partijen worden ertoe aangezet om (met behulp van professionele hulpverleners) de nodige stappen te ondernemen om over te gaan naar een "normale" omgangsregeling en hierin hun verantwoordelijkheden op te nemen. Ze zijn gevestigd in Dendermonde en richten zich tot het gerechtelijk arrondissement Dendermonde. Zie www.dak-teledienst.be.
Deel 2 - L-17
3.3. SWOT- analyse ‘gezin en opvoedingsondersteuning’
-
-
Positief
Negatief
Sterktes
Zwaktes
Een laagdrempelige opvoedingswinkel waar personen met opvoedingsproblemen informatie kunnen inwinnen. Het OCMW biedt intensieve gezinsbegeleiding aan voor jongeren/ gezinnen die problemen hebben op verschillende levensdomeinen.
Mogelijkheden -
-
-
De centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning zijn moeilijk bereikbaar (de fysieke afstand is groot). Er is geen dagcentrum voor kinderen uit bijzondere jeugdzorg. Er is een gebrek aan hulpverlening (+ lange wachtlijsten) op het vlak van opvoedingsondersteuning, thuisen gezinsbegeleiding. Vragen naar opvoedingswinkel zijn beperkt. Bedreigingen
Acties ondernemen om bereikbaarheid CKG te verbeteren. Een dagcentrum voor kinderen uit bijzondere jeugdzorg uitbouwen. Een thuisbegeleidingsdienst in Wetteren uitbouwen. Uitbouwen van een ‘lokaal cliëntoverleg’.
-
-
Deel 2 - L-18
Veel leerlingen starten hun loopbaan reeds met een achterstand. Vooral hooggeschoolden (mattheüseffect) volmaken zich. Veel gezinnen kunnen de verandering die de nieuwe gezinsstructuur met zich meebrengt niet aan en raken dan ontwricht in een kluwen van problemen.
M. OUDEREN 1.
Inleiding
In 2006 telt Wetteren 6495 personen die ouder waren dan 65 jaar. De statistieken tonen aan dat er in Wetteren sprake is van een oudere bevolking dan in andere gemeenten in Vlaanderen. Zoals we reeds aangaven in het hoofdstuk ‘thuiszorg’ zal in de toekomst het aantal ouderen in de Belgische bevolking sterk toenemen. In 2025 verwacht men in Wetteren 7.632 personen ouder dan 60 jaar, dat zijn er 1137 meer dan in 2006. Binnen de ouderen zal de groep +80-jarigen, dit is de groep waar de zorgbehoefte het grootst is, evenredig stijgen. Tabel 44: MIRA- bevolkingsprojectie Wetteren*
2008
2009
2010
2015
2020
2025
Inwoners
23 271
23 330
23 385
23 574
23 631
23 611
60+
5 737
5 839
5 943
6 423
7 016
7 632
80+
1 113
1 156
1 205
1 452
1 606
1 630
* opgemaakt in 2006
Deze bevolkingsevolutie toont aan dat het lokale bestuur genoodzaakt is om extra aandacht te besteden aan de doelgroep ‘ouderen’ en hiertoe de nodige budgetten ter beschikking te stellen. De toename van de ouderen zal de zorgvraag doen stijgen. Het lokale bestuur zal hierdoor keuzes moeten maken op het vlak van voorzieningen zoals rusthuizen, serviceflats,… en het aanbod van de thuiszorgvoorzieningen. In Wetteren werd in 2006 een behoefteonderzoek ‘ouderen’ uitgevoerd. We belichten hieronder een aantal resultaten. Ook bekijken we het bestaande aanbod aan hulp- en dienstverlening in de regio. Daarnaast bespreken we ook het decreet omtrent ‘ouderenparticipatie’.
2.
Behoefteonderzoek ‘ouderen’
De Vlaamse overheid stimuleert de lokale besturen om in samenwerking met lokale seniorenadviesraden een gemeentelijk ouderenbeleidsplan op te stellen, gekaderd binnen het lokaal sociaal beleid. Om als lokaal bestuur te komen tot een ouderenbeleidsplan moet het eerst duidelijk zijn wat de behoeften van ouderen zijn. De VUB ontwikkelde daarom in samenwerking met het WOAS (West-Vlaams Overleg Adviesraden Senioren) een wetenschappelijk onderbouwd behoefteonderzoek. De VUB was bereid om in de lokale besturen een dergelijk onderzoek uit te voeren. De lokale besturen werd de mogelijkheid aangeboden om
Deel 2 - M-1
hiervoor in te tekenen. Het provinciebestuur Oost-Vlaanderen besliste zijn medewerking als coördinator te verlenen voor het gebied Oost-Vlaanderen. In 2006 werden 500 personen uit Wetteren ouder dan 60 jaar ondervraagd door 62 vrijwilligerssenioren uit Wetteren over de thema’s veiligheid, gezondheid , huisvesting, kennis van de dienstverlening, behoefte aan informatie en betrokkenheid in de buurt.
2.1. Resultaten Volgende conclusies uitgaande van de enquête kwamen naar voor uit het onderzoek: 2.1.1. Algemeen •
De Wetterse oudere is gemiddeld 71,4 jaar.
•
Er zijn meer vrouwen (57,5%) dan mannen (42,5%).
2.1.2. Huisvesting •
Men woont gemiddeld 54,4 jaar in Wetteren in woningen van gemiddeld 45,2 jaar.
•
93,5% woont zelfstandig en 2,9% woont in bij kinderen.
•
54.7% van de ondervraagde ouderen ervaren lichte tot matige ‘onaangepastheid’ van de woning. 31.1% krijgen te maken met ernstige onaangepastheid. Hiermee scoort Wetteren echter nog steeds 10% onder het Vlaams gemiddelde.
•
Top vijf van de ‘onaangepastheid’: - trappen - afstand tot voorzieningen - te gehorig - te groot - afstand tot de kinderen.
2.1.3. Omgevingsfactoren gemeente •
Top drie meest voorkomende problemen: - te druk verkeer (44,8%) - weinig kennissen (16,8%) - lawaaihinder
•
Wetterse senioren vinden dat er te weinig openbare toiletten in hun buurt zijn (47%), dat het postkantoor te veraf is (42,7%) en dat er te weinig rustbanken zijn (39,1%).
Deel 2 - M-2
•
Volgens een aantal ouderen (37%) kan de staat van de trottoirs beter.
•
Het verkeersveiligheidsbeleid kan voor 25,1% beter, alsook de zichtbaarheid van de politie op straat (19,9%)
2.1.4. Betrokkenheid verenigingsleven en vrije tijd •
De bekendheid van de ouderenverenigingen is een probleem. 20.7% heeft geen weet van de bestaande ouderenverenigingen.
•
60,7% is lid van een vereniging waarvan 23,3% van een ouderenvereniging.
•
20,7% heeft geen weet van een ouderenvereniging.
•
33,1% lid zou lid willen worden van een vereniging.
•
De voornaamste activiteiten van de Wetterse ouderen zijn radio luisteren (74,7%), tv kijken (70,7%), wandelen (61,3%), naar café en uit eten gaan (51%), tuinieren (50,2%) en winkelen (44,9%).
2.1.5. Hulpverlening en dienstverlening •
Veel ouderen hebben nood aan hulp in het huishouden (22.4%,) en hulp bij
•
persoonlijke verplaatsing (21.8%).
•
Ouderen hebben vooral te kampen met gezondheidsproblemen (53.3%).
•
26,3% helpt zelf mensen in de omgeving; 40% van de ouderen staat in voor kinderopvang en 13% doet aan vrijwilligerswerk.
•
Veel ouderen ondervinden ook problemen met het invullen van formulieren (38.0%).
•
‘Gebrek aan informatie‘ wordt ook door veel ouderen onderkend (31,2%).
3.
Lokaal hulp- en dienstverleningsaanbod
3.1. Rusthuizen Tabel 45: Rusthuizen Wetteren
Instelling
Bekeer
Aantal plaatsen
ROB29
RVT30
Schelderust
OCMW
120
71
49
VZW
122
67
55
Sint- Jozef
Deel 2 - M-3
Tabel 46: Rusthuizen regio Wetteren
Instelling
Gemeente
Beheer
Destelbergen
OCMW
Rusthuis Kalken
Laarne
Sint-Macharius
Aantal plaatsen
ROB
RVT
100
33
67
OCMW
48
23
25
Laarne
OCMW
47
22
25
Villa Letha
Lede
OCMW
90
58
32
Helianthus
Melle
vzw
42
17
25
WZC Kanunnik Triest
Melle
vzw
92
36
56
De Zilverlinde
Oosterzele
vzw
70
21
49
O.L.V. Ter Veldbloemen
Oosterzele
vzw
42
42
0
Home Ter Bruisbeke
Sint-LievensHoutem
bvba
12
12
0
Ter Kimme
Sint-LievensHoutem
vzw
126
56
70
Wichelen
OCMW
70
34
39
Woon-en zorgcentrum Kouterhof
Molenkouter
Iedere gemeente in de regio heeft minstens één rusthuis. In Wetteren is er zowel een OCMW- rusthuis als een vzw- rusthuis van ongeveer dezelfde grootte. In de regio zijn er meer ROB dan RVT bedden. Tabel 47: Evolutie programmatie rusthuisbedden in Wetteren
Invulling
2006
2007
2008
2009
2010
2015
2020
242
303
313
325
334
344
385
415
Deel 2 - M-4
Tabel 48: Evolutie programmatie rusthuisbedden in regio Wetteren
Invulling
2006
2007
2008
2009
2010
2015
2020
Laarne
95
146
151
157
161
164
183
203
Destelbergen
160
208
217
226
236
244
280
307
Melle
136
148
154
156
162
165
180
192
Oosterzele
146
153
159
164
167
173
195
210
138
130
135
140
143
146
159
167
Lede
90
206
213
221
230
237
264
284
Wichelen
107
133
142
146
151
157
177
190
Totaal
872
1 124
1171
1 210
1 250
1286
1 438
1 553
Sint-LievensHoutem
De programmatiecijfers stijgen omwille van de vergrijzing. Voor de rusthuisregio is dit een stijging van iets meer dan 500 wooneenheden.
3.2. Kortverblijf Het RVT “Schelderust” neemt tijdelijk personen op (voor maximum één maand) die wegens hun leeftijd, hun gezondheidstoestand of hun sociale toestand thuis niet meer kunnen verblijven. (zie verder hoofdstuk omtrent thuiszorg). In Wetteren zijn er drie plaatsen voor kortverblijf. Volgens de programmatie worden 10 plaatsen voorzien.
3.3. Serviceflatgebouw “Scheldezicht” “Een serviceflatgebouw is één of meer gebouwen die, onder welke benaming ook, functioneel een geheel vormen, bestaande uit individuele wooneenheden waar bejaarden zelfstandig wonen en uit gemeenschappelijke voorzieningen voor dienstverlening waarop zij facultatief een beroep kunnen doen” (decreet voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18/12/1991). Het OCMW heeft 92 erkende serviceflats, daarvan zijn er 10 aangepast voor mindervaliden.
Deel 2 - M-5
Tabel 49: Evolutie programmatie serviceflats in Wetteren
Invulling
2006
2007
2008
2009
2010
2015
2020
92
120
123
125
126
128
140
153
Tabel 50: Evolutie programmatie serviceflats in regio Wetteren
Invulling
2006
2007
2008
2009
2010
2015
2020
Laarne
12
61
62
64
65
65
72
78
Destelbergen
80
90
91
94
95
97
106
114
Melle
39
55
56
57
58
59
64
70
Oosterzele
0
61
62
63
64
65
74
83
Sint-Lievens-Houtem
36
48
48
49
49
50
53
59
Lede
0
87
89
91
92
94
103
110
Wichelen
20
55
56
57
58
59
66
72
Totaal
187
457
464
475
480
490
538
585
Voor de serviceflatregio Wetteren zullen de programmatiecijfers in 2020 met ongeveer 150 woongelegenheden zijn toegenomen. De programmatie voor serviceflats stijgt procentueel minder snel dan deze van de rusthuizen, omdat de rusthuizen in tegenstelling tot de serviceflats vooral voor de oudste bevolkingsgroepen (80 +) worden voorbehouden (waar de grootste procentuele toename wordt verwacht).
3.4. Lokaal dienstencentrum In Wetteren is er geen lokaal dienstencentrum (zie hoofdstuk thuiszorg) niet tegenstaande de programmatie 2 centra voorziet.
3.5. Thuiszorg Voor de thuiszorgvoorzieningen (die vooral ouderen tot hun doelgroep hebben) verwijzen we door naar het hoofdstuk omtrent thuiszorg.
4.
Participatie van ouderen
In 2004 keurde het Vlaamse parlement een decreet goed houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen. Volgens dit decreet moet het bestuur: •
Twee maal per legislatuur een ouderenbeleidsplan opstellen.
•
Een schepen aanduiden voor ouderenbeleid.
Deel 2 - M-6
•
Een ouderenbeleidscoördinator aanduiden.
•
Over een ouderenadviesraad beschikken.
•
De deelname van ouderen aan andere lokale adviesraden stimuleren.
In Wetteren probeert men het bovenstaande te realiseren en wil men de ouderen zoveel mogelijk laten participeren aan het beleid. Er is een ouderenadviesraad in Wetteren. Volgende verenigingen zijn aangesloten: •
Okra Overschelde, Okra Centrum, Okra Overbeke, Okra Christus Koning, Okra Kwatrecht, Okra Massemen: zie www.okra.be
•
55+ ten Ede.
•
Senioren Westrem.
•
CD & V senioren: zie www.senioren.cdenv.be
•
S- plus Wetteren: zie www.socmut.be
In mei 2007 werd door het gemeentebestuur een ouderenbeleidscoördinator aangeworven. Zijn taak bestaat erin om de participatie van de ouderen te bevorderen en de ouderenraad professioneel te ondersteunen.
Deel 2 - M-7
5.
SWOT- analyse ‘ouderen’
-
-
-
Positief
Negatief
Sterktes
Zwaktes
Ouderenraad actief. In 2006 werd een behoefteonderzoek uitgevoerd. Er zijn twee rusthuizen. Er zijn 92 serviceflats. Verschillende organisaties die gezinszorg en poetshulp aanbieden. Het OCMW werkte de wachtlijsten poetshulp weg met het dienstenchequebedrijf. Mutualiteiten, Familiehulp, Familiezorg en Solidariteit voor het Gezin beschikken over een klusjesdienst. Er zijn in Wetteren drie plaatsen kortverblijf.
-
-
-
Deel 2 - M-8
Ouderenraad beleidsmatig onvoldoende ingezet. Lange wachtlijsten rusthuizen en serviceflats. De ouderen kennen het bestaande thuiszorgaanbod niet. Belbus en mindermobielencentrale zijn te weinig bekend bij de ouderen. Beperkt aanbod lokale thuiszorgondersteunende diensten. Gebrek aan kwalitatieve en betaalbare maaltijdendienst. Gebrek aan een boodschappendienst. Mobiliteitsproblemen patiënten. Gebrek aan thuisopvang weekend en ‘s avonds. Woningen niet altijd aangepast voor zorgbehoevende ouderen. Er is geen lokaal dienstencentrum.
Positief Mogelijkheden -
Negatief Bedreigingen
Uibreiden plaatsen rusthuizen en serviceflats. Uitbouw kortverblijf en thuiszorgondersteunende diensten. Lokaal aanbod ‘dagverzorgingscentra’ creëren. Uitbouw ‘nieuwe woonvormen’ gecombineerd met zorg. Mantelzorg en vrijwilligerswerk stimuleren. Bekend maken thuiszorgaanbod. Aanbod private maaltijdendiensten in kaart brengen. Mogelijkheden uitgebouwde boodschappendienst bekijken. Mindermobielencentrale verder uitbouwen. Klusjesdiensten bekend maken bij bevolking. Voorzien in thuisopvang weekend en ‘s avonds. Uitbouwen lokaal dienstencentrum.
Deel 2 - M-9
-
-
-
-
De ouderen willen zo lang mogelijk thuis blijven maar de thuiszorg is ontoereikend. De interesse voor de mantelzorg vanuit de vrijwilligersgroep is aan het dalen. Aantal ouderen zal in de toekomst enorm stijgen. Populatie verslavings - en sociale problematiek en kansarmoede binnen thuiszorg neemt toe. Toekomst mindermobielencentrale is onzeker.
N. ETNISCH CULTURELE MINDERHEDEN 1.
Inleiding
Uitsluiting staat centraal als het gaat om het problematiseren van de plaats van etnisch-culturele minderheden in de samenleving. Tegenover uitsluiting staat insluiting of integratie als oplossing. In de huidige Vlaamse context staat inburgering hoog op de politieke agenda en zorgt de inhoudsvraag voor heel wat beroering. De Vlaamse overheid verstaat onder inburgering: het leren van de taal, kennismaken met democratische waarden en zich integreren op de arbeidsmarkt. Hierbij staat het respect voor de eigenheid van de allochtone burger centraal. De Vlaamse overheid wil de inburgering bevorderen via twee sporen: De individuele benadering via inburgeringscontracten. De dialoog en ontmoeting via overleg en responsabilisering van zelfhulporganisaties. In 2006 keurde het Vlaamse parlement een nieuw inburgeringsdecreet goed. Dit decreet voorziet in een ruimere verplichting voor nieuwkomers én voor mensen ook Belgen van allochtone origine die hier reeds langer zijn. Daarenboven wordt in de toekomst gewerkt met waarborgen en vergoedingen voor wie het programma volgt en met makkelijk afdwingbare boetes voor wie het programma niet volgt of ‘onrechtmatig’ beëindigt. Een belangrijke populatie binnen de groep vreemdelingen zijn de asielzoekers. Sinds 1986 worstelt België met het probleem van asielzoekers. Het debat werd toen gedomineerd door de drie ‘te’s’. Er waren relatief teveel asielaanvragen in ons land, het onderzoek van de aanvragen duurde te lang, en te weinig dossiers leidden tot een positief resultaat. Vanaf juni 2007 is een nieuw opvangwet en een nieuwe asielwet van kracht. Asielzoekers worden na een eerste opvang in een centrum doorgestuurd naar lokale opvang in de gemeenten met uitsluitend materiële hulp.
Deel 2 - N-1
2.
Lokale parameters
Tabel 51: Aantal vreemdelingen29 in bevolkingsregister en vreemdelingenregister in Wetteren
Aantal vreemdelingen % vreemdelingen totale bevolking
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
378
361
322
295
307
333
337
415
414
1,4%
1,3%
1,3%
1,4%
1,4%
1,8%
1,7%
Bron: Gemeente Wetteren
Figuur 11: Grafiek aantal vreemdelingen in Wetteren
400 350 300 250 200 150 100 50 0 1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
Aan de hand van bovenstaande figuur kan men concluderen dat het aantal vreemdelingen in 2005 in Wetteren gestegen is. De doelgroep van vreemdelingen wordt dus steeds groter. Sinds 2001 is het aantal vreemdelingen in Wetteren blijven stijgen. Tabel 52: Afkomst vreemdelingen in Wetteren
Land Albanië Algerije Angola Duitsland Frankrijk Griekenland Groot- Brittanië Joegoslavische afkomst Marokko Nederland Oekraïne Spanje Tunesië Turkije Zwitserland Andere
2001 2 6 11 25 9 11 8 32 6 8 41 77 3 56
2002 4 5 9 25 11 12 6 8 33 6 9 37 73 3 66
2003 6 6 5 23 8 10 4 11 27 6 10 26 60 4 127
Bron: gemeente Wetteren
29
Vreemdelingen zijn de inwoners van België die niet de Belgische nationaliteit hebben
Deel 2 - N-2
2004 6 6 10 25 10 8 4 9 31 3 10 31 77 4 68
2005
2006
13 4 4 12 27 9 8 10 8 36 1 12 33 79 4 155
16 4 4 12 27 12 8 2 8 38 1 12 36 87 5 142
In bovenstaande tabel werd een lijst opgenomen met de nationaliteiten die het meest voorkomen in het bevolkingsregister en het vreemdelingenregister. Men merkt dat er in Wetteren een grote diversiteit aan nationaliteiten aanwezig is. Verschillende nationaliteiten zijn ook verschillende culturen en men dient dus op te letten met deze nationaliteiten te groeperen onder de noemer ‘etnische culturele minderheden’. Tabel 53: Evolutie30 van de uitgaven financiële hulp en aantal dossiers op jaarbasis (OCMW)
Maand
Jaar 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Aantal dossiers
08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 03
19 36 65 105 110 86 68 51 39 27 14
Figuur 12: Grafiek aantal dossiers financiële steun vreemdelingen 120 100 80 60
Aantal dossiers
40 20 0 1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Sinds 2002 verminderden de uitgaven voor financiële hulp en daalde het aantal dossiers in behandeling. Dit is te verklaren door de oprichting van het Lokaal Opvanginitiatief en de dalende aanvragen van asielzoekers. Bovendien werd vanuit de federale overheid beslist om ‘de financiële hulp’ terug te schroeven en enkel nog materiële hulp te verstrekken
30 Als basis werd de maand augustus genomen,exclusief gewaarborgde KBS= 10 % van de uitbetaalde steun en medischfarmaceutische kosten.
Deel 2 - N-3
3.
Lokale initiatieven
3.1. Opvanginitiatief vluchtelingen (LOI) Vanaf februari 2000 werd vanuit het OCMW Wetteren gestart met een Lokaal Opvanginitiatief voor vluchtelingen. Dit had tot gevolg dat de toewijs van kandidaat vluchtelingen aan het OCMW Wetteren daalde, de kosten van materiële hulp volledig betaald werden door de federale overheid en de financiële hulp aan vluchtelingen systematisch werd afgebouwd. Op 1/08/2007 had het Lokaal opvanginitiatief een capaciteit van 14 woningen voor 54 residenten.
3.2. Inburgering Elke meerderjarige (minstens 18 jaar) die zich recent heeft ingeschreven in een Vlaamse gemeente heeft recht op een inburgeringtraject, tenzij het gaat om iemand die hier maar tijdelijk verblijft of om een nog niet ontvankelijk verklaarde asielzoeker. Nieuwkomers kunnen voor het inburgeringtraject terecht in het Intergemeentelijk Onthaalbureau Regio Dendermonde. Daar kunnen zij een vormingsprogramma op maat volgen, dat moet leiden naar de reguliere voorzieningen. Het vormingsprogramma bestaat uit de cursussen: • • •
Nederlands (NT2) Maatschappelijke oriëntatie Loopbaanoriëntatie
Daarnaast krijgen de nieuwkomers een individuele trajectbegeleiding: de trajectbegeleiders bekijken samen met hen welke weg zij kunnen volgen om hun doel te bereiken (op het gebied van werk, verdere studies of dagelijkse contacten). Wekelijks heeft het Intergemeentelijk Onthaalbureau Regio Dendermonde op donderdagnamiddag een zitdag in het OCMW Wetteren.
3.3. Taalcursussen Het OCMW Wetteren, in samenwerking met vzw Basiseducatie Leerpunt (zie hoofdstuk rond onderwijs), richt jaarlijks 3 taalcursussen Nederlands 2de taal in voor laaggeschoolden. Daarnaast richt ook het PCVO Wetteren (zie hoofdstuk rond onderwijs) NT2 cursussen in te Wetteren.
Deel 2 - N-4
Vanaf april 2005 heeft het Huis van het Nederlands wekelijks een consultatiemoment in het OCMW Wetteren op donderdagnamiddag. In het Huis van het Nederlands kunnen anderstalige volwassenen terecht voor informatie over het cursusaanbod Nederlands als tweede taal. Het Huis van het Nederlands organiseert zelf geen cursussen NT2, maar er zijn samenwerkingsverbanden met de aanbodsverstrekkers Nederlands als tweede taal, de VDAB en de onthaalbureaus. Daarnaast staan de Huizen van het Nederlands in voor de coördinatie van de intake, de toetsing en de oriëntering naar het meest gepaste aanbod.
3.4. Verenigingsleven etnisch culturele minderheden 3.4.1. Werkgroep Vluchtelingen Deze werkgroep van vrijwilligers staat in voor de opvang en begeleiding van vluchtelingen in Wetteren. De werkgroep biedt ook financiële hulp en ondersteuning bij gerechtsprocedures. Daarnaast organiseren ze socio-culturele activiteiten. 3.4.2. Intercultureel comité Dit comité streeft ernaar mensen van diverse nationaliteiten en de Vlaamse bevolking dichter bij elkaar te brengen om zo de verschillende culturen te leren kennen, respecteren en begrijpen.
Deel 2 - N-5
4.
SWOT- analyse ‘Etnisch culturele minderheden’
-
-
-
-
Positief
Negatief
Sterktes
Zwaktes
Het OCMW start in 2000 met een lokaal opvanginiatief (capaciteit 14 woningen en 54 plaatsen). OCMW Wetteren organiseert in samenspraak met VZW basiseducatie taalcursussen Nederlands 2de taal voor laaggeschoolden. PCVO organiseert ook cursussen Nederlands 2de taal. Het intergemeentelijk Onthaalbureau regio Dendermonde en het Huis van het Nederlands hebben wekelijks een zitdag in het OCMW. Ontmoetingscentrum Gentsesteenweg. Werkgroep Vluchtelingen actief. Negatief
-
-
-
Positief
Mogelijkheden -
Gebrek aan zinvolle dagbesteding asielzoekers. Gebrek aan een goed uitgebreide en gecoördineerde ontmoetingsplaats culturele minderheden. Beperkt lokaal aanbod taalcursussen Nederlands op niveau van de cliënt. De vluchtelingen vinden moeilijk een woning. Geen afstemming PCVO & Leerpunt. (NT2)
Bedreigingen
Uitbreiden ontmoetingsruimte waar asielzoekers terecht kunnen. Vrijwilligers inzetten die Nederlandse taallessen willen geven. Inventariseren waarom de vluchtelingen er moeilijk in slagen om een woning te vinden.
Deel 2 - N-6
-
Het nieuwe inburgeringsdecreet voorziet in een ruimere verplichting voor nieuwkomers en voor mensen – ook Belgenvan allochtone origine die hier reeds langer zijn.
-
Aantal inwoners zonder verblijfvergunning neemt toe.
DEEL 3: BELEIDSPLAN 2008 - 2013
DEEL 3: BELEIDSPLAN 2008 - 2013 A.
MISSIE/VISIE _______________________________________________________A-1
1.
Doelstelling _________________________________________________________A-1
2.
Missie ______________________________________________________________A-1
B.
STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN _________________________________ B-1
C.
OPERATIONELE DOELSTELLING EN ACTIES_________________________ C-1
1.
Coördinatie lokale hulp- en dienstverlening _____________________________ C-1 1.1. Participatie______________________________________________________ C-1 1.2. Maatschappelijke dienstverlening __________________________________ C-2 1.3. Drempels _______________________________________________________ C-3
2.
Integratie van kansengroepen _________________________________________ C-4 2.1. Participatie van kansengroepen. ___________________________________ C-4 2.2. Inkomen ________________________________________________________ C-5 2.3. Schuldenlast ____________________________________________________ C-5 2.4. Jonge ouders en randgroepjongeren ________________________________ C-6 2.5. Onderwijs ______________________________________________________ C-6 2.6. Werkgelegenheid ________________________________________________ C-7 2.7. Integratie etnisch culturele minderheden____________________________ C-8 2.8. Socio- culturele participatie _______________________________________ C-8 2.9. Personen met een handicap _______________________________________ C-9 2.10. Mobiliteit _____________________________________________________ C-9
3.
Thuiszorg__________________________________________________________ C-10 3.1. Coördinatie ____________________________________________________ C-10 3.2. Mantelzorg en vrijwilligerswerk __________________________________ C-10 3.3. Initiatieven ter ondersteuning van de thuiszorg. ____________________ C-11
4.
Kwaliteitsvol wonen ________________________________________________ C-12 4.1. Dakloosheid ___________________________________________________ C-12 4.2. Betaalbare kwalitatieve huisvesting _______________________________ C-12 4.3. Overleg met lokale actoren. ______________________________________ C-13 4.4. Kwaliteitsvol wonen voor ouderen. _______________________________ C-13
5.
Ouderen. __________________________________________________________ C-14 5.1. Participatie_____________________________________________________ C-14 5.2. Actieve (vrije)tijdsbesteding ______________________________________ C-15 Deel 3 - 1
5.3. 5.4.
Zorg __________________________________________________________ C-15 Huisvesting ____________________________________________________ C-17
6.
Kinderopvang ______________________________________________________ C-18 6.1. Participatie. ____________________________________________________ C-18 6.2. Coördinatie ____________________________________________________ C-18 6.3. Afstemming aanbod op de behoeften ______________________________ C-19
7.
Gezondheidszorg ___________________________________________________ C-20 7.1. Preventieve gezondheidszorg ____________________________________ C-20 7.2. Curatieve gezondheidszorg. ______________________________________ C-21
D.
MEERJARENPLANNING ____________________________________________D-1
Deel 3 - 2
A. MISSIE/VISIE 1.
Doelstelling
De missie wil een antwoord geven op: • Waarom en voor wie staat het sociaal beleid? • In welk werkingsgebied werkt het sociaal beleid? • In welke fundamentele behoeften voorziet het sociaal beleid? • Welke waarden worden gehanteerd?
2.
Missie
Na een intensieve vragenronde van de actoren werd volgende missie weerhouden en goedgekeurd door het lokale bestuur: Het lokale bestuur van Wetteren wil samen met zijn partners een professioneel ondersteunde, cliëntgerichte dienstverlening uitbouwen die er naar streeft voor alle inwoners van de gemeente Wetteren een goede kwalitatieve leefomgeving te creëren waar iedereen zich maximaal kan ontplooien en dit met respect voor de eigenheid en de diversiteit. Individuen of groepen die zich in een zwakkere maatschappelijke positie bevinden, krijgen binnen deze werking speciale en extra aandacht. In deze missie staan centraal: 1) Het Lokaal Sociaal Beleid wordt gemaakt samen met andere partners. 2) De dienst- en hulpverlening is cliëntgericht. 3) Er wordt getracht een goede kwalitatieve leefomgeving te creëren waar iedereen zich maximaal kan ontplooien. 4) Met respect voor de eigenheid en diversiteit van ieder individu. 5) Zwakke groepen of individuen krijgen extra en speciale aandacht.
Deel 3 – A-1
B. STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN De strategische doelstellingen geven in grote lijnen weer wat de organisatie door haar optreden wil bereiken. Deze worden geformuleerd in beleidseffecten die de organisatie zowel intern als extern wenst te realiseren. Ze zijn het gevolg van keuzes op politiek niveau en de concretisering van de missie. Op basis van de omgevingsanalyse, de SWOT- analyses, de bevraging van de werkgroepen en overleg met de lokale beleidsorganen werden volgende strategische doelstellingen weerhouden : Strategische doelstelling 1 Wetteren wil door coördinatie, samenwerking en communicatie bereiken dat de lokale hulp- en dienstverlening wordt afgestemd op de individuele en georganiseerde burger. Strategische doelstelling 2 Wetteren wil de maatschappelijke positie en de integratie van kansengroepen binnen de grenzen van de gemeentelijke mogelijkheden, waarneembaar en structureel verbeteren. Strategische doelstelling 3 Wetteren wil dat ouderen, personen met een handicap, zieken, zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven. Strategische doelstelling 4 Wetteren streeft ernaar dat iedere inwoner kwaliteitsvol en betaalbaar kan wonen. Strategische doelstelling 5 Wetteren wil ouderen zorg bieden op maat. Strategische doelstelling 6 Wetteren wil er voor zorgen dat kwalitatieve kinderopvang beschikbaar en toegankelijk is voor alle burgers. Strategische doelstelling 7 Wetteren wil iedere burger toegang verlenen tot de curatieve en preventieve gezondheidszorg.
Deel 3 – B-1
C. OPERATIONELE DOELSTELLING EN ACTIES 1.
Coördinatie lokale hulp- en dienstverlening
WETTEREN
WIL DOOR COÖRDINATIE, SAMENWERKING EN COMMUNICATIE BEREIKEN
DAT DE LOKALE HULP- EN DIENSTVERLENING WORDT AFGESTEMD OP DE INDIVIDUELE EN GEORGANISEERDE BURGER (STRATEGISCHE DOELSTELLING 1).
Hoe dit realiseren in de praktijk? Om deze strategische doelstelling “afstemming van hulp en dienstverlening” in praktijk om te zetten (operationalisering), wenst het lokaal bestuur op volgende terreinen acties te ondernemen: • Participatie (1.1) • Maatschappelijke dienstverlening (1.2) • Drempels (1.3)
1.1. Participatie Het lokaal bestuur stimuleert de uitbouw van een kwalitatief actief overleg tussen het lokaal bestuur, de private sector, de vrijwilligersorganisaties en de gebruikers van de dienst- en hulpverlening (operationele doelstelling). ACTIES 1) Via de werking van de adviesorganen welzijn worden de actoren actief betrokken bij: •
de voorbereiding, opmaak, opvolging en uitvoering van lokale sociale beleidsplannen.
•
de uitbouw van het Sociaal Huis.
2) De advies en overlegstructuren het jeugdwelzijnsoverleg, het lokaal overleg kinderopvang , de ouderenadviesraad, het lokaal woonverleg, de welzijnsraad worden structureel een onderdeel van het welzijnsoverleg lokaal sociaal beleid.
Deel 3 – C-1
3) Met de verenigingen die kansengroepen vertegenwoordigen gaat het lokaal bestuur een permanente dialoog aan. Het lokaal bestuur erkent het Lokale Samenwerkingsinitiatief Thuiszorg "SIT" als adviesorgaan inzake thuiszorg.
1.2. Maatschappelijke dienstverlening Gemeente en OCMW bouwen gemeenschappelijk een laagdrempelig Sociaal Huis uit (operationele doelstelling). ACTIES 1) De dienst- en hulpverlening van gemeente en OCMW (sociale diensten, thuiszorg en kinderzorg) worden vanuit het Sociaal Huis centraal georganiseerd en aangeboden. 2) Er wordt een centraal 1ste lijn loket uitgebouwd waar: •
De burger informatie kan krijgen over alle openbare en private vormen van hulp- en dienstverlening.
•
een afspraak kan worden gemaakt met hulpverleners en coördinatoren van het private en openbare hulp- en dienstverleningsaanbod.
•
een uitgebreid gamma aan folders en aanvraagformulieren beschikbaar is.
3) Eén avond per week zijn de diensten van het Sociaal Huis open voor publiek. 4) Minimaal éénmaal per jaar wordt vanuit het Sociaal Huis een ruim overleg georganiseerd met alle welzijnsorganisaties met als doel informatie te verstrekken over en een evaluatie te maken van het lokale dienst- en hulpverleningsaanbod. 5) Het Sociaal Huis staat in voor zorgcoördinatie: binnen het Sociaal Huis wordt hiertoe een zorgcoördinator aangesteld waarop externe en interne hulpverleners beroep kunnen doen. De focus ligt hier op multiproblem situaties. voor case- overleg worden locaties ter beschikking gesteld. de zorgvrager of zijn vertegenwoordiger wordt actief betrokken in dit overleg. 6) Het lokaal bestuur onderzoekt de behoefte en mogelijkheden om antennes van het Sociaal Huis op te richten.
Deel 3 – C-2
Het lokaal bestuur bouwt een dienstencentrum uit. (operationele doelstelling). ACTIES 1) Een inventaris wordt opgemaakt van de lokale noden en behoeften als invulling van het centrum. 2) Het centrum organiseert activiteiten op het terrein van zorgondersteuning, ontmoeting, vorming, informatie, ontspanning en recreatie met als doel de maatschappelijke participatie en de zelfredzaamheid van de gebruikers te verhogen ongeacht hun afkomst, overtuiging of financiële draagkracht. 3) De participatie van kansengroepen binnen de werking wordt gestimuleerd. 4) Er wordt in het centrum een vrijwilligerswerking uitgebouwd. 5) Er wordt een beroepskracht ingezet die instaat voor het dagelijkse beheer en de ondersteuning van de vrijwilligerswerking. 6) Actoren/gebruikers krijgen inspraak via een coördinatievergadering.
1.3. Drempels Wetteren wil de drempels naar hulp- en dienstverlening wegwerken (operationele doelstelling). ACTIES 1) Op een toegankelijke wijze wordt het lokale hulp- en dienstverleningsaanbod bekend gemaakt. 2) Jaarlijks wordt vanuit een knelpunteninventaris een communicatieplan opgemaakt. 3) Het taalgebruik in briefwisseling vanuit gemeente en OCMW naar de klant wordt toegankelijker gemaakt door het systematisch weren van vakjargon en ambtelijke taal. 4) De ontvangstruimtes in het Sociaal Huis worden op een klantvriendelijke wijze ingericht met bijzondere aandacht voor de privacy.
Deel 3 – C-3
2.
Integratie van kansengroepen
WETTEREN
WIL
DE
MAATSCHAPPELIJKE
POSITIE
EN
DE
INTEGRATIE
VAN
KANSENGROEPEN BINNEN DE GRENZEN VAN DE GEMEENTELIJKE MOGELIJKHEDEN, WAARNEEMBAAR EN STRUCTUREEL VERBETEREN.
Hoe dit realiseren in de praktijk? Om deze strategische doelstelling “integratie van kansengroepen” in praktijk om te zetten wenst het lokale bestuur op volgende terreinen acties te ondernemen: • Participatie van kansengroepen (2.1) • Inkomen (2.2) • Schuldenlast (2.3) • Jonge ouders en randgroepjongeren (2.4) • Kinderopvang (zie 6. Kinderopvang) • Onderwijs (2.5) • Werkgelegenheid (2.6) • Integratie etnisch culturele minderheden (2.7) • Socio- culturele en digitale participatie (2.8) • Personen met een handicap. (2.9) • Mobiliteit (2.10)
2.1. Participatie van kansengroepen. Wetteren wil bereiken dat er grotere participatie is aan de beleidsvorming van de verenigingen die kansengroepen vertegenwoordigen (operationele doelstelling). ACTIES 1) Met de lokale verenigingen die kansengroepen vertegenwoordigen gaat het lokaal bestuur een permanente dialoog aan. 2) Eén maal per jaar wordt er tussen de organisaties die kansengroepen vertegenwoordigen en de lokale overheid een overleg georganiseerd met als doel knelpunten en hiaten in de hulp- en dienstverlening op te sporen.
Deel 3 - C-4
3) Het lokaal bestuur ondersteunt op structurele wijze de werking van de lokale verenigingen die kansengroepen vertegenwoordigen of projecten die tot doel hebben kansengroepen te ondersteunen door middel van een jaarlijkse subsidie. Deze subsidies worden toegekend op basis van een jaarplanning en een activiteitenverslag.
2.2. Inkomen Voor gezinnen met een beperkte financiële draagkracht wordt een financiële en/of materiële ondersteuning voorzien zodat er de garantie is dat iedere burger over een levensminimum beschikt (operationele doelstelling). ACTIES 1)
Het lokaal bestuur bouwt een financiële ondersteuning uit gericht naar gezinnen met een beperkte financiële draagkracht* op volgende terreinen: •
Tussenkomst in de huur
•
Onderwijskosten
•
Nutsvoorzieningen
•
Thuiszorg
•
Gezondheidszorgen
•Vrijetijdsbesteding
2.3. Schuldenlast Wetteren wil de rechtszekerheid verhogen van inwoners met een overmatige schuldenlast (operationele doelstelling). ACTIES 1) De dienst schuldbemiddeling van het OCMW wordt uitgebreid teneinde de wachtlijsten te verminderen tot een aanvaardbaar aantal cliënten. 2) De dienst schuldbemiddeling is minimaal één avond per week consulteerbaar buiten de kantooruren. 3) Jaarlijks wordt er een overleg georganiseerd met de schuldbemiddelaars die actief zijn in Wetteren.
Deel 3 - C-5
4) De dienst schuldbemiddeling organiseert jaarlijkse preventieve acties (preventie overmatige schuldenlast). 5) De toegang tot het aanbod pro-Deo wordt uitgebouwd vanuit het Sociaal Huis in samenwerking met de lokale advocatuur en de orde van advocaten. 6) In samenwerking met de locale actoren wordt de 1ste en 2de lijn juridische bijstand uitgebouwd en gepromoot.
2.4. Jonge ouders en randgroepjongeren Wetteren wil de ontplooiing- en ontwikkelingskansen van een aantal jonge ouders en randgroepjongeren verhogen via de organisatie van opvoedingshulp en –ondersteuning en door de organisatie van een aangepast vrijetijdsaanbod (operationele doelstelling). ACTIES 1) Het OCMW stelt een maatschappelijk werker vrij met als opdracht gezinnen met problemen op verschillende levensterreinen intensief te begeleiden. Hierbij wordt ter ondersteuning beroep gedaan op de dienst gezinszorg van het OCMW. 2) Het lokaal bestuur zet de samenwerking met Habbekrats verder. Deze organisatie ,die zich richt naar randgroepjongeren, staat in voor een aangepaste actieve vrijetijdsbesteding en individuele begeleiding. Zij werken permanent een lokaal programma uit voor jonge moeders/vaders. 3) Het lokaal bestuur zet de samenwerking met het Jongeren Adviescentrum verder op basis van een concreet lokaal programma en concrete resultaatverbintenissen.
2.5. Onderwijs Wetteren wil samen met de lokale onderwijsinstellingen het recht op gelijke kansen in het onderwijs verzekeren (operationele doelstelling). ACTIES: 1) Het lokaal bestuur stimuleert samen met de organisaties die kansengroepen vertegenwoordigen de lokale onderwijsinstellingen om de kostprijs van het onderwijs te beperken. 2) Voor financieel zwakke groepen wordt een tegemoetkoming in de schoolkosten voorzien. Deel 3 - C-6
3) Vanuit het Jongeren Welzijnsoverleg wordt er jaarlijks een overleg georganiseerd met de lokale actoren uit het onderwijs met als doel het lokale kansenbeleid te evalueren en knelpunten te inventariseren.
Wetteren wil levenslang leren stimuleren (operationele doelstelling). ACTIES: 1) Het lokaal bestuur wenst het lokale aanbod aan opleidingsmodules te verhogen door de vormingsinstellingen een kwalitatieve accommodatie ter beschikking te stellen.
2.6. Werkgelegenheid Wetteren wil door middel van een geïntegreerd programma opleiding/tewerkstelling bereiken dat een aantal langdurige werklozen en gerechtigden op maatschappelijk integratie (leefloon) doorstromen naar een reguliere tewerkstelling (operationele doelstelling). ACTIES 1) Het lokaal bestuur organiseert via de Werkwinkel een actief werkgelegenheidsforum waarin deze samen met de sociale partners adviezen formuleert om de tewerkstellingsgraad in de gemeente te verhogen en nieuwe sociale tewerkstellingsinitiatieven uit te bouwen. 2) Het lokaal bestuur ontwikkelt samenwerkingsverbanden met lokale socialeeconomieprojecten. 3) Het lokaal bestuur organiseert sensibiliseringcampagnes naar private werkgevers om de activering van sociaal zwakke groepen te bevorderen. 4) Het lokaal bestuur bouwt een kantonnale tewerkstellingscel uit om sociaal zwakke groepen via de methodiek van integrale trajectbegeleiding toe te leiden naar de arbeidsmarkt. 5) Elke leefloongerechtigde (ook de +25 jarigen) wordt een tewerkstellingstraject aangeboden 6) Het lokaal bestuur stimuleert de uitbouw van kantonnale arbeidszorgprojecten. 7) Hel lokaal bestuur bouwt een dienstencentrum uit waar een kwalitatieve accommodatie aanwezig is voor het organiseren van opleidingen en vormingen.
Deel 3 - C-7
2.7. Integratie etnisch culturele minderheden Wetteren wil de integratie van etnisch culturele minderheden verhogen (operationele doelstelling). ACTIES 1) Het lokaal bestuur streeft er naar om samen met het Huis van het Nederlands en de aanbieders van NT2- opleidingen een voldoende lokaal aanbod Nederlandse taallessen aan te bieden. 2) Het lokaal bestuur streeft er naar om binnen het eigen personeelscontingent een relevant aantal werknemers uit de doelgroep etnisch culturele minderheden op te nemen zodat dit een weerspiegeling is van de lokale bevolkingssamenstelling. 3) Het lokaal bestuur bouwt een Lokaal Opvanginitiatief voor kandidaatvluchtelingen uit met een intensief begeleidingstraject op sociaal, medisch en juridisch vlak. 4) Organisaties die zich richten tot etnische culturele minderheden krijgen een plaats in het dienstencentrum.
2.8. Socio- culturele participatie Wetteren wil de participatie van zwakke socio-economische groepen aan sociale, culturele, recreatieve- en ICT- activiteiten verhogen (operationele doelstelling). ACTIES 1) Jaarlijks wordt er een overleg georganiseerd op het vlak van cultuur, sport en jeugd met als doel sport, cultuur en jeugdwerk toegankelijker te maken voor kansengroepen. 2) Het lokaal bestuur werkt een ondersteuningssysteem uit om de drempels op het vlak van participatie van kansengroepen aan cultuur, sport en recreatie te verminderen. 3) Het lokaal bestuur creëert een Openbare Computerruimte waar initiatiecursussen ICT georganiseerd worden gericht naar specifieke doelgroepen.
Deel 3 - C-8
2.9. Personen met een handicap Wetteren wil de participatie van personen met een handicap op een actieve wijze stimuleren (operationele doelstelling). ACTIES 1) Het lokale bestuur houdt rekening met de basistoegankelijkheid voor personen met een handicap bij elke beleidsbeslissing en vooral bij het bouwen van openbare gebouwen en het organiseren van evenementen. 2) Personen met een beperking die begeleiding nodig hebben bij het deelnemen aan culturele, sportieve en recreatieve activiteiten ontvangen ‘een begeleiderspas’ waarbij de begeleider gratis kan deelnemen aan de culturele activiteit.
2.10. Mobiliteit Wetteren garandeert de basismobiliteit voor iedere burger (operationele doelstelling). ACTIES 1) Knelpunten van specifieke doelgroepen op het vlak van basismobiliteit worden geïnventariseerd. 2) Op basis van de geïnventariseerde knelpunten wordt het lokale mobiliteitsplan bijgestuurd. 3) Het lokaal bestuur ondersteunt de uitbouw van het aanbod aangepast vervoer in samenwerking met partners. 4) Het lokaal bestuur neemt samen met zijn partners in de thuiszorg- en gehandicaptensector, initiatieven om het lokale aanbod aangepast vervoer en de toegankelijkheid ervan te optimaliseren.
Deel 3 - C-9
3.
Thuiszorg
WETTEREN WIL DAT OUDEREN, PERSONEN MET EEN HANDICAP EN ZIEKEN, ZO LANG MOGELIJK IN HUN VERTROUWDE OMGEVING KUNNEN BLIJVEN. Hoe dit realiseren in de praktijk? Om deze strategische doelstelling, in praktijk om te zetten wenst het lokaal bestuur op volgende terreinen acties te ondernemen: •
Coördinatie (3.1)
•
Mantelzorg en vrijwilligerswerk (3.2)
•
Uitbouw initiatieven ter ondersteuning van de thuiszorg (3.3)
3.1. Coördinatie Wetteren wil het thuiszorgaanbod intensiever coördineren in samenwerking met de lokale actoren (operationele doelstelling). ACTIES 1) De verschillende thuiszorgdiensten van het lokaal bestuur worden centraal vanuit het Sociaal Huis aangeboden. 2) Het lokaal bestuur erkent de lokale Samenwerkingsinitiatief Thuiszorg "SIT" als overleg en adviesorgaan inzake thuiszorg. 3) Het lokaal bestuur sluit een overeenkomst af met de ziekenfondsen, de regionale dienstencentra en de geïntegreerde diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen ten einde de taken af te bakenen op het vlak van thuiszorg.
3.2. Mantelzorg en vrijwilligerswerk Het lokaal bestuur wil de mantelzorg stimuleren in thuiszorgsituaties (operationele doelstelling). ACTIES 1) Het lokaal bestuur bouwt een lokaal dienstencentrum uit ter ondersteuning van de vrijwilligers en mantelzorgers in de thuiszorg.
Deel 3 - C-10
2) Het lokaal bestuur erkent de vrijwilligersorganisaties gelieerd aan de ziekenfondsen als bevoorrechte partners om vrijwilligerswerk te organiseren binnen een thuiszorgsituatie. 3) Indien een zorgvrager niet over de financiële middelen beschikt om de dienstverlening van de vrijwilligersorganisatie te vergoeden zal de lokale overheid een tussenkomst verlenen om deze kosten te dragen.
3.3. Initiatieven ter ondersteuning van de thuiszorg. Het lokaal bestuur onderneemt initiatieven ter ondersteuning van de thuiszorg (operationele doelstelling). ACTIES 1) Het lokaal bestuur bouwt een lokaal dienstencentrum uit dat instaat voor : • Multidisciplinair overleg in samenwerking met de ziekenfondsen. • Informatieverstrekking. • Het verstrekken van warme maaltijden en hygiënische zorg in het centrum. • Het bemiddelen inzake klusjes in huis, aanpassing van woningen aan de zorgbehoefte, boodschappen doen, buurthulp, maaltijden aan huis. • Ondersteuning inzake mobiliteit. • Ontmoetingskansen: recreatieve, vormende activiteiten in eigen beheer of in samenwerking met derden. 2) Het lokaal bestuur bouwt een aanbod dagverzorging en kortverblijf voor ouderen uit ter ondersteuning van de thuiszorg.
Deel 3 - C-11
4.
Kwaliteitsvol wonen
WETTEREN STREEFT ERNAAR DAT IEDERE INWONER KWALITEITSVOL EN BETAALBAAR KAN WONEN. Hoe dit realiseren in de praktijk? Om deze strategische doelstelling, in praktijk om te zetten wenst het lokaal bestuur op volgende terreinen acties te ondernemen: • Dakloosheid (4.1) • Betaalbare kwalitatieve huisvesting (4.2) • Overleg met woonactoren (4.3) • Kwaliteitsvol wonen voor ouderen, intra- en extramuraal (4.4)
4.1. Dakloosheid Het lokaal bestuur bouwt een lokaal aanbod aan nood- en doorgangswoningen voor daklozen uit (operationele doelstelling). ACTIES 1) Het lokaal bestuur bouwt een lokaal aanbod uit aan crisis- en noodwoningen zodat bij dakloosheid tijdelijk een kwalitatief onderdak geboden kan worden. 2) Er wordt vanuit het Sociaal Huis een intensieve begeleiding opgezet naar daklozen die opgenomen zijn in een doorgang- of noodwoning die beheerd wordt door het lokaal bestuur.
4.2. Betaalbare kwalitatieve huisvesting Het lokaal bestuur streeft naar een voldoende aanbod aan betaalbare kwalitatieve woningen (operationele doelstelling). ACTIES 1) Het lokaal bestuur streeft naar een permanente uitbreiding van een gemengd sociaal huisvestingsaanbod. 2) Het lokaal bestuur bouwt binnen het Sociaal Huis een woonloket uit waar burgers 1ste lijns informatie krijgen over huurwetgeving, woonkwaliteit, huisvestingspremies, sociale huisvesting … 3) Voor financieel zwakke groepen wordt een financieel steunpakket uitgebouwd: huursubsidie / verstrekking van huurwaarborgen / installatiepremies. Deel 3 - C-12
4) Er worden jaarlijks vanuit het Lokaal Bestuur in samenwerking met het Lokaal Gezondheidsoverleg (LOGO) concrete preventieve acties ondernomen om ongezonde woonsituaties te vermijden.
4.3. Overleg met lokale actoren. Het lokaal bestuur wil het overleg tussen de verschillende actoren op het vlak van huisvesting stimuleren (operationele doelstelling). ACTIES 1) Wetteren richt vanuit het lokaal bestuur een werkgroep op die initiatieven neemt om het aanbod aan betaalbare kwalitatieve woningen te verhogen. In deze werkgroep wordt bijzondere aandacht besteed aan de woononzekerheid van kansengroepen.
4.4. Kwaliteitsvol wonen voor ouderen. Het lokaal bestuur bouwt binnen de mogelijkheden van de programmatie van de hogere overheid een aanbod uit aan woonvormen voor ouderen dat een antwoord biedt aan de vergrijzinggolven (operationele doelstelling). Zie ouderenbeleidsplan en beleidsplan thuiszorg • Service- zorgflats (ouderenbeleidsplan) • Rusthuizen (ouderenbeleidsplan) • Dienstencentrum (thuiszorg) • Dagverzorgingscentrum (thuiszorg)
Deel 3 - C-13
5.
Ouderen. WETTEREN WIL OUDEREN ZORG BIEDEN OP MAAT.
Hoe dit realiseren in de praktijk? Om deze strategische doelstelling, in praktijk om te zetten wenst het lokaal bestuur op volgende terreinen acties te ondernemen: • Participatie (5.1) • Actieve vrijetijdsbesteding (5.2) • Zorg (5.3) • Huisvesting (5.4)
5.1. Participatie Het lokale bestuur wil ouderen actief bij het beleid betrekken (operationele doelstelling). ACTIES 1) De ouderenadviesraad krijgt actief inspraak in de uitvoering van het ouderenbeleidsplan. 2) Een ouderenbeleidcoördinator ondersteunt de ouderenadviesraad en neemt initiatieven om de actieve participatie van ouderen te bevorderen.
Het lokaal bestuur streeft naar een inclusief ouderenbeleid (operationele doelstelling). ACTIES 1) Het ouderenbeleidsplan wordt geïntegreerd in de diverse plannen van het lokaal bestuur (mobiliteit/(thuis)zorg/cultuur/sport en recreatie/huisvesting /ruimtelijke planning …). 2) De ouderenadviesraad volgt de uitvoering van het ouderenbeleidsplan op door permanent in dialoog te gaan met de gemeentelijke departementen (mobiliteit/ cultuur/ sport en recreatie/huisvesting/ruimtelijke planning) en het OCMW.
Deel 3 - C-14
5.2. Actieve (vrije)tijdsbesteding Het lokaal bestuur creëert samen met zijn partners een ruim aanbod aan vorming- en recreatieve activiteiten gericht naar 60- plussers (operationele doelstelling) ACTIES 1) Het lokaal bestuur stelt alle 60-plussers een vrijetijdspas ter beschikking die toegang verleent tot een betaalbaar aanbod (gereduceerd tarief) aan recreatie/cultuur/sport. 2) Het lokaal bestuur ondersteunt de organisaties die zich richten naar ouderen (ontspanning-recreatie-sport-vorming-cultuur-bewegingswerkingbelangenbehartiging …) door het ter beschikking stellen van toegankelijke en kwalitatieve lokalen. 3) Het lokaal bestuur bouwt een lokaal dienstencentrum uit dat kansen biedt tot ontmoeting, vorming, informatie, ontspanning en recreatie met als doel de maatschappelijke participatie van de gebruikers te verhogen ongeacht hun afkomst, overtuiging of financiële draagkracht. 4) Er wordt in het lokaal dienstencentrum een vrijwilligerswerking uitgebouwd.
5.3. Zorg Het lokaal bestuur wil dat ouderen zolang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven door samen met de lokale zorgverstrekkers zorg te bieden op maat (operationele doelstelling). ACTIES 1) Het lokale aanbod gericht naar ouderen (dienst en hulpverlening/zorg/recreatie/vorming/ … ) wordt gecommuniceerd naar alle 60-plussers. 2) Zie ook strategische planning ‘thuiszorg’. • Zorgcoördinatie • Mantelzorg en vrijwilligerswerk • Lokaal dienstencentrum • Dagverzorgingscentrum • Kortverblijf Deel 3 - C-15
3) Het lokaal bestuur neemt jaarlijks initiatieven samen met zijn partners in de thuiszorg op het vlak van valpreventie. 4) De ouderenbeleidscoördinator bezoekt alle 80-jarigen om hen informatie te bezorgen omtrent het hulp en dienstverleningsaanbod.
Deel 3 - C-16
5.4. Huisvesting Het lokaal bestuur bouwt binnen de mogelijkheden van de programmatie van de hogere overheid een aanbod uit aan woonvormen voor ouderen dat een antwoord biedt aan de vergrijzinggolven en de zorgbehoefte (operationele doelstelling). ACTIES 1) Het lokaal bestuur samen met de private sector breiden het aanbod aan zorgflats uit met 50 wooneenheden. 2) Het lokaal bestuur geeft bij de toewijzing van residentiële zorg in het rusthuis voorrang aan de meest zorgbehoevende.
Deel 3 - C-17
6.
Kinderopvang WETTEREN WIL ER VOOR ZORGEN DAT KWALITATIEVE KINDEROPVANG BESCHIKBAAR EN TOEGANKELIJK IS VOOR ALLE BURGERS. Hoe dit realiseren in de praktijk?
Om deze strategische doelstelling, in praktijk om te zetten wenst het lokaal bestuur op volgende terreinen acties te ondernemen: • Participatie (6.1) • Coördinatie (6.2) • Afstemming aanbod (6.3)
6.1. Participatie. Het lokale bestuur wil door overleg tussen gebruikers en aanbieders van kinderopvang, de middenveldorganisaties, de werkgevers- en werknemersorganisaties en de onderwijsinstellingen het aanbod kinderopvang beter afstemmen op de noden (operationele doelstelling). ACTIES 1) Minstens 3 maal per jaar komt het Lokaal Overleg Kinderopvang samen om de voortgang van het beleidsplan kinderopvang te evalueren en bij te sturen.
6.2. Coördinatie Het lokaal bestuur coördineert het aanbod kinderopvang (operationele doelstelling). ACTIES 1) Het lokale aanbod kinderopvang wordt gecoördineerd aangeboden vanuit het Sociaal Huis. 2) Vanuit het Sociaal Huis wordt het lokale aanbod kinderopvang en de vrije plaatsen op permanente wijze geïnventariseerd en gecommuniceerd.
Deel 3 - C-18
3) Er wordt een coördinator vrijgesteld die instaat voor het beleidsvoorbereidend werk, de afstemming op lokaal niveau en de integrale kwaliteitszorg binnen de diverse kinderopvanginitiatieven van het lokaal bestuur.
6.3. Afstemming aanbod op de behoeften Het lokaal bestuur wil het aantal kinderopvangplaatsen afstemmen op de effectieve lokale behoeften (operationele doelstelling). ACTIES 1) Er wordt een behoefteonderzoek “lokaal aanbod kinderopvang” uitgevoerd bij ouders en opvoeders van kinderen tussen 0 en 12 waarbij gepeild wordt naar de sterkten en zwakten, knelpunten, noden en behoeften van het aanbod kinderopvang. 2) Het lokaal bestuur wil het lokale aanbod aan kinderopvanginitiatieven beter op elkaar afstemmen. 3) Door samenwerking en afstemming tussen het aanbod IBO, de gemeentelijke speelpleinwerking, sportkampen vanuit de gemeentelijke sportdienst en Grabbelpas- activiteiten wordt het aanbod kinderopvang 3-12 jarigen tijdens vakantieperiodes geoptimaliseerd.
Het lokaal bestuur breidt het aanbod kinderopvang uit (operationele doelstelling). ACTIES 1) Het lokaal bestuur breidt het aanbod buitenschoolse kinderopvang uit tijdens de vakantiemaanden juli en augustus. 2) Er worden jaarlijks wervingcampagnes georganiseerd voor onthaalouders dagopvang. 3) Het lokaal bestuur onderzoekt de mogelijkheid om werkgevers mee te laten participeren in de uitbouw van het lokale aanbod kinderopvang*. 4) Het lokaal bestuur neemt initiatieven om het aanbod flexibele en occassionele kinderopvang uit te bouwen. Binnen dit project wordt bijzondere aandacht besteed aan kansengroepen.
Deel 3 - C-19
7.
Gezondheidszorg WETTEREN WIL IEDERE BURGER TOEGANG VERLENEN TOT DE CURATIEVE EN PREVENTIEVE GEZONDHEIDSZORG. Hoe dit realiseren in de praktijk? Om deze strategische doelstelling, in praktijk om te zetten wenst het lokaal bestuur op volgende terreinen acties te ondernemen: • Preventieve gezondheidszorg (7.1) • Curatieve gezondheidszorg (7.2)
7.1. Preventieve gezondheidszorg Het lokaal bestuur werkt samen met het LOGO (Lokaal Gezondheidsoverleg) en zijn partners die binnen de preventieve gezondheidszorg actief zijn een actieplan uit (operationele doelstelling). ACTIES 1) Jaarlijks wordt de Vlaamse borstkankerscreening bij vrouwen ouder dan 50 jaar gepromoot via de lokale mediakanalen. 2) Projecten borstkankerpreventie die worden georganiseerd door ouderen- en vrouwenorganisaties worden gesubsidieerd door het lokaal bestuur. 3) Tabakspreventie, alcohol- en drugpreventiecampagnes binnen de scholen worden gestimuleerd via logistieke en financiële incentives. 4) Het lokaal bestuur werkt samen met het Logo, de DGGZ en het SIT een preventieprogramma uit rond depressie en suïcide. 5) Het lokaal bestuur werkt samen met het LOGO, het SIT en de ouderenadviesraad een lokaal valpreventie programma uit gericht naar ouderen. 6) Er worden jaarlijks vanuit het Lokaal Bestuur in samenwerking met het Lokaal Gezondheidsoverleg (LOGO) en huisvestingsactoren concrete preventieve acties ondernomen om ongezonde woonsituaties te vermijden. 7) Met Kind en Gezin wordt een overeenkomst afgesloten om aan kansengroepen 1ste leeftijdsmelk ter beschikking te stellen.
Deel 3 - C-20
7.2. Curatieve gezondheidszorg. Het lokaal bestuur wil een kwalitatief lokaal curatief gezondheidsaanbod uitbouwen en bestendigen (operationele doelstelling). ACTIES 1) Het lokaal bestuur streeft naar het behoud van het huidige aanbod aan ziekenhuisspecialismen en – diensten in het ASZ–campus Wetteren. 2) Het OCMW verstrekt aan kansengroepen tussenkomst in medische, paramedische, farmaceutische en hospitalisatie kosten.
Deel 3 - C-21
D. MEERJARENPLANNING STRATEGISCHE DOELSTELLING 1: COÖRDINATIE LOKALE HULP- EN DIENSTVERLENING. OPERATIONELE DOELSTELLING: Het lokaal bestuur stimuleert de uitbouw van een kwalitatief actief overleg tussen het lokale bestuur, de private sector, de vrijwilligersorganisaties en de gebruikers van de dienst- en hulpverlening. Acties
Indicator
Promotor
Budget
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Via de werking van de adviesorganen welzijn worden de actoren actief betrokken bij:
Verslaggeving aantal bijeenkomsten adviesraden waarop het thema LSB + Sociaal Huis wordt besproken.
OCMW
**********
x (1)
x(2)
x (2)
x (2)
x (2)
x (2)
De advies en overlegstructuren het jeugdwelzijnsoverleg, het lokaal overleg kinderopvang ,de ouderenadviesraad, het lokaal woonoverleg en de welzijnsraad worden structureel een onderdeel van het welzijnsoverleg lokaal sociaal beleid.
Ontwerp nieuwe structuur welzijnsoverleg
Dienst sociale zaken gemeente (1)
**********
x
x(2)
x (2)
x (2)
x (2)
x (2)
Met de verenigingen die maatschappelijk zwakke groepen vertegenwoordigen gaat het lokaal bestuur een permanente dialoog aan.
Aantal overlegmomenten tussen verenigingen en lokaal bestuur
OCMW
**********
x
x
x
x
x
x
Het lokaal bestuur erkent het Lokale Samenwerkingsinitiatief Thuiszorg "SIT" als adviesorgaan inzake thuiszorg.
Ja/neen
OCMW (1)
**********
x (1)
x (2)
x(2)
x(2)
x(2)
x(2)
• de voorbereiding, opmaak, opvolging en uitvoering van lokale, sociale beleidsplannen. • de uitbouw van het Sociaal Huis.
Sociaal Huis
Sociaal Huis (2)
Sociaal Huis (2)
Deel 3 - D-1
OPERATIONELE DOELSTELLING: Gemeente en OCMW bouwen een gemeenschappelijk en laagdrempelig sociaal huis uit. Acties
Indicator
De dienst- en hulpverlening van gemeente en OCMW (sociale diensten, thuiszorg en kinderzorg) worden vanuit het Sociaal Huis centraal georganiseerd en aangeboden.
Uitgewerkt sociaal Huis
Er wordt een centraal 1ste lijnsloket uitgebouwd waar
Operationeel 1ste lijnsloket
1. OCMW
Ja/neen
OCMW + gemeente (1) Coördinator Sociaal Huis (2)
• De burger informatie kan krijgen over alle vormen van hulp- en dienstverlening.
Promotor 1. OCMW 2. Coördinator Sociaal Huis
Budget
2008
2009
2010
2011
2012
2013
**********
(x) (1)
x (2)
(x) (1)
x (2)
x
x
x
x
x (1)
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
(x)
x
2. Coördinator Sociaal Huis
• een afspraak kan worden gemaakt met hulpverleners en coördinatoren van het hulp- en dienstverleningsaanbod. • een uitgebreid gamma aan folders en aanvraagformulieren beschikbaar is. Eén avond per week zijn de diensten van het Sociaal Huis open voor publiek.
Het Sociaal Huis staat in voor zorgcoördinatie:
Algemeen maatschappelijk werk
• binnen het Sociaal Huis wordt hiertoe een zorgcoördinator aangesteld waarop externe en interne hulpverleners beroep kunnen doen. De focus ligt hier op multiproblem situaties. voor case- overleg worden locaties ter beschikking gesteld. • de zorgvrager of zijn vertegenwoordiger wordt actief betrokken in dit overleg. Het lokaal bestuur onderzoekt de behoefte en mogelijkheden om antennes van het Sociaal Huis op te richten.
Inventaris behoeftes en mogelijkheden
Deel 3 - D-2
Coördinatie OCMW
OPERATIONELE DOELSTELLING: Het lokaal bestuur bouwt een dienstencentrum uit. Acties
Indicator
Promotor
Een inventaris wordt opgemaakt van de lokale noden en behoeften als invulling van het centrum.
Conceptnota noden en behoeften
Thuiszorg + algemeen maatschappelijk werk
Het centrum organiseert activiteiten op het terrein van zorgondersteuning, ontmoeting, vorming, informatie, ontspanning en recreatie met als doel de maatschappelijke participatie en de zelfredzaamheid van de gebruikers te verhogen ongeacht hun afkomst, overtuiging of financiële draagkracht.
Verslag en activiteiten
Dienstencentrumleider
De participatie van kansengroepen binnen de werking wordt gestimuleerd.
Acties gericht naar de kansengroepen
Dienstencentrumleider
Er wordt in het centrum een actieve vrijwilligerswerking uitgebouwd.
Jaarverslag aantal vrijwilligers + activiteiten
Er wordt een beroepskracht ingezet die instaat voor het dagelijkse beheer en de ondersteuning van de vrijwilligerswerking. Actoren/gebruikers krijgen inspraak via een coördinatievergadering.
2011
2012
2013
x
x
x
x
x
x
x
Dienstencentrumleider
x
x
x
x
Arbeidsovereen komst centrumleider
OCMW- raad
x
x
x
x
Aantal coördinatieverg aderingen
Dienstencentrumleider
x
x
x
Deel 3 - D-3
2008
2009
2010
x
OPERATIONELE DOELSTELLING: Wetteren wil de drempels naar hulp- en dienstverlening wegwerken. Acties
Indicator
Promotor
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Op een toegankelijke wijze wordt het lokale hulpen dienstverleningsaanbod bekend gemaakt.
Aantal acties bekendmaking aanbod
OCMW + gemeente
x
x
x
x
x
x
Jaarlijks wordt vanuit een knelpunteninventaris een communicatieplan opgemaakt.
Het communicatieplan
Communicatiedienst gemeente
x
x
x
x
x
x
Het taalgebruik in briefwisseling vanuit gemeente en OCMW naar de klant wordt toegankelijker gemaakt door het systematisch weren van vakjargon en ambtelijke taal.
Ja/neen
Communicatiedienst gemeente
x
x
x
x
x
x
De ontvangstruimtes in het Sociaal Huis worden op een klantvriendelijke wijze ingericht met bijzondere aandacht voor de privacy.
Ja/neen
Coördinator Sociaal Huis
x
x
x
x
x
Deel 3 - D-4
STRATEGISCHE DOELSTELLING 2: WETTEREN
WIL DE MAATSCHAPPELIJKE POSITIE EN DE INTEGRATIE VAN KANSENGROEPEN
BINNEN DE GRENZEN VAN DE GEMEENTELIJKE MOGELIJKHEDEN, WAARNEEMBAAR EN STRUCTUREEL VERBETEREN.
OPERATIONELE DOELSTELLING: Wetteren wil bereiken dat er grotere participatie is aan de beleidsvorming van de verenigingen die kansengroepen vertegenwoordigen. Acties
Indicator
Promotor
Budget
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Met de lokale verenigingen die kansengroepen vertegenwoordigen gaat het lokaal bestuur een permanente dialoog aan.
Aantal bijeenkomsten verenigingen en lokale bestuur
OCMW
**********
x
x
x
x
x
x
Eén maal per jaar wordt er tussen de organisaties die kansengroepen vertegenwoordigen en de lokale overheid een overleg georganiseerd met als doel knelpunten en hiaten in de hulp- en dienstverlening op te sporen.
Data overlegmoment en Jaarlijkse knelpuntennota
Adviesraden
**********
x
x
x
x
x
x
Het lokaal bestuur ondersteunt op structurele wijze de werking van de lokale verenigingen die kansengroepen vertegenwoordigen of projecten die tot doel hebben kansengroepen te ondersteunen door middel van een jaarlijkse subsidie. Deze subsidies worden toegekend op basis van een jaarplanning en een activiteitenverslag.
Jaarlijkse subsidie
Gemeente/OCMW
Begroting gemeente /OCMW
x
x
x
x
x
x
Deel 3 - D-5
OPERATIONELE DOELSTELLING: Voor financieel zwakke gezinnen wordt een financiële en/of materiële ondersteuning voorzien zodat er de garantie is dat iedere burger over een levensminimum beschikt. Acties Het lokaal bestuur bouwt een financiële ondersteuning uit gericht naar gezinnen met een beperkte financiële draagkracht op volgende terreinen: • Tussenkomst in de huur • Onderwijskosten • Nutsvoorzieningen • Thuiszorg
Indicator Jaarverslag OCMW met vermelding van aantal cliënten + bedragen en steuntype
Promotor OCMW
Budget 60 000 euro/jaar 18 000 euro/jaar 66 000 euro/jaar 19 250 euro/jaar
• Gezondheidszorgen • Vrijetijdsbesteding
Deel 3 - D-6
2008
2009
2010
2011
2012
2013
x
x
x
x
x
x
OPERATIONELE DOELSTELLING: Wetteren wil de rechtszekerheid verhogen van inwoners met een overmatige schuldenlast. Acties
Indicator
Promotor
Budget
2008
2009
2010
2011
2012
2013
De dienst schuldbemiddeling van het OCMW wordt uitgebreid teneinde de wachtlijsten te verminderen tot een aanvaardbaar aantal cliënten.
Daling aantal personen op wachtlijst
Dienst schuldbemiddeling OCMW
x
x
x
x
x
x
De dienst schuldbemiddeling is minimaal één avond per week consulteerbaar buiten de kantooruren.
openingsuren
Dienst schuldbemiddeling
x
x
x
x
x
x
Jaarlijks wordt er een overleg georganiseerd met de schuldbemiddelaars die actief zijn in Wetteren.
Aantal overlegmoment en + verslag
Dienst schuldbemiddeling
x
x
x
x
x
x
De dienst schuldbemiddeling organiseert jaarlijkse preventieve acties (preventie overmatige schuldenlast).
Aantal preventieve Acties (jaarverslag)
Dienst schuldbemiddeling
x
x
x
x
x
x
De toegang tot het aanbod pro-Deo wordt uitgebouwd vanuit het Sociaal Huis in samenwerking met de lokale advocatuur en de orde van advocaten.
Ja/neen
Sociaal Huis
x
x
x
x
x
In samenwerking met de locale actoren wordt de 1ste en 2de lijn juridische bijstand uitgebouwd en gepromoot.
Promotieacties aanbod juridische bijstand
Sociaal Huis + communicatiedienst gemeente
x
x
x
x
x
Deel 3 - D-7
x
OPERATIONELE DOELSTELLING: Wetteren wil de ontplooiing- en ontwikkelingskansen van een aantal jonge ouders en randgroepjongeren verhogen via de organisatie van opvoedingshulp en –ondersteuning en door de organisatie van een aangepast vrijetijdsaanbod. Acties
Indicator
Promotor
Budget
2008
2009
2010
2011
2012
2013
x
x
x
x
x
x
Het OCMW stelt een maatschappelijk werker vrij met als opdracht gezinnen met problemen op verschillende levensterreinen intensief te begeleiden. Hierbij wordt ter ondersteuning beroep gedaan op de dienst gezinszorg van het OCMW.
Ja/neen
Dienst Algemeen maatschappelijk werk OCMW /sociaal huis
Het lokaal bestuur zet de samenwerking met Habbekrats verder. Deze organisatie ,die zich richt naar randgroepjongeren, staat in voor een aangepaste actieve vrijetijdsbesteding en individuele begeleiding. Zij werken permanent een lokaal programma uit voor jonge moeders/vaders.
Jaarverslag Habbekrats
Jeugddienst gemeente (via jeugdwelzijnsoverleg)
40 000 euro per jaar
x
x
x
x
x
x
Het lokaal bestuur zet de samenwerking met het Jongeren Adviescentrum verder op basis van een concreet lokaal programma en concrete resultaatverbintenissen.
Jaarverslag JAC
Jeugddienst gemeente (via jeugdwelzijnsoverleg)
20 000 euro per jaar
x
x
x
x
x
x
Deel 3 - D-8
OPERATIONELE DOELSTELLING: Wetteren wil samen met de lokale onderwijsinstellingen het recht op gelijke kansen in het onderwijs verzekeren. Acties
Indicator
Promotor
Het lokaal bestuur stimuleert samen met de organisaties die kansengroepen vertegenwoordigen de lokale onderwijsinstellingen om de kostprijs van het onderwijs te beperken.
Kostprijsbeperk ende initiatieven
Jeugddienst gemeente (via jeugdwelzijnsoverleg)
Voor financieel zwakke groepen wordt er een tegemoetkoming in de schoolkosten voorzien.
Jaarverslag OCMW en jaarrekening
OCMW
Vanuit het Jongeren Welzijnsoverleg wordt er jaarlijks een overleg georganiseerd met de lokale actoren uit het onderwijs met als doel het lokale kansenbeleid te evalueren en knelpunten te inventariseren.
Verslag overlegmomenten
Jeugddienst gemeente
Deel 3 - D-9
Budget
25.000 EUR
2008
2009
2010
2011
2012
2013
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
OPERATIONELE DOELSTELLING: Wetteren wil levenslang leren stimuleren. Acties Het lokaal bestuur wenst het lokale aanbod aan opleidingsmodules te verhogen door de vormingsinstellingen een kwalitatieve accommodatie ter beschikking te stellen.
Indicator Ja/neen
Promotor Gemeente
Deel 3 - D-10
Budget
2008
2009
2010
2011
2012
2013
(x)
(x)
(x)
x
x
x
OPERATIONELE DOELSTELLING: Wetteren wil door middel van een geïntegreerd programma opleiding/ tewerkstelling bereiken dat een aantal langdurige werklozen en gerechtigden op maatschappelijk integratie (leefloon) doorstromen naar een reguliere tewerkstelling. Acties
Indicator
Promotor
Het lokaal bestuur organiseert via de Werkwinkel een actief werkgelegenheidsforum waarin deze samen met de sociale partners adviezen formuleert om de tewerkstellingsgraad in de gemeente te verhogen en nieuwe sociale tewerkstellingsinitiatieven uit te bouwen.
Ja/neen
Het lokaal bestuur bouwt een kantonnale tewerkstellingscel uit om sociaal zwakke groepen via de methodiek van integrale trajectbegeleiding toe te leiden naar de arbeidsmarkt.
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Coördinator werkwinkel
x
x
x
x
x
x
Ja/neen
Dienst arbeidsbegeleiding en opleiding OCMW/Sociaal Huis
x
x
x
x
x
x
Elke leefloongerechtigde (ook de +25 jarigen) wordt een tewerkstellingstraject aangeboden.
Ja/neen
Dienst arbeidsbegeleiding en opleiding OCMW
x
x
x
x
x
x
Het lokaal bestuur stimuleert de uitbouw van kantonnale arbeidszorgprojecten.
Bestaande arbeidszorgprojecten
Dienst arbeidsbegeleiding en opleiding OCMW
(x)
x
x
x
x
x
Het lokaal bestuur bouwt een dienstencentrum uit waar een kwalitatieve accommodatie aanwezig is voor het organiseren van opleidingen en vormingen.
Ja/neen
OCMW
(x)
(x)
(x)
x
x
x
Deel 3 - D-11
Budget
OPERATIONELE DOELSTELLING Wetteren wil de integratie van etnisch culturele minderheden verhogen. Acties
Indicator
Promotor
Budget
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Het lokaal bestuur streeft er naar om samen met het Huis van het Nederlands en de aanbieders van NT2opleidingen NT2- opleidingen een voldoende lokaal aanbod Nederlandse taallessen aan te bieden.
Aanbod opleidingen Nederlandse taallessen
LOI OCMW
x
x
x
x
x
x
Het lokaal bestuur streeft er naar om binnen het eigen personeelscontingent een relevant aantal werknemers uit de doelgroep etnisch culturele minderheden op te nemen zodat dit een weerspiegeling is van de lokale bevolkingssamenstelling.
- Aanwervingsprocedure
Personeelsdiensten Gemeente/OCMW
x
x
x
x
x
x
Het lokaal bestuur bouwt een Lokaal Opvanginiatief Voor kandidaat-vluchtelingen uit met een intensief Begeleidingstraject op sociaal, medisch en juridisch vlak.
Jaarverslagen
LOI OCMW
x
x
x
x
x
x
Organisaties die zich richten tot etnische cultureleminderheden krijgen een plaats in het dienstencentrum.
Concept dienstencentrum
OCMW
(x)
(x)
(x)
x
x
x
- Diversiteitsplan
Deel 3 - D-12
OPERATIONELE DOELSTELLING Wetteren wil de participatie van zwakke socio-economische groepen aan sociale, culturele , recreatieve en ICT- activiteiten verhogen. Acties
2009
2010
2011
2012
2013
Sociaal Huis
x
x
x
x
x
Het lokaal bestuur werkt een ondersteuningssysteem uit om de drempels op het vlak van participatie van kansengroepen aan cultuur, sport en recreatie te verminderen.
Dienst cultuur
x
x
x
x
x
Het lokaal bestuur creëert een Openbare Computerruimte waar initiatiecursussen ICT georganiseerd worden gericht naar specifieke doelgroepen.
1. Dienst Arbeidsbegeleiding en Opleiding
x (1)
x (2)
x (2)
x (2)
x (2)
Jaarlijks wordt er een overleg georganiseerd op het vlak van cultuur, sport en jeugd met als doel sport, cultuur en jeugdwerk toegankelijker te maken voor kansengroepen.
Indicator Data overlegmomenten + jaarverslag
Promotor
Budget
2008
Dienst sport OCMW
2. Dienstencentrumleider
Deel 3 - D-13
x (1)
OPERATIONELE DOELSTELLING Wetteren wil de participatie van personen met een handicap op een actieve wijze stimuleren. Acties
Indicator
Promotor
Het lokale bestuur houdt rekening met de basistoegankelijkheid voor personen met een handicap bij elke beleidsbeslissing en vooral bij het bouwen van openbare gebouwen en het organiseren van evenementen.
Beleidsbeslissing en bouwen openbare gebouwen met expliciet toegankelijkheids aspect
OCMW
Personen met een beperking die begeleiding nodig hebben bij het deelnemen aan culturele,sportieve en recreatieve activiteiten ontvangen ‘een begeleiderspas waarbij de begeleider gratis kan deelnemen aan de culturele activiteit.
Jaarverslag evaluatie begeleidingspas
Dienst cultuur
Budget
2008
2009
2010
2011
2012
2013
************
x
x
x
x
x
x
Zie cultuurbeleidsplan
x
x
x
x
x
x
Gemeente
Deel 3 - D-14
OPERATIONELE DOELSTELLING Wetteren garandeert de basismobiliteit voor iedere burger. Acties
Indicator
Promotor
Budget
Knelpunten van specifieke doelgroepen op het vlak van basismobiliteit worden geïnventariseerd.
Document knelpuntennota
Dienst mobiliteit gemeente
***********
x
Op basis van de geïnventariseerde knelpunten wordt het lokale mobiliteitsplan bijgestuurd.
Lokaal mobiliteitsplan
Dienst mobiliteit gemeente
***********
x
Het lokaal bestuur ondersteunt de uitbouw van het aanbod aangepast vervoer in samenwerking met partners.
Bestaand aanbod
Sociale dienst gemeente
Het lokaal bestuur neemt samen met zijn partners in de thuiszorg- en gehandicaptensector, initiatieven om het lokale aanbod aangepast vervoer en de toegankelijkheid ervan te optimaliseren.
Genomen initiatieven
Gemeente
Deel 3 - D-15
**********
2008
x
2009
2010
2011
2012
2013
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
STRATEGISCHE DOELSTELLING 3: WETTEREN WIL DAT OUDEREN, PERSONEN MET EEN HANDICAP EN ZIEKEN, ZO LANG MOGELIJK IN HUN VERTROUWDE OMGEVING KUNNEN BLIJVEN. OPERATIONELE DOELSTELLING: Wetteren wil het thuiszorgaanbod intensiever coördineren in samenwerking met de lokale actoren. Acties
Indicator
Promotor
Budget
2008
2009
2010
2011
2012
2013
x
x
x
x
x
De verschillende thuiszorgdiensten van het lokaal bestuur worden centraal vanuit het Sociaal Huis aangeboden.
Concept Sociaal Huis
Coördinator Sociaal Huis
***********
Het lokaal bestuur erkent het lokale Samenwerkingsinitiatief Thuiszorg "SIT" als overleg en adviesorgaan inzake thuiszorg.
Aantal adviezen aan en vragen vanuit LB
OCMW
***********
x
x
x
x
x
x
Het lokaal bestuur sluit een overeenkomst af met de ziekenfondsen, de regionale dienstencentra en de geïntegreerde diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen ten einde de taken af te bakenen op het vlak van thuiszorg.
Afgesloten overeenkomsten
Thuiszorgdienst
***********
x
x
x
x
x
x
gemeente
Deel 3 - D-16
OPERATIONELE DOELSTELLING: Het lokaal bestuur wil de mantelzorg stimuleren in thuiszorgsituaties. Acties
Indicator
Promotor
Het lokaal bestuur bouwt een lokaal dienstencentrum uit ter ondersteuning van de vrijwilligers en mantelzorgers in de thuiszorg.
Uitgebouwde dienstencentrum
OCMW
Het lokaal bestuur erkent de vrijwilligersorganisaties gelieerd aan de ziekenfondsen als bevoorrechte partners om vrijwilligerswerk te organiseren binnen een thuiszorgsituatie.
Afspraken lokaal bestuur en ziekenfondsen
OCMW/
Indien een zorgvrager niet over de financiële middelen beschikt om de dienstverlening van de vrijwilligersorganisatie te vergoeden zal de lokale overheid een tussenkomst verlenen om deze kosten te dragen.
Aantal + budget tussenkomsten verleent inzake vergoeding dienstverlening vrijwilligersorganisaties
OCMW
Budget
2008
x
2009
2010
2011
2012
2013
(x)
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Sociaal Huis
Deel 3 - D-17
OPERATIONELE DOELSTELLING: Het lokaal bestuur onderneemt initiatieven ter ondersteuning van de thuiszorg. Acties
Indicator
Promotor
Het lokaal bestuur bouwt een lokaal dienstencentrum uit dat instaat voor :
Activiteitenverslag
Sociaal Huis
• Zorgafstemming. • Informatieverstrekking.
Budget
2008
2009
2010
2011
(x)(1)
(x)(1)
x
(x)
(x)
2012
2013
Dienstencentrum-leider
Lokaal dienstencentrum
• Het verstrekken van warme maaltijden en hygiënische zorg in het centrum. • Het bemiddelen betreffende klusjes in huis, aanpassing van woningen aan de zorgbehoefte, boodschappen doen, buurthulp, maaltijden aan huis. • Ondersteuning inzake mobiliteit. • Ontmoetingskansen:recreatieve en vormende activiteiten in samenwerking met derden of in eigen beheer. Het lokaal bestuur bouwt een aanbod dagverzorging en kortverblijf voor ouderen uit ter ondersteuning van de thuiszorg.
Gerealiseerde aanbod
Bijzonder comité bejaardenvoorziening
Deel 3 - D-18
x
x
x
STRATEGISCHE DOELSTELLING 4: WETTEREN WONEN.
STREEFT ERNAAR DAT IEDERE INWONER KWALITEITSVOL EN BETAALBAAR KAN
OPERATIONELE DOELSTELLING: Het lokaal bestuur bouwt een lokaal aanbod aan nood- en doorgangswoningen voor daklozen uit. Acties
Indicator
Promotor
Budget
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Het lokaal bestuur bouwt een lokaal aanbod uit aan crisis- en noodwoningen zodat bij dakloosheid tijdelijk een kwalitatief onderdak geboden kan worden.
Aantal crisis en noodwoningen
Dienst woonbegeleiding OCMW/Sociaal Huis
Begroting OCMW
x
x
x
x
x
x
Er wordt vanuit het Sociaal Huis een intensieve begeleiding opgezet naar daklozen die verblijven in een doorgang- of noodwoning van het lokaal bestuur.
Verslag aantal personen in begeleiding
Dienst woonbegeleiding
***********
x
x
x
x
x
OCMW
Deel 3 - D-19
OPERATIONELE DOELSTELLING Het lokaal bestuur streeft naar een voldoende aanbod aan betaalbare kwalitatieve woningen. Acties
Indicator
Promotor
Budget
2008
2009
2010
2011
2012
2013
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Het lokaal bestuur streeft naar een permanente uitbreiding van een gemengd sociaal huisvestingsaanbod.
Aanbod sociale huisvesting
Dienst huisvesting gemeente
Zie begroting gemeente
Binnen het Sociaal Huis wordt een woonloket uitgebouwd waar burgers 1ste lijns informatie krijgen over huurwetgeving,woonkwaliteit, huisvestingspremies, sociale huisvesting.
Aantal contact operationeel woonloket
Coördinator Sociaal Huis/woonbegeleiding OCMW
***********
Voor financieel zwakke groepen wordt een financieel steunpakket uitgebouwd: huursubsidie / verstrekking van huurwaarborgen/ installatiepremies.
Aantal personen die een financieel steunpakket krijgen + budget
OCMW
Zie begroting gemeente
x
x
x
x
x
x
Er worden jaarlijks vanuit het Lokaal Bestuur in samenwerking met het Lokaal Gezondheidsoverleg (LOGO) concrete preventieve acties ondernomen om ongezonde woonsituaties te vermijden.
Aantal preventieve acties jaarlijks gerealiseerd
Dienst huisvesting gemeente/woonbegeleiding OCMW
Zie begroting gemeente
x
x
x
x
x
x
Deel 3 - D-20
OPERATIONELE DOELSTELLING: Het lokaal bestuur wil het overleg tussen de verschillende actoren op het vlak van huisvesting stimuleren. Acties Wetteren richt vanuit het lokaal bestuur een lokaal woonoverleg op die initiatieven neemt om het aanbod aan betaalbare kwalitatieve woningen te verhogen. In dit overleg wordt bijzondere aandacht besteed aan de woononzekerheid van sociale risicogroepen.
Indicator
Promotor
Verslagen lokaal woonoverleg
Dienst Huisvesting Gemeente
Budget *********
2008
2009
2010
2011
2012
2013
x
OPERATIONELE DOELSTELLING: Het lokaal bestuur bouwt binnen de mogelijkheden van de programmatie van de hogere overheid een aanbod uit aan woonvormen voor ouderen dat een antwoord biedt aan de vergrijzinggolven. Acties
Indicator
Promotor
Zie ‘ouderen’ en ‘thuiszorg’
Deel 3 - D-21
Budget
2008
2009
2010
2011
2012
2013
STRATEGISCHE DOELSTELLING 5: WETTEREN WIL OUDEREN ZORG BIEDEN OP MAAT. OPERATIONELE DOELSTELLING: Het lokale bestuur wil ouderen actief bij het beleid betrekken. Acties
Indicator
Promotor
Budget
2008
2009
2010
2011
2012
2013
De ouderenadviesraad krijgt actief inspraak in de uitvoering van het ouderenbeleidsplan.
Verslagen adviesraden en verslagen gemeenteraad
Ouderenbeleidscoördinator
***********
x
x
x
x
x
x
Een ouderenbeleidcoördinator ondersteunt de ouderenadviesraad en neemt initiatieven om de actieve participatie van ouderen te bevorderen.
Aantal initiatieven participatie ouderen
Ouderenbeleidscoördinator
zie begroting gemeente
x
x
x
x
x
x
2008
2009
2010
2011
2012
2013
OPERATIONELE DOELSTELLING: Het lokaal bestuur streeft naar een inclusief ouderenbeleid. Acties
Indicator
Promotor
Budget
Het ouderenbeleidsplan wordt geïntegreerd in de diverse plannen van het lokaal bestuur (mobiliteit/ (thuis) zorg/cultuur/sport en recreatie/huisvesting/ruimtelijke planning …)
Verschillende plannen (inclusie in beleidsplannen)
Ouderenbeleidscoördinator
***********
x
x
x
x
x
x
De ouderenadviesraad volgt de uitvoering van het ouderenbeleidsplan op door permanent in dialoog te gaan met de gemeentelijke departementen (mobiliteit/cultuur/ sport en recreatie/huisvesting / ruimtelijke planning) en het OCMW.
Aantal verschillende overlegmomenten
Ouderenbeleidscoördinator
***********
x
x
x
x
x
x
Deel 3 - D-22
OPERATIONELE DOELSTELLING Het lokaal bestuur creëert samen met zijn partners een ruim aanbod aan vorming- en recreatieve activiteiten gericht naar 60plussers. Acties
Indicator
Promotor
Budget
2008
2009
2010
2011
2012
2013
x
x
x
x
x
Het lokaal bestuur stelt alle 60-plussers een vrijetijdspas ter beschikking die toegang verleent tot een gereduceerd (betaalbaar) aanbod aan recreatie/cultuur/sport.
Lijst personen met een vrijetijdspas
Ouderenbeleidscoördi-
Het lokaal bestuur ondersteunt de organisaties die zich richten naar ouderen (ontspanning-recreatiesport-vorming-cultuur-bewegingswerkingbelangenbehartiging…) door het ter beschikking stellen van toegankelijke en kwalitatieve lokalen.
Ja/neen
Ouderenbeleidscoördinator
x
x
x
x
Het lokaal bestuur bouwt een lokaal dienstencentrum uit dat kansen biedt tot ontmoeting, vorming, informatie, ontspanning en recreatie met als doel de maatschappelijke participatie van de gebruikers te verhogen ongeacht hun afkomst, overtuiging of financiële draagkracht.
Uitgewerkt lokaal dienstencentrum
Centrumleider dienstencentrum
x
x
x
x
Het lokaal dienstencentrum bouwt een vrijwilligerswerking uit.
Vrijwilligers socio- culturele organisaties
Centrumleider/
x
x
x
x
nator
Ouderenbeleidscoördina -tor
Deel 3 - D-23
OPERATIONELE DOELSTELLING: Het lokaal bestuur wil dat ouderen zolang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven door samen met de lokale zorgverstrekkers zorg te bieden op maat. Acties
Promotor
Budget
Ja/neen
Ouderenbeleidscoördinator
Begroting gemeente /sociaal huis
Het lokaal bestuur neemt jaarlijks initiatieven samen met zijn partners in de thuiszorg op het vlak van valpreventie.
Het aantal jaarlijkse initiatieven
Ouderenbeleidscoördinator
Begroting gemeente /sociaal Huis
x
De ouderenbeleidscoördinator bezoekt alle 80jarigen om hen informatie te bezorgen over het hulp- en dienstverleningsaanbod.
% bezochte 80jarigen + verslag met kwalitatieve en kwantitatieve data
Ouderenbeleidscoördinator
Begroting gemeente /Sociaal Huis
x
Het lokale aanbod gericht naar ouderen (dienst en hulpverlening/zorg/recreatie/vorming/…) wordt gecommuniceerd naar alle 60-plussers.
Indicator
2008
2009
2010
2011
2012
2013
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Zie ook strategische planning ‘thuiszorg’. • Zorgcoördinatie • Mantelzorg en vrijwilligerswerk • Lokaal dienstencentrum • Dagverzorgingscentrum • Kortverblijf
Deel 3 - D-24
OPERATIONELE DOELSTELLING: Het lokaal bestuur bouwt binnen de mogelijkheden van de programmatie van de hogere overheid een aanbod uit aan woonvormen voor ouderen dat een antwoord biedt aan de vergrijzinggolven en de zorgbehoefte. Acties
Indicator
Promotor
Budget
Het lokaal bestuur breidt samen met de private sector het aanbod aan zorgflats uit met 50 wooneenheden.
Aantal zorgflats
Comité bejaardenvoorzieninge n + lokaal woonoverleg
Begroting OCMW
Het lokaal bestuur geeft bij de toewijzing van residentiële zorg in het rusthuis voorrang aan de meest zorgbehoevende.
Ja/neen
Rusthuisdirecteur OCMW – bijzonder comité bejaardenvoorziening
********
Deel 3 - D-25
2008
2009
2010
2011
2012
2013
(x)
(x)
x
x
x
x
x
x
x
x
x
STRATEGISCHE DOELSTELLING 6: WETTEREN TOEGANKELIJK IS VOOR ALLE BURGERS.
WIL ER VOOR ZORGEN DAT KWALITATIEVE KINDEROPVANG BESCHIKBAAR EN
OPERATIONELE DOELSTELLING: Het lokale bestuur wil door overleg tussen gebruikers en aanbieders van kinderopvang, de middenveldorganisaties, de werkgevers en werknemersorganisaties het aanbod kinderopvang beter afstemmen op de noden. Acties Minstens 3 maal per jaar komt het Lokaal Overleg Kinderopvang samen om de voortgang van het beleidsplan kinderopvang te evalueren en bij te sturen.
Indicator Aantal Bijeenkomsten LOK
Promotor Coördinator kinderopvang
Deel 3 - D-26
Budget
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Begroting gemeente
x
x
x
x
x
x
OPERATIONELE DOELSTELLING: Het lokaal bestuur coördineert het aanbod kinderopvang. Acties
Indicator
Promotor
Het lokale aanbod kinderopvang wordt gecoördineerd aangeboden vanuit het Sociaal Huis.
Uitgewerkt Sociaal Huis
Coördinator Kinderopvang
Vanuit het Sociaal Huis wordt het lokale aanbod kinderopvang en de vrije plaatsen op permanente wijze geïnventariseerd en gecommuniceerd.
Tussentijdse inventarisaties aanbod kinderopvang
Coördinator Kinderopvang
Er wordt een coördinator vrijgesteld die instaat voor het beleidsvoorbereidend werk, de afstemming op lokaal niveau en de integrale kwaliteitszorg binnen de diverse kinderopvanginitiatieven van het lokaal bestuur.
Beslissing schepencollege en gemeenteraad
Gemeente
Deel 3 - D-27
Budget
2008
2009
2010
2011
2012
2013
************
x
x
x
x
x
************
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
(x)
OPERATIONELE DOELSTELLING Het lokaal bestuur wil het aantal kinderopvangplaatsen afstemmen op de effectieve lokale behoeften. Acties
Budget
2008
Sociale dienst OCMW
************
x
Het lokaal bestuur wil het lokale aanbod aan kinderopvanginitiatieven beter op elkaar afstemmen.
Coördinator kinderopvang
************
x
Door samenwerking en afstemming tussen het aanbod IBO, de gemeentelijke speelpleinwerking, sportkampen vanuit de gemeentelijke sportdienst en Grappelpas- activiteiten wordt het aanbod kinderopvang 3-12 jarigen tijdens vakantieperiodes geoptimaliseerd.
Coördinator kinderopvang
************
Er wordt een behoefteonderzoek ‘lokaal aanbod kinderopvang’ uitgevoerd bij ouders en opvoeders van kinderen tussen 0 en 12 waarbij gepeild wordt naar de sterkten en zwakten, knelpunten, noden en behoeften van het aanbod kinderopvang.
Indicator Resultaten onderzoek
Promotor
Deel 3 - D-28
2009
2010
2011
2012
2013
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
OPERATIONELE DOELSTELLING: Het lokaal bestuur breidt het aanbod kinderopvang uit. Acties
Indicator
Promotor
Budget
Het lokaal bestuur breidt het aanbod buitenschoolse kinderopvang uit tijdens de vakantiemaanden juli en augustus.
Evolutie aanbod buitenschoolse kinderopvang
IBO
Begroting gemeente
Er worden jaarlijks wervingcampagnes georganiseerd om onthaalouders dagopvang.
De jaarlijkse campagnes
Dienst opvanggezinnen Gemeente
Begroting gemeente
Het lokaal bestuur onderzoekt de mogelijkheid om werkgevers mee te laten participeren in de uitbouw van het lokale aanbod kinderopvang.
Bijeenkomsten werkgevers en gemeente
Coördinator kinderopvang
***********
Het lokaal bestuur neemt initiatieven om het aanbod flexibele en occasionele kinderopvang uit te bouwen. Binnen dit project wordt bijzondere aandacht besteed aan kansengroepen.
Aantal opvangplaatsen
Coördinator kinderopvang
Begroting gemeente
Deel 3 - D-29
2008
x
(x)
2009
2010
2011
2012
2013
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
STRATEGISCHE DOELSTELLING 7: WETTEREN GEZONDHEIDSZORG.
WIL IEDERE BURGER TOEGANG VERLENEN TOT DE CURATIEVE EN PREVENTIEVE
OPERATIONELE DOELSTELLING Het lokaal bestuur werkt samen met het LOGO (lokaal Gezondheidsoverleg) en zijn partners die binnen de preventieve gezondheidszorg actief zijn een actieplan uit (operationele doelstelling). Acties
Indicator
Promotor
Budget
Jaarlijks wordt de Vlaamse borstkankerscreening bij vrouwen ouder dan 50 jaar via de lokale mediakanalen
2008
2009
2010
2011
2012
2013
x
x
x
x
x
x
Projecten borstkankerpreventie die worden georganiseerd door ouderen- en vrouwenorganisaties worden gesubsidieerd door het lokaal bestuur.
Aantal gesubsidieerde activiteiten + aantal deelnemers aan de activiteiten
OCMW
Begroting OCMW
x
x
x
x
x
x
Tabakspreventie, alcohol- en drugpreventiecampagnes binnen de scholen worden gestimuleerd via logistieke en financiële incentives.
Financiële en logistieke acties
Gemeente/OCMW
Begroting gemeente
x
x
x
x
x
x
Het lokaal bestuur werkt samen met het LOGO, het SIT en de ouderenadviesraad een lokaal valpreventie programma uit gericht naar ouderen.
Lokaal valpreventiepr ogramma
Ouderenbeleidscoordinator
Begroting gemeente
x
x
x
x
x
Met Kind en Gezin wordt een overeenkomst afgesloten om aan kansengroepen 1ste leeftijdsmelk ter beschikking te stellen.
Overeenkomst Kind en Gezin + jaarlijks aantal gebruikers
OCMW
Begroting OCMW
x
x
x
x
x
Deel 3 - D-30
x
STRATEGISCHE DOELSTELLING 8: WETTEREN GEZONDHEIDSZORG.
WIL IEDERE BURGER TOEGANG VERLENEN TOT DE CURATIEVE EN PREVENTIEVE
vervolg Er worden jaarlijks vanuit het Lokaal Bestuur in samenwerking met het Lokaal Gezondheidsoverleg (LOGO) en huisvestingsactoren concrete preventieve acties ondernomen om ongezonde woonsituaties te vermijden.
Aantal preventieve acties
Lokaal woonoverleg
Deel 3 - D-31
Begroting gemeente
x
x
x
x
x
OPERATIONELE DOELSTELLING Het lokaal bestuur wil een kwalitatief lokaal curatief gezondheidsaanbod uitbouwen en bestendigen (operationele doelstelling). Acties
Indicator
Promotor
Het lokaal bestuur streeft naar het behoud van het huidige aanbod aan ziekenhuisspecialismen en – diensten in het ASZ –campus Wetteren.
Het aanbod diensten in het ziekenhuis
Vertegenwoordigers lokaal bestuur in beheerraad ziekenhuis
Het OCMW verstrekt aan kansengroepen tussenkomst in medische, paramedische, farmaceutische en hospitalisatie kosten.
Aantal jaarlijkse financiële +gerechtelijke tussenkomsten
OCMW
Deel 3 - D-32
Budget
Begroting OCMW
2008
2009
2010
2011
2012
2013
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x