Vakantiewerk in het mkb 2004
Koninklijke Vereniging MKB-Nederland Delft, 3 augustus 2004 Contactpersoon: dhr. drs. A. van Delft ': 015 – 21 91 255, e-mail:
[email protected] © Copyright Koninklijke Vereniging MKB-Nederland, augustus 2004 Vermenigvuldiging van (delen van) deze uitgave is toegestaan, mits met bronvermelding. Hoewel aan de samenstelling van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, kan voor de inhoud geen aansprakelijkheid worden aanvaard. Aan de inhoud kunnen ook geen rechten worden ontleend.
Vakantiewerk in het mkb 2004
Samenvatting en conclusies TNS/NIPO heeft in opdracht van MKB-Nederland halverwege dit zomerseizoen onderzoek gedaan onder mkb-bedrijven/organisaties tot 100 werknemers naar de inzet van vakantiewerkers, i.c. scholieren en studenten. Het onderzoek heeft zich toegespitst op bedrijven met minimaal één personeelslid in loondienst in de sectoren detailhandel, horeca, recreatie en toerisme, (thuis)zorg, zakelijke dienstverlening, industrie en groothandel/transport. Deze bedrijven (in totaal ruim 300.000 met 2.6 miljoen werknemers) maken de helft uit van het midden- en kleinbedrijf (incl. bedrijven zonder personeel). Het onderzoek 2004 is een herhaling van het kwantitatieve deel van het onderzoek naar vakantiewerk zoals gehouden in 2002.
Van de onderzochte bedrijven in de betreffende sectoren geeft 12% (39.000 bedrijven) aan vakantiewerkers in dienst te hebben c.q. in dienst te nemen in dit zomerseizoen. Het aantal vakantiewerkers dat in 2004 werkzaam is in mkb-bedrijven/organisaties tot 100 werknemers in de betreffende sectoren bedraagt circa 240.000. Dit is bijna 10% van de reguliere werkgelegenheid in de betreffende sectoren. Gemiddeld nemen de bedrijven gespreid over de zomerperiode 6.2 vakantiewerkers aan, waarbij de duur van het dienstverband per vakantiewerker kan variëren. Gemiddeld werkt de vakantiewerker 5.6 weken in het bedrijf/de organisatie. In 2002 bedroeg de gemiddelde periode 5.9 weken.
Het aantal vakantiewerkers nam in 2004 in vergelijking met 2003 af met 50.000 en in 2003 in vergelijking met 2002 met 70.000. De daling dit jaar is in absolute en procentuele zin (- 17% t.o.v. -19% vorig jaar) iets minder sterk. MKB-Nederland veronderstelt dat dit samenhangt met een enigszins gestabiliseerde/licht verbeterde conjunctuur. Van de vakantiewerkers werkt 27% in de horeca, recreatie en toerisme, 24% in de detailhandel en 23% in de (thuis)zorg. In de horeca, recreatie en toerisme gaat het vooral om vakantiewerk samenhangend met seizoensgebonden activiteiten. In de
MKB-Nederland, 3 augustus 2004
2
Vakantiewerk in het mkb 2004
detailhandel en (thuis)zorg om vervanging van vast personeel dat met vakantie gaat/in de zomerperiode vrijaf neemt. In absolute zin is er een sterke afname van het aantal vakantiewerkers in 2004 ten opzichte va n 2002 in de zakelijke dienstverlening (-42.000) en de detailhandel (-39.000). De (thuis)zorg laat daarentegen als ‘groeisector’ tegen de stroom in een sterke stijging van het aantal vakantiewerkers zien (+ 19.000).
MKB-Nederland
constateert dat de ontwikkeling in het volume vakantiewerk een afspiegeling is van ontwikkelingen qua werkgelegenheid en vacatures in de betreffende sectoren. Zo hebben zakelijke dienstverlening en detailhandel in de afgelopen twee jaar een -sterke- daling van werkgelegenheid en vacatures te zien gegeven, terwijl deze in de (thuis)zorg toenamen.
MKB-Nederland
constateert
tevens
dat
vakantiewerk
zeer
sterk
conjunctuurafhankelijk is, ondanks het feit dat veel vakantiewerk betrekking heeft op seizoensgebonden activiteiten die relatief conjunctuuronafhankelijk zijn, en in een periode van een krappe arbeidsmarkt soelaas moet bieden voor de knelpuntvacatures en het wegwerken van achterstanden in productie en dienstverlening. De zeer sterke conjunctuurgevoeligheid blijkt wel uit het feit dat het vakantiewerk in de afgelopen twee jaar met ruim 30% is verminderd tegenover een afname van 6% reguliere werkgelegenheid.
MKB-Nederland heeft daarnaast onderzoek gedaan naar de voorlichtende rol van branche-organisaties richting hun leden (ondernemers) over vakantiewerk(ers). Bijna tweederde van de branche-organisaties, die de betreffende sectoren representeren, heeft
de
leden
geïnformeerd
over
de
aandachtspunten/verplichtingen
die
samenhangen met het in dienst nemen van vakantiewerkers van 18 ja ar en jonger. De voorlichting heeft vooral betrekking gehad op de toegestane arbeidstijden voor jongeren (100%), de van toepassing zijnde arbeidsomstandigheden/veiligheidseisen (91%) en de mogelijkheden/verplichtingen per leeftijdscategorie (73%).
MKB-Nederland, 3 augustus 2004
3
Vakantiewerk in het mkb 2004
Inleiding Halverwege het zomerseizoen hebben veel bedrijven, met name in de sectoren horeca, recreatie en toerisme, detailhandel en (thuis)zorg, voor deze periode vakantiekrachten aangetrokken. TNS/NIPO heeft in opdracht van MKB-Nederland onderzoek gedaan onder mkbbedrijven/organisaties tot 100 werknemers naar de inzet van vakantiewerkers, i.c. scholieren en studenten, dit zomerseizoen. Het onderzoek 2004 is een herhaling van het kwantitatieve deel van het onderzoek naar vakantiewerk zoals gehouden in 2002. Aangezien in het onderzoek 2004 ook vragen gesteld zijn over vakantiewerk in 2003 kan op diverse variabelen de trend over de afgelopen drie jaar worden neergezet. Daarbij is de vraag interessant op welke wijze de conjunctuur, met een snel stijgend verlies aan arbeidsplaatsen en een sterk ingezakte vacaturemarkt, doorgewerkt heeft c.q. doorwerkt op de vraag naar vakantiekrachten. Het onderzoek heeft zich toegespitst op bedrijven met minimaal één personeelslid in loondienst in de sectoren detailhandel, horeca, recreatie en toerisme, (thuis)zorg, zakelijke dienstverlening, industrie en groothandel/transport. Deze bedrijven (in totaal ruim 300.000 met 2.6 miljoen werknemers) maken de helft uit van het midden- en kleinbedrijf (incl. bedrijven zonder personeel). De sectoren bouw en auto/reparatiebedrijven zijn, mede vanwege het verwachte -lage- aantal vakantiewerkers, buiten beschouwing gebleven. Tevens is de agrarische sector niet in het onderzoek betrokken, een sector waar naast seizoenswerkers ook vakantiekrachte n werkzaam zijn. Daarnaast heeft MKB-Nederland onderzocht hoe branches hun leden (ondernemers) hebben voorgelicht over het in dienst nemen van vakantiewerkers.
MKB-Nederland, 3 augustus 2004
4
Vakantiewerk in het mkb 2004
Vakantiewerk in het mkb 2004 Bedrijven met vakantiewerkers Van de onderzochte bedrijven in de betreffende sectoren geeft 12% (39.000 bedrijven) aan vakantiewerkers in dienst te hebben c.q. in dienst te nemen in dit zomerseizoen. De sectoren horeca, recreatie en toerisme en (thuis)zorg scoren daarbij boven het gemiddelde, ruim een kwart van bedrijven met vakantiewerk bevindt zich in de horeca en (thuis)zorg. In 2003 bedroeg het percentage bedrijven in de betreffende sectoren dat vakantiewerkers aantrok 14 en in 2002 15. Er is dus sprake van een verdere daling van het percentage bedrijven dat vakantiewerkers aantrekt. Naar grootteklasse onderscheiden, neemt in de categorie 2-9 werknemers 7% van de bedrijven in de betreffende sectoren vakantiewerkers in dienst, in de categorie 10-49 werknemers 18% van de bedrijven en in de categorie 50-99 werknemers 23%.
Aantal vakantiewerkers Het aantal vakantiewerkers dat in 2004 in mkb-bedrijven/organisaties tot 100 werknemers in de betreffende sectoren werkt, bedraagt circa 240.000. Gemiddeld nemen de bedrijven 6.2 vakantiewerkers aan. Voor het kleinbedrijf ligt het gemiddelde op 2.7, voor bedrijven in de grootteklasse 10-49 op 6.4 en voor bedrijven in de grootteklasse 50-99 werknemers op 9.1. In 2003 bedroeg het aantal vakantiewerkers circa 290.000 (gemiddeld 6.7 vakantiewerkers) en 360.000 in 2002 (gemiddeld 7.7 vakantiewerkers). Het aantal vakantiewerkers nam in 2004 in vergelijking met 2003 af met 50.000 en in 2003 in vergelijking met 2002 met 70.000. Naast een afname van het percentage bedrijven
met
vakantiewerkers
is
de
afname
van
het
gemiddeld
aantal
vakantiewerkers per bedrijf oorzaak van de -verdere- daling. Overigens is de daling dit jaar in absolute en procentuele zin (- 17% t.o.v. -19% vorig jaar) iets minder sterk. Dit kan duiden op een enigszins gestabiliseerde/licht verbeterde conjunctuur.
MKB-Nederland, 3 augustus 2004
5
Vakantiewerk in het mkb 2004
Dienstverband vakantiewerker In 48% van de bedrijven werkt de vakantiewerker tussen de 6-10 weken, in 29% van de bedrijven 4 weken en in 13% van de bedrijven 2-3 weken. Gemiddeld werkt de vakantiewerker 5.6 weken in het bedrijf/de organisatie. Het gaat hierbij (gedeeltelijk) om opeenvolgende dienstverbanden en om een samenloop van dienstverbanden. Gelet op de duur van het gemiddelde dienstverband zal veelal van het laatste sprake zijn. In 2002 bedroeg de gemiddelde periode 5.9 weken.
Vakantiewerkers naar sectoren Van de vakantiewerkers werkt 27% in de horeca, recreatie en toerisme, 24% in de detailhandel, 23% in de (thuis)zorg, 14% in de groothandel/transport, 8% in de zakelijke dienstverlening en 3% in de industrie. In 2002 bedroegen deze percentages respectieve lijk 24, 27, 10, 16, 17 en 5. Er is sprake van een sterke toename van het percentage vakantiewerkers in de (thuis)zorg en toename in horeca, recreatie en toerisme en een sterke afname in de zakelijke dienstverlening en afname in detailhandel, groothandel/transport en industrie.
Tabel: Aantal vakantiewerkers naar sector Sector Horeca, recreatie en toerisme Detailhandel Thuis(zorg) Groothandel/transport Zakelijke dienstverlening Industrie Totaal afgerond Gemiddeld
2004 65.000 58.000 55.000 34.000 19.000 7.000 240.000 6.2
2002 86.000 97.000 36.000 58.000 61.000 18.000 360.000 7.7
Verschil 2004-2002 - 21.000 - 39.000 +19.000 - 24.000 - 42.000 - 11.000 -120.000
Ruim de helft van de vakantiewerkers heeft een baan in de horeca of detailhandel en een kwart in de (thuis)zorg. In horeca, recreatie en toerisme gaat het vooral om vakantiewerk samenhangend met seizoensgebonden activiteiten. In de detailhandel en (thuis)zorg om vervanging van vast personeel dat met vakantie gaat/in de zomerperiode vrijaf neemt. MKB-Nederland, 3 augustus 2004
6
Vakantiewerk in het mkb 2004
In absolute zin is er een sterke afname van het aantal vakantiewerkers in 2004 ten opzichte van 2002 in de zakelijke dienstverlening (-42.000), de detailhandel (-39.000) en groothandel/transport (-24.000). Deze sectoren hebben de afgelopen jaren ook een sterke daling van werkgelegenheid en vacatures te zien gegeven. De daling in de horeca, recreatie en toerisme (-21.000) valt mee vanwege het sterke seizoenseffect in deze sector, waardoor vakantiewerk verhoudingsgewijs minder conjunctuurgevoelig is (echter wel weer ‘weersgevoelig’ kan zijn). De (thuis)zorg laat als ‘groeisector’ tegen de stroom in een sterke stijging van het aantal vakantiewerkers zien (+ 19.000).
Voorlichting en informatie over vakantiewerk(ers) door de branche organisaties Om een beeld te krijgen van de informerende en voorlichtende rol die brancheorganisaties dit jaar naar hun leden vervullen op het vlak van vakantiewerk is een enquête uitgezet onder de relevante branche-organisaties, aangesloten bij MKBNederland, die de betreffende sectoren representeren. Bijna tweederde van de branche-organisaties heeft de leden geïnformeerd over de aandachtspunten/verplichtingen die samenhangen met het in dienst nemen van vakantiewerkers van 18 jaar en jonger. De branche-organisaties die dat achterwege hebben gelaten geven aan dat vakantiewerk in hun (sub)branche te verwaarlozen is dan wel dat er niet of nauwelijks vragen van de leden komen ten aanzien van vakantiewerk. 90% van de branches heeft informatie verstrekt via het brancheblad én via de website en 27% via een aparte mailing. De voorlichting heeft vooral betrekking gehad op de toegestane arbeidstijden voor jongeren (100%), de van toepassing zijnde arbeidsomstandigheden/veiligheidseisen (91%) en de mogelijkheden/verplichtingen per leeftijdscategorie (73%). Van de branche-organisaties vindt 84% voldoende te zijn toegerust om zelf adequaat voorlichting te geven en op eventuele vragen van leden over vakantiewerk in te gaan. Van de branche-organisaties heeft vorig jaar 63% vragen van leden gehad over vakantiewerkers. De vragen hadden in hoofdzaak betrekking op van toepassing zijnde arbeidstijden en arbeidsvoorwaarden (w.o. model arbeidsovereenkomst).
MKB-Nederland, 3 augustus 2004
7