Gemeente Delft
Retouradres: Wijk- en Stadszaken, Postbus 340, 2600 AH Delft
Gemeenteraad van Delft
"V'(^-
Kopie
Gemunte Delft
2 2 SEP 20Q9 Paq.M\}Mm Preduetnr.
Datum
Ondanverp
07-09-09
Toezending stukken ter informatie
Ons kenmerk
1032171 Uw brief van Uw kenmerk Bijlage
Geachte dames en heren,
Ter informatie zenden wij u de Visie openbare ruimte Delft en de l^ota Zienswijzen. We bieden u deze nota aan, met ambitie en gericht op l<waliteit van de stad, voor de komende 10 a 20 jaar. De nota geeft de vaste koers van het beleid aan, ook in de huidige, voor de gemeente moeilijke financiële Hoogachtend. het college van burgemeester
wethouders van Delft,
, burgemeester
ir. A.L Koning I.b. , secretaris
mr. drs. H.G.LM. Camps
-A-^
^m •.*. >
•.:":
^^
t
1^
f,-*'?'
VZ>^%
-
' ~ US'-'* -r^.
V".
^
*iaf
; -!aS^^_
^-S
5_, •.. .
:.
I
i:' '-^^"•^^'C-^i ^''f,H ^i^''^^J&
V-
L
- ' . " - v ^ ' " " '
'•"'•'•
. ' ï 'V ^.Sf\,
V'" .^^••* 1
' ' T * " - ---11"
' ^ 'W ï '
!•
Colofon
Visfe openbare ruimte Delft Vastgesteld door het CoUege van B&W Delft 15 september 2009 ®'"
Ontwerp: Vakfeam Ruimtelijke Ordenina Gemeente Delft Ambtelijk opdrachtgever Sectortioofd Stadsbeheer Gemeente Delft Bestuurlijk opdraclitgeverAnne Koning Wethouder Ruimtelijke Ordening Gemeente Delft
Inhou
^^.^.v^ '-'- ; .
X'i^^^J-'\',
,^
rf , 1
-
ï' € f''^^
:-t™ -f:-VSi. r'""
- -2,;
^
e 't .
^r7°v t.
i rf ' ? i ^
A 1^.'
f
"»
"
Betelkenis openbare ruimte voor Delft
, ,
/:••
Een aantrekkelijke'en uitnodigende openbare juimte is essentieel ^, voor de ontwikkeling van de stad in het algemeen en voor, de • / 1 ' persoonlijke ontwikkeling van de inwoners^van Delft in tiet bijzonder 'De openbare ruimte is tiet visitekaartje van de stad.- Het is déruimte waarin je je vrij kant vejplaatéen tussen gebouwen binnen de stad. i-jet is ook de ruimtelwaar ontmoetingen plaats vinden en waar . culture(é\everiementeri worden georganiseerd. De openbare ruimte^is: -' tegelijkertijd van iedereen en van niemand, een coilectieve-omgevirig waar men wordt geconfronteerd met gezamenlijke omgangsvormen, waarden en normen. Delft is een compacte stad zonder uitbrèidingsmogelljkhederi:iGfoei van het aantal woningen eii arbeidsplaatsen betekent verdichten binnen de gemeentegrenzen. Dat legt druk op de kwantiteit en de kvjaliteit van de openbar&^ruimte: •, Ruimte is in Delft een schaars goed'waarmee creatief en zorgvuldig moet worden omgegaan. Hefóntwlkkelen en handhaven vaneen kwalitatief hoogwaardige openifafe^füimte vraagt dan ook visie en het vermogen om keuzes te;nfa(<en:'^baarom is dé voorliggende Visie Openbare Ruimte (VOR) opgesteld..
Definitie openbare ruimte voor Delft In deze visie wordt onderopenbare ruimte verstaan alle vrij toegankelijke buitenruimte binnen de gemeente Delft: stegen, straten, singels, grachten, wegen, plantsoenen, pleinen, parken, (sport)velden en watergangen. Bestoten, private buitenruimten vallen daarmee buiten de reikwijdte van de visie.
Ontmoetingen nnet Delft 2030
s.-.
Doel van de visie
A c h t e r g r o n d van de visie
Deze Visie Openbare Ruimte is een uitwerking van de Ruimtelijke Structuurvisie Delft en volgt de thema's (verbonden, duurzaam en dynamisch) die ook de RSVD als leidraad heeft. De nota geeft een samenhangende visie op de verschillende sectorale ambities op het gebied van openbare ruimte en tegt het verband tussen deze ambities en de kenmerken van onderdelen van de stad. De visie benoemt opgaven en ambities en vormt de onderlegger en het toetsingskader voor projecten, programma's en toekomstig beleid in de openbare ruimte.
VtsiB 1993/1998 De laatste visie op de openbare ruimte van Delft dateert uit 1998 als onderdeel van het "Handboek openbare njimte' van de stad. Het was een visie op hoofdlijnen met drie pijlers: vlakken, lijnen en punten, verwijzend naar de buurten, de structuur en de entrees van de stad.
Het beoogde effect van de Visie Openbare Ruimte is het verbeteren van de openbare ruimte van de stad qua gebruik, ontwerp, inrichting en beheer
RSVD Parallel aan het opstellen van deze visie Is de Ruimtelijke Structruurvisie Delft {RSVD) opgesteld. Het eerste deel, de Houtskoolschets, is besproken door de raad in het najaar van 2008. In dat document is het streefbeeld van Delft getypeerd als een verbonden, dynamische, duurzame stad. In de Visie Openbare Ruimte Is deze benoemde essentie van de structuur en het gebruik van de stad versterkt.
(kmesile Kift
1030 . n
Coalitieakkoord De coalitie heeft in het programma-akkoord met als motto 'ruimte zien en ruimte maken' een grote nadruk gelegd op het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte.
h'~-
\.j,Z
Inleiding
•;
Ambitie nota Ats eerste stap naar de Visie Openbare Ruimte, is een Ambitienota opgesteld. Daarin zijn de ambities benoemd van de gemeente Delft voor de openbare ruimte en per ambitie de opgaven en uitgangspunten gefonnuleerd. Om keuzes te kunnen maken en een visie op te stellen zijn prioriteiten gesteld en is aangegeven welke ruimtelijke en functionele kwaliteit gewenst Is. De ambities zijn geordend volgens de drie thema's die samen het streeftseeld van Delft borgen: duurzaam, verbonden en dynamisch.
Duurzaam: de kracht van de plek, 'genius loei' Deze ambitie spreekt zich uit over een toekomstgerichte opbouw van de stad en een duurzame inrichting van de openbare ruimte. De opgaven vanuit deze ambitie: - Versterken identiteit van Delft. Gebiedsgericht, sterke punten benadrukken, integraal onïive/pen. -Leefbare Stad. Samen veilig, hoge toegankelijkheid, flexibel en toekomstgericht. - Gezonde Stad. Ecdogisch netwerk, langzaam verkeer en openbaar ven/oer, kwalitatief hoogwaardig groen en water, kwantiteit groen behouden, economisch gezond.
Verbonden: Herkenbare leesbare structuur Delft
Dynamisch: Uitnodigen tot ontmoeting en verblijven
De kwaliteit van de openbare ruimte van een stad betreft niet alleen de afzonderiijke straten en pleinen, maar het stelsel van openbare ruimtes als geheel en hun betekenis. Leesbaarheid van een stad betekent dat duidelijk te herkennen is welke rol wegen, straten, pleinen en groen hebben op verschillende niveaus in de stad.
Verblijven in de stad en buurt krijgt de pnsminente rol die het verdient. Het is van groot belang dat de openbare ruimte goed toegankelijk is en en uitnodigt tot ontmoeting en verblijf Openbare ruimte is meer dan verplaatsingsnjimte, meer dan wegen en verbindingen, meer dan steen en groen. Het is een ondendeel van de ruimte voor wonen, wertten, spelen en uitgaan; onderdeel van de leefomgeving van de bewoners en bezoekers van Delft. De behoefte aan het meer bruikbaar maken van de (beperkte) openbare ruimte voor verijlijven en ontmoeten is groot.
De opgaven vanuit deze ambitie: - Verduidelijken onderscheid lagen. Combinatie en hiërarchie van routes en plekken, g&biedsgericttt.
De opgaven vanuit deze ambitie: -Multifunctionele Openbare Ruimte. Centrale plekken in de wijk, podium van de stad, ruimte voor ontplooiing -Menging van gebruikers. Ruimte voor recreatie en verblijven, mimte voorspelen, ruimte voor voetgangers, ruimte voor multiculturele doelgroepen en mimte voor ondernemen -Aantrekkelijke openbare ruimte. Differentiatie beeldkwaliteit inrichting en beheer, adoptie en participatie, karakteristiek van de locatie versterken, kwalitatief hoogwaardige groen/water voorziening, kwantiteit groen behouden
-Verbindingen van binnen de stad naar buiten en binnen de stad zelf. Routes fadliteren, barrières opheffen - Overzichtelijke openbare ruimte. Overvloed aan obstakels voorkomen.
Inleiding
lUS^fiVjR^Jl-^
Inkadering De Visie Openbare Ruimte vertaalt de ambities en opgaven naar uitgangspunten van beleid en leidende principes voor ontwerp, inrichting en beheer, uitgewerkt naar de ruimtelijke structuur, de verschillende gebieden en de bijzondere pari<en en pleinen van Delft. De visie wordt aangevuld met een uitvoeringsprogramma opgedeeld In Beleid, Programma's en Sleutelprojecten. De visie geeft richting op vijf ten"einen: beleid, projecten, ruimtelijke structuurvisie, inrichting en l^^i^eer en extern overieg.
Vervolg Resultaat Een actuele, Integrale Visie Openbare Ruimte Delft als onderlegger voor vigerende en toekomstige sectorale beleidskaders. - Overkoepeling van sectorale beleidsuitspraken over de openbare ruimte - Vervanging dan wel nadere uitwerking v^n het visledeel uit handboek inrichting Openbare ruimte stad/binnenstad uit 1998/1993 - Kader voor nieuw handboek inrichting openbare ruimte - Kader voor beheersplannen openbare ruimte Het legt hiemiee de basis om sectorale wensen en eisen af te stemmen op de beoogde integrale kwaliteit van de openbare ruimte. De gemeente spreekt daarmee uit dat de in deze visie benoemde principes en uitgangspunten leidend zijn bij het ontwerp, Inrichting en beheer op het gebied van de openbare mimte.
Projecten De Visie Openbare Ruimte dient als basis en inspiratiebron voor alle openbare ruimteplannen die in het kader van projecten in de stad worden ontwikkeld en gerealiseerd. Ruimtelijke Structuur De visie vormt een uitwerking van de Ruimtelijke Structuurvisie Delft. Dit gebeurt door het benoemen van de ruimtelijke kwaliteit, het gebruik en de functie van de openbare ruimte van de stad. Inrichting en beheer De visie zal gebruikt gaan worden als ruimtelijke kader voor het ontwerp, de inrichting, het beheer, het onderhoud van de openbare ruimte in samenhang met de ontwikkeling van de stad. Extern overleg De visie kan worden gebruikt als basis voor overleg met belanghebbenden en betrokkenen op het gebied van de openbare ruimte, zoals bewonersorganisaties, corporaties, ontwikkelaars, ondernermers en anderen.
Beleid Op basis van de visie zullen nieuwe beleidsdocumenten wonden opgesteld voor de inrichting (handboek openbare ruimte) en beheer (beheersplannen) van de openbare ruimte van Delft. De ambitienota en de visie zullen bovendien een rol hebben als naslagwerk en toetsingskader bij alle ingrepen in de openbare mimte in Delft.
Programma's Programma's zijn benoemd om thema's uit de ambitienota en de visie in de stad tot uitvoering te brengen. Sleutelopgaven Sleutelopgaven zijn benoemd voor locaties in de stad waar Ingrepen uit de ambitienota en de visie het grootste effect zullen hebben.
inleiding
Leeswijzer Opbouw visie De voorliggende visie uit 2009 is opgedeeld In de thema's dragers, gebieden en parken en pleinen. Voor elk gedeelte van de stad wordt aangegeven tot welke structuur en / of gebied het behoort en welke eisen gesteld worden aan de openbare ruimte. Visie 1998 Lijnen Vlakken Punten
Visie 2009 Dragers Gebieden Parken en pleinen
De dragers vormen de ruimtelijke hoofdstructuur van de stad, die In de visie Is opgedeeld In drie eenheden: cultuurhistorische drager, moderne drager en dooriopende drager. De cultuurhistorische drager bestaat uit het grachtenstelsel van de binnenstad, deSchIe, de boezemwateriopen en historische routes. De moderne drager bestaat uit de hoofdwegen (auto en spoor) en de boulevards (met en zonder openbaar vervoerbanen). De dooriopende drager Is het continue aanwezige netwerk van groen, blauw en langzaam verkeer kris kras door Delft. De gebieden tussen en rondom de dragers zijn de binnenstad, de woonbuurten en de bedrijfsterreinen. De parken en pleinen hebben vooral betrekking op de ontmoetingsplekken in de stad: de parken en pleinen in en bij de woonbuurten en bedrijfsterreinen.
Opbouw hoofdstukken De hoofdstukken zijn opgebouwd volgens het volgende stramien: Beschrijving betreffende gebied/ thema Elk hoofdstuk begint met een beschrijving van het gebied of thema zelf Relatie met ambitienota Per gebied en of thema worden de meest relevante ambities, opgaven en uitgangspunten benoemd. In elk gebied komen meeste ambities, opgaven en uitgangspunten wel tot uiting. In deze paragraaf worden de belangrijkste genoemd; die punten waarmee dit gebied of thema voorop staat In het vervullen van de betreffende ambitie. Opgaven, kansen en knelpunten V\^t zijn de opgaven, kansen en knelpunten voor de openbare ruimte In het betreffende gebied. Is het probleem of de uitdaging van het gebied of thema vanuit het gebied zelf Een korte probleemanalyse om aan te geven welke ingrepen er nodig zijn.
Visie en leidende principes In deze paragraaf wordt de visie op het gebied beschreven met daarbij aangegeven welke principes leidend zijn en welke aanpak daarvoor nodig is. Kemeigenschappen gebruik Per onderdeel wordt aangegeven welk gebmik de voornaamste rol heeft (doorgaan of verblijven), de onderiinge relaties tussen de verschillende gebmiksvormen, de Intensiteit van het gebruik. Daarnaast is er aandacht voor eventuele reclame-uitingen. Uitvoeringssti^tegie Hier wordt het vervolg op en de uitvoering van de visie omschreven. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in een aanpak via beleidskaders, via programma's of via een sleutelopgave. Kwaliteitsniveau inrichting en beheer Bij elk gebied is benoemd welk kwaliteitsniveau van inrichting en beheer er geldt. Gezien vanuit de ambities, de rol, het gebruik en de betekenis van het betreffende gebied in de stad.
Inleiding
De dragers vormen samen de ruimtelijke hoofdstructuur van de stad Delft. Binnen deze hoofdsttvctuur bevinden zich de woonbuurten, 'bedrijventerreinen, de parken en de voorzieningen. Dé dragers ^vormen nietalleen de"verkeerskundige ontsluiting van-de stad. Ze hebben , naast bereikbaarheid, een belangrijke functie voor de herkenbaarheid en'uitstraling van wijken en buuden, voor het grondgebruik, voor de 'yerblijfskwaliteit in de stad en het sociale leven in de stad. De aanpak van de openbare ruimte van de'dragers zal die betekenis van de dragers ondersteunen, invullen en versterken. ^ ^ In deze visie worden drie groepen van dragers'jh Delft\ ,,, onderscheiden:. . ' "r.:- -' ,,. :% /'w
y
'
Cultuurhistorische dragers - Grachtenstelsel binnenstad - Schie
••;
" .
- Boezemwaterlopen en historische routes Moderne dragers .^^ Hoofdwegen '~ Boulevards Doorlopende drager. -Kriskras netwerk •'•''[ - Regionaal groen''
•''^^' ' ' t -
De historische dragers zijn de oorspronkelijke waterwegen en de daarlangs gelegen wegen, groen en bebouwing. De basis vormt het boezemwaterstelsel vanuit het buitengebied naar de binnenstad en het daar gelegen grachtenstelsel. De moderne dragers zijn de hoofdwegen (auto en spoor) en de boulevards. Deze wegen vormen niet alleen de hoofdontsluiting van de stad, maar hebben ook een belangrijke rot in de groenstructuur en de bebouwingsstructuur van de stad. De dooriopende drager is het stelsel van wateriopen, groenstroken en (informele) langzaam verkeersroutes welke Delft dooradert en omringt en de buuden met elkaar en de omgeving van de stad verbindt.
2.1 Cultuurhistorische drager De binnenstad is ontstaan op de kruising van de Schie met de boezemwateriopen vanuit het Westland en het Oostland. I-let water binnen de stadsvesten is al vroeg omgezet naar de nu zo verirouwde grachten. De loop van de Schie is daarbij veriegd om de binnenstad heen. Deze cultuurhistorische dragers zijn dan ook kenmerkend voor Delft. Centraal ligt de levende historische binnenstad met de grachten, van oudsher verbonden met zijn de Schie, de andere boezemwateriopen en het landschap. De boezemwateriopen zijn grotendeels nog steeds herkenbaar als cultuurhistorisch waardevol en hebben een kenmerkende gebruik als langzaam verkeersroutes.
en sporters. Tegelijkertijd liggen aan de Schie ook woon- en werkgebieden en worden de randen van het water steeds meer benut als vertalijfsruimte binnen de stad. Relatie met ambitienota De kracht van de plek - Versterken identiteit Delft - Sterke punten benadrukken. Herkenbare leesbare structuur - Verbindingen - Routes fadliteren. Uitnodigen tot ontmoeten en verblijven -Aantrekkelijke openbare ruimte - Karakteristiek van de locatie verstert<en.
Grachtenstelsel binnenstad De grachten vormen een onlosmakelijk onderdeel van de monumentale binnenstad. In het hoofdstuk Gebieden wordt hier nader op ingegaan. De Schie De Schie heeft vele betekenissen voor Delft en de regio. De Schie Is van oudsher een vaarroute voor de beroepsvaart, maar tegenwoordig ook van groot belang voor recreanten
Opgaven, uitdagingen en/of knelpunten De kernopgave is de oevers van de Schie weer openbaar domein van de stad te laten zijn ten behoeve van recreatie, verblijf en ontmoeten. Langs de binnenstad Is een groot deel van de oever al ingericht voor het verblijven aan het water De Inrichting van de oevers meer een eenheid laten zijn, waarbij de delen op zich wel herkenbaar zijn.
Visie Oostelijke oever De historie houdt niet op bij de binnenstedelijke oever van de Schie. De oevers aan de overzijde van de binnenstad zijn eveneens voor Delft belangrijke lijnen. Dat zal ook in de inrichting tot uiting blijven komen. Langs de oostzijde van het water is ook het historische jaagpad nog aanwezig. Qua Inrichting is deze oever echter geen eenheid en te verbrokkeld. Met de Importantie die de Schie heeft voor Delft is het zaak eenheid en verblijfskwalitelt te brengen over de hele lengte, vanaf Schieoevers tot aan de Haagweg, met als bijzonder element de Zuidkolk. Westelijke oever De westelijke oever van de Schie Is vrijwel over de gehele lengte openbaar toegankelijk, van Rijswijk tot en met Midden Delfland, op kleine delen na aan de zuid- en oostkant van de binnenstad. De route ten zuiden van de Zuidkolk heeft nu nog weinig aantrekkingskracht met een vooral functionele inrichting. Het zal een groene recreatieve strip worden voor voornamelijk langzaam verkeer, waarbij aandacht moet zijn voor het verieden als kade voor schepen.
Dragers van de stad
Leidende principes; - De Schie weer herkenbaar maken als belangrijke cultuurhistorische drager. - De oevers In te richten voor recreatie en verblijven - Zorgvuldig omgaan met de relatie tussen bebouwing en openbare ruimte. - Toepassen van kleuren moet in een verantwoorde, bij de bebouwing en overige materialisering passende wijze gedaan worden. - Het tijdsbeeld van Delft welke door de stadsdeel wordt vertegenwoordigd, met inrichting versterken. -Autoverkeer wordt langs deze lijnen zoveel mogelijk beperkt. - Naast de cultuurhistorische waarde ook aandacht voor de natuurhistorische waarde. Kerneigenschappen gebruik Doorgaan (water zelf) én verblijven (de oevers) Het water is en blijft een provinciale doorgaande vaarweg voor beroepsen recreatievaart. Daarnaast wordt het water Intensief gebmikt door sporters. Voorde recreanten worden de ligplaatsen op termijn uitgebreid, te beginnen bij de Nieuwe Haven.
Uitvoeringsstrategie De inzet voor met name de zuidwestelijke oevers van de Schie is een onhwikkeling tot groen stedelijk recreatie- en verb lijfsgebied, het Park aan de Schie. Gemengd profiel Verblijven langs de oever betekent dat verschillende soorten langzaam verkeer niet strikt gescheiden worden. Autoverkeer beperkt zich in principe tot het bestemmingsverkeer. Intensief gebruik Met het aanleggen van ruimte en faciliteiten voor verblijf zal het gebruik toenemen. Er is geen reclame mogelijk Reclame Is alleen toegestaan in relatie met een hoge mate van autoontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen. Dat is hier niet het geval.
Sleutelopgave Aansluitend op de RSVD waarin 'een hoogwaardige, Integrale aanpak van de Schie als geheel' als een sleutelopgave Is benoemd van het ruimtelijk beleid van de komende jaren. Kwaliteitsniveau inrichting en beheer - Inrichting - Beheer
2.1.1 Boezemwaterlopen en historische routes De boezemwateriopen vormen historische uitvalswegen van de stad Delft: de Buitenwatersloot, de Delfgauwseweg, de Tweemolentjeskade en de Koritiaan. Hoewel onderdeel van hetzelfde boezemnetwerk, zijn ze onderiing sterk verschillend. Daarnaast zijn er twee historische routes te onderscheiden die niet direct aan een boezemwateriopen: Abtswoude en de Rotterdamseweg. Beiden zijn oorspronkelijke verbindingen tussen Delft en Rotterdam. Ook deze wegen verschillen van elkaar in gebruik en verschijningsvorm.
deel van de Buitenwatersloot Is nog steeds een karakteristieke gracht die een essentieel onderdeel vormt van het historische stadsbeeld. Delfgauwse weg Als enige historische boezemwaterioop nog in gebmik voor doorgaand snelvertteer van Delft naar Delfgauw. Door de waterioop en de bruggetjes heeft het nog een beeld van een groene tuinderslaan. De relatie tussen de bebouwing en de groene waterioop staat door de drukke weg onder druk.
Abtswoude Vanuit de polder Abtswoude loopt deze weg doorTanthof Het heeft daarioij nog het karakter van landweg met aan weerszijden een sloot, groene taluds en boerderijen. Rotterdamseweg De Rotterdamseweg heeft vele gezichten. Van route langs de Schie in de Ackerdijkse polder tot functionele ontsluiting van het bedrijventerrein Schieoevers. Relatie met ambitienota
Buitenwatersloot De oevers van de Buitenwatersloot hebben een divers aangezicht. Van bebouwing en inrichting die historisch nauw vertoonden Is met de binnenstad tot en met bedrijven en nieuwbouwbuurten aan de drukke Hoornse weg. Het gedeelte van binnenstad tot Krakeelbrug Is één van de eerste lijnen waariangs in de 14e eeuw bebouwing ontstond bulten de stadswal. Qua verschijningsvorm van bebouwing (kleinschalig), inrichting (vertiarding en bomen) en opbouw (gracht met smalle straten aan weerszijden) is het gelijk aan een grachtprofiel in de binnenstad, alleen buiten de omwalling gelegen. Dit
Dragers van de Stad
Tweemolentjeskade/ Biesiandsekade/ Korftlaan De Tweemolentjeskade en de Korftlaan vormen verbindende lanen tussen de binnenstad en het buitengebied aan de oostzijde van de stad met een zowel historische, ecologische als recreatieve betekenis. De verbindingen lopen door, vla de Delftse Hout, naar het Balijbos en Zoetemieer. In de gebiedsvisie Delftse Hout 2008 worden ze aangeduid als belangrijke, onderscheidende lanen in het park.
De kracht van de plek - Versterken identiteit Delft - Gebiedsgericht. Herkenbare leesbare structuur - Verbindingen - Routes fadliteren. Uitnodigen tot ontmoeten en verblijven -Aantrekkelijke openbare ruimte - Karakteristiek van de locatie versterken.
Opgaven, kansen en knelpunten
Leidende principes:
De historische routes zijn kwetsbaar. Ze worden intensief gebruikt, in het bijzonder als verbinding voor langzaam verkeer tussen de binnenstad en het landelijk gebied. Ze zijn echter maar beperkt aanpasbaar door de vaak smalle profielen en de cultuurhistorische bescherming. De kwaliteit van deze routes wordt ondenneer bepaald door de continuïteit in het straatbeeld, het gebruik en de bebouwing. Op verschillende plaatsen staat de kwaliteit van de openbare ruimte onder druk door verandering van het gebruik van de wegen zelf en van hun directe omgeving. Op een groot aantal plaatsen is nog te zien dat dit van oorsprong de ontsluitingswegen waren naar Delft. Samenhang en continuïteit zijn nodig om de kwaliteit en de herteen baarheid van deze routes te behouden en te versteri<en.
- In de cultuurhistorische drager is de oorsprong van Delft he(1<enbaar door het profiel, de Inrichting en het gebruik. - Zorgvuldig omgaan met de relatie tussen bebouwing en openbare ruimte. -Toepassen van kleuren In een verantwoorde, bij de bebouwing en overige materiallsering passende, wijze. - Het tijdsbeeld van Delft dat door de straat wordt vertegenwoordigd, met inrichting versterken. -Autoverkeerwordt langs deze lijnen waar mogelijk beperkt, langzaam verkeer staat voorop. - In verblijfsgebled menging van langzaam veri<eer ontmoeting en verblijven. - De oude iintstmctuur zowei in de bebouwing als in de inrichting van het profiel herkenbaar maken en houden. - Zorgvuldige en hamnonische Inrichting met hoogwaardige en duurzame materialen.
Visie
Gemengd profiel Verblijven langs de oever betekent dat verschillende vormen van langzaam verkeer niet strikt gescheiden worden. Intensief gebruik De profielen zijn vaak smal, tenwijl het gebruik er van toeneemt. Er is geen reclame mogelijk Reclame Is alleen toegestaan In relatie met een hoge mate van autoontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen. Dat Is hier niet het geval. Uitvoeringsstrategie Beleid Binnen lopende en toekomstige projecten of herinrichting van deze lijnen (of delen daarvan) is de visie uitgangspunt en leidend. Kwaliteitsniveau inrichting en beheer
Kerneigenschappen gebruik De kwaliteit van deze historische routes als onderdeel van de openbare ruimte van Delft behouden en versterken door samenhang en continuïteit In de indeling van het profiel, de inrichting en het toegestane gebruik.
Doorgaan (water zelf) én verblijven (de oevers) De oevers zijn recreatief (groen) stedelijk verislijfsgebled. Autoverkeer in principe alleen als bestemmingsverkeer.
- Inrichting - Beheer
Extra A
Dragers van de stad
2.1.2 Bruggen
^>^*is?^=
De overgangen over de Scliie vinden allen plaats via bruggen. Nabij de binnenstad zijn er op vrij regelmatige afstand bruggen te vinden. Ten zuiden van de Zuidkolk is dat niet het geval. Met de komst van nieuwe bruggen bij de Faradayweg en de voormalige gelatinefabriek wordt de relatie tussen oost en west verbeterd. Relatie met ambitienota De kracht van de plek - Versterken identiteit Delft - Sterke punten benadrukken. Herkenbare leesbare structuur - verioindingen - barrières opheffen. Uitnodigen tot ontmoeten en verblijven - aantrekkelijke openbare ruimte - karakteristiek van de locatie versterken
Opgaven, kansen en knelpunten De bruggen zelf zijn zeer verschillend van elkaar. Zowel in type (variërend van draai- tot ophaalbnjg en van laag over het water tot hoog) als In beeldkwaliteit (variërend van sobere betonplaten tot fraai vomigegeven). De Koolhavenbnjg Is duidelijk ontworpen als beeldmertt van binnenkomst van de stad aan deze zijde, evenals de bruggen in de binnenstad zelf De Plantagebrug daarentegen is een utilitair viaduct, een puur functionele verbinding, dat weinig toe voegte aan de herkenbaarheid van de overgang. Visie De Schie is de levensader van Delft. De relatie tussen de beide delen van de Schieoevers wordt steeds belangrijker. Dat zal benadrukt worden door zowel nieuwe als aan te passen bruggen heri<enbare en beeldbepalende plekken te laten zijn, als beeldmerken van Delft. In het gebied Schieoevers komen twee nieuwe bruggen over de Schie. Een fletsvoetbrug langs het evenemententerrein Lijm en Cultuur aan de Schie en een brug voor zowel langzaam als snel verkeer tussen Schleweg Zuid en Technopolls
ter plaatse van de Faradayweg. Deze bruggen zullen meer zijn dan functionele oversteken. Ze worden beeld meriten van Delft, het Technologisch Innovatief Complex Delft (TICD) en de transformatie van de Schieoevers. Zodra de huidige bruggen toe zijn aan renovatie of vervanging Is de opgave om van deze bruggen ook meer kenmerkende en herkenbare bruggen te maken, ats ze dat nog niet zijn. Leidende principes - Als kunstwerk/ ontwerpopgave/ beeldmerk van de stad behandelen - Niet als punten op zich zelf, wel als beeldbepalend onderdeel van routes - Thematiseren als herkenbaar deel van route of water Kerneigenschappen gebruik Doorgaan én verblijven De bruggen zijn natuuriijk overgangen van oost naar west en daannee bedoeld voor doorgaand verkeer Tegel Ij keriiijd zijn het ook plekken waarvandaan je een goed zicht hebt over de Schie en een lang doorzicht door een dichte compacte stad. Daannee zal rekening worden gehouden in het ontwerp van de bruggen.
Gescheiden profiel Verblijven op de brug betekent stil staan en kijken.tenwijl doorgaand verkeer van de ene naar de andere kant wil. Dat vraagt om een gescheiden profiel. Intensief gebruik De bruggen voorzien in een grote vervoersbehoefte. Verwacht wordt een hoge gebrulkintenslteit. Er is geen reclame mogelijk Reclame is alleen toegestaan in relatie met een hoge mate van auto ontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen. Dat Is hier niet het geval. Uitvoeringsstrategie Beleid Voor nieuw te plaatsen en bij het renoveren van bestaande bmggen Is de visie uitgangspunt en leidend. De opdracht tot het aanleggen van de Faradaybrug en de Gelatinebmg is In uitvoering. Kwaliteitsniveau inrichting en beheer - Inrichting - Beheer
Extra A
Dragers van de stad
2.2 Moderne drager De moderne drager^ zijn de belangrijkste ontsluitingswegen in en om de stad. Deze wegen zorgen dat de stad opitmaal bereikbaar blijft. De moderne dragers worden onderscheiden in hoofdwegen en boulevards. De hoofdwegen bestaan uit derijkswegen,provinciale wegen en de spooriijn. De boulevards zijn de binnenstedelijke hoofdroutes voor auto- en fletsverkeer en openbaar ven/oer In de RSVO zijn deze wegen benoemd als de te verdichten fijnen in de stad.
Relatie met ambitienota De kracht van de plek - Gezonde stad - Ecologisch en economisch gezond. Herkenbare leesbare structuur - Verbindingen - Barrières opheffen. Uitnodigen tot ontmoeten en verblijven -Aantrekkelijke openbare ruimte - Karakteristiek van de locatie versterken. Rijkswegen en Provinciale wegen
2.2,1 Hoofdwegen De hoofdwegen (Rijkswegen, provinciale wegen en spooriijn) worden, ook wel de stroomwegen genoemd, volgen voornamelijk noordzuid lopende lange lijnen door en om de stad. Elk heeft e^n eigen karakter als doorgaand profiel met een sterke combinatie van verkeer en ecologie. Binnen de stad vormen deze lijnen barrières in de routes van oost naar west. Naast de lijnen op zich wordt daarom ook aandacht besteed aan de onderdoorgangen.
Om Delft heen liggen twee rijkswegen, deA4en de Al 3. Beide wegen vallen qua Inrichting onder de rijksoverheid. In de Visie Openbare Ruimte wordt en/an uitgegaan dat de functie van deze wegen als verkeersroutes en als ecologische assen niet zal veranderen. Deze wegen zijn bepalend voor de contour van Delft. Meer nog dan de gemeentegrenzen, worden deze wegen gezien als de begrenzing van de stad.
groene lanen met een stnoomfunctie zonder directe adressen aan de weg. Opgaven, kansen en knelpunten Het contact met de stad en het zicht erop is vanaf deze wegen vaak niet meer aanwezig. De wegen worden ervaren als barrières door de stad. Over de Inrichting en beheer van de rijkswegen zelf kunnen geen uitspraken gedaan worden. Wel is hef van belang hoe de kruisende verbindingen worden gemaakt. Daarnaast vonnen de groene zones langs de wegen bijzondere ecologische en recreatieve ruimtes met waarde en potentie.
Visie De Provinclaleweg en de Krulthulsweg verder ontwikkelen als parklanes: Ruim opgezette groene profielen met bomenrijen en groenzones aan weerszijden van de weg. Deze bomenlanen zijn heri<enbare structuurdragers van de stad. Dat beeld en gebruik zal versterid gaan worden.
De voornaamste doorgaande wegen door de stad zijn de Krulthulsweg en de Provlndaleweg. Deze wegen zijn te typeren als drukke, brede en Dragers van de slad
Leidende principes - Sterke samenhang tussen ecologie en verkeersstroomwegen -Versterken van groene 'bermen' tot pari
Reclame mogelijk Reclame Is alleen toegestaan In relatie met een hoge mate van autoontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen. Dat Is hier het geval. Uitvoeringsstrategie
Kemeigenschappen gebruik Doorgaan De voomaamste betekenis is hoofdontsluiting van de stad: Bereikbaarheid van Delft. De groene randen zullen steeds meereen rol gaan vervullen als verblijfsrulmte. Gescheiden profiel Deze lijnen hebben als belangrijkste functie de bereikbaarheid van de stad. Zowel voor de automobilist als voor de natuur. Intensief gebruik Het gebruik als doorgaande lijnen zal toenemen.
i Dragers van de Stad
Sleutelopgave Onderdeel van het sleutelopgave "de verbindende stad' Kwaliteitsniveau inrichting en beheer - Inrichting - Beheer
Standaard B
2.2.2 Spoorlijn De spoorweg en direct aangelegen gronden zijn eigendom van Pro-Rail en NS. De lijn wordt wel genoemd omdat het bepalend is als scheidslijn door de stad, parallel aan de Schie. Relatie met ambitienota De kracht van de plek - Gezonde stad - Langzaam verkeer en openbaar vervoer. Herkenbare leesbare structuur - Vertaindingen - Barrières opheffen. Uitnodigen tot ontmoeten en verblijven -Aantrekkelijke openbare ruimte Karakteristiek van de locatie versterken.
Visie In de visie voor Schieoevers Noord is het de bedoeling dat er een weg langs het spoor komt met voorzijden van diverse functies. Door dergelijke herontwikkellngen rond het spoor verandert het spoor steeds meer van achterkant naar VOOritant. Leidende principes - Sterite samenhang tussen ecologie en spooriijn. - De verandering van de oriëntatie van bebouwing van achterkanten naar voorkanten aan de spoorzijde zal ook met de ligging en de inrichting van de openbare ruimte ondersteund worden. Kerneigenschappen gebruik
Opgaven, kansen en knelpunten Met de komst van de spoortunnel zal de trein binnen Delft voor een groot deel ondergronds rijden. Het Is op dit moment weliswaar mogelijk om met de fiets langs het spoor van zuid naar noord door de stad te rijden, maar een aantrekkelijke en heritenbare route Is dat (nog) niet. In het noorden eindigt deze 'route' langs het spoor bij DSM. Op het deel van de binnenstad na (oopt het spoor door bedrijfsterreinen heen. De meeste bedrijven staan met hun achterkant naar het spoor.
Doorgaan Voornaamste betekenis Is hoofdontsluiting van de stad. Gescheiden profiel Het gebruik van de spooriijn laat zich niet mengen met andere gebruikers. Intensief gebruik DoonJat de bebouwing langs de spoorlijn In toenemende mate zich oriënteerd naar het spoor zal ook het gebruik van de openbare ruimte toenemen en intensiveren.
Er is geen reclame mogelijk Reclame Is alleen toegestaan In relatie met een hoge mate van auto ontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen. Dat Is hier niet het geval. U itvoeri ngsstrategie Beleid Binnen lopende en toekomstige projecten of herinrichting van de omgeving van deze lijn (of delen daarvan) Is de visie uitgangspunt en leidend. Kwaliteitsniveau inrichting en beheer - Inrichting - Beheer
Standaard B
egenda
Draqers Van de 31
2.2.3 Tunneltjes De hööfdinfrastnsctuur van Delft loopt voornamelijk langs noordzuid lijnen: de rijksv
openingen onder een weg door, Nietaanstootgevende graffiti wordt niet venvijderd, waardoor alle tunneltjes ondergespoten zijn. Dat verslechtert de kwaliteit van de route en de sociale veiligheid.
Visie In de ambitienota is al aangegeven dat deze plekken van een negatief naar een positief onderdeel van een route zullen worden omgezet. Daarvoor Is het allereerst noodzakelijk dat het beheemiveau omhoog gaat van nul naar het standaard niveau. Ook zullen de onderdoorgangen beter Ingericht worden. Leidende principes - Onderdoorgangen beter Inrichten, beheren en onderhouden - Niet als punten op zich zelf, maar als beeldbepalend onderdeel van doorgaande routes - beheer en inrichting van minimaal kwaliteitsniveau naar standaard -thematiseren als herkenbaar deel van route -Als kunstwerk /ontwerpopgave / beeldmerk van de stad behandelen -Adoptie / pari:iclpatle van doelgroepen (bv. jongeren of direct omwonenden)
Kemeigenschappen gebruik Doorgaan Tunnels zijn er in principe voor het veilig ongelijkvloers kruisen van langzaam verkeer met snelverkeer. Gescheiden profiel Bij doorgaand veri<eer hoort een gescheiden profiel. Er is geen reclame mogelijk Reclame is alleen toegestaan in relatie met een hoge mate van auto ontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen. Dat Is hier het geval. U itvoe ri ngsstrateg ie Sleutelopgave Onderdeel van de sleutelopgave 'de vertDindende stad'. Onderdeel van het project Delftse Hout en de aansluifing daarvan met de stad. Programma Pn^gramma opzetten voor adoptie / partlcipafie m.b.t. de onderdoorgangen Kwaliteitsniveau inrichting en beheer Als gelijkwaardig onden:Jeel van het betreffende gebied.
Dragers van de stad
2.3 Boulevards In de ontwikkelingsvisie 2025 (uit 1998) is de zogenoemde ruggengraat van Delft geïntroduceerd. Dit zijn de stedelijke radiale auto- en üetswegen gekoppeld aan de (toekomstige) tramlijnen door Delft. Aan deze wegen bevinden zich de belangrijkste voorzieningen van de stad en de aangrenzende wijken. De boulevards zijn de beeldbepalende lanen in de stad, die van bijzonder belang zijn voor de bereikbaariieid: het verbinden van de stadsdelen onderiing en het verbinden van de stadsdelen met de infrastructuur rondom de stad. In de RSVD wonden deze wegen aangemerkt als een samenhangend stelsel van boulevards. Relatie met ambitienota De kracht van de plek - Verstert^en identiteit Delft - Sterke punten benadrukken. Herkenbare leesbare structuur - Verduidelijken onderscheid lagen - Combinatie en hiërarchie van routes en plekken. Uitnodigen tot ontmoeten en verblijven - Multifunctionele openbare ruimte - Podium van de stad
Opgaven, kansen en knelpunten Het uitgangspunt is om de boulevards te ontwikkelen tot groene stadsstraten met bermen en bomenrijen In een duidelijke laanstructuur HIercloor ontstaat er op stedelijk niveau een sterke eenheid: de boulevards van Delft. Daannee wordt een hoge ambitie benoemd m.b.t. de functie en uitstraling van de openbare ruimte. De opgave voor de openbare ruimte van de boulevards is een Inrichtingsbeeid te ontwikkelen dat recht doet aan de veri<eersfunctle (combinatie van tram, auto, fiets en winkelend publiek), aan de gebruiksfunctie (verialijf en ontmoeten bij de voorzieningen en verbindend) en de uitstraling (attractief, samenhangend, bindend). Het stelsel van boulevards zal zich gaan ontwikkelen naar een herkenbare eenheid In basisprofilering en meubilair Visie De boulevards vormen een samenhangend stelsel, waarioinnen afeonderiijke onderdelen zijn te onderscheiden met een eigen uitweridng, zowel qua Inrichting als gebruik. Op de Delftse boulevard
rijdt doorgaand verkeer, zowel auto, openbaar vervoer als fietser, in een groen bomenlaanprofiel. De voetganger krijgt voldoende ruimte om niet alleen zich te kunnen verplaatsen, maar ook om er te kunnen verblijven. De boulevards zijn de lanen met voorzieningen, waar de levendigheid van de stad samenkomt, zowel overdag als 's avonds. De voetganger krijgt voldoende ruimte om niet alleen zich te kunnen verplaatsen, maar ook om er te kunnen verblijven. De boulevards worden beïnvloed door verschillende stedelijke, ecologische en Infrastructurele sferen. Deze zorgen voor herkenbare variatie in het beeld. De eenheid en samenhang wordt gewaariaorgd door de continue elementen en eenduidig materiaalgebruik. Andere onderdelen van de openbare ruimte zullen daarentegen afgestemd zijn op de omgeving. De boulevards hebben een belangrijke verbindende functie voor auto's, langzaam verkeer en openbaar vervoer. Ze hebben een aantrekkelijk verislljfskllmaat door de Inrichting met bermen en boombeplanting. De maat en Inrichting van de trottoirs biedt ruimte voor ontmoeting. Voor fietsers is er Dragers van de stad
Hof van Delft/ Voordijkshoorn/ Hamaschpolder ^ — — ,^
\ J ^ ^
Ken nis wij k
Dragers v^n de Stad
ruimte voor een vrijliggend fietspad, waar mogelijk twee richtingen. De zone tussen de rijbaan en het fietspad is een benn met laanbomen. V\faar mogelijk worden ook bomen geplant tussen de rijbaan en de vrije OV-baan (trambaan), zodat er een herkenbaar 'Boulevardprofiel' ontstaat. Er worden twee basisprofielen onderscheiden: met of zonder vrijllggende (hoogwaardig) openbaar vervoersbaan (HOV-baan). A. Boulevard met HOV-baan Als gevolg van vericeersmaatregelen zal op een aantal plaatsen In Delft de Intensiteit van het autoverkeer afnemen. HIercloor kan het profiel van de boulevards worden aangepast. Vrijkomende ruimte wordt toegevoegd aan de trambaanzone en gebruikt voor vrijllggende fietspaden en de groene middenberm waardoor over bijna de gehele lengte van de boulevard bomen tussen de rijbaan en de trambaan kunnen worden geplant. Delftse boulevards met HOV-baan: - de Vrijenbanselaan De grote diversiteit aan bebouwing langs deze laan maakt dat het als rommelig wordt ervaren. Bovendien vernauwt het profiel naar de Reine veldbrug. De groene
boulevardinrichting zal hier meer eenheid in brengen.
behoud van de campusallure tot kenniswijk.
- De V^estvesV Phoenix straat Onderdeel van de grote veranderingen die plaats vinden vanuit de aanleg van spoortunnel. - Zuidwal Boulevardinrichting bij Zuidpoort al aanwezig. Behoud kwaliteitsniveau.
- het Mekelpark Groen verblijfspart<profiel, met tram, maar zonder autoverkeer.
- De Papsouwselaan/ Mariinus Nijhofflaan Met de herinrichting van deze lanen is de boulevardinrichting reeds In uitvoering gebracht met meer groen en meereenheid. -de 'Ireneboulevard'AA/estl&ndseweg Na aanleg van de spoortunnel zullen de Irenetunnei en de rangeerterreinen verdwenen zijn en vervangen door een boulevard en een nieuwe stadswijk. Ook hier zullen de boulevard principes bij het ontwerp en de Inrichting worden gevolgd. - De Buitenhofdreef Hier ligt de boulevard in de groenstedelijke uitbreiding van Delft in de jaren zestig met groene randen. - Michiet de Ruyterweg Bomenlaan door een klassieke campus die transfonneert naar een gemengd stedelijk gebied met
- Reinier de Graafweg Een toekomstige verbindende weg tussen de Westlandse weg en de A4/ Hamaschpolder. In de toekomst gaat hier mogelijk tramlijn 37 rijden. De ruimte is beperkt tussen de gebouwen van het ziekenhuis en de woningen langs de weg. Tegelijk zal het wel een uitstraling en functie krijgen als boulevard van Delft. B. Boulevard zonder HOV-baan Onlangs opgeleverd en prijswinnend Is de inrichting van de Ruys de Beerenbrouckstraat. Het profiel vanaf Provincialeweg tot de Laan van Altena Is wat betreft de Inrichting van de openbare ruimte het voortDeeld van het profiel van de boulevard zonder trambaan. Het wegontwerp maakt gebruik van een smallere rijbaan, een middenberm en een 'rammelstrook' waardoor de snelheid van het autoveriïeer wordt beperkt en het het oversteken wordt vergemakkelijkt. De weg kent meer groen en Is speelser ingericht. Met weinig ruimte Is een verdeling
Dragers van de stad
gemaakt waarin de verkeersstromen helder en overzichtelijk zijn gescheiden en groen en bomen in de lijn een plek hebben gekregen. De verkeersregelinstallaf ies zijn verdwenen zodat onnodig optrekken en afremmen verieden tijd is. De doorstroming blijft hierbij gehandhaafd, tenwijl de geluidshinder en de luchtverontreiniging zijn afgenomen. Voorheen waren er fietsstroken op de rijbaan. Nu zijn er twee vrijllggende fietspaden, uitgevoerd In heri<enbaar rood asfalt. Ook de fiets- en voetgangeroversteken zijn aangepast. Zij hebben een kleur gekregen gelijk aan de fietspaden als signaal voor de automobilist dat men een fietser kan venA/achten.
Leidende principes
Delftse boulevards zonder HOV-baan:
Kerneigenschappen gebruik
- Ruys de Beerenbrouckstraat, Van Foreestvt/eg, Kristalweg Vanaf de binnenstad naar Hamaschpolder wordt het profiel steeds breder en groener. - Oostpooriweg, Julianalaan, Mijnbouwstraat Vormt de aansluiting van deA13 op het stedelijk netwerk van boulevards door de groene stadscampus van TU Noord.
- Naast de binnenstad vormen de boulevards de voornaamste centrale stedelijke representatieve openbare ruimte. - Samenhangend stelsel met eenheid aan profilering en materiallsering. - Diversiteit door herkenbaarheid van de wijken waar de boulevards doorheen gaan kenmerken van de boulevards; ruim groen profiel met stevige boombeplanting. - Veel verkeerssoorten (waaronder de tram) maken gebruik van de boulevards. - Door het groene profiel met de zware boombeplanting hebben de boulevards ook een ecologische betekenis.
Doorgaan én verblijven Belangrijke rol voor de stad is de bereikbaarheid en de herkenbaarheid van de stad. Bij de voorzieningen (gebouwd en groen) is het belangrijk dat de boulevards ook als verblijfsrulmte dienen.
daarin meer dan voldoende ruimte worden toebedeeld. Intensief gebruik De boulevards zijn in de RSVD benoemd als de voomaamste verdichtingsassen In de stad. De openbare ruimte ondersteund dit. Reclame mogelijk Reclame Is alleen toegestaan in relatie met een hoge mate van autoontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen. Dat is hier het geval. Uitvoeringsstrategie 5/eïite/opgrave Boulevards Kwaliteitsniveau inrichting en beheer - Inrichting - Beheer
Exclusief A
Geschade/l De verschillen in snelheid en gebnjik zijn dermate groot dat alle verkeersstromen en gebruikers in een gescheiden profiel worden ondergebracht. De voetganger zal Dragers van de stad
Legenda Primaire ecologie structuur
^; Secundaire ecologie structuur
Parken
^^^1 Groene wijkstructuur
2.4 Doorlopende drager De doorlopende drager is een volledig (te maken) en fijnveriakt netwerk over heef de stad, dat ruimtelijk continue is, altijd te gebruiken en altijd in gebruik. In de RSVD is dit netwerk verdeeld override thema's: Groene gordel, groene vingers en kriskrasnetwerk. De groene gordel vormt de samenhangende groensfractuur rondom Delft die dient als ecologische en recreatieve voorziening voor de stad en als verbindende schakel tussen de regionale en de stedelijke groenstructuren. De groene vingers zijn de stedelijke parken en andere groenstructuren die de groene verbinding tussen de stad en het buitengebied vormen en die tezamen een netwerk van groene HDutes van parii naar park vormen. Het kriskrasnetwerk bestaat uit het weefsel van vele kleinschalige groen- en waterstructuren waariangs gefietst en gewandeld kan worden. In de vooriiggende visie zijn delen benoemd in moderne en cultuurhistorisch dragers en in voornoemde routes. Specifiek daaraan toegevoegd in dit hoofdstuk zijn de nog niet nader genoemde groen-blauwe routes door de buurten en wijken van de stad.
2.4.1 Kriskrasnetwerk
opgaven, kansen en knelpunten
Aansluitend op de ecologische hoofdstructuur heeft de stad een fijnveriakt groen-, wateren langzaam verkeer netwerk. Die Is structurend tussen en binnen de wijken en buurten. En het vonnt de verbinding tussen de buurten van de stad en het groen rondom de stad. Elk deel van de stad beeft een eigen herkenbare water- en groenstructuur De basis van de wateraanpak is vastgelegd in de Waterstructuurvisie. De basis van de aanpak van het fletsverkeer in het Fietsactieplan II.
In de ruimtelijke opzet van een buurt of wijk zijn water en groen van belang, maar bij de uitvoering en verdichting zijn ze soms op de achtergrond geraakt. Inzet van deze Visie Openbare Ruimte is de water- en groenstructuur in de wijk (weer) zichtbaar en beleefisaar te maken en te gebruiken voor het langzaamverkeernetwerk door de stad, voor kindvriendelijke routes en voor Informele sport en recreatie In de directe woonomgeving.
Relatie met ambitienota De kracht van de plek - Gezonde stad - Ecologisch en economisch gezond. Hericenbare leesbare structuur - Verbindingen - Barrières opheffen. Uitnodigen tot ontmoeten en verblijven -Aantrekkelijke openbare ruimte - Karakteristiek van de locatie versterken.
Visie ^if^]
Het kriskrasnetwertï sluit aan op de hiervoor beschreven cultuurhistorische en moderne dragers. De samenhang tussen groen, wateren verkeer zijn hierin al benadrukt. Dat levert een differentiatie op aan routes door de stad voor verschillende vormen van langzaam verkeer: oude linten, boezemwateriopen, de Schie, de part
Dragers van de stad
Routes van park naar park Deze routes zullen de parken in de stad met elkaar en het buitengebied verbinden. De parken in de stad zijn veelal op zichzelf gelegen terreinen. Met deze routes zal er meer samenhang komen tussen de parken. Het Is onderdeel van wat in de RSVD Is benoemd als groene vingers, veriDindende groene structuren door de stad met verblijfskwalitelt. Groen-blauwe mutes De ecologische lijnen vallen vaak samen met de infrastructuuriijnen. Het zijn vaak oorspronkelijke landschapspaden of sloten die In de stedenbouwkundige structuur van de wijk zijn opgenomen als routes voor langzaam verkeer. Het is belangrijk dat kenmerk juist zichtbaar te houden ofte maken. De grotere parken liggen aan de rand van de stad. Voor een betere, herkenbare fysieke en gevoelsmatige vertDinding met het buitengebied Is het belangrijk dat er goede, groen ingerichte langzaam verkeersroutes zijn vanuit de wijken naar het groen rondom de stad.
De diversiteit aan water en groenstructuren wordt benut door het stimuleren van culturele- en natuurwaarden die passen bij het betreffende leefmilieu van mens, dier en plant. Dit draagt bij aan een gevarieerde, kleurrijke en aantrekkelijke omgeving voor planten, dieren en mensen In de buurt. De basis voor de natuurwaarden vormt het kiezen voor inheemse en natuuraantrekkende soorten beplanting in het openbaar gebied met een doorwerking naar particuliere turnen. Zo krijgt het betekenis voor de elke bewoner, van de mens tot de kleine zoogdieren, vogels, vleermuizen en Insecten. De afweging tussen sienwaarde, gebruik en ecologie is afhankelijk van de wijk en de beschikbare oppervlakte groen.
In het LWP en het Fietsactieplan 11 Is een netwerk benoemd en ingedeeld naar regionale en stedelijke fietspaden. Het gebruik van asfalt voor de fietspaden is als materiaal met het hoogste gebrulkscomfort als voorschrift benoemd, waarbij, ten behoeve van de heritenbaarheid, ernaar gestreefd wordt om zoveel mogelijk rood asfalt toe te passen. De Visie Openbare Ruimte voegt daar aan toe dat de kwaliteit van routes voor fietsen, wandelen, varen ook bevorderd wordt door het beleven van de verschillen tussen gebieden en plekken waariangs men beweegt. Dat betekent dat bij de inrichting en het materiaalgebruik van fietsroutes ook zal worden gekeken naar de omgeving, het gebiedstype waar de route doorheen gaat, zodat het een aanvulling is op het gebied en bijdraagt aan de herkenbaarheid van de plek. Dat zal lelden tot een inrichting en materiaalkeuze die specifiek is voor de plek.
Dragers van de stad
Leidende principes - De bestemmingen van de routes heritenbaar maken. - Op de route zelf is duidelijk dat men van park naar park rijdt - In parken zijn de routes onderdeel van de parkinrichting - Routes zijn afgestemd op de ecologische waarde van hef gebied - Geen bomen/ boomrijen kappen om infrastructuur aan te leggen. -Verbindingen compleet maken - in buurtgroen menging van langzaam verkeer ten behoeve van ontmoeting - Een hoog gebruikscomfort voor de fietser, wandelaar, skater, etc. Kerneigenschappen gebruik Doorgaan én verblijven De routes zijn doorgaand voor langzaam verkeer met een lage recreatieve snelheid en tevens als verblijfsgebled. Autoverkeer in principe alleen als bestemmingsverkeer. De part<en zijn verblijfsgebled. Gemengd langzaam verkeer Verblijven in het groen en In/langs het water betekent dat de gebruikers niet strikt gescheiden worden. Ontmoeten begint met door elkaar tegen te komen.
Intensief gebruik Door het verbeteren van de routes en het netweriï zal het gebruik zeker toenemen. E r is geen reclame mogelijk Reclame is alleen toegestaan in relatie met een hoge mate van auto ontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen. Dat is hier niet het geval. Uitvoeringsstrategie Sleutelopgave 'Delft, stad in het groen'. Dat is gericht op het vervolmaken van de groene gordel rond de stad. De groene vingers zijn daarin veriDindende schakel. De in deze visie genoemde routes zijn een nadere invulling daarvan m.b.t. de openbare ruimte. Kwaliteitsniveau inrichting en beheer Geen specifiek eigen kwaliteitsniveau omdat het onderdeel is van de gebieden waar het door heen gaat.
Dragers van de stad
2,4.2 Regionaal groen De grotere parken van Delft liggen aan de rand van de stad: De Delftse Hout aan de oostzijde, Kerkpolder aan de zuidwestzijde, Abtswoude en Ackerdijkse polder aan de zuidzijde. Het zijn verblijfsgebieden voor elke Delftenaar en de buurgemeenten. Relatie met ambitienota De kracht van de plek - Gezonde stad - Ecologisch en economisch gezond. Herkenbare teesbare structuur - Verbindingen - Barrières opheffen, Uitnodigen tot ontmoeten en verblijven - Multifunctionele openbare ruimte - Podium van de stad Opgaven, kansen en knelpunten Delftse Hout heeft een grote verscheidenheid aan recreatie zoals strand, spori, begraafplaats, volkstuinen, wandel- en fietsroutes, etc. Meest opvallende trekker In het gebied Is de Grote plas, waarvan de oevers In de zomer dienst doen als 'het strand van Delft'. De Kerkpolder is voomamelijk sportgebied met
weinig verblijfskwalitelt. Abtswoude heeft al een parkinrichting gericht op extensieve recreatie in de natuur. De Ackerdijkse polder Is een wat geïsoleerd park met potentie. Het heeft een beter gezicht aan Rotterdamseweg nodig. Voor alle gebieden geldt dat duidelijker en kwalitatief betere verbindingen voor langzaam veri<eer vanuit Delft nodig zijn. Visie In 2008 is voor de Delftse Hout een gebiedsvisie vastgesteld door de gemeenteraad. Het doel van de gebiedsvisie is het verbeteren van de (ruimtelijke) kwaliteit van de Delftse Hout. De In de gebiedsvisie benoemde principes sluiten direct aan op de ambitienota openbare ruimte Delft, met de daarbij benoemde waarden. De volgende principes zijn ook voor de parijen aan de zuidzijde van Delft van toepassing, Kerkpolder, Abtswoude en Ackerdijkse polder: Eenheid in verscheidenheid - Fadliteren van de toenemende recreatiedruk - Gebnjiksmogelijkheden afstemmen op wensen en behoeften van hedendaagse gebruikers, Delftenaren en niet-Delftenaren
- Optimale bereikbaarheid en toegankelijkheid voor verschillende verkeerssoorten in onderiinge samenhang Delfts groen - Verbeteren belevingswaarde - Versterken van de samenhang tussen Delft en de parken met langzaam verkeer verbindingen -Versterken van de diversiteit en beeldkwaliteit in de landschappelijke inrichting en vormgeving van de openbare ruimte - Versteri<en van de (cultuurhistorische) identiteit van de pari<en Duurzaam parkbeheer -en inrichting - Optimaal aantakken buitenstedelijke parken op de regionale groenstructuur (Midden Delfland en de Groenblauwe Slinger) - Handhaven van het huidige groen areaal - Duurzaam en kllmaatbestendig Inrichten - Ruimte bieden aan economische activiteiten die passen binnen het profiel van de betreffende pari<en.
Dragers van de stad
;wög--
"j^V
y -
I'
. -\ï,»
.c,|x__
-ï ' . - . . t ;
.^? V iii---
*-'•
'•>^i-i-s.
Leidende principes - Naast de hierboven genoemde punten gelden ook de principes van het kriskrasnetwerk. - De bestemmingen van de routes herkenbaar maken. - Op de route zelf is duidelijk dat men van park naar park rijdt - In parken zijn routes onderdeel van parkinrichting. - Routes zijn afgestemd op de ecologische waarde van het gebied. - Geen bomen/ boomrijen kappen om infrastmctuur aan te leggen. -Verbindingen compleet maken - In buurtgroen menging van langzaam verkeer mogelijk ten behoeve van ontmoeting - Een hoog gebruikscomfort voor de fietser, wandelaar, skater, etc. Kerneigenschappen gebruik
Gemengd langzaam verkeer Vertslijven In het groen en in/langs het water betekent dat de gebruikers niet strikt gescheiden worden. Ontmoeten gebeurt door elkaar tegen te komen. Intensief gebruik Door het verbeteren van de parken en het netwerk zal de Intensiteit van het gebruik zeker toenemen. Er is geen reclame mogelijk Reclame Is alleen toegestaan In relatie met een hoge mate van autoontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen. Dat is hier niet het geval.
Kwaliteitsniveau inrichting en beheer Geen specifiek eigen kwaliteitsniveau omdat het onderdeel Is van de gebieden waar het door heen gaat. - Inrichting Extra bij Intensief Standaard bij extensief - Beheer A B
bij intensief bij extensief
Uitvoeringsstrategie Sleutelopgave 'Delft, stad In het groen'. Dat Is gericht op het vervolmaken van de groene gordel rond de stad.
Doorgaan én verblijven De parken zijn doorgaand voor langzaam vert<eer met een lage recreatieve snelheid en tevens als verblijfsgebled. Autoverkeer In principe alleen als bestemmingsverkeer. De parijen zijn verblijfsgebled.
m m
Dragers van de stad
(^(èê^^êSJSBSjSIÊSiJÊil^^StSSS^^
'ÊsMi&^È$
"-•
•- '•.^'":^'.
• 'xi^
::' ^S^tÊ^q0^B0wssÊ(^ÈSÉ}sim$hsêS^ii^^^k '>*^Sé
Legenda Binnenstad
l' Historisclie routes hi'r', Aanrij routes autoverkeer
3.1 Binnenstad De binnenstad van Delft is een uniek gebied. Het heeft een (inter)nationale aantrekkingskracht en bekendheid, terwijl het tegelijkertijd woon-, werken winkelgebied is. Er wordt zeer intensief gebruik gemaakt van de openbare ruimte. In noord-zuidrichting lopen de lange lijnen evenwijdig aan de Schie, van oorsprong de bestuurlijke en handelsroute van het hof in Den Haag naar de haven aan de Nieuwe !\/laas. In oost-westrichting zijn de lelaties met het omliggende polderiand zichtbaar in de oorspronkelijke routes naarde markt (Buitenwatersloot en Delfgauwse weg) vanuit het Westland en Oostland. De Markt vormt in vele opzichten het knooppunt van deze lijnen. Kenm&ri< van de historische binnenstad is een voornamelijk perceelsgewijze bebouwing met weinig buitenniimte. De openbare ruimte bestaat uit een stelsel van grachten, pleinen en stegen. De straten zijn over het algemeen eiy smal en stenig. MaterSatiseiing en groen Veel van de openbare ruimte In de binnenstad Is ingericht met harde materialen. De toegepaste materialen en detaillering in de bebouwing zijn
aan de hoofdgrachten en pleinen (Oude Delft, Markt) uitbundiger en rijker dan in het overige historische weefsel. De inrichting is hannonieus, hoogwaardig, duurzaam en zorgvuldig. Er wordt voornamelijk gebruik gemaakt van natuursteen en gebakken klinkers.
te lossen en door gebruik te maken van Innovatieve oplossingen.
Het groen In de openbare ruimte Is voor het overgrote deel In de vorm van bomen op de pleinen en langs de grachten. Op enkele beschutte plekken zijn kleinschalige paricjes en tuinen. Het overgrote deel van het (beperkte) groene beeld van de binnenstad wordt echter gevormd door de private zij- en achtertuinen en de historische hofjes die over de binnenstad verspreid liggen.
Herkenbare leesbare structuur - Overzichtelijke openbare ruimte - Overvloed aan obstakels voorkomen
Toekomstige ingrepen in de openbare ruimte zijn duurzaam passend binnen de structuur en inrichting van de historische stad. Parkeren Parkeren is langs de hoofdgrachten zeer aanwezig In het straatprofiel. De vakken zijn gesitueerd aan weerszijden van de grachten, hierdoor worcit het vrije zicht op de gracht vanaf de straat geblokkeerd. Toekomstige plannen moeten het parkeren uit het straatbeeld halen door op eigen terrein het partneren op
Relatie met ambitienota De kracht van de plek - Verstericen identiteit Delft - Sterke punten benadrukken
Uitnodigen tot ontmoetlen en veriaiijven - Multifunctionele openbare ruimte - Podium van de stad Opgaven, kansen en knelpunten De binnenstad Is een gebied waar veel gebeurt In een beperi
gebleken dat de historische gebouwen, straten, grachten en pleinen telkens weer andere functies en invullingen kunnen krijgen zonder gesloopt of heringericht te hoeven worden. Omdat de ruimte beperkt is, worden er creatieve oplossingen gevonden. Zo is de verilchting in veel smalle stegen en langs enkele grachten niet op lichtmasten geplaatst, maar aan kabels gehangen of aan een gevel bevestigd. Voor de vele doelgroepen die de binnenstad aandoen zijn er ook vele bewegwijzering systemen. Vaak staan verschillende typen naast elkaar en overstemmen ze elkaar. Door een creatieve combinatie kan dat overzichtelijker en met minder palen en borden.
Visie Het verblijfsgebied De Binnenstad moet een volwaardig verblijfsgebled zijn waar de voetganger en fietser de hoofdgebnjikers zijn. Er Is voldoende ruimte voor ontmoeten, verblijven, recreatie en ontplooiing. Dit betekent dat er voldoende verblijfsmogelijkheden moeten zijn in de openbare ruimte zoals bankjes etc. Het winkelgebied Is autovrij en biedt ruimte voor zorgeloos
wandelen. Reclame op straat door winkeliers is alleen mogelijk als er voldoende maat overblijft om elkaar ruim te passeren. De Inrichting van de openbare ruimte versterkt de culturele en de historische waarde van de binnenstad
in de binnenstad. Ook zal er gekeken kunnen worden naar het daadwerkelijk toepassen van technologische Innovaties In de inrichting en beheer van de stad.
Gemengd Door de beperkte mimte die er beschikbaar Is, Is het noodzakelijk functies te mengen of eventueel zelfs functies niet toe te laten.
Leidende principes
Historisch vernieuwend De moderne Infrastructuur binnen Delft komt ook samen bij de binnenstad van Delft. Het tram- en trelnspoor en de boulevards komen bij elkaar aan de west- en zuidzijde van de binnenstad. Het accent van de binnenstad ligt op deze combinatie van historie en vernieuwing. Daar ligt ook de uitdaging voor de openbare ruimte van de binnenstad: De venweving van behoud van het karaktervan de cultuurhistorische stad met een levendig en dynamisch stadscentrum.
- Herkenbare eenheid als gebied door stedenbouwkundige stmctuur, bebouwing en openbare ruimte. - Verblijfsgebied: zo veel mogelijk toegankelijke ruimte voor voetgangers en menging van voetgangers en fietsers. -Autoverkeer venninderen door parkeervoorzieningen rond de binnenstad. - Openbare ruimte historiserend ingericht met dezelfde heri<enbare uitstraling tot en met de straten aan de oevers rond de omringende wateriijn. - Elementenverharding - Binnenstad ook als vroongebied aantrekkelijk houden (verblijfsgebled, speelvoorzieningen, ruimte aan voetganger) - Verbinding historie met technologie beleefbaar maken
Intensief gebruik De binnenstad is verblijfsgebied dat door alle doelgroepen gebruikt wordt.
Binnen de universiteit van Delft worden vele innovatieve technologische oplossingen en toepassingen bedacht. In het straatbeeld van Delft is daar nauwelijks Iets van te meriten. Tenwijl juist In de binnenstad als toeristische trekker een kans ligt om ook die kant van Delft te tonen en presenteren. Gedacht kan worden aan presentaties, tentoonstellingen etc. van de TU In de openbare ruimte
Reclame Reclame is alleen mogelijk wanneer het niet ten koste gaat van de toegankelijkheid. Vaak zal dit betekenen dat het op de gevels terecht komt. Uitvoeringsstrategie
Programma Met name het terugdringen van objecten is een belangrijk thema In de binnenstad. Kwaliteitsniveau inrichting en beheer - Inrichting: - Beheer:
Exclusief A
Kemeigenschappen gebruik Verblijven Verblijven in de binnenstad als toeristisch, cultureel en winkelcentrum Is het hoofdthema. Gebieden van de stad
3.2 Stedelijke woonmilleus 3.2.1 Periode voor de jaren 30 Rooilijn stedenbouw Oiofsbuurt, Westerkwartier-Oost, De Bras, Schildersbuurt, Koepoortbuurt, Oostblok, Oranjebuurt, Zeeheldenbuurt. De voorooriogse ring wordt gevormd door de buurten rondom de binnenstad die vanaf ca. 1850 tot 1940 zijn gebouwd. De gebieden worden in hoofdzaak gebruikt door bewoners en bezoekers. Er wordt intensief gebruik gemaakt van de schaarse openbare ruimte. De voorooriogse ring is stedenbouwkundig opgezet volgens de principes rooilijnstedenbouw' en 'stratenplannen'. Kenmerk van beide typen is dat de gebouwen een helder kader vormen voor de openbare ruimte. De woningen zijn veelal kfetn, waardoor er veel behoefte is aan woninguitbreiding, hetgeen een zeer divers straatbeeld oplevert. De in de openbare ruimte toegepaste materialisering in deze gebieden i.^ in hoofdzaak stenig, sober en doelmatig. De buurten vonnen een dicht patroon van smalle straatjes en laantjes net buiten de voormalige stadswallen.
De oude ontsluitingswegen met 'achteriand' zijn hierin opgenomen. Er tieerst voornamelijk een verkeerskundige samenhang tussen bebouwing en openbare ruimte. Gesloten gevelwanden bepalen de vorm van de omstoten openbare njimte. De pleintjes zijn min of meer toevallige uitsparingen in de dichte structuur Vooral in deze wijken wordt zeer intensief gebruik gemaakt van de openbare ruimte mede door de krappe opzet en de kleine tuinen. Veel mensen hebben een bankje voor het huis staan bij gebrek aan zon in de achtertuin. Materialisering en groen De groene uitstraling in de wijken uit de tijd van de rooilijnstedenbouw is nu door al het parkeren voornamelijk geënt op de 'geveltuintjes' van bewoners. In of op het trottoir worden (klim-) planten gezet om de smalle straatjes op te fleuren. Er staan in de hoofdstraten wel bomen, maar van doorgaande laanbeplanting is geen sprake. Pari(eren Er is bij de aanleg van deze wijken geen ruimte voor gepariteerde auto's gereserveerd. De buurten zijn zo gebouwd dat een groot deel van de woningen geen achteringang heeft, waardoor fietsen, motoren e.d.
veelal In de openbare ruimte worden gestald. Er Is echter weinig mimte in de openbare ruimte om fietstrommels te plaatsen. Relatie met ambitienota De kracht van de plek - Versteri<en identiteit Delft - Gebiedsgericht.
i'A.
Hericenbare leesbare structuur - Overzichtelijke openbare mimte - Overvloed aan obstakels vooritomen. Uitnodigen tot ontmoeting en vert3 lijven - Menging van gebmikers - Ruimte voor voetgangers. Opgaven, kansen en knelpunten Door de kleine beschikbare ruimte en de grote variatie in bebouwing Is het van belang de openbare ruimte zo eenduidig mogelijk in te richten. Pari<eren wordt In de voorooriogse ring volledig in de openbare mimte (op straat) opgelost. Dit heeft tot gevolg dat openbare ruimte wordt gedomineerd door geparkeerde auto's. In de voorooriogse ring Is door het ruimtegebrek in de woningen relatief veel vraag naar fietsentrommels in de openbare mimte. Gebieden van de stad
'V
Net als In de binnenstad maken alle veriteersstromen geboiik van dezelfde beperide ruimte. De trottoirs zijn voor voetgangers over het algemeen lastig toegankelijk door gestalde fietsen, planten en bankjes, zij lopen daarom ook vaak op de rijbaan (woonerf).
Visie Duidelijk Is dat de daik op het openbaar gebied zeer hoog is. De auto domineert, zowel in beweging als stilstaand. Defietser,de voetganger, het spelende kind en de verblijvende bewoner zijn hiervan de dupe. Een van de ambities Is dat de openbare mimte uitnodigt tot ontmoeten en vertslijven. In deze buurten zal dat tot ultdmkking gaan komen door In de buurten de mimte voor auto terug te brengen tot het hoogstnoodzakelijke en de mimte voor voetgangers te verbeteren. Leidende principes - De openbare ruimte zo eenduidig mogelijk en duurzaam inrichten - Ruimtelijke samenhang tussen bebouwing en openbare ruimte - Eenheid in compositie, zowel van de gehele buurt als van het straatbeeld. - Verblijfsgebied: zo veel als mogelijk toegankelijke ruimte voor
voetgangers - Menging van voetgangers en fietsers - Creatieve pari^eeroplossingen voor zowel fietsen als auto's zijn nodig om de straat beter te kunnen gebruiken als verblijfsmimte -Als woongebied aantrekkelijk houden (verblijfsgebled, speelvoorzieningen) - Inrichten van de pleintjes voor ontmoeten en veriDlijven - Circulatiesysteem van auto's aanpassen en inperken - Innovatieve parkeeroplossingen - Meervoudig ruimtegebruik
Uitvoeringsstrategie Beleid De VORD Is toetsingkader bij Ingrepen in de openbare ruimte Programma Afstemmen en combineren objecten In de openbare mimte Kwaliteitsniveau - Inrichting - Beheer
Standaard B
Kerneigenschappen: Verblijven De woonbuurten zijn primair veri^lijfsgebied. Gemengd prof lel Auto- enfietsveri<eerIs in principe te gast, als bestemmingsverkeer. Intensief gebruik Door de hoge pariteerdmk Is er veel druk op het gebruik van zowel de verharding als het groen. Er is geen reclame mogelijk Reclame Is alleen toegestaan In relatie met een hoge mate van auto ontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen. Dat Is hier niet het geval, dus is het niet toegestaan. Gebieden van de stad
3.2.2 J a r e n 30 Stratenplannen Heilige land, Wippolder, TU-Noord, Hof van Delft, Agnetapari< en Indische buurt In tegenstelling tot de rooilijnstedenbouw worden na ca, 1930 buurien aangelegd volgens stratenplannen met een logische en praktische benadering van stedenbouwkundige problemen. Met gunstige bezonning. menselijke maat en eenvoud. Ruimtelijke samenhang tussen bebouwing en op&nbare ruimte met eenheid in de compositie, niet alleen op de schaal van de straat, maar ook op de schaal van de buurt als geheel. Gebouwen sluiten de openbare ruimte niet geheel af: 'open bebouwing' werd als stedenbouwkundig principe omarmd. Straten zijn smal, maar minder smal dan bij de rooilijnstedenbouw. De buurt heeft veelal een klassieke opbouw met hoofdstraten met voorzieningen waaraan smalle zijstraten liggen met een woonbestemming en met plantsoenen in de buurt. De straten hebben een afgewogen beeld van gevelwanden, daken, bouwvolume, str^atinrichting, erfbebouwing en ertafscheiding. Pleinen en plantsoenen zijn zorgvuldig ingebed in de stedenbouwkundige structuur
Er is in de opzet rekening gehouden met autoveri<eer Doordat de profielen van de straten breder zijn is er meer ruimte voor scheiding van voetgangers en rijdend verkeer.
Relatie met ambitrenota
Materialisering en groen Deze buurten zijn ruimer van opzet dan de buurten die volgens de rooilijnstedenbouw zijn opgezet. Hier Is in het ontwerp al rekening gehouden met laanbeplanting en groene plantsoenen op de pleinen. Er zijn meer woningen met voortuinen aan de openbare ruimte. Erfafscheidingen zijn veelal als een eenheid ontworpen. De straatwand Is niet ontworpen als geheel, maar als samenhangende verzameling van afeonderiijke panden met eigen karakter.
Herkenbare leesbare structuur - Overzichtelijke openbare ruimte - Overvloed aan obstakels vooritomen.
De kracht van de plek - Verstertten Identiteit Delft - Gebiedsgericht
Uitnodigen tot ontmoeting en verblijven - Menging van gebmikers - Ruimte voor voetgangers Opgaven, kansen en knelpunten Terugbrengen van groen waar dat Is venjrongen door het aanleggen van pari<eerplaatsen.
Visie Parkeren Bij de ontwikkeling van deze gebieden is rekening gehouden met het voorooriogse autoverkeer, waardoor er in de straatprofielen enige ruimte Is voor geparkeercJe auto's. In deze gebieden zijn de achtertuinen van meer woningen toegankelijk vanaf de straat, waardoor er minder fietsen in de openbare ruimte zijn gestald. In de openbare mimte is meer mimte om fietstrommels te plaatsen.
De klassieke opbouw van de buurten duurzaam versterken door de inrichting. De openbare ruimte toegankelijk Inrichten voor verblijven.
Gebieden van de stad
Leidende principes - Ruimtelijke samenhang tussen bebouwing en openbare ruimte. - Eenheid in compositie, zowel van de gehele buurt als van het straatbeeld. -Verblijfsgebled: zo veel als mogelijk toegankelijke mimte voor voetgangers - Menging van voetgangers en fietsers - Creatieve pari<eeroplosslngen voor zowel fietsen als auto's zijn nodig om de straat beter te kunnen gebruiken als aantrekkelijke verblijfsrulmte. - Temgbrengen en verstericen van de bij dit gebied behorende biodiversiteit en natuuHA^arde.
Er is geen reclame mogelijk Reclame Is alleen toegestaan in relatie met een hoge mate van autoontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen. Dat Is hier niet het geval, dus is het niet toegestaan. Uitvoeringsstrategie Beleid De VORD Is toetsingkader bij ingrepen In de openbare ruimte Programma Afstemmen en combineren objecten in de openbare ruimte. Kwaliteitsniveau
Kerneigenschappen Verblijven De woonbuurten zijn primair verblijfsgebied.
- Inrichting - Beheer
Standaard B
Gemengd profiel Auto- en fletsverkeer Is in principe te gast, als bestemmingsverkeer.
LAÏ
Intensief gebruik Hoge gebrulksdruk op zowel de verharding als het groen.
•- f
Gebieden van de stad
3.2.3 Jaren 50 WIJkgedachte Kuyperwijk, Biesland, Bomenwijk, ProfessorEvertslaan e.o., Jacob Gilleshof e.o., Lodenvloere.o. Vanaf de jaren 40 en 50 ontwikkelde men de stad vanuit de 'wijkgedacrite\ Er werd gestreefd naar een overzichtelijke levensgemeenschap zodat het individu niet verteren zou gaan in de grote stad. Het ideaal was een gelede stad. bestaande uit buurtjes die samen een wijk vormen. De Kuyperwijk is een goed voorbeeld van een wijk die vanuit de wijkgedachte is opgezet. Deze bestaat uit voorr}amelijk haakse stroken met laagbouw en middelhoogbouw. Materiallsering en groen Kenmerkend voor deze buurten Is dat er veel collectieve openbare mimte is en weinig particuliere buitenmimte. Bij opzet van de buurten is veel aandacht besteed aan de Inrichting en het gebmik van de openbare ruimte. Er is een directe relatie tussen (collectieve) openbare ruimte en bebouwing.
Pariferen Parkeren vindt plaats op straat in haakse of langsparkeerstroken. Er heerst ook in deze buurt een hoge parkeerdmk In de openbare ruimte. Relatie met ambitienota De kracht van de plek - Versteri<en Identiteit Delft - Gebiedsgericht Hert<enbare leesbare structuur - Overzichtelijke openbare ruimte - Overvloed aan obstakels voorkomen Uitnodigen tot ontmoeting en verislijven - Menging van gebruikers - Ruimte voor voetgangers Opgaven, kansen en knelpunten De openbare ruimte, zowel de verharding als de groene parkjes en plantsoenen, hebben een duidelijk, per buurt, vonngegeven karakter. De openbare mimte is mede daardoor overzichtelijk en goed bmikbaar. Dit moet duurzaam behouden blijven en waar nodig versteri^t worden.
Visie In deze buurten Is het van belang de directe relatie tussen het gebmik, de positionering van de bebouwing en de inrichting van openbare ruimte te behouden en te versterken. Kerneigenschappen: Verblijven De woonbuurten zijn primair verblijfsgebled. Gemengd profiel Auto- en fietsverkeer is In principe te gast, als bestemmingsverkeer. Intensief gebruik Door de hoge pariteerdruk is er veel druk op het gebruik van zowel de verharding als het groen. Er is geen reclame mogelijk Reclame is alleen toegestaan in relatie met een hoge mate van autoontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen. Dat Is hier niet het geval, dus is het niet toegestaan.
Gebieden van de siad
Leidende principes - Directe relatie tussen gebruik, positionering van bebouvi/ing en inrichting van openbare ruimte: compositorische eenheid - Groen stert( gedefinieerd per buurt - Helder omkaderde, ingerichte openbare mimte (groen en verharding Is eenheid) - Terugbrengen en versterken van de bij de buurten behorende biodiversiteit en natuunvaarde. Uitvoeringsstrategie Beleid De VORD is toetsingkader bij ingrepen in de openbare ruimte Programma Afstemmen en combineren objecten In de openbare ruimte. Kwaliteitsniveau - Inrichting - Beheer
Standaard B
Gebieden van de stad
3.2.4 J a r e n 60 De F u n c t i o n e l e s t a d Voorhof, Buitenhof Noord, Poptahof Kenmerkend voorde stedenbouw van deze periode is hoogbouw in het groen, met veel openbare aiirnte en weinig particuliere buitenruimten. Bij de opzet van de wijken is veel ruimte geresen/eerd voor het (auto) verkeer De verkeersruimte is primair ingericht op de verkeersfunctie en nagenoeg niet vormgegeven als openbaar domein. De gebouwen zijn in een herhalend ritme (stempels) geplaatst in de openbare ruimte. Deze stempels hebben een orthogonale compositie bestaande uit laagbouw, middeU)oogbouw en galerijflats (hoogbouw). De open ruimte loopt vrij tussen de stempels door en heeft naast de verkeersfunctie een overwegend groene sfeer Er is geen directe relatie tussen de woning en de openbare ruimte om de bebouwir)g been.
Materialisering en groen Door de jaren heen Is de beplanting van deze buurten volwassen geworden en overdadig gegroeid. Op sommige plaatsen zorgt dit voor een onoverzichtelijke openbare ruimte. De materialisering van deze wijken is standaard en sober. Er Is van oorsprong een scherp onderscheid aangebracht in de materialisering van de functies. Verkeersruimte en groen/ spelen zijn hierbij strikt gescheiden. Doordat deze wijken een minimalistische en functionele opzet en inrichting hebben, zijn Initiatieven en ingrepen in de openbare ruimte (bergingen, erfafscheidingen, containers ed.) opvallender dan in andere wijken. De bouwblokken staan los In de open, ofwel bestrate ofwel groene mimte. De overgang tussen bebouwing en openbare mimte is In veel gevallen scherp. Toevoegingen en veranderingen worden hierdoor sneller als storend en rommelig ervaren. Parkeren De groeiende automobiliteit heeft en/oor gezorgd dat in deze buurten grote pariteervelden zijn aangelegd. Deze parkeervelden liggen direct bij de grote fiats In de overmaat aan groen. De openbare ruimte Is ook voor verkeer bovengedimensioneerd.
Relatie met ambitienota De kracht van de plek - Versteriten identiteit Delft - Gebiedsgericht Herkenbare leesbare structuur - Overzichtelijke openbare ruimte - Overvloed aan obstakels voorkomen Uitnodigen tot ontmoeting en verblijven - Multifunctionele openbare mimte - Centrale plekken In de wijk Opgaven, kansen en knelpunten Basisopgave Is het omvormen van het vele, anonieme 'kijkgroen' naar uitnodigend gebmiksgroen. Door goede duurzame Inrichting en beheer kan het met gerichte Ingrepen weer als positief worden ingezet bij de verbetering van de buurten. Visie De openbare ruimte In deze buurten kent een overmaat aan verkeerewegen en 'zichtgroen'. De Inrichting is door al de buurten heen vrij monotoon. Het ontbreekt aan kwaliteit en diversiteit. Door elke buurt meer bmikbaar te maken en een eigen groeninrichting te geven Gebieden van de stad
wordt dat doorbroken. De nu nog geïsoleerde groene mimtes tussen de flats worden via recreatieve paden met elkaar vertoonden om de uitwisseling en samenhang tussen de buurten te versterken. De samenhangende hoofdstmctuur van deze buurten Is de singelstructuur. Deze is echter door diverse ingrepen slecht hert<enbaar en zal versterkt moeten worden. Leidende principes - Van overmaat en monotonie naar kwaliteit en diversiteit van. - Elke buurt een eigen openbare ruimteplan en - Inrichting. - Verbinden van geïsoleercle groene ruimtes tussen de flats. -Van anoniem naar uitnodigend. - Singelstructuur als samenhangende hoofdstructuur duurzaam versterken. - Terugbrengen en versterken van de bij dit gebied behorende biodiversiteit en natuun/vaarde. Kerneigenschappen: Verblijven De openbare ruimte is primair verblijfsgebled.
Gemengd profiel Auto-, flets en voetganger zijn van elkaar gescheiden. Het streven is naar een grotere menging van langzaamverkeer. Extensief gebruik Door de afgenomen diversiteit en het grote oppervlak aari groen de gebrulksdruk laag Er is geen reclame mogelijk Reclame is alleen toegestaan in relatie met een hoge mate van auto ontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen. Dat is hier niet het geval, dus is het niet toegestaan. Uitvoeringsstrategie Betere/ De VORD is toetsingkader bij ingrepen In de openbare ruimte. Programma -Afstemmen en combineren objecten in de openbare ruimte. -Adoptie en participatie. Kwaliteitsniveau - Inrichting - Beheer
Standaard B
Gebieden van de stad
3.2.5 J a r e n 60 Universiteitscampus In Delft is de functionele stad ook in de utilitaire bouw sterk tot uiting gekomen in het gebied TU-Midden. De stedenbouwkundige opzet van het gebied wordt gekenmerkt door grote, monofunctionele, zakelijk vormgegeven ondenjvijsgebouwen, in monofunctionele (vert<eers) openbare ruimte met lange lijnen. Inmiddels wordt dit gebied langzamerhand getransformeerd in een gemengde, multifunctioneel stedelijke kenniswijk met studeren, werken, wonen en voorzieningen. De openbare ruimte wordt me^r en meer Ingericht voor verblijven en ontmoeten. Materlall&ering en groen De openbare mimte van TU-Midden was monumentaal Ingericht. Grote bomenlanen gecomblneend met groenstroken en pariteerhavens langs de Mekelweg. Voor het overige Is de inrichting van TU-Midden sober en stenig. Door de transfonmatie van de Mekelweg naar het Mekelpark wordt dit het groene hart van de kenniswijk. De paritachtige inrichting verioindt de autonome faculteitsgebouwen.
Parkeren Het parkeren was geclusterd In grote pariteervelden centraal langs de Mekelweg. Inmiddels Is dat verieden tijd. Parkeren wordt geconcentreerd in parkeerterreinen en op termijn in parkeergebouwen. Relatie met ambitienota De kracht van de plek - Gezonde stad - Kwalitatief hoogwaardig groen en water Herkenbare leesbare structuur -Verduidelijken onderscheid lagen - Combinatie em hiërarchie van routes en plekken Uitnodigen tot ontmoeting en verblijven - Menging van gebmikers - Ruimte voor recreatie en verblijven Opgaven, kansen en knelpunten Met de inrichting en het beheer van de openbare ruimte de transfonnatie van zakelijk onderwijsterrein naar duurzame gemengd-stedetijke kenniswijk ondersteunen en verstertten.
Visie Het Mekelpark is een vooriseeld van een transformatie van veri<eersgebled naar uitnodigend verblijfsgebied. Door deze ingreep krijgen de gebouwen een andere relatie met het maaiveld en krijgen de gebruikers een plek om te vertDiijven. De Schoemakerstraat en de Rotterdamseweg zijn de ontsluitingswegen voor de auto. Dit zijn en blijven prominente bomenlanen. Leidende principes - De gebouwen presenteren zich in een groene setting. - Het Mekelpark is de centrale ontmoetings-en verblijfsrulmte en de centrale as voor OV en langzaam veri^eer. - De Schoemakerstraat en de Rotterdamseweg zijn de ontsluitende lanen. - Pari<eren wordt in toenemende mate gebouwd opgelost. -Temgbrengen en versteri^en van de bij dit gebied behorende biodiversiteit en natuurwaarde.
Gebieden van de stad
- i " * - ' ^ * - ' '•"-•-^
i
\'^ V . hjj' Vx^n
. -:.:^7 '^
.^...^-^
-
Kerneigenschappen:
U itvoeri ngsstrateg ie
Verblijven De openbare mimte Is primair verblijfsgebled.
Beleid De VORD Is toetsingkader bij ingrepen in de openbare mimte.
Gescheiden profiel Auto-, flets en voetganger zijn van elkaar gescheiden.
Kwaliteitsniveau - Inrichting - Beheer
Standaard B
Intensief gebruik Door de diversiteit en de hoge concentratie aan functies en de omslag van verkeersgebied naar vertelIjfsgebied is de gebruiksdmk hoog. Reclame beperkt mogelijk Reclame is alleen toegestaan In relatie met een hoge mate van auto ontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen. Dat Is hier alleen het geval aan de Rotterdamseweg en de Schoemakerstraat, dus Is het daar toegestaan.
Gebieden van de stad
l ' ^ 4 VVoonmilieus:
Geb
3.2.6 L a a t - n a o o r l o g s e w i j k e n S u b u r b a a n J a r e n 70 - 2010 Verweving Buitenhof-Zuid, Tanthof-Oost, Tanthof-West. Molenwijk, Ecodus, Hamaschpolder, Hoornse zoom, Hoornse Hof, Princehaven, Hooikade-Zuideinde, Ricardishof e.o.,Siberië e.o., Rode Kruisbuurt. De openbare ruimte heeft In de suburisane wijken een ander karakter. Eind jaren 60 ontstond een omslag van een op de auto gerichte stedenbouw (Open Stad) naar een kleinschalige op de lopende, fietsende en spelende mens gerichte stedenbouw. Buitenhof-Zuid werd nog wel behooriijk rationeel, rechthoekig opgezet met gescheiden functies, maar was toch één van de eerste voorzichtige afwijkingen In Delft op de functionele stedenbouw van de jaren 60. De norm werd een huls mét tuin, relatief dicht bij de stad. Kleinschaligheid werd het nieuwe trefwoord. Gezocht werd naar dorpse rust in de woonomgeving in de vorm van woonerven bestaande uit laagbouw, met in elkaar overvloeiende ruimten. Straten werden kort en kronkelend. De auto was te gast. Om dit te bereiken werden rondwegen en veriteerscirculatieplannen Ingezet.
De landschappelijke ondergrond werd hieriolj gebruikt als een basis, zoals in het ontwerp van Tanthof en Ecodus het geval was. In Tanthof is de bestaande bebouwing langs de Abtswoude op de kreekmggen opgenomen in het ontwerp voor deze wijk. Ook een oorspronkelijke waterioop die door de wijk liep Is als hoofdgroenstructuur Ingepast in de verkaveling.
Relatie met ambitienota De kracht van de plek - Versterken Identiteit Delft - Gebiedsgericht Herkenbare leesbare structuur - Overzichtelijke openbare ruimte - Oven/loed aan obstakels voorkomen
Ook de verkaveling van de toekomstige wijk Hamaschpolder Is gebaseerd op het onderilggende polderiandschap en het contrast tussen de strak geordende kassen en de individuele tuinierswoningen.
Uitnodigen tot ontmoefing en vertïlljven - Multifunctionele openbare ruimte - Centrale plekken in de wijk
Materiallsering en groen De openbare ruimte had van oorsprong een grote diversiteit, maar die variatie is op veel plaatsen verdwenen.
Al deze buurten liggen nabij de groene gordel en de grote parijen aan de rand van Delft. Ook in de buurten Is het landschappelijke groen vaak aanwezig in de structuur van de wijk. De relatie en de verbindingen tussen de woonbuurten en het groen in en om de wijk Is slecht. De straten zijn vaak erg hard en sober in contrast met de groene gebieden in de wijk.
Öi-T
Opgaven, kansen en knelpunten •^•IC-^ï*
Parkeren Parkeren wordt hoofdzakelijk op straat, op de eigen kavel en In geclusterde eenheden opgelost Het parkeren is in deze wijken minder dominant dan in de voorooriogse wijken.
Gebieden van de stad
amm^
Visie
Kerneigenschappen:
De straten zijn nog teveel gericht op de auto en te weinig op de verblijfsfunctle. Het contrast tussen gnsen en straat kan worden duurzaam aangepakt. De buurten zijn woonbuurten In een lage dichtheid, zonder bijzondere ruimtes. Bij de voorzieningen zullen de pleinen ingezet worden om verblijven en ontmoeten in de wijk te ondersteunen. De relatie tussen de groene gebieden en de buurten versterken door duidelijke en toegankelijke verbindingen en routes te maken.
Verblijven De openbare ruimte Is primair verblijfsgebied.
Leidende principes - Oorspronkelijke stedenbouwkundige groen- en waterstructuur verstertten. - Kleinschaligheid is leidend: nadmk op de lopende, fietsende en spelende mens. - Vertolndingen met de omgeving verbeteren. - Centrale toegankelijke plekken In de wijk voor verblijven en ontmoeten - Terugbrengen en versteri<en van de bij deze gebieden behorende biodiversiteit en natuurwaarde.
Gemengd De auto is te gast Fietsen en voetgangers gemengd In de woonbuurten. Extensief gebruik Door de lage dichtheid is de gebmiksdmk laag. Er Is geen reclame mogelijk Reclame is alleen toegestaan in relatie met een hoge mate van auto ontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen. Dat Is hier het geval, dus Is het niet toegestaan. Uitvoeringsstrategie Beleid De VORD is toetsingkader bij ingrepen In de openbare ruimte. Kwaliteitsniveau - Inrichting - Beheer
Standaard B
Gebieden van de stad
MnaaatS :sna!|[UJuooAA ' ^ ^ ^ ^
epueBe"!
3.2.7 Nieuwe Stedelijkheid Inbreiding 21e eeuw Spoorzone. TNO-Zuidpolder, Schieoevers-Noord, Zuidpoort, Station Zuid, Schieoevers-noord, Vulcanusweg, Mythologiebuurt en Reinier de Graaf In Delft worden de komende jaren diverse (transformatie)gebieden onderhanden genomen. Het doel is daar de stad te revitaliseren. Deze plannen worden gekenmerkt door een relatief hoge dichtheid en een menging van functies en gebouwtypes ('nieuwe stedelijkheid'). Ook op het gebied van de openbare ruimte hebben deze plannen in Delft een hoog ambitieniveau. Zo wordt er veelal inpandig geparkeerd en wordt er geïnvesteerd in parken, waterstructuren en een aantrekkelijke inrichting. Materialisering en groen In de getransfonneerde wijken wordt de openbare mimte opgevat als een integrale ruimte. Er wordt geen gebruik gemaakt van strikte functiescheiding. Binnen de geboden kaders wordt gezocht naar een zo aantrekkelijk mogelijke Inrichting van bijzondere plekken die ontstaan, passend bij de hoge ambities die worden neergelegd.
Parkeren Parkeren wordt zoveel mogelijk inpandig en/of op eigen terrein opgelost. De bedoeling is dat hoofdzakelijk het bezoekerspa riteren in kleine clusters in het openbare gebied plaats zal gaan vinden. Relatie met ambitienota De kracht van de plek - Leefbare stad - Flexibel en toekomstgericht Heritenbare leesbare stmctuur - Verduidelijken onderscheid lagen - Gebiedsgericht. Uitnodigen tot ontmoeting en verblijven - Menging van gebmikers - Ruimte voor voetgangers
aan materialen en mogelijkheden. De openbare ruimte dient de herkenbaarheid en continuïteit van de mimte te versteri<en. oi-
Visie Deze gebieden dienen duurzaam aan te sluiten op bestaande stedenbouwkundige karakteristieken van een gebied, danwei van de stmctuur waartoe het behoort. Elk transformatiegebied sluit Immers aan op bestaande openbare mimte. Deze overgangen moeten zorgvuldig en toegankelijk ontworpen worclen. Routes en wegen lopen logisch door In de vemieuwde gebieden. Daarnaast wordt de continuïteit in doorgaande straatproflelen benadrukt door het consequent doorzetten van kleur, materiaal en beplanting.
Opgaven, kansen en knelpunten Leidende principes De nieuwe stedelijkheid wordt gekenmeri^t door flexibele plannen met een dynamisch programma. Functiemenging In plaats van functiescheiding. Het doel is een dynamisch gebied dat interessant is voor de hele stadsbevolking. De gemeente streeft naar duurzaamheid enfle)dbiliteltin de openbare mimte en heeft behoefte om lijn te brengen in de veelheid
- De overgang met het bestaande stedelijk gebied zorgvuldig en nauwkeurig ontwerpen en uitvoeren. - Transformatie Is een kwalitatieve en fundionele toevoeging aan de stad. - De openbare mimte heeft een belangrijke rol als ontmoetingsgebied. - In elk gebied een centraal gelegen plein of park om ontmoeting een plek te geven.
Gebieden van de stad
- De openbare ruimte dient de herifenbaarheld en continuïteit van de ruimte duurzaam te versterken. - Terugbrengen en versterken van de bij dit gebied behorende biodiversiteit en natuunwaarde.
U Itvoeri ngsstrateg ie Beleid De VORD is toetsingkader bij Ingrepen in de openbare ruimte. Kwaliteitsniveau
Kerneigenschappen: Vet^lijven De openbare ruimte Is primair verblijfsgebied.
- Inrichting - Beheer
Standaard B
Gemengd profiel Auto-, flets en voetganger zijn alleen van elkaar gescheiden als dat strikt noodzakelijk Is voor de veiligheid. Intensief gebruik Door de diversiteit en de hoge concentratie aan functies en de omslag van vericeersgebied naar verblijfsgebied Is de gebmiksdmk hoog. Reclame beperkt mogelijk Reclame Is alleen toegestaan in relafie met een hoge mate van auto ontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen. Als dat het geval is, is het toegestaan.
Gebieden van de stad
sij-S'-w! ' . y - . ' ' j ^ \
.-;:-.••.•••:•-<'-• V
.^•'••^«[•y^-^-'-'
3.3 Bedrijven Bedrijventerreinen
Relatie met ambitienota
Dsm terrein, van der Lee, Schieoevers Zuid, Science Park Technopoiis, Delftse poort, Ypenburgse poort, Delftechpark, t^gosweg, Tanthofdreef.
De kracht van de plek - Gezonde stad - Economisch gezond
Openbare ruimte van bedrijventerreinen spreekt meestal niet tot de verbeelding. Deze ruimte is vooral functioneel ingericht voor een goede (vracht')autobereikbaarheid. Met de verandering van de bedrijvigheid van industrieel naar dienstveriening en kenniseconomie en de intensivering en de menging van functies van bedrijventerreinen verandert ook de vraag naarttet soort openbare ruimte op bedrijvertterreinen: van functioneel en autogericht naar representatief en verblijfsgericht. Er zijn verschillende soorten bedrijvenlokaties. Ypenburgse Poort is een wezenlijk ander terrein dan Technopoiis. Ook verandert de samenstelling op den duur naar, voor een aantal lokaties. een gemixter terrein; niet alleen bedrijvigheid, maar ook wonen (bijvoorbeeld Nieuwe Haven en Schieoevers noord).
Herkenbare leesbare structuur - Verduidelijken onderscheid lagen - Gebiedsgericht Uitnodigen tot ontmoeten en verblijven - Menging van gebmikers - Ruimte voor vertslijven Opgaven, kansen en knelpunten De bedrijventerreinen ondergaan een transformatie. Omdat de marid verandert en aangrenzende gebieden en fundles veranderen, en doordat ook bedrijfsterreinen meegaan in de trend naar verduurzaming en intensivering van het grondgebruik. Daarom dient de openbare mimte aangepast te worden, van puur functioneel naar meer representatief, gericht op verblijf en ontmoefing. Het is daarbij uiteraard noodzakelijk dat de gebieden goed toegankelijk blijven. Visie In Delft worden vier types bedrijventerreinen onderscheiden. A a n d e Schie: DSM, Schieoevers
De omvang van de van oudsher op het water georiënteerde industrie neemt steeds vender af In Schieoevers vindt een transformatie plaats van monofundioneel bedrijventerrein naar gemengd wonen en werken. De behoefte aan vertolijven In het openbaar gebied en met name aan het water (plekken en lijnen) neemt toe. Vergroten van de zichtbaarheid van de Schie betekent het vergroten van de zichtbaarheid van Delft en vergroten van een karakteristiek vertDlIjfsgebied. Aan de rijksweg: Delftse p o o r t (Ikea), Ypenburgse poort, Delftechpark De bedrijventerreinen langs de snelwegen zijn 'zichtlocatles'. Bedrijven vestigen zich hier voomamelijk vanwege de zichtbaarheid en goede autobereikbaarheid. Zichtbaarheid en uitstraling moeten dan ook gewaarborgd zijn. Daarnaast dient de inrichting van de openbare ruimte afgestemd te zijn op de nabijheid van ecologische zones en op de routes tussen de stad en het buitengebied. Aan spooriijn: Schieoevers, DSM Tegenwoordig Is er weinig relatie meer tussen bedrijven en de spooriijn. De uitstraling naar het spoor Is daardoor veelal laagwaardig en rommelig en geen visitekaartje voor Delft. Bij transformatie van deze terreinen is de inzet om 'voorkanten' aan spoorzijde Gebieden van de stad llllr ^^gPf*^' ^ll
maken, zodat de bedrijven en Delft als geheel zich op een aantrekkelijke manier presenteren. Dat geeft meteen de mogelijkheid om ecologische en langzaam veri<eerslijnen door te zetten. Sciencepark Technopoiis Technopolls wordt het grootste bedrijventerrein van Delft. Het Is gericht op Research & Development en een direde uitwisseling van kennis tussen de universiteit en bedrijven op het gebied van water-deltatechnologie, lifescience, ICT, biosclence. De openbare ruimte van het gebied speelt een belangrijke rol in het bevorderen van verblijven en (informele) ontmoefingen. Het gehele gebied wordt een openbaar park waarin de gebouwen in het groen staan. Kerneigenschappen gebruik Doorgaan en verblijven Beiden afhankelijk van de functies van de terreinen Gescheiden Profiel Veelal gescheiden verkeersstromen Gebruik De gebieden worden Intensief gebmikt Reclame Is beperkt mogelijk Reclame Is alleen toegestaan in relafie met een hoge mate van auto ontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen. Op de bedrijventerreinen
is dat het geval op de centrale ontsluitingswegen. Leidende principes - De centrale wegen op bedrijventerreinen van functioneel naar representatief. - Langzaam vert<eersroutes langs de Schie en door Technopoiis naar Midden Delfland. - Transformeren van een zakelijke Inrichting naar een toegankelijke Inrichting die ook uitnodigt om te verblijven en ontmoeten. - Terugbrengen en versterken van de bij dit gebied behorende biodiversiteit en natuurvraarde. Ultvoerings program ma Sleutelopgave Stad aan de Schie Structureel beleid Transfonneren naar een gedifferentieerd aanbod van programma Kwaliteitsniveau inrichting en beheer - Inrichting: - Beheer:
Standaard B
Gebieden van de stad
Parken en pleinen hebben meerdere functies binnen de openbare njimte van Delft. Ze maken deel uit van het stedenbouwkundig patroon van een buurt. Het zijn vaak centrale plekken in woonservicezones, wijken en buurten waar mensen samenkomen voor ontmoeting en ontspanning. De inrichting, vorm en functie zijn nauw verbonden met het tijdsbeeld van de stedenbouw uit de periode van het ontwerpen en aanleggen van de wijken. Vaak maken ze deel uit van doorgaande routes voor langzaam verkeer. Parken en pleinen kunnen een rustonderbreking zijn of juist Intensief gebruikt worden. Vooral parken hebben een belangrijke ecologische functie. Diversiteit en kwaliteit van parken en pleinen is essentieel voor een levendige stad.
4. Parken en pleinen Relatie met ambitienota De kracht van de plek - Verstertten identiteit van Delft - Gebiedsgericht. Herkenbare leesbare struduur - Verduidelijken onderscheid lagen - Combinatie en hiërarchie van routes en plekken. Uitnodigen tot ontmoeten en verblijven - Multifunctionele openbare mimte - Centrale plekken in de wijk. Opgaven, kansen en knelpunten De parken en pleinen binnen Delft zijn de vertilijfsgebieden waar men zich kan vennaken, ontplooien en elkaar kan ontmoeten. De inrichting moet hier op aansluiten. Dit betekent voldoende mimte voor sport en spel, evenementen en bankjes. Tegelijk moet dit ook een hoogwaardige openbare ruimte zijn. Binnen de wijken worden woonservicezones ontwikkeld. De openbare ruimte daarvan zal een hoge mate van toegankelijkheid en aantrekkelijkheid kennen.
Pleinen De bekendste pleinen van Delft bevinden zich in de binnenstad. Elk plein is vanuit zijn historie al anders dan de anderen. Namen als Martd, Doelenplein, Beestenmarkt, Schuttersveld spreken voor zichzelf en hebben ook tegenwoordig elk hun eigen gebruik en Invulling. Het zijn de binnenstadspleinen waar evenementen van stedelijke schaal plaatsvinden en mensen 'in Delft' afspreken. Tegelijkertijd zijn er verschillende kleine, halfverborgen pleintjes, hofjes en paricjes waar de bewoner van de binnenstad verblijft. In de wijken zijn de pleinen vaak het hart van de woonservicezones, gelegen bij de voorzieningen. Delft wil vooral deze ruimtes in de wijken laten gebruiken als centrale ruimte voor ontmoefing en wijkevenementen (braderie, sport- en spel demonstraties, buurtfeest, muziekuitvoering etc). De inrichting en beheer zal afgestemd zijn op een hogere gebrulksdruk. Ditzelfde geldt voor de routes In de woonservicezone naar het centrale plein toe.
Stadsparken Bestaande en nieuwe parken bieden verspreid over de stad ruimte voor rust en ontspanning en voor de natuur in de stad. Door koppeling aan het groenblauwe netweric worden de pari<en opgenomen in het stelsel van recreatieve routes en worden de parijen kerngebieden in ecologische corridors. Delft kent diverse typen parijen die elk op zich behoren bij het tijdsbeeld van de wijk waar het In ligt. Ook deze verblijfsgebieden zijn bij uitstek ruimtes voor ontmoeting en wijkevenementen. De inrichting en beheer zal afgestemd zij op een hogere gebruiksdmk. Sportparken en schoolpleinen Nu zijn sportvelden vaak afgesloten als de vereniging het niet gebruikt. Dat is een monofundioneel gebmik van de grond, terwijl de buurten eromheen behoefte hebben aan ruimte om te spelen en sporten. Door de velden open te stellen kunnen omwonenden er gebmik van maken. Dit geldt ook voor schoolpleinen.
Parken en pleinen van de S
Leidende principes - Verblijven is het hoofdthema. Inrichting moet ten behoeve van de gebruiker gerealiseerd worden. - Pari<en en pleinen moeten zowel ruimte bieden aan stadsbrede evenementen als aan kleinschalige evenementen. - Er is een natuurlijke balans tussen rustige en intensief gebruikte pleinen en parken. - Pari<en en pleinen zijn in elke wijk aanwezig en direct bereikbaar vla het kriskrasnetwerk. - Centraal gele gen en goed toegankelijk onderdeel van de woonservicezone - Ook meer aandacht voor de kwaliteit van Inrichting en beheer van de belangrijkste routes door de wijk voor langzaam veriteer naar de het centrale plein van de woonservicezones. Kerneigenschappen gebruik Verblijven Ontmoeten en vert)lijven is het hoofdgebruik. Gemengd profiel Hier gaat het om menging van langzaam vertceer. De auto heeft geen rol op deze plekken.
Extensief of intensief Beiden Sommige plekken worden intensief gebruikt door inrichting en ligging, andere zijn juist rustige plekken ter ontspanning. Er is geen reclame mogelijk Reclame Is alleen toegestaan in relatie met een hoge mate van auto ontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen. Dat Is hier het geval, dus is het niet toegestaan. Uitvoeringsprogramma - Beheer en Inrichtingsniveau waari3orgen - Realiseren van nieuwe parken (zoals: Mekelpartt, J C Bloempari<, Spoorzone) - Evenementen realiseren op deze centraal gelegen pleinen Kwaliteitsniveau inrichtint en beheer - Inrichting: standaard bij intensief gebruik: Extra - Beheer: A
Parken en pleinen van de Stad
ïliS'fe^
De uitvoering van de visie zal plaatsvinden door middel van een aanlal verschillende trajecten. Vanuit de visie zijn een aantal sleutelopgaven beschreven. Daarnaast zullen bestaande programma's en projecten niet betrekking tot de openbare ruimte vanaf nu bezien worden vanuit de visie. Nieuw sectoraal beleid voor inrichting en beheer van de openbare ruimte za! eveneens opgesteld worden vanuit de visie. Als rechtstreeks vervolg op de visie zal het handboek openbare ruimte herzien worden en êen integrale beheerkwaliteitvisie worden opgesteld. De uitvoeringsstrategie beschrijft de manier van uitvoeren van de inhoud van de visie naar de praktijk (5.1 t/m 5.4). Vervolgens wordt beschreven dat er kosten uit ontstaan en op welke manier die kosten gedekt en verhaald kunnen worden (5.5).
tegie
5.1 Spelregels De Visie Openbare Ruimte vormt een uitwerking van de Ambitienota Openbare Ruimte en van de Ruimtelijke Struduurvisie Delft 2030. Deze stukken dienen dan ook als achtergrond bij de uitvoering en verdere concretisering van het beleid dat hier is geschetst.
instrument zijn om gezamenlijk met betrokkenen uit het gebied de opgaven en ambities te benoemen en aan de kwaliteit van de openbare ruimte te werken. Grotere Ingrepen in de openbare mimte worden altijd ontwikkeld vanuit een samenhangende visie op het gebied. Punten die daarbij aan de orde komen zijn:
Bij elke grotere ingreep In de openbare ruimte dienen de volgende stappen te worden gevolgd:
1. Hoe past locatie In omgeving in de stad/ in de structuur/zones van de stad?
1. De ruimtelijke kwaliteit van de plek zelf (genlus loei) vooraf onderzoeken. In elk projed Is het noodzakelijk de stedenbouwkundige en maatschappelijke functie te onderzoeken en de bestaande kwaliteit van het gebied te benoemen en daarop voort te bouwen.
2. V\fet voegt verandering toe aan: de omgeving; de stad; de struduur/ zones van de stad; de ruimtelijke kwaliteit?
2. Samenhang en afstemming waariaorgen. Verantwoordelijkheid beleggen voor de inhoudelijk afstemming van de verschillende sedorale ambities. De verschillende sectorale ambities vooraf In kaart brengen en afstemmen en zonodig keuzes maken in plaats van ambities stapelen.
4. Welke vorm van participatie is gewenst? Afstemming met de stad (bewoners/ organisaties/ ondememers).
3. Opstellen gebiedsvisies. Gebiedsvisies kunnen een belangrijk
de kerneigenschappen en opgaven van de dragers, de gebieden en de pleinen en pari<en zoals In deze nota beschreven is. Ter verduidelijking is het kwaliteitsniveau hieronder samengevat. Voor de visuele toetebare kwaliteitscriteria (beeldkwaliteit) zijn voor alle onderdelen in de openbare mimte onderhoudsniveaus gedefinieerd A+ A B C D
3. Welke ambities en uitgangpunten zijn van toepassing?
5.2 Beheer kwaliteitsniveau De differentiatie van het kwaliteitsniveau van beheer en de inrichting wordt gedaan op basis van
zeer goed nagenoeg ongeschonden goed mooi en functioneel voldoende fundioneel matig onrustig beeld discomfort of enige vorni van hinder te slecht kapitaalvernietiging, uitlokking vernieling, fundieveriies, juridische aansprakelijkheid, sociale onveiligheid.
Met behulp van de in deze nota per laag benoemde fundles en ambities is een verdeling van kwaliteitsniveau van beheer en inrichting opgesteld. Daarmee Is het onderhoudsniveau bepaald dat we nastreven in de verschillende delen van de stad. Op basis hiervan zal een beheerstrategle voor de hele stad opgesteld worden.
Daart3ij zullen het handboek Inrichting Openbare Ruimte en het handboek Beheer Openbare Ruimte worden geaduali^eerd. Beide documenten gaan nu uit van een bepaalde mate van standaardisafie. De visie stelt een andere verdeling voor van de gebieden waar een bepaalde standaard voor geldt. In het schema is aangegeven welke differentiatie daarvoor van toepassing is. De stad Is immers opgebouwd uit verschillende soorten en typen openbare mimte en wordt verschillend gebruikt. Uiteindelijke standaardisatie van materiaal, materieel en beheer komt voort uit het benoemen van de gelaagdheid van de openbare mimte in de stad en wijken en buurten. Op deze manier Is het mogelijk te sturen op kwaliteit van inrichting en beheer waar het nodig is. In de huidige situatie streeft Delft naar Kwaliteitsniveau B (voldoende fundioneel). Voor de Binnenstad wordt één niveau hoger nagestreefd A (mooi, comfortabel). De binnenstad heeft een eigen type straatmeubllalr. Voor de overige delen van de stad geldt het standaardtype meubilair. In praktijk komt het voor dat diverse projecten hun eigen type hebben gekregen. Dat verhoogt de eenheid in beeld en beheer niet en Is niet bevorderiijk voor doelmatig onderhoud en beheer.
Om tot meer eenheid en standaardisatie te komen en tegelijkertijd een zekere mate van diversiteit mogelijk te maken zal In het te adualiseren Handboek Openbare ruimte en (de) Beheer-(splannen) Openbare Ruimte de volgende opdeling worden toegepast. Beheerkwallteitsniveau A: - De binnenstad - De boulevards - De oevers van de Schie - De ontmoetingsplekken in de woonservicezones in de wijken: de parijen de pleinen De overige delen blijven niveau B
5.3 Inrichting kwaliteitsniveau Voor de kwaliteitsniveaus van de Inrichting van de openbare ruimte hanteren we de volgende indeling: Exclusief De openbare ruimte Is het representatieve beeldmerk van Delft. Het is berekend op een hoge en dooriopende gebruiksdmk en kent flexibele gebruiksmogelijkheden voor verschillende gebruikers. Er Is een zorgvuldige detaillering in ruimtelijk
ontwerp met een uitgekiende combinatie van fundies. Extra De openbare mimte is nneer 'aangekleed' en op specifieke wensen afgestemd dan het inrichfingsniveau 'standaard'. Functies zijn goed op elkaar afgestemd. Dit niveau kan over het algemeen een meer dan gemiddelde gebrulksdruk aan. Standaard De beschikbare openbare ruimte is in balans met de stedenbouwkundige omgeving en fundioneel en doelmatig ingericht. Er zijn geen bijzondere plekken In de openbare ruimte aanwezig. De gebrulksdruk is gemiddeld en Is slechts Incidenteel hoger. Straatmeubilair - De binnenstad behoudt zijn eigen type straatmeubilair. - Voor de boulevards zal een heritenbaartype gekozen gaan worden, aansluitend op het type dat gebruikt Is in de Ruys de BeerenbrouckstraaL - Voor de delen van de stad waar standaard B van toepassing is, geldt één type meubilair. - Voor de overige A delen zal een variatie op het standaard meubilair worden ontwikkeld.
5.4 Opzet uitvoeringsprof De in deze nota beschreven opgaven, uitgangspunten en maatregelen zijn vertaald in sleutelopgaven, programmatisch beleid en structureel beleid. Deze drie typen opgaven moeten er voor zorgen dat de openbare ruimte in de komende tijd een transfonnatie ondergaat die past bij Delft, Een leefbare omgeving met hoge ruimtelijke kwaliteit is het doel! De gestelde eisen die in de visie naar voren worden gebracht zijn hiervoor leidraad, 5.4.1 Sleutelopgaven Sleutelopgaven zijn projecten die essentieel zijn voor de structuur van de stad en voor de kwaliteit van de stad. Het zijn onmisbare schakels met een groot oplossend vemiogen. Hiervoor dient voldoende budget en capaciteit te worden veri
"de Boulevards van de Stad"
"Stad aan de Schie"
Opgave De boulevards zijn opgaven die qua openbare ruimte uitgaat van de leidende principes. Deze principes In combinatie met de locatie van de boulevard en het programma rond de boulevard bepalen het ontwerp van de boulevard. In ieder geval moet er ruimte zijn voor ontmoeten en verblijven, gescheiden verkeer en stevige bomenrijen.
Opgave De Schie is een belangrijke visuele en historische lijn die door heel de stad loopt. De gebmikswaarde van de Schie Is op sommige plekken te beperkt. Het is noodzakelijk deze lijn op te waarderen en de Schie weer onderdeel te maken van het leven in de stad. "Verisiijven aan de Schie" is het hoofdthema.
Uitvoering De boulevards zijn belangrijk voor de stad, zowel voor de bereikbaartieid van de stad als voor de herkenbaarheid en leeflDaarheid. De boulevards bevinden zich door heel de stad. Omdat deze zo belangrijk zijn, zal de gemeente een sterke rol aannemen voor het realiseren van de boulevards. Prioriteit De boulevards zijn al volop in ontwikkeling In diverse delen van de stad (bijvoori^eeld de Spoorzone, Martinus Nijhofiaan, Papsouwselaan, Mekelpari< en Ruys de Beerenbrouck). Ook in de RSVD wordt het belang van de boulevards benadrukt. Het is belangrijk zo snel mogelijk de overige delen van de boulevards op te pakken.
Uitvoering "Stad aan de Schie" is een opgave die bestaat uit vele deelprojecten. Het opstellen van een samenhangend plan voor openbare mimte langs de Schie Is dan ook noodzakelijk. Prioriteit Er zijn al enkele Gebiedsvisies gemaakt waar de Schie een rol In heeft. Het is belangrijk dat deze op elkaar worden afgestemd en er een specifieke visie voor de Schie komt waarna de stap richting uitvoering zal worden gemaakt.
"Stad in het groen" Opgave Groen in de stad is belangrijk In een vitale stad. We willen dat meer groen voor mens en dier beschikbaar worden gemaakt. Hierbij gaat het niet alleen om plekken maar ook om routes. De kriskrasroutes vonnen de basis om lijnen en plekken in de stad te kunnen realiseren. Het is dus noodzakelijk bmikbare hoogwaardig Ingerichte groene routes te realiseren. Vanuit deze Ingreep zal er gebiedsgericht gewerid kunnen worden aan groene vingers die van en naar de groengordel lopen. De algehele groenstruduur maakt dat de stad In het groen komt te liggen. Uitvoering In het ontwerp van de RSVD Is voorgesteld de groene stadsrand aan te pakken en bij de stad te laten horen. Dit kan gedaan worden door de groene vingers vanuit de stad. In de visie openbare mimte wordt ook het belang van groen aangegeven. Groen moet belangrijk worden in projecten. Het Is zaak tijdens projeden groene gebieden te respederen, te realiseren en te waarborgen.
Prioriteit Groene en heritenbare routes door Delft zijn belangrijk voor het dagelijkse en recreatieve gebmik en voor de natuurwaarden van de gebieden. Maar ook voor de identiteit van de stad als verbonden stad in het groen. "Verbindende stad" Opgave De Provinclaleweg en Krulthulsweg zijn de twee grote stroomwegen door de stad. De stroomfundie die deze wegen hebben, moet geviraarborgd blijven. Tegelijkertijd moet de barrièrewerking van deze wegen drastisch venninderen. Uitvoering Onderdoorgangen, met name voor langzaam veri<eer, worden aangepakt. Ook de Inrichting van deze wegen wordt verbeterei tot een parklane met stevige groenpartijen langs de weg. Prioriteit Om de stad een eenheid te laten zijn is het belangrijk de barrières zo snel mogelijk op te lossen.
5.4.2 Programma's en beleid Door vaststelling van de Visie Openbare Ruimte en in een later stadium de Struduurvisie en de Nota Verevening (zie paragraaf 5.5), kan het voorkomen dat eerder vastgesteld beleid op bepaalde punten achterhaald Is en bijgesteld moet worden. Immers, door deze nota's kunnen nieuwe inzichten ontstaan op andere gebieden/beleidsvelden, hetgeen kan betekenen dat staand beleid eveneens aan herziening toe is. In de visie zijn aandachtspunten benoemd welke aangepakt zullen worden. Veel punten zijn al een:ler In sectorale beleidsnota's en -uitvoeringsprogramma's benoemd. Deze zullen nu worden uitgevoerd vanuit de principes van de VORD. Bij het opstellen van nieuwe sectorale en integrale beleidsstukken die betrekking hebben op de openbare ruimte dient de VORD als uitgangspunt. Benoemd zal worden bij herziening van het betreffende beleidsstuk op welke manier de ambities, opgaven, uitgangspunten en leidende principes worden toegepast en Ingevuld.
Bij het opstellen van bestemmingsplannen zal worden aangegeven op welke manier het betreffende plan de doelstellingen van de VORD behaalt. In het vervolg op de vaststelling van de visie zullen het handboek inrichting openbare ruimte en de beheersplannen openbare mimte worden herzien. Handboek inrichting openbare ruimte De huidige handboeken openbare mimte zijn verouderd: Handboek binnenstad uit 1993 en handboek stad uit 1998. Op basis van de visie zullen de handboeken vemieuwd worden In 2009/ 2010. Beheersplannen beheer openbare ruimte De beheersplannen zijn verdeeld over de thema's groenvoorzieningen (2008 - 2011), verkeersvoorzieningen en straatmeubilair (2008 - 2011), oevers (2008-2011), kunstweri<en (2007 - 2010) en wegen (2006 - 2010). Deze documenten werden tot nu toe per stuk met regelmaat vernieuwd. In het vervolg zullen deze thema's Integraal worden benaderd met een integrale beheerkwal Iteitvisie.
Jm
5.4.3 Structureel beleid Strudureel beleid houdt zich bezig met ingrepen die passen binnen de visie maar projectmatig worden uitgevoerd. Bij alle ontwikkelingen en projeden in de stad zal er structureel op dezelfde punten een initiatief komen die past binnen de voonvaarden die de ambitienota, visie en handboek stellen. De volgende punten dienen daarin te worden meegenomen: - Duurzaam ontwerpen - Voetganger de mimte geven - Ruimte voor spelen en recreatie - Mulfifundioneel ontwerpen (voor elke doelgroep maar ook dubbelgrondgebruiken Innovatieve oplossingen) - Diversiteit in beeldkvralitelt - Ruimte voor flora en fauna -Adoptie en Participatie - Stimuleren van ontmoefing In de stad - Promotieprojeden (evenementen, kunst, economie etc.) -Afstemmen en combineren objecten In de openbare ruimte
5.5 Financiële consequenties De voorstellen uit de visie worden niet met één Investeringsbudget direct uitgevoerd. De visie geldt als uitgangspunt bij elke vorm van herinrichfing in de stad de komende 20 jaar (gelijk aan de planperiode RSVD 2030). In dit hoofdstuk wordt eerst benoemd dat de visie meeri^osten teweegbrengt ten aanzien van beheers- en inrichtingskosten: meergebied met een hogere kwaliteit betekent meer kosten. In de tweede paragraaf Is in beeld gebracht op welke manieren de kosten gedekt of venninderd kunnen wonden. Hiermee moet worden bereikt dat de bedoelde hogere kvi^liteit behaald kan worden tenwijl de overige delen van de stad dezelfde kwaliteit aan beheer en Inrichting van openbare ruimte behouden. 5.5.1
Kosten
Kosten beheemiveau Het huidige beheemiveau is vastgesteld op niveau A voor de binnenstad en niveau B voor de rest van de stad. In de visie openbare mimte Is aangegeven voor welke gebieden er ook een niveau A Is gewenst. Het betreft hier naast de
binnenstad een uitbreiding met de boulevards, parijen, pleinen en de kern van de woonservicezones. Berekening wijst uit dat de beheericosten stijgen. In hoofdstuk 2, Kostenverhaal, staat beschreven welke mogelijkheden er zijn om deze kosten gedekt te krijgen.
5.5.2
Kosten verhaal
Kosten inrichtingsniveau Indien er investeringen In de komende jaren zouden worden gedaan, dan zal deze met de visie openbare ruimte duurder zijn ten opzichte van huidige inrichtingseisen. In de berekening Is gekeken naar de inrichting die nog naar een hoger niveau getild moet worden en waar nog geen projectgeld voor Is georganiseerd. De meerkosten zijn direct te koppelen aan de locaties waar de visie hogere ambities stelt en waar de gebmiksdruk de komende jaren zal toenemen: Cultuurhistorische dragers, boulevards, binnenstad, woonservicezones en parken en pleinen.
Gelet op de systematiek van de Wro kan de onderhavige Visie Openbare Ruimte in het algemeen en de daarvan integraal onderdeel uitmakende uitvoeringsparagraaf In het bijzonder gekwalificeenJ worden als een (stmctuur)visie als bedoeld in die Wet (artikel 2.1 Wro). Dit brengt met zich mee dat - waar het de openbare ruimte betreft - de VORD een grondslag biedt voor bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen in contraden die met ontwikkelaars/ grondeigenaren worden aangegaan (artikel 6.24 lid 2 Wro). Een dergelijke grondslag wordt uiteraard ook geboden In de uitvoeringsstrategie van de Struduurvisie gemeente Delft 'Ontmoefingen met Delft 2030'.
In paragraaf 5.5.2, Kostenverhaal, staat beschreven welke mogelijkheden er zijn om deze kosten gedekt te krijgen.
Het gemeentelijke beleid is er op gericht om het gemeentelijke kostenverhaal zoveel mogelijk via overeenkomsten met particuliere grondeigenaren en ontwikkelaars te bewerkstelligen (zgn. anterieure overeenkomsten). Ook biedt de Wro
Fondsen in Nota verevening De lnweh
de mogelijkheid om (fonds)bijdragen te vorderen van ontwikkelaars voor (toekomstige) ruimtelijke ontwikkelingen. Daarvoor is een grondslag vereist in een ruimtelijke struduurvisie. Naar venArachting wordt de stmctuurvisie voor de gemeente Delft ('Ontmoetingen met Delft 2030') eind 2009 vastgesteld. Daarin komt het gemeentelijk kostenverhaal en het bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen tot uitdrukking In de uitvoeringsparagraaf In dat vertiand wordt emaar gestreefd om periodiek separate uitvoeringsplannen op te stellen, zodat op deze wijze steeds een adueel vereven Ingsbeleld voorhanden Is. Voor bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen Is het streven erop gericht om aparte fondsen op te richten, zodat via de (anterieure) overeenkomsten met particuliere grondeigenaren de bijdragen ook daadwerkelijk geïnd kunnen worden. De Nota Verevening zal een Integrale Nota betreffen waarin de mogelijkheden voor het in rekening brengen van extra bijdragen bij ontwikkelaars In het kader van projed- en gebiedsontwikkeling uiteengezet zullen worden. Dit geldt ook voor de openbare ruimte. In voorkomende gevallen zullen ook
bijdragen gevraagd worden vla een gemeentelijk 'fonds openbare ruimte'. De specifieke fondsen dienen nog te worden benoemd. Een drietal hoofdpunten komen daarbij aan de orde: 1. Bijdragen aan bovenwijkse voonüieningen/bovenwijkse kosten. In dit veri^and valt bijvooriseeld te denken aan; bijdragen veriangen voor nieuwe wegafslagen, wegverbredingen, verbreding van snelwegen en infrastructurele voorzieningen die bovenwijks worden aangelegd etc. 2. Bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen, contradueel, vla de anterieure overeenkomsten ex artikel 6.24 lid 2 Wro 3. Bovenplanse verevening. Dit betreft compensafieaspecten via fondsbijdragen, bijvoorbeeld dat binnen een ontwikkeling bepaalde punten niet door ontwikkelaar verwezenlijkt (kunnen) worden, alsdan ontstaat de verplichting om dit te compenseren voor een ander projed door storting In een fonds. ontwikkeling woningbouw Door een klein percentage per bouwsom van woningen in de komende 20 jaar in het fonds
openbare ruimte te laten storten, is het mogelijk een deel van de kosten voor inrichting en beheer van de openbare mimte te dekken. ontwikkeling utiliteitsbouw In Technopolls wordt de komende 20 jaar ca 600.000 m2 bvo aan bedrijfsruimten gebouwd. In Schieoevers zuid zal Intensiever worden gebouwd. DSM zal ook Intensiever gebruik gaan maken van hun terrein. De TU gaat de campus meer verdichten. Al deze ontwikkelingen hebben een goede openbare ruimte nodig. Ook hier geldt: Door een klein percentage per bouwsom In het fonds openbare mimte te laten storten, is het mogelijk een deel van de kosten voor inrichfing en beheer van de openbare mimte te dekken. Subsidies Er zijn diverse subsidie mogelijkheden bij Ingrepen In de openbare ruimte, zoals bijvoorbeeld: Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV), Besluit Locatiegebonden Subsidie (BLS), Investeringsbudget Landelijke Gebieden (ILG), Subsidieprogramma van VROM (bijvoort>eeld Mooi NL) en ook uit de subsidiefondsen van de EU is geld beschikbaar voor het verbeteren van de openbare mimte.
Per subsidie gelden andere voorwaarden en regelementen. Per subsidie gelden andere voonwaarden en toekenningsregelementen. In de programmabegroting is opgenomen dit separaat projedmatig aan te pakken. Daarnaast wordt dit thema bij elk lopend en komend projed op de agenda ge^et.
zullen dit doen. Het is mogelijk voor een beperkt oppervlak van de stad. Het levert een bepertde overname van weri< door bewoners. De begeleiding en verantwoording blijft taak van de gemeente. Technisch beheer en onderhoud blijft kerntaak van de gemeentelijke dienst stadsbeheer.
Efficiëntie keten openbare ruimte Met het opstellen van de Inhoudelijke visie is eenrichtinggevendkader ontstaan voor de openbare ruimte. Enerzijds betreft het een verhoging van het ambitieniveau hetgeen extra kosten met zich meebrengt. Anderzijds zijn er door de ontstane helderheid ten aanzien van keuzes In de inrichting en het beheer efficiency voordelen te behalen In de organisatie. Dit wordt nog versterkt door een stroomlijning van de organisatie aan de hand van een analyse van de financiële- en werkprocessen binnen de keten Openbare Ruimte.
Grootgrondeigenaren als TU, corporaties, eigenaren van winkelcentra en (grotere) verenigingen van eigenaren kunnen meer worden betrokken bij (de kosten van) beheer en inrichting. Ook ligt bij hen de taak hun openbaar toegankelijke grond te beheren, onderhouden en in te richten volgens de in de visie gestelde kwaliteitseisen.
Adoptie en participatie Beheer en Inrichting van bewoners door adoptie van delen van de openbare ruimte Is een goede manier om meer betrokkenheid van de burger met hun openbare ruimte te verkrijgen. Financieel gezien levert het nauwelijks besparingen op: Slechts een bepertct aantal bewoners
Herprioritering Binnen bestaande beleidsnota's, programma's en projeden Is door de raad geld vrij gemaakt voor Ingrepen in de openbare mimte vanuit het perspedief van het betreffende nota, programma of project. Deze budgetten zullen nu tegen het licht gehouden wonden en geprioriteerd vanuit de visie openbare mimte.
Fasering Binnen bestaande beleidsnota's, programma's en projeden zijn keuzes gemaakt voor de fasering van Ingrepen in de openbare ruimte vanuit het perspedief van die betreffende nota, programma of projed. Deze faseringen zullen nu tegen het licht gehouden wonden en geprioriteerd vanuit de visie openbare ruimte. Beperkte kwaliteitsvermindering Het huidige beheemiveau is vastgesteld op het niveau A voor de binnenstad en niveau B voor de rest van de stad. In deze visie is aangegeven voor welke gebieden er ook een niveau A Is gewenst. Het betreft hier een uitbreiding met o.a. de boulevards, parijen en pleinen. Indien de beheerskosten niet vla kostenverhaal gedekt kunnen worden, zijn er drie manieren om de kosten te dekken: vergroten van het budget voor beheer, verminderen van het kwaliteitsniveau In de andere gebieden of veridelnen van het oppervlak met A niveau.
Bronvermelding Voor het opstellen van deze visie is dankbaar gebruik gemaakt van de volgende stukken: Gemeentelijke nota's
Overig:
- RSVD 2030 -Ambitienota Visie Openbare Ruimte - Coalitieakkoord - Welstandsnota - Bomenbeleid (kapvergunning) - Parkeerbeleid - Nota Reclame in de OR - Nota Terrassenbeleid - Woonvisie - Programmaplan Wonen, zorg, welzijn - Kunstbeleid Openbare ruimte - Cultuurvisie - Kadernota evenementenbeleid - Nota Ruimte voor spelen - Ecotogieplan - Nota Politie Keurmerk Veilig Wonen - Programmaplan Veiligheid 20082012 - Waterplan - Monumentennota -LWP - Fietsactieplan 2 - Kindvelllge routes - VVikbarometers - Handboek OR-Binnenstad - Handboek OR
- Visie openbare ruimte Zoetenmeer - Visie openbare ruimte Eindhoven - Visie openbare ruimte Hilversum
Nota Zienswijzen Samenvatting en beantwoording zienswijzen Visie Openbare Ruimte Delft
Definitief concept
07 09 2009
Gemeente Delft Vakteam ruimtelijke ordening
Inhoudsopgave 1 2 3 4
Inleiding Beantwoording zienswijzen Ambtelijke wijzigingen Conclusie
1. Inleiding -De Visie Openbare Ruimte Delft is de inhoudelijke pijler van het proces "keten openbare ruimte". De visie vormt een integratie- en afstemmingskader voor het bestaande sectorale beleid ten aanzien van de openbare ruimte en is Input voor toekomstige nota's. In de voorafgaande "Ambitienota openbare ruimte" (vastgesteld door het college van B&W op 17 februari 2009) is benoemd welke ambities en doelstellingen de gemeente heeft met de openbare ruimte en welke opgaven er liggen. In de Visie Openbare Ruimte Delft worden de consequenties, de kaders en de randvoonwaarden bepaald om te kunnen komen tot de gestelde kwaliteit. De Visie Openbare Ruimte Delft is de actuele, integrale grondlegger voor vigerende en toekomstige sectorale beleidskaders: Overkoepeling van sectorale beleidsuitspraken over de openbare ruimte Vervanging en nadere uitwerking van het visledeel uit handboek inrichting Openbare njimte stad/ binnenstad uit 1998/1993 Input voor nieuw handboek inrichting openbare ruimte .Input voor beheersplannen openbare ruimte De Visie Openbare Ruimte Delft legt hiermee de basis om sectorale wensen en eisen af te stemmen met de benoemde diversiteit en ruimtelijke kwaliteit. De gemeente spreekt daarmee uit dat de in deze visie benoemde principes en gebiedseigenschappen leidend zijn bij elke vorm van gebiedsontwikkeling waar openbare ruimte mee gemoeid is. De visie d.d. 23 06 2009 heeft ter inzage gelegen in de periode van 30 juni 2009 tot en met 13 juli 2009 met de mogelijkheid tot het indienen van schriftelijke en mondelinge zienswijzen. De ter Inzage legging is gepubliceerd In de Stadskrant van 28 juni 2009 en in de Delftse Post van 26 juni 2009. Ook is op 7 juli 2009 gelegenheid geboden tot het mondeling naar voren brengen van zienswijzen tijdens de inloopavond. De onderstaande personen/instanties hebben schriftelijk hun zienswijzen op de visie kenbaar gemaakt: 1. Historische Vereniging Delfia Batavomm, Commissie Behoud Stadsschoen, Oude Delft 132, 2611 CG Delft, ontvangen 10 juli 2009 2. Belangenvereniging Voorhof 11 West, Postbus 429, 2600 AK Delft, ontvangen 14 juli 2009 De onderstaande personen/instanties hebben mondeling hun zienswijzen op de visie kenbaar gemaakt tijdens de inloopavond van 7 juli: 3. De heer J. Schippers, Molslaan 194, 2611 CZ Delft 4. De heerT. Deelstra, Rotterdamseweg 109, 2612 BJ Delft Voorafgaand aan de officiële Inspraak heeft participatie plaatsgevonden in vorm van een presentatie en bespreking van de visie in een aantal forums: 5. Partneroverleg 18 mei 2009, in aanwezigheid van wethouder Koning. (Bestuuriijke) vertegenwoordiging van woningbouwcoöperaties DUWO, Woonbron en Vestia, ouderenwerk Delft, basisonderwijs Delft en voortgezet onderwijs Delft. 6. Duurzaamheidplatform 19 mei 2009, in aanwezigheid van wethouder Koning en vertegenwoordiging van Initiatiefgroep Natuur Delft (IND); Vogelwacht Delft en omstreken; Commissie arboretum heemtuln, Groei en bloei. Werkgroep bomen. Rover en de Koninklijke Nederiandse Vereniging voor Veldbiologie (KNNV).
7. Bewonersverenigingen Grachtengebied Zuid en Wateringsepoort, ontvangen tijdens de participatie periode op 9 juni 2009. De schriftelijke en mondelinge zienswijzen zijn samengevat en beantwoord in deze nota. Daarnaast zijn de ambtelijke wijzigingen In deze nota opgenomen. Voor de vindbaarheid zijn de delen die leiden tot wijzingen in de visie met g ^ gearceerd. 2. Beantwoording zienswijzen 2.1. Historische Vereniging Delfia Batavorum. Commissie Behoud Stadsschoen. Oude Delft 132.2611 CG Delft 1 Samenvatting Indiener geeft aan dat zij het eens is met het uitgangspunt dat "de meest duurzame ingreep die men kan doen, het versterken is van bestaande sterke punten. In ruimtelijke zin betekent dat voortbouwen op de kracht van de plek, de z.g. genius loei". Dat uitgangspunt Is van toepassing op de gehele stad, maar in het bijzonder wil indiener dat zien als uitgangspunt van de njimtelijke ontwikkelingen voor de in de nota genoemde cultuurhistorische dragers als de Binnenstad van Delft en de Schie met boezemlopen uit het ommeland. Antwoord Uiteraard geldt deze ambitie ook als uitgangspunt voor de ruimtelijke ontwikkelingen van de in de nota genoemde cultuurhistorische dragers als de Binnenstad van Delft en de Schie met boezemlopen uit het ommeland. Conclusie Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 2 Samenvatting Indiener wil er op wijzen dat langs de grachten en langs andere beeldbepalende straten het veelal de eigenaar/bewoners zijn die met de statige historische panden de gevelwanden van de openbare ruimte mede bepalen. Antwoord De visie spreekt zich uit over het gebruik, het beeld en de beleving van de openbare ruimte zelf. Architectuur van bebouwing grenzend aan de openbare ruimte is buiten de beschouwing gelaten van deze nota. De welstandsnota Is van toepassing voor bebouwing. Conclusie Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 3 Samenvatting Indiener wijst op de stelling in de visie dat "de relatie tussen beide delen van de Schieoevers steeds belangrijker wordt. Dat zal benadrukt worden door nieuwe bruggen en aan te passen bruggen beeldbepalend te laten zijn, kenmerkende beeldmerken van Delft". Indiener kan dit lovenswaardige uitgangspunt niet rijmen met de plannen die nu naar buiten worden gebracht betreffende de verzwaring (vernieuwing) van de Kapelsbrug en de renovatie van de Sebastiaansbrug (veri^reding en veriioging). Voor deze renovatie ziet Indiener ook graag het uitgangspunt van de boulevards wordt toegepast. Indiener wil dat deze nota betrokken wordt bij de herziening van het bestemmingsplan Sebastiaansbrug, dat tegelijkertijd ter visie ligt. Antwoord Indiener heeft soortgelijke zienswijze aangegeven in haar reactie op het bestemmingsplan St. Sebastiaansbrug. Om verkeerstechnische reden is het nodig dat er in noordelijke richting
twee rijbanen nodig zijn. Uitleg daarover zal plaatsvinden in de nota zienswijzen St. Sebastiaansbrug. Conclusie Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 4 Samenvatting Indiener vindt het belangrijk dat In de nota ook de schilder Vemieer wordt genoemd. Verwezen kan worden naar de Vermeenwandelroute, het Vermeerhuis, en het schilderij van Vermeer Zicht op Delft. Antwoord Aan de Schie bij de Zuidkolk staat het kunstwerk "Zicht op Delft' en in de binnenstad is met plaquettes en kubussen locaties aangegeven waar Vermeer een rol heeft gespeeld. Echter om specifiek de kunstenaar en bijzondere plekken uit te lichten gaat te ver in deze visie voor de stad. In bijvoorbeeld de gebiedsvisie binnenstad kan dit worden meegenomen. Conclusie Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 5 Samenvatting In de nota is sprake van boulevards rondom de binnenstad. Het begrip boulevard zou wat de indiener betreft nader moeten worden gedefinieerd: Boulevards in Parijs zijn overbevolkte autowegen, boulevards in badplaatsen zijn doorgaans voetgangersgebieden.
Conclusie .__„.„____ _ „™^^_„^™ l^^^acti^hëêft^igelerd totaanpassiriót'iJarithetplan^ïln de visie-zal^t3iiihoïofcjkük2^3;dé1n betwoQmaaridërahtwöörxJjbèschrëvenïd 6 Samenvatting Indiener vindt dat aan de noord- en oostzijde van de binnenstad (Oranjeplantage, Oosterstraat, Oostplantsoen en Nieuwe Plantage) het boulevardachtige karakter ver te zoeken is. Kenmerkend voor die kant van de stad is het negentiende eeuwse karakter met flauw slingerende wandelpaden over de vertioogde pari^aanleg. Dit negentiende eeuwse karakter zou kunnen worden versteritt door de wandel- en fietsmogelijkheden uit te breiden naar andere delen rondom de oude stad. De wandelroute zou mogen leiden naar het Zicht op Delft, waar Vermeer zijn schilderij heeft geschilderd. Het ligt voor de hand dat de stad aan die kant geen drastische aantastingen van dit uitzicht moet toelaten. Het uitzichtpunt zelf zou een upgrading verdienen. Antwoord De bovengenoemde straten zijn in de visie geen onderdeel van de boulevards. Deze visie benadrukt ook het belang van het historische karakter van de binnenstad, de Schie en de oevers van de Schie. Conclusie Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 7
Samenvatting
Indiener vindt dat de openbare ruimte in de binnenstad momenteel een verrommeld aanzien heeft en dat de binnenstad momenteel helemaal niet historisch is ingericht met een ratjetoe van materialen en straatmeubilair en geïmproviseerde terrasjes en terrasboten. Antwoord De visie gaat uit van eenheid en samenhang in het gebruik van materialen en straatmeubilair. De visie steunt dan ook bovenstaande reactie. Echter op detailniveau van bijvoorbeeld het aanzien van terrasboten kan de visie niet treden. Welke soorten materialen en straatmeubilair gekozen worden, komt In de vervolgfase aan bod wanneer er een nieuw handboek openbare ruimte wordt opgesteld. Conclusie Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 8 Samenvatting Indiener constateert dat de speelplekken in de gaten in de binnenstad niet worden gebruikt, er worden fietsen gestald, er hangen jongeren rond, er ligt zwerfvuil. Indiener doet het voorstel de gaten te dichten. Antwoord De visie geeft aan dat er voldoende mimte moet zijn voor kinderen van diverse leeftijdsgroepen om te kunnen spelen. Zo Is eerder ook de nota 'ruimte voor spelen' vastgesteld. Speelplekken worden gerealiseerd op locaties waarvan verwacht wordt dat die gewenst zijn en gebmikt worden. In bijvoorbeeld de gebiedsvisie binnenstad kan worden onderzocht of minder speelplekken mogelijk zijn en welke invulling dan aan die locaties kan worden gegeven. Conclusie Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 9 Samenvatting Tot slot kunnen wij ons niet voorstellen hoe de verbinding tussen historie en technologie beleefbaar kan worden. Antwoord ?de;bihriëWst'aö!alstÖërlstischë:;trékkerM ti^lloM^enmresenterenli Gedacht kanïwondenmaniipresen^ le^lill"lde£qpenbar^=mimteTOdeDinnenstaa^^ qa^wérKeli)kitoepassenivan'technologische innovaties in d^nnchtingienjbelT^^ Conclusie D^^rea&tiéPIfeeft^gelfid^tötïaanp hef^gelhistonschWmieuwendïi|!d,e|tnlhetvoQmaaPe-ari^^
_
m
2.2.
BelangenvereniQina Voorhof II West. Postbus 429. 2600 AK Delft,
1 Samenvatting De belangenvereniging verzoekt de raad om de wijk Voorhof van het algemene gemeentelijke verdichtingstandpunt uit te zonderen, aangezien de wijk Voorhof al een van de dichtstbevolkte wijken van Europa is.
Antwoord In de inleiding van de visie staat dat "Delft een compacte stad is zonder uitbreidingsmogelijkheden en dat grtiei van het aantal woningen en arbeidsplaatsen verdichten binnen de gemeentegrenzen betekent". Dit staat in de visie om te benadrukken dat er meer gebnjIk zal worden gemaakt van de openbare ruimte en dat de gebruiks-, belevings- en beeldkwaliteit van de openbare ruimte onder druk komt te staan. Om dat voor te zijn, is deze visie opgesteld. De hoeveelheid verdichting en de locatie ervan is niet iets wat voortkomt uit de visie openbare mimte. De visie is opgesteld parallel aan de Ruimtelijke Stmctuurvisie Delft 2030. Daarin wordt voorgesteld dat verdichting plaats vindt in het 'centraal stedelijk gebied ' (Spoorzone - Martinus Nijhofflaan) en langs de boulevards. Conclusie Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 2 Samenvatting Met betrekking tot het gestelde over de groenontwikkeling in de wijk vraagt de belangenvereniging opnieuw aandacht voor het principe om flatgebouwen te omringen met zoveel mogelijk groen van voldoende variëteit, zodat deflatbewonersvan het gnaen kunnen genieten en de flats voor de overige bewoners van de wijk zoveel mogelijk aan het zicht worden onttrokken. De belangenvereniging ondersteunt de visie om "het aanwezige anonieme kijkgroen geleidelijk om te vormen tot uitnodigend gebmiksgroen" van voldoende kwaliteit en diversiteit. Zij is gaarne bereid om hieraan haar medewerking te vertonen. Ook ondersteunt de belangenvereniging het leidende principe, dat bij de aanleg van infrastructuur geen bomen worden gekapt. Antwoord De zienswijze benadmkt de leidende principes die genoemd zijn in hoofdstuk 3.2.4 en de uitvoeringsstrategie die voorstelt gebruik te maken van een programma adoptie en participatie. Conclusie Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 3 Samenvatting De In de nota neergelegde visie met betrekking tot de tunneltjes wordt door de vereniging van harte ondersteund. De tunneltjes zijn immers beeldbepalend voor de wijk. Indiener pleit er daarom voor om deze visie zo snel mogelijk te effectueren. Bij tunneltjes zou asfalt i.v.m. het hoge gebruikscomfort in ieder geval de minimale eis moeten zijn, omdat het zicht bij het inrijden van deze tunneltjes door daglichtverblinding vaak erg slecht is. In verband met de sociale veiligheid van deze tunneltjes pleit de belangenvereniging er ook voor dat ze zijn voorzien van een goede veriichting (ook bij de ingangen) en dat graffiti, ook de 'niet aanstootgevende', duurzaam wordt verwijderd en aldus volgens het bij de visie gevoegde addendum "er schoon en netjes uitzien". Antwoord In de visie wordt ten aanzien van ondendoorgangen aangegeven dat zij als positieve plekken herkenbaar onderdeel moeten worden van een route. Op biz. 43 in de visie wordt aangegeven dat leidend principe is een hoog gebruikscomfort voor fietser, wandelaar, skater, etc. De visie doet geen uitspraken over een specifiek materiaal. Conclusie Deze regdie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.
4 Samenvatting Ten aanzien van reclames ondersteunt de belangenvereniging uw leidende principe dat "reclame alleen is toegestaan in relatie met een hoge mate van auto-ontsluiting en de aanwezigheid van bedrijven en voorzieningen". Dat betekent dat voor de wijk Voorhof West 11 geen reclame mogelijk is. Antwoord In de visie is dit benadmkt op bIz. 69 ten aanzien van de woongebieden. Conclusie Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 2.3.
De heer J. Schiopers. Molslaan 194. 2611 CZ Delft
1 Samenvatting Indiener venwijst naar een artikel van 12 juni in de krant Algemeen Dagblad, Delft Dichtbij. In dat artikel wordt vermeld dat er straks geen auto's meer mogen rijden op de Oude Delft. Op de Nieuwe Langendijk en Molslaan worden er alleen nog In noodgevallen auto's toegelaten. Indiener heeft twee panden op de Molslaan met garage en bedrijf. De vraag is of deze straat met auto bereikbaar blijft? Want volgens het artikel is er in deze straat geen toegang meer voor auto's. Indiener wil wel dat hun bedrijf bereikbaar blijft. Antwoord Het mogelijk afsluiten van specifieke straten in de binnenstad is geen rechtstreeks gevolg van de visie openbare ruimte. De vraag wordt doorgestuurd naar de betreffende vakteam MobilitelL Conclusie Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 2.4.
De heerT. Deelstra. Rottenjamseweg 109. 2612 BJ Delft
1 Samenvatting Indiener vindt dat de volgende route onjuist als drager is aangegeven: Zuidwal, Sebastiaansbrug, Michiel de Ruyterweg, Julianalaan midden en oost. Bovenstaande route is in de dooriopende drager in het begin hetzelfde begint maar wijkt dan af vanaf de Julianalaan. Hier wordt de Nassaulaan er weer aan toegevoegd. Dit geeft een onduidelijk beeld.
In de tekening van blz. 30 en 40 zijn de fietsroutes aangegeven en niet de dragers. Daarom staat daar de Nassaulaan wel met een route aangegeven. Conclusie
öridêixléél|van de! boülër/ard s i h^P laatsFva n • dë ^ ü 1 iahalaa n j 2 Samenvatting Indiener vindt dat de verkeersafwikkeling vla bovenstaande routes voor autoverkeer naar en vanaf Oost en West van de binnenstad niet via deze locatie (Mijnbouwstraat/ Julianalaan) moet gaan, maar op grotere afstand moet blijven, bijvoorbeeld de Kmithuisweg. Omdat het
plan dat er nu ligt, bedoeld is voor de lange termijn en deze oplossing niet bijdraagt aan verbetering van de ruimte in dit gebied van Delft. Indiener stelt voor deze zone geen drager of boulevard te noemen. Antwoord In zowel het LWP als in het RSVD 2030 zijn deze wegen benoemd als belangrijke ontsluitingswegen van de stad. De visie openbare ruimte geeft daaraan een invulling die de beeld-, gebruiks- en belevingskwallteit van de boulevands zal verbeteren. Conclusie Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 3 Samenvatting Indiener vindt dat in de naooriogse wijken defietsroutesslecht herkenbaar zijn en al fietsende moetje sluip door, kmip door je weg vinden, terwijl Delft zich propageert als stad van langzaam verkeer. Indiener verwacht dat er daarom een goede aanpak van herstructurering van fiets en wandelroutes is opgenomen met voorbeelduitwerkingen voor de inrichting. Antwoord Hoofdstuk 2.4.1 beschrijft op welke manier de gemeente het groen-, water én langzaamverkeersnetwerk in samenhang wil verbeteren en voltooien. Daarin wordt een divers netwerk van routes benoemd van langzaamverkeerroutes door de stad en de naooriogse wijken. Conclusie Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 4 Samenvatting Indiener venwacht een heldere beschrijving van het begrip kwaliteit en kwaliteitsniveau In fysieke zin: veriichting, afvalverwerking, straatmateriaal, straatmeubilair, beplanting, oevers, profielen van straten en paden etc. Dit plan is te open en te vrijblijvend volgens Indiener. Antwoord In vervolg op de visie openbare ruimte zal de gemeente het handboek openbare ruimte herzien. Daarin zal het gevraagde wonden beschreven. Conclusie Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 2.5.
.Partneroverieg 18 mei 2009.
1
Samenvatting
Aanwezig.' vertegenwoordiging van woningbouwcoöperaties DUWO, Woonbron en Vestia, ouderenwerk Delft, basisonderwijs Delft en voortgezet onden/vijs Delft. Vanuit de gemeente zijn aanwezig: Anne Koning: Wethouder Ruimtelijke Ordening, Hans van Belle: Sectorhoofd Stadsbeheer en ambtelijk opdrachtgever visie openbare mimte, Bob van der Nol: Stedenbouwkundige RO, Gijs Holla: Bestuursassistent wethouder RO. Voordat tot een discussie wordt overgegaan, geeft Bob van der Nol, stedenbouwkundige van het vakteam Ruimtelijke Ordening, een presentatie. Hieronder zijn de reacties, zowel positief als negatief en de aanbevelingen weergegeven:
Leg een relatie met woonservicezones Levendigheid in de wijk is meer dan sec openbare ruimte. Het gaat dan juist om voorzieningen, werk en winkels in de buurt. Basisscholen willen een sterkere rol'mde sociale structuur van de wijk, met de schoolgebouwen meer als centra in de wijk, ook voor andere doelgn^epen zoals senioren, etc. Bereikbaarheid ook benoemen. Meer kleur en fleur'mde stad en wijk. Ondersteunt het uitgangspunt van minder borden op straat. Pleinen zijn belangrijk. Kunst is belangrijk. Benoem het onderscheidend vermogen van Delft. Meer betrokkenheid bij bewoners en instellingen door kleine maar doeltreffende acties zoals het laten planten van bloembollen of eenjarige door kinderen, buurtbewoners etc. Primaat van openbare ruimte ligt bij de gemeente. Doel is leefbaar houden van een te verdichten stad: licht, lucht, ruimte en levendigheid. Meervoudig ruimtegebmik. Studenten breder In de stad laten wonen betekent ook dat er breder naar fietsparkeren moet worden gekeken. Hoe bereiken we de inhoud van de visie: durf keuzes te maken, prioriteren (in de tijd en in de stad). In plaats van beperi^ingen (wat niet), richtiijnen (dit wel). Hoe hoog niveau heeft standaard beheer en Inrichting? Wil als gemeente niet teveel nieuwe dingen. De uitweri
In de v | p worde [f b i woonse
Conclusie
2.6.
Duurzaamheidplatform 19 mei 2009.
1
Verslag van het duurzaamheidsplatform dd. 19 mei 2009
Aanwezig: Bertus Laros: Initiatiefgroep Natuur Delft (IND); Vogelwacht Delft en omstreken; Commissie arboretum heemtuin, Pleter van Mourik: Groei en bloei. Werkgroep bomen;
afgevaardigde namens de Natuuren milieuverenigingen, Peter van Os: Rover, Huub 't Hart; Koninklijke Nederiandse Vereniging voor Veldbiologie (KNNV). Vanuit de gemeente zijn aanwezig: Anne Koning: Wethouder Ruimtelijke Ordening, Bob van der Nol: Stedenbouwkundige RO, Cindy Raaphorst: Beleidsmedewerkster milieu, Robin Zouteweüe: Stedenbouwkundig medewerker RO, Agnes van der Linden (vz): Teamleidster natuur & milieucommunicatie, Diny Tubbing (verslag): Beleidsmedewerkster milieu. Voordat tot een discussie wordt overgegaan, geeft Bob. van der Nol, stedenbouwkundige van het vakteam Ruimtelijke ordening, een presentatie. Hieronder zijn de reacties, zowel positief als negatief en de aanbevelingen weergegeven: •
Positief is dat de visie sterk gericht Is op samenhang van vertDindingen en versterken landschappelijke waarden. Wijken met natuurvriendelijker inrichting, enge plekken beleid. In het verieden lag de nadmk vooral op zichtlijnen. Verandert dit? Wat in de visie echter ontbreekt, is blodiversiteit en natuunwaarden. Inhoudelijke puntjes ten aanzien van verkeer worden direct overgenomen. Dit betreft o.a. de onmogelijkheid van een busroute over grasstenen. Positief Is ook de aandacht voor bomen en de laanbeplanting. Het vormt een verbinding van de stadsdelen. Cuftuurhistorische waarden van de parken moeten worden versterkt Inclusief de natuurwaarden. Ontwerp overgangen en gradiënten aan de randen. Geef aandacht aan de fysieke invulling van de ruimte als bijvoorbeeld abri's en de inpassing daarvan met bv. leilindes bij een halte. Maak een slag met industrieel ontwerpers voor het verbeteren van de kwaliteit van de openbare mimte. Zoek contact met de faculteit Industrieel ontwerpen van de TU Delft. Stel het groenontwerp op In samenhang met het stedelijk ontwerp. Positief is de integrale visie en de wijze waarop vakteams gezamenlijk optrekken, tot uiting komend in het voorontwerpbestemmingsplan NW3. Positief is de aandacht voor historische lijnen als het versterken van de Schie, het ecologisch netwerk, aandacht voor kleine ingrepen en het verminderen van be bord Ing. Let op dat de cultuurhistorische ruggengraat ook gezien wordt als natuurhistorische ruggengraat Nu is de neiging om de natuurkwaliteit links te laten liggen. Zorg dat de ecologische kwaliteit geïntegreerd wordt in de gehele benadering van de openbare ruimte. Neem biodiversiteit op als onderdeel van duurzaamheid naast aspecten als materiaalgebmik, technische eisen etc. Let op botsende belangen. Benader situaties vanuit meerdere invalshoeken en maak een goed afwegingskader per locatie (bv. enge plekken beleid). Leg meer nadruk op architectuur: groene gevels, daken etc. Neem een standpunt ten aanzien van de omgang met de openbare ruimte. Zwerfvuil, fietsen, afval bij evenementen etc. In hoeverre accepteer je ongewenst gedrag versus leefbaarheid en hoe ga je om met mogelijke accessen. Er schort namelijk nog wel wat aan respect voor de openbare ruimte. De ambitie is meer bebouwing met als gevolg minder openbare ruimte. Hoe ver willen we gaan? Koppel LWP aan het groenblauwe netwerk.
Antwoord In de visie openbare ruimte wordt gekeken in hoeverre de locatie past in haar omgeving, en de stmctuur van de stad. Hierbij is aandacht voor de ruggengraat, de ontsluiting, verblijfskwalitelt in combinatie met verdichting. Voor de openbare ruimte is de stmctuur op
10
wijkniveau belangrijk. Door meer kleur aan te brengen in de wijken door omvorming van gras naar vaste planten borders, groen gerelateerde bewonersparticipatieprojecten (bv, plantsoen in beheer van particulieren), ziet de gemeente een duidelijke verbetering van de openbare ruimte. Het aspect biodiversiteit en natuurwaarde zal worden meegenomen. De visie spreekt zich uit over het gebruik, het beeld en de beleving van de openbare mimte zelf. Architectuur van bebouwing grenzend aan de openbare ruimte is buiten de beschouwing gelaten van deze nota. De welstandsnota is van toepassing voor bebouwing. In de visie is benoemd dat de hoofdstructuur voor verkeer (auto, spoor en langzaamverkeer) al sterk verweven is met het ecologische en groenblauwe netwerk. Conclusie p n het p ,.,.^ S i a t b i o d ^ aatqéebvan delstad. ll^kSSfvan natuurhistons 2.7.
.Bewonersverenigingen Grachtengebied Zuid en Waterinoseooort
1 Samenvatting Indiener pleit nadrukkelijk voor versterking van het Beschennd Stadsgezicht en alle daartoe behorende beeldken merken zoals gevelwanden, grachten, bruggen, kades, pleinen. Antwoord De visie spreekt zich uit over het gebruik, het beeld en de beleving van de openbare ruimte zelf. Architectuur van bebouwing grenzend aan de openbare mimte is bulten de beschouwing gelaten van deze nota. De welstandsnota is van toepassing voor bebouwing. Conclusie Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 2 Samenvatting Indiener stelt dat de verrommeling van het stadsbeeld steeds verder op trekt. Niet de visie maar de vraag lijkt de ontwikkeling van de openbare ruimte te bepalen. Ad hoc nota's over uitbreidingen van terrassen en terrasboten op vage criteria en gronden overrulen dan ook beleidsstukken toten met bestemmingsplan. Antwoord De visie vormt een Integratie- en afstemmingskader voor het bestaande sectorale beleid ten aanzien van de openbare ruimte en is input voor toekomstige nota's. De visie openbare mimte is juist bedoeld om ad hoc beleid te voorkomen. Conclusie Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 3 Samenvatting Indiener pleit voor een Advies Commissie Openbare Ruimte die inrichting en aankleding van de openbare ruimte tot in detail toetst aan concrete criteria die beogen de hoge beeldkwaliteit van de openbare ruimte in stand te houden en te versterken op een verantwoorde wijze, passend in en rekening houdend met het cultuurhistorische erfgoed. Indiener vindt dat de openbare ruimte van Delft en in het bijzonder het monumentale beschermde stadsgezicht verdient te worden opgenomen binnen het aandachtsgebied van
11
de genoemde adviescommissie. Als voorbeeld van een stad die dit beleid geïmplementeerd heeft en ook uitvoert noemt indiener Maastricht. In Delft wordt een verzameling van de meest uiteenlopende huis-, tuin- en keukensets op straat aangetroffen evenals de meest vreemdsoortige aanbouwsels aan gevels en brugleuningen. Antwoord In Delft is er voor gekozen de openbare ruimte bulten beschouwing te laten van formele toetsing door de Welstandscommissie. De grond is gemeentelijk eigendom dat wordt ingericht en beheerd door gemeentelijke diensten. Om een duidelijk samenhangend beeld, inrichting en beheer te verkrijgen is de visie openbare ruimte opgesteld. Een belangrijke ambitie daarin is de verrommeling van de openbare ruimte tegen te gaan. Binnen elk project met betrekking tot de openbare mimte zal de visie openbare ruimte worden gebmikt als inspiratie en randvoorwaarde door de gemeente. Conclusie Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 4 Samenvatting In de nota moet naar de mening van de indiener meer aandacht worden besteed aan behoud en ontwikkeling van de kwaliteit van de historische binnenstad. Antwoord In de visie wordt daarom ook aangegeven dat Toekomstige ingrepen in de openbare ruimte duurzaam passend zijn binnen de structuur en inrichting van de historische stad.' (blz. 52) en dat 'het accent van de binnenstad ligt op de combinatie van historie en vernieuwing. Daar ligt ook de uitdaging voor de openbare ruimte van de binnenstad: de venweving van behoud van het karakter van de cultuurhistorische stad met een levendig en dynamisch stadscentrum' (blz. 53). Conclusie Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 3. Ambtelijke wijzigingen Voordat de onderhavige visie door het college van Delft wordt vastgesteld is het een goede zaak om de verschillende onderdelen van de visie nogmaals na te lopen en kritisch te bezien of er nog gebreken in de visie aanwezig zijn die aangepast moeten worden. Daarnaast kan het voorkomen dat gedurende de procedure zich ontwikkelingen hebben voorgedaan die het nodig maken om het stuk op onderdelen aan te passen.
Tekstueel en'ipief redactionele 4. Conclusie Samengevat wordt voorgesteld de visie openbare ruimte Delft gewijzigd vast te stellen met in achtneming van ^sMsaaMSenj^iTLdê^ü?J.ÖL03eji-
12