Symposium ‘Competent in zorg voor personen met dementie. Ook jouw zorg?’ De Schelp, Vlaams Parlement Relevante onderwijsopleidingen omvatten wel degelijk omgang met dementerende ouderen Toespraak Kim Lievens Kabinet Vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming Frank Vandenbroucke 21/04/’09 Geachte dames en heren, (Inleiding) Vooreerst wens ik het team van het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen in naam van minister Vandenbroucke van harte te danken voor de organisatie van dit hopelijk vruchtbaar symposium en de uitnodiging om ter gelegenheid daarvan even het woord te nemen. De Minister kon hier jammer genoeg niet aanwezig zijn. De vraag in de titel van dit symposium is spijtig genoeg een retorische vraag. Ieder van ons wordt of zal ooit op de één of andere manier met dementie geconfronteerd worden in de familie of vriendenkring. Het is een maatschappelijk probleem waarvoor wij op zoek moeten gaan naar medische oplossingen en aangepaste professionele ondersteuning, maar het is voor vele mensen ook een heel persoonlijke confrontatie met een waarheid die wij wel kennen maar die we liever niet onder ogen zien: ziekte en pijn kan ons allemaal treffen, ongeacht onze economische of sociale status. Symposium ‘Competent in zorg voor personen met dementie. Ook jouw zorg?’, 21/04/’09
1/7
(Dementie: onze zorg) Aandacht voor de problematiek van dementie is niet alleen nodig voor die personen die door deze ziekte getroffen worden, maar voor alle mensen die dementiepatiënten nabij zijn. Wij zijn bang voor ziekte en aftakeling en weten niet goed hoe wij met zieken moeten omgaan. Door verdriet of bezorgdheid focussen wij ons teveel op de ziekte en ontgaat ons de mens achter de patiënt. Het is pijnlijk een vader waar je altijd naar opgekeken hebt te zien verdwalen in zijn eigen tuin maar zeker in de beginperiode van de ziekte zijn er nog heel veel mogelijkheden om samen mooie momenten te beleven. Minister Vandenbroucke steunt dan ook het pleidooi van vandaag om meer mogelijkheden te zien in plaats van beperkingen, om te blijven streven naar maximale integratie in plaats van isolatie. Deze benadering is niet alleen heilzaam voor de patiënt maar biedt ook een grote meerwaarde voor haar of zijn omgeving. Leren omgaan met ziekte en pijn is niet eenvoudig. Het confronteert ons met onze eigen onvolmaaktheid en kwetsbaarheid. Maar het kan ook leiden tot zéér intense momenten van samen zijn, van diepe waardering voor de onvolkomen mens die wij allemaal zijn. (Een parallel met onderwijs) Het onderwijs kan een rol spelen bij het verwerven van deze attitude. Alleen kan je deze houding van respect voor de mens met al zijn tekortkomingen niet uitsluitend theoretisch aanleren. Leerkrachten en directie moeten die waarde voorleven en kansen bieden om die in realistische omstandigheden uit te proberen.
Symposium ‘Competent in zorg voor personen met dementie. Ook jouw zorg?’, 21/04/’09
2/7
In de voorbije weken is op basis van een tussentijds document van een expertengroep de discussie over kennis in het onderwijs weer hoog opgelaaid. In de meeste reacties wordt gesuggereerd dat een bredere vorming zou leiden tot minder kennis of tot minder uitdagingen voor hoogbegaafde jongeren. Mijn minister heeft echter steeds gezegd dat het geen of/of-verhaal is maar een en/en-verhaal. De grote uitdaging van hervormingen, en met name die van het secundair onderwijs, is de structuren en de didactische aanpak zó efficiënt te maken dat algemeen vormende kennis, vaardigheden en attitudes kunnen worden aangeleerd in alle studierichtingen van het secundair onderwijs. De samenleving van de 21ste eeuw waarop wij onze leerlingen nu voorbereiden is een complexe samenleving. In die complexe samenleving zullen zij over een groot pakket basiskennis moeten beschikken, bekwaam zijn om voortdurend bij te leren en nieuwe informatie te verwerken, vaardig genoeg zijn om complexe technische voorzieningen te bedienen en menselijk genoeg zijn om al deze kennis en vaardigheden op een ethisch verantwoorde wijze te gebruiken. En ondanks de vooruitgang in de medische wereld waardoor veel ziektes van vandaag morgen perfect geneesbaar zullen zijn, zullen die leerlingen ook moeten leren omgaan met ziekte, aftakeling en dood. Zij zullen dus ook relationeel vaardig genoeg moeten zijn om met iedere mens op waarderende wijze om te gaan. De hervorming van het secundair onderwijs is voor ons lang niet alleen een verhaal van structuren. Het gaat erom dat onderwijs moet aansluiten bij een wijzigend mensbeeld en een nieuwe maatschappij, maar tegelijk ook jongeren moet voorbereiden op de universele aspecten van elk mensenleven. Dit is dus geenszins een keuze voor middelmatig onderwijs maar een vraag naar kwalitatief hoogstaand onderwijs dat elk Symposium ‘Competent in zorg voor personen met dementie. Ook jouw zorg?’, 21/04/’09
3/7
kind de mogelijkheid biedt zichzelf volledig te ontwikkelen. Het is een pleidooi voor een brede vorming, in de zin dat het alle talenten van jongeren waardeert en ontwikkelt. Maar het is ook een pleidooi voor een diepgravende vorming, in de zin dat niet alleen feitenkennis wordt aangebracht maar ook oplossingsmethodes, toepassingsstrategieën, kennisstransfers en de daarmee gepaard gaande ethische vraagstukken. Ons onderwijs mag zich niet beperken tot het opleiden van economisch nuttige arbeidskrachten. Het mag zich ook niet richten op de vorming van wereldvreemde theoretici. Het moet jongeren klaar maken om tegelijk sterk en performant in het leven te staan en toch begrijpend en warm om te kunnen gaan met de onvolkomenheden van het leven. (Opleidingen voor zorggevenden) Die houding is zo mogelijk nog belangrijker in de zorgsector. Zeker daar hebben wij nood aan competente professionals die hun kennis en vaardigheden continu op peil houden maar die daarnaast ook een heel groot hart hebben voor de mensen die op hen een beroep doen. In het secundair neemt nu al bijna tien jaar het aantal leerlingen toe in het studiegebied Personenzorg, zowel in tso als in bso. Gelukkig maar want er zijn en blijven vele handen nodig. Er zijn in het Vlaams onderwijs verschillende opleidingen voor de zorgsector en ook daar is de laatste tijd enige controverse over aan de gang. Het betreft met name de arbeidsmarktpositie van verzorgenden en zorgkundigen en de gevolgen voor onderwijsopleidingen van de hogere eisen op het vlak van kennis van technologie in het verpleegkundeberoep. De vraag op welk niveau mensen opgeleid moeten worden, en wie er wel en niet voor in aanmerking komt, was dit voorjaar erg in de actualiteit. Ik wil er graag even dieper op ingaan. Symposium ‘Competent in zorg voor personen met dementie. Ook jouw zorg?’, 21/04/’09
4/7
Er zijn vandaag in het Vlaams onderwijs diverse opleidingen op verschillende niveaus. De opleidingen tot verzorgende, zowel in het voltijds
secundair
onderwijs,
het
volwassenenonderwijs
als
de
opleidingen georganiseerd door de Diensten voor Gezinszorg, leiden op tot basismedewerkers die op een professionele manier patiënten/cliënten hulp bieden bij de activiteiten van het dagelijks leven. Dit zijn verzorgenden die ook al moeten worden geleerd wat het betekent met dementerende bejaarden om te gaan. In 2006 werd door de federale overheid de functie zorgkundige ingevoerd. Om afgestudeerden in staat te stellen in deze functie tewerkgesteld te worden hebben we de nodige stappen ondernomen en de voorgaande opleidingen, mits de nodige aanpassingen, erkend als opleidingen die voldoen aan de federale vereisten. In het initieel onderwijs word je verzorgende na een extra opleiding van één jaar, bijvoorbeeld in het 7de jaar Thuis- en bejaardenzorg/Zorgkundige, volgend op een studierichting in het studiegebied Personenzorg. In het Volwassenenonderwijs en bij de Diensten voor Gezinszorg loste men dit op door modules ten belope van 120 uren toe te voegen. Wanneer de zorg verder gaat dan ondersteuning van de dagelijkse activiteiten, en medische implicaties krijgt, zijn andere competenties nodig. Hier zijn goed opgeleide verpleegkundigen noodzakelijk. Vanaf volgend
schooljaar
behoren
alle
opleidingen
verpleegkunde
in
Vlaanderen tot het hoger onderwijs. De opleiding vierde graad verpleegkunde BSO is opgenomen in het onlangs opgerichte Hoger Beroepsonderwijs en werd op niveau 5 van de van de Vlaamse - en Europese - kwalificatiestructuur ingeschaald. In het hoger onderwijs wordt eveneens een opleiding verpleegkunde ingericht, de professionele Symposium ‘Competent in zorg voor personen met dementie. Ook jouw zorg?’, 21/04/’09
5/7
bachelor in de verpleegkunde, op het niveau 6. Verpleegkunde is nog steeds een knelpuntberoep zodat beide opleidingen voor de verzorgende sector noodzakelijk zijn om te kunnen voldoen aan de vraag naar goed opgeleide, algemeen gevormde verpleegkundigen. Voor wie zich wil specialiseren in de ouderenzorg organiseren de hogescholen een opleiding bachelor in de geriatrische gezondheidszorg. Deze opleiding geeft op federaal niveau toegang tot de bijzondere beroepstitel van ‘verpleegkundige gespecialiseerd in de geriatrie’. Voor wie een functie als leidinggevende of een managementfunctie ambieert of interesse heeft voor wetenschappelijk onderzoek en innovatie, behoort een master in de verpleegkunde, dus op niveau 7, tot de mogelijkheden. Dit gevarieerde aanbod aan opleidingen sluit aan bij de gedifferentieerde beroepsprofielen van de verpleegkundige vandaag. De complexiteit en de technologie van de medische sector hebben geleid tot een uitbreiding van de functieprofielen van de verpleegkundige. Een verpleegster in een rust- en verzorgingstehuis dient over andere competenties te beschikken dan een verpleegster op het operatiekwartier van een universitair ziekenhuis. Daarom zijn de verschillende opleidingen naast elkaar nodig. Voor de onderwijsverstrekkers blijft het een belangrijke taak die opleidingen zo in te vullen dat de afgestudeerden beschikken over die competenties waar men op het werkveld nood aan heeft. En al deze hulpverleners hebben nood aan gevorderde competentie in het omgaan met dementerenden. Uw organisatie organiseert nascholing voor werknemers. Wellicht kan het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen via nascholing en bewustmaking ook voor de scholen en hogescholen iets betekenen op dat vlak en extra deskundigheid rond specifieke groepen inbrengen. Ik nodig u daartoe uit. Symposium ‘Competent in zorg voor personen met dementie. Ook jouw zorg?’, 21/04/’09
6/7
Er worden al belangrijke stappen gezet: zo is er ook het zorg-ethisch lab Stimul in Moortsele, West-Vlaanderen, waar hulpverleners onder meer kunnen worden getraind op empathie met zorgbehoevende mensen, ook inzake dementie. Het is ook niet alleen de zaak van onderwijs. Deze morgen sprak hier mevrouw Heeren, Vlaams minister voor Welzijn: uw zorg bindt onze beide beleidsdomeinen. Daar moeten we in de komende legislatuur verder aan werken. (Besluit) Als mens heb ik in naam van mijn minister een positief antwoord geformuleerd
op
de
titelvraag
van
uw
symposium.
Inderdaad,
competentie realiseren in de zorg voor personen met dementie is ook onze zorg. De lat mag, moet daarbij hoog liggen. Als kabinet vinden we dat het onderwijs jongeren bewust kan maken van hun ethische verantwoordelijkheid voor hun medemens, ook als een ziekte hen treft. Ik heb u ook aangetoond hoe wij in onze zorgopleidingen van elk niveau aandacht hebben voor vakkennis en voor de juiste houding ten opzichte van de patiënt. Ik heb het gevoel dat dit standpunt goed aansluit bij het competentieprofiel dat u hier vandaag voorgesteld hebt. Ik wens de organisatoren te feliciteren met dit symposium en ik hoop dat alle aanwezigen de theorie van vandaag vanaf morgen nog beter in praktijk zullen omzetten. Ik dank u.
Symposium ‘Competent in zorg voor personen met dementie. Ook jouw zorg?’, 21/04/’09
7/7