UZ LEUVEN I
n f o r m a t i e
GYNAECOLOGIE Fertiliteitscentrum
v o o r
p a t i ë n t e n
Het CPAP-apparaat
Centrum
voor slaapmonitoring
Eenheid 352 Tel. 016 34 25 20 De
dienst is bereikbaar via de gele pijl, vijfde verdieping
2
INHOUD Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Starten Hoe
met de
werkt de
Voorbeelden Algemene Tips
CPAP-therapie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
CPAP-therapie? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
van enkele
CPAP-apparaten
opmerkingen over het
en -maskers . .
. . . . . . 7
CPAP-apparaat . . . . . . . . . . . . 8
bij mogelijke problemen of ongemakken .
. . . . . . . . . . . . . . . 9
Neusklachten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Maskerproblemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Huidirritatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Claustrofobie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Andere
klachten . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Onderhoud
van het
Onderhoud
van het bevochtigingsapparaat . .
Praktische
CPAP-apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
gegevens .
. . . . . . . . . . . . . 13
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Notities . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
INLEIDING Welkom in het centrum voor slaapmonitoring. U hebt slaapapneu en uw behandelende arts heeft beslist dat u moet behandeld worden met een CPAP-therapie. Deze brochure geeft u meer informatie over de therapie. Hebt u na het lezen van deze brochure nog vragen? De medewerkers van het centrum voor slaapmonitoring geven u graag meer uitleg. centrum voor slaapmonitoring
3
4
STARTEN MET DE CPAP-THERAPIE Een behandeling met beademingstoestellen en maskers is voor sommige mensen een heel gedoe. Ze zien er tegenop of hebben bijvoorbeeld niet veel vertrouwen in de behandeling. Maar al doende leert men, ook al gaat het in het begin wat moeizaam. Eens u de beslissing genomen hebt om te beginnen met een CPAPtherapie (spreek uit ‘ceepap’), moet u de behandeling ook alle kansen geven. Probeer zo actief mogelijk samen te werken met de arts en andere zorgverleners die u uitleg verschaffen en het toestel leren bedienen. Zorg ervoor dat uw masker optimaal zit. Een slecht passend masker, irritatie of ander probleem brengen de efficiëntie van de behandeling in gevaar. Hierdoor wordt de kans groter dat u de behandeling niet zult volhouden.
HOE WERKT DE CPAP-THERAPIE? Een van de oplossingen voor snurken en een blokkerende ademhaling is ’s nachts ademen via een CPAP-apparaat of -masker. De benaming CPAP is de afkorting van ‘continuous positive airway pressure’, letterlijk vertaald: continue positieve druk in de luchtwegen. Het apparaat omvat een pomp die de kamerlucht aanzuigt en onder lichte druk zet. Deze lucht onder druk wordt via een buizensysteem en een neus- of mond-neusmasker, de neus, keel en luchtpijp ingestuwd. Hierdoor ontstaat er in de mond- en keelholte een overdruk zodat deze niet meer kan dichtklappen.
Zonder CPAP-apparaat klapt de keel duidelijk toe.
Met CPAP-apparaat wordt de keel opengehouden.
Het zacht verhemelte wordt tegen de tong aangedrukt. Zo kan er geen lucht ontsnappen langs de mond. Hoe hoog de druk moet zijn, wordt in het centrum voor slaapmonitoring bepaald tijdens een CPAP-testnacht.
5
6
Als u een CPAP-apparaat draagt, stopt u niet meer met ademen en doen zich geen ademverminderingen (apneus of hypopneus) meer voor. U vecht niet meer om lucht doorheen uw vernauwde keel te krijgen, uw keel staat mooi open en u ademt onbelemmerd. U zult beter en dieper slapen en uitgerust zijn de volgende dag (zie figuur blz. 6) en u zult niet meer snurken. Door normaal te ademen tijdens uw slaap, krijgt u voldoende lucht en zuurstof binnen waardoor u uw hart en bloedvaten beschermt.
Vergelijking zuurstofsaturatie, hartfrequentie en hypnogram zonder en met CPAP-apparaat.
VOORBEELDEN VAN ENKELE CPAP-APPARATEN EN -MASKERS Er bestaat een ruime keuze van CPAP-apparaten en -maskers. Hieronder ziet u enkele voorbeelden. De arts en verpleegkundigen zoeken samen met u welk toestel en welk masker het best bij u past.
7
8
ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET CPAP-APPARAAT • Probeer de druk niet zelf te corrigeren of opnieuw in te stellen. De druk mag alleen na controle door de slaaparts of op aanwijzing van die arts worden aangepast. • Schroef het apparaat niet open. • Het apparaat moet zo mogelijk altijd stofvrij kunnen ‘ademen’. Zet het dus niet op de grond, op stoffige plaatsen of in kleine kasten. Reinig indien nodig vaker de fijne stoffilter. • Sommige ondergronden zoals kastjes en commodes kunnen een klankkast vormen. Hierdoor wordt het vibratiegeluid versterkt. Het CPAP-apparaat heeft daarom een goede standplaats nodig. U kunt eventueel een plaatje piepschuim (isomo) op uw nachttafel leggen en het toestel daarop plaatsen. • Als u een bevochtiger meekrijgt en deze los staat van uw CPAP-toestel, moet u deze bevochtiger lager plaatsen dan het CPAP-toestel om instroom voor water in het CPAP-toestel te vermijden. Zet de temperatuurschakelaar van de bevochtiger altijd op de laagste efficiëntie stand, anders krijgt u water (condensatie) in uw masker. • Gebruik uw CPAP-apparaat echt elke nacht om te voorkomen dat uw slaapstructuur opnieuw wordt verstoord. • Slaap niet in ruimtes die pas zijn geverfd.
TIPS BIJ MOGELIJKE PROBLEMEN OF ONGEMAKKEN Neusklachten De neusslijmvliezen krijgen de hele nacht een koude luchtstroom te verwerken. Hierdoor is het mogelijk dat u neusproblemen krijgt. Vooral in het begin van de behandeling komen geregeld klachten van verstoppingen voor. De licht verhoogde druk prikkelt het neusslijmvlies en doet de neusbloedvaatjes wijd openstaan, zodat het neusslijmvlies zwelt, waardoor de neus verstopt raakt, of een overproductie van slijm uitlokt. Dit heeft een lopende neus tot gevolg. Hoe kunt u neusklachten voorkomen? • Verstopte neus: u kunt ernstige verstoppingen verhinderen door voor het slapengaan een neusverstuiver te gebruiken die de bloedvaatjes doet ontzwellen zoals Dexarhinospray, Otrivine, Vibrocil. Deze neusverstuivers worden best alleen gebruikt in overleg met een arts die op de hoogte is van de behandeling. Langdurig gebruik van deze sprays is af te raden omdat ze na enkele weken een omgekeerd effect kunnen uitlokken en neusverstoppingen in de hand werken. Langdurig gebruik van milde neussprays zoals bijvoorbeeld Nasonex is wel mogelijk. • Lopende neus: tegen het voortdurend snotteren gebruikt u best een neusspray die het neusslijmvlies probeert droog te houden, bijvoorbeeld Atronase. Als de neusklachten aanhouden, neem dan contact op met het centrum voor slaapmonitoring voor de installatie van een luchtbevochtiger. In zeldzame gevallen wordt de neusverstopping in de hand gewerkt door bijvoorbeeld een scheef neustussenschot of door lokale neusverdikkingen die chirurgisch kunnen verwijderd worden. De slaaparts zal u in dat geval doorsturen naar een neus-keel-oorarts.
9
10
Maskerproblemen Als het masker slecht aansluit, kan er lucht ontsnappen. Hierdoor daalt de druk en zal de pomp harder draaien om dit te compenseren, wat storend lawaai met zich kan meebrengen. Soms blaast de ontsnappende lucht in de richting van het oog. Hierdoor kan het oog irriteren en soms conjunctivitis of bindvliesontsteking veroorzaken. Een slecht aansluitend masker moet dus altijd vervangen worden.
Huidirritatie Het is normaal dat de huid ’s morgens lichtjes rood ziet. Dit verdwijnt meestal snel. Als u het masker te strak aanspant, kan de langdurige druk wondjes veroorzaken, vooral op de neusbrug. De huid is hier heel kwetsbaar omdat er geen spierweefsel of vet tussen de huid en het neusbeen zit. Het is daarom noodzakelijk om bij het aanpassen van de driehoekige neusmaskers eerst de onderste banden aan te spannen (de banden onder het oor) en daarna pas de bovenste banden aan te snoeren.
Claustrofobie Sommige mensen klagen van claustrofobie, wat de ademhaling extra kan verstoren. Voor deze mensen kan een masker dat de neus niet geheel afsluit een alternatief vormen. In plaats van een masker rondom de neus bestaan er ook maskers met neusdopjes die in de neusgaten gestoken moeten worden.
11
Andere klachten • Klachten kunnen ook te maken hebben met een te hoge of te lage druk van de opgepompte lucht. Voor het aanpassen van de druk neemt u contact op met het centrum voor slaapmonitoring. • Soms is de opgepompte lucht te koud of te warm. Dit komt meestal omdat het toestel, bijvoorbeeld bij een open raam of naast een verwarming staat. Door de lichaamstemperatuur wordt de temperatuur van de luchtstroom in een onverwarmde kamer ongeveer vijf graden verhoogd. Als u de lucht nog altijd te koud vindt, kunt u de onknikbare slang onder de dekens leggen. Als na het verplaatsen van het toestel en/of positie van de darm de temperatuur van de luchtstroom nog niet warm genoeg is, kunt u misschien een bijkomende verwarmde luchtbevochtiger voorzien. • Problemen zoals neusbloedingen, overdruk in het binnenoor enzovoort komen zelden voor. Als u hier toch last van hebt, neem dan contact op met het centrum voor slaapmonitoring. • Gebruik bij een verkoudheid tijdelijk neusdruppels voor een goede doorgankelijkheid van de luchtwegen. In overleg met uw arts kunt u ook een paar dagen afzien van CPAP-gebruik. • Als u langdurig last blijft hebben van een verkoudheid, neem dan contact op met het centrum voor slaapmonitoring. U zult dan milde neusdruppels voorgeschreven krijgen, die u wat langer moet innemen. Bij een ernstiger probleem, kunt u langskomen met uw apparaat om hierop een warm bevochtigingssysteem te laten installeren. • Als een operatie noodzakelijk is, neem dan uw CPAP-apparaat mee naar het ziekenhuis en informeer de anesthesist. Het apparaat wordt al in de ontwaakzaal aangesloten tot u volledig wakker bent.
12
ONDERHOUD VAN HET CPAP-APPARAAT De onderdelen moeten frequent gereinigd worden. U houdt daarbij best een vaste regelmaat aan. Hieronder vindt u een voorstel: • Het masker: elke twee tot drie dagen • De hoofdband: elke drie tot vier dagen • De luchtfilter: minstens iedere week • Het toestel: minstens iedere week • De luchtslang: minstens iedere week voor rokers en anders minstens iedere maand Hoe moet u het apparaat reinigen? • Het masker: Ontkoppel de luchtslang van het masker. De hoofdband mag aan het masker bevestigd blijven. Bevochtig de handen met lauw water. Neem een neutrale zeep, bijvoorbeeld Sunlight, en reinig met de vingers de binnen- en buitenzijde van het masker om zweeten vetresten te verwijderen. Spoel na met water. Dop het masker met een propere handdoek af en laat het nadien gewoon aan de lucht drogen (nooit boven een verwarmingsapparaat of in de zon). • De hoofdband: Deze reinigt u op dezelfde manier als het masker. Gebruik nooit heet water, om de elastische banden en de velcro niet te beschadigen. • De luchtfilter: Neem deze voorzichtig uit het toestel. Verwijder pluisjes en stof. Spoel de filter af onder lauw water. Laat hem altijd goed drogen voor u hem terug in het toestel plaatst. • De luchtslang: Luchtslangen zonder drukleiding legt u even in een bad met een lauwe neutrale zeepoplossing, bijvoorbeeld Sunlight. Spoel vervolgens goed na met lauw stromend water. Laat de slang goed drogen voor u ze terug aankoppelt. Luchtslangen met een drukleiding binnenin reinigt u op dezelfde manier, maar u moet wel eerst de in- en uitgang van de drukleiding afsluiten, zoals met het bijgeleverd stopje of met plankband. Vergeet deze na de reiniging niet te verwijderen. Reinig het materiaal altijd ’s morgens, dan is het ’s avonds droog.
ONDERHOUD VAN HET BEVOCHTIGINGSAPPARAAT • Het reservoir van het bevochtingsapparaat moet u om de twee dagen met de hand reinigen met lauw water met wat afwasmiddel en naspoelen. • Het bevochtingsapparaat moet u om de twee dagen hervullen met nieuw gedistilleerd water of flessen water.
13
14
PRAKTISCHE GEGEVENS centrum voor slaapmonitoring eenheid 352 tel. 016 34 25 20
Adres UZ Leuven campus Gasthuisberg centrum voor slaapmonitoring Herestraat 49 3000 Leuven
NOTITIES ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. .............................................................................
15
© 2008 UZ Leuven Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de algemene directie van UZ Leuven.
Ontwerp en realisatie: Deze tekst werd opgesteld door het centrum voor slaapmonitoring in samenwerking met de dienst communicatie.
Verantwoordelijke uitgever UZ Leuven Herestraat 49 3000 Leuven Tel. 016 34 49 00 www.uzleuven.be/slaaplabo
december 2008