UZ LEUVEN I
n f o r m a t i e
GYNAECOLOGIE Fertiliteitscentrum
v o o r
p a t i ë n t e n
Volledig implanteerbare poortkatheter Referentieteam
intraveneuze katheterzorg
Inhoud
Inleiding
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Wat is een poortkatheter? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Voordelen van een poortkatheter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Plaatsen van een poortkatheter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Verzorgen van de insnijding(en) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Aanprikken van een poortkatheter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Doorspoelen en hepariniseren van een poortkatheter . . . 10 Verwijderen van een poortkatheter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Sporten en reizen met een poortkatheter . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Sporten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Reizen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Vrije tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Radiografie en nmr . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Nuttige telefoonnummers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
De behandeling van uw ziekte maakt het veelvuldig aanprikken van de bloedbaan noodzakelijk. Daarom vindt de arts het beter om een poortkatheter in te planten die ter plaatse blijft voor de duur van uw behandeling. Alle informatie over de poortkatheter vindt u in deze brochure. Aarzel niet om een arts of verpleegkundige aan te spreken als u nog vragen hebt. Zij zijn altijd bereid om bijkomende uitleg te geven. Referentieteam intraveneuze katheterzorg
3
4
Wat is een poortkatheter?
Voordelen van een poortkatheter
De poortkatheter (bijvoorbeeld, Celsite , Districath ) bestaat uit twee delen namelijk een toegangspoort en een katheter, een klein soepel slangetje. Het geheel wordt onderhuids ingeplant. De toegangspoort bestaat uit titanium en is voorzien van een septum of scheidingswand. Bij de poortkatheter is dit septum een zelfsluitend siliconenmembraan. Vanuit de poort vertrekt een soepele katheter waarvan het uiteinde in een grote ader (bloedvat) vlak voor de ingang van het hart wordt gebracht. Met een naald wordt de poort aangeprikt.
De behandeling van uw ziekte maakt het veelvuldig aanprikken van de bloedbaan noodzakelijk voor het afnemen van bloedstalen en het toedienen van geneesmiddelen, infusievloeistoffen en bloedproducten. Door de aanwezigheid van een poortkatheter verloopt de toediening vlotter. Er moet niet worden gezocht naar een geschikte ader om aan te prikken. Het septum van de poort wordt eenvoudig aangeprikt. Het enige wat u voelt, is een lichte prik in de huid.
®
®
poort siliconenmembraan katheter Voorbeeld van poortkatheters
Om het septum niet te beschadigen mogen bij het aanprikken enkel speciale naalden, namelijk Huberpuntnaalden, worden gebruikt. Deze naalden hebben een speciale punt met zijdelingse opening.
Verschillende soorten Huberpuntnaalden
Een poortkatheter laat toe dat bloed vlot en pijnloos wordt afgenomen. De meeste bloedstalen zullen daarom via dit systeem afgenomen worden. Het afnemen van bloed via een ader, in de arm bijvoorbeeld, blijft vanzelfsprekend altijd mogelijk. Door het gebruik van de poortkatheter blijven de oppervlakkig gelegen aders gespaard en worden de infusievloeistoffen en geneesmiddelen toegediend via een dieper gelegen, grote ader. De producten worden zo onmiddellijk sterk verdund zonder nadelige effecten op de bloedvatwand.
5
6
Plaatsen van een poortkatheter Het systeem wordt volledig onder de huid geplaatst.
7
U hebt één of twee dunne littekens van 1 tot 4 cm lang. Het is mogelijk dat u de dagen na de ingreep wat pijn hebt of een ongemakkelijk gevoel ter hoogte van de insnijding, uw hals of schouder. U mag hiervoor een pijnstiller nemen op basis van paracetamol (bijvoorbeeld Dolprone , Dafalgan , Perdolan Mono enzovoort). Neem zeker geen pijnstillers op basis van acetylsalicylzuur (bijvoorbeeld Aspirine , Aspegic , Aspro , Perdolan Compositum , enzovoort). Vermijd belasting van arm en schouder aan de kant waar de poort geplaatst is gedurende de eerste vier weken. Vermijd eveneens bruuske, zware en herhaaldelijke kleine bewegingen van de arm. ®
®
®
Voorbeeld van een implantatieplaats. Na de plaatsing blijft soms een welving van de huid zichtbaar boven de poort. Die welving is zo miniem dat ze met kleding niet te merken is.
De plaatsing van een poortkatheter gebeurt in de operatiezaal, meestal onder lokale verdoving. Bij kinderen gebeurt de ingreep onder algemene verdoving. De poort wordt meestal geplaatst ter hoogte van de borstkas. De katheter wordt in een groot bloedvat ingebracht en opgeschoven totdat de tip zich net boven het hart bevindt. De ingreep duurt gewoonlijk 30 tot 60 minuten.
Schematische voorstelling van een implantatieplaats.
®
®
®
®
8
Verzorgen van de insnijding(en)
Aanprikken van een poortkatheter
De operatiewonde moet binnen de 24 tot 48 uur na de plaatsing opnieuw verzorgd en afgedekt worden met een steriel absorberend verband. Als er vocht sijpelt uit de insnijding, wordt de wonde dagelijks verzorgd.
De poortkatheter kan onmiddellijk na plaatsing worden gebruikt. Het aanprikken moet strikt aseptisch (vrij van ziektekiemen) gebeuren. Deze handeling wordt uitgevoerd met propere handen na ontsmetting van de huid met een alcoholisch ontsmettingsmiddel en met steriel materiaal om besmetting van het systeem te voorkomen.
In normale omstandigheden worden de hechtingen na 10 tot 14 dagen verwijderd. Zodra de insnijdingen geheeld en volledig droog zijn, is wondverzorging niet meer nodig. Als daarna de huid volledig geheeld is, mag u ze gewoon wassen met water en zeep. Een verband is nu overbodig en u mag terug baden en douchen. U moet wel geregeld de aanprikplaats blijven nakijken. Als ze pijnlijk, rood of gezwollen is, moet u een arts raadplegen.
9
Om het siliconenmembraan van de toegangspoort niet te beschadigen, moet bij het aanprikken altijd een naald met een Huberpunt worden gebruikt. Er zijn heel wat soorten Huberpuntnaalden in de handel verkrijgbaar. Voor een langdurige toediening (infuustherapie) wordt bij voorkeur een geïntegreerd systeem met gebogen Huberpuntnaald en korte verlengleiding gebruikt. Als u het aanprikken pijnlijk vindt, kan uw arts of verpleegkundige een half uur vóór aanprikken een lokaal verdovend middel (Emla zalf of klever) aanwenden om de huid tijdelijk te verdoven. ®
10
Doorspoelen en hepariniseren van de poortkatheter
Verwijderen van een poortkatheter
Om functionele problemen door klontervorming te voorkomen moet de katheter na elk gebruik en minstens om de 4 tot 8 weken met 10 ml fysiologische oplossing worden doorgespoeld. Vervolgens wordt het systeem gehepariniseerd met 3 ml heparine-oplossing (100 eenheden heparine per ml). Hepariniseren is de medische term voor het inspuiten van de katheter met een geneesmiddel (namelijk een heparine-oplossing) om bloedstolling tegen te gaan. Wanneer u minder vaak naar het ziekenhuis moet komen, kan het spoelen en hepariniseren ook thuis gebeuren door uw huisarts of thuisverpleegkundige. Dit wordt in overleg met u geregeld voor u het ziekenhuis verlaat. De flacon heparine die u hiervoor nodig hebt, kunt u kopen in de ziekenhuisapotheek.
Als er zich geen problemen voordoen (zoals functionele problemen of infectie), kan de poortkatheter minstens 2 000 maal worden aangeprikt. Het systeem kan voor de volledige duur van de behandeling en nog een tijd erna ter plaatse blijven. In overleg met uw arts wordt bepaald wanneer de poortkatheter wordt verwijderd. Het verwijderen van de poortkatheter gebeurt door een kleine ingreep onder lokale verdoving in de operatiezaal, langs hetzelfde litteken als de plaatsing van de poortkatheter.
11
12
Sporten en reizen met een poortkatheter Sporten De aanwezigheid van een poortkatheter vormt meestal geen belemmering voor het sporten. Laat de chirurg vooraf weten als u een sport beoefent waarbij een intensief gebruik van de arm of schouder vereist is (bijvoorbeeld boogschieten, tennis enzovoort). In de mate van het mogelijke zal de chirurg hiermee rekening houden.
Reizen De poortkatheter wordt overal ter wereld gebruikt. In vrijwel elk land kunt u ziekenhuisartsen vinden die ervaring hebben met dit systeem en u kunnen helpen. Bij veiligheidscontroles op luchthavens of in warenhuizen zal de poortkatheter het alarmsysteem niet activeren. U mag gerust deze controlesystemen passeren. Let op: de Huberpuntnaald moet wel verwijderd zijn.
Vrije
tijd
Een poortkatheter vormt geen probleem voor het gebruik van sauna of zonnebank.
Radiografie en NMR Een poortkatheter mag gebruikt worden om tijdens medische onderzoeken (CT-scan, NMR-scan of andere onderzoeken) contraststof toe te dienen.
13
14
Nuttige telefoonnummers In geval van problemen kunt u altijd contact opnemen met: • Lieve Goossens, Martine Jérôme en Christel Janssens en Suzy Verrando verpleegkundigen referentieteam intraveneuze katheterzorg, bereikbaar tijdens de kantooruren via tel. 016 34 08 64 of via het secretariaat oncologische heelkunde tel. 016 34 68 31. E-mailadres:
[email protected] • prof. dr. Marguerite Stas, oncologisch chirurg, bereikbaar via de dienst oncologische heelkunde tel. 016 34 08 61 of het secretariaat oncologische heelkunde tel. 016 34 68 31.
Andere vragen over uw katheter Noteer hier vragen die u bij uw volgende afspraak bij de arts zeker wilt stellen. Wanneer u snel een antwoord nodig hebt voor uw katheterprobleem kunt u natuurlijk altijd telefonisch contact opnemen met het ziekenhuis. ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .......................................................................
15
© juli 2011 UZ Leuven Overname van deze tekst is enkel mogelijk na toestemming van de dienst communicatie UZ Leuven.
Ontwerp en realisatie: Deze tekst werd opgesteld door de werkgroep intraveneuze katheterzorg in samenwerking met de dienst communicatie Verantwoordelijke uitgever UZ Leuven Herestraat 49 3000 Leuven Tel. 016 34 49 00 www.uzleuven.be