Uw monument en de Belastingdienst De fiscale faciliteiten voor het restaureren en het onderhouden van uw monumentenpand
P!
LET O
Deze productbrochure bevat gedateerde informatie. Kijk voor actuele en volledige informatie op www.restauratiefonds.nl.
Voorbehoud bij deze brochure Deze brochure stelt zich ten doel op een leesbare en globale wijze de fiscale mogelijkheden voor de eigenaar van een monument weer te geven. De tekst is daartoe op een aantal plaatsen beknopt gehouden. Dit betekent dat u zich in voorkomende gevallen niet op de letterlijke tekst kunt beroepen.
Inhoudsopgave
Voor wie is deze brochure?
4
Wat u vooraf moet weten
6
Uw monument in privé-vermogen
8
Uw monument in ondernemingsvermogen
16
Aanvragen van de fiscale gevolgen
18
Schematisch overzicht
22
Adressen voor meer informatie
24
Voor wie is deze brochure?
Als belastingplichtig eigenaar van een rijksmonument en als ondernemer heeft u meestal recht op belastingaftrek van de onderhouds- en/of restauratiekosten. Deze aftrek kan leiden tot een flinke kostenbesparing, zeker als sprake is van een grotere restauratie.
4
Het Restauratiefonds heeft de belangrijkste informatie over de fiscale aspecten van een restauratie samengevat in deze brochure. We gaan onder meer in op de volgende vragen: • • • • • •
Wat is onderhoud? Behoort uw monument tot het privé- danwel ondernemingsvermogen? Mag u fiscaal rekening houden met de kosten van onderhoud en met andere kosten, zoals de afschrijving en de vaste eigenaarslasten? Hoe verwerkt u eventuele subsidies fiscaal? Welke financieringsmogelijkheden zijn er als sprake is van fiscale aftrek? Hoe krijgt u vooraf zekerheid over de fiscale gevolgen van de werkzaamheden die u uit wilt gaan voeren?
5
Wat u vooraf moet weten
Op de volgende pagina’s vindt u informatie die u goed kunt gebruiken bij het lezen van deze brochure.
Wat is onderhoud? Onder het fiscale begrip onderhoud valt zowel het gewone jaarlijkse onderhoud als het herstel van jarenlang achterstallig onderhoud. Dit laatste noemen we in het spraakgebruik meestal restauratie. In het belastingrecht heeft het begrip restauratie echter geen speciale betekenis. Daar wordt alleen onderscheid gemaakt tussen ‘onderhoud’ en ‘verbetering’. Goed om te weten voordat u verder gaat lezen!
Privé-vermogen of ondernemingsvermogen? Of u belastingplichtig bent voor de inkomstenbelasting of voor de vennootschapsbelasting is onder meer afhankelijk van het feit of uw monument behoort tot het privé- danwel ondernemingsvermogen. Tot het privé-vermogen behoren de eigen woning (hoofdverblijf), de tweede woning en het pand dat u als privé-belegging aanhoudt. Geeft u bij uw aangifte inkomstenbelasting geen winst uit onderneming aan, dan behoort het pand tot uw privé-vermogen. Geeft u bij uw aangifte daarentegen wel winst uit onderneming aan, dan weet u of uw belastinginspecteur of het pand tot uw ondernemingsvermogen behoort of niet. NB. Voor ondernemers maakt het overigens niet uit of het pand een rijksmonument is of niet. Zij hebben normaliter al ruimere mogelijkheden tot fiscale aftrek. De monumentale status van het pand is dan niet van belang (zie verder vanaf bladzijde 16).
Wet inkomstenbelasting 2001 Deze brochure is met name geschreven voor u als inkomstenbelastingplichtig monumenteigenaar. Een korte toelichting op de Wet inkomstenbelasting 2001 is daarom op zijn plaats. Voor de inkomstenbelasting zijn er drie soorten belastbaar inkomen. Die zijn ondergebracht in drie zogenoemde boxen, elk met hun eigen spelregels en tariefstructuur: • • •
6
Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning; Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang; Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen, waaronder (soms) de inkomsten uit particuliere verhuur en het bezit van een tweede woning door middel van een forfaitaire heffing belast worden.
Belastbaar in welke box? Als u eigenaar van een rijksmonument bent en u gebruikt het pand als eigen woning (hoofdverblijf), dan is het monument belastbaar in box 1. Als het monument niet uw hoofdverblijf is, maar bijvoorbeeld een tweede woning, wordt het pand belast in box 3 (inkomen uit sparen en beleggen). Het verhuurde rijksmonument kan vallen in box 3 of in box 1. Uw belastinginspecteur kan aangeven in welke box uw verhuurde pand valt. NB. U bezit een rijksmonument en verhuurt dit. Om te bepalen of er aftrek mogelijk is voor u, kijkt de Belastingdienst naar de wijze waarop u het pand verhuurt. Men maakt onderscheid tussen ‘vermogensbeheer’ en ‘resultaat uit overige werkzaamheden’ (RUOW). Dit betekent dat het verhuurde rijksmonument in box 1 of in box 3 kan ‘vallen’. U kunt hierover het beste contact opnemen met uw belastinginspecteur. Dit onderwerp is namelijk zo specifiek dat het buiten deze brochure gelaten wordt.
Persoonsgebonden aftrek voor een rijksmonument De uitgaven voor een rijksmonument zijn losgekoppeld van een specifieke box en ondergebracht in de zogeheten persoonsgebonden aftrek. Deze kosten kunt u aftrekken voor zover zij de ‘drempel’ te boven gaan (zie bijlage). U moet dit doen in het jaar waarin u de kosten betaald dan wel verrekend heeft. Bent u ondernemer, dan geldt voor u de regel van ‘goed koopmansgebruik’. Het bedrag van de aftrek komt eerst in mindering op het inkomen van box 1, dan op het inkomen van box 3 en als laatste op het inkomen van box 2. Het inkomen van een box kan niet negatief worden door deze aftrek. Een eventueel restant schuift door naar de persoonsgebonden aftrek van een volgend jaar. Net zolang tot alle kosten ‘verrekend’ zijn. Op deze wijze kunt u de vaak hoge aftrekpost van een restauratie toch - weliswaar verspreid over één of meerdere jaren - in uw aangifte verwerken.
7
Uw monument in privé-vermogen
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de fiscale faciliteiten voor monumenten in privé-vermogen. U leest of u in aanmerking komt voor fiscale aftrek en wat de relatie is met een subsidie.
8
Hoofdregel en uitzondering voor rijksmonumenten: een stukje geschiedenis In 1971 werd door het Ministerie van Financiën het zogeheten huurwaardeforfait ingevoerd. Tot die tijd kon elke huiseigenaar de daadwerkelijk gemaakte kosten van onderhoud aan de woning fiscaal verrekenen. Het eigenwoningforfait is feitelijk een optel- en aftreksom van de lusten en lasten van het bezit van een pand. Bij het kamerdebat over de invoering van het eigenwoningforfait is destijds de motie Jurgens aangenomen. Daarin werd gesteld dat monumentenpanden méér onderhoud vergen dan een doorsneewoning, en dat invoering van een algemeen forfait de eigenaren van deze panden onevenredig zou benadelen. De Kamer bepleitte het voortbestaan van de ‘oude’ aftrekregeling voor deze panden. Dit heeft geleid tot de huidige aftrekregeling voor monumenten. Er is dus geen sprake van een bijzondere begunstigingsregel voor rijksmonumenten, maar van een correctie op het eigenwoningforfait, die conform het gelijkheidsbeginsel recht doet aan de hogere kosten van het onderhoud aan een monumentenpand.
Monument is fiscale ‘bron van inkomen’ Om voor de ‘monumentenaftrek’ in aanmerking te komen moet de Belastingdienst uw rijksmonument voor de restauratie als een zogenaamde fiscale ‘bron van inkomen’ aanmerken. Bovendien mag er door de restauratie geen andere of nieuwe ‘bron’ ontstaan. Het monument moet dus, zowel vóór als na de restauratie, als (dezelfde) ‘bron van inkomen’ kunnen worden aangemerkt.
De ‘bronvraag’ Om te kunnen nagaan of u recht heeft op fiscale aftrek, stellen we dus eerst de zogenaamde ‘bronvraag’. Deze bronvraag bestaat uit twee onderdelen: 1. Is het monument vóór de aanvang van de restauratie een bron van inkomen, en zo ja; 2. Blijft het monument na de restauratie dezelfde bron van inkomen? Beide onderdelen moeten met ‘ja’ beantwoord worden. Alleen dan bestaat de mogelijkheid tot fiscale aftrek. Schematisch kunnen de verschillende situaties rond de bronvraag ontstaan:
voor de restauratie
na de restauratie
fiscale aftrek?
bron
dezelfde bron
ja
bron
andere bron
nee
geen bron
(nieuwe) bron
nee
9
Na de restauratie een andere of nieuwe bron van inkomen Als er door de restauratie een andere of nieuwe bron van inkomen ontstaat, kunt u de restauratiekosten niet aftrekken. Pas nadat de nieuwe bron van inkomen daadwerkelijk is ontstaan, kunt u weer kosten in aftrek brengen. Het gaat dan uiteraard alleen om de kosten van het (toekomstige) onderhoud na afloop van de restauratie.
Voorbeelden van het ontstaan van een (nieuwe) bron van inkomen Om de theorie voor u te illustreren, volgen hieronder enkele voorbeelden: 1. Een pand, dat vóór de restauratie een krot, een bouwval of een onbewoonbaar verklaarde woning was, wordt gerestaureerd; 2. De totale werkzaamheden aan het pand zijn zodanig ingrijpend, dat er na de restauratie en/of verbouwing sprake is van een wezenlijke verandering in de aard, inrichting of omvang van het pand. Voorbeelden hiervan zijn: • Een pakhuis, kantoorpand of boerderij die verbouwd wordt tot een moderne woning; • Tijdens de restauratie wordt een wezenlijk deel van het pand of de overige opstallen gesloopt of wordt een stuk aangebouwd; • De modernisering van het pand brengt een wezenlijke verbouwing van het interieur met zich mee. Zo komen bijvoorbeeld tussenmuren te vervallen of worden verplaatst, of komen specifieke woonfuncties te vervallen of worden verplaatst en/of uitgebreid. Daarnaast neemt soms het aantal vierkante meters leefruimte sterk toe (bijvoorbeeld omdat een leeg schuurgedeelte of een lege zolder wordt volgebouwd); • Twee kleine woningen die verbouwd worden tot één grote woning; • Een woonhuis dat na de restauratie in gebruik genomen wordt als kantoorpand; • Twee etages (met elk een wooneenheid) die worden samengevoegd tot één grote woning. 3. Het pand wordt van binnen en/of van buiten eerst ingrijpend gesloopt (zodat bijvoorbeeld alleen de buitenmuren nog staan) waarna het pand op min of meer dezelfde wijze wordt herbouwd. Let op: bovenstaande opsomming is beslist niet volledig. Of de restauratie van uw monument leidt tot wijziging van de bron, is bovendien sterk afhankelijk van de ‘concrete feiten en omstandigheden’ rond de werkzaamheden. Bureau Monumentenpanden (BBM) van de Belastingdienst in Amersfoort beoordeelt elke situatie opnieuw (zie bladzijde 18). De praktijk leert echter dat niet snel een nieuwe bron ontstaat. Wanneer u concrete restauratieplannen heeft kan BBM vóóraf de fiscale gevolgen van uw plannen vaststellen. Dit biedt u meer zekerheid en duidelijkheid over de financiële haalbaarheid. Bovendien is het advies van BBM medebepalend voor de hoogte van de eventueel af te sluiten Restauratiefonds-hypotheek (zie bladzijde 13).
Aftrekbare kosten Stel de bronvraag is voor u ‘positief’ beantwoord. Dit betekent dat u bepaalde kosten kunt aftrekken. Welke dit zijn is afhankelijk van het gebruik van het monument. Gebruikt u het als uw hoofdverblijf, als tweede woning of verhuurt u het pand. Allereerst bespreken we de kosten die u in alle gevallen kunt aftrekken. Daarna de kosten die bij één van de categorieën behoren.
10
Bouwkundige werkzaamheden In principe kunt u de kosten van alle onderhoudswerkzaamheden aftrekken, ongeacht of er ‘monumentaal herstel’ plaatsvindt. Het gaat om zaken die al in of aan het pand zitten en die aan onderhoud toe zijn. Met andere woorden: ‘iets zit er, is slecht, en moet gerepareerd, onderhouden of vervangen worden door iets gelijkwaardigs’. Met als doel het pand in stand te willen houden. Voorbeelden van onderhoudskosten zijn: het buitenschilderwerk, het opnieuw voegen van metselwerk, het opstoppen of (deels) vervangen van een slecht rieten dak, het vervangen van een defecte CV-ketel door een vergelijkbare ketel. Belangrijk hierbij is dat de vervanging of reparatie de ‘oude staat’ moet herstellen. Is het standaarduitvoeringsniveau inmiddels aanzienlijk gestegen, dan voert u de werkzaamheden zodanig uit dat u de oude staat bij benadering herstelt. Bij een duurdere uitvoering is de meerprijs niet aftrekbaar. Nieuwe toevoegingen vallen niet onder de noemer onderhoud. De kosten van die werkzaamheden zijn in fiscaal opzicht ‘kosten van verbetering’ en zijn niet aftrekbaar. De kosten van het terugbrengen van een in de loop der jaren verdwenen element kunt u dan ook niet aftrekken, zelfs niet wanneer u een monumentaal element wilt vervangen! Voorbeelden van verbeterkosten zijn: het aanbrengen van dubbel glas of isolatie waar dat eerst niet zat, het bouwen van een nieuwe uitbouw en het vervangen van een keuken, die eigenlijk nog goed is, door een moderne luxe keuken. NB. Tuinkosten monumentale tuin De kosten voor het onderhoud van een monumentale tuin zijn fiscaal aftrekbaar onder de volgende voorwaarden: • De tuin is als zelfstandige eenheid genoemd in de monumentale omschrijving en is ingeschreven in het monumentenregister bij de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM). • Het moet gaan om kosten van tuinonderhoud, die in huurverhoudingen niet door een huurder worden gedragen. • Het deel van de kosten, dat een huurder wel voor zijn rekening zou nemen, zijn niet aftrekbaar en wordt aangeduid als de ‘drempel’ bij tuinkosten. NB. Koop-aannemingsovereenkomst Bij de restauratie van met name grootschalige rijksmonumenten kan het voorkomen dat het gebouw bij de restauratie gesplitst wordt in appartementsrechten. Indien deze appartementsrechten te koop worden aangeboden door middel van een koop- en een aannemingsovereenkomst kunnen er twee fiscale complicaties ontstaan voor de koper van een appartement. Eerst vindt de beoordeling plaats of er sprake is van een fiscale ‘nieuwe bron van inkomen’. Ontstaat er een nieuwe bron, dan is er geen aftrek van onderhoudskosten mogelijk (zie hiervoor bladzijde 9 en 10).
11
Ontstaat er geen ‘nieuwe bron van inkomen’, dan wordt vervolgens beoordeeld of de koop- en de aannemingsovereenkomst zodanig met elkaar verbonden zijn dat de aannemingssom een onderdeel vormt van de koopprijs. Kosten die samenhangen met de verwerving van een woning zijn namelijk bronkosten. Bronkosten zijn geen aftrekbare kosten. Het feit dat in de contracten onderscheid wordt gemaakt tussen een bedrag als koopsom enerzijds en een bedrag voor door de koper uit te voeren werkzaamheden anderzijds, doet daar niets aan af. Bureau Monumentenpanden kan u hierover nader informeren.
Fiscale aftrek versus subsidies Subsidie die is verleend als eenmalige uitkering, zoals bijvoorbeeld het Brim (Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten), is onbelast. Ontvangt u subsidie voor werkzaamheden waarvan u de kosten kunt aftrekken, dan moet u deze op de onderhoudskosten in mindering brengen. De onderhoudskosten moeten immers fiscaal ‘drukken’. Met andere woorden, u moet de kosten daadwerkelijk dragen. De Belastingdienst gaat er altijd van uit dat de subsidies betrekking hebben op onderhoudswerkzaamheden, tenzij u kunt aantonen dat dit niet het geval is. Als in het jaar waarin u de onderhoudskosten maakt al bekend is dat u subsidie krijgt en ook hoeveel, moet u deze subsidie direct op de onderhoudskosten in mindering brengen. Het maakt in dat geval niet uit of u de subsidie pas later daadwerkelijk ontvangt. Als u pas in een later jaar zekerheid krijgt over de toekenning en hoogte van de subsidies, kunt u de aftrekbare kosten geheel opvoeren in uw aangifte over het jaar van de restauratie. De naderhand toegekende subsidies geeft u dan in de toekomst als negatieve kosten aan bij de inkomsten uit uw monument. Deze bijtelling vindt meestal plaats in het jaar van uitbetaling van de subsidies. NB. Hieronder vindt u een korte toelichting op het Brim, de rijksregeling die u financiële ondersteuning kan bieden bij de instandhouding van een rijksmonument.
Brim: Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten Als eigenaar van een rijksmonument kunt u een aanvraag indienen voor financiële ondersteuning voor die werkzaamheden die voor de instandhouding van uw pand noodzakelijk zijn. Het Brim kent twee mogelijkheden voor financiële ondersteuning: • Een laagrentende lening voor eigenaren van een woonhuis of van een boerderij zonder agrarische functie, óf • Een subsidie voor eigenaren van alle andere rijksmonumenten. Op www.monumenten.nl, een initiatief van het Restauratiefonds en de RACM, vindt u informatie waarmee u kunt nagaan of u in aanmerking komt voor een lening (Restauratiefonds-hypotheek) of subsidie en welk percentage op uw situatie van toepassing is. U kunt uiteraard ook contact opnemen met onze afdeling Voorlichting & Advies, telefoon 033 253 94 39 (optie 4) voor een nadere uitleg en aanvullende informatie. De grondslag voor de hoogte van een lening wordt gevormd door de fiscale onderhoudskosten, voor een subsidie zijn dat de subsidiabele kosten. Het maximum bedrag is afhankelijk van onder andere de monumentcategorie waartoe uw pand behoort en/of u als eigenaar recht heeft op fiscale aftrek van de onderhoudskosten.
12
Laagrentende lening voor eigenaren van een woonhuis of boerderij zonder agrarische functie Eigenaren van woonhuizen en boerderijen zonder agrarische functie komen voor de instandhouding van hun monument in aanmerking voor een laagrentende lening, de Restauratiefonds-hypotheek. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen eigenaren die wel fiscale aftrek hebben voor hun onderhoudskosten en eigenaren die daar niet voor in aanmerking komen. Als voor uw situatie wordt vastgesteld (door BBM) dat er geen aftrek mogelijk is, kunt u tot 100% van de vastgestelde onderhoudskosten laagrentend lenen in de vorm van een Restauratiefondshypotheek. Heeft u wel recht op fiscale aftrek, dan kunt u tot maximaal 70% van de vastgestelde onderhoudskosten op deze wijze financieren. U kunt dan immers een deel van de kosten dekken dankzij de belastingteruggave. In beide gevallen bedraagt de maximale lening 300.000,- euro per monument. Na toekenning van de lening is het geld op basis van uw declaratie direct beschikbaar en kan de restauratie van uw monument dus direct van start gaan.
Subsidie voor alle andere monumenten Voor de instandhouding van monumenten zoals kerken, kastelen, buitenplaatsen, boerderijen met agrarische functie en molens is subsidie veelal een betere ondersteuning. Deze categorieën monumenten hebben doorgaans een grotere omvang en een complexe bouwvorm, constructie en structuur. Een meerjarenplan is voor deze monumenten dan ook noodzakelijk voor een goede instandhouding. Deze categorieën monumenten komen daarom op basis van een zesjarig ‘periodiek instandhoudingsplan’ in aanmerking voor een Brim-subsidie. Het Restauratiefonds betaalt deze subsidies namens de overheid aan eigenaren uit. Per Brim-categorie monumenten is een maximum bedrag aan subsidiabele kosten vastgesteld. Ook hier speelt de vraag of u als eigenaar de onderhoudskosten fiscaal kunt verrekenen. Voor een uitgebreid overzicht van de verschillende categorieën en bijbehorende percentages, zie www.monumenten.nl, of neem contact op met de RACM.
Eigen woning/hoofdverblijf Andere aftrekbare kosten Gebruikt u het monument als uw hoofdverblijf, dan zijn naast de onderhoudskosten tevens aftrekbaar: 1. De afschrijving op het pand; 2. De overige vaste eigenaarslasten; 3. De erfpachtcanon. Ad. 1 Afschrijving Op uw monument kunt u in principe jaarlijks afschrijven. Bij aan- of verkoop in de loop van het jaar moet u het afschrijvingsbedrag tijdsevenredig verlagen. U kunt de hoogte van het bedrag afleiden uit de tabel (zie bijlage). NB. Voor buitenplaatsen en landgoederen geldt een speciale regeling.
13
Ad. 2 Overige vaste eigenaarslasten Sommige vaste kosten kunt u aftrekken. Voorbeelden hiervan zijn: • Het eigenaarsdeel van de onroerende zaak belasting (dus niet het gebruikersdeel van de onroerende zaak belasting); • De premie van de brand- en opstalverzekering (dus niet de inboedelverzekering en/of glasverzekering); • Polder- en waterschapslasten. NB. Kosten die u maakt voor het gebruik van het pand, zoals de kosten van gas, water, elektra en de premie voor de inboedelverzekering zijn niet fiscaal aftrekbaar. Dit geldt ook voor de zogenaamde ‘huurders’lasten zoals de kosten van tuinonderhoud, kleine reparaties en de kosten van behang- en binnenschilderwerk. Dit zijn kosten die iedereen maakt, zowel als eigenaar en als huurder. Ad. 3 Erfpachtcanon Als de grond waarop uw rijksmonument staat niet van uzelf is, betaalt u normaal gesproken een bepaald bedrag aan de grondeigenaar, de erfpachtcanon. Dit bedrag is aftrekbaar. Mocht u in de gelegenheid zijn de erfpacht af te kopen, is de afkoopsom niet aftrekbaar. Rente en kosten Wellicht is het u opgevallen dat in de voorgaande opsomming de rente en de kosten van geldleningen ontbreken. Dit komt doordat deze kostensoort in fiscaal opzicht niets te maken heeft met uw pand als zodanig, maar uitsluitend met de manier waarop u de financiering van de restauratie heeft geregeld. De rente en de kosten van deze financiering komen in principe steeds voor fiscale aftrek in aanmerking. Tenminste wanneer het gaat om uw eigen woning in gebruik als hoofdverblijf en derhalve belastbaar in box 1! Drempel Het totaal van de kosten van onderhoud, afschrijving en vaste eigenaarslasten (na aftrek van de subsidies) is aftrekbaar voor zover dit bedrag een ‘drempel’ te boven gaat. Alleen het restant is dus aftrekbaar als ‘persoonsgebonden aftrek’. De drempel bedraagt een percentage van de eigenwoningwaarde oftewel WOZ-waarde. U kunt deze vinden in de bijlage bij deze brochure. Bij aan- of verkoop in de loop van het jaar mag de drempel niet tijdsevenredig worden verlaagd. De drempel is ieder jaar opnieuw van toepassing.
14
Tweede woning/verhuur Andere aftrekbare kosten Gebruikt u het monument als tweede woning of verhuurt u het en valt het binnen box 3, dan gelden er andere regels dan bij de eigen woning/hoofdverblijf. In principe zijn voor u alleen de ‘onderhoudskosten’ fiscaal aftrekbaar. Rente en kosten De rente en kosten van geldleningen kunt u in deze situatie dan ook niet aftrekken. U bent effectief 1,2% belasting verschuldigd over uw bezittingen minus uw schulden. Drempel U mag de onderhoudskosten aftrekken voor zover zij de ‘drempel’ te boven gaan. De drempel bedraagt 4% van de waarde in het economisch verkeer aan het begin van het jaar. U trekt dit bedrag af van het totale bedrag aan onderhoudskosten minus de subsidies. Ook hier mag u bij aan- of verkoop in de loop van het jaar de drempel niet tijdsevenredig verlagen. De drempel is ieder jaar opnieuw van toepassing.
Conclusie Het zal u duidelijk zijn dat de aftrekbare kosten niet alleen bestaan uit de restauratiekosten. Ieder jaar kunt u opnieuw nagaan of u aftrekbare kosten heeft en of deze kosten (na aftrek van eventuele subsidies) meer bedragen dan de voor dat jaar geldende drempel. NB. Het is soms zinvol om onderhoud ‘op te sparen’, zodat de fiscaal aftrekbare kosten de drempel te boven gaan. Uitgangspunt moet natuurlijk wel zijn dat u noodzakelijk onderhoud niet gaat uitstellen, want daardoor treedt vaak vervolgschade op. Dit brengt onnodig extra kosten met zich mee, extra kosten die vaak hoger zijn dan het fiscale voordeel; het middel schiet daarmee zijn doel voorbij. U moet deze drempelstrategie dus wel met zorg gebruiken en in feite vooruit plannen. Een inspectierapport van de Monumentenwacht kunt u daar goed bij gebruiken. Door het bundelen van noodzakelijk onderhoud en het te verwachten onderhoud in de nabije toekomst, kunt u zo een aanzienlijke besparing in de kosten bereiken. Het adres van de Monumentenwacht vindt u achterin deze brochure.
15
Uw monument in ondernemingsvermogen
In dit hoofdstuk behandelen we de fiscale faciliteiten voor de (monumenten)panden in eigendom van de onderneming. Het gaat dan om de vennootschapsbelasting of de inkomstenbelasting. Bovendien gelden deze faciliteiten ook in de situatie waarin de inkomsten uit uw monument vallen onder ‘resultaat uit overige werkzaamheden’ (RUOW), bijvoorbeeld als u het monument verhuurt.
Fiscale gevolgen Wanneer uw monument tot het ondernemingsvermogen behoort, speelt de bronvraag niet! De onderneming zelf is namelijk de bron van inkomen en het monument vormt daarbinnen gewoon een bedrijfsmiddel. Voor deze categorie maakt het voor de fiscale behandeling dus ook niet uit of het pand een rijksmonument is of niet. NB. Wenst u als ondernemer voor de financiering van de restauratie ook gebruik te maken van de laagrentende Restauratiefonds-hypotheek, dan is het van belang dat de hoogte van de onderhoudskosten vooraf vastgesteld wordt. Dit kan Bureau Monumentenpanden (BBM) voor u doen. De Belastingdienst maakt voor ondernemers een onderscheid tussen de volgende situaties: • U heeft recent een monument aangekocht en u wilt dit gebruiken voor de onderneming; • Het monument is al langer in gebruik bij uw onderneming.
Recente aankoop en restauratie U heeft recent een monument gekocht en na aankoop maakt u het pand eerst geschikt voor gebruik in de onderneming. Als vuistregel geldt dat u alle kosten als aanschaffingskosten op de ondernemingsbalans moet activeren. Het gaat daarbij om de aankoopsom, de kosten van (al dan niet achterstallig) onderhoud, de kosten van verbetering en de overige bijkomende kosten. U mag deze kosten dus niet direct ten laste van de winst brengen. Er is geen verschil tussen onderhoudskosten of verbeteringskosten: ook de onderhoudskosten moet u in dit geval activeren. Op het totale geactiveerde bedrag (de zogenaamde boekwaarde van het pand) kunt u in principe jaarlijks afschrijven. Het jaarlijks af te schrijven bedrag berekent u op de voor ondernemers gebruikelijke wijze.
Langer in gebruik In deze situatie kunt u de onderhoudskosten, de afschrijving en de overige vaste eigenaarslasten meestal direct ten laste van de winst brengen. De kosten van verbetering of verandering dient u daarentegen op de ondernemingsbalans te activeren. U mag deze kosten dus niet direct ten laste van de winst brengen. Een voorbeeld hiervan is het herstel van een monumentaal element dat in de loop der jaren verdwenen is. Op de oude boekwaarde van het pand, vermeerderd met de kosten van verbetering, kunt u vervolgens in principe jaarlijks afschrijven. Het jaarlijks af te schrijven bedrag berekent u op de voor ondernemers gebruikelijke wijze.
16
Uitzondering op de regel ‘langer in gebruik’ De voorgaande hoofdregel kent echter een aantal uitzonderingen. Het gaat dan met name om panden die bij aankoop al vrij veel achterstallig onderhoud of andere gebreken vertonen. Met andere woorden de vorige eigenaar heeft niet als een ‘goed huisvader’ over het pand gewaakt! De kosten van de latere restauratie zijn dan ook fors, zeker in vergelijking met de aankoopsom. Het goed koopmansgebruik eist in dat geval dat u alle herstelkosten op de ondernemingsbalans activeert. Ook wanneer het monument door bijvoorbeeld storm, overstroming of brand ernstige schade oploopt, moet u de herstelkosten meestal op de ondernemingsbalans activeren. Bij beide uitzonderingen op de hoofdregel zijn de fiscale consequenties sterk afhankelijk van de concrete feiten en omstandigheden. BBM kan u echter vooraf zekerheid verschaffen, (vanaf bladzijde 18 leest u hier meer over). Voor de inhoud van de begrippen onderhoud en verbetering verwijzen wij u naar bladzijde 6 van deze brochure.
Subsidies Als subsidies betrekking hebben op werkzaamheden waarvan u de kosten op de balans moet activeren, dan brengt u de subsidies op deze kosten in mindering. De subsidies verminderen op die manier de boekwaarde van uw pand. De subsidies behoren dan niet tot de jaarwinst. Aan de andere kant wordt op deze wijze wel het bedrag verminderd dat u via de afschrijving jaarlijks ten laste van de winst kunt brengen. Subsidies, toegekend voor onderhoudskosten die u als ondernemer ineens ten laste van de winst kunt brengen, brengt u dan ook direct ten gunste van de winst.
17
Aanvragen van de fiscale gevolgen
In dit hoofdstuk leest u hoe u vóóraf duidelijkheid kunt krijgen over de fiscale gevolgen van uw restauratie of instandhoudingsplan.
Vroegtijdige vaststelling van de fiscale gevolgen vooraf Wanneer u een concreet restauratieplan voor uw rijksmonument heeft, kunt u de fiscale gevolgen van dat plan vooraf door de Belastingdienst vast laten stellen. U kunt daartoe een verzoek doen aan Bureau Monumentenpanden (BBM) van de eenheid Belastingdienst/Utrecht-Gooi/kantoor Amersfoort. Dit bureau is speciaal aangewezen voor de afwikkeling van verzoeken uit het gehele land. U hoeft dus niet eerst contact op te nemen met de belastinginspecteur in uw regio. Zowel belastingplichtigen voor de inkomstenbelasting als voor de vennootschapsbelasting komen voor deze mogelijkheid in aanmerking. Het maakt daarbij niet uit of u juridisch eigenaar of zakelijk gerechtigde bent.
Voordelen Het grote voordeel van deze mogelijkheid is dat u bij het opstellen van het financieringsplan voor de restauratie al met de fiscale gevolgen rekening kunt houden. Bent u op tijd met uw verzoek, dan krijgt u van BBM een mededeling die bindend is voor uw eigen belastinginspecteur. De inspecteur mag dan niet in uw nadeel van de beslissing afwijken. U krijgt hierdoor zekerheid over de fiscale gevolgen van uw restauratieplan. Het zal duidelijk zijn dat u de restauratie wel conform plan uit moet voeren. Een ander belangrijk voordeel is dat u dan ook vooraf zekerheid heeft over de hoogte van de tegemoetkoming vanuit het Brim (Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten).
Aanvraagformulier en de noodzakelijke bijlagen Het verzoek om vaststelling van de fiscale gevolgen dient u in met het formulier ‘Verzoek vaststelling aftrekbaarheid restauratie- en onderhoudskosten voor rijksmonumentenpand’. Dit formulier is verkrijgbaar bij BBM en bij het Restauratiefonds. De adressen kunt u vinden achter in deze brochure. Bovendien kunt het aanvraagformulier downloaden via www.monumenten.nl. Bij het invullen van het formulier kunt u BBM toestemming geven om de beslissing door te sturen naar de RACM en het Restauratiefonds. Tevens moet u een aantal bijlagen aanleveren, zoals een bouwkundig bestek, een begroting en bouwtekeningen van de huidige en de gewenste toestand. In de toelichting op het aanvraagformulier staat duidelijk aangegeven welke bijlagen noodzakelijk zijn.
Niet alleen vooraf, maar ook tijdig aanvragen! Wij adviseren u het fiscale verzoek ruim vóór de aanvang van de eerste restauratie/onderhoudswerkzaamheden in te dienen. Zeker wanneer u de uitvoering van het restauratieplan afhankelijk stelt van de fiscale gevolgen. Binnen 10 weken geeft BBM een mededeling of een advies af.
18
Bovendien mag u met de restauratie pas starten, nadat de situatie ter plekke is onderzocht door een restauratie-specialist (taxateur) van de Belastingdienst. Alleen in dat geval geeft BBM een mededeling af, die bindend is voor uw eigen belastinginspecteur. Schakelt u het bureau vlak voor de start van de restauratie in, dan kan het gebeuren dat u de beslissing pas krijgt op het moment dat de restauratie al in een vergevorderd stadium is of zelfs al is afgerond. U heeft dan niet meer de optie om met een alternatief plan te komen dat in fiscaal opzicht voor u gunstiger is. Bent u al gestart met de restauratie dan neemt het bureau geen beslissing, maar geeft hooguit een advies aan uw eigen inspecteur. Dit advies is echter niet bindend voor die inspecteur. Zijn de werkzaamheden al in een gevorderd stadium of zelfs al beëindigd, dan heeft het indienen van het verzoek geen zin meer. BBM zal een dergelijk verzoek niet meer in behandeling nemen. Het is echter niet zo dat u dan uw recht op fiscale aftrek verspeelt. Meer hierover vindt u op bladzijde 20. NB. Als u gebruik wilt maken van een Restauratiefonds-hypotheek, dient u ook vooraf toestemming te hebben van het Restauratiefonds om te starten met de restauratie.
De behandeling van het verzoek Na ontvangst van uw verzoek vinden de volgende stappen plaats: • • • • • •
BBM controleert of het pand staat ingeschreven in het monumentenregister (artikel 6 van de Monumentenwet 1988); BBM beoordeelt of uw verzoek compleet is. De bijlagen moeten alle werkzaamheden aan het pand bevatten. U kunt dus niet volstaan met bijlagen waarin alleen die werkzaamheden verwerkt zijn, waarvan u zélf denkt dat er sprake is van onderhoud en waarvoor u dus fiscale aftrek wilt gaan claimen; De afdeling Waarde-onderzoek van de Belastingdienst ontvangt een kopie van uw verzoek. Een in monumenten gespecialiseerde taxateur van deze eenheid zal met u een afspraak maken voor een onderzoek ter plaatse; De taxateur brengt advies uit aan BBM. In dit advies staat onder meer: een verslag van de huidige toestand van het pand en een splitsing van de totale kosten in een deel onderhoudsen een deel verbeteringskosten. Let op: Het interne advies van de taxateur is niet bindend voor het bureau. Het eindoordeel over bepaalde belangrijke fiscale aspecten is uitdrukkelijk aan BBM voorbehouden. U krijgt de beslissing of het advies schriftelijk binnen 10 weken. Dit bericht heeft het karakter van een mededeling en is niet voor bezwaar of beroep vatbaar. U kunt pas bezwaar indienen als u een beschikking vermindering loonbelasting, een definitieve aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting heeft; Het bureau stuurt een afschrift van de beslissing of het advies aan de betrokken eenheid van de Belastingdienst. Met uw toestemming zendt BBM ook een afschrift naar de RACM en het Restauratiefonds.
19
Het vervolg U kunt het aftrekbare bedrag dat in de brief van BBM staat (eventueel vermeerderd met de andere aftrekbare kosten), minus de voor u geldende drempel en minus relevante subsidies, in uw belastingaangifte vermelden. Dit zal meestal de aangifte zijn over het jaar waarin de restauratiekosten zijn betaald. Heeft u een beslissing gekregen, dan zal uw eigen inspecteur controleren of de restauratie wel conform het beoordeelde restauratieplan is uitgevoerd. Is dat niet het geval dan mag de inspecteur in principe afwijken van de beslissing van BBM. In het geval u van het bureau een advies heeft gekregen, zal uw eigen inspecteur daarnaast ook inhoudelijk een eigen fiscaal oordeel vormen, dat van het advies kan afwijken.
Gaat u vooraf geen fiscaal verzoek doen of is de restauratie al achter de rug? Zoals gezegd is het niet zo dat u het recht op fiscale aftrek verspeelt wanneer u vooraf geen fiscaal verzoek indient bij BBM. U kunt het door u berekende bedrag aan aftrekbare kosten te zijner tijd als aftrekpost op uw aangiftebiljet vermelden. De inspecteur zal deze post op de gebruikelijke wijze beoordelen. Vaak zal de inspecteur advies vragen aan BBM. Wanneer uw eigen inspecteur daarom vraagt, zult u aannemelijk moeten maken dat u onderhoud heeft gepleegd en niet iets anders. Daarvoor is het belangrijk dat u de Belastingdienst een duidelijk inzicht kunt geven in de toestand vóór de restauratie. U moet daarnaast een bouwkundig bestek, een begroting en/of een offerte, de betaalde rekeningen en de bouwtekeningen van de oude en de nieuwe situatie overleggen. In de praktijk blijken sommige eigenaren onvoldoende gespecificeerde gegevens te bezitten over de werkzaamheden, de kosten en over de oude toestand. Dit speelt vooral bij werkzaamheden die door de eigenaar zelf worden uitgevoerd. Wanneer u BBM niet vooraf inschakelt en vooral wanneer u de werkzaamheden zelf gaat uitvoeren, is het daarom raadzaam om van de restauratie een soort verslag bij te houden. In dit verslag vermeldt u alle werkzaamheden en bijbehorende kosten, met daarbij steeds een duidelijke verwijzing naar de diverse rekeningen en bonnen. Op die manier kunt u te zijner tijd makkelijker de aftrekpost voor uw aangifte berekenen. Bovendien kunt u het verslag gebruiken om de door u opgevoerde aftrekpost aannemelijk te maken tegenover uw belastinginspecteur. Een ander praktisch advies is het maken van een uitgebreide fotoreportage voor en tijdens de restauratie.
20
21
Schematisch overzicht
Op deze pagina’s zijn twee schema’s opgenomen. In deze schema’s zijn de hoofdlijnen van de tekst van deze brochure samengevat.
Schema: Het monument is privé-vermogen Begin
Is het pand een rijksmonument?
nee
ja
Bronvraag Vormt het pand voor de aanvraag van de werkzaamheden een ‘bron van inkomen’?
nee
Na voltooiing van de werkzaamheden vormt het pand een nieuwe bron van inkomen
ja
Leiden werkzaamheden tot aardverandering of radicale vernieuwing?
Geen fiscale aftrek, het eigenwoning forfait blijft gelden (met uitzondering van de verhuurde woning (RUOW)
ja
Eenmalige subsidies zijn onbelast Eerst na het ontstaan van een nieuwe bron weer fiscale aftrek voor onderhoud
Gevolg: Geen fiscale aftrek mogelijk voor de kosten van de werkzaamheden!
nee
Is de eigen woning in gebruik als hoofdverblijf?
nee
Is de woning in gebruik als tweede woning?
ja
Voor zover er geen sprake is van met gebruikers / huurderslasten vergelijkbare kosten, en voor zover de drempel wordt overschreden, zijn de onderhoudskosten, vaste eigenaarslasten en de afschrijving fiscaal aftrekbaar. Eenmalige subsidies betreffende fiscale onderhoudskosten komen hierop in mindering (de kosten moeten fiscaal immers ‘drukken’)
ja
De onderhoudskosten minus de drempel zijn fiscaal aftrekbaar. Eenmalige subsidies betreffende fiscale onderhoudskosten komen hierop in mindering (de kosten moeten fiscaal immers ‘drukken’)
nee
ja
Is de woning verhuurd (vermogensbeheer)? nee
Is de woning verhuurd (RUOW)? ja
Er gelden dezelfde regels als voor het monument in ondernemingsvermogen (zie andere schema)
Belangrijk Het Bureau Monumentenpanden van de Belastingdienst kan vooraf op verzoek de fiscale gevolgen van de werkzaamheden aan uw rijksmonumentenpand vaststellen. Dit is van belang wanneer u gebruik wenst te maken van de laagrentende Restauratiefonds-hypotheek
22
Schema: Het monument is ondernemingsvermogen Begin
Pand reeds voor de restauratie bij de onderneming in gebruik?
nee
Alle kosten eerst op de balans activeren en vervolgens erop afschrijven
Subsidies verlagen het te activeren bedrag respectievelijk de afschrijving
ja
Kosten van verbetering eerst op balans activeren en vervolgens erop afschrijven
Subidies verlagen het te activeren bedrag respectievelijk de afschrijving
Kosten van onderhoud ineens ten laste van de winst brengen
Subsidies voor onderhoud ineens ten gunste van de winst brengen
ja
Zijn de onkosten aan te merken als kosten van verbetering?
nee
Belangrijk • in het geval van een pand dat tot een ondernemingsvermogen behoort, zijn dus alle kosten en subsidies van invloed op de winstberekening van de onderneming; • het bovenstaande schema geldt ongeacht of er sprake is van een rijksmonument; • het Bureau Monumentenpanden van de Belastingdienst kan op verzoek vooraf de direct ten laste van de winst te brengen onderhoudskosten danwel de te activeren kosten vaststellen. Dit is van belang wanneer u gebruik wenst te maken van de laagrentende Restauratiefonds-hypotheek.
23
Adressen voor meer informatie
Er is een aantal instanties die binnen de monumentenzorg een belangrijke rol spelen en wellicht ook voor uw restauratieplannen van belang kunnen zijn. Wij stellen ze hieronder graag aan u voor.
Nationaal Restauratiefonds Het Restauratiefonds is dé aangewezen partner bij de financiële en procesmatige aspecten van uw restauratie. Contact Westerdorpsstraat 68 postbus 15, 3870 DA Hoevelaken telefoon: 033 253 94 39 www.restauratiefonds.nl
[email protected]
Belastingdienst/Utrecht-Gooi/kantoor Amersfoort/Bureau Monumentenpanden Bureau Monumentenpanden van de Belastingdienst (BBM) geeft monumenteigenaren vooraf uitsluitsel over de fiscale onderhoudskosten van hun restauratieplan. Contact Inputplein 1 postbus 4050, 3800 EB Amersfoort telefoon: 033 450 52 77 www.belastingdienst.nl
Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten De Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) is verantwoordelijk voor de zorg voor het Nederlandse erfgoed boven en onder de grond en onder water. De rijksdienst is onderdeel van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en verzorgt onder meer (een deel van) de uitvoering van de wet- en regelgeving op het gebied van de monumentenzorg. Contact postbus 1600, 3800 BP Amersfoort telefoon: 033 421 74 21 www.racm.nl
[email protected]
24
Stichting Federatie Monumentenwacht Nederland In elke provincie is een Stichting Monumentenwacht actief, die jaarlijks de staat van onderhoud van uw pand kan inspecteren. De monumentenwachters leggen hun bevindingen vast in een rapport en adviseren u over het op korte en lange termijn te plegen onderhoud. U kunt zich abonneren op de Monumentenwacht in uw eigen provincie. Contact Postbus 2120, 3800 CC Amersfoort telefoon: 033 479 07 70 www.monumentenwacht.nl
Monumenten.nl Nationaal Restauratiefonds en de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten bundelen op www.monumenten.nl hun krachten. Monumenten.nl is dé plek waar eigenaren en beheerders van een monument informatie vinden over alle zaken rondom restauratie en onderhoud. Contact www.monumenten.nl
25
26
© 2009 Nationaal Restauratiefonds Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, internet, of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Verstand van financieren, hart voor monumenten.
Westerdorpsstraat 68 Postbus 15, 3870 DA Hoevelaken t 033
253 94 39
f 033
253 95 98
[email protected]
nr
0402
www.restauratiefonds.nl januari 2009