Rapport
Samenwerking UWV en Belastingdienst Derde halfjaarlijkse rapportage
December 2005
Eindrapportage Versie 1.0
Bij dit rapport zijn betrokken: Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) Belastingdienst Ministerie va n Financiën Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
1
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING........................................................................................................................ 3 1.1 Aanleiding halfjaarlijkse rapportage .......................................................................... 3 1.2 Afbakening van deze rapportage ................................................................................ 3 1.3 Leeswijzer................................................................................................................... 3 2 PLANNING........................................................................................................................ 4 2.1 Inleiding...................................................................................................................... 4 2.2 Planning en realisatie processen en systemen............................................................ 4 3 STAND VAN ZAKEN....................................................................................................... 7 3.1 Risico’s en maatregelen.............................................................................................. 7 3.2 Wetgeving en lagere regelgeving Wfsv en Walvis .................................................... 9 3.3 Markt en Communicatie ............................................................................................. 9 3.3.1 Communicatie ..................................................................................................... 9 3.3.2 Weekaanlevering .............................................................................................. 10 3.3.3 Eerstedagsmelding............................................................................................ 11 3.3.4 Loonaangifte 2006 ............................................................................................ 12 3.3.5 Kwaliteitscirkel................................................................................................. 12 3.3.6 Loon in, loon over problematiek ...................................................................... 13 3.4 Personeel en organisatie ........................................................................................... 14 3.5 Implementatietraject ................................................................................................. 14 3.6 Signaalafhandeling en toezicht door Belastingdienst ............................................... 15 3.7 Automatisering Belastingdienst................................................................................ 15 3.8 Automatisering UWV............................................................................................... 16 3.9 Testen ....................................................................................................................... 16 3.9.1 Testen met marktpartijen.................................................................................. 16 3.9.2 Belastingdienst-UWV....................................................................................... 16 3.9.3 UWV afnemers ................................................................................................. 17 3.10 Convenant en SNO’s ................................................................................................ 17 3.11 Verzekeringsbericht.................................................................................................. 18 3.12 Financiële paragraaf ................................................................................................. 19 3.12.1 Ontwikkeling besparing uitvoeringslasten UWV............................................. 19 3.12.2 Programmakosten............................................................................................. 20 3.13 UWV distribuerende functie ..................................................................................... 21
2
1 INLEIDING De voorliggende halfjaarlijkse rapportage van UWV en de Belastingdienst is de derde in een reeks van halfjaarlijkse rapportages die de periode 2004 tot en met 2008 betreffen. In de eerste helft van 2004 is de parlementaire behandeling van de wetsvoorstellen Walvis en Aansluitingswet Walvis afgerond. In 2004 zijn de wetsvoorstellen Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) en de Invoeringswet Wfsv aanvaard. Op basis van deze wetsvoorstellen wordt de premieheffing en –inning van de werknemersverzekeringen overgedragen van UWV aan de Belastingdienst en wordt een polisadministratie bij UWV ingevoerd. De inwerkingtreding van deze wetten verloopt gefaseerd. De volgende fasen zijn voorzien: per 1 januari 2006 de invoering van de polisadministratie bij UWV, invoering van het uniforme loonbegrip voor de distribuerende functie van UWV en invoering van de dagloonsystematiek bij UWV (conform Walvis); per 1 januari 2006 de invoering van de nieuwe Heffings- en inningsadministratie bij de Belastingdienst; overgangsfase polisadministratie van 2006 tot 2009. Eenmalige gegevensaanvraag vanaf 2009 bij UWV. 1.1 Aanleiding halfjaarlijkse rapportage Tijdens de plenaire behandeling van de Wfsv en de Invoeringswet Wfsv op 30 juni 2004 heeft de regering een motie van het lid Weekers c.s. omarmd waarin de Tweede Kamer de regering verzoekt om een halfjaarlijkse rapportage. 1 In deze motie heeft de Tweede Kamer de regering verzocht om halfjaarlijks, voor 1 december en 1 juni, separaat te rapporteren over de voortgang van het proces. Focus van de voorliggende rapportage is gericht op het gereed zijn van marktpartijen, Belastingdienst en UWV voor invoering. 1.2 Afbakening van deze rapportage Deze derde rapportage ziet op de periode 1 april 2005 tot 1 oktober 2005. Een uitzondering geldt voor belangrijke ontwikkelingen die na 1 oktober 2005 zijn opgekomen. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de planning van het project. Vervolgens komt in hoofdstuk 3 de stand van zaken van het project aan bod. In dat hoofdstuk wordt ingegaan op de risico’s en maatregelen, de stand van de wetgeving en lagere regelgeving, markt en communicatie, de ICT-processen en -kosten, de personele gevolgen en de personele afwikkeling, de uitvoeringslasten die aan de operatie verbonden zijn en de overige onderwerpen.
1
Kamerstukken II 2003/04, 29 529 en 29 531, nr. 17.
3
2
PLANNING
2.1 Inleiding Op maandbasis wordt binnen de besturingsstructuur van de Samenwerking UWV en Belastingdienst (SUB) gerapporteerd over de ontwikkeling van de planvorming en de veranderingen die eventueel hebben plaatsgevonden. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de planvorming en een overzicht van de planning van de op te leveren processen en systemen van SUB zoals deze op het moment van rapporteren zijn voorzien. 2.2 Planning en realisatie processen en systemen UWV en Belastingdienst ontwikkelen in samenhang hun systemen en processen. Die samenhang wordt zichtbaar in verschillende gezamenlijk opgestelde rapportages. In onderstaand overzicht zijn de geplande en gerealiseerde functionaliteiten opgenomen. Opleverdatum 2004
Processen en systemen Het doen van elektronische loonbelastingaangifte is nu mogelijk voor de aanleveraars van de huidige loonbelastingaangifte. De dagloonvaststelling en de premievaststelling zijn aangepast aan het nieuwe (premie)loonbegrip volgens Walvis en geïmplementeerd in de uitvoeringsorganisatie UWV. In deze periode wordt samen met een aantal marktpartijen, UWV en Belastingdienst een testtraject doorlopen. Getoetst wordt of de basisvoorzieningen werken die de stroom van de werkgever, via de Belastingdienst tot aan UWV ondersteunt waarmee wordt aangetoond dat de keten van de loonaangifte 2006 werkt en de geldstroom van de loonheffing en de premies werknemersverzekeringen vanaf 2006 is gewaarborgd.
Bijzonderheden Gerealiseerd
Juli 2005
“Go, No Go” beslissing.
Oktober 2005
Werkgeversadministraties UWV en Belastingdienst zijn op elkaar afgestemd. UWV en Belastingdienst stemmen nieuwe inschrijvingen en wijzigingen met elkaar af. De dagloonmodule voor het berekenen van de dagloonvaststelling op basis van de nieuwe dagloonsystematiek is gereed.
De Tweede Kamer is separaat over dit onderwerp geïnformeerd met de brief van de minister van SZW en de staatssecretaris van Fin. van 22 juli 20052 . Gerealiseerd.
Januari 2005
Maart t/m juni 2005
2
Kamerstukken II 2004/2005, 28 219, nr. 29.
4
Gerealiseerd
De test is conform planning verlopen. Er zijn geen blokkerende bevindingen.
Opleverdatum November 2005
Januari 2006
Maart 2006
April 2006
Processen en systemen Alle werkgevers hebben een loonheffingennummer ontvangen. Op basis van de nieuwe werkgeversadministratie bij de Belastingdienst wordt informatie aan de inhoudingsplichtigen verzonden ten behoeve van het doen van loonaangifte in 2006.
Bijzonderheden Dit is voor 99,5% van de werkgevers gerealiseerd. Met de werkgevers die hebben aangegeven dat de toegewezen nummers onvoldoende aansluiten op hun bedrijfsvoering, wordt thans aan een oplossing gewerkt.
Beslissing inzet fall-backscenario Belastingdienst. Dit scenario is een vangnet voor de situatie dat het nieuwe ondersteunende automatiseringssysteem voor de heffing bij de Belastingdienst niet tijdig gereed is. In dat geval maakt de Belastingdienst gebruik van het huidige loonbelastingsysteem dat voor dit doel met een aantal functionaliteiten is uitgebreid. In dit scenario is de kasstroom naar de overheid gewaarborgd UWV en Belastingdienst zijn in staat de wettelijke taken conform de Wfsv uit te voeren. De weekaanlevering is operationeel. De werkgever kan de loonaangifte 2006 digitaal aanleveren, bij de Belastingdienst. De Belastingdienst kan de aangiften ontvangen en opslaan en betalingen op de loonheffing verwerken Er vindt terugkoppeling plaats aan de werkgever of zijn vertegenwoordiger over de door hem aangeleverde loonaangifte. Binnengekomen aangiften worden fiscaal geaccepteerd. Bij het niet voldoen aan de aangifte- en betalingsverplichting kan een naheffingsaanslag worden opgelegd. Het beoordelen en vaststellen van de plicht tot het tijdig doen van (gecorrigeerde) aangifte en betaling wordt geautomatiseerd ondersteund. De nominatieve gegevens worden doorgeleverd aan UWV/polisadministratie. UWV/polisadministratie ontvangt en verwerkt de nominatieve gegevens uit de loonaangifte, controleert deze en stelt ze beschikbaar aan interne en externe afnemers. De SV-daglonen worden vastgesteld conform de nieuwe dagloonsystematiek volgens Walvis. De uitkeringssystemen van UWV zijn aangesloten op de polisadministratie. De geautomatiseerde voorzieningen in het polisdomein met betrekking tot de samenhangcontroles zijn operationeel. De gegevenslevering aan de Belastingdienst, de processen voor inzage- en correctierecht en de gegevenslevering aan CBS zijn gereed.
De voortgang van de automatisering geeft geen aanleiding het scenario in te zetten.
5
Het initiële verzekeringsbericht/opnamebericht is vanaf juli 2006 beschikbaar.
Opleverdatum Juni 2006
December 2006
Januari 2007
Processen en systemen De voorzieningen voor het volledig geautomatiseerd herzien van door de Belastingdienst opgelegde aanslagen zijn gereed, incl. de geautomatiseerde beboeting bij het niet voldoen aan de aangifte en/of de betalingsverplichting. Door middel van de Mededeling Onjuiste Werknemersgegevens (MOW) krijgt de inhoudingsplichtige terugkoppeling over de kwaliteit van werknemersgegevens. De geautomatiseerde voorzieningen ter ondersteuning van het toezichtproces van de Belastingdienst zijn gereed. De koppeling tussen Belastingdienst en polisadministratie voor het geautomatiseerd kunnen afhandelen van verzoeken van verzekerden inzake de betrouwbaarheid van polisgegevens is gereed. UWV start in 2007 met de eerste verzending van verzekeringsberichten over het jaar 2006. De processen en systemen ten behoeve van het afhandelen van de reacties op het verzekeringsbericht zijn gereed. Het aansluiten van de bestaande fiscale systemen van de Belastingdienst op de fiscale gegevens die opgenomen zijn in polisadministratie is afgerond.
6
Bijzonderheden
Deze functionaliteit was oorspronkelijk gepland in oktober.
3
STAND VAN ZAKEN
3.1 Risico’s en maatregelen Inleiding. De invoering van SUB is een grote operatie. Operaties van een omvang en reikwijdte als SUB verlopen nooit geheel vlekkeloos. Hierbij is het van belang dat de invoeringsrisico’s in een vroeg stadium worden onderkend en dat er maatregelen worden getroffen om de belangrijkste risico’s weg te nemen dan wel zoveel als mogelijk te beperken. Dergelijke maatregelen zijn ook in het SUB-project getroffen. Daarnaast biedt de introductie van de kwaliteitscirkel de mogelijkheid om de foutsignalering richting de werkgever en de softwareleveranciers te doseren en te stroomlijnen. Voor een tweetal risico’s wordt in het kader van deze rapportage bijzondere aandacht gevraagd. Deze betreffen de continuïteit van de geldstroom en het waarborgen van het juist en tijdig kunnen afhandelen van de uitkeringsaanvrage n. Continuïteit geldstroom De continuïteit van de geldstroom is gewaarborgd als de inhoudingsplichtigen loonaangiften kunnen doen en de verschuldigde loonheffingen kunnen afdragen en vervolgens de Belastingdienst in staat is deze te ontvangen en te verwerken. Werkgevers die geen loonaangifte kunnen doen zijn niettemin gehouden de verschuldigde loonheffingen af te dragen. Voorwaarde is dat werkgevers, administratiekantoren, salarisservice-/verwerkingsbureau’s en leveranciers van softwarepakketten gereed zijn voor de verwerking van loongegevens en het doen van aangifte. Daartoe zijn de volgende maatregelen getroffen: met marktpartijen vindt regelmatig en intensief overleg plaats over de voorbereidingen die zij moeten treffen voor aanpassing van hun werkprocessen. De overleggen worden ook in 2006 voortgezet; Gebleken is dat er verschillen bestaan in de wijze waarop werkgevers loonelementen met terugwerkend karakter, zoals nabetalingen als gevolg van een CAO-verhoging of individuele loonsverhoging. Met de afspraken voor 2006 over deze “loon in, loon over” problematiek sluit de keten aan op de praktijk van de bestaande salarisverwerkingssystemen. Alle specificaties zijn in oktober 2005 bekend gemaakt. In de specificaties hebben zich drie belangrijke wijzigingen voorgedaan. Die wijzigingen hebben betrekking op de Wet kinderopvang, de Levensloopregeling en het betrekken van het privé-gebruik auto in de loonheffing. De marktpartijen bleken hier geen onoverkomelijke invoeringsproblemen mee te hebben; de Belastingdienst en UWV hebben extra mogelijkheden gecreëerd om de kwaliteit van de aangeleverde werknemersgegevens in de loonaangifte te testen; door middel van de inrichting van de kwaliteitscirkel wordt bereikt dat in 2006 marktpartijen na beoordeling van hun loona angiften direct en gericht terugkoppeling krijgen over de belangrijkste onjuistheden, zodat herhaling van fouten en bijbehorende administratieve rompslomp zoveel mogelijk wordt voorkomen. Inmiddels hebben enkele softwareleveranciers een eerste release uitgeleverd aan hun klanten. Bij de Belastingdienst zijn de systemen van de elektronische postkamer opgeleverd voor de ketentest. De testactiviteiten voor de aanpassingen op het huidige loonbelastingsysteem, dat in het uiterste geval als terugvalscenario kan dienen, zijn afgerond. De ontwikkeling van het nieuwe loonheffingsysteem ligt op planning. De ketentesten zijn aangevangen.
7
Waarborgen uitkeringsvertrekking De continuïteit van de uitkeringsvertrekking is als volgt geborgd. De nominatieve gegevens kunnen in de polisadministratie worden opgeslagen en beschikbaar worden gesteld aan afnemers. De planning voorziet er in dat de loonaangifte gegevens vanaf medio maart 2006 door de polisadministratie kunnen worden ontvangen en verwerkt. Als de integrale ketentest goed verloopt, kan de polisadministratie op voorziene wijze worden ingericht. Mochten er onvolkomenheden zijn, dan is de uitkeringsverstrekking als volgt gewaarborgd: Benodigde gegevens worden op gevalsniveau bij de werkgever uitgevraagd op een wijze die vergelijkbaar is met de huidige situatie. Afgezien van deze maatregel is het voor nieuwe uitkeringsgevallen in 2006 nodig de loongegevens bij de werkgever uit te vragen, voorzover op grond van de referteperiode die gegevens in 2005 vallen of in 2006 nog niet beschikbaar zijn in de polisadministratie. Een actuele en betrouwbare aansluiting op de werkgeversadministratie van de Belastingdienst is daarvoor een noodzakelijke voorwaarde. Vanaf 1 januari 2006 zal de Belastingdienst de mutaties op de werkgeverspopulatie aan UWV doorgeven. Aan de overgang van UWV van een eigen werkgeversadministratie naar de aansluiting op de werkgeversadministratie van de Belastingdienst is een afbreukrisico verbonden. Mocht de aansluiting op de werkgeversadministratie van de Belastingdienst na 1 januari 2006 niet operationeel zijn, dan beschikt UWV niet automatisch over de voor de bedrijfsvoering noodzakelijke werkgevergegevens. In dat geval zal UWV bij een uitkeringsaanvraag door een werknemer de naam van de werkgever bij die werknemer vragen en vervolgens de werkgever benaderen voor de benodigde gegevens. De afsluitende test vindt de eerste week van december 2005 plaats. Een afbreuk bestaat bij de processen en systemen van de weekaanlevering. De planning van UWV en Belastingdienst zijn op schema. Voor het borgen van het verstrekken van de weekaanleveringgegevens door de Belastingdienst aan UWV is een terugvalscenario ontwikkeld. Naast het geautomatiseerde berichtenverkeer tussen UWV en Belastingdienst wordt de mogelijkheid van levering op DVD ontwikkeld. UWV zal, bij het niet functioneren van de weekaanlevering, gegevens rechtstreeks uitvragen bij de werkgevers in de uitzendbranche. Aangezien een substantieel deel van de werklast ZW en WW afhankelijk is van de weekaanleveringen, zal dan tijdelijk extra capaciteit van omstreeks 100 FTE moeten worden ingezet. Voorts moet dan rekening worden gehouden met vertraging in de afhandeling van de claims WW en ZW in de uitzendbranche. De hiervoor aangegeven oplossing voor de “loon in, loon over” problematiek, kan gevolgen hebben de dagloonsystematiek. In paragraaf 3.3.6 wordt dat nader toegelicht. De in de polisadministratie opgenomen loongegevens kunnen met terugwerkende kracht door het inzenden van correctieberichten door werkgevers worden gemuteerd. Uit de correctieberichten blijkt echter niet of zij betrekking hebben op herstel van fouten, dan wel – als gevolg van het toestaan van loon over – op aanpassingen van de salarisadministratie door de werkgever met terugwerkende kracht. Dit betekent een risico voor de afnemers van loongegevens 2006, omdat de loongegevens 2006 zowel loon in als loon over gegevens kunnen zijn en omdat loongegevens – na afname en gebruik door de afnemers – met terugwerkende kracht kunnen worden gemuteerd. De afnemers zijn hiervan op de hoogte gesteld. Voor de structurele situatie per 2007 zullen maatregelen worden getroffen.
8
3.2 Wetgeving en lagere regelgeving Wfsv en Walvis De wetgeving Walvis en Wfsv is in 2004 aangenomen. Om tijdige invoering mogelijk te maken, is al voorafgaand aan de afronding van de wetgeving gestart met voorbereidende werkzaamheden. Om mogelijke wijzigingen zo vroeg mogelijk bekend te hebben, is er een grote betrokkenheid van UWV en Belastingdienst geweest bij de lagere regelgeving. Op de meeste onderdelen is de definitieve vormgeving van de lagere regelgeving inmiddels in de afrondende fase. Onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van SZW is, in overeenstemming met het Ministerie van Financiën, in het kader van de Wfsv op vijf gebieden nadere wet- en regelgeving opgesteld: 1. aanpassing van het Besluit SUWI (in de vorm van een AMvB); 2. besluit Wfsv (in de vorm van een AMvB); 3. een AMvB met technische aanpassingen (wijzigingen van andere Besluiten); 4. Regeling Wfsv waarin alle Ministeriële regelingen o.g.v. Wfsv in worden opgenomen; 5. een Regeling met technische aanpassingen (wijzigingen van andere Regelingen). Het concept-aanpassingsbesluit SUWI, over onder meer de gegevensset polisadministratie en de gegevensverstrekking door UWV aan private instanties en bestuursorganen, is in oktober 2005 voorgelegd aan de Raad van State. Gestreefd wordt naar publicatie in 2005. Formele afronding van de andere genoemde besluiten en regelingen zal in november of begin december 2005 plaatsvinden. De nadere regelgeving in het kader van de Wfsv ziet ook op het aanpassen van de dagloonregels. Bij besluit van 8 oktober 2005, (staatsblad 546, Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen) zijn de nieuwe dagloonregels definitief geworden. Een nieuw element voor de dagloonregels is het in 2006 in de loonaangifte toestaan van het met terugwerkende kracht verwerken van loonelementen, zoals dit op 22 juli 2005 per brief (in de zgn. go/no go beslissing) aan de Tweede Kamer is meegedeeld 3 . Om deze afwijking op de huidige bepalingen over het genietingsmoment mogelijk te maken, ligt er een Wijziging van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 voor, die naar verwachting in december 2005 formeel wordt afgerond. De uitvoeringsregeling over de Eerstedagsmelding zal naar verwachting in december 2005 worden gepubliceerd. 3.3
Markt en Communicatie
3.3.1 Communicatie Alle administratie- en accountantskantoren (A&A) en werkgevers hebben in september 2005 een informatiepakket ontvangen. Dit info rmatiepakket omvatte een nieuwsbrief met onder andere de volgende onderwerpen: de “GO”voor de Loonaangifte 2006, “Voorkom correctieberichten” en “Gevolgen van de nieuwe Zorgverzekeringswet”. Tevens een brochure met informatie over het aangifteproces zoals informatie voor kleine ondernemers, het proces van de loonaangifte en “Handige Websites”. De website Loonaangifte 2006 is in september uitgebreid met onder meer praktijk- en rekenvoorbeelden. In september is de start gemaakt met een 10-tal landelijke A&A-bijeenkomsten (tot en met 3 november). Tijdens deze bijeenkomsten is informatie gegeven over ondermeer het aangifteproces , de correctiesystematiek, het genietingsmoment, het boeteregime, de wijze 3
Kamerstukken II 2004/05, 28 219, nr. 29.
9
van premieberekening werknemersverzekeringen en het voortschrijdend cumulatief rekenen (incl. Zvw). Daarnaast is kort ingegaan op onderwerpen zoals de “Eerstedagsmelding” en de “auto van de zaak”. De A&A-kantoren zijn constructief kritisch en waarderen de bijeenkomsten zeer positief. De opkomst is hoog; alle bijeenkomsten zijn volgeboekt De communicatieactiviteiten zijn afgestemd met werkgeversorganisaties en vaktijdschriften. Dit heeft geleid tot verschillende publicaties. Uitkeringsinstanties (UWV, Gemeentelijke Sociale Diensten, Pensioenfondsen en verzekeraars, SVB) worden in hun communicatietrajecten ondersteund door een eigen coördinator. Die zorgt voor de informatievoorziening en signaleert eventuele tekortkomingen naar de projectorganisatie SUB. Monitoring In juni 2005 is opnieuw een meting uitgevoerd onder werkgevers en A&A-kantoren om hun kennis, houding en gedrag rondom Loonaangifte 2006 te inventariseren. Aan het onderzoek hebben 350 A&A-kantoren en ruim 1.000 werkgevers meegewerkt. Het overgrote deel van de A&A-kantoren was redelijk tot goed op de hoogte van de veranderingen in de manier van aangeven per 2006 en ruim de helft stond hier positief tegenover. Echter het aantal A&A kantoren dat aangeeft bezig te zijn met de voorbereidingen voldeed nog niet aan de verwachting, hoewel de grote meerderheid va n de A&A-kantoren wel van plan was haar klanten te informeren of het al had gedaan. Van degenen die het nog niet hadden gedaan, wilden de meesten het doen in het derde of vierde kwartaal van 2005. De werkgevers waren medio 2005 redelijk tot goed op de hoogte en hebben kennis van de veranderingen rondom de nieuwe loonaangifte. Met name de meer specifieke kennis was toegenomen al voldeed het nog niet aan de doelstellingen. Het merendeel stond overigens nog positief tegenover de veranderingen. Als gevolg van de resultaten van de monitor is vanaf september 2005 de communicatie geïntensiveerd met behulp van een radiocampagne en publicaties in dag- en vakbladen. Dit het oogmerk de markt te bewegen zich voor te bereiden op de nieuwe loonaangifte. In september 2005 hebben advertenties gestaan in de landelijke dagbladen en diverse vakbladen. Ook zijn er radiospots uitgezonden op diverse radiostations. De werktitel van de campagne luidde “De nieuwe Loonaangifte 2006. Laat u niet verrassen. Kijk op www.loonaangifte2006.nl”. Daarnaast krijgen alle werkgevers in het midden en kleinbedrijf begin december 2005 een uitgebreide informatie DVD. Op basis van de monitor in oktober/november 2005 wordt bepaald of en zo ja welke doelgroepen nog extra aandacht behoeven en op welke wijze deze doelgroepen op dat moment het beste kunnen worden benaderd Communicatie met buitenlandse ondernemingen De in het buitenland gevestigde werkgevers, die voor werknemers in Nederland loonaangifte moeten doen, hebben in oktober 2005 een informatiepakket van de Belastingdienst ontvangen. (in de Engelse en Duitse taal). Daarin is, naast een toelichting op de veranderingen per 1 januari 2006, ook informatie opgenomen hoe de nieuwe loonaangifte te doen. Voor meer informatie is het telefoonnummer van Belastingdienst, afdeling buitenland verstrekt. 3.3.2 Weekaanlevering UWV, Belastingdienst en de uitzendsector werken constructief samen bij de realisatie van de weekaanlevering. Een gezamenlijke werkgroep begeleidt het ontwikkeltraject.
10
Alle inspanning is er op gericht de weekaanlevering in de eerste week van 2006 operationeel te hebben zodat de gegevens zo snel mogelijk beschikbaar zijn voor het uitkeringsproces. 3.3.3 Eerstedagsmelding Per 1 juli 2006 is de realisatie voorzien van de mogelijkheid de Eerstedagsmeldingen te ontvangen en op te slaan bij de Belastingdienst. Vanaf die datum zullen de EDM- gegevens binnen de Belastingdienst voor handhavingsdoeleinden worden gebruikt. Met de ABU en één (groot) servicebureau zijn er tot nu toe twee bijeenkomsten geweest. Het zo eenvoudig mogelijk maken van de aanlevering van de Eerstedagsmelding was daarbij het hoofdonderwerp. In december 2005 worden deze bijeenkomsten uitgebreid met meer marktpartijen. In november 2005 is in het Extern Platform Loonaangifte een presentatie gegeven over het waarom, de invoering, het gebruik en het tijdpad van de Eerstedagsmelding. De planning voorziet in een testtraject in mei 2006. Voorjaar 2006 doen UWV en Belastingdienst onderzoek naar de mogelijkheden van een breder gebruik van de Eerstedagsmelding en de aansluiting op de polisadministratie.
11
3.3.4 Loonaangifte 2006 De specificaties van de loonaangifte 2006 zijn in oktober 2005 definitief geworden. Ten opzichte van de eerdere specificaties zijn er drie belangrijke wijzigingen. Die wijzigingen hebben betrekking op de Wet kinderopvang, de Levensloopregeling en het betrekken van het privé-gebruik van de auto van de zaak in de loonheffing. Daartoe is de uitvraag in de loonaangifte met de volgende rubrieken uitgebreid: indicatie geen bijtelling auto; bedrag bijtelling auto; bedrag eigen bijdrage privé gebruik auto; bedrag werkgeversbijdrage kinderopvang; gespaard bedrag levensloopregeling. UWV en Belastingdienst nemen deze wijzigingen mee in het invoeringstraject. De noodzakelijke aanpassingen worden per 1 januari ingevoerd. De overige aanpassingen worden na 1 januari 2006 gefaseerd in de polisadministratie opgenomen. Uit de bespreking van deze wijzigingen met de markt bleken geen onoverkomelijke invoeringsproblemen. 3.3.5 Kwaliteitscirkel De verwachting bestaat dat de verschillende partijen onwennig zullen staan ten opzichte van het nieuwe proces van de loonaangifte 2006. Daarnaast is het op voorhand niet mogelijk gebleken om een goede inschatting te maken van de aard en de omvang van fouten bij de aanlevering. Dit wordt onder meer veroorzaakt door de nieuwe wijze van aanlevering van de loonaangifte en de nieuwe gegevensset die de werkgever geacht wordt aan te leveren. Om adequaat op het nieuwe proces te kunnen inspelen worden beheersmaatregelen getroffen onder de naam “Kwaliteitscirkel”. De kwaliteitscirkel, een samenwerking van UWV en Belastingdienst, doet zo vroeg mogelijk in het aangifteproces gerichte terugkoppeling van fouten. Op basis van een analyse van de fout wordt teruggekoppeld naar de werkgever, het servicebureau of de ontwikkelaar van de salarissoftware. De controles worden daartoe zoveel mogelijk vóór in de procesketen geplaatst. Hierdoor worden structurele fouten snel onderkend en hersteld. Daarnaast zijn de volgende maatregelen getroffen om de juistheid en volledigheid van de aangiftegegevens te waarborgen en daarmee de kwaliteit van de polisadministratie: -
-
-
als preventieve maatregel is de informatievoorziening aan marktpartijen verbeterd. De toelichting op de aangifte is in vier dagsessies met marktpartijen doorgenomen en is als gevolg daarvan sterk verbeterd. De marktpartijen hebben aangegeven van de mogelijke foutsituaties op de hoogte te zijn. De mogelijke (fout)situaties zijn met marktpartijen doorgenomen. Daardoor zijn ze in staat hun bedrijfsvoering zo goed mogelijk aan te sluiten op deze situaties en zo onjuiste aanleveringen te voorkomen. Om dezelfde reden worden de softwareontwikkelaars ondersteund om zoveel mogelijk controles al in hun eigen salarissoftware in te bouwen. Daartoe worden door de Belastingdienst specificaties ter beschikking gesteld, testsets en een “validatietool”; op basis van de loonaangifte is een kernset van gegevens vastgesteld die voor UWV, Belastingdienst en een groot deel van de overige afnemers van de polisadministratie cruciaal zijn in hun bedrijfsvoering. Samen met de markt zal in ieder geval op deze gegevens begin 2006 een eerste kwaliteitslag plaatsvinden. Naargelang de gerealiseerde verbeteringen worden ook de overige aangiftegegevens aangepakt; de beantwoording van vragen uit de markt verloopt vlotter en de samenhang van de antwoorden is verbeterd door de inrichting van een kennisbank. In de laatste drie maanden is het aantal vragen verdrievoudigd. Eind november 2005 zijn in totaal 1600
12
-
vragen ontvangen, waarvan op dat moment nog ongeveer 100 vragen beantwoord moesten worden. De doorlooptijd van vraag tot antwoord (voorzover het uitvoeringsvragen betreft) is ongeveer een week; tenslotte zijn de testfaciliteiten voor de marktpartijen uitgebreid. In paragraaf 3.9.1 wordt hier nader aandacht aan besteed.
Voor de kwaliteitscirkel zijn aanvullende voorzieningen nodig. De daarmee verband houdende kosten zijn opgenomen in het financiële overzicht in paragraaf 3.12.2. Met de aanpak in de kwaliteitscirkel wordt beoogd op effectieve wijze de kwaliteit van de aanleveringen te verbeteren en daarmee ook de kwaliteit van de polisadministratie. Deze maatregelen hebben een tijdelijk karakter. Aan de hand van de opgedane ervaringen in 2006 wordt de structurele werkwijze ingericht. 3.3.6 Loon in, loon over problematiek Gebleken is dat er verschillen bestaan in de wijze waarop werkgevers loonelementen met terugwerkend karakter, zoals nabetalingen als gevolg van een CAO-verhoging of individuele loonsverhoging, in hun administratie verwerken. De meeste werkgevers verwerken een dergelijk loonelement met terugwerkende kracht in hun salarisadministratie. Een deel van de werkgevers verwerkt het in de maand van betalen. De keuze voor de ene of andere methode is ingegeven door bedrijfseconomische argumenten. Omdat het onverkort vasthouden aan de huidige bepalingen over het genietingsmoment (verwerken in de maand van betalen) leidt tot een niet beoogde verzwaring van de administratieve lasten voor werkgevers, is besloten om in 2006 aan te sluiten bij de thans geldende salarispraktijk van werkgevers. Voorwaarde hierbij is dat de verwerking binnen een kalenderjaar plaatsvindt. Dit betekent dat voor 2006 beide systemen naast elkaar worden toegestaan, zodat op dit punt geen complicaties optreden met de invoering van de Wfsv. Parallel wordt onderzoek gedaan naar een structurele oplossing vanaf 2007. Dit onderzoek wordt voor april 2006 afgerond. UWV heeft in de uitvoeringstoets “Loon over” van 24 november 2005 risico’s gemeld voor de afhandeling van de verzoeken tot herziening van het dagloon en het risico voor de actualiteit en het meervoudig gebruik van de loongegevens in de polisadministratie als gevolg van “loon over”. Voor een toelichting op deze risico’s, zie paragraaf 3.13. Om die risico’s weg te nemen heeft UWV de minister geadviseerd een tijdelijke regeling ex artikel 49 iWfsv te treffen.
13
3.4 Personeel en organisatie De instroom van 800 UWV medewerkers (hierna FTE) bij de Belastingdienst gebeurt in drie tranches. Ten behoeve van de selectie heeft de Belastingdienst een formatieplan met zogeheten functieprofielen en een regionale verdeling opgesteld. Op basis hiervan voert UWV de selectie uit. De eerste instroom van 475 FTE heeft grotendeels conform planning plaatsgevonden in juli 2005. Omdat in de eerste plaatsingsronde niet volledig aan de beoogde vraag kon worden voldaan, is er een aanvullende plaatsingsronde gestart. Deze tranche ziet met name op medewerkers in de handhaving. De plaatsing van deze tranche is in oktober 2005 afgerond. De tweede tranche van 125 FTE stroomt op 1 januari 2006 in. Inmiddels zijn daarvan 75 FTE bekend. Voor de resterende bij de Belastingdienst te plaatsen FTE is een actie gestart waarbij medewerkers op basis van getoonde belangstelling en geschiktheid kunnen worden geplaatst bij de Belastingdienst. Voor de derde tranche UWV-medewerkers (200 FTE) is instroom voorzien per 1 januari 2007. Aangezien veel van deze medewerkers reeds in de loop van 2006 boventallig worden, is onderzoek gestart naar de mogelijkheden voor een eerdere overgang naar de Belastingdienst. Dit onderzoek wordt naar verwachting in januari 2006 afgerond. Naast de instroom van 800 FTE worden ten behoeve van opsporingstaken bovendien 35 FTE van de afdeling Fraude, Preventie en Opsporing van UWV bij de FIOD geplaatst. Gekoerst wordt op instroom van deze medewerkers bij de FIOD per 1 februari 2006. Ook de interne plaatsing van medewerkers van UWV voor de nieuw te vormen afdeling Gegegevensdiensten UWV (GDU) is afgerond. Dit betreft hoofdzakelijk nog de nieuwe polisadministratie. Per saldo leidt SUB tot een forse reductie van arbeidsplaatsen (zie voor de voortgang paragraaf 3.12.1). De gekozen aanpak is erop gericht boventalligheid zoveel mogelijk te voorkomen door medewerkers te stimuleren zelf in beweging te komen. 3.5 Implementatietraject In het zicht van de invoering per 1 januari 2006 is een start gemaakt met de overdracht van onderdelen van de projectorganisatie naar de lijnorganisaties. Lijnmanagers van UWV en Belastingdienst zijn tweemaal bijeengekomen om nadere afspraken te maken over de toekomstige samenwerking. Bij de Belastingdienst is één regiokantoor aangewezen om vanaf januari 2006 als loket alle contacten te onderhouden met UWV over de uitvoeringsprocessen. Bij UWV wordt bij de polisadministratie en voor de bijzondere premietaken een loket ingericht. Inrichting polisadministratie Binnen UWV is het lijnmanagement van de polisadministratie benoemd en is met de inrichting van de uitvoeringsorganisatie polisadministratie gestart. Ook de instroom van medewerkers is begonnen. Deze afdeling gaat op 1 januari 2006 formeel van start. Vanwege de geleidelijke toename van het werkaanbod in de loop van 2006, maken vanaf het begin slechts enkele tientallen medewerkers deel uit van dit nieuwe organisatie-onderdeel, welk aantal in de loop van 2006 oploopt tot enkele honderden. Dit proces zal in een aantal fasen in 2006 worden afgerond. De implementatie van polisadministratie maakt onderdeel uit van de inrichting van het nieuwe organisatieonderdeel GDU. Binnen dit onderdeel worden vanaf 2006 de nog resterende taken in het werkgeversdomein uitgevoerd.
14
Opleiding Belastingdienst. Uit de per 1 juli 2005 ingestroomde medewerkers van UWV is tijdelijk een docentengroep gevormd, die de Sociale Verzekeringsopleidingen voor belastingdienstmedewerkers verzorgen. Ten opzichte van de oorspronkelijke planning is er vertraging opgelopen in het opleidingstraject. Daarom is het opleidingsprogramma gefaseerd. Eerst wordt geborgd dat per 1 januari 2006 bij elk belastingdienstkantoor voldoende medewerkers actuele kennis hebben van de werknemersverzekeringen. In de loop van 2006 zullen de overige medewerkers opgeleid worden. 3.6 Signaalafhandeling en toezicht door Belastingdienst Een belangrijke afspraak tussen de samenwerkingspartijen heeft betrekking op de afhandeling door de Belastingdienst van signalen uit de claimafhandeling van UWV. Afgesproken is dat alle verzoeken uit de claimafhandeling van UWV aan de Belastingdienst in 2006 worden geaccepteerd. Het centrale loket van de Belastingdienst draagt zorg voor de ontvangst, distributie, bewaking en terugkoppeling naar het centrale loket van UWV. Deze afhandeling door Belastingdienst zal geschieden binnen 2,5 werkdagen. In de halfjaarlijkse rapportage van juni 2005 4 (paragraaf 3.6.3) is vermeld, dat de selectie voor de controles op de premieheffing werknemersverzekeringen voor de jaren 2006 en 2007 op dezelfde manier plaatsvindt als thans bij UWV. De kenmerken van de risicomodellen voor toezicht van UWV zijn daartoe opgenomen in het risicomodel van de Belastingdienst. Vanaf november 2005 wordt dit risicomodel centraal toegepast. Vanaf december 2005 zullen de regionale onderzoeken van de Belastingdienst worden gestuurd door dit risicomodel. Dit betekent dat bij de te onderzoeken ondernemingen deze risico’s aanwezig moeten zijn. 3.7 Automatisering Belastingdienst De processen en systemen om de loonaangifte te ontvangen in de elektronische postkamer van de Belastingdienst zijn op 1 september 2005 opgeleverd voor de ketentest. De ketentest is daarna gestart. De eerste resultaten zijn overwegend goed. De test wordt op 1 december 2005 afgerond. Conform toezegging van de Staatssecretaris van Financiën in het algemeen overleg Walvis/SUB van 13 oktober 2005 5 worden na het afronden van de ketentest de uitvalpercentages met conclusies aan de Tweede Kamer ter beschikking gesteld. Dit is gepland in de loop van januari 2006. Als gevolg van het later inpassen in de ketentest van de Werkgeversadministratie loopt het ontwikkelen van deze administratie drie weken achter op de planning. Dit heeft geen gevolgen voor de invoering van de Werkgeversadministratie. De aanpassingen op het huidige loonbelastingsysteem, om in het uiterste geval als terugvalscenario te kunnen dienen, zijn afgerond. De voortgang van de automatisering van het nieuwe heffingssysteem geeft geen aanleiding het scenario in te zetten. De eerste oplevering van het nieuwe loonheffingensysteem, dat vanaf 2006 gefaseerd wordt ingevoerd, ligt op planning. Bij het goed doorlopen van de ketentest is daarmee de invoering van het loonheffingensysteem in januari 2006 geborgd.
4 5
Kamerstukken II 2005/06, 26448, nr. 211 Kamerstukken II 2005/06, 28 219, 30130 nr. 32
15
3.8 Automatisering UWV Zoals in de voorgaande rapportage is aangegeven in paragraaf 2.5, is een aantal planningswijzigingen doorgevoerd. Dit betreft voornamelijk activiteiten die met de ontvangst van de Loonaangifte te maken hebben. Het besluit om in 2006 zowel de aanlevering van ‘loon-in’ en ‘loon-over’ gegevens toe te staan, heeft vooralsnog voor de polisadministratie geen grote gevolgen. Voor het programma van de polisadministratie geldt dat op enkele onderdelen (beperkte) vertraging is opgelopen. Maatregelen zijn getroffen om de effecten van de vertraging tot een minimum te beperken. De gecontroleerde loonaangiftegegevens zullen conform huidige planning vanaf maart 2006 van de Belastingdienst worden ontvangen en (indien goed bevonden) worden verwerkt in de polisadministratie. 3.9
Testen
3.9.1 Testen met marktpartijen De minister van SZW heeft in zijn brief van 22 juli 2005 6 aangegeven dat de Belastingdienst en UWV nog in 2005 voor de markt een mogelijkheid zullen creëren om naast de bestaande mogelijkheden, de kwaliteit van de aangeleverde werknemersgegevens uitgebreider te testen. Aan die mogelijkheid is vanaf begin november 2005 invulling gegeven door de marktpartijen in de gelegenheid te stellen een complete test te doen met drie opeenvolgende aangiftes met drie werknemers en daarmee samenhangende correcties. Vanaf medio november bestaat tevens de mogelijkheid om volledig geautomatiseerd te testen zonder beperkingen ten aanzien van het aantal werknemers of tijdvakken. 3.9.2 Belastingdienst-UWV Werkgeversbasisgegevens In juli 2005 is een begin gemaakt met het testen van de processen van de werkgeversadministratie tussen Belastingdienst en UWV. Inmiddels worden er met regelmaat berichten met nieuwe en gewijzigde gegevens van werkgevers uitgewisseld. In de eerste helft van november heeft een eerste volledige ketentest van de geautomatiseerde gegevensuitwisseling met de nieuwe systemen voor de werkgeversadministratie plaatsgevonden (keten Belastingdienst > UWV polisadministratie en UWV Pemba). De testresultaten hebben geleid tot enkele herstelacties. Volgens de huidige planning wo rdt het UWV-testtraject 16 december 2005 afgerond. Loonaangiftegegevens Sinds juli 2005 wordt er ook getest met de Loonberichten die van de Belastingdienst naar UWV worden verzonden. Ook hiervoor worden inmiddels met regelmaat berichten uitgewisseld en verwerkt. De test van de geautomatiseerde verwerking van loonberichten (Belastingdienst > UWV Polis > UWV Basisregistraties) is in de eerste helft van november 2005 uitgevoerd en is geslaagd. Begin 2006 zal de test nog eens herhaald worden met de meest actuele gegevens. In de periode voor de ketentesten zullen bij UWV op de afzonderlijke componenten en op reeds beschikbare interfaces deeltesten plaatsvinden, in een aantal gevallen wellicht met behulp van simulaties.
6
Kamerstukken II 2004/05, 28 219, nr. 29.
16
3.9.3 UWV afnemers De eerste tests met CBS zijn uitgevoerd. De uitkomsten worden nu verwerkt. De tests met de overige afnemers vindt gefaseerd plaats vanaf begin 2006. Deze ketentest is in feite het sluitstuk van de daaraan voorafgaande deelprocessen- en applicatietests bij de Belastingdienst, UWV, en de afnemende processen. 3.10 Convenant en SNO’s De verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van Belastingdienst en UWV zijn vastgelegd in wet- en regelgeving. Omdat UWV en Belastingdienst samenwerken in één procesketen moeten werkafspraken worden gemaakt. De strategische afspraken tussen Belastingdienst en UWV zijn vastgelegd in een convenant. Dit convenant geeft de kaders en hoofdlijnen aan van de te maken afspraken. Het convenant wordt naar verwachting in de eerste helft van december door UWV en Belastingdienst ondertekend. De operationele afspraken tussen Belastingdienst en UWV op de raakvlakken van de besturings- en beheersprocessen van de afzonderlijke organisaties zijn in detail vastgelegd in SNO’s. Het gaat hier onder meer om afspraken over de wederzijds te leveren prestaties, de voorbereiding en implementatie van wijzigingen in wet- en regelgeving, de afwikkeling van calamiteiten en productieverstoringen, etc. Er zijn SNO’s op de gebieden productie, beheer en de fondsen. De SNO’s zijn op 30 november 2005 definitief vastgesteld. SNO Productie In de SNO Productie worden afspraken gemaakt over de beschikbaarheid en de kwaliteit van de wederzijds te leveren diensten in relatie tot de te verwachten aantallen per periode. Ook wordt in detail vastgelegd wanneer partijen met elkaar in contact zullen treden als de resultaten afwijken van wat is afgesproken. Het SNO regelt ook een regulier productieoverleg. Naar verwachting zal dit SNO in de loop van 2006 nog worden aangepast naar aanleiding van de daadwerkelijke resultaten of naar aanleiding van de oplevering van nieuwe processen en systemen. SNO Beheer Op het terrein van beheer en exploitatie worden de volgende beheerprocessen afspraken gemaakt: incidentenbeheer. Het betreft hier incidentele onverwachte gebeurtenissen die effect hebben op de samenwerking. Geregeld is de wijze van communicatie en escalatie en de verantwoordelijke contactpersonen; probleembeheer voorziet in het onderkennen en analyseren van steeds terugkerende gezamenlijke problemen en hun oorzaak; wijzigingenbeheer regelt het gezamenlijke proces van het doorvoeren van wijziging die van invloed zijn op elkaars bedrijfsvoering; releasebeheer regelt een op elkaar afgestemd tijdstip van ingebruikname van gewijzigde specificaties of systeemaanpassingen. SNO Fondsen Met ingang van 2006 neemt de Belastingdienst de premieheffing en - inning van de werknemersverzekeringen, alsmede het toezicht daarop, over van UWV. De premies worden door de Belastingdienst afgedragen aan UWV. UWV blijft na de realisatie van de samenwerking ongewijzigd verantwoordelijk voor het fondsenbeheer.
17
In de SNO Fondsen worden de afspraken vastgelegd over de afdracht, de tussentijdse financiële verantwoording, de bestuurlijke informatie, de jaarrekening en de accountantscontrole. 2006 is het eerste jaar van nauwe samenwerking tussen Belastingdienst en UWV. Het SNO voorziet in evaluatie. De bevindingen kunnen aanleiding zijn voor aanpassing. 3.11 Verzekeringsbericht Naar verwachting zullen de eerste Verzekeringsberichten/Opnameberichten in de tweede helft van 2006 verzonden worden. Het Verzekeringsbericht/Opnamebericht is erop gericht om de als verzekerde geregistreerde werknemer in kennis te stellen van het feit dàt hij is opgenomen in de polisadministratie bij UWV en met welke persoonsgegevens. Een voorbeeld bericht zal naar verwachting begin 2006 beschikbaar zijn. Voor het bericht is de vorm gekozen van een aan de verzekerde in persoon gerichte brief, waarin op leesbare wijze informatie wordt verstrekt over wat het betekent geregistreerd te zijn in de polisadministratie. Ook zal het verband met de Wet bescherming persoonsgegevens worden aangestipt. Als adres voor verzending wordt het domicilieadres uit de GBA aangehouden. De informatie is van algemene aard, er wordt niet op de specifieke arbeids- of uitkeringsverhouding ingegaan. Onderwerpen die in het Verzekeringsbericht/Opnamebericht 2006 aan de orde komen zijn: De registratie bij UWV van gegevens over iedere arbeids- of uitkeringsverhouding en het gebruik van deze gegeve ns bij de beoordeling van een uitkering; De voordelen hiervan. In de toekomst zullen werkgevers en werknemers minder gegevens hoeven aan te leveren bij een uitkeringsaanvraag; Het gebruik, ook door andere (publieke) afnemers van de geregistreerde gegevens in de polisadministratie binnen de wettelijke mogelijkheden; Het recht op inzage- en correctie van de geregistreerde gegevens; De verzending in 2007 van een Verzekeringsbericht, dat ingaat op de specifieke gegevens van de verzekerde. .
18
3.12 Financiële paragraaf 3.12.1 Ontwikkeling besparing uitvoeringslasten UWV In 2003 zijn afspraken gemaakt over de budgettaire consequenties die de samenwerking tussen UWV en de Belastingsdienst zou hebben op de begroting van het UWV. De realisatie van de afgesproken baten is meetbaar doch wordt verstoord door nieuwe ontwikkelingen sinds 2003 zoals de invoering van de arbeidsverledenbeschikking, inrichten van de weekaanlevering door de uitzendbranche, verlenging van de referteperiode WAO met één jaar en de effecten van het besluit toe te staan voor de loonaangifte uit te mogen gaan van het loon over beginsel. Bij de totstandkoming van de afspraken in 2003 is een aantal inschattingen gemaakt. Naar nu blijkt vallen deze inschattingen anders uit. In 2003 is de besparing op de (personele) uitvoeringskosten, oplopend over een reeks becijferd tot € 156 miljoen per jaar in 2009. Dit resultaat wordt in 2009 nog niet bereikt. Door de verlenging van de referteperiode voor de WAO met een jaar, zal ook het voordeel van het hebben van loongegevens “op voorraad” in de polisadministratie later gerealiseerd worden. Voorts moet UWV een aantal systemen langer operationeel houden dan verondersteld, vanwege een gebleken grotere verwevenheid met de uitkeringsprocessen. Eerdere ontvlechting levert onverantwoorde risico’s op voor het uitkeringsproces. Het financiële effect hiervan bedraagt circa € 18 miljoen per jaar, over de periode van 2006 tot en met 2010. De betreffende systemen worden, vanaf in 2008, gefaseerd buiten gebruik gesteld. Daartegenover staat dat, vooruitlopend op de overdracht van de premietaken aan de Belastingdienst, de personele bezetting binnen UWV vanaf 2003 is afgebouwd. Bij aanvang was de bezetting van de UWV collecterende functie circa 3.500 FTE, ultimo 2004 bedroeg de bezetting circa 2.300 FTE, en per september 2005 circa 2.100 FTE. Bij de bepaling van de Sub/Walvis baten was verondersteld dat deze pas zouden aanvangen per 1 januari 2006. Door direct te starten met de afbouw van de collecterende functie zijn de besparingen voor een deel eerder dan gepland gerealiseerd.
19
3.12.2 Programmakosten Tabel 1 Totale kosten (in euro's x 1 mln.)
Cumulatief t/m september 2005 Budget Realisatie Verschil Sociaal plankosten UWV Communicatie UWV ICT kosten UWV Overig UWV Totaal UWV Sociaal plankosten BD Communicatie BD ICT kosten Belastingdienst Overig BD Totaal BD
Totaal project Budget
Prognose
Verschil
14,7 6,3 84,7 14,8 120,5
10,3 2,7 70,6 6,8 90,4
4,4 3,6 14,1 8,0 30,1
145,4 10,2 139,1 17,5 312,2
145,4 7,9 181,1 16,4 350,8
0,0 2,3 -42,0 1,1 -38,6
0,0 1,2 71,6 19,7 92,5
0,0 0,4 72,3 1,6 74,3
0,0 0,8 -0,7 18,1 18,2
16,0 2,0 92,6 27,4 138,0
10,0 2,0 138,3 15,4 165,7
6,0 0,0 -45,7 12,0 -27,7
Budgetten Het budget van de Belastingdienst is ten opzichte van de vorige rapportage opgehoogd van 129,2 naar 138,0 miljoen in verband met de kosten van invoering van de Eerstedagsmelding (3,6 miljoen) en de WIA (5,2 miljoen). Hierna wordt afzonderlijk ingegaan op de ontwikkelingen bij het UWV en de Belastingdienst. UWV Walvis/polisadministratie In de vorige rapportage is gemeld dat het UWV de consequenties van de gewijzigde planning voor het programma polisadministratie, de ketentesten, de kwaliteit van de gegevens in de polisadministratie en de effecten voor de processen van in- en externe afnemers onderzoekt. Deze consequenties zijn in augustus vastgesteld door het UWV en in de rapportage over augustus, in september aan SZW gemeld. De financiële consequenties zijn bepaald op € 38,6 miljoen. De kostentoename vindt zijn oorzaak ondermeer in het langer aanhouden van de ontwikkel- en bouwcapaciteit polisadministratie, de inrichting van de kwaliteitscirkel en ontwikkelingen in wet- en regelgeving. Met SZW vindt overleg plaats over de wijze waarop deze budgetoverschrijding zal worden opgelost. De uitkomst zal in de volgende rapportage worden opgenomen. Weekaanlevering De kosten van de aanpassingen als gevolg van de weekaanlevering van loon- en dienstverbandgegevens maken geen onderdeel uit van de programmakosten UWV/SUB. Over de financiering wordt overleg gevoerd met SZW. Basisregistraties De kosten voor het operationeel houden van oude systemen maken onderdeel uit van de reguliere begroting van UWV.
20
Belastingdienst In de brief van 22 juli 2005 aan de Tweede Kamer7 is aangegeven waarom de totale ICTkosten voor de Belastingdienst naar verwachting hoger uitkomen dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door verschuivingen in de planning waardoor het projectteam langer in stand moet worden gehouden. Andere oorzaken zijn, zoals aangegeven, de tussentijds noodzakelijk gebleken wijzigingen in de rekensystematiek als gevolg van overleg met marktpartijen en een grotere complexiteit waar het gaat om wederzijdse afstemming van de administraties van UWV en Belastingdienst. De verwachte budgetoverschrijding over de gehele projectduur bedraagt € 27,7 mln. De gevolgen van de budgetoverschrijding worden bezien bij de Voorjaarsnota 2006. 3.13 UWV distribuerende functie De aanpassingen van de uitkeringssystemen van UWV zijn deels gebaseerd op aannames. De definitieve publicatie van de Loonaangifte en de recente publicatie van de dagloonregels 8 bleken op het moment van publicatie op onderdelen af te wijken van de gemaakte aannames. Dat had tot gevolg dat in de rapportageperiode extra inspanningen geleverd moesten worden. Daarnaast worden de uitkeringssystemen ingrijpend geraakt door de invoering van de Zvw, de WIA en de Wet aanpassing regime VUT/prepensioen en invoering van de Levensloopregeling VPL. Waar tot nu toe de uitkeringssystemen worden gevoed met gegevens die in de claimafhandeling worden uitgevraagd bij de werkgevers, gebeurt dat na invoering van Walvis in toenemende mate op basis van gegevens uit de polisadministratie. Vanaf begin 2007 zal de polisadministratie voldoende loongegevens gaan bevatten om uitkering ZW en WW te kunnen vaststellen. Tot die tijd zal het noodzakelijk zijn gegevens bij werkgevers uit te blijven vragen. Gevolgen “loon in/loon over systematiek’’ voor de dagloonvaststelling en de polisadministratie. De gevolgen voor de gegevensverwerving voor de dagloonvaststelling en de dagloonvaststelling als zodanig zijn beperkt en leiden niet tot uitvoeringsproblemen. Aan de herziening van het dagloon zijn echter risico’s verbonden. Door loon over toe te staan zal UWV na de dagloonvaststelling geconfronteerd worden met terugwerkende kracht gecorrigeerde loongegevens en daaruit voortvloeiende verzoeken tot herziening van het dagloon. In de uitvoeringstoets wordt gewezen op de risico’s van ongelijkheid in uitkomst van de herzieningsverzoeken, de handhaafbaarheid en de omvang van de herzieningsverzoeken. UWV heeft de minister geadviseerd deze risico’s weg te nemen door in een tijdelijke regeling ex artikel 49iWfsv te bepalen, dat alleen betalingen in het refertejaar loon zijn voor de dagloonregelen.
7
Kamerstukken II 2004/05, 28 219, nr. 29.
8
Staatblad 546
21
Het structureel toestaan van loon over betekent ook een risico voor de actualiteit en de bruikbaarheid van de loongegevens in de polisadministratie. Door aan werkgevers toe te staan loonbetalingen over verstreken loontijdvakken met terugwerkende kracht toe te rekenen aan die verstreken tijdvakken, zullen in de polisadministratie opgenomen loongegevens door het insturen van een correctiebericht door de werkgever met terugwerkende kracht worden gewijzigd. Dit heeft tot gevolg, dat in de polisadministratie opgenomen loongegevens enkel een voorwaardelijke actualiteit zullen kunnen krijgen en dus geen eenduidig en betrouwbaar gegeven zal kunnen worden. Bewerkingen door afnemers van loongegevens lopen daardoor het risico naderhand – na aanpassing met terugwerkende kracht van het loongegeven door de werkgever – onjuist te zijn. Voor de structurele situatie per 2007 zullen maatregelen worden getroffen.
22