Aan de raad van de gemeente Lelystad
uw brief van
uw kenmerk
behandeld door AC Dombroek-van Vliet
algemeen nummer 14 0320
onderwerp Onderzoek naar aandeelhouderschap HVC Gemeente Almere
U13-74923 bijlagen 1
datum 23 december 2014 FAB-SEC dossiernummer pr-nummer
Geachte raadsleden, Zoals toegezegd tijdens de behandeling van het rapport Rekenkamer HVC ontvangt u hierbij het onderzoek naar aandeelhouderschap HVC van de gemeente Almere. Met vriendelijke groeten,
Tonnie Dombroek Medewerker bureau agenda
Onderzoek naar aandeelhouderschap HVC Gemeente Almere
In opdracht van: Opgesteld door: Projectnummer: Datum:
Gemeente Almere B1 Advies B11103 20 mei 2011
Inhoudsopgave
1
Inleiding ............................................................................................................................................ 3
2
Aandeelhoudersrelatie gemeente Almere en HVC.......................................................................... 5
3
Vervreemden van het aandeelhouderschap .................................................................................... 7
4
Overdraagbaarheid aandelen in de huidige praktijk ........................................................................ 9
Bronnen ................................................................................................................................................. 13
Opgesteld door B1 Advies 20 mei 2011
B11103/eindrapport
2
1
Inleiding
In 1996 is de gemeente Almere, evenals de andere Flevolandse gemeenten, toegetreden als aandeelhouder tot de NV Huisvuilcentrale Noord-Holland (HVC). De hoofdreden om toe te treden betrof het laten verwerken van het huishoudelijk restafval uit de gemeente in de verbrandingsinstallatie van HVC in Alkmaar. Tot die tijd werd het afval gestort, dit werd echter door invoering van het Stortbesluit in 1993 verboden. De situatie op het gebied van afvalverwerking in Nederland is in jaren daarna aan sterke veranderingen onderhevig geweest. Deze veranderingen hebben met name in de laatste drie jaar geleid tot een grote diversiteit in tarieven die gehanteerd worden voor de verbranding van afval. Dit grote verschil in tarieven leidt in veel gemeenten tot de vraag hoe flexibel de huidige overeenkomsten met afvalverwerkers zijn en hoe eventueel geprofiteerd kan worden van dalende verwerkingstarieven op de markt. Ook in de gemeente Almere is deze vraag in de raad aan de orde gekomen en is een onderzoek toegezegd waarin de huidige aandeelhoudersrelatie met HVC wordt onderzocht. In deze rapportage wordt aangegeven hoe de relatie van de gemeente als aandeelhouder in HVC formeel is vastgelegd en welke mogelijkheden er zijn om het aandeelhouderschap te beëindigen. In hoofdstuk 2 wordt beschreven hoe de aandeelhoudersrelatie tussen HVC en gemeenten is georganiseerd en welke documenten daaran ten grondslag liggen. Vervolgens komen in hoofdstuk 3 de voorwaarden aan de orde waarop het aandeelhouderschap kan worden beëindigd. In hoofdstuk 4 wordt een oordeel gegeven aan de hand van de huidige situatie op de afvalverwerkingsmarkt over de haalbaarheid van het vervreemden van de aandelen in HVC.
Opgesteld door B1 Advies 20 mei 2011
B11103/eindrapport
3
2
Aandeelhoudersrelatie gemeente Almere en HVC
Keuze in 1996 De gemeenten in de provincie Flevoland hebben in 1996 gekozen voor het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst met HVC voor het verwerken van brandbaar afval. Tot die tijd werd een belangrijk deel van het huishoudelijk afval gestort, vanaf 1996 was dit onder invloed van het Stortbesluit niet meer mogelijk. In die periode is door de Flevolandse gemeenten een analyse uitgevoerd naar alternatieve verwerkingsmogelijkheden, hieruit kwam verbranden bij HVC in Alkmaar als de meest aantrekkelijke optie uit de bus. Organisatievorm HVC De NV Huisvuilcentrale N-H (HVC) is opgericht op 10 april 1991 door de gemeente Zaanstad, de gemeenschappelijke regeling VVI-Alkmaar e.o. en de NV PEN Energiebedrijf Noord-Holland ten behoeve van de bouw en het beheer van een afvalverbrandingsinstallatie. Afval wordt in de installatie omgezet in elektriciteit en restwarmte en waarbij de restproducten zoveel mogelijk nuttig worden toegepast. Bij de oprichting van HVC is gekozen voor de juridische vorm van een naamloze vennootschap, waarbij de aandeelhouders van de NV de commissarissen benoemen. De directeur is verantwoordelijk voor een optimale bedrijfsvoering binnen de kaders die door de Raad van Commissarissen worden gesteld. Bij naamloze vennootschappen is het gebruikelijk dat de kapitaalverschaffing voor de onderneming in belangrijke mate plaatsvindt door de uitgifte van aandelen. Bij HVC is dat niet het geval. Doordat de aandeelhouders zich gezamenlijk garant stellen voor de rente en aflossing van leningen die door HVC worden aangegaan, kan HVC onder gunstige voorwaarden haar investeringen ten behoeve van de bouw en installaties financieren. De uitgifte van aandelen dient daarmee slechts tot regeling van de zeggenschapsverhoudingen en tot garantstelling en niet tot financieringsmiddel. Dit heeft ondermeer als voordeel dat de aandeelhouders slecht een gering eigen kapitaal hoeven in te brengen. Ballotage-overeenkomst De garantstelling door de aandeelhouders is geregeld in de “Ballotage-Overeenkomst van de Aandeelhouders A van de N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland”. Deze oorspronkelijke ballotageovereenkomst uit 1996 is in oktober 2002 voor het laatst gewijzigd. Het betreft een overeenkomst waarin de rechten en plichten van de aandeelhouders van HVC zijn vastgelegd. Bij het aangaan van de overeenkomst in 1996 gold als belangrijk voordeel dat aan de aandeelhouders op grond van de Ballotage-overeenkomst geen omzetbelasting in rekening hoefde te worden gebracht voor de verwerking van huishoudelijk afval, omdat de exploitatie van HVC voor gezamenlijke rekening en risico plaatsvond. Inmiddels is dit voordeel door de invoering van het BTW-compensatiefonds verdwenen en wordt er BTW in rekening gebracht op de alle diensten van HVC. In de Ballotage-overeenkomst is verder geregeld dat de aandeelhouders verplicht zijn al het verbrandbare afval, alsmede het GFT-afval, dat door of namens een aandeelhouder wordt ingezameld ter verwerking aan te bieden aan HVC. Voor de Flevolandse gemeenten is in een aanhangsel van de Ballotage-overeenkomst in 1996 een uitzondering gemaakt op de verplichting tot aanlevering van GFT-afval. Deze gemeenten hadden op dat moment namelijk al een langlopende verwerkingscontract met Orgaworld. Statuten De rechtsverhouding tussen aandeelhouders en HVC is formeel verankerd in de statuten van de N.V. HVC. De statuten van HVC zijn naar aanleiding van besluiten uit de aandeelhoudersvergadering van 9 december 2010 voor het laatst gewijzigd op 19 januari 2011. In de statuten is de wijze van kapitaalverschaffing, het aandeelhouderschap en het bestuur en toezicht op de onderneming vastgelegd. De gemeente Almere bezit momenteel 173 van de in totaal 2796 uitstaande aandelen A in HVC en vertegenwoordigd hiermee een belang van 6%. Opgesteld door B1 Advies 20 mei 2011
B11103/eindrapport
5
Financiering onder garantstelling Met de verbreding in activiteiten en het toenemen van investeringen in nieuwe producten en diensten van HVC in de afgelopen jaren is veel discussie ontstaan over het financieren onder garantstelling door de aandeelhouders. In 2007 heeft dit geleid tot de afspraak dat nieuwe leningen onder gemeentelijke garantstelling nog slechts voor de directe nutstaken van HVC worden verleend. Als nutstaak die voor alle aandeelhouders wordt uitgevoerd, is daarbij het verbranden van restafval vastgelegd. Investeringen en bijbehorende leningen die ten behoeve van andere bedrijfsonderdelen worden aangegaan zullen zonder gemeentelijke garantstelling gefinancierd dienen te worden. Tevens is afgesproken dat het bedrag aan leningen onder garantstelling wordt afgebouwd. Per 1-1-2010 stond er een bedrag van € 615 miljoen aan gegarandeerde externe financiering in de boeken. Met een aandeel van 6% bedraagt de garantstelling door de gemeente Almere € 36,9 miljoen. In de ballotageovereenkomst is vastgelegd dat de prijs van aandelen bij overdracht altijd de nominale waarde van de aandelen bedraagt: € 45,45. Het vervreemden van de 173 aandelen levert de gemeente Almere dan ook het gelijke bedrag op waarvoor de aandelen in 1996 zijn verworven, namelijk € 7.862,85.
Opgesteld door B1 Advies 20 mei 2011
B11103/eindrapport
6
3
Vervreemden van het aandeelhouderschap
De onderzoeksvraag die in dit hoofdstuk wordt beantwoord is de volgende: Onder welke voorwaarden is het voor de gemeente Almere mogelijk om het aandeelhouderschap in HVC te beëindigen? De vraag hoe deze mogelijkheden worden beoordeeld in het licht van de huidige situatie op de Nederlandse afval(verwerkings)markt komt in hoofdstuk 4 aan de orde. Voor de analyse van de formele beëindigingmogelijkheden worden de voorwaarden zoals vermeld in statuten en ballotageovereenkomst op dit onderdeel beoordeeld. Afstand doen van aandelen A In de statuten en Ballotage-overeenkomst zijn de volgende regelingen opgenomen die het vervreemden van de aandelen beperken: In artikel 3.32 van de statuten is bepaald dat de aandelen slechts kunnen worden gehouden door publiekrechtelijke lichamen of door naamloze vennootschappen waarvan de aandelen volledig worden gehouden door publiekrechtelijke lichamen. De gemeente zal voor overdracht derhalve een andere gemeente, provincie, waterschap of overheids NV als koper moeten vinden. In artikel 2 van de Ballotageovereenkomst is vastgelegd dat de (andere) aandeelhouders A iedere vervreemding of uitgifte van aandelen A afwijzen, tenzij de verkrijger zich tevoren onvoorwaardelijk heeft verbonden aan de bepalingen van de ballotageovereenkomst. In artikel 4 van de Ballotageovereenkomst is bepaald dat de potentiële aandeelhouders A gelegen of gevestigd moeten zijn binnen het op dat moment bestaande verzorgingsgebied van HVC. In dit artikel is ook de hoeveelheid aandelen bepaald die een potentiële nieuwe aandeelhouder kan verwerven: naar rato van het aan te leveren tonnage afval. In artikel 7 tot en met 11 van de Ballotageovereenkomst zijn de financiële verplichtingen van de individuele aandeelhouder naar zijn medeaandeelhouders vastgelegd. Artikel 9, lid 1 van de statuten bepaalt dat de aandelen slechts kunnen worden overgedragen na goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders. Een meerderheid van de aandeelhouders zal met de overdracht dienen in te stemmen. In artikel 12 van de Ballotageovereenkomst is vastgelegd dat de aandeelhouders A al het verbrandbare afval, alsmede het GFT-afval dat door de aandeelhouder wordt ingezameld, ter verwerking dient aan te bieden aan HVC. Voor GFT-afval is daarop in 1996 een uitzondering voor de Flevolandse gemeenten vastgelegd. In artikel 5 van de Ballotageovereenkomst is de prijs van de aandelen A bepaalt op de nominale waarde ad. € 45,45. Bovenstaande beperkende voorwaarden komen er kortheidshalve op neer dat de verkoop van aandelen voor de gemeente Almere in beginsel mogelijk is, maar alleen aan één of meer publiekrechtelijke lichamen die de facto haar positie overnemen binnen de aandeelhouders van HVC. Deze partij zal tevens, conform de verplichtingen uit de Ballotageovereenkomst, al haar brandbaar afval dienen aan te leveren aan HVC. Indien de gemeente Almere er niet in slaagt een partij te vinden dan kan zij de aandelen niet verkopen. De medeaandeelhouders zijn niet verplicht om de aandelen over te nemen. Een andere mogelijkheid zou kunnen zijn de terugkoop van de aandelen door HVC zelf. Deze optie kan echter niet worden afgedwongen, HVC kan niet worden verplicht tot inkoop van eigen aandelen.
Opgesteld door B1 Advies 20 mei 2011
B11103/eindrapport
7
De conclusie moet dus luiden dat een eventuele aandelenverkoop van aandelen A in NV HVC in beginsel mogelijk is, maar door de statutaire bepalingen en de bepalingen in de Ballotageovereenkomst ernstig worden bemoeilijkt. De tegengestelde belangen tussen de uittredende partij en de achterblijvende aandeelhouders en HVC, zullen op basis van de beperkende bepalingen in beide overeenkomsten moeilijk te verenigen zijn. Hierdoor lijkt een voorgenomen aandelenverkoop op voorhand niet mogelijk. In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op de kansen voor overdracht van aandelen in het licht bezien van de huidige situatie op de afvalverwerkingsmarkt. Overige wettelijke grondslagen Omdat het door de beperkende voorwaarden per saldo vrijwel onmogelijk lijkt om de aandelen A te verkopen zou er een mogelijke strijdigheid kunnen zijn met de wettelijke regels op het gebied van redelijkheid en billijkheid die van een aandeelhouder niet kunnen vergen dat zijn aandeelhouderschap voortduurt. Deze regels zijn geschreven voor de situatie dat de gedragingen van één of meer medeaandeelhouders de gemeente Almere zouden schaden en dat daardoor het van de gemeente Almere niet gevraagd kan worden samen met deze aandeelhouders het aandeelhouderschap te continueren. Afgezien van de vraag of er zodanige gedragingen zijn door de medeaandeelhouders, zal een beroep op een dergelijke regeling een uitgebreide en tijdrovende juridische procedure vergen met vooraf ongewisse uitkomst. Daarnaast wordt mogelijkerwijs, indien de Eerste Kamer op korte termijn de wet op dit punt wijzigt, de gemeente Almere de helpende hand gereikt door een bepaling op te nemen dat een individuele aandeelhouder een vordering tot uittreding (lees verkoop van aandelen) kan instellen tegen de vennootschap. Daarvoor is dan noodzakelijk een gedraging van de vennootschap (lees HVC) zelf die het continueren van het aandeelhouderschap onmogelijk maakt. Ook dit kan nu op basis van de huidige voorliggende documenten niet worden beoordeeld en vergt een uitgebreide en tijdrovende juridische procedure met een eveneens ongewisse uitkomst. Er kunnen goede argumenten zijn om te betogen dat artikel 12 van de Ballotageovereenkomst, de levering van brandbaar afval, opzegbaar dient te zijn op basis van artikel 7:408 lid 1 BW en de redelijkheid en billijkheid. Van belang daarbij is uiteraard welke inhoudelijke redenen de gemeente hiervoor kan aanvoeren en welke opzegtermijn in acht wordt genomen. Afhankelijk van de zwaarwegendheid van de aangevoerde redenen zal de lengte van een redelijke opzegtermijn moeten worden bepaald. Op voorhand is geen uitspraak te doen over de lengte van deze termijn. Conclusie Het is voor de gemeente Almere in theorie mogelijk om de aandelen A in NV HVC te verkopen maar feitelijk vrijwel onmogelijk door statutaire bepalingen en de opgestelde Ballotageovereenkomst. Alleen met een juridische procedure zal het mogelijk zijn de verplichting tot levering van brandbaar afval aan HVC te beëindigen. Daarbij dient een beroep te worden gedaan op de (al dan niet te wijzigen) wettelijke bepalingen die het continueren van het aandeelhouderschap door de gemeente Almere redelijkerwijs niet kunnen vergen. Daarvoor zijn echter wel nodig gedragingen van medeaandeelhouders dan wel HVC, die het continueren tot een onmogelijkheid maken. Tenslotte kan ook onderzoek gedaan worden naar een mogelijke strijdigheid met Europese regelgeving op het gebied van vrij verkeer van kapitaal en mededinging. De vraag die daarbij beantwoord moet worden is of het strikt noodzakelijk was en is om de huidige vergaande blokkeringsregels te handhaven dan wel dat deze, door het verstrijken van de tijd en dus door een ander businessmodel van HVC, vervangen zouden kunnen worden door bijvoorbeeld een tijdsgelimiteerde blokkeringsregeling en daarna een min of meer vrije overdracht van aandelen.
Opgesteld door B1 Advies 20 mei 2011
B11103/eindrapport
8
4
Overdraagbaarheid aandelen in de huidige praktijk
Naast de in hoofdstuk 3 beschreven juridische mogelijkheden om het aandeelhouderschap in HVC te beëindigen zijn er twee opties die voor de gemeente Almere mogelijk op korte termijn meer resultaat kunnen opleveren. De eerste is het vinden van een geïnteresseerde partij die het aandeelhouderschap en bijbehorende verplichtingen wil overnemen. De tweede is de mogelijkheid om in onderhandeling met HVC te treden over terugkoop van de aandelen/ beide opties worden hieronder kort beschreven en ingeschat op haalbaarheid op basis van de huidige situatie op de afval(verwerkings)markt. Overdragen van aandelen aan een andere partij. Voor het overnemen van het aandelenpakket van de gemeente Almere komen één of meerdere gemeenten in aanmerking die de aandelen en de verplichting tot het aanleveren van restafval bij HVC overnemen. Er kan daarbij een discussie ontstaan over de hoeveelheid restafval die gekoppeld is aan het huidig aandelenpakket van Almere. Het aantal aandelen dat nu in het bezit is van Almere is nog gebaseerd op de hoeveelheid afval die in 1996 werd ingezameld en aangeleverd. Inmiddels is deze hoeveelheid door de uitbreiding van Almere aanzienlijk gegroeid, het aandelenpakket is in de afgelopen jaren echter niet aangepast op deze groei. Hiermee lijkt de historische hoeveelheid afval maatgevend te zijn. Uit het feit dat nog steeds gemeenten geïnteresseerd zijn om toe treden tot HVC kan geconcludeerd worden dat er mogelijk een gemeentelijke partij te vinden is die de Almeerse aandelen zou willen overnemen. Zo hebben de ISW-gemeenten, (Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zeevang) na onderzoek van verschillende marktalternatieven in 2010 gekozen voor het aandeelhouderschap in HVC. Het besluit tot uitgifte van 195 aandelen A aan deze gemeenten is in de aandeelhoudersvergadering van december 2010 vastgesteld. De argumenten die de gemeente Purmerend aangeeft om (vanaf 2018) de overstap te maken van de huidige verwerker, het Amsterdams Energie bedrijf (AEB) naar HVC zijn onder andere: de toegang tot de kennisbank van HVC op het gebied van het verder ontwikkelen van het milieubeleid; het leveren van elektriciteit door HVC tegen een aantrekkelijk (aandeelhouders)tarief; een mogelijke oplossing voor het verliesgevende energiebedrijf Stadsverwarming Purmerend. In de discussie speelde de reductie van het verwerkingstarief die bij een openbare aanbesteding zou kunnen worden gerealiseerd, niet een doorslaggevende rol. Bij het inschatten van de kansen over de overdracht van de aandelen Almere en bijbehorend quotum te verwerken restafval speelt het verwerkingstarief van HVC naast bovengenoemde overige argumenten uiteraard wel een rol. Het HVC verbrandingstarief lag tot de turbulente ontwikkelingen op de aanbestedingsmarkt in 2009 altijd ruim onder het gemiddelde tarief dat in Nederland werd gerekend voor huishoudelijk afval en kon als relatief laag worden beoordeeld. Voor de tarieven van verbranden was 2009 het jaar waarin de bodem onder de prijs uit viel. De combinatie van een overschot aan verbrandingscapaciteit tegelijk met een groot aantal contracten voor huishoudelijk afval die vrijvielen, zorgden ervoor dat de prijzen een duikvlucht namen. In aanbestedingen werden poorttarieven in een range tussen €40 en € 50 per ton aangeboden. Ter vergelijking, het poorttarief bij HVC daalde in 2010 van € 79 naar €77 per ton.
Opgesteld door B1 Advies 20 mei 2011
B11103/eindrapport
9
Ook in recente aanbestedingen in 2010 is de trend naar lagere verwerkingstarieven bevestigd. Een belangrijk deel van de verwerkingscontracten van Nederlandse gemeenten is langjarig of via vergelijkbare constructies als HVC voor een onbeperkte periode vastgelegd. De tarieven in deze contracten liggen over het algemeen op een vergelijkbaar of hoger niveau dan het huidige HVCtarief. Het Afvaljaarboek 2011 geeft een overzicht van de verwerkingstarieven in de afgelopen jaren. Alleen het gemiddeld tarief van AVR ligt in dit schema lager dan het tarief van HVC. Incidenteel zullen in aanbestedingen ook door andere verwerkers lagere tarieven geboden worden, gemiddeld ligt hun verwerkingstarief echter hoger. In figuur 1 wordt de ontwikkeling van het verwerkingstarief in de afgelopen 10 jaar bij de verschillende verwerkers weergegeven. Figuur 1: Het gemiddelde verwerkingstarief voor huishoudelijk afval bij verwijderingsorganisaties over de jaren heen.
Bron: Afvaljaarboek 2011
Wat betekent de huidige verwerkingsmarktsituatie voor de potentiële markt voor aandelen HVC? Die markt wordt aanwezig geacht, voorwaarde is echter wel dat een geïnteresseerde gemeente niet slechts gericht is op de prijs voor verwerking van het afval, maar tevens de meerwaarde van het aandeelhouderschap in HVC op andere onderdelen hoog waardeert. De richting waarin HVC zich profileert als afvalenergiebedrijf, met de nadruk op energie, gekoppeld aan een concurrerend tarief waarbij jaarlijkse revenuen in de vorm van garantstellingsprovisie en dividenduitkering terugvloeien naar de gemeentekas, moet daarbij de doorslag geven. Overdragen aandelen/terugkoop door HVC In een overleg met HVC-vertegenwoordigers hebben zij aangegeven dat HVC niet gebaat is bij een situatie waarin een aandeelhouder wil uittreden maar dit om statutaire beperkingen niet zou kunnen doen. Zij geven aan dat in een dergelijke situatie de bereidheid bestaat om te overleggen over de condities waarop uittreding eventueel mogelijk zou zijn. HVC geeft aan hierin uiteraard de belangen van de overige aandeelhouders en de bedrijfsmatige gevolgen van het uitstappen van een gemeente zorgvuldig te toetsen. HVC zal in deze onderhandelingen nader inzicht kunnen geven in de huidige marktsituatie, welke gemeenten in het verzorgingsgebied van HVC zijn na de
Opgesteld door B1 Advies 20 mei 2011
B11103/eindrapport
10
ISW-gemeenten mogelijk geïnteresseerd om zich aan te sluiten of hoe kan vrijvallende verbrandingscapaciteit worden aangevuld met andere (bedrijfs)afvalstromen. Het lijkt wenselijk dat HVC op basis van de vervreemdingsvraag van de gemeente Almere bereid wordt gevonden om de discussie over de huidige vergaande blokkeringsregeling aan te gaan en een model te gaan ontwikkelen waarbij de overdraagbaarheid van aandelen bijvoorbeeld gelimiteerd in tijd en daarna min of meer vrij overdraagbaar, bezien gaat worden. Bij het ontbreken van deze bereidheid kan zoals in hoofdstuk 3 aangegeven de juridische procedure worden gestart om deze constructie kritisch te toetsen en een uitspraak te vragen over de houdbaarheid van dit ondernemingsmodel. Conclusie en advies Beide genoemde opties voor vervreemding van de aandelen in praktijk starten met het voeren van de onderhandelingen hierover met HVC. Zij kunnen aangeven welke kandidaat-gemeenten geïnteresseerd kunnen zijn in overname en onder welke voorwaarden terugname van aandelen door HVC aan de orde kan zijn. Op basis van de uitkomsten van dit overleg kan de gemeente Almere haar positie bepalen en eventuele verder juridische stappen ondernemen om het aandeelhouderschap in HVC op termijn te beëindigen
Opgesteld door B1 Advies 20 mei 2011
B11103/eindrapport
11
Bronnen 1. Statuten van N.V. HVC statutair gevestigd te Alkmaar d.d. 21 januari 2011; 2. Ballotage-overeenkomst van de Aandeelhouders A van de N.V. Huisvuilcentrale NoordHolland, oktober 2002; 3. Aanhangsel bij de Ballotage-overeenkomst NV Huisvuilcentrale, december 1996; 4. Aandeelhouderschap HVC, Rapportage aan Stuurgroep, Gemeente Lelystad, 2 april 1996; 5. Brief De Jong&Laan aan B1 Advies inzake aandeelhouderschap gemeente Almere in HVC, 20 mei 2011; 6. Notitie Straatman Koster advocaten, Gemeente Noordoostpolder/HVC, januari 2010; 7. Jaarboek Afval 2011, Uitgeverij Noordhoek bv, maart 2011; 8. Telefonisch interview met drs. R.P.W. Tiebosch, senior belastingadviseur bij de Jong&Laan belastingadviseurs, d.d. 5-5-2011 en 19-5-2011; 9. Interview met mw. E. Vos-Brandjes en dhr. J. van Raaij, vertegenwoordigers HVC, d.d. 185-2011
Opgesteld door B1 Advies 20 mei 2011
B11103/eindrapport
13