Unit 3: HEALTHCARE part 1 & 2 Vocabulary Nouns an ache an allergy Alzheimer’s (disease) an ambulance an ankle an arm an armpit an aspirin asthma a back a band aid a bandage a bone breast cancer a broken leg a bruise cancer cataract a cause a cavity a chart a cheek a chemist a chest chicken pox a childhood disease a cirrhosis a coin a cold colorectal cancer a concussion a condition constipation a cough cough syrup a CPR (cardiopulmonary resuscitation) cramps a cream crutches a cure a cut a device diabetes diarrhoea / diarrhea dizziness
pijn een allergie (de ziekte van) Alzheimer een ambulance een enkel een arm een oksel een aspirine asthma een rug een pleister een verband een bot borstkanker een gebroken been een kneuzing kanker cataract / staar een oorzaak een holte / opening een tabel / grafiek een wang een apotheker een borst waterpokken een kinderziekte een cirrose (leveraandoening) een muntstuk een verkoudheid darmkanker een buil een toestand constipatie (verstopping) een hoest hoestsiroop een hartmassage / reanimatie krampen een zalf krukken een remedie een snee /snijwond een toestel diabetes (suikerziekte) diarree duizeligheid 1
a doctor drops drugs an ear an ECG chart (electrocardiogram) an elbow an examination an eye an eye chart fatigue a fever a finger a first aid kit a fist a foot a forearm gallstones a gash a GP (General Practitioner) hair a hand a head a headache health a heart a heart disease a hernia a hip a hypochondriac an illness an indigestion an injection an injection needle / a syringe an injury insomnia intestines / bowels joints a knee a laser surgery a leg lips loss of appetite a lotion lung cancer a lung disease measles medication a medicine cupboard migraine
een dokter / arts druppels medicijnen / geneesmiddelen een oor een electrocardiogram (curve die het hartritme en de hartfrequentie weergeeft) een elleboog een onderzoek een oog een oogtest (kaart) vermoeidheid koorts een vinger een EHBO-doos een vuist een voet een onderarm galstenen een open wonde een huisarts haar een hand een hoofd hoofdpijn gezondheid een hart een hartziekte een hernia (rugpijn) een heup een hypochonder (zwaarmoedig persoon) een ziekte een indigestie een injectie een injectienaald een kwetsuur / wonde slapeloosheid ingewanden / darmen gewrichten een knie een laseroperatie een been lippen verminderde eetlust een lotion longkanker een longziekte de mazelen medicatie / geneesmiddelen een medicijnkast migraine (schele hoofdpijn) 2
a mouth muscles a neck a nose a nosebleed a (bank)note obesity an ointment an open head injury a pain paranoia a patient pills a prescription radiation therapy a rash a respirator a respiratory infection rest a road injury (a pair of) scales a scalpel a scar self-harm a shin a shoulder side effects a skin a skin infection a sling spots a stethoscope a stitch a stomach stomach cancer a stroke a surgery a symptom a syrup a tablet a temperature a tennis arm the mumps a thermometer a thigh a throat a thumb a toe a tongue tonsils
een mond spieren een nek een neus een bloedneus een bankbiljet obesitas / zwaarlijvigheid een zalf / balsem een open hoofdwonde pijn paranoia (achtervolgingswaan) een patient pillen een voorschrift bestralingstherapie huiduitslag een puffer (beademingsapparaat) een luchtwegeninfectie rust een verkeersongeval een weegschaal een scalpel (ontleedmes) een litteken zelfpijniging / zelfverminking een scheenbeen een schouder bijwerkingen, neveneffecten een huid een huidinfectie een draagverband vlekjes (puistjes) een stethoscoop een hechting een maag maagkanker een beroerte een operatie een symptoom een siroop een tablet (pil) koorts / temperatuur een tenniselleboog de bof een thermometer een dij een keel een duim een teen een tong amandelen 3
a tooth (plural: teeth) a treatment a twisted wrist an ulcer a vaccination vitamins a wheelchair a whiplash a wound a wrist an X ray scan
een tand een behandeling een verstuikte / verwrongen pols een zweer een vaccinatie vitamines een rolstoel een whiplash ('zweepslag') een wonde een pols een Röntgenscan
Verbs to appear to be out of breath to bear (bore - born) to belch to bend to blame to bleed to burn up to concentrate to connect to cover to cure to drown to experience to fall asleep to give / get mouth-to-mouth to go on a diet to have a runny nose to have trouble … to hurt to ignore to interrogate to itch to keep food down to keep warm to move to prevent to protect to ridicule to rub to shiver to sleep to sneeze to stitch to suffer (from) to throw up
verschijnen kortademig zijn verdragen boeren / oprispen buigen beschuldigen bloeden blaken / gloeien zich concentreren verbinden bedekken genezen / behandelen verdrinken ervaren inslapen mond-op-mondbeademing geven / krijgen diëten een loopneus hebben het moeilijk hebben om te … pijn doen negeren ondervragen jeuken voedsel binnenhouden zich warmhouden bewegen voorkomen beschermen ridiculiseren / belachelijk maken wrijven rillen slapen niezen hechten lijden (aan) overgeven 4
to visit to vomit to wonder to worry
bezoeken overgeven zich afvragen zich zorgen maken, verontrust zijn
Adjectives acute at least blocked up bruised chronic common current dizzy entire exhausted fatigued general grazed hospitalised hypochondriacal ill infected medical nauseous nervous paralyzed perhaps prescribed puffy sensitive slimy sore sprained swollen tired
acuut / hachelijk / kritiek ten minste verstopt / geblokkeerd gekneusd chronisch vaak voorkomend huidig duizelig volledig uitgeput vermoeid algemeen geschaafd gehospitaliseerd hypochondrisch (zwaarmoedig) ziek besmet / geïnfecteerd medisch misselijk nerveus verlamd misschien voorgeschreven opgezwollen gevoelig slijmerig pijnlijk verstuikt / verzwikt gezwollen moe
Adverbs rarely clearly
zelden duidelijk
Expressions/idioms heads or tails to have bags under your eyes to have goosebumps with the aid of
kop of munt zakken onder de ogen hebben kippenvel hebben met behulp van
5