MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU
UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2009 VAK : BIOLOGIE DATUM : DONDERDAG 09 JULI 2009 TIJD : 07.45 – 09.00 UUR DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN, GAAT HET STEEDS OVER GEZONDE ORGANISMEN EN NORMALE OMSTANDIGHEDEN.
WEEFSELS EN ORGANEN
STEVIGHEID
1
2
Bekijk de tekeningen goed.
1
In de afbeelding is een röntgenfoto van een gebroken arm weergegeven.
2
Wat is de naam van het bot dat gebroken is? A B C D 3
ellepijp middelhandsbeen opperarmbeen spaakbeen
4
3 In welke tekeningen is er één soort weefsel getekend? A B C D
1 en 2 1 en 3 1 en 4 2 en 3
Bladeren van sla-planten bevatten veel water. Hoe wordt de stevigheid van deze bladeren vooral verkregen? A B C D
door de bastvaten door de houtvaten door de turgor van de cellen door de met lucht gevulde ruimtes tussen de cellen
6
4 In de tekening van het skelet van de mens zijn er twee gedeelten met nummers aangegeven.
Ram eet rijst met vis. Waar in het spijsverteringsstelsel worden deze voedingsmiddelen voor de eerste keer afgebroken tot voedingsstoffen?
1
A B C D
2
rijst in de maag mondholte dunne darm slokdarm
vis in de mondholte maag slokdarm dunne darm
7 Bevinden zich scharniergewrichten in de delen 1 en 2? in 1 ja ja nee nee
A B C D
in 2 ja nee ja nee
De verklaring hiervoor is dat bacteriën
VOEDING EN SPIJSVERTERING 5 In de tekening is een deel van het spijsverteringskanaal van de mens weergegeven.
In welk deel van het spijsverteringskanaal zijn er verschillende spijsverteringsenzymen werkzaam?
4
2 5 3
De vertering van eiwitten vindt plaats in: 1 en 2. 2 en 4. 3 en 4. 3 en 5.
A in de slokdarm gedood worden door antistoffen. B in de slokdarm gedood worden door witte bloedcellen. C in de maag gedood worden door maagsap. D in de maag gedood worden door witte bloedcellen. 8
1
A B C D
Bij een maagzweer is de binnenkant van de maagwand aangetast. Bij het ontstaan hiervan zijn in het algemeen geen bacteriën betrokken.
A B C D
in de dunne darm in de endeldarm in de maag in de mond
GASWISSELING
12
9
Enkele delen van een boulangerplant in een tuin zijn: 1 het blad; 2 de stengel; 3 de wortel.
De tekening stelt een vergroot deel van de opperhuid van een blad voor. Enkele delen zijn genummerd.
1 2 3 4
In welke delen vindt assimilatie (fotosynthese) plaats en in welke delen dissimilatie (verbranding)?
A B C D
assimilatie in 1 en 2 1 en 2 2 en 3 2 en 3
dissimilatie in alleen 1 en 3 1, 2 en 3 alleen 1 en 3 1, 2 en 3
Gaswisseling vindt vooral plaats in deel A B C D
1 2 3 4
13 Wat is juist over de verbranding bij paddestoelen? Bij paddestoelen vindt de verbranding 10
Thea bekijkt een volwassen kikker die heel lang onder water zwemt. Ze vraagt zich af hoe dat komt.
A B C D
alleen in het licht plaats. alleen in het donker plaats. zowel in het licht als in het donker plaats. niet in het licht en ook niet in het donker plaats.
Dit komt doordat volwassen kikkers A ook uitwendige kieuwen hebben. B hun adem lang kunnen inhouden. C ademhalingsorganen hebben die geschikt zijn om in water te leven. D grote longen hebben die reserve zuurstof kunnen opslaan.
ASSIMILATIE / DISSIMILATIE 11 Wat is de energiebron voor de fotosynthese? A B C D
bladgroen glucose licht zuurstof
14 Hoe kan de verbranding in levende organismen juist omschreven worden? A Glucose(suiker) en koolstofdioxide (koolzuurgas) worden omgezet in zuurstof, water en energie. B Glucose en water worden omgezet in zuurstof, koolstofdioxide en energie. C Glucose en energie worden omgezet in zuurstof, koolstofdioxide en water. D Glucose en zuurstof worden omgezet in koolstofdioxide, water en energie.
TRANSPORT 15 Bij de mens nemen de bloedvaten van de dunne darmwand het verteerde voedsel op. Deze bloedvaten verenigen zich tot één bloedvat. Hoe heet dit bloedvat? A B C D
de darmslagader de leverslagader de poortader de onderste holle ader
18 Als je een tak van bepaalde planten afknipt, blijkt vocht uit het snijvlak te voorschijn te komen. Dit vocht wordt voornamelijk naar buiten geperst door A B C D
de turgor. de verdamping. de worteldruk. de zuigkracht van de bladeren.
19 16 Welke bloedcellen kunnen bij de mens de wand van haarvaten passeren? Welke functie hebben deze bloedcellen? A B C D
bloedcellen rode rode witte witte
De tekening stelt een stukje boomstam voor. Verschillende lagen zijn opengeklapt getekend. Enkele lagen zijn van buiten naar binnen met cijfers aangegeven: laag 1 is de kurklaag, laag 2 is de bast en laag 3 is hout
functie bloedcellen vervoer van zuurstof vernietiging van bacteriën vervoer van zuurstof vernietiging van bacteriën
17
Enkele organen bij de mens zijn:
3 2 1
de dunne darm, de lever, een lymfeklier en een nier In welk orgaan worden rode bloedcellen afgebroken?
In welke laag/lagen vindt vooral transport plaats van water en zouten?
A in de dunne darm. B in de lever. C in een lymfeklier. D in een nier.
A B C D
in laag 1 in laag 2 in laag 3 in de lagen 2 en 3
23
20
Welke reservestof kan in het lichaam van de mens uit glucose worden opgebouwd?
1
2
3
4
Bij welk dier wordt zuurstof niet door het bloed getransporteerd? A B C D
A B C D
cellulose glycogeen mineralen water
HORMONEN
bij 1 bij 2 bij 3 bij 4
24
UITSCHEIDING / RESERVEVOEDSEL 21 Twee beweringen over de uitscheiding zijn: I
Overtollig water wordt door de nieren uitgescheiden.
II
De functie van de urineblaas is het afvoeren van urine uit het lichaam.
Enkele organen in het lichaam van de mens zijn: - de eilandjes van Langerhans; - de hypofyse; - de nieren. Welke hebben geen afvoerbuis? A B C D
alleen de eilandjes van Langerhans alleen de nieren de hypofyse en de nieren de eilandjes van Langerhans en de hypofyse
25 Voor deze beweringen geldt: A B C D
alleen I is juist. alleen II is juist. I en II zijn beide juist. I en II zijn beide onjuist.
22 Welk orgaan produceert gal? A B C D
de galblaas de galbuis de lever de leverader
Hier volgen twee beweringen: I In de alvleesklier worden er hormonen geproduceerd. II De schildklier ligt achter de slokdarm. Voor deze beweringen geldt: A B C D
alleen I is juist. alleen II is juist. I en II zijn beide juist. I en II zijn beide onjuist.
ZENUWSTELSEL
26 Marlon speelt verstoppertje. Hij gaat buiten schuilen in een koker (grote betonnen buis). Plotseling ziet hij een grote, zwarte bosspin. Van schrik gilt hij en rent weg. Welk hormoon werd bij Marlon geproduceerd toen hij schrok? A B C D
adrenaline glucagon insuline schildklierhormoon
29 Wat wordt door de pupilreflex geregeld? A B C D
de grootte van het beeld de hoeveelheid licht die op het netvlies valt de vorm van de lens de scherpte van het beeld op het netvlies 30
Welke delen van het zenuwstelsel worden door schakelcellen met elkaar verbonden?
27 Welk(e) hormoonklier(en) scheidt (scheiden) hormonen af die de vorming van voortplantingscellen regelen? A B C D
de bijnieren de eilandjes van Langerhans de hypofyse de schildklier
BESCHERMING EXTERN MILIEU 28
A B C D
bewegingszenuwcellen met bewegingszenuwcellen gevoelszenuwcellen met gevoelszenuwcellen bewegingszenuwcellen met gevoelszenuwcellen alleen schakelcellen onderling
31 We worden ons bewust van het hongergevoel in de A B C D
darmen. grote hersenen. kleine hersenen. maag.
Waarom moeten alle baby’s gevaccineerd worden? ZINTUIGEN A Om de baby’s die ziek zijn te genezen. B Om ervoor te zorgen dat baby’s bepaalde ziektes niet krijgen. C Om te voorkomen dat baby’s te vaak ziek worden. D Om te voorkomen dat ouders uitsluitend huismiddeltjes aan hun baby geven.
32 Welk deel van het oog bevat de meeste kegeltjes? A B C D
de blinde vlek de gele vlek de iris de pupil
33
GROEI EN ONTWIKKELING
Henk eet een roti maar hij proeft nauwelijks wat hij eet.
35 Bij de voortplanting van zaadplanten gebeurt onder andere het volgende:
Wat kan hiervan de oorzaak zijn? A B C D
een holle kies een te droge tong een verstopte neus een wondje aan zijn lip
1. 2. 3. 4.
bevruchting; bestuiving; stuifmeelvorming; zaadvorming.
In welke volgorde gebeurt dit? 34 In de huid van Mariska wordt met inkt een tekening (tatoeage) aangebracht. Deze blijft het gehele leven zichtbaar. Bekijk nu de schematische tekening van een doorsnee van de huid.
A B C D
1–3–4–2 1–3–2–4 3–2–1–4 3–1–2–4
36 1 2
Bekijk de tekening.
3
4
In welke huidlaag wordt de inkt bij Mariska ingebracht? A B C D
in laag 1 in laag 2 in laag 3 in laag 4
Over de afbeelding volgen er twee beweringen: I
In de tekening is een primair geslachtskenmerk bij de man getekend.
II De extra haargroei op de borst wordt gestimuleerd door een hormoon. Voor deze beweringen geldt: A B C D
alleen I is juist. alleen II is juist. I en II zijn beide juist. I en II zijn beide onjuist.
MILIEU
TROPISCHE HYGIENE
37
39
Twee beweringen over het milieu zijn: I Het milieu is de leefomgeving van plant, dier of mens. II Het milieu is alleen te vinden in natuurgebieden. Voor deze beweringen geldt: A B C D
alleen I is juist. alleen II is juist. I en II zijn beide juist. I en II zijn beide onjuist.
38 Wat verstaan we onder een populatie? A B C D
alle planten in een bos alle dieren in een bos alle dieren van één soort in een bos alle organismen in een bos
Het doden van de posthoornslak is de beste manier om de ziekte bilharzia te bestrijden, omdat A de bilharziawormen in de slak leven. B de slakken bilharzia veroorzaken. C zonder die slakken, de cercariën zich niet kunnen ontwikkelen tot miracidiën. D zonder die slakken de miracidiën zich niet kunnen ontwikkelen tot cercariën.
40 Welke tropische ziekte kan men voorkomen door zich te laten vaccineren? A B C D
bilharzia gele koorts malaria dengue