MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU
UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2009 VAK : AARDRIJKSKUNDE DATUM: WOENSDAG 08 JULI 2009 TIJD : 07.45 – 09.00 UUR DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS.
Algemeen
Zeestromen en getijden
1
2 Zeestromen hebben grote betekenis voor gebieden waar ze langs stromen.
Steenkool Aardgas Koper Lood en zink Goud Industrie gebied Scheepsbouw
Wat is juist over zeestromen? A Koude zeestromen houden de havens van West-Europa ijsvrij in de winter. B Koude zeestromen stromen van relatief warme naar relatief koude gebieden. C Warme zeestromen houden de havens van West-Europa ijsvrij in de winter. D Warme zeestromen stromen van relatief koude gebieden naar relatief warme gebieden.
3 I
Zeestromen ontstaan onder invloed van winden die uit verschillende richtingen waaien.
II
Zeestromen ontstaan als er geen temperatuurverschillen van het zeewater zijn.
In de atlas komen verschillende soorten kaarten voor. Deze kaart van Japan is een A B C D
landschapskaart. overzichtskaart. reliëfkaart. thematische kaart.
Voor I en II geldt: A B C D
Alleen I is juist. Alleen II is juist. I en II zijn beide juist. I en II zijn beide onjuist.
4
7
Getijden zijn duidelijk waarneembaar in zeeën en riviermonden.
Hier volgen twee beweringen over watervallen in ons land.
Het ontstaan van getijden houdt verband met
I
A B C D
In de grote regentijd hebben de watervallen een grote valhoogte en een geringe watercapaciteit.
II
In de grote droge tijd is de valhoogte van de watervallen gering en de watercapaciteit groot.
de draaiing van de aarde om de zon. de draaiing van de aarde om haar as. de draaiing van de zon om de aarde. de draaiing van de zon om zijn as.
Rivieren/watervallen
Voor deze beweringen geldt: A B C D
5
Alleen I is juist. Alleen II is juist. I en II zijn beide juist. I en II zijn beide onjuist.
Land Zee
Kustvormen, kustvlakte, berglandschap
Rivier
8
Deltamonding
In de tekening is een deel van een rivier aangegeven die in de zee uitmondt. De monding van deze rivier is ontstaan door A erosie als gevolg van een gering getijverschil. B erosie als gevolg van een groot getijverschil. C sedimentatie als gevolg van een gering getijverschil. D sedimentatie als gevolg van een groot getijverschil. 6 Er zijn rivieren met een groot verval en rivieren met een gering verval. Welk kenmerk heeft een rivier met een gering verval? Deze rivier A B C D
erodeert in de benedenloop. heeft een diepe vaargeul. heeft een grote stroomsnelheid. sedimenteert in de benedenloop.
In de tekening is er een afbeelding van een kustvorm met diepe inhammen en steile oevers. Zo’n kustvorm is ontstaan als gevolg van A B C D
erosie door gletsjers. erosie door rivieren. erosie door het zeewater. erosie door de wind.
9
Klimaat en vegetatie
Ritsen komen voor in de jonge kustvlakte van ons land. Hier volgen twee beweringen over ritsen.
11
I
Ritsen zijn smalle langgerekte stroken land die evenwijdig aan de kust lopen.
II
Ritsen zijn smalle langgerekte stroken land die evenwijdig aan de rivier lopen.
ITCZ x 23 12 ° 20° NB
NB
aardoppervlak 10°
0°
NB
10°
20°
ZB
ZB
Voor deze beweringen geldt: A B C D
In de tekening is het gebied aangegeven, waarbinnen de ITCZ zich verplaatst.
Alleen I is juist. Alleen II is juist. I en II zijn beide juist. I en II zijn beide onjuist.
Welk klimaat heeft plaats x? A B C D
10
savanneklimaat steppeklimaat toendraklimaat woestijnklimaat
12 Lucierivier
Tapanahoni
overdag land
overdag zee
land
1
2
’s nachts Bekijk de tekening. In het gebied gelegen tussen de Lucierivier en de Tapanahoni komen we een berglandschap tegen op 882 meter hoogte.
land
’s nachts zee
3
zee
land
zee 4
Dit berglandschap wordt ook aangeduid als
Ons land staat onder invloed van landwinden en zeewinden.
A B C D
Welke tekening geeft de juiste richting van de zeewind aan?
bifurcatie. stroomgebied. stroomversnelling. waterscheiding.
A B C D
1 2 3 4
16
13 Welk kenmerk over de wind is juist? A De wind waait van een barometrisch maximum naar een barometrisch minimum. B De wind waait van een barometrisch minimum naar een barometrisch maximum. C De wind waait overdag van land naar zee. D De wind waait ’s nachts van zee naar land.
In de tekening worden verschillende vegetatiesoorten aangeduid.
14
Hoe heten deze vegetatiesoorten in volgorde vanaf de evenaar?
NP NPC KKK
4 3
2
SKK
0°
A B C D
loofbos – savannen – prairies savannen – tropisch regenwoud – toendra’s toendra’s – prairies – savannen tropisch regenwoud – savannen – steppen
1
Districten en bevolking ZP
17
In de tekening zijn vier plaatsen met nummers aangegeven. Op bepaalde dagen van het jaar hebben deze plaatsen een loodrechte zonnestand.
De Oost-West verbinding verbindt Albina met Nieuw-Nickerie.
Op welke dag staat de zon loodrecht boven plaats 1?
Door hoeveel districten gaat deze weg, vanaf Meerzorg tot en met Nieuw Nickerie?
A B C D
A B C D
op 21 maart op 21 juni op 22 december op 23 september 15
In een bepaald vegetatiegebied is het voortdurend heet en vochtig. Gemiddeld regent het meer dan 200 cm per jaar. De plantengroei is weelderig en bedekt de bodem met dichte en ontoegankelijke wouden. Voor welke vegetatiesoort gelden deze kenmerken? A B C D
savannen steppen toendra’s tropisch regenwoud
5 districten 6 districten 7 districten 8 districten
18
21 Bij de bouw van de Afobakka stuwdam in de Surinamerivier moesten de mensen van een groot aantal dorpen verhuizen naar een ander gebied. stuwmeer
Hoe wordt dit gedwongen migreren van mensen genoemd? A B C D
Bekijk deze kaart van ons land. De Surinamerivier vormt de grens tussen twee districten.
Middelen van Bestaan 22
Welke zijn deze twee districten? A B C D
Brokopondo – Para Commewijne – Brokopondo Paramaribo – Commewijne Sipaliwini – Wanica
19 Welke plaatsen worden verbonden door de brug over de Coppenamerivier? A B C D
Boskamp – Jenny Betlehem – Monkshoop Stolkertsijver – Wriedijk Uitkijk – Hamburg
20
emigratie immigratie remigratie transmigratie
Groenten, fruit en bloemen zijn producten van de tuinbouw. Wat is juist over de tuinbouw in ons land? A Tuinbouw is een extensieve vorm van landbouw. B Tuinbouw is een intensieve vorm van landbouw. C Tuinbouw verbouwt uitsluitend gewassen voor de export. D Tuinbouw wordt alleen uitgeoefend op grote landbouwbedrijven. 23 Hier volgen twee beweringen over de landbouw in de jonge kustvlakte van ons land. I
Op de ritsen van de jonge kustvlakte wordt bij het uitoefenen van de kleine landbouw voornamelijk gebruik gemaakt van natuurlijke afwatering.
In welk dorp wonen voornamelijk Aucaners (Okanissis of Ndjukas)?
II
A B C D
Bij de rijstteelt in de jonge kustvlakte maakt men in de droge tijd vooral gebruik van kunstmatige wateraanvoer.
Voor deze beweringen geldt:
In ons land liggen vele marrondorpen langs rivieren.
Asidonhopo aan de Pikin Rio Dritabiki aan de Tapanahoni Kaaimanston aan de Coppename Pusugrunu aan de Saramacca
A B C D
Alleen I is juist. Alleen II is juist. I en II zijn beide juist. I en II zijn beide onjuist.
27
Amerika’s, Caribisch gebied, Azië
Hier volgen twee beweringen met betrekking tot de Braziliaanse bevolking.
24 De sterren op de Amerikaanse vlag symboliseren het aantal staten van de Verenigde Staten van Amerika. Hoeveel Staten telt de Verenigde Staten van Amerika (USA) ? A B C D
48 50 51 52
I
Er heeft een sterke vermenging plaatsgevonden tussen de negers, indianen en blanken.
II
Het geboortecijfer van de bevolking is lager ten opzichte van het sterftecijfer.
Voor deze beweringen geldt: A B C D
25
Alleen I is juist. Alleen II is juist. I en II zijn beide juist. I en II zijn beide onjuist.
Een belangrijk kenmerk van de cornbelt is dat in dit gebied
28
A een groot deel van de akkerbouwgewassen bestemd is voor de veeteelt. B het vee als trekdier wordt gebruikt. C veel vlees wordt geconsumeerd. D men voornamelijk aan pluimveeteelt doet.
1
2
26 Caribische zee
4 3
Grote Oceaan
2
1
Een van de landen in Midden-Amerika kampt met enorme luchtvervuiling. In dit land komt een groot aantal industrieën voor. Met welk nummer is dit land aangegeven? A B C D
1 2 3 4
Op deze kaart van Zuid-Amerika zijn twee rivieren met nummers aangegeven. Deze rivieren heten respectievelijk ...
A B C D
1 Essequibo Orinoco Parana Rio Grande
-
2 Orinoco Amazone Amazone Parana
29
Internationale organisaties
Welk Caribisch eiland behoort tot de Grote Antillen?
A B C D
32 De UNHCR (United Nations High Commissioner for Refugees) is een organisatie van de United Nations Organization (UNO) die zich bezighoudt met
Antigua Barbados Haïti Sint Vincent
A B C D
30
biodiversiteit. handel en industrie. het vluchtelingen vraagstuk. onderwijs en wetenschap.
Een organisatie in onze regio heeft als doelstelling: Het versterken van de regionale integratie tussen de lidlanden. II Het vrij bewegen van goederen, diensten, mensen en kapitaal tussen de lidlanden.
33
I
Van welke internationale organisatie is onze landgenoot, dhr. Albert Ramdin, de assistent Secretaris Generaal?
Bij welke organisatie behoort deze doelstelling? A B C D
A B C D
Amazonepact Caricom NAVO OAS
FAO IDB OAS WTO
Graadnet en Cosmografie 31 34 60° WL
China
50° WL
40° WL 10° NB
1 I
II Linie
2
3
III
IV 10° ZB
Op de kaart is het eilandenrijk van Japan omgeven door wateren. Hoe heten deze wateren die genummerd zijn? 1 A B C D
Japanse zee Japanse zee Oost-Chinese zee Oost-Chinese zee
2 -
Grote Oceaan Oost-Chinese zee Japanse zee Japanse zee
3 -
Oost-Chinese zee Grote Oceaan Atlantische Oceaan Grote Oceaan
Bekijk de tekening. In welk vak ligt Paramaribo? A B C D
Vak I Vak II Vak III Vak IV
37
35 60° WL 40° WL I
0-meridiaan
nacht
NP
dag
St. Johns
66 12 ° NB
20°NB Mogadishu 0°
II
23 12 ° NB
III 20° NB
0°
IV A
B
C
D
E
F
De plaats St. Johns (in U.S.A.) ligt op 57°WL in het graadnet en Mogadishu (in Somalië) ligt op 3°NB. In welk vakje ligt Suriname? A B C D
23 12 ° ZB ZP
66 12 ° ZB
In de tekening is aangegeven dat plaatsen op 60°NB in een bepaalde periode langere dagen dan nachten hebben. Op welke parallel staat de zon loodrecht in deze periode?
IF II A III A IV E
A B C D
36
op 0° op 23 12 ° NB op 23 12 ° ZB op 66 12 ° ZB
60° 50° 40° 30° 20° 10°
38
30° 20° K
III
10° 0° zon
IV
aarde
II
10° M
maan
20° 30°
Plaats K en M liggen beide op het westelijk halfrond. Plaats K ligt op 55°WL en de tijd is 9.25 uur v.m.
I
In deze tekening zijn er verschillende posities van de maan ten opzichte van de aarde aangeduid.
Hoe laat is het in plaats M?
In welke positie kan er op aarde een zonsverduistering ontstaan?
A 4.25 uur v.m. B 5.00 uur v.m. C 7.05 uur v.m. D 11.45 uur v.m.
A B C D
positie I positie II positie III positie IV
40
39 dag NP nacht west
Mars
oost 30° NB
I
Jupiter II III
IV
0° 30° WL
30° ZB ZP
In de tekening zijn twee planeten met hun naam aangeduid.
Bekijk de tekening. De aarde roteert van west naar oost.
Op welke plaats zal de aarde zich bevinden?
Welke plaatsen op aarde hebben dezelfde tijd?
A B C D
Plaatsen op A B C D
30° NB 30° ZB 30° WL 0°
plaats I plaats II plaats III plaats IV