MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU
UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2008 VAK : AARDRIJKSKUNDE DATUM: DINSDAG 08 JULI 2008 TIJD : 07.45 – 09.00 UUR DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. ALGEMEEN
ZEESTROMEN, GETIJDEN, RIVIEREN
1
3
Hier volgen twee beweringen met betrekking tot de geologische krachten.
Eb en vloed wisselen elkaar regelmatig af binnen een etmaal.
I
Rompgebergten ontstaan onder invloed van endogene krachten.
Hoe wordt de overgang van eb naar vloed genoemd?
II
Bij het ontstaan van horsten spelen de exogene krachten een grote rol.
A B C D
Voor deze beweringen geldt: A B C D
hoogwaterstand kentering laagwaterstand springvloed
I is juist, II is onjuist. I is onjuist, II is juist. I en II zijn beide juist. I en II zijn beide onjuist.
4 Labradorstroom Oya Shio stroom
2 Aardbevingen gaan altijd gepaard met trillingen in de aardkorst.
Golfstroom 0°
Met welk instrument worden deze trillingen gemeten? A B C D
een barometer een hygrometer een seismograaf een thermometer
Peru stroom
Op deze kaart zijn vier zeestromen aangegeven. Welke zeestroom beweegt zich van lage naar hoge geografische breedte? A B C D
Golfstroom Labradorstroom Oya Shio stroom Peru stroom
7
5 Langs een rivier ligt plaats A op 45m en plaats B op 195m boven de zeespiegel. De afstand tussen deze plaatsen is 300 km. Surinamerivier
Het verhang is
FransGuyana
X
A 45 : 300.000 B 150 : 300.000 C 195 : 300.000 D 240 : 300.000
Pedrosungu sula
6
In de tekening is de Marowijnerivier te zien. Hoe heet de stroomversnelling in deze rivier die met X is aangegeven?
In deze tekening is een deel van een rivier te zien.
A B C D
Welke aanduiding is juist bij deze rivier? A B C D
getijde rivier gletsjer rivier meanderende rivier oceanische rivier
Arminavallen Manbarivallen Maripasula Porigudusula KUSTVORMEN/KUSTVLAKTEN 8
Steile kusten hebben een hoge rotsachtige wand. De golven die op deze wand opbotsen, kunnen A B C D
deze aan de onderkant uitschuren. deze aan de bovenkant afvlakken. modderbanken verplaatsen. uitgestrekte zandbanken vormen.
9
KLIMAAT EN VEGETATIE 11
Wageningen
Lelydorp Albina
Apura
wolken II III I meer IV
Bekijk de kaart. Een deel van ons land is opgebouwd uit formaties. Welke plaats op de kaart ligt in de jongste formatie? A B C D
De tekening stelt de korte kringloop van het water op aarde voor. Met welk nummer is de fase van condensatie aangegeven? A B C D
Albina Apura Lelydorp Wageningen
I II III IV 12
10
Hier volgen twee beweringen over passaten. Langs de kust van ons land vindt er zowel aanwas als afslag plaats. In welke districten is er sprake van landverlies? A B C D
Commewijne en Coronie Commewijne en Marowijne Coronie en Saramacca Saramacca en Marowijne
I
De Noordoostpassaat waait als een zeewind over ons land.
II
De Zuidoostpassaat waait als een landwind over ons land.
Voor deze beweringen geldt: A B C D
I is juist, II is onjuist I is onjuist, II is juist. I en II zijn beide juist. I en II zijn beide onjuist.
13
16
Tussen ± 10º NB en ± 10º ZB is er een vegetatiegordel met een heterogene plantengroei. Welk vegetatiesoort groeit tussen 10º en 20º? A B C D
We kunnen de bestaansmiddelen verdelen in sectoren. Tot de tertiaire sector rekenen we A B C D
savannevegetatie steppevegetatie toendravegetatie woestijnvegetatie
het fabriceren van water in flessen. het maken van meubels. het produceren van zuivelproducten. het verzekeren van voertuigen. 17
14
I
II
III
Op aarde komen verschillende vegetatiegordels voor.
IV N.O.P.
N.O.P.
In welk gebied groeit de juiste vegetatiesoort? gebied A B C D
Amazonegebied Andesgebied Orinocogebied Patagonië
N.O.P.
I.T.C.Z. N.O.P.
vegetatie
I.T.C.Z.
I.T.C.Z.
tropisch regenwoud mediterrane plantengroei woestijnsteppen loofwoud
Z.O.P.
I.T.C.Z.
Z.O.P.
Z.O.P.
Z.O.P. Suriname
15 Mangrove groeit in brakwater langs de kust en vormt een voedselrijk milieu voor vele dieren. Hier volgen twee beweringen over de mangrove: I
Mangrove beschermt de kust tegen modderaanslibbing en bevordert erosie.
II
Mangrove beschermt de kust tegen erosie en bevordert modderaanslibbing.
A B C D
I is juist, II is onjuist I is onjuist, II is juist. I en II zijn beide juist. I en II zijn beide onjuist.
De vier tekeningen geven de verschuivingen van de Inter Tropische Convergentie Zône (I.T.C.Z.) en de passaten ten opzichte van Suriname aan. Bij welke stand van de I.T.C.Z. hebben we de grote droge tijd in ons land? A B C D
I II III IV DISTRICTEN EN BEVOLKING 18
Bij welk district is de juiste plaats aangegeven?
A B C D
district
plaats
Brokopondo Commewijne Para Saramacca
Asidonhopo Richelieu Lelydorp Groot-Henar
21
19 Er zijn verschillende migratievormen. Welke migratievorm is goed omschreven? Nickerie rivier
A Emigratie is de terugkeer van Surinamers uit Nederland om zich hier te vestigen. B Immigratie is de komst van Chinezen in Suriname om zich blijvend te vestigen. C Remigratie is de trek van bewoners uit Coronie naar Paramaribo. D Urbanisatie is de trek van Surinamers naar de Verenigde Staten.
Guyana
FransGuyana
20 LEGENDA:
= Centraal Suriname Natuurreservaat Witagron Kaaimanston Nickerierivier
Het CSNR (Centraal Suriname Natuurreservaat) is ons grootste natuurreservaat waarbinnen drie bestaande natuurgebieden liggen. Welk natuurgebied ligt in dit reservaat?
In de tekening zijn twee marrondorpen aangegeven.
A B C D
Langs welke rivier liggen deze dorpen? A B C D
de Arawararivier de Coppenamerivier de Saramaccarivier de Wayamborivier
Blanche Marievallen Brownsberg Palumeu Tafelberg MILIEU 22
Het milieu kan door menselijke activiteiten beschermd of vervuild worden. Welke activiteit is milieuvriendelijk? A B C D
het gebruik van kwik bij de goudwinning. het op grote schaal omhakken van bomen. het planten van bomen op straatbermen. het verbranden van huisvuil in woonwijken.
25
DE AMERIKA’S, HET CARIBISCHE GEBIED EN AZIË
Caribische Zee
23 Mexico
Welke waterval komt voor in de Verenigde Staten van Amerika?
Guatemala
A B C D
Angelvallen Anoravallen Kaieteurvallen Niagaravallen
San Salvador
Nicaragua
Grote Oceaan
Bekijk deze kaart.
24
Welk land grenst aan Nicaragua, Guatemala en San Salvador? Montreal X
Atlantische Oceaan
A B C D
Belize Costa Rica Honduras Mexico
New York
26
= Grote Meren x
De kaart stelt een deel van Noord-Amerika voor. De rivier die met X op de kaart is aangegeven vormt een belangrijke zeeweg tussen de Grote Meren en de Atlantische Oceaan.
Brasilia
Hoe heet deze rivier? A B C D
Hudsonrivier Mississippirivier Missouririvier St. Lawrencerivier
= landsgrens
De meeste Zuid-Amerikaanse landen behoren tot Latijns-Amerika. Van welk Latijns-Amerikaans land is de hoofdstad met x aangegeven op de kaart? A B C D
Argentinië Chili Uruguay Venezuela
27
29 Atlantische Oceaan
I III
Caribische Zee
IV
II
Van welk Caribisch land is Port of Spain de hoofdstad? A B C D
Barbados Martinique St. Vincent Trinidad and Tobago 30
Bekijk de kaart van het Caribische gebied. Enkele eilanden zijn met een nummer aangeduid. Welk genummerd eiland is onlangs lid geworden van de Caricom? A B C D
Ons zuiderbuurland Brazilië is in regio’s verdeeld. Welke bewering over deze regio’s is juist? A In het noorden bevinden zich de grootste koffieplantages. B In het noordoosten komen we een sterk geïndustrialiseerd gebied tegen. C In het westen komen de grootste havens voor. D In het zuidoosten is de bevolkingsdichtheid het hoogst.
I II III IV 28
INTERNATIONALE ORGANISATIES
I Japanse Zee
31 II Grote Oceaan
De Verenigde Naties heeft een aantal officiële talen die gebruikt worden bij de vergaderingen. Welke drie talen zijn juist?
III IV
De agglomeratie Tokyo-Yokohama ligt op één van de Japanse eilanden. Dit eiland wordt gekenmerkt door een hoge bevolkingsdichtheid. Met welk nummer in de tekening wordt dit eiland aangeduid? A B C D
I II III IV
A B C D
Engels – Duits – Japans Engels – Japans – Zweeds Engels – Nederlands – Russisch Engels – Spaans – Frans 32
De Verenigde Naties bestaat uit zes hoofdorganen. In welk hoofdorgaan hebben de permanente leden het vetorecht? A B C D
de Algemene Vergadering de Economische Sociale Raad de Trustschapsraad de Veiligheidsraad
33
35
Mercosur is een regionale handelsorganisatie.
NP
In welk werelddeel liggen de lidlanden van Mercosur? A B C D
1
Afrika Azië Noord-Amerika Zuid-Amerika
2
X
3
GRAADNET EN COSMOGRAFIE 34 Wat is juist ten aanzien van de ligging van Suriname? Suriname ligt ten A noorden van de evenaar en ten oosten van de 0-meridiaan. B noorden van de evenaar en ten westen van de 0-meridiaan. C zuiden van de evenaar en ten oosten van de 0-meridiaan. D zuiden van de evenaar en ten westen van de 0-meridiaan.
4
ZP
Plaats x in de tekening is het snijpunt van de vier halfronden. Welke ligging van de plaatsen is juist aangeduid? A B C D
plaats 1 ligt op het noordoostelijk halfrond plaats 2 ligt op het zuidwestelijk halfrond plaats 3 ligt op het noordwestelijk halfrond plaats 4 ligt op het zuidoostelijk halfrond 36
40º
30º
20º
10º
0 10º meridiaan
20º
30º
40º 30º 20º
P 10º evenaar L 10º 20º 10º 40º
In de tekening zijn de plaatsen P en L aangegeven. De tijd in plaats L is 8 uur v.m. Hoe laat is het in plaats P? A 5.20 v.m. B 6.40 v.m. C 9.20 v.m. D 10.40 v.m.
37
39
NP
Ons zonnestelsel bestaat uit een aantal planeten die in grootte variëren.
1 60º NB
Welke planeet is groter dan de aarde?
30º NB 2
A B C D
0º 3 30º ZB 4 60º ZB
Jupiter Mars Mercurius Venus 40
ZP
= windrichting 4
De aarde roteert van west naar oost, waarbij de stromingsrichting van de grote windsystemen een afbuiging krijgen.
Maan
Welke windrichting in de tekening is juist aangegeven? A B C D
X
Y
Z
3
2
1 2 3 4
In de tekening zien we drie planeten X, Y en Z. X wordt ook wel de blauwe planeet genoemd. Y zien we als een morgenster. Z is de warmste planeet.
38
Waar in de tekening bevindt de zon zich?
NP I II 23 12 º NB
IV III
0º
23 12 º ZB ZP
Bekijk deze tekening goed. Op welke plaats in de tekening staat de zon loodrecht wanneer het in ons land de kleine regentijd is? A B C D
1
plaats I plaats II plaats III plaats IV
A B C D
op plaats 1 op plaats 2 op plaats 3 op plaats 4