Kinderen helpen bij verlies en rouw UMC St Radboud
Patiënteninformatie
Deze folder is bedoeld om u als ouder of verzorger van een kind dat een dierbare heeft verloren of gaat verliezen te helpen bij dit verlies en rouw. Waarschijnlijk is degene die gaat overlijden of is overleden ook een dierbare van uzelf. U staat voor de moeilijke taak om met uw eigen zorgen en verdriet om te gaan en tegelijkertijd met die van uw kind(eren). We hopen u hiermee een klein beetje te helpen bij het begrijpen en steunen van uw kind(eren) in deze moeilijke tijd. U krijgt informatie over hoe kinderen rouwen, wat u beter wel en niet kunt doen.
Kinderen rouwen ook
Ook kinderen lijden onder een verlies en rouwen op hun manier als een dierbare is overleden. Misschien hopen we dat kinderen ‘gelukkig’ te jong zijn om te beseffen wat er is gebeurd. We hopen dat de pijn en het verlies het kind bespaard zullen blijven. Dit is helaas niet het geval. Kinderen rouwen ook, hoe klein ze ook zijn. Het rouwen van kinderen lijkt veel op dat van volwassenen. Op een paar punten wijkt het echter af. Het denkproces van kinderen tot ongeveer twaalf jaar is nog niet volledig ontwikkeld, ze snappen sommige dingen nog niet. Kinderen hebben hun gevoelens minder onder controle en ze houden ook minder rekening met ‘sociale wenselijkheid’. Sommige kinderen reageren erg explosief. Anderen laten nauwelijks iets zien van wat hen bezighoudt. Ze houden daarbij vaak rekening met hun rouwende ouders. Onbewust willen ze hun eigen verdriet daar niet aan toevoegen. Ze zijn afhankelijk van de volwassenen om hen heen. Wanneer volwassenen hen niet goed voorbereiden, informeren en betrekken dan kunnen kleine kinderen zelf ook weinig actief zijn in hun rouwproces. Rouw bij kinderen is vaak zichtbaar via het gedrag. ‘Lastig’ gedrag is soms een uiting van verdriet, niet wetende hoe ze de heftige gevoelens op een andere manier moeten uiten. Kinderen verliezen niet alleen degene die overleden is, maar ook de ouders zoals zij die kenden en hen vertrouwd waren. De sfeer in het gezin verandert en dingen die vertrouwd waren vallen weg. Soms is er een periode weinig aandacht voor hen. Het is dan belangrijk dat vertrouwde anderen de ouders kunnen ondersteunen bij de opvang, bijvoorbeeld een leerkracht van school, een tante of oom, of vrienden.
1
Een rouwend kind kan zijn verdriet uiten door verschillend gedrag: Agressief, slaan en schoppen Boosheid, ontzettend kwaad Ontkennen Concentratieproblemen Onrust en ongedurig Buikpijn Stil en superlief Zoeken naar fysiek contact
slaapproblemen krijgen, erg verdrietig worden, agressief worden naar andere kinderen of juist niet meer met andere kinderen willen spelen. Het kind heeft zijn verdriet tijdelijk ‘opgeborgen’. De omgeving legt vaak niet de link met het overlijden, dat is immers al zo lang geleden. Het uitstellen van rouw is overigens bij kinderen eerder normaal dan afwijkend gedrag. Wel is belangrijk dat deze verlate rouw wordt herkend en erkend en het kind alsnog de steun en begeleiding krijgt die het zo hard nodig heeft. Het definitief wegstoppen van verdriet, kan tot ernstige problemen leiden. Bijvoorbeeld op het moment dat het kind in aanraking komt met iets wat het oude verlies raakt.
Elk kind rouwt anders Elk kind rouwt en uit gevoelens op zijn eigen manier. Daar is geen vast patroon voor. Toch zijn er wel gedragingen, gedachten en gevoelens die vaak voorkomen. Hoe en of kinderen deze gevoelens en gedachten uiten, verschilt per kind en per moment. Het gemis tonen (kleine) kinderen anders dan volwassenen. Soms lijkt het zelfs alsof het ze niets doet en is pas na bijvoorbeeld driekwart jaar een eerste reactie zichtbaar. Pas als voor ze blijkt dat het dagelijks leven verder gaat en het gezinsleven ook doorgaat, voelt het kind zich veilig genoeg om het eigen verdriet te uiten.
Rouwen is nooit klaar Een ingrijpend verlies verwerken is een levenslang proces; het is nooit klaar. Dat wil niet zeggen dat kinderen met een verlieservaring niet gelukkig kunnen worden. Het verlies is echter altijd ergens op de achtergrond aanwezig. In elke ontwikkelingsfase waarin het kind komt, zal het verlies zich weer op een nieuwe manier uiten. Kinderen ontwikkelen zich en komen steeds tot nieuwe inzichten. Ze kijken daarmee weer anders naar leven en dood. Zij kunnen veel vragen stellen en deze vragen steeds weer opnieuw stellen, omdat zij de informatie steeds weer op een andere manier begrijpen. Omdat kinderen per ontwikkelingsstadium de dood anders beleven geeft dat ook nieuwe gevoelens. Dit kan heel ingrijpend zijn. Als een kind lange tijd na het overlijden van een dierbare ineens heel verdrietig is, dan is dat niet alarmerend. Dat hoort erbij. Je kunt met verdriet leren omgaan, de scherpte van het verdriet verdwijnt en het wordt anders, maar verdriet blijft altijd. ‘Tijd heelt alle wonden’ gaat niet op! Het verwerken van een verlies gaat niet vanzelf. Het is hard werken en daarbij is de steun en hulp van mensen in de directe omgeving van grote waarde!
• • • • • • • •
Kinderen rouwen niet continu Kinderen zijn niet in staat om continu verdrietig te zijn. Ze rouwen op en af. Een kind kan plotseling worden overdonderd door verdrietige gevoelens en even later weer vrolijk naar buiten rennen. Dit kan volwassenen verbazen, toch is het wisselen tussen verdriet en spelen gezond gedrag. Kinderen kunnen rouwen uitstellen Jonge kinderen gaan meestal pas rouwen als de situatie weer veilig aanvoelt voor hen. Dat is bijvoorbeeld als het thuis weer rustiger en stabiel is. Soms duurt dit wel een jaar of nog langer! Zo kan het voorkomen dat een peuter die een ouder verliest, de eerste twee jaar door lijkt te leven alsof er niets aan de hand is en pas na verloop van tijd opeens
2
3
Hieronder wordt beschreven hoe kinderen in verschillende leeftijdsfasen de dood kunnen ervaren en wat u als ouder of verzorger voor het kind kunt doen.
Baby’s Betekenis van de dood Een baby heeft nog geen besef van leven en dood. Toch voelt een kind op deze leeftijd vaak heel goed aan dat er iets gaande is; iets wat anders dan voorheen is. Een ongeboren kindje in de buik van zijn moeder kan voelen of zij zich goed voelt of juist helemaal niet. Een pasgeboren kindje voelt goed aan hoe het door zijn ouders wordt vastgehouden: is dit krampachtig, wordt er gehuild, is er een andere spierspanning dan normaal? Allemaal signalen voor een klein kind dat er iets anders aan de hand is dan gewoonlijk. Hoe kan je baby’s helpen Probeer er voor hen te zijn. Denk niet dat ze er geen weet van hebben, want ze weten én voelen meer dan jij denkt. Neem je kindje in je armen of op schoot en laat voelen dat je er bent. Lukt u dit zelf niet? Schakel dan een dierbare persoon in die je zou kunnen helpen. Iemand die u vertrouwt en iemand die uw kindje ook vertrouwt.
Peuters en kleuters Peuters en kleuters denken magisch Bij peuters en kleuters lopen fantasie en werkelijkheid door elkaar. Zo kan een kind van drie niet willen dat de kist waarin vader ligt, wordt dichtgemaakt. “Als mijn vader weer levend wordt, moet hij er wel uit kunnen.” Of is een kind van twee drie maanden na de dood van haar moeder druk bezig met het bereiden van een ‘medicijntje’. Ze is er stellig van overtuigd dat mama weer levend wordt als ze dit op haar graf gooit. Een kind van vier kan denken dat het zijn overleden moeder wakker kan kussen, zoals in het sprookje.
4
Peuters en kleuters hebben geen besef van de onomkeerbaarheid van de dood Peuters hebben nog geen besef van de onomkeerbaarheid van de dood. Ze begrijpen niet dat hun dode vader echt nooit meer terugkomt. Woorden als ‘nooit’ of ‘voor altijd weg’ zeggen hen nog niets. Als ze verdrietig zijn, is dat omdat ze hun vader in ‘het nu’ missen, niet omdat hij nooit meer terug komt. Kinderen van vier tot zes jaar kennen het verschil tussen dood en leven. Veel kleuters hebben wel eens een dood vogeltje gezien of een plant gezien die dood was. Toch kunnen ze meestal nog niet begrijpen wat dood zijn precies inhoudt. Dat de dood betekent dat je echt nooit meer levend wordt, is voor deze kinderen nog ongrijpbaar. Kleuters beseffen niet dat de dood voor altijd is, dit besef ontstaat heel langzaam. Daarom is het belangrijk dat het ze heel goed worden uitgelegd. Keer op keer. Peuter en kleuterdenken veroorzaakt angst en schuldgevoel Een peuter of kleuter is nog niet in staat om logisch te denken: oorzaak en gevolg zegt hem nog niets. Hierdoor kunnen peuters gedachten hebben die voor ons als volwassenen volkomen onlogisch lijken. Juist dit soort gedachten kan veel angst en schuldgevoel bij peuters veroorzaken, waar wij geen weet van hebben. Zo kan een peuter denken dat hij schuldig is aan de hersenbloeding van zijn vader, omdat hij de avond ervoor weigerde zijn pyjama aan te trekken. Of kan een meisje van drie in paniek raken als ze moet hoesten. Een tijdje daarvoor heeft ze haar oma horen hoesten die enkele dagen later aan een hartaanval overleed. Peuters en kleuters rouwen op en af Het ene moment kunnen ze intens verdrietig zijn, het andere moment spelen ze weer. Dat doen ze omdat ze het anders niet aankunnen. Hun verdriet is te groot. Juist die slingerbeweging tussen spelen en verdrietig zijn, is gezond gedrag. Kinderen kunnen niet 24 uur per dag rouwen en hebben het nodig zichzelf regelmatig af te leiden door spel of andere dingen die ze leuk vinden.
5
Hoe kan je peuters en kleuters helpen Ook op deze leeftijd geldt: laat weten en voelen dat u er bent! En ontneem niet hun spel hoe heftig dit soms ook voor uzelf kan zijn, dit is voor hen de manier om het te verwerken. En vaak is het fijn om van de uitvaart foto’s of video-opnames te maken zodat het kind op latere leeftijd naar deze beelden kan kijken, dan weet hij dat hij er ook bij heeft mogen zijn. Dit geldt trouwens voor alle jonge leeftijden. We kunnen kinderen op deze leeftijd helpen door door de ogen van het kind te kijken. Kinderen observeren veel beter dan volwassenen dat doen. Dus ga eens door de knieën bij een kist en zie eens wat een kind ziet. Daarnaast is het goed om steeds maar weer op hun vragen in te gaan; geef ook eerlijk antwoord waarom en hoe iemand is gestorven. Zo leren kinderen dat iemand echt dood is en nooit meer terug komt. Gebruik ook woorden die bij hun leeftijd passen en wees eerlijk. Iemand die dood is, slaapt niet, maar is dood en wordt dus ook niet meer levend.
Kinderen van zeven tot negen jaar Ze begrijpen het wel, maar weten er niet mee om te gaan Vanaf een jaar of zeven kunnen kinderen verbanden leggen tussen verschillende gebeurtenissen. Ze begrijpen meestal wel wat er om hen heen gebeurt, maar weten niet hoe ze ermee om kunnen gaan. Ze krijgen veel informatie als een dierbare overlijdt of ernstig ziek is. Het omgaan met al die informatie is heel moeilijk voor ze. Dat maakt ze kwetsbaar en soms angstig en vol verwarring. In deze leeftijdsfase maken kinderen een overstap van magisch denken (waarbij fantasie en werkelijkheid door elkaar lopen) naar het zogenaamde concrete denken. In het concrete denken zijn dingen goed of fout, moeilijk of gemakkelijk, leuk of stom; er zijn nauwelijks nuances. Ze hebben de neiging om dingen heel letterlijk te nemen. Ze beseffen dat de dood onomkeerbaar is Kinderen van zeven tot negen jaar kennen het verschil tussen dood en leven. Ze begrijpen meestal al dat dood zijn betekent dat je echt nooit meer levend wordt, dat de dood voor altijd is. Het besef dat ook mensen van wie je houdt dood
6
kunnen gaan, maakt kinderen van deze leeftijd vaak angstig. Vaak hebben ze interesse in de uiterlijke dingen die bij een overlijden horen, zoals de kist en de uitvaart en ze gaan zich interesseren voor wat er na de dood gebeurt. Ze willen niet anders zijn Kinderen van deze leeftijd willen niet anders zijn dan hun leeftijdgenoten. Soms verzwijgen ze bepaalde gebeurtenissen uit angst dat ze ‘anders’ worden gevonden en dan buiten de groep vallen. Ze kunnen hun gevoelens verbergen om vooral maar niet kinderachtig te lijken en zij huilen dan in stilte. Hoe kan je kinderen van deze leeftijd helpen Creëer rust en ruimte. Ga niet ineens de confrontatie aan als ze aan het voetballen zijn. Maar ga lekker bij ze zitten of liggen en nodig hen uit om te vertellen. Kinderen kunnen vaak heel goed zelf aangeven wat ze willen vertellen. Nodig het kind uit om erover te praten. Soms hebben kinderen een ‘duwtje’ nodig om hun gevoelens te kunnen uiten.
Kinderen van 10 tot 12 jaar Betekenis van dood Kinderen van deze leeftijd weten meestal wat de dood betekent. Ze weten dat iedereen dood gaat en dat de dood onomkeerbaar is. Iemand die dood is, kan niet meer levend worden. Tegenstrijdig Aan de ene kant beginnen kinderen op deze leeftijd een bepaalde onafhankelijkheid te krijgen. Aan de andere kant zijn ze ook nog afhankelijk van hun ouders/ verzorgers. Het sterven van een gezinslid roept waarschijnlijk in hun ogen kinderlijke gevoelens op, terwijl ze op deze leeftijd juist helemaal niet kinderachtig willen zijn. Door alle emoties die ze ervaren, kunnen ze in de war raken. Zij hebben eigenlijk steun en troost nodig, maar verbloemen dat met prikkelbaar of moeilijk gedrag. In plaats van steun en begrip krijgen ze dan vaak vermaningen en straf.
7
Leeftijdgenoten Veel kinderen van deze leeftijd zoeken hun leeftijdgenoten op voor steun en troost. Soms meer dan bij hun ouders of andere volwassenen. Dingen blijven doen
Kinderen van deze leeftijd hebben vaak de behoefte om de dingen te blijven doen die ze altijd deden naast hun verdriet. Ze willen niet anders zijn dan hun leeftijdsgenoten en ze willen doorgaan met het leven zoals het was. Zo geven ze hun verdriet een plek in hun leven. Hoe kan je kinderen van deze leeftijd helpen Om kinderen op deze leeftijd te helpen, zorg je dat er een open communicatie is en dat ze zich veilig voelen om vragen te stellen. Geef eerlijk antwoord hoe moeilijk je dat antwoord zelf ook vindt.
Kinderen van 13 tot 18 jaar Besef van de dood Adolescenten hebben een volwassen besef van de dood. De dood is onomkeerbaar en het kan iedereen overkomen. Dat beseffen ze goed. Toch is er meestal nog wel een grote afstand tot de dood. “Iedereen kan dood gaan, behalve mensen uit de directe omgeving.’ Heftig De puberteit/adolescentie op zichzelf is al een heftige periode. Adolescenten krijgen te maken met een drang naar onafhankelijkheid. Ze maken zich los van hun eigen familie en gaan een eigen leven opbouwen. Zij willen zelfstandig zijn, experimenteren en uitgaan met hun vrienden. Ze vragen zich af ‘wie ze zijn’ en ‘wat ze willen’. Wanneer jongeren in deze turbulente fase van hun leven te maken krijgen met rouw kan dat ongelooflijk ingewikkeld zijn voor ze. Aan de ene kant willen ze onafhankelijk zijn, aan de andere kant hebben ze verdriet en af en toe veel behoefte aan steun en bescherming van hun ouders. Ook voelen ze zich vaak verantwoordelijk voor de andere gezinsleden.
8
Eenzaam Op deze leeftijd willen jongeren vaak zelfstandig omgaan met problemen, los van hun ouders. Leeftijdgenoten zijn nu erg belangrijk. Gevoelens delen met volwassenen vinden ze vaak moeilijk, terwijl leeftijdgenoten niet begrijpen wat ze doormaken. Zij zijn opeens geen lotgenoten meer. Dat kan het omgaan met een ingrijpend verlies eenzaam en extra ingewikkeld maken. Meer handvatten om kinderen te helpen Schakel hulp in op momenten dat u het moeilijk hebt. Mogelijk hebt u zelf zoveel verdriet dat u het verdriet van uw kind er niet bij kunt hebben. Laat het kind dit dan ook weten: dat u even goed voor uzelf moet zorgen, maar dat het altijd bij u mag komen met zijn verdriet. Regel een opppasdag met familie of vrienden en neem wat tijd voor uzelf. U mag best uw verdriet aan uw kind laten zien, maar leg rouw niet bij hem of haar neer. Als een familielid overlijdt, is uw kind niet alleen een dierbare kwijt, maar ook de tijd met hem of haar. De vaste woensdagmiddag naar het voetbalveld bijvoorbeeld. U kunt hiervoor gerust een ander familielid of (huis)vriend hiervoor vragen. Niet als vervanger van de verloren dierbare, maar gewoon als iemand die er ook is voor uw kind. Een kind hangt aan het leven. Als hij weer gaat sporten of naar een feestje gaat is dat goed. Het is niet goed als het langere tijd ander gedrag vertoont. De gevoelens van een kind zijn in principe hetzelfde als bij volwassenen: verdriet, eenzaamheid en boosheid kunnen op de voorgrond treden. Kinderen uiten deze gevoelens echter wel anders. Ze zeggen niet dat ze een dierbare missen, maar schoppen tegen de tafelpoot. Toon hiervoor begrip. Een rouwend kind heeft het meest aan een ouder die verder gaat met zijn leven. Zorg wel voor ruimte voor het verdriet. Een kind kan zich anders in de steek gelaten voelen. Dus maak de dood bespreekbaar. Vaak zijn kinderen boos. ‘Hield hij dan niet meer van mij? Laat het er maar uit komen en praat erover. Geef ruimte aan de herinnering. Door bijvoorbeeld een herinneringshoekje of praten over de fijne dingen. Bescherm ze tegen eenzaamheid. Geef of zoek antwoorden op hun vragen.
•
•
• • • • • • •
9
•
Ga de dood niet uit de weg. Praat er met uw kind over zoals u praat over allerlei gebeurtenissen uit het leven van kinderen. Want waarom wel praten over de geboorte van een kindje, maar niet praten over de dood van een dierbare? Als u dit wel doet leren kinderen dat de dood bij het leven hoort en zullen ze er makkelijker over kunnen praten als er iemand sterft. De rouw wordt er niet minder om, maar het maakt het soms wel makkelijker.
Leestip: Wilt u meer lezen dan raden wij u de boeken van Riet Fiddelaers-Jaspers aan. Zij is rouwtherapeute, trainer, opleider, adviseur en auteur. Bij het maken van deze folder is gebruik gemaakt van de website www.jongehelden.nl. Op deze website kunt u nog meer informatie vinden over het begeleiden van kinderen die een verlies meemaken.
10
Noteer hier uw vragen
© UMC St Radboud overname van (gedeelten uit) deze tekst is uitsluitend mogelijk na schriftelijke toestemming van Productgroep Communicatie
08-2012-7243
WWW.UMCN.NL