LEEN DEN BESTEN
Omgaan met verlies en rouw Noodzakelijk verlies 1
In ons leven krijgen we regelmatig te maken met verlies. Verlies van geliefden door de dood, verlies door te verlaten en verlaten te worden, verlies door scheiding of door het vertrek van degenen die we liefhebben, verlies van een baan, een goede gezondheid, een vertrouwde omgeving, verlies van romantische dromen of onmogelijke verwachtingen, verlies van illusies van vrijheid, veiligheid of macht, verlies van je jonge zelf. Verlies is de prijs die we voor het leven betalen. Terwijl wij onze weg zoeken van geboorte naar dood, moeten we ook onze weg zoeken door de pijn van het almaar moeten opgeven van mensen die wij liefhebben en dingen en zaken waaraan we gehecht zijn. Verlies is niet alleen maar negatief. Verlies kan namelijk ook een bron van groei en geestelijke verrijking zijn, al kun je nooit van tevoren zeggen of dat het geval zal zijn. Er zijn verliezen waar we ons niet veel van aantrekken. Wanneer we iets verliezen dat niet belangrijk voor ons is of afscheid moeten nemen van iemand met wie we nauwelijks contact hadden, raken we er niet van onderste boven. Maar van het verlies van iemand die of iets dat belangrijk voor ons was, zijn we totaal uit ons doen. We zijn intens verdrietig en rouwen. Rouwen is te omschrijven als een proces van aanpassing aan een nieuwe situatie tengevolge van een verlies van iemand die of iets dat belangrijk voor ons was. Thomas Lynch noemde eens het verdriet en de rouw vanwege het verlies van een geliefde een 'omgekeerde romance': 'Het is liefde met terugwerkende kracht. Als je hebt liefgehad treur je, daar zijn geen uitzonderingen op. De rouw begint met veel opwinding, met acute gevoelens, maar het eindigt veelal met het accepteren van iemands dood. Je leert je iemand te herinneren zonder pijn te hebben. Een romance begint ook met een hoop opwinding en eindigt met het accepteren van degene die je liefhebt, want liefde is geen romance. Op veel manieren is rouwen een soort “healing”.'1 Een proces
Ossip Zadkine (1890-1967), De verwoeste stad, Rotterdam, 1953.
Rouw, is geen toestand, maar een proces. Ik zal me nu vooral bezig houden met wat het rouwproces wordt genoemd, en wel het rouwproces bij en na het sterven van een geliefde. Terloops wijs ik er op dat ook bij andere vormen van verlies je een vergelijkbaar
2
rouwproces mee kunt maken, zij het soms minder heftig en minder langdurig. Hoewel een rouwproces bij ieder anders verloopt en bij verschillende soorten verlies ook anders is, zijn er wel patronen in te herkennen die vaak voorkomen. De eerste fase van een rouwproces, ongeacht of je op het verlies was voorbereid, is een shocktoestand, verdoving, ongeloof: dit kan niet waar zijn! En je huilt en jammert of zit er stilletjes bij. Golven van verdriet en momenten van een verbijsterd niet-begrijpen wisselen elkaar af. De schok kan meevallen als je al een tijdlang hebt moeten leven met het naderende sterven. De schok kan zelfs geringer zijn dan de opluchting. Maar het feit dat iemand van wie je houdt uit tijd en ruimte verdwenen is, heeft nog iets onwerkelijks, gaat je besef te boven en shockeert je. De dood is een van die levensfeiten waarvan je de onontkoombaarheid meer verstandelijk dan emotioneel aanvaardt. En al kun je het verlies verstandelijk aanvaarden, je zult je er verder vaak tegen blijven verzetten. Iets van ongeloof en ontkenning kan er, ook na de eerste schok, nog blijven. Het kan zelfs het hele rouwproces kosten om van het onmogelijke - de dood - realiteit te maken. Na de eerste rouwfase, die van betrekkelijke korte duur is, komt er een langere periode van verdriet. Naarmate iemand belangrijker voor je was, Vincent van Gogh (1853-1880) is het verdriet intenser. Is het een periode van intens verdriet, dan is het dikwijls ook een periode van wisselende emoties en lichamelijke klachten, soms ook van scheidingsangst en hulpeloze, hopeloze wanhoop, en van woede. Hoe dan ook is het een periode waarin je probeert te komen tot een verstandelijke en emotionele erkenning van je verlies en tot verwerking van gevoelens, ook van eventuele problematische gevoelens. Na de relatief lange periode van verdriet komt wat wel de 'voltooiing' van het rouwen wordt genoemd. En al zul je wellicht nog wel eens huilen om, verlangen naar en behoefte hebben aan je gestorven geliefde, voltooiing houdt in dat je jezelf hervindt: je aanvaardt het verlies, hervindt je evenwicht, je energie, je hoop, en je vermogen om te genieten en iets van het leven te maken. Langzaam maar zeker neem je de nieuwe levenssituatie als taak op je. Een tijd van intens verdriet Op de tweede fase, die van verdriet, soms zelfs van intens verdriet, wil ik nog wat nader ingaan. De opgave waarvoor je staat is het verlies en de gevoelens die dat bij je oproep toe te laten. Dat is vaak een moeilijke opgave. Je moet je verlies onder ogen zien en dat is heel confronterend. Je moet allerlei gevoelens toelaten en die gooien je overhoop. De neiging kan er dan ook zijn om gevoelens te ontkennen of weg te duwen. De een houdt zich flink. De ander stort zich in allerlei activiteiten of zoekt direct een vervanging voor het
3
verlies. Een derde gedraagt zich alsof er niets is veranderd en schept zichzelf een schijnwereld waarin de illusie blijft bestaan dat er helemaal niets verloren is. Verdringen van gevoelens kost erg veel energie. Als je je lange tijd heel flink houdt, raak je op een gegeven moment uitgeput. Je hebt te lang in een verkrampte houding geleefd. Als je dan eindelijk je gevoelens durft toe te laten, je verdriet durft te voelen en eindelijk kunt huilen, valt er een zware last van je af. Een verstandelijke erkenning van je verlies is nodig om op een reële manier verder kunnen leven. Gevoelens niet toelaten, onderdrukken of verdringen helpt je niet verder. Je blijft slechts de gevangene van het verleden. De werkelijkheid toelaten doet pijn. Ontkenning van de werkelijkheid is begrijpelijk. Ze biedt, zeker in het begin, een zekere zelfbescherming. Maar op den duur kun je er niet om heen dat degene die belangrijk voor je was er niet meer is. Je moet komen tot een emotionele erkenning van je verlies. Pas door de erkenning is een diepere bewustwording mogelijk van jezelf in relatie tot wie je verloor met alle eventueel problematische kanten daaraan. Problematische gevoelens Met gevoelens van verdriet, wanhoop, verlatenheid, enzovoort toelaten ben je er niet. Je moet ze ook durven te doorleven en er uiting aan geven. Het moeilijkst zijn problematische en negatieve gevoelens. Deze gevoelens kunnen betrekking hebben op degene die je verloor. Zo zul je wellicht niet louter gelukkige momenten met betrokkene gehad hebben. Immers geen enkele relatie is ideaal. In vrijwel iedere relatie zijn ook minder fijne momenten en conflicten. Je kunt ook te maken hebben met een moeilijk te verteren gedrag van de ander tot uiting komend in bijvoorbeeld een overheersende opstelling, gebrek aan aandacht, drankmisbruik, fysiek geweld, meningsverschillen over de opvoeding van de kinderen, egoïsme, pesterijen of de weigering om problemen te bespreken. Vooral de problematische gevoelens zorgen ervoor, dat je niet loskomt van het verleden. Ze verdringen helpt niet. Problematische gevoelens kunnen ook betrekking hebben op jezelf. Je kunt tekortgeschoten zijn tegenover degene die je verloor en je daarover schuldig voelen. Je kunt ook het gevoel dat je tekort schoot, terwijl dat helemaal niet het geval is. Schuldgevoelens kunnen dus voortkomen uit een reëel tekortschieten. Ze kunnen ook voor het oog van de buitenstaander iedere grond missen of enorm overdreven zijn. Je voelt je misschien schuldig omdat je geen afscheid kon nemen, of omdat je er niet op aangedrongen hebt naar de dokter te gaan, of omdat je je kop in het zand gestoken hebt. Verwerking van problematische gevoelens begint met het erkennen van deze gevoelens en kan eindigen met het aanvaarden ervan. Genuanceerd bewust worden is eigenlijk een proces van dieper inzicht krijgen in jezelf, meer tot jezelf komen. Immers de problematische gevoelens die het verlies oproept, zijn een heel persoonlijke reactie op dat verlies. Door nu die persoonlijke reactie niet te ontwijken (verdringen van gevoelens), maar je er juist extra in te
verdiepen, kun je een dieper, genuanceerder beeld krijgen van wat degene die je verloor voor je betekende.2 Rouwen kost tijd
4
Rouwen kan maanden en in veel gevallen enkele jaren duren en neemt gedurende die tijd veel energie en aandacht in beslag. Rouw uit zich meermalen in allerlei lichamelijke, emotionele en sociale verschijnselen. Nabestaanden klagen bijvoorbeeld vaak over slapeloosheid, weinig eetlust, rusteloosheid, moeheid of over lichamelijke klachten als hoofdpijn, duizeligheid of maag- en darmstoornissen. Daarnaast kennen ze dikwijls heftige emoties, het gevoel dat hun keel dichtgeknepen wordt, gevoelens van irritatie, schuld, ellende, spanning en wanhoop. Het is belangrijk mensen te treffen tegen wie je in vertrouwen aan kunt praten. Dit praten lucht op. Al pratend breng je weer lijn in je leven. Lijn in je leven brengen, kun je natuurlijk niet in een vloek en een zucht. Zoals aangegeven verwarren lange tijd allerlei gevoelens je. Vooral ook omdat ze vaak zo tegenstrijdig zijn. Je houdt van je geliefde, mist hem en hebt hem nodig, maar je bent ook kwaad op hem, omdat hij je in de steek gelaten heeft. Je schaamt je voor je negatieve gevoelens en begint jezelf verwijten te maken. Je voelt je schuldig omdat je tegenover je geliefde tekort gekomen bent. En als verweer tegen of ter verlichting van je schuld ga je wellicht luid verkondigen, dat de gestorvene volmaakt was. Want door te idealiseren, kun je je gedachten zuiver houden en schuldgevoelens ontlopen. Zo kun je het ook weer goed maken tegenover de dode; zo kun je al het slechte dat je hem of haar hebt aangedaan - of denkt aangedaan te hebben - herstellen. Voorlopig wil je helemaal nog niets verwerken of ‘een plek geven’, zodat je het gewone leven weer kunt opvatten. Je wilt rouwen, de pijn voelen die het gemis van die onvervangbare persoon veroorzaakt. Pas dan heb je het gevoel dat je recht doet aan zijn of haar bestaan en aan de betekenis die hij of zij voor je had. Het gemis van je geliefde geeft je een intensiteit van herinnering aan hem of haar terug die veel sterker is dan het je herinneren van mensen die je toevallig uit het zicht hebt verloren. Je rouwt niet omdat je denkt dat dit moet, dat de dode dit van je verwacht, dat het moreel juist is om te rouwen. Je rouwt omdat de rouw zich op onvoorspelbare momenten aan je opdringt. Gedurende een periode van intens verdriet en diepe rouw is het moeilijk om de sociale contacten en verplichtingen weer op te nemen. Je wilt je, tenminste tijdelijk, uit al die contacten, werkzaamheden en verplichtingen terugtrekken. Je hebt nergens zin in en ervaart veel om je heen als belastend en bezwarend. Als je kennissenkring tot nu toe uit (echt)paren bestond, kan het moeilijk zijn om nu als alleenstaande je plaats in die kring te hervinden. Als je een kind verloren hebt, kan het onverdraaglijk zijn contact te hebben met ouders die nog wel kinderen hebben. Die andere ouders vinden het van hun kant vaak heel moeilijk om hun houding te bepalen. Ze voelen zich schuldig omdat ze nog wel kinderen hebben. Ook kan het moeilijk zijn de vrienden van je
overleden kind te ontmoeten.
5
Rouwen verloopt zelden langs rechte lijnen. Ieder rouwt op een eigen wijze. Dit kan leiden tot een (tijdelijke) verwijdering van elkaar. De één wil bijvoorbeeld altijd over het verlies praten, de ander wil dat liefst zo min mogelijk en zeker niet met de partner of met de kinderen of met wie dan ook van het gezin, mogelijk omdat hij of zij denkt de ander(en) dan nog meer pijn te doen. Het is belangrijk te proberen elkaars verdriet te begrijpen en vooral elkaar een eigen manier van verwerking te gunnen. Aanvaarding Rouw of verwerking van de dood van iemand die een plaats van betekenis in je leven innam, wil zeggen dat je het verlies onder ogen ziet, geleidelijk bij jezelf toelaat en tegelijkertijd het leven - ook het eigen leven - verder laat gaan. Hoe tegenstrijdig dat ook lijkt, beide werkelijkheden eisen de aandacht op en behoren die aandacht ook te krijgen. Dat is tegelijk het moeilijke van het rouwen. Alleen maar bezig zijn met het verdriet en gemis zal op den duur het rouwproces verhinderen; je verliest dan uit het oog dat je zelf moet doorgaan, zoals zoveel andere, gewone dingen moeten doorgaan. De andere kant: alleen maar bezig zijn met werk of hobby's of allerlei andere afleidingen leidt ertoe dat je het verdriet, de pijn en al die emoties die het verlies met zich meebrengt, probeert weg te drukken. Dat kost ook veel energie. Op langere termijn kan dat wegdrukken tot allerlei lichamelijke en psychische klachten leiden. Als de rouw zich niet via verdriet, woede, angst en andere emoties mag uiten, zoekt hij wel een andere weg. Je kunt bijvoorbeeld allerlei lichamelijke klachten krijgen. Bovendien kan onverwerkt verdriet weer naar boven komen als zich later een nieuw verlies voordoet. Troost Mensen die je willen troosten, vervallen vaak uit onmacht in banaliteiten en clichés, zoals 'Zo is het het beste; hij is voor veel lijden bespaard gebleven' of: 'Wees blij dat je elkaar zo lang hebt gehad.' Het kan ook storend zijn als mensen puur clichématig aan je vragen hoe het met je gaat, daarna nauwelijks je antwoord afwachten, of snel over iets anders beginnen als je iets van je verdriet laat merken. Iemand die steeds maar probeert je gedachten af te leiden 'zodat je je verdriet eens even vergeet', zonder eerst moeite te doen om je verdriet mee te voelen, werkt ook al niet erg troostend. Troost zul je eerder ervaren van mensen die tijd, belangstelling en aandacht voor je hebben, je aanvaarden in je anders-zijn en met hun hart bij je zijn. Mensen dus die kunnen luisteren als je over de overledene praat en je gevoelens uit. Die het uithouden als je je tranen of je woede de vrije loop laat. Die respecteren dat er ook momenten zijn waarop je
6
liever niet over je gevoelens en over de overledene praat. Die door kleine, praktische dingen laten merken dat ze zorg voor je hebben en dat je iets voor hen betekent. Die laten merken dat ze op gedenkdagen, huwelijksdag, sterfdag, verjaardag aan je denken. Van de troostende mag verwacht worden, dat deze respect voor je heeft en ruimte schept of laat zodat je zoveel mogelijk je eigen leven gestalte kunt geven, in je eigen tempo, vanuit je eigen waarden, en met je eigen mogelijkheden en grenzen. Van hem of haar mag ook verwacht worden dat hij of zij echt is, trouw aan eigen gevoelens, en zich niet forceert tot iets dat niet bij hem of haar past en zich evenmin verschuilt achter de rol van helper. © L. den Besten Lezing gehouden voor contactpersonen en wijkcoördinatoren van de Protestantse Gemeente te Zevenaar op 26 november 2009. 1.Thomas Lynch, 'Terugkeren in een versnellingspookje', in: Hervormd Nederland 24 januari 1998, 27. H.J.M. Vossen, Leren bijstaan van rouwenden. Een cursus voor vrijwilligers in het pastoraat. Kampen: Kok, 1985, 11.
2
Gustave Miller, Troost.