Verlies, rouw en emotionele pijn bij kinderen en jongeren 3-daagse
Vele vormen van verlies
Onzichtbaar verlies: - verlies aan liefdevolle aandacht - verlies aan liefde - verlies aan geborgenheid - verlies aan veiligheid - verlies aan een eigen plek - verlies aan zelfvertrouwen - verlies aan verwachtingen - om iets wat niet gezien mag worden - leven met onzichtbare beperkingen! - een verlate rouw
Zichtbaar verlies: - scheiding van de ouders - opa gaat dood - zelfdoding van een vriend - verhuizen - pesterijen - misbruik - ‘ik ben anders’ - mijn lievelingsdier gaat dood
Het liefdevolle nest!
Nieuwe nesten bouwen.
• Ingrediënten: geborgenheid-warmte-basisvertrouwen-basisveiligheidfundamentele hechtingen-liefdevolle aandachthartsverbindingen-samen spelen-struktuur-positief kaderenéénduidigheid ea
Het beeld van HET VAT
Het beeld van het emotionele vat. - oude pijn (verwerkt of onverwerkt) - achtergebleven emoties - ‘verse’ pijn - frustraties - onrust - pesterijen
• Wat heb ik geleerd over mijn vat?
- leren opkroppen
- ruimte geven en kanaliseren
Ontplofbare vaten tonen zich zelden in woorden Ontspoorde emoties tonen zich voornamelijk in moeilijk en extreem gedrag en handelingen
Luisteren naar kinderen is kijken met een dubbele bril
Eerste stoel: Wat toont het kind? Tweede stoel: Wat is zijn èchte boodschap?
EMOTIONELE LAAG (HART-GEVOEL)
LICHAAM
1. Wat tonen kinderen en jongeren in het omgaan met emoties en emotionele pijn? Hoe herkennen we gewone verliesreacties? - lichamelijke reacties zoals vermoeidheid-buikpijn-hoofdpijn-misselijksterk vermageren-spierpijnen-braken, ea - gevoelens zoals gemis-bang-boos-afgewezen-jaloers-onmacht, tonen zich in reacties, handelingen of moeilijk -of extreem gedrag. Men ziet zelden de pure emotie. Emoties kunnen ontsporen. - mentale reacties: concentratie –en geheugenstoringen-afwezig zijnmijn hoofd zit vol-waarom vragen-realiteitsbesef ontbreekt-
MENTALE LAAG (HOOFD-KENNIS)
Door (h)erkenning te geven aan deze verliesreacties voorkomen we ‘signaalgedrag’!
Verliesreactie wordt signaalgedrag!
Wat is signaalgedrag!
• • • • •
Is complex Sterke emoties-krachtige signalen-moeilijk gedrag. Kind/jongere totaal uit evenwicht. Functioneert niet meer. Altijd op verschillende lagen.
Hoe toont signaalgedrag zich bij kinderen of jongeren 1. Lichamelijke klachten: extreme vermoeidheid- klachten zoals migraine-brakenmaag en darmklachten-spierpijnen-hoofdpijn-sterk vermageren. 2. Mentaal: sterke concentratie -en geheugenstoornissen (schoolresultaten)-ontwikkelingsfase-negatieve cognities- realiteitsbesef ontbreekt vaak-het plaatsen van het verlies-waaromvragen-waanbeeldenflashbacks-kracht-hoop-leeflagen. 3. Zingeving: verwarring 4. Emotionele laag: zelden pure emotie! Ontspoorde emoties tonen zich voornamelijk in moeilijk en extreem gedrag en handelingen!
2. Wat is specifiek aan kinderen in het omgaan met emoties en emotionele pijn?
Intens verdrietige momenten naast intens blije momenten kunnen plaatsen ‘Ik ben soms een beetje blij, soms ook nog heel erg boos en soms een beetje verdrietig’
Uitstel is geen afstel! Deze tekening is van Nanne (12j), drie jaar na de scheiding. Signalen: erge buikpijn,rapport -10%, concentratiestoringen, veel opgekropte kwaadheid. Indien signalen dan niet ècht worden begrepen kan een gedrag ontsporen.
Ontwikkelingstaken versus verliestaken
- tijdelijke stop of vertraging in ontwikkeling - voorbeelden:in schrijvenlezen-concentratiegeheugen-fijne motoriekgrove motoriek
Kinderen vluchten wel eens. Mijn vlucht, mijn houvast. Vluchten,een vluchtweg zoeken. Weglopen is de bekendste, want betekent letterlijk vluchten. Ook kinderen en jongeren die gevaar vermoeden, onveiligheid voelen, willen tijdelijk elders verwijlen. Even van alles weg zijn, zich verstoppen, ruimte en zuurstof zoeken.
Wat hebben ze in hun omgeving gehoord in het omgaan met emoties en pijn?
Waarom vluchten kinderen?
• Als je weent ben je zwak of een mietje • Je moet sterk zijn • Je moet vooruit in het leven • Niemand is te vertrouwen • Als ik mijn problemen of zorgen deel met iemand dan belast ik hen. Dus hou ik alles voor mezelf.
Ik zet een muur om mij ‘Als jij mijn stoer-zijn gaat afpakken, hoe moet ik me dan nog weren?’ Kinderen zijn moeilijk te bereiken als ze in hun weerstand zitten. (afweergedag)
Een aantal voorbeelden Situatie: Dood van tweelingsbroer toen het zusje 9 was. Eerste stoel: signalen (13de) - woedeaanvallen thuis - hyperventilatie op school - ontwikkelingsstop - veel lichamelijke klachten Tweede stoel: - niet verwerkt, - gezorgd voor anderen - woedend op dokters - geen afscheid mogen nemen, terwijl zij alleen voelde dat haar broer zou doodgaan.
Situatie: scheiding Toen ze 4j was Eerste stoel: signalen op haar 8ste Concentratiestoringen-buikpijnkrassen in de armen- vechten op de speelplaats- kloppen en slaan!
Tweede stoel: ‘het was wel mijne papa hé!!’ Ondertussen 2 nieuwe kindjes in nieuwe relatie bij papa. Zij kon niet verkroppen dat er nu andere kinderen waren die meer bij haar papa waren dan zijzelf.
Situatie: scheiding vorig jaar. Nu 13 jaar.
Eerste stoel: Totale apathie-sprak niet meer-deed niks meer. Weg van de realiteit. Aandachtsstoornis. Tweede stoel: Geen tijd om te verwerken-kon plotse nieuwe situatie niet aan. Moest flexibel zijn maar kon dat nog niet.
Situatie: ik heb er een zusje bij. jongen is 4,5j. Eerste stoel: enorme jaloezie en kwaadheid. Stoelgang smeren. Baby pijn doen. Bijten in de klas. Tweede stoel: Ik ben mijn plek kwijt. Mama ziet mij misschien niet meer graag. Relatie moeder-kind onder spanning.
Situatie: ziekenhuis opname van mama gedurende 2 maanden. Kind is 5j Eerste stoel: Eist alle aandacht in onmiddellijke omgeving. Thuis en op school. Liever negatieve aandacht dan geen aandacht. Extreem angstig. Wil niet slapen. Nachtmerries. Tweede stoel: Veiligheid en vertrouwen is tijdelijk niet meer voelbaar
Positief omgaan met gedrag en achterliggende gevoelens.
Positief omgaan met gedrag (hun signalen)èn achterliggende gevoelens! De eerste stoel 1. Liefdevol consequent zijn
2. Straffen of een berisping 3. ERKENNING GEVEN: de 3 B’s 4. Alternatief bedenken: mogelijkheden en oplossingen vanuit het kind
laten ontstaan. Vertrouwen geven.
1. Liefdevol consequent zijn.
-
Vaten ontmoeten elkaar
-
Deze geraken UIT EVENWICHT
-
We roepen-we worden kwaad.
-
Onze eigen ‘triggerplekken’?
-
Wat zijn zinnetjes, een houding of welk gedrag haalt me uit mijn evenwicht?
-
Almacht-Kracht-Onmacht
-
Zeer individueel en afhankelijk van: - kwetsbare of gevoelige plekken - associaties met een verleden
Wat kunnen we doen? -
Hand op de buik: in eigen energie blijven
-
Als ik voel dat ik ‘kook’: stop het gesprek en neem het later terug op.
-
Ga uit contact
-
Zoek een plekje waar je even kan bekomen
-
Nadien het gesprek rustig opnemen: -
‘De manier waarop ik het zei was niet OK, maar ik sta wel achter mijn boodschap. Wat daar gebeurde kan niet. Ik zie wel dat je heel erg boos was….’
2. Straf of sanctie: - wat gebeurde kan niet. - Het gedrag kan niet. - een straf is pas een straf als het door diegene die de straf krijgt als straf ervaren wordt. - liefst een sanctie op voorhand bespreken.
De 3 B’s -
BISSEN: letterlijk hetzelfde te zeggen
-
BENOEMEN: wat je ziet
-
BEVRAGEN: Open vragen stellen : wat-wanneer-hoe vaak-met wie- waar-is dat altijd zo?- wat denk jij dat ik niet begrijp? ea
-
Nooit meer de ‘waarom-vraag’!
-
Dezelfde houding aannemen
Indien wij GEEN erkenning geven dan blijft het kind/jongere in zijn verzet zitten. Het gedrag kan daardoor nog lastiger of extremer worden.
4. Alternatieven zoeken voor het probleem/ aanleren van emotionele vaardigheden
- Een alternatief geven voor de ondergesneeuwde gevoelens. vb wat kan ik dan wel doen met mijn kwaadheid? of hoe kan ik mijn probleempje of zorg oplossen? (hen zelf leren oplossingen zoeken)
- Het kind leert zelf een oplossing zoeken voor zijn zorg of probleempje (hen zelf leren om problemen op te lossen).
De tweede stoel
Wat zijn verlies taken? Hoe kunnen we kinderen en jongeren helpen? Want bij taken kan je geholpen worden. a. De realiteit van het verlies erkennen b. Het doorworstelen van de emoties/het vat c. Het verlies een plaats geven d. Het herinrichten of herdefiniëren van eigen leven. Het ‘moeilijke’ is geintegreerd.
1. De realiteit van het verlies erkennen. - het weten en het voelen - mogen afscheid nemen - de kans krijgen om naar het nieuwe toe te groeien - tijd krijgen om te herstellen
VERTEL: a. Vertel wat je gezien hebt. - Vertel hoe iets eruit ziet. Om nadien aan de kinderen te vertellen wat je hebt gezien. Wat er verandert is. Wat valt er op. Neem de omgeving goed waar. Hoe ziet de kamer er uit? nMogen ze aanraken? Wat zullen ze zien-voelen-ruiken? - Je vertelt feitelijk (geen interpretaties) maar wel wat je weet. - stapsgewijs. b. Door te vertellen komen er vragen van het kind. Dat is een prachtig gebeuren. - vragen van kinderen kunnen heel divers zijn. - luister naar het kind. - probeer vanuit hun eigen beleving te bekijken waar zij staan in hun proces. Bvb papa deed een zelfdoding. Je bent aan het vertellen hoe dat is gebeurd. En het kind laat dat niet toe en zegt heel gewoon dat ‘papa de bareel niet had gezien’. - zoek samen naar antwoorden. Geen pasklare antwoorden. En gebruik de vraagvorm. Wat denk jij eigenlijk hoe het is gebeurd? c. Je eindigt ALTIJD met het teruggeven van een vraag. - wil jij papa nu nog zien? - Heb je nog andere vraagjes? Op deze manier ga je nooit verder dan wat het kind aankan. Het kind antwoordt hier ja of neen op. Wij dienen respekt te hebben voor hun beslissing. d. Ga na met welke gevoelens het kind het meeste moeite heeft. En zoek samen met het kind naar alternatieven of naar wat het kind nodig heeft om deze moeilijke gevoelens te kanaliseren. Heel concreet: wat doe ik met mijn boosheid? Met mijn bang-zijn? e. Bereidt de omgeving voor op eventuele uitbarstingen. Op een eventuele grote nood aan veiligheidsgevoel . En hoe men dat kan installeren.
Situatie: - Oma zal dood gaan. Oma is niet in het ziekenhuis maar bij hen thuis. Kinderen zijn 6 en 8 jaar.
-
Wat kan je vertellen aan de kinderen nadat je bij oma bent geweest? -
-
Oma ligt boven in de living. De zetels staan nu op een andere plek, naast de bureau. Oma ligt in een ziekenhuisbed. Dat is een beetje een raar bed. Met zo staven aan de kant zodat oma niet uit het bed kan vallen. Heb je dat al ooit gezien zo een bed? En boven het bed hangt een zakje waar er vloeistof in zit met medikamenten. Want oma mag geen pijn hebben. En via een buisje gaat die vloeistof in de arm van oma. Eerste vraag van het kind: doet dat dan pijn? Neen, dat doet geen pijn omdat het naaldje eruit is. En het buisje is van plastiek. En oma haar ogen zijn vaak dicht. Af en toe doet oma haar ogen helemaal wijd open. En dat is een beetje vreemd maar ik denk dat dat door de medicamentjes komt. Oma ziet ook bleek. En haar handen hebben dikwijls koud. En oma heeft haar groen slaapkleedje aan. En haar haar ligt helemaal plat tegen het hoofd. Niet zoals oma van de kapper komt. Naast het bed staat oma’s nachtkastje en daarop staan bloemen en een mooie foto van jullie. Vragen van de kinderen: mogen wij nog aan oma komen. en kan oma mij nu nog horen? Antwoord zou kunnen zijn: ja, oma kan jullie nog horen. of natuurlijk mogen jullie nog aan oma komen. Willen jullie oma nu nog zien? Het antwoord ligt bij de kinderen. Ja of neen.
2. Doorworstelen van de emoties: het vat! ‘Het moet eruit’
Wat te doen met kwaadheid: Een plek zoeken om af te reageren: een boom, een bozenhoek, een time-out plek. Bozendozen maken. De bozenmuur. Boosheid kan je ook kleien/tekenen (met dikke wasco’s) + schilderen. Boksbal gebruiken. Sporten (goede energie-verbruiker en spanningsoplosser). Kwaadheid uitspreken met ‘praatstok’ (respect). Een brief schrijven, een berichtje nalaten op antw.apparaat of nog eens met die persoon praten.
Exposure behandeling: uiting geven of naar buiten brengen van pijnlijke emoties en emotionele pijn.
Het is een integratie van verschillende werkvormen De 3 B’s Praatpapieren maken De vertelmethodiek Dozen maken Hanteren van bestaande dozen;vb ‘alle sterren van de hemel’. Kleien Werken met literatuur Schrijven Plekken maken waar emoties mogen zijn Symbolisch handelen en rituelen: verbindingssymbolen
Methodieken samengebracht na verkenning in De Bleekweide door jullie zelf: - Muziek - Gedichten schrijven: gestruktureerde en niet gestruktureerde opdrachten. - Drama: poppenspel-rollenspel - Symboliseren met diertjes-poppetjes-stenen-schelpen. - Praatpapieren maken - Dozen maken: bozendoos-bangedoos-gemisdoos-mamadoospapadoos-herinneringsdoos ea - Gebruik maken van gevoelsdozen - Zorgenboom/tak - Schrijfmuur:’ ik wil jullie het verhaal vertellen over…’. - Praatstok - Plekken maken: binnen en buiten
Hoe herstellen we angst, basisveiligheid en basisvertrouwen? Nestgevoel creëren, ook op school! - hartscontact en èchte verbinding aangaan - spelen met onze kinderen. - zoeken naar veilige plekken en personen die vertrouwen kunnen bieden - structuren en kaders bieden opnieuw veiligheid - maak goede afspraken en kom ze consequent na - creëren van rust en vertrouwen - angst bespreekbaar maken - angst uittekenen en verbranden of begraven - bangedozen - Waarom-vragen aanpakken : waarom heeft mijn papa zichzelf gedood? Waarom zijn mama en papa gescheiden? Waarom was mijn mama’s vluchtweg alcohol? - Ingrijpende gebeurtenissen bespreekbaar maken en duiden
• •
• • • •
Vaardiger worden in het omgaan met verdriet Kinderen leren troosten. (groepswerk of individueel) Herinneringsdozen maken Mama of papa dozen/ verdrietdozen/gemisdozen Uittekenen: waar is je mama nu? Leren omgaan met gemis
3. Het verlies een plaats geven! Het kind heeft recht op het èchte verhaal! Om betekenis te kunnen geven aan wat hij meemaakt. Positieve èn negatieve betekenis geven! Waarom vragen een plek geven.
4. Het herinrichten of herdefiniëren van eigen leven. Het ‘moeilijke’ is geïntegreerd.
Het maken van PRAATPAPIEREN met kinderen en jongeren.
-
Kinderen hanteren van nature een beeldrijke taal. Geschreven en getekende taal geeft vaak meer informatie of preciezer weer wat iemand bedoelt. Voor kinderen is vertellen met een beeld vaak veiliger dan rechtstreeks over hun beleving vertellen.
Hoe gaan we aan de slag: 1. We stellen open vragen aan het kind. - waar zit jouw bang? Teken dat eens. - waarom ben je zo boos? Teken dat eens - welke gedachten zitten er in jouw hoofd? Teken dat eens. - kan je me tekenen hoe die bol pijn er van binnen uitziet? - hoe ziet jouw verdriet eruit? Kan je dat eens tekenen. - waar is je mama nu, denk je? Teken dat eens - hoe was het voor jou ‘voor’ en ‘na’ de scheiding? - hoe was het voor de dood van papa? En erna? - een levenslijn tekenen. 2. Zo worden tekeningen praatpapieren. 3. Ik doe als begeleider altijd mee. 4. Ik vraag of ze over het praatpapier iets willen vertellen. Als begeleider mag je open vraagjes stellen die de tekening verduidelijken. Als je voelt dat het moeilijk wordt om verder te gaan omdat ze dichter bij hun pijn komen dan kan je andere dingen afspreken zoals: - de tekening opzij leggen en bij jullie laten liggen, ondertussen iets anders doen. - je kan ze er bij elke sessie bijhalen - je kan vragen of je elke keer wat (open) vraagjes mag stellen? 5. 6. 7.
Je hebt een communicatie kanaal die verbinding maakt met de tweede stoel. Voel goed hoever je kan en mag gaan. Met wat zich aandient vanuit de tekening kan je verder aan de slag