4061
UITNODIGING Op vrijdag 25 februari 2011 wordt om 19.30u. in het
Museum van Deinze en de Leiestreek
het KGK- Jaarboek 2011 voorgesteld en de KGK- Tentoonstelling “Sp(r)aakmakers” “Flandriens uit het Meetjesland en de Leiestreek”
geopend ALLE LEDEN EN BELANGSTELLENDEN ZIJN VAN HARTE WELKOM
De Bijdragen tot de Geschiedenis van Deinze en de Leiestreek, deel LXXVIII, of het KGK-Jaarboek 2011 bevat ca. 480 bladzijden met 11 diverse artikels. William PLOEGAERT, ‘Verder kijken door gaan’ Een tentoonstelling n. a. v. 150 jaar Stedelijke Academie voor Schone Kunsten te Deinze Luc GOEMINNE, De bevolking van Deinze in de 13e eeuw Paul HUYS, Over drie Deinse baljuws (17e – 18e eeuw): Andreas De Meyere, Jacques Bannaert en jonker Nicolas Joseph Taintenier Luc GOEMINNE, Windmolens en rosmolens te Deinze-Binnen André HEYERICK, Historiek van de lagere (gemeente-)scholen in Deinse deelgemeenten, deel 2: Vrije lagere scholen Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4062 Luc GOEMINNE, René DE CLERCQ, Stefaan en Arnold VANDENBROUCKE, Bevolking en grondbezit te Gottem in de 18e eeuw Matthijs DRIESEN, Sluipende centralisatie in de Oostenrijkse Nederlanden (1733-1744) Luc GOEMINNE, De sociaal-economische achtergrond van de rebellen uit Gottem, Grammene en Wontergem in het confiscatieregister van 1383 Niklaas MADDENS, De ontvolking van de Kasselrij Kortrijk in 1592. René DE CLERCQ en Ginette DESMET, Het eigendomsboek van Frans Bernard Ottevaere Luc GOEMINNE en Robert VERMAERCKE, Riviervissers te Deinze in de Late Middeleeuwen
Extra-uitgave Paul HUYS, Van huizen en mensen. Het middenluik. Over de Kortrijkstraat in Deinze tijdens de jaren 1930-1965”, uitgave KGK-Deinze, 2011, 352 pp., ill. Formaat 22 x 21 cm, verkoopprijs € 29 (verzendingskosten € 6 niet inbegrepen). De oplage is beperkt tot 225 ex. In 2006, resp. 2008 publiceerde K.G.K. twee boeken, van de hand van ons mede-bestuurslid Paul Huys, waarin hij zijn herinneringen bundelde aan zijn kinder- en jeugdjaren (19331959) in Deinze en Petegem, waar hij eerst in de Gentstraat woonde en daarna op PetegemKouterke zoals de Kortrijksesteenweg tussen de Sint-Martinuskerk en de Tieltse overweg gewoonlijk genoemd werd. Die twee boeken, resp. getiteld “Van huizen en mensen. De dingen die voorbijgaan. Over de Gentstraat in mijn kinderjaren (156 blz., met 85 illustraties; kostprijs € 16) en Van huizen en mensen en dingen. Een vervolg. Over Petegem-Kouterke in mijn jeugdjaren (256 blz., met 140 illustraties; kostprijs € 21) zijn nog altijd voorradig en verkrijgbaar in het Museum. Amper drie jaar later, eind februari 2011, mag K.G.K. alweer, van dezelfde auteur, een derde (en laatste!) vervolgverhaal publiceren, ditmaal gewijd aan de Kortrijkstraat, gelegen tussen de Gentstraat en het Kouterke. Daarmee wordt het verhaal voltooid van zowat anderhalve kilometer steenweg Gent-Kortrijk, nl. van aan de oostelijke grens met Petegem (de actuele Delhaize-vestiging), voorbij de Knok en de Sint-Martinuskerk, tot aan de spoorwegviaduct van de lijn naar Tielt. Dit derde deel van Huys’ straten-trilogie, dat op vrijdag 25 februari 2011 aan ons publiek zal voorgesteld worden, samen met het K.G.K.-Jaarboek van 2011, kreeg als titel “Van huizen en mensen. Het middenluik. Over de Kortrijkstraat in Deinze tijdens de jaren 19301965”. Het boek telt 352 bladzijden en is geïllustreerd met ongeveer 250 foto’s, kaarten en andere documenten, die de boeiende geschiedenis van deze straat beschrijven tijdens een periode van dertig à veertig jaar, vanaf het midden van het Interbellum tot midden de jaren ’60, toen de hele straat bijna onherkenbaar van uitzicht gewijzigd werd door de sloping (en wederopbouw) van de hele zuidzijde – en delen van de noordzijde – van de straat. De auteur zal vrijdagavond op de voorstelling aanwezig zijn, alsook op zaterdag 26 februari, van 14u30 tot 16u30 in het Museum. Ook na 26 februari a.s. zal het boek nog te verkrijgen zijn aan de Museumbalie tijdens de openingsuren.
Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4063 Het boek over leven en wonen in de Kortrijkstraat (van pakweg driekwarteeuw tot een halve eeuw geleden) is andermaal een unieke brok levend geworden Deinse stadsgeschiedenis en laat zien hoe het er vroeger – voor, tijdens en na de tweede Wereldoorlog - uitzag, welke huizen er toen stonden en welke gezinnen er woonden. Over de lengte van de straat stonden ruim veertig huizen aan de zuidkant en ongeveer dertig aan de noord- (of Leie-)kant: gezellig en ongegeneerd naast elkaar herenwoonsten en winkels, fabrieken en werkhuizen, herbergen en slagerijen, een pastorie en een apotheek, de woonsten van een huisdokter en een veearts, een leraar, een slager en een belastingencontroleur… En er gebeurde van alles: geluk en ongeluk, zoals nu eenmaal “des mensen” is. Wie Paul Huys’ vorige straten-boeken heeft gelezen, kent zijn aantrekkelijke en meeslepende vertelstijl en weet met welke onvoorstelbare volledigheid en met welke precisie hij honderden feiten en gebeurtenissen, met namen en toenamen en data, aan ons oog laat voorbijtrekken.
LEZEN DUS ! ! ! Dit boek kan ook gereserveerd worden door voorafbetaling op postrekening 00004334500-37 van KGK-Deinze, met vermelding van “Kortrijkstraat” (€ 29 ; voor portkosten : extra € 6)
Het thema van de KGK- tentoonstelling is dit jaar
“Sp(r)aakmakers” “Flandriens uit het Meetjesland en de Leiestreek”
Lucien Buyssemonument, Wontergem, door José Mestdagh © Dienst Cultuur Stad Deinze, Cindy Vanden Heede
Jeneverhuis van Hoorebeke (Eeklo), COMEET, Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling en Erfgoedcel Meetjesland werken samen in een project rond wielrennen. Het project gaat over de belangrijke wielerkampioenen uit het Meetjesland en de Leie- en Scheldestreek. Het project wordt mee gerealiseerd met de steun van de provincie Oost-Vlaanderen en heel wat gemeentebesturen uit de regio’s, zoals ondermeer de stad Deinze. Binnen het project wordt een reizende tentoonstelling gemaakt, met als invalshoeken erfgoed, maar ook sport en veiligheid. Je komt er meer te weten over de bekende renners, Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4064 wielerwedstrijden, verkeersveiligheid, oude fietsmodellen, fietswinkels, verzorgers, kermiskoersen, velodrooms, enz… Kortom, alles wat met de wielersport te maken heeft, vindt er zijn plek. Je zal er tientallen foto’s en videobeelden kunnen bekijken. Het uitwerken van de tentoonstelling is in handen van het productiehuis Impressantplus, binnen het project wordt ook een publicatie uitgebracht. In het Museum van Deinze en de Leiestreek wordt de reizende expositie voor het eerst gepresenteerd.
Rudy Dhaenens 10-04-1961, 5-04-1998
Bekende renners die aan bod komen in de tentoonstelling en in de publicatie “Meetjesland koerst” zijn: Maurice De Waele, Rudy Matthijs en Marcel Ryckaert uit Maldegem; Berten Ramon, Noël Foré, Romain De Loof, Roger De Vlaeminck en Eric De Vlaeminck uit Eeklo; Raymond De Corte en Johan De Muynck uit Waarschoot; Frank Hoste uit Evergem, Rudy Dhaenens, Willy Planckaert, Walter Planckaert, Eddy Planckaert en Jo Planckaert uit Nevele.
Moeder Gusta Planckaert met Willy, Walter en Eddy J. De Vlieger, De rots Lucien Buysse, De Eecloonaar, 2006, p. 149 PRAKTISCHE INFORMATIE: Van 26 februari tot 10 april 2011. Museum van Deinze en de Leiestreek Lucien Matthyslaan 3-5, 9800 Deinze Tel: 09/381.96.70 - Fax: 09/381.96.79 Website : www.museumdeinze.be
De academische zitting zal dit jaar worden opgeluisterd door de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans. De tentoonstelling blijft te bezichtigen tussen 26 februari en 10 april 2011
U wordt hiertoe uitgenodigd door het Bestuur van KGK Leden van de Raad van Bestuur Voorzitter Ondervoorzitter
Willy Jonckheere Luc Goeminne
Winkelstraat 36, 9800 Deinze Dorpsstraat 32, bus 1, 9800 Deinze
Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4065 Secretaris Penningmeester Webbeheerder
Trui Galle Berg 17, 9800 Deinze Ive Steyaert Leeuwstraat 31, 9800 Deinze Martin Vanhaesebroeck, Oudestraat 21, 9800 Deinze
Bestuursleden * Luc Bauters Pastoriestraat 67, 9800 Deinze * Morgan De Dapper Soudanlaan 3, 9800 Deinze * André Heyerick Markt 46, bus 8, 9800 Deinze * Paul Huys Deinse Horsweg 18, 9031 Drongen * Denis Pieters Wijngaardeke 37, 9840 Zevergem * Hugo Thoen Erfgoedlaan 7, 9800 Deinze * Veerle van Doorne Snoekstraat 46, 9800 Deinze * David Vanhee Nazarethsesteenweg 10, 9800 Deinze * Vic Wouters Bisschopstraat 4, bus 11, 9800 Deinze B. Leden van de Algemene Vergadering zijn de hierboven vermelde leden van de Raad van Bestuur aangevuld met: * Graaf Juan t’ Kint de Roodenbeke Ooidonkdreef 11, 9800 Deinze 2314. Paul HUYS (nr. 566) Deinze 100 jaar geleden – afl. VIII (1911) Samengesteld op basis van de lokale weekbladen De Deinsche Burger (DDB, jrg.35), Gazette van Deinze (jrg. 24) en van het Gentse dagblad Vooruit (jrg. 27). Alle geciteerde teksten zijn hier wel aangepast aan de actuele nieuwste spelling.
1 januari Bevolkingsstatistieken betreffende het voorbije jaar 1910 (DDB zondag 08.01.1911): DEINZE – Bevolking op 31.12.1910: 5072 inwoners. Geboorten in 1910 88 (44 m. en 44 vr.), w.o. twee tweelingen * Overlijdens 79 (34 m. en 45 vr.); de oudste overledene werd 89 jaar Huwelijken 27 koppels Inwijkelingen in Deinze: 347 (152 m. en 195 vr.) Uitwijkelingen 386 (175 m. en 211 vr.); hiervan gingen 40 naar Amerika. * De krant noteert ook: “Het is sedert 1854 geleden dat het aantal geboorten zo klein was, maar toen telde Deinze slechts 3660 inwoners”.
4 januari Prijzen op de Deinse woensdagsmarkt van 4 januari: Boter: 3 à 3,20 fr. per kg. Hespen (per kg): 1,90 à 2,10 fr. Eieren (per 26): 3 à 3,09 fr. Aardappelen (per 100 kg) 8,50 à 9 fr. (DDB 35/2 van 08.01.1911.)
18 januari “Deinze. Verdronken. Tengevolge der duisternis is de genaamde August De Smet, beestenkoopman, 43 j. oud, gaande van Grammene-Dorp naar de herberg ‘In Westaarde’, in de Leie gesukkeld en verdronken. Gister middag [= vrijdag 20.01] is zijn lijk bij middel ener grote, ijzeren boerenraak opgetrokken. Hij had rond de 300fr. en een zakboekje op zak. Het lijk is te zijnent gedragen op een ladder. Hij laat een weduwe achter met twee kinderen. De droefheid is onbeschrijflijk. Wat een zonderling samentreffen mag genoemd worden is dat woensdag [= 18.01], dag zijner dood, zijn oudste zoon vrijwillig het leger heeft (sic) binnengetreden voor de klas van 1911.” (Vooruit van zo. 22.01). Veehandelaar De Smet woonde in de herberg “Jerusalem” op Deinze-Kouter. (DDB 35/4 van 22.01.1911.) 3 februari “Deinze. Brand. Gister is begin van brand ontstaan in de werkwinkel van M. Alois De Smet, meubelmaker alhier. Op het hulpgeroep der moeder kwam in allerhaast de gebuur Gustaaf Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4066 Salens toegelopen en dank zijne behendigheid kon het vuur al spoedig worden uitgedoofd.” (Vooruit van zat. 04.02.)
23 februari “Deinze. Verdronken. Eergisteren [= 23.02] keerden zekere Rogge en Vertriest, van Meigem, langs de vaart huiswaarts, toen zij tussen de bruggen van Deinze en Bachte de slachter Jules De Blawer (sic), 40 j. oud, van Petegem, in ’t water zagen spartelen en hoorden om hulp roepen. De twee Meigemnaars begonnen ook luidkeels om hulp te roepen en M. Beeckaert kwam met een lange stok toegelopen. De drenkeling was echter reeds onder water verdwenen. Het lijk is nog niet kunnen opgehaald worden.” En dan in latere edities: “Vermist. Zekere De Blauwe (sic), varkensslachter [en herbergier in de Gentstraat], wordt sedert donderdag vermist. Gister heeft men aan de vaart zijn klak gevonden; zijn hond wil de plaats niet verlaten, en daar de inwoners ’s avonds, rond 8½ uur, om hulp hebben horen roepen, denkt men dat hij verdronken is. Hij was rond de 35 j. oud.” Het lijk werd vijf weken later gevonden. (Vooruit van zo. 26.02, ma. 27.02 en di. 28.03; DDB, zo. 26.02 en zo. 02.04.) Zie hierover ook: P. Huys, Van huizen en mensen, de dingen die voorbijgaan. Over de Gentstraat in mijn kinderjaren (1933-1946), Deinze, KGK, 2006, pp. 84-85 en 145-146 (noten 110-110bis). 26 februari Op 26 februari opvoering, door Toneel Volkskring, van Korporaal Simons, drama van d’Ennery en Dumanoir, gevolgd door het kluchtspel Eene Zwanenfamilie. (Aankondiging in GVD, nr. 1187 van 12.02.)
12 maart “De Deinsche Burger” publiceert een huldedicht, getiteld “Deinsche Burgers” (elf strofen van vier regels en een eindstrofe van tien regels), waarin de Deinzenaars geprezen worden voor hun liefde tot de moedertaal en hun verzet tegen de verfransing. Auteur is de Nevelse arts, Dr. Lambrecht, die ook in de volgende DDB telkens weer een gedicht liet opnemen. (DDB, 35/11 van 12.03.)
23 maart “Deinze. Gekwetst. Eergister reed zekere Jan Laveyn van Bachte met zijn rijwiel naar een velomaker om het te doen herstellen. Onderweg brak zijn stuurstang en stortte de ongelukkige ten gronde. Hij werd met talrijke kneuzingen aan ’t hoofd en overvloedig bloed verliezend, opgenomen en naar ’t gasthuis van Gent overgebracht.” (Vooruit van zat. 25.03.) 31 maart “Deinze. Verhangen in het gemeentegevang. Eergister kwam een soort van bedelaar zich aangeven bij de politie. ’s Namiddags werd hij door de heer vrederechter verwezen tot twee jaar verblijf te Hoogstraten. In afwachting werd hij naar ’t nachtverblijf geleid. Die man, Edward Naert, is 41 jaar oud, gehuwd en vader van acht kinderen; hij is afkomstig van Kortrijk en werd vroeger viermaal veroordeeld. Toen de bewaker hem rond zes uur eten droeg, vond hij dezen verhangen aan de appel der deur.” (Vooruit van zo. 02.04.) N.B. Vanaf 11.04 tot 14.06.1911 verscheen in dagblad “Vooruit” als dagelijks feuilleton de roman van Cyriel Buysse, ’n Leeuw van Vlaanderen (in 59 afl.).
22 april “Zeveren. Erge brand. Eergister [= 22.04] brak brand uit in de boltent van Theophiel Mestdagh, herbergier, winkelier en landbouwer op ’t dorp. Het vuur sloeg over op de stallen en op de boltent van de gebuur, Basiel Van Hoe, bakker, herbergier en landbouwer, zodat kort daarna schuren, stallen enz. van beide landbouwers in volle vlam stonden. Toen de pompiers van Deinze kwamen, lag alles in as. Ook drie koeibeesten, gans de voorraad stro, hooi, karren, windmolen (sic), alm enz. waren vernield. De pompiers konden gelukkiglijk de beide woningen vrijwaren. Voor beiden bestaat er verzekering.” (Vooruit van ma. 24.04.) Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4067
2 mei Op dinsdag 2 mei kreeg de stad Deinze het bezoek van de minister van Nijverheid en Arbeid, die vooral belangstelling had voor de zijdenijverheid (“In onze stad vervaardigt men sedert 75 jaar zwarte zijde”). Hij bezocht hier drie fabrieken, nl. die van J. & F. Lagrange, van de Gebr. De Clercq en van Emiel De Coutere. Hij bezocht daarna ook de handwever Saelens, en tenslotte nog de Molens van Deinze. (DDB 35/19 van 07.05.) 7 mei “Vinkt. Smartelijk ongeluk. Aug. Vermeulen leidde het paard van Lodewijk Braet naar Poeke, toen hij eensklaps een hoefslag op de buik kreeg. Gedurende de nacht bezweek hij aan de bekomen kwetsuren.” (DDB 35/19 van 07.05.) 5 juni “Wontergem. Doodslag. De heer Jules De Meester, oud-gemeentesecretaris dezer gemeente, thans handelaar, kreeg maandagavond (= 5 juni) twist in een herberg met een landbouwerszoon, wegens een geldkwestie. Eensklaps bracht de jongeling de heer De Meester enige vuistslagen op het hoofd toe, waardoor hij te gronde viel. Men nam hem op en bracht hem naar huis, waar men vaststelde dat hij een blauwe plek had aan het linker oor. Een dokter werd ontboden, maar ondanks alle zorgen bezweek de heer De Meester dinsdag morgend (= 6 juni); hij was maar 36 jaar oud. Het Parket van Gent is dinsdag namiddag ter plaatse geweest. De landbouwerszoon is niet aangehouden, zoals door sommige bladen gemeld werd.” (DDB, 35/24 van 11.06.) (Vooruit van do. 08.06: “De moordenaar werd, na ondervraging, naar ’t gevang van Gent overgebracht.”) N.B. Vanaf 15.06 verscheen in “Vooruit” als dagelijks feuilleton Paria’s. Vertelling uit het leven der Russische Joden, door S. Joesjkewitsj.
11 juni “Astene. De Lei (sic). Er is weer spraak van enige bochten der Lei recht te trekken. Alhier zijn daartoe reeds opmetingen gedaan. Naar het schijnt zullen talrijke Vrienden van het Natuurschoon stappen aanwenden, om die ‘verbetering’ tot het strikst nodige te beperken.” (Vooruit van zat. 11.06.)
29 juni e.v. Het dagblad Vooruit bericht zeer uitvoerig (kolommen lang) over de brutale moord op een Deinzenaar, wonende nabij Parijs. In een villahuis te Vésinet (Parijs) werd einde juni het lijk ontdekt van Honoré Vermeersch [° Deinze 14 april 1846], die al sinds een jaar verdwenen was. Nu was hij het slachtoffer geworden van een misdaad in zijn eigen villa aldaar. We lezen o.m.: “Vermeersch verkeerde met allerlei gespuis en leende hun geld. Zijn moordenaar zal wel één van zijn schuldenaars zijn.” In latere artikels lezen we o.m. dat de Deinse notaris Blanchaert zorgde voor de overbrenging van het lijk van het slachtoffer naar Deinze, waar hij ook begraven werd, maar dit is “verlopen in de grootste eenzaamheid”. De vroegere knecht van H. Vermeersch, de genaamde Odiel Vercruysse, die aanvankelijk werd verdacht en aangehouden, werd nadien weer in vrijheid gesteld en is naar zijn ouderlijke woning in Grammene teruggekeerd. Bleven later aangehouden als vermoedelijke daders: ene J. Jooris en zijn minnares Marguerite De Bock, beiden uit Lede. Als erfgenamen in België worden vermeld: Honorés eigen broer, m.n. Basiel Vermeersch, 87 j. oud, te Dentergem; Albert Vermeersch, koopman te Deinze; Jules-Urbaan Van Wambeek en Odile Van Wambeek, beiden te Deinze, e.a.m. (Vooruit van 29.06, 05.07, 08.07 en 09.07; alsook DDB, jrg. 35, nrs. 27, 28 en 29 resp. van 02.07, 09.07 en 16.07.)
15 juli “Deinze. Parket afgestapt. Eergister [= 15.07] is het Parket van Gent hier afgestapt voor een onderzoek op de wijk Jerusalem [= Deinze-Kouter] nopens een geweerschot door een Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4068 gebuur gelost op de werkman Henri T’Jampens, die door enige loodkorrels aan het aangezicht werd gekwetst. De verwondingen zijn onbeduidend.” (Vooruit van ma. 17.07.) 31 juli Op zondag 31 juli was de jaarlijkse koningsschieting van de aloude Sint-Sebastiaansgilde van Deinze. Astère Colle, uit Petegem, schoot de koningsvogel af. (DDB 34/32 van 06.08.) 7 augustus Koningsschieting bij de Maatschappij “De Vriendenkring”, waar Richard van de Putte zich tot koning schoot. (DDB 34/33 van 14.08.) 8 augustus Dodelijk ongeval, op 08 aug., te Meigem langs de Schipdonkvaart, met het rijtuig van dhr. Snauwaert van Vosselare, waarin naast hem ook een vrouw en drie meisjes gezeten waren. Zij reden naar Deinze “om een prijsuitdeling bij te wonen in het klooster der Maricolen”. Het paard werd opgeschrikt en het rijtuig geraakte in de vaart. Eén van de meisjes verdronk, m.n. mej. Goethals, 17 jaar oud, uit Bellem. (Vooruit van woe. 09.08; DDB, 35/33 van 13.08.) 8 augustus “Bachte. Diefte. Tijdens de feesten, gister [= 08.08] te Leerne gehouden ter gelegenheid van de thuiskomst van een baronszoon, terug van bruiloftsreis, zijn dieven binnen gedrongen in het huis van de landbouwer Semays en hebben er 600 à 700 fr. gestolen.” (Vooruit van woe. 09.08.)
10 augustus “Deinze. Begin van brand in ‘De Witte Klak’, in de Tolpoortstraat, bij August Allaert, handelaar in hoeden en klakken.” De brand was ontstaan in een stalletje, waar een vat petroleum lag. Gevreesd werd voor een ontploffing van het vat. Maar de brand kon tijdig door de buren geblust worden. (Vooruit van vrijd. 11.09.). 6 september “Pijnlijk ongeluk. Woensdag laatstleden [= 6 sept.] is een tweejarig kindje van een landbouwer op Deinze-Kouter in de beerput terecht gekomen. Toen de vader het vond, had het opgehouden te leven.” (DDB 35/37 van zo. 10.09.) 25 september “Sint-Martens-Leerne. Doodgereden. Eergisteravond [= 25.09], rond 9 uur, keerde August Roozemond naar zijn woning terug. Hij moest de tramlijn overgaan en werd gegrepen door de tram die naar Nevele reed, en werd deerlijk vermorzeld. Het verminkte lijk werd door voorbijgangers weggedragen. Roozemond was in de 60 jaar oud, gehuwd en vader van verscheidene kinderen.” (Vooruit van woe. 27.09.) 10 oktober Verdrinking te Astene in de hoevewal van de hofstede van de landbouwer Pieter Verriest in de Kasteeldreef. De drenkeling was Jules Van de Steene, hovenier op het kasteel van mevrouw de Kerchove de Denterghem, 50 jaar oud, gehuwd en vader van verscheidene kinderen. Het lijk werd ontdekt door zijn zoon. (Vooruit van woe. 11.10 en DDB 35/42 van 15.10.) 3 december “Petegem-Deinze. Vreselijk verbrand. Gister [= 03.12] was de zestienjarige Martha De Smet, dochter van Henri De Smet, wonende Gentsesteenweg, werkzaam in de Bloem- molen, met een brandende kaars in de kelder harer woning om aardappelen te halen. Terwijl het meisje haar voorschoot vulde, plaatste zij de kaarsepan nevens haar; haar klederen vatten vuur en [zij] snelde huilend van de pijn de trap op en de deur uit. Door vlammen omhuld, snelde het meisje bij haar gebuurvrouw binnen, waar men haar een emmer water over het lichaam goot, Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4069 waardoor de vlammen wel uitgedoofd waren, doch haar toestand verergerde. De ongelukkige, die ijselijke brandwonden over gans het lichaam bekomen had, werd door dokter Filliers, bij hoogdringendheid ontboden, verzorgd. De toestand van het slachtoffer is erg; men vreest een noodlottige afloop.” (Vooruit van ma. 04.12.) 12 december Opvoering, in en door “Vooruit”, van een stuk van de Deinzenaar Pieter Kints, nl. Past op de meid; deze klucht volgde op het drama Het Goudvischje. (DDB 35/46 van 12.11.) 24 december Op kerstavond 24 december opvoering, in De Volkskring, van Arme slaven, drama in 7 taferelen, naar de roman De hut van Oom Tom (van Beecher Stowe). (Aankondiging in GVD, nr. 1230 van 10.12.)
24 december (tot 25 januari) Aankondiging. De Kring “Vrije Kunst” onzer stad opent op zondag 24 dezer zijn Derde tentoonstelling van schilder- en beeldhouwkunst, met werken van René Lagrange, Albert Saverijs en Antoon Van Parys. Tolpoortstraat 99, open tot 25 januari [1912], alle dagen van 10 tot 16 uur. (GVD, nr. 1231 van 17.12.) * * Er volgde een uitvoerige bepreking van de tentoonstelling Lagrange-Saverijs-Van Parys in GVD nr. 1235 van 14.01.1912, alsook in DDB 36/1 van 07.01.1912.
26 december Begrafenis van dokter Karel Aug. M. Ronsse, 43 jaar oud, sedert 18 jaar in Deinze actief als huisdokter. Hij was een “volksvriend”, die zich ook “bij de armen bemind” maakte. Hij werd begraven zonder uitvaartmis, op dinsdag 26 december, om drie uur in de namiddag. (DDB 35/53 van zo. 31.12.1911.) Zijn opvolger werd, in juli 1912, de pas afgestudeerde Gentenaar dr. Adriaan Martens (zie DDB, 36/29 van 21.07.1912.) Memorabilia 1911 Geboren Max Frisch († 1991), Zwitsers auteur (Stiller, Mein Name sei Gantenbein) Fritz Hochwälder († 1986), Oostenrijks (toneel-)auteur Luise Rinser († 2002), Beierse schrijfster (gehuwd met de componist Carl Orff) Robert Taylor († 1969), Amerikaans filmacteur (o.a. in Killers of the Kilimanjaro) Maxime Van de Woestijne († 2000), schilder, zoon van schilder Gustave VdW. Overleden Wilhelm Dilthey (°1833), Duits filosoof Gustav Mahler (°1860), Duits componist Geschreven Virginie Loveling - Een revolverschot (roman) Stijn Streuvels - Het kerstekind Karel Van de Woestijne - Kunst en geest in Vlaanderen (essays) Gerhard Hauptmann (Nobelprijs 1912) - Die Ratten (sociaalkritische tragikomedie) Thomas Mann (Nobelprijs 1929) - Der Tod in Venedig (novelle, later verfilmd) Sigrid Undset (Nobelprijs 1928) - Jenny (vrouwenroman) Gilbert Keith Chesterton - The Innocence of Father Brown (detective) Herbert George Wells - The New Macchiavelli Gecomponeerd Gustav Mahler - Das Lied von der Erde Maurice Ravel - Valses nobles et sentimentales Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4070 Richard Strauß - Der Rosenkavalier (opera, op libretto van Hugo von Hofmannsthal) Igor Strawinski - Petroesjka (Russisch ballet) Geschilderd Modest Huys - De hooioogst te Waregem en De Mandel te Wakken Gustave De Smet - Eenden aan de Leie (Museum Deinze) Leon De Smet - Portret van P.G. Van Hecke (Museum Deinze) Gustaaf Van de Woestijne - De blinde (Museum Deinze) Albert Servaes - De opwekking van Lazarus (Kunstmuseum aan Zee Oostende) Nobelprijzen Literatuur: Maurice Maeterlinck (1862-1949), Gentenaar Chemie: Madame Curie (geb. M. Sklodowska), Poolse (ontdekking radium en polonium) Gebeurtenissen Mona Lisa (van L. da Vinci) ontvreemd uit het Louvre (teruggevonden 1913 in Italië) Oprichting, in München, van de “expressionistische” kunstenaarsgroep Der Blaue Reiter (Kandinsky, Marc, Klee, Macke, Feininger, von Jawlensky) De Noor Roald Amundsen (1872-1928) bereikt op 15.12.1911 als eerste de Zuidpool; op 18.01.1912 gevolgd door zijn Britse concurrent, Robert Falcon Scott (1868-1912) Groot-Brittanië bouwt de Olympic en de Titanic, twee turbine-oceaanschepen van elk 60.000 T. 2315. Willy JOOS: Genealogie Basyn KGK-lid Willy Joos stuurde ons volgende mededeling: In september laatstleden werd de genealogie van de familie Basyn/Bazyn (en aanverwante schrijfwijzen) te Nevele voorgesteld, dat in het bijzijn van een aantal Amerikaanse Bazyn\'s (emigranten uit Nevele). Wellicht is het jullie bekend, maar het gaat hier over een in oorsprong (1550) Kortrijkse familie met vertakkingen over heel West – en Oost-Vlaanderen (ook Brussel). Ook in de stad Deinze en zijn fusiegemeenten Zeveren, Vinkt, Gottem, Grammene e.a. komt deze familienaam voor. In de streek van Deinze komt hij voor het eerst voor in Zeveren (1768) met het huwelijk van Guilielmus Laurentius Basijn met Carola Van Speijbroeck. Hij was afkomstig uit Bavikhove, zij uit Zeveren. Dat en zoveel meer staat te lezen in deze genealogie, welke bestaat uit twee delen en tesamen 402 bladzijden bevat. De uitgave is deels in kleur en in ring gebonden. Indien u daarin eventueel interesse hebt, het werk is verkrijgbaar aan € 30,00 (twee delen) zonder verzendingskosten, met verzendingskosten wordt dat € 40,00. Deze genealogie kan besteld worden bij: Willy Joos Noordhoutstraat 33 9031 Drongen. Het bedrag kan gestort worden op volgend rekeningnummer: VDK Drongen: BE91 8901 5410 8476 2316. Paul HUYS (nr. 567) De Deinse hoogbaljuw Ch. Ph. Martens koopt eigendommen “op krediet” (1784) Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4071 In onze bijdrage over de Deinse hoogbaljuw Charles Philippe Martens in het K.G.K.Jaarboek LXXVII van 2010 hebben we o.m. ook een beeld geschetst van zijn bezittingen, en hoe die geleidelijk aangroeiden, tot hij op het einde van zijn lang leven – hij werd 92 jaar oud – de rijkste man van Deinze was geworden. Recent nu kwamen we op het spoor van een archiefdocument1, waaruit blijkt dat de baljuw ook eigendommen aankocht zonder te beschikken over de nodige kontanten voor de betaling ervan. Op 21 oktober 1784 sloot hij een koopcontract af met de heer Jacques Ferdinandus Jan Baptist Cornelis van Hulle, zoon van Augustijn François, heer van de heerlijkheid van het Poeksche etc., wonende in Wakken. Het betrof de aankoop van “een block gronden van erfven”, die waren gelegen op Deinze-Buiten in de wijk het Schaeve. Die gronden, die baljuw Martens wou aankopen, bestonden in “een ronde motte met den wal, elf partijen meersch ende een partij saeyland met het meerschelken (= kleine meers of weide) op het oosteinde daer annex”. De gezamenlijke oppervlakte van die gronden bedroeg 8 bunders en 225 grote roeden, of ruim 13 hectaren2. In het vermelde koopcontract wordt de ligging van die gronden gesitueerd als “paelende in tgeheele O. de Sluijsekens ofte Reckel[inghe]beke, Z. dheer Dominicus Joannes Bracke ende Jackstraete, W. een dreefken hier dhilft (= voor de helft) mede gaende, en N. de erfgenamen van dheer Ferdinand van Doorne3. Het koopcontract werd in het Deinse register van wettelijke passeringen geacteerd op datum van 4 november 1784. De koopsom bedroeg 1822 ponden 3 schellingen 3 groten Vlaams wisselgeld. Maar de (contante) betaling van dat bedrag bleek voor de baljuw wel een probleem te zijn… Dit blijkt immers duidelijk uit een tweede document, in dezelfde archiefbron (zie noot 1), waaruit we het volgende kunnen opmaken. Het betreft een akte voor de Nevelse notaris Jan François van Melle, dd° 14 november 1784, d.i. een tiental dagen na het bovenvermelde koopcontract. In die akte gaat het om twee verschillende transacties, maar die wel allebei rechtstreeks verband houden met de aankoop van de gronden in het Schave. Comparant is de Deinse hoogbaljuw Charles Philippe Martens, die een lening afsluit én een hypotheek opneemt. a. Lening: van Jacques Ferdinandus J.B.C. van Hulle, hogervernoemd, leent Martens een som van 52 £ 16 sch. 9 groten Vlaams wisselgeld. b. Hypotheek: Martens bekent dat hij, wegens de aankoop van de gronden in het Schave, aan Van Hulle een som schuldig is van 1882 £ 3 sch. 3 gr. Tegelijk verklaart hij dat hij momenteel “onvoorsien is van voldoende pennijnghen” om de vermelde koopsom en de accessoire onkosten te voldoen. Daartoe zal hij, met ingang van 25.12.1784, aan zijn schuldeiser Van Hulle een lijfrente betalen van 175 £ gr. Vlaams per jaar. Als waarborg daarvan hypothekeert hij niet alleen de zopas aangekochte, maar nog niet betaalde gronden in het Schave, maar bovendien nog een aantal andere eigendommen die hij al eerder in zijn bezit had. Het blijken er heel wat te zijn, en de opsomming daarvan geeft enig beeld van zijn reeds opgebouwd fortuin (of althans een onderdeel ervan). Het gaat allereerst om een aantal eigendommen (elf in totaal), die Martens bij contract van 3 juni 1773 had aangekocht van jonkheer Hieronimus Josephus de Ter Vaerent en diens vrouw Philippine Therese Hoobroeck. Die elf eigendommen waren allemaal gelegen op Petegem-Buiten - voornamelijk in de buurt van de zgn. “Verkeerde Beek”, een zijbeek van de Kattebeek4 - en bestonden uit: - een behuisde hofstede (groot: 1204½ kleine roeden); - een andere behuisde hofstede en land, met een boskant (1418½ kleine roeden); - een “bosschelken” (een bosje van 310 kleine roeden); - acht partijen land, al dan niet met bos erbij (groot tussen 518 en 816 kleine roeden). Bovendien berust de hypotheek ook nog op een paar andere eigendommen, en meer bepaald: - twee huizen, staande op Deinze-Buiten, langs de straat van Deinze naar Zeveren; - een partij land, ook langs dezelfde steenweg gelegen (groot: 616 kleine roeden). Deze laatstgenoemde eigendommen had baljuw Martens aangekocht in 1781. Naar later is gebleken, heeft dit “kopen op krediet” aan de baljuw geen windeieren gelegd. Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4072
1. Rijksarchief Gent, Deinze - Oud archief, register 370 (Wettelijke passeringen 1782-1786), f° 129r°131r° en f° 162r°-165v°. 2. Een bunder, als oppervlaktemaat gelijk aan 1600 kleine of 400 grote roeden volgens de de Kortrijkse maat, was gelijk aan 1 ha 41 a 69 ca. Een grote (vierkante) roede was gelijk aan 35,4239 m². 3. In hetzelfde register 370 (zie noot 1) staat op f° 183v° (akte nr. 119) het testament van F.B. van Doorne, dd° 29.06.1784, strekkende tot de oprichting van een wezenhuis voor mannelijke weeskinderen. 4. Zie: L. Goeminne & T. Vanhee, Toponymie van Petegem-aan-de-Leie (Deinze, KGK, 2000), p. 223 (nr. 902: Verkeerde beek).
2317. Willy JONCKHEERE : Deinse componisten Het is sommigen wellicht ontgaan, maar in 2007 verscheen een interessant lexicon over Vlaamse componisten uit de jongste twee eeuwen: Flavie ROQUET, Vlaamse componisten geboren na 1800, Roularta books, 2007, 950pp. In het werk zijn biografische gegevens opgenomen van meer dan 2000 Vlaamse componisten. Bij het doorbladeren komen we heel wat Deinzenaars tegen en componisten die met Deinze iets te maken hadden. Achterin het werk is een index opgenomen per gemeente, per geboorte- en overlijdensjaar. De auteur hoopt dat dit werk “zal bijdragen tot de kennis van de muziek in Vlaanderen” en “een stimulans mag zijn voor musici en concertorganisatoren om de muziek van hun huidige en vroegere collega’s weer, en meer, tot leven te brengen”. Het werk kan geconsulteerd worden in onze Stedelijke Openbare Bibliotheek. In onderstaande lijst geven we enkel een korte identificatie. Het verhaal van leven en werk is soms uitgebreid, soms beknopt. Cannoot, Alphonse (‘Alfons’), nr. 235, p. 106 : componist “Hij leefde en werkte in de streek van Deinze waar hij lid was van de toenmalige theatergroep Vooruit, in 1858 opgericht als de Vereenigde Tael- en Kunstminnaers”. Hij componeerde blijkbaar op teksten van P. Kints. Daems, Jules, nr. 334, p. 147: Deinze 11-11-1858 – [Gent] 1-12-1929, ambtenaar, koorleider, dir. Muziekschool, componist De Sutter, Ignace August Hendrik, nr. 603, p. 260 : Gent 5-07-1911 – Belsele 10-08-1988, priester, hymnoloog, componist, docent, inspecteur Ignace De Sutter was van 1937 tot 1946 leraar aan het Sint-Hendrikscollege te Deinze Latte, Almier, nr. 1013, p. 435 : Astene 6-05-1900 – Nazareth 10-11-1984, pianist, kosterorganist, fanfaredirigent, componist, muziekleraar Lombaert, Aimé, nr. 1069, p. 459 : Oudenaarde 9-08-1945 – [Brugge 30-10-2008], beiaardier, organist, koorleider, leraar, componist Mervillie, Alfons, nr. 1144, p. 495-496 : alias Bach-Mervillie – pseud. Eillivrem, Verleyen, Ko, Wontergem 17-05-1856 – Kortrijk 4-04-1942, priester, leraar, dichter, prozaïst, componist Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4073 Mestdagh [Mestdagh-Adams], Henri, nr. 1151, p. 498-499 : Ruiselede 16-11-1838 – Deinze 8-12-1918, leraar, dirigent, componist Nachtergaele, Julianus Desiré (‘Jules’), nr. 1221, p. 531-532 : Zingem 17-10-1875 – Deinze 7-05-1965, leraar, dirigent, componist Nachtergaele, Léon Hector, nr. 1222, p. 532-533 : Zingem 24-11-1873 – Deinze 28-121955, leraar, dir. SMA, componist Vandenbossche, Felicien, nr. 1643, p. 723 : Ronse 31-03-1903 – Destelbergen 17-03-1988, priester, leraar, koorleider, componist Vandenbossche was van 1929 tot 1934 leraar aan het Sint-Hendrikscollege te Deinze Van den Eynde [Vanden Eynde], Jozef (‘Jef’), nr. 1660, p. 731 : Olsene 21-12-1879 – Maastricht 12-04-1929, studentenleider, ambtenaar, muziek- en taalleraar, publicist componist Van Styvoort, Charles (‘Carl’), nr. 1895, p. 837 : Watermaal-Bosvoorde 29-04-1885 – Petegem-aan-de-Leie 10-08-1959, violist, leraar, dir. SMS, componist Zijn daarmee alle ‘Deinse’ figuren belicht? Zijn alle vermelde gegevens correct en volledig? In zo’n verzamelwerk zijn allicht niet alle aspecten en onderdelen volledig en juist. Wie ons opmerkingen en aanmerkingen kan bezorgen is bij voorbaat bijzonder bedankt! 2318. Paul HUYS (nr. 568) Over lijkschouwingen, een apothecaris-chirurgijn en een vroedvrouw met schulden (Deinze, laat-17e & midden-18e eeuw) Onze uitvoerige studie “Geneeskundigen in Deinze in de late 17e en de 18e eeuw” (KGKJaarboek LXX, 2003, pp. 5-137) was in overwegende mate gebaseerd op de vermelding van doctoren en chirurgijns, aangetroffen in de verslagen over de lijkschouwingen van slachtoffers van fatale ongevallen, verdrinking, doodslag of nog andere gewelddadige doodsoorzaken. Onze lijst van lijkschouwingen beslaat een periode van precies honderd jaar, 1696-1795, (a.w., pp. 11-27) en bevat 77 casussen. Een dergelijke lijst kan uiteraard geen aanspraak maken op volledigheid. Er zijn immers altijd nog andere archiefbronnen dan die welke we reeds bestudeerden en aanvullingen zijn wenselijk en nodig1. We kunnen onze lijst van 77 lijkschouwingen nu aanvullen met een paar nog niet eerder besproken gevallen die we recent hebben ontdekt in de Deinse archiefreeks “Akten en contracten”2; ze dateren allebei uit het jaar 1764. 21.02.1764 – Onbekende vrouw Lijkschouwing van een onbekende vrouw, dood aangetroffen op Petegem-Buiten, liggend in een gracht nevens de “calsijde” (= kassei- of steenweg) van Gent naar Kortrijk. Het lijk werd geschouwd door de Deinse dokter Jacobus Franciscus van Landeghem, licenciaat in de medicijnen, en de Deinse chirurgijn Charles Willebois; doodsoorzaak: “versteven ofte gesuffocqueert”. De schouwing werd ambtelijk bijgewoond door Pieter Bauters, “officier” (= politieagent) namens de baljuw (J.N. Taintenier, absent), en twee “mannen van leene” (d.i. van het Leenhof van Deinze), nl. Jan Baptist van Hanewijck en Judocus Vermandele. 03.11. 1764 – Joseph Walraeve & Pieter de Voldere Dubbele lijkschouwing van resp. Joseph Walraeve fs. Jan en Pieter de Voldere; de eerstgenoemde was gewezen “domesticq” en de tweede werkman van Joannes Vincent fs. Jan; hun lijken waren aangetroffen in Deinze(-Buiten), “tusschen den Coeijmeersch ende het zoogenaemde Walleken, competerende d’heer Frans van Doorne”. Zij waren “op 31 okt. ll. Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4074 versmoord in een gracht daaromtrent gelegen”. De doodsoorzaak werd beschreven als “versteven en versmoord”. Lijkschouwers waren de bovenvermelde lic. med. Jac. Fr. van Landeghem en Pieter Dacket, geadmitteerde chirurgijn, beiden in Deinze wonend. Present: officier Lieven de Plae en de “mannen van leene” Judocus Vermandele, Pieter de Ryckere en Jan Baptist van Oost. *** In dezelfde archiefbron, “Akten en contracten”3, is ook een lijkschouwing te vinden van de weduwe van sieur Pieter van der Meulen filius Jacques, zij genaamd Jacqueline de Gruyttere filia Jan. Haar akte van lijkschouw staat op onze lijst (a.w., p. 17) vermeld onder het nr. 28, gedateerd 18.09.1762, waarnaar we dan ook verwijzen voor verdere bijzonderheden: zij deed nl. een dodelijke val van een trap, met zware kwetsuren aan het achterhoofd (“penetrerende door dura matre ende pia matre”). Dertien maand later werd, blijkens dezelfde bundel “Akten en contracten”, onder datum van 16.10.1763 de verkoping geacteerd van een aantal huizen en gronden in haar erfenis. De opsomming ervan geeft een idee van de omvang van haar bezittingen aan onroerend goed (toponiemen in cursief): 1. Een huis op de Cooremerkt te Deinze. 2. Een huis aan het Kattestraatje. 3. Een huis en erf, “van oudts genaemt den Raeme, palende O. de Schutterij, Z. de Raemstraete, W. het straetjen naar den Raemput, en N. het hospitael van Deynze”. 4. Een lochting achter (= voorbij) het stadhuis gelegen. 5. Een huis te Petegem bij de Pletseput gelegen, actueel bewoond door Melchior Ysebaert. 6. Nog een huis nabij de Pletseput gelegen, nu bewoond door Jacobus de Plae. 7. Nog een huis nabij de Pletseput gelegen, bewoond door Joannes Biebuyck. 8. Een boomgaard in Bachte. 9. Een meers in Deinze. 10. Land op de Klepkouter op Deinze-Buiten. Naast die tien loten (huizen en gronden) betreft de verkoping ook nog de nrs. 11 tot 16, zijnde renten te Nevele, Vinkt en Meigem. *** Nog in dezelfde bundel “Akten en contracten”4 vinden we voorts een paar interessante gegevens in verband met een Deinse vroedvrouw, genaamd Joanna Verseele (17251769), ook al vermeld in mijn bijdrage over Deinse geneeskundigen (a.w., pp. 57 en 69). In een akte van 30 mei 1761 wordt geacteerd dat zij, “gesworen vrouvrauwe in Deynze”, schulden heeft betreffende aankoop van wol bij Joannes Roelandt, meester hoedenmaker in Gent, die daarom beslag laat leggen op 1/3 van haar “gage” als vroedvrouw, en dit tot volledige afbetaling van haar schulden. Ze heeft haar lesje blijkbaar niet geleerd, want twee jaar later krijgt zij weer een pak van hetzelfde laken aangemeten. Ditmaal is de schuldeiser Jean Baptiste Caulier, koopman in kousen te Leuze, en haar schuld bij hem beloopt een som van (omtrent ) elfhonderd (!) gulden, voor levering van “caussens”. Ook hij laat beslag leggen op een deel van haar gage als vroedvrouw. *** En nu uit een totaal andere archiefbron, m.n. de “Criminele examens” van de Raad van Vlaanderen te Gent5, nog een gegeven dat een licht werpt op een ander aspect van de geneeskunde in de 17e eeuw, nl. de verstrekking van geneesmiddelen (“medicamenten”). In onze hiervoor vermelde bijdrage Geneeskundigen in Deinze... (p. 61) hebben we erop gewezen dat er in Deinze, vóór 1772, geen geattitreerde apothekers gevestigd waren en dat dus, tot laat in de 18e eeuw, de Deinse zieken voor hun geneesmiddelen aangewezen waren op de “huisapotheken” van de chirurgijns.
Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4075 Een formeel bewijs van het samengaan van die beide functies bij éénzelfde persoon is te vinden in een proces tussen het stadsbestuur van Deinze en de deurwaarder (van de Grote Raad van Mechelen?) Joos van der Straeten. In dit conflict worden door de Raad van Vlaanderen diverse personen verhoord, en onder hen - op 15 januari 1680 - ook de genaamde Louys Bourdeaux, 23 jaar oud (° ca. 1656/57), apothecaris-chirurgijn (sic), ook schepen van Deinze. Het is de eerste, en tot nog toe ook de enige, keer dat we die combinatie van functies uitdrukkelijk samen vermeld vinden, en dan nog met de functie “apothecaris” voorop. 1. Voor de casussen 23 tot 32 (periode 1760-1767) baseerden we ons op gegevens uit het Rijksarchief Gent (RAG), Oud Archief Deinze (OAD), nrs. 366 en 367. We hebben nu gemerkt dat diezelfde casussen ook vermeld staan in een gelijkaardige archiefreeks, “Acten en contracten” (RAG, OAD, 395- 397); de beide bronnen bevatten soms gegevens die elkaar kunnen aanvullen. 2. RAG, OAD, nr. 397 (dossiers dd° 21.02.1764 en 03.11.1764). In onze lijst (a.w., p. 17) zijn deze twee nieuwe casussen in te voegen resp. na nr. 29 (van 29.07.1763) en nr. 30 (van 12.06.1764). 3. RAG, OAD, nr. 395 (Akte van lijkschouwing, dd° 18.09.1762) en nr. 396 (Erfenis van Jacqueline de Gruyttere, weduwe Pieter vander Meulen: verkoping dd° 16 oktober 1763). 4. RAG, OAD, nr. 395 (Joanne Verseele, vrouw van Joseph Makijn, dd° 30.05.1761) en nr. 396 (Joanne Versele, huisvrouw van Joseph de Magaine, dd° 07.04.1763). Zie KGK-Jaarboek 2003, pp. 57 en 69. 5. RAG, RvVlaand., register 8571 (Criminele rechtspraak: verhoren 6 juli 1678 - 22 dec. 1685), f° 7276: Conflict tussen stadsbestuur van Deinze en Joos van der Straeten, deurwaarder ( wrschl. bij de Grote Raad van Mechelen ?), anno 1680. Op 15.01.1680: verhoor van (o.a.) Louys Bourdeaux, apothecaris-chirurgijn en schepen van Deinze. Zie ook: Gilbert Rogiers, Uitgebreide inventaris van de Criminele examens en de Vonnissen in de Raad van Vlaanderen (Uitg. in eigen beheer, 2008), dl. 2 (1678-1685).
2319. Willy JONCKHEERE : Bij de collegae op bezoek De Oudheidkundige Kring ‘De Vier Ambachten’ publiceerde naar aanleiding van het 500e geboortejaar van Cornelius Jansenius van Hulst (1510-1576)1 een prachtig jaarboek gewijd aan deze belangrijke kerkvorst. Er kon beroep worden gedaan op de auteurs Wil Brand, Johan Decavele, Jan Lockefeer, Antoine Prinsen en Honoré Rottier: Jan de Kort en Jan Lockefeer (red.), Cornelius Jansenius van Hulst 1510-1576 Theoloog en Pastor, Bisschop van Gent, uitg. Oudh. Kring ‘De Vier Ambachten’, Hulst, 2010, 271pp. In het artikel van Johan Decavele, Pastoor en prelaat in de Reformatietijd, pp. 105-136, wordt de kaart van Deinze en Petegem in 1715 afgebeeld uit het Landboek van Pieter Hovaere, landmeter van de kasselrij Kortrijk (Museum van Deinze en de Leiestreek, verzameling Kring voor Geschiedenis en Kunst van Deinze en de Leiestreek)2 Het is dezelfde kaart die gebruikt werd als kaftomslag om het 1e deel van de Geschiedenis van Deinze. Johan Decavele refereert overigens naar zijn artikel ‘Protestantisme en godsdienstberoerten’ in W. Prevenier en R. Van Eenoo, red., Geschiedenis van Deinze, dl. 1: Deinze en Petegem in de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijden (Deinze 2003) 291-302. We citeren de auteur: “ In Deinze was de rederijkerskamer De Nazareenen de kweekbodem van de nieuwe ideeën. Gangmaker was Prince Willem Baudaert, een welgestelde handschoenmaker. Dat was al gebleken in het spel dat Deinze opvoerde tijdens het roemruchte rederijkerstoernooi in Gent in 1539. Zoon Willem II Baudaert nam de toorts van zijn vader over. Samen met andere vooraanstaande Deinzenaren kwam hij met zijn ketterse toneelopvoeringen aanhoudend in aanvaring met de inquisiteur Pieter Titelmans. Willem II behoorde in 1566 tot de kopstukken van het calvinistische consistorie van zijn stad. Na het Wonderjaar vluchtte hij naar Sandwich. Zijn zoon Willem III ging naar de Latijnse school van Canterbury en studeerde vanaf 1580 aan het calvinistisch theologicum in Gent. Later zou Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4076 Baudaert (voortaan met zijn Latijnse naam Guillielmus Baudartius) in Leiden meewerken aan de Statenvertaling van het Oude Testament”. Er is reeds meer op gewezen dat er van deze figuur, in protestantse kringen internationaal befaamd, - en dat niet alleen bij onze noorderburen -, in Deinze geen enkel spoor te vinden is. Nu men er blijkbaar aan denkt om het voormalige kerkplein de naam te geven van ‘Heilige Poppo-plein’ of ‘Sint-Poppoplein’, is het misschien het geschikte moment om de naam van die andere ‘grote’ Deinzenaar toe te wijzen aan een onderdeel van de heraangelegde markt? Johan Decavele noteerde in het hogergenoemde artikel uit de Geschiedenis van Deinze dat tal van Vlaamse steden hun stadsgenoten, die omwille van hun geloofsovertuiging geëmigreerd waren, toch niet vergeten zijn : “Op al deze plaatsen herinneren beelden, verenigingen, straatnamen aan hun illustere telgen. Te Deinze lag de afstamming van de niet minder betekenisvolle Willem Baudaert (Guillielmus Baudartius), en toch is er niets in deze stad dat naar hem verwijst”3. Het is echter nooit te laat om daar iets aan te veranderen. 1. Deze eerste bisschop van het pas opgerichte bisdom Gent is niet te verwarren met Cornelius Jansen, Nederlands theoloog en bisschop, Acquoy bij Leerdam 1585 – Ieper 1638, wiens postuum werk ‘Augustinus’ een voorname rol speelde in het zogenaamde Jansenisme. 2. In verband met de afgebeelde kaart wordt in de Verantwoording van de illustraties verwezen naar : Museum van Deinze en de Leiestreek, Collectie Koninklijke Oudheidkundige Kring (sic!), p. 109. Het werk bevat ook een register van persoonsnamen en plaatsnamen. 3. Johan Decavele ‘Protestantisme en godsdienstberoerten’ in W. Prevenier en R. Van Eenoo, red., Geschiedenis van Deinze, dl. 1: Deinze en Petegem in de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijden (Deinze 2003), p. 291.
2320. Paul HUYS (nr. 569) Oorlogsberichten betreffende Deinze in het dagblad “Vooruit” (zomer-herfst 1914) Vanaf 31 juli 1914 – enkele weken na de vermelding van de Servische moordaanslag in Sarajevo op de Oostenrijkse kroonprins – vormt de angstwekkend groeiende kans op het uitbreken van een oorlog de hoofdbrok in de nieuwsberichtgeving van de Belgische kranten. Ook in de Gentse Vooruit, het dagblad van de socialistische arbeidersbeweging, dat in 1914 aan zijn 30e jaargang toe was (bewaard o.m. in de Univ.Bibl. Gent, nr. J.451, alsook in het AMSAB-Gent). In het nummer XXX/215 van 4 augustus 1914 (de dag zelf van de Duitse inval in België) bloklettert de Vooruit op de voorpagina: “ERGE TOESTAND IN BELGIË. HET ULTIMATUM VAN DUITSCHLAND”, en ‘s anderendaags, in het nr. XXX/216, luidt het: “DUITSCHLAND HEEFT DEN OORLOG VERKLAARD AAN BELGIË EN AAN FRANKRIJK”. Van dan af volgt, dag na dag, een relaas van de oorlogsgebeurtenissen: de gevechten rond Luik, de slag bij Halen en de gevechten in de streek Tienen-Aarschot-Diest-, de vlucht van de burgerbevolking uit Mechelen, de wreedheden en de brand van Leuven en later die van Dendermonde, de inname van Brussel, de beschieting en de val van Antwerpen, daarna de gevechten rond Aalst en bij Kwatrecht, steeds nader bij Gent dus, dat op 12 oktober 1914 bezet wordt. In de “Vooruit” XXX/280 en 281 van 8 en 9 oktober 1914 wordt bericht over het vuur-gevecht op 7 oktober, aan de Edemolen te Nazareth, tussen de vanuit het zuiden oprukkende Duitsers (o.l.v. majoor von Tannstein) en de Belgische gendarmen van wie er zes sneuvelen, o.w. ook hun aanvoerder, kapitein Fremault, benevens nog vijf andere soldaten (vier van het 5e Linieregiment en één van het 7e regiment Vrijwilligers). Maar na de inname van Gent begint de Vooruit-redactie de greep van de Duitse censuur te voelen. In de kolommen van de krant zijn, in de tweede helft van oktober 1914, hier en daar witte vlekken te zien: tekst(gedeelt)en, die door de censuur werden geschrapt. Geen verder nieuws meer over de krijgsverrichtingen zelf en het verder verloop van de opmars. Hoe de Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4077 Duitsers vorderen, eenmaal voorbij Gent, in de richting van Deinze en de hele verdere Leiestreek, daarover valt in de Vooruit niets meer te lezen. Jammer. Ondertussen echter, vanaf midden september 1914 ongeveer, publiceerde de Vooruit wel ellenlange lijsten van vluchtelingen. De burgerbevolking uit het oostelijk gedeelte van het land was immers massaal westwaarts gevlucht, voor de oprukkende Duitse troepen uit. Een aantal onder hen kwam ook in Deinze terecht, en daarover lezen we in Vooruit het volgende (in nr. XXX/254 van zaterdag 12 september 1914, pp. 5 en 6): Bulletijn der vluchtelingen en der gekwetsten. DEINZE - Verblijvende in ’t gesticht der Zusters Maricolen (namenlijst, met herkomstvermelding, meestal uit Mechelen en omstreken) - Verblijvende in Sint-Vincentiusgesticht (idem) - Verblijvende in Sint-Henricusgesticht (idem) - Verblijvende te Petegem-bij-Deinze (idem) MACHELEN - Vluchtelingen opgenomen in het Klooster van Machelen-bij-Deinze (ook voornamelijk herkomstig uit Mechelen en omstreken). In het Vooruit-nummer XXX/264 van dinsdag 22 september: Naamlijst der vluchtelingen, aangekomen in Sint-Martens-Leerne (grotendeels gevlucht uit Mechelen en Muizen); Naamlijst der vluchtelingen, aangekomen in Astene (idem). En in het Vooruit-nummer XXX/270 van maandag 28 september: Naamlijst der vluchtelingen, opgenomen op 31.08.1914 in Vosselare. Vanaf eind november 1914 werden dan weer andere lijsten gepubliceerd, en wel van een aantal gekwetste Belgische soldaten, die in Engeland waren terechtgekomen. Onder die gekwetsten waren ook enkele Deinse soldaten, m.n.: René Delbare (sic), Petegem-Deinze, opgenomen in de Infirmerie van Southport/Eng. (Vooruit, XXX/309 van zat. 28 november); Jordan Gilliaert, Deinze (mil.nr. 57769): onder de hoede van de Mayor van Muftby (sic !?); Georges Van der Elstraeten, Deinze (mil.nr. 59723): idem (beiden in Vooruit, XXX/310 van zond. 29 november, p. 3). En er was nog meer soldatennieuws. Vanaf begin december 1914 werden ook de lijsten gepubliceerd van de vele duizenden Belgische soldaten, geïnterneerd in Nederland. Na de val van Antwerpen immers waren hele regimenten noordwaarts gevlucht en over de grens in het (neutraal gebleven!) noordelijke buurland terechtgekomen, waar ze conform de internationale oorlogsconventies in kampen werden geïnterneerd. Het belangrijkste opvangcentrum was opgericht in Amersfoort, van waaruit ze later naar verscheidene andere interneringskampen werden overgebracht; In die Amersfoort-lijsten vinden we ook een aantal soldaten uit Deinze en de omliggende dorpen. Hiervan het volgende namenlijstje, met telkens ook de vermelding van hun resp. legereenheid, alsook de datum van het desbetreffende Vooruit-nummer: Leon-Marcel Bovyre (sic – is vermoedelijk Bovyn), Astene, 5e Linieregiment (Vooruit, XXX/315 van vrijdag 4 dec. 1914); Georges Knockaert, Deinze, 5e Linieregiment (XXX/315 van 4 dec.); Oscar Bilsen, Deinze, clairon, 2e Vestings-Linieregiment (XXX/315 van 4 dec.); G. Campe, Deinze, corp(oraal), 2e Vestings-Linieregiment (XXX/315 van 4 dec.); Joseph Malfait, Deinze, sergeant, 2e Vestings-Linieregiment (XXX/315 van 4 dec.); Ernest Van de Wielle (sic), Astene-Deinze, 2e Vestings-Linieregiment (XXX/315 van 4 dec.); Jules Demeester, Petegem-Deinze, 3e Regiment Jagers te Voet ((XXX/317 van 6 dec.); Adolf Van Landschoot, Gotthem bij Deinze, 3e Regiment Jagers te Voet ((XXX/318 van 7 dec.); Alfons De Volder, Deinze, Regiment der Genie (XXX/323 van 12 dec.); Leonce De Vreese, Bachte-Maria-Leerne, Vestingsartillerie (XXX/326 van 15 dec.); Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4078 Aimé Buyse, Petegem (Deinze of Oudenaarde?), Vestingsartillerie (XXX/332 van 21 dec.); Jules Delannoy, Bachte-Maria-Leerne, Vestingsgrenadiers (XXX/333 van 22 dec.); Emiel Pourquoi, Astene bij Deinze, Vestingsgrenadiers (XXX/334 van 23 dec.). Tenslotte volgde nog de publicatie, vanaf het Vooruit-nummer XXX/335 van donderdag 24 december 1914, van de “Officiële Lijst der Belgische soldaten, krijgsgevangen in Duitsland”. Dit door de Duitse militaire overheid zelf opgestelde document is een alfabetische namenlijst, die evenwel de plaats van herkomst der krijgsgevangenen niet vermeldt, zodat het ons onmogelijk was daaruit een lijst van de Deinzenaars op te stellen. Voor wie echter op naam naar een bepaalde persoon zoekt, is de raadpleging van die lijst relatief gemakkelijk. De Vooruit-nummers XXX/338 en 339 van resp. 28 en 29 december 1914 bevatten opnieuw lijsten van gekwetste Belgische soldaten in Engeland, maar daarin hebben we geen andere Deinzenaars meer aangetroffen. Ook in de Vooruit-jaargang XXXI van 1915 worden nog vervolglijsten gepubliceerd, maar die hebben we niet meer nagekeken op hun eventuele Deinse gegevens. *** Wie over die eerste oorlogsmaanden - augustus tot oktober 1914 - meer detailinformatie zoekt, kunnen we met nadruk een recente Davidsfonds-uitgave aanbevelen, geschreven door Patrick Goossens & Lieve Meiresonne en getiteld Vlaanderen Niemandsland 1914. Van gendarmen, vrijwilligers en burgerwachten tijdens de eerste oorlogsmaanden (DF Leuven, 2009; 403 pp.), met o.m. een uitvoerig verslag over de slag bij Edemolen op pp. 317-3401. Nog iets recenter, en even aanbevelenswaard, is het ruim geïllustreerde geschiedenisboek van Dirk Van Thuyne, getiteld 1914. De Duitsers komen 2, waarin de moordende begindagen van WO I in België worden opgeroepen aan de hand van authentieke getuigenissen en originele dagboekfragmenten (of m.a.w. de persoonlijke verhalen van de ‘kleine man’ in de Grote Oorlog). 1. In hetzelfde boek wordt Deinze een tweetal keren vermeld: op pp. 187-189 een schermutseling tussen Belgische cyclisten en een verkennerstroep van de Duitse huzaren (8/9 sept. 1914) en op pp. 248-249 het overvliegen van een Duitse zeppelin (nacht van 24/25 sept. 1914). 2. Een uitgave van Lannoo-Tielt, 2010
2321. Luc GOEMINNE : De Schepenen van Deinze bedreigd met een dolk in 1393 In de baljuwsrekening te Deinze van jan de Prisenare in 1393 komt de volgende zinsnede voor : “Gillis le Zagher pour avoir porté son coutrel contre les échevins de la ville de Deynse”. Hij kreeg hiervoor een boete van 8 S 5 d par. Coutrel is een oud-Franse benaming voor een dolk of een of ander steekwapen. Het woord is te vergelijken met een ander Oud Frans woord coutre in de betekenis van ploegmes. Het modern Frans woord is couteau. Van dit woord is een oude familienaam afgeleid. Leden van de familie de Cottrel waren een tijdlang Heren van Drongen. 2322. Willy JONCKHEERE : Het KGK-Contactblad laat E.H. Frans De Troyer even herleven ! Het is altijd aangenaam als een of ander bericht in ons Contactblad reacties losweekt bij onze leden. Een paar hebben hierop zowaar een abonnement. Telkenmale bezorgen ze ons een correctie, een aanvulling, een commentaar,…waarvoor onze dank ! Dit keer was het toch anders. De postbode was nauwelijks klaar met zijn ronde of de reacties stroomden binnen! Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4079 In ons vorig nummer hadden we een stukje gebracht over de ‘rode kaart’ van het SintHendrikscollege. Hieraan koppelden we een paar bedenkingen bij de naam van de ondertekenende leraar Frans De Troyer. En daar ging het vooral over. Bedankt KGK-lid Georges Verstraete, KGK-steunend lid Eric Claerhout en vooral KGK-lid dokter Guy Coutant die ons overdonderde met gegevens over de ‘filatelist’ De Troyer. © Foto Claerhout
Maar laat ons eerst Frans De Troyer voorstellen. Frans De Troyer werd geboren te Ninove op 7 juni 1914. Na Grieks-Latijnse humaniora aan het Sint-Catharinacollege te Geraardsbergen (waar hij afstudeerde op 16-jarige leeftijd) dacht hij er aan missionaris te worden bij de ‘Witte Paters van Afrika’. Gezondheidsredenen weerhielden hem hiervan, hij ging naar het Gentse seminarie en werd priester gewijd op 16-04-1939. Vier dagen later, op 20-04-1939, werd hij benoemd tot leraar aan het Sint-Hendrikscollege te Deinze. In 1946 was hij er titularis van de 4e Latijnse. De hogere cyclus bestond toen nog niet. Leerlingen die hun humaniora wilden afmaken dienden zich tot het college van Oudenaarde te wenden, of naar Kortrijk of Gent gaan. Op 20-08-1947 volgde zijn aanstelling tot onderpastoor op de Sint-Machariusparochie te Gent, op 31-12-1956 werd hij onderpastoor te Bellem. Hij werd pastoor benoemd te Sint-Blasius-Boekel op 21-01-1963 en vier jaar later te Erwetegem op 30-01-1967. Hij overleed te Gent op 21-02-1977, amper 62 jaar oud.
Wie waren zijn collegae op het Sint-Hendrikscollege ? © Foto Claerhout
Zittend van links naar rechts: Marcel Snoeck, Pieter Martens, Superior Jozef Van Hevele, Ignace De Sutter, Frans De Troyer. Staand van links naar rechts: Albert Van Moer, Arthur Verstraete, Cyriel Gyselinck. Deze foto moet genomen zijn in de jaren 19411945. Florimond Brys staat er niet meer op. Hij werd benoemd op 19-08-1941 tot leraar aan de Bisschoppelijke Normaal-school te Sint-Niklaas. Albert Van Moer werd benoemd te Deinze op 29-09-1941 en werd op 24-08-1945 onderpastoor in Zwijndrecht . Superior Van Hevele werd op 12-04-1945 benoemd tot pastoor van Olsene.
Priester-leraars 1939 40 41 42 43 44 45 46 47 Sint-Hendrikscollege 1939-‘47 Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4080
5564. Van Hevele Jozef, sup. 2739. Haenebalcke R., leraar 500. Brys Florimond, leraar 2016. De Sutter Ignace, leraar GEEN Martens Pieter. 4341. Snoeck Marcel, leraar 2052. De Troyer Frans, leraar 2719. Gyselinck Cyriel, subreg. 5729. Van Moer Albert, leraar GEEN. Verstraete Arthur CICM 4172. Schatteman Edg., sup. 223. Bernaert Jozef, leraar 638. Catteeuw Alexander, leraar GEEN. Martens F.CICM 2231. De Witte Omer, subreg. GEEN. Vereecken O. GEEN. Faignaert P. ler, sup. GEEN Lust A. GEEN. Staes J.
x x x x x x x x
x
x
x x x x x x
x x x x x x x
x
x
x
x
x x x x x x x
x x x x x x x
x x x x x x x
x x x x x x x x x x x
x x
x
x x
x x
x x x x x x
x x x x x x x x x
De nummers voor de namen verwijzen naar L. Schokkaert (ed.) Biografisch repertorium van de priesters van het Bisdom Gent 1802-1997. ‘GEEN’ voor de naam geeft aan dat zij nog niet opgenomen waren in de lijsten.
Toen hij op het college aankwam was zijn superior tot 1945 Jozef Van Hevele (Eke 7-101898, † Petegem-aan-de-Leie 2-11-1966). Die werd, na pastoor te zijn geweest in Olsene en Sleidinge, op 3-08-1951 pastoor van Sint-Martinus Petegem. Superior 1932-1945. Remi Haenebalcke (Drongen 15-03-1907, Drongen 1-11-1976) heeft hij nog nauwelijks als collega gekend. Die werd reeds op 18-07-1939 onderpastoor in Velzeke, om nadien tussen 1952 en 1976 pastoor te worden in Wontergem. Leraar 1932-1952. Florimond Brys (Temse 3-04-1912, Sint-Niklaas 21-12-1956) werd in 1941 benoemd aan de Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas. Zijn naam zal verbonden blijven aan zijn optreden bij de ontploffingsramp met de rijnaak Rhenus127 te Willemstad, Nederland, op 30 mei 1940 (cfr. R. De Bouver, Korte verhalen over WOII. Priester-leraar F. Brys en de ramp met de rijnaak Rhenus 127 op 30 mei 1940 te Willemstad, Nederland, in KGKC, 24e jg., 2004, nr. 1953, pp. 3222-3225). Leraar 1936-1941. Ignace De Sutter (Gent 5-07-1911, Belsele 10-08-1988), priester, hymnoloog, componist, docent, inspecteur. Leraar 1937-1946. Was in 1946 leraar Duits en Engels. Zie W. Jonckheere, Over Ignace De Sutter en Deinze, 1937-1946, KOK-jaarboek 1986, pp. 253280. F. Roquet, Lexicon Vlaamse componisten geboren na 1800, Roularta Books, 2007, p. 260. Petrus (Pieter) Martens (Maldegem 15-05-1912, Gent 21-08-2003). Was van 1947 tot 1958 onderpastoor van de O.-L.-Vrouwparochie te Deinze. Leraar 1937-1947. Was in 1946 titularis van de 4e Moderne, en leraar wiskunde en handelswetenschappen. Marcel Snoeck (Huise 27-07-1912, Balegem 7-04-1986). Leraar 1939-1945. Cyriel Gyselinck (Sint-Niklaas 5-10-1910, Belsele 23-12-1991). Was subregent in de periode 1939-1947. Was in 1946 tevens leraar Tekenen. Werd op 31-07-1947 benoemd als onderpastoor in Melsele. Albert Van Moer (Beveren-Waas 29-12-1915, Temse 13-07-1992). Leraar 1941-1945. Arthur Verstraete (Ursel 21-10-1916, Vienna (Virginia), USA, 23-04-1992), Missionaris van Scheut (c.i.c.m., Congregatio Immaculati Cordis Mariae – Congregatie van het Onbevlekt Hart van Maria). Daar hij door de oorlogsomstandigheden niet kon vertrekken naar de missies werd hij in afwachting leraar. Hij bleef het tot 1951. Hij was de grote organisator van het Sint-Poppospel van 1949. Edgard Schatteman (Wetteren 11-12-1907, Wetteren 30-12-1990) Superior 1945-1947. Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4081 Jozef Bernaert (Semmerzake 22-06-1919, Gent 9-07-1992). Leraar 1945-1952. Was in 1946 titularis van de 6e Latijnse. Alexander Catteeuw (Herstal 26-12-1918, Moerbeke-Waas 25-10-1980). Leraar 1945-1954. Was in 1946 titularis van de 5e Latijnse. F. Martens, Missionaris van Scheut (c.i.c.m.). Leraar 1945-1946. Nadien missionaris in Kongo. Omer De Witte (Oostwinkel 24-08-1910, Eeklo 1-03-1966). Subregent 1946-1949. Octaaf Vereecken ( °Evergem 25-03-1922). Leraar 1946-1953. Gewijd 15-06-1946. Was in 1946 titularis van de 6e Moderne. Paul Faingnaert ( Kruishoutem 22-04-1921, Gent 22-09-2004). Leraar 1947-1959, superior 1959-1966). Werd in Deinze benoemd op 22-06-1947. Albert Lust (Nederzwalm 29-06-1921) (in klapper 1947 student Klassieke filologie in Leuven) Jozef Staes (Zwijndrecht 17-10-1922, Dentergem 17-04-2009). Subregent 1947-1962. Als lekenleraars treffen we in 1946 aan: Hilaire Geirnaert, °Astene 4-09-1910, † 24-08-1991, benoemd 22-03-1933, onderwijzer 8e studiejaar A. Was onderwijzer-directeur 1961-1975. Albert De Grave, °Scheldewindeke 10-10-1901, benoemd 1-12-1926, onderwijzer 8e studiej.B. Cyriel Smessaert, °Aalter 24-03-1910, benoemd 4-09-1936, onderwijzer 7e studiejaar. Julien Walgrave, °Deurle 10-04-1924, benoemd 3-11-1944, onderwijzer 6e studiejaar. Hiloné Lafosse, °Oostakker 4-07-1922, Deinze 23-02-1988, benoemd 29-05-1942, onderwijzer 5e studiejaar. Firmin Carreel, °Petegem 7-04-1923, benoemd 27-09-1944, onderwijzer 4e studiejaar. Adrien Oppeel, °Bachte-Maria-Leerne 15-01-1923, benoemd 25-09-1944, onderwijzer 3e,2e en 1e studiejaar. Almier Latte, (Astene 6-05-1900, Nazareth 10-11-1984) leraar muziek, cfr. F. Roquet, Lexicon Vlaamse componisten geboren na 1800, Roularta Books, 2007, p. 260. Jules Nachtergaele, (Zingem 17-10-1875, Deinze 7-05-1965) leraar muziek, cfr. F. Roquet, Lexicon Vlaamse componisten geboren na 1800, Roularta Books, 2007, p. 260. KGK-Steunend lid Eric Claerhout herinnert zich vooral de collegepriester, die een welkome gast was ten huize van fotograaf Abel Claerhout, op enkele meters van het college in de Guido Gezellelaan. Collegepriesters kenden in die jaren een streng ‘intern’-regime. Het was hen niet toegelaten zomaar het college te verlaten om te familiariseren met Deinse families, en al zeker niet om naar theater- en filmvoorstellingen te gaan. Vader Abel Claerhout trok geregeld naar de filmverdeelhuizen in Brussel om er de films te bespreken die hij dan als bioscoopuitbater in Wakken (zaal Coliseum) en Olsene (zaal Rubens) projecteerde op zondagnamiddag en –avond, aangevuld met zelfgemaakte voorfilms. Ten huize Claerhout werd dan op vrijdagavond de “première” vertoond, en dat veelal in aanwezigheid van de collegepriesters. Toen in 1944-1945 het gezin Claerhout het moest stellen zonder de ”pater familias” Abel Claerhout, kwam Frans De Troyer het gezin beschermen tegen eventuele agressie van bepaalde weerstandsgroepen. Hij sliep er dan, gewapend met een revolver naast zijn bed. Het was de jonge priester niet aan te zien, maar hij was in zijn geboortestad Ninove lid van het Onafhankelijkheidsfront, wat niet meteen een vanzelfsprekende combinatie was. KGK-lid Georges Verstraete, vooraanstaand lid van de Deinse postzegelverzamelaars in Filaclub “De Leiestreek”, heeft in zijn verzameling heel wat interessant materiaal over de filatelist De Troyer.
Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4082 KGK-lid dokter Guy Coutant, specialist in Maag- en darmziekten, werkzaam in SintVincentius-kliniek te Deinze, is niet alleen een verwoed filatelist maar tevens titulair lid en bestuurslid van de Belgische Academie voor Filatelie. Hij noemt Frans De Troyer de ‘vader’ van de thematische filatelie in België, de reden waarom hij geëerd werd met een postzegel in 1995. De hogergenoemde Academie telt 30 zetels, genaamd naar een eminente overleden filatelist. Dr. Mark Bottu, thans de grootste ‘thematieker’ van België koos ervoor om zijn zetel te noemen naar Frans De Troyer. Pater M. Vertommen schreef in een in memoriam ondermeer: Op 21 februari 1977 overleed te Gent E. H. De Troyer in de ouderdom van 62 jaar. Naar zijn laatste rustplaats te Erwetegem, waar hij pastoor was, werd hij piëteitvol uitgeleide gedaan door de hele parochie, waarvan allen zich zijn vrienden wisten, Postkaart, uitg. Museum voor Posterijen, Brussel
begeleid ook door zovele vrienden van overal, niet het minst door zovele filatelisten uit het hele land, en zelfs door afgevaardigden uit Duitsland en Nederland. Ook heel wat leden van onze St.- Gabriëlgilde1 waren er aanwezig en ontmoetten er mekaar. E.H.De Troyer was één der eersten van onze St. Gabriëlgilde, en hij is er de grootste exponent van geworden. Met zijn magnifieke verzameling "Maria Koningin der wereld" heeft hij voor de religieuze filatelie de weg vrijgemaakt naar verdiende waardering, en voor haar een evenwaardige plaats weten te veroveren naast de traditionele klassieke filatelie…E. H. De Troyer was een doordrijver, en als hij iets wilde, spaarde hij moeite noch krachten. Met een onverstoorbaar doorzettingsvermogen is hij er in gelukt de thematische filatelie religieuze zowel aïs niet-religieuze - op te tillen tot op de hoogte van de traditionele filatelie. Verkozen tot voorzitter van de Thematische Commissie van de F.I.P., deed hij een thematisch reglement aanvaarden, dat zou gelden voor alle komende tentoonstellingen. Daarenboven schreef hij een uitgebreid commentaar: "De Thematische Filatelie", waarvoor hij onlangs nog een gouden medaille ontving te Drammen in Noorwegen op 5 november 1976. Onze St. Gabriëlgilde zal hem dankbaar zijn, aan de religieuze filatelie een zo wereldgrote allure gegeven te hebben. …Als filatelist heeft hij vele gouden médailles behaald. Bij zijn laudatio in 2009, toen hij de zetel ‘Frans De Troyer’ innam, zei dr. Bottu onder andere : « Het is voor mij een grote eer en een groot genoegen hier vandaag de figuur van Frans De Troyer, de dorpspastoor die de thematische filatelie op de wereldkaart zette te belichten… Alhoewel ik mij de voorbije jaren meer toegelegd heb op postgeschiedenis en traditionele filatelie ben ik toch voornamelijk als thematicus op het voorplan getreden. ik ben daarom zeer fier, gelukkig en dankbaar omwille van de toekenning van de zetel Frans De Troyer. Zeer Eerwaarde Heer Frans De Troyer – monsieur l’ Abbé zoals hij op het internationale forum genoemd werd – was als Rooms-katholiek priester ongehuwd. Wanneer ik deze Zetelrede schreef kon ik dus geen beroep doen op nakomelingen. Ik heb hem zelf maar éénmaal ontmoet, ter gelegenheid van Themabelga 1975 en moest ik mij bijna uitsluitend baseren op archiefteksten (vooral uit Themaphila). “Ter gelegenheid van het Eucharistisch Congres te München in 1959 stelde Frans De Troyer voor het eerst zijn "Madonna's" tentoon. Zijn hoge verwachting kreeg er een flinke deuk nadat de jury hem onvoldoende punten toekende om binnen de prijzen te vallen. Naast elke postzegel had hij een foto met een vergroot beeld geplaatst. Eduard Rüttiman uit Bazel… legde hem uit dat een verzameling moest opgebouwd en uitgewerkt worden door er een gedachte in te verwerken en ze een leidraad mee te geven die de postzegels ordent en ze met elkaar verbindt.
Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4083 Dit leidde tot zijn verzameling "Maria, Koningin der Wereld". Het plan was als volgt ingedeeld : a) Het leven van Maria b) Litanie der duizend namen. c) Maria, Patrones en Koningin van landen en steden. d) Bedevaartplaatsen. e) De Madonna in de kunst f) Madonna-kerken. Hij stelde zijn omgewerkte verzameling opnieuw tentoon in 1961 op TEMEX in Buenos Aires, in 1963 op MELUSINA in Luxemburg en, eveneens in 1963, op ISTAMBUL ' 63. Telkens behaalde hij een gouden medaille. Nadien werd zijn verzameling nog meermaals in het erehof tentoongesteld in Parijs, Wenen, Amsterdam en Venetië. Maar tevreden was hij niet. Hij vond dat hij in zijn Madonna-verzameling onvoldoende de nieuwe tendens - nl. de koppeling aan de klassieke filatelie – kon uitwerken. Frans De Troyer begon dan aan zijn historische verzameling “ De Rooms-Katholieke Kerk” En dit volgens het nieuwe reglement dat de basis werd van de thematische filatelie zoals wij die vandaag kennen.” Zoals reeds vermeld, trad Frans De Troyer van bij de aanvang toe tot de Belgische St.Gabrielgilde. Deze oudste thematische kring was dus zijn eerste leerschool. We vinden hem in de jaren 1963-1967 terug als “Press Officer of the International St. Gabriël Federation”. Pater Vertommen schrijft hierover: “E.H. De Troyer was één der eersten van onze St. Gabriëlgilde, en hij is er de grootste exponent van geworden. …Op zijn ziekbed zei hij nog: "St.Gabriel heeft een grote, niet te onderschatten verdienste wat betreft de godsdienstige filatelie” En Z.E.H. Volkaerts – de eerste voorzitter van Gabriël - noteert in zijn ‘In Memoriam’: « Il y avait environ seize ans qu'il faisait partie du Cercle St. Gabriel de Belgique. Mais il n'avait pas attendu la fondation du Cercle en 1958 pour faire ses premiers pas. » Reeds in 1970 wordt Frans De Troyer voorzitter van de Thematische Commissie van de F.I.P. In deze periode zal ook het Reglement voor de Thematische Filatelie tot stand komen. Dr. Ir. Giancarlo Morolli - voormalig voorzitter van de Thematische commissie van de FIP – schrijft hierover: “In 1970 verkoos het FIP-congres in Londen Frans de Troyer als nieuwe voorzitter. Een paar weken later ontmoetten we mekaar heel kort in Rome. Hij sprak mij over zijn doelstelling om onmiddellijk een duidelijk kader voor de thematische filatelie uit te bouwen, …niet over regelgeving, maar over principes en begeleiding…. Pas in een later stadium, …ontwikkelden we ook het reglement. …dat op het FIP-congres op Belgica ’72 …werd goedgekeurd. Op IBRA '73 voltooide hij de gelijkwaardigheid met de andere klassen: het recht van de thematische juryleden deel te nemen aan de stemming voor de Grand Prix, werd aanvaard. In hetzelfde artikel wijst Morolli er op dat De Troyer een Bourgondiër was, die van een fijne maaltijd hield, overgoten met een goed glas wijn. Ondertussen publiceerde Frans De Troyer zijn werkje “De Thematische Filatelie” dat duidelijk en in een voor iedereen begrijpelijke taal de nieuwe regels van de thematische filatelie uiteenzette. Het kende een enorme bijval, werd in verschillende talen vertaald, zelfs in het Japans. In eigen land zal Frans Detroyer (sic) vooral voortleven als medestichter en hoofdredacteur van Themaphila. Het voorzitterschap heeft hij nooit geambieerd. Hij liet dit van bij de aanvang over aan Rombout Van der Auwera. Hij vond het voorzitterschap van Themaphila onverenigbaar met de functie van Commissaris Thematische filatelie. Hij schrijft hierover: “ toen de heer Van der Auwera genoodzaakt was – door ziekte – zijn ontslag als voorzitter van Themaphila te geven, werd ik voorlopig door het Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4084 bestuur als voorzitter benoemd. Reeds in het volgende nummer heet het : “ Overbelast door bestuurlijke functies en vooral om de situatie “Commissaris voor het Commissariaat voor Thematische Filatelie van de Landsbond” en de “Vereniging Themaphila” principieel uit elkaar te houden, heeft Pastoor De Troyer zijn ontslag aangeboden als voorzitter van Themaphila. Roland Lévèque werd zijn opvolger. Maar Frans De Troyer was ook in eigen land buitengewoon actief. Naast hoofdredacteur van Themaphila en Nationaal Commissaris Thematische Filatelie, was hij was eveneens beheerder van de K.L.B.P. Spijtig genoeg werd hij slechts op het einde van zijn veel te korte leven lid van deze academie. Hij zou nooit titulair lid worden want reeds zes maanden na zijn aanduiding nam hij afscheid van dit leven. Twee jaar voor zijn dood (in 1974) kreeg hij nog wel de Nationale Medaille voor Filatelistische Verdienste. De grootste aan hem gewijd. Zowel in België als ook in verschillende andere landen (Spanje, Brazilië) wordt de Troyer op een afstempeling vereeuwigd. Tot zover enkele zinsneden uit de laudatio van dr. Bottu. Het is in elk geval duidelijk dat Frans De Troyer niet alleen nationaal maar ook internationaal een stevige faam verwierf als filatelist. Naar verluidt zou zijn belangstelling voor postzegels pas ontstaan zijn toen hij onderpastoor was in Bellem, en tevens godsdienstlessen gaf aan de Rijksmiddelbare school te Aalter. Daar zou hij de filatelie gebruikt hebben om vernieuwing bij het lesgeven in te voeren.
Uitgave Editions CEF, Nice 4000ex. waarvan 525 in het Nederlands
1. De thematische filatelie - en dus de “religieuze filatelie” – gaat in feite terug tot de allereerste postzegel, de Penny Black. De beeltenis van koningin Victoria past immers zowel in een verzameling over de Engelse geschiedenis als in een album over de Anglicaanse kerk. In 1926 brengen V. Gisquière en S. Strowski het eerste boek uit over de christelijke filatelie: “L’Inspiration Chrétienne et la Philatélie”. In 1940 stichten twee franciscaner paters in Duitsland “Gabriel”, de eerste vereniging voor religieuze filatelie. Ze krijgen navolging in andere landen en in 1954 wordt zelfs de “Wereldbond Sint-Gabriel” opgericht. In België wordt de St.-Gabriëlgilde vier jaar later gesticht door priester Volkaerts die in 1965 voorzitter van de Wereldbond wordt. In het toen nog overwegend katholieke België neemt de gilde een enorme vlucht. Het ledental stijgt tot achthonderd. Er worden talrijke tentoonstellingen en voorverkopen georganiseerd. Priester Volkaerts wordt opgevolgd door priester Henri Dessaer, die vervolgens de voorzittershamer doorgeeft aan Mark Bottu, de eerste lekenvoorzitter. Als ondervoorzitter van de Wereldbond organiseert hij in 2004 het congres van de Bond in Gent. Wanneer priester Frans Detroyer voor het eerst zijn verzameling “Madonna’s” tentoonstelt, wordt het hem duidelijk dat de Belgische thematische filatelie niet op internationaal peil staat. Daarom richt hij in 1965 Themaphila op. Het zou een kweekschool worden voor goed opgeleide filatelisten
Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4085 die op internationale tentoonstellingen talrijke prijzen wegkapen. Aan Waalse kant werd in 1989 op initiatief van Armand Delvigne Philathéma opgericht. Cfr. http///www.post.be/philanews/ 4-2008 N
Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4086 2323. Guido DEMUYNCK : Nieuwe Publicatie Vlaamse Vereniging voor Familiekunde:
DE LANDBOEKEN VAN PETEGEM-BUITEN
Landboeken zijn documenten uit het Oud Regiem, de periode voorafgaand aan de aanhechting van onze streken bij Frankrijk in 1795. Ze dateren meestal van de 17e en 18e eeuw, oudere exemplaren zijn zeldzaam. Heel wat landboeken zijn vergezeld van, gewoonlijk ingekleurde, kaarten van perkament. Dit is het geval voor het landboek van Petegem-buiten van 1770. Landboeken boden onze voorouders overzichtelijke documenten waarmee zowel de ligging, de eigenaar en soms de gebruiker vlug konden worden opgespoord. Nochtans was dit niet het hoofddoel van de meeste van deze registers. Zeker wat de landboeken van parochies (als administratieve entiteit) betreft, was de belangrijkste reden van opmaak fiscaal van aard. Het grondgebruik was immers de belangrijkste basis voor de inning van lokale en centrale belastingen. In de meeste landboeken wordt dan ook voor elk perceel een berekening van de relatieve gebruikswaarde - men noemde dit toen de “prijs” - gemaakt, die als basis diende bij de verdeling van de te innen belastingen. Aan de hand van landboeken stelde men gebruikboeken of “quote boecken” op die per gebruiker - zowel de eigenaars die hun eigendom zelf gebruikten als de pachters - alle percelen en de totale “prijs” vermeldden. Op basis van gebruikboeken deed men dan vaak jaarlijks “ommestellingen”, ook “pointingen” of “zettingen” genoemd, waarvan men documenten met dezelfde benaming opstelde en die per gebruiker de te betalen belasting opgaven. Wat is het nut van deze oude landboeken voor de vorser van de 21e eeuw? Voor de genealoog is het belang ervan vanzelfsprekend. In de eerste plaats vindt hij er zowel de eigendommen van zijn voorouders als de door hen gebruikte hofsteden en landerijen in terug. Met de bijgevoegde kaarten kan hij deze bezittingen of gebruikte gronden lokaliseren. Moderne kadasterkaarten of de 19e-eeuwse Popp-kaarten helpen hem om tot een nog preciezere plaatsbepaling in onze tijd te komen. De familievorser kan echter met enige inspanning meer informatie uit deze registers halen. In combinatie met de hierboven vermelde ommestellingen kan hij zijn voorouder in de gemeenschap plaatsen, waarin deze leefde. Was hij eigenaar of pachter van een groot pachthof? Gebruikte hij weinig land of bewoonde hij slechts een huisje op een klein perceel, als landarbeider of als ambachtsman? Hoe was zijn precies grondgebruik, nl. de gebruiksverhouding land, meers, bos…? En in samenhang hiermee: behoorde hij tot de categorie die de hoogste belasting op grondgebruik betaalde, of maakte hij deel uit van de middengroep of van de kleinste gebruikers? Wie waren zijn buren, welke herbergen waren er Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4087 in de buurt? Vragen met antwoorden die aanleiding kunnen geven tot de ontrafeling van het sociaal leven of het verband met mogelijke peters en meters bij een doop blootleggen. Meer algemeen scheppen de landboeken een beeld van eigendomsstructuren. Welk percentage grondgebied was eigendom van geestelijke instellingen, van de adel, de stedelijke burgerij of van de lokale inwoners. Het onderling vergelijken van verschillende landboeken leert iets meer over de veranderingen in het grondgebruik in de loop van de 17e en 18e eeuw, en ook over de verschuivingen van bezit binnen verschillende sociale groepen of over het handhaven van bezit binnen dezelfde families. Het tellen van het aantal huizen en hofsteden leert iets meer over de groei van de bevolking. De ligging van de woonkernen bezorgt dan alweer informatie over de spreiding en concentratie (bv. rond een dries) van de bewoning. De vergelijking van landboeken maakt het mogelijk om verdwenen hofsteden op te sporen. In deze nieuwe publicatie zijn de landboeken opgenomen van 1650, 1742 en 1770 en een pointinglijst van 1762. Het landboek van 1770 werd volledig getranscribeerd, de overige documenten analytisch weergegeven (links een tabel met de eigenaars en rechts een tabel met de gebruikers, wat de pointinglijst betreft uiteraard enkel een tabel met de gebruikers). Om niet al te veel informatie verloren te laten gaan, bevat deze publicatie bovendien bijdragen met de toponiemen uit de landboeken van 1650 en 1742. Wegens hun belang is ook een afzonderlijke bespreking aan de hofsteden, huizen, herbergen en molens uit de verschillende landboeken opgenomen. Twee alfabetische indexen, een op de naam van de eigenaars en gebruikers en een met de toponiemen, is eveneens terug te vinden. Ten slotte zijn drie concordantietabellen opgesteld, waarbij telkens van een van de drie landboeken werd vertrokken. Op die manier kan de lezer gemakkelijk de corresponderende artikels in de andere twee landboeken terugvinden. Door ons bestuurslid Vic Wouters werden foto’s gemaakt van de 6 kaarten uit het landboek van 1770 dat zich bevindt in de stadsbibliotheek van Deinze. Elke kaart vertegenwoordigt één kanton. Naast een globale foto werden telkens ook enkele close ups getrokken van belangrijke onderdelen. Het betreft hetzij sites waar een concentratie van bewoning wordt aangetroffen, hetzij plaatsen waar zich belangrijke pachthoven situeren. De foto’s van deze kaarten werden aan deze publicatie toegevoegd op een toegevoegde cd-rom. In totaal telt deze publicatie 279 pagina’s. Het boek kan worden aangekocht door overschrijving van 24 euro (20 euro + 4 euro verzendingskosten) op rekening nr. BE24 0832 7311 6738 BIC: GKCCBEBB van VVF-Deinze, p/a Lijsterstraat 35, 9810 Nazareth met de vermelding “Landboeken Petegem”. Om beschadiging te vermijden raden wij u nochtans aan de publicatie tegen 20 euro aan te schaffen bij één van de volgende bestuursleden: Guy Thoonen, Lijsterstraat 35, 9810 Nazareth, 09/385.52.40 Romain Debouver, Herpinsakker 22, 9800 Deinze, 09/386.32.11 Guido Demuynck, Pachtgoeddreef 17, 9031 Drongen, 09/330.04.74
Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4088 2324. Luc GOEMINNE : Baldadigheden te Deinze bestraft in 1474 Joris Sersanders, baljuw van Deinze, heeft op 10 maart 1473 een zekere (arme reiziger ?) Hans den Duutsche, gezegd Hans mettenstompen voet (klompvoet), gestraft met een boete van 40 S par en een verbanning van 10 jaar buiten het Graafschap Vlaanderen. Deze vreemdeling (?) had tijdens zijn korte opname in het Sint-Margrieteklooster te Deinze, den boel op stelten gezet en zware schade aangericht.
2325. Paul HUYS (nr. 570) - Over Duitse huzaren verrast in Deinze (september 1914). En over een overvliegende zeppelin. Begin september 1914 voerden Pruisische huzaren, gelegerd in de grensstreek tussen Bergen (Mons) en Maubeuge, in noordelijke richting verkenningstochten uit om na te gaan of er zich Britse troepen bevonden in de streek tussen Gent en Brugge. Aangezien de eigenlijke krijgsverrichtingen zich toen nog meer oostelijk afspeelden (verwoesting van Dendermonde vanaf 4 september 1914!) was het gebied tussen Leie en Schelde eigenlijk als een soort “niemandsland”1 te beschouwen, waar geen Belgische eenheden gelegerd waren, maar waar wel af en toe Duitse patrouilles opdoken, komend vanuit het zuiden, waar de Duitse invallers al volop met de Franse (en Britse) troepen in geregelde gevechten verwikkeld waren. Een dergelijke verkenningsopdracht werd vanaf 6 september uitgevoerd door een groep van een dertigtal huzaren, onder bevel van reserve-luitenant vom Rath, behorend tot het Eerste Eskadron van het Königlich Preussisches Reserve-Husaren-Regiment Nr. 8, dat gelegerd lag nabij de Franse vesting Maubeuge die, na dagenlange zware beschietingen door de Duitse artillerie, op 8 september zal kapituleren. Op diezelfde dinsdag 8 september bevindt vom Raths verkennersgroep, die dan al enkele manschappen (drie vermisten, een gesneuvelde, een gekwetste en een gevangene) heeft verloren, zich in de buurt van Deerlijk en Desselgem en ontkomt, na een onverhoedse Belgische aanval aldaar, naar Waregem, waar ze de nacht doorbrengen. ’s Anderendaags in de prille ochtend bereikt de Pruisische patrouille de stad Deinze (waar zich op dat ogenblik enkel nog de lokale gendarmerie bevindt, die echter naar Tielt de vlucht neemt). De Duitsers steken er de Leie en het Schipdonkkanaal over, richting Grammene. Nadat daar een door hen uitgezette wachtpost is beschoten, keren de huzaren naar Deinze terug. Daar worden ze onverwacht onder vuur genomen door commandant Chaudoir van de Luikse (!) Burgerwacht, die hen vanuit Aarsele achteraangereden is in een auto met (slechts) drie mannen. Ziehier het verslag hierover, zoals het in het oorlogsdagboek van het Reserve-Husaren-Regiment Nr. 8 zelf te lezen staat: “De patrouille had in de nacht van 8 op 9 september de stad Deinze in Vlaanderen bereikt en was er in de ochtendschemering door gereden om de Leie en ook het nabije Scheldekanaal (sic – bedoeld is natuurlijk het Schipdonkkanaal) over te steken. Tegen de middag botste de patrouille op een compagnie Belgische cyclisten, die onmiddellijk het vuur openden. Omdat de patrouille door eerdere verliezen verzwakt was, moest ze terugkeren (= naar Deinze). Er zat niets anders op dan opnieuw dwars door Deinze te rijden. Op het laatste ogenblik slaagde de spits van de patrouille erin om de inwoners van de stad te beletten de brug over het Scheldekanaal (sic - bedoeld is alweer de Vaartbrug) ten noorden van de stad open te draaien. Op die manier zou de tocht door de uitgeregende stad onmogelijk geweest zijn. De inwoners namen trouwens een zeer dreigende houding aan, maar deze werd al snel bedwongen door enkele karabijnschoten. De laatste huzaren hadden nauwelijks de zuidrand van de stad bereikt (bedoeld is allicht de buurt van de Dries op Petegem), of de Belgische cyclisten, honderd man sterk en gekleed in een donker ‘Friedenuniform’ (letterlijk: ‘vredesuniform’, nl. het op burgerkledij gelijkende uniform van de Burgerwacht), kwamen eraan en openden het vuur met geweren en mitrailleurs. Terzelfdertijd begint ook de burgerbevolking vanaf de straat en vanuit vensters te vuren op de patrouille. Er zit niets Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4089 anders op dan zo snel mogelijk de aftocht te blazen naar het zuiden langs de met hoge doornhagen omzoomde en kilometerslange rechte baan (= de Oudenaardsesteenweg, richting Kruishoutem-Marolle). Doordat er geen uitwijkmogelijkheid is, vallen zeven ruiters (een ‘Unteroffizier’, drie ‘Gefreiter’ en drie huzaren) ten prooi aan het vijandelijk (= Belgisch) vuur. (…) De overige dertien mannen konden na een lange achtervolging in de omgeving van Oudenaarde aansluiten bij de 17. Reserve-Brigade.” Opvallend in dit door de Pruisen opgestelde verslag is hun vrees voor de inmenging van de “schietende” burgerbevolking, de zgn. “francs-tireurs”, die herhaaldelijk in de Duitse berichtgeving opduiken, mede als verrechtvaardiging van de door de Duitsers gepleegde terreur en de represailles tegen de burgerbevolking (cfr. Tamines, Leuven, Dendermonde enz.), die later als “oorlogsmisdaden” veroordeeld zullen worden. Er is ook van Belgische zijde een verslag bewaard over hetzelfde wapenfeit. Dit verslag, opgesteld door de Luikse commandant Chaudoir, is heel wat korter, en - qua vertelstijl nogal romantisch gekleurd, bijna met een soort van filmische western-cowboy-glamour, de tomaten-bloedkleur inbegrepen... “We bereiken Deinze op het moment dat de vijand de Schelde (sic - bedoeld is andermaal de Vaartbrug over het Schipdonkkanaal) is overgestoken en over het marktplein is gereden. Buiten de bebouwde kom staat er een molen (vermoedelijk de houten korenwindmolen “Snuifmeuleken” van molenaar Moeykens op de Oostkouter; in 1918 in puin en totale afbraak in 1921/22 ), dichtbij een scherpe bocht van de weg. Ik (= Chaudoir) verschuil me met mijn drie mannen achter de molen en onze vier geweren openen het feest (sic - allicht foute tekstlezing van ‘fête’ = feest i.p.v. ‘feu’ = vuur). De vijand is compleet verrast. De paarden worden onder hen neergeschoten. De mannen vallen neer. Velen schieten in het wilde weg, zonder te weten vanwaar ons vuur komt. Het is totale chaos. Er volgt een wilde vlucht, terwijl onze kogels hen achtervolgen. We springen in onze auto en zetten de achtervolging in. Naast de wagen lopen paarden die hun berijder verloren hebben. Slierten bloed kleuren de weg rood.” Uit het vervolg van het verslag blijkt verder nog dat Chaudoir en zijn mannen nadien nog het dorp Kruishoutem uitkammen, op zoek naar verscholen Duitsers die hun paard zijn kwijt geraakt. Ze treffen er nog zes aan, die verscholen zitten in een schuur en die zich gewillig overgeven; ze maken deel uit van het hogervermelde Eerste Eskadron van het achtste Königlich Preussisches Reserve-Husaren-Regiment. *** In hetzelfde boek, Vlaanderen Niemandsland 1914, waaraan we het bovenstaande verhaal ontleend hebben, treffen we voorts nog één enkele Deinze-vermelding aan (pp. 248-249). Het betreft een kort, en veel minder spectaculair oorlogsfeit(je), m.n. het overvliegen van een Duits zeppelin-luchtschip boven Deinze, in de nacht van 24 op 25 september 1914. Laat in de avond van 24 september vertrok de zeppelin vanuit Brussel en overvloog in zuidwestelijke richting Geraardsbergen, Zottegem en Oudenaarde, waar het luchtschip naar het noorden afweek om - voorbij Deinze en Tielt, Torhout en Gistel - uiteindelijk omstreeks 23 uur Oostende te bereiken, waar enkele granaten worden afgeworpen op de haveninstallaties. Ook de spoorweg naar Brugge wordt beschadigd. Voorbij Brugge overvliegt de terugkerende zeppelin verder nog Aalter, Ruiselede en opnieuw Deinze en volgt van daaruit weer - via hetzelfde traject in omgekeerde richting - de terugtocht naar het vertrekpunt Brussel. Later wordt nog vernomen dat de zeppelin, in Huise en in Kruishoutem, diverse lege zinken benzinevaten (van 20 liter naphta) heeft neergegooid; in de velden aldaar worden ook twee onontplofte granaten gevonden, die vervolgens door de gendarmen van Kruishoutem opgehaald worden. Deinze was, op dat ogenblik, nog altijd niet bezet door de Duitsers, die toen immers nog de handen vol hadden met het afdwingen van de overtocht over de Schelde. Pas op 6 oktober gelukte hun het vestigen van een bruggenhoofd in Schoonaarde bij Dendermonde, waarna de weg openlag voor de belegering van de Vesting-Antwerpen. Lokeren wordt bezet op 9 oktober, Sint-Niklaas op 10 oktober, Gent op 12 oktober 1914. Het Belgisch Leger, net vóór de val van Antwerpen, trekt zich strategisch terug, westwaarts. In de laatste weken van Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4090 oktober 1914 beginnen dan de eerste gevechten rond Ieper, waarbij ook Franse (87e Division d’Infanterie Territoriale) en Britse (7th Division) troepen betrokken zijn. De IJzer-tragedie kan beginnen. 1. Bron: Patrick Goossens & Lieve Meiresonne:Vlaanderen Niemandsland 1914. Van gendarmen, vrijwilligers en burgerwachten tijdens de eerste oorlogsmaanden (Leuven, Davidsfonds, 2009), pp. 186-189 (geciteerde tekst op p. 188); bericht over de zeppelin op pp. 248-249.
2326. Luc GOEMINNE : Baljuws en schepenen te Deinze en te Petegem in de 14e en 15e eeuw Tijdens het doorzoeken van de 300 charters (van 1232 tot 1597) van het Sint Margriete Klooster van Deinze (later te Gent) in het Rijksarchief te Gent, vonden we toevallig de namen van baljuws en schepenen van Deinze en Petegem, tijdens verschillende jaren. Deze charters handelen over eigendomsschenkingen, aankopen van goederen door het Klooster, enz. Hiervoor was vaak de toestemming nodig van de schepenen van Deinze. In een grafelijke oorkonde van juni 1232 komt een getuige Walterus Molendinarius de Donsa voor. Dit is de oudste ons bekende onrechtstreekse vermelding van een windmolen te Deinze. Anno 1340 : Heinric van der Kerken, Willem de Moelnare, Willem Meire, Heinric van der Scoore, Laurens de Coninck, Heinric Mathijs, Wouter van der Eecken. Allen schepenen van Deinze. Anno 1348 : Gillis Vinke, Jan Mile, Jan Wante en Willem van der Loeve, allen schepenen te Petegem. Baljuw : Wouter van Baer. Anno 1350 : Baljuw : Gillis de Stoute. Schepenen : Willem Wieric, Willem de Moelnare, Heinric Mathijs, Boidin Snellaerd, Jan van den Hove, Diederic van Aste en Pieter de Moelnare. Anno 1358 : Schepenen van Peteghem buten : Daneel van der Bauweeden, Gillis Vinke, Boidin de Brune, Gillis van Overbeke. Anno 1359 : Schepen van Deinze : Heinric Mathijs, Pieter van der Linden, Aernoud Bouselare, Clais van den Spieghele. Anno 1380 : Baljuw van Deinze : Jan van Crovelt. Schepenen : Jan Padelin, Jan Wittewronghele, Heynric van der Eecken en Heinric Danyns. Anno 1410 : Baljuw van Deinze, Jan de Hudevetter. Schepenen : Willem van den Steene, Arnoudt Mestdach, Jan van Overbeke, Heinric de Cupere, Jacop Wouters, Goesin Janeman. Anno 1414 : Schepenen van Peteghem-buuten : Jan van Overbeke, Gillis de Ricke, Arnould Mestdach, Maes de Hont, Wasselin van Langheraert en Jacquemyn Boterman. Anno 1419 : Schepenen van Deinze : Jan de Hudevetter, Heinric de Cuper, Jacob de Buc en Fransoeis Scoelin. Anno 1545 : Schepenen van Deinze. Willem de Houc, Gillis Anne (?), Heyndric van der Naet, Loy van den Hende.
Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4091 2327. Germain VAN BEVERSLUYS : Paviljoen van Madame Lulu en Monsieur José Astene, Vosselare Put, Kleine Pontstraat 5
© Dienst Cultuur, Cindy Vanden Heede
Tijdens Wereldoorlog II hielden de Duitse Feldwebels toezicht op de landbouwproductie om de voedseldistributie te regelen. Daarvoor werd een houten bureeltje op een roostering boven een sokkel opgetrokken op de boerderij Vermeulen (achter het huidig recreatieoord). Na de oorlog werd het paviljoentje hergebruikt als buitenhuisje door een Gents koppel. ‘Madame Lulu en Monsieur José’ kwamen hier in de zomer zwemmen en van de buitenlucht genieten. Toen ze niet langer welkom waren op de boerderij, werd rond 1960 het hele houten gebouwtje verplaatst en geïntegreerd in het recreatieoord. Momenteel gebruiken jobstudenten in de zomer het occasioneel als slaapplaats. Het is niet meteen grootse architectuur, maar wel een met geschiedenis. Het vormt een zeldzaam voorbeeld van houtarchitectuur uit de oorlogstijd, dat door divers hergebruik een tweede en derde leven heeft gevonden. Samen met het stenen paviljoen van Astère Gevaert is het een getuigenis van recreatiearchitectuur in een landelijke omgeving. De Stedelijke Erfgoedcommissie doet een oproep aan allen die hierover bijkomende informatie kunnen verstrekken, inzonderheid oude foto’s…
2328. Luc GOEMINNE : De perenkweek te Deinze in de Late Middeleeuwen Inleiding Over de geschiedenis en afstamming van de peer is in feite zeer weinig bekend. De Romeinen kenden reeds 50 soorten peren. De perenkweek in Europa is reeds eeuwen oud. Peren waren tot in de late Middeleeuwen vooral in kloostertuinen te vinden. Tot in de 16e eeuw kende men alleen maar stoofperen. De eerste handperen of tafelperen werden in het begin van de 17e eeuw gewonnen in Frankrijk. De geplande kweek van peren is echter vooral ontwikkeld in de 18e en 19e eeuw vooral in Frankrijk. Hierdoor kregen de meeste huidige verkochte handperen een Franse benaming en zijn de meeste oude Vlaamse namen van peren verloren gegaan. Heden bestaat er wel een Nationale Boomgaardenstichting vzw, Leopold III-straat 8 te 3724 Vliermaal-Kortessem (tel. 012/391188) die onder haar actieve voorzitter Ludo Royen grote inspanningen doet om oude Vlaamse peren opnieuw te kweken. Ze beschikken over een boomgaard waar heden meer dan 100 oude Vlaamse perensoorten opnieuw gekweekt worden. In 1578 werden er te Deinze verschillende soorten belastingen geheven zoals op de productie en transport van bieren, doch ook op het kweken van peren ! Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4092 In dat verband vermeldt men in 1578 te Deinze de volgende perensoorten : Henauvieren, Gameelkens, Sureelkens, Joffroukens, Glauttoenen, Maechdeperen, Craeyperen of Rietperen, Pintperen of Pontperen en Koevoeten. We bespreken deze oude Deinze perensoorten in detail verder in dit artikel. Overzicht Op de fruitmarkt te Gent verkocht men in de 15e eeuw o.a. peren genaamd : Huwiers, Crayperen, Keyserperen en Nevelse Surreelen. In Brabantse rekeningen uit de 16e eeuw vindt men Koevoetse peren. In een Brussels document van 1662 is er sprake van Bellefleuren, Wanterengen, Rabouwen, Hooliaeren, Pappinghen en Groeningen. De uitgave van 1664 van het Cruydeboek van Dodoens, vermeldt Brabantse variëteiten van peren. Zoals daar waren : Suykerperen, Rietperen, Guldenperen, Keyzerinneperen. Uit een ordonnantie van de stad Deinze uit 1775 weten we dat er een Fruytmerckt te Deinze bestond : De tekst was als volgt : Alle appels, peiren ende andere fruyten sullen vercocht worden op de ordinaire fruytmerckt, over den oostcant van de greppe soo verre haer betreckt de Gaeremerckt. Dit was een deel van de oostkant van de grote markt te Deinze. Peren in oude publicaties Het oude standaardwerk van Berghuis uit 1868, bespreekt een 70-tal perensoorten uit Nederland en België. De meeste perensoorten dragen een Franse benaming. Enkel 19 perensoorten hebben ook een Nederlandse naam. We vermelden ze in de hierna volgende lijst : Ananas van Kortrijk, Prinsenpeer, Perzikpeer, Vijgepeer (afkomst onbekend), Klokkenpeer, Arenbergpeer, Foppenpeer, Grote Milan, Sirooppeer, Bogijnepeer, Pondspeer, Winter-Vijgenpeer, Bergamotpeer, Paternosterpeer, Vroege wijnpeer, Franse Kaneelpeer, Forellenpeer, Winter-rietpeer, Winter-boterpeer, Winter-Kraaipeer. De Bo (1890) heeft de Maagdezwee als een dikke grauwe peer gelijkend op de Mahieu peer. De Bo heeft verder Pinting en Ponding als de naam voor een grote bleekgele boerenappel. Deze appel gelijkt goed op de kopappel. Goossenaarts (1956) kent in de Kempen de Jutepeer, een vroege oogstpeer. Joos (1900) heeft de Ponduspeer als benaming voor een zeer grote peer. Geen enkel dialectwoordenboek vermeldt Vlaamse perensoorten. Volgens de moderne Encyclopedie van Perensoorten van de hand van Luc Dedeene zijn er wel nog een 25-tal Nederlandse benamingen van peren overgeleverd zoals o.a. : de Kruidenierspeer, de Trosjespeer, de Kamperpeer, de Spiegelpeer, de Kleipeer, de Wildeman, de Zoete Brederodepeer, de Jattepeer, de Pondspeer, de Winter Janspeer, de Zwijndrechtse Wijnpeer, de Noord Hollandse Suikerpeer, de Pastoorspeer, de Winterriet Peer, de Jefkespeer, de Winter Bergamot peer, de Maagden peer, de Bloedpeer en de Begijnse peer. Naar schatting bestaan er 4.000 gekweekte perenrassen waarvan de overgrote meerderheid nog maar zelden verbouwd wordt. De Nationale Boomgaarden Stichting vzw kweekt nog de volgende Vlaamse perensoorten : Bloedpeer, Jefkespeer, Wildemanpeer, Kruidenierspeer, Bruine appelpeer, Spikkelpeer, Zoete Brederode Zwijndrechtse wijnpeer, Bruine Kriekpeer, Dubbele Filip Zomerkeizerin, Winterrietpeer, Herfstpeer, Hoenderik en Heerepeer. Perensoorten te Deinze in 1578 Gameelken Komt in geen enkel naslagwerk voor. Glautoenen Komen in geen enkel naslagwerk voor. Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4093
Henauvieren Ontbreken in alle naslagwerken. Misschien hetzelfde als de Huwiersperen te Gent in de 15e eeuw. Volgens Vandommele werden de Huwierperen gekweekt te Nevele in de 15e eeuw. Vandommele bespreekt een Henyvierspeer, genoemd naar een bepaalde boomkweker. Joffraukens Worden enkel vermeld in het WNT. Koevoeten In Brabant kende men in de 16e eeuw reeds de Koevoetse peren. Kraaiperen Komen voor in het MNW, het WNT, en ook in Van Dale. Te Gent kende men in de 15e eeuw reeds de kraaiperen. Berghuis heeft de Winter Kraaipeer die in Zeeland ontwikkeld werd. Ook Vandommele bespreekt deze perensoort. Maagdeperen Reeds in het WNT. Ook De Bo heeft de Maagdepeer als een dikke grauwe peer die gelijkt op de Mahieupeer. Pintperen De Bo heeft de benaming Pinting als de benaming voor een bleekgele … boerenappel ! Pontperen Berghuis (1868) heeft reeds de Pondspeer. Deze zou in Frankrijk ontwikkeld zijn omstreeks 1690. Joos vermeldt de Ponduspeer als de benaming van een zeer grote peer. De pondspeer komt ook voor in het werk van Luc Dedeene. Rietperen Volgens het WNT is in Zeeuws-Vlaanderen een rietpeer hetzelfde als een kraaipeer. Dodoens (1664) kende reeds de Rietperen. Ook Berghuis vermeldt de winter-rietpeer die in Nederland zou ontwikkeld zijn. Ook Vandommele bespreekt deze perensoort. Sureelkens Te Gent kende men in de 15e eeuw de Nevelse Surrelen. Ook Vandommele bespreekt deze perensoort. Bibliografie en bronnen 1. Mathieu van Woort : Pomologia Batava Onze appels en peren, 1830. e 2. Berghuis S. : De Nederlandsche boomgaard, 2 deel : peren en steenvruchten, Groningen, 1868. 3. Petzhold Herbert : Perensoorten, 256 blz. 4. Dedeene Luc : Groente en fruit Encyclopedie. e 5. Lindemans Paul : Geschiedenis van de landbouw in België, 2 delen, Antwerpen, 2 uitgave, 1994, dl. 2, p. 202. 6. Stadsarchief Gent : Fonds Familiepapieren. Inv. nr. 525, Register 1343, Rekening Meere 1578. de 7. Van Dommele : Peren voor miljoenen, 2 druk, 1985, 253 blz. (geen naamregister)
NIEUWSBRIEF
Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!
4094 MUSEUMSHOP Cadeautips Ben je nog op zoek naar een mooi en origineel geschenk? Ga eens langs in het Museum van Deinze en de Leiestreek. De museumwinkel bevat niet alleen talrijke tentoonstellingscatalogi en postkaarten, maar ook leuke puzzels, praktische muismatten, kunstig bedrukte sjaals en vele leuke kunstaccessoires zoals een set minimagneten, bladwijzers, papierwaren en een makeuphandspiegeltje. Kom het uitgebreid assortiment aan democratische prijzen zelf verkennen ! 2010 & 2011 In de laatste dagen van 2010 konden we tevreden terugkijken op een vruchtbaar werkingsjaar in het Museum van Deinze en de Leiestreek. De tentoonstelling “Leie – Rimpelloze eenvoud” was met meer dan 7.000 bezoekers een absoluut hoogtepunt en een waardige afsluiter. Bij deze kunnen we ook al even vooruitblikken naar het tentoonstellingsprogramma van 2011 :
26 februari tot 10 april : Flandriens uit het Meetjesland en de Leiestreek, op vraag van de Kring voor Geschiedenis en Kunst Deinze 23 april tot 12 juni : Titus Simoens, beloftevolle fotograaf uit Deinze 25 juni tot 25 september : Cyr Frimout, schilderkunst met een ruimtelijke inslag 8 oktober tot 27 november : Joost Colpaert, synergie van kunst en water Openingsuren : Dinsdag – vrijdag: 14u - 17u30 Zaterdag, zon- en feestagen: 10u - 12u en 14u - 17u Gesloten op 24, 25, 26 en 31 december 2010 en 1 januari 2011 Praktische informatie: Museum van Deinze en de Leiestreek Lucien Matthyslaan 3-5, 9800 Deinze Tel: 09/381.96.70 - Fax: 09/381.96.79 Website : www.museumdeinze.be E-mail:
[email protected]
Lidgeld 2011 al in orde? Prachtig. Dank u wel !!!