Uitkomsten workshops raadsledenbijeenkomst d.d. 15 maart 2011 1.
Workshop Middelen
Waarom hebben raadsleden op dit thema ingeschreven? Belangrijk om grip op te krijgen, mogelijkheden voor de regio, hebben het thema in portefeuille, besturen en verbonden partijen, ICT en financiën zijn belangrijke issues voor raden, samenwerking geeft kansen, niet steeds zelf het wiel uitvinden, er is winst te behalen, kennis van situatie Drechtsteden, vanuit de kerntakendiscussie wordt het besef steeds groter dat kennis, ervaring flexibeler moeten worden uitgewisseld, dat we moeten leren van elkaar, er komen heel veel ontwikkelingen op gemeenten af, er worden hoge eisen gesteld. Is middelen een strategisch thema op zichzelf, is het een strategische drijver (het brengt andere strategische thema’s tot stand) of is het ondersteunend (het maakt andere strategische thema’s mogelijk) aan strategie? De workshopleden concluderen dat het alle is. Dat we het reactief t/m proactief moeten inzetten en ook samen. De crisis is niet de enige reden voor het belang van middelen, ook het besef dat gemeenten geen eiland vormen, dat medewerkers niet op een eiland mogen zitten in de eigen organisatie en in de regio, dat je samen kunt optreden richting verbonden partijen, dat de arbeidsmarkt krap wordt, dat ICT innovaties teweeg kan brengen (ook bestaande goed borgen, genoemd zijn open source en glasvezel), dat de gemeenten als werkgever de mensen ruimte moeten bieden. Hoe is dit thema verbonden met het duurzaamheidbegrip van Telos? Via krapte op de arbeidsmarkt, vergrijzing/ontgroening, innovaties, werken op afstand, netwerken en verbindingen tussen organisaties en mensen, kennis,. Wij willen werken aan een duurzame inzetbaarheid van onze medewerkers. Doelen voor samenwerking in de regio: samenwerking optimaal mogelijk maken, capaciteiten van mensen optimaal benutten. Raden en colleges moeten goed worden ondersteund door een lean professioneel regionaal uitvoeringsorgaan van samenwerkende gemeentelijke organisaties. Sommigen spreken zelfs van 1 uitvoeringsorgaan (‘onderneming’) met eventueel een regieorganisatie tussen opdrachtgevers (raden/colleges) en die instelling. Virtueel verbonden, ICT maakt dat mogelijk, front offices in gemeenten zelf. Dat moet organisch groeien. Voorwaarde: sturen op lean. We concluderen dat het rijtje met thema’s bij bedrijfsvoering genoemd, compleet is. Dat we samen willen en moeten werken om optimaal gebruik te maken van capaciteiten en inzet van medewerkers ten dienste van de burger. Dat bezuinigen niet de drijfveer mag en kan zijn.
2. Workshop Toerisme, recreate, sport en cultuur Aandacht voor verblijfsrecreatie. Recreatie en toerisme is in West-Brabant ondergeschoven t.o.v. de rest van Brabant. Aandachtspunten: Brabant aan Zee, cultuurhistorie (o.a. vestingsteden), verblijfsrecreatie (antwoord op krimp). Focus aanbrengen in het stuk. Kanttekening bij topsport: Geertruidenberg als gemeente kan daar niet veel mee. Uitdaging is om in West-Brabant te komen tot een ‘cultureel netwerk’ (geen eilandjes). Samenbindende kracht van cultuur en sport is niet te onderschatten. Daarbij speelt het ook een rol bij de vestigingskeuze van mensen en bedrijven. Van belang om mensen hier niet alleen naar toe te krijgen maar ook hier voor langere tijd ‘vast te houden’ (verblijfsrecreatie) Werkendam is onderdeel van de Brabantse Biesbosch. Samen met de andere West-Brabantse Biesbosch-gemeenten wordt intensief samengewerkt op het gebeid van recreatie en toerisme. Sterkte zwakte analyse ontbreekt. Niet enkel kiezen voor topsport maar ook de voorzieningen in de kernen op niveau houden. Meer samenwerking op het gebied van recreatie en toerisme in de regio. Noordwaard ontwikkeling in Werkendam, Biesbosch biedt kansen voor de regio op het gebied van recreatie en toerisme.
1
Onze identiteit (DNA) moeten we definiëren en trots uitstralen. Aanhaken bij grote projecten zoals Culturele Hoofdstad en het Olympisch Plan is prima maar het is ook van belang om een eigen plan/visie op het gebied van cultuur op te stellen. Vraag: waarom is gekozen voor de twee sporten zoals genoemd en bijvoorbeeld niet voor hockey? Het is van belang dat we elkaar ook wat willen gunnen. Denk bijvoorbeeld aan locaties voor sportaccommodaties. Zundert wil zich profileren als groene long. De gemeente wil meer gaan doen op het gebied van recreatie en toerisme. Brabantse Wal is een unique selling point voor de regio. Noordwaard ontwikkeling in Werkendam benadrukken. Het is van belang afspraken te maken wie wat gaat doen (“boven jezelf uit kijken”). Samen kijken naar cultuur, de huidige bezuinigingen treffen iedereen en het is dus van belang samen te werken op dit terrein. Parels moeten we aan elkaar knopen. Het is belangrijker om het feit dat cultuur en recreatie ook een factor van belang zijn bij de keuze voor vestiging in een regio pregnanter in de strategische agenda naar voren te laten komen. Samenwerking op het gebied van recreatie en toerisme is van groot belang. Oprichting van meerdere afdelingen van de fietsersbond in de regio is van belang. Meer aandacht voor kunst, kunsteducatie/cultuureducatie. Algemeen/conclusies - De regio moet beter vermarkt worden dan nu het geval is (promotie) - In de strategische agenda moet een ‘kapstok’/ een centrale doelstelling worden opgenomen - Cultuur verdient aandacht, het is een sociaal bindmiddel. Het is van belang de onderlinge verbindingen tussen culturele instelling te verbeteren. Ook verdient de bereikbaarheid van de culturele instellingen aandacht (goede bereikbaarheid is van groot belang) - Brabant Culturele Hoofdstad: “gezond wantrouwen, maar toch,.” of de nominatie nu wel of niet gehaald wordt, positieve effecten zijn aanzienlijk. o Positieve sociale effecten (cultuur bindmiddel) o Versterking van culturele voorzieningen o Stijging cultuurparticipatie o Bij het ‘zijn’ van culturele hoofdstad: naast bovenstaande zijn de economische effecten groot: de investering wordt minimaal 2 maal terugverdiend blijkt uit het verleden (voorbeeld: Liverpool: investering 200 mln, verdiensten 1000 mln/ Ruhrgebied: investering 60 mln, verdiensten 500 mln) Het is van belang het DNA van West-Brabant te bepalen eigen identiteit vaststellen en vandaar uit participeren in grootschalige projecten als bijvoorbeeld Culturele Hoofdstad of het Olympisch plan. - Wees brutaler, bepaal je eigen koers, ben trots! - Meer promotie (producten afstemmen op markten: product markt combinaties). - Aandacht voor streekproducten. - Zoek naar de verbinding tussen verschillende initiatieven (principes van Culturele Hoofdstad). - Kapstok, rode draad (visie) ontbreekt nog. - Regionale VVV West-Brabant, regie (marketing organisatie) West-Brabant is van belang Verder werden nog genoemd (in relatie tot beleidsterrein RO): gezamenlijk fietspadenplan, aandacht voor bereikbaarheid 3. Workshop Zorg, welzijn, onderwijs Na opening van de workshops door de voorzitter, geeft de programmamanager ZWO toelichting op het programma ZWO binnen het concept bouwstenen Strategische Agenda 2011-2015 . Algemeen: Het document ZWO geeft een opsomming van informatie: er is behoefte aan concrete doelstellingen Het document ZWO is een schets; het vraagt om uitwerking
2
Samenhang aanbrengen in de onderwerpen: Niiet uitgaan van bedreigingen maar van kansen Het zijn algemeen geldende onderwerpen; geef het een West-Brabantse kleur eraan informatie; kengetallen) De belangrijkste onderwerpen staan erin: onderwijs en participatie zijn belangrijke thema’s Onderwijs: Zorg voor voldoende ( goed bereikbaar) Hoger (Beroeps) Onderwijs in de regio, zodat jonge mensen in de regio kunnen blijven. Proberen kennis te behouden voor de regio. Aansluiten bij wat de markt nodig heeft. Ook aandacht voor voldoende scholing en werk voor laagopgeleiden ( regionale vakopleidingen).MKB heeft een belangrijke taak hierin. Zorg: Zorg is een belangrijk thema: innovatie is nodig om een antwoord te geven op de groeiende zorgvraag ( met minder arbeidskrachten, minder budget) Kennisinstituut Cluster Zorgeconomie (KICZ) is hiermee bezig. Dit dient versterkt te worden door de gemeenten ( nu drie gemeenten hieraan verbonden). Er dient een breed en een kwalitatief goed aanbod te worden ontwikkeld. Prestatieafspraken zijn nodig. Marktwerking zoals bij de hulp in de huishouding heeft dit niet opgeleverd.Regionale afstemming, kennisdeling, samenwerking is nodig. Samenwerking WMO als onderdeel van de Strategische Agenda? Welzijn: Aandacht voor Welzijnswerk Nieuwe Stijl. Regionaal organiseren en lokaal uitvoeren. Welzijnsorganisaties zijn veelal regionaal werkzaam.
Leefbaarheid: Krimp is een belangrijk onderwerp; Analyse is nodig om kansen te kunnen zien en op basis hiervan samen een strategie te kunnen bepalen tbv het voorzieningenniveau in West-Brabant Wellicht is een herindeling van voorzieningen nodig ondergrens definiëren: wat vinden we dat minimaal aanwezig dan wel toegankelijk dient te zijn om een kern leefbaar te houden ( basisvoorzieningen) wat betekent dit voor hetgeen we gaan doen vanuit de Strategische Agenda? Innovatie is nodig. Er zijn al initiatieven ( nieuwe samenwerking tussen ondernemers en – met name zorg - organisaties) Overheid dient in eerste instantie te faciliteren. Ondernemers zullen het hierna over moeten nemen. Er zijn al gemeenten die het basisvoorzieningenniveau hebben benoemd, maak hier gebruik van ( kennisdeling) Herschikking voorzieningen betekent ook herschikking rolverdeling/ verdelen van verantwoordelijkheid tussen burgers, overheid en ondernemers/organisaties In eerst instantie lokale problemen rondom voorzieningen lokaal oplossen met de inwoners en organisaties ter plekke. Echter niet los van elkaar het wiel uit gaan vinden. Wanneer in actie komen? Niet wachten op leegloop maar dit voor zijn. Als gemeenten elkaar helpen ipv elkaar beconcurreren door gericht te blijven op groei ( van aantal inwoners) Arbeidsmigranten is een onderwerp dat integraal( wonen, werken, gezondheid, onderwijs etc.) en regionaal opgepakt dient te worden.
Conclusie: 1: Analyseer de problematiek: geef een West-Brabantse kleur aan de genoemde onderwerpen.
3
2. formuleer een visie: wat heeft West-Brabant nodig om leefbaar te blijven 3. met welke strategie kunnen we dit bereiken; welke doelstellingen komen hieruit voort 4. beperk de paraplu aan onderwerpen van de Bestuurscommissie ZWO en breng de andere onderwerpen van samenwerking hiermee in samenhang . 5. verbindt de onderwerpen ZWO met andere beleidsterreinen ( zoals bv zorg- economie) 4. Workshop Duurzaamheid In beide bijeenkomsten is gestart met een inleiding door Telos over diens duurzaamheidsbalans. Eerst werd de theorie uiteen gezet. Daarna volgde een bespreking over de resultaten van de recente duurzaamheidsbalans 2010 zoals die door Telos gemaakt is voor de provincie Noord-Brabant; van daar uit is (zo goed als mogelijk was) gekeken naar West-Brabant. Uit de inleiding blijkt veel waardering voor de uitgangspunten die voor West-Brabant worden voorgestaan: duurzaamheid als drager van de Strategische Agenda, het vroegtijdig meenemen van duurzaamheid bij andere ontwikkelingen, duurzaamheid als initiator/motor voor de verdere ontwikkeling van West-Brabant. Daarbij is opgemerkt dat “energie” het kernthema voor West-Brabant zou moeten zijn (zowel voor de productie ervan als ook het aspect van besparing). Verder is opgemerkt dat de huidige “definitie” van duurzaamheid in de bouwstenennotitie te beperkt is, namelijk “slechts” ecologie. Duurzaamheid is méér: duurzaamheid is het verbinden van economische, ecologische en sociale ontwikkelingen. In de workshop duurzaamheid zijn opmerkingen gemaakt die “meegenomen” worden in het verdere vervolg (zie hierna). Belangrijke opmerkingen zijn in elk geval: • Kennis en innovatie (wetenschap) zijn zeer belangrijk voor duurzame ontwikkelingen en hebben raakvlakken met alles wat in de bouwstenennotitie genoemd is. • Heb ook oog voor natuur en landschap; denk aan (ontbrekende) schakels in de ecologische hoofdstructuur; aan versnippering. • Ontwikkel een visie die veel verder ziet dan de beoogde looptijd van deze strategische visie, waarbij de korte termijn acties moeten passen in die langere termijn visie. • Duurzaam bouwen is voor onze regio van essentieel belang; daarbij is duurzaam bouwen meer dan alleen maar (duurzame) energie, want het gaat ook om een gezond binnenmilieu en “goede” materialen. Hierover zouden regionale afspraken met elkaar gemaakt moeten worden. • Het aspect “kosten” is altijd van belang, maar is niet het enige of het doorslaggevende belang; dit dient bovendien op regionale schaal bezien te worden • Regionale samenwerking op duurzaamheidsthema’s houdt ook in dat men elkaar aan de gemaakte afspraken zou moeten houden. • Een nulmeting is essentieel alsmede een daarop toegespitste monitor; daardoor kunnen we meten of we de met elkaar gestelde doelen ook daadwerkelijk (gaan) realiseren. • Duurzaamheid en leefbaarheid (van bijvoorbeeld de kleine kernen) gaan hand in hand. • Duurzaamheid dient de basis te zijn voor alle andere opgaven in de regio; vanuit duurzaamheid dienen alle andere activiteiten/plannen/ontwikkelingen getoetst te worden. • De regio zou uitspraken moeten doen over de vraag of je “regiovestigingsgebied” zou willen zijn, los van de vraag wat andere overheden daar van vinden. En welke mogelijkheden zijn er dan om daarin te sturen. Vermeldenswaard is nog dat in deze workshop werd door de raadsleden geconstateerd dat anno nu er méér animo is om regionaal te denken en te doen; men is zich bewust van de invloed van de ene gemeente ten opzichte van de andere(n); feitelijk zou dit aspect bij elk besluit meegewogen moeten worden. En tot slot werd gemeld dat het meedenken en meedoen van zoveel mogelijk partijen aan de voorbereiding en uitvoering van de Strategische Agenda op zich een prima zaak is; maar er werd nadrukkelijk op gewezen dat de politiek uiteindelijk toch verantwoordelijk is voor het stellen van kaders. 5.
Workshop volkshuisvesting
4
Centraal bij de gedachtewisseling staat wat je de kern van het hoofdstuk Volkshuisvesting kan noemen. De kern wordt gevormd door een vijftal punten die hieronder staan vermeld. 1. De (h)erkenning van de noodzaak tot regionale samenwerking. 2. Noodzaak om bij deze samenwerking woningbouwcorporaties en zorginstellingen te betrekken. 3. Samenwerken met “buurgemeenten” waarmee je gezamenlijk een subregionale woningmarkt vormt. 4. Sommige Thema’s moeten “gebiedsbreed” worden opgepakt. Voorbeelden: Huisvesting van arbeidsmigranten (MOE-landers). Wonen met Zorg en Welzijn. Vergrijzing. 5. Commitment Wij moeten als regio met elkaar in gesprek gaan (blijven) en monitoren. Daarbij transparant te werk gaan zodat elkaars zwakke punten ook duidelijk worden. Er bestaat algemene instemming met de inhoud van dit hoofdstuk. Wel worden de volgende kanttekeningen geplaatst: 1. Het gaat in de toekomst over de kwaliteit van de volkshuisvesting. In dit verband kan er veel beter over “Wonen” in plaats van over “Volkshuisvesting” worden gesproken. Wonen dekt namelijk veel beter de lading. “Dan hebben wij het over kwaliteiten als zorgwoningen, woonomgeving etc. 2. Belangrijk is dat er volledige openheid van beide zijde is. De huidige praktijk is soms totaal anders. Als een directeur van een corporatie tijdens een overleg met gemeenten zegt dat zij uitmaken of er nog door de corporatie nog in een bepaald dorp gebouwd wordt is dat geen goed voorbeeld van de noodzakelijke samenwerking. 3. Met name de demografische ontwikkelingen vormen een belangrijke factor bij de huidige en toekomstige vraag. “Wonen moet coalities sluiten met voorzieningen en economische zaken om deze ontwikkelingen het hoofd te bieden.” 4. Wonen heeft betrekking op de totale nieuwbouw en de bestaande voorraad. De zogenaamde doelgroepen van beleid vragen de gezamenlijke aandacht van gemeenten, woningbouwcorporaties en zorginstellingen. 5. Samenwerken is niet vrijblijvend. Het kan ook financiële gevolgen hebben. De vraag is of wij instaat zijn over onze eigen belangen heen te kijken en vanuit regionaal belang tot keuzes te komen die niet in het financiële belang van de eigen gemeente is. Dat vraagt veel lef van de wethouders! 6. Wij moeten beginnen met het probleem centraal te stellen en vandaar uit financiële consequenties in beeld te krijgen. Dan is de vraag aan de orde hoe wij dit moeten aanpakken. 6. Workshop Ruimtelijke Ontwikkeling Na een uitleg over de status, stand van zaken en de voortgang van de Ruimtelijke Visie West-Brabant 2030 en de bijbehorende uitwerkingsagenda en de relatie met (boven)regionale opgaven en programma‟s zoals Verkenning MIRT-VAR (Dynamische Delta 2020-2040), het DelTri Platform, de Structuurvisie, de Verordening Ruimte en de Gebiedsagenda Brabant van de provincie NoordBrabant, de opgave van de Zuidwestelijke Delta, komen uit de workshop de volgende onderwerpen als toevoeging, aandachtveld en prioriteit aan de Strategische Agenda (SA) naar voren: Is de gemaakte inventarisatie compleet en geef prioriteiten aan 1. De uitvoeringsagenda Ruimtelijke visie West-Brabant (34 opgaven) als belangrijk document toevoegen aan de SA. Uitwerking hoge prioriteit;
5
2. Deze uitvoeringsagenda nog wel checken op actueel (provinciaal en landelijk) beleid en daarop aanpassen (bijvoorbeeld ambities, prioriteiten en mogelijkheden inzake beleid verschillende overheden en marktontwikkelingen bij windenergie). Hoge prioriteit; 3. Een visie ontwikkelen op leegstaande kantoren, bedrijventerreinen in het kader van voorrang verlenen aan herstructureringsopgaven in relatie met duurzaamheid (voorkoming leegstand); 4. Voorgaand punt ook breder trekken en koppelen aan functieveranderingen bij het Cultureel Erfgoed (kerken, kloosters, openbare gebouwen, etc.) van de regio; 5. Neem demografische veranderingen (krimp) op als centrale integrale opgave in de SA. Hoge prioriteit; 6. Arbeidsmigranten als natuurlijk DNA opnemen in alle componenten van de samenleving. Hoge prioriteit; 7. Plattelandsontwikkeling. Ook belang natuur en landschap en reconstructie buitengebied uitwerken. Maak gebruik van aanwezige kennis van de reconstructiegebieden en Gebiedscommissies. Wat missen we In de tekst: 1. Bij water en infrastructuur: belang van Seine - Noord verbinding en Bergse Diepsluis noemen; 2. Bij ontwikkeling Agro Food Cluster (Dinteloord), Bergen op Zoom toevoegen; 3. Bij positionering landbouw en recreatie ook belang van natuur en landschap vermelden (zie ook punt 7). 7. Workshop Economie/Arbeidsmarkt Gaat bij Biobased Economy om meer dan alleen energie; met name het aspect dat organisch materiaal als grondstof voor andere producten kan worden gebruikt. Integraliteit met de periferie (omliggende regio’s) wordt gemist. Aandacht voor het belang van de directe verbinding ScheldeSeine. Arbeidsmarkt beleid vraagt om een verdere uitwerking Geef prioriteit aan de logistieke sector; meer aandacht voor de consequenties van de intensivering van de spoorverbindingen. Aangegeven excellente sectoren akkoord en geef nadrukkelijk aan om gebruik te maken van de kansen die de betreffende sectoren bieden. Pleit voor een visie die een langere periode bestrijkt (bv. 20 jaar). Het is noodzakelijk om “piketpalen te slaan” en de ontwikkelingen nadrukkelijk te monitoren. Het economische gedeelte van de SA zit goed in elkaar zit. De grootste werkgevers in de regio vraagt om meer aandacht: de zorgsector. De keuze’s die gemaakt zijn liggen in feite voor de hand. Van belang is om de prioriteit van de aangegeven thema’s aan te geven. Er is behoefte aan 0-meting op gebied van arbeidsmarkt. Bovendien zijn in dat kader ook pendelgegevens van belang. Stimuleer innovatie bij MKB-ers. Geef inzicht in de behoefte aan kantoren in de regio met daarbij met name een goede regionale afstemming bij de ontwikkeling van kantoren. Ontwikkeling van DINALOG is tegenstrijdig: inzet op logistiek en er wordt op termijn een tekort aan werknemers voorzien. Integraliteit gevraagd bij de ontwikkeling van kantoren, kassen, bedrijfsterrein, etc. Geef, met het oog op het gemiddelde opleidingsniveau van onze regio, prioriteit aan de “maak-industrie”. De aanwezigheid van de zeehaven in Moerdijk vraagt aandacht. Tevens, met het oog op het logistieke sector, beter gebruik te maken van de aanwezige (ondergrondse) buisleidingen. Zorg voor voldoende werk en daarbij rekening hopuden met voldoende aansluiting tussen vraag en aanbod. Aandacht voor afstemming met omliggende regio’s, bv de SA van de Provincie Zeeland. Nadrukkelijk aandacht voor innovatie in de agrarische sector. Eigenheid van het gebied behouden. Daarnaast meer aandacht voor de sector Zorg, is een economische bedrijvigheid: “importeren” van ouderen. Aandacht voor de lager- en midden opgeleiden. “Binnenhalen” van arbeidsintensieve bedrijvigheid. Geen ruimte voor logistiek met weinig arbeidsplaatsen. Zorg daarbij voor een goede regionale afstemming. Goede aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt. Wat heb je nodig aan kennisinfra om je speerpunten tot een succes te maken.
6
Onderwijs moet aansluiten bij vraag. In verband met de vergrijzing zal vraag de komende jaren toenemen. Aandacht voor de volgende onderwerpen: Krimp, vergrijzing, vergroening, techniek en daarop gericht onderwijs en arbeidsmigrantenbeleid. Kiezen is mooi maar pakt niet altijd uit zoals gedacht/gewenst. Daarvoor wordt o.m. verwezen naar de vestiging van AMGEN op Hoogeind. Was niet op ingezet, maar toch gevestigd. Glasvezel beschikken we over, maar ligt niet tot “in huis”. Heeft slechte ervaring met initiatieven als Incubators en bedrijfsverzamelgebouwen (zoals “blushuis”). Perspectief voor de economische ontwikkeling moet gezien worden vanuit de nieuwe generatie. Er moet vernieuwend gedacht worden over de steun aan de economie. Vernieuwing en innovatie zijn zaken die te weinig worden belicht. Vervolg van “West-Brabant werkt door”. De werkgelegenheid in de zorgsector moet gericht worden op de breedte en kwaliteit in aanbod. Grote behoefte aan hoog opgeleid personeel. Verbetering in samenwerking tussen de 3 O’s met “gezichten”en duidelijke acties. Vanwege de geringe organisatiegraad, vraagt hij zich af wie het bedrijfsleven vertegenwoordigt. Algemene discussie waarbij aandacht wordt gevraagd voor de volgende zaken: • Inspanning om de jeugd in de regio houden • Draag daarbij zorg voor specifiek op de jeugd gerichte voorzieningen • Aandacht voor Arbeidsmigranten (huisvesting, voorzieningen, etc.) • Arbeidsparticipatie en arbeidsproductiviteit moet omhoog • SA vraagt om meer verdieping en concrete doelen • Creëer geen werk voor mensen die er niet zijn • Creëer zoveel mogelijk werk, maar vermijdt de “import” van werknemers • Verjonging van de regio leidt tot innovatie en omslag in denken • Arbeidsmarkt (krimp, vergrijzing, immigranten, onderwijs, etc.) • Er is behoefte aan goed gekwalificeerd technisch personeel. • Overheid heeft slechts een faciliterende taak • Aandacht voor innovatie MKB en agrarische sector • Kenniscentrum voor glastuinbouw in West-Brabant • Vrij verkeer van personen levert het hoogste rendement op. • Zorgsector meer aandacht schenken. Voorbeeld in Breda: cateringbedrijf gekoppeld aan zorg • Realisatie van levensloopbestendige woningen 8. Workshop mobiliteit Algemeen: • • • • • • • • •
Indeling van thema Mobiliteit wordt qua tekst en inhoud gedeeld door de aanwezigen. Opsplitsing in netwerken, knooppunten leefbaarheid en openbaar vervoer is akkoord Belang Strategische agenda wordt onderschreven Onvoldoende zicht op (boven)regionale mobiliteitsvraagstukken en uitvoeringsagenda van de bestuurscommissie Mobiliteit, verbeter communicatie Als regio zelf regie voeren in West-Brabant, nadrukkelijker aangeven wat wel en niet in de regio irt. mainports Rotterdam en Antwerpen. Strategische ligging heeft kansen maar m.n. bedreigingen (overloop) Problemen van nu oplossen maar ook richten op innovatieve systemen voor de toekomst Prioriteit mobiliteit: ov landelijk gebied–water-spoor-leefbaarheid dorpen-buis-weg. Stiller en zuiniger verkeer en vervoer stimuleren
Netwerken: • Differentiatie in stromen bewerkstelligen op autosnelwegen • Autosnelwegen bewerkstelligen doorgaan verkeer tov. regionaal/lokaal verkeer • Ontvlechtingsprincipe ook doorvoeren in de netwerken van andere modaliteiten, o.a. e prioriteit e prioriteit personenvervoer (1 ) vs. goederenvervoer (2 )
7
• • •
Extra aandacht in regio voor onderliggend wegennet, sluipverkeer, overlast, verkeerveiligheid Watervervoer heeft de toekomst Stimuleren binnenvaart, sluizen op orde, extra capaciteit o.a. uitbreiding Kreekraksluizen ivm. Schelde-Seineroute in het kader van biobased economy BasisNet spoor op orde, veiligheidsgaranties voor de regio Aandacht voor sluitend regionaal fietsnetwerk irt. woon/school-, woon/werk-verkeer
• • • Leefbaarheid: • Leefbaarheid meer in relatie brengen met knelpunten onderliggend wegennet (sluipverkeer, verkeersonveiligheid, openbaar vervoer (soc/maatschappelijke functie). • Luchtkwaliteit, lawaai, trilling, etc. irt. de verschillende netwerken weg, en spoor • Investering in het nieuwe werken/thuiswerken. Internetbereikbaarheid in landelijk gebied verbeteren, mengen wonen en werken • Verminderen van mobiliteit, onnodige mobiliteit voorkomen bijv. door thuiswerken stimuleren binnen regio Openbaar vervoer: • Openbaar vervoer netwerk voor kleine kernen/landelijk gebied is ernstig zorgpunt ! • Openbaar vervoersystemen inzetten voor woon-werkverkeer, stimuleren bedrijfsvervoer en bedrijfsvervoerplannen op regionale schaal • Aanbod vs. vraagafhankelijk vervoer adequaat uitrollen over de regio • Behoud Lijn 12 ivm. euregionale pendel woon/werk, woon/studie
8