Jrg. II, nr. 2 3 mei 1969 Redactie en uitgave: Henk Franken en Ben Otker. Oplage 1750 exx., 14 pagina's Verschijnt 1x per 14 dagen. Telegrammen/Cables: PALBUL, Den Haag. Girorekening 16 23 077 ten name van de Administrateur van Palestina-Bulletin, Postbus 2311 ____ ________________ Den Haag______________________________________ RECEPT VOOR VREDE IN HET MIDDEN-OOSTEN
Brief van AL-FAT'H
'DE VIER-MOGENDHEDEN' FORMULE.
dd. 15 maart 1969
In de afgelopen weken hebben nieuwsagentschappen in de pers berichten gebracht over een eventuele Vier-Mogendheden-conferentie, die bespreken zou en zou gaan aannemen wat volgens die bronnen beschreven wordt als 'een regeling van het Arabisch-Israëlisch conflict', als een 'vreedzame oplossing' of als een 'vredestransactie' nopens de crisis in het Midden-Oosten. Er wordt voorts gesuggereerd dat een zogeheten 'compromisoplossing', indien nodig, door de Grote Vier kan worden 'opgelegd aan de betrokken partijen'. Wie die betrokken partijen zijn, blijft tot dusverre een ononthuld geheim. Maar wel wordt het eigenaardige idee van een 'gemeenschappelijk initiatief' van de zijde dier Mogendheden overvloedig duidelijk gemaakt. Er zijn Sovjetplannen, Franse voorstellen, Engelse manoeuvres en Amerikaanse machinaties. Verschillen in de gedachtengangen van de Grote Vier, waarvan het bestaan kan worden bemerkt, zijn kennelijk niet het zwaarstwegend. In de eerste plaats bestaan er verschillen met betrekking tot de procedure, benaderingswijze en beweegredenen: eerst zuivere Vier-Mogendheden-besprekingen of bilaterale consultaties tussen deze Mogendheden; binnen het kader van de Verenigde Naties of daarbuiten, poging tot het opleggen van rechtstreekse onderhandelingen, of indirecte onderhandelingen via 'bemiddeling'; door diplomatieke 'démarches', begeleid door het uitoefenen van druk, door overreding, door geweld of door verlokkingen; door toedoen van de missie van Dr. Gunnar Jarring, of als een alternatief van die missie; met of zonder de 'bereidheid der betrokken partijen'. Deze en andere clichés weerspiegelen voldoende de opvattingen en doeleinden van deze zelfbenoemde behoeders der mensheid, evenals de basis waarop en het kader waarin hun politieke apparaten in werking worden gesteld. Men kan zelfs de krijgslist ontdekken dat bepaalde Arabische hoofdsteden bij dit Vier-Mogendheden ritueel betrokken kunnen worden, hetzij dat zulks tot stand gebracht gaat worden door beïnvloeding, druk in diverse vormen van chantage of, en al evenzeer verwerpelijk, als gevolg van de passiviteit of van gewillige samenspanning aan de zijde van enige als 'gematigd' afgeschilderde Arabische regeerders. De vier Groten, zelfs te oordelen naar het weinige dat we tot dusverre weten van hun deels gemaskeerde plannen (en wij weten voldoende over hun gevestigde belangen in dit deel van de wereld, hun uiteindelijke motieven en hun lange verleden van afschuwelijke politieke gedragingen) gaan op een in het oog lopende wijze uit van de verkeerde veronderstellingen en zijn dusdoende genoopt tot de verkeerde conclusies te geraken. Wat toch zijn ze van zins? Wat willen ze precies, ieder voor zich of gezamenlijk? Wat kúnnen ze doen? En voor wie? Inderdaad,op wie hebben ze het gemunt, en waarom? Want wat voor goeds kan er van hen verwacht worden? En moeten zij werkelijk ernstig worden genomen, wanneer ze nu trachten te poseren als de eerlijke makelaars en de kampioenen voor de vrede in het Midden-Oosten?
2 Zij eisen nu, natuurlijk, voor zich op dat zij verlangend zijn vrede en veiligheid in dit gebied tot stand te brengen; in hun eigen bewoordingen:'een hechte en duurzame vrede'. Zij zeggen de spanningen in het Midden-Oosten te willen verminderen, een 'reeds verslechterende situatie' te willen voorkomen en stuiten, met het doel te verhinderen dat die uitbarst in een confrontatie van veel wijdere omvang, misschien zelfs een nieuwe wereldoorlog. De Palestijnse Nationale Bevrijdingsbeweging, FAT'H, wenst daarom haar standpunt bekend te maken met betrekking tot dit gevaarlijke Vier-Mogendheden spel. Als vertegenwoordigster van de georganiseerde wil van het Arabische volk van Palestina die de Palestijns-Arabische bevrijdingsoorlog voert en leidt, kan zij dit schadelijk plan der Grote Mogendheden slechts veroordelen en openlijk verwerpen, zowel in zijn geheel als in onderdelen. Zij is ook vurig en vastberaden, besloten zich tegen dit plan te verzetten en het te smoren met alle middelen die haar ten dienste staan. Voor het Arabische volk van Palestina is en blijft de gedachte aan enigerlei 'regeling', aan een 'vreedzame oplossing' of een 'vredestransactie' of een vorm van compromis met betrekking tot het Palestijns probleem, een volledig onethische, onwettige en onaanvaardbare propositie, in zoverre dat beoogt het fundamentele probleem dat de inzet vormt, te ontkennen of terzijde te schuiven: dat van de liquidatie en volledige verdwijning van Israël als staat evenals de gehele en onherroepelijke bevrijding van geheel Palestina. Alleen het Arabische volk van Palestina als de rechtmatige bewoner en eigenaar van zijn eeuwenlang vaderland is bevoegd zijn lot gestalte te geven en de status en toekomst van zijn land te bepalen. En dit op de basis van de enig mogelijke rechtvaardige en duurzame oplossing die ooit voorstelbaar is, namelijk het herstellen op de wereldkaart van geheel Palestina als een vrije, onafhankelijke Arabische staat Palestina na de verwijdering van de aanwezigheid van het WereldZionisme uit elk deel van dat land, samen met de volledige opheffing van Israël als staat en als politiek lichaam. Bijgevolg is elke poging van de Vier Mogendheden - of van anderen - om de volle kracht en invloed van dit onbetwistbaar recht van het Arabische volk van Palestina op een zijspoor te zetten of af te zwakken vanaf dit moment gedoemd tot uiteindelijke mislukking en tot smadelijke nederlaag. Even betreurenswaardig als onverdedigbaar is voorts de boze opzet van de Vier Mogendheden om - zoals altijd in overeenstemming met zionistische/Israëlische intriges - enkele Arabische staten ertoe te verlokken zich vast te klemmen aan het ogenschijnlijk stevige lijntje der Grote Vier. Stellig zouden de Grote Mogendheden een grote vergissing begaan als zij zouden aannemen dat de voorgenomen oplegging van de door hen beleden 'compromisoplossing' aan het Arabische volk van Palestina ook maar iets gemakkelijker zou worden door hun afschildering van de Palestijnse kwestie als primair een kwestie tussen enerzijds de Arabische staten en anderzijds het Weneld-Zionisme en Israël. Het Arabische volk van Palestina, wiens gewapende strijd voor de bevrijding en herwinning van zijn vaderland gevoerd en geleid wordt door FAT'H, heeft vanaf de aanvang van zijn bevrijdingsoorlog categorisch en ondubbelzinnig alle vormen verworpen van bevoogding, bewaking, protectionisme en tussenkomst van buitenaf, ongeacht van welke macht of zijde of die nu een volslagen buitenlandse of zelfs ook een Arabische is. Hun beweging is een waarachtige en volledig Palestijnse Beweging. Zij is Palestijns in die zin dat haar onmiddellijk doel de bevrijding en herwinning is van een geüsurpeerd en bezet Palestijns Arabisch land. Zij is Palestijns in haar samenstelling, organisatie en bestuur. Zij is Palestijns in haar legerleiding, planvoorbereiding en opdracht. Zij is Palestijns daar zij de georganiseerde wil van het Arabische volk van Palestina vertegenwoordigt en diens doel en streven personifieert. Zomede is zij Palestijns omdat zij het eerste en het laatste woord heeft in alles wat betrekking heeft op de uitvoering van haar bevrijdingsoorlog tegen het Wereld-Zionisme en Israël samen met hun aanstichters en beschermers. Natuurlijk blijft zij, terwijl zij in alles haar essentieel Palestijns karakter handhaaft door middel van de Palestijnse persoonlijkheid en vasthoudt aan haar integriteit, onafhankelijkheid en vrijheid van handelen op Dit is een ingescande en bewerkte kopie van het origineel
3 eerder genoemde grondslag, constructief en loyaal Arabisch binnen het algemeen raam van haar doeleinden en door haar resultaten en verworvenheden. Een gedragslijn dus die op de lange duur kan dienen als een gezonde en positieve factor die een bijdrage levert tot de versterking en bevestiging van Arabische nationale strevingen naar eenheid, vrijheid, onafhankelijkheid en algemene welvaart. Maar dat op zichzelf betekent niet en kan niet betekenen dat zij bereid is enigerlei leiding of toezicht van buitenaf te aanvaarden of in overweging te nemen, uit welke hoek ook afkomstig en tot welk doel dan ook. Voor haar blijven de rechten en belangen van het Arabische volk van Palestina het hoogste gebod. De waarheid blijft staan dat wat de Vier Mogendheden in werkelijkheid najagen met de door hen voorgestelde conferentie, de uiteindelijke en definitieve bevestiging is van het zogeheten 'voldongen feit van het bestaan van Israël', het met wettige aanspraken bekleden van diens zo aangeduide 'recht op voortgezet bestaan in vrede en veiligheid', en de aanvaarding van 'gezamenlijke maatregelen tot zijn handhaving en bescherming'. Het is op die wijze de vrede en veiligheid van Israël die de Grote Mogendheden nu, zoals altijd voordien, trachten te steunen en beschermen. Immers, zullen zij per slot van rekening de helpers en verdedigers zijn van de ontrechten en benadeelden, of, zoals duidelijk blijkt uit alle aanwijzingen, de peetvaders en borgen van de indringer en aanvaller? Waarom dan toch gaan zij allen uit van wat zij beschrijven als de 'dwingende noodzaak' om Israël te voorzien van, zoals zij dat nadrukkelijk noemen, 'passende en doeltreffende waarborgen voor zijn integriteit, onschendbaarheid en bescherming van zijn veilige en erkende grenzen'? Het is werkelijk nauwelijks voorstelbaar dat diezelfde Mogendheden, die vanaf het eerste begin een rechtstreekse en beslissende rol speelden in de tot stand koming van Israël en later in de vergroting van diens gebied en bij de versterking van zijn economisch en oorlogspotentieel, nu, en dat nog wel heel plotseling, een boetvaardige houding zouden aannemen en de schandelijke misdaden zouden goedmaken welke zij met elkaar bedreven hebben tegen het Arabische volk van Palestina. Het zou bovendien een zaak van naïviteit zijn en van wensdromen om zich te verbeelden dat deze Mogendheden, ieder voor zich of gezamenlijk, nog een stap verder zouden gaan door overeen te komen dat zij het kwaad zouden opruimen dat zij zo venijnig veroorzaakt hebben en het grove onrecht zouden herstellen dat zij zo barbaars hebben toegebracht aan de Palestijnse Arabieren. In het bijzonder lijken de Vier Mogendheden, opgeschrikt door het spookbeeld van het wassend tij van gewapende strijd door het Arabische volk van Palestina, van plan te zijn nóg een van hun slinkse, gevaarlijke operaties te lanceren. Ziende dat de gang van zaken in Palestina en elders in de Arabische wereld een uitdaging vormt voor hun gevestigde belangen, ja zelfs voor hun 'aanwezigheid' als Grote Mogendheden in dat gebied, schijnen zij te begrijpen dat ze iets en misschien wel alles moeten doen om hun greep op dat gebied te handhaven en er hun gezicht en invloed te redden. Het lijkt niet in hun gedachten op te komen dat ze de trein al gemist hebben, niet langer bij machte zijn hun netten uit te zetten, of door eenvoudigweg hun arsenalen te openen en hun spierballen te tonen als het ware in één klap het einde van ons bestaan en van onze bevrijdingsoorlog te verordonneren. Welzeker zij zullen, wat ze ook mogen doen, niet in staat zijn processen te controleren en te onderdrukken die van de gewapende strijd der Palestijnse Arabieren een waarachtige, dynamische en krachtige volksbevrijdingsoorlog maken. Laten we dadelijk verklaren dat FAT'H een vast betrouwen stelt in vrede en een ernstige en vurige aanhanger is van de zaak der mensenrechten. Maar de vrede waarin wij evenals de rest van de mensheid geloven en die we bereid zijn te verdedigen, is een vrede die op gerechtigheid is gegrondvest, een waarachtige, gezonde en opbouwende vrede, niet een die op onrecht en agressie is gebouwd. Het is inderdaad voor de zaak van dit soort echte en nobele vrede, evenals voor de geheiligde waarden van de mens en van beschaafde gemeenschappen, dat FAT'H haar volksbevrijdingsoorlog voert tegen het Wereld-Zionisme en zijn speerpunt, Israël. Want als gerechtigheid, evenals vrijheid, eer en waardigheid, ondeelbaar is en van universele betekenis, dan zal het doel van FAT'H- de bevrijding en herwinning van het geüsurpeerde en bezette Palestina - begrepen worden naar wij hopen, en gesteund door alle mannen en vrouwen over de gehele wereld. Dit is een ingescande en bewerkte kopie van het origineel
4 Vanuit deze visie en om deze reden nodigen wij alle behoorlijke, rechtschapen en vredelievende volken uit hun hart en geweten te onderzoeken en te trachten de kern van het probleem in beschouwing te nemen. DE ZAAK WAAR HET OM GAAT. Één fundamentele misvatting moet terstond opgehelderd worden: Wat nu gewoonlijk het Arabisch-Israëlische conflict of de crisis in het Midden-Oosten genoemd wordt, heeft alleen betrekking op het Palestijnse probleem. De Grote Vier geven een verkeerde interpretatie van het probleem in hun behoefte om hun eigen belangen te behartigen en hun eigen uiteindelijke doeleinden na te streven. Zij stellen het probleem 'als bestaande' tussen Israël aan de ene kant en de Arabische staten aan de andere kant, en blijken nu van plan om het op deze basis, en vanuit dit gezichtspunt aan te pakken. Het is bepaald niet door onwetendheid dat zij plichtmatig loyaal zijn aan de misdadige en taaie Zionistische/Israëlische pogingen om de waarheid te verdraaien en te verbergen, door nog langer het bestaan van het Arabische volk van Palestina te ontkennen; door aan te voeren dat de Palestijnse Arabieren ophielden te bestaan als een volk vanaf 1948 (het jaar van de oprichting van Israël), wat volgde op wat Israël bij voorkeur hun verspreiding in de verschillende Arabische landen noemt; door te beweren dat het enige vraagstuk dat als erfenis van het Palestijnse Probleem overbleef, en dat misschien de moeite waard is om,er aandacht aan te besteden, het vraagstuk van de Palestijnse vluchtelingen is. Men geeft op deze wijze, van het Palestijnse probleem in de ogen van de wereldopinie een verkeerde voorstelling als zijnde een probleem uitsluitend tussen Israël zelf en wat het noemt, zijn 'Arabische buren', waarmee de Arabische staten bedoeld worden! Hiervan getuigt de recente barbaarse Israëlische raid op het internationale burgervliegveld van Beirut. De regeerders van Israël wilden o.a. hiermee de openbare mening in de wereld laten geloven dat Libanon zelf verantwoordelijk was voor de aanval op de Israëlische EL AL Boeing op het Atheense vliegveld op 26 december 1968 door Palestijns-Arabische fedayien, De Israëli's voeren aan dat de Libanese autoriteiten toestonden dat deze fedayien van Libanees grondgebied vertrokken naar Griekenland en daarom is bovengenoemde raid op de Libanon een daad van represaille tegen de zgn. hulp aan en samenwerking met de PalestijnsArabische fedayien door de Libanese regering. Hiervan getuigen ook de herhaalde Israëlische beweringen dat Jordanië, Egypte en Syrië verantwoordelijk zijn voor het financieren, trainen en uitrusten en zelfs aanmoedigen en uitzenden van deze fedayien voor sabotagedoeleinden in het gebied dat Israël met zoveel onbeschaamdheid het zijne noemt! De waarheid is dat er zoiets is als het Arabische volk van Palestina, dat de Palestijnse Arabieren nooit hebben opgehouden te bestaan als volk; dat zij nooit hun rechtmatige aanspraken op hun eeuwenoude vaderland hebben, opgegeven; dat zij nog steeds springlevend zijn, dynamisch en krachtig, en dat zij vastbesloten zijn om evenals hun vaderen en voorvaderen dat geweest zijn, in loyaliteit jegens hun zaak en geheiligde waarden, in waardigheid, eer en deugd hun overrompelde en bezette vaderland te bevrijden en daarin hun toekomst te bepalen en hun eigen plaats onder de zon vast te stellen De waarheid is ook dat het Palestijnse probleem in de eerste plaats bestaat tussen het Arabische volk van Palestina en het Wereld-Zionisme met zijn werktuig en speerpunt Israël. Het heeft het karakter gekregen van een langdurig, verbitterd en onverzoenlijk conflict. Enerzijds zijn er de onbetwistbare rechten van het Arabische volk van Palestina, dat duizenden jaren lang de inheemse, overweldigende meerderheid van dat land uitmaakte en aldus het onvervreemdbare recht heeft om zijn land intact en onverdeeld te houden, zijn eigen toekomst te bepalen en zijn regeringsvorm te kiezen. Anderzijds zijn er de aantijgingen van het Wereldzionisme met zijn basis en aanvallende macht Israël, hoewel deze aantijgingen op bepaalde fantastische, irrationele maar gemakkelijk weerlegbare argumenten zijn gegrond. Bovenal zijn er de Zionistische hebzucht - economisch en politiek -, raciale complexen en remmingen, godsdienstig fanatisme, agressiviteit en imperiale dromen. Wij zullen later dieper ingaan Op de gewapende strijd van het Arabische volk van Palestina, die niet alleen gericht is tegen het Wereldzionisme en Israël, want zij is ook gericht tegen het imperialisme en de neokolonialistisch krachten die werken in de Arabische wereld. Dit is een ingescande en bewerkte kopie van het origineel
5 Elke steun of hulp van onze Arabische broeders die FAT'H ontvangt is hoofdzakelijk afkomstig van de gewone man. Het is immers vanzelfsprekend dat er van de Arabische volken menselijkerwijs niet verwacht kan worden dat zij met de armen over elkaar zullen toekijken bij de tragische toestand van de Palestijnse Arabieren als een direct gevolg van de dwangmatige stichting van Israël in het hart van de Arabische landen. Zij bezien ook met verontwaardiging en afschuw de gruwelijke slag die de Zionisten en Israëli's, samen met hun imperialistische en kolonialistische sponsors en aanstichters, het Arabische volk van Palestina hebben toegebracht door hen te onteigenen en hen en masse uit hun huizen en hun land te verdrijven. Hier kan aan toegevoegd worden dat elke volks- of officiële Arabische steun aan onze bevrijdingsbeweging alleen maar het vanzelfsprekende gevolg is van de wijd verbreide Arabische overtuiging - versterkt door de lange lijst van Zionistisch-Israëlische uitdagingen, provocaties, ondermijnende agressie - dat het Zionistisch/Israëlische gevaar in feite zowel tegen het Arabische volk van Palestina gericht is als tegen vele andere Arabische landen. Zo beperkten de Israëli's zich op 5 juni 1967 niet, om maar het meest recente, belangrijkste voorbeeld te gebruiken, tot het bezetten van het gebied ten Westen van de Jordaan en de Gaza strook. Zij bezetten ook andere Arabische gebieden, n.l. de Syrische Golan hoogvlakte en het Egyptische schiereiland Sinaï. 'Van de Nijl tot de Euphraat' is inderdaad, volgens de Zionisten, de definitie van de historische en natuurlijke grenzen van Israël! Dit is onweerlegbaar en ondubbelzinnig bewezen, niet alleen door de doctrine en het dogma van het Zionisme en de herhaalde, wijd verspreide verklaringen van zionistische leiders in de hele wereld vanaf de dagen van Theodor Herzl, de vader van het zionisme, maar ook door de gangbare beweringen van de huidige regeerders van Israël, met inbegrip van Yigael Allon, Moshe Dayan, Abba Eban en Menahem Begin, en niet te vergeten Chaim Weizmann, David Ben Goerion en Levi Eshkol. De dominantie over vele delen van de Arabische landen, de bezetting en toe-eigening van Arabisch gebied 'van de Nijl tot de Euphraat', en de controle over de enorme natuurlijke bronnen van de Arabische wereld, olie in het bijzonder, blijven een hoofddoel van Zionistische ambities en plannen. Hiervoor, en terwille van het welzijn van het internationale kapitalisme, ontvangen de zionisten de zegenen de actieve steun van de imperialistische en neokolonialistische krachten over de gehele wereld. Door het bovenstaande is het duidelijk dat het fundamentele probleem - het gewapende geschil - tussen het Arabische volk van Palestina en het Wereldzionisme en Israël, één en hetzelfde land: Palestina, betreft. Het betreft als zodanig het bestaan van Israël als een staat en Zionistische structuur in heel Palestina of een deel daarvan, en per definitie de voortdurende aanwezigheid van Zionistische invloed en gevaar. Het feit dat Israël, als werktuig van het Wereldzionisme en als een aanvallende macht in dienst van de imperialistische en kolonialistische machten in een deel van ons eeuwenoud vaderland is opgericht (ons hele land is nu door de Israëli's bezet), tegen onze wil, en niettegenstaande onze langdurige, onverholen en gewapende tegenstand en dus in flagrante schending van het principe van zelfbeschikking, roept bepaalde ernstige' morele, legale en politieke kwesties op. Daarbij komt dat de afgedwongen en opgelegde stichting van Israël een grof en ongehoord onrecht is en een fatale uitdaging aan ons vormt, terwijl Israël zelf slechts het afschuwelijke onwettige product is van het Zionistisch-imperialistische huwelijk gesloten om onze belangen en rechten aan te tasten en om strijd en ellende in ons midden te zaaien. Wij hebben het recht en de plicht om de uitdaging aan te nemen en ons zijn en voortbestaan tot de laatste druppel bloed te verdedigen. Dit conflict is er echter niet een tussen het Arabische volk van Palestina, of ook enig ander Arabisch volk enerzijds, en Judaïsme of Joden anderzijds. Het heeft ook niets met antisemitisme van doen. Als Arabieren - en dus per definitie 'Semieten!' - zouden wij op generlei wijze antisemitisch kunnen zijn. Het Arabische volk van Palestina heeft samen met de rest van de Arabische wereld het altijd ondubbelzinnig duidelijk gemaakt in woord en daad, dat zij het zionisme bestrijden en niet de Joden als zodanig of het Judaïsme. Er is in feite een aanzienlijk aantal Joden over de hele wereld dat antizionistisch is. Zij beschouwen het idee van zionisme met al het bijbehorende fanatisme, de rasideologie en de inhumane politieke perversiteit als een ontkenning van het Judaïsme als spirituele en culturele erfenis, maar ook als een gevaar en Dit is een ingescande en bewerkte kopie van het origineel
6 bedreiging van het zuiver Jood zijn. Dit wordt met name geweten aan het taai vasthouden van het zionisme aan het idee van de dubbele loyaliteit en het preferente recht van Israël met betrekking tot alle Joden, waar zij ook zijn en ongeacht hun geboorte- of aangenomen land. Wegens dit achterlijke en subversieve element heeft het zionisme als een complexe agressieve politieke beweging gefaald wortel te schieten in alle Joodse gemeenschappen over de hele wereld. Moet het hier nog worden gezegd dat Arabieren en Joden tot aan de komst van het zionisme, zowel in Palestina als in andere Arabische landen in volledige vrijheid, vriendschappelijk en met onderling begrip, als gelijkwaardige burgers leefden met gelijke rechten en plichten? In feite waren de Arabische landen in het algemeen en Palestina bij uitstek, de enige gebieden in de wereld waar Joden in vrede en veiligheid konden leven zonder discriminatie, molestatie en vernedering. Dit waren ongeveer de enige landen waar Joden een gelijke behandeling genoten en waar zich een reële en echte gelegenheid tot ware en vrijwillige assimilatie voor hen voordeed. Dit was zozeer het geval dat, toen Joden vervolgd werden in Rusland, in Spanje, in Engeland, in Frankrijk en in vrijwel alle andere landen van Oost en West Europa, en nog voordat de Verenigde Staten de toelating van uit Europa vluchtende Joden mogelijk maakte, het de Arabische landen waren die als enige landen in de wereld hun poorten voor de Joden openden, waarin Joden op voet van gelijkheid met alle andere Arabische burgers konden leven zonder, overlast en met volledige vrijheid van cultuur en bezitsvorming. Tot op heden bestaan er Joodse gemeenschappen in de Arabische landen die ondanks alle Zionistische propaganda, verzekerd zijn van vrede, zekerheid en gelijkwaardigheid. Pas toen het zionisme in het begin van deze eeuw de kop opstak met zijn eigenaardige politieke, racistische en nationalistische beweging, begonnen in de Arabische wereld, met name in Palestina, problemen te ontstaan met zionistische Joden. DE ZIONISTISCHE/IMPERIALISTISCHE UITDAGING. Van het begin af aan, lang voor het opkomen van Nazi-Duitsland, heeft het Wereld-Zionisme' openlijk gestreefd naar het ontarabiseren van het sinds eeuwen Arabische Palestina door een Joodse meerderheid in dat land te creëren en door dat Arabische land op den duur in een totale Zionistische staat te veranderen, zonodig met wapengeweld. De geschiedenis van de laatste vijftig jaar heeft dit duidelijk aangetoond. In 1917 slaagden de zionistische leiders erin, na jaren van onvermoeide, wereldwijde druk en omstandig manoeuvreren, van het Britse Gouvernement los te krijgen wat als de Balfour Verklaring bekend staat. Dit werd het concrete uitgangspunt en voorspel van hun latere agressieve avonturen. Deze verklaring werd door de Britse regering unilateraal uitgegeven, zonder medeweten of instemming van het Arabische volk van Palestina of enig ander Arabisch land. Daarin werd de officiële Britse sympathie voor het principe van een nationaal tehuis in Palestina voor het Joodse volk uitgedrukt, zij het met zekere garanties voor de Arabische bevolking van Palestina. Deze werd in de verklaring met 'de bestaande niet-Joodse gemeenschappen' aangeduld. Dit sloeg op 93% van de bevolking! Gewapend met dit immorele en onwettige document begonnen de zionistische leiders, met dezelfde Machiavellistische methodes, dit te incorporeren in het Britse mandaat over Palestina, welk Mandaat, naar men claimde was toevertrouwd aan de Britse Regering door de Volkenbond. Toen zij daarin geslaagd waren begonnen zij in nauwe samenwerking met en onder de beschermende paraplu van het mandaat aan het ontarabiseren en zioniseren van Palestina. In feite was de gouvernementele machinerie in Palestina van het begin af aan ondergeschikt aan het realiseren van dit zionistische doel. Joodse immigratie in Palestina uit alle delen van de wereld, samengaande met gedwongen verkoop of confiscatie van Arabisch land ten gunste van de Joden, de algemene verarming, verdrukking en degradatie van Palestijnse Arabieren en de geleidelijke maar radicale verandering van het overwegend Arabische karakter van dat land in een zionistisch, waren de voornaamste middelen om het oude zionistische doel te bereiken. Het Wereld-Zionisme slaagde erin gedurende de 25 jaar van het Britse Mandaat in Palestina honderdduizenden Joodse immigranten uit alle delen van de wereld samen te brengen of binnen te smokkelen (op illegale wijze, of dit nu Dit is een ingescande en bewerkte kopie van het origineel
7 openlijk gebeurde of clandestien, omdat het tegen de wensen en hevige oppositie van de Palestijnse Arabieren in gebeurde). Daartoe stonden onbeperkte zionistische fondsen ter beschikking, de directe en actieve hulp en bescherming vanaf het begin van het Britse Bestuur, plus de hulp van een groot aantal invloedrijke Amerikaanse zionisten waarbij later nog de directe tussenkomst van de Amerikaanse regering zelf en nog later die van andere regeringen kwam. Grotendeels waren deze immigranten gerecruteerd op een selectieve basis (militante jongeren gingen voor), uit Rusland, Polen, Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Oostenrijk, Duitsland, Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten. In 1917 vormde de inheemse Joodse groep 5% van de bevolking van Palestina (de Arabische groep 93%), in 1931 17% en in 1947, een jaar voor de stichting van Israël 31%. En dit ofschoon de natuurlijke bevolkingstoename onder de Palestijnse Arabieren veel groter was dan die onder de Joden. Toen het Wereld-Zionisme zijn uitdrijvings- en verdelgingsoorlog begon tegen het Palestijnse Arabische volk in 1917, bezat de inheemse Joodse minderheid (5% van de bevolking) niet meer dan 2% van het grondgebied van Palestina, terwijl de Arabieren er 94% van bezaten. En ondanks de totalitaire politiek van het Britse Mandaat in Palestina dat er op gericht was om de Arabieren van huis en land te verdrijven en zo het zioniseren te bevorderen, slaagden de Joden er niet in om meer dan 3,5% van het bouwland toe te voegen, zodat zij in 1947 slechts 5.66% bezaten. Tengevolge echter van de terreur, onteigening en massale verdrijving van de Palestijnse Arabieren uit hun land in 1947/48 door de zionistische terreurorganisaties, bemachtigden de Joden - geholpen door de Britse autoriteiten - 80.48% van het totale Palestijnse gebied. Elk Palestijns Arabisch huis of stuk land waarvan de Arabische eigenaar was verdreven werd en wordt bezet door een zionistische immigrant. Deze genadeloze en ongehoorde omvangrijke moord en uitdrijving van het Arabische volk van Palestina door de zionisten vond vrijwel geheel plaats voor 15 mei 1948, de datum van de formele proclamatie van de stichting van Israël, vóór het formele beëindigen van het Britse Mandaat en vóór de poging van de Arabische legers om Palestina binnen te dringen teneinde de Palestijnse bevolking te redden van het zionistische bloedbad en om de gedwongen creatie van Israël in een eeuwenoud Arabisch vaderland te voorkomen. Als gevolg van het zionistisch/imperialistische offensief tegen het Arabische volk van Palestina werden ca. 900.000 mensen, d.w.z., ongeveer 70% van de toenmalige Arabische bewoners, verdreven in één enkele klap om in de aangrenzende Arabische staten te moeten rondzwerven met hun nieuwe aanduiding: Palestijnse vluchtelingen, De Palestijnse Arabieren die erin slaagden in hun woonplaatsen te blijven, hetzij in de Gaza strip of in wat de naam kreeg van de 'West-Bank' van Jordanië, elk ongeveer 350.000 zielen, waren in vele gevallen beroofd van hun land en van een zekere bron van inkomsten, om niet te spreken van hun waardigheid, eer en het verlies van hun vaderland, terwijl zij bovendien niet officieel geregistreerd waren als vluchtelingen die UNRWA-hulp ontvingen. Daarnaast zijn er de 180.000 Palestijnse Arabieren die achter bleven en een zogenaamde Arabische minderheid in Israël gingen vormen en die blootgesteld zijn aan onderdrukking en tweederangs burgers zijn en waren. Hun aantal was oorspronkelijk 100.000 maar steeg tot 180.000 door een extra toevoeging van land aan Israël in 1949 tengevolge van de druk en intriges van Engeland en Israël tegen de regering van Jordanië. Door middel van hun zegslieden en machtige propaganda-apparaat vaak geholpen door hun Amerikaanse, Britse en andere vrienden en bondgenoten, begonnen het Wereld-Zionisme en Israël spoedig de mythe te componeren en verspreiden dat de Palestijnse Arabieren uit eigen vrije wil Palestina in 1947/48 verlaten zouden hebben. Hun eigen leiders zouden hun bevel gegeven hebben om Palestina te verlaten, zij zouden daardoor hun rechten om naar Palestina terug te keren verspeeld hebben en de Israëliërs konden onder geen beding verantwoordelijk gesteld worden voor het vertrek van deze mensen uit Palestina. Maar niets is verder van de waarheid. Zonder in details te treden over het gebeurde in, 1947/48 kunnen we vaststellen dat niemand in staat is om enig bewijs te leveren omtrent gegeven bevelen, aanbevelingen of zelfs maar suggesties in de trant van verzoeken om Palestina gedeeltelijk of geheel te evacueren. Er zijn daarentegen Dit is een ingescande en bewerkte kopie van het origineel
8 talloze bewijzen dat radio uitzendingen, kranten en verklaringen van Palestijnse en andere Arabische leiders bevalen of er op aandrongen dat de Palestijnse Arabieren zouden blijven in hun huizen en betrekkingen, dat zij het zionistische terrorisme moesten weerstaan dat erop gericht was angst te verspreiden en hen van land en huis te verdrijven. De waarheid is dat de Palestijnse Arabieren hun land in 1947/48 verlieten in panische vlucht, onder de bedreiging met uitmoorden en vernietiging door de zionistische terreurorganisaties, de Hagana, de Stern Gang en de Irgun Zwai Leumi. Zij hadden geen keus onder die omstandigheden dan te doen wat zij deden onder de onbeschrijfelijke Naziachtige terreurcampagne van dood en verdrijving, door de zionisten tegen de bevolking uitgeoefend. Deir Yassin is per slot maar één uit talloze voorbeelden. Deze afgedwongen massale uittocht van de Palestijnse Arabieren uit hun land was een essentieel deel van het vooraf beraamde, slim ontworpen en nauwkeurig en genadeloos uitgevoerde zionistisch-Brits-Amerikaanse plan. Het is ook waar dat deze Palestijnse Arabieren, die allesbehalve uit vrije wil huis, landerijen en vaderland verlieten, nooit, vóór, gedurende of na 1948, de gedachte hebben gehad hun rechten op enig deel van Palestina dat sinds duizenden jaren hun vaderland is, op te geven. Zij hebben altijd hardnekkig geweigerd en met klem afgewezen (zoals ze ook nu nog doen) elk voorstel dat gedaan is om hun probleem op te lossen; of dat nu gericht was op hun hervestiging, hun rehabilitatie, hun compensatie of wat voor compromisplan dan ook. In de overtuiging dat zij te allen tijde het onvervreemdbare recht op hun land hebben, hebben zij consequent met nadruk geweigerd om zulke plannen serieus te bezien. Voor zover deze plannen over minder gaan dan de erkenning van het volledige en onvervreemdbare recht van de Arabische bevolking van Palestina om hun land te bevrijden en te heroveren en het als vaderland te herstellen, zijn deze onacceptabel. Hierover zijn alle Palestijnse Arabieren het geheel eens en vastbesloten. Daarom is de vaak gehoorde kwaadaardige zionistisch-Israëlische en imperialistische insinuatie, dat het eigenlijk de Arabische staten en niet de Palestijnse Arabieren zijn die weigeren, om politieke redenen, de voorgestelde compromisoplossingen te aanvaarden, ongegrond en misleidend. Want de Arabische staten verwerpen die oplossingen omdat het Arabische volk van Palestina ze verwerpt en vastbesloten is zich te verzetten. Bovenal weten de Arabische staten dat zij geen moreel, politiek of legaal recht hebben om zulke oplossingen in naam van de Palestijnse Arabieren te accepteren, laat staan ze aan hen op te leggen. Israël ontstond niet langs de weg van een normale groei en evolutie. Het ontstond door vreemde agressie, en in strikte zin door een invasie van buiten. Dit veroorzaakte geweld en onmetelijk lijden, bloedvergieten en massamoord.,. op duizenden Palestijnse Arabieren in 1947/48, volgende op het vijfentwintig jarige Britse Mandaat. In die tijd stonden zij als één man op om met de wapens hun vaderland, waardigheid, eer en het bestaan zelf te verdedigen. De droom van het Wereld-Zionisme begon zich te realiseren door moorddadig terroriseren van het Palestijns-Arabische volk door de genadeloze verdrijving van ongeveer een miljoen bewoners in 1947/48. Thans na de Israëlische aanval van 5 juni 1967 en de bezetting van geheel Palestina zijn op de zelfde wijze nog 350.000 Palestijnse Arabieren geterroriseerd en gedwongen uit huis en land te vluchten. Hun werd geen keuze gelaten dan zich bij de vroegere zogenaamde Palestijnse vluchtelingen te voegen in de Arabische nabuurstaten of elders. In aanmerking genomen de natuurlijke bevolkingstoename sinds 1948, is sindsdien het Palestijns-Arabische volk aanzienlijk in aantal toegenomen. Er is een hoog geboortecijfer bij de Arabieren en dit verklaart eventuele discrepanties in de cijfers die in deze verklaring werden genoemd. Het officiële aantal Palestijnse vluchtelingen komt nu op ongeveer 1.400.000 zielen. Hierin zijn begrepen ongeveer 650.000 die sinds 1948 als vluchtelingen leven in de Gaza-strip en op de zogenaamde West-Bank van Jordanië, terwijl er ongeveer 350.000 in de zelfde situatie leven in Syrië, Libanon, Kuweit en Egypte. Dan zijn er de pas verdreven vluchtelingen, ongeveer 350.000 in het geheel, die voor de tweede maal tot vluchteling zijn gemaakt, nl. eerst in 1948 en toen nog eens in 1967. Het merendeel van hen leeft thans op de East-Bank van Jordanië. Van de andere Palestijnse Arabieren, ongeveer 1 miljoen, leven ongeveer 600.000 als inwoners (technisch geen vluchtelingen) tussen de Gazastrook en de West-Bank van Jordanië, terwijl ongeveer 300.000 als de zgn. minderheid sinds 1948 in Israël verblijft. Thans leven 1.550.000 mensen onder Israëlische bezetting hetzij sinds Dit is een ingescande en bewerkte kopie van het origineel
9 1948 of 1967, en deze ondergaan de meest afschuwelijke terreur, vernedering en lotsbedreiging. Het is duidelijk dat de afschuwelijke misdaad door WereldZionisme en Israël begaan, daarin geholpen door de imperialistische financiers en aanstichters, zich richt tegen het gehele Palestijnse volk (thans ongeveer 2.500.000 mensen), of het binnen Israël leeft of in de Arabische staten of elders. Dit alles door de zionistische usurpatie van Palestina en de ellende aangericht in andere Arabische landen. Maar de oprichting van Israël heeft niet, vanuit het zionistische standpunt bezien, aan de ver reikende en economische doelstellingen beantwoord, en dat is ook nooit de bedoeling geweest. De staat Israël was per definitie vanaf het begin slechts bedoeld als een eerste fase -een springplank en een concrete, krachtige basis- in de globale zionistische strategie, om de heerschappij over de Arabische landen en een effectieve controle over hun enorme bodemschatten te verkrijgen - om van wederrechtelijke toe-eigening maar niet te spreken. Israël, dat technisch altijd up-to-date is, financieel krachtig (hoofdzakelijk te danken aan de kwistige zionistische bijdragen, uit de Verenigde Staten, Engeland, Frankrijk, West-Duitsland, Zuid-Afrika en andere zionistische bronnen), en dat er voor zorgt altijd militair paraat te blijven en actief aanvalskrachtig (door de bijkans ongelimiteerde hoeveelheden aanvalswapenen en uitrusting uit de V.S., Engeland, West-Duitsland en, tot voor kort, Frankrijk), zal niet aarzelen om, wanneer de gelegenheid zich voordoet, nog verder te gaan dan het al gegaan is tot nu toe, nog meer Arabisch gebied binnen te vallen en te bezetten, in ieder geval 'van de Nijl tot de Euphraat'! Dit ondanks de vaak herhaalde en wijd verspreide (maar nu achterhaalde) zionistische mythe van het 'zwakke, onschuldige, vredelievende en goedwillende Israël', dat maar steeds 'bedreigd wordt door en beeft voor zijn machtige Arabische buren'! In feite, gezien de doctrine en het dogma van het zionisme, mikt de oprichting van dit sinds eeuwen begeerde en onvolprezen zionistisch/Israëlische 'metropool' op de vestiging van een veel uitgebreider en gevaarlijker hegemonie op een brede basis. Plaatsruimte weerhoudt ons er echter van om een gedetailleerde analyse te geven van dit specifieke zionistisch/Israëlische plan. De zionistische ambitie om de Arabische landen te overheersen en hun bodemschatten in bezit te nemen heeft vanaf het begin weerklank gevonden bij alle imperialistische en kolonialistische kringen, die zelf begerige blikken geworpen hadden op de Arabische landen sinds de eeuwwisseling. Loyaal aan de politiek van 'verdeel en heers' zagen Amerika, Engeland, Frankrijk (en wat later ook Rusland, Nederland, België, West-Duitsland en andere), in de aanwezigheid van een zionistische staat temidden der Arabische landen een uitgezochte gelegenheid om een wig te drijven tussen wat anders een gezond en sterk bolwerk van Arabische harmonie zou zijn geweest en gebleven. Zij, of tenminste enkelen van hen, zagen in het steunen van Israël een goede en effectieve gelegenheid om alle economische en sociale ontwikkeling van de Arabische landen te dwarsbomen en te verijdelen, en de verwerkelijking van Arabische nationale aspiraties en de ontwikkelingsprojecten voor hun veiligheid en stabiliteit tegen te werken. In de ogen van de betrokken imperialistische en kolonialistische machten zouden de Arabische landen, gemolesteerd en verscheurd, ten prooi vallen aan hun plannen en machtswellust. Aan de andere kant zouden deze Arabische landen, als ze de vrijheid hadden om hun politieke instituties te ontwikkelen, te werken voor het welzijn van hun volk en hun programma voor nationale eenheid en werkelijke onafhankelijkheid uit te voeren, in staat zijn om alle pogingen tot penetratie en overheersing te weerstaan en af te slaan. Israël was dus bedoeld als het Trojaanse paard van de imperialistische en kolonialistische machten en als een werktuig voor het dwarsbomen van het Arabische politieke leven, en economische en sociale vooruitgang. Zoals beraamd en voorzien door deze machten en door de gebeurtenissen van de laatste twintig jaar bevestigd, is Israël een effectief instrument gebleken voor het verstevigen en continueren van deze subversieve invloed en oude belangen van de machten in sommige delen van de Arabische wereld, waar misère en ellende worden veroorzaakt bij de Arabische volken in het algemeen en bij dat van Palestina in het bijzonder. Israël heeft bewezen te kunnen floreren op andermans land,
Dit is een ingescande en bewerkte kopie van het origineel
10 onderdrukking en lijden. Op deze wijze en met dit doel is er een sterke band gesmeed tussen Israël en de imperialistische en kolonialistische machten. De prompte en haast gepassioneerde erkenning van Israël direkt na de stichting in 1948 door de V.S., Engeland, Frankrijk en de Sovjet-Unie, met andere bondgenoten, vrienden of satellieten toen of later, blijft onverklaarbaar, tenzij men aanneemt dat er verder reikende motieven bestaan bij die staten, of dat de grote mogendheden druk uitoefenden door chantage of anderszins. Uiteraard hadden die staten alle hun eigen bepaalde motieven, vooroordelen en neigingen, naast wat deze staten gezamenlijk als argument ervoor aanvoerden. Israël ontving voortdurend blindelings politieke steun, met name van de Verenigde Staten, Engeland en tot voor kort Frankrijk, alsmede gedurende langere tijd op allerlei wijze van Rusland. Het kreeg in die 21 jaar enorme bedragen in de vorm van giften, leningen en subsidies en zionistische giften vooral van de V.S., Engeland, Frankrijk, West-Duitsland (dat ook herstelbetalingen deed). Het ontving enorme massa's aanvalwapenen en uitrusting, zoals Phantoms en Sky-hawks, Mirages en Mystères, Sherman- en Centuriontanks; allerlei militaire transportvoertuigen, militaire helikopters, raketten in allerlei soorten en atoomkoppen, electronische apparatuur, kernreactoren, oorlogsschepen en onderzeeërs, militaire opleiding en andere vormen van hulp direct of op het gebied van deskundigen. Israël kreeg op grote schaal economische en militaire hulp en een nauwe relatie van de eigen geheime dienst met de C.I.A. en de Britse Intelligence Service. Al deze feiten tezamen en andere blijken van hulp en faciliteiten door het Westen op genereuze wijze aan Israël gegeven, vormen het onweerlegbare bewijs van de vastbeslotenheid van de imperialistische machten dat zij er niet slechts op uit waren het bestaan van Israël te beschermen, maar ook de agressieve plannen te steunen en alle benodigde middelen ter beschikking te stellen om een stevige vat op de Arabische landen te krijgen, door het land te veroveren, de bevolking te terroriseren en eindeloze rampen over die gebieden te brengen. De gezamenlijke Brits-Frans-Israëlische aanval op Egypte in 1956 was eveneens deel van die imperialistische conspiratie om de Arabische landen te demoraliseren. Maar de Israëlische agressie op 5 juni 1967 tegen Egypte, Jordanië en Syrië met zijn territoriale veroveringen en de tragische menselijke gevolgen, onder de aanmoediging van de Amerikaanse, Britse, West-Duitse en andere imperialistische krachten is een veel sprekender illustratie van de zionistisch-Israëlische plannen tegen de Arabische volken en speciaal tegen de Palestijnen. Een van de voornaamste redenen voor de aanwezigheid van de Amerikaanse Zesde Vloot in de Middellandse Zee is stellig om Israël de nodige hulp en bescherming te verschaffen, en indien nodig, ook toe te slaan onder een of ander voorwendsel wanneer, hoe dan ook en waar dan ook, (maar in de Arabische landen speciaal) de zionistisch-Israëlische belangen worden bedreigd. In de bovengenoemde Israëlische agressie van 5 juni 1967 hebben de Amerikanen niet alleen volstaan met die agressie goed te keuren en aan te moedigen. Het is nu gebleken dat zij vóór en tijdens dat Israëlische offensief de Israëli's belangrijke informatie hebben gegeven die zij zelf door niemand minder dan de CIA gedurende jarenlange clandestiéne activiteiten verkregen hadden. Deze informatie betrof de staat van bewapening van de Arabische landen, de juiste positie van hun militaire bases en vele andere aspecten van hun sociale, economische, politieke en defensieve instituties. De beslissende rol die Amerika op dat gebied gespeeld heeft (b.v. het geval van het Amerikaanse spionageschip 'Liberty') illustreert duidelijk en onweerlegbaar de mate waarin de Amerikaanse oorlogsmachinerie bereid is om Israël te steunen in zijn agressieve plannen, zijn monopolistische hebzucht, racistische remmingen, politieke wellust en territoriale expansie. De nauwe connectie tussen het Israëlische en Amerikaanse spionagenetwerk in de Arabische wereld - zoals die kort geleden in Irak aan het licht gebracht is, en voordien in andere Arabische landen (en wie weet hoe vaak nog in de toekomst) - onthult in hoeverre het samengaan van de zionistische (etc.) belangen en kuiperijen teweeg gebracht zijn door louter toeval! Om kort te gaan hebben de Amerikaanse, Britse en andere imperialistische krachten niet alleen steeds klaargestaan om Israël te hulp te komen, maar zij hebben er ook in alle opzichten op toegezien dat het te allen tijde paraat bleef. Dit had tot doel om hun eigen gevestigde belangen en die van Israël zelf, te beschermen en Dit is een ingescande en bewerkte kopie van het origineel
11 om alle tegengestelde tendenties of bewegingen die hun politieke, economische of militaire doelstellingen in de Arabische wereld of elders bedreigen, te verijdelen en de kop in te drukken, DE FEITEN EN DE MISLEIDING. De Palestijns-Arabische vrijheidsstrijd is méér dan alleen maar gericht tegen. het Wereld-Zionisme en Israël. Als gevolg van de intrinsieke, destructieve rol die de imperialistische machten gespeeld hebben voor het behoud van hun invloed in de Arabische wereld en als een onontkoombaar resultaat van de bescherming van Israël op elk gebied, staan wij per definitie oog in oog met de imperialistische en neokolonialistische machten als zodanig. Het is tenslotte een strijd tegen racisme, vreemde overheersing, exploitatie, en bovenal de toe-eigening, bezetting en plundering van het vaderland. De gewapende strijd van het Arabische volk van Palestina verschilt daarom niet veel van vele andere bekende vrije en echte revolutionaire bewegingen in de wereld: in Vietnam, Cuba, Bolivia en enkele andere Latijns-Amerikaanse landen; in Rhodesië, Zuid-Afrika, Angola, Mozambique, Eritrea, Chad, en 'tot voor kort Algerije, Aden en Cyprus o.a. Een in het oog lopend verschil tussen het Palestijnse probleem en de problemen van deze revolutionaire bewegingen is echter dat deze bewegingen vochten of nog, terecht, vechten voor de vrijheid en onafhankelijkheid van hun volken, hun grondwettelijke rechten en sociaal en economisch welzijn; tegen vreemde overheersing en exploitatie, (in sommige gevallen door immigranten), samen met alle daarbij behorend kwaad en onrechtvaardigheid. Het Arabische volk van Palestina kan hier aan toevoegen, dat zij in groten getale uitgeroeid zijn, geterroriseerd en en-masse verbannen uit hun eeuwenoude vaderland. Van deze kant bezien blijft het Palestijnse probleem een veel ernstiger probleem,dan dat van één van de bovenstaande revolutionaire bewegingen. En het onrecht dat het Arabisch Palestijnse volk door het Wereld-Zionisme (etc.) is aangedaan, blijft een veel afschuwelijker en meer schrijnend onrecht dan dat wat de volkeren die we zojuist genoemd, hebben geleden. Het is immers een onrecht dat door zijn aard, strekking en zijn menselijke kant even schandelijk als onvergelijkbaar is in de geschiedenis van geciviliseerde en geordende maatschappijen. Het is internationaal vandalisme en pure roof. Het Palestijnse probleem is dan ook in wezen een menselijk probleem. Het is de uitkomst van een fatale tarting van de geheiligde waarden van de Mens en van een flagrante, onredelijke schending van het principe van zelfbeschikking, wet, orde en de meest elementaire regels van fatsoen. Wat hier op het spel staat is de innige verbondenheid van de Palestijnse Arabieren met hun historische, culturele en geestelijke erfenis: hun eigen land en, sinds duizenden jaren, dat van hun voorvaderen. Maar ook hun politieke rechten en status, hun inherente en onvervreemdbare menselijke rechten en fundamentele vrijheden, hun menselijke waardigheid en de meest elementaire principes van recht, natuurlijke en internationale wetten. Het boven beschreven karakter van de Palestijns Arabische bevrijdingsoorlog kan niet gescheiden worden van de grotere Arabische strijd voor vrijheid en onafhankelijkheid, territoriale integriteit en souvereine gelijkwaardigheid in de volkeren familie, ten bate van vrede, veiligheid en welzijn van alle Arabische volken. In dat opzicht is onze bevrijdingsoorlog deel van de wereldwijde revolutionaire beweging die zich keert tegen vreemde inmenging overheersing en exploitatie, en die vecht voor een stabiele rechtvaardigheid, menselijke broederschap, gelijkheid, vrede en welvaart voor alle volkeren op aarde. -0-0-0-0NOOT VAN DE REDACTIE Om de lezers in staat te stellen om kennis te maken met een Arabische tekst en de wijze waarop die gesteld is, hebben wij tot hiertoe, via een Engelse tekst, een vrij nauwkeurige vertaling gegeven. Het volgende stuk geeft de voornaamste punten uit het vervolg naar de betekenis juist maar in een Dit is een ingescande en bewerkte kopie van het origineel
12 vrijere en beknopte weergave. Letterlijk vertaalde gedeelten staan tussen aanhalingstekens. Israël gedraagt zich als incarnatie van immoraliteit, illegaliteit en agressiviteit. Israël representeert de doctrines van het zionisme, dat ongeacht de middelen een economische, politieke en militaire suprematie wil handhaven. 'De Palestijnse nationale bevrijdingsorganisatie FAT'H, heeft derhalve geen andere keus dan de enige weg die tot bevrijding en herkrijgen van Palestina leidt: georganiseerde gewapende strijd en geweld'. Men kan niet aannemen dat de Israëlische leiders om des gewetens wille het onrecht dat zij hebben gedaan zullen herstellen, en Palestina aan de rechtmatige eigenaars zullen teruggeven. Het laat zich niet denken dat een dief uit eigen vrije wil aan de eigenaar teruggeeft wat hij stal, met name niet nu het gaat om het land van een geheel volk. Deze teruggave kan alleen afgedwongen worden met geweld. Het Wereld-Zionisme zal niet toegeven tenzij Israël als zodanig is geëlimineerd. Het Palestijnse volk heeft 20 jaar afgewacht of het wereldgeweten zou ontwaken. 'Wij hebben in onze verklaringen en oproepen, alsmede door onze daden, oprecht in al deze lange en bittere jaren getracht om de wereldopinie te 'confronteren met de onverkwikkelijke feiten van onze positie en tragedie. Op onze woorden en waarschuwingen werd geen acht geslagen. Het is helaas zo dat de zionistische propaganda zo goed georganiseerd is, zo breed en diep doorwerkt en zo effectief is, dat er een ondoordringbare barrière bestaat tussen de wereldopinie en het effect van het propageren van het rechtvaardige van onze zaak. Feitelijk is pas na de Israëlische agressie van 5 juni 1967 en de daarop gevolgde intensivering van de gewapende strijd van FAT'H de wereld meer aan de weet gekomen over het Palestijnse probleem als zodanig, en komt er begrip voor de' doelstellingen van de bevrijdingsoorlog'. Het staat voor ons vast dat er geen andere oplossing is dan dat Israël als vertegenwoordiger van het zionisme verdwijnt. FAT'H zal de strijd daartoe blijven voortzetten. Op geen andere wijze kan het Palestijnse probleem worden opgelost. Geheel Palestina moet op de kaart terugkeren als een vrije en onafhankelijke staat. Het bestaan van Israël zal een blijvende bedreiging vormen voor de Arabische wereld. Het is de staat Israël die de wortel van alle kwaad blijkt te zijn. Door een eigen staat te stichten heeft Israël het Palestijnse volk gemolesteerd en bedreigt het zijn identiteit, omdat het voortdurend weer tot de aanval overgaat, en dood en verderf zaait. 'Wat hierboven gezegd is betekent niet (en mag ook niet zo worden uitgelegd) dat de Joden in Israël als individuen zouden moeten worden geliquideerd of verdreven. Er bestaat een kardinaal onderscheid tussen de staat Israël als zodanig en de bewoners van wat nu de staat Israël heet. Met andere woorden, wanneer de Joden van Israël zichzelf ge'de-zioniseerd' hebben, als Israël als een staat en eenheid volledig is verdwenen, en wanneer het Arabische volk van Palestina heel Palestina heeft bevrijd en teruggekregen en naar huis en haard is teruggekeerd, zullen de relaties tussen Joden en Arabieren worden hersteld op zuivere menselijke grondslag, zoals overal waar Joden leven als individuen en burgers. Geen Jood wordt gedwongen Palestina te verlaten, en wie willen emigreren kunnen dat doen. Joden die verkiezen om te blijven, hebben te accepteren dat zij als individuen en burgers leven onder, gelijke rechten en verplichtingen met andere burgers, of dat nu Joden, Christenen of Moslims zijn, in een vrije, onafhankelijke en democratische Arabisch-Palestijnse staat. Arabieren en Joden zullen samen in de gelegenheid zijn om deel te nemen aan leven en bestuur van de democratische Palestijnse staat, met volle constitutionele rechten voor allen'. ONZE VRIJHEIDS OORLOG. Om het doel van de gewapende strijd objectief te zien, dient men het bestaande beeld te ontdoen van de elementen die de Israëlische propaganda er aan heeft gekleefd. Die elementen zitten vol van aantijgingen, halve waarheden en hele leugens. Als men de feiten laat spreken ontstaat er een ander beeld. Het Palestijnse probleem is er niet een van fronten, regionale conflicten, of vreedzame co-existentie, waterrechten etc. Het is evenmin een probleem van Dit is een ingescande en bewerkte kopie van het origineel
13 vluchtelingen. Want feitelijk° zijn er geen Palestijnse vluchtelingen. Het gaat om Palestijnse verdrevenen of ballingen, die nooit vrijwillig hun land hebben verlaten omdat ze liever ergens anders zouden zijn. Deze ballingen zijn het gevolg van het eigenlijke probleem, de slachtoffers die thans vechten om hun vaderland terug te veroveren. Onze vrijheidsstrijders, de 'feda'yeen', zijn dan ook geen terroristen, saboteurs, struikrovers en hoe Israël ze ook wil noemen. Ze worden al evenmin door enige Arabische regering gerecruteerd of gestuurd voor sabotage in Israël. De mannen en vrouwen van FAT'H, Christenen en Moslims, zijn Palestijnen die vechten voor hun vaderland, en voor hun eigen menselijke waardigheid. De bevrijdingsoorlog is dan ook defensief en niet offensief. Het is dan ook nu een kwestie van het gehele Palestijnse volk. Hierbij wordt de vraag van de materiële welvaart een van ondergeschikt belang. 'To be or not to be' is de alles overheersende vraag. En waarom zouden de Palestijnen geen recht hebben op een eigen land, een eigen regering en volksbestaan? Eenentwintig jaren zionistische staat kunnen de rechten van de Palestijnen niet te niet hebben gedaan. Het moge een makkelijke oplossing lijken om de Palestijnse rechten te ontkennen of om de vastberadenheid van het volk te onderschatten. Het moge ook beter conveniëren om de zaak te sussen totdat er zich een acceptabele oplossing voordoet op den duur. Er zijn ook mensen die menen dat er een 'realistisch' standpunt moet worden ingenomen. Waar dit alles op neerkomt is dat het Palestijnse volk het bestaan van Israël moet aanvaarden als een fait accompli, en de geschiedenis maar moet vergeten. In plaats van Palestina terug te krijgen zouden ze zich elders moeten vestigen, zich rehabiliteren en compensatie ontvangen. De Palestijnen hebben hierop reeds een antwoord gegeven. Realisme en compromis kunnen altijd aangewezen, wenselijk of praktisch lijken. Maar in dit geval is alleen een oplossing van het boven aangegeven kernprobleem acceptabel. Dit is gebaseerd op het recht van zelfbeschikking van de Palestijnen. De realisten dienen te bedenken dat de wil van het Palestijnse volk en de strijd van FAT'H als uitdrukking daarvan óók een realiteit van de twintigste eeuw is. Daarmede komen ze voor de keus te staan tussen de realiteit van de overweldiging en de realiteit van de rechtmatige strijd voor het bestaan. 'Het gaat om iets dat alle materiële belangen te boven gaat en in zijn diepte en intensiteit tot de waardigheid van leven en dood oprijst. Is dit niet, per slot van rekening, het geval met alle vrije volken op aarde?' 'Er is geen enkele reden waarom het Arabische volk van Palestina gedwongen zou worden om afstand te doen van zijn natuurlijke en onvervreemdbare rechten'. Na alles wat er gebeurd is, is er geen ruimte meer voor zgn. vreedzame onderhandelingen en compromisoplossingen. NOGMAALS DE GROTE MOGENDHEDEN. Het edelmoedig aanbod van de grote mogendheden om onder elkaar een formule op te stellen voor het tot stand brengen van vrede en veiligheid in het Nabije Oosten schijnt gebaseerd te zijn op de resolutie van de Veiligheidsraad van 22 november 1967. Deze mogendheden schijnen te denken dat die resolutie een soort magische formule is voor een chronische zieke. Maar deze resolutie raakt alleen de bijproducten van de zaak. Er ligt geen diagnose van de oorzaak aan ten grondslag. In een politiek manifest heeft FAT'H zijn standpunt ten aanzien van de resolutie van 22 november 1967 van de Veiligheidsraad en andere dergelijke aanbevelingen en verklaringen vastgelegd op 10 december 1967. Aan dit standpunt is consequent vastgehouden in verdere verklaringen en in het optreden zelf. De resolute van de Veiligheidsraad neemt het recht van bestaan van Israël als vaststaand aan. FAT'H wijst dit standpunt, door wie ook gehuldigd, als verwerpelijk af. Het is er au fond op gericht om de Palestijnen te 'dopen' en Israël een adempauze te geven voor een nieuwe ronde. Vanaf het begin hebben wij de aanbeveling dat de Israëli's hun troepen terugtrekken uit het sinds '67 bezette gebied verworpen, ofschoon het in de wereldhoofdsteden en in sommige Arabische landen zelfs, wordt geaccepteerd. Tegenover Palestijnen is dit defaitisme. Wij kunnen alleen de opheffing van Israël als staat accepteren. En daarom verwerpen wij ook de V.N.Dit is een ingescande en bewerkte kopie van het origineel
14 resoluties van 29 nov. 1947, (de verdelingsresolutie), 11 dec.1948 (over terugkeer of compensatie van vluchtrelingen), 14 dec. 1950 (herhaling van hetzelfde principe), en alle andere resoluties met betrekking tot deze materie. Er is geen verdere regeling mogelijk voordat ons doel om Palestina te 'ontIsraëliseren' bereikt is. De V.N. hebben volgens het Charter geen enkel recht om een verdeling van Palestina te regelen en in stand te houden, daarbij het recht van zelfbeschikking van de volken met de voeten tredend. Het zelfbeschikkingsrecht is onvervreemdbaar. De grote mogendheden hebben zich in de laatste 21 jaar geregeld uitgesproken ten gunste van Israël. Wij kunnen ze niet beschouwen als onpartijdige rechters in deze zaak. En wanneer enige macht ter Wereld het licht ziet dagen dan zal de test zijn of men bereid is het probleem in de kern aan te vatten. Maar daar zijn de grote mogendheden nog lang niet aan toe en dat diskwalificeert hen als rechters in het conflict. Hun ontbreekt de juridische competentie, de politieke integriteit en de morele geschiktheid. De grote mogendheden mogen bespreken wat ze willen, maar de uitkomst blijft voor ons waardeloos. Wij hebben onze beslissing genomen, en voor ons is geen weg terug. FAT'H ziet maar één weg om het doel te bereiken en beschouwt het overleg van de grote mogendheden als een poging om het bruggehoofd Israël in de Arabische wereld veilig te stellen. Indien deze machten denken dat zij ons verzet kunnen breken dan is dat verbeelding. Het Palestijns-Arabische leger zal tot de laatste man vechten. ' .... en de wereld heeft nu gehoord wat wij in deze te zeggen hebben'. De Palestijnse Nationale Bevrijdingsbeweging, FAT'H en zijn militaire afdeling AL-ASSIFAH
Dit is een ingescande en bewerkte kopie van het origineel