Wijzer Uitgave van Rabobank Private Banking
Bezit & Betekenis
‘Ik ben nooit cynisch geworden van wat ik heb gezien’ – Gerdi Verbeet
Samenleving
Persoonlijk
Kennis
Topstuk 23
Dut Duitsland in? 62
Oeuvrekunstenares Fiona Tan lijkt ongevoelig voor hypes. Al twintig jaar geeft zij de tijdgeest weer, nu in de Rabo Kunstzone met Options & Futures.
Er is een gevaar dat het onvermoeibare Duitsland zich in slaap laat sussen door het economische succes van de afgelopen jaren.
Portret 12 Kinderen helpen bij onzichtbare armoede: Bertien Minco, directeur van het Jeugdcultuurfonds, doet dankbaar werk.
Bezit & betekenis 34
Hoera, een extra leven! 8
Na ons 65ste volgen gemiddeld nog twintig levensjaren. Goed nieuws, maar hoe gaan we die doorbrengen? En betalen?
Generaties & technologie Bankieren doe je samen Heeft u een financieel doel?
1
Oud-Kamervoorzitter Gerdi Verbeet is vooral maatschappelijk betrokken. Soms wordt ze zenuwachtig van geld, wat haar er niet van weerhoudt om veel pro bono te werken.
Wortels 46
Familieportret 50
Een begrip in Brabant, attractieverhuur door Gerard Moonen en zijn broer. ‘Sommige vrienden van vroeger zijn verrast: “Ben de gij da?”
‘Er lopen mensen door je droom.’ Architect Hans van Egmond is na de overname druk met ontwerpen. Het management is nu voor dochter Britta en zoon Diederik.
16 18 20
Column Sandra Lutchman Voor een ander Jeugd krijgt toekomst Wij… doen hetzelfde Financieel DNA Hockeyer Robert van der Horst Keerpunt Toen werd alles anders
Wijzer · Rabobank Private Banking
26 28 40 56 39, 49, 59, 77
Wel of geen bitcoins? 72 ‘De basis van geld is vertrouwen. Als de bitcoin dat niet waar kan maken, is het snel afgelopen.’
Dominee op de Zuidas 78 Dertiger Ruben van Zwieten over zijn generatie: ‘We zien vooral mogelijkheden.’ Column Bert Mulder Door de ogen van Drie financieel deskundigen Rendement Tips om te vergelijken Wat maakt u rijk? Janneke Willemse
60 66 74 82
2
Samenleving
E
Nuchtere en persoonlijke blik op cijfers
en nieuw gezicht als gastheer van Wijzer. Laat ik beginnen mij aan u voor te stellen. Sinds 1 februari ben ik directeur Particulieren en Private Banking bij Rabobank Nederland. De afgelopen twaalf jaar werkte ik bij Rabobank Den Haag, achtereenvolgens als verantwoordelijke voor Private Banking en voor Bedrijven. Mijn laatste functie daar was directievoorzitter. Ik ben 45 jaar, woon in Voorschoten, ben getrouwd en vader van twee kinderen. Ik ben gek op alles rond het water, heb een zeilboot maar vaar ook graag in een sloep. Wanneer ik mijzelf moet typeren, dan kom ik uit op begrippen als: klantgericht, ondernemend en down to earth. Mijn motto is dat we moeten proberen de wereld wat simpeler en gemakkelijker te maken. Vooral voor u. Waarschijnlijk herkent u het: vaak wil len we bankzaken gewoon even snel regelen. Ongeacht de plaats of het tijdstip. Vaak gaat dit nog via een medewerker van de bank, maar steeds meer mensen geven aan dat ze eenvoudige zaken het liefst gewoon zelf doen. De Rabobank komt aan deze behoefte tegemoet door steeds meer diensten
4
Voorwoord
Ron Droste directeur Particulieren en Private Banking Rabobank Nederland
ook online beschikbaar te stellen. In een paar klikken wordt een aanpassing van bijvoorbeeld uw paslimiet direct geregeld. Private Banking anno nu is meer dan alleen contact met een accountmanager. Onze Beleggen en Bankieren-apps op de mobiele telefoon zijn daarvan mooie, innovatieve voorbeelden. Prettige bijkomstigheid van deze online opmars is dat wij meer tijd
krijgen om er voor u te zijn bij complexere vraagstukken. Zoals vermogensopbouw of bij emotionele momenten als samenwonen, scheiden of overlijden. Als u onze hulp nodig heeft én als we kansen en bedreigingen zien die voor u relevant zijn. Vermogen en beleggen zijn sterk aan elkaar verbonden. We blijven ons volledig inzetten voor het behalen van optimale beleggingsresultaten. Ik constateer dat veel beleggingsproducten in 2013 een mooie ontwikkeling hebben doorgemaakt. En dat het vaak lastig is te beoordelen of we het goed genoeg gedaan hebben in de markt. Meer hierover leest u in het artikel op pagina 74 over ‘Rendement bij beleggen’, met tips over hoe u die rendementen nu zelf beter kunt beoordelen.
Samenleving Het katern over maatschappelijke, relevante – en verrassende – ontwikkelingen
Deze nuchterheid willen wij u bij de Rabobank graag bieden. Meedenken over uw vraagstukken, complexe zaken begrijpelijk maken en een goed, eerlijk en transparant advies. Uw tevredenheid over ons als een betrouwbare financiële partner met beide benen op de grond. Daar gaat het mij om.
Wijzer · Rabobank Private Banking
5
The Hundred Foot Journey
Film
E
De selectie van
en film waar ik het nodige van verwacht is The Hundred Foot Journey. De hoofdrol wordt gespeeld door de befaamde Britse actrice Helen Mirren. De film verschijnt in augustus, speelt in Frankrijk en gaat over een Indiase jongen, Hassan. Zijn vader heeft een Indiaas restaurant in een Alpendorpje, vlak bij een deftig driesterrenrestaurant dat wordt geleid door de excentrieke chef Madame Mallory (Helen Mirren). Hassan gaat bij mevrouw Mallory in de leer, krijgt helemaal de culinaire geest en vertrekt vervolgens naar Parijs. Voor op een (hopelijk schaarse) regenachtige zomeravond.
Ron Droste Schilderen als Jheronimus
TivoliVredenburg is voor iedereen
App
De app is te downloaden via www.bosch500.nl.
Evenement
© Erik van der Burgt/ Hollandse Hoogte
2
016 is het 500e sterfjaar van de befaamde schilder Jheronimus Bosch. In dat jaar wordt een unieke tentoonstelling georganiseerd in het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch. De expositie is onderdeel van de manifestatie Jheronimus Bosch 500. De Rabobank is hoofdsponsor van deze manifestatie. We willen u en alle andere kunstliefhebbers de gelegenheid bieden te genieten van deze bijzondere tentoonstelling. Om vast in de stemming te komen is de app ‘Bosch the Painter’ gelanceerd, waarmee iedereen eigen schilderijen kan maken met de beroemde, vaak uitgesproken wonderlijke, creaties van Jheronimus Bosch.
Lang weekend Londen Stad
Ron Droste is sinds 1 februari jl. directeur Particulieren en Private Banking bij Rabobank Nederland. Daarvoor was hij directievoorzitter bij Rabobank Den Haag. Droste maakt ook deel uit van de Commissie Consumentenzaken van de Nederlandse Vereniging van Banken.
6
L
onden is perfect voor een lang weekend. Begin in het wandelgebied op de zuidoever van de Theems, bij undergroundhalte London Bridge. Snuffelen op de Borough Market (do t/m za). Wandel langs Shakespeare’s Globe Theatre en het Tate Modern en dan koffie op de terrassen van Gabriel’s Wharf. Nadat je je hebt vergaapt aan de diverse musici en straatartiesten is lunchen in de OXO Brasserie een aangename optie: schitterend uitzicht op de Londense skyline. Wandel richting de London Eye en de Houses of Parliament. Ik heb veel goeds gehoord over chef Yotam Ottolenghi, dus ga bij mijn volgende bezoek beslist naar een van zijn drie restaurants. De volgende dag: Londen Transport Museum, shopping in Foyles, Fortnum & Mason en Bond Street. En natuurlijk een show in de West End.
I
k ben er best een beetje trots op: hét muziekgebouw van de 21e eeuw staat op een steenworp afstand van ons bestuurscentrum in Utrecht. Rabobank is partner van TivoliVredenburg. Wij willen er graag aan bijdragen dat verschillende doelgroepen kennismaken met en genieten van uiteenlopende muziekvormen. Op 21 juni startte het muziekfestival dat bijna twee weken duurt, waarmee het gebouw wordt geopend. Vijf zalen voor symfonische muziek, popmuziek, jazz en kamermuziek. Niet eerder is in Europa een nieuw gebouw neergezet waar álle muziekliefhebbers elkaar van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat kunnen ontmoeten. Het moderne muziekpaleis ligt pal naast Utrecht Centraal en wordt nu al geroemd om zijn architectuur. Op het programma: kinderconcerten, klassiek, popconcerten en jazzimprovisaties.
www.tivolivredenburg.nl
Aha-moment Boek
I
n Het aha-moment. Nieuwe business ontdekken in een veranderende markt geven Madsbjerg en Rasmussen hun visie op de consument, gebaseerd op een nieuwe aanpak die uitgaat van de human sciences (o.m. sociologie, psychologie en antropologie). Ze relativeren het idee dat een consument rationeel wikt en weegt en maken duidelijk
Wijzer · Rabobank Private Banking
hoe belangrijk emoties, gedrag en sociale context zijn. Vervolgens komen ze tot vijf heldere stappen om ondernemers op het spoor te zetten van nieuwe klanten en markten.
C. Madsbjerg & M.B. Rasmussen, Het aha-moment. Nieuwe business ontdekken in een veranderende markt. Uitgever: Business Contact
7
Is 75 het nieuwe 65?
Bonus: een extra leven
Wie vijftig jaar geleden met pensioen ging, kon daar gemiddeld nog tien jaar van genieten. Nu heeft een 65-jarige vaak nog 22 levensjaren voor de boeg. Hoe gaan we die inrichten?
V
an 40 naar 80 jaar. Zoveel steeg de gemiddelde levensverwachting afgelopen eeuw. Welbeschouwd hebben we er in vergelijking met onze overgrootouders een heel leven bij gekregen. Reden tot vreugde natuurlijk, maar ook aanleiding tot enig nuchter nadenken. Want hoe gaan we die extra jaren invullen? En hoe gaan we ze financieren? ‘Als wij ouder worden, moet ons pensioen een langere periode overbruggen’, zegt Jos Brauwers, directeur Vermogensstructurering. ‘Lossen we dat op door te korten op bestaande pensioenen of gaat de volgende generatie het betalen? Voor elk individu betekent het dat je er rekening mee moet houden dat je extra vermogen nodig hebt.’ Volgens Brauwers is het cruciaal vroeg te beginnen met het maken van een financiële planning om zo inzicht te krijgen in je financiële situatie en vast te stellen hoe je je financiële doelen kunt realiseren. ‘Dat was natuurlijk altijd al zo, maar het wordt steeds actueler, niet alleen omdat we langer leven, maar omdat er verhoudingsgewijs steeds meer ouderen komen. Daardoor ontstaat een situatie met relatief weinig werkenden ten opzichte van mensen die AOW genieten en dat kan consequenties hebben voor de 8
hoogte van de pensioen- en/of AOW-uitkering.’ De steeds schever wordende verhouding tussen het aantal werkenden en het aantal gepensioneerden is al langer een punt van aandacht. Niet voor niets is de overheid nu bezig de pensioengerechtigde leeftijd geleidelijk te verhogen van 65 naar 67 jaar. Volgens de Leidse hoogleraar ouderengeneeskunde Rudi Westendorp, auteur van de bestseller ‘Oud worden zonder het te zijn’, is dat een logische eerste stap, maar ook niet meer dan dat. Hij verbaast zich dan ook over de ophef die deze beslissing heeft veroorzaakt. Waarom vasthouden aan 65? ‘Dat we vast blijven houden aan de 65-jarige pensioenleeftijd, alsof daar een biologische grondslag voor zou zijn, heeft iets zots. De gemiddelde Nederlander heeft na zijn 65e nog 22 levensjaren voor de boeg. Het zou reëel zijn om toe te groeien naar een pensioengerechtigde leeftijd van 75 jaar. 75 is het nieuwe 65!’ Al een aantal jaren geleden kwamen de New Yorkse econoom Warren Sanderson en de Weense demograaf Sergei Scherbov tot een vergelijkbare conclusie. ‘We moeten anders gaan denken over leeftijd’, stelden zij. ‘Niet
het aantal geleefde jaren is van belang, maar het aantal jaren dat iemand nog te leven heeft.’ De twee onderzoekers stellen dat de maatschappelijke kosten van de zorg een stuk lager uitvallen wanneer je die berekent door het aantal hulpbehoevenden af te zetten tegen het aantal mensen dat hulp kan geven, onder wie veel 65-plussers die mantelzorger zijn.
Deeltijdpensioen Volgens econoom Hans Stegeman, hoofd Internationaal Onderzoek van de Rabobank, is de manier waarop we op dit moment collectief en individueel sparen voor onze oude dag tamelijk ouderwets. Hij pleit voor een combinatie van werk en deeltijdpensioen, zodat mensen tot hun 70e of 75e kunnen doorwerken, mede afhankelijk van individuele voorkeuren. ‘Natuurlijk kan dat werk wat anders worden ingericht. Maar betrokken blijven bij het maatschappelijk leven is, naast de financiële component, van grote waarde.’ Ons pensioenstelsel is echter nog totaal niet ingesteld op een combinatie van werk en deeltijdpensioen, aldus Stegeman, en onze sociale planning ook niet. ‘Ook daarin zijn we ouderwets. We regelen onze pensioenen nog steeds collectief, maar zullen dat in de toekomst
Wijzer · Rabobank Private Banking
‘We moeten anders gaan denken over leeftijd’ 9
Omkeerhypotheek
Interview
Hoogleraar ouderengeneeskunde Rudi Westendorp breekt een lans voor hypotheekvormen. ‘Als je jong bent heb je geen geld om een huis te betalen en koop je je als het ware gradueel in. Ouderen zouden de gelegenheid moeten krijgen gradueel te worden uitgekocht: de omkeerhypotheek.’ Econoom Hans Stegeman staat voorzichtig positief tegenover deze gedachte, maar maakt een voorbehoud. ‘Mensen die hun huis te gelde maken, gebruiken dat geld dikwijls om aanpassingen aan het huis te doen en er zo langer in te kunnen blijven wonen. Dat gaat helaas meestal ten koste van de waarde van de woning. Natuurlijk moet het tot op bepaalde hoogte mogelijk zijn om die stenen weer te gelde te maken, maar daarin moet je jezelf niet te rijk rekenen.’
steeds minder doen. Omdat we andere behoeften krijgen en ook omdat we regelmatig van werkgever veranderen.’ Hij verwijst naar de situatie in Scandinavië, waar werkgever en oudere werknemer steeds vaker samen aan tafel gaan zitten om het toekomstige arbeidsjaar te bespreken. Wat gaan we dit jaar doen en welke beloning past daarbij? ‘Demotie is daarbij geen taboe meer. Ook in hier in Nederland zullen binnen de cao’s steeds vaker individuele afspraken worden gemaakt.’ Actief blijven Positief nieuws is dat veel mensen, alle gekrakeel rond de verhoging van de pensioenleeftijd ten spijt, wel degelijk animo hebben om na hun 65ste actief te blijven. Dat blijkt uit onderzoek van Medical Delta, een samenwerkingsverband van vijf universitaire instellingen in Delft, Leiden en Rotterdam, alsook de lokale overheden. In het rapport ‘Grijs is niet zwartwit – Ambities van 55+’ stelt Medical Delta dat steeds meer ouderen actief en productief zijn in zowel betaald als vrijwilligerswerk. Weliswaar ziet een grote
‘Stoppen beviel helemaal niet’ Petra Bouwman (71) werkt als haptotherapeut en gestaltpsychologe: ‘Dat ik nog doorga zet collega’s soms aan het denken.’
meerderheid van de 55-plussers die nu nog in het arbeidsproces actief zijn het als een goede zaak dat ze straks met hun baan kunnen stoppen, maar tegelijk bestaat er bij 60 procent van hen een grote bereidheid door te werken, mits dat onder eigen voorwaarden kan. Daarbij noemen ze een geringer aantal arbeidsuren en een andere – veelal adviserende – rol op het werk. Men is bereid daarbij 25 procent salaris in te leveren. Ook van de ouderen die nu niet meer werken wil een aanzienlijk aantal mensen onder eigen voorwaarden best weer aan de slag. Financiële hygiëne Jos Brauwers noemt het opvallend dat mensen pas geïnteresseerd raken in financiële planning op het moment dat
‘Geef les in financiële planning op scholen’ 10
ze geld hebben. ‘Financiële planning zou een plek in het onderwijs moeten krijgen. Juist nu de overheid zich steeds meer terugtrekt is het van belang dat je de individuele burger leert financieel redzaam te zijn.’ Brauwers verbaast zich erover dat de overheid wel diverse medische bevolkingsonderzoeken organiseert, gezonde voeding stimuleert en anderszins het welzijn van de bevolking probeert te verbeteren, maar dat het bevorderen van financiële hygiëne daar geen deel van uitmaakt. ‘We hebben al tien, vijftien jaar de tools waarmee het nodige financiële overzicht en inzicht kan worden verkregen om in een vroeg stadium beslissingen te nemen en zo de pensioenen, nu en in de toekomst, veilig te stellen.
N
atuurlijk merk je dat zich, naarmate je ouder wordt, bepaalde fysieke beperkingen aandienen. De hele dag lichamelijk met mensen in de weer zijn wordt dan steeds meer een belasting waarvoor je andere oplossingen moet vinden. Daar staat tegenover dat je, naarmate je zelf rijpt, beter wordt in het benaderen van mensen en het begrijpen van hun levenssituatie. Je wordt toegankelijker, mensen voelen zich meer op hun gemak bij je, er is weinig schaamte. Ik constateer bij mijzelf het omgekeerde van wat wel beweerd wordt, namelijk dat je naarmate je ouder wordt minder geschikt bent voor het werk dat je verricht. Dat mijn partner zeven jaar jonger is dan ik speelt hierbij wellicht ook een zekere rol. Feit is dat het leven in alle opzichten makkelijker is geworden, minder confrontaties oplevert, naarmate ik ouder ben. Ik roep zelf minder weerstand op, maar kan ook beter met weerstand van anderen omgaan. Opnieuw aan de slag Er is een tijdlang een tendens geweest dat je tussen je 55ste en 60ste wel zo’n beetje klaar moest zijn met je arbeidzame leven. Ook ik deed, toen ik die leeftijd had bereikt, de haptotherapiepraktijk waarvan ik eigenaar was, over aan iemand anders. Maar toen dat eenmaal zijn beslag had gekregen, beviel dat helemaal niet. Ik ben een nieuwe opleiding gaan volgen, verder gaan specialiseren. Ik behaalde een master gestaltpsychotherapie aan
Wijzer · Rabobank Private Banking
de universiteit van Middlesex in Londen en ben weer in mijn eigen praktijk aan de slag gegaan.
Eigen baas Dat ik zelfstandig ben en dus een zekere vrijheid heb, maakt het doorwerken op latere leeftijd wel gemakkelijker. Als ik een dag of een week niet wil werken, kan ik dat inplannen. Wanneer je een baas hebt die scherp in de gaten houdt dat jij elke dag om negen uur op je stoel zit, is dat uiteraard anders. En verder speelt de aard van je werk mee bij de vraag hoelang je door kunt gaan. Essentieel is dat je met het klimmen der jaren moet leren je energie te doseren en daar ook de gelegenheid toe moet krijgen. Maar mede omdat de financiële noodzaak minder hoog is, kan dat ook. Welbeschouwd is het allemaal extra: slagroom op de koffie. Dankbaar werk Ik heb geen plannen om op afzienbare termijn te stoppen. Zolang ik mij goed voel en geen fouten maak, blijf ik graag actief. Het is heel dankbaar om te merken dat de mensen met wie ik werk de steun die ik verleen echt nodig hebben en ontzettend blij met me zijn. Dat ik langer doorga met werken dan algemeen gebruikelijk, zet ook collegatherapeuten soms aan het denken. Zij realiseren zich steeds meer dat je ons mooie vak, wanneer je je werkzaamheden goed indeelt, heel lang kunt volhouden.’
Inzicht in de klacht Van oorsprong fysiotherapeute besloot Petra Bouwman dat zij mensen beter kon helpen als ze inzicht had in de 'klacht achter de klacht'. Waarom geneest de ene mens sneller dan de andere en voelt de een sneller pijn dan de ander? Zij heeft een master in gestaltpsychotherapie en volgde de opleidingen haptonomie en haptotherapie. Bouwman is lid van de VVH, de beroepsvereniging voor haptotherapeuten. De laatste 10 jaar is zij lid van de Commissie van Toezicht en heeft zij het beroepsprofiel mee helpen ontwikkelen. www.praktijklevenslust.nl
11
Portret
‘Wij helpen bij onzichtbare armoede’ Bertien Minco, directeur van het Jeugdcultuurfonds, opereert in de haarvaten van de samenleving. Met steun van de Rabobank Foundation stimuleert zij zingen, dansen en theater: ‘Cultuur maakt kinderen gelukkiger’.
‘I 12
k ben begonnen in de theaterwereld, maar was niet gelukkig met de afhankelijkheid die je als actrice hebt van regisseurs. Toen heb ik de overstap naar de journalistiek gemaakt en ontdekte ik dat ik de ‘echte’ wereld veel interessanter vond dan de theatrale. Ik vond het met name boeiend om de verhalen te laten horen van mensen die niet zo duidelijk gehoord werden. Kinderen in de knel, bijvoorbeeld. In het Jeugdcultuurfonds komen mijn culturele belangstelling en die voor mensen in de verdrukking op een heel mooie manier samen. Een aantal jaren geleden besloot het ministerie van Sociale Zaken geld ter beschikking te stellen aan gemeenten. Dat moest hen in staat stellen kinderen die in armoede leven aan de samenWijzer · Rabobank Private Banking
leving te laten meedoen via sport en cultuur. Er bestond op dat moment al een Jeugdsportfonds. Ik ben toen naar de oprichter daarvan, Harrie Postma, gestapt met de vraag of zo’n fonds ook niet voor cultuur mogelijk was. Zijn antwoord: waarom niet, laten we samenwerken!’
Sociale minimum ‘Zo ging in 2009 het Jeugdcultuurfonds van start. Net als het Jeugdsportfonds werken wij met zogeheten intermediairs: dat zijn professionals uit de jeugdzorg en het onderwijs, die rechtstreeks contact hebben met kinderen en dus heel goed hun omstandigheden en behoeften kennen. Deze intermediairs komen in de praktijk bijvoorbeeld bij een gezin waarvan de jongens willen
voetballen en de meisjes op dansles of muziekles willen. Ze kunnen dan tegelijk bij beide fondsen een aanvraag doen. Het geld gaat daarbij overigens niet naar de ouders, maar rechtstreeks naar bijvoorbeeld de muziekschool. Ik kom zelf uit een getraumatiseerde, Joodse familie die veel verliezen heeft geleden in de oorlog. Zingen, dansen, toneelspelen en vioolspelen waren voor mij bijna levensreddende ervaringen, die een heel belangrijke afleiding van de zorgen boden. We weten uit onderzoek dat deel hebben aan culturele activiteiten meehelpt bij de identiteitsvorming. Het maakt kinderen weerbaarder, bevordert hun sociale vaardigheden, versterkt hun concentratievermogen, geeft hen meer zelfvertrouwen. Kortom: cultuur maakt kinderen gelukkiger.
13
‘Soms haal je complete gezinnen uit een sociaal isolement doordat een van de kinderen aan cultuur doet’ Bertien Minco Sinds 2009 directeur van het Jeugdcultuurfonds Bertien Minco (Groningen, 1963) studeerde aan de Theaterschool en was actrice en programmamaakster voor o.m. VPRO-radio, adviseur, interim-manager, producent in de media en de culturele sector. Ze is oprichtster van het Jeugdcultuurfonds, een publiek-private organisatie die zich richt op kinderen die in armoede leven.
Rabobank Foundation ‘Investeren in de zelfredzaamheid van mensen is het belangrijkste doel van onze stichting’, aldus Roelie van Stempvoort, programmamanager Rabobank Foundation. ‘Dit past bij de coöperatieve identiteit en ontstaansgeschiedenis van de Rabobank. We zijn actief in 25 landen wereldwijd . In Nederland steunen we diverse maatschappelijke organisaties met inzet van geld, kennis en netwerk, waaronder het Jeugdcultuurfonds.'
14
Volgens de statistieken leven in Nederland 384.000 kinderen in armoede. Dat is ongeveer een op de negen kinderen. Dat getal is echter bedrieglijk, want het is gebaseerd op mensen die bij de overheid in beeld zijn, bijvoorbeeld door een uitkering. Maar kinderen van zzp’ers die al jaren heel weinig omzet hebben, kinderen in eenoudergezinnen waarbij de ouder een klein baantje heeft, of kinderen van mensen die iets meer dan het sociale minimum verdienen maar door bijvoorbeeld ziekte in het gezin op zeer hoge kosten zitten, zijn niet in dat getal verdisconteerd. Omdat wij werken met professionals die de omstandigheden van de kinderen goed kennen, kunnen wij in dit soort gevallen van “onzichtbare” armoede vaak toch iets doen.’
Samen met lokale clubs ‘Het is onze taak gemeenten aan het Jeugdcultuurfonds te laten meedoen. Zij kunnen met de fondsen van hun armoedebeleid een basis leggen. Daarnaast werken we samen met de private sector: wij zijn een publiek-private organisatie. Door deze benadering passen wij heel goed bij de Rabobank. De bank steunde het Jeugdsportfonds al langer, dus dat contact was snel gelegd. Onze eigen lokaal georganiseerde structuur sluit naadloos aan bij die van de Rabobank. Beide partijen staan voor een goede, elkaar aanvullende en versterkende samenwerking tussen overheid en private sector. Geld dat wij van de Rabobank Foundation ontvangen, zetten wij in om nieuwe gemeenten een zetje te geven en te laten participeren in het Jeugdcultuurfonds. Wij werken regionaal, dus dicht bij de mensen. In de grotere steden zijn er gemeentelijke Jeugdcultuurfondsen, terwijl de kleinere plaatsen onder de provinciale Jeugdcultuurfondsen vallen. Net als de Rabobank vormen wij
lokale clubs met betrokken mensen en in veel van onze lokale besturen zitten medewerkers van lokale Rabobanken. Dat zijn vaak heel sociaal betrokken mensen, die iets proberen te doen voor hun eigen leefomgeving. Zowel het Jeugdcultuurfonds als de Rabobank zitten in de haarvaten van de samenleving, ook op plekken waar mensen het wat minder goed hebben. Door zijn coöperatieve structuur heeft de Rabobank een netwerk waarvan ook de lokale verenigingen deel uitmaken, net als bijvoorbeeld de lokale muziekwinkel en de lokale balletschool. Plus organisaties als de lokale rotary. We komen elkaar allemaal als vanzelfsprekend tegen.’
Oma’s gaan mee ‘Toen het Jeugdcultuurfonds in 2009 begon, hielpen we 100 kinderen. Dat aantal is jaarlijks snel gestegen, tot 3500 in 2013. Dit jaar verwachten we de 5000 te halen en in 2016 is de ambitie 10.000 kinderen te kunnen helpen. Onderzoek van het Nibud heeft uitgewezen dat ongeveer 10 procent van de kinderen in arme gezinnen aan cultuur zou willen doen. Dat zijn dus ongeveer 38.000 kinderen. Natuurlijk halen we dat getal, ook als we straks de 10.000-grens bereiken, nog lang niet, maar we zijn goed op weg. Ons budget is van € 300.000 gestegen naar anderhalf miljoen. Het is geweldig te zien hoe je soms complete gezinnen uit een sociaal isolement haalt doordat een van de kinderen aan cultuur doet. Moeders die balletpakjes gaan wassen voor de hele groep en zo nieuwe contacten leggen. Oma’s die meegaan naar voorstellingen en voor wie een nieuwe wereld opengaat. Kinderen die de wijk niet uitkwamen en nu met hun orkest naar het buitenland gaan. De rijkdom daarvan is onmetelijk!’
Wijzer · Rabobank Private Banking
15
GEMIDDELDE LEEFTIJD WERKZAME BEROEPSBEVOLKING IN NL: 2012
Y! WE WORDEN OUDER EN GELUKKIG BLIJVEN WE OOK LANG(ER) FIT. EN SOMMIGEN BLIJVEN OOK NA HUN 65E GEWOON WERKEN. VIJF GENERATIES DIE ALLEMAAL OP HUN EIGEN MANIER INFORMATIE VERWERKEN EN TECHNOLOGIE GEBRUIKEN.
BEPALENDE GEBEURTENISSEN:
- Tweede Wereldoorlog - Vaste rolverdeling man-vrouw - Jaren vijftig - Rock-,n-roll
(1945-1960)
- Koude Oorlog - Jaren zestig - Maanlanding - Jeugdcultuur/ teenagers
GENERATIE X (1961-1980)
GENERATIE Y (1981-1995)
- Einde Koude Oorlog - Val Berlijnse Muur - Live Aid - Eerste pc - Echtscheidingspercentage stijgt
- Invasie Irak, 9/11 - Reality-tv - Pinkpop - Social media - Google Earth
GENERATIE Z (1995-2010)
- Baanzekerheid
- Evenwicht tussen werk en privé
- Vrijheid en flexibiliteit
- Zekerheid en stabiliteit
- Weinig interesse
- Vroege IT-gebruikers
- Digitale ‘immigranten’
- Digitale ‘natives’
- ‘Technoholics’: vertrouwen geheel op ICT
BEPALEND PRODUCT:
- Auto
- Televisie
- Computer
- Tablet, smartphone
- 3D-printer
COMMUNICEERT VIA:
- Brief
- Telefoon
- E-mail en sms
- Sms en social media
- FaceTime
- Persoonlijk gesprek
- Persoonlijk gesprek, maar toenemend ook online
- Persoonlijk gesprek, door tijdgebrek ook online
- Persoonlijk gesprek
- Digitale crowdsourcing
HOUDING T.O.V. TECHNIEK:
VOORKEUR BIJ HET NEMEN VAN FINANCIËLE BESLISSINGEN VOOR:
X VERSUS Y Opvallend is dat generatie X (1961-1980) op het werk beter lijkt te kunnen omgaan met vernieuwing dan de jongere generatie Y (19811995) die deze kwaliteit juist toegedicht krijgt. Generatie X scoort in een recent onderzoek het hoogst in het omgaan met informatie- en communicatietechnologie.
- Economische crisis - Arabische Lente - Into The Great Wide Open - Cloud computing - WikiLeaks - Byod (Bring Your Own Device)
- Eigen huis
STREEFT NAAR:
MILLENNIALS De Millennials vormen de jongste generatie professionals: opgegroeid met digitale techniek zijn zij ‘digital natives’ of de ‘algoritmegeneratie’. Technologie is voor hen niet nieuw maar vanzelfsprekend. Het lijkt erop dat deze generatie minder cynisch is, eerder optimistisch. Ze willen zorgen voor verandering en zien alle middelen als een mogelijkheid om zelf initiatief te kunnen nemen.
OUDSTEN Een andere verrassing is dat bij de oudsten op de werkvloer (geboren vóór 1945) slechts 3,6 procent aangeeft stress te ervaren bij het gebruik van ICT-middelen. Inmiddels gebruikt 55 procent in de leeftijdsgroep 65 tot 75 jaar dagelijks internet, met name voor emailen. STEREOTYPEN Het lijkt erop dat we het denken in stereotypen als het gaat om het gebruik van technologie kunnen loslaten. Jong is niet automatisch digitaal en oud is niet gelijk aan analoog. Bij het verzamelen van informatie en het oriënteren op producten is informatietechnologie allang geen noviteit of obstakel meer, maar onmisbaar en vanzelfsprekend gereedschap voor jong en oud.
WERKENDE BEROEPSBEVOLKING IN NL, 4E KWARTAAL 2013: LEEFTIJD:
AANTALLEN:
15-25 jaar (geboren tussen 1989-1999)
........................................................................................................................................................................................................ 696.000
25-35 jaar (geboren tussen 1979-1989)
.....................................................1.612.000
35-45 jaar (geboren tussen 1969-1979)
........................1.796.000
45-55 jaar (geboren tussen 1959-1969)
1.944.000
55-65 jaar (geboren tussen 1949-1959)
..................................................................................................................... 1.203.000
2005
2013
2005
2013
BELLEN VIA INTERNET............................................................
1%
16%
INFORMATIE ZOEKEN OVER GEZONDHEID..................... 17%
44%
SOCIALE MEDIA GEBRUIKEN...............................................
0%
29%
INTERNETBANKIEREN............................................................. 16%
57%
ONLINE WINKELEN................................................................
8%
32%
E-MAILEN................................................................................. 10%
71%
KRANTEN OF NIEUWSBLADEN LEZEN............................... 19%
34%
INTERNETACTIVITEITEN 65- TOT 75-JARIGEN:
ontwerp: Leendert Masselink, illurama.nl
(geboren voor 1945)
BABYBOOMERS
41,4 jaar
36,2 jaar
X!
GENERATIES & COMMUNICATIETECHNOLOGIE
OUDEREN
1990
NOG STEEDS WERKZAAM 50-65 JAAR OUD:
DAGELIJKS OP INTERNET 65-75 JAAR OUD: 15 %
BANKIEREN VIA INTERNET 65-75 JAAR OUD: 16 %
35% 62%
1990
2012
Wijzer · Rabobank Private Banking
55%
2005
2013
57%
2005
2013
Bronnen: Persmap Studie Frailick Campus: Generatie X, Generatie Y en de Babyboomers; de stereotypen voorbij, Barclays, UK, september 2013 Talking About My Generation: Exploring the Benefits Engagement Challenge, CBS
Bankieren doe je samen
Bank gelooft in betonboorders
Mike Krom herkende zijn mentaliteit in de Rabobank. ‘Zij definieerden obstakels en samen bedachten we daar oplossingen voor.’
H
Casper de Ruiter, accountmanager Private Banking: ‘Nu de overname een feit is, verandert ook de situatie voor Krom sr. Wij nemen de scenario’s met hem door’ 18
Vlnr.: Hannie Jager, Willem Krom, Mike Krom en Casper de Ruiter
et allereerste gat in Nederlands beton werd in 1965 geboord door De Jong Betonboringen, met machines die speciaal uit Amerika waren geïmporteerd. Vanaf dag één was het bedrijf pionier op de Nederlandse markt en algemeen directeur Mike Krom is vast van plan die rol te blijven vervullen. ‘Er zijn zeshonderd betonboorders in Nederland,’ zegt hij, ‘waarvan tien in omvang vergelijkbaar zijn met ons, maar niet een wat betreft specialisme.’ Het bedrijf uit Wormerveer heeft drie dependances en zo’n vijftig medewerkers in dienst. De opdrachten lopen uiteen van het boren van een gat in een particuliere keuken tot de complete renovatie van de IJtunnel. ‘Sinds Mike in het bedrijf is,’ vertelt zijn vader, oud-directeur Willem Krom, ‘zijn onze opdrachten uitgebreid. We maakten de omslag van het eenduidige betonboren naar totaalpakketten waarin we een hele serie werkzaamheden aannemen. Elke locatie leveren we schoon op.’ In de afgelopen negen jaar werkte Krom junior zich bij De Jong Betonboringen op van telefonisch verkoper via
Wijzer · Rabobank Private Banking
bedrijfsleider tot algemeen directeur. ‘Mike kwam op het juiste moment binnen en heeft bewezen dat hij het kan’, zegt Krom senior. De overname van het bedrijf leek twee jaar geleden een logische volgende stap, die evenwel bleef hangen op de aarzeling van de toenmalige bankier. ‘Terwijl die ons al dertig jaar kende, wij sinds 2002 geen debetstand meer hebben gehad en bovendien flink liquide zijn’, aldus Krom sr. ‘Niettemin hebben we ook het predicaat “bouw”, dat maakt banken extra voorzichtig.’ Horen wat er wél kan Het wachten zat, nodigde Krom jr. andere banken uit voor een gesprek. Zijn eerste ervaringen waren weinig positief. ‘Ze vertelden me vooral wat er allemaal niet kon, maar ik hoor liever wat er wél kan. Natuurlijk zijn er blokkades. Alleen zie ik die als uitdagingen, niet als problemen. Diezelfde mentaliteit herkende ik in de Rabobank. Zij definieerden obstakels bij de overname en samen bedachten we daar oplossingen voor.’ Krom jr. hecht aan een persoonlijke
relatie met zijn bankier. ‘Cijfers zijn te beïnvloeden, maar je persoonlijkheid en zienswijze niet. Het feit dat de Rabobank niet één keer om een businessplan vroeg, zegt mij dat mijn contactpersonen vertrouwen hebben.’ Onderbouwing deugde De accountmanager Grootzakelijk van Rabobank Zaanstreek, Hannie Jager, voerde veel gesprekken met de toekomstige eigenaar van De Jong Betonboringen. ‘Ik wist dat Mikes onderbouwing deugde. Soms moet je als accountmanager je nek durven uitsteken voor een klant. Ik geloof in de toekomst van dit bedrijf.’ Nu de overname een feit is, verandert ook de situatie voor Krom sr. Casper de Ruiter, accountmanager Private Banking, gaat het gesprek graag met hem aan. ‘Wij hopen hem, net als zijn zoon, zo goed mogelijk van dienst te zijn. Omdat hij van oorsprong accountant is, heeft hij verstand van zaken. En er zijn verschillende scenario’s mogelijk, dus het is belangrijk dat meneer Krom een eerlijk en helder beeld krijgt van zijn financiële toekomst.’
19
‘Beleggen is geen doel op zich’
Welke weg leidt naar uw financiële doel? V
Welke bestemming geef ik aan mijn inkomen en vermogen? De vraag lijkt zo eenvoudig. Toch hebben veel mensen moeite om hun financiële doelen te benoemen.
aak zien cliënten een oplossing of product als doel. Maar dan ga je te hard, waarschuwen Ronald Sier, senior vermogensstructureerder bij de Rabobank, en Jos Brauwers, directeur Vermogensstructurering bij Rabobank Nederland. Sier voert gesprekken met Private Bankingklanten over hun financiële doelen. ‘Veel mensen denken hier niet over na. Vermogende mensen zijn snel geneigd beleggen als een doel te zien. Daarmee gaan ze voorbij aan de vraag wat ze nu eigenlijk willen. De klant is gewend dat je als adviseur direct oplossingen aandraagt, maar dat moet je juist niet doen. Het is een valkuil.’ Beleggen is geen doelstelling, vult Brauwers aan. ‘Het is een middel
waarmee financiële doelen mogelijk gerealiseerd kunnen worden. Het gaat erom of een beleggingsoplossing wel aansluit en nodig is voor het realiseren van de financiële doelen.’ Een bestemming voor inkomen en vermogen gaat niet alleen over de consumptieve uitgaven of over de aankoop van een tweede huis in Spanje. Het kan ook een abstracter doel zijn zoals vermogensoverdracht naar kinderen of aan een goededoelenstichting. ‘Op dat moment heb je het niet meer over financiële afwegingen, maar over iets wat je echt wil met je vermogen’, aldus Sier. ‘Denk eerst hierover na en praat dan pas over financiële oplossingen en producten.’
‘Direct met een oplossing komen is een valkuil’ 20
Wat is echt belangrijk? Het lijkt een vreemd advies van een vermogensstructureerder, maar zo raar is dat niet, stelt Sier. ‘Onze toegevoegde waarde is dat we door de juiste vragen te stellen de financiële doelen op tafel krijgen. Wat wil je aan het einde van je leven met je vermogen hebben bereikt? Met die vraag trigger je mensen. Het zet aan tot nadenken. Je gaat vanuit een ander perspectief nadenken over het inkomen en vermogen. Het gaat dan niet alleen over rendement. Het gesprek gaat dan over wat je echt belangrijk vindt.’ De toegevoegde waarde van de vermogensstructureerder is dat hij de doelen van de klant vertaalt naar een passende inkomens- en vermogensstructuur. Als de ambities zijn uitgesproken, wordt het mogelijk de voornemens om te zetten in cijfers. ‘We houden rekening met hoeveel klanten nu en in de toekomst willen uitgeven’, legt Brauwers uit. ‘Wat is het gewenste niveau van uitgaven dat iemand moet financieren? Wat is de doelstelling ten aanzien van het
Wijzer · Rabobank Private Banking
21
Fiona Tan, Options & Futures, Rabo Kunstzone, Utrecht, 8 april–19 september 2014
gewenste (netto)vermogen? Van belang bij deze vermogensdoelstelling is of iemand rekening wil houden met inflatie. In hoeverre vindt hij het acceptabel om op het nettovermogen in te teren? Fiscale oplossingen kunnen helpen om de doelen te realiseren. Vaak noemen klanten het besparen van belasting als hoofddoel, terwijl het dat niet is. Dat is eigenlijk geen doelstelling maar – net als beleggen – een middel waarmee de klant zijn financiële doelstellingen mogelijk kan realiseren.’ Risico’s Ook heeft de vermogensstructureerder oog voor de risico’s. Brauwers: ‘We kunnen bijvoorbeeld berekenen hoeveel rendement er nodig is om je doelen te realiseren. Heb je genoeg aan 0,5 procent of moet het 6 procent zijn? Vervolgens kan een klant beleggen volgens een bepaald profiel.
De vraag is uiteraard vervolgens wel of dat past bij de risicoacceptatie. Risico’s als wilsonbekwaamheid – denk aan een ongeval met bijvoorbeeld een coma als gevolg – of overlijden komen aan bod. Zelfs al heeft iemand een testament, toch is daar vaak behoefte aan advies. Hoe kan je bijvoorbeeld de erfbelasting verminderen en geef je je partner maximale flexibiliteit bij de afwikkeling van je nalatenschap?’ Expertise is een voorwaarde voor ieder deugdelijk financieel plan, vindt Sier. ‘Maar het zijn vaak niet de productoplossingen die een klant over de streep trekken. Doorslaggevend is het inzicht en het overzicht dat onze klanten krijgen. Hiermee stellen we ze in staat om een bewuste financiële afweging te maken zodat ze kiezen voor een oplossing die het beste bij hen past. En die leidt tot het realiseren van hun doelen.’
‘Onze toegevoegde waarde is dat we vragen stellen’ 22
Sparen of beleggen? Moet u sparen of beleggen om uw doelen te realiseren? De vraag is eigenlijk ‘hoeveel rendement heb ik nodig om mijn uitgaven- en vermogensdoel te realiseren?’ En past het risico dat bij dit rendement hoort bij mij? Als dat niet zo is, kunt u uw doelen prioriteren of aanpassen. Daarbij is het wel van belang om steeds te kijken of het rendement nog in de pas loopt met het gehoopte doel. Elk jaar kunt u opnieuw de afweging maken of u blijft beleggen zoals afgesproken of misschien de strategie wilt herzien.
Topstuk
Options & futures volgens Fiona Tan
1
In de kunstcollectie van de Rabobank telt niet alleen nieuw, nieuwer nieuwst.
N
iet dat we er voortdurend naar leven, maar als er één trend is die je overal tegenkomt, dan is het duurzaamheid. Het is dan ook bittere noodzaak, omdat we wat over willen laten voor volgende generaties. Maar hoe verhoudt duurzaamheid zich met ons kapitalistische systeem van nieuw, nieuwer, nieuwst? De modewereld, de industrie en ook de kunstwereld zijn Wijzer · Rabobank Private Banking
erop ingesteld dat er steeds weer nieuw aanbod moet worden gecreëerd. The next big thing, met nieuwe kunstenaars, nieuwe trends en nieuwe richtingen. Aan de Nederlandse film- en videokunstenaar Fiona Tan (1966) lijken de hypes voorbij te gaan. Ze draait al bijna twintig jaar mee op het hoogste niveau. Hoe blijft zij op de radar van de kunstwereld?
Geen concessies Geboren op Sumatra, als dochter van een Chinese vader en een Schotse moeder, groeide ze op in Melbourne. Vanaf haar achttiende studeerde Fiona Tan aan de kunstacademies in Hamburg en Amsterdam. Sindsdien woont en werkt ze in Amsterdam. De Amsterdamse galeriehouder Paul Andriesse bracht eind jaren negentig werk van
23
haar: ‘Fiona is een voorbeeld van een overal-en-nergensmens. Ze draagt invloeden mee uit veel verschillende culturen. Misschien weet ze daarom de tijdgeest zo goed vorm te geven. In haar werk getuigt ze van de tijd waarin we leven. Het is een oeuvrekunstenaar. Ze blijft dicht bij zichzelf. Net als een goede arts dat doet, leert ze ook steeds bij. Ze neemt deel, maar doet geen concessies.’
4
Fiona Tan draait al twintig jaar mee op het hoogste niveau
24
Vox populi
2
Ghost Dwellings I, II en III
3
Planned Redundance
4
Brendan’s Isle
5
1 to 87
Een serie van vijf grote fotografische werken – een ‘snapshot’ van een land of een stad aan de hand van foto’s uit familiealbums. Uit deze persoonlijke kiekjes maakte Tan een keuze en onderzoekt hiermee de rol en het belang van amateurfotografie in onze samenleving. Ook toont ze hoe het familiealbum zijn rol verloor door de opkomst van sociale media.
Werkpaard Volgens Bart Rutten, conservator/ hoofd Collecties a.i. van het Stedelijk Museum in Amsterdam, is de reden van Tans duurzame succes simpel: ‘Kwaliteit. Haar oeuvre is rustig ademend en nooit hijgend. Ze was een van de eersten die eind jaren negentig al grote thema’s aansneed als identiteit en globalisatie. Vanuit persoonlijk perspectief is ze deze thema’s steeds
meer universeel gaan behandelen. Net zoals kunstenaars Marijke van Warmerdam en Aernout Mik, die ook furore maken met bewegend beeld, is haar werk opvallend constant. Het mooie is haar rust en cadans.’ Een belangrijke reden voor haar duurzaamheid is volgens galeriehouder Andriesse haar werkmentaliteit: ‘Fiona is een werkpaard. Niet zeuren, gewoon werken. En dat doet ze heel gefocust. Het is iemand die kwantiteit organiseert. Net als Luc Tuymans heeft ze elk jaar een tentoonstelling. Verzamelaars willen nieuw werk. Je moet genoeg massa hebben.’ De filosofie van Rabobank is van aanvang af die van de langere termijn, zegt Ella van Zanten, artistiek leider Kunstzaken Rabobank Nederland. ‘De collectie van de bank is niet breed, maar diep. Het enige criterium is kwaliteit. Kunstenaars die in de collectie worden opgenomen, worden als het werk goed genoeg is, verder gevolgd in hun ontwikkeling.’ Dat gaat op bij Fiona Tan. Maar ook thematisch klopt het. De tentoonstelling Options & Futures verbeeldt de
1
5
2 I
2 II
huidige universele gevoelens waarbij we overspringen van een financiële crisis naar een sociaal-politieke naar een ideologische crisis. We vrezen een einde van een welvarend tijdperk en weten niet goed hoe we verder moeten. De Rabo Kunstzone laat met Options & Futures – niet toevallig verwijzingen naar financiële producten – een
2 III
mengeling zien van een architectonische opstelling, filmset en eclectische voorraadkast waarin de bezoeker kan rondsnuffelen op zoek naar onze toekomst. Met de bezoeker zoekt Fiona Tan naar de aftermath, waarmee in de agrarische wereld het gras wordt bedoeld dat als eerste groeit na een oogst.
3
Tan zoekt de ‘aftermath’: het eerste nieuwe gras na de oogst
Wijzer · Rabobank Private Banking
Vanuit de vraag of wij aan het einde van een tijdperk zijn beland, bezocht Fiona Tan drie plekken op de wereld waar verval en verwoesting pijnlijk zichtbaar zijn. Detroit, de stad waar al lang niet meer de welvaart van de auto-industrie te zien is, Fukushima, de stad die na de tsunami slachtoffer werd van een volgende ramp met de kerncentrale, en de Ierse stad Cork, die na de crisis van 2008 hard onderuitging. Fiona Tan gaat hier op zoek naar bouwstenen van iets nieuws, naar de aftermath. Sinds de Tweede Wereldoorlog is het voor de industrie gebruikelijk geworden om producten zo te ontwerpen dat zij maar voor een relatief korte tijdsperiode meegaan. Zo is een beperkte levensduur van producten en apparaten vooraf ingebouwd. Dit is goed voor de omzet van grote fabrieken en bedrijven, maar niet voor het milieu. Fiona Tans sculpturale ingreep in deze ruimte, samengesteld uit materialen vergaard uit haar eigen studio, is getuige van dit fenomeen. Dit korte geluidswerk herinnert aan een fantastische en wonderbaarlijke reis die werd opgenomen in een zeer oud Nederlands gedicht. Via de koptelefoon horen we de mythische, oceanische reis van de Ierse monnik Brendan, die in de zesde eeuw aan de westkust van Ierland leefde. Voor deze gevaarlijke zeereis trotseerde Brendan bittere kou en verraderlijke omstandigheden, op zoek naar niets minder dan het beloofde paradijs op aarde. Later werd dit paradijs bekend als ‘Brendans eiland’. Deze miniatuurspoorbaan laat een geïdealiseerde weergave zien van het landschap en het leven. Mooie groene alpenweiden, gezellige stadjes met niet zelden een vrolijke kermis met daartussen een puffende stoomtrein. Fiona Tan liet door gespecialiseerde maquettebouwers een modelspoorbaan bouwen waarin de wereld niet zo ideaal blijkt te zijn. Ook hier kunnen treinen ontsporen. 25
Persoonlijk
E
Nieuwe generatie, andere wensen
en grote firma op Wall Street wilde graag de ‘best and brightest’ aan zich binden. Maar de ‘millennials’ (jonge professionals tussen de 20-35) haakten een voor een af. Niet vanwege de beloning, die was zeer goed. Nee, struikelblok vormden de bedrijfscultuur en het aantal uren dat ze werden geacht te gaan maken. De jonge talenten kozen dus niet alleen voor de baan, maar ook voor thuis. Het bedrijf in kwestie had uiteindelijk profijt van de situatie: aangezien ze deze professionals per se in dienst wilden nemen, zijn ze efficiënter gaan werken en hebben ze de eerste stappen gezet in het aanpassen van hun bedrijfscultuur. Wat mij betreft kunnen meer organisaties deze les leren: oriënteer je op de verschillen in generaties en weet wat nodig is om de in- en doorstroom en het behoud van talent te bevorderen. En uiteraard pleit ik daarbij ook voor aandacht voor de verschillende levensfasen die de talenten gedurende hun loopbaan doorlopen. Hoe kunnen bedrijven bijdragen aan een goede balans? Zo zijn er speciale ‘young parents programs’. Ja, ik weet het wel: vroeger vonden we dat allemaal zelf uit, maar
26
Column
Sandra Lutchman directeur van Stichting Talent naar de Top* en lid van Internationale Raad van Toezicht van Amnesty International (Londen)
toen was het aantal gezinnen met twee buitenshuis werkende ouders een stuk lager. En, als de keuze behoud is of uitstroom (dat laatste is qua kosten al gauw het equivalent van een dure auto), dan is de beslissing al snel genomen. En is er eigenlijk wel een keuze? Jonge professionals in Nederland gaan voor een meer gebalanceerd leven. En als onze dochters en kleindochters na lang studeren slim op hun toe-
komst zijn voorbereid en aan het werk gaan (en hopelijk blijven), werken ze daarna volgens Amerikaans onderzoek eerste 59 dagen van het jaar gratis. Dat onderzoek wijst uit dat die dagen de waarde vertegenwoordigen van de ‘gender pay gap’. Doen we dat in Nederland al beter? Laat ik vooropstellen: wij hebben hier de Wet gelijk loon die loondiscriminatie verbiedt. Desondanks is er een ‘beloningskloof’ tussen mannen en vrouwen van ongeveer 13 procent. Om te laten zien hoe we, onbewust en onopzettelijk, een verschil maken in de beloning van mannen en vrouwen (bijvoorbeeld bij promoties) maakte een bedrijf dat ik ken inzichtelijk hoe het waarderingssysteem binnen hun organisaties in financiële zin uitpakt voor mannen en vrouwen. Dat verschil in beloning was de eyeopener. Zoals gezegd tijdens het World Economic Forum: ‘The smaller the gender gap, the more economically competitive the nation.’ Als dat geen incentive is.
Persoonlijk Het katern over ambities, emoties, ideeën en idealen
*De stichting Talent naar de Top adviseert de nu 231 bedrijven die het charter van Talent naar de Top hebben getekend over het bereiken van meer m/v-diversiteit aan de (sub)top.
Wijzer · Rabobank Private Banking
27
Voor een ander
‘Ontdek die derde dimensie!’
Geef ze vleugels
Anne Cor Groeneveld (65)
‘M
Jongeren zijn onze toekomst. Maar soms hebben ze een steuntje in de rug nodig.
ijn motto is: “Je bent slechts wat je hebt gedeeld”. Daarom heb ik in mijn leven veel tijd besteed aan iets doen voor de gemeenschap, ook voor de jeugd. Naarmate je ouder wordt en meer tijd kunt steken in dergelijke activiteiten, merk je dat je er ook meer voor terugkrijgt, dat het je meer energie en bevrediging oplevert. Delen is vermenigvuldigen.’ Anne Cor Groeneveld was onder meer gezagvoerder bij Transavia, een bedrijf waar hij diverse leidinggevende functies bekleedde. Ook na dit dienstverband bleef hij actief in talrijke organisaties in de lucht- en ruimtevaart. ‘Ik heb altijd een grote passie gehad voor het ontdekken van die derde dimensie, het kunnen vliegen. Als voorzitter van het Comité Nederlandse Lucht- en Ruimtevaartprijzen – dat wordt gedragen door gerenommeerde instituten als TNO, NLR en de TU Delft – wil ik de Nederlandse jeugd stimuleren te kiezen voor de lucht- en ruimtevaart en daarin te excelleren.’ Er is volgens Groeneveld reden tot zorg over de maatschappelijke instroom van mensen met een technische opleiding. Dat geldt voor zowel het middelbaar en hoger beroepsonderwijs als voor het wetenschappelijke onderwijs. ‘Daarom kennen wij, voor elk van deze opleidingsniveaus, jaarlijks de Nederlandse Lucht- en Ruimtevaartprijzen toe aan studenten die speciale projecten hebben gedaan of een bijzondere stage, onder het motto “Stimuleren om te excelleren”. Er zijn in de lucht- en ruimtevaart op alle niveaus uitstekende perspectieven, ook internationaal. Het is ongelooflijk belangrijk dat we de jeugd een duidelijk signaal geven: kies daarvoor!’ www.luchtvaartfonds.nl
28
Wijzer · Rabobank Private Banking
29
‘Hart voor bier en Sarahs’ Guido de Wit (43)
A
ls gevolg van een verstandelijke handicap heeft mijn dochter Sarah (12) een ontwikkelingsachterstand. Wanneer zij over zes jaar van school komt, zal zij, zoals dat officieel heet, een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Toch wil ik als vader dat zij met een lach in het leven staat en iets waardevols kan doen. Tot voor kort konden de sociale werkplaats of een Wajong-baan daar invulling aan geven, maar dat zie ik de komende zes jaar sterk veranderen.’ Guido de Wit heeft daarom besloten om, naast zijn werkzaamheden als adviseur, één dag per week te steken in de oprichting van een bedrijf dat zo veel mogelijk ‘Sarahs’ een waardevolle werkplek kan geven en de gelegenheid biedt te integreren met mensen zonder handicap. Zijn plan: het uitbouwen van de Gooische Bierbrouwerij met een eigen brouwerij en proeflokaal op een mooie locatie. ‘Een dergelijk bedrijf biedt veel werkzaamheden die de doelgroep die ik voor ogen heb kan verrichten. Denk aan bier tappen, glazen ophalen, kratten of fusten vervoeren, flessen etiketteren, etc.’ De Wit streeft naar een gezond, winstgevend en duurzaam bedrijf, gevestigd in het Gooi, zo veel mogelijk werkend met lokale leveranciers, afnemers en ingrediënten. Een bedrijf bovendien dat zo min mogelijk afhankelijk is van de overheid. Voor het benodigde startkapitaal is hij nog op zoek naar een of meer informal investors. ‘Mensen met hart voor bier en hart voor Sarahs.’ www.gooischebierbrouwerij.nl
30
Wijzer · Rabobank Private Banking
31
‘De ziel van de samenleving’ René aan de Stegge (53)
‘T
ijdens mijn studie heb ik in Tanzania gewerkt en zag toen van nabij dat gehandicapte kinderen in ontwikkelingslanden een vergeten en verborgen groep zijn. Vervolgens kwam ik, jaren later, ook in mijn directe omgeving in contact met gehandicapte kinderen. Die ervaringen, plus de onbegrijpelijke verschillen tussen rijk en arm (die me altijd bezighouden), hebben mij uiteindelijk tot de overtuiging gebracht dat daar een taak lag.’ Betteke de Gaay Fortman, ook op de foto, is sinds 2007 directeur van de stichting. René aan de Stegge is bestuursvoorzitter en grootaandeelhouder van de Giesbers Groep, een bundeling van zes ondernemingen, actief in bouw en projectontwikkeling. Hij besloot zijn kerncompetenties als ondernemer in te zetten bij de oprichting van Karuna: een stichting die als onderneming wordt gerund, waarbij de winstdoelstelling is vervangen door een sociale doelstelling. De Karuna Foundation is sinds 2007 actief in Nepal en zet zich in om handicaps bij kinderen te voorkomen en te verminderen en hun kwaliteit van leven te verbeteren. ‘Voor mij vertegenwoordigen gehandicapte kinderen de ziel van de samenleving. De manier waarop je met ze omgaat, reflecteert je beschaving. Wij helpen mensen gedurende een periode van drie jaar zich te organiseren en een duurzaam en repliceerbaar gezondheidsmodel te ontwikkelen. Het is buitengewoon inspirerend om te zien hoe in Nepal gehandicapte kinderen, die aanvankelijk als een liability van de samenleving golden, in de armste dorpen als een asset worden gezien.’ www.karunafoundation.nl
32
Wijzer · Rabobank Private Banking
33
Bezit & betekenis
‘Ik heb een beetje sinterklaasgenen’ Gerdi Verbeet begon in de luwte en finishte als Kamervoorzitter. Nu verzilvert ze, betaald en onbetaald, al haar talenten. 34
Wijzer · Rabobank Private Banking
35
‘Dat ze geld neerlegden om te controleren of mijn oma het niet zou pikken, zo vernederend’
A
ls Kamervoorzitter mocht Gerdi Verbeet in het Oosterpark in Amsterdam een toespraak houden bij de herdenking van de afschaffing van de slavernij. Het was pal tegenover het ’s-Gravesandeplein, waar haar grootmoeder van vaders kant een eeuw eerder “een dienstje had”. Op de “schaal van schandaal” was het leven van slaven natuurlijk op geen enkele manier vergelijkbaar met het leven van haar oma als dienstmeisje, maar onwillekeurig dacht Verbeet op die julidag in 2011 toch terug aan de vele zondagochtenden die ze als kind in Amsterdam-West, tussen opa en oma in, in het grote bed doorbracht. ‘Mijn opa en oma van vaderskant waren echte sociaaldemocraten. Mijn moeder werkte al fulltime en mijn ouders gingen ook wel eens samen op stap, dus wij logeerden vaak bij hen. Door de verhalen van mijn oma had ik al heel jong een sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel.
36
Die verhalen over haar jeugd, altijd spannend, soms schrijnend. Zij is opgegroeid op het Bickerseiland. Dan vertelde ze hoe ze als meisje van veertien in Amsterdam-Oost een dienstje had. Hoe mijn oma daar behandeld werd, dat vond ik vernederend. Dat ze geld neerlegden om te controleren of ze het niet ging pikken. Ik kan daar nog kwaad om worden.’
En dat leidde al heel jong tot de gedachte: ik wil de politiek in? ‘Vanaf het moment dat wij tv hadden, wilde ik dat. Ik vond het zo intrigerend. Die Kamer! Haya van Someren-Downer. Gerda Brautigam. Echt geweldig! Ik vond fractievoorzitter Jaap Burger ook goed hoor, maar voor meisjes zijn vrouwen toch het rolmodel. Daardoor denk je: dat kan ik dus ook bereiken. Ik was me als meisje van twaalf natuurlijk totaal nog niet bewust van partijpolitieke verschillen, maar ik wist: dat wil ik ook.’
Wat wilde u gaan betekenen voor de wereld? ‘Ik vind en vond dat mensen moeten kunnen worden wat hun talenten aan mogelijkheden bieden. Toen ik zelf nog op school zat, begon de Mammoetwet te komen. Dat kinderen konden schakelen, van mavo naar havo naar vwo, maar ook van lbo naar mbo naar hbo en naar de universiteit, dat vond ik zo goed. Dat je op elk moment kon overstappen omdat kinderen zich ontwikkelden, dat past helemaal bij de rechtvaardige samenleving waar ik voor sta.’
Hoe wilt u herinnerd worden? ‘Als iemand die vanuit een grote maatschappelijke betrokkenheid en met grote waardering voor de wijsheid in de samenleving haar werk heeft proberen te doen. Met dat laatste bedoel ik dat ik bij de voorbereiding van mijn inbreng niet met groepen directeuren, wethouders en burgers apart sprak, maar dat ik ze samenbracht en ervoor zorgde dat ze geconfronteerd werden met partijgenoten in andere rollen. Dat hielp mij enorm mijn standpunten te bepalen. Dat komt: ik kom zelf uit een arbeidersmilieu en heb zelden wijzere mensen meegemaakt dan mijn eigen grootouders. Er is geen enkele reden om alleen maar respect te hebben voor mensen die doctorandus voor hun naam hebben staan. Die moeten zich eerst nog maar waarmaken, vind ik.’ Is geld eigenlijk belangrijk? ‘Ja, wel. Want ik heb een beetje sinterklaasgenen. Ik vind niks zo leuk als cadeautjes geven aan de kinderen en kleinkinderen en samen op stap. Ik heb lang niet voldoende pensioen opgebouwd, dus ik ben heel blij dat ik nu al dingen heb die doorlopen tot mijn zeventigste. Weet je, ik word altijd een beetje zenuwachtig van geld. Ik ben altijd heel bezorgd dat ik te weinig zal hebben en sta nooit rood. Ik ben iemand die alles contant wil betalen, ook een auto. Daar heb ik echt nooit voor geleend. Ik heb natuurlijk wel een hypotheek, maar die staat heel ruim boven water. Je moet niet vergeten: ik kom uit een cultuur van huren, dan is het aangaan van een lening gewoon een heel grote stap. Want laten we eerlijk zijn: een hypotheek is ook maar gewoon een lening, het huis is van de bank.’
Hoeveel huizen heeft u? ‘Twee. In Nederland. We wonen op de Veluwe. Wim heeft nog een huis in Frankrijk. En mijn huis in Amsterdam gebruik ik als kantoor en daar pas ik op de Amsterdamse kleinkinderen. Dat huis is eigenlijk mijn pensioen.’
U doet ook veel onbetaald werk. Houdt dat ooit op? ‘Mijn principe is dat ik op elke betaalde functie die ik krijg een onbetaalde mag doen. Daar ben ik één keer van afgeweken: direct na mijn periode in de Kamer kwam Artis en ik had nog geen betaalde functie. Maar Artis is voor een Amsterdammer het hoogst haalbare, daar kún je geen “nee” tegen zeggen. De rode draad is – betaald of onbetaald – dat ik iets maatschappelijks doe, iets in het algemeen belang. En of ik er nou voor betaald word of niet, dat ben ik vergeten als ik ergens sta.’ Wijzer · Rabobank Private Banking
‘Voor meisjes zijn vrouwen toch het rolmodel. Dan denk je: dat kan ik dus ook bereiken’ U maakt geen gebruik van de wachtgeldregeling. Bent u er een principieel tegenstander van? ‘Helemaal niet. Ik vind het heel belangrijk dat er een goede wachtgeldregeling is. Want anders gaan Kamerleden al halverwege de zittingsperiode denken: o jee, wat moet ik hierna? Je weet immers nooit hoe de kiezersgunst verandert en ook binnen de partijen lijkt de kandidaatstelling vaak op het spel met de lottoballetjes. Verder kun
je alleen maar goed je werk doen als je autonoom bent. Zodat je niet bang hoeft te zijn om de stekker eruit te trekken. En je moet niet manipuleerbaar zijn, ook niet door je partij. Daarom ben ik voor een goede regeling. Maar ik ben gezond, ik ben trots en ik heb nooit een uitkering nodig gehad, dus ik wilde het nu ook niet. Daarbij moet je als je wel wachtgeld hebt allemaal verantwoording afleggen. Dat is niet mijn sterkste kant, ik ben niet zo van bazen. Dus ik ben zzp’er.’
37
Keerpunt Gerdi Verbeet (1951) Gerdi Verbeet groeide op in Amsterdam in een onderwijzersgezin. Na het gymnasium studeerde ze sociale geografie en mo A Nederlandse taal- en letterkunde. Na een periode in het onderwijs werd ze in 1994 politiek adviseur van staatssecretaris Tineke Netelenbos en later van PvdAfractievoorzitter Ad Melkert. Vanaf 26 juli 2002 was Verbeet Kamerlid. Op 6 december 2006 werd ze voorzitter van de Tweede Kamer. Op 20 september 2012 nam ze afscheid en sindsdien vervult zij diverse toezichthoudende en maatschappelijke functies, onder meer bij NPCF, het Rathenau Instituut, Waarborgfonds Kinderopvang, Novamedia, Artis en de Nederlandse Bachvereniging. Ook is ze spreekster en dagvoorzitter. Verbeet is getrouwd met Wim Meijer. Samen hebben zij zes kinderen en acht kleinkinderen.
U begon na een aantal jaren in het onderwijs als politiek assistent van eerst staatssecretaris Tineke Netelenbos en later van PvdA-voorman Ad Melkert. Bij Melkert heb ik het allermeeste geleerd. Vooral: dat in de politiek de echte besluiten worden genomen aan de tafel van de fractievoorzitter van de grootste partij. Je leert dat er een groot verschil is tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. Dat je compromissen moet sluiten. Ik ben nooit cynisch geworden van wat ik daar heb gezien. Als ik terugkijk op mijn gewone Kamerlidmaatschap, was ik vooral heel effectief. Alle moties die ik in mijn carrière indiende, zijn aangenomen. Op het gebied van de transparantie omtrent pensioenen en het pensioenregister bijvoorbeeld. Iedereen droeg al die jaren maar premies af, maar had geen idee wat men aan het opbouwen was. Als je ziet hoe het nu uitpakt voor mensen die het niet meer kunnen repareren, dat vind ik eigenlijk heel erg.’
En toen nam Kamerlid Gerdi Verbeet het op tegen twee veel bekendere kandidaten voor het voorzitterschap: Maria van der Hoeven van het CDA en Henk Kamp van de VVD. Een wilde gok? ‘Nou, ik kan wel rekenen natuurlijk en ik gaf mezelf een gerede kans. Ik had met de regeringspartijen goed kunnen samenwerken en ze wisten: als je met Verbeet iets afspreekt, dan levert ze. Het was dus geen wilde gok, want ik hou niet van verliezen. En ik won. Als ik later terugkijk, dan was dat Kamervoorzitterschap zo mooi. Daar werd zo’n beroep gedaan op allerlei talenten die ik wel had, maar die een beetje lagen te sluimeren. Toneelspelen, andere mensen tot hun recht laten komen, een goede organisatie, een beetje plechtigheid – alles kwam samen. Ik vind dat ons parlement een instituut is, een van de sterkste parlementen ter wereld. Heel mooi dat ik daarvan op bepaalde momenten het gezicht heb mogen zijn. Heb ik veel meer mee dan met macht.’
‘Mijn principe is dat ik op elke betaalde functie die ik krijg een onbetaalde mag doen’ 38
Van communicatieadviseur naar uitvaartondernemer
‘Nu draag ik echt iets bij’ Arianne van Dorth (48) ‘De uitvaartbranche wekte jaren geleden al mijn interesse, maar mijn werk bij een financiële instelling vond ik ook geweldig. Bovendien was het voor mij destijds, met een jong gezin, niet handig om zomaar veiligheid en vast inkomen op te geven. Toen mijn moeder in 2011 ernstig ziek werd en uiteindelijk overleed, zag ik van dichtbij hoeveel er anders kan bij een uitvaart. Het kan zoveel persoonlijker. De wens om daar ooit iets mee te doen bleef. Pas veel later, begin 2013 werd er gereorganiseerd bij het bedrijf waar ik werkte. Toen besloot ik het gewoon te doen: uitvaartondernemer worden. En ik begon met de opleiding. Financieel ben ik er in eerste instantie
Wijzer · Rabobank Private Banking
op achteruitgegaan; ik verwacht drie jaar nodig te hebben om helemaal op stoom te zijn. Maar het is een prachtig vak. Je mag zó dichtbij komen. Nabestaanden zijn in eerste instantie vaak erg gespannen, maar je ziet dat er een last van ze afvalt wanneer ze beseffen dat alles geregeld wordt. Dan komen de mooie herinneringen. Geweldig om daar bij te mogen zijn. Mijn keerpunt was het moment dat ik mezelf de vraag stelde wat ik eigenlijk heb bijgedragen aan de wereld. Nu kan ik met een gerust hart zeggen dat ik écht iets doe en kan betekenen voor een ander.’ www.uitvaartondernemeramsterdam.nl
39
Wij
doen hetzelfde ‘Het leven draaide al snel om koeien en paarden’
‘I
40
k ben verwekt boven de slagerij, dus toen was het al duidelijk: dit is mijn bestemming. Natuurlijk had ik als kind wel andere interesses, ik vond vrachtwagens wel leuk, maar het leven draaide al snel om koeien en paarden, levende wezens. En altijd hielp ik op het veebedrijf en in de slagerij. Toen ik 21 werd hebben we een maatschap opgericht, mijn vader en ik. Dat werkte het beste. Nu komt mijn vader nog maar één dag in de week, dan helpt hij Tinos, onze leerling-slager, met het klaarmaken van de koe. Uitsnijden en uitbenen doen ze niet meer op
school, dus dat leert ie van mijn vader. Mijn eigen kinderen willen geen slager worden. Mijn zoon wil apparaten uitvinden bij Miele, mijn dochter wil veearts worden. Maar daar lig ik niet wakker van. Ieder zijn eigen keuzes. Eigenlijk doe ik de dingen niet zo gek anders dan mijn vader. Het consumentengedrag is veranderd, de eetpatronen zijn sneller geworden, en ik ga met mijn tijd mee. Maar de focus ligt op goed vlees verkopen, het blijft een oud ambacht en dat wil ik, ondanks alles, niet te veel loslaten.’ Vader Ton Pouw sr. (69): ‘Natuurlijk
Naam Ton Pouw (44)
Net als zijn vader
Is eigenaar Keurslagerij Pouw
Vindt levende wezens nu eenmaal het einde
Wijzer · Rabobank Private Banking
gaat niet altijd alles goed. Je hebt wel eens conflicten. Maar die los je voor het eten op. Dat is het voordeel van een familiebedrijf: als er iets misgaat, laat je het niet oplopen. Zo gaat het althans bij ons. En wat de toekomst brengt, dat is Ton z’n zorg. Ik heb wel het idee dat het wat kan worden met Tinos, zijn hulp, die dingen erg goed oppakt. Misschien kan hij over een paar jaar de zaak in, net zoals Ton bij mij kwam. Ik vond het een groot voordeel om vanaf mijn 45e een rechterhand naast me te hebben. Dat gaf mij meer rust en vrijheid. Dat gun ik Ton ook, als hij straks 55 is.’
41
‘Er wordt niet met kerst gezegd: Pa, mag ik toch in jouw bedrijf?’
P
42
aul: ‘Wij vullen elkaar prachtig aan, mijn vader en ik. Hij zit al veertig jaar in de makelaardij, heeft een gigantisch netwerk. Maar ik heb ook niet stilgezeten. En nu hebben we twee leeftijdscategorieën aan relaties in één zaak. Pa heeft veel vijftigers en zestigers, ik veel dertigers en vooral veertigers. Horeca en makelaardij leek mij de ideale mix. Maar ik ging de stenen interessanter vinden dan de keuken. En daarom heb ik twaalf jaar terug de stap gezet en de aandelen van mijn vader gedeeltelijk teruggekocht. Het bloed kroop waar het niet gaan kan. Ik heb natuurlijk wel getwijfeld. Mijn vader is altijd een hardwerkende man geweest. 24/7, wilde ik dat ook? Maar
ik ben ook een echte ondernemer, ik heb ambitie en ben ervoor gegaan. Ik ben blij met een mentor als mijn vader met al zijn ervaring. Intussen zijn de papieren dossiers in de iPad verdwenen, wat dat betreft is er veel veranderd. Maar nog steeds profiteer ik van zijn vakkennis.’ Vader Joost (64): ‘Ik heb helemaal geen poging gedaan om Paul bij mijn kantoor te betrekken. Hij was de horecakant opgegaan en ik zat in de particulierenmarkt. Ik heb wel gevraagd of mijn twee zoons geïnteresseerd waren om de aandelen over te nemen toen ik zelf al enigszins op leeftijd kwam. Toen zij dat niet wilden heb ik het aan een ander overgedaan. Maar ja, hoe gaat dat? Er wordt niet met
Naam Paul Mols (38)
Net als zijn vader
Is eigenaar M&S Makelaars
Vindt dat het bloed kruipt waar het niet gaan kan
Wijzer · Rabobank Private Banking
kerst gezegd: pa mag ik toch in je bedrijf? Dat gaat bij vlagen, tussen neus en lippen door. Ik vond het fantastisch. Ik ben heel blij met de beslissing van Paul in 2008 om het bedrijf helemaal over te nemen. Alleen het moment was niet zo gelukkig gekozen. Door de crisis was er sprake van een financiële aderlating, dat hield mij ’s nachts wakker. De zaak is mijn kindje, gestuurd door mijn kind, dat houdt je wel bezig, ja. Maar gelukkig gaat het goed. Van ondernemer naar dienstverlener, adviseur. Het is echt people business geworden. Contacten onderhouden. Een breed netwerk hebben. En dat zit door onze samensmelting wel goed. Wij zijn collega’s en vrienden.’
43
‘Werken met kantoormeubels zat niet in de planning’
‘E
44
r was geen sprake van dat ik bij mijn vader in de zaak ging werken. Als klein meisje vroeg iedereen al aan me of ik later mijn ouders in de zaak ging opvolgen. Dat vond ik zó stom. Ik wilde mijn eigen pad volgen en iets creatiefs doen. Daarom volgde ik na mijn studie een opleiding concepts & brands in de modebranche en kreeg ik een traineeship bij Vroom & Dreesmann. Ik deed daar pr en evenementen en heb er ontzettend veel geleerd. Maar V&D is een groot bedrijf, ik merkte dat ik daar niet echt paste. Ik wilde voor een kleiner bedrijf werken, waar ik meer het verschil kon maken. Mijn moeder overleed aan borstkanker en toen ik mijn twijfels uitsprak over mijn carrière, vroeg mijn vader
of ik misschien bij hem wilde werken. Na wat gesprekken kwam ik erachter dat het helemaal niet zo ver uit elkaar lag: de modebranche en het werk van mijn vader. Ik zou bedrijven creatieve adviezen geven en kantoren, zorginstellingen en scholen inrichten. Nu vormen we samen de directie. We sparren veel over de strategie en ik pak de creatieve zaken op. Ik vind het verrassend leuk. Ik ben nu de vierde generatie die in het bedrijf werkt. Daar ben ik trots op. Mijn opa zei altijd: mensen die in een familiebedrijf werken hebben meer drift. Dat herken ik. Ik heb een enorme drive om er een succes van te maken en het nog weer beter te doen dan mijn vader.’ Vader Wim (59): ‘Ik heb het nooit
Naam Daniëlle van SchoonhovenBroekhuizen (28)
Net als haar vader, haar grootvader en overgrootvader
Is directielid bij Zevenbergen Kantoorefficiency
Vindt het familiebedrijf heel goed bij haar passen
Wijzer · Rabobank Private Banking
kenbaar gemaakt dat ik haar in de zaak zou willen. Ik denk ook niet dat het goed was geweest als ze eerder de zaak in gegaan zou zijn; het is belangrijk om eerst ergens anders ervaring op te doen. Ik heb er veel profijt van dat we nu samenwerken. Ze is jong en gaat met haar tijd mee. Vroeger concentreerden we ons heel erg op originaliteit, we zijn toen begonnen met het maken van eigen meubellijnen die afweken van standaardmodellen. Nu draait het er veel meer om dat je bedrijven ontzorgt, dat je kennis en inzicht hebt, daar moet je onderscheidend in zijn. We zijn geen dozenschuivers, we moeten het hebben van relatiemanagement. En ook daarin is Daniëlle echt een toegevoegde waarde.’
45
Wortels
‘Ik wil iets terugdoen voor de streek’ Luchtkussens en mechanische stieren van de gebroeders Moonen zijn een begrip in Brabant en daarbuiten. Gerard Moonen is trots, maar opscheppen doet hij niet.
‘I 46
‘Ik ben geboren op de grens van de Drunense Duinen tussen Loon op Zand en Udenhout, een paar maanden voor de bevrijding. Na mij kwamen er nog zes kinderen. Mijn vader was boer. Omdat ik de oudste was, moest ik naar een kostschool in Tilburg om broeder te worden. Dat kostte inclusief inwoning honderd gulden per jaar. Ik heb er twee jaar op gezeten. Toen wilde ik niet meer. Je kwam nergens, je zat alleen maar op die school. Toen ik daarna overstapte op de mulo in Oisterwijk, ontdekte ik het fietsen. Niemand kon mij op weg naar school bijhouden. Ook in de middagpauze ging ik drie kwartier fietsen. Wijzer · Rabobank Private Banking
Ik ging meedoen aan wedstrijden. In de krant schreven ze over ‘de man van de toekomst’. Mijn vader vond dat maar niets. Wielrennen was niet voor ons soort mensen. Vanuit het wielrennen is het bedrijf 41 jaar geleden begonnen. Mijn broer en ik hadden een wielerclub opgericht. We waren niet bij een bond aangesloten. Dat had geen zin, want officiële wedstrijden kon ik niet met mijn werk in de zwakzinnigenzorg combineren. Toen die club na tien jaar stopte, namen mijn broer en ik de hometrainers over. We kochten ze voor vijfduizend gulden en verhuurden ze aan cafés die er wedstrijden mee organiseerden.
Het ging ons niet om het geld. We vonden het leuk om te doen. Ik deed zelf ook mee.’
Geen businessplan ‘De eerste tien jaar hield ik mijn vaste baan. Overdag werkte ik in de gezondheidszorg. In de avonduren deed ik de boekhouding. Qua organisatie stelde het nog niet zoveel voor. Mijn broer runde het samen met zijn vrouw. We hadden één man in dienst. Kochten steeds meer hometrainers, maar ook rodeostieren en springkussens toen we merkten dat er vraag naar was. Zo groeide het bedrijf. We hadden het voordeel dat er op dat gebied nog niet
47
Keerpunt
‘Voor mij kan er niets aan Brabant tippen. Ik heb hier alles, mensen waar ik bij kan buurten’ Van headhunter naar ‘hearthunter’
‘Mijn dagen zijn voller dan ooit.’ veel aanbod was. En mijn broer kreeg deuren open. Hij had eind jaren zeventig een paar seizoenen als profrenner gekoerst. Daardoor had hij makkelijker toegang tot grote bedrijven. Joop van den Ende huurde de hometrainers bij ons voor evenementen. Ook omroepen wisten ons te vinden voor televisieprogramma’s als Stuif es in. Er was geen businessplan. We wilden gewoon groeien. Toch heeft het een tijd geduurd voor ik definitief voor het bedrijf koos. Ik was opgeklommen tot hoofd van een dagverblijf voor verstandelijk gehandicapten. Het werk gaf veel voldoening, maar de zorg veranderde. Ik kreeg het steeds vaker aan de stok met pedagogen, psychologen, die het allemaal beter wisten. Dat gaf de doorslag om er volledig voor te gaan.’ Trots personeel ‘Dat ik samen met mijn broer een succesvol bedrijf heb opgebouwd, vind ik heerlijk, daar ben ik heel eerlijk in. Maar er wordt wel anders op je gereageerd. Je wordt uitgenodigd door accountantskantoren voor dure bijeen48
komsten waar het over geld gaat. Die high society is niets voor mij. Zomaar gesprekken aanknopen en visitekaartjes uitdelen doe ik niet. Ik wil mijn verhaal kunnen vertellen. Als je dat met passie doet, worden mensen enthousiast. Op mijn beurt ben ik nieuwsgierig naar de verhalen van andere ondernemers. Gelukkig is het contact met vrienden onveranderd. Sommige vrienden van vroeger zijn verrast als ze horen hoe ik terecht ben gekomen. “Ben de gij da?” Als mensen iets van mij willen omdat ik middelen heb, heb ik daar moeite mee. Maar ik vind wel dat je als ondernemer iets terug moet doen voor de streek. We geven verenigingen in de regio korting op de prijs. Dat is niet alleen fijn voor die vereniging, maar ook voor onze medewerkers. Als onze spullen in hun dorp staan, zijn ze trots. Dat krijg ik weer terug in de vorm van gemotiveerd personeel. Niet zomaar gratis Ik stel materiaal gratis ter beschikking voor evenementen om de jeugd aan het sporten te krijgen. Gewoon weggeven
doe ik niet. Dan heeft het geen waarde.’ Je moet tegen mij nooit zeggen dat iets niet kan. We kochten op een gegeven moment een advertentie in een blad die zeventienduizend gulden kostte. Een vermogen, maar het leverde niets op. Daar leer je van. Hoe moet ik het anders doen? De beste les heb ik direct in het begin gehad. Ik maakte een grote fout die achteraf onze redding was. Ik heb goed geld verdiend. Financieel heb ik geen zorgen, maar ik geniet er niet echt van. Dat heeft denk ik met je opvoeding te maken. Ik zie het ook bij anderen die hun zaak hebben verkocht. Fietsen doe ik nog steeds het liefst. Iedere dag fiets ik de tien kilometer van huis naar het werk. In mijn vrije tijd fiets ik meestal over binnenwegen waar het niet te druk is. Door de polders, langs de duinen. Voor mij kan er niets aan Brabant tippen. Ik heb hier alles, mensen waar ik bij kan buurten. Ik ben een keer op bezoek geweest bij een leverancier. Hij nodigde ons uit in zijn nieuwe huis in Spanje. Die zat daar in de middle of nowhere. Ik moet er niet aan denken.’
Kees Schiferli (73) ‘Ruim drie jaar geleden, ik was een paar jaar single, ben ik gematcht door een vrouw die ik bij toeval tegenkwam. De ervaringen met internetdating waren teleurstellend . Deze vrouw zei een vriendin te hebben met wie ik het zeker heel goed zou kunnen vinden. Ze kreeg gelijk. Het was een eurekamoment, en tegelijk een keerpunt. Dit was dus de methode; mensen op een persoonlijke manier met elkaar in contact brengen. Inmiddels ben ik ruim twee jaar werkzaam als professioneel postillon d’amour. Aangezien ik niets heb met volume, besloot ik me te richten op een specifieke doelgroep: de sociale bovenlaag, mensen van niveau. Ik werk op basis van intakegesprekken en bezoek de mensen thuis. Natuurlijk gaat het in de eerste plaats altijd om persoonlijkheid, maar minstens zo belangrijk zijn iemands woon- en leefomstandigheden. Aan mijn ervaringen als headhunter heb ik veel. Ik weet hoe je in gesprekken tot de kern kunt komen. Dit werk past helemaal bij wie ik ben en wat ik kan. Mijn dagen zijn voller dan ooit. Ik had hier veel eerder mee moeten beginnen.’ www.dpspartnersearch.nl
Wijzer · Rabobank Private Banking
49
Familieportret
Vader Hans van Egmond ontwerpt met pen en papier, dochter Britta en zoon Diederik werken digitaal in 3D. Twee generaties architecten, die samen de mooiste droomhuizen bouwen.
Opgegroeid aan de tekentafel 50
Wijzer · Rabobank Private Banking
51
Hans van Egmond (1947) Richtte tijdens zijn studie bouwkunde in 1974 zijn eigen architectenbureau op. Werkte al vroeg nauw samen met zijn broer Ben. Verkocht het bureau in 2012 aan twee van zijn vier kinderen. Nog steeds werkzaam in het bedrijf.
‘Vader leefde voor de zaak. Hij was veel weg, maar we aten altijd samen’
I
n de kantoorvilla van Van Egmond Totaal Architectuur in Noordwijk is alles ruim, wit en licht. Overvloedige lichtinval door hoge ramen, hoge plafonds, een ‘prettig binnenklimaat’. Rust. Vanuit de directiekamer van Britta en Diederik van Egmond kijk je in de tuin. De zon schijnt, de vogels fluiten. Het pand, een oude bollenvilla, heeft de allure die past bij een bureau dat veel ontwerpt in ‘het hogere segment’. 52
Exclusieve villa’s en residenties voor de well-to-do, de top van bedrijven, voetballers, bekende Nederlanders. Ze maken ‘van vijfsterrenvilla tot sociale woning’, zegt Britta van Egmond. Scholen, zorggebouwen, een jeugdgevangenis. Britta heeft net de afdelingen laten zien; trapjes, verdiepingen en werkruimtes met medewerkers achter hun schermen, tekenaars, rekenaars, interieurarchitecten. De kamer naast
die van Britta en Diederik is van vader Hans (67) en oom Ben van Egmond. Ze werken aan tekentafels, klassiek met inktpen en papier. Britta en Diederik ontwerpen digitaal in 3D. Twee generaties, met een binnenwand ertussen. Altijd samen eten Hans deed de hts en studeerde architectuur aan de TU Delft. Op zijn 22ste begon hij zijn eigen bureau in Noordwijk. Hij trouwde met Monica,
een Noordwijkse, de moeder van Britta (39), Diederik (36) en twee zussen. Hans ontwierp dakkapellen en tuinmuren, later huizen, winkels. Hij studeerde nog toen het bureau tot vijftien man was gegroeid. In de jaren tachtig stortte de markt in. ‘Je vocht met honderd architecten om een opdracht voor zes sociale woningen’, vertelt Hans. ‘Ik dacht: waar kun je in een crisis als architect nog wel geld verdienen? Daar waar geld is. In het hogere segment.’ Diederik: ‘We waren ons ervan bewust dat we een ondernemersgezin waren. Vader leefde voor de zaak. Hij was veel weg, maar we aten altijd samen. ’s Avonds legde hij ons in bed. Hij zorgde dat hij er was.’ Ze woonden dicht bij kantoor, ze waren er kind aan
Wijzer · Rabobank Private Banking
Britta BarettaVan Egmond (1974) Studeerde in 2001 af aan de prestigieuze Architectural Association in Londen. Nu eigenaar van het familiebedrijf samen met broer Diederik. Moeder van drie zoons. Benoemd in de The Next Women top 100 meest succesvolle ondernemersvrouwen van Nederland.
huis. Britta en Diederik groeiden op aan, of onder, de tekentafel.
Naar Londen? De familie was actief in het dorpsleven. Ze organiseerden festivals en concerten. De kleine Britta gaf bloemen aan de artiesten. Ze wist dat ze wat creatiefs wilde doen, en na de middelbare school ging ze naar de Rietveld Academie, richting architectuur, in de voetsporen van vader. Ze studeerde aan de prestigieuze Architectural Association School of Architecture in Londen, ook de school van Rem Koolhaas en Ben van Berkel. Ze was net afgestudeerd, toen Hans tegen haar zei: ik heb een leuke opdracht voor je. De nieuwe kantoren van de Endemol Holding in Hilversum.
Diederik van Egmond (1977) Werkte na zijn afstuderen aan de TU Delft in 2003 bij architect Cees Dam. Nu als architect met zus Britta eigenaar van Van Egmond Totaal Architectuur. Diederik heeft drie dochters.
53
Britta en Diederik werden in het diepe gegooid, de rolverdeling was wel gelijk duidelijk
Britta kwam terug en ging aan de slag. ‘Het was zó leuk’, zegt ze. Ze kreeg een aanbieding van het prestigieuze bureau van Zaha Hadid in Londen. Ze sloeg het af. Ze koos voor Noordwijk, het bureau van vader. Bij haar familie. Diederik ging na de TU Delft bij architect Cees Dam in Amsterdam werken. ‘Dat was ook fantastisch’, zegt hij. Dat was ook een familiebedrijf. Maar thuis bleef trekken. Toen Hans en Britta vroegen of het niet eens tijd werd dat 54
hij terug naar Noordwijk kwam, naar het bedrijf van zijn eigen familie, was de keuze eigenlijk al gemaakt.
Kinderen om je heen ‘Het ging heel natuurlijk’, zegt Diederik. Vader en zoon-twisten, die dingen hebben ze niet gehad. ‘Je strijdt voor dezelfde zaak’, zegt hij. Britta: ‘Je familie is iets waarop je kunt terugvallen, waarop je kunt vertrouwen.’ Hans: ‘Het gaat harmonisch. Het is
een geschenk dat je met je familie kan werken. Dat je elke dag met je zoon en dochter kan werken, dat je elke dag de kinderen om je heen hebt.’ Het familiegevoel beperkt zich niet tot de naamgevers van het bedrijf. Er is weinig verloop van personeel, een grote loyaliteit. Britta: ‘Wij weten alles van onze mensen, hun gezinnen. Als er problemen zijn, proberen we ze te helpen.’ Diederik: ‘Je deelt goede en slechte momenten.’ Hoogtijdagen
worden gevierd, er is een jaarlijks kerstdiner, aan het begin van de bouwvak een barbecue. Buiten dat wordt er gewoon hard gewerkt. In 2007 namen Britta en Diederik de directietaken van hun vader over. Hans’ toenmalige vrouw was ziek, en hij nam een halfjaar vrij om voor haar te zorgen. Britta en Diederik werden in het diepe gegooid. Het was een ongelukkige aanleiding, maar het voordeel was dat de rolverdeling meteen duidelijk was. De opdrachtgevers wisten met wie ze voortaan te maken hadden. Toen Hans terugkwam, wilde hij alleen nog maar ontwerpen. Vroeger deed hij het management erbij. ‘Ik merk dat zij het veel professioneler aanpakken’, zegt hij. Diederik: ‘We namen wel 36 mensen personeel over.’ Britta en hij zijn heel gericht bezig geweest processen in kaart te brengen, de vertaalslag te maken naar tekenen in 3D. Wijzer · Rabobank Private Banking
Stukje geluk Ze hebben een fantastische baan, zeggen ze. Hans: ‘Je bedenkt iets en een jaar later staat het er.’ Diederik: ‘Er lopen mensen door je droom.’ En Britta: ‘We proberen wat extra’s te doen, een stukje geluk erin te brengen.’ Samen werken ze aan het 30.000 vierkante meter grote hotel- en appartementengebouw aan de Noordwijkse boulevard. Een woonzorg- en welzijnsgebouw van 25.000 vierkante meter in Sassenheim is net af. Britta: ‘Het is geweldig om je creativiteit steeds weer op een andere manier te laten spreken. De ene dag ontwerpen we zorgconcepten, dan weer de meest fantastische villa’s met zwembaden.’ De villa’s zijn droomhuizen. In de scholen die ze bouwen, moeten kinderen zich veilig en gewaardeerd voelen, leren in een prettige, lichte en speelse omgeving waar hun fantasie
wordt geprikkeld. Britta en Diederik hebben zelf allebei drie kinderen. Die van Diederik zijn 1, 3 en 5. ‘Met mijn dochters bouw ik momenteel een boomhut, geheel naar het ontwerp van de meiden.’ Zijn vrouw Els is ook architect bij Van Egmond. De jongens van Britta zijn 5, 7 en 9. Als de school uit is, komt de oudste vaak even buurten op kantoor. Britta en Diederik financierden de overname gedeeltelijk bij hun vader, en voor een deel bij de Rabobank. Hans: ‘Ik ben mijn hele leven bij de Rabobank geweest. Het is een historische relatie. Het is perfect gegaan.’ Diederik: ‘We hebben ons uitgebreid laten adviseren, over alles waarmee je rekening moet houden.’ Britta: ‘We wilden dat er goed voor vader werd gezorgd en dat wij de ruimte kregen om uit te bouwen. Dat is gelukt. We willen gewoon goed voor elkaar zorgen, twee kanten op.’
55
Financieel DNA
‘Leuk hoor dat hockey, maar maak je studie af!’ Hockeyer Robert van der Horst komt uit een no-nonsense gezin. Vader Rob vond het vooral belangrijk dat hij met zijn beide benen op de grond bleef staan.
Hoe werd er vroeger bij u thuis met geld omgegaan? Rob: ‘Mijn vader was zelfstandig ondernemer, net als ikzelf en mijn eigen kinderen nu. We hebben het altijd goed gehad. Ik kom uit een nuchter gezin; we kregen een vast bedrag aan zakgeld. Als we iets groots wilden kopen, wilden mijn ouders best de helft betalen, maar de rest moesten we zelf verdienen. Ik deed altijd klusjes, onder andere op de werf van mijn vader. Toen ik 16 werd moest er natuurlijk een brommer komen, en het sociale leven rond het hockeyveld – ik hockeyde vroeger ook – kostte ook wel wat. Op m’n 18e haalde ik snel mijn rijbewijs, én m’n groot rijbewijs, zodat ik tijdens mijn studie wat kon bijverdienen als vrachtwagenchauffeur.’ Robert: ‘Je hebt ons eigenlijk min of meer op dezelfde manier opgevoed als jouw ouders jou. Wij kregen veel, en hadden het ook goed, maar als mijn zussen en ik iets meer wilden, moesten we dat toch echt zelf verdienen. Er 56
Wijzer · Rabobank Private Banking
werd niet enorm de nadruk gelegd op het belang van sparen, dus daar was ik niet heel bewust mee bezig, maar er werd wel gehamerd op eigen verantwoordelijkheid. Mijn zusjes hebben naast hun studie altijd bijbaantjes gehad in de horeca, maar voor mij was dat lastiger, omdat ik veel tijd kwijt was aan de sport. Als ik terugkijk op mijn jeugd, vind ik wel dat jullie het fantastisch hebben gedaan. Alles was er. Kleding, speelgoed, mooie vakanties. Dat zal best prijzig zijn geweest, met drie kinderen.’
Hebben jouw ouders in je jeugd wel eens een stokje gestoken voor een bepaalde aankoop? Robert: ‘Nee. Mijn ouders hebben ons wel geleerd om niet te veel gekke dingen te doen. Ik kan heel impulsief zijn. Als ik ineens een scooter wilde kopen, vroegen ze: “Is dat wel verstandig?”, maar lieten ze me begaan. Ook al was ik die scooter al snel zat en verkocht ik hem uiteindelijk binnen een halfjaar
alweer. Het is kenmerkend voor mijn ouders en hun manier van opvoeden, denk ik. Je moet het zelf doen, en zelf weten, maar ze zullen je op de achtergrond altijd steunen. Eigen verantwoordelijkheid is wel een kernpunt. Ik ging op mijn 19e het huis uit. Toen was het wel “eruit is eruit”. Uit huis betekende dat je je eigen boontjes moest doppen. Ik kocht vrij jong mijn eigen woning, op m’n vierentwintigste al. Dat was mijn keuze, en dat moest ik ook zelf doen, zonder financiële hulp.’ Robert heeft naast zijn sportcarrière twee studies gedaan en altijd gewerkt. Hoe belangrijk was het voor u dat hij een goede basis zou hebben voor wanneer het hockey zou stoppen? Rob: ‘Heel belangrijk. Hockey is een prachtige sport, en op het niveau waarop Robert speelt ga je er de hele wereld mee over. Daar moet hij van genieten! Maar je verdient er geen vermogen mee en ooit houdt het op. Dan
57
Keerpunt ‘Als ik terugkijk op mijn jeugd, vind ik dat jullie het fantastisch hebben gedaan’
Robert van der Horst (1984) Aanvoerder van het Nederlands hockeyelftal. Managementtrainee bij Lage Landen. Studeerde zowel marketingcommunicatie als business administrations. Heeft zijn eigen bedrijf, Horst Marketing Services, waarmee hij presentaties en clinics geeft.
Rob van der Horst (1956) Ondernemer met zijn wortels in de bouwwereld, DGA van Horst AdviesManagement BV. Deed de opleiding hbo bedrijfskader en begon zijn carrière in het bedrijf van zijn vader die een groothandel in bouwmaterialen had.
58
moet je zorgen dat je een goede maatschappelijke positie hebt. We hebben daar tijdens zijn studie ook best veel strijd over gehad. Robert was altijd op het hockeyveld en soms leed zijn opleiding daaronder. Dan moest ik hem weer even de goede richting op duwen. Dat was nog wel eens lastig, want ik ben lang voorzitter geweest van Oranje Zwart, waar hij speelde – en inmiddels trouwens wéér hockeyt. Ik stond daar met een dubbele pet op; die van een vader die wilde dat zijn zoon het goed deed op school en die van de voorzitter van de hockeyclub die wilde dat hij presteerde op het veld.’ Robert: ‘Daar heb je inderdaad altijd heel erg op gehamerd. “Als je maar je studie afrondt.” Dat heb ik zo vaak gehoord. Ja, ik werd gesteund in mijn ambitie om succesvol te zijn met hockey, maar mijn opleiding was minstens zo belangrijk. “Als je maar met beide benen op de grond blijft staan”, zei je altijd. Ik ben een ondernemend type, dus het ging deels vanzelf, maar het heeft wel altijd in mijn achterhoofd gezeten. Er werd ook een hele risicoanalyse op losgelaten. “Wat nou als je morgen je been breekt en het allemaal voorbij is?” Dat was een eyeopener.’ Je hebt nu zelf kinderen. Wat wil je meegeven over geld? Robert: ‘Mijn kinderen zijn nog klein, 1 en 3, dus nu is geld nog niet echt een
issue. Ik denk dat ik ze mee zal geven wat ik zelf ook heb geleerd: geen gekke dingen doen, en verantwoordelijk zijn. Ik hoop dat ze even ondernemend zijn als ik en de rest van mijn familie. Ik merk in mezelf en in mijn partner wel een verandering sinds we kinderen hebben. We zijn spaarzamer geworden. Als je jong bent is die noodzaak om te sparen er minder, nu denk je veel meer aan de toekomst en ben je voorzichtiger. Bij spullen die we kopen is het tegenwoordig niet meer het belangrijkste dat het het allermooiste is, maar moet het vooral lang meegaan.’
Van advocaat naar clown
‘Mijn gevoel zei iets anders’ Annemieke Bakker (44): ‘Als kind deed ik het spelletje waarbij je mag kiezen wat je later wilt worden, zonder beperkingen. Toen ik in 2010 gedwongen rust moest nemen van mijn werk als vastgoedadvocaat, deed ik dat opnieuw. Naar aanleiding van de hoge bedragen die in het vastgoed omgaan, mijmerde ik over wat behoeftige mensen allemaal zouden kunnen doen met dat geld. Als ik alles kon doen wat ik wilde, zou ik me willen aansluiten bij de
Cliniclowns, bleef naar voren komen. In 2012 richtte ik de stichting Global Clowning op. Wij spelen voor kinderen in ontwikkelingslanden en kaarten op een speelse manier allerlei – soms precaire – onderwerpen aan, zoals hygiëne en huiselijk geweld. Ook geven we workshops aan begeleiders. We laten kinderen lachen zodat ze hun pijn, verdriet, of armoede even vergeten.’ www.globalclowning.com
Denkt u dat u anders zult zijn met uw kleinkinderen dan destijds met uw kinderen? Rob: ‘Natuurlijk. Dat hoort toch zo als je grootouder bent? Je kleinkinderen moet je verwennen. Gelukkig zijn mijn zoon en schoondochter consciëntieus en consequent genoeg in hun opvoeding, dus is er wel wat ruimte voor de verwennerij van opa en oma.’ Robert: ‘Dat zie ik ook wel gebeuren, ja (lacht). Mijn ouders zijn erg betrokken, en passen ook op. Ik zie ook bij mijn moeder dat ze extreem lief kan zijn voor mijn kinderen. Dat is het voordeel van opa en oma zijn, toch? Wel de lusten, maar je kunt ze weer teruggeven als ze gaan huilen.’
Wijzer · Rabobank Private Banking
59
Kennis
L
Dat gevoel van digitaal onvermogen …
eeftijd, dat stond ooit gelijk aan ervaring – met het stijgen van de jaren nam de waarde van medewerkers voor organisaties toe. Tegenwoordig, als ik zie hoe een kleinzoon de nieuwe smartphone van zijn grootouders of ouders opnieuw instelt - ‘geef maar even hier, oma’ - lijkt het omgekeerde waar. De vanzelfsprekende vertrouwdheid van jongeren met nieuwe technologie geeft ouderen vaak het gevoel dat zij buiten de ontwikkelingen staan. Er gaat een hele wereld aan hen voorbij. Digitale ontwikkelingen creëren inderdaad een nieuwe wereld, waarbij oude kennis niet altijd aansluit. Maar dat gevoel van digitaal onvermogen is lang niet altijd terecht; de leeftijd van grootste groep gebruikers van telebankieren ligt inmiddels tussen de 55 en 65 jaar. Maar jongeren zijn toch veel actiever op Twitter en Facebook? Dat is wel zo, maar wat jongeren online doen is voor ouderen weer niet zo interessant. Wanneer de twitterende jonge generatie online een werkelijk antwoord moet vinden op een reële vraag, lukt dat vaak niet of slechts na veel moeite.
60
Column
Bert Mulder lector Informatie, Technologie en Samenleving bij het eSociety Instituut www.esocietyinstituut.nl
Ze missen ervaring, kennen de juiste terminologie niet en weten daardoor niet waar ze zouden kunnen zoeken. In een kennissamenleving als de onze wordt de waarde van een generatie bepaald door wat ze weten. Enkele decennia geleden waren de senioren van nu nog aanstormende jongeren. Ieder vervroegd pensioen van een oudere medewerker werd gevierd, niet alleen omdat het groeiend aantal jonge mensen dan meer kans had op een baan, maar ook omdat die oudere
medewerkers zich steeds minder thuis voelden in de snellere en modernere manier van werken. Oudere en ervaren managers die vervangen werden door pas afgestudeerde hboers, vroegen zich verbaasd en bezorgd af hoe iemand zonder enige ervaring hun afdeling kon runnen. Kennis lijkt een sleutelrol te hebben: wanneer die niet meer aansluit op de eisen van de tijd, moeten we plaatsmaken. Maar voorzichtigheid is geboden. In deze generatie zijn de uitdagingen groter, complexer en urgenter en een oplossing vereist meer dan simpelweg de jongere generatie aan het woord laten. De laatste jaren zien wij bij het eSociety Instituut duidelijk dat nieuwe maatschappelijke oplossingen een balans vereisen tussen de snelheid van nieuwe mogelijkheden en de rust van ervaring en visie. Mocht onze ‘oude’ kennis daarvoor niet toereikend zijn, dan moeten we die vernieuwen, zodat we in staat zijn om uitdagingen tot kansen te ontwikkelen. We hebben de komende jaren niet alleen alle generaties hard nodig, maar ook een nieuwe generatie kennis.
Kennis Het katern over economische, financiële en culturele trends en thema’s
Wijzer · Rabobank Private Banking
61
Het braafste kindje van de EU-klas
Durft Duitsland nog?
Terwijl de rest van Europa nog kampt met de nasleep van de financiële crisis blijft Duitsland rustig doorgroeien. Maar gemakzucht ligt op de loer.
A
ls de landen in de eurozone elkaars broertjes en zusjes zijn, dan is Duitsland het kind dat nooit slaapt. Terwijl Nederland en Frankrijk op één oor liggen, speelt Duitsland onvermoeibaar verder. Met een economische groei van 0,4 procent in 2013 laat het land een heel geleidelijke ontwikkeling zien. De Duitse economie is robuust, zegt Rabobank-econoom Marcel Weernink. ‘Dat is voor een deel te danken aan de politieke rust in het land. Daar zou Nederland wat van kunnen leren. Hier heb je veel kabinetten na elkaar. Wetten veranderen steeds of wet wordt op wet gestapeld. Daardoor weten bedrijven en consumenten niet waar zij aan toe zijn.’ Dat Duitsland de afgelopen jaren rustig doorgroeide, is ook te danken aan de structuur van het bedrijfsleven. Het land kent een sterk internationaal georiënteerd midden- en kleinbedrijf (mkb) weet Kees van Paridon, Duitslanddeskundige en hoogleraar economische betrekkingen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. ‘Duitsland telt veel familiebedrijven en ondernemingen met stevige lokale wortels. Veel van die bedrijven zijn klein begonnen en uitgegroeid tot spelers van for62
maat. Neem bijvoorbeeld Bertelsmann of Miele, grote bedrijven die al jaren zijn gevestigd in Gütersloh, een stad vergelijkbaar met Meppel. Daardoor zitten die bedrijven in de haarvaten van de Duitse samenleving.’ Het Duitse mkb sluit daarnaast naadloos aan bij het grootbedrijf. Als gespecialiseerde industriële ondernemingen zijn zij behalve exportbedrijf, belangrijke toeleveranciers van autofabrikanten en de machine- en chemische industrie in Duitsland. Het succes van de Duitse middelgrote bedrijven vertaalt zich naar de prestaties op de beurs. De Duitse beursgraadmeter Dax steeg tussen 2003 en 2013 met 165 procent. De MDax, de graadmeter van vijftig Duitse midkapfondsen – vooral gespecialiseerde industriebedrijven – stak daar met een stijging van 365 procent in diezelfde periode torenhoog bovenuit. Ter vergelijking: de AEX steeg in dat decennium nog geen 70 procent. ‘Duitsland is een interessant land om in te investeren’, zegt chief investment officer Han Dieperink van de Rabobank dan ook. ‘Dat heeft met meerdere factoren te maken. De rente is er laag, dus het is goedkoop om daar te investeren. Duitsland is een sterke
economie maar die kracht wordt niet weerspiegeld in de waardering van de euro. Duitsland deelt de eenheidsmunt immers met de zwakke landen in de eurozone. Dat zorgt ervoor dat exportproducten relatief goedkoop zijn en dat is erg belangrijk voor een exportland. En de loonkosten zijn in Duitsland relatief laag door eerdere hervormingen.’
Goedkopere arbeid De oosterburen hebben tussen 2003 en 2005 onder leiding van de sociaaldemocratische bondskanselier Gerhard Schröder een hervormingsslag geslagen waar menig Europees land vooralsnog voor terugschrikt. Raboeconoom Weernink: ‘Uitkeringen gingen omlaag en het werd gemakkelijker om werknemers op tijdelijke contracten aan te nemen. Arbeid is daardoor goedkoper geworden. Dat is heel goed geweest voor de concurrentiepositie van het land.’ Die hervormingen zijn eigenlijk al in de jaren negentig van de vorige eeuw ingezet, stelt hoogleraar Van Paridon. ‘Na de val van de muur is de economie sterk veranderd. We kennen allemaal de aanpassingen in de nieuwe deelstaten, maar ook in West-Duitsland is in
Boven: de Rijksdag in Berlijn, zetel van het Duitse parlement. Links: bedrijvigheid in de haven van Hamburg. Helemaal links: Frankfurt, economisch centrum en handelsstad bij uitstek.
Wijzer · Rabobank Private Banking
63
Behoudend en degelijk Met een begrotingstekort van 0,2% in 2013 presteert Duitsland op dit punt het best binnen de hele Europese Unie. Ook de staatsschuld neemt snel af. De Duitse begrotingspolitiek is altijd behoudend en streng, ook voor andere landen in de eurozone. Dat Duitsland daardoor de export naar landen binnen de eurozone ziet dalen (omdat zij simpelweg geen geld hebben om Duitse producten te kopen), neemt Duitsland tijdelijk voor lief. De exportdaling in 2013 komt dan ook helemaal voor rekening van de eurozone. Daarnaast is het monetaire beleid van Duitsland altijd gericht geweest op het in toom houden van de inflatie. Die angst voor inflatie heeft ook een historische achtergrond: Duitsland kende begin jaren twintig van de vorige eeuw hyperinflatie. Er werd toen besloten om massaal geld bij te drukken om arbeiders te betalen die staakten als protest tegen de bezetting van het Rijn- en Ruhrgebied door de Fransen. Links: Handelsbeurs voor machines in München.
Duitse economie in cijfers 2013 Bbp: € 2.737 miljard (+0,4% t.o.v. 2012, prognose voor 2014 +1,8%) Begrotingstekort: 0,2% van bbp Staatsschuld: 78,4% van bbp (2012 81%) Export: € 1.093,9 miljard (-0,2% t.o.v. 2012) Import: € 895,0 miljard (-1,3% t.o.v. 2012) Handelsoverschot: € 198,9 miljard (+4,8% t.o.v. 2012) Belangrijkste exportproducten: auto’s (17% van totale export), machines (15% van totale export), chemie (9,5% van de totale export) Export naar EU-landen: € 623,5 miljard (+0,1% t.o.v. 2012) Waarvan naar landen eurozone: € 401,9 miljard (-1,2% t.o.v. 2012)
64
die tijd veel veranderd. Ook daar ging het bedrijfsleven gelijk aan de slag met outsourcing van activiteiten en directe investeringen in het buitenland. Dat was gunstig voor de productiviteit, maar de werkloosheid liep sterk op. Dat was de pijn die het land moest accepteren. Daarna kwamen de hervormingen van Schröder. Die, en de eind jaren negentig ingezette loonmatiging, hebben ervoor gezorgd dat Duitsland weer concurrerend werd.’
Vergrijzing = bedreiging? Klanten van de Rabobank hebben ongeveer 32 procent van het belegd vermogen binnen de eurozone uitstaan. Een derde daarvan is in Duitsland belegd. ‘Bedrijfsnamen als Siemens, Bayer en Daimler klinken misschien niet zo spannend, maar het zijn goed presterende ondernemingen’, legt Die-
perink uit. ‘Duitsland heeft een van de best presterende beurzen van Europa. In Europa zijn eigenlijk alleen Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk alternatieven voor beleggen in Duitsland. Zwitserland is een defensieve belegging. Er is nauwelijks koppeling tussen de Zwitserse beurs en de Zwitserse economie, want het zijn allemaal multinationals. Als je verwacht dat de wereldhandel en vooral de investeringen aantrekken, dan is Duitsland een goede keuze.’ Dat neemt niet weg dat er wel degelijk bedreigingen zijn voor de Duitse economie. De belangrijkste is de vergrijzing, meent Weernink. Het pensioen wordt in Duitsland volledig volgens het omslagstelsel gefinancierd. Dat betekent dat een steeds kleinere groep werknemers de pensioenen van een steeds grotere groep ouderen
‘Na de val van de muur is de economie sterk veranderd’ betaalt. ‘Dat de huidige grote coalitie van SPD en CDU/CSU de pensioenleeftijd heeft verlaagd tot 63 voor mensen die meer dan 45 jaar hebben gewerkt, helpt niet’, zegt Weernink. Zijn Rabocollega Dieperink verwacht dat dit probleem wordt opgelost door immigratie, omdat Duitsland een relatief soepele wetgeving kent op dit gebied. Conservatief ingesteld Een andere grote bedreiging is dat de Duitse investeringen in onderwijs, onderzoek en ontwikkeling achterblijven bij die in andere landen. ‘Terwijl industriële ondernemingen vooralsnog innovatief blijven, is de dienstensector vrij traditioneel georganiseerd’, zegt Van Paridon. ‘Neem de banken. Bijna iedere regio heeft nog steeds een eigen bank met heel veel kantoren, terwijl wij al onze Wijzer · Rabobank Private Banking
bankzaken via internet doen. Dat verander je moeilijk, want Duitsers houden het graag bij het oude. Ook de infrastructuur kampt door gebrek aan investeringen met enorm achterstallig onderhoud. Dat geld ging afgelopen twintig jaar vaak naar de wederopbouw in de nieuwe deelstaten. Nu de economie goed draait, denk ik dat er weer meer geld vrijkomt voor dit soort uitgaven’ Dat het onlangs ingestelde minimumloon de concurrentiepositie van Duitsland aantast, zoals veel critici beweren, is nog maar de vraag. ‘Voor het investeringsklimaat zou dat normaal gesproken niet goed zijn, omdat arbeid duurder wordt’, zegt Dieperink. ‘Maar de loonstijging komt bij de onderkant van de binnenlandse dienstverlening terecht, de kapper en de schoonmaker. Daar zijn de lonen
Boven: productielijn bij Opel, sinds 1862 een van de grootste Duitse autofabrikanten, onderdeel van General Motors. Midden, linksonder: skyline Frankfurt, rechtsonder: containerschip in Hamburg, deze haven is de derde in Europa en de grootste in Duitsland.
heel laag. Invoering van het minimumloon kan wel eens goed uitpakken. Het geld dat deze mensen extra krijgen, wordt waarschijnlijk direct besteed aan binnenlandse bestedingen. Juist die binnenlandse consumptie is in Duitsland erg laag. Het grootste gevaar is dat het onvermoeibare Duitsland zich toch in slaap laat sussen door het succes van de afgelopen jaren. Noodzakelijke hervormingen om de economie klaar te maken voor de toekomst kunnen dan op de lange baan worden geschoven. Weernink wijst op de huidige regering, die volgens hem weinig ambitie toont en vooral op de winkel past. ‘Duitsland was in de jaren negentig door de hereniging met Oost-Duitsland het zieke kindje van Europa en nu het gezondste. Over tien jaar kan dat zomaar anders zijn.’
65
Door de ogen van
Mr. Han Dieperink (1967) trad na zijn studie civiel en fiscaal recht aan de Universiteit Leiden in dienst bij de Rabobank. Sinds 2000 is hij Chief Investment Officer bij Rabobank Private Banking.
Leeftijd is niet zaligmakend
O
nze jeugd, ons werkzame leven en ons pensioen: ons leven is ruwweg op te delen in drie fases. In al die fases willen we consumeren. Volgens de zogeheten lifecycletheorie smeren we onze consumptie min of meer gelijkmatig uit over verschillende levensfases. Willen we meer uitgeven in onze jeugd, dan moet er geleend worden en hebben we op latere leeftijd minder te besteden. Willen we meer consumeren tijdens het pensioen, dan moeten we sparen en minder uitgeven als we jong zijn. De lifecycletheorie deed een paar decennia geleden haar intrede in de beleggingswereld en wint de laatste jaren aan populariteit. Hoewel lifecyclebeleggen voor verschillende doeleinden kan worden ingezet, gaat de meeste aandacht uit naar lifecyclebeleggen voor het pensioen. Hierbij wordt de opbouw van de beleggingsportefeuille gekoppeld aan de leeftijd van de belegger. Het beleggingsrisico wordt
66
geleidelijk afgebouwd naarmate de belegger de pensioengerechtigde leeftijd nadert. Het idee daarachter is simpel: hoe dichter we bij onze pensioenleeftijd komen, hoe minder risico we kunnen én willen nemen met ons geld. Dat geld hebben we immers nodig voor onze oude dag en we kunnen een verlies niet meer goedmaken. De groeiende populariteit van lifecyclebeleggen is begrijpelijk, aangezien we steeds vaker zelf voor onze oude dag moeten zorgen. De overheid doet een stap terug, de AOW- en pensioenleeftijd gaan naar 67. Tegelijkertijd leven we langer en wordt het werkgeverspensioen minder zeker doordat de risico’s meer bij werknemers komen te liggen. Door die ontwikkelingen moeten we nog beter nadenken over financiële vraagstukken en de gevolgen voor ons pensioen. Weinig verleiding Er zijn steeds meer lifecyclefondsen waarin consumenten kunnen beleggen. In die fondsen wordt het risico
vanzelf geleidelijk afgebouwd. Het voordeel is dat beleggers niet in de verleiding komen vlak voor de einddatum te grote risico’s te nemen. Daar komt bij dat veel mensen geen interesse hebben in financiële zaken. Ze denken langer na over de kleur van een nieuwe auto dan over hun pensioen. Een standaardproduct als een lifecyclefonds kan heel geschikt zijn voor die groep. Lifecycle investing is een waardevol beleggingsconcept, dat een rol kan spelen bij het bepalen van de optimale beleggingsstrategie. Maar de lofzang op de voordelen van lifecyclebeleggen slaat soms een beetje door. Lifecyclebeleggen voor het pensioen kent belangrijke beperkingen. De benadering is te inflexibel en houdt onvoldoende rekening met persoonlijke omstandigheden en voorkeuren. Het uitgangspunt bij lifecyclebeleggen is dat de portefeuille bestaat uit aandelen en obligaties. Beleggen in aandelen is doorgaans risicovoller dan beleggen in obligaties. Daar
‘De lofzang op de voordelen van lifecyclebeleggen slaat soms een beetje door’ staat tegenover dat aandelen op de langere termijn doorgaans een hoger rendement opleveren dan obligaties. Dat betekent dat de portefeuille van iemand die jong is, overwegend uit aandelen zal bestaan. Met de jaren wordt er minder belegd in (risicovollere) aandelen en meer in (veiligere) obligaties.
Persoonlijke voorkeuren Door de samenstelling van de portefeuille alleen aan leeftijd te koppelen is de lifecyclebenadering erg eendimensionaal. Leeftijd is lang niet de enige relevante variabele bij het bepalen van de optimale portefeuille. Persoonlijke voorkeuren spelen ook Wijzer · Rabobank Private Banking
een rol, net als de uitgangspositie van mensen op het moment dat zij pensioen gaan opbouwen. Misschien is er al spaargeld, een eigen huis of een erfenis op komst. Een lifecyclefonds houdt met al die dingen geen rekening. Een ander belangrijk nadeel is dat lifecyclefondsen uitgaan van een vaste beleggingshorizon. Een werknemer stopt op zijn 65e met werken en heeft vanaf dat moment pensioen nodig. In werkelijkheid gaat de pensioenleeftijd binnenkort al naar 67 jaar en zeer waarschijnlijk stijgt die de komende jaren verder. Bovendien kunnen mensen van gedachten veranderen: ze willen toch eerder met pensioen of juist langer doorwerken. Die flexibiliteit is
er binnen een lifecyclefonds niet. Ook de scherpe verdeling tussen risicovol beleggen in aandelen en veilig beleggen in obligaties is te zwart-wit. Met de huidige historisch lage rentes kunnen obligaties wel eens een stuk risicovoller zijn dan aandelen. Terwijl een goed gespreide aandelenportefeuille een vrij stabiele inkomstenbron (dividend) oplevert, die al snel goed is voor de helft van het totale rendement. Dat rendement dat op zich al hoger is dan het huidige couponrendement op obligaties. Risico afbouwen is dus niet altijd een kwestie van meer beleggen in obligaties en minder in aandelen. 67
Door de ogen van
Drs. Jos Brauwers (1961) is directeur Vermogensstructurering. Hij studeerde bedrijfseconomie en fiscale economie in Rotterdam en is lid van de examencommissie van de MFPopleiding aan de Erasmus Universiteit.
Toekomstplannen
H
et zal u niet ontgaan zijn dat de pensioenleeftijd de komende jaren gefaseerd wordt verhoogd naar 67 jaar. Ook is de jaarlijkse belastingvrije pensioenopbouw verlaagd. Maar daarmee is er nog geen rust aan het pensioenfront. Zowel voor de directeurgrootaandeelhouder (DGA) als voor degenen die dit niet zijn, lijkt 2014 het jaar te worden van nog meer veranderingen. Voor wat betreft het pensioen van de DGA wees de toenmalige staatssecretaris van Financiën Weekers eind vorig jaar op de knelpunten rondom de opbouw in eigen beheer. Belangrijke oorzaak is het onderscheid tussen de fiscale en commerciële waardering van de pensioenverplichting. Dat onderscheid wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de te hanteren rekenrente en kan tot problemen leiden bij onder meer dividenduitkeringen, echtscheiding en waardeoverdracht. Treffend voorbeeld is dat de Be-
68
lastingdienst de pensioenvoorziening waardeert tegen de – doorgaans veel hogere – commerciële waarde om vast te stellen of de winstreserves van de bv voldoende zijn om dividend uit te keren. Als de bv dividend uitkeert, terwijl de winstreserves – rekening houdend met de commerciële waarde van de pensioenvoorziening – daarvoor niet toereikend zijn, dan stelt de Belastingdienst dat de pensioenaanspraken van de DGA zijn afgekocht/prijsgegeven. Het gevolg is dat de volledige pensioenaanspraken op dat moment direct progressief worden belast, vermeerderd met 20 procent revisierente. De belastingdruk kan oplopen tot 72 procent. De staatssecretaris heeft aangegeven dat hij af wil van de huidige praktijk en de voorkeur geeft aan een winstafhankelijke fiscale (pensioen)reserve voor de oude dag, die losstaat van het arbeidsrecht en sancties in de loonheffingssfeer. Andere wijzigingen op pensioengebied zijn te verwachten naar aanleiding van het Pensioenakkoord van december
vorig jaar. Met dat akkoord willen coalitiepartijen VVD en PvdA en de ‘constructieve oppositie’ het pensioenstelsel toekomstbestendig maken. Door versobering van de fiscaal gefaciliteerde pensioenopbouw en andere maatregelen stroomt er bovendien 2,8 miljard euro in de schatkist. Bovengrens Begin dit jaar is het opbouwpercentage verlaagd van 2,25 procent naar 2,15 procent van het salaris bij een middelloonregeling, en van 2,0 naar 1,9 procent bij eindloonregeling. Dat percentage zal nog verder omlaag gaan, naar 1,875 procent bij een middelloon- en 1,657 procent bij een eindloonregeling. Met het maximale opbouwpercentage van 1,875 procent kan in veertig jaar een pensioen worden gespaard van 75 procent van het gemiddelde inkomen. Zonder premiewaarborgen kan deze versobering tot grote verschillen tussen de generaties leiden. Voor de hogere inkomens verandert er nog meer. Volgens de plannen uit het
‘Versobering van pensioenopbouw kan tot grote verschillen tussen de generaties leiden’ Pensioenakkoord mag u straks boven 100.000 euro geen pensioen meer opbouwen. Boven die grens kunt u wel via een nettolijfrente een oudedagsvoorziening opbouwen die per saldo ongeveer overeenkomt met een pensioenopbouw van 1,875 procent van het gemiddeld verdiende loon. De premie-inleg betaalt u uit het nettoloon aan de hand van premiestaffels. Over de inleg is dus al belasting geheven. De aanspraak van een nettolijfrente vormt voor de inkomensbelasting vrijgesteld vermogen in box 3. De nettolijfrente die u ontvangt is onbelast. Deze regeling staat voor iedereen open, dus ook voor zzp’ers.Om de positie van zzp’ers te versterken komt er voor hen een Wijzer · Rabobank Private Banking
vrijwillige collectieve pensioenregeling. De regeling heeft een flexibel karakter en voorziet o.m. in de bescherming van het pensioenvermogen als er een beroep wordt gedaan op de bijstand.
Gevolgen overzien Het kabinet zal nog dit jaar een brede dialoog starten over de langetermijntoekomst van ons pensioenstelsel. Al lijkt de trend in de richting te gaan van meer flexibiliteit, keuzevrijheid én eigen verantwoordelijkheid. De stappen die nu worden gezet, zijn wellicht de voorbode van een systeem met een collectief basispensioen, aangevuld met mogelijkheden om vrijwillig en eventueel fiscaal gefaciliteerd extra pensioen
op te bouwen. En met mogelijk meer vrijheid en flexibiliteit voor het aanwenden van ‘pensioen’kapitaal voor bijvoorbeeld het aflossen van de hypotheek. Maar wie verantwoorde financiële keuzes wil maken, moet ook inzicht hebben en houden om de gevolgen te kunnen overzien. Dat geldt voor de DGA en de niet-DGA. Juist voor de oudedagsvoorziening – waarbij het gaat om de balans tussen inkomen en bestedingspatroon op latere leeftijd – is dat lastig. Alleen als u uw financiële situatie en doelstellingen goed in beeld hebt, kunt u bepalen wat u in de toekomst nodig hebt. Een financieel plan is het hulpmiddel bij uitstek. 69
Door de ogen van
Dr. Wim Boonstra (1958) is chef-econoom en hoofd van het directoraat Kennis en Economisch Onderzoek van de Rabobank. Aan de Vrije Universiteit doceert hij het vak geld- en bankwezen. Daarnaast is hij onder meer voorzitter van de Monetaire Commissie van de European League for Economic Cooperation.
Duur uitstelgedrag O
ns pensioen? Dat komt morgen wel. Wie nog een flink aantal werkzame jaren voor zich heeft, is doorgaans niet erg met zijn of haar oude dag bezig. Dat is niet verwonderlijk. De meeste mensen die de AOW- en pensioenleeftijd voorlopig nog niet bereiken, hebben hun handen vol aan de zorgen van alledag: de studie van de kinderen, een volgende stap op de carrièreladder, een nieuw huis. Een voorstelling maken van het leven over pakweg dertig of veertig jaar is dan knap lastig. Tel daarbij op dat pensioen niet erg sexy is. Het is een van die financiële zaken waarvan mensen heus wel weten dat ze erover na moeten denken, maar die ze liever nog even voor zich uit schuiven. Dat uitstelgedrag kan ons duur komen te staan. Wie te laat begint met sparen voor de oude dag, moet het later met een lager pensioen stellen of langer blijven doorwerken. Alle aandacht in media en politiek
70
ten spijt, komt het onderwerp pensioen bij de meeste mensen pas rond hun vijftigste levensjaar op de agenda; als de kinderen het huis uit zijn en de carrière op hoofdlijnen bekend is. Rijkelijk laat dus. Als er dan een fors pensioentekort blijkt, is dat waarschijnlijk lastig te repareren. En toch, het is moeilijk vol te houden dat we ons pensioen niet ruim van tevoren zien aankomen. Dat pensioentekort komt niet uit de lucht vallen.
Tijd om in te grijpen Waar een deel van de mensen de ogen sluit voor een potentieel probleem met hun eigen pensioen, daar hielden we onze ogen ook lange tijd gesloten voor het collectieve pensioenprobleem. Ik heb het dan niet over de lage dekkingsgraden. Die zijn vooral ontstaan door de lage rekenrente. Belangrijker is dat ons stelsel tot voor kort was gebaseerd op uitgangspunten uit de jaren vijftig: werken tot ons 65e en daarna een paar jaar genieten van een pensioen. Een flink deel van de
mensen haalde in die tijd de 65 niet eens. Vandaag de dag is onze levensverwachting aanzienlijk hoger en die stijgt nog steeds. Zonder ingrijpen wordt het pensioenstelsel eenvoudig te duur.
Oplossing doet pijn Toch heeft de politiek heel lang gewacht. De verhoging van de AOW- en pensioenleeftijd is keer op keer uitgesteld. Het debat over het koppelen van de levensverwachting aan de AOW- en pensioenleeftijd is al in de jaren negentig van de vorige eeuw in gang gezet. Maar een politieke beslissing bleef uit; mede onder druk van mensen die helemaal niet langer willen doorwerken. We hebben gewacht tot het water ons aan de lippen stond. Waarom? De meeste uitdagingen komen niet onverwacht. Het echte probleem is dat we ons niet willen voorbereiden. We zijn geneigd oplossingen uit te stellen, omdat ze nu pijn doen of geld kosten en pas later voordeel brengen. Of het nu om onze individuele pensi-
‘Als we niet oppassen, schuiven we onze problemen door ’ oenspaarpot gaat of over ons collectieve pensioenstelsel. Als we niet oppassen, schuiven we onze problemen door naar volgende generaties. Het is goed dat de AOW- en pensioenleeftijd nu eindelijk omhoog gaat en in de toekomst meestijgt met de levensverwachting. Hoe langer die beslissing zou zijn uitgesteld, des te oneerlijker dat zou zijn voor ons nageslacht. Zij moeten dan langer doorwerken voor een lager pensioen. Solide stelsel Dit alles klinkt misschien wel erg somber. De vergrijzing is natuurlijk Wijzer · Rabobank Private Banking
vooral een zegen: we worden ouder en blijven tot op hoge leeftijd gezond. Bovendien heeft Nederland nog altijd een van de beste pensioenstelsels ter wereld. Daar mogen we ook best iets van verwachten. We zijn een land van spaarders en dankzij ons solide pensioenstelsel bouwen de meeste Nederlanders verplicht pensioen op via hun werkgever. Zelfs als zij zich weinig met hun pensioen bezighouden, hebben ze een appeltje voor de dorst. Alleen had ons stelsel wel wat achterstallig onderhoud. Ons uitstelgedrag verdient dan ook
niet de schoonheidsprijs. En onze grote welvaart is zeker geen reden tot zelfgenoegzaamheid. De eerste stappen naar een moderner pensioenstelsel zijn gezet.
Voldoende? Maar het is de vraag of de huidige ingrepen voldoende zijn om het stelsel ook op lange termijn robuust te houden. De politiek en de sociale partners moeten de vinger aan de pols houden. En als dat nodig blijkt, sneller ingrijpen dan in het verleden is gedaan. Dat is wel zo eerlijk tegenover volgende generaties. 71
Hoe werkt ...
Bitcoin is vooral een kwestie van vertrouwen B
De bitcoin, serieuze concurrent van het traditionele betalingssysteem, krijgt veel negatieve publiciteit.
itcoins: een snel en wereldwijd digitaal betaalmiddel, niet alleen op internet maar inmiddels ook in sommige winkels en restaurants. Peer-to-peer en ‘open source’ zoals dat heet, ofwel: in een open netwerk, voor iedereen toegankelijk en transparant. Bitcoins zijn ook te koop en te verkopen in euro’s.
Maar er zijn nadelen. De koers gaat als een jojo op en neer. Zomer 2013 was één bitcoin nog rond de 20 euro waard, in december opeens ruim 800. Daarna kwam er een duikeling naar 360 euro en in januari 2014 was de digitale munt weer goed voor 650 euro. Op dit moment houden de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandse centrale bank (DNB) geen toezicht op bitcoins. Wel zeggen ze de ontwikkelingen met aandacht te volgen. ‘De koers van de bitcoin schommelt sterk’, zegt Marcel Proos van de AFM. ‘Dat betekent dat je in korte tijd je geld kunt verliezen. Daar komt bij dat er bij deze virtuele valuta geen centrale uitgever is, in tegenstelling tot munten als de euro of de dollar. Je kunt dus geen enkele partij aansprakelijk stellen als er iets fout gaat.’ Bitcoins kunnen in (virtuele) rook op72
gaan. Computerhackers stalen bij een aantal onlinewisselkantoren bitcoins ter waarde van honderden miljoenen euro’s. Dergelijke acties doen de virtuele munt geen goed. Ook zou de bitcoin zijn ingezet om geld, verdiend met zeer laakbare zaken als kinderporno en drugssmokkel, wit te wassen. Innovatief Toch zijn er bitcoinevangelisten, zoals Paul Buitink. Hij schrijft voor de Nederlandse website DeBitcoin.org en belegt zelf in bitcoinactiviteiten. ‘Ik denk niet dat de bitcoin een bubbel is. Het innovatieve is dat transacties inzichtelijk zijn, omdat gebruikers een gemeenschappelijk kasboek hanteren zonder tussenkomst van een bank. Vijf miljard mensen wereldwijd die geen bankrekening hebben, maar vaak wel beschikken over internet of een telefoon, kunnen via bitcoinachtige technieken makkelijk met elkaar handelen. Inderdaad worden bitcoins soms voor criminele doeleneinden gebruikt. Maar door de transparantie van transacties zal de bitcoin bij criminelen nooit zo populair worden als het aloude cash. Om mij heen zie ik dat de bitcoin steeds meer geaccepteerd
Wat zijn bitcoins? Bitcoins zijn virtueel geld: een algoritme stelt de waarde vast. Ze kunnen ‘gedolven’ worden met behulp van gecombineerde computerkracht. De munteenheid wordt verhandeld in een online netwerk met behulp van digitale handtekeningen en cryptografische bewijzen. Het belangrijkste verschil met ‘gewone’ valuta is dat er bij bitcoins geen centrale uitgever is. Het is dus ongereguleerd. Anders dan bij virtuele valuta’s bij computerspelletjes kunnen bitcoins gekocht en verkocht worden voor traditioneel geld. Een coder en cryptograaf met het pseudoniem Satoshi Nakamoto lanceerde de eerste bitcoins in 2009. Zijn identiteit is nog altijd geheim. Zonder geen centrale eigenaar kan de valuta door niemand afgesloten worden. De ‘munt’ kan alleen uitsterven door gebrek aan belangstelling.
wordt. Neem alleen al het ongekend hoge aantal bitcoin-apps dat wordt gedownload. Ook steeds meer bedrijven omarmen de bitcoin. Dat zal alleen maar verder groeien.’ Veel vragen ‘De bitcoin is een snel en goedkoop middel om te betalen in een eigen munt naar keuze’, constateert Han Dieperink, chief investment officer bij Rabobank Private Banking. Toch heeft hij nog veel vragen. ‘De transactiekosten zijn nihil. Dat verklaart de populariteit van de virtuele munt, waarmee nu flink wordt gespeculeerd. Er is een bubbel ontstaan. De sterk fluctuerende koersen zijn een nadeel, maar een bredere acceptatie kan voor stabilisatie zorgen.’ Dieperinks voornaamste zorg is dat de bitcoin onveilig is. De basis van geld is vertrouwen. Als de bitcoin dat niet waar kan maken, is het snel afgelopen. Om die reden faciliteren wij de bitcoin voorlopig niet. Er is geen toezicht van de overheid en de eigendoms- en waardeoverdracht zijn anoniem. Wie wil zijn reputatie in de waagschaal stellen door een munt te steunen die het favoriete betaalmiddel is van criminelen?’
Bron: www.afm.nl/computerworld.nl
Achter de tralies Komt het weer goed met het imago van de bitcoin nu een van de pioniers is gearresteerd op verdenking van het witwassen van drugsgeld? Het overkwam Charlie Shrem, bitcoinmiljonair en eigenaar van een wisseldienst voor bitcoins. De vicevoorzitter van de Bitcoin Foundation gold als prominent pleitbezorger van de virtuele valuta. De 24-jarige Shrem kwam voorlopig vrij nadat zijn ouders 1 miljoen traditionele dollars borgtocht betaalden. Justitie accepteert geen bitcoins. Wijzer · Rabobank Private Banking
73
Rendementen vergelijken, kan dat?
Check zelf uw rendement L
In de jacht op nieuwe klanten schermen sommige vermogensbeheerders met mooie rendementen. Dat is begrijpelijk, maar vaak is het appels met peren vergelijken.
aten we eerlijk zijn: wie zijn geld laat beleggen, wil het liefst een zo hoog mogelijk rendement. Het is dan ook niet verwonderlijk dat vrijwel elke aanbieder van vermogensbeheer klanten probeert te winnen door met mooie rendementen te schermen. In tv-reclames schiet het ene na het andere klinkende cijfer voorbij. De toelichting in de kleine lettertjes is vaak alweer uit beeld voordat de boodschap goed en wel is doorgedrongen. Wat blijft hangen is het indrukwekkende cijfer. De waarde van die aansprekende voorbeeldrendementen moeten we echter niet overschatten, zegt Han Dieperink, chief investment officer en verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid binnen de Rabobank. ‘Aanbieders communiceren naar klanten vaak de periode waarin de hoogste rendementen zijn behaald. De cijfers kunnen er al heel anders uitzien als die periode een jaar wordt verschoven.’ Het is een van de vele factoren die invloed hebben op het voorgespiegelde rendement. Kosten spelen ook een belangrijke rol. Daarom wordt onderscheid gemaakt tussen het zo-
74
geheten brutorendement (vóór aftrek van kosten) en het nettorendement (na aftrek van kosten). Het verschil tussen de twee kan aanzienlijk zijn, zegt Dieperink. ‘Wie het brutorendement van portefeuille A afzet tegen het nettorendement van portefeuille B, vergelijkt appels met peren.’
Verrassende inzichten In een ideale wereld worden voorbeeldrendementen op exact dezelfde manier berekend. Dan pas is een eerlijke vergelijking mogelijk. In de praktijk is dat bijzonder lastig, stelt Dieperink: ‘De ultieme vergelijking bestaat niet. Dan zouden we alle gegevens moeten hebben van alle portefeuilles van alle aanbieders. En niemand bezit al die informatie. Het gevolg is dat we eigenlijk alleen maar “verkeerde” vergelijkingen kunnen maken.’ Is rendement daarmee een waardeloze maatstaf? Zeker niet, meent Dieperink. ‘Het rendement geeft een indicatie van de prestaties van de vermogensbeheerder. En om de prestaties van verschillende portefeuilles te kunnen beoordelen, is vergelijken
onvermijdelijk. Wel is het belangrijk om rekening te houden met de beperkingen die aan het vergelijken van rendementen kleven. Een nuchtere blik op de cijfers kan dan tot verrassende inzichten leiden.’ Neem de eerdergenoemde voorbeeldrendementen. Afhankelijk van de periode die gemeten wordt, kunnen die sterk verschillen. Dat geldt voor alle vermogensbeheerders, dus ook voor de Rabobank. Van 2008 tot en met 2012 haalde een van de vermogensbeheerconcepten van Rabobank bijvoorbeeld 11 procent rendement (neutraal profiel). Niet spectaculair, mede doordat 2008 een slecht beursjaar was. Kijken we echter naar 2009 tot en met 2013, dan was het rendement maar liefst 54 procent. Hoeveel risico? Een andere belangrijke vraag die beleggers moeten stellen bij het beoordelen van rendementen is: hoeveel risico is er genomen om dat rendement te behalen? Dieperink: ‘Doorgaans betekent een hoger rendement ook dat er meer risico is genomen. Meer risico nemen kan positief uitpakken
Wijzer · Rabobank Private Banking
75
Checklist Brutorendement vs nettorendement Over welk rendement spreekt de aanbieder? Het brutorendement (vóór aftrek van kosten) of het nettorendement (na aftrek). Kosten kunnen een grote invloed hebben op het uiteindelijke nettorendement. Inzage in de kosten is daarom minstens zo belangrijk als inzage in het rendement. Model- vs werkelijke portefeuille Welke portefeuille is gebruikt voor het berekenen van de voorbeeldrendementen? Soms berekenen aanbieders rendementen op basis van een modelportefeuille. Dit is een theoretisch rendement dat bijvoorbeeld geen rekening houdt met kosten van het daadwerkelijk doen van transacties.
voor het behaalde rendement, maar dat hoeft niet. Risico werkt naar twee kanten: meer risico betekent meer kans op rendement, maar ook meer kans op verlies.’ Om te bepalen hoeveel risico de klant wil lopen, gebruiken vermogensbeheerders risicoprofielen. Aan die profielen geven zij tot op zekere hoogte zelf invulling. Een neutraal profiel bij aanbieder A kan daardoor iets anders betekenen dan een neutraal profiel bij aanbieder B. Dieperink: ‘Hoewel de naam van het profiel hetzelfde is, zullen de genomen risico’s en dus de rendementen verschillen. Misschien is het risico dat de klant bij aanbieder A loopt veel groter dan het risico bij aanbieder B.’ Tot slot worden rendementen vaak afgezet tegen een benchmark: een
referentiepunt om prestaties te beoordelen. Doorgaans is de benchmark een index. Daarbij is het wel van belang de juiste benchmark te kiezen, benadrukt Dieperink. ‘Het rendement van een portefeuille waarin uitsluitend wordt belegd in Europese aandelen kan je niet vergelijken met een wereldwijde index.’ Maar zelfs met de juiste benchmark blijft het appels met peren vergelijken, stelt Dieperink. In een index kan namelijk niet kosteloos worden belegd, ook niet met een tracker. Het nettorendement (na aftrek van kosten) op een belegging in de index zal daarom lager uitvallen. De les? Dieperink: ‘Elke vergelijking moet je nuanceren. Het gaat om de juiste combinatie van kosten, risico en rendement.’
Rendement vs risico Hoeveel risico is er genomen om een bepaald rendement te behalen? Een hoger rendement is vaak behaald door meer risico te nemen. Dat betekent ook dat het risico op verliezen groter was. De juiste benchmark Een vergelijking met een benchmark is alleen waardevol als de juiste benchmark is gekozen. Houd er rekening mee dat in de benchmark niet kosteloos kan worden belegd. Het nettorendement op een daadwerkelijke belegging in de benchmark zou dus lager uitvallen. Voor een goed gespreide portefeuille is
een zo breed mogelijke benchmark de juiste maatstaf, elke beperking is feitelijk een actieve keuze. Voor
Van muzikant naar advocaat
‘Dit was de goede keuze’
Keerpunt
Rob van Dongen (47) ‘Vooral als toetsenist/componist van Loïs Lane heb ik prachtige jaren beleefd. Na mijn propedeuse rechten in 1987 heb ik – met name door het succes van de band – mijn studie in de ijskast gezet. Later verschenen componisten als Tjeerd Oosterhuis en John Ewbank op het toneel. Als dat m’n concurrentie is, ga ik het niet redden, wist ik. Ook als toetsenist was ik gewoon niet goed genoeg om ervan te kunnen leven. Ik pakte mijn studie weer op. Mijn stage was bij een advocatenkantoor dat zich bezighield met muziekrecht. ‘Dit is het’, dacht ik. Inmiddels ben ik partner bij Bousie Advocaten en verantwoordelijk voor de muziekpraktijk. Mijn werk is vergelijkbaar met het schrijven van een liedje: in de muziek moet je iets moois maken vanuit vaststaande akkoorden, als advocaat verricht ik eveneens creatieve arbeid vanuit droge materie. Ik heb nooit getwijfeld of ik de juiste keuze heb gemaakt. Muziek maak ik nog steeds, als hobby, heerlijk!’ www.bousie.nl
aandelen is dit de MSCI All Countries World en voor obligaties de Barclays Eur Aggregate index.
Invulling van het risicoprofiel Besef dat aanbieders tot op zekere hoogte zelf invulling geven aan risicoprofielen. Een neutraal profiel bij aanbieder A kan iets anders zijn dan een neutraal profiel bij aanbieder B. Dat betekent ook dat daar een ander risico en rendement bij hoort. Het gaat dan ook niet om de naam van het profiel,
maar om de onderliggende verdeling tussen obligaties en aandelen. Die geeft de beste indicatie.
2009
2010
2011
2012
2013
Totaal 5 jaar
Rabobank Zeer Offensief
29,9%
15,9%
-6,2%
12,0%
14,8%
81,6%
Rabobank Offensief
28,3%
15,4%
-4,9%
10,4%
12,6%
75,2%
Rabobank Neutraal
21,4%
10,5%
-2,8%
8,9%
8,5%
54,1%
Rabobank Defensief
17,1%
8,4%
-1,2%
7,7%
6,5%
43,8%
Rabobank Zeer Defensief
10,5%
6,0%
2,1%
6,2%
3,3%
31,2%
Alle rendementen zijn netto, na aftrek van alle kosten. Het betreft jaarrendementen vanaf ultimo 2008 tot en met ultimo 2013 Bron: Klantrapportages Rabobank Beheerd Beleggen (vanaf 1 mei 2010 Rabobank Beheerd Beleggen fondsen). De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. 76
Wijzer · Rabobank Private Banking
77
Ruben van Zwieten verhaalt …
Vertrouwen tegenover cynisme Ruben van Zwieten (30), predikant en ondernemer tegelijk op de Amsterdamse Zuidas, reflecteert in een essay op wat vermogen betekent voor zijn generatie.
O 78
nthutsend vond ik het. Het bericht begin dit jaar tijdens de wereldtop in Davos, dat de 85 rijksten der aarde – een dubbeldekker vol – met elkaar evenveel bezitten als de 3,5 miljard armsten, bijna de helft van de wereldbevolking. Deze helft van de mensheid heeft geen regie over het eigen leven, moet de hand ophouden en hopen of bidden dat er iets in valt. Terwijl, om het maar eens in bijbels-humanistische termen te formuleren, ook zij geroepen zijn mens te zijn. De enorme kloof tussen arm en rijk wordt groter en baart veel meer menWijzer · Rabobank Private Banking
sen dan alleen de beslissers in Davos zorgen. De werkelijkheid, de wereld om ons heen en in het nieuws, geeft aanleiding tot wantrouwen. Nochtans zie ik het als onze opdracht, onze roeping misschien wel, om optimistisch te zijn. Om tegenover cynisme vertrouwen te plaatsen. Om niet te somberen maar te blijven dromen van, en werken aan, een wereld waarin alle mensen vrij en in vrede en rechtvaardigheid samen zijn. ‘We bevinden ons niet in een tijd van crisis, maar in een tijd van transformatie’, zei onlangs iemand in De Nieuwe Poort. Die opmerking resoneerde, sloeg aan.
Sluipende onzekerheid Wat zijn de tekenen? In 2010 richtten Warren Buffett (84) en Mark Zuckerberg (dit jaar 30) Giving Pledge op, een organisatie – meer een oproep, eigenlijk – die de rijksten der wereld aanspoort het grootste deel van hun vermogen te besteden aan filantropie (etymologische betekenis: liefde voor de mensheid). De oproep van Buffett (geschat vermogen € 42 miljard) en Zuckerberg (goed voor € 22 miljard) vond bij veel van die rijksten der aarde gehoor. Zelf schonk Zuckerberg het afgelopen jaar 920 miljoen euro aan een non-profitorganisatie in Silicon Valley.
79
Zuckerberg is een jaar jonger dan ik, en de jongste onder die 85 allerrijksten. Zegt zijn initiatief iets over de manier waarop onze generatie van late twintigers, vroege dertigers aankijkt tegen vermogen en hoe je daarmee om moet gaan? Ik denk van wel. Wij zijn een generatie die er bijvoorbeeld maar niet van uit moet gaan dat er zo meteen voor ons allemaal een pensioen is. Vaste waarden die vrij kort geleden nog vanzelfsprekend waren, verdwijnen in rap tempo. Er is een sluipende onzekerheid wat betreft het langeretermijnperspectief. Tegelijk leeft er bij ons een sterke neiging tot relativering. We weten: als je een dak boven je hoofd hebt, de krant kunt lezen, je kunt verplaatsen, dan heb je niet veel meer nodig. Uit Harvard-onderzoek blijkt: als je 30.000 euro per jaar verdient, dan verdien je voldoende. Dan is er een duidelijke relatie tussen geld en geluk. Voorbij die grens voegt meer geld nog maar heel weinig toe aan je geluk. Vermogen is dus relatief. Beetje dom? Het zou zomaar kunnen dat we in een transitiefase zitten naar een tijd waarin naast de zzp’er de oze’er gemeengoed wordt: de ondernemer zonder eigendom. Voor deze ‘nieuwe mens’ is bezit een last, een beetje dom zelfs. Deze ondernemer koopt bij Philips geen lampen, maar neemt lichturen af. Zijn vloerbedekking betaalt hij niet, hij neemt bij de tapijtfabrikant loopuren af. Hij gelooft dat dit in essentie de oplossing is voor de huidige wegwerpmaatschappij, voor de groeiende schaarste aan grondstoffen en de alarmerende klimaatverandering. Doordat Philips de lampen niet verkoopt, heeft de fabrikant er anders
dan vroeger geen belang meer bij dat ze snel kapotgaan. Integendeel, hoe langer ze meegaan, hoe langer onze oze’er klant blijft, hoe meer Philips verdient. Niet aan spullen maar aan duurzaamheid. Bezit is niet meer het doel, maar de functie. Zo zien mijn generatiegenoten, zij die dromen, idealen en vertrouwen hebben, vermogen. Niet als een doel op zich, maar als een middel om je doel te bereiken. We leven liever vanuit het tegoed dan vanuit het tekort. We zien de belemmeringen best, maar vooral de mogelijkheden.
Bijbelverhalen Ik had het idee voor De Nieuwe Poort: een huis voor ontmoeting en inspiratie in het financiële hart van Nederland. We organiseren een breed scala aan programma’s. Naast de literatuurtafel en de filosofietafel hebben we ook wekelijks de bijbeltafel. We lezen die bijbelverhalen als literaire teksten. Niet om te bekeren, natuurlijk, maar wel om de tijdloze en tegelijk actuele waarde van die verhalen te ontdekken. Het verhaal van de bijbel, zoals ik het zie, is toch telkens het verhaal van de mens die niet echt vrij is, die de vrijheid zoekt. Die vindt hij ook, maar vervolgens moet hij alle zeilen bijzetten om niet weer in de benauwenis terug te vallen. Of je nu dakloos bent of partner bij een advocatenkantoor op de Zuidas in Amsterdam: die strijd levert elke mens. Het is oefenen, oefenen, oefenen. En dat kun je bij ons en met ons doen in De Nieuwe Poort. Met dat idee ben ik naar een van de rijkste mensen van Nederland gegaan. Ik heb niet veel gekregen en – we zijn nu een halfjaar open – kijk eens wat ik van de grond til. Door die bijdrage is het gaan vliegen.
‘Ik zie het als onze roeping om optimistisch te zijn’ 80
De Nieuwe Poort Ruben van Zwieten (Harderwijk, 1983) opende een halfjaar geleden de deuren van De Nieuwe Poort, een centrum voor zingeving, midden op de Amsterdamse Zuidas. Missie: de samenleving menselijker maken. Doel: een huis van ontmoeting en inspiratie zijn, open voor iedereen. Hier ontmoeten young professionals senioren, geven topadvocaten gratis juridisch advies aan daklozen, spreken topbestuurders over zin en leven, worden gezamenlijk de grote denkers van toen en nu gelezen. Je kunt er ook op niveau eten en drinken, werken en vergaderen. www.denieuwepoort.org
Wijzer · Rabobank Private Banking
81
Wat maakt u rijk? Colofon
Disclaimer
Coverfotografie Mark Horn
Deze publicatie is samengesteld in opdracht van Rabobank Nederland Private Banking. Iedere lokale Rabobank en de andere onderdelen van de Rabobank Groep die als beleggingsonderneming zijn aan te merken, zijn als zodanig geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam. De informatie in deze publicatie is ontleend aan door Rabobank betrouwbaar geachte bronnen en publieke informatie, maar voor de juistheid en de volledigheid van de genoemde feiten, meningen, verwachtingen en de uitkomsten daarvan kunnen wij niet instaan. Hoewel wij ten aanzien van de selectie en berekening van de gegevens de nodige zorgvuldigheid in acht nemen, zijn wij niet aansprakelijk voor enige schade die het gevolg is van de hierin opgenomen gegevens. De informatie in deze publicatie dient niet te worden opgevat als een aanbod en evenmin als een uitnodiging tot het doen van een aanbod tot het kopen of verkopen van financiële instrumenten en is ook niet bedoeld om enig recht of verplichting te creëren. Het gebruikmaken van de informatie geschiedt dan ook geheel op eigen risico. De waarde van beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De in deze publicatie opgenomen informatie is geen expliciete of impliciete beleggingsaanbeveling en kan op ieder moment zonder verdere aankondiging worden gewijzigd. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze publicatie behoren toe aan Rabobank, tenzij expliciet anders aangegeven.
Wijzer Uitgave van Rabobank Private Banking
Wijzer Zomer 2014 / 6
Bezit & Betekenis
‘Ik ben nooit cynisch geworden van wat ik heb gezien’ – Gerdi Verbeet
Een uitgave van Rabobank Private Banking Priscilla Kamphorst, Wendelien Post Concept en realisatie MediaPartners Group, Amstelveen Redactie Anja Corbijn van Willenswaard (Editor in Chief ) Annemiek Sinnige
‘Mijn werk is mijn rijkdom’
Contactadres redactie
[email protected]
Ze presenteert het televisieprogramma WNL op Zondag en heeft haar eigen seminar: Blondjes beleggen beter. Vijf vragen aan financieel-economisch journalist Janneke Willemse.
Art director Rein Vogel Vormgeving Nenad Mećava Janet Deibert (beeld) Creative director Muk Swart
1. Wat maakt u rijk? ‘Dat ik het leukste werk van de wereld heb. Ik mag met heel interessante mensen praten die op hun vakgebied bijna allemaal toppers zijn. En omdat ik zzp’er ben, kan ik vaak doen wat ík wil. Toen ik nog bij een grote uitgeverij werkte paste er veel niet in het beleid van de websites waarvoor ik werkte. Als ik nu iets bedenk, regel ik het gewoon. Zo wil ik dit jaar naar een aandeelhoudersvergadering van Warren Buffet om een documentaire te maken. Dat ga ik dus ook gewoon doen.’ 2. Wat is uw grootste vermogen? ‘Mijn doorzettingsvermogen. Dingen die ik wil, gebeuren uiteindelijk ook. Daar zorg ik voor. Dat gebeurt wel na veel getwijfel, zo ben ik ook. Ik ben nu 39 en misschien had ik wel op mijn 82
20e zelfstandig ondernemer moeten worden. Maar daar was ik toen niet klaar voor. Ik ben een laatbloeier, maar uiteindelijk kom ik waar ik zijn wil.’
3. Hoe heeft vermogen u veranderd? ‘Ik heb niet echt een vermogen, al begint het wel te komen. Ik heb zelfs spaargeld op de bank, voor het geval niemand mij nog wil hebben en ik zonder klussen kom te zitten. Eerlijk gezegd heb ik nooit meer geldzorgen. Dat heeft mij niet heel erg veranderd maar ik ben wel relaxter, gelukkiger. Ik heb echt geen grote wensen, maar als ik iets wil, kan ik het nu gewoon kopen.’ 4. Zou u een huis kopen voor uw moeder? ‘Ja, absoluut. We hebben het er ook al jaren over, om samen met mijn zus,
haar vriend, hun kinderen en mijn moeder en mijn vriend in een groot huis te gaan wonen. Dan maken we wel eens de grap dat we dan ook een tuinhuisje moeten neerzetten voor moeder, maar eigenlijk is het idee best wel serieus. Elke keer als we met oudejaarsavond samen zijn hebben we het erover, maar we zijn nog niet in de buurt van een beslissing gekomen.’
5. Waaraan kunt u geen weerstand bieden? ‘Nerdy people. Mensen die extreem goed zijn op hun vakgebied. Voor 'finance nerds' heb ik bewondering. Mannen en vrouwen die echt tot in detail dingen weten. Dat kunnen economen zijn of journalisten. Als ik met ze praat denk ik vaak: oh, ik wou dat ik dat allemaal kon zeg …’
Projectcoördinatie Isabelle Seelen Contactadres redactie
[email protected] Productie Frank van der Kolk Medewerkers Pablo Bernasconi, Jaap van den Beukel, Rhonald Blommestijn, Wim Boonstra, Hans Bouman, Pieter van den Brand, Thomas Braun, Jos Brauwers, Erik van der Burgt, Conciso, Han Dieperink, Jan Dijkgraaf, Merlijn Doomernik, Hester Doove, Juri Hiensch, Getty Images, Roya Hamburger, Angelique Hoorn, Hollandse Hoogte, Mark Horn, Hilbert Krane, Eduard van Holst Pellekaan, Danielle Levendig, Sandra Lutchman, Leendert Masselink, Arie Meijer, Bert Mulder, Bert Nijmeijer, Annette Prins, Magda Rinkema, Suus Ruis, Peter Steeman, Isis Torensma, Milan Vermeulen, Esther Wagemans, Koos de Wilt, Mark van der Zouw, Manon van der Zwaal@Dutch Photo Collective.
Wijzer Wijzer · Rabobank · Rabobank Private Private Banking Banking
Deze publicatie is geen prospectus of informatiememorandum. Beslissingen om te beleggen in Rabobank Ledencertificaten moeten worden gebaseerd op de volledige beschrijving van voorwaarden en risico’s die van toepassing zijn op Rabobank Ledencertificaten die zijn opgenomen op www.rabobank.nl/ledencertificaten, alsmede de meest recente informatie over de Rabobank Groep en de meest recente Nederlandse staatsleningen. U dient zelf na te gaan of een belegging in Rabobank Ledencertificaten in overeenstemming is met het voor u vastgestelde doelrisicoprofiel. Rabobank Ledencertificaten is een eigen product van de Rabobank. Rabobank en/ of de aan haar gelieerde instellingen vervullen een groot aantal verschillende rollen bij het aanbieden van Rabobank Ledencertificaten en het organiseren van de interne markt waar deze kunnen worden verhandeld. Hierdoor kunnen belangenconflicten ontstaan tussen de Rabobank Groep en beleggers in Rabobank Ledencertificaten.
83 83
‘Ik werd gesteund om succesvol te zijn met hockey, maar opleiding was minstens zo belangrijk’ – Robert van der Horst, aanvoerder Nederlands hockeyelftal – p. 56
84
www.rabobank.nl/privatebanking