Wijzer Uitgave van Rabobank Private Banking
Bezit & Betekenis
‘Het draait in het leven niet om bezit en vermogen’ – Sacha de Boer, fotograaf
Samenleving
Persoonlijk
Kennis
Folkert de Jong 23
Kennis is kracht 62
Hij leefde jarenlang als een soort popster in de kunst. Toen kwam de crisis en veranderde alles. Folkert de Jong zocht nieuwe wegen.
FAR is het grootste analistenteam van de Rabobank als het gaat om de agrarische sector.
Beleggen in boterhammen 72
Bezit en betekenis 34 Lokale held 46 Voedsel uit lab 11
Hockey 14
De trend van innovatieve vormen van levensmiddelenproductie is onomkeerbaar. Voedsel uit het lab is geen sciencefiction.
Het gaat goed maar het kan beter. Dat is het credo van Erik Gerritsen, de nieuwe directeur van de hockeybond.
Bankieren doe je samen Iedereen op de hele wereld gezond eten Interview met Wiebe Draijer 2
Ze vonden elkaar in een gedeelde liefde. Jacob-Jan Boerma en Sacha de Boer over de balans tussen passie en gezond verstand.
Familieportret 50
Miriam en Adrie van der Loo stonden met hun MaxiMaaltje in de finale van de Herman Wijffels Innovatieprijs. Ze wonnen de publieksprijs. ‘Het was voor ons een springplank.’
12 18 20
In de voedselproductie doen zich belangrijke ontwikkelingen voor waar particuliere beleggers op in kunnen spelen. De Rabobank, als wereldwijd leidende ‘food & agri’-bank, biedt een keuze uit twee zorgvuldig geselecteerde fondsen.
Vis, vlees, aardappelen, groente en fruit: Dampack verpakt het allemaal. Oprichter Barend Damen woont nog altijd naast de zaak, maar hij komt er niet vaak meer. Zijn kinderen Cindy en Rory namen in 2001 als twintigers al de leiding over. Column Jaap Seidell Voor een ander Verspilling van voedsel tegengaan Wij … Hebben een idee Financieel DNA Jan en Renée Joosten Keerpunt Powerfood Wijzer · Rabobank Private Banking
26 28 40 56 39, 49, 59, 77
Jeffrey Sachs 78 Jeffrey Sachs, de Amerikaanse topeconoom, roept investeerders op om vooral verder vooruit te kijken. Column Louise Fresco 60 Door de ogen van Drie financieel deskundigen 66 Rendement Voedselprijzen 74 Wat maakt u rijk? Hella Hueck 82
3
Samenleving
A
Voor de toekomst
ls Rabobank denken we zowel bij kleine, maar vooral bij grote investeringen steeds aan het grote geheel en onze verantwoordelijkheid. Topeconoom Jeffrey Sachs bepleit het in een essay: de lat voor ons rentmeesterschap richting toekomstige generaties mag hoger. Als bank dragen we bijvoorbeeld bij door het stimuleren van internationale maar ook lokale initiatieven, zoals het ontwikkelen van een speciale vloeibare maaltijd voor patiënten met slikproblemen. U leest er meer over op pagina 46. Een tweede concrete manier waarop de Rabobank haar rentmeesterschap invult is ons Banking for Food-programma. Tot 2050 groeit de wereldbevolking tot negen miljard mensen, die allemaal gevoed moeten worden. In deze editie nemen we u mee in de ‘big ideas’ die volgens ons nodig zijn om de wereldvoedselsituatie te verbeteren. U leest hier meer over in het kenniskatern, waar u tegelijk kennismaakt met het analistenteam dat zich geheel richt op de food & agrisector. Rentmeesterschap betekent oog hebben voor duurzame beleggingen. Wij
4
Voorwoord
Nieke Martens Directeur Rabo Schretlen Vermogensmanagement
zijn ons er terdege van bewust dat dit heel belangrijk is voor onze vermogende klanten. En dat de persoonlijke samenwerking daarbij een cruciale rol vervult. Uit die samenwerking komen mooie dingen naar voren die passen binnen de gedachte van rentmeesterschap. Bijvoorbeeld Money Meets Ideas, een platform waarbij we bedrijven die behoefte hebben aan kapitaal, variërend van start-ups tot meer gevestigde ondernemingen, koppelen aan klanten die kennis, ervaring en/of
kapitaal willen investeren en daarmee een impuls geven aan de volgende generatie. Het grote belang dat de Rabobank hecht aan de relatie met haar Private Banking-klanten komt onder meer tot uiting in het feit dat onze bestuursvoorzitter Wiebe Draijer in de afgelopen maanden onder de noemer ‘The Big Picture’ veel Private Banking-klanten heeft ontmoet (zie ook het interview met hem op pagina 20). U mag dat zien als een signaal: wij gaan samen met u de toekomst in. Onze dienstverlening aan u, daar zijn we continu mee bezig. Onlangs werd de Rabo Beleggen App bekroond en werden we uitgeroepen tot de beste bank voor online beleggen onder de grootbanken. Met plezier constateren wij dat deze app bepaald niet alleen door de jongere generaties wordt omarmd. We zien dat de combinatie van een vertrouwde contactpersoon en online tools door veel klanten als prettig wordt ervaren. En dat toont aan dat we met elkaar – ongeacht leeftijd - continu blijven leren en groeien. Als een goede rentmeester.
Samenleving Het katern over maatschappelijke, relevante – en verrassende – ontwikkelingen
Wijzer · Rabobank Private Banking
5
Dagje uit ZOOmeravond
W
De selectie van
e wonen met onze twee jonge zoontjes in Amsterdam, en een van de dingen waar we ongelooflijk veel plezier aan beleven zijn de regelmatige bezoeken aan Artis. Vooral op de ZOOmeravonden is dat geweldig. Dan is de tuin tot laat open en kun je tussen de dieren picknicken. Er worden bijzondere verhalen verteld en er heerst dan een heel bijzondere sfeer, ook door de optredens van jonge artiesten. Echt een aanrader!
Nieke Martens
www.artis.nl
Zonder stroom Boek
M
arc Elsberg is een pseudoniem van de Oostenrijkse schrijver Marcus Rafelsberger. Hij en zijn vrouw zijn goede vrienden van ons. Elsberg was tot voor enkele jaren marketeer en richt zich nu volledig op het schrijverschap nadat hij de roman Blackout heeft geschreven. Die staat in Duitsland al drie jaar op de bestsellerslijst en Elsberg is wereldwijd een veelgevraagd spreker geworden. Blackout is een thriller die beschrijft hoe op een koude dag in februari ineens de stroom uitvalt in Italië en vervolgens in de rest van Europa. Het boek is nadrukkelijk gebaseerd op feiten en richt zich op de vraag wat er gebeurt als er in Europa ineens geen energie meer is. Het is fascinerend en stemt tot nadenken. Dat geldt ook voor zijn tweede roman, Zero, die over datamining gaat. www.marcelsberg.com/
Nieke Martens is sinds november 2014 directeur Rabo Schretlen Vermogensmanagement bij Rabobank Nederland. Eerder werkte zij bij onder meer ABN Amro en Van Lanschot Bankiers.
Mannenbolwerk dvd
I
k heb een aantal jaren in Kopenhagen gewoond en gewerkt en ben Denemarken en de Deense cultuur erg gaan waarderen. Hoewel ik nauwelijks tv-kijk, vind ik de televisieserie Borgen, over de vrouwelijke premier Birgitte Nyborg, gespeeld door Sidse Babett Knudsen, erg leuk. Zij slaagt er uitstekend in zich binnen een klassiek mannenbolwerk te handhaven. Boeiend amusement. borgen.vara.nl
6
Tate Modern
Antwerpen Stad
I
k ben opgegroeid in Brabant en toen was Antwerpen als het ware om de hoek. Maar nog steeds gaan mijn man en ik er graag heen. Het is een stad met savoir-vivre, waar de mensen het leven vieren. We bezoeken er het in 2011 geopende MAS (Museum Aan de Stroom) in de oude haven van de stad. Onze favoriete wijk is Zuid, waarvan het hart ligt in de driehoek Waalse Kaai, Vlaamse Kaai en de Leopold De Waelplaats. De sfeer is hier trendy en artistiek. We slenteren er tussen de sfeervolle kroegen, literaire cafés, kunstgalerijen, artistieke shops, interieurzaken en modehuizen. Als je er informeel maar toch heel goed wilt
eten, kun je terecht in Fiskebar. Jawel, een Deens restaurant. Niet in Zuid, maar evenzeer een aanrader, is The Jane, het nieuwste restaurant van Sergio Herman. Dat is gevestigd in de kapel van het negentiende-eeuwse militair hospitaal in het Groen Kwartier. Het is schitterend ingericht, met onder meer een 800 kilo wegende kroonluchter met 150 lichtpunten uit Beiroet, maar tegelijkertijd heel ontspannen. Leuke, goede, jonge bediening. Je voelt je er – net als in de stad zelf – meteen thuis. Dit is echt een restaurant om een bijzondere gebeurtenis te vieren. thejaneantwerp.com
Museum
A
ls ik in Londen ben, op bezoek bij mijn broer, loop ik altijd even binnen in deze voormalige energiecentrale. Het is inspirerend te zien hoe dit museum wordt gerund, hoe ze een jong publiek aantrekken, hoe ze groot durven te denken – wat wij bij de Rabobank ook doen – en voortdurend grote namen aan zich weten te binden. Hier heb ik vorig jaar de tentoonstelling The Cut Outs gezien. Ik ben dan ook trots dat de Rabobank het Stedelijk Museum sponsort, waar t/m 16 augustus 2015 die schitterende Matisse-tentoonstelling is te zien. Een aanrader! www.tate.org.uk en www.stedelijk.nl Wijzer · Rabobank Private Banking
7
Van boerderij naar raffinaderij
Chemie verovert de voedselketen
Voedsel uit het laboratorium is allang geen sciencefiction meer. Weliswaar blijft voedselveiligheid een punt van aandacht, maar de trend van innovatieve vormen van levensmiddelenproductie is onomkeerbaar.
L
evensmiddelenproducenten zijn voor de aanlevering van grondstoffen niet meer uitsluitend afhankelijk van de productie van boeren en tuinders. Naast traditionele foodbedrijven als Royal Cosun en Nutreco brengen nieuwe aanbieders langs chemische weg bereide grondstoffen op de markt die zich qua voedingswaarde kunnen meten met de gewassen van het land en de producten van de boerderij. Die boerderij ondergaat zelf trouwens ook een metamorfose. Door onder andere het gebruik van uitgekiende toevoegingen aan diervoeders worden eindproducten als vlees en melk kwalitatief verbeterd. Op die manier krijgt de traditionele boerderij steeds meer het karakter van een hightechraffinaderij. Metamorfoses zien we ook bij een bedrijf als DSM, dat in niets meer lijkt op wat het vroeger was. Het heeft zich getransformeerd van een staatsbedrijf actief in de mijnbouw tot een hoogwaardig chemiebedrijf met een voedingstak die in 2014 4,3 miljard euro omzette, bijna de helft van het totaal. De voedingstak van 8
DSM produceert niet alleen voedingssupplementen en ingrediënten, maar ook diervoeders en vitamines. In het buitenland zijn meer voormalige chemiereuzen actief geworden in voedingsmiddelen, zoals het Amerikaanse DuPont – ooit opgericht als buskruitfabriek. In Nederland komt een chemiebedrijf als AkzoNobel met zout- en ijzersupplementen eigenlijk nog maar net kijken in het foodkanaal. Andere Nederlandse chemiebedrijven hebben die stap (nog) niet gemaakt. ‘DSM is een uniek geval’, zegt Fred Brouns, hoogleraar Innovatieve en gezonde voeding aan de Universiteit Maastricht. ‘Ik zie andere chemiebedrijven niet snel een soortgelijke transformatie doormaken. Innovatie zal vooral komen van kleinschalige start-ups, die nichemarkten bedienen.’ Dergelijke startups liften volgens Brouns voor een deel mee op de duurzaamheidstrend en zien voor een ander deel primair commerciële mogelijkheden. Brouns: ‘In veel restproducten zitten vezels of eiwitten die je uitstekend kunt gebruiken in onze voeding, dat is duurzaam. Commerciële argumenten tellen ook.
Als je een goedkoop en houdbaar alternatief kunt produceren voor een natuurlijk bestanddeel, zoals kaas op een pizza, dan kun je daar goed aan verdienen.’
Geknutsel aan eten Voedsel uit het laboratorium is allang geen sciencefiction meer. De eerste in een Nederlands lab geproduceerde hamburger was vorig jaar een feit. Vlees kun je met behulp van stamcellen kweken. Dat geknutsel aan ons eten roept vragen op over de voedselveiligheid. Wetgeving moet daarvoor waarborgen bieden, stelt Brouns, die er meteen aan toevoegt dat dit nog niet zo eenvoudig is. ‘Op de sociale media woedt nog steeds een oorlog tegen e-nummers. Terecht is dat eigenlijk niet. Veel consumenten geloven bijvoorbeeld hardnekkig dat de zoetstof aspartaam kankerverwekkend is, terwijl we al heel lang weten dat de hoeveelheden die wij daarvan binnenkrijgen absoluut veilig zijn. Dergelijke hulpstoffen met e-nummers zijn zwaar getest op hun veiligheid, daar hoef je echt niet aan te twijfelen.’ Dat geldt volgens
Wijzer · Rabobank Private Banking
‘Voedsel uit het laboratorium is allang geen sciencefiction meer’ 9
Food exposities Tijdens de World Expo in Milaan (van 1 mei tot 31 oktober) presenteert Nederland zich als wereldleider op agrarisch en agro-industrieel gebied. De Nederlandse inzending richt zich op zowel zakelijke als particuliere bezoekers. Dichter bij huis, in het Leidse Museum Boerhaave, loopt nog tot 1 november van dit jaar de tentoonstelling FOODTOPIA. Bezoekers krijgen er een beeld voorgeschoteld van voedselinnovaties in Nederland vanaf 1900.
10x toekomst op tafel Innovatieve toepassingen in ons voedselaanbod volgen elkaar in hoog tempo op. U hoeft niet per se krekels of meelwormen te eten voor een gezond of duurzaam voedingspatroon. Er zijn meer dan genoeg vernieuwende alternatieven.
1. Meatless
‘De oorlog tegen e-nummers is eigenlijk niet terecht’ Brouns niet voor andere in de natuur voorkomende stoffen of extracten uit planten waarvan de veiligheid en bijwerkingen veel minder bekend zijn. ‘Neem de kruidenextracten die we al duizenden jaren kennen. Honderd procent natuurlijk en dus veilig, zou je denken. Maar dat wil nog niet zeggen dat dit ook altijd zo is. Slangengif is ook honderd procent natuurlijk.’ Gedeukte doperwten Met een aantal partners is de Rabobank aandeelhouder in het Dutch Greentech Fund, dat investeert in ambitieuze en innovatieve bedrijven. De Rabobank is zeer actief in dit netwerk en treedt op als facilitator door partijen met elkaar in contact te brengen. Zo kunnen ze doorbraken bereiken waartoe ze op eigen kracht niet in staat zouden zijn. ‘We helpen bedrijven aan nieuwe partners en nieuwe afzetmarkten’, legt hoofd Duurzaamheid van Rabobank Nederland Bas Rüter uit. ‘Samenwerking tussen partijen leidt tot een versnelling van ontwikkelingen en een grotere efficiency. We zijn er bijvoorbeeld in 10
geslaagd een traditioneel bedrijf in de glastuinbouw te koppelen aan een nieuwe speler die vegetarische hamburgers produceert. Een belangrijk ingrediënt daarvoor zijn gedeukte doperwten, voorheen een afvalproduct.’ De Rabobank gelooft sterk in de mogelijkheden van wat wel de circulaire economie wordt genoemd. Rüter: ‘Het sluiten van kringlopen is een randvoorwaarde voor een duurzame economie. Fossiele energie en grondstoffen zijn eindig. Daarom biedt de biobased economy ook zakelijk enorme kansen. Kennis van de markt is daarbij essentieel. Niet voor niets steekt onze bank in vergelijking met de concurrentie veel meer tijd en geld in onderzoek naar duurzame landbouw en voeding. Onze rol is duidelijk geëvolueerd van pure financier naar strategische partner met onderscheidende kennis, netwerken en financiële diensten.’
Beleggen in agrifood Duidelijk is dat de chemie steeds meer vaste voet aan de grond krijgt in de
voedselketen, zeker als men beseft dat van alle mogelijke micro-organismen volgens schattingen zo’n 98 procent nog ontdekt moet worden. Zijn bedrijven die actief zijn in agrifood daarmee per definitie ook aantrekkelijke beleggingsobjecten? Bert Dekker, strateeg bij Rabobank Particulieren en Private Banking, beschouwt vitamines als een duidelijke groeimarkt. Ook voorziet hij interessante ontwikkelingen op het gebied van andere farmaceutische toepassingen en toediening van voeding en medicatie. ‘We kunnen klanten wat dat aangaat goed adviseren over hun beleggingsdoelen’, aldus Dekker. ‘Innovatieve start-ups maken evenwel geen deel uit van ons beleggingsassortiment. Je praat dan over heel andere risico’s dan bij beursfondsen.’ Omdat Rabobank zelf intussen belangen heeft in start-ups kan Dekker zich wel voorstellen dat de ervaring die de bank daarmee opdoet in de toekomst leidt tot de oprichting van fondsen waarin ook klanten kunnen beleggen. Zo ver is het echter nog niet.
Meatless produceert in het Zeeuwse Goes een vetvervanger die in staat is tot vetreducties in voedselproducten van vijftig procent, zonder verlies van smaak of kwaliteit. Daarmee daalt het caloriegehalte, en het cholesterolgehalte wordt eveneens verminderd. Meatless kan ook het verzadigd vetgehalte aanzienlijk verlagen. www.meatless.nl
2. Protix Biosystems Protix Biosystems uit Den Bosch produceert duurzame eiwitten van hoge kwaliteit. Dit gebeurt door het omzetten van organische afvalstromen met behulp van insecten. De voedingswaarde van insecten wordt steeds meer gezien als een mogelijke oplossing voor dreigende voedseltekorten. www.protix.eu
3. Avebe Aardappelzetmeelproducent Avebe uit Veendam speelt in op de groeiende vraag naar plantaardige eiwitten. Het bedrijf verwacht eind dit jaar een nieuwe fabriek in gebruik te nemen waarmee de productiecapaciteit vervijfvoudigt. Het aardappeleiwit wordt onder andere gebruikt in ijs, brood en ‘vegan cheese’. www.avebe.nl
Wijzer · Rabobank Private Banking
4. Encko Food Group
8. ChainCraft
De in Holten gevestigde Encko Food Group brengt onder de merknaam Vivera een uitgebreid assortiment gebruiksklare vleesvervangende producten op basis van vitamine B12 en ijzer op de markt. Leverbaar zijn onder meer kant-en-klare maaltijdcomponenten, maaltijdingrediënten, snacks en broodbeleg. www.encko.nl
Het Amsterdamse ChainCraft ontwikkelt fermentatietechnologieën waarmee duurzame biobased chemicals geproduceerd kunnen worden, die concurreren met de op de reguliere landbouw en chemie gebaseerde alternatieven. De technologie van het bedrijf vindt zijn weg naar toepassingen in onder andere food en geur- en smaakstoffen. www.chaincraft.nl
5. Jansen Gebiedsinnovatie Jansen Gebiedsinnovatie uit Barneveld richt zich op het integreren van technische en maatschappelijke innovaties. Het bedrijf ontwikkelde de Air Root Purifier, een product dat fijnstof, stikstof en ammoniak gebruikt voor het kweken van diverse gewassen. Zo kan het afval omzetten in groenten. www.gebiedsinnovatie.nl
6. Insect Europe Insect Europe kweekt in Lelystad eetbare insecten, zoals krekels en meelwormen, voor menselijke consumptie. Insecten zijn een prima alternatieve eiwitbron. ‘Het moeilijkste van het eten van insecten is de eerste keer’, meldt het bedrijf op de eigen website. www.insecteurope.com
7. Ojah De in het Gelderse Ochten gevestigde firma Ojah brengt de plantaardige vleesvervanger Beeter op de markt, bedoeld voor industriële of culinaire verwerking. Volgens de fabrikant bieden meerdere partijen, zoals De Vegetarische Slager en Hanos, de vleesvervanger inmiddels onder eigen label aan. www.ojah.nl
9. Pit-Foodconcepts Pit-Foodconcepts uit Sint Oedenrode maakt kant-en-klare babyvoeding zonder toevoeging van kleur- of smaakstoffen voor kinderen tussen zes en twaalf maanden. De babyvoeding wordt onder zeer hoge druk bereid, waardoor bacteriën en schimmels geen kans krijgen. www.pit-foodconcepts.nl
10. Maris Projects Maris Projects, gevestigd in Schijndel, exploiteert een zeer profijtelijke algenfarm met een wereldwijd opererende distributeur in de voedselen diervoedersector. Het bedrijf kweekt zoetwaterspiruline, volgens de UN/ FAO /WHO het beste voedsel voor de toekomst. www.maris-projects.nl
‘Het moeilijkste van het eten van insecten is de eerste keer’ 11
Bankieren doe je samen
‘Food for thought’
Met oprechte interesse plant je het zaadje voor een samenwerking die verder gaat dan de rekening-courant, menen vermogensmanager Irma Slotboom en CEO van Delta Wines Joris Snelten.
Z
e praten veel, Irma Slotboom, vermogensmanager bij Rabobank Regio Den Haag, en Joris Snelten, CEO van wijnimporteur en -groothandel Delta Wines. Maar over twee dingen gaat het zelden: geld en bankproducten. ‘Of in ieder geval heel weinig’, zegt Slotboom. ‘We praten over de toekomst, over hoe je een bedrijf kunt laten groeien zonder de cultuur en kernwaarden te verliezen, hoe Joris zijn vervanging heeft geregeld mocht er tijdens zijn reizen iets gebeuren en ga zo maar door. Onze gesprekken zijn food for thought.’ Meestal spreekt Slotboom af aan het einde van de dag, omdat ze weet dat Snelten geen volgende afspraak heeft en ze los van de waan van de dag kunnen filosoferen. ‘En daarna een goed glas wijn drinken’, lacht Snelten. De juiste vragen stellen, dát vindt hij belangrijk. ‘Oprechte interesse tonen. Zo doe ik zaken met mijn klanten en zo wil ik dat de Rabobank zakendoet met mij.’
Irma Slotboom (Rabobank) en Joris Snelten (Delta Wines).
12
Netwerken Snelten bankiert zowel zakelijk als privé bij de Rabobank. Een bewuste keuze. Als marktleider in de Nederlandse wijnhandel voelt hij zich thuis
Wijzer · Rabobank Private Banking
bij de food & agri-achtergrond. ‘De Rabobank zit in veel wijnlanden en bestudeert de ontwikkelingen in mijn branche. Dat is waardevol. Onlangs gaf een food & agrideskundige van de Rabobank uit New York op ons verzoek aan inkopers van de grote supermarkten een presentatie over de mondiale wijnproductie. De retailers waren onder de indruk.’ Rabobank hielp Delta Wines groeien door niet alleen financiële middelen, maar ook haar netwerk in binnen- en buitenland beschikbaar te stellen. In Polen bracht de lokale Rabobank Snelten bijvoorbeeld in contact met een bedrijf dat Delta Wines later overnam. ‘Onze samenwerking gaat verder dan de rekening-courant.’ Persoonlijke interesse In de wijnhandel is samenwerken meestal een kwestie van gunnen. ‘Natuurlijk hebben we ook klanten die afrekenen op koude ratio,’ zegt Snelten, ‘maar vaker geeft de persoonlijke relatie de doorslag. Goed samenwerken vraagt een investering in tijd en interesse. Die persoonlijke kant is voor mij ook belangrijk in bankzaken. Daarom kan ik me soms zo ergeren aan formaliteiten die de samenwer-
king verlammen.’ Wat dat betreft kent Slotboom haar klant goed: ze valt Snelten niet lastig met vijf verschillende oplossingen of interne regelgeving. ‘Ik vraag Joris wat hij wil bereiken en doe dan het beste voorstel. Uiteindelijk is dat de manier waarop je als vermogensmanager verschil kunt maken. Niet met producten, maar met de invulling van het hele plaatje.’
Zakelijke inborst De samenwerking tussen Slotboom en Snelten berust op wederzijdse openheid en vertrouwen. Snelten gelooft sterk in transparantie. ‘Ik ben heel open en geef de bank veel informatie. Ook, of juist, als het op een bepaald moment wat minder zou gaan. Daardoor toont de Rabobank vertrouwen in de toekomst en visie van Delta Wines, denk ik, en durft ze verder te gaan dan andere partijen.’ Want hoe belangrijk de persoonlijke noot ook is, zakelijk blijft Snelten wel. ‘Ik ben opgevoed met slim inkopen en slim wegzetten. Als een andere bank morgen op mijn deur klopt met een scherp voorstel, dan zet ik die door naar Irma. Tot op heden heeft de Rabobank altijd de meest interessante voorstellen gedaan.’
13
Portret
‘Hockey in Nederland is ook een coöperatie’ Het gaat goed, maar het kan nog beter. Dat is zo ongeveer het credo van de nieuwe algemeen directeur van de hockeybond, Erik Gerritsen.
‘W
14
e werken op het bondsbureau met vijftig mensen en doen het met z’n allen. Misschien wel typerend voor mijn karakter, ik hoef alle schouderklopjes niet te hebben. Als directeur van de bond heb je eindverantwoordelijkheid en soms moet je besluiten nemen. Verder ben ik er vooral om richting aan dit bureau te geven en te zorgen dat iedereen zich goed voelt. Het is een functie die ik graag wilde vervullen toen ik de vacature in de krant zag. Gelet op mijn werkachtergrond pas ik goed op deze plek en ik ben een hockeyer in hart en nieren. Ik had niet eens de keuze of ik wilde gaan hockeyen, mijn wieg stond al langs het veld. Mijn vader en oom waren fanatiek en mijn moeder speelde niet, maar was er wel altijd. Uiteindelijk heb ik dertien jaar hoofdklasse gespeeld. Later heb ik voor mijn club Amsterdam wat teruggedaan door als vrijwilliger in het bestuur te zitten. Ik heb grotendeels gewerkt als adviseur in de publieke sector, ook Wijzer · Rabobank Private Banking
voor sportbonden. Alles kwam door deze vacature bij elkaar.’
Wisselwerking ‘Mijn voorganger Johan Wakkie heeft dit 21 jaar gedaan en is een begrip. Toch heeft dat mij nooit nerveus gemaakt. De meeste hockeyers kennen mij en ik ken de hockeywereld. Johan Wakkie en ik kennen elkaar goed. Hij vond het leuk dat ik hem ging opvolgen, dus hij introduceerde mij op een positieve manier. Soms eten we een hapje en praten we bij. Dat alles maakt het makkelijker.
Wat ik vooral wil uitstralen en uitdragen is een goede samenwerking met de clubs. Als bond willen we nog meer dienstverlenend zijn naar onze leden en clubs, fans en partners nog meer verbinden. Dat gaat overigens al jaren erg goed. Onze clubs zijn meer dan een sportvereniging. De leden zijn bereid iets voor de club en de regio te doen. Dat past helemaal bij de kernwaarden
van de Rabobank. Relevant zijn op lokaal niveau, een maatschappelijke functie vervullen, ofwel: een aandeel in elkaar. Wij hebben dat exact zo met onze verenigingen. Wij zijn een soort coöperatie: van en voor leden. De wisselwerking is essentieel: wij faciliteren clubs om succesvol te worden, zij delen hun kennis, ideeën en wensen met ons. Laatst was ik bij de opening van HC Spaarndam. Een kleine, betrokken gemeenschap. Iedereen was aanwezig, tot en met de wethouders die hadden bijgedragen aan de oprichting en de lokale Rabobank. Die samenwerking zien we op heel veel plekken. Van de 320 hockeyclubs in Nederland hebben er tweehonderd een partnership met een lokale Rabobank. Maar we kunnen nog meer uit die samenwerking halen.’ Hockeycultuur behouden ‘Als ik moet kiezen, met het mes op de keel, tussen groei naar 300.000 leden of een olympische titel voor de
15
Erik Gerritsen Algemeen directeur KNHB 43 jaar Sinds september 2014 algemeen directeur van de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB). Getrouwd met Els; drie kinderen (Teun, Lily en Tommy). Studeerde bedrijfseconomie. Werkte bij adviesbureau BMC als senior advisor en heeft ruime werkervaring op het gebied van sport in zowel overheid als bedrijfsleven. Eerder werkte hij voor onder andere Deloitte en Capgemini. Speelde in de hoofdklasse voor Kampong en Amsterdam. Met de laatste club werd hij tweemaal landskampioen. Was manager van Jong Oranje Heren en bestuurslid Tophockey bij hockeyclub Amsterdam.
16
In vijf woorden: ‘Samenwerken, verbinden, visie, focus, daadkracht. En humor. Relativeren. Zeven dus’ dames en de heren, dan kies ik voor het laatste. Dat is niet zozeer een keuze tussen topsport of breedtesport, maar ik vind groei geen doel op zich. Wij hebben familiewaarden. De clubs zijn een sociale omgeving, waar het leuk is om te komen, waar leden zich thuis voelen en graag iets terugdoen voor de club. Die cultuur is het belangrijkste dat we hebben. We moeten met z’n allen waakzaam zijn en ervoor zorgen dat die overeind blijft. Hoe groter hoe moeilijker. Wat we nu signaleren is een toename van het aantal incidenten van wangedrag. Ik ben niet bang door deze ontwikkeling – het is een maatschappelijke trend – maar we moeten wel waakzaam en alert zijn.’
Successen en ambities ‘We zijn ambitieus en tegelijk trots op wat we al hebben waargemaakt. Neem het WK in Den Haag van vorig jaar, dat was een voortreffelijk samenspel tussen alle partijen. Door de samenwerking met de Rabobank zijn we erin geslaagd onze clubs een grotere maatschappelijke functie te geven. Nu willen we ook landelijk iets bereiken op dit punt. Als bond kunnen we dat niet zelf, de verenigingen zullen het moeten doen, terwijl wij hen zo goed mogelijk faciliteren. In 2017 organiseren we het EK in het Wagener Stadion: ons bondsstadion in Amstelveen. Dat is een mooie gelegenheid voor samenwerking met de stad en andere maatschappelijke partijen. We willen er een écht landelijk evenement van maken door interlands te organiseren bij hockeyclubs in alle hoeken van het land. Zodat het EK overal in Nederland zichtbaar is en leeft. Hockey is populair en toegankelijk. Samen met de Rabobank en andere lokale partners kunnen we er overal een feestje van maken. Met clinics voor kinderen, meet & greets met internationals et cetera.
Rabobank kan daaraan bijdragen door de lokale gemeenschap een plek te geven in zo’n evenement.’
Tophockey in Nederland? ‘We behoren gelukkig tot de top van de wereld. Wel zou het mooi zijn als de mannen weer eens een hoofdprijs winnen. Dat gebeurde voor het laatst in 2000. We moeten die laatste stap vooruit maken, van de tweede naar de eerste plaats. Bondscoach Max Caldas heeft die klus gekregen en is daar goed mee aan de slag. Verder is onze hoofdklasse goed, met een van de beste competities ter wereld. Maar ook daar kan het nog beter. De hoofdklasse is belangrijk voor de hockeycultuur en de clubs, en als goede voorbereiding op Oranje. Daarom gaan we samen met de clubs aan de slag om de hoofdklasse beter in de markt te zetten. Een ander speerpunt is om de regionale en landelijke trainingsprogramma’s beter op elkaar af te stemmen. Tot slot werken we aan een nieuw tophockeyplan om de talentontwikkeling en het samenspel met de clubs een nieuwe impuls te geven. Niet omdat we ons zorgen maken, maar omdat het altijd beter kan.’ Horizon ‘Ik heb geen idee hoelang ik bondsdirecteur zal blijven. Twee jaar is te kort, maar 21 jaar zoals Johan lijkt me wat lang. Onze strategie heet ‘2020’ dus tot en met dat jaar wil ik zeker graag blijven. Intussen blijf ik lekker hockeyen. Ik speel in een veteranenteam met onder meer oud-toppers als Taco van den Honert, Marten Eikelboom, Tycho van Meer en Erik Cornelissen, de voorzitter van de hockeybond. Helaas ben ik vaak verhinderd doordat ik jubileumvieringen van andere clubs moet en wil bijwonen. Dus mijn basisplaats komt in gevaar!’
‘De hockeycultuur, met haar familiewaarden, is het belangrijkste dat we hebben’ Wijzer · Rabobank Private Banking
17
Iedereen een gezonde maaltijd
Wat is daarvoor nodig? Verbeter de toegang tot voedsel
1
2
3
Vergroot de beschikbaarheid van voedsel 7
Stimuleer gebalanceerde voeding
Meer dan 800 miljoen mensen lijden permanent honger.
4
Ieder jaar sterven meer dan 3 miljoen kinderen de hongerdood.
1/3 van het wereldwijd geproduceerde voedsel
5
Circa 1 op de 6 Amerikanen lijdt aan een voedselgerelateerde ziekte.
6
Meer dan 1,4 miljard mensen hebben overgewicht, 1/3 daarvan heeft obesitas.
wordt verspild door gebrek aan kennis en verkeerde behandeling, vervoer of opslag.
158 pasgeborenen per minuut, waarvan 154 in
groeiende bevolkingsgroepen in opkomende en ontwikkelingsregio’s.
8
9
De resultaten van de Rabobank F20 Summit
Verbeter de stabiliteit
14
10
Prijzen van agrarische grondstoffen blijven pieken.
11
Het landbouwareaal per hoofd van de bevolking is sinds de jaren zestig gehalveerd.
Waardecreatie is ongelijkmatig verdeeld binnen de keten.
12
Er moet meer geproduceerd worden met minder impact op het milieu.
Iedere 20 jaar verdubbelt het aantal mensen datafhankelijk is van 1 boer.
13
Op iedere 350 mensen in New York is er maar 1 boer die voedsel produceert.
Iedere maand krijgt de wereld er 5 miljoen extra te voeden monden bij. Dat is een stad zo groot als Singapore.
Zo’n zevenhonderd food & agrip rofessionals kwamen in november 2014 bijeen in Sydney om gezamenlijk, tijdens de F(food)20 Summit prioriteiten te stellen voor een duurzame toekomst van de landbouwsector. Vergroot de beschikbaarheid van voedsel Hogere (overheids)investeringen voor verbeterde productiviteit. Betere logistiek en infrastructuur. Verbeter de toegang tot voedsel Hogere investeringen in opslag en logistiek om verliezen te voorkomen. Verbeter de toegang tot onderwijs & informatie. Stimuleer gebalanceerde voeding Zorg voor onderwijs en bewustwording ten aanzien van voeding. Verbeter de toegang tot informatie.
5 10
Verbeter de stabiliteit Neem machtsverschillen op de markt weg. Vergroot de samenwerking. Overbrug de kloof tussen consument en boer.
3
Rusland
Scandinavië China
Alaska en Canada
6
12 13
Verenigde Staten
Singapore Verenigd koninkrijk
7
Japan
Grote Oceaan Hawaï
New York Mexico
Iberisch schiereiland
Brazilië
Grote Oceaan
Noord-Afrika
Zuidoost-Azië Italië
Midden-Oosten
8 Argentinië
India
Atlantische Oceaan
Kenia
Indische Oceaan
9 Chili
11
1
14
4
Nieuw Zeeland
Australië
18
2
Wijzer · Rabobank Private Banking
19
Interview bestuursvoorzitter Wiebe Draijer
‘Gaat het Nederland goed, dan ons ook’
Wiebe Draijer staat sinds ruim een halfjaar aan het roer van de Rabobank. Hij ziet de toekomst rooskleurig in, ook al staat de bank nog een fors aantal uitdagingen te wachten. ‘Wij zijn de spiegel van de maatschappij.’
D
e Rabobank staat momenteel in verschillende opzichten in de steigers. Draijer: ‘Wij verbeteren onze klantbediening door fors te investeren in verdere virtualisering van onze dienstverlening. Daarmee kunnen we onze kosten drukken en tegelijkertijd medewerkers vrijspelen voor het contact met onze klanten. Want ook al willen klanten hun bankzaken doen waar en wanneer het hen schikt, de behoefte aan persoonlijk contact met de bank blijft bestaan. Los van de vraag overigens of dat contact fysiek, per telefoon, mail of via de chat plaatsvindt.’ Parallel aan de klantbediening wordt ook de coöperatieve structuur van de Rabobank gemoderniseerd. ‘We willen ons als bank en als coöperatie verbeteren. De afgelopen jaren ging onze organisatie steeds meer gebukt onder externe en interne regelgeving. Dat ging in toenemende mate ten koste van de aandacht voor onze klanten. We willen buiten zijn, dicht bij de klant en actief in de markt. We blijven een decentrale organisatie 20
van lokale Rabobanken, die gaat samenwerken als één coöperatie, vanuit één bankvergunning en één bankbalans. We denken hiermee een betere bank én een krachtiger coöperatie te worden. De invloed van onze leden wordt ook groter, elke lokale Rabobank krijgt een rechtstreekse vertegenwoordiging namens de leden in het hoogste orgaan van de coöperatie, de Algemene Leden Raad.’ Scherp aan de wind varen Hoewel de economie duidelijk aantrekt en ook de resultaten van de bank tot tevredenheid stemmen, is er volgens de bestuursvoorzitter van de Rabobank geen reden voor te veel optimisme. ‘Vooropgesteld dat we beslist de weg omhoog zijn ingeslagen, zien we toch dat de kredietverlening slechts mondjesmaat groeit. De woningmarkt herstelt zich krachtig, maar klautert omhoog uit een heel diep dal. De export groeit, maar vooral dankzij de rugwind van de gunstige wisselkoersen. En tegelij-
kertijd wordt van de banken gevraagd om hun buffers nog meer te vergroten om in tijden van crisis het hoofd boven water te kunnen houden.’ Voor de Rabobank betekent deze ontwikkeling dat zij ook de komende jaren scherp aan de wind moet varen. Draijer: ‘We moeten leren leven met blijvend lage marges, strategische keuzes maken in welke activiteiten wel en welke niet tot onze corebusiness behoren. En uitkijken naar nieuwe en innovatieve vormen van bankieren die het mogelijk maken onze klanten te financieren zonder dat dit drukt op onze balans.’ Negatief sentiment En dan is er nog het sentiment in de samenleving dat nog steeds ronduit negatief is als het gaat over de financiële sector. ‘Natuurlijk raakt mij die kritiek en begrijp ik die. Maar ik vind de toon toch ook vaak te scherp, dan herken ik mezelf en onze medewerkers er niet in. Maar ik laat mij daar niet door uit het lood slaan. Volgens mij is er maar één manier
Wijzer · Rabobank Private Banking
21
Topstuk
Cv Wiebe Draijer 49 jaar Wiebe Draijer is sinds vorig jaar bestuursvoorzitter van Rabobank Nederland. Daarvoor was hij twee jaar voorzitter van de Sociaal Economische Raad (SER) en 22 jaar consultant en managing partner bij McKinsey & Company. Draijer studeerde Werktuigbouwkunde aan de Technische Universiteit Delft en volgde een MBA met verdiepingsfocus in finance aan de INSEAD Businessschool. Naast zijn werkzaamheden voor de Rabobank is Draijer voorzitter van de Raad van Toezicht van het Nationaal Centrum voor Wetenschap en Technologie en lid van de Raad van Toezicht van het Kröller-Müller Museum. Hij is getrouwd en heeft vier kinderen.
22
‘Alsof ouder worden niet ook kansen biedt’
waarop we het vertrouwen van de maatschappij kunnen terugverdienen. Door te laten zien dat we er zijn voor de klant, bereikbaar zijn, dienstbaar zijn. Dat is een kwestie van een lange adem, tegelijkertijd kunnen we het ons niet permitteren om een paar jaar onder te duiken om ons alleen maar op de klant te richten. De maatschappij heeft geen geduld, fouten worden uitvergroot en de emoties lopen snel op. Met die realiteit moeten we leren leven. We moeten dus verantwoording afleggen en dat doen we ook.’ Spiegel van de maatschappij Draijer noemt de Rabobank een maatschappelijke bank, wat verstaat hij daaronder? ‘Wij zijn in veel opzichten de spiegel van de maatschappij. In Nederland hebben we 7,5 miljoen klanten, bijna de helft van het midden- en kleinbedrijf is klant bij ons. Dat maakt ons een cruciale factor in de nationale economie. Als het Nederland goed gaat, dan gaat het ons ook goed. Dus dat verplicht ons om maximaal bij te dragen aan dat succes.’ Die bijdrage gaat volgens hem verder dan het leveren van uitstekende en concurrerende financiële producten en diensten. ‘Onze lokale banken participeren actief in de lokale gemeenschap waar ze deel van uitmaken. Ik ben er trots op hoe daar invulling wordt gegeven aan onze slogan “Een aandeel in elkaar”. Wij zijn de natuurlijke bondgenoot van sportclubs en verenigingen, participe-
ren actief in allerlei maatschappelijke netwerken, proberen de gemeenschappen leefbaar en gezond te houden.’ In lijn met deze lokale initiatieven ontwikkelt de Rabobank ook een strategie die ten dienste staat van de BV Nederland. ‘Wereldwijd hebben we ons als food & agribank al gecommitteerd aan het oplossen van het voedselvraagstuk, als Nederlandse bank pur sang willen we ons inspannen om Nederland krachtig en gezond te houden. Dat begint met een antwoord op de vraag hoe ons land er over tien of vijftien jaar uitziet en welke kansen of bedreigingen dat met zich meebrengt en welke rol we daar als Rabobank in willen en kunnen spelen.’
Limburg Gevraagd naar concrete voorbeelden zegt Draijer: ‘Het definitieve ei is nog niet gelegd, maar thema’s waar je aan kunt denken zijn innovatie, de circulaire economie, sociaal ondernemerschap of de zorg. Ik fietste onlangs door Limburg en stelde me voor dat je daar na je pensioen heerlijk kunt wonen. Vergrijzing gaat vooral over de negatieve aspecten, alsof ouder worden niet ook kansen biedt. Op het gebied van wonen, in de gezondheidszorg of voor de recreatieve sector. Van de vergrijzende samenleving de draai te maken naar de verzilverende economie. Een fabelachtige uitdaging!’
Het atelier van Folkert de Jong
‘Ik heb iets te zeggen en daar geneer ik me niet voor’ Hij leefde jarenlang als een soort popster in de kunst. De crisis en het vaderschap brachten hem van Amerika terug naar zijn geboortegrond. Hier ervaart Folkert de Jong de verbinding met de thema’s die hem intrigeren.
Wijzer · Rabobank Private Banking
23
E
Het werk van Folkert de Jong
en prettige chaos kun je het noemen. Overal in de enorme ruimte liggen stukken schuimplastic, spuitbussen, emmertjes, afdrukken van bustes, valhelmen, delen van etalagepoppen, bouwmateriaal, bussen met hardschuim. In een industriële loods in het NoordHollandse Krommenie, weg van de bruisende kunstscene, deelt kunstenaar Folkert de Jong een groot atelier met zijn vriendin en moeder van zijn jonge kinderen. Zij werkt met textiel en hij maakt beelden. ‘Ik zie alleen maar voordelen. We brengen de kinderen naar school en gaan dan samen naar ons atelier. Ik vind het fijn om niet alleen te zitten en bovendien is mijn vriendin mijn grootste criticus. Niets verlaat de studio zonder haar goedkeuring. Zij ziet goed welke plaats een nieuw werk in mijn oeuvre inneemt en of het al dan niet een stap vooruit is. Elk nieuw werk moet toch steeds een nieuwe bladzijde zijn in mijn verhaal.’ Weg van de glamour Voor 2008 was jaar na jaar in de regel al zijn werk al vóór de opening van galerietentoonstellingen verkocht. ‘Ik had een soort popstercarrière zonder tegenslagen en was een workaholic geworden. Er was voortdurend druk vanuit de galerie om meer te maken, meer te verkopen. Daardoor werd mijn ego gestreeld en het leverde materieel ook veel op. Ik werkte altijd. Mijn vriendin en ik gingen in het donker van huis en kwamen in het donker weer thuis. We aten in het atelier en mijn genot haalde ik uit mijn egotrip. Dat veranderde met de crisis en met de geboorte van mijn eerste kind. Ik kwam tot inkeer en bracht alles terug naar mezelf en naar waar ik vandaan kom, naar ground level. Voorheen werkte ik in Los Angeles en New York, en daar verdwijn je algauw in een glamorous wereld die lijkt op het scenario van een film. De diepzinnigheid die ik hier in Krommenie ervaar, vlak bij waar ik geboren ben, voelde ik niet in Amerika. Hier vind ik vreugde in mijn werk en voel ik mij een beter mens.’ Kwetsbaarheid ervaren De Jong was ooit verpleegkundige en werd pas later opgeleid tot kunstenaar. Iets heel anders, zou je denken. 24
Folkert de Jong startte zijn zoektocht naar materiaal en vorm op de Rijksakademie (1998-1999). Via horrorfilms en het uitvoeren van performances kwam hij uit bij het maken van beelden. Een klassieke discipline, maar dan met ongebruikelijke materialen. Hij werd meerdere malen bekroond, onder andere met de Prix de Rome Sculptuur, de Den Haag Sculptuur Award en de Charlotte Köhler-prijs. Voor de Rabo Kunstcollectie zijn twee werken verworven die Folkert de Jong maakte in 2009. Circle of Trust (Mother and Son) is een levensgroot beeld van een moeder met kind op de arm. Heritage toont een grijsaard en een jongen. Ze mijmeren zij aan zij, alsof ze een stil verbond hebben gesloten. Kortgeleden kocht Rabobank op een veiling het werk Seht der Mensch, The Shooting Lesson, uit 2007. www.folkertdejong.org
De Jong: ‘Ik vind van niet. In beide gevallen probeer ik de wereld beter te maken en ben ik bezig in een maatschappelijke context. In een ziekenhuis ervaren de mensen de kwetsbaarheid van hun bestaan en daar gaat ook mijn werk over. In de medische wereld zijn enorme stappen gezet om het ziek zijn lichter te maken. Die kwetsbaarheid en de poging van mensen om aan ziekte en dood te ontsnappen, intrigeren mij. Door mijn werk probeer ik mensen uit hun comfort zone te halen en hun kwetsbaarheid te laten ervaren.’ Folkert de Jong werkt vaak met materialen die oorspronkelijk afkomstig zijn uit de Amerikaanse petrochemische industrie, ontwikkeld voor oorlogstoepassingen en later gebruikt als bouwmateriaal. De Jong: ‘Polyurethaan en piepschuim passen bij de
behoefte van mensen om status en macht te verwerven, en het geluk te zoeken in materiële zaken. Ik vind het interessant om spirituele lading te geven aan zoiets industrieels als bouwschuim. Het representeert alles waardoor we naar de knoppen gaan. Het is slecht voor het milieu en het zet ongebreideld uit. Maar ik wil door mijn kunst mensen optillen, mensen hoop geven, juist met dit materiaal.’
Terug naar brons Door te werken met schuim nam Folkert de Jong afstand van eeuwenoude tradities in de beeldhouwkunst. Van machtige mannen die zich in het perfecte brons op een onkwetsbare manier lieten vereeuwigen. Dat wilde De Jong juist niet. Maar nu is hij toch overgestapt naar brons, zoals voor het werk Duel, een pistoolgevecht tussen
een vrouw en een man in 19de-eeuwse kleding. Het zijn op het eerste gezicht romantische beelden, die passen in een prettig park, maar dan wel met een confronterende scène van een pistoolgevecht. En als je dichtbij komt zie je dat hun uiterlijk iets morbides en kwetsbaars heeft. De Jong: ‘Het schuim waarmee ik werkte, paste bij de glamorous en groteske filmindustrie van de westkust van Amerika. Maar de wereld is in korte tijd veranderd en er hebben zich drama’s voltrokken in het leven van heel veel mensen. Van het feestelijke en vluchtige van schuimplastic ben ik overgestapt naar meer duurzame, doordachte beelden in brons. Ook hier ervaar je kwetsbaarheid. Dat zie je in de gepatineerde kleuren en in het ongepolijste van mijn gebruik van het materiaal. De opgepoetste bronzen
Wijzer · Rabobank Private Banking
beelden die we kennen uit de kunstgeschiedenis, blijken in het echt opgebouwd te zijn uit materiaal dat ook onderhevig is aan erosie.’
Confrontatie op straat Folkert de Jong zoekt de rust op van zijn atelier om juist buiten, in de grote wereld, zijn verhaal te vertellen: ‘Ik wil met mijn kunst in de maatschappij een rol spelen en niet alleen in collecties van verzamelaars of musea. Onlangs werden de beelden van Duel neergezet in Jardin des Plantes in Parijs en stopten mensen met joggen om er foto’s van te maken. Sommigen vonden het geweldig en anderen huiverden ervan. De beelden roepen heftige emoties op en dat vind ik geweldig. Ik ben nu bezig met een competitie voor een beeld van Paus Adrianus VI in Utrecht. De rol van
religie in onze maatschappij vind ik mateloos interessant. Zeker ook als je ziet hoe diep geloof verweven zit in onze geschiedenis en kunstgeschiedenis. En nog steeds. En het idee van aanbidding en geloof fascineert mij mateloos. Ik ben niet gelovig, maar ben er wel tussen opgegroeid. Een kunstenaar transformeert materiaal in iets dat meerwaarde krijgt, niet alleen materieel, maar ook inhoudelijk. In de geschiedenis zijn het altijd kunstenaars geweest die spiritualiteit materialiseerden en dat suddert nog steeds door in onze tijd. Ik heb na al die jaren het gevoel dat ik de confrontatie durf aan te gaan met de kunstgeschiedenis en met mensen op straat die mijn kunst zien. Ik heb iets te zeggen en ik geneer me daar niet voor.’ 25
Persoonlijk
B
Zure vruchten van zoete verleiding
ij welvaartsziekten als type 2-diabetes en obesitas denken velen in eerste instantie aan ziekenhuizen, artsen en recepten. Economen beginnen echter steeds vaker het grotere verband tussen oorzaken en gevolgen van welvaartsziekten te zien. De afgelopen maanden verschenen rapporten van het McKinsey Global Institute en van Morgan Stanley Research, waarin de kosten van ongezond eten én de kosteneffectiviteit van maatregelen om de kwaliteit van onze voeding te verbeteren, worden geanalyseerd. McKinsey schat dat in 2030 bij ruim veertig procent van de wereldbevolking sprake zal zijn van obesitas. Nu is dertig procent te zwaar. De economische kosten van obesitas worden door hen geschat op twee biljoen dollar per jaar. Dat is ongeveer gelijk aan de totale mondiale kosten van geweld, oorlog en terrorisme (inclusief alle defensiebudgetten). Ook Morgan Stanley wijst op de belangrijke economische gevolgen van de wereldwijde toename van obesitas en type 2-diabetes. Die kosten betreffen niet alleen de medi-
26
Column
Jaap Seidell Hoogleraar voeding en gezondheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Auteur (samen met Jutka Halberstadt) van Het Voedsellabyrint (Atlas Contact, 2014). www.atlascontact.nl/ boek/het-voedsellabyrint/
sche kosten van de gevolgen van deze ziekten, maar vooral ook de kosten door het verlies aan productiviteit van de mensen die erdoor getroffen zijn. De toename van mensen met obesitas en type 2-diabetes is grotendeels het gevolg van de toename van de beschikbare hoeveelheid voedsel. Ondanks
het feit dat nog veel mensen honger lijden, is het percentage beschikbare calorieën per persoon de afgelopen vijftig jaar gemiddeld met dertig procent toegenomen. We zijn wereldwijd vooral meer vlees, vetten en suiker gaan eten. Een van de aanwijsbare oorzaken van het toenemen van overgewicht, is dat we wereldwijd met zijn allen meer suiker zijn gaan consumeren. Morgan Stanley rekende uit dat een onverminderd hoge consumptie van suiker aanzienlijke remmende effecten zal hebben op de langetermijngroei van het bruto nationaal product van zowel OECD-landen als van arme landen. Grotere investeringen door het bedrijfsleven in gezonder voedsel worden dan ook in beide rapporten sterk bepleit, evenals ingrijpende maatregelen door de overheid. Uitermate doelmatig zijn volgens McKinsey maatregelen die zorgen voor kleinere porties en een verbeterde samenstelling van dranken en voedingsmiddelen. Investeren in gezond voedsel is belangrijk voor het welbevinden van mensen maar is daarnaast ook economisch noodzakelijk.
Persoonlijk Het katern over ambities, emoties, ideeën en idealen
Wijzer · Rabobank Private Banking
27
Voor een ander
‘Eten bij elkaar lobbyen’ Jan de Ridder (68)
‘V
oor hij met pensioen ging, was één ding zeker voor Jan de Ridder uit Bergen op Zoom: hij zou zijn dagen als pensionado niet gaan slijten met fietsen en golfen. Blijven werken en van nut zijn voor anderen was zijn uitgangspunt. Het idee om vrijwilliger te worden bij een voedselbank ontstond toen hij er een tv-programma over zag. ‘Ik heb altijd in de levensmiddelenindustrie gewerkt en wilde mijn expertise graag inzetten. De missie van voedselbanken onderschrijf ik ook van harte: voedselverspilling tegengaan én mensen die daar tijdelijk geen geld voor hebben van voedsel voorzien.’ Sinds 2012 is De Ridder wekelijks twintig uur actief bij Stichting Goed Ontmoet, een organisatie van zes voedselbanken in West-Brabant en Tholen. Behalve bestuurslid is hij hoofd voedselverwerving. ‘Ik onderhandel met diverse partijen over overschotten: producten die nog prima geschikt zijn voor consumptie, maar niet aan criteria voldoen voor de reguliere verkoop. Denk aan telers die hun kromme wortels en komkommers niet kunnen afzetten, of aan bakkers die brood en banket overhouden.’ Samen met andere vrijwilligers slaagt hij erin een ‘goed assortiment, van ontbijt tot warme maaltijd’ bij elkaar te lobbyen, voor zevenhonderd gezinnen uit de regio. ‘Er wordt in Nederland jaarlijks voor 1,2 miljard euro aan goed voedsel vernietigd. De gezamenlijke voedselbanken gebruiken daar een half procent van. Het geeft me voldoening daar een bescheiden bijdrage aan te kunnen leveren.’
Niets weggooien Verspilling van voedsel en grondstoffen is jammer en vaak niet nodig. Er zijn prachtige initiatieven om daar iets aan te doen. 28
www.goedontmoet.com
Wijzer · Rabobank Private Banking
29
‘Veel afval hoort niet op de vuilnisbelt’ Laurens Groen (45)
‘B
edrijven helpen het beter te doen. Door het beheersen van afvalstromen en duurzaam gebruik van grondstoffen. Dat is, kort gezegd, de passie van Laurens Groen, founding father en directeur van Milgro in Rotterdam. Begin jaren negentig begon hij met De Afvalwinkel. ‘Om mensen ervan bewust te maken dat veel “afval” niet op de vuilnisbelt hoort en om materialen opnieuw in de keten te brengen.’ Milgro ontstond vanuit vergelijkbare drijfveren. Het bedrijf ondersteunt ondernemingen bij de overgang van verbruik naar gebruik van grondstoffen. Tot de opdrachtgevers behoren grote voedingsproducenten, retailers en ondernemingen uit automotive, logistiek en industrie. ‘Wij voeren voor onze klanten het integrale afvalmanagement uit, grotendeels digitaal. We onderzoeken waar in de bedrijfs- en ketenprocessen de verspilling van grondstoffen ontstaat en hoe die aangepakt kan worden. Ons uiteindelijk doel daarbij is grondstoffen optimaal in de keten in te zetten. Het is duurzaamheid in de praktijk.’ Groen is stellig van mening dat de welvaart van huidige aardbewoners niet ten koste mag gaan van toekomstige generaties en dat bedrijven daaraan kunnen bijdragen. Hij is echter niet van het moraliserende opgeheven vingertje. ‘Door grondstoffengebruik gericht te sturen ontstaat een evenwichtiger grondstoffenbalans. Controle hebben over je afval en produceren met zorg voor de leefomgeving levert bedrijven ook financieel veel op. Ik ben ervan overtuigd, en onze aanpak bewijst dat ook, dat profit en planet uitstekend samengaan.’ www.milgro.nl
30
Wijzer · Rabobank Private Banking
31
‘Kromme komkommers zijn net zo lekker’ Chantal Engelen (32)
E
ten heeft altijd haar interesse gehad. ‘Mijn ouders hadden een restaurant. Dan groei je op in de keuken’, zegt Chantal Engelen. Een opleiding Voeding en Diëtetiek en de studie Consumentengedrag aan Wageningen Universiteit leken bijna vanzelfsprekende keuzes. Haar belangstelling voor duurzaamheid werd gewekt tijdens een wereldreis. ‘Ik zag hoe mooi de wereld is, maar ook hoe onverantwoordelijk we met onze bronnen omgaan.’ Sinds 2013 is Chantal Engelen een van de gezichten achter Kromkommer, een organisatie die groenteoverschotten en ‘gekke groentes’ wil behouden voor consumptie, in plaats van ze bij het afval, in veevoer of in biovergisters terecht te laten komen. ‘Kromme komkommers, tweebeenswortels, kronkelige courgettes: ze worden afgekeurd omdat ze niet de juiste looks hebben, terwijl ze net zo lekker en mooi zijn als “perfecte” groenten. Dat feit én overproductie leiden tot grootschalige verspilling.’ Kromkommer is actief in de hele keten, van groenteproducent tot consument, en streeft met publiciteitscampagnes bewustwording, ander gedrag en beleid na. Daarnaast heeft Kromkommer eigen soepen, gemaakt van gekke groenten. Wie bijvoorbeeld de Kromkommertomatensoep koopt, redt daarmee een pond ‘gekke tomaten’. ‘Onze daadwerkelijke invloed is moeilijk meetbaar. Voedselverspilling is niet significant afgenomen, maar we zien wel signalen van verandering. Consumenten vragen naar kromme komkommers, Albert Heijn verkoopt tegenwoordig “buitenbeentjes”, groentes die wij “gek” noemen. Ik denk dat Kromkommer daarvoor de inspiratie was. Daar ben ik dan best trots op.’
www.kromkommer.com 28
Wijzer · Rabobank Private Banking
33
Bezit & betekenis
‘De topkok en de fotograaf’ Ze vonden elkaar in een gedeelde liefde. Jacob Jan Boerma en Sacha de Boer over de balans tussen passie en gezond verstand. 34
Wijzer · Rabobank Private Banking
35
Jacob Jan: ‘Ik ben bevlogen en dat is de enige instelling waarmee je iets kunt bereiken. Die drive herken ik in Sacha’
V
rolijk praten Sacha de Boer en Jacob Jan Boerma wanneer ze elkaar voor dit interview ontmoeten in het Amsterdamse hotel V. ‘We zijn inmiddels net broer en zus’, lacht Sacha. Het is het resultaat van de intensieve samenwerking die de twee aangingen. Zij de voormalig nieuwslezeres van de NOS die haar passie voor fotografie volgde, én fanatiek hobbykok, hij de nuchtere chef-kok van De Leest uit Vaassen, die inmiddels de derde Michelinster op zijn conto mag schrijven. En naast koken een voorliefde heeft voor dure schoenen. Een opmerkelijk duo.
36
Waarin heeft u elkaar gevonden? Jacob Jan: ‘Al bij onze eerste ontmoeting was er een klik. We voelden vrij snel: wij moeten iets samen.’ Sacha: ‘We herkenden veel in elkaar. De voorliefde voor goed eten, maar ook gedrevenheid.’ Jacob Jan: ‘Als jongetje van veertien zat ik bij mijn ouders in de auto als we door Frankrijk reden. Ik zocht uit waar we gingen eten, ergens met een Michelinster. Ik zei toen al: ooit wil ik ook zo’n ster. M’n ouders gniffelden: ‘Kun je niet beter een echt vak leren?’ Maar ik wist precies wat ik later wilde. Ik ben bevlogen en dat is de enige instelling waarmee je iets kunt bereiken. Die drive herken ik in Sacha.’ Sacha: ‘Ik wist ook altijd al dat ik fotograaf wilde worden. Toen ik zeven was begon ik met fotograferen. Later als student had ik allerlei bijbaantjes waardoor ik een echte spiegelreflexcamera kon betalen. Soms waren anderen verbaasd: de dochter van een huisarts hoeft toch geen bijbaantjes te hebben? Natuurlijk wel!’ Bij Sacha betekende het volgen van haar hart het opzeggen van een vaste baan bij de NOS. Wijzer · Rabobank Private Banking
Durfde u die sprong te wagen? ‘Ja, ik had me daar al lang op voorbereid, ik wist dat ik ooit fulltime door wilde met fotograferen. Daarom was ik zeventien jaar geleden best huiverig om een huis te kopen, en vroeg ik de hypotheekadviseur of ik dat ook nog kon betalen als ik niet meer vast werkte. Nu woon ik nog steeds in het huis dat ik achttien jaar geleden kocht. Zo stelde ik mijn vrijheid veilig, zonder gouden ketting van een hoge hypotheek om me heen. Ik wist dat ik er financieel op achteruit zou kunnen gaan, dat vond ik natuurlijk eng. Maar toch deed ik het. Gelukkig kwamen er al heel snel meerdere projecten op mijn pad, zoals deze kookboeken met Jacob Jan. De eerste maandag dat ik niet meer voor de NOS werkte, lag ik al met mijn voeten in een bosbeekje te fotograferen voor ons eerste boek.’ Was commercieel succes van de boeken belangrijk? Jacob Jan: ‘Toen we dit plan vatten, was ik net op het punt dat ik dacht: wat moet ik doen om mijn corebusiness - het runnen van een restaurant - te kunnen behouden, maar hoe kan ik mijn onderneming ook gezond houden? Ik bedoel: ik heb flink last gehad van de crisis. Mensen gaan als het financieel minder gaat niet zo snel uit eten bij een sterrentent. Ik moest anders gaan denken. Door onze samenwerking hebben Sacha en ik elkaar kunnen versterken. Zij bracht haar draagvlak en netwerk mee als bekend persoon. Zo hebben we samen een enorme vijver aan kunnen boren. Daar ben ik ongelooflijk blij mee.’ Kijkt u anders tegen bezit en vermogen aan naarmate u ouder wordt? Sacha: ‘Het draait in het leven om heel
andere dingen. Het gaat om ervaringen opdoen, je horizon verbreden, nieuwe dingen leren. Op 'vermogensgebied' ben ik er trouwens wel trots op dat ik morgenochtend mijn nieuwe auto ga ophalen, een Citroën Cactus. Die ga ik cash betalen en heb ik helemaal zelf verdiend.’ Jacob-Jan: ‘In het begin van mijn onderneming deed ik altijd veel dingen voor niks, onder het motto: publiciteit, bekendheid. Eigenlijk help je daarmee alleen een ander. Dat is goed. Maar als ik tegenwoordig word ingehuurd voor een lezing of een event, laat ik eerder de teller lopen. Het behouden van bezit en vermogen is van groot belang. Zeker omdat ik mijn vak niet tot het einde van mijn carrière, maximaal tot mijn 55e jaar schat ik, kan volhouden. Aangezien ik van de generatie ‘sparen’ ben, is dat voor mij nog steeds een van de meest zekere vormen om iets te hebben voor later. Ik weet dat geld verdienen in mijn vak moeilijk is. Daarom doe ik
37
Powerfood #1 Geitenmelk Jacob Jan Boerma 43 jaar Jacob Jan werd geboren in Höchst. Hij is een van Nederlands meest succesvolle topkoks. Samen met zijn vrouw Kim Veldman heeft hij restaurant De Leest in Vaassen, internationaal bekend door het gebruik van biologische ingrediënten. Boerma heeft drie Michelinsterren achter zijn naam staan. Jacob Jan woont in Vaassen met zijn vrouw Kim, ze krijgen binnenkort een zoontje.
Sacha de Boer 48 jaar Sacha de Boer groeide op in Weesp. Ze begon haar carrière bij de tv, eerst bij AT5 en later als presentator bij RTL. Zeventien jaar lang was ze nieuwslezer van het NOS-journaal. In 2013 stopte ze om zich volledig op fotografie te richten. Sacha wordt vertegenwoordigd door Beeldagent voor fotografie op maat en fotokunst. Met JacobJan Boerma maakte ze twee kookboeken. Aan een derde boek wordt gewerkt. Sacha is getrouwd met Rick Nieman en woont in Amsterdam. Kookboeken: Down to earth 2013 Back to basics 2014 www.sachadeboer.nl www.beeldagent.nl www.restaurantdeleest.nl
38
veel in eigen beheer, soms weliswaar met een gokje, maar altijd weloverwogen.’
zouden meer mensen moeten doen! Streven naar meer geld is echt erg jaren negentig.’
Verander je door het hebben van meer of minder geld? Sacha: ‘Nee. Beide (meer of minder) doen er niet toe. Als ik het belangrijk had gevonden had ik misschien moeite gehad met het opgeven van mijn vaste baan met prima salaris voor het onzekere bestaan van een freelancefotograaf. Feit is dat dit mij gelukkiger maakt: iets doen waar je hart ligt. Dat
Staat voedel centraal in uw leven? Jacob-Jan: ‘Niet voor niets werk ik negentig uur per week, het is mijn grote passie. Het mooiste aan eten vind ik dat het mensen met elkaar verbindt. Elke eerste date is bij een etentje, de mooiste ontmoetingen vinden plaats tijdens een diner. Dat ondervind ik ook als ik zelf bijvoorbeeld in het buitenland uit eten ga. Eten geeft altijd genoeg gesprekstof. Ik maak altijd nieuwe vrienden tijdens een restaurantbezoek.’
Waar geeft u exorbitant veel geld aan uit? Jacob-Jan: ‘Aan schoenen. Ik heb bijzondere exemplaren, van Lanvin, Dior of Tom Ford. En ik vind ze fantastisch. Het laatste paar kocht ik in Londen, van Tom Ford, daar moest ik flink voor in de buidel tasten. Maar ik ben geen decadente jongen, dan zou ik niet negentig uur in de week werken. Mijn vader zei altijd ‘eerst sparen, dan kopen.’ Zo denk ik er nog steeds over. Verder geef ik m’n geld uit aan een mooie fles wijn. Of trakteer ik mijn vrienden op een fijn etentje. Ik hou ervan om te delen, dat geeft me een goed gevoel.’ Sacha: ‘Ik geef nooit exorbitant veel geld uit, maar hou wel van fotografiegadgets en lekker eten. Mijn man Rick denkt daar gelukkig hetzelfde over. Als wij op reis zijn, zoekt hij altijd de lekkerste restaurants van de stad op.’
Ligt u wel eens wakker van de financiën? Sacha: ‘Door de constructie waar ik net over vertelde, hoef ik dat niet. En ik heb de jaren voordat ik mijn vaste baan opzegde, veel gespaard en heb dus een reservepotje. Daarnaast geef ik niet veel geld uit. Maar ik wilde wel dat ons boek een succes werd, want ik wil graag door met dit project. Als deze boeken goed verkopen, kan dat.’ Jacob-Jan: ‘Er zijn periodes geweest in de crisistijd dat ik ’s nachts lag te malen. Aan het pand heb ik nauwelijks kosten, dat is van mijn ouders. Ik moet wél mijn personeel en leveranciers betalen en dacht: als dat maar goed komt. Inmiddels is de markt bijgetrokken en hoef ik daar geen slaap meer aan te verliezen.
Vroeger dronken mensen alleen geitenmelk als ze allergisch waren voor koemelk en had het een tikkeltje stoffig imago. Tegenwoordig is het mainstream, en hoor je er bijna niet bij als je niet af en toe geitenmelk, -yoghurt, -kwark of -kaas drinkt of eet. Wetenschappers zijn het erover eens dat geitenmelk gezonder is dan koemelk; het bevat vier keer zo veel vitamine A als koemelk, twee keer zo veel vitamine D, en het dubbele aan waardevolle mineralen. De kaas die gemaakt wordt van geitenmelk, is makkelijker te verteren door de darmen. Geitenmelk is hip. In een tijd waarin veel mensen bezig zijn met gezonde voeding, wordt er steeds meer gekozen voor deze gezondere zuivelvariant. De verkooppunten van geitenmelk-ijs schieten als paddenstoelen uit de grond. Toch wordt een groot gedeelte van de producten die in Nederland van geitenmelk worden gemaakt, geëxporteerd naar het buitenland. Vooral in Azië en de Verenigde Staten is babyvoeding gemaakt van onze geitenmelk enorm gewild. Nederland heeft een stabiele en goede reputatie als het om zuivel gaat.
Wijzer · Rabobank Private Banking
39
Wij
Hebben een goed idee ‘Telen op zilte grond kan een groot probleem oplossen’
‘Z
o’n twintig jaar geleden kwam ik erachter dat er in Nederland illegaal 330 ton zeekraal gesneden werd, die zwart in de horeca werd afgezet. Elk jaar werd het meer en er werd zelfs volop gesneden in het broedseizoen van de watervogels. Zoiets legt een zeer grote druk op de natuur. Ik vond dat we iets dergelijks binnendijks moesten doen, en natuurlijk legaal. Want dat er een markt voor was, was duidelijk. We begonnen op een perceel op Texel, waar vers zeewater naartoe stroomde. Na een tijdje deden we samen met een softwarebedrijf een proef met het telen van lamsoren op zilte grond; binnen
40
een jaar waren we hoofdleverancier van Albert Heijn. Uiteindelijk zijn we gaan samenwerken met professoren van de Vrije Universiteit. We gingen onderzoeken of en welke aardappelrassen zouttolerant waren, en dus op zilte grond gekweekt konden worden. Het was de omgekeerde wereld: in plaats van het bestrijden van verzilting gingen we zoeken naar kansen om verzilting te benutten. Dat zou een wereldwijde oplossing voor het voedselprobleem kunnen zijn. Uiteindelijk bleek één soort aardappel het uitstekend te doen, en inmiddels kweken we ook diverse zilte groenten. We leveren al aan circa honderd restaurants.
Ja, dit kan heel groot worden. Er liggen momenteel uit 31 landen verzoeken tot samenwerking. Het is niet makkelijk om iets te doen wat nog nooit gedaan is: het kan nog wel eens lastig zijn met bijvoorbeeld waterschappen, provincies en banken. Ik heb ooit een landbouwopleiding gevolgd, maar heb me altijd redelijk op de marketing gericht. Op Texel hebben we tussen de 20 en 30 miljoen euro jaaromzet van streekproducten, en wij waren ooit de eersten die biodynamische landbouwproducten op de markt brachten. Altijd al een beetje voorgelopen, dus.’ www.marcfoods.nl
Naam Marc van Rijsselberghe
Produceert Aardappels, zeekool, zeekraal en lamsoor
Is Teler van zilte groenten
Mooi Doen wat nog nooit gedaan is
Wijzer · Rabobank Private Banking
41
‘Filterkoffie is net als pils, speciaalbier als espresso’
‘I
42
n 1994 bestond de stad Haarlem 750 jaar. Voor die gelegenheid wilden wij een speciaalbier op de markt brengen. Haarlem was immers ooit de belangrijkste brouwersstad van Nederland. Het werd het Jopen Hoppenbier, gebaseerd op een recept uit 1501. Het was de bedoeling dat dit bier een jaar verkrijgbaar zou zijn, maar het was zo’n succes dat we besloten ermee door te gaan. Tien jaar geleden kochten we de voormalige Jacobskerk in Haarlem. We bouwden hem om tot brouwerij, waar een grand café en restaurant bij zitten. Ik kan nog steeds genieten als ik er ben en het vol staat met mensen. Het blijft een prachtige locatie. Ons bedrijf
is daarnaast bijzonder omdat we state of the art apparatuur hebben. Inmiddels hebben we uitgebreid. De lage tanks, waar het bier rijpt, staan in onze tweede locatie in de Waarderpolder. We verdubbelen binnenkort onze capaciteit. We dachten dat we het daarna wel zouden redden met deze hoeveelheid apparatuur, maar er is ruimte om nog een keer te verdubbelen en het zou me niet verbazen als we dat sneller gaan doen dan verwacht. Momenteel exporteren we al naar tien landen, we verwachten dat dat er over vijf jaar twintig zijn. Mijn vriendin heeft een paar jaar geleden haar baan opgezegd, en werkt nu ook fulltime bij
Naam Michel Ordeman
Produceert Lokaal speciaalbier in Haarlem
Is Bierbrouwer
Mooi Export naar tien landen
Wijzer · Rabobank Private Banking
het bedrijf. We doen het echt samen. Er is nog steeds ruimte om te groeien, het blijft een leuke tijd om speciaalbier te brouwen. Waarom? Ik maak wel eens de vergelijking met filterkoffie: vroeger dronk iedereen het, maar toen deed espressokoffie zijn intrede. Mensen kiezen tegenwoordig veelal voor espresso. Filterkoffie is net als pils, speciaalbier als espresso: als je er eenmaal van geproefd hebt en aan gewend bent, wil je nooit meer anders.’ www.jopenbier.nl
43
‘Ze liggen graag allemaal tegelijk in de sloot’
‘V
an oorsprong ben ik een boerenzoon, maar ik was nooit van plan het melkveehouderijbedrijf van de familie over te nemen. Toch ging het kriebelen en besloot ik vijf jaar geleden een poging te wagen. Een bedrijf met koeien was echter lastig; toentertijd moest je nog de melkquotum-rechten kopen. Daar had ik weinig zin in, en het kost veel geld. Mijn tweede keuze was een geiten- of schapenboerderij, maar door de Qkoorts die toen heerste, was dat geen goed idee. Het werden waterbuffels. Ik begon met negen kalfjes, en inmiddels hebben we 31 buffels. Dit jaar verwacht ik er nog ongeveer tien bij.
44
Bij de Stoerderij staat het natuurlijke gedrag van de dieren centraal. Zo blijven de kalfjes drie maanden bij de moeder. Het zijn robuuste dieren, die graag buiten zijn. Zelfs in de winter hebben ze bij ons de mogelijkheid om naar buiten te gaan. Waterbuffels houden van water; ze gingen in het begin met z’n allen in de sloot liggen, die daardoor steeds groter werd. Het werd hun eigen modderpoel. ’s Zomers liggen ze daar van ’s ochtends tot ’s avonds. Er is zeker een markt voor de producten die wij verkopen. Mensen zijn steeds meer bezig met dierenwelzijn. En waar ik zelf niet van de daken durf te schreeuwen dat melk van waterbuf-
fels gezonder is – het vetgehalte van buffelmelk is veel hoger (wat volgens deskundigen goed is), maar het cholesterolgehalte juist lager dan in koeienmelk – zijn er genoeg mensen die dat met zekerheid zeggen. Ik hoop dat de Stoerderij kan doorgroeien, dat we uiteindelijk meer grond kunnen huren of pachten. Het is een mooi bedrijf, waar ik me met hart en ziel voor inzet. Als de zon schijnt en ik de waterbuffels allemaal in hun modderpoel zie liggen, kan ik ontzettend genieten.’ www.destoerderij.nl
Naam Arjan Swinkels
Produceert Buffelmelk, -ijs en -vlees
Is Veehouder
Mooi Natuurlijk gedrag van dieren staat centraal
Wijzer · Rabobank Private Banking
45
Lokale held
‘Voor ouderen en zieken is lekker eten soms niet meer vanzelfsprekend’
Een maaltijd die smaakt Voormalig restauranthouders Miriam en Adrie van der Loo laten mensen die moeite hebben met slikken weer echt eten beleven.
T Links: Adrie van der Loo Midden: Miriam van der Loo Rechts: Jan Willem Smulders 46
omatensoep op Franse wijze, Fijnproever van zacht varkensvlees, Fijnproever van Italiaanse kaas en een passievruchtendessert. Niet direct smaken die worden geassocieerd met mensen die vanwege slikproblemen alleen vloeibaar voedsel kunnen eten. Miriam van der Loo (42) ontwikkelde samen met haar man Adrie (ook 42) de Fijnproevers-lijn: een complete maaltijd bestaande uit vier onderdelen, gemaakt van natuurlijke ingrediënten en verrijkt met energie en eiwit. In november 2014 wonnen ze de publieksprijs van de Herman Wijffels Innovatieprijs. ‘Mensen die vanwege ouderdom, een ernstige ziekte of anorexia last hebben van slikproblemen, zijn vaak aangewezen op zoete drankjes, puddingen en vla. Ze snakken Wijzer · Rabobank Private Banking
naar iets hartigs, naar een echte eetbeleving’, zegt Miriam van der Loo. Slikproblemen Het echtpaar Van der Loo heeft een jarenlange carrière in de gastronomie achter de rug. Ze runden het succesvolle restaurant De Zoete Inval in Eersel en ontwikkelden Smaakgeheimen, een serie tapenades, pesto’s, kaasdips en dressings die in hun restaurant populair waren. ‘Allemaal gemaakt van lokale, natuurlijke producten. We verkopen ze bijvoorbeeld bij speciaalzaken, Intratuin en De Bijenkorf’, aldus Miriam van der Loo. Maurice Saive, chef-kok van het Máxima Medisch Centrum (MMC) in Eindhoven en Veldhoven, was geïnteresseerd in Smaakgeheimen en vroeg Miriam van
der Loo eens langs te komen. Tijdens het gesprek vertelde hij over patiënten met slikproblemen. Door een operatie, kanker, ouderdom of kaakproblemen kunnen ze geen gewone maaltijden nuttigen. Voor hun voedsel zijn ze aangewezen op zoete drankjes, vla en pudding, die ze vaak niet lekker vinden. Ondervoeding ligt daardoor op de loer. Hij vroeg Miriam van der Loo mee te denken over kleine, hartig smakende maaltijden met een hoge voedingswaarde. ‘Ik kreeg het direct warm van binnen. In ons restaurant had ik ook vaak gekookt voor ouderen en zieken voor wie lekker eten niet meer vanzelfsprekend was. Het was mijn passie om deze mensen toch weer een eetbeleving te geven. Het leek me geweldig om weer iets voor hen te kunnen doen.’
47
Powerfood #2
‘Samen met logopedisten, diëtisten en ergonomen werd er 2,5 jaar aan de producten gewerkt’ Strategische partner Ze zocht contact met logopedisten, diëtisten en ergonomen, en werkte samen met Adrie ruim 2,5 jaar aan de producten. In nauwe samenwerking met het MMC testten ze de maaltijden, keken ze of die konden worden ingevroren en onderzochten ze verschillende verpakkingen. Het resultaat was een lijn met een soepje, twee keer een mousse als hoofdgerecht en een toetje, genaamd MaxiMaaltje, vernoemd naar het Máxima Medisch Centrum. ‘Iedereen was enthousiast, maar de ontwikkeling bleek intensiever dan gedacht. Adrie en ik hadden geen kennis van de zorgsector en wisten niet goed hoe we het verder moesten uitrollen. We waren er vol enthousiasme ingestapt en hadden niet echt nagedacht over de financiën.’ Groei was noodzakelijk om het te redden en de Van der Loos gingen op zoek naar een strategische partner. Helaas liepen de gesprekken op niks uit: de klik ontbrak.
Pionieren Via de lokale Rabobank hoorden ze in mei 2014 over de Herman Wijffels Innovatieprijs. ‘We besloten mee te doen. Het kostte veel tijd, maar al snel bleek het een springplank, een stok achter de deur. De deelname dwong ons steeds 48
nieuwe stappen te zetten. En we kregen zo veel positieve feedback! Iedereen kent wel iemand met slikproblemen en weet hoe zij snakken naar iets hartigs met een fijne structuur.’ Het winnen van de prijs gaf het ondernemersechtpaar zelfvertrouwen en een gevoel van erkenning. ‘Pionieren in een nieuwe markt is zwaar. We zijn expert in smaken, niet in microbiologie, procesoptimalisatie of producties uitrollen. Er waren moeilijke dagen, waarop van alles misging. Ook de combinatie met onze twee opgroeiende kinderen was pittig. De prijs gaf ons het ‘ga zo door’-gevoel dat we nodig hadden!’ Sporters Na de prijs kwamen ze in contact met Pilaster, een organisatie voor strategisch management. Met eigenaren Jan Willem Smulders en Fabian Hendrix was de match er wel. ‘Wij zagen direct de potentie’, zegt Jan Willem Smulders. 'Er is ruimte in de markt, mensen met slikproblemen zijn erg geholpen met deze maaltijden. De gerechten hebben de juiste structuur en zijn vol van smaak.’ Sinds november 2014 zijn Smulders en Hendrix gedeeltelijk investeerder en eigenaar van het bedrijf. Smulders neemt nu het salesgedeelte voor zijn rekening,
Hendrix is de financiële man. De ondernemers zijn blij met de helikopterview van hun nieuwe partners. ‘We zijn zo begaan met het product dat we geneigd waren ons overal mee te bemoeien. Ik had soms het gevoel dat ik verzoop. Langzaam kunnen we gaan loslaten.’ Ondertussen tonen steeds meer verzorgingstehuizen, ziekenhuizen en thuiszorginstellingen interesse en wordt er gekeken naar samenwerkingspartners in België. De grootste uitdaging is de logistiek. ‘De thuiszorg is een grote markt, maar zeer versnipperd’, zegt Smulders. Hij voert ook gesprekken met zorgverzekeraars, maar omdat de maaltijden relatief goedkoop zijn – 5,29 euro per stuk, zijn veel mensen best bereid ze zelf te betalen. De afgelopen tijd zijn ze ook met strategie en marketing aan de slag gegaan en hebben ze besloten de naam te veranderen van MaxiMaaltje in Fijnproevers. ‘Best lastig voor Miriam en Adrie, het was hun kindje. Wij wilden verder denken dan alleen een maaltijd. Fijnproevers kunnen we uitvouwen, naar een lijn met eiwitrijk, licht eten voor sporters bijvoorbeeld.’
Boerenkool De tijd dat we boerenkool alleen maar gebruikten om een winterse stamppot mee te maken, ligt definitief achter ons. Boerenkool is hot. Het is het meest gebruikte ingrediënt in groene smoothies, en we eten massaal boerenkool-chips. Ruim 2000 jaar geleden werd al boerenkool gegeten door de Grieken en de Romeinen, die de groente beschouwden als een delicatesse. Destijds aten ze nog voornamelijk de steel. Toen deze koolsoort enkele jaren geleden door de Amerikanen als ‘superfood’ bestempeld werd, nam de populariteit immens toe. Alleen maar goed, want boerenkool zit boordevol vitaminen en mineralen. De Engelse naam voor boerenkool is ‘kale’ of ‘borecole’: die laatste benaming is natuurlijk een verbastering van het Nederlandse ‘boerenkool’. Omarmd door de hele wereld, maar nog altijd op-en-top Nederlands. In geen enkel ander land wordt het in zulke grote hoeveelheden geteeld. Vorig jaar was er voor het eerst in verschillende landen een tekort aan boerenkool; het was letterlijk niet aan te slepen.
Wijzer · Rabobank Private Banking
49
Familieportret
Slim verpakt Vis, vlees, aardappelen, groente en fruit: Dampack verpakt het allemaal. Oprichter Barend Damen woont nog altijd naast de zaak, maar hij komt er niet vaak meer. Zijn kinderen Cindy en Rory namen in 2001 als twintigers al de leiding over. 50
Wijzer · Rabobank Private Banking
51
Cindy Damen
Rory Damen
40 jaar
39 jaar
Volgde na het gymnasium een opleiding bij Schoevers ESA (European School for Administration and Management). Nu financieel directeur van Dampack. Getrouwd met Gert Duizer, moeder van Michelle (14), Mike (11) en Jordi (7).
Deed na de mavo een meaoopleiding met Europese specialisatie. Nu commercieel directeur van Dampack. Getrouwd met Caroline Damen-van den Bosch, vader van Noah (7) en Sem (5).
Barend Damen 75 jaar Adviseur HBS-A Getrouwd met Marianne Damen-Timmermans Kinderen: Cindy (40) en Rory (39).
D
e directiekamer van Rory Damen kijkt uit over de Nieuwe Merwede, die traag voorbijstroomt, onder Dordrecht door, langs de Biesbosch, naar het Hollands Diep verderop. De rivier bracht Werkendam werk en bedrijvigheid, en geeft Damen een uitzicht als van een kapitein op een schip. Het is prachtig hier. Je zou er uren naar de schepen kunnen kijken. Maar die uren heeft een directeur niet. Rory (39) en zijn zus Cindy Damen (40) vormen samen de directie van Dampack International, groot in verpakkingen voor de voedingsindustrie. In 2001, Cindy was 26 en Rory 25, namen ze de aandelen en de leiding van het bedrijf over van hun vader, Barend Damen. Die is nu 72 en woont nog 52
altijd naast het bedrijf, op honderd meter er vandaan. ‘Hij stapt nog heel af en toe eens binnen’, zegt Rory. Cindy was 19 toen ze in het bedrijf kwam, Rory een jaar jonger. Zij had na het gymnasium de Schoeversopleiding afgerond en haar broer stond na de mavo en meao voor de keuze: werken of verder studeren. Hij is geen studietype, zegt hij. Hij wilde graag bij vader in de zaak. Ze zaten in het begin in Gorinchem, aan de overkant van de rivier. In 1997 maakten ze de overstap naar Werkendam. Ze huurden een loods, bouwden er een magazijn bij. Ze groeiden tot de zevenduizend meter opslag en kantoor die ze nu hebben. ‘We zijn in Nederland marktleider op het gebied van de afhaalchinees’, vertelt Rory.
Hij toont de bekende bak voor nasi, babi pangang, foeyonghai. ‘Let op het puntje in de bodem.’ Inderdaad: midden onderin zit een klein rondje. ‘Dat is spuitgieten.’ Dampack maakt de bakken zelf; concurrenten laten ze uit het Verre Oosten komen. Dat betekent dat ze met China concurreren, dus alles gaat in het groot. Fouten maken Barend Damen werkte al jaren in de verpakkingen toen hij in 1990 Dampack oprichtte. Met al zijn spaargeld ging hij naar Zwitserland met zijn vrouw, de moeder van Cindy en Rory, om er twee matrijzen te kopen, de mallen waarmee de verpakkingen worden gemaakt. Twee stukken staal in feite, voor 180.000 gulden. Rory
Barend Damen: ‘Nu mogen ze hun eigen fouten maken. Nu kom ik niet meer’ laat een rond bakje van doorzichtig plastic zien, met een deksel. ‘Hier is het mee begonnen. Een rauwkostbakje, onder meer bekend van de Echte Groenteman.’ Een succesvol bakje. ‘Hij draait vandaag de dag nog.’ Tegenwoordig maakt Dampack plastic verpakkingen in soorten en maten, voor vis, vlees, aardappelen, groente en fruit. Vroeger zat vader Damen ’s avonds op Cindy’s slaapkamer te bellen. Hij moest over haar bed heen klimmen
Wijzer · Rabobank Private Banking
om zijn ordners en papieren erbij te pakken. ‘Ik droomde in het Duits’, zegt ze. Het was bellen met Duitsland, bellen met Zwitserland. Bellen en nog eens bellen, dat was het werk van een verpakkingsman. Vader was de goeroe van de verpakkingen, de slimste van verpakkingsland. China was nog ver weg en internet bestond nog niet. In 2001, het bedrijf liep goed, Cindy en Rory hadden hun draai gevonden, vond hij dat het moment was gekomen het bedrijf
aan hen over te doen. Ze hebben niets cadeau gekregen, moesten de reële marktprijs betalen. Met de accountants werd alles in het bedrijf gewaardeerd. De eerste jaren financierden ze de overname intern, met een lening van vader. Na vijf jaar zijn ze naar de Rabobank gegaan, om vader Damen te kunnen afbetalen. In 2004 zei vader Damen op een goed moment: ‘Nu mogen ze hun eigen fouten maken. Nu kom ik niet meer.’ ‘Hij had er vertrouwen in dat hij het
53
los kon laten’, zegt Rory. Vader hield zich aan zijn woord. ‘Hij heeft er goed afstand van kunnen nemen.’
Rustig slapen Cindy zou de financiële tak aansturen, Rory de verkoop. In de praktijk houden ze zich over en weer ook met elkaars werk bezig. Ze zijn beiden even verantwoordelijk. Zo gaat het in de familie, zegt Rory: alles samen delen. Je vult elkaar aan, zeggen ze. Hij is het gezicht naar buiten toe, zij stuurt de binnendienst aan, is verantwoordelijk voor de personeelszaken en de financiële kant van het bedrijf. Hij heeft niks met cijfers. Wat doen zij anders dan hun vader? Het is even stil. ‘De markt is anders’, zegt Rory. ‘Je moet totaal anders werken. De verpakkingsmarkt is groot maar transparant, via internet is de hele wereld onder handbereik. Dat zorgt voor concurrentie, maar geeft ook mogelijkheden voor de export.’ Cindy: ‘We produceren ook zelf, terwijl mijn vader alleen in de handel actief was. Zo kunnen we de service blijven bieden die klanten van ons gewend zijn en onze concurrentiepositie versterken.’ Ze zitten in Werkendam nu met negentien mensen, henzelf meegerekend. Als je het algemene nummer belt, neemt Cindy zelf op. ‘We zijn een platte organisatie’, zegt ze. ‘Je moet hier multifunctioneel zijn.’ ‘Ze weten allemaal veel van de materie’, zegt Rory. Cindy en hij zitten tussen het personeel. ‘Daar hoor je alles. Ik zat eerst daar.’ Hij wijst naar buiten, naar een aparte vleugel van het gebouw. ‘Dat werkte niet.’ Als directie bepaal je aan het eind van de dag hoe de hazen lopen. Maar tot die tijd mag iedereen zijn zegje doen. ‘Het blijft een familiebedrijf’, zegt Cindy. Dampack kent weinig verloop van personeel. ‘Dat moet erin’, zegt Rory. ‘De kracht van het hele team dat we hier hebben. Het commitment dat we van ze krijgen is tweehonderd procent. Dat maakt het voor ons makkelijk om leiding te geven aan dit bedrijf. Het is niet de directie die het bedrijf tot een succes maakt. Het zijn de medewerkers. Dan slaap je rustig.’ 54
Rory Damen: ‘Het commitment dat we krijgen is 200 procent’ Bevestiging Waar vader Damen minder last van had: dat het hele proces milieubewuster en groener moet. Dampack maakt tegenwoordig maaltijdschalen van het afval van suikerriet, helemaal biologisch afbreekbaar. Ze waren genomineerd voor de Herman Wijffels Innovatieprijs van de Rabobank en wonnen vorig jaar de Gouden Noot, een gerenommeerde prijs voor verpakkingsvernieuwing, met de BeeMagic Tray, een vis- en vleesverpak-
king met een honingraatbodem, die de bekende (vieze) vochtabsorbers moet gaan vervangen. Nee, Cindy en Rory Damen redden zich prima. Heel af en toe loopt Rory naar het huis van zijn ouders, als hij ergens mee zit. Barend Damen vindt het nog steeds leuk als zijn kinderen hem om advies vragen. Maar Rory zoekt eerder bevestiging van wat hij al dacht, dan oplossingen, zegt hij. ‘Er is zó veel veranderd.’ Wijzer · Rabobank Private Banking
55
Financieel DNA
‘Bij ons werd geld niet over de balk gesmeten’ Als klein meisje verdiende Renée Joosten mee aan de ‘snoepautomatiek’ van grote broer Jan. Nu, in New York, regelen ze elk hun eigen (financiële) zaakjes - met de normen van hun ouders als gemeenschappelijk kompas.
B
roer en zus Jan en Renée Joosten wonen en werken al jaren in New York, de stad van financiële uitersten. Ze hebben nog dagelijks baat bij de manier waarop hun ouders hen de waarde van geld bijbrachten. Jan en Renée groeiden op in het keurige Kralingen in Rotterdam. Werd er thuis over geld gesproken? Jan: ‘Nauwelijks. Dat regelden mijn ouders. Het was wel duidelijk dat bij ons het geld niet over de balk werd gesmeten.’ Renée: ‘Als wij koekjes wilden hebben, dan ging je die maar op zaterdag bakken. We hadden geen kast vol snoepgoed, zoals bij sommige vriendjes en vriendinnetjes thuis. Maar we kregen wel zakgeld.’ Jan: ‘Daarover moesten we onder-
56
Wijzer · Rabobank Private Banking
handelen met mijn vader. Of als ik een nieuwe trein wilde, of een locomotief. Ik had altijd wel wat eigen geld en m’n vader subsidieerde zo’n aankoop, maar daar ging een heel onderhandelingstraject aan vooraf. Daar heb ik door leren onderhandelen.’ Renée: ‘Jan was altijd heel creatief met ontdekken hoe hij geld kon verdienen, bijvoorbeeld met zijn krantenwijk. Dan bezorgde hij er ook foldertjes bij die mijn twee zussen en ik konden vouwen en invoegen. Zo verdienden wij ook wat.’ Jan: ‘Daar zag je dus de invloed van het socialisme, want onze moeder ging zich dan met de prijsvorming bemoeien. Zij vond het oneerlijk als de werknemers te weinig betaald kregen.’ (Lachen allebei.) Jan: ‘We hadden best veel zelfstandig-
heid. Als kind had ik een ov-kaart en ging ik bijvoorbeeld in m’n eentje naar oma in Roermond. Daarom wilde ik ook altijd zelf geld hebben.’ René: ‘Het mooiste was je snoepmachine! Automatiek SMAK. Daarmee stonden we op de braderie. Wij waren met z’n vieren en wisselden elkaar af. Als iemand er een kwartje ingooide, schoof je gauw een snoepje aan de onderkant. Ik vond dat fantastisch. Ik weet nog dat ik twaalf gulden verdiende, dat was echt veel geld.’ Wat is je het meest bijgebleven als het over geld gaat? Renée: 'Niet uitgeven als je het niet hebt. Dat weet iedereen toch, zou je zeggen, maar ik ken genoeg mensen die altijd meer geld uitgeven dan ze hebben. In Amerika is dat met al die
57
Powerfood #3 Weedburgers
Renée Joosten
Het klinkt als een clandestien gerecht in een coffeeshop, maar het is een nieuwe en smakelijke manier om iets waar we in ons land gemakkelijk aan kunnen komen, te veranderen in een smaakvol en gezond gerecht: de weedburger, gemaakt van soja en verrijkt met zeewier. Bomvol eiwitten, en dus een goede vervanger van de vleesvariant. De Dutch Weedburger, die al op heel veel festivals verkocht wordt en inmiddels op de kaart van diverse restaurants te vinden is, is volgens de mensen die hem bedacht hebben nog maar het begin. Ze willen heel Nederland veroveren met zeewier en plantaardige snacks. Zeewier wordt al sinds de oudheid gegeten in vele landen die niet te ver van zee liggen. Vooral in Aziatische landen is zeewier populair. Zeewier belast het ecosysteem niet, omdat er voor het verbouwen geen landbouwgrond of zoet water nodig is.
‘Ik leer mijn zoontje dat er verschil is tussen what you want en what you need’
(1974) ‘Lighting design director’ bij ICRAVE Design Studio. Toog na de Kunstacademie in Den Haag naar de Parsons School of Design in New York, waar ze nu alweer twaalf jaar woont.
Jan Joosten (1967) Advocaat bij Hughes Hubbard & Reed in New York. Wist na een jaar aan Harvard dat zijn toekomst in de VS lag. Sinds 1997 staat hij er (vaak Nederlandse) bedrijven juridisch bij.
58
creditcards helemaal makkelijk.’ Jan: ‘En we leerden dat een ziektekostenverzekering heel belangrijk is.’ Renée: ‘Je moet je verzekeren wanneer je gezond bent, want dan kun je het je veroorloven. Als je eenmaal ziek bent, dan ben je te laat. Vooral onze moeder, die fysiotherapeut was, hamerde daarop. Je mag niet zomaar aannemen dat altijd alles goed zal blijven.’ Geef je je kinderen financieel bewustzijn mee? Renée: 'Ja, absoluut. Ik heb een zoontje van tweeënhalf. Met mijn Colombiaanse partner, Enrique, wil ik hem het onderscheid leren tussen ‘what you want’ en ‘what you need’. Toen ik dat opperde, had Enrique zoiets van “fantastisch, dat is de gouden sleutel”. Terwijl dat voor mij iets vanzelfsprekends is. Dat komt van mijn ouders.' Jan: ‘Mijn echtgenote en ik hebben geen kinderen, maar ik zou misschien wel meer over geld spreken dan bij ons thuis gebeurde. Je weet dan wel dat geld belangrijk is en dat je het goed moet uitgeven, maar wat is dan goed? Dat merkte ik toen ik hier in New York een huis kocht en een hypotheek afsloot. Dat was toch wel erg spannend.’
Heeft het leven in New York je manier van geld uitgeven beïnvloed? Renée: 'Ik ben me er hier nog meer van bewust dat het goed is om een spaarpot te hebben. En een plan B. Want het kan opeens helemaal misgaan.’ Jan: ‘Je hebt hier veel minder vangnet. Als je in de metro zit, zie je gewoon dat er mensen zijn die echt problemen hebben. Daarom doneer ik elk jaar aan hulporganisaties.’ Renée: ‘Ik ben vrijwilliger bij een soepkeuken. Die is zo goed georganiseerd. Mensen krijgen soep, hoofdgerecht, nagerecht. Er wordt zelfs rekening gehouden met dieetbeperkingen.’ Jan: ‘Maar nog even over geld. Wij hebben net een huis gekocht waar we ook twee appartementen in verhuren. Vroeger leerden wij: als je de kamer uitgaat, doe je het licht en de verwarming uit. Dat doen onze Amerikaanse huurders dus voor geen meter! Over dat soort dingen blijf ik me verbazen. Op kantoor heb ik in de zomer een trui aan omdat de airco dan zo hoog staat.’ Renée: ‘Je hebt toch van je ouders meegekregen dat je heel bewust je geld ergens aan uitgeeft. Dus doe je bij vertrek de lichten uit. En als je het warmer wilt krijgen, trek je meer kleren aan.’ Wijzer · Rabobank Private Banking
59
Kennis
D
Column
Naïeve gedachten van de stedeling
e 21ste eeuw is de eeuw van de biologie en dat is maar goed ook. Immers, om de grootste uitdaging van deze eeuw op te lossen, hebben we alle kennis en inzichten uit dit wetenschappelijk domein nodig: we moeten binnen enkele decennia de voedselproductie verdubbelen om negen miljard mensen te kunnen voeden. Gelukkig weten we inmiddels heel veel van de biologische grondslagen van de dierlijke en plantaardige productie: hoe groeien planten, hoe kunnen we gewassen verbeteren en wat is de relatie tussen voeding en gezondheid. Kennis die zeker nodig is om onze dierlijke productiesystemen zodanig vorm te geven dat welzijn, kwaliteit, gezondheid en prijs hand in hand gaan. Het merendeel van de toekomstige wereldbevolking – tot misschien wel 75 procent – zal in steden wonen. Dat betekent dat er minder mensen dan nu zullen zijn om de voedselproductie ter hand te nemen en het betekent dat we slimme en betaalbare systemen moeten hebben om het voedsel in die miljoenensteden te kunnen brengen, bewaren en distribueren. Een neveneffect van de urbanisatie
60
Louise O. Fresco Prof. dr. ir. Louise O. Fresco Voorzitter raad van bestuur Wageningen UR
is dat de stedeling steeds minder in aanraking zal komen met de voedselproductie en weinig weet heeft van hoe dat in zijn werk gaat. Nu al zien we in de welvarende delen van de wereld dat veel stedelingen welhaast romantische ideeën hebben over de landbouw. Ze hebben daarbij soms ook ronduit naïeve gedachten over de relatie tussen voeding en gezondheid. De introductie van Peruaans kippenvoer – quinoa – als een panacee voor een gewenst eeuwig gezond
leven is zo’n voorbeeld. Linksom of rechtsom: de miljoenensteden zullen niet in staat zijn binnen hun eigen grenzen zichzelf van voldoende gevarieerd en betaalbaar voedsel te voorzien. Wie radicaal terug wil naar lokale voedselvoorziening, moet de steden opheffen, schreef ik in mijn boek Hamburgers in het paradijs. We zullen toe moeten naar hoogwaardige efficiënte en effectieve landbouw- en distributiesystemen. Nederland kan daar een voortrekkersrol spelen, want wij hebben van alle belemmeringen een incentive gemaakt. Uit heel de wereld kijkt men naar de verworvenheden van de Nederlandse systemen. Mooie systemen die nog niet volmaakt zijn, maar die met de kennis en wetenschap van mijn eigen Wageningen UR zeker toekomstbestendig en duurzaam zullen worden. En die stadslandbouw dan? De winst daarvan zit in het begrip van hoe sterk voedsel de cultuur en leven van de stadsbewoner bepaalt, van hamburger tot wilde brandnetel. En om dat begrip gaat het de komende decennia. Daarover moeten we met elkaar in een voortdurende dialoog.
Kennis Het katern over economische, financiële en culturele trends en thema’s
Wijzer · Rabobank Private Banking
61
Onderzoekers doen een boekje open
Voeden met ideeën
Food & Agribusiness Research, kortweg FAR, is het grootste analistenteam van de Rabobank als het gaat om de agrarische sector. ‘We doen onderzoek naar ontwikkelingen in de landbouw en voedingssector in de héle wereld.’
S
chreijen maakt als senior analist deel uit van Rabobank Food & Agribusiness Research (FAR), een van de grootste analistenteams als het gaat om de agrarische sector. FAR onderzoekt trends en ontwikkelingen in de food & en agrisector. Ondernemers in de sector kunnen hun informatie gebruiken bij beslissingen over de koers van hun bedrijf. Hij richt zich vooral op de Nederlandse voedings- en drankensector. Zijn corebusiness: ‘Kennis delen met de klant, prikkelende vragen stellen en hem aan het denken zetten. Zodat hij goed geïnformeerd en doordacht strategische keuzes kan maken. We doen onderzoek naar ontwikkelingen in de landbouw en voedingssector in de hele wereld’, legt hij uit. ‘Ik vertaal dat onderzoek naar de Nederlandse markt. Wat zijn de gevolgen voor onze ondernemers?’ Bedrijven krijgen deze informatie onder meer via Cijfers & Trends op de website van de Rabobank. Daarnaast is Schreijen een sparringpartner voor ondernemers. Een voordeel is dat hij ook op de hoogte is van ontwikkelingen in andere sectoren. ‘Trends in aanpalende bedrijfstakken hebben vaak een bre62
dere impact. We stimuleren ondernemers om daarover na te denken.’
Industrie in kaart Rabobank Food & Agribusiness Research and Advisory (FAR) heeft circa 85 medewerkers, die trends en ontwikkelingen in de sector volgen. FAR is verdeeld in vier regio’s en zeven sectoren. De regio’s zijn Europa & Afrika, Noord- & Zuid-Amerika, Azië en Australië & Nieuw-Zeeland. De sectoren zijn: boerderij-input, zuivel, suiker, granen en oliezaden, dierlijke proteïnen, drank en voedingsmiddelen. ‘We hebben bijvoorbeeld vijf senior analisten die de ontwikkelingen in de zuivelsector op de voet volgen’, legt hoofd FAR Gilles Boumeester uit. ‘Zij brengen prijzen, verwachtingen, overnames en trends bij consumenten en industrie in kaart. Ze stellen rapporten op en bespreken hun inzichten met klanten van de Rabobank, zowel individueel als in bijeenkomsten voor ondernemers. Daarnaast informeren ze collega’s die de commerciële contacten met klanten onderhouden.’ Het informeren van klanten en van collega’s binnen de bank zijn twee
belangrijke taken van FAR. Daarnaast wil de Rabobank zich nadrukkelijk internationaal profileren als food & en agribank. ‘In Nederland zijn we een allround bank met alle mogelijke dienstverlening’, zegt Boumeester. ‘Buiten de grenzen zijn we vooral sterk als bank voor de food & agrisector. In het hele spectrum van zaadveredeling tot food retail. Daarin zijn we uniek. Dat willen we onderstrepen door ook de kennis te verzamelen en te delen.’
Strijd tegen verspilling De agrarische sector staat voor een grote uitdaging, constateert Boumeester. De vraag naar voeding neemt de komende decennia fors toe. Tegelijkertijd wordt van de sector gevraagd dat hij duurzamer produceert en zuiniger omgaat met water en andere grondstoffen. ‘In de hele keten moeten we de efficiency vergroten en verspilling tegengaan. FAR kan die omslag ondersteunen door kennis te verspreiden. De Rabobank levert een bijdrage door in innovatieve bedrijven te investeren.’ Marianne Schoemaker is manager van het team Europa & Afrika bij FAR.
Wijzer · Rabobank Private Banking
63
Twee vragen aan de voedselanalisten:
‘We doen geen onderzoek voor het onderzoek. Klanten moeten er wel iets aan hebben’
Wat is wat jou betreft ‘trending topic’ in 2015 op food & agrigebied? Gilles Boumeester: ‘De consument gaat steeds meer invloed uitoefenen op de supply chain. Consumenten, vooral in het Westen, zijn steeds meer bezig met voeding en wat het met hen doet. Ze vragen grotere transparantie van de keten.’ Cindy van Rijswick: ‘De politieke en economische onrust heeft grote impact op de sector. Van de dalende koers van de euro tot de sancties tegen Rusland.’ Justin Sherrard: ‘De uitdaging is om groei te realiseren onder lastige omstandigheden, met dalende prijzen en stagnerende groei in onder meer China. Op langere termijn zijn de vooruitzichten wel uitstekend.’ Sebastiaan Schreijen: ‘Online foodretail wordt steeds belangrijker. Supermarkten zijn hier volop mee bezig. Dat heeft grote gevolgen voor leveranciers en voor de supply chain.’ Marianne Schoemaker: ‘Op 1 april zijn de quota in de zuivelsector afgeschaft. Dit raakt de hele sector. Onze uitdaging is om producten te ontwikkelen die passen bij deze nieuwe werkelijkheid en onze klanten sterker maken in deze uitdaging.’
10 Big Ideas 1. Pas big data toe in de landbouw in de V.S. 2. Vergroot de oogsten in Centraal en Oost-Europa 3. Vergroot China’s voedselveiligheid 4. Versterk de Zuid-Zuidhandel 5. Investeer in lokale opslag 6. Vergroot de productie in Brazilië 7. Ontwikkel koudeketens in China 8. Investeer in aquacultuur 9. Bevorder de zuivelproductie in India 10. Verhoog de productiviteit van rietsuiker Kijk voor meer informatie op www.rabobank.com en ga naar Onderzoek.
64
25 analisten doen onderzoek naar de verschillende sectoren in de regio. ‘Doordat we alle sectoren in beeld hebben, kunnen we beter verbanden leggen’, zegt ze. ‘Gebeurt er bijvoorbeeld iets op de markt van granen en oliezaden, dan kan dat gevolgen hebben voor de aanvoer van veevoer en daarmee ook voor de vleesproductie. Zo werkt het door in de hele keten. Wij gaan hierover in gesprek met onze klanten, zodat die kunnen bedenken wat voor hen de impact is en hoe ze kunnen anticiperen.’ De nadruk van het team van Schoemaker ligt op Europa. ‘Afrika heeft zeker potentie, maar is erg weerbarstig. Het is een enorm continent en in veel landen is de situatie onzeker, zowel politiek als economisch. Groei van inkomen en bevolking biedt kansen op langere termijn, maar op kortere termijn zijn er veel uitdagingen en wordt er veel leergeld betaald.’ Het onderzoek van FAR staat in dienst van de zakelijke dienstverlening van de Rabobank. ‘Daarover geen misver-
stand’, zegt Schoemaker. ‘Hoe interessant ook, we doen geen onderzoek voor het onderzoek. Onze klanten en onze commerciële collega’s moeten er wel iets aan hebben. Onze analisten en lokale bankmanagers trekken dan ook regelmatig samen op, bijvoorbeeld om presentaties te geven. Met als doel om de klant verder te helpen.’ Medeverantwoordelijk Groente, fruit en sierteelt in Nederland is het aandachtsgebied van analist Cindy van Rijswick. ‘Het is mooi werk’, vindt ze. ‘Het gaat om een sector waarin gezonde en mooie dingen worden geproduceerd. De sector is heel dynamisch, met een mix van grote en kleine bedrijven. Ik vind de combinatie van onderzoek doen en bedrijven bezoeken erg leuk. Als sparringpartner van de ondernemer kun je echt iets betekenen.’ De Rabobank heeft zijn wortels in de landbouw. De bank is voortgekomen uit de kleine boerenleenbanken die vanaf het einde van de negentiende
eeuw werden opgericht door boeren en tuinders. Deze coöperatieve banken verschaften krediet aan de leden. De coöperatieve basis en opvattingen vormen de rode draad in de geschiedenis van de Rabobank. ‘In Nederland zijn we nog altijd dé bank voor de agrarische sector’, zegt Van Rijswick. ‘Zo is tachtig procent van de telers klant bij ons. Wij voelen ons medeverantwoordelijk voor hun succes en doen er alles aan om hen zo goed mogelijk te bedienen. Met bankproducten op maat en met goede informatie waarop zij hun beslissingen kunnen baseren. Het is mooi om daaraan bij te dragen.’ Grote ideeën Global strategist Justin Sherrard is bij FAR verantwoordelijk voor de onderzoeksagenda. De behoefte van klanten staat daarbij voorop, stelt hij. FAR wordt daarbij gevoed door de eigen contacten met ondernemers en door de gesprekken die de accountmanagers van de Rabobank hebben. Wijzer · Rabobank Private Banking
Welke innovatie volg je zelf op de voet? Gilles Boumeester: ‘De grote innovatie is de toepassing van alle moderne technologie op de boerderij, van melkrobot tot big data. Dat is al gaande, maar er komt nog heel veel aan.’ Cindy van Rijswick: ‘Ik ben benieuwd naar de toekomst van ‘urban farming’, de teelt van producten in containers met kunstlicht en volledig gecontroleerde omstandigheden.’ Justin Sherrard: ‘Food en agri is vooral korte termijn. Ideeën om businessmodellen en de supply chain te veranderen zodat de prijzen stabieler worden, hebben mijn belangstelling.’ Sebastiaan Schreijen: ‘Een spannende innovatie is het 3D-printen van food. Nu al mogelijk voor bijvoorbeeld pasta en chocolade. Deze technologie kan de industrie op zijn kop zetten.’ Marianne Schoemaker: ‘Ik volg de zoektocht naar nieuwe proteïnen als vervanger van vlees met veel belangstelling, zoals de verwerking van algen tot voeding voor mensen.’
Een belangrijk uitgangspunt is het Rabobankprogramma Banking for Food (zie kader). ‘Innovatie en leiderschap zijn de komende jaren essentieel voor de sector’, zegt Sherrard. ‘De oplossingen van gisteren bieden geen soelaas voor de problemen van morgen. De huidige marktomstandigheden maken het voor veel bedrijven lastig om fors te investeren, maar dat is toch nodig. De Rabobank heeft onlangs tien ‘big ideas’ geformuleerd die volgens ons nodig zijn om de wereldvoedselsituatie te verbeteren.’ (zie kader) Behalve innovatie is er ook een omslag nodig bij de consument, merkt Sherrard op. ‘Er zijn op de wereld achthonderd miljoen mensen die niet genoeg te eten hebben, terwijl twee keer zo veel mensen te veel eten en daardoor overgewicht en gezondheidsproblemen hebben. Dat is helemaal scheef. Het is een uitdaging om ook dat te veranderen door mensen beter te informeren over gezonde voeding.’
Banking for Food: meer met minder Tot 2050 groeit de wereldbevolking tot negen miljard mensen, die allemaal gevoed moeten worden. Gemiddeld neemt de welvaart toe, zodat ook de vraag naar voeding groeit. In 2050 is zestig procent meer voedsel nodig dan vandaag. Tegelijk moeten we deze toename realiseren met minder beschikbare landbouwgrond en minder hulpmiddelen zoals kunstmest. De Rabobank heeft zijn oorsprong in de landbouw. We kennen de landbouwsector en aanverwante bedrijfstakken door en door. Zowel in eigen land als in het buitenland hebben we een sterke positie in de sector. De Rabobank heeft in totaal bijna 90 miljard euro aan uitstaande kredieten in de sector, waarvan ruim de helft in het buitenland. We zien het als onze opdracht om de landbouw en waardeketens te ondersteunen om in te spelen op de grotere vraag naar voedsel. Hiervoor moeten vier dingen gebeuren: • Verbeteren van de beschikbaarheid door verhoging van de productiviteit • Verbeteren van de toegang tot voedsel door een betere infrastructuur • Stimuleren van gebalanceerde en gezonde voeding • Verbeteren van de stabiliteit van de agrarische markten De Rabobank helpt door toegang te bieden tot financiering, kennis en netwerken. Rabobank Food & Agribusiness Research verzamelt en deelt kennis.
65
Door de ogen van
Dr. Wim Boonstra (1958) is chef-econoom en hoofd van het directoraat Kennis en Economisch Onderzoek van de Rabobank. Aan de Vrije Universiteit doceert hij het vak geld- en bankwezen. Daarnaast is hij onder meer voorzitter van de Monetaire Commissie van de European League for Economic Cooperation.
Deflatiegevaar onderschat S
inds eind 2014 bevindt de Europese Monetaire Unie (EMU) zich in een deflatie: het gemiddelde prijspeil daalt. Toch zien velen vooral de voordelen. Dalende prijzen betekenen immers dat je geld meer waard wordt; je kunt er dus meer mee kopen. Als deflatie vooral komt door fors dalende benzineprijzen, dan kan de koopkracht die vrijvalt worden aangewend voor extra uitgaven. Dat is goed voor onze economie. Prijzen kunnen ook dalen door snelle productiviteitsstijgingen. Deze kunnen leiden tot dalende productiekosten en prijzen. Als deze effecten zo sterk zijn dat het gemiddelde prijspeil erdoor daalt, is dat ook goede deflatie. Het is namelijk een uiting van technologische vooruitgang, waarvan de voordelen deels worden doorgegeven aan de consumenten. Denk aan de kosten van een telefoongesprek of de prijzen van computers. De koopkracht van de mensen stijgt daardoor, terwijl de nominale inkomens meestal niet dalen, dus de reële bestedingen kunnen stijgen.
66
Bestedingsuitval Deflatie kan echter ook worden veroorzaakt door vraaguitval, bijvoorbeeld door lastenverzwaringen of bezuinigingen door de overheid. Ondernemers die de vraag naar hun producten zien afnemen, voelen dit het eerst. In reactie daarop zullen zij vaak proberen hun afzet op peil te houden door de afzetprijzen te verlagen. Dit zet hun marges onder druk. Zij zullen dus ook hun kosten willen verlagen. Vaak worden dan mensen ontslagen, de werkloosheid stijgt en dit leidt tot een neerwaartse druk op de lonen. Als lonen niet snel genoeg dalen, leiden dalende afzetprijzen tot hogere reële loonkosten en volgt een nieuwe ontslagronde. Daardoor daalt de koopkracht over de hele linie en er treedt meer bestedingsuitval op. Dit is een slechte deflatie. Als dit gevaarlijke proces niet tot stilstand wordt gebracht, kan een economie in een moeilijk te stoppen neerwaartse spiraal terechtkomen. Deflatie, vooral de slechte variant ervan, leidt tot een tamelijk willekeurige herverdeling van vermogens en
schulden. Mensen met schulden zien bij inkomensdaling hun reële schulden en rentelasten hoger uitvallen. Een normaal gesproken draaglijke schuld wordt bij een inkomensdaling een financiële molensteen. Mensen met schulden worden gedwongen om hun bestedingen terug te schroeven of in gebreke te blijven bij de aflossing. Deflatie leidt ook tot een vrij willekeurige herverdeling van inkomens. Medewerkers met een relatief zwakke arbeidsmarktpositie worden vaak als eerste ontslagen en zien hun inkomen dus fors dalen. Mensen met een sterke arbeidsmarktpositie kunnen de voordelen van deflatie – het goedkoper worden van producten – juist veel langer incasseren. Dat is het verraderlijke van deflatie: in het begin voelt het voor grote groepen mensen best lekker aan. Pas na verloop van tijd komen de eventuele negatieve effecten naar voren. Neerwaartse spiraal Deze effecten laten zien dat de herverdelingseffecten van deflatie groter zijn naarmate in een economie meer sprake is van omvangrijke onder-
‘Deflatie kan met monetair beleid nauwelijks worden bestreden’ linge vorderingen en schulden. Hoe groter deze zijn, des te harder werken schommelingen in prijzen en inkomens door in de reële economie. In een periode van deflatie kunnen mensen, als zij verwachten dat prijzen verder gaan dalen, besluiten om bepaalde niet-dringende bestedingen uit te stellen. Winkeliers zien dan hun voorraden onverwacht oplopen en zullen die trachten af te bouwen. Hun leveranciers zullen in reactie hierop hun productie terugschroeven. Dit kan weer een krimpende werkgelegenheid betekenen, wat de vraaguitval weer verder versterkt. In het ergste geval kan dit uitmonden in de-
Wijzer · Rabobank Private Banking
pressies via uitgestelde bestedingen, die zich weer vertalen in een verdere economische krimp.
Zorgelijk In tegenstelling tot inflatie kan deflatie met monetair beleid nauwelijks worden bestreden. Als de prijzen dalen, kan de rente wel worden verlaagd, maar lager dan nul procent kan deze normaal gesproken niet zijn. Als de prijzen verder dalen, stijgen de reële rentekosten dus verder, wat weer een zelfstandig remmende werking heeft op de economische groei. De situatie waarin Europa nu zit is al met al zeer zorgelijk. De beleidsrente
staat al op nul, terwijl de echte EMU-brede deflatie maar net is begonnen. Dus, ja: de lagere olieprijzen zijn goed voor de koopkracht en dus goed voor de mensen. En tegelijk, nee: de conjunctuur is nog steeds heel zwak en deze prijsdalingen kunnen eraan bijdragen dat de deflatieverwachtingen zich stevig gaan nestelen en zich gaan vertalen in bestedingsuitstel. Als je daar eenmaal inzit, kom je er niet meer zo eenvoudig uit. De beste remedie tegen deflatie is dan ook te zorgen dat je er niet in terechtkomt. Het risico is te groot om te verwaarlozen. 67
Door de ogen van
Mr. Han Dieperink (1967) trad na zijn studie civiel en fiscaal recht aan de Universiteit Leiden in dienst bij de Rabobank. Sinds 2000 is hij Chief Investment Officer bij Rabobank Particulieren & Private Banking.
Beter laat dan nooit H
et opkoopprogramma van de Europese Centrale Bank (ECB) is in volle gang. De ECB heeft veel te lang gewacht met deze vorm van kwantitatieve verruiming. Eindelijk heeft ECB-president Mario Draghi groot geschut ingezet. Sinds maart koopt de ECB iedere maand voor 60 miljard euro aan staatsobligaties en ander schuldpapier van eurolanden op. De centrale bank zal dat in ieder geval volhouden tot en met september 2016. Bij elkaar opgeteld kopen nationale centrale banken onder leiding van de ECB voor het onvoorstelbare bedrag van ruim 1,1 biljoen euro, oftewel € 1.100.000.000.000. De ECB is niet de eerste centrale bank die deze vorm van kwantitatieve verruiming (ook wel quantitative easing of QE) inzet om de economie aan te zwengelen en te voorkomen dat de lage inflatie omslaat in deflatie. De centrale banken van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Japan gingen de ECB al voor.
68
In de discussie over de verregaande stap van de ECB ligt de nadruk vaak op de risico’s. De lijst is lang. Door het vergroten van de geldhoeveelheid zou de inflatie op termijn de pan kunnen uitgieren, op financiële markten kunnen nieuwe zeepbellen ontstaan en aandeelhouders kunnen in hun honger naar rendement eisen dat bedrijven meer dividend uitkeren, waardoor er minder geld overblijft om te investeren. Impact Op het eerste gezicht is het opkoopprogramma bovendien klein in vergelijking met QE in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Japan. In verhouding tot het bruto binnenlands product waren de programma’s in die landen groter dan de maatregelen die de ECB nu neemt. De algemene overtuiging is dan ook dat het programma weinig invloed zal hebben op de reële economie. Maar niets is minder waar. De impact van het opkoopprogramma in de eurozone is juist veel groter. Dat blijkt wel uit reacties op de financiële
markten. Europese aandelen zijn fors gestegen na de aankondiging van ECB-president Draghi, terwijl de toch al lage rentes op Europese staatsobligaties pijlsnel naar beneden doken. Daar bovenop daalde de koers van de euro spectaculair ten opzichte van de dollar.
Meevallers Europese economie Het effect van QE op de rente in de eurozone is zoveel groter, doordat de ECB meer obligaties opkoopt dan er aan nieuwe schuld wordt uitgegeven. Namelijk meer dan twee keer zo veel. Het gevolg is dat de ECB niet alleen nieuwe, maar ook bestaande obligaties in de markt moet kopen om de belofte waar te maken. De Amerikaanse centrale bank heeft nooit meer obligaties opgekocht dan er aan nieuwe schuld werd uitgegeven. Dankzij de sterk gedaalde rentes kunnen bedrijven en overheden goedkoper lenen. Dat geeft ze meer ruimte om te investeren en te hervormen. De toch al zwakke euro is door het ECB-beleid bovendien verder gedaald. Bedrijven die exporteren naar
‘Voor beleggers in aandelen is het opkoopprogramma ook goed nieuws’ landen buiten de eurozone worden een stuk goedkoper en zien hun verkopen stijgen. Dat zijn stuk voor stuk meevallers voor de aantrekkende Europese economie. De aantrekkende groei kan ook positieve invloed hebben op het sentiment. De politieke risico’s waren groot tijdens de hoogtijdagen van de Europese schuldencrisis. Vooral in ZuidEuropese landen ontstond onrust onder de bevolking. De geschiedenis leert dat zulke negatieve sentimenten snel wegebben als het economisch beter gaat. Binnen de muren van de ECB is men het inmiddels unaniem eens dat QE een vast onderdeel is van het gereedWijzer · Rabobank Private Banking
schap van de centrale bank. Deze stap zorgt voor meer stabiliteit in de eurozone. Tot voor kort werd kwantitatieve verruiming als zonde gezien. Vooral de Deutsche Bundesbank was fel gekant tegen QE uit angst voor hyperinflatie, zoals Duitsland die kende in de jaren twintig van de vorige eeuw. Voordelen Ik deel het optimisme van Draghi: het opkoopprogramma is nuttig en noodzakelijk. Was dat inzicht eerder tot de ECB doorgedrongen, dan had de Europese schuldencrisis nooit zo lang geduurd. De kosten van de crisis waren bovendien stukken lager geweest. De ECB had het opkoopprogramma beter vijf jaar eerder kunnen lanceren,
maar uiteindelijk geldt hier: beter laat dan nooit. Voor beleggers in aandelen is het opkoopprogramma ook goed nieuws. Alleen al op basis van de extreme daling van de lange rente kunnen de koersen nog aanzienlijk verder stijgen. Wie veel spaargeld heeft, kan beter overwegen dat te gaan beleggen. Zijn er dan helemaal geen nadelen? Jawel, er kunnen nieuwe zeepbellen ontstaan. Als die knappen, kan dat destabiliserend werken. En de inflatie zou op lange termijn hoger kunnen zijn. Maar die risico’s zijn relatief klein en de voordelen zijn vooralsnog groter.
69
Door de ogen van
Drs. Jos Brauwers (1961) is directeur Vermogensstructurering. Hij studeerde bedrijfseconomie en fiscale economie in Rotterdam en is lid van de examencommissie van de MFPopleiding aan de Erasmus Universiteit.
Herziening belastingstelsel en uw financiële planning H et kabinet-Rutte 2 broedt op een herziening van het belastingstelsel. Zo’n herziening zal naar verwachting gevolgen hebben voor uw financiële planning. De fiscus heeft van oudsher grote invloed op uw financiën. De hoogte van de belastingen bepaalt immers hoeveel u netto overhoudt van uw bruto-inkomen en bruto-vermogen. Vrijwel ieder jaar zijn er wijzigingen in het belastingstelsel, maar doorgaans is de invloed van zulke wijzigingen beperkt en redelijk overzichtelijk. Dat kan binnenkort wel eens anders zijn. Hoewel op dit moment niet duidelijk is wat de herziening van het belastingstelsel inhoudt, kunnen de plannen van het kabinet invloed hebben op de financiële positie en planning van alle Nederlanders; of u nu jong of oud bent, belegt of spaart, werkt of van uw pensioen geniet. Het kabinet wil het stelsel vereenvoudigen en toekomstbestendig
70
maken. Eric Wiebes, staatssecretaris van Financiën, heeft vorig jaar in een brief aan de Tweede Kamer toegelicht wat de ambities van het kabinet zijn. Uitgangspunt van de herziening is het verlagen van de lasten op arbeid met 15 miljard euro, in de hoop dat dit 100.000 nieuwe banen en meer economische groei oplevert. De herziening moet werken en ondernemen stimuleren. De eerste vraag die opkomt, is hoe de lastenverlaging op arbeid betaald moet worden. Het verhogen van de belasting op consumptie ligt het meest voor de hand. Met andere woorden: een btw-verhoging. Het lage tarief van zes procent kan worden afgeschaft, eventueel in combinatie met een verhoging van het normale tarief van 21 procent. Zo’n btw-verhoging kan de financiële positie van niet-werkenden hard raken. Zij profiteren immers niet van de verlaging van de lasten op arbeid, maar voelen wel de btwverhoging. Een andere vraag is of het beleid van het kabinet wel tot een echte herziening leidt. Op voorhand heeft
Rutte 2 laten weten de woning- en pensioenmarkt ongemoeid te laten – naar verwachting komt er een uitzondering voor het opbouwen van pensioen in eigen beheer van een directeur-grootaandeelhouder (dga). Politiek gezien is die keuze begrijpelijk. Maar technisch gezien is het lastig om tot een structurele herziening te komen zonder de woning- en pensioenmarkt mee te nemen. Een aandachtspunt is de mogelijke aanpassing van de vermogensrendementsheffing. In box 3 gaat de fiscus nu uit van een fictief rendement op spaargeld en beleggingen van vier procent. De fiscus heft over dit zogeheten forfaitaire rendement dertig procent belasting. Per saldo betaalt u dus 1,2 procent vermogensrendementsheffing. Wel geldt een vrijstelling van ruim € 21.000. Voor fiscale partners is dat het dubbele. Deze heffing wordt als onrechtvaardig ervaren. Wie bijvoorbeeld enkel spaart, haalt met de huidige lage rente onmogelijk een rendement van vier procent. Om het gebrek aan
‘Hopelijk richt de wetgever zich meer op de economische realiteit’ begrip weg te nemen gaat het kabinet alternatieven onderzoeken. Doel is te komen tot een heffing die belastingbetalers rechtvaardiger vinden en die goed uitvoerbaar is. Daarvoor kan het werkelijke rendement het uitgangspunt zijn, maar het aanpassen van het forfaitaire rendement is ook een mogelijkheid.
Belastingdruk Het kabinet bekijkt daarnaast hoe het verschillen in belastingdruk kan beperken. Het kabinet constateert terecht dat in ons huidige stelsel dezelfde economische activiteit in een ander juridisch jasje leidt tot een andere belastingdruk. Door die verschillen zijn keuzes vaak fiscaal gedreven. Wijzer · Rabobank Private Banking
Dit speelt vooral bij activiteiten als werken, ondernemen, beleggen en sparen. Wie bijvoorbeeld spaart in box 3, betaalt op dit moment meer dan honderd procent belasting, terwijl iemand die zijn spaarmiddelen inbrengt in een vennootschap de belastingdruk kan terugbrengen naar 25 procent. Daarnaast kan de belastingheffing over een nog niet gerealiseerde koerswinst worden uitgesteld door te beleggen in een bv, terwijl over de waarde van beleggingen in box 3 altijd belasting betaald moet worden. Dergelijke verschillen bestaan ook tussen werken in loondienst en ondernemen. Met allerhande kunstgrepen heeft de wetgever geprobeerd hier
evenwicht te brengen, maar die blijken niet altijd het gewenste effect te hebben. Ik hoop dan ook dat de wetgever zich bij de herziening meer richt op de economische realiteit en minder op het juridische jasje. Veel zal echter afhangen van de politieke wil. Welke keuzes het kabinet ook maakt, een belastingherziening kan gevolgen hebben voor uw financiële positie en financiële planning. Wie al een financieel plan heeft, zal dit opnieuw onder de loep moeten nemen. En heeft u nog geen financieel plan? Dan is de belastingherziening wellicht een goede gelegenheid om dit op te laten stellen. 71
Hoe werkt …
Beleggen in boterhammen
In de voedselproductie doen zich belangrijke ontwikkelingen voor waar particuliere beleggers op in kunnen spelen. De Rabobank, als wereldwijd leidende food & agribank, biedt een keuze uit twee zorgvuldig geselecteerde fondsen.
D
e agrarische industrie is een belangrijke groeimarkt. De sector staat wereldwijd voor belangrijke uitdagingen. De groeiende wereldbevolking zal de vraag naar voedsel fors doen toenemen. In de opkomende markten zullen mensen meer luxevoedingsmiddelen willen kopen, terwijl in de ontwikkelde landen een gezonde levensstijl en bewust omgaan met eten belangrijke thema’s zijn. Ook is er een groeiende behoefte aan biobrandstof uit bijvoorbeeld maïs, koolzaad, oliepalm en soja. Tegelijkertijd neemt door verstedelijking en klimaatverandering de beschikbaarheid van landbouwgronden af. Dit maakt het noodzakelijk om de opbrengst per hectare landbouwgrond te verhogen en efficiënter met middelen om te gaan. Ondernemers in agribusiness zullen hier innovatief op moeten inspelen. De particuliere belegger kan daar op middellange en lange termijn voordeel van hebben.
72
Hele keten Gert van de Paal, specialist maatschappelijk verantwoord beleggen bij de Rabobank: ‘Agribusiness wordt doorgaans breed gedefinieerd. Men spreekt ook wel van “from field to fork” of “from farm to fork”. Het segment omvat met andere woorden bedrijven aan de voorkant van de keten, bijvoorbeeld fabrikanten van kunstmest, zaden en landbouwwerktuigen, tot bedrijven aan het einde daarvan, zoals Nestlé en Unilever, die de producten uiteindelijk naar de markt brengen.’ Spreiding dempt risico Beleggers in agribusiness kunnen aandelen of obligaties van afzonderlijke ondernemingen kopen of in fondsen beleggen. De managers van deze fondsen hebben doorgaans een breed mandaat. Ze kunnen daarom in de hele keten op zoek gaan naar de beste beleggingsmogelijkheden.
Afhankelijk van waar zij de meeste waarde zien, kunnen zij het accent leggen op beleggingen aan het begin of aan het einde van de keten. Beleggen in agribusiness-fondsen heeft daarnaast het voordeel dat de beleggingen over verschillende subsectoren worden gespreid: industrie, dienstverlening, landbouw, fabricage van voedingsmiddelen, logistiek et cetera. Deze spreiding dempt het risico van de belegging. Selectie van fondsen in agribusiness De Rabobank biedt klanten twee beleggingsfondsen in agribusiness aan. Beide fondsen voldoen aan de criteria van de Rabobank voor maatschappelijk verantwoord beleggen (zie verderop). Rishma Moennasing, senior analist beleggingsfondsen bij de Rabobank: ‘Deze fondsen zijn op grond van bepaalde criteria geselecteerd. Belangrijk is dat het fonds het
‘Gaan ondernemingen waarin wordt belegd, verantwoord om met schaarse hulpmiddelen, zoals zoet water?’ thema agribusiness zo zuiver mogelijk weerspiegelt. Zo voorkomen we dat beleggers tegelijkertijd een blootstelling aan andere effecten of andere thema’s hebben. Ook is belangrijk dat de fondsmanagers in agribusiness zijn gespecialiseerd en al jarenlang in dit segment beleggen. Voor de twee genoemde beleggingsfondsen is dat absoluut het geval.’ Duurzaamheid Een ander selectiecriterium is duurzaamheid. Rabobank eist van alle beleggingsfondsen die zij aan klanten aanbiedt, dat deze aan basale criteria op het gebied van maatschappelijk verantwoord beleggen voldoen, ongeacht Wijzer · Rabobank Private Banking
of het woord ‘duurzaam’ in de fondsnaam is opgenomen. Voor alle fondsen geldt dat rekening moet worden gehouden met mens, milieu en goed bestuur, en dat een internationale gedragscode voor verantwoord beleggen moet zijn ondertekend (de Principles for Responsible Investment van de Verenigde Naties). Voor duurzame fondsen in agribusiness gelden nog meer criteria. Fondsmanagers beoordelen bijvoorbeeld ook of de ondernemingen waarin wordt belegd, verantwoord omgaan met het gebruik van schaarse hulpmiddelen, zoals zoet water.
Banking for food De Rabobank is wereldwijd een leidende food & agribank. ‘Banking for food’ is onze visie op landbouw en voedsel voor meer dan negen miljard mensen in 2050. Wij zien het als onze opdracht om bij te dragen aan het duurzamer voeden van de wereld en daarmee aan voedselzekerheid en voedselveiligheid. Dat doen we door onze klanten in agribusiness vooruit te helpen met financiering, kennis en netwerken. Ga naar ‘banking for food’ op www.rabobank.nl.
73
Drijven speculanten echt de voedselprijzen op?
Etenswaarde
‘Liever beleggen we in innovatieve landbouwbedrijven’
Sinds 2000 hebben beleggers de termijnmarkten ontdekt. In de jaren daarna stegen de voedselprijzen tot ongekende hoogten. Ontwikkelingsorganisaties zagen een verband en riepen om maatregelen. Financiële partijen dachten dat het wel meeviel. Wie heeft er gelijk?
T
ermijnmarkten zijn van oudsher een instrument om kopers en verkopers van grondstoffen en landbouwproducten zekerheid te bieden. Ze sluiten ruim voor de oogst een overeenkomst en dekken zo hun inkomensrisico af, het zogeheten ‘hedgen’. De producent weet wat hij straks ontvangt, de afnemer weet welke prijs hij moet betalen. Hun bedrijfsbeslissingen kunnen ze hierop afstemmen. De allereerste termijnmarkten en beurzen gaan terug tot in de zestiende eeuw, onder andere in Amsterdam en Londen. In de negentiende eeuw ontstond in Chicago de Chicago Mercantile Exchange, speciaal voor landbouwproducten, ooit begonnen als de (non-profit) Chicago Butter and Egg Board. Deze markt werd opgezet omdat de één-op-ééncontracten die tot dan toe gebruikelijk waren, te weinig flexibel waren. Grotere rol beleggers Rond de eeuwwisseling werden de financiële markten geliberaliseerd.
74
Het gevolg hiervan was dat beleggers een steeds grotere rol gingen spelen op de termijnmarkt. In 2005 brachten beleggers van buiten zo’n 100 miljard dollar in op de termijnmarkten. Zes jaar later was dit opgelopen tot ruim 400 miljard dollar. In dezelfde periode stegen de prijzen van voedsel spectaculair. De FAO food price index steeg van 91,1 in 2000 naar 201,4 in 2008, en piekte in 2011 na een korte daling zelfs op 229,9. Op diverse plaatsen in de wereld braken in 2008 voedselrellen uit, onder meer in Marokko, Kameroen, Egypte, Haïti en Mexico. Voor veel ontwikkelingsorganisaties stond het als een paal boven water: sinds de liberalisering waren de prijzen gestegen. Het kon niet anders of daar moest een verband zijn. Ze riepen om een verbod op speculatie, of op zijn minst de nodige beperkende maatregelen. Niet gokken Gert van de Paal is specialist maatschappelijk verantwoord beleggen bij de Rabobank. ‘We zijn ons bewust van
de discussie en de zorgen die er leven. We hebben dan ook een standpunt over dit onderwerp ingenomen. De Rabobank speculeert niet voor eigen rekening op de markt voor grondstofderivaten. Wel faciliteren wij onze food & agriklanten op deze markt, bijvoorbeeld om posities af te dekken en het risico van prijsschommelingen op te vangen. En als het gaat om het aanbieden van beleggingsproducten op dit vlak zijn wij terughoudend en maken wij zorgvuldige keuzes.’ ‘Grondstoffen zijn geen beleggingscategorie zoals aandelen of obligaties’, zegt Han Dieperink, chief investment officer bij de Rabobank. ‘Je kunt speculeren op prijsstijgingen, maar dat is meer gokken dan beleggen. Bovendien houdt de prijsontwikkeling van grondstoffen op lange termijn de inflatie niet bij. Wij beleggen liever in innovatieve landbouwbedrijven die een bijdrage kunnen leveren om het wereldvoedselprobleem op te lossen.’ Signaalfunctie voor boeren Van de Paal en Dieperink betwisten
Wijzer · Rabobank Private Banking
75
Powerfood #4 ‘Je kunt speculeren op prijsstijgingen, maar dat is meer gokken dan beleggen’ de relatie tussen speculatie en prijsstijgingen. ‘Op de lange termijn zijn het vooral wat wij noemen de fundamentele factoren die de prijs bepalen’, zegt Van de Paal. ‘Factoren die vraag en aanbod beïnvloeden, zoals misoogsten, groei van de vraag, opofferen van landbouwareaal voor biobrandstoffen en handelsbeperkingen. Als er al een effect is van speculatie volgens onderzoekers, dan is dat vooral voor de korte termijn.’ Dieperink vindt het geen goed idee om speculatie aan banden te leggen. ‘Financiële beleggers op de termijnmarkt vervullen een belangrijke functie. Ze dragen bij aan de prijsvorming en die heeft een signaalfunctie voor boeren. Die kunnen besluiten om meer te produceren als de prijzen op de termijnmarkt stijgen. Daarnaast zorgen de speculanten voor liquiditeit op de termijnmarkt. Het is wel wenselijk dat er een betere verdeling komt van de krachten op de markt. Bijvoorbeeld doordat boeren zich verenigen in coöperaties en beschikken over dezelfde informatie als de grote partijen op de termijnmarkt. Die ontwikkeling is wel gaande.’ Dalende prijzen Sinds de piek in 2011 zijn de voedselprijzen gedaald. In februari 2015 stond de FAO food price index op 179,4. De vraaggroei in Zuidoost-Azië is iets afgevlakt door de afnemende groei daar. Afgelopen jaar waren de oogsten in de Verenigde Staten zeer goed. En boeren hebben geïnvesteerd in betere productietechnieken. ‘De prijzen zijn nog steeds flink hoger dan in 2004’, zegt Dieperink. ‘Dat geeft boeren de ruimte om verder te investeren. Dat is nodig om ook op termijn de wereld te voeden.’ 76
Wat is waar? Gerdien Meijerink van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) onderzocht in 2012 de bestaande literatuur over het onderwerp. Volgens haar is er geen ‘smoking gun’ die de hoge voedselprijzen in verband brengt met speculatie. En de relatie tussen speculatie en honger in de wereld, zoals soms betoogd door ontwikkelingsorganisaties, slaat volgens haar nergens op. ‘Daar zitten nog zo veel stappen tussen.’ ‘Er is veel onbegrip over de werking van de termijnmarkt’, constateert zij. ‘Het lijkt niet op een fysieke markt, meer op wedden bij paardenrennen. Paarden gaan niet harder lopen als er meer mensen op wedden. En als er meer partijen actief zijn op de wereldmarkt, leidt dat niet tot een grotere vraag naar de onderliggende producten.’ Zij wijst net als Van de Paal op fundamentele factoren als belangrijkste oorzaken van prijsschommelingen. Zoals de toenemende vraag in China en India en de omvang van de oogsten.
De FAO Food Price Index daalt gestaag sinds april 2014 en bevindt zich momenteel op het niveau van juli 2010. Deze index geeft het gemiddelde niveau weer van de prijzen van graan, vlees, suiker, plantaardige olie en zuivelproducten. http://www.fao.org/worldfoodsituation/foodpricesindex/en/ FAO food Price Index in nominal and real terms 2002-2004=100 250 Nominal
200 150
Real* 100 50 0
61
65
70
75
80
85
90
65
00
*The real price index is the nominal price index deflated by the World Bank Manufactures Unit Value Index (MUV)
05
10
15
Suikerbieten Als er één gewas met zijn tijd meegaat, is het de suikerbiet wel. Vroeger bracht de biet slechts suiker voort, maar onlangs is er een manier gevonden om het eiwit rubisco te winnen uit de bladeren. Dit eiwit is te verwerken tot gelei en kan prima dienen als vleesvervanger. Win-win en helemaal 2015: het afval van de suikerbiet – de bladeren blijven anders achter op het veld – krijgt een nieuw leven en Nederland wordt voor vleesvervangers minder afhankelijk van de import van soja. De suikerbiet haakt daarnaast in op de trend om agrarische grondstoffen te gebruiken voor de chemische industrie. Naar verwachting worden er de komende jaren miljarden geïnvesteerd in bedrijven die suikerbieten kunnen omzetten naar plastic. Niets gewoons dus aan dit wortelgewas dat ‘vulgaris’ in de Latijnse naam heeft. Dat wist Napoleon, die in het begin van de negentiende eeuw verordonneerde dat op veel plekken in Europa suikerbieten geteeld moesten worden, waarschijnlijk allang.
Wijzer · Rabobank Private Banking
77
Essay
Hallo financiële sector, hier aarde!
Rockster Bono noemt hem 'my professor' en de Britse krant The Guardian doopte hem 'The Man with the Plan': de Amerikaanse topeconoom Jeffrey Sachs. Hij roept investeerders op om vooral verder vooruit te kijken.
F
78
inanciële markten dienen twee cruciale doelen: spaargeld doorsluizen naar productieve investeringen en mensen en bedrijven de gelegenheid geven hun risico's te beheren door diversificatie en verzekering. Hiermee is de sector van wezenlijk belang voor duurzame ontwikkeling, terwijl er ondertussen sprake is van niet eerder vertoonde mogelijkheden om op wereldschaal te investeren, naast vele uitdagingen op het gebied van risicobeheer. Daarom moet de financiële wereld klaarstaan met praktische, mondiale oplossingen voor de problemen die samenhangen met financiering van economische groei, armoedebestrijding en duurzaamheid van het milieu wanneer de wereldleiders in juli in Addis Abeba (Ethiopië) samenkomen voor de Conferentie over de financiering van de ontwikkelingssamenwerking. Wijzer · Rabobank Private Banking
Topoverleg in aantocht Het Jaar van de duurzame ontwikkeling is inmiddels begonnen. In drie achtereenvolgende mondiale topoverleggen – de conferentie in Addis Abeba, de top van de Verenigde Naties in september waar de Duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) worden aangenomen en de Klimaatveranderingsconferentie in Parijs van de VN in december – zullen 193 landen proberen wereldwijd groei en armoedebestrijding te blijven realiseren in een veilige, natuurlijke omgeving. Het zal erop aankomen. De wereldeconomie groeit ondanks alle hobbels op de weg jaarlijks met drie à vier procent. Dat is een verdubbeling van de productie voor elke generatie. Maar in twee opzichten biedt de wereldeconomie geen duurzame groei. In veel delen van de wereld komt de groei onevenredig ten goede aan de rijken;
en de groei heeft het milieu aangetast – ja, zelfs op levensbedreigende schaal als gekeken wordt op een termijn van honderd jaar in plaats van op basis van kwartaalrapportages of tweejarige verkiezingscyclussen.
Actie ondernemen De grootste, maar zeker niet de enige milieudreiging is klimaatverandering. Op basis van de huidige tendens in het gebruik van fossiele brandstof wereldwijd zal de temperatuur op de planeet waarschijnlijk vier tot zes graden stijgen ten opzichte van het niveau in het pre-industriële tijdperk; een toename die catastrofaal is voor de voedselproductie, menselijke gezondheid en de biodiversiteit. In veel delen van de wereld zullen zelfs gemeenschappen in hun voortbestaan bedreigd worden. Regeringen zijn al een maximale opwarming van twee graden Celsius
79
‘Al vanaf de industriële revolutie is kapitaal een krachtig instrument om vooruitgang voor de mens mogelijk te maken’ overeengekomen, maar moeten nog afdoende actie ondernemen om een koolstofarm energiesysteem op te zetten. De financiële industrie kan een centrale rol spelen bij de versnelling van de mondiale transitie naar inclusieve, duurzame groei. Effectieve financiële markten moeten immers nauwkeurige informatie over de lange termijn verstrekken aan spaarders en investeerders waardoor zij bedrijven, pensioenfondsen, verzekeringspools, staatsinvesteringsfondsen en anderen in staat stellen hun middelen te verbinden aan projecten die op lange termijn solide opbrengsten opleveren en om hun spaartegoeden te beschermen tegen financiële rampen. Met klimaatverandering als gegeven betekent dit: zich er rekenschap van geven of, laten we zeggen, volledig laaggelegen kustgebieden of landbouwgebieden zich staande kunnen houden.
Mondiale informatiestroom Effectieve financiële markten zouden ook veel meer algemeen spaargeld uit de landen met een hoog inkomen en relatief zwakke vooruitzichten op groei op lange termijn moeten leiden naar regio's met lage inkomens en een relatief sterk groeiperspectief, gezien de nieuwe mogelijkheden om met grote sprongen tot ontwikkeling te komen met een slimme, op informatie gebaseerde infrastructuur. Nog maar tien jaar geleden leefden honderden miljoenen Afrikanen op het platteland buiten de mondiale informatiestroom. Door de snelle verspreiding van breedband profiteren voorheen geïsoleerde dorpen tegenwoordig van telebankieren, transportdiensten en met ICT ondersteunde programma's op het gebied van landbouw, gezondheidszorg en onderwijs. 80
Jeffrey Sachs 60 jaar Jeffrey Sachs is een Amerikaanse (ontwikkelings)econoom, hoogleraar en directeur van het Earth Institute bij de Universiteit van Columbia (New York). Sachs publiceert over duurzame ontwikkeling, armoedebestrijding, ontwikkelingssamenwerking en schuldenverlichting. Hij schreef de boeken Het einde van de armoede (2005) en Welvaart voor de wereld (2008). Lees meer op www.project-syndicate.org.
Om de voordelen van deze nieuwe technologie grootschalig te benutten en investeringen te vermijden die de opeenvolgende milieucrises nog meer verergeren, moet de financiële sector begrijpen hoe SDG's het investeringslandschap zullen veranderen. Het is tijd dat het concept van investeren op werkelijk lange termijn omarmd wordt. Hiervoor moet het potentieel van institutioneel bijeengebracht kapitaal in kaart gebracht worden om investeringsmogelijkheden te steunen die voor iedereen een duurzame toekomst veiligstellen.
Wezenlijke rol We weten dat enorme investeringen door de publieke en private sector nodig zijn om de overgang mogelijk te maken naar een koolstofarme economie, de mondiale oorlog tegen armoede en ziekte te winnen, en wereldwijd te zorgen voor hoogwaardig onderwijs en een goede fysieke infrastructuur. De slimme investeerders van nu, en de financiële sector als geheel, moeten verder vooruitkijken dan de actuele marktprijzen en het huidige beleid, naar de marktprijzen en het beleid van de toekomst. Er bestaat momenteel bijvoorbeeld nog geen wereldwijde toeslag op koolstof waarmee investeringen in energie verschoven worden van fossiele brandstoffen naar duurzame bronnen; maar we weten dat die eraan komt, om de opwarming van de aarde onder de grens van twee graden te houden. Als rentmeesters van langlopend kapitaal kunnen de huidige investeerders hun ogen niet sluiten voor deze naderende koolstoftoeslag en de verschuiving naar koolstofarme energiebronnen. Dat betekent dat er praktische manieren gevonden moeten worden om de gewenste verschui-
Linksboven: Jeffrey Sachs met IMF-directeur Christine Lagarde. Linksonder: Sachs schudt de hand van George Soros, die naast Ban Ki-moon staat, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties. Rechtsboven: Jeffrey Sachs bij de Verenigde Naties. Rechtsonder: Sachs spreekt in Uganda over economische groei.
ving te financieren en te stimuleren. Wij geloven dat financiële leiders willen dat hun sector zijn wezenlijke rol speelt bij duurzame ontwikkeling, en we dringen erop aan dat zij actief bijdragen aan de unieke kansen die zich dit jaar voordoen. De hedendaagse financiers kunnen kiezen of zij de geschiedenis ingaan wegens de crisis van 2008, waar zij de hand in hadden, of vanwege hun creatieve en vindingrijke inspanningen om duurzaamheid op de lange termijn te stimuleren.
Rentmeesterschap Als we ervan uitgaan dat de financiële
sector voor het laatste kiest, moeten zij de handen ineenslaan en samen met regeringen een raamwerk opzetten voor mondiale investering waarin goede stimulansen zijn opgenomen om de uitdagingen van duurzame groei aan te gaan. De globalisering van financiering wordt hiermee doorgezet, wat essentieel is om geld uit de kapitaalkrachtige regio's ter beschikking te stellen aan hun onbemiddelde, kapitaalarme tegenspelers. Ook komen zo lokale kapitaalmarkten tot ontwikkeling die kapitaalvorming kunnen faciliteren en landen beschermen tegen de ups en downs van Wijzer · Rabobank Private Banking
mondiale gebeurtenissen. Verder moeten financiële leiders burgers (de spaarders) meenemen op hun tocht naar een eerlijkere en duurzamere wereldeconomie. Dat betekent stimuleren van verantwoord investeren door de lat voor rentmeesterschap steeds hoger te leggen – bijvoorbeeld door te eisen dat de portfolio's van bedrijven voldoen aan bepaalde duurzaamheidsdoelen. Het betekent ook een bijdrage leveren aan een nieuw raamwerk voor mondiale investeringen in infrastructuur, waardoor middelen weggeleid worden van projecten die schadelijk zijn voor
het milieu, en de verspilling, die vaak wordt geassocieerd met politieke patronage, afneemt. Al vanaf de industriële revolutie is kapitaal een krachtig instrument om vooruitgang voor de mens mogelijk te maken. De grote taak waar de financiële leiders van deze generatie voor staan, ligt in het op gang brengen van investeringen in vaardigheden, infrastructuur en duurzame technologie die een einde maken aan armoede, welvaart verspreiden en de aarde beschermen. Degenen die als eerste handelen, zullen er wat van opsteken – en er rijker van worden.
81
Wat maakt u rijk? Colofon
Disclaimer
Coverfotografie Mark Horn
Deze publicatie is samengesteld in opdracht van Rabobank Nederland Private Banking. Iedere lokale Rabobank en de andere onderdelen van de Rabobank Groep die als beleggingsonderneming zijn aan te merken, zijn als zodanig geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam. De informatie in deze publicatie is ontleend aan door Rabobank betrouwbaar geachte bronnen en publieke informatie, maar voor de juistheid en de volledigheid van de genoemde feiten, meningen, verwachtingen en de uitkomsten daarvan kunnen wij niet instaan. Hoewel wij ten aanzien van de selectie en berekening van de gegevens de nodige zorgvuldigheid in acht nemen, zijn wij niet aansprakelijk voor enige schade die het gevolg is van de hierin opgenomen gegevens. De informatie in deze publicatie dient niet te worden opgevat als een aanbod en evenmin als een uitnodiging tot het doen van een aanbod tot het kopen of verkopen van financiële instrumenten en is ook niet bedoeld om enig recht of verplichting te creëren. Het gebruikmaken van de informatie geschiedt dan ook geheel op eigen risico. De waarde van beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De in deze publicatie opgenomen informatie is geen expliciete of impliciete beleggingsaanbeveling en kan op ieder moment zonder verdere aankondiging worden gewijzigd. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze publicatie behoren toe aan Rabobank, tenzij expliciet anders aangegeven.
Een uitgave van Rabobank Private Banking Wendelien Post Concept en realisatie MediaPartners Group, Amstelveen Redactie Anja Corbijn van Willenswaard (Editor in Chief ) Mandy van Koningsbrugge, Annemiek Sinnige
‘Ik zou mezelf graag verliezen in het grote niets’
Art director Rein Vogel Vormgeving Bas Wijte Janet Deibert (beeld)
Ze is presentatrice van RTL-Z, en economisch verslaggever voor RTL Nieuws. Maar Hella Hueck (44) is vooral de trotse bedenker en presentator van Toekomstmakers over innovatief ondernemen. 1 Wat maakt u rijk? ‘Als ik met mijn meisjes kan huppelen door Amsterdam, terwijl de zon schijnt. Daar word ik zo happy van. Ik heb twee dochters, Nienke en Zita, van 8 en 6, en zij zijn alles voor me. Overigens vind ik mooi weer in de stad sowieso een vorm van rijkdom. Dan zie ik mensen in hun winterjas op het terras zitten en iedereen fietst met een grote glimlach … Daar word ik zó blij van.’ 2 Wat is uw grootste vermogen? ‘Het vermogen om open te kunnen staan en dingen te kunnen leren. En mijn vermogen om te veranderen. Toen ik begin 30 was, heb ik het roer omgegooid. Ik werkte in het bedrijfsleven en besloot journalist te worden. Ik heb een eigen huis, maar daar ben ik niet aan gehecht. Als we morgen 82
moeten verhuizen, doet dat mij niets. Ik heb niet veel met materie. Ik weet niet eens wat voor type auto ik heb.’
3 Zou rijkdom u veranderen? ‘Als ik de Staatsloterij zou winnen, dan zou ik wantrouwend worden naar mensen om me heen. Vinden ze me nou leuk om wie ik ben of om mijn geld? Aan de andere kant: ik heb al zolang dezelfde vrienden, die gaan echt niet anders doen als ik ineens rijk ben. Ik krijg wel reacties op straat van mensen op mijn tv-presentaties, maar dat vind ik alleen maar leuk. Mensen die voor tv werken zijn ijdel, ik dus ook.’
Creative director Muk Swart Projectcoördinatie Isabelle Seelen, Margret van Hunnik
tijd terug overleden. Ze hebben beiden een periode gehad waarin ze erg ziek waren en dat was in de tijd dat zorg voor zieken en ouderen met persoonlijke budgetten nog goed geregeld was. Maar toen dacht ik ook al: dit zouden wij toch ook zelf kunnen ophoesten?’
5 Waar kunt u geen weerstand tegen bieden? ‘Tegen werk. Best erg, niet? Ik ben een workaholic. Nu ik met jullie zit te praten, denk ik gelijk aan de opnames die er zo aan komen. Soms denk ik: wat zou het fijn zijn als ik even alles los kon laten. Even geen verantwoordelijkheden en hoge verwachtingen van anderen en 4 Zou u een huis kopen voor uw mezelf. Dan wil ik, net als Linda de Mol moeder? ooit deed, een tijdje met mijn gezin weg ‘Ja, absoluut. Helaas heb ik geen moeder in een camper. Mezelf verliezen in het meer en ook mijn vader is al geruime grote niets.’
Contactadres redactie
[email protected] Productie Frank van der Kolk Medewerkers Aga Urbanowicz@Angelique Hoorn, Miloe van Beek, Rhonald Blommestijn, Wim Boonstra, Hans Bouman, Thomas Braun, Jos Brauwers, Merel Brons, Conciso, Han Dieperink, Mars van Grunsven, Juri Hiensch, Hollandse Hoogte, Mark Horn, Else de Jonge, Michael Kooren, Hilbert Krane, Jos Leijen, Dirk van der Lit, Arie Meijer, Bert Nijmeijer, Phenster, Annette Prins, Suus Ruis, Joyce Schellekens@SaltyStock, Lizanne Schipper, Jaap Seidell, Peter van Steen, Esther Wagemans, Koos de Wilt, Mark van der Zouw, Manon van der Zwaal@Dutch Photo Collective.
Wijzer · Rabobank Private Banking
83
‘Ik hou ervan om te delen, dat geeft me een goed gevoel’ – Jacob Jan Boerma, sterrenkok www.rabobank.nl/privatebanking