Uit de lengte of uit de breedte … Programma Cultureel Erfgoed 2006-2010
Nieuwegein 2005
INHOUDSOPGAVE Leeswijzer
1
Inleiding
2
I Algemene oriëntatie op cultureel erfgoed
5
II Geschiedbeoefening en musea III Archieven IV Monumenten en archeologie
8 13 21
Literatuurlijst
28
fig. 1. Gezicht op Vreeswijk of De Vaart. Gezien vanaf de Viaanse kant van De Lek. (±1750).
LEESWIJZER Cultureel erfgoed omvat meerdere beleidsterreinen: geschiedbeoefening en musea; archieven; monumenten en archeologie. Ieder terrein kent vele aandachtspunten. Ten behoeve van de helderheid, is ervoor gekozen de verschillende beleidsterreinen zo kort en bondig als mogelijk te beschrijven. Vanuit een terugblik op de ontwikkelingen van de afgelopen jaren worden in de nota de ambities voor de toekomst geformuleerd: het programma Cultureel Erfgoed 2006-2010. De nota heeft de volgende opzet gekregen. Na de Inleiding en na hoofdstuk I Algemene oriëntatie op cultureel erfgoed staat in de hoofdstukken II Geschiedbeoefening en musea, III Archieven en IV Monumenten en archeologie de essentie van het programma Cultureel Erfgoed 2006-2010. In navolging van de provinciale nota Cultuurprogramma 2005-2009 ‘Dat moet je breed zien!’ is in deze 3 hoofdstukken de volgende indeling aangehouden: een korte inleiding per deelterrein, een terugblik en van daaruit het formuleren van de toekomstige ambities voor de periode 2006-2010 met de daarbij behorende concrete producten, resultaten en de financiële consequenties. Voor de algemene informatie is een beroep gedaan op de literatuur, zoals vermeld in de literatuurlijst. De illustraties zijn afkomstig uit de gemeentelijke fotocollectie en worden beheerd door het Gemeentearchief.
fig. 2. Gezicht op het Huis Rijnhuizen te Jutphaas (±1744). Tekening van Jan de Beijer (1703-1785).
1
INLEIDING Nieuwegein is jong en dynamisch. Deze unieke gemeente is als rechtsopvolger van de voormalige gemeenten Jutphaas en Vreeswijk ‘dubbel’ begiftigd. Naast alle tastbare uitingen van moderne, planmatige bouwkunst uit het laatste kwart van de twintigste eeuw is binnen de gemeentegrenzen op diverse locaties ook historische stedenbouw te vinden. Nieuwegein, als goede buur van de stad Utrecht, grenst aan open agrarische gebieden in de zuidwesthoek van de provincie Utrecht en wordt in zuidelijke richting begrensd door het rivierengebied Lek en IJssel. Stedenbouwkundige en landschappelijke verscheidenheid dragen steeds meer bij tot de aantrekkelijkheid van een lokale, grootsteedse samenleving. Daarenboven behoren beide variaties ook tot het economisch potentieel van Nieuwegein. Er tekenen zich op het terrein van cultureel erfgoed de volgende trends af die wij voor de komende periode willen versterken: Cultureel erfgoed als bron van inspiratie en sturing bij stedelijke en landschappelijke ontwikkeling; Cultureel erfgoed kunnen grote, maar ook kleine uitingen zijn; Cultureel erfgoed is publiek bezit; Cultureel erfgoed is geen elitaire aangelegenheid, maar is van iedereen en overal. Bij de beleving van het erfgoed komt steeds meer de nadruk te liggen op ‘tot lering ende vermaak’ en daarmee op de koppeling met recreatie, culturele uitingen, toegankelijkheid en bereikbaarheid. Het erfgoedbeleid omvat archeologische monumenten, landschappelijk erfgoed, musea, archieven en geschiedenis. Centrale doelstelling van het erfgoedbeleid is behoud door ontwikkeling van cultuurhistorische waarden. Het versterken van een cultuurhistorische identiteit is een nevendoel. Er wordt gestreefd naar toegankelijkheid en herkenbaarheid in landschap, musea en archieven. En naar vergroting van de betrokkenheid bij het cultureel erfgoed. De gedeelde richting is: een sterke en herkenbare rol van de gemeente, accent op en prioriteit aan grote projecten en thema’s, samenwerking met andere overheden en partners in het veld, minder versnippering en minder afzonderlijke geldstromen. Cultureel erfgoed draagt mede bij aan de kwaliteit en de identiteit van een gemeenschap. Het belang van het behoud van ons culturele erfgoed en de publieke toegankelijkheid daarvan is, dat de huidige bewoners van Nieuwegein kennis kunnen opdoen van hun eigen, gemeenschappelijke geschiedenis. En daarmee kan cultureel erfgoed bijdragen aan de gemeenschapszin van de Nieuwegeiners. Een goede presentatie van ons erfgoed maakt Nieuwegein niet alleen aantrekkelijk voor de eigen inwoners, maar ook voor bezoekers. Cultureel erfgoed en toerisme kunnen elkaar wederzijds versterken. Een allereerste stap naar en serieus beleid cultureel erfgoed is de expliciete erkenning van de gemeentelijke zorgtaak voor het behoud en de publieke toegankelijkheid van het lokale culturele erfgoed. Met de vaststelling van de nota Cultuurbehoud in 1996 is deze stap gezet. Met deze nota wordt dit gecontinueerd. In de laatste nota Cultuurbehoud is gesteld, dat vertrekpunt van beleid de overtuiging is dat cultureel erfgoed meer kan en moet zijn dan de som der delen. Wij zijn nog steeds die overtuiging toegedaan. De sleutelbegrippen zijn samenhang en samenwerking. Wij gaan ervan uit dat geschiedbeoefening en musea, monumenten, archeologie en archieven niet op zichzelf staan, maar onderdeel uitmaken van cultureel erfgoed dat een meerwaarde krijgt door onderlinge samenhang en samenwerking. In deze nota wordt per beleidsterrein een terugblik gegeven op de voornemens zoals in 1996 neergelegd in de nota Cultuurbehoud. En wordt vooruit gekeken naar hoe cultuurbehoud, of hoe cultureel erfgoed - de term die beter aangeeft dat het bij ons culturele erfgoed niet alleen om het ‘behoud’, maar ook om het uitdragen van dit erfgoed gaat - een bijdrage kan blijven leveren aan het historisch bewustzijn in algemene zin en die van de eigen omgeving in het bijzonder. Vanuit de terugblik en inspelend op de ontwikkelingen op het terrein van cultureel erfgoed, is voor de toekomst dan ook een aantal ambities geformuleerd. Uiteraard hebben deze ambities financiële consequenties, waarvoor nog niet altijd dekking gevonden is. Daarom zullen sommige van deze ambities in de komende tijd wel, andere niet gerealiseerd kunnen worden. Voor sommige ambities zal in de komende jaren - wanneer daartoe bij het bestuur de bereidheid bestaat - dekking gezocht moeten worden. Desondanks zijn alle ambities die voor het cultureel erfgoed in Nieuwegein van belang zijn, in deze nota opgenomen. In de nota Cultuurbehoud (1996) werd beschreven, dat in Nieuwegein na een explosieve kwantitatieve groei de aandacht verschuift naar de kwaliteit en de identiteit van de stad. De wijze waarop met het eigen cultureel erfgoed 2
wordt omgegaan, geeft onder meer nadere invulling aan deze kwaliteit en identiteit. Tevens werd beschreven dat Nieuwegein wat betreft het eigen cultureel erfgoed een inhaalslag te maken had. Naast het realiseren van een deugdelijk pakket aan basisvoorzieningen werden twee hogere ambities uitgesproken: het realiseren van een binnenvaartmuseum in Vreeswijk en een ‘archiefwinkel’, een soort VVV voor de geschiedenis van Nieuwegein. In 2002 is besloten het binnenvaartmuseum in de vorm van een werkende museale werf, de Museumwerf Vreeswijk, te realiseren. Dit zal in fasen gebeuren met als streefdatum opening van de Museumwerf in 2006. De ‘archiefwinkel’ is op basis van voortschrijdend inzicht omgevormd tot (deelname aan) een regionaal historisch centrum, waarin de gemeentelijke archieven zullen worden ondergebracht.
fig. 3. Moderne wijze van presentatie tijdens de publieksvoorlichting (14 oktober 2003) van de Culturele Ontwikkel Strategie 2003-2007.
In deze nota wordt beschreven dat van het nagestreefde pakket aan basisvoorzieningen de volgende voorzieningen zijn gerealiseerd: 1. Ten aanzien van het basispakket van het beleidsterrein Geschiedbeoefening en Musea zijn de drie beleidsvoornemens gerealiseerd: implementatie nieuw subsidiebeleid en daarmee structurele subsidiëring van de twee historische instellingen Oudheidskamer Vreeswijk en de Historische Kring Nieuwegein; instelling van een cultuurfonds en een eenmalige bijdrage voor stoeltjesliften in de beide musea. 2. Van de in totaal vijf beleidsvoornemens1 op het onderdeel Archieven is slechts de benoeming van een gemeentearchivaris door de gemeenteraad ook daadwerkelijk gerealiseerd (Raadsbesluit 16 juni 1979). Na zijn vertrek per 1 februari 2001 werd evenwel geen opvolger benoemd. In recente gemeentelijke notities over cultuur, met name in de Culturele Ontwikkel Strategie (COS) zijn het belang van het ontwikkelen van een eigen culturele identiteit en het maken van een kwaliteitsslag benadrukt. Door aandacht voor de eigen culturele ‘roots’ kan hieraan mede invulling worden gegeven. In deze nota wordt beschreven hoe cultureel erfgoed hieraan een bijdrage kan leveren. In de keuzenota Nieuwegein Kiest De lijn naar 2010 (2004) is ten aanzien van het programma Ontmoeting, waarvan cultuur onderdeel uitmaakt, een aantal maatschappelijke effecten geformuleerd. Twee daarvan, ‘Uitbreiding van het cultureel aanbod’ en ‘Vergroting van het publieksbereik’ hebben ook betrekking op cultureel erfgoed. Hierop wordt in de nota nader ingegaan. 1
Vgl. Beleidsnota Cultuurbehoud 1996, p.35. 3
In de afgelopen periode heeft het cultureel erfgoed ook op landelijk en provinciaal niveau sterk in de belangstelling gestaan. In Nieuwegein is waar mogelijk reeds aangesloten bij provinciale ontwikkelingen. Wij menen, dat schaalgrootte, opzet en organisatie (volledig drijvend op vrijwilligers) van onze historische instellingen het moeilijk maken eigenstandig een kwaliteitsslag te maken. Maar dat in - mede door de provincie geïnitieerde - regionale samenwerking kansen liggen. Onder het motto ‘Van collectie naar connectie’ geeft de provincie aan het onontbeerlijk te vinden dat musea veranderen van naar binnen gekeerde, op de eigen collectie gerichte organisatie in extern georiënteerde publieksinstellingen. Er komt een meerjarenprogramma ‘Van collectie naar connectie’, waarvoor kansrijke musea en gemeenten kunnen inschrijven. Hierop zal voor onze historische instellingen in de komende tijd dan ook door de gemeente worden ingezet. Daarnaast staat aandacht voor het cultureel erfgoed sterk in de belangstelling bij het onderwijs. In de afgelopen periode heeft Nieuwegein daaraan voor het vak culturele en kunstzinnige vorming in incidentele zin bijgedragen. Structurele opname in het lesprogramma is hier van belang. De belangstelling voor archeologie is niet alleen in bestuurlijke zin gegroeid, maar ook bij het brede publiek. Het cultureel erfgoed beslaat meerdere terreinen zoals geschiedbeoefening, musea, monumenten, archeologie en archieven. Maar ook toerisme en onderwijs zijn terreinen die raakvlakken hebben met cultureel erfgoed. Daarom leveren aan het totstandkomen van deze nota betrokken sectoren en/of afdelingen een bijdrage. Deze nota is dan ook het product van deze integrale benadering van cultureel erfgoed.
4
I ALGEMENE ORIËNTATIE In dit hoofdstuk lichten we in zijn algemeenheid het wat en waarom van cultureel erfgoed toe. Vervolgens richten we vanuit de eigen geschiedenis de blik op de toekomst. Verder gaan we kort in op de taakverdeling van de verschillende overheden. 1. Waartoe cultureel erfgoed? In de allereerste plaats gaat het om het bewaren van ons cultureel erfgoed voor de generaties na ons, opdat ook zij kunnen voortborduren op hun geschiedenis. In de tweede plaats gaat het om onszelf, om het opdoen van inzicht in onze historie. In essentie kunnen er dus twee taken onderscheiden worden: de behoudstaak en publieksgerichte taak. Daarnaast wordt door steeds meer mensen ontdekt dat cultuurhistorie interessant én leuk kan zijn. In de publieksgerichte taak liggen dan ook veel kansen voor historische instellingen. 2. Terreinen van cultureel erfgoed Een begrip als ‘cultureel erfgoed’ kan zeer breed worden gedefinieerd. Het kan slaan op alles wat de geschiedenis heeft voortgebracht, in materiële en in immateriële zin. In deze nota richten wij de aandacht op: - geschiedbeoefening en musea, waaronder cultureel erfgoed en onderwijs; cultureel erfgoed en toerisme & recreatie; - monumenten en archeologie; - archieven. De archieven hebben zowel een actuele als cultuurhistorische functie. In deze nota beperken wij ons tot het cultuurhistorische aspect. 3. Een blik in de eigen geschiedenis De geschiedenis van het Nieuwegeinse grondgebied is onlosmakelijk verbonden met water. Onze verre voorouders, enkele honderden jaren voor Christus, vormen nederzettingen op de verhogingen langs de rivieren. De omgeving bestaat eeuwenlang grotendeels uit veen en moeras. Eind elfde eeuw wordt een begin gemaakt met de ontginning daarvan. Het land wordt bevochten op het water en er zijn grote inspanningen nodig om het gewonnen land te beschermen. Het water is een onberekenbare vijand die regelmatig binnenvalt om grote verwoestingen aan te richten. Maar het water is tegelijkertijd de bron van leven. Het is de strategische ligging aan de grote waterwegen die in hoge mate bepalend is voor economische bloei. Dat heeft het plaatsje Het Gein ondervonden. Begin dertiende eeuw is het een belangrijke overslagplaats van de stad Utrecht voor de scheepvaart van en naar de Lek. Als het in 1295 stadsrechten krijgt, is het echter al weer op zijn retour. In 1285 is een wijziging aangebracht in de waterverbindingswegen, die Het Gein buiten spel heeft gezet en de grondslag gelegd heeft voor de opkomst van Vreeswijk. Het zijn de dorpen Vreeswijk en Jutphaas die de eeuwen trotseren, mede vanwege hun strategi-sche ligging aan de verbindingsweg Amsterdam-Parijs en aan de belangrijke waterwegen. Vreeswijk ontwikkelt zich rondom haar sluizen, die nog steeds op markante wijze het aanzicht bepalen. De binnenvaart zet grote stempels op de geschiedenis van het dorp, evenals het baggeren van zand, waarmee een bijdrage geleverd wordt aan de aanleg van wegen en de bouw van huizen in de omgeving. In Jutphaas worden stempels op de geschiedenis gezet door de adel, de landbouw en, in het noordelijke deel, door de nijverheid, waaronder de steenbakkerij. Het water heeft ook nog een rol gespeeld bij de verdedigingswerken tegen vijandelijke mogendheden. In de negentiende eeuw, na de Franse overheersing, is de Nieuwe Hollandse Waterlinie aangelegd, een systeem waarmee een aaneengesloten gebied onder water gezet kan worden, terwijl op belangrijke plekken fortificaties worden aangebracht. De forten Jutphaas en Vreeswijk maken deel uit van de Oude Hollandse Waterlinie. Beide zijn als aarden verdedigingswerken aangelegd in de 17e eeuw. Het fort Vreeswijk is dat gebleven, al vonden in de 19e eeuw aanpassingen plaats in het kader van de Hollandse Waterlinie. Het fort Jutphaas is toen omgebouwd tot een zwaar vestingwerk. De forten hebben in de Tweede Wereldoorlog nog dienst gedaan. De Nieuwe Hollandse Waterlinie is drie keer in staat van paraatheid gebracht, voor het laatst tijdens de mobilisatie van 1939-1940, maar nimmer echt gebruikt. Vreeswijk en Jutphaas gaan de twintigste eeuw in als zelfstandige gemeenten. Na de tweede wereldoorlog komt de periode van wederopbouw. Er is een enorme behoefte aan woningbouw die door de grote steden niet meer gerealiseerd kan worden. Nederland ontwikkelt het groeikernenbeleid. 1971 Is het jaar waarop de Nieuwegeinse geschiedenis haar dynamische aanvang neemt: de gemeenten Vreeswijk en Jutphaas gaan op in de nieuwe gemeente Nieuwegein. In korte tijd wordt rondom de oude dorpskernen een stad gebouwd met een nieuw stadscentrum. Nieuwegein ontpopt zich als een van de meest succesvolle groeikernen van Nederland. 5
In 2005 is Nieuwegein een stad met een kleine 60.000 inwoners, een gemeente van bijna 35 jaar oud. De aanvankelijke groeitaak is vervuld. Nadat geruime tijd prioriteit gelegd moest worden bij de fysieke ontwikkeling van de stad, is de aandacht verschoven naar de kwaliteit en identiteit van de stad. Het water vormt nauwelijks meer een serieuze bedreiging en haar betekenis voor de economische ontwikkeling is minder prominent, maar net water blijft zijn stempels zetten: in de Nieuwegeinse structuurvisie vormt de water-as het centrale thema. Nieuwegein blijft zich naar het water richten. In 1998 zijn de plannen gestart voor de herontwikkeling van de binnenstad van Nieuwegein. Een aantal voorzieningen zoals gemeentehuis, bibliotheek en theater, neergezet eind jaren ’70, begin jaren ’80 voldoet niet meer aan de huidige eisen. Deze voorzieningen, gerealiseerd in een periode van economische recessie, behoeven ’opwaardering’. Door schaalvergroting en kwaliteitsverbetering met daaraan gekoppelde vernieuwende activiteiten, moeten deze voorzieningen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van een eigen (culturele) identiteit. En aan de zozeer gewenste en in veler ogen ontbrekende levendigheid in Nieuwegein. 4. Actuele thema’s bij cultureel erfgoed De actieve publieksfunctie In het programma Ontmoeting is als een van de beoogde maatschappelijke effecten Vergroting van het publieksbereik geformuleerd. Met name de toegankelijkheid en de bruikbaarheid van het aanbod voor en door iedereen worden nagestreefd. Hierna zal worden ingegaan op welke wijze cultureel erfgoed daaraan een bijdrage kan leveren. In het kader van het uitdragen van ons cultureel erfgoed kan internet een grote rol spelen. De meeste musea hebben een website waar het publiek het museum virtueel kan bezoeken. Hier liggen ook kansen voor de Nieuwegeinse musea. De afgelopen jaren hebben zij een groot deel van hun collectie gedigitaliseerd. Hiervan kan gebruik worden gemaakt bij het opzetten van een website. De Museumwerf Vreeswijk heeft reeds een eigen website www.museumwerf.nl waar het publiek op de hoogte wordt gehouden van de ontwikkelingen op de museumwerf. In het streven naar het uitdragen van wat er in de ‘schatkamers’ van onze musea ligt, sluiten wij ons dan ook aan bij de provinciale insteek in deze: het streven naar een omslag in denken en handelen bij de musea naar meer publieksgerichte instellingen. De provincie doet dit onder het motto ‘Van collectie naar connectie’. Gebouwde monumenten kunnen weliswaar niet altijd voor iedereen toegankelijk zijn omdat er bijvoorbeeld in gewoond wordt, maar ze kunnen wel op diverse manieren ‘belicht’ worden. Bijvoorbeeld in een project voor de jeugd om monumenten te ontdekken onder het motto “verover je eigen monument!” Of door de monumenten langs een wandelroute - als zodanig herkenbaar te maken met behulp van monumentenschildjes en informatieborden. Of door ze virtueel te belichten op de gemeentelijke website. De vraag van het publiek bepaalt steeds meer de presentatie van historische archieven. De archiefdienst draagt aanzienlijk bij aan de cultuurparticipatie van zoveel mogelijk bevolkingsgroepen. Kwaliteit, verscheidenheid en publieke betrokkenheid vormen de pijlers van het huidige cultuurbeleid. In actieprogramma’s gaat de grootste aandacht dan ook uit naar de publiekskant. Met een verbreding van het aanbod komen meer mensen in aanraking met de talrijke aspecten van cultuur en wordt een cultureel zelfbewustzijn aangekweekt. Historische archieven maken deel uit van het publieke kapitaal dat nationaal cultureel erfgoed heet. Deze constatering kan niet genoeg worden benadrukt. In de presentatie van historische archieven kunnen bibliotheken met exposities en lezingen een rol spelen. Binnen het archiefwezen wordt ook veelvuldig gebruik gemaakt van digitale hulpmiddelen. Een treffend voorbeeld hiervan is een website. Via een website kunnen archiefschatten 24 uur bereikbaar worden gemaakt voor een groot (wereldwijd) publiek. Op die manier wordt de toegankelijkheid van archieven enorm uitgebreid. Aan de totstandkoming van een archiefwebsite gericht op de historisch geïnteresseerde burger wordt ook in Nieuwegein hard gewerkt.
De relatie met toerisme & recreatie en ruimtelijke ordening De ontwikkelingen van cultureel erfgoed en van toerisme/recreatie gaan meer en meer hand in hand. Een aantrekkelijke presentatie van het cultureel erfgoed is immers niet alleen interessant voor de eigen gemeenschap, maar ook een belangrijke reden voor toeristen/recreanten om de stad te bezoeken. Er is een groeiende samenwerking tussen organisaties voor cultureel erfgoed en toerisme in het besef dat ze elkaar kunnen versterken. En binnen overheidsorganisaties is er een trend om cultureel erfgoed en toerisme in één hand te leggen. 6
Bij het haalbaarheidsonderzoek Binnenvaartmuseum (1999) is dan ook in eerste instantie onderzocht voor welke publieksgroepen het Binnenvaartmuseum aantrekkelijk zou zijn. Uit dat onderzoek bleek, dat het cultureel erfgoed en met name het ‘eigen’ culturele erfgoed, het onderzoek naar de eigen ‘roots’ erg in de belangstelling staat. Een bevestiging temeer om te zoeken naar synergie tussen cultureel erfgoed en toerisme. Het cultureel erfgoed is niet alleen meer voor ingewijden en gaat niet meer alleen over topstukken, maar is van iedereen en overal. Daarbij komt naast de beleving van het erfgoed steeds meer de nadruk op pret (leisure) en consumptie en daarmee op koppeling met recreatie en toerisme.
Cultureel erfgoed en onderwijs Ook in het onderwijs is grote aandacht voor het cultureel erfgoed. Sommige scholen ‘adopteren’ een monument. Zover is het in Nieuwegein (nog) niet. Een voornemen zou kunnen zijn in de komende periode een monument, bijvoorbeeld het Herdenkingsmonument, door een Nieuwegeinse basisschool te laten adopteren. Zowel in het primair als het voortgezet onderwijs in Nieuwegein in de afgelopen jaren geparticipeerd in projecten waar aandacht werd besteed aan cultureel erfgoed, vooral aan de eigen historische omgeving. Bij de projecten voor het basisonderwijs is reeds een begin gemaakt met regionale samenwerking. Verder is het streven cultureel erfgoed aan het curriculum van het primair onderwijs toe te voegen. 5. Taakverdeling overheden In essentie komt het erop neer dat de rijksoverheid verantwoordelijkheid neemt voor het cultureel erfgoed met een nationaal belang, de provincies voor het erfgoed met een bovenlokaal belang en de gemeenten voor het lokaal belang. Verder ondersteunt de rijksoverheid landelijke organisaties en houden de meeste provincies een steunfunctie in stand. Binnen het cultureel erfgoed heeft de gemeente voor de beleidsterreinen archief, monumenten en archeologie te maken met wettelijke verplichtingen en daaruit voortvloeiende financiële consequenties.
fig. 4. In nauwe samenwerking met het Erfgoedhuis provincie Utrecht beschikken Nieuwegeinse scholen inmiddels over twee digitale lespakketten, te weten ‘Industrialisatie in Jutphaas’ en ‘Trouwen in Vreeswijk’. Trouwfoto van Antonie Smits en Jannigje van Zoelen (±1907). 7
II GESCHIEDBEOEFENING EN MUSEA De gemeente wil zorgdragen voor het behoud van ons cultureel erfgoed met specifieke aandacht voor de oude kernen. Voor het behoud en het uitdragen van ons erfgoed subsidieert de gemeente drie musea: de Oudheidskamer Vreeswijk; museum Warsenhoeck en de Museumwerf Vreeswijk. Daarnaast vraagt de gemeente aandacht voor de Hollandse Waterlinie. Terugblik In 1996 is een aantal ambities op basisniveau en een aantal ambities op hoger niveau geformuleerd: het tot stand brengen van een basispakket voor geschiedbeoefening en musea; voor monumenten en archeologie en voor het archief. Als hogere ambities zijn geformuleerd het mogelijk realiseren van een binnenvaartmuseum, het aanbrengen van meer samenhang in het beleid en het stimuleren van samenwerking binnen het particulier initiatief. - Basispakket Ten aanzien van het basispakket voor geschiedbeoefening en musea zijn de drie voornemens 1) het implementeren van nieuw subsidiebeleid; 2) het instellen van een cultuurfonds en 3) de twee musea toegankelijk maken voor gehandicapten (door middel van stoeltjesliften) alledrie gerealiseerd. Wat betreft het in 1997 ingestelde cultuurfonds dient vermeld te worden, dat hier tot het moment van opheffing van dit fonds in 2005 nooit gebruik van is gemaakt. Daarnaast zijn in 1999 in het museum Warsenhoeck en in de Oudheidskamer Vreeswijk, mede op advies van de Stichting Ondersteuning Musea, klimaatkasten geïnstalleerd. - Binnenvaartmuseum In februari 2002 heeft de gemeenteraad ten aanzien van de in 1996 vastgestelde ambitie op langere termijn – een binnenvaartmuseum in Vreeswijk – het besluit genomen een museale werkende werf oftewel Museumwerf Vreeswijk te realiseren. In 2006 zal de Museumwerf haar poorten openen. Samenhang beleid deelterreinen cultureel erfgoed Terugkijkend moeten we vaststellen, dat de voornemens ten aanzien van het aanbrengen van meer samenhang tussen de deelterreinen van cultuurbehoud en ten aanzien van de afstemming tussen cultuurbehoud en toerisme niet of nauwelijks zijn gerealiseerd. Dit hangt ten nauwste samen met de beschikbare personele capaciteit. In 2004 is een start gemaakt met een structureel ambtelijk overleg tussen de verschillende deelterreinen. Deze nota is daar een product van. - Samenwerking particulier initiatief Wat betreft de ambitie van meer samenwerking binnen het particulier initiatief wordt geconstateerd dat de beoogde samenwerking op bestuurlijk niveau niet of nauwelijks van de grond is gekomen. De samenwerking echter op projectniveau mag geslaagd worden genoemd. Voorbeelden hiervan zijn het project Musip (Museum Inventarisatie Project) en de Kadastrale Atlas. - Cultureel erfgoed en onderwijs De afgelopen jaren hebben de scholen voor primair onderwijs op incidentele basis deelgenomen aan cultuurhistorische projecten. De betreffende projecten ‘Stap in een schilderij’ en ‘Stein aan de IJssel’ zijn mede met behulp van provinciale middelen door het Stadsmuseum IJsselstein ontwikkeld en door de groepen 7 en 8 van alle Nieuwegeinse basisscholen in het Stadsmuseum IJsselstein bezocht. Financiering van deze bezoeken vond steeds op incidentele basis plaats.
Gemeente en culturele instellingen De provincie Utrecht heeft in de periode 2001-2004 sterk ingezet op samenwerking met gemeenten en culturele instellingen. Vooral in middelgrote en kleinere gemeenten zijn tal van initiatieven opgebloeid. Een voorbeeld in Nieuwegein van een samenwerkingsproject van museum, theater en bibliotheek is het historisch theaterspektakel ‘De Werf, de Weerzin en de Werkelijkheid’ op de Museumwerf. Met in dezelfde periode een expositie over de binnenvaart in de centrale bibliotheek. In het kader van de ombuigingsoperatie Nieuwegein Kiest is besloten € 5.000 op de exploitatiesubsidie van de Museumwerf te bezuinigen en € 5.000 op het Cultuurfonds. Hiermee houdt het in 1996 ingestelde gemeentelijk Cultuurfonds op te bestaan.
8
Ambities 2006-2010 - Landelijk museumregister Een belangrijke ambitie voor onze historische instellingen vinden wij opname in het landelijk museumregister met als predikaat Erkend Museum. Allereerst kunnen onze musea zich daarmee onderscheiden van de niet erkende musea in de museale wereld. Maar daarnaast wordt het provinciale museumbeleid - als altijd gericht op kwaliteitsverhoging en modernisering - de komende jaren selectiever. De provincie gaat zich richten op kansrijke musea en dat zijn allereerst de Erkende Musea en de musea onderweg naar erkenning. Deze aanpak biedt – in de visie van de provincie – meer sturingsmogelijkheden en een optimaal gebruik van haar geld. Onderdeel van deze erkenning is het hebben van een collectieplan. Wij zullen onze musea dan ook stimuleren een dergelijk plan te ontwikkelen. - Museumwerf Vreeswijk - Gestreefd wordt naar openstelling van de Museumwerf Vreeswijk in 2006. - Opstellen beleidsdocument criteria exploitatiesubsidie. Met het raadsbesluit in 2002 tot realisering van de Museumwerf is per 2003 een jaarlijkse exploitatiesubsidie aan de Museumwerf toegekend. Voor deze subsidie zijn toen geen criteria benoemd. Na de realisatie en openstelling van de Museumwerf per uiterlijk 2006 zullen voor de exploitatiesubsidie van de per 2007 operationele Museumwerf criteria worden opgesteld. - Cultureel erfgoed en onderwijs In het kader van cultureel erfgoed en onderwijs willen wij na de incidentele participatie van het onderwijs in cultuurhistorische projecten cultureel erfgoed structureel aan het curriculum toevoegen. In samenspraak tussen de gemeente Nieuwegein en het Erfgoedhuis Utrecht is een project ontwikkeld dat structureel aan het onderwijs kan worden aangeboden. De eenmalige investering hiervoor is bekostigd uit de stelpost incidentele subsidies musea. Het betreft het project ‘Jet en Jan, jong in 1910 in Vreeswijk’, de vertaling van de een provinciaal project naar de Nieuwegeinse situatie. Het project wordt met ingang van schooljaar 2005-2006 door het Erfgoedhuis Utrecht en de Oudheidskamer Vreeswijk als onderdeel van het curriculum aan de leerlingen van groep 5 en 6 aangeboden. Met ingang van het schooljaar 2005/2006 wordt cultureel erfgoed in het programma Kunstmenu van de scholen primair onderwijs opgenomen. Streven is cultureel erfgoed door continuering van de Cultuurdagen als onderdeel daarvan structureel aan het voortgezet onderwijs aan te bieden. Dat sluit naadloos aan bij de ambities van de provincie met betrekking tot cultuureducatie. - Vergroting publieksbereik Nieuwegein en de provincie zitten op een lijn wat betreft publieksbereik en wij sluiten ons aan bij de doelstellingen zoals geformuleerd in het Actieprogramma Cultuurbereik: zoveel mogelijk inwoners betrekken bij cultuur, zowel actief als passief. Hierin past ook de ambitie om onze musea de omslag te laten maken van naar binnen gekeerde, op de eigen collectie gerichte organisaties naar extern georiënteerde publieksinstellingen. Aansluiting bij het provinciale beleid zoals geformuleerd onder het motto ‘Van collectie naar connectie’ biedt extra (financiële) kansen. Daarnaast zouden onze musea zich door middel van internet ook naar buiten toe kunnen presenteren. De Museumwerf heeft al een website. Mede in dit kader is het streven onze musea beter bij het publiek in beeld te brengen door middel van bewegwijzering. Binnen het budget van de Culturele Ontwikkel Strategie - verbetering cultureel infrastructuur - liggen hier voor de musea mogelijkheden. In de nabije toekomst wordt in Nieuwegein een digitaal evenementenbord gerealiseerd. De musea kunnen zich hier met hun evenementen en activiteiten, zoals lezingen, tentoonstellingen en exposities profileren. - Toerisme & Recreatie Ten aanzien van toerisme & recreatie is het voornemen een aantal beleidsspeerpunten te benoemen, waaronder cultuurhistorie. De Nieuwe Hollandse Waterlinie loopt als een lijn door Nieuwegein. Deze lijn is niet altijd zichtbaar en is de afgelopen jaren onderbenut gebleven. In dit kader kan ter promotie meer bekendheid worden gegeven aan de ligging van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de bekendheid hiervan bevorderen onder zowel Nieuwegeiners als niet-Nieuwegeiners. Dit zou o.a. kunnen door het plaatsen van ANWB-informatieborden bij monumenten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, eventueel te bekostigen met COS-middelen.
9
Fortwachterswoning In relatie tot cultureel erfgoed en toerisme is een andere ambitie om een goede invulling te vinden voor de Fortwachterswoning op fort Vreeswijk, als onderdeel van de Hollandse Waterlinie. Dit is een van de aandachtspunten van het huidige college. Relatie met Nieuwegein Kiest In de keuzenota Nieuwegein Kiest De lijn naar 2010 (2004) is ten aanzien van cultuur een aantal maatschappelijke effecten geformuleerd. Twee daarvan, Uitbreiding van het cultureel aanbod en Vergroting van het publieksbereik, hebben ook betrekking op cultureel erfgoed. Op het terrein van cultureel erfgoed wordt door de gemeente - meer dan nu - een beroep gedaan op alternatieve financieringsbronnen. Aansluiting bij provinciale speerpunten, zoals Van collectie naar connectie, in het kader van publieksgerichtheid, past goed in deze filosofie. Wat betreft uitbreiding van het cultureel aanbod liggen er mogelijkheden bij – de mede door de provincie beoogde - regionale samenwerking van onze historische musea en bij samenwerking met andere culturele disciplines binnen de gemeente. Bij dit laatste kan bijvoorbeeld worden gedacht aan theater op historische locaties, waarbij verschillende culturele disciplines betrokken worden.
fig. 5. De voormalige fortwachterswoning op het Fort Vreeswijk (1786). Het eertijdse verdedigingswerk dat de status heeft van rijksmonument, maakt deel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
Producten en resultaten 2006-2010 - Ontwikkeling van een collectieplan door onze historische instellingen als opstap naar opname in het Landelijke museumregister met als predikaat Erkend Museum. - Opening van de Museumwerf Vreeswijk in 2006. - Opstellen beleidsdocument subsidiecriteria voor de exploitatiesubsidie van de per 2007 operationele Museumwerf Vreeswijk. - Opname van cultureel erfgoed in het curriculum van het primair onderwijs, als onderdeel van het Kunstmenu. - Cultureel erfgoed structureel onderdeel uit laten maken van de Cultuurdagen voortgezet onderwijs. - Aansluiting van onze musea bij ‘Van collectie naar connectie’. - Plaatsing van ANWB-informatieborden bij monumenten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. - Restauratie en het vinden van een goede bestemming van de Fortwachterswoning. - Ontwikkeling van websites van onze historische musea. - Bewegwijzering naar onze culturele instellingen, waaronder de drie historische musea. - Publieksgerichte projecten waarbij de historische instellingen samenwerken met andere culturele disciplines. 10
Financiële consequenties 2006-2010 Naast de reeds bestaande budgetten voor de Historische Kring Nieuwegein en de Oudheidskamer Vreeswijk is het budget cultureel erfgoed met ingang van 2003 fors uitgebreid. Naast een eenmalige investeringssubsidie is per 2003 een jaarlijkse exploitatiesubsidie van € 135.000 aan de Museumwerf Vreeswijk beschikbaar gesteld. In 2004 is de nota Nieuwegein Kiest vastgesteld. Oorspronkelijk was het voornemen op het budget voor cultureel erfgoed en met name de Museumwerf € 15.000 te bezuinigen. De ombuiging is op zich overeind gebleven, maar is als volgt gerealiseerd: per 2006 een verlaging van € 5.000 op de subsidie voor de Museumwerf; het Cultuurfonds houdt op te bestaan en de bijdrage voor het carillon wordt gestopt. Dat betekent dat binnen de bestaande budgetten voor Geschiedbeoefening en Musea de ambities gerealiseerd dienen te worden. Hiertoe kan indien nodig het beschikbare budget van de stelpost incidentele musea worden ingezet. Consequentie hiervan is, dat de toewijzingscriteria van deze stelpost dienen te worden bijgesteld. Daarnaast kan voor het realiseren van de ambities die gericht zijn op uitbreiding van het cultureel aanbod en vergroting van het publieksbereik, vooral wat betreft verbetering van de culturele infrastructuur, zoals het aanbrengen van informatieborden bij monumenten en bewegwijzering naar de historische instellingen, mogelijk gebruik worden gemaakt van de stimuleringsbudgetten in het kader van de Culturele Ontwikkel Strategie (COS), waar verbetering van de culturele infrastructuur onderdeel van uitmaakt. Voor het opknappen van de binnen- en buitenkant van de Fortwachterswoning heeft de gemeente het restantbudget van de herinrichting van Fort Vreeswijk gereserveerd. Voor meerkosten zijn geen extra middelen aanwezig.
11
Geschiedbeoefening en musea Product
Jaarlijks
Restauratie/Renovatie Fortwachterswoning
Eenmalig
Dekking uit bestaande budgetten
p.m.
€ 96.000 (€ 17.000 restbudget project 72600141 / € 79.412 budget WNB 2002 renovatie/inrichting Fortwachterswoning)
Subsidiëring € 4.120 Oudheidskamer Vreeswijk
€ 4.120
Subsidiëring Historische Kring Nieuwegein
€ 12.337
€ 12.337
Subsidiëring Museumwerf Vreeswijk
€ 133.930 (2005) € 128.930 (miv 2006)
€ 133.930 (2005) € 128.930 (miv 2006)
Plaatsing informatieborden en bewegwijzering
p.m.
budget COS
Opname historische instellingen in Museumregister
p.m.
€ 4.500 stelpost incidentele subsidies musea
Herijking stelpost incidentele subsidies musea
Nieuw budget
n.v.t.
Dekking financiële consequenties van te realiseren producten Van de hiervoor genoemde producten zijn de volgende producten gecontinueerd vanuit het verleden met dekking uit bestaande budgetten: subsidiëring van de Oudheidskamer Vreeswijk, de Historische Kring Nieuwegein en de Museumwerf Vreeswijk. De renovatie Fortwachterswoning, plaatsing informatieborden en bewegwijzering, opname van de historische instellingen in het Museumregister en herijking van de stelpost incidentele subsidies musea zijn nieuwe producten met dekking uit bestaande budgetten.
12
III ARCHIEVEN Archieven hebben zowel een administratief als een cultuurhistorisch belang. Het ‘bewaren’ van archiefbescheiden gebeurt niet vanuit een administratief maar vanuit een cultuurhistorisch perspectief. De Archiefwet biedt een formeel kader voor zorg en beheer van archiefbescheiden die voor blijvende bewaring in aanmerking komen. Het hoofdbeginsel van de archiefwetgeving is de openbaarheid van overheidsarchieven. Na een bepaalde periode krijgen archieven een volwaardige plaats binnen het cultuurhistorisch domein. De Archiefwet is dan ook te typeren als een Cultuurwet. Terugblik - Wetgeving De vaststelling door de Gemeenteraad van de ‘Beleidsnota Cultuurbehoud Nieuwegein’ (1996) vond plaats in hetzelfde jaar dat nieuwe archiefwetgeving van kracht werd. De Archiefwet (1995) en het Archiefbesluit (1995) waren kort daarvoor op 1 januari 1996 in werking getreden. Nadien volgden nog diverse ministeriële regelingen. Volgens de Archiefwet dienen papieren en digitale archieven in goede, geordende en toegankelijke staat te worden gebracht en gehouden. - Zorg & beheer De zorg voor archieven is een bestuurlijke verantwoordelijkheid. Voor een gemeente is dat het College van burgemeester en wethouders. Het college draagt zorg voor voldoende personeel, toereikende budgetten, adequate huisvesting en een archiefbewaarplaats die aan de wettelijke eisen voldoet. In een ‘Archiefverordening gemeente Nieuwegein 1998’ geeft het college inhoud aan zijn zorgtaak. Uitvoeringsregels zijn vervat in het ‘Besluit Informatiebeheer gemeente Nieuwegein 1998’. In juni 1997 werd als uitvloeisel van de Beleidsnota Cultuurbehoud (1996) een gemeentearchivaris benoemd. Na zijn vertrek in februari 2001 werd deze functie niet meer opgevuld. Sindsdien is geen gestalte meer gegeven aan de wettelijke taak toezicht te houden op het beheer van ‘moderne’ archieven. Vanaf 2001 ligt de ambtelijke verantwoordelijkheid voor het beheer van de ‘oude’ archieven van de gemeente Nieuwegein bij de gemeentesecretaris. Onder zijn eindverantwoording is vanaf maart 2004 één fulltimearchiefmedewerker verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van het praktisch archiefbeheer en de publieke dienstverlening. - Toezicht Voor de uitoefening van het toezicht op zorg en beheer van archieven is krachtens de Archiefwet een archiefinspecteur belast. Bij de lagere overheden treedt namens Gedeputeerde Staten een Provinciaal Inspecteur der Archieven op als toezichthouder op de zorg voor archieven van gemeenten, waterschappen, politie en gemeenschappelijke regelingen. Gedurende de jaren 1996-2004 bracht de Provinciaal inspecteur diverse (inspectie)bezoeken aan de gemeentelijke archiefdienst van Nieuwegein. Gezien de actuele wet- en regelgeving en de ontwikkelingen op het gebied van de publieke dienstverlening werd door de Archiefinspectie telkens geconstateerd dat er sprake is van een structurele terugval in zorg, beheer en toegankelijkheid van de gemeentelijke archieven. - Archiefbewaarplaats Als rechtsopvolger van de voormalige gemeenten Jutphaas en Vreeswijk reiken de historische archieven van de gemeente Nieuwegein tot in een ver verleden. Zo dateert het oudste document uit 1542. Om archieven in goede staat te behouden zijn optimale bewaarcondities noodzakelijk in speciale ruimten. De archiefruimte in het tijdelijk gemeentehuis (Martinbaan 2) voldoet niet aan de vereiste normering. De Archiefwet verplicht de Gemeenteraad een archiefbewaarplaats aan te wijzen. Het Utrecht Archief is sinds 2001 de tijdelijke gemeentelijke archiefbewaarplaats van de Nieuwegeinse ‘oude’ archieven. - Inventarisatie Het beheer van archiefbescheiden, een der hoofdtaken voortvloeiend uit de Archiefwet, omvat werkzaamheden verbandhoudend met het in goede, geordende én toegankelijke staat brengen en houden van archiefbescheiden, ongeacht hun (papieren of digitale) vorm. De periode van overbrenging naar de archiefbewaarplaats is met de Archiefwet teruggebracht van 50 naar 20 jaar met een uitloop van 10 jaar. Het beleidsvoornemen uit 1996 vóór 2001 te voldoen aan de wettelijke eis op het gebied van inventarisatie en gemeentelijke regelgeving werd niet gerealiseerd. De achterstanden op het gebied van het toegankelijk maken van Nieuwegeinse archieven zijn slechts in beperkte mate weggewerkt.
13
- Selectie & vernietiging Overheidsorganen zijn verplicht zorg te dragen voor vernietiging van daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden. Alleen geïnventariseerde archieven mogen worden overgebracht naar een archiefbewaarplaats. Restauratie Om de historische archieven van de gemeente Nieuwegein in goede staat te brengen en te houden werd in de afgelopen periode een meerjarig restauratieplan uitgevoerd. Hierdoor werden de geordende en toegankelijke archiefbescheiden van de voormalige gemeenten Jutphaas (1598-1930) en Vreeswijk (1542-1940) in een goede staat gebracht. Kleinere projecten uit afgelopen periode waren gericht op de restauratie van archieven van dorpsgerechten, notariële akten en kadastrale kaarten. - Substitutie De Archiefwet biedt mogelijkheden om archiefbescheiden over te zetten op een andere gegevensdrager. Digitale archiefbescheiden hebben inmiddels hun intrede gedaan, naast microverfilming en scanning. Om de toegankelijkheid te vergroten en slijtage te voorkomen werden archiefbescheiden overgezet op vervangende gegevensdragers. In het afgelopen decennium werden onder meer archieven van dorpsgerechten, notariële akten en huwelijkse bijlagen overgezet op alternatieve gegevensdragers. - Acquisitie Niet alleen overheidsarchieven maken vitaal onderdeel uit van het cultureel erfgoed. Ook archieven van particulieren, verenigingen, stichtingen, bedrijven en andere instellingen vormen bouwstenen voor lokaal, regionaal en landelijk historisch onderzoek. Het is niet gebruikelijk dat particuliere archieven worden aangekocht. Particuliere archieven worden meestal in bruikleen afgestaan of geschonken. Van dit uitgangspunt kan overigens wel worden afgeweken. Aan het beleidsvoornemen uit 1996 een acquisitiebeleid te ontwikkelen en per 1999 te implementeren is nimmer uitdrukking gegeven. Tot op heden zijn in Nieuwegein slechts incidenteel archieven verworven van particulieren en instellingen. - Beeldcollectie Naast archieven beheert de gemeentelijke archiefbewaarplaats een uitgebreide foto- en prentencollectie. Beeldmateriaal - in welke uiterlijke vorm dan ook - is ook drager van historische informatie. Zij vallen dan ook onder de Archiefwet. Momenteel omvat de gemeentelijke fotocollectie ±10.000 items en de beeldbank wordt nog steeds uitgebreid. - Openbaarheid Een andere belangrijke hoofdtaak die voortvloeit uit de Archiefwet is het kosteloos beschikbaar stellen van archiefbescheiden aan iedere burger die daarom vraagt. Over het algemeen zijn archieven ouder dan 20 jaar openbaar, tenzij er speciale clausules aan zijn verbonden. - Dienstverlening Het beleidsvoornemen uit 1996 een dagelijkse openstelling van het Gemeentearchief te bewerkstelligen, werd slechts ten dele gerealiseerd. Een oriënterend onderzoek naar de haalbaarheid van een zogenaamde Archiefwinkel werd nimmer uitgevoerd. Vanaf 1 maart 2004 is het Gemeentearchief vier dagen geopend. Bezoekers kunnen echter alleen op afspraak het Gemeentearchief bezoeken. De periode 1997-2004 liet na een aanvankelijke stijging een daling zien van het aantal bezoekers. Inmiddels is er weer sprake van een licht herstel. De publieke dienstverlening vindt plaats in de leesruimte van het Gemeentearchief waar de burger de archiefbescheiden kan inzien. Hetzelfde kan ook plaatsvinden in de studiezaal van Het Utrechts Archief. De naar de archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden van Nieuwegein kunnen weliswaar op twee locaties worden ingezien, maar dat gaat ten koste van de goede staat waarin de archieven zich bevinden. - Website De Archiefwet verplicht de gemeente haar archieven in toegankelijke staat te brengen en te houden. Een van de instrumenten om op een moderne wijze aan die verplichting extra gehoor te geven, is een archiefwebsite. In 2004 is een Plan van Aanpak opgesteld ten behoeve van de realisering van een website voor het Gemeentearchief van Nieuwegein. Ook wordt in provinciaal verband samengewerkt aan de inrichting van de site www.utrechtsarchiefnet.nl van de Kring van Utrechtse archivarissen. Bibliotheek & documentatie Ten behoeve van een goede dienstverlening is voorlichtingsmateriaal en adequate documentatie onmisbaar. Woordenboeken, handboeken, periodieken - waaronder kranten - maken deel uit van de culturele verscheidenheid van stad en streek. De afgelopen jaren werden incidenteel publicaties etc. ten behoeve van de historische bibliotheek aangekocht. - Educatie Cultuuroverdracht in het onderwijs moet een bijdrage leveren aan het kritisch burgerschap. In de afgelopen jaren zijn een aantal onderwijsprojecten uitgevoerd. Deze sloten naadloos aan bij de uitgangspunten van diverse rijksen provinciale nota’s, die een laagdrempelige cultuurparticipatie van jeugdigen voorstonden. Het Erfgoedhuis Utrecht, dat de betrokkenheid bij en de zorg voor het cultureel erfgoed in de provincie Utrecht stimuleert, is mettertijd gaan 14
optreden als intermediair tussen onderwijsinstellingen en aanbieders van lokaal, regionaal erfgoed. Sinds kort is ook sprake van overleg met kunstencentrum De Kom ten behoeve van de uitvoering van op lokale historie geïnspireerde toneelstukken. - Publiciteit Regelmatig werd en wordt medewerking verleend aan instellingen en personen bij het opzetten van tentoonstellingen en publicaties op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis. Tussen 1996-2004 werden cursussen aangeboden vanwege het Gemeentearchief. Van een doelgericht beleid op het terrein van het aanbieden van reguliere cursussen is nimmer sprake geweest. - Gesprekspartners De gemeente Nieuwegein kent twee historische instellingen, de Stichting Oudheidskamer Vreeswijk en de Vereniging Historische Kring Nieuwegein. Eind 1997 is het Overleg Cultuurhistorische Instellingen van gestart gegaan. In het afgelopen decennium werd met beide instellingen op projectmatige basis samengewerkt. Inmiddels zijn er twee nieuwe institutionele gesprekspartners bijgekomen. De Stichting Museumwerf Vreeswijk en de Stichting Historische Kring Tolsteeg-Hoograven.2 Ambities 2006-2010 - ‘Historische’ groei Gedurende het afgelopen decennium is een explosieve groei geconstateerd van de publieke belangstelling voor het lokale, regionale en (inter)nationale verleden. Ter bevordering van een brede(re) toegankelijkheid van historische archieven is een algemeen samenhangend gemeenschappelijk archiefbeleid van rijk, provincie en gemeente in gang gezet. Archieven dienen een grotere en zichtbaardere rol binnen de culturele infrastructuur te verwerven. Een intensieve samenwerking met andere erfgoeddragers op het gebied van de historische informatievoorziening is onmisbaar. Het bewustzijn van de toenemende noodzaak van verandering wordt door Rijk, provincie en gemeenten (VNG) gedeeld: schaalvergroting en kwaliteitsverbetering bevorderen immers de publieksgeoriënteerde dienstverlening! Aan de tenuitvoerlegging van een algemeen samenhangend gemeenschappelijk archiefbeleid wenst de gemeente Nieuwegein een substantiële bijdrage te leveren. - Cultureel klimaat Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht hebben in de nota Cultuurprogramma ‘Dat moet je breed zien! Cultuurprogramma 2005-2008’ gekozen voor concrete ambities en resultaten binnen een integraal cultuurbeleid. Voor het eerst is één nota opgesteld voor alle disciplines zoals Cultuureducatie, Erfgoed, Kunsten en Media. Archieven en regionale geschiedenis vallen onder het segment Erfgoed. De gemeente Nieuwegein draagt haar medeverantwoordelijk uit voor het behoud en de ontwikkeling van het culturele klimaat in Nieuwegein, dat een onmisbare bijdrage moet leveren aan de leefbaarheid, het welzijn en de sociaal-economische kwaliteit van de lokale samenleving. - Regionalisering De positie van het Gemeentearchief als historisch informatiecentrum voor de gemeente Nieuwegein staat buiten kijf. Het beheer en de publieksdiensten zullen op een kwalitatief hoog niveau worden uitgeoefend. Om die ambitie te verwezenlijken is schaalvergroting noodzakelijk en onontbeerlijk. Om een verdere ontwikkeling van lokaal en regionaal archiefwezen te stimuleren, opdat kan worden beantwoord aan moderne eisen, wordt uitvoering gegeven aan realisering van een nieuwe samenwerkingsvorm: Regionaal Historische Centra. (Inter)gemeentelijke samenwerking op het gebied van het archiefwezen krijgt in de provincie steeds meer vorm. Met kracht zal uitdrukking worden gegeven aan de wens het Gemeentearchief op te laten gaan in een gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Zuidwest-Utrecht, bij voorkeur met Nieuwegein als centrumgemeente. Versterking van de historische infrastructuur op archiefgebied maakt deel uit van het provinciaal cultuurbeleid. De provincie Utrecht blijft de ontwikkeling van Regionaal Historische Centra coördineren en ten volle (financieel) stimuleren. Zo wordt in geval van realisering van een RHC Zuidwest-Utrecht een subsidie van maximaal € 500.000 in het vooruitzicht gesteld. - Archiefbewaarplaats Een archiefbewaarplaats is een bewaarplaats die is aangewezen voor de blijvende bewaring van archiefbescheiden. Bij de bouw, verbouwing, inrichting en verandering van inrichting moet aan bepaalde kwaliteitseisen worden voldaan. Plannen daartoe dienen door het College van burgemeester en wethouders ter goedkeuring worden voorgelegd aan Gedeputeerde Staten. Het beoogde Regionaal Historisch Centrum zal worden voorzien van een archiefbewaarplaats. Er zal worden toegezien op de bouw en inrichting van de archiefbewaarplaats overeenkomstig de geldende wettelijke bepalingen. Na voltooiing keren de historische gemeentelijke en particuliere archieven terug naar Nieuwegein. - Inventarisatie Doelstelling voor de komende jaren op het gebied van de inventarisatie zal zijn, zoveel mogelijk archieven gereed te maken voor overbrenging naar de archiefbewaarplaats. Dit houdt verband met wettelijke verplichtingen maar 2
Het grondgebied van Hoograven behoorde tot 1954 tot de gemeente Jutphaas. De historische archieven (tot 1954) van deze Utrechtse wijk worden door het Gemeentearchief Nieuwegein beheerd. 15
ook met de verwachte extra toevloed van archiefbescheiden als gevolg van een verregaande digitalisering van het gemeentelijk informatiebeheer. - Selectie & vernietiging Vernietiging van daartoe in aanmerking komende archiefbescheiden is een handeling die plaatsvindt alvorens de geschoonde archieven worden overgedragen aan de archiefbewaarplaats. Vanuit het Gemeentearchief zal hierop worden toegezien, geadviseerd en bijgestaan. - Restauratie In de periode 2006-2010 zullen grote delen historische Nieuwegeinse archiefbescheiden moeten worden gerestaureerd. De restauratieprojecten zullen groter zijn in getal maar geringer qua omvang. - Substitutie Jaarlijks zullen archiefbescheiden worden overgezet op alternatieve gegevensdragers. Dat zal gebeuren door microverfilming en digitalisering van originele archiefbescheiden. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van de informatie vergroot, terwijl voortschrijdende slijtage wordt tegengegaan. De acties zullen op projectmatige wijze worden uitgevoerd. - Acquisitie Aan het verwerven van particuliere archieven en mogelijk die van landelijke instellingen voor zover zij binding hebben met de regionale geschiedenis zal planmatig aandacht worden geschonken. Wenselijk is de instelling van een speciaal fonds voor de acquisitie van unieke archiefbescheiden, het verlenen van bijstand met betrekking tot deskundige begeleiding van de inventarisatie en voor restauratie van te verwerven historische archiefbescheiden uit particulier bezit.
fig. 6. De oudste documenten in beheer van het Gemeentearchief, uit 1542 voor wat betreft Vreeswijk en 1598 voor Jutphaas, maken dat de gemeente Nieuwegein rijk is aan historie. 16
- Beeldcollectie Registratie en verregaande ontsluiting van de beeldcollectie is een continue proces. Hieraan zal blijvend aandacht worden geschonken. Medewerking van vrijwilligers is daarbij onmisbaar. Projecten, die verband houden met uitbreiding, conservering en vergroting van de toegankelijkheid zullen worden geïnitieerd of gecontinueerd. - Openbaarheid Openbare informatie vereist toegankelijkheid. De kracht van de archiefsector kan veel beter benut worden in een tijd van explosieve vraag naar historische informatie. De toegang tot archieven wordt steeds vaker bevorderd door de inzet van multimediale technieken. Digitalisering is voorwaardenscheppend voor een toenemend en gevarieerd gebruik van archieven binnen een vraaggericht archiefbestel. - Dienstverlening Overheden maken steeds vaker afspraken met burgers over kwaliteit van geleverde producten. De kritische burger vraagt om inspraak en kwaliteit. De gemeente Nieuwegein acht een goede wisselwerking tussen burger en bestuur ten aanzien van de neerslag van het verleden van eminent belang. Schaalvergroting vergroot de professionalisering, voortschrijdende effectiviteit en efficiency en vormt een absolute voorwaarde voor kwaliteitsverbetering en publieke dienstverlening. Toegankelijkheid en bereikbaarheid van het Gemeentearchief dienen te worden uitgebreid. Om ook in Nieuwegein te voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen wordt gekozen voor het ontwerp van een zelfregulerend kwaliteitszorgsysteem met een pakket (minimum)eisen met betrekking tot de (virtuele) toegankelijkheid: een zogenaamd ‘Handvest Kwaliteit Archieven’. Hogere eisen zullen worden gesteld aan publiekgerichte dienstverlening en aan gekwalificeerde personeel volgens de algemene normen vastgesteld door het archiefwezen. - Archiefwebsite Eén van de middelen om aan de verhoogde vraag van de burger te voldoen, is gebruikmaking van multimediale communicatiemiddelen. In de komende periode zal naast de bijdrage die wordt geleverd aan de uitbouw van de website van de Kring van Utrechtse Archivarissen, het Plan van Aanpak inzake de realisering van een op educatieve wijze ingerichte Nieuwegeinse archiefwebsite worden uitgevoerd. De interactieve archiefwebsite zal als instrument van cultuurparticipatie dienen. Het is een modern middel om de toegankelijkheid van analoge en digitale archieven te vergroten. Het project zal worden uitgevoerd als onderdeel van de vormgeving van het ‘digitale gezicht’ van de gemeente Nieuwegein. - Bibliotheek & documentatie Aan alle vormen van informatieverstrekking zal blijvend aandacht worden geschonken. Voorlichtingsmateriaal moet actueel worden gehouden en op een efficiënte en effectieve wijze worden verspreid. Bibliotheek en documentatie zijn onmisbaar bij de bestudering van lokale en regionale geschiedenis. Er zal een doelgerichte basis gelegd worden die in de komende jaren verder zal worden uitgebreid. Daarbij hoort een gericht aankoopbeleid. - Educatie In de afgelopen periode hebben contacten met scholen geleid tot een vruchtbare samenwerking. Het Gemeentearchief heeft bijgedragen aan het opzetten van speciale lespakketten. Gaandeweg is de rol van het Gemeentearchief verschoven naar een rol als dienstverlener aan een institutionele cliënt, het Erfgoedhuis Utrecht. - Publiciteit Entameren van historische publicaties. Medewerking wordt verleend aan personen en instellingen bij het opzetten van tentoonstellingen en publicaties op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis. Een doelgericht beleid op het terrein van het aanbieden van reguliere cursussen zal worden ontwikkeld. - Gesprekspartners Met de historische instellingen bestaan regelmatige contacten. Deze relaties zullen worden verbreed en verdiept. Sinds enige tijd bestaat er structureel overleg met Kunstencentrum De Kom. Het Gemeentearchief fungeert als kenniscentrum voor op de lokale historie geïnspireerde toneelstukken en draagt zo bij aan een integrale benadering van cultuurhistorie. Stimulering van onderlinge samenwerking tussen vraaggerichte informatie-instellingen verhoogt de aantrekkelijkheid van het conglomeraat van de Nieuwegeinse culturele voorzieningen. Het Gemeentearchief wordt steeds meer partner in (educatieve) projecten van musea, bibliotheken, erfgoedhuizen en steunpunten voor monumentenzorg. Op die wijze kan de archiefdienst volwaardig participeren in de uitwerking van het beleid ten aanzien van de beoogde integrale omgang met het culturele erfgoed van de gemeente Nieuwegein.
17
Producten en resultaten 2006-2010 - Handhaven van het Gemeentearchief als historisch kenniscentrum van de gemeente Nieuwegein. - Uitvoeren van alle wettelijke taken met betrekking tot het beheer van naar de archiefbewaarplaats overgebrachte archieven waardoor uitdrukking wordt gegeven aan de wettelijke zorgtaak van het College van burgemeester en wethouders. - Uitoefenen van de wettelijke taak toezicht te houden op het beheer van (nog) niet naar de archiefbewaarplaats overgebrachte (‘moderne’) archieven. - Opgaan van het Gemeentearchief in een Regionaal Historisch Centrum Zuidwest-Utrecht (RHC) bij voorkeur met Nieuwegein als centrumgemeente ten behoeve van het proces van schaalvergroting (effectiviteit en efficiency) en ten behoeve van de noodzakelijke uitbreiding van de professionele dienstverlening. - Bouw en inrichten van een nieuwe archiefbewaarplaats volgens de geldende wettelijke normen. - Inventariseren en ontsluiten van niet-overgedragen archiefbescheiden die in aanmerking komen voor overbrenging naar de archiefbewaarplaats. - Gevolg geven aan de wettelijke verplichting tot selectie en vernietiging van daarvoor in aanmerking komende archieven. - Restaureren van openbare archiefbescheiden om daarmee te voldoen aan de wettelijke verplichting ze minimaal 100 jaar in goede staat te laten verkeren. - Vervangen van gegevensdragers van archiefbescheiden rekeninghoudend met bestaande wet- en regelgeving. - Ontwikkelen van beleid inzake acquisitie van historische, particuliere archieven en instelling van een Steunfonds Acquisitie Nieuwegeinse particuliere archieven. - Uitbreiden, conserveren, restaureren, digitaliseren en het toegankelijk maken van de gemeentelijke beeldcollectie. - Bijdragen aan de uitbouw van de website van de Kring van Archivarissen in de provincie Utrecht. - Voortgaan met de ontwikkeling van een gebruikersvriendelijke, educatieve website ter vergroting van de toegankelijkheid van de openbare, historische archieven van de gemeente Nieuwegein. - Uitbreiden van de openingstijden van het Gemeentearchief, opstellen van een ‘Handvest Kwaliteit Archieven’ ter garantie van de aanwezigheid van hoogste voorzieningen en gekwalificeerd personeel ter optimalisering van de publieke dienstverlening. - Ontwikkelen van een beleid inzake aankoop van publicaties en documentatie ter ondersteuning van de bestudering van archieven en instelling van een Steunfonds Aankoop publicaties ten behoeve van de historische bibliotheek. - Ondersteunen van educatieve projecten in samenwerking met onderwijsinstellingen en provinciale Erfgoedhuizen. - Ontwikkelen van beleid met betrekking tot het aanbieden van cursussen ten behoeve van historisch geïnteresseerde burger. - Bezorgen van historische publicaties en organiseren van doelgerichte tentoonstellingen gerelateerd aan actuele of historische onderwerpen. - Verzorgen van traditioneel én digitaal voorlichtingsmateriaal ten behoeve van de interne en externe cliënt. - Onderhouden en intensiveren van contacten met historische verenigingen, onderwijsinstellingen, musea, erfgoedhuizen en centra voor toneel- en theaterkunsten. In gezamenlijkheid, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid uitdrukking geven aan een integrale cultuurhistorische aanbod van de gemeente Nieuwegein.
18
Financiële consequenties 2006-2010 Gemeentearchief Nieuwegein Product
Activiteiten voortvloeiend uit wettelijke verplichtingen
Jaarlijks
Eenmalig
Dekking uit bestaande budgetten
Inventarisatie Restauratie Substitutie Acquisitie Digitalisering archieven, beeldcollectie Handvest kwaliteit Archieven Website Kring Utrechtse archivarissen Gemeentelijke archiefwebsite Onderhoud en uitbouw website Bibliotheek & documentatie Educatie Publiciteit Cultuurhistorische instellingen, relatiebeheer
Ja Ja Ja -
€ 10.000 € 20.000 € 20.000 € 5.000
€ 10.000 € 20.000 € 20.000 € 5.000
Ja
€ 20.000
€ 20.000
Ja
€
1.000
€
1.000
Ja
€
2.000
€
2.000
€ 81.0003
Ja
Nieuw budget
€ 81.000
Ja
€ 30.0004
€ 30.000
-
€ € €
1.000 2.000 500
€ € €
1.000 2.000 500
-
€
1.000
€
1.000
Totaal
€ 112.500
€ 81.000
€ 193.500
Projecten geïnitieerd door het Gemeentearchief worden momenteel gefinancierd door het Bureau Documentaire Dienstverlening. Uitgaven ten gunste van de uitvoering van projecten vallen voor het merendeel binnen het door het Facilitair Bedrijf vastgestelde jaarlijks budget. Regionaal Historisch Centrum Zuidwest Utrecht
Product
Activiteiten voortvloeiend uit wettelijke verplichtingen
Jaarlijks
Deelneming in RHC inclusief bouw archiefbewaarplaats
Eenmalig
€ ******
Dekking uit Nieuw budget bestaande budgetten
5
€ ******
Subsidie Provincie Utrecht (maximale bijdrage) € 500.000 Gemeentelijke bijdrage aan exploitatie RHC na 2010 Ja
€ 157.3716
€ 157.371
Totaal
€ 157.371
€ 157.371
Het gaat hierom de maximale investeringskosten. Voor de eerste twee jaar na inwerkingtreding van de website. In de jaren erna zullen aan onderhoud en uitbreiding minder middelen worden besteed. 5 Het bedrag van € 1.242.108 vormt de totale investering om te komen tot een RHC met het grootst mogelijk aantal deelnemende gemeenten. De subsidie van de Provincie bedraagt maximaal € 500.000. De exacte bijdrage die de gemeente Nieuwegein aan de stichtingskosten zou moeten bijdragen, wordt niet gemeld in het ‘Eindrapport Haalbaarheidsonderzoek Regionaal Historisch Centrum Zuidwest Utrecht ’ (Arnhem 2004), uitgevoerd in opdracht van de provincie Utrecht. 6 Dit bedrag is een schatting van de jaarlijkse kosten in geval alle bij het onderzoek betrokken gemeenten participeren in het RHC (variant 1). 3 4
19
Dekking financiële consequenties van te realiseren producten
Gemeentearchief De genoemde producten, die in het verleden op (zeer) beperkte schaal werden uitgevoerd, worden zoveel mogelijk gecontinueerd. Dit gebeurt niet uit bestaande budgetten. Voor de realisering van producten die voortvloeien uit wettelijke taken (Archiefwet 1995) wordt de financiering per project aangevraagd. Het Gemeentearchief, dat niet beschikt over een eigen budget ter uitvoering van wettelijke taken, maakt deel uit van het Bureau Documentaire Dienstverlening. Binnen het budget van het Bureau D.D. wordt geen rekening gehouden met de financiering van de uitvoering van wettelijke taken. Verzoeken ter financiering van projecten worden vanuit het Gemeentearchief ingediend op basis van een projectplan. Het gaat hier om een totaalbedrag aan wettelijke verplichtingen van € 189.000, waarvan € 81.000 incidenteel en € 108.000 structureel. De overige, niet-wettelijk verplichte producten bedragen in totaal € 4.500 structureel. De structurele inventarisatie, restauratie en substitutie van historische archieven, het opstellen van een handvest Kwaliteit Archieven, de digitalisering van historische archieven en van de omvangrijke beeldcollectie, de bouw van een gemeentelijke archiefwebsite, de deelname aan educatieve projecten, de uitbouw van de historische bibliotheek en documentatieverzameling en een gericht en doeltreffend relatiebeheer met andere cultuur-historische instellingen zijn nieuwe producten zonder dekking uit bestaande budgetten bedragen.
Regionaal Historisch Centrum Indien de gemeente Nieuwegein besluit op het gebied van de archiefzorg en het archiefbeheer regionaal te gaan samenwerken met omliggende gemeenten in Zuidwest-Utrecht, zal een nog niet nader vastgesteld gedeelte van het geschatte totaalbedrag van € 1.242.108 moeten worden geïnvesteerd. De provincie Utrecht stelt eenmalig een subsidie van maximaal € 500.000 ter beschikking voor de bouw en eerste inrichting van een Regionaal Historisch Centrum. Voor het eenmalig aandeel dat de gemeente Nieuwegein zal moeten bijdragen, zal dekking moeten worden gezocht. Dat geldt nadien eveneens voor de jaarlijkse bijdrage van € 157.371 aan de exploitatie van het Regionaal Historisch Centrum Zuidwest-Utrecht .
fig. 7. Een RHC is een samenwerkingsverband tussen archiefinstelling, bibliotheek, museum en documentatie- en informatieinstelling met het oogmerk de publieksfunctie van deze culturele instellingen aanzienlijk te versterken. 20
IV MONUMENTEN EN ARCHEOLOGIE Het gebouwde culturele erfgoed staat centraal in dit hoofdstuk. In Nieuwegein is ondanks het jonge imago van de stad nog veel historie te vinden. Zowel van de gebouwde monumenten boven de grond als de restanten van vervlogen tijden onder de grond. In de komende twee paragrafen wordt het beleid voor monumenten en archeologie in Nieuwegein onder de loep genomen. IV.1 MONUMENTEN Door de grote aandacht voor ruimtelijke kwaliteit en een aantrekkelijke woon- en werkomgeving is cultureel erfgoed steeds meer in de belangstelling komen te staan. Voor bewoners en gebruikers van een plaats speelt de identiteit ervan een belangrijke rol in hun beleving. Een voorbeeld van een project waar de identiteit van een gebied versterkt wordt is de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Ook in Nieuwegein wordt eraan gewerkt om het gebruik en de zichtbaarheid (weer) te vergroten. Een andere voorbeeld is de grootschalige restauratie van de Oude Sluis en omgeving in Vreeswijk. De geschiedenis van Vreeswijk vormde ook de inspiratiebron voor het ontwerp van Nieuw-Vreeswijk. Het opknappen van de kade langs het Merwedekanaal in Jutphaas betekent een stimulans voor het historische karakter van de Herenstraat. Het motto bij monumentenzorg is ‘behoud door ontwikkeling’. De zorg voor monumenten betekent dat ze onderdeel blijven van de maatschappelijke en economische ontwikkelingen en geen museumstukken worden. De gemeente Nieuwegein streeft naar behoud van behoud van monumenten voor toekomstige generaties, maar ook naar het toegankelijk maken van het monumenten voor de huidige generatie. In het streven naar behoud zijn er sinds het verschijnen van de nota Cultuurbehoud een groot aantal monumenten aangewezen, gerestaureerd en is het gemeentelijk monumentenbeleid verder ontwikkeld. Deze lijn wordt voortgezet. Terugblik Gemeentelijke monumenten Het proces voor de aanwijzing van een groot aantal gemeentelijke monumenten is in deze periode eveneens afgerond. Dit heeft in de jaren negentig geresulteerd in de aanwijzing van drieëntwintig gemeentelijke monumenten. Het betreft hier voornamelijk (soms zeer fraaie) woonhuizen in Jutphaas en Vreeswijk. De aanwijzing van de gemeentelijke monumenten kent een jarenlange voorgeschiedenis. De afdeling Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening is, in nauwe samenwerking met de gemeentelijke monumentencommissie, enkele jaren bezig geweest om deze projecten op te starten, te begeleiden en af te ronden. Het resultaat van deze inspanningen is dat Nieuwegein medio 2005 23 gemeentelijke monumenten op haar grondgebied heeft. Dit aantal monumenten, gecombineerd met 53 rijksmonumenten (waaronder de restanten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, de kastelen Oudegein en Rijnhuizen), het beschermd dorpsgezicht van Vreeswijk, het toekomstige gemeentelijk beschermd dorpsgezicht van Jutphaas en enkele unieke archeologische beschermde gebieden (zoals de overblijfselen van het verdwenen stadje ‘t Gein) maken dat Nieuwegein zeker geen slecht figuur slaat ten opzichte van nabijgelegen gemeenten als Vianen, IJsselstein en Montfoort. Gemeenten die bekend staan als plaatsen waar veel historie en cultuur te vinden is. Er is bij de gemeente geen budget voor bouwhistorisch onderzoek om panden eventueel nader te onderzoeken op hun bouwgeschiedenis en ouderdom. Subsidies gemeentelijke monumenten In de Beleidsnota Cultuurbehoud uit 1996 is afgesproken dat er een gemeentelijk monumentenfonds zou worden gemaakt voor de ondersteuning van restauraties van gemeentelijke monumenten. Dit fonds zou een startkapitaal van € 66.930 hebben. Jaarlijks zou er dan een bedrag van € 16.790 aan het fonds worden toegevoegd. Op 1 januari 2005 zat er € 91.597,28 in het fonds, waarvan € 33.806,99 is gereserveerd voor de verplaatsing van de wipwatermolen Oudegein, blijft over een bedrag van € 57.790,29. Weliswaar is het startkapitaal gestort, maar het storten van de jaarlijks bijdrage heeft niet plaatsgevonden. Ook is er in 2001 een bedrag uit het fonds gehaald in verband met de bezuinigingen voor de najaarsnota. In de nota Cultuurbehoud uit 1996 was niet uitgewerkt hoe de jaarlijkse storting gedekt zou worden. Uit het fonds heeft de gemeente Nieuwegein een subsidie verstrekt voor de restauratie van de oude molen De Batavier aan de Herenstraat. Bij de monumentencommissie bestaat al een tijdje het idee om eigenaren van gemeentelijke monumenten ook te steunen bij het onderhoud van hun pand door middel van onderhoudssubsidie. Dit idee is nog niet uitgewerkt door de gemeente. - Rijksmonumenten Het landelijke project voor de aanwijzing van rijksmonumenten (het Monumenten Selectie Project) is beëindigd. Dit door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg opgezette project had de insteek om belangrijke voorbeelden van bouwkunst uit de periode 1850-1940 in geheel Nederland te inventariseren en te beschermen. Op grond van deze 21
inventarisatie zijn in Nieuwegein een dertigtal objecten naar voren gekomen die de Rijksdienst voor de Monumentenzorg het beschermen meer dan waard acht. Het betreft hier onder andere de Barbarakerk, de Koninginnensluis, de Watertoren aan het Hooglandse Jaagpad, Fort Vreeswijk en Fort Jutphaas. Deze objecten zijn eind 2002 aangewezen als rijksmonumenten. Hiermee is het Monumenten Selectie Project geheel afgerond. - Restauraties In de afgelopen jaren is een groot aantal restauraties uitgevoerd. Voorbeelden in Jutphaas zijn de St. Nicolaaskerk, de Nederlands Hervormde Kerk en de Batavier aan Herenstraat 71A. En in Vreeswijk ’t Heem aan Dorpsstraat 54 en de Oude Sluis. - Subsidies rijksmonumenten De afgelopen jaren was het subsidiestelsel voor monumenten gebaseerd op het Besluit rijkssubsidiëring restauratie monumenten uit 1997 en het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten. Bij de restauratiesubsidie heeft de gemeente altijd een rol gehad in de begeleiding van eigenaren bij het aanvragen van subsidie, de vaststelling van subsidiabele kosten en het indienen van een prioriteitenlijst van restauratieprojecten voor het Provinciaal restauratie uitvoeringsprogramma (met dit programma verdeelt de Provincie de rijkssubsidies over meerdere monumenten over meerdere jaren). - Bekendheid In 2002 is het langverwachte monumentenboek van Nieuwegein uitgekomen. Hierin staat een uitgebreid overzicht van de cultuurhistorisch waardevolle objecten in Nieuwegein, met name panden, maar ook waterstaatkundige elementen en oude wegen. Voor voorlichting met betrekking tot monumenten is op dit moment geen specifiek budget gereserveerd. Daarom is het voornemen om informatieborden bij monumenten te plaatsen nog niet gerealiseerd. Ook voor de Open Monumentendag is op dit moment geen budget, noch is er hiervoor de benodigde mankracht aanwezig. In de afgelopen jaren is hier beperkte aandacht aan besteed. Zeker in vergelijking met omringende gemeenten is het programma op Open Monumentendag zeer beperkt. - Vergunningen De diverse verbouwingen aan monumenten worden gereguleerd via de monumentenvergunningen (zoals voorgeschreven in de Monumentenwet 1988 en de gemeentelijke monumentenverordening). De vergunningen worden afgegeven door de afdeling Bouw- en woningtoezicht. Ambities 2006-2010 - Gemeentelijke monumenten De inventarisatie van de gemeentelijke monumentencommissie heeft een aantal bijzondere panden en structuren opgeleverd die plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst waard zijn. Er wordt nu aan de aanwijzing gewerkt. Hiervoor is tevens een revisie van de monumentenverordening nodig, onder andere om het aanwijzen van een deel van Jutphaas als gemeentelijk beschermd dorpsgezicht mogelijk te maken. - Subsidies gemeentelijke monumenten Wat betreft de subsidiëring van de restauratie van gemeentelijke monumenten moet de jaarlijkse storting in het gemeentelijke monumentenfonds gerepareerd worden. Eigenaren van monumenten kunnen ook deelnemen aan het in 2004 gestarte Cultuurfonds Monumenten Utrecht (CMU). De provincie heeft daar 1,5 miljoen euro in gestort en levert jaarlijks een bijdrage van €150.000. Het fonds is bedoeld voor restauraties aan gemeentelijke monumenten, waarvoor bij gemeenten meestal weinig geld voor beschikbaar is. Eigenaren van gemeentelijke monumenten in Nieuwegein kunnen ook op dit fonds een beroep doen. - Rijksmonumenten Naast de gebouwen die in het Monumenten Selectie Project zijn aangewezen, zijn er nog enkele objecten die als rijksmonument in aanmerking komen.Inmiddels zijn dit jaar de uitbreidingen van de historische buitenplaatsen Oudegein en Rijnhuizen gerealiseerd, in het kader van de verfijningsoperatie historische buitenplaatsen. De aanwijzing van de Plofsluis moet nog worden afgerond. De grens van vijftig jaar die als voorwaarde aan rijksmonumenten is verbonden is inmiddels verschoven tot 1955, de periode van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg is men bezig met de inventarisatie van interessante bouwwerken uit de periode 1940-1965 die voor aanwijzing als rijksmonument in aanmerking komen. Vanwege deze inventarisatie en bezinning op ‘hoe om te gaan met gebouwen uit de wederopbouw’ is door de staatssecretaris besloten om tijdelijk geen rijksmonumenten aan te wijzen. Naar verwachting zal dan in 2006 worden gestart met de aanwijzingen van monumenten uit de wederopbouwperiode. - Restauraties De restauraties van rijksmonumenten die uitgevoerd gaan worden zijn de Barbarakerk in Vreeswijk, Herenstraat 50, Herenstraat 73 en de fortwachterswoning op Fort Vreeswijk. Een restauratie die al is gestart maar nog voltooid moet worden, is de wipwatermolen in park Oudegein. Restauraties die zijn uitgevoerd maar waarvan het subsidietraject nog afgerond moet worden, zijn de Nederlands Hervormde Kerk in Jutphaas, het orgel in de Nicolaaskerk in Jutphaas en de Oude Sluis in Vreeswijk. De gemeente controleert en adviseert bij deze restauraties. 22
Subsidies rijksmonumenten Voor rijksmonumenten zal naar verwachting vanaf 2006 een nieuw subsidiestelsel van kracht worden dat is gericht op instandhouding van rijksmonumenten. De filosofie hierachter is dat niet om de zoveel jaar een ingrijpende restauratie hoeft plaats te vinden, maar dat sprake is van continue instandhouding van het monument. Het stelsel heet daarom Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten. Eigenaren van woningen en boerderijen zonder agrarische functie zijn in dit stelsel aangewezen op een lening met een zeer lage rente, verstrekt door het Nationaal Restauratiefonds. Overige monumenten moeten een 6-jarenplan opstellen (een instandhoudingsplan) waarmee subsidie aangevraagd kan worden. Dit gebeurt rechtstreeks bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. In het nieuwe instandhoudingsbeleid voor rijksmonumenten zal de rol van de gemeente bij subsidies op termijn verminderen tot het informeren en doorverwijzen van eigenaren van monumenten. In de overgangsfase tussen deze twee stelsels zal er echter nog advies en begeleiding op het gebied van restauraties, subsidiëring, het Provinciaal Restauratie Uitvoeringsprogramma en het afwikkelen van al uitgevoerde restauraties van rijksmonumenten moeten gebeuren, in ieder geval tot 2011. Over de overgang tussen de twee stelsels bestaan op het moment van het opstellen van deze nota nog veel onduidelijkheden. Lopende of op korte termijn uit te voeren restauraties dreigen hierdoor in de problemen te komen. De Gemeente Nieuwegein zal samen met de eigenaren van de betreffende monumenten aandringen op een goede overgangsregeling. - Bekendheid Om de bekendheid en informatie van monumenten te vergroten zijn er diverse simpele en goedkope middelen ter beschikking. Voorbeelden zijn het plaatsen van informatie over monumenten op de gemeentelijke website, op informatieborden bij de monumenten en herkenbare schildjes op de monumenten. Een ander middel is het publiceren van een jaarverslag van de monumentencommissie. Dit jaar zijn er rondvaartboten van Schuttevaer die langs Nieuwegein varen op weg naar IJsselstein. De boot meert aan op meerdere plaatsen in Nieuwegein zoals Jutphaas, Oudegein en Vreeswijk. De deelnemers kunnen op die plaatsen monumenten bezichtigen en weer verder varen. - Vergunningen Het streven van het Rijk om de vergunningverlening te vereenvoudigen heeft geleid tot het besluit om de rol van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg te veranderen. Nu hebben zowel de rijksdienst als de monumentencommissie een wettelijke adviesplicht. Gemeenten krijgen meer verantwoordelijkheid, de rijksdienst alleen een adviesbevoegdheid als landelijk kenniscentrum. Voor directe ondersteuning kunnen gemeenten terecht bij het provinciaal steunpunt (het Erfgoedhuis te Utrecht). Doordat er in de meeste gevallen (behalve bij grote restauratieprojecten) alleen de monumentencommissie geraadpleegd hoeft te worden scheelt dit enkele weken in de verlening van een monumentenvergunning. De monumentenvergunningen worden afgewikkeld door de afdeling Bouw- en woningtoezicht. Controle op de verleende monumentenvergunningen doet de buitendienst van die afdeling. - Beheer door de provincie De provincie Utrecht maakt zich sterk voor een goed beheer van kastelen, landgoederen en molens. Het beheer van de molens in de provincie Utrecht is daarom overgedragen aan de Stichting Het Utrechts Landschap. De wipwatermolen in Oudegein is hiermee niet langer in handen van de Stichting De Utrechtse Molens (SDUM) maar het Utrechts Landschap. Tussen de gemeente en het Utrechts Landschap vindt nauw overleg plaats vanwege het herstel van de molen. De molen zal in de loop van 2006 hersteld zijn.
fig. 8. In zijn huidige vorm dateert De Batavier uit 1889, gebouwd op de locatie waar twee eeuwen lang een molen stond. Die was reeds in 1888 door brand verwoest. De vestiging van een hypermodern multimediaal bedrijf (1999) in het inmiddels gerestaureerde rijksmonument aan de Herenstraat draagt ertoe bij dat het Nieuwegeins verleden levend wordt gehouden. 23
Steun provincie voor ruimtelijke kwaliteit De provincie stelt een aantal maatregelen voor om de ruimtelijke ontwikkelingen binnen haar gebied te sturen. Cultureel Erfgoed kan een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit. De provincie subsidieert daarom (voorbeeld)projecten, gebiedsanalyses (zogenaamde Cultuurhistorische Effect Rapportages), ontwerpstudies en workshops. Van deze subsidiemogelijkheden kan bij de ontwikkeling van beleid waarbij cultuurhistorie een rol speelt in de Gemeente Nieuwegein gebruik gemaakt worden. Producten en resultaten 2006-2010 - Aanwijzing van: zeventien gemeentelijke monumenten; gemeentelijk beschermd dorpsgezicht Jutphaas; zes beschermde structuren; twee waardevolle objecten. - Aanpassing monumentenverordening. - Oplossing voor subsidiëring van restauraties gemeentelijke monumenten. - Aanpassing subsidieverordening gemeente Nieuwegein (indien nodig). - Aanwijzing rijksmonumenten: Plofsluis; uitbreiding historische buitenplaats Rijnhuizen; monumenten uit de wederopbouwperiode (1940-1965) - Advisering van eigenaren van monumenten over restauraties en doorverwijzing naar specialisten (van bijvoorbeeld de Rijksdienst voor de Monumentenzorg of de Boerderijenstichting). - Begeleiding en controle van de goede uitvoering van restauraties. - Advisering en begeleiding van eigenaren van monumenten bij (lopende) subsidieaanvragen restauratie rijksmonumenten. - Een goede overgangsregeling tussen het oude en nieuwe subsidiestelsel restauratie -rijksmonumenten. - Gebruik van de gemeentelijke website voor informatie over monumenten - Herkenbaar maken van monumenten door monumentenschildjes aan te brengen. - Informatieborden bij monumenten. - Publicatie jaarverslag van de gemeentelijke monumentencommissie. - Vaarroute rondvaartboten langs monumenten in Nieuwegein.
Financiële consequenties 2006-2010
Product Subsidiëring restauratiefonds gemeentelijke monumenten Bouwhistorisch onderzoek Voorlichting monumentenzorg Open Monumentendag Bekostiging monumentencommissie (plus extra) Plaatsing informatieborden en bewegwijzering Totaal
Jaarlijks
Eenmalig Dekking uit bestaande budgetten
Nieuw budget
reparatie jaarlijkse storting
€ 16.790 € 2.000 € 250 € 250
budget SRO budget SO/SRO budget SO/SRO
€ 250
budget SO/SRO COS /SRO/ sponsoring
€ 19.540
Dekking financiële consequenties van te realiseren producten Van de genoemde producten zijn de volgende producten gecontinueerd vanuit het verleden met dekking uit bestaande budgetten: de jaarlijkse aanvulling van het subsidiefonds restauratie gemeentelijke monumenten, voorlichting monumentenzorg, de open monumentendag en extra kosten voor de monumentencommissie. Voor de bekostiging van de informatieborden bij monumenten, zie hoofdstuk 2. Het bouwhistorisch onderzoek met het daarvoor benodigde budget van € 2.000 is een nieuw product waarvoor dekking binnen het budget SRO gezocht moet worden.
24
IV.2 ARCHEOLOGIE In de vorige paragraaf is gesproken over de monumenten bóven de grond, in deze paragraaf over de monumenten onder de grond. Waar vroeger rivieren hebben gelopen is nu de grootste kans om sporen van oude bewoning tegen te komen. Duidelijke sporen zoals potscherven of oude stenen. Maar ook minder duidelijke zoals verkleuringen in de grond die kunnen duiden op de resten van een huis of eten. In het grondgebied van Nieuwegein hebben de rivieren vroeger op verschillende manieren gelopen. Dat is de reden dat er behoorlijk wat sporen gevonden zijn en verwacht worden. In onze nieuwsgierigheid zijn deze zaken in het verleden vaak opgegraven en tentoongesteld. Het nadeel is dan dat de resten in korte tijd vergaan. Nu houden we de zaken vaak op de plek waar ze zijn aangetroffen. Registratie en een andere manier van bouwen zijn het gevolg. Plaatsen waar vondsten zijn gedaan moeten nu nadrukkelijk worden opgenomen in bestemmingsplannen. Daarnaast is de verstrekking van informatie steeds belangrijker geworden. Terugblik In de afgelopen jaren is er langzamerhand steeds meer aandacht gekomen voor archeologie. Ten tijde van de Beleidsnota Cultuurbehoud 1996 bestond alleen een kleine passage in de monumentenwet over opgravingen en vondsten. Inmiddels wordt er gewerkt in ‘de geest van Malta’. Dat betekent dat er in afwachting van de vaststelling van uitgebreide wetgeving voor archeologie (vanwege het Europese verdrag van Malta uit 1992) al op diverse wijzen aan deze nieuwe wetgeving wordt voldaan. De nota Cultuurbehoud 1996 gaf een aanzet voor een gemeentelijk archeologisch beleid en stelde daartoe ook een vergroting voor van de functie beleidsmedewerker Monumenten & archeologie beschikbaar tot 0,8 fte. Deze vergroting is echter nooit gerealiseerd. Op dit moment is er geen coherent gemeentelijk archeologisch monumentenbeleid in Nieuwegein. Een goed fungerend gemeentelijke archeologiebeleid is echter wel noodzakelijk. In de loop der jaren wordt er wel steeds meer aandacht besteedt aan archeologie. Er vindt regelmatig overleg plaats tussen de ambtenaar monumentenzorg, het archeologisch lid van de Gemeentelijke Monumentencommissie en de provinciaal archeoloog. Ook worden in milieu effect rapportages (m.e.r.), bestemmingsplannen en ruimtelijke vrijstellingen maatregelen opgenomen voor de omgang met bekende of nog aan te treffen archeologische waarden. Ambities 2006-2010 - Gevolgen archeologiewetgeving De toekomst van het archeologiebeleid wordt vooral bepaald door de nieuwe wetgeving die naar verwachting ingaat op 1 januari 2006. De uitvoering van het verdrag van Malta komt vooral tot stand via aanpassing van bestaande wetten (de Monumentenwet, Wet Ruimtelijke Ordening, e.a.). De belangrijkste bepalingen zijn dat in ruimtelijke plannen in kaart gebracht moet worden wat de archeologische waarden en verwachtingen zijn voor het betreffende gebied. Voor bekende archeologische vindplaatsen mogen er geen verstoringen van de grond plaats vinden zijn tenzij burgemeester en wethouders een vergunning afgeven. Voor gebieden waar een archeologische verwachting is moet nader onderzoek de werkelijke waarden in kaart brengen. De invoering van het verdrag van Malta verbindt het Rijk en daarmee de gemeenten tot het waarborgen van archeologische waarden in de ruimtelijke ordening. Een praktische uitwerking daarvan is dat bouwers op gronden met archeologische waarden verplicht zijn tot het doen en betalen van archeologisch onderzoek om te kijken of de gronden archeologische waarden bevatten. Dit punt is nog wel onderwerp van discussie, er gaan ook stemmen op om een fonds op te richten waar gemeenten en provincies het onderzoek uit gaan betalen. Dit zal pas duidelijk worden bij de invoering van de nieuwe wetgeving. - Gemeentelijk beleid De opname van maatregen voor archeologie in milieu effect rapportages, bestemmingsplannen en ruimtelijke vrijstellingen moet worden voortgezet. Een coherent algemeen archeologiebeleid is noodzakelijk omdat de gemeente archeologisch gezien behoorlijk rijk is. Door het ontbreken van een beleid en de daarbij behorende handhaving, bestaat nog steeds een grote kans dat de archeologische waarden in Nieuwegein langzaam maar zeker worden vernietigd. Voor een goed werkend archeologisch beleid is met name uitbreiding nodig van personeelscapaciteit en nog belangrijker het instellen van een eigen budget. Op dit moment is er geen budget voor het doen van het onderzoek, het opslaan en verwerken van gegevens en vondsten of het inhuren van de benodigde expertise.
25
fig. 9. Regelmatig geeft het rijke bodemarchief van Nieuwegein zijn schatten prijs. Zo stiet men bij de aanleg van een parkeerstrook aan de Gildenborglaan (nov. 2003) op een 19 m. lange muur. Het bleek een restant van een erfmuur. Ofschoon ná 1832 opgemetseld, was de muur geconstrueerd uit hergebruikte veertiende en vijftiende-eeuwse veldovenstenen.
Door het opstellen van een archeologische verwachtingskaart voor de hele gemeente hoeft veel minder ad-hoc te worden gewerkt bij bouwplannen en is er minder onzekerheid en onduidelijkheid over hoe om te gaan met archeologie. Zowel de gemeente als de burgers weten veel beter waar ze aan toe zijn wat betreft archeologische waarden en kunnen daar in een vroeg stadium van de plannen rekening mee houden. Voor de bekendheid en kennis van archeologie voor inwoners van Nieuwegein én binnen de organisatie van de Gemeente Nieuwegein is een goede informatievoorziening belangrijk. De gemeentelijke website en de Historische Kring Nieuwegein spelen hierin een belangrijke rol. - Rol van de provincie De provincie toetst ruimtelijke plannen (zoals milieu effect rapportages, bestemmingsplannen en vrijstellingen) van gemeenten aan de Archeologische Monumenten Kaart (AMK) en de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW). Omdat bij veel gemeenten de expertise ontbreekt voor archeologie wil de provincie gemeenten ondersteunen bij het opstellen van gemeentelijke archeologische verwachtingskaarten en bij het aanstellen van een regionaal archeoloog (die gemeentelijke taken kan oppakken). Verder wil ze gemeenten stimuleren om behoud van het erfgoed lokaal te verankeren en om een eigen archeologiebeleid te ontwikkelen. De ondersteunende taken brengt de provincie onder in het nieuwe Steunpunt Monumentenzorg en Archeologie (dat is een uitbreiding van het Erfgoedhuis).
26
Producten en resultaten 2006-2010 Realisering uitbreiding ambtelijke capaciteit met betrekking tot archeologie in het kader van Malta-wetgeving. Het opstellen van een archeologische verwachtingskaart voor de hele gemeente. Het verbeteren van de informatievoorziening rondom archeologie in Nieuwegein, via gemeentelijke website. Door samenwerking met andere gemeenten kan gebruik gemaakt worden van elkaars expertise en kennis op het gebied van archeologie. De provincie ondersteunt regionale samenwerking.
Financiële consequenties 2006-2010
Product Uitbreiding ambtelijke capaciteit 0,3 fte Budget archeologisch onderzoek
Jaarlijks
Eenmalig
Dekking uit bestaande budgetten
€ 15.000
sector SO
€ 8.000*
bestemmingsplannen, nieuwbouwprojecten
> € 8.000**
Budget archeologische verwachtingskaart
Totaal
landelijk fonds archeologisch onderzoek € 5.000
Budget regionale samenwerking Budget voor informatievoorziening & voorlichting archeologie
noodzakelijk, budget SRO bestemmingsplannen
p.m.
provincie Utrecht
€ 500 € 23.000
Nieuw budget
budget voorlichting SO/SRO
€ 5.500
* Hierbij wordt uitgegaan van het principe ‘de verstoorder betaalt’. De initiatiefnemer van een bouwproject is zelf verantwoordelijk voor (de kosten van) het archeologisch onderzoek. De inschatting is dat er vier projecten per jaar zullen zijn waar de gemeente Nieuwegein zelf de initiator van is. Een middelgroot onderzoek kost ± 2.000 euro. De onderzoeken zijn onderdeel van de opstelling en actualisatie van bestemmingsplannen én van projecten waar de gemeente Nieuwegein de initiator van is. ** Wanneer in de nieuwe archeologiewetgeving gemeenten verantwoordelijk worden gesteld voor archeologisch onderzoek bij nieuwbouwplannen, zal de gemeente Nieuwegein verantwoordelijk worden gesteld voor alle onderzoeken binnen haar grenzen. Een middelgroot onderzoek kost ± 2.000 euro. Naar verwachting zal er in deze situatie een landelijk fonds voor archeologisch onderzoek worden ingesteld waaruit deze onderzoeken gefinancierd kunnen worden.
Dekking financiële consequenties van te realiseren producten Van de genoemde producten zijn de volgende producten gecontinueerd vanuit het verleden met dekking uit bestaande budgetten: archeologisch onderzoek bij projecten waarvan de gemeente Nieuwegein zelf de initiatiefnemer is en de voorlichting over archeologie. De archeologische verwachtingskaart voor de hele gemeente Nieuwegein is een nieuw product met dekking uit bestaande budgetten. Nieuwe producten met een nieuw budget zijn de 0,3 fte uitbreiding ambtelijke capaciteit ten bedrage van € 15.000 en de archeologische onderzoeken van € 8.000 jaarlijks in het geval de gemeente Nieuwegein verantwoordelijk wordt gesteld voor alle onderzoeken binnen haar grenzen. Voor de stimulering van regionale samenwerking met andere gemeenten op archeologisch gebied heeft de provincie geld beschikbaar gesteld.
27
Literatuur 1994 Cultuurnota 1995-1998. Provincie Utrecht. Deel II Cultureel Erfgoed (Utrecht 1994). 1995 Archief 1995. Wet van 28 april 1995 Staatsblad 276 houdende vervanging van de Archiefwet 1962 (Staatsblad 313) en in verband daarmee wijziging van enige andere wetten. Archiefbesluit 1995. Besluit van 15 december 1995, houdende regelen ter uitvoering van een aantal bepalingen van de Archiefwet 1995. 1996 Beleidsnota Cultuurbehoud (Gemeente Nieuwegein, december 1996). 1998 Op weg naar een sluitend net van professioneel archiefbeheer op lokaal en regionaal niveau (nota Landelijk overleg provinciale Archiefinspecteurs (LOPAI; s.l. 1998). 1999 Cultuurnota Provincie Utrecht 1999-2002. Deel III Cultureel erfgoed ([Utrecht], juli 1999) 2000 Cultuur als confrontatie. Publieksgericht perspectief voor archieven (F. van der Ploeg, Publicatie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen; [Zoetermeer] februari, 2000). Regionale Historische Centra Publieksgericht perspectief voor archieven (Beleidsbrief F. van der Ploeg; Publicatie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen; [Zoetermeer], februari 2000). Archieven in de Etalage (Rapport commissie [F.G.] van Diepen[-Oost]; Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen, maart, 2000). Actieprogramma Cultuurbereik 2001-2004 Provincie Utrecht Plan van aanpak ([Utrecht], 2000). 2001 N. Erkelens, E. Kretzschmar, M. Loef, Open die archieven, in: Archievenblad (februari 2001). Achtergrondinformatie conferenties [o.a. in Utrecht] over het archiefbestel 2001 (Ministerie van Onderwijs, Cultuur &Wetenschappen i.s.m. het Interprovinciaal Overleg en Vereniging Nederlandse Gemeenten (april-mei 2001). Raad voor Cultuur, Naar een nieuw archiefbestel ([Den Haag], 21 september 2001). Actieprogramma Cultuurbereik 2001-2004 Provincie ([Utrecht], maart 2001). Regeling duurzaamheid archiefbescheiden [behorend bij artikel 11 Archiefbesluit 1995] (’s-Gravenhage, 2001). Regeling geordende en toegankelijke staat archiefbescheiden [behorend bij artikel 12 Archiefbesluit 1995] (’s-Gravenhage, 2001). Regeling bouw en inrichting archiefruimten en archiefbewaarplaatsen [behorend bij artikel 13 Archiefbesluit 1995] (’s-Gravenhage, 2001).
28
2002 Slotbrochure Van kennis naar praktijk bij de introductie van drie ministeriële regelingen voor archiefvorming en archiefbeheer (’s-Gravenhage, 2002). A.M. Fafianie, R.E.T.M. Rijntjes, M.P. van der Wiel, Nieuwegein, geschiedenis en architectuur. Monumenteninventarisatie Provincie Utrecht. Uitgeverij Kerckebosch BV (Zeist, 2002). [F. van der Ploeg,] Interactief archief (Beleidsbrief Publicatie van het Ministerie van Onderwijs, Cutuur & Wetenschappen Zoetermeer, maart 2002). Convenant Archieven 2002. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OC&W), Interprovinciaal overleg (IPO), Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en Unie van Waterschappen (UVW) (Zoetermeer, 3 juli 2002). Een sluitend net van regionale historische centra in de provincie Utrecht (nota Provinciale Archiefinspectie 2002-2007 (Utrecht, 19 november 2002)). Actieprogramma Cultuurbereik 2001-2004. Provincie Utrecht Actualisering 2003 ([Utrecht], december 2002). 2003 Naar een publieksgericht archiefbestel. Kenmerken, doelbereik, consequenties ((Rapport i.o.Vereniging voor de Documentaire Informatievoorziening en het Archiefwezen (DIVA); Zoetermeer, 2003). Cultuur in uitvoering. De Opmaat, startnotitie voor het Cultuurprogramma 2005-2008 in de Provincie Utrecht ([Utrecht], 25 november 2003). 2004 ‘Cultuur in uitvoering’. Voorontwerp Cultuurprogramma 2005-2008 Provincie Utrecht ([Utrecht], september 2004) Endrapport Provincie Utrecht Haalbaarheidsonderzoek Regionaal Historisch Centrum Zuidwest Utrecht (K+V organisatie adviesbureau bv; Arnhem, 30 november 2004). 2005 ‘Dat moet je breed zien!’ Cultuurprogramma 2005-2008 Provincie Utrecht. (Dienst Maatschappij, Economie en Cultuur (MEC) sector Cultuur januari 2005). Jaarverslag 2004 Erfgoedhuis Utrecht (Utrecht 2005).
29