Tweede Kamer.
Bijlage A. (Staatabegrooting voor het dienstjaar 1936. ambtenaar, in zijdelingschen dienst of in eene onbezoldigde betrekking hebben doorgebracht Memorie. Artikel 318. CJitkeering aan 's Rijks middelen als premie wegens brandverzekering f 450,— Artikel 314. Vergoeding voor door het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafle en Telefonie bewezen diensten 650 000,Artikel 315. Uitgaven ingevolge de Ongevallenwet 1921 endelnvali diteitswet • . . . 4 000,Artikel 316. Exploten en proceskosten. 500,Artikel 817. Vorderingen over afgesloten dienstjaren, waarvoor op het tijdstip der afsluiting van den dienst waartoe zij behoorden, de noodige gelden beschikbaar waren op de posten, ten laste waarvan zij bij tijdige voldoening of verevening gebracht hadden moeten worden 500,Artikel 818. Onvoorziene uitgaven 5 000,-f 2189920,— f 56640060,— zes en vijftig millioen zeshonderd veertig duizend zestig gulden. Artikel 2. Wanneer het bedrag, uitgetrokken bij een der artikelen 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 20, 24, 27,29, 31, 32, 34, 35, 37, 38, 39, 41. 42, 43, 44. 45, 46, 47, 48, 49; 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 58, 60, 61, 63, 64, 65, 66, 67, 68, 69, 70, 71, 72, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 101, 105, 106, 107, 108, 110, 111, 112, 113, 114, 115, 116, 118, 119, 120, 121, 122, 123, 124, 125, 126, 127, 128, 129, 130, 131, 132, 133, 134, 135, 136, 137, 138, 151, 156, 159, 162, 164, 166, 167, 168, 169, 171, 172, 173, 174, 175, 176, 177. 178, 179, 180, 181, 182, 187, 188, 139, 190, 191, 192, 193, 194, 195, 196, 200, 201, 204, 207, 210, 211, 212, 21.3, 217. 219, 220, 221, 224 225, 226, 231, 232, 233, 234, 236, 238, 240, 242, 243, 244 245, 247,-249, 250, 251, 252, 254, 257, 258, 259, 262, 263, 264, 265, 266, 267, 268, 269, 270, 271, 274, 275, 276, 277, 278, 279, 280, 281, 282, 283, 285, 288, 289, 290, 291, 292 en 293 van het bij deze wet vastgestelde hoofdstuk ontoereikend wordt bevonden, kan het, overeenkomstig artikel 24 der wet van den 5den October 1841 (Staatsblad n°. 40), gewijzigd en aangevuld bij de wet van 21 April 1922 {Staatsblad n°. 194), door overschrijving uit artikel 294 van dat hoofdstuk worden aangevuld. Voorts kan van artikel 294 worden overgeschreven op de artikelen 59, 62, 109, 117, 154, 197, 202, 214, 228, 248, 272 en 273, van de artikelen 3, 18, 23, 26, 28, 30, 33, 36, 150, 153, 158, 163, 170, 198, 205, 208, 222, 229, 255 en 260 op de artikelen 276 en 278, van artikel 158 op 161, van artikel 163 op 165, van artikel 198 op 199, van artikel 205 op 206, van artikel 208 op 209, van artikel 222 op 223, van artikel 229 op 230, van artikel 255 op 256, van artikel 260 op 261, alsmede tusschen de artikelen 2, 4, 20, 24, 27, 29, 31, 34, 37, 151, 154, 159, 164, 171, 200, 207, 210, 213, 224, 231, 257 en 262; tusschen de artikelen 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54, 56, 60, 61, 63, 64, 65, 66, 67, 68, 70, 71 en 72 ; tusschen de artikelen 75, 76, 78, 79, 80 en 8 1 ; tusschen de artikelen 85, 86 87, 88, 89, 90 en 91; tusschen de artikelen 92, 93, 94, 96, 97, 99', 100, 101, 102, 105, 106, 107, 108, 111, 112, 114, 116, 118, 119, 120, 121, 122 en 123; tusschen de artikelen 124, 125,126, 129, 130, 132, 133, 134, 135, 136 en 137 ; tusschen de artikelen 178 en 180; tusschen de artikelen 189 en 190 en tusschen de artikelen 268, 269, 270, 271, 272 en 273. Handelingen der Staten-Generaal. Bijladen. 1925—192G.
IX.
1-2.)
18
Artikel 3. Wanneer het bedrag uitgetrokken bij een der artikelen 297, 298, 301, 302, 303, 304, 306, 307, 308, 309, 310, 313, 314, 315, 316 en 317 van het bij deze wet vastgestelde hoofdstuk ontoereikend wordt bevonden kan het, overeenkomstig artikel 24 der wet van den 5den October 1841 (Staatsblad n°. 40), gewijzigd en aangevuld bij de wet van 21 April 1922 (Staatsblad n°. 194), door overschrijving uit artikel 318 van dat hoofdstuk worden aangevuld. Voorts kan van artikel 318 worden overgeschreven op de artikelen 299, 300, 311 en 312, alsmede tusschen de artikelen 296 en 298, tusschen de artikelen 308, 309, 310, 311 en 312 van artikel 296 op de artikelen 300 en 307, envan de artikelen 296 en 298 op artikel 315. Artikel 4. De tot het dienstjaar 1926 behoorende uitgaven, welke het Departement van Waterstaat betreffen en moeten dienen ter voorziening in de behoeften, die in den loop van dat dienstjaar onverwacht opkomen, v/orden: a. voor zoover zij de Iste tot en met Vide afdeeling van genoemd Departement betreffen en hare omschrijving' niet vinden in een der artikelen 1 tot en met 293 van het bij deze wet vastgestelde hoofdstuk, aangewezen op artikel 294; b. voor zoover zij de Rijkspostspaarbank betreffen en hare omschrijving niet vinden in een der artikelen 296 tot en met 317 van het bij deze wet vastgestelde hoofdstuk, aangewezen op artikel 318. Die uitgaven worden voor elke soort afzonderlijk in de rekening gebracht on omschreven. Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven, De Minister van
2.
IX.
Waterstaat,
2. MEMOEIE VAN TOELICHTING.
De uitgaven voor liet Departement van Waterstaat worden voor 1926 geraamd op f 56 640 060,— Daarvan moet in mindering komen: 1°. hot onder art. 40voorbezoldiging en toelagen van het personeel in dienst bij het Nederlandsch gedeelte van het kanaal Luik—Maastricht uitgetrokken bedrag, dat geheel voor rekening van België komt. . f 23 000,— 2°. 1/10 gedeelte van het onder artikel 52 voor de werken loi het maken van een waterweg van Dordrecht naar zee ingevolge de wet van 26 April 1918 (Staatsblad n°. 275) uitgetrokken bedrag ad f 600 000,— dat door de gemeente Dordrecht wordt bijgedragen . . . . 60 000,— 3°. 1/3 gedeelte van den onder art. 62 voor de verbetering van den waterweg van Rotterdam naar zee, ingevolge de wet van 2 Januari 1917 (Staatsblad n°. 5) voor memorie uitgetrokken post, dat door de gemeente Rotterdam wordt bijgedragen Memorie.
14
(Staatftbegrooting voor hel dienstjaar
4°. Eene vaste bijdrage ad f 2500,— plus 2/3 van-het verschil tuMchen genoemd bedrag en de onder art. 77 voor de voorziening verdediging Noordzeekust uitgetrokken som ad f 17 500,— hetwelk door de provincie Noordholland wordt bygedragen f 12 500,— 5°. 1/10 gedeelte van het onder art. 91 voor de verbetetering en uitbreiding van de haven te Delfzijl uitgetrokken bedrag ad f 300 000,—, dat door do provincie Groningen wordt bijgedragen . . . . 30 000,— 6°. 1/3 gedeelte van het onder art. 103 voor den bouw van een schutsluis c. a. te IJmuiden uitgetrokken bedrag van f4 550 000,—, dat gezamenlijk door de provincie Noordholland en de gemeente Amsterdam wordt bijgedragen . . . 1 516 667,— 7°. 1/12 gedeelte der bydrage van de provincie Zeeland in de kosten voor de uitbreiding der los- en laadplaatsen te Terneuzen 10 000,— 8°. het onder art. 110 voor exploitatie en onderhoud van de Rijks-electriciteitswerken van het kanaal van Terneuzen uitgetrokken bedrag, dat geheel voor rekening van België komt 58 000,— 9°. 1/20 gedeelte der bijdrage van de provincie Zeeland in de kosten van verbetering van de haven te Vlissingen, ingevolge de Wet van 25 Juli 1919 (Staatsblad n°. 515) . . . . 20 000,— Blijft als eindcijfer . . . . Voor 1925 is oorspronkelijk toegestaan f101143 094,— Daarvan moet in mindering komen voor de sub 1 t/m 8 genoemde posten 1 200 366,—
Groep.
IX.
2.;
1925.
Omschrijving der rubrieken.
I. II.
III.
16 439,5
a. Verbetering van rivieren .
995
760
b. Spoor- en tramwegen . .
9 867
9 682
10 168,8
12 098,4
nieuwe
werken
Buitengewone uitgaven: . . . .
4 575
4120
b. Aanleg Julianakanaal . .
800
2 500
c. Verbetering en uitbreiding v/d havens te Terneuzen.
400
Memorie
d. aanleg spoorweg Gouda— Boskoop—Alphen. . . .
350
1000
e. aanleg spoorweg Schaesberg—Kerkrade—Spekliolzerheide—Simpelveld . .
900
1250
f. Staatsmijnbedrijf
1730167,f 54 909 893,-
60 826,3
Nieuwe werken en subsidiën:
a. Maaskanalisatie
IV.
1926.
Duizend gulden.
Uitgaoen voor den gewonen dienst . . .
c. Diverse
Rijkspostspaarbank
. . . . . . .
4 870
8987,6 • 2 073
1° 710
Ifi 01° fi
'
2190 9 073
° 100
99 942,7
64 909,9
In groep I is voor 1925 begrepen een bedrag van f 44 8-54,:! wegens gewone uitgaven Staatsmijnbedrijf, welke voor 1926 niet zijn opgenomen (zie de Memorie van Toelicht i n g b l z . 28). Groep II is samengesteld als volgt: Voor 1925 Voor 1926 toegestaan. geraamd.
99 942 728,45 032 835,als volgt: 48 949 588,4 521,-
f 48 954 109,— f 3 511,— 2866838,— 929 025,— 5 000,—
Duizend gulden. A.
116 900,—
Verbetering
van rivieren.:
Rijn en Lek IJssel Noord Waterweg van Dordrecht naar zee ... Maas B.
3 921 274,— f 45 032 835,—
*•
2.
Bij gelijke rangschikking van de uitgaven als is aangegeven in de Memorie van Toelichting der begrooting voor 1925, wordt het volgend vergelijkend overzicht verkregen tusschen de voor 1925 toegestane en de voor 1926 geraamde uitgaven:
f Alzoo lager voor 1926 . . f Dit bedrag verdeelt zich over de afdeelingen Lager zijn de afdeelingen: IV. Mijnwezen en Scheepvaart V. Pensioenen, wachtgelden, gratificatiën enz. Hooger daarentegen: I. Kosten van het Departement II. Waterstaat, . . . * . . III. Spoorwegen VI. Onvoorziene behoeften. . VII. Posterijen, Telegrafie en Telefonie (B. Rijkspostspaarbank)
1926.
Spoor- en,
Memorie. 285 150 540 20 995
50 Memorie. 150 540 20 760
tram/wagen..
Rentelooze voorschotten voor den aanleg van tramwegen Voorschot a/d Limburgsche Tramwegmaatschappij voor aanleg en in exploitatie brengen van een net van tramwegen in de provincie Limburg
1650
1740
975
300
(Staattbegrooting voor het dienstjaar 1920. 2. IX. 2.)
Ilentelooze voorschotten en subsidiën ten behoeve .van de instandhouding en exploitatie van spoorwegen in ver band met wettelijke maatregelen enz. Bijdrage aan de provincie Zeeland voor het door haar op de exploitatie van stoombootdiensten op de W ester-Schelde, met inbegrip van de stoomtram Hansweert—Vlake, te lijden verlies Leening , aan de Geldersche Stoomtrammaatschappij voor den aanleg en het in exploitatie brengen van een tramweg van Velp naar Arnhem Vervangen brug over de Koningshaven te Rotterdam door een liefAanleg spoorwegverbindingen met de havens West te Amsterdam Overbrugging over den spoorweg bij den West-Varkenoordschen weg te
Voor 1925 Voor 1926 toegestaan. geraamd.
Voor 1925 IVoor 1926 toegestaan.! geraamd.
Duizend gulden.
Duizend gulden. Baggerwerk in het Krabbersgat te Enkhuizen Verbetering en uitbreiding keibestra-
1450
132
132
280
500
530
750
1125
425
4000
4000 JOOi
C.
Diverse niewwe werken subsidiën.
én
Uitbreiding reinmingwerken nabij de draaibrug en de overbrugging van het Hollandsch Diep Verbetering van den Itotterdamsehen Verbetering zeeweringen op Texel ... Versterking hoofden Pettemer Zeewermg Verbetering Heldersche zeewering ... Verbetering strandhoofden Oude Hoeve Vernieuwing van palen in de hoofden te Vlissingen Zinkwerk met bestorting van de hoofden der Wester- of Koopmanshaven en van het Blazenhoofd te Vlissingen Verbetering van de haven van Har-
30 • 66,7 10 2,7 15
Memorie.
. 15
15 10
10
* 10 50
Vernieuwen buitenebdeuren en binnenvloeddeuren van den Noorderkoker en de ebdeuren van den Zuiderkoker van de zeesluis de NieuweVerhoogen en verzwaren van den Dal- i lingeweerster of Dollardsdijk
5,5
—
30
—
10
ting op de haventerreinen te Breskens
1150
410 Dekking van het verlies op de exploitatie van de Nederlandsche Spoorwegen over de jaren 1924 resp. 1925 met inbegrip van het gegarandeerd dividend (art. 8 der overeenkomsten 1920 SS/HS)
15
Maken aanlegplaatsen voor het veer Vlissingen—Breskens in de haven van Breskens Aankoop van een woning te Breskens Verbetering en uitbreiding van de haven te Delfzijl Voortzetting vernieuwing booidvoorzieningen Merwedekanaal in Utrecht Aanbrengen meerpalen langs Meiwedekanaal in Utrecht Verbetering verharding op de kanaaldijken in Utrecht Vernieuwing los- en laadplaatsen Merwedekanaal in Utrecht Opruimen van den Overtoom in Stadswetering onder Nieuwersluis Aanleg boordvoorzieningen en verhooging kanaaldij ken Merwedekanaal in Noordholland Vernieuwen zes stuks hanepooten in de voorhaven van de Groote Sluis te Vianen Vernieuwing van een paar eikenhouten stormdeuren in de Keersluis te Gorinchem Vernieuwen twee paar eikenhouten , deuren in het boven- en middensluishoofd der Groote sluis te Vianen Voortzetting verbetering boordvoorziening Merwedekanaal in Zuidholland Vernieuwen remstoelen in het Merwedekanaal in Zuidholland te Gorinchem Vernieuwen deuren van de sluizen nos. 7 en 12 Vernieuwen sluiswachterswoning bij sluis n°. 8 Voortzetting verbetering boordvoorziening 1ste pand "Wilhelminakanaal Aanschaffen en plaatsen meerpalen bij de beweegbare bruggen en zwaaiplaatsen Voorziening van de uitgespoelde boorden van het Apeldoornsch kanaal Bouwen brugwachterswoning bij de Hallsche brug ld. bij de Veldwegbrug Aankoop woning brugwachter Wormensche brug
350 28 315
300
20
20
7
6
4,5 5,5 6,5
36
35
8,4
10
16
10
10
9,9 7,3
6 10 6,5 6,5 6,5
10
16
(Staatobegrooting rooi liet dienstjaar 1926,
Verruiming van het eerste pand van het Apeldoorntohe kanaal Voortzetting verruiming van het derde pand Aanleg van scheepvaartkanalen naar Twente Verbetering boordvoorzieningen kanaal door Voorne Vernieuwing gedeelte remmingwerken hij de bruggen over het kanaal door Voorne Vernieuwen binnensluisdeuren van de Mallegatsluis te Gouda Verzwaring van bruggen langs het Noordhollandsch kanaal Verbetering weg oostelijken dijk NoordhoHandach kanaal Voorziening kanaalboorden Noordhollandsch kanaal
IX.
2.)
Voor 1925 Voor 1926 toegestaan, geraamd.
Voor 1925 Voor 1926 toegestaan, geraamd.
Duizend gulden.
Duizend gulden.
20
20
70
75,7
15
300 10
5
7,5
7 18
18
Vernieuwing deuren oude sluis IJrmtiden Heistelling en verbetering bewegingsinrichtingen groote schutsluis IJmuiden Verlaging toegangswegen stoompontveer Velsen Vernieuwing rolbrug over de oude sluizen te IJmuiden Maken meer- en aanleginriohtingen te IJmuiden Bouw schutsluis c a . te IJmuiden en verbetering Noordzeekanaal Verbetering weg langs de westzijde van het kanaal van Terneuzen Versterking rolbrug over de middenschutsluis te Terneuzen en brug over den benedenmond der linkerwaterleiding te Sas van Gent Voortzetting verniernving stationsloskaden te Terneuzen Verbeteren bietenopslagplaatsen langs het kanaal van Terneuzen (1ste gedeelte) Vernieuwing ijzeren sluisdeuren kanaal door Zuid-Beveland Vernieuwing houten sluisdeuren kanaal door Zuid-Beveland Versterking bruggen over het kanaal door Zuid-Beveland, met vernieuwing van het houten dek (3de gedeelte) Verbetering van meerstoelen in de buitenhaven te Hansweert Maken electrische bewegingsinrichtingen voor de rioolschuiven van de groote sluis te Wemeldinge Derde sluizen Hansweert en Wemeldinge
2.
25
85
18,7
6 10 92,5 1 936,7
3 033,3
20
20
18 70
12 12,5 11,5
28 11
35 360
425
Voortzetting vernieuwing van reniming- en beveiligingswerken bij bruggen en sluizen kanaal door
Walcheren Gedeeltelijke vernieuwing van de reservedeuren en maken nieuwe ijzeren deuren voor de groote sluizen kanaal door Walcheren Voortzetting vernieuwing steiger westzijde kanaal te Veere Vernieuwing van palen in het Westerhoofd van de Marinebuitenhaver.' te Vlissingen Vervangen gedeelte steenglooiing langs het kanaal door Walcheren • door eene glooiing van betonplaten Maken binnenebdeuren voor de kleine sluizen en verwisselen enz. houten deuren van de kleine sluis te Veere Verbetering van de haven te Vlissingen Vernieuwen buitendeuren Groote- ot' Staphorster schutsluis te Zwartsluis Vernieuwing steenslagdeklaag op weg langs Veenhuizerkanaal Voortzetting vernieuwing oevervoorziening langs het Veenhuizerkanaal Voortzetting vernieuwing oevervoorziening Drentsche Hoofdvaart Vervanging bestaande gemalen bij de sluizen van het Noord-Willemskanaal door sterkere bij de sluizen der Drentsche Hoofdvaart Vernieuwen van sluisdeuren Drentsche Hoofdvaart Verbetering van den Rijksweg Prinsenhage—Tholensche veer :— Verbetering .Rijkswegen in Noordbrabant binnen de kommen der ge*meenten Verbetering bestrating op den Rijksweg Sleeuwijksche veer—Breda Verbetering bestrating van den in beheer en onderhoud overgenomen weg Vught—Best Voortzetting aanbrengen nieuwe deklaag van basaltslag op gedeelte Rijksweg Arnhem—Pruisische grens Voortzetting aanbrengen nieuwe deklaag van grind op gedeelte Rijksweg Nij megen—Grave Voortzetting verbetering verharding op den weg Gietelsche Brouwerij— Woeste Hoeve Alsvoren op den Rijksweg Zutpben— Pruisische grens Alsvoren op den weg Warnsveld— Overij sselsche grens
28
20 9,5
12,5
650 5,6
2,5 60
202
30
20 22
31
12,6
10,3
6,3
Bijlage A.
Tweede Kamer. (Staatftbegrooting voor het dienstjaar 192G.
Alsvoren op den weg Nijmegen— Limburgsche grens Alsvoren op den weg Hattem—'Katerveer Verbetering Rijksweg Doesburg— Pruisische grens te Doesburg Aanbrengen klinkerbestrating op een gedeelte van den Rijksweg Nijmegen—Limburgsche grens Voortzetting verbetering verharding op den Doesburgschen dijk Verwijding van de viaduct te De Steeg Buitengewone straatvernieuwingen wegen Zuidholland Boord- en bermvoorzieningen wegen in het Westland en langs den
weg
Vernieuwing brug over den Rijn aan de Haagsche-Schouw Versterken brug over de Waal te Rijsoord
IX.
17
2.)
Voor 1925 Voor 1926 toegestaan. geraamd.
Voor 1925 Voor 1926 toegestaan. geraamd.
Duizend gulden.
Duizend gulden. Verbetering Rijksweg Haarlem—Vel-
11,7
12,5
6,3
9,1 5
50 6,7 87
120
Verbetering
86 72
Rijksweg
Verbetering Rijksweg maar Verbetering Rijksweg Bennebroek Buitengewone
Haagsche-Schouw—Utrecht-
sche grens Voortzetting verbreeding Rijksweg 's Gravenhage—Leiden met inbegrip aanleg verbindingsweg naar den verlengden Benoordenhoutschen weg Verbetering Rijkswegen op het vaste land van Zuidholland Verbetering Rijkswegen in de Hoeksche Waard en op Rozenburg Aanleg beplanting weg den Deyl— Haagsche Schouw
2.
60
40
27
40
12
20
Alkmaar— Velsen—AlkHaarlem— 20
straatvernieuwingen 20
42,5
Verbetering weg Breskens—Belgische grens (13de gedeelte)
18
22,5
Verbetering Rijksweg op Walcheren en Zuid-Beveland
40
48
Aanleg rijwielpaden op Rijksweg op Zuid-Beveland
5
Aanleg nieuwen hoofdverkeersweg Zeeland—Noordbrabant van Goes 40 22,5
25
90
75
12 2,7 171 9,5
75 — — —
5
Buitengewone straatvernieuwingen wegen Utrecht
25,2
30
Verbetering gedeelten Utrecht—De Grebbe
30
60
17
^__
Rijksweg
Vernieuwing Pothbrug in Rijksweg Amersfoort—Renswoude Versterking en verbreeding van kleine bruggen en duikers in Rijkswegen in Utrecht
2,8
5
5
15 56
Versterking of vernieuwing van te zwakke bruggen in Rijkswegen in
Aanbrengen deklaag op weg van de Oude Koedood naar de Maas tegenover Goidschalxoord (2de gedeelte)
11,4
12
Verbetering slechte wegvakken en rijwielpaden in Friesland
Verbeteringen bruggen in den weg van Dordrecht naar Willemsdorp ...
60
—
17,5
Verbeteren gedeelte van den weg van Goidschalxoord naar 's Gravendeel
Buitengewone straatvernieuwingen wegen Overijssel
64,1
—
16
Verbetering steenslagverharding op Rijksweg Geldersche grens—Goor
9,2
Aanleg rijwielpaden langs de w-egen op de eilanden van Zuidholland ... Plaatselijke verbeteringen weg Haagsche-Schouw—Noordhollan,dsche grens Verbetering van den weg van Rotterdam over Nieuwerkerk naar Gouda
2,5
5
2,5
10
40
Versterking van te zwakke bruggen in Rijkswegen in'Overijssel
15
Vernieuwing van bruggen in den Rijksweg van Groningen naar Delf-
Aanleg weg voor gewoon verkeer van 's Gravenhage, via Delft naar Rotterdam
230
450
Verbetering Rijksweg Haarlem
Amsterdam— 485
500
Verbetering Rijksweg Laren—Baarn Abcoude •
Amsterdam-
M
Bouw brug voor gewoon verkeer over den Gelderschen IJssel nabij het 15
40
74,8
250
.16,2
26
335
550
Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1925—1926.
Aanbrengen van een nieuwe deklaag op eenige vakken van den Rijksweg Groningen—Delf zij 1 Verbreeden bestrating Rijksweg Groningen—Drentsche grens Buitengewone straatvernieuwingen
25 15 10
31
18
(Staatsbegrooting«voor het dienstjaar 192G.
Vernieuwing steenslagdeklaag op gedeelte Rijksweg Meppel—Assen ... Bijdrage aan de provincie Friesland in de kosten van verbetering van de Linde Bijdrage aan de Commissie van gemeene belangen van de Hoogheemraadschappen de Alblasserwaard met Arkel beneden de Zouwe en de Vijfheerenlanden in de kosten van de Lingewerken Bijdrage aan den A . N . W . B . , Toeristenbond voor Nederland in de kosten van wegwijzers en waarschuwingsborden Bijdrage aan het waterschap de Oostermoersche Vaart in de kosten van verbetering van de Oostermoersche Vaart Bijdrage aan de provincie Noordholland in de kosten van herstelling en verbetering van den Noorder I J - en Zeedijk Bijdrage aan de provincie Zuidholland in de kosten van den bouw eener nieuwe groote schutsluis buiten Gouda, ter vervanging van de Mallegatsluis, met bijkomende werken Bijdrage aan de provincie Limburg in de kosten van verbetering van den Rijksweg der 2de klasse Heerlen—Sittard
IX.
2.)
Voor 1925 Voor 1926 toegestaan, geraamd.
Voor 1924 Voor 1925 toegestaan. geraamd.
Duizend gulden.
Duizend gulden.
9,2
130
120
Bijdrage aan de Commissie voor het kanaal Beilen—Nieuweroord in de kosten van aanleg van een kanaal van de Beilervaart over Beilen naai Nieuweroord
100
46,8
Bijdrage aan de gemeenten Grootegast, Grijpskerk en Oldekerk in de kosten van verbetering van den weg van Grijpskerk naar Sebaldeburen Bijdrage aan de gemeente Amsterdam in de kosten van den bouw van een dubbele schutsluis ter vervanging van de Overtoomsche schutsluis ...
50
50
Bijdrage aan de gemeenten Eibergen, Borculo, Ruurlo en Lichtenvoorde in de kosten van aanleg van wegen in die gemeenten
10
10
35
Bijdrage aan de provincie Overijssel in de kosten van aanleg van een weg van Vriezenveen door de Pollen naar Bruinehaar
20,8
349
Bijdrage aan het waterschap van de Berkel in de kosten van den bouw van stuwen in de Berkel
39
10
9,6
10
10
9,6
347
10
Bijdrage aan de gemeente Zwartewaal in de kosten van aanleg van een nieuwen verkeersweg in de kom der gemeente Bijdrage aan de gemeente Harder-wijk in de kosten van baggerwerk buiten de haven dier gemeente
50
100,7
Bijdrage aan de gemeenten Hoogeloon c a . , Bladel c a . en Hooge- en Lage Mierde in de kosten van aanleg van • een weg van Lage Mierde over Hulsen naar Bladel Bijdrage aan het waterschap van den Oude IJssel in de kosten van verbetering van den Aastrang
50
50
Bijdrage aan het heemraadschap van den Roosendaalschen en Steenbergschen Vliet in de kosten van verbetering van den Roosendaalschen en Steenbergschen Vliet
160
88
Bijdrage aan de provincie Groningen ten behoeve van de werken van bet Goorechtkanaal
Bijdrage aan de gemeente Horst in de kosten van verbetering van de Lange Vensche Loop Bijdrage aan de provincie NoordhoL land in de kosten van het vernieuwen van de ophaalbrug n°. 3 over het Amstel-Drechtkanaal te TJithoorn
40
Bijdrage aan de provinciën Utrecht en Gelderland in de stichtingskosten van de werken tot afsluiting en bemaling van de Eem in verband met de verbetering van de afwatering van de Geldersche Vallei
Bijdrage aan het waterschap „Uïeterpvallaat-Friesche palen met zijtak Schoollaan" in de kosten van aanleg van wegen
2.
Bijdrage aan de gemeente Huizen in de kosten van baggerwerk in de Zuiderzee vóór den havenmond van de gemeente •. Bijdrage aan de gemeente Zwijndrecht in de kosten van verbetering van een oprit in den weg llotterdam— Dordrecht onder de gemeente Zwij ndrecht
18
Bijdrage aan de gemeente Maassluis in de kosten van verbetering van de haven dier gemeente
20
Bijdrage aan de provincie Overijssel in de kosten van aanleg van een weg van Geesteren naar Langeveen
16
8,5
Bijdrage aan de provincie Overijssel in de kosten van aanleg van een weg van den Ham naar Marie
6,8
10'
28
IX.
(Staatftbegrooting voor hel dienstjaar 1926.
Bijdrage aan de provincie Overijssel in de kosten van verharding van een weg in de gemeente Markelo van de Schoolbuurt over Hericke naar den Rijksweg nabij Goor Bijdrage aan de gemeente Nij kerk in de kosten van verharding van den Nieuwen Voorthuizerweg onder die gemeente Bijdrage aan de wegencommissie te Aalten in de kosten van aanleg van wegen van Varsseveld naar Dinxperlo en van Aalten naar Gendringen Bijdrage aan de gemeente Dussen in de kosten van werken, noodig in bet belang van de waterverversching in die gemeente
toegestaan geraamd.
Duizend gulden.
Duizend gulden.
9,1
10,3
9,5
2,5
Bijdrage aan de gemeente Helder in de kosten van aanleg van een harden weg van de Middenvliet door de (xroote Keeten naar Callantsoog
3,4
Bijdrage» aan het waterschap „De Oude Graaf" in de kosten van de werken tot verbetering' van de afwatering van dat waterschap
12,5
Bijdrage aan de gemeente Weststellingwerf in de kosten van verbetering van de Schipsloot
33,5
Bijdrage aan het Zuiderzeefonds in de kosten van afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee
2000
12000 10 168,8
Ilde
12 098,4
AFDEEI.IXG.
Waterstaat. 20
Bijdrage aan de provincie Limburg in de kosten van verbetering van den weg van Valkenhuizen naar Kerkrade
50
Bijdrage aan de Ooster StoomtramMaatschappij wegens grondaankoop voor verlegging van het bestaande tramspoor op gedeelten van den Rijksweg Utrecht—De Grebbe achter de boomen
22
Bijdrage aan de provincie Noordbrabant in de kosten voor de verbetering van de afwatering in die provincie
100
Bijdrage aan de Electrische Spoorweg Maatschappij te Haarlem in de kosten van den bouw van een walmuur langs den Rijksweg Amsterdam— Haarlem in verband met de wijziging van tramsporen te Sloterdijk
60
Bijdrage aan de gemeente Vlieland in de kosten van het herstellen van den aanlegsteiger op Vlieland
4,5
Bijdrage aan het waterschap van den ()ude IJssel in de kosten van verbetering van de Aaltensche Slinge
Bijdrage aan de gemeenten Coevorden en Schoon ebeek in de kosten van het herstellen van een straatweg tusschen die gemeenten
Voor 1925 Voor 1926
Bijdrage aan het waterschap LheeMeppen in de kosten van aanleg van een weg van Lhee naar Meppen
3,4
Bijdrage aan de gemeente Leeuwarderadeel in de kosten van bet verbeteren van de traverse van den Rij ksweg Leeuwarden—Overij sselscbe grens in die gemeente
19
Voor 1925 Voor 1926 toegestaan. geraamd.
Bijdrage aan de provincie Overijssel in de kosten van het opmaken van een ontwerp voor de verbetering van de Dinkel
Bijdrage aan de gemeente Waalwijk in de kosten van verbetering van de haven in die gemeente
2.)
A.
35
100
15
6,3
16
Algemeene Zaken.
Art. 9. Internationale Tentoonstelling voor Binnenscheepvaart en 11 aterkrachtexploitatie te Basel. Het ligt in het voornemen om op bovengenoemde tentoonstelling, welke van 1 J u l i tot lö September 19:26 zal worden gehouden en waaraan door Xederland officieel zal worden deelgenomen, ook een inzending van den Rijkswaterstaat op te nemen. Deze zal zich in hoofdzaak bepalen tot het tentoonstellen va1; teekeningen, kaarten, foto's, grafieken e. d., waardoor aan de Xederlandsehe waterwegen en havens meer algemeene bekendheid kan worden gegeven. Het aangevraagde bedrag strekt tot bestrijding der kosten van huur van tafel* en wandoppervlakte, drukwerk, teekenwerk, enz. Art. 12. Uitgaven in verband met de uitvoering van de herziene Motor- en I'/Juichrcl. De aangevraagde geldeu zijn bestemd om de uitgaven te bestrijden, welke zullen zijn to doen ter uitvoering der herziene Motor- en Rijwielwet. Zoo zullen uit dit artikel moeten worden bestreden de kosten, verbonden aan het doen afleggen van een proefrit door aanvragers van een rijbewijs, waaruit blijkt van de vaardigheid in het besturen van een motorrijtuig. Hierbij moge in herinnering worden gebracht, dat volgens eveilgetioemde wet voor het afleggen van den proefrit door den aanvrager een bedrag van f 10 aan de Staatskas verschuldigd is. Verder ziillen uit dezen post moeten worden voldaan de kosten, welke zullen voortvloeien uit de maatregelen welke ten aanzien van het verkeer met zware motorrijtuigen zuilen moeten worden genomen, zooals het indeelen en inschrijven van die motorrijtuigen naar hun gewicht, enz. en het vaststellen o. a. van de ïnaxinmm-snelheid voor de verschillende groepen dier voertuigen.
L'0
(Staatsbegrooting voor liet dienstjaar 1926. li.
Wal ei staat.
Evenals bij de begrooting voor 192ü wordt ook bij deze begrooting wederom een overzicht gevoegd (bijlage A van
2.
IX.
2.)
Het rapport van bovengenoemde Staatscommissie is intniddell verschenen en bij den ondergeteekende in over-
weging.
Art. 42. De verhooging van dit artikel wordt veroorzaakt door de noodzakelijkheid om aan den karteering'sarbeid uitbreiding te geven in sommige deelen des lands, waar een spoedige opname gewenscht is, met name in de zuidelijke provinciën, alsmede in de landen rond de Zuiderzee in verband met de belangen der afwatering bij de afsluiting en droogmaking.
Naar ondergeteekende aanvankelijk van meening is en ook in het rapport der Staatscommissie tot uiting komt, zal, behalve het door de Commissie aanbevolen kanaal van Amsterdam over Utrecht en Wijk bij Duurstede naar Tiel, ook de verdere normalisatie van Neder-Rijn en Lek als aanvullend werk niet achterwege kunnen blijven. Er is zelfs aanleiding om die verdere normalisatie spoedig ter hand te nemen. Niet alleen zal immers het verkeer met een belangrijk centrum als Arnhem daarmede gebaat zijn, maar ook het verkeer van Amsterdam met den Boven-Rijn zal dan voor schepen van 1200 a 1500 ton weldra behoorlijk mogelijk zijn. Het behoeft toch geen betoog, dat eene snelle totstandkoming van een goeden scheepvaartweg vopr — zij het niet de grootste — schepen veel waard is, daar de normalisatie der bedoelde rivieren eerder kan gereed zijn dan een groot scheepvaartkanaal, als door de Staatscommissie is ontworpen en waarmede vele jaren van voorbereiding en aanleg zullen heengaan. De kosten van de bedoelde normalisatie van Neder-Rijn en Lek worden in totaal geraamd op f 6 900 000. Echter zal het geheele tracé van Schoonhoven tot Pannerden niet te gelijk aangevat behoeven te worden, maar zal bijv. bij Vreeswijk kunnen worden begonnen. Ook kan worden overwogen om de normalisatie het eerst te voltooien op het gedeelte Pannerdensch kanaal en Neder-Rijn tot den IJsselkop, omdat zoodoende het verkeer uit Holland met Arnhem spoedig zal zijn gebaat, aangezien men dan bij lagen waterstand en grooteren diepgang den vaarweg over Waal, Pannerdensch kanaal en Rijn kan nemen. Het komt ondergeteekende in elk geval gewenscht voor, de voorbereiding der plannen spoedig ter hand te nemen en zoo mogelijk in 1926 daaraan eenig begin van uitvoering te geven. Met het oog hierop wordt thans een eerste post voor dit doel uitgetrokken.
Art. 48. Voor de rivierkaart wordt f 4000 meer aangevraagd dan voor 1925 werd toegestaan, ten einde het verrichten van waterpassingen voor het bepalen van hoogtecijfers, hetwelk tot dusver geschiedde door de ambtenaren, belast met het veldwerk voor de opmeting, door een deskundig bureau te doen uitvoeren, hetwelk uiteraard beter is geoutilleerd en sneller kan werken, hetgeen een belangrijke verbetering in de wijze van werken beteekent. Qok voor de reproductie van de kaart zal een hooger bedrag worden gevorderd. Bovendien is een deel bestemd voor de karteering van het blad Lanaye, omdat dit mede voor den aanleg van het Juliauakanaal van nut zal zijn.
Art. 51. Merweden. I n den ioop der jaren zijn door de werking van den stroom diepe kuilen in den rivierbodem ontstaan aan de benedenzijde vóór de koppen der kribben in de Beneden-Merwede. Deze toestand vormt op den duur een wezenlijk gevaar voor het behoud dier kribben. Tijdig ingrijpen voorkomt hooge kosten van herstel. Het verdient daarom aanbeveling het wegvallen der koppen zooveel mogelijk te voorkomen door stelselmatig de steile beloopen van de kuilen aan de kribzijde eenigszins met zand aan te vullen en te bezinken. Het is gewenscht, dat in de eerstvolgende jaren ten minste 10 kribben aldus worden voorzien. Voor het uitaretrokken bedrag kunnen twee kribben in orde worden gemaakt.
Art. 44. Op dit dan op de loopende voornemen om de 1885 te herhalen. f 100 000, waarvan
Art. 52. Verhreedinr) Noord. Het aangevraagde bedrag moet dienen voor de verbreeding van de rivier langs het Slobbengors nabij den bovenmond.
de Memorie van Toelichting), behelien.de de bedragen der salarissen van de ingenieurs, de teohnisch-ambtenaren, de oprichters, de bureelanibteuaren en de ambtenaren bij den Algenieenen Dienst van den Rijkswaterstaat, voor zoover deze geacht moeten worden ten laste te komen van de uitvoering en het onderhoud der Rijkswaterstaatswerken. liet overzicht is ingericht op dezelfde wijze als de vorige maal. Tot een meer gespecificeerd overzicht is vooralsnog niet overgegaan, omdat de zeer omvangrijke arbeid, die daarvoor vereischt is, in geen verhouding staat tot de waarde van het resultaat, waarbij te vaak schattenderwijs moet worden te werk gegaan. Art. 19. Bij art. 3 der wet van 0 Mei 1922 (Staatsblad n°. 2T1) werd op de Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1922 een bedrag van f 6000 toegestaan, ten einde daaruit een buitengewone verhooging van bezoldiging toe te kennen aan Benige ingenieurs van den Rijkswaterstaat, die ten gevoige van de verhoogde aanvangsjaarwedde, waarop toentertijd nieuwbenoemde ingenieurs bij genoemd dienstvak werden aangesteld, bij hun jongere collega's in bezoldiging achterstonden. Achteraf is gebleken, dat de toegepaste regeling eenige niet voorziene nieuwe onbillijkheden geschapen heeft. Ten einde ook deze onbillijkheden uit den weg te ruimen zal alsnog een bedrag vau f 3000 noodig zijn.
artikel wordt f 8500 meer aangevraagd, begrooting werd toegestaan, wegens het nauwkeurigheidswaterpassingen 1875— Het geheele werk wordt geraamd op jaarlijks f 10 000 zou zijn te verwerken.
Art. 48. Neder-Rijn en Lek. Reeds geruimen tijd is de verbetering van de Neder-Rijn en Lek bij het Departement van den ondergeteekende iu onderzoek en reeds zijn plannen daaromtrent A-oorloopig vastgesteld. ' Gelet op de mogelijkheid, dat de arbeid van de Staatscommissie onder voorzitterschap van mr. J . LIMBUHG. aan welke werd opgedragen een onderzoek in te stellen naar de beste wijze, waarop, zoo mogelijk met gebruik van het Merwedekanaal, een verbeterde scheepvaartweg van Amsterdam naar den Boven-Rijn zoo spoedig doenlijk kan worden tot stand gebracht, daarbij ook lettende op de belangen van de te doorsnijden landstreken en die van de landsverdediging, nieuwe gezichtspunten zou openen, die voor de verbetering van Neder-Rijn en Lek van beteekenis zouden zijn, werden de aanvankelijk opgemaakte plannen aangehouden.
Waterweg van Dordrecht naar Zee. Het eerste gedeelte der werken tot uitvoering van het zoogenaamde kleine plan ter verbetering van dezen waterweg, dat thans onderhanden is genomen, omvat het gedeelte van dezen waterweg, gelegen tusschen het Spui en de brug van Spijkenisse. Aangezien er rekening mede wordt gehouden dit kleine plan in 4 jaren — dus in 1928 — te voltooien, wordt voor 1926 f 600 000 aangevraagd tot voortzetting der verbeteringswerken daartoe. Het heeft immer in de bedoeling gelegen, om, aansluitende aan het kleine plan, het definitieve plan tot uitvoering te brengen.Hiertoe zal het de voorkeur verdienen, dat de grondaankoop grootendeels zal zijn geschied, voordat het kleine plan is voltooid. De financieele omstandigheden lieten evenwel niet toe, om voor dien aankoop reeds op de begrooting van 1926 een bedrag uit te trekken. Vertrouwd wordt, dat voor 1927 en volgende jaren daarvoor de noodige bedragen zullen kunnen worden beschikbaar gesteld.
Bijlage A.
Tweede Kamer. (Staatsbegroting
voor het dienstjaar
Art. 55. Maaskanalisatie. Betreffende de aangevraagde bedragen valt het volgende op te merken: I. kluizen en stmven c. a. in de Maas. Voortzetting van den bouw van de stuwcomplcxen te Belfeld, te Grave en te Affeiden. Het stuwcomplex te Belfeld is het verst gevorderd; de stuw zal — naar gelang van de rivierwaterstanden — in 1925 of in den loop van 192G zoover zijn voltooid, dat met den eigenlijken «luisbouw alsdan een aanvang kan worden gemaakt, waartoe f 460 000 op deze begrooting is uitgetrokken. Te Grave zullen de werken tot het maken der toeleidingskanalen naar de sluis, der toegangswegen naar de brug, der stuwlandhoofden, van den stuwpijler en van don bovenbouw van de brugstuw worden voortgezet of aangevangen; het ligt in het voornemen, om in 1926 o. m. te beginnen met den onderbouw van de stuw in een der stuwopeningen en met het gedeelte van de brug over den rechter uiterwaard. Voor het complex te Afferden is nog in uitvoering het maken van een afleidingskanaal ter plaatse van den stuw tot gedeeltelijke omlegging van de Maas, welk kanaal met enkele andere werken in 1926 zal worden voltooid, terwijl alsdan de eigenlijke stuwbouw, welke vermoedelijk in het loopende jaar zal zijn aanbesteed, krachtig kan worden begonnen. Voor het voltooien van dé verhooging der bruggen te Venlo en te Roermond wordt iesp. f 80 000 en f 70 000 aangevraagd. II. Aanleg van het kanaal Western—Nederweert. Het is te voorzien, dat het geheele kanaal in 1926 zal voltooid zijn. III. Aanleg van het Maas—Waalkanaal. De aangevraagde bedragen dienen in hoofdzaak voor voortgezette werkzaamheden voor de sluis c. a. bij Nijmegen, voor het maken van wegverhardingen en voor het gemaal te Heumen. Art. 57. Schadevergoeding aannemers bestek 161, dienst 1923. In het verslag van de Algemeene Rekenkamer, betreffende hare werkzaamheden over het jaar 1924, wordt op bladzijde 3 melding gemaakt van eene briefwisseling met den Minister van Waterstaat over het toekennen van een schadevergoeding aan een aannemer. Het geldt hier de aannemers van bestek 161, dienst 1923, betreffende het maken van bandijken langs de voorhaven aan de Maas met bijkomende werken, behoorende tot de werken voor den aanleg van het Maas—Waalkanaal. In het verslag is ter plaatse door den ambtsvoorganger van ondergeteekende vermeld, dat het in het voornemen lag, de aannemers in de door hen geleden schade te gemoet te komen in den vorm van een gratificatie ad f 13 000, welk bedrag op de begrooting voor 1926 zou worden aangevraagd. Ondergeteekende heeft van deze aangelegenheid kennis genomen en heeft zich met het standpunt, door zijn ambtsvoorganger ten deze ingenomen, kunnen vereenigen. De aannemers van genoemd bestek waren voor dit werk op één na de laagste inschrijvers en wel voor f 86 700, terwijl de raming was f 102 000. In de eerste plaats moest ten aanzien van den laagsten inschrijver worden overlegd. Toen het niet wenschelijk bleek, dezen het werk op te dragen, werd de opvolgende inschrijving onderzocht, als gevolg waarvan tot gunning is overgegaan. Door een en ander ging tijd verloren, zoodat de gunning van het werk, dat op 29 Mei werd besteed, den aannemer eerst op 22 Juni d.a.v. bereikte en de datum van aanvang eerst op 2 Juli kon worden bepaald. Dit bracht voor de aannemers belangrijke vertraging mede, immers omdat zij niet de laagste inschrijvers waren, hadden zij na de besteding geen maatregelen genomen ter voorbereiding van de uitvoering, noch voor het aanschaffen van het noodige hulpmaterieel. Zij hebben echter, zoodra hun bekend was, dat het werk hun was opgedragen, een en ander onmiddellijk aangevat en het werk krachtig doorgezet, hetgeen echter niet heeft kunnen verHandelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1925—1926.
192G.
2.
IX.
2.)
21
hinderen, dat zij in October, toen in dat jaar — ongemeen vroeg — de hoog-water periode en het winterseizoen invielen, nog niet zoo ver gevorderd waren, dat zij zonder groote vertraging en schade de gevolgen daarvan op het werk konden ondervinden. Onder meer normale omstandigheden van water en weder zouden zij het werk ongetwijfeld tijdig hebben voltooid. De aannemers hebben onder de zeer bezwarende pmstandigheden steeds tot groote tevredenheid der directie doorgewerkt, doch zij hebben ten slotte een groot verlies geleden en vroegen na afloop van het werk een schadevergoeding van f 43 425. 0 De ambtsvoorganger van ondergeteekende meende in dit bijzondere geval niet geheel afwijzend tegenover de aannemers te mogen staan, doch achtte termen aanwezig om de toe te kennen schadevergoeding te beperken tot f 13 000, bij welke conclusie ondergeteekende zich aansluit. Immers het risico van den aannemer mag niet — ook niet onder buitengewone omstandigheden van weder en water — op den Staat worden afgewenteld. Slechts voor zoover de billijkheid medebrengt te erkennen, dat eene vertraging in de gunning inderdaad tot vermeerdering van risico moest leiden, waarmede bij de inschrijving geen rekening is of kon worden gehouden, ware eene schadevergoeding toe te kennen. Dienovereenkomstig wordt hiervoor een bedrag van f 13 000 uitgetrokken. De tegemoetkoming wordt als afzonderlijke post op deze begrooting gebracht, ten einde de Staten-Generaal in de gelegenheid te stellen, de zaak te beoordeelen en bezwaren van de Algemeene Rekenkamer op te heffen. Art. 58. Julianakanaal. Voor voortzetting en voltooiing van de werken tot aanleg van eene tijdelijke overlaadinrichting voor steenkolen te.Maasbracht wordt f135 000 noodig geacht. Met de werkzaamheden tot het bouwen van een stuw te Borgharen is in 1925 een begin gemaakt; het eerste gedeelte van den eigenlijken stuwbouw kan in 1926 worden aangevangen, terwijl het voornemen bestaat om het geheele stuwcomplex — waarvan de kosten op een bedrag van f 1 200 000 zijn geraamd — in het jaar 1928 te voltooien. Ook met den bouw van de schutsluis te St. Pieter is in 1925 aangevangen; voor den verderen bouw van deze sluis wordt in 1926 een bedrag van f 485 000 noodig geacht. Ten einde met den 'grondaankoop voor de kanaalwerken te kunnen voortgaan, wordt een bedrag van f 606 000 uitgetrokken. Om eene spoedige uitvoering van het kanaal zelf te bevorderen ware dit werk gelijktijdig zoowel van de zijde van Borgharen als van de zijde van Maasbracht onderhanden te nemen. Voor 1926 is daarom een bedrag van f 350 000 aaugevraagd om een begin te maken met den aanleg van een kano alvak van de Maas bij Borgharen tot K.M. 29,1 van de kanaalas, en van f 300 000 voor een kanaalvak van K.M. 0,4 tot K.M. 5,1 van de kanaalas, nabij Maasbracht. Art. 88. Aankoop van een woning op het haventerrein te. Breskens. In verband met de omlegging van den Rijksweg en van de tramlijn op het haventerrein te Breskens zijn twee woningen noodig. Eén dezer woningen is reeds aangekocht; voor den aankoop van de tweede woning hebben de onderhandelingen tot een gunstig resultaat geleid. Met den eigenaar is'thans — behoudens goedkeuring door de wetgevende macht — overeengekomen omtrent den aankoop van bedoeld perceel in 1926 voor den prijs van f 28 000. Aanlegplaats te Breskens voor den veerdienst Breshens—Vlissingen. De provincie Zeeland beeft besloten voor dezen veerdienst een nieuwe boot aan te schaffen, welke beter aan de behoefte van het verkeer, in het bijzonder van hot zware verkeer, voldoet. In verband daarmede zullen 'Ie aanlegplaatsen te Vlissingen en te BYeskons, welke Rijksobjeclen zijn, verbeterd moeten worden. In het bijzonder de aanlegplaats te Breskens aan de Rijksponton in de 1ste havenkom is voor het moderne verkeer onvoldoende ingerieht, aangezien de bmg tot verbinding met den oever te smal, wegens de geringe lengte bij laag water te steil en
V
i
22
(Staatsbegrooting voot hel il ienstjaar 1928. 2. I X .
2.)
intusschen kan niet langer worden gewacht niet het verwaf (!c constructie betreft, niel voldoende sterk is. Voor het ' maken van ecu nieuwe, langere en lireedere toegangsbrug, nieuwen van die los- en laadplaatsen, op het behoud waarwelke aan de behoefte van liet moderne verkeer zou voldoen, van de polderbesturen bepaaldelijk prijs stellen. Daartoe
is in de lite havenkom geen plaats, terwijl ook de plaats Aan de ponton in deze smalle havenkom voor de nieuwe,
zooveel broedere, veerboot ongeschikt is. Afdoende verbetering M slechts te verkrijgen door het maken van een nieuwe aanlegplaati in de 2de havenkom, waai voldoende ruimte aanwezig is en welke met een 700 M. langen weg' met den Rijksweg van Breskens naar de Belg»<she grens zal worden verbonden. Aangezien de provincie er prijs op stelt, dat deze nieuwe aanlegplaati te Breekena gereed is, zoodra de nieuwe veerBboi in dienst wordt gesteld, worden de kosten ad f 350 000 voor 1926 aangevraagd. Wat de aanleg-plaats te Vlissingen betreft, zal, bij de verbetering hiervan, ten einde ze voor de nieuwe veerboot geseliikt te maken, rekening moeten worden gehouden met de verbetering' van de buitenhaven aldaar. Is de kaaimuur in de vergroote buitenhaven gereed, dan zullen de bestaande pontons aldaar nagenoeg geheel ter beschikking komen als aanlegplaats voor de booten van den Provincialen Stoombootdienst. Aangezien die pontons oud lijn en binnenkort veruieuwing eischen, zal bij die vernieuwing, welke ongeveer te zelf der tijd als de «eiken tot verbetering der buitenhaven tot uitvoering kan komen, op de wegens de aanschaffing van de nieuwe veerboot te stellen eischen, worden gelet. Art. 89. Haven van Harlingen. Nadat een voorloopig onderzoek is ingesteld naar de wijze, waarop de haven van Harlingen zou behooren te worden verbeterd, is aan het gemeentebestuur van Harlingen medegedeeld, dat onder bepaalde voorwaarden de Begeering in beginsel bereid zou zijn. om over te graan tot den bouw van een nieuwe kaaimuur in de Xieuwe Willenuhaven aldaar, ter lengte van ongeveer 360 IJ. en met vleugels aan elk einde van omstreeks 50 M. Bedoelde voorwaarden hielden in hoofdzaak in, dat voor de door het Rijk te maken werken een bijdrage vau de provincie Friesland en de gemeente Harlingen zou noodig ziji), dat verschillende bijkomende werken voor rekening van genoemde gemeente moesten blijven en dat die gemeente een gedeelte van het terrein in erfpacht zou behooren te nemen. In hoeverre met een en ander door de gemeente Harlingen wordt ingestemd, is nog niet bekend. Ten einde het evenwel mogelijk te maken, om eventueel spoedig een begin van uitvoering aan deze verbeteringsplannen te geven, wanneer de medewerking van belanghebbenden verzekerd is, is een post van f 50 000 uitgetrokken.
itrekl hei thans aangevraagde bedrag van f 5500. Baggerteerk. Uit de in het najaar van 1924 verrichte peilingen is gebleken, dat het kanaal niet overal voldoende diepte heeft. Er ontbreekt — tot 0,50 M. toe — aan de oorsproiikelijke diepte. Evenals in de jaren 1909 tot 1913 is geschied, zal een uitgebreid baggerwerk noodig zijn, dat intusschen over een aantal jaren kan worden verdeeld. Als eerste gedeelte wordt f 7000 aangevraagd, opdat met het werk een. begin kan worden gemaakt. De kosten van het op diepte brengen van het geheele kanaal kunnen nog niet worden opgegeven, omdat deze in hooge mate worden beheerscht door de moeilijkheid om reeds thans zekerheid te verkrijgen, dat de grond in de nabijheid op particulier terrein kan worden geborgen. Art. 97. Apeldoornsch kanaal. Het Apeldoornsche kanaal is over zijn geheele lengte thans ingericht voor enkele vaart met wisselplaatsen. Het profiel van het 1ste pand (Dieren^Apeldoorn) is echter geschikt voor de vaart met belangrijk grootere schepen dan op de 2de tot 5de panden kunnen worden toegelaten. Volgens het reeds lang opgemaakte ontwerp, ten behoeve waarvan ook belangrijke onteigening' heeft plaats gehad, worden thans de panden '2—5 op zoodanig profiel gebracht, dat daarin niet alleen de grootere schepen kunnen varen, welke ook op het 1ste pand worden toegelaten, maar dat deze schepen elkander ook overal kunnen passeeren. I n dat ontwerp is vanwege de hooge kosten niet opgenomen de voldoening aan laatstgenoemden eisch ten opzichte van het late panll, niettegenstaande dit het belangrijkste is. De bedoeling is thans om die gedeelten van het 1ste pand, waar de bedoelde verruiming zonder onteigening mogelijk is, geleidelijk op zoo ruim profiel te brengen, dat de schepen elkander dan kunnen voorbijvaren. De aangevraagde gelden dienen tot het wegbaggeren van bermen tusschen kanaaldijk en kanaal in het vak Loenensche Brug - —Bruggelerbrug. Op de vorige begrooting werden voor ditzelfde doel op een ander kanaalvak in dit pand reeds gelden uitgetrokken. Voorts is een post opgenomen tot voortzetting van de verruiming van het 3de pand. Dit pand kan dan in 1927 worden voltooid. Verdeeling over meer jaren is met het oog op den hinder, welken de scheepvaart van de uitvoering der werken en de stremming van de vaart ondervindt, ongewenscht.
Art. 98. 7'uenthekanalen. Hoewel nog niet het volle bij de wet vereischte bedrag, dat belanghebbenden zullen moeten opbrengen, bijeen is, laat het zich aanzien, dat Art. 91. Haren Delfzijl. Van de oostwaartsche uitbrei-' dit binnen niet te langen tijd het geval zal zijn. Reeds afgeding dor haven te Delfzijl is thans in uitvoering het maken zijn eenige desbetreffende contracten definitief van een dam tot omsluiting van eene balkenbootenhaven en sloten en werd in den loop van zaken vrijheid gevonden de eene balkenhaven. Voor het maken dier havens met bijbe- onteigening van de voor den aanleg der kanalen noodige hoorende werken binnen dien dam is nog een bedrag van gronden voortgang te doen hebben. De eerste tervisieleggïng der plannen heeft plaats gehad, zoodat weldra de indiening f 300 000 noodig, dat thans wordt aangevraagd. van de betrekkelijke onteigeningswet zal kunnen worden verwacht. Art. 92. Merwedekanaal in Utrecht. Vernieuwing los- en Behoudens nieuwe teleurstelling bij hot afsluiten van de laadplaatsen. Bij den aanleg- van het Herwedekanaal zijn, contracten met belanghebbenden, mag worden verwacht dat ingevolge met de betrokken waterschapsbesturen gefloten in 1926 alle contracten zullen zijn afgesloten en alsdan nog overeenkomsten, een aantal beèchoeide los- en laadplaatsen in genoemd jaar met den aankoop van grond zal kunnen gemaakt. Verschillende van deze verkeeren in een zeer ver- worden begonnen en een begin van uitvoering met de werken vallen toestand. kan worden gemaakt. Wat dit laatste betreft, is gerekend op Alvorens tot het vernieuwen over te gaan — waartoe het f 100 000 voor aanleg van de uitmonding van het kanaal in Rijk contractueel verplicht is — is met enkele polderbesturen den LTsel. Voor grondaankoop is f 130 000 uitgetrokken. overleg gepleegd omtrent de mogelijkheid sommige los- en Art. 103. Bouw schutsluis e. a. te 11 muiden en verbctelaadplaatsen, waarvan weinig gebruik wordt gemaakt, op te ruimen en bij vernieuwing - van andere de lengte te vermin- ring Voordzeekanaal. De ontgraving voor het vormen van deren. Deze onderhandelingen, welke nog moeten worden het buitenkanaal en het buitentoeleidingskanaal met daartoe voortgezet, hebben aanvankelijk tot een gunstig resultaat behoorende talndverdediging zal worden voortgezet, waartoe geleid. een bedrag van f 150 000 is uitgetrokken.
(Staatsbegrooting roor liet dienstjaar 1026. 2. De bouw van de sehutkolkmuren is in 1925 voltooid, die van het binuensluishoofd, in 1024 aanbesteed, is in 192Ó begonnen; de voortzetting van dien bouw vordert voor 1920 f 1 2 6 0 000. In aansluiting aan de werkzaamheden voor dit ilujshoofd moet in 1926 grond worden opgeruimd tot \<>;ming van het binneiitoeleidingskanaal, waarvoor t' 100 U00
is gesteld. De houw van het buiiensluisboofd zal vermoedelijk in den loop van dit jaar kunnen worden aanbesteed. Dit werk wordt geraamd op t' 4 000 000, en zou over drie jaren zijn te verdeelen ; voor 1926 wordt f 1 100 000 aangevraagd. Voor voortzetting der werkzaamheden aan deuren en cais«jns is in 1920 f 340 000 noodig, voor den aanmaak van rioolsehuiven in eersten termijn f 250 000. In aanmerking nemende, dat de voltooiing" van de sluis iu 1928 kan worden verwacht, is het gewenscht, om reeds te beginnen met de omlegging van het worteleinde van het Noord erhavenhoofd, waarvoor thans f 200 000 is uitga* trokken. In de Memorie van Toelichting op de ontwerp-begrooting vooi' 1925 werd onder dit artikel reeds medegedeeld, dat — in verband met den in de Onteigeningswet betreffende de verbreeding van het Noordzeekanaal gestelden termijn — het noodzakelijk is, om in 1925 en volgende jaren de noodige gelden beschikbaar te hebben tot betaling van de gronden, enz., die in handen van het Itijk moeten overgaan. In 1925 is hiervoor gerekend op f475 000. C-eraamd is, dat nog f 1 525 000 zal noodig zijn. Voor 1926 wordt hiervan uitgetrokken f 800 000, met welk bedrag wellicht in dat jaar zal kunnen worden volstaan; de rest, zijnde ongeveer f 725 000, zou dan in 1927 betaalbaar zijn te stellen. In hoeverre zulks mogelijk zal blijken, is evenwel niet met zekerheid te voren te bepalen, aangezien bedoelde wetstermijn reeds op 14 J u n i 1925 is verstreken, en de onderhandelingen tot grondaankoop, dan wel de gerechtelijke vonnissen in zake deze onteigening, betaling van de koopsommen noodzakelijk kunnen maken. Art. 108. Verbetering van de bietenopslagplaatsen langs het kanaal van Ferneuzen. Voor den aanvang van de zoogenaanide bietencampagne 1924 werd het opslaggeld voor de suikerbieten verhoogd, waarbij het de bedoeling was gedurende eenige jaren elk jaar een bedrag uit te trekken voor verbetering en verharding' der opslagplaatsen. Thans, nu de meeste dezer opslagplaatsen onverbard zijn, gaan veel beetwortelen verloren in den modder. Ook de aanvoer met karren, die vaak wegzakken, wordt door den onverharden toestand zeer bemoeilijkt, terwijl er veel slik van de opslagplaatsen op de wegverharding wordt gebracht. Voor de verbetering der bietenopslagplaatsen kunnen zonder bezwaar oude of goedkoope keien worden gebruikt. Voor dit doel wordt thans f 12 000 uitgetrokken. Ast. 109. Uitbreiding havens te 'Ferneuzen. Voor de verbetering en uitbreiding van de haven van Terneuzen en daarmede in verband staande werken werd suppletoir op den dienst 1924 een bedrag van f400 000 aangevraagd; dit bedrag was o. a. bestemd voor den bouw van een kaaimuur iangs het kanaal nabij Sluiskil ten dienste van de N.V. Nolson's Havenbedrijf, terwijl voor 1925 een gelijk bedrag werd uitgetrokken, in hoofdzaak bestemd voor aankoop van terreinen nabij den te bouwen kaaimuur. Het voor 1924 bestemde bedrag is intusschen niet besteed, zoodat het gewensebt zou zijn dit thans op 1926 aan te vragen, ware bet niet, dat intusschen door het overlijden van den directeur der genoemde X. V. een onzekere toestand is ontstaan, waardoor het gewenscht is ten deze een afwachtende houdifg aan te nemen. I n verband hiermede wordt deze post thans voor memorie uitgetrokken. Art. 112. Kanaal door Ziiid-Iieveland. Eleetrische bewe(jingsinriehtingen voor de rioolsehuiven van de groote sluis
ie Wemeldinge. liet maken
IX.
2.)
23
()|> de Staatsbegrooting van 1921 werd voor
van eleetrische In i\'egingsinriehtingen voor de
rioolsehuiven van de groote sluis te Wemeldinge gen bedrog uitgetrokken van f 120 000, zijnde de helft van Let geraamde bedrag. I)aai- toenmaals, en de eerstvolgende jaren daarna, al de te Wemeldinge beschikbare eleetrische stroom voor de bron* bemaling van de ÏU aanbouw zijnde derde sluis moest worden
gebruikt en tel voorts ook beter was met het maken dezer bewegingsinrichtingen te wachten tot te Wemeldinge een
definitief
transformatorstation
mei toebehooren aanwezig
ZOU zijn, is dit bedrag niet besteed. Thans wordt voorgesteld in 1920 tot het maken van deze bewegingsinrichtingen over te gaan. De overeenkomstige inrichtingen te llansweert, uitgevoerd in 1920, hebben een bedrag gevorderd van rond f 44 000. Met het oog op du sedert ingetreden prijsdaling kan thans een lager bedrag worden aangevraagd. Versterking van de Schorebrug. Na de Postbrug is thans de versterking van de Schorebrug aan de orde met de vernieuwing van het houten dek. Het werk zal eenigszins duurder zijn dan bij de Postbrug ten gevolge van de omstandigheid, dat bij de Schorebrug een verkeersstremming gedurende langeren tijd — in tegenstelling met de Postbrug — niet toelaatbaar is. Over de Schorebrug ligt nl. de stoomtramweg, die het station Vlake met de aanleg-plaats van de provinciale stoombootdiensten op de Westerschelde te Hansweert verbindt. Bovendien vormt deze brug de eenige voor voertuigen bruikbare toegangsweg van de dorpen Scbore en llansweert naar het station Vlake en de streek beoosten het kanaal. De kosten worden op f 2S 000 geraamd. Art. 113. Bouw derde schutsluis te uitgetrokken bedrag dient in hoofdzaak voltooiingswerken, het aanbrengen van ducdalven, enz. Gerekend wordt dat in geheel gereed zal zijn.
Wemeldinge*. Het voor verschillende remmingwerken en 1927 dit werk dan
Art. 111. Kanaal door Walcheren. Wat betreft de vernieuwing van remmingwerken, beveiligingswerken en ducdalven bij bruggen en sluizen en van roosterwerken aan de kaaimuren in dit kanaal blijft, na wat dienaangaande reeds werd verricht, nog over de vernieuwing van de werken bij de brug* over het Arnekanaal, bij de sluis te Veere, bij de brug te Middelburg en de voltooiing van de vernieuwing van de roosterwerken te Vlissingen. Deze werken, welke in totaal op f 90 000 worden geraamd, zouden over drie jaren kunnen worden verdeeld, weshalve thans f 32 000 wordt uitgetrokken. Art. 115, Hoven te Vlissingen. Voor de voortzetting van de verbeteringswerken voor deze haven werd op de begrooting van het jaar 1925 een bedrag van f 650 000 uitgetrokken. Teneinde de in genoemd jaar aan te besteden werken voortgang te doen hebben, wordt een bedrag van f 700 000 aangevraagd voor den kaaimuur in de haven, en van f 300 000 voor grond- en overige werken, welke gelijktijdig met den bouw van dien muur zullen worden uitgevoerd. Artt. 124—137. Wegen. Hoewel de toestand van de Rijkswegen op onderscheidene wegvakken te wenschen overlaat, ten gevolge van de omstandigheid, dat al sinds jaren geen voldoende middelen om een goed onderhoud en de noodigste verbeteringen te bevorderen konden worden beschikbaar gesteld, heeft ondergeteekende toch, gelet op den toestand van 's lands financiën, ook thans voor die wegen geen booge bedragen uitgetrokken. Hij meent echter, dat dit niet te groot bezwaar behoeft op te leveren, omdat hij verwacht, dat in verband niet eerlang voor te «tellen wettelijke maatregelen voldoende fondsen zullen worden verkregen, om
24
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1926.
zoowel het onderhoud als de verbetering der wegen zoo krachtig ter hand te nemen, dat binnen niet te langen tijd het E ijkswegennet aan de eisehen van het tegenwoordige verkeer zal voldoen. De artikelen, waarvan onderhoud en verbetering nog niet in loopende bestekken vastliggen, wijzen dientengevolge lagere bedragen aan, dan voor goed onderhoud en goede verbetering redelijkerwijze wenschelijk zouden zijn. Art. 125. Wegen in Gelderland. Vervanging van de liontebrug en de Doorlaatbrug té lilft door duikers. Be liontebrug en de Doorlaatbrug, gelegen in den Rij kaweg Doesburg—Pruisische grens, nabij Ulft, voldoen niet meer aan de eisehen van het tegenwoordig verkeer. Eerstgenoemde brug is gelegen over de verlaten Aastrang;
thans heeft de Aastrang eene andere,'1100 M.'hoogerop ge-
legen uitmonding in de Oude-IJssel verkregen. De verlaten Aastrang dient thans alleen nog voor afwatering van de aanliggende landen en staat niet meer met de
Aastrang in verbinding.
De Doorlaatbrug had beteekenis, toen de Oude-IJssel en Aastrang ongeregelde riviertjes waren, het water bij eenige verhooging over de Landerijen stroomde en door deze brug den Oude-IJssel bereikte beneden den voormaligen molen in die rivier. Nu genoemde riviertjes zijn verbeterd en gereglementeerd door hun opneming in het Waterschap van den Oude-IJssel en de vroegere molen is vervangen door een stuw met behoorlijk doorlaatvermogen, kunnen zoowel de Bontebrug als de Doorlaatbrug, ook naar het oordeel van het Waterschap, zonder bezwaar worden vervangen door duikers van 1,50 M. diameter, waardoor de kostbare vernieuwing dezer brug-gen kan worden ontgaan. Verbetering RijJuweg Doesburg—Pruisische grens nabij de Mei poort te Doesburg. Door de opheffing der voorinalige vestingwerken om Doesburg is het mogelijk in de/en weg een plaatselijke verbetering aan te breng'en door het wegnemen van een bocht. De daarvoor noodige overdracht van gronden, zal eerlang plaats hebben, zoodat het aanbeveling verdient, gelden aan te vragen voor deze plaatselijke verlegging van den weg, welke ongeveer f 1500 zal kosten. Aangezien daarbij tevens de ter plaatse aanwezige keibeatrating moet worden vernieuwd, is een bedrag van f 5000
in totaal aangevraagd. Aanbrengen van een klinkerbestrating op het aan de gemeente Nijmegen in helieer en onderhoud over te dragen gedeel te van den Rijksweg Nijmegen—TAmlnirgsche grens. Ten einde de overdracht van een gedeelte van den Rijksweg Nijmegen—Mook aan de gemeente Nijmegen niet lanirer te behoeven op te houden, is het wenschelijk om voor 1926 een bedrag van f 50 000 beschikbaar te hebben ten pinde de verharding te kunnen veranderen in een klinkerstraat, hetgeen de gemeente als voorwaarde voor de overnaine heeft gesteld. Art. 126. Wegen in Zuidholland. De verbetering van het wegvak Rotterdam—Zwijndrecht moet worden voortgezet. De weg den Haag—Noordhollandsche grens zou, wegens de talrijke partieele verbeteringen, welke hier nog zouden kunnen worden aangebracht, een veel hooger bedrag wettigen dan wegens de beschikbare gelden hiervoor voorshands kan worden bestemd. Gaandeweg wordt nu een toestand verkregen, die wellicht niet afdoende, maar toch be« langrijke verbetering zal brengen. Met de verbetering van het wegvak Roomhuis—den Deyl zal geregeld moeten worden voortgegaan, in het bijzonder met de verbetering van rijwiel- en wandelpaden. Rijksweg van Dordrecht naar Willemsdorp. De zes Rijksbruggen in den Rijksweg van Dordrecht naar Willemsdorp voldoen niet aan de gestelde belastingsvoorschriften.
2.
IX.
2.;
Waar thans het tijdstip gekomen is om tot grondige herstelling van de houten dekken dezer bruggen over te gaan, ware deze gelegenheid tevens te benutten om de bruggen zoodanig te versterken en te verbreeden, dat zij voor het moderne verkeer voldoende kunnen worden geacht. De landhooiden der bruggen verkeeren in goeden staat. Versterking van den bovenbouw kan op eenvoudige wijze geschieden door bet aanbrengen van een gewapend betondek, Waarover de bestrating van den weg wordt doorgetrokken. Aan de bruggen kan, zonder ombouw van de landhoofden, een breedte worden gegeven van 7,10 M. tusschen de leuningen. Deze breedte is voor den weg, die thans een verhardingAbreedte heeft van 4 M. en waarnaast een rijwielpad ligt van 1,15 M. breedte, voldoende. De kosten voor de verbetering dezer bruggen worden op f 17 500 geraamd. Art. 127. Aanleg weg 's Gravenhage—Rotterdam. De kosten van grondaankoop voor het gedeelte tusschen de Hoornbrug en Delft zijn op rond f 300 000, en die voor het deel Delft—Rotterdam op rond f 500 000 geraamd. Het laat zich aanzien, dat deze bedragen niet belangrijk zullen afwijken van de taxatie. Voor 1924 is een bedrag van f 43 200 voor grondaankoop besteed' kunnen worden en voor 1925 is een som van f 180 000 uitgetrokken. Er zal dus zeker nog f 580 000 noodig zijn voor den grondaankoop. Intusschen valt zeer te betwijfelen of deze in 1926 geheel zijn beslag zal hebben gekregen, doch daartegenover is het — ten einde te kunnen voortwerken — noodig te rekenen op een begin van uitvoering. Een som van f 450 000 wordt daarom aangevraagd. W a t de onteigening betreft, kan worden medeged/eld, dat de tweede ter-visie-legging der «tukken in voorbereiding is. Art. 128. Verbetering van den weg van Rotterdam naar Gouda. Onder verwijzing naar de Memorie van Toelichting op de desbetreffende post in de vorige begrooting, kan worden medegedeeld, dat het aangevraagde bedrag dient tot verdere voorbereiding der plannen, waarvoor wellicht nog aanvullende metingen, grondboringen e. d. noodig zullen zijn Als de overdracht van den weg bij het Rijk dan in 1926 tot stand zal zijn gekomen, zal in 1927 een belangrijk bedrag vereischt zijn om de verbetering van den weg te ondernemer!. Art. 129. Wegen in Noordholland. Vernieuwing Duivendrechtschc brug en Vinkebrug. De verbetering van den weg Amsterdam—Abcoude bij de Duivendrechtsehe brug is thans voltooid, met uitzondering van de vernieuwing van de brug zelf. Deze vernieuwing behoort, gelet op den toestand van de brug, in 1926 ter hand te worden genomen. W a t de Vinkebrug betreft, zullen in 1925 de grondwerken worden uitgevoerd ter voorbereiding van de vernieuwing dezer brug en ter verbreeding van de wederzij dsche wegvakken, waarna ook in 1926 de vernieuwing van de brug zal belmoren te worden ter hand genomen. I n verband met de omvangrijke grondwerken en de omlegging en verbreeding van den rijweg, die daarbij alsnog' noodig zullen zijn, wordt een bedrag van f 2-30 000 uitgetrokken. Verbetering Rijksweg Amsterdam—Baarn. De aankoop van gronden voor deze wegverbetering, voor zoover zij bij minnelijke schikking kunnen worden verkregen, kan in den loop van 1925 zijn geschied. Daarna zullen de perceelen moeten volgen, waarvan gerechtelijke onteigening noodig zal zijn. Aangezien het meerendeel der vonnissen eerst na 1926 zal zijn te verwachten, zal voor het jaar 1926 met een bedrag van f 150 000 voor dezen grondaankoop vermoedelijk wel kunnen worden volstaan. De wegomlegging bij Naarden, waaronder wordt verstaan het gedeelte van de Hakkelaarsbrug tot aan de aansluiting van den bestaanden weg bezuiden Naarden, behoort tot het
Bijlage A.
Tweede Kamer. (Staatsbegrooting voor het dienstjaar
1926.
2.
IX.
2.)
meest urgente gedeelte van de geheele verbetering van des Rijksweg Amsterdam—Amersfoort.
Art. 184. Wegen in Overytel. Voor geleidelijke vervanging van klinkerbestrating ter totale lengte van
In
11401 M. op den weg- van Almelo naar Hengelo door een
breeden en onder profiel brengen van de rijbaan van liet weggedeelte Sloterdijü—Halfweg, waarvan de aarden baan reeds verbreed is en waarlangs bet rijwielpad is aangelegd, kan in 1920 volta id worden, waarvoor eene som van f 150 000 noodig wordt geacht. Aan de oostzijde van de bebouwde kom te Halfweg zal in 1920 de aanplemping van de trekvaart kunnen geschieden, voor zoover dit in liet plan der wegverbetering ter plaatse is opgenomen; do kosten hiervan sijn te stellen op f 50 000. De verbreeding van de aarden baan tuasoben Halfweg eu Haarlem zal vermoedelijk in den loop van dit jaar gereed komen. Daar het verkeer aanzienlijk verlicht zou worden indien althans de wielrijders van de gewone rijbaan zijn afgeleid en de ondergrond hier niet zoo slecht is als beoosten Halfweg, kan in 1926 de aanleg van het rijwielpad plaats hebben, waartoe f 35 000 wordt uitgetrokken. De Liedebrug en de Zwetbrug, gelegen ii> het wegval: tusschen Halfweg en Haarlem, moeten in verband met de verbetering van dezen weg vernieuwd worden. Voor eerstgenoemde brug worden de kosten daarvan globaal geraamd op f 220 000, waarvan thans de helft wordt aangevraagd. Voor de Zwetbrug bedraagt de raming f 40 000, waarvan een deel nog uit de loopende begrooting KOU kunnen worden gekweten, terwijl' voor 1926 op het restant ware te rekenen. Art. 130. Wegen in Zeeland. Rijksweg op Zuid-Beveland. Van het voor de verbetering van dezen weg uitgetrokken bedrag is f 43 000 bestemd voor de voortzetting der verbetering van den spoorwegovergang bij 's Heer-Arendskerke van K.M. 1 0 2 " tot K.M. Il 2 " 8 , terwijl het resteerend gedeelte ad f 5000, zal dienen voor het maken van n j wielpaden en het aanleggen van beplantingen langs reeds verbeterde wegvakken. Art. 131. Weg Zeeland—Noord-Brabant. De verwachting in de toelichting van de desbetreffende post in de begrooting voor 1925 geuit, dat. de administratieve voorbereiding voor den aanleg van dezen nieuwen hoofdverkeersweg van Goes naar Bergen-op-Zoom in 1925 wel zoover zou zijn gevorderd^ dat in dat jaar een begin van uitvoering aan het werk zou kunnen worden gegeven, is niet verwezenlijkt. De onderhandelingen met de gemeentebesturen, van welke gedeelten weg in beheer en onderhoud zuilen worden overgenomen, waardoor vermindering van den onderhoudslast voor die gemeenten bet gevolg zal zijn, zijn nog gaande. Vóórdat dit overleg definitief zijn beslag heeft gekregen, kan met de uitvoering der werken niet worden begonnen en kunnen dus ook geen gelden voor dit doel worden aangevraagd. Ten einde intusschen met de voorbereiding der plannen te kunnen voortgaan, wordt een post van f 5000 uitgetrokken. Art. 132. Wegen in Utrecht. Voor de verbetering van twee vakken van den weg Utrecht—de Grebbe wordt in totaal f 60 000 aangevraagd. Het bedrag bestemd voor de verbetering van een wegvak onder de Bildt bij Beerschoten is hetzelfde, dat reeds in 1925 werd aangevraagd maar waarover in dat jaar niet behoefde te worden beschikt. Voor de omlegging van dezen Rijksweg bij Amerongen, waarvoor de betrekkelijke onteigeningswet bij Koninklijke Boodschop van 14 Juli 1925 werd ingediend, wordt, voor grondaankoop, een eerste termijn van f 30 000 aangevraagd. Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1925—1926.
i( ! I er wegdek in den loop van een achttal jaren werden in 1924 en 1926 reeds gelden beschikbaar fresteld. Voor 1926 wordt wederom een bedrag aangevraagd, thans f 66 600, voor hel maken van asfalt>steeh«lagverharding over 14iO i l . Op drn weg van Dalden naar Hengelo is de verharding van klinkers op het vak aansluitende legen de keibestrating van de traverse te Hengelo versleten. Het verkeer eiseht hier een deugdelijker verharding, weshalve een keibes,trating van 5 u 6 ü . breedte noodig wordt geacht, waarvoor tlians gelden worden uitgetrokken. "Brug Katerveer. Voor de totstandkoming van dit werk, waarvan de urgentie meermalen werd bepleit en erkend, konden echter tot nog toe geen gelden worden beschikbaar gesteld met het oog op 's lands financiën en meer noodige uitgaven elders. Thans is het mogelijk het werk in 1926 in uitvoering te brengen. In dat jaar zouden de oeverpijlers kunnen worden gebouwd en de benoodigde gronden kunnen worden aangekocht. Een bedrag van f 250 000 wordt daartoe uitgetrokken. Art. 136. Wegen in Groningen. Woning van den brug? wachter aan de draaibrug over het Aduarderdiep. De woning van den hrugwachter aan de draaibrug over het Aduarderdiep verkeert in zoo ongunstigen toestand, dat belangrijke vernieuwingen en herstellingen niet zullen kunnen achterwege blijven en omdat zij zeer vochtig ia wegens hare te lage ligging, en dus onhygiënisch en zeer ondoelmatig ia ingedeeld, verdient het aanbeveling haar door eene nieuwe te vervangen. Immers is de kap met al het houtwerk, dat daartoe behoort, door houtworm zoo goed als geheel verteerd. Voorts zijn de zolder- en de kamervloeien en gedeelten der draagbalken, alsmede de onderste gedeelten van de raanikozijnen en van het beschotwerk in de kamers vergaan. De kosten voor eene nieuwe woning, daaronder begrepen die voor het grondwerk vereiseht oin een voldoend hooge terp te maken, waarop zij hare plaats zal moeten vinden, zijn globaal te ramen op f 6000. Art. 138. Schipbrug te Vreeswijk. Aanbrengen van dekkea op de brugschepen. Ten gevolge van het aanbrengen van den ijzeren bovenbouw, waardoor telkenmale drie brugsehepen tot een nagenoeg stijf vak zijn verbonden en de koppeling der brugvakken onderling thans ook weinig beweging tusschen de schepen onderling toestaat, ligt de brug, ook bij Btormweder, zeer vast op de rivier. Het gevolg daarvan is echter, dat de golven tlians in meerdere mate dan vroeger, toen elk schip afzonderlijk met de golfbeweging kon op en neer gaan, over de schepen slaan en veel buiswater geven. Met het oog hierop is het noodig om de brugschepen geheel met ijzeren platen af te dekken, waarvoor een bedrag van f T000 wordt aangevraagd. Art. 141. Bijdrage aan de gemeente Leeuwarderadeel in de kosten van het verbeteren van de traverse van den Rijks* weg Leeuwarden—Overijselsche grens in die gemeente. De hier bedoelde traverse bevond zich vóór de onlangs uitgevoerde verbetering in een zeer ongunstigen toestand, waarvan het drukke verkeer grooten hinder ondervond. Aanvankelijk lag het in de bedoeling, het gedeelte van deze traverse, dat niet het. karakter heeft van eene straat, weder bij het Rijk in beheer en onderhoud te doen nemen, waarna de in het belang van het doorgaande verkeer noodige verbeteringen van Rijkswege zouden worden uitgevoerd, terwijl aan de gemeente zou worden vergund, de in het plaatselijk belang gewenschte verbeteringen te doen aanbrengen. Bij het ter zake gevoerd overleg bleek echter, dat de ge-
26
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 192G. 2.
Bieente er mei Lel oog op de steeds toenemende bebouwing langs den weg de voorkeur aan gaf, de geheele traverse in beheer ( u onderhoud te behouden. Zij verklaarde zich bereid, de uoodige verbeteringen te doen aanbrengen, waarbij niet alleen zou worden gelei op de plaatselijke belangen, maar ook op die van bet doorgaand rerkeer, mits bet Rijk in de kosten bijdroeg, In verband hiermede werd een plan ontworpen en goedbekeurd, hij de uitvoering waarvan de algemeens verkeersbelanges in voldoende mate zouden worden gebaat. De kosten der werken werden geraamd op ruim f 30 000 en de gemeente wenachte, dat bet Rijk hiervan f 15 000 zou dragen. Aangezien deze eiseh billijk wordt geacht en de voorgestelde regeling voorliet Rijk uit financieel oogpunt vo.ordeeliger is dan overneming van den weg in beheer en onderhoud, wordt voorgesteld, het verlangde subsidie te verleenen. De gemeen* te, die in afwachting van de beslissing van de wetgevende macht de verbetering reeds op eigen risico heeft doen uitvoeren, heeft zich verbonden in de toekomst voor het behoorlijk onderhoud van den weg als doorgaande verkeersweg te doen zorgdragen. Art. 142. Bijdrage aan de gemeenten Schoonebeek in de kasten er,;; het herstellen
Coevorden en van een straat-
weg tutichen die gemeenten. Bij de in de Tweede Kamer der Staten-Generaal gevoerde beraadslagingen omtrent het IXde hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1924, verklaarde do ambtsvoorganger van ondergeteekende zich op 6 Maart 1924 bereid, alsnog te overwegen, of er aanleiding zou bestaan, aan de gemeenten Coevorden en Schoonebeek een 'subsidie te verleenen in de kosten van het herstellen van den straatweg tusschen die gemeenten. Het ter zake ingesteld onderzoek heeft er toe geleid, dat wel termen aanwezig worden geacht, af te wijken van het ingenomen standpunt, dat met liet oog op den toestand van 's lands financiën aan derden geen bijdragen worden verleend in de kosten van wegverbeteringen. De weg is in beheer en onderhoud bij eene particuliere maatschappij, welke niet in staat is gebleken, hem naar behuooren te onderhouden. De betrokken gemeenten willen nu den weg verbeteren en hem in beheer en onderhoud overnemen. Aangezien de weg voor de «treek van veel beteekenis is en de gemeenten niet voldoende kapitaalkrachtig zijn om het werk zonder steun van derden tot stand te brengen, bestaat er alle aanleiding, haar te steunen door het toekennen van eene bijdrage van 30 pet. der op f 21 000 geraamde kosten der verbetering tot een maximum bedrag van f 6300. Art. 143. Bijdrage aan de Electrische Spoorwe g-Maatschappij te Haarlem in de kosten van den bouw van een walmuur langs den Rijksweg Amsterdam—Haarlem in verband met de wijziging van de tramsporen te Sloterdijk. I n verband met eenige ongevallen, welke bij de kruising van den tramweg met den Rijksweg te Sloterdijk hebben plaats gehad, is de directie van de E. S. Mij. te Haarlem overgegaan tot het wijzigen van de sporen daar ter plaatse. Door deze wijzigingen wordt ook het gewone verkeer zeer gebaat. De Mij. ssal de omlegging der tramsporen geheel voor hare rekening doen uitvoeren, doch heeft verzocht, het aanbrengen van een walmuur langs den weg van Rijkswege te doen plaats hebben. Aangezien de bedoelde beschoeiing niet op of langs Rijkseigendom zal komen, daai toch het jaagpad langs den weg en de vaart, waarlangs dat pad loopt, aan de gemeente Amsterdam behooren, bestaat er bezwaar, het werk door het Rijk te doen uitvoeren. Wel is het algemeen verkeersbelang bij de verbetering van den toestand ter plaatse in voldoende mi\ic betrokken om de toekenning te rechtvaardigen van eene bijdrage in de kosten van het maken van den walmuur. Deze bijdrage kan worden bepaald op een vast bedrag van f 16 000. Art. 144. Bijdrage aan het waterschap Lhee—Meppen in de kosten van aanleg van een weg van Lhee naar Meppen. I n J a n u a r i 1922 verklaarde de toenmalige Minister zich be-
IX.
2.)
reid, de toekenning' te bevorderen van eene Rijksbijdrage in de kosten van aanleg van den bovenbedoelden weg, mits vóóraf behoorlijk uitgewerkte plannen zouden zijn ingezonden en eene betrouwbare raming van kosten zjiu zijn overgelegd. De bedoelde stukken werden in het vorige jaar ontvangen, zoodat eerst thans tot het uittrekken van het subsidie kan worden overgegaan. Hoewel, indien omtrent deze aangelegenheid op het oogenblik nog geheel vrij kon worden beslist, in verband met het in de laatste jaren van Rijkswege ingenomen standpunt, voor den aanleg van dezen weg zeker geen bijdrage zou worden verleend, is de ondergeteekende van oordeel, dat het Rijk, nu de in 1922 gedane toezegging voor de belanghebbenden aanleiding moet zijn geweest om op de toekenning der bijdrage te rekenen, en de wegaanleg zonder Rijkssubsidie bezwaarlijk zou kunnen worden uitgevoerd, zich daaraan niet geheel kan onttrekken. Op grond hiervan wordt voorgesteld, eene bijdrage te verleenen van 20 pet. in de op f 300 000 geraamde kosten der werken tot een bedrag van ten hoogste f 60 000. Art. 145. Bijdrage aan de gemeente Helder in de kostten van aanleg van een harden weg van de Middenvliet door de Groote Koeien naar Callanttoog. Bij artikel 137J' van het IXde hoofdstuk der Btaatsbegrooting voor 1924 werd aan de gemeente Helder eene bijdrage toegekend van f 47 800 in de op f 112 575 geraamde kosten van aanleg van den bovenbedoelden weg. De uitvoering van het werk is echter ten gevolge van den ongunstigen ondergrond van den weg op meer moeilijkheden gestuit dan aanvankelijk werd voorzien, zoodat de werkelijke kosten de raming belangrijk hebben overschreden. Het komt den ondergeteekende billijk voor, dat deze meerdere kosten, tot een bedrag van f 8148,55, ook voor de toekenning van Bijkssubsidie in aanmerking worden gebracht, in verband waarmede wordt voorgesteld, het toegekend subsidie met rond f 3400 te verhoogen. Art. 146. Bijdrage aan het waterschap ,,De Oude Graaf' in de kosten van de werken tot verbetering van de afwaxbe* ring van dat waterschap. Zooals reeds werd medegedeeld in de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag van de Tweede Kamer der Staten-Generaal betreffende het IXde hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1923, verzocht het waterschap ,,De Oude Graaf" in den aanvang van 1922 eene Rijksbijdrage te mogen ontvangen voor de werken tot verbetering van den. waterafvoer. Aangezien deze werken toen reeds voor een belangrijk deel waren voltooid en hieruit bleek, dat zij, ook zonder Rijkssteun, wel tot stand konden komen, achtte de ambtsvoorganger van ondergeteekende aanvankelijk geen termen aanwezig, een subsidie te verleenen. Het waterschap is echter op de zaak teruggekomen en een nader onderzoek heeft aannemelijk gemaakt, dat men reeds van den aanvang af ten aanzien van de dekking der kosten op eene Rijksbijdrage had gerekend. Men meende echter blijkbaar, met de uitvoering der werken te mogen aanvangen, zonder eene beslissing aangaande het verleenen van een subsidie af te wachten, omdat in soortgelijke gevallen reeds meermalen eene Rijksbijdrage was toegekend. I n verband met het bovenstaande en aangezien mag worden aangenomen, dat, indien men, alvorens met de werken aan te vangen een Rijkssubsidie had gevraagd, dit zou zijn verleend, heeft de ondergeteekende gemeend de toekenning van eene bijdrage te kunnen voorstellen. De werken hebben omstreeks f'82 000 gekost, doch de Rijksbijdrage zal in dit geval niet kunnen worden bepaald op een zeker percentage, doch op een gelijk bedrag als de provincie Limburg toekende, t. w. f 12 500. ' Art. 147. Bijdrage aan de gemeente Weststellingwerf in de kosten van verbetering van de Schipsloot. Reeds in de Memorie van Toelichting tot het wetsontwerp tot bevordering van de verbetering van de Linde (zie Gedrukte Stukken Zitting 1917—18, n. 271) werd de vraag besproken, op welke
(Staatsbegroting
voor h e t
dienstjaar
wijze W o l v e g a v a n eene b e t e r e v e r b i n d i n g te w a t e r zou kunnen worden voorzien. De t o e n m a l i g e a m b t s v o o r g a n g e r v a n den ondergeteekende v e r k l a a r d e toen, d a t h i j , i n d i e n W o l vega voor h a r e o n t w i k k e l i n g eene betere v e r b i n d i n g te w a t e r m o c h t noodig a c h t e n en zelf d a a r t o e h e t i n i t i a t i e f mocht n e m e n , en indien de p r o v i n c i e F r i e s l a n d financieelen steun m o c h t toezeggen, ook de t o e k e n n i n g van een R i j k s s u b s i d i e zou b e v o r d e r e n . I n a a n s l u i t i n g h i e r a a n deelde de a m b t s v o o r g a n g e r v a n o n d e r g e t e e k e n d e in Oetnber 1922 a a n h e t g e m e e n t e b e s t u u r v a n W e s t s t e l l i n g w e r f op zijn verzoek mede, dat hij bereid was de t o e k e n n i n g te b e v o r d e r e n v a n eene R i j k s b i j d r a g e voor de v e r b e t e r i n g v a n de Sehipsloot onder W o l v e g a tot eenzelfde p e r c e n t a g e als d a t , h e t w e l k de provincie F r i e s l a n d h a d toegezegd, t. w. 25 p e t . v a n de kjosten. H e t m a x i m u m b e d r a g v a n h e t s u b s i d i e kon eerst worden v a s t g e s t e l d , n a d a t de p l a n n e n in behoorlijke orde w a r e n o n t v a n g e n en goedgek e u r d , h e t g e e n eerst in A p r i l j . 1 . geschiedde. De ondergeteekende m e e n t t h a n s te mogen voorstellen, t o t de t o e k e n n i n g v a n het Rijkssubsidie te b e s l u i t e n en dit te b e p a l e n op 25 pet. der k/nsten en op ten hoogste een gelijk b e d r a g , als dat v a n de provincie F r i e s l a n d , t . w. f 33 500. Art. 148. Bijdrage aan de gemeente Vlieland in de kosten van het herstellen van den aanlegsteiger op Vlielabid. H e t eiland V l i e l a n d s t a a t in geregelde v e r b i n d i n g m e t h e t v a s t e l a n d door m i d d e l v a n eene motorboot, welke a a n s l u i t a a n den stoombootdienst H a r l i n g e n — T e r s c h e l l i n g . De motorboot m a a k t g e b r u i k v a n den nabij het dorp V l i e l a n d gelegen a a n l e g s t e i g e r , welke e c h t e r in een zeer o n g u n s t i g e n toestand verkeert en d r i n g e n d e h e r s t e l l i n g noodig heeft. H e t l i g t voor de h a n d , d a t moet w o r d e n voorkomen, dat deze geregelde dienst tengevolge v a n h e t o n b r u i k b a a r worden v a n den steig e r zou moeten worden g e s t a a k t . D e g e m e e n t e alleen is e c h t e r n i e t in staat den steiger w e d e r in een behoorlijken t o e s t a n d te b r e n g e n . A a n g e z i e n is gebleken, dat op h u l p v a n a n d e r e n n i e t m a g w o r d e n ger e k e n d , m e e n t de o n d e r g e t e e k e n d e , dat h e t op den w e g v a n het R i j k l i g t , de g e m e e n t e in deze a a n g e l e g e n h e i d te s t e u n e n door het toekennen v a n eene b i j d r a g e van 3/4 der op f 4000 g e r a a m d e h e r s t e l l i n g s k o s t e n tot een m a x i m u m b e d r a g v a n f3000. C.
Luchtvaart.
A.rtt. 150 en 153. De j a a r w e d d e n v a n enkele leden van het personeel voor den r a d i o d i e n s t zijn, in v e r b a n d m e t h u n n e a a n s t e l l i n g in v a s t e n d i e n s t , o n d e r g e b r a c h t in a r t . 150, terwijl voor de b e z o l d i g i n g v a n h e t overige personeel v a n dien dienst gelden zijn u i t g e t r o k k e n bij a r t . 153 (zie uit» gewerkten s t a a t a r t . 150 en a r t . 153, sub n). H e t t o t a a l v a n deze beide a r t i k e l e n , voor zoo\er het radiopersoneel betreffeilde, is f 3600 hooger g e r a a m d d a n in 1925, deels als gevolg van toe te kennen periodieke v e r h o o g i n g , deels m e t h e t oog op eenige u i t b r e i d i n g v a n het personeel, die noodig w o r d t geacht in v e r b a n d met h e t zich sterk ontwikkelen v a n h e t l u c h t v e r k e e r op ons l a n d . I n den zomer v a n dit j a a r worden een t i e n t a l dagelij ksche lucht diensten op ons l a n d onderh o u d e n , w a a r v a n enkele met meer dan één v l i e g t u i g p e r d a g in elke r i c h t i n g . I n de m a a n d J u n i werd a a n t e e k e n i n g geh o u d e n van 570 a a n k o m e n d e en v e r t r e k k e n d e verkeersvliegt u i g e n op één onzer l u c h t v a a r t t e r r e i n e n . Artt. 158 en 1 6 1 . A r t . 158 is l a g e r g e r a a m d d a n in 1925, doordat op dit a r t i k e l n i e t is u i t g e t r o k k e n h e t b e d r a g deij a a r w e d d e n v a n de a s p i r a n t - i n s t r u m e n t m a k e r s , terwijl dit ten aanzien v a n h e t overeenkomstige a r t i k e l der b e g r o o t i n g voor 1925 voor een deel wel het geval w a s , in v e r b a n d m e t het voornemen o m die personen in den loop v a n 1925 in v a s t e n dienst a a n t e stellen. W a a r het in de bedoeling - l i g t , de beslissing o m t r e n t die a a n s t e l l i n g n o g voorloopig a a n te h o u d e n , is h e t geheele b e d r a g h u n n e r j a a r w e d d e bij a r t i k e l 161 u i t g e t r o k k e n . Op d i t a r t i k e l is ook u i t g e t r o k k e n
192G.
2.
IX.
2.)
27
een b e d r a g v a n f 6800 voor tijdelijke a a n s t e l l i n g v a n een t e c h n i c u s en twee i n g e n i e u r s . H e t is a l . noodig gebleken, a a n het personeel v a n dezen dienst, d a t in 1923 te sterk weid i n g e k r o m p e n , voorloopig tijdelijk, weer eenige
uitbreiding te gelen, ten einde de thans bestaande groote v e r t r a g i n g in de a f d o e n i n g der w e r k z a a m h e d e n te v e r m i n deren en den a c h t e r s t a n d in de a a n h a n g i g e onderzoekingen in te h a l e n . Zoodia dit doel zal zijn bereikt, zal worden overWUgen, of het tijdelijk personeel weder zal k u n n e n worden gemist, d a n wel of t o t - e e n blijvende u i t b r e i d i n g moet \voi(ii-n o v e r g e g a a n . W a a r de dienst meer en meer ten behoeve v a n p a r t i c u lieren diensten v e r r i c h t , is b e p a a l d , d a t a a n p a r t i c u l i e r e n vooi het geven v a n adviezen, voor liet doen v a n proeven en ijkingen, een v e r g o e d i n g in r e k e n i n g zal worden g e b r a c h t , w a a r v a n h e t bedrag' v e r b a n d h o u d t m e t den tijd, die d a a r a:.n is besteed. Door dezen m a a t r e g e l zal een deel der kost e n , aan de u i t b r e i d i n g v e r b o n d e n , worden g e d e k t . IVde
Mijnwezen A. II.
AFDEELING.
en
Scheepvaart.
Mijnwezen. Staats mij nbedrij
f.
Zooals werd medegedeeld in de M e m o r i e v a n Antwoord op het Voorloopig V e r s l a g der Tweede K a m e r over b.oofds t u k I X der S i a a t s b e g r o o t i n g voor 1925 (bladz. 4 3 , voorlaatste a l i n e a ) , werd met h e t D e p a r t e m e n t v a n F i n a n c i ë n overleg gepleegd om tot eene r e g e l i n g voor h e t Staatsmijn» bedrijf te komen, waardoor de gegevens der b e g r o o t i n g s stukken in het vervolg meer in o v e r e e n s t e m m i n g zouden zijn met de gegevens volgens de j a a r v e r s l a g e n der S t a a t s m i j n e n . D i t overleg heeft voorloopig geleid tot de n a v o l g e n d e regeling. E e n b e d r a g , ad f 78 00U 000 is, blijkens de b a l a n s per 31 December 1924, in het j a a r v e r s l a g van het Staatsmijn» bedrijf over dat j a a r , door den S t a a t der N e d e r l a n d e n in de S t a a t s m i j n e n gestoken. H e t komt evenwel n i e t j u i s t voor, dit geheele b e d r a g als a a n d e e l e n k a p i t a a l te beschouwen en op grond van verschillende o v e r w e g i n g e n , in a a n m e r k i n g n e m e n d e de v e r h o u d i n g e n bij soortgelijke p a r t i c u l i e r e ondern e m i n g e n , is ten slotte b e p a a l d , d a t v a n dit k a p i t a a l ad i' 78 000 000, f 43 000 000 te beschouwen is als a a n d e e l e n k a p i t a a l en f 35 000 000 als o b l i g a t i e s c h u l d , r e n t e n d e 5A% 's j a a r s . V e r d e r e k a p i t a a l v e r s t r e k k i n g e n z u l l e n geheel als o b l i g a t i e s e h u l d te beschouwen zijn. G e d u r e n d e de eerstvolgende j a r e n zullen de door a f s c h r i j v i n g v r i j k o m e n d e gelden n o g noodig zijn voor den a a n l e g v a n de S t a a t s m i j n M a u r i t s , aflossing op de o b l i g a t i e l e e n i n g is dan nog niet te verwach» teti, wel in de d a a r o p v o l g e n d e j a r e n . A a n g e z i e n de S t a a t well moet aflossen op de door h e m gesloten l e e n i n g e n en feitelijk door de door a f s c h r i j v i n g v r i j g e k o m e n gelden voor nieuwen a a n l e g te doen besteden, dezen n i e u w e n a a n l e g u i t zijn gewone m i d d e l e n b e t a a l t , zal de v e r p l i c h t e aflossing v a n l e e n i n g e n , w a a r t e g e n o v e r de o b l i g a t i e s e h u l d van h e t Staatsmijn bedrij f s t a a t , voorloopig n a a r den b u i t e n g e w o n e n dienst worden o v e r g e b r a c h t . V e r d e r k w a m h e t j u i s t voor, zoowel ter v e r k r i j g i n g v a n een beter i n z i c h t in de wijzigingen v a n de overige S t a a t s u i t g a v e n en "inkomsten (zie Voorloopig V e r s l a g op hoofdstuk I X der S t a a t s b e g r o o t i n g over 1925, b i s . 25, en de Memorie v a n A n t w o o r d h i e r o p , blz. 4 4 ) , als tot het verkrijgen van o v e r e e n s t e m m i n g met het j a a r v e r s l a g der S t a a t s m i j n e n , in de b e g r o o t i n g s s t u k k e n v o o r t a a n alleen die posten op te n e m e n , w a a r a a n een werkelijke b e t a l i n g u i t 's Rijks schatkist of een s t o r t i n g d a a r i n t e n g r o n d s l a g l i g t . M e t w e g l a t i n g van hetgeen tot n o g toe t e r zake v o o r k w a m , zullen dus v o o r t a a n de volgende posten k u n n e n v o o r k o m e n :
28
(Staatsbigronting voor het dienstjaar 192G.
In de Middelenwet: Wat den gewonen dienst aangaat: A. Ditkeering wegene rente van bei aan het StaatsmijnLedrijf' legen 5?, % geleend obligatiekapitaal. B. Uitkeering wegens winst van het Staatsmijnbedrijf als dividend op het aandeelenkapitaal. Wat den buitengewonen dienst aangaat: (Titkeering van het Staatsmijnbedrijf wegens aflossingvan obligatieschuld. In hoofdstuk IX der Staatsbegrooting: Voor zooveel den gewonen dienst betreft: Een eventueel verliessaldo (voor geval bijzondere omstandigheden dit noodig mochten maken). Voor zooveel den buitenge wonen dienst betreft: Uitkeering aan het Staatsmijnbedrijf wegens verstrekking fan kapitaal (te beschouwen als obligatieschuld). Zooals reeds op bil. 45 van de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag op hoofdstuk I X der Staatsbegrooting 1925 werd opgemerkt, zou het verkeerd zijn. om, wanneer bij een onderneming als de Staatsmijnen een verlie.» geleden wordt, dit eenvoudig ten laste van den S t a a t te nemen. Een eventueel verlies dient door het Staatsmijnbedrijf zelf te worden gedragen en in gunstige jaren ingehaald, geheel zooals dit bij commercieel e onder nemingen in liet algemeen geschiedt. Het ligt dus niet in de bedoeling een eventueel verliessaldo zonder meer in de begrooting op te nemen. De mogelijkheid moet echter blijven bestaan om, wanneer bijzondere omstandigheden dit noodig maken, het verlies onder de gewone Staatsuitgaven op te nemen. Een en ander zal geen verandering behoeven te brengen in de tot nog toe gevoerde comptabele controle vanwege de Algemeene Keken kamer. De tot nog toe bij de begrooting verstrekte finaiicieele gegevens zullen ook in het vervolg worden verschaft. De mijnen Wilhelmina, Emma en Hendrik vorderen in 1926 nog slechts geringe kapitaalsuitgaven. Alleen is voor cokesovens op Staatsmijn Emma ten behoeve der Staatsmijnen Emma en Hendrik een bedrag geraamd ad f 1 585 000. Behoudens den aanleg van een spoorweg van Staatsmijn Hendrik naar 1'alenberg, waarmede echter nog geen begin kan worden gemaakt, zijn thans op de mijnen Wilhelmina, Emma en Hendrik geen belangrijke kapitaalsuitgaven meer te verwachten. De ontwikkeling van de Staatsmijn Maurits vorder! in 1926 en 1927 nog aanzienlijke bedragen. Verwacht wordt, dat dan ook hiermede in de kapitaalsbehoeften dezer mijn voldoende voorzien is. Voor aanleg-uitgaven voor 1926 wordt geraamd volgens hiernavolgende specificatie f 10 056 500 Hiervoor is beschikbaar aan buitengewone ontvangsten f 49G 500 aan afschrijvingen 4 690 000 Totaal 5 186 500 zoodat kan worden volstaan met een kapitaalsuitbreiding van f 4 870 000 Hoewel de vooruitzichten voor de mijnindustrie niet gunstig zijn en boven de betaling van rente op de obligatieleening geen overschot geraamd wordt, blijft natuurlijk een gunstige wending mogelijk. Gehoopt wordt, dat met een geringer bedrag zal kunnen worden volstaan, hetzij door gunstiger omstandigheden, hetzij door verschillende werken tot betere tijden uit te stellen.
IX.
2.)
Aanleg algemeen. Gevraagd is f' 7000 voor een gezellenhuis bij Staatsmijn
Hendrik (laatste termijnen), f 68 000 voor de opslagplaats te Amsterdam, f 50 000 voor een voorschot aan de veieeniging „Uns L i m b u r g " voor den bouw van een gezellenhuis te Geleen, f' 120 000 voor een voorschot aan de slicht ing ,,Thuis Best", voor den bouw van 100 woningen en f 90 000 vin ir een voorschot aan de Limburgsche Tramwegmaatschappij, voor den aanleg van een tramlijn Staatsmijn Maurits.—Obbicht, ten dienste van het kolen- en personenvervoer. Totaal f 386 000. De stichting ,,Thuis Best" is een stichting der Limburg* sche mijnen, welke ten doel heeft werkzaam te zijn in het belang eener goede huisvesting van arbeiders der Limburgsche mijnen. Aandeden
van vreemde
ondernemingen.
Hiervoor wordt geraamd f 250 000. Voor het oogenblik bestaan geen bepaalde plannen tot het deelnemen in vreemde ondernemingen. 'Traktementen. Het totaal benoodigd bedrag wordt geraamd op f 3 250 000, waarvan ten laste van de algemeene onkosten is te brengen f 1 950 000, en ten laste der bedrijfsrekening f 1 300 000. Algemeene
onkosten.
Hieronder volgt de nadere specificatie: a. interest obligatieieening f b. algemeene reis- en verblijfkosten, rijwielvergoedingen, verhuis- en verplaatsingskosten en loonen, enz. voor werklieden in algemeenen dienst c. bureaukosten en onderhoud Centraal bureaugebouw d. sociale verzekering e. algemeene maatregelen in het belang van het personeel / . vakopleiding g. verkoopsonkosten h. bijdragen aan het Fonds voor Sociale Instellingen i. bijdragen aan gemeenten in de mijnstreek ;'. bijdragen aan het Geologisch Bureau voor
het Nederlandeche mijngebied k. bijdrage ten behoeve van de Limburgsche Traniwegmaatschappij l. onderhoud, inventaris, enz. scholen en kerken en andere gebouwen m. onderhoud wegen, rioleering, beplanting en straatverlichting n. adviezen, exploiten, proces- en informatiekosten, assurantiën, belastingen, zakelijke gemeentebelasting op het bedrijf, recepties, besprekingen, vergaderingen, opmetingen, vervoermiddelen o. kosten van het verstrekken van eigen producten aan derden, gratis of tegen verminderden prijs ;;. onvoorziene uitgaven Totaal algemeene onkosten
1 925 000
35 000 110 000 108 000 517 000 24 000 65 000 25 000 10 000
13 000 2 500 5 000 60 000
216 000
"000 22 500 f 3 145 000
Tweede Kamer.
Bijlage A. (Staatsbegrooting voor hei dienstjaar 192G. 2. Voor onderhoud woningen, welke kosten in liet jaarverslag niet onder de algemeene onkosten worden opgenomen, wordt
geraamd l 250 000. I n de raming van den post e, algemeene maatregelen in het belang van het personeel, ad f 517 ÜÜU, zijn begrepen! a. liet prijsverschil, ad t 250 000, tussehen den handelsprijs en den door het personeel voor de kolen te betaleu v .verminderden prijs; l).
subsidies ad f 77 000.
Voor liet jaarlijksch subidie aan kerkgenootschappen wordt geraamd een bedrag van f 40 000, overeenkomende met f' 2 per persoon. De bedoeling is, evenals voor 1925, de gewone bijdrage te bepalen op f 1,50 per persoon en het overblijvende bedrag te bestemmen voor bij zonderen steun, waar zulks in het belang van het personeel der Staatsmijnen noodig mocht blijken. Voor steun bij de stichting van nieuwe kerken in of nabij de buizengroepen der Staatsmijnen en van patronaten, Christelijke tehuizen en dergelijke, is geraamd f 30 000. Aroor bijdragen in de kosten van bewaarscbool- en ander onderwijs aan kinderen van werklieden der Staatsmijnen is gerekend op een bedrag van f 2000. Voor verschillende kleine subsidies is f 5000 geraamd; c. buurgarantie voor woningen van bouwvereenigingen en tegemoetkoming in de boogere buur van woningen, tengevolge van de hooge bouwkosten gedurende de buitengewone omstandigheden f 100 000. Dekking van het tekort op de exploitatierekening van de door particulieren geëxploiteerde »ezellenhuizen en arbeiderskampen ten beboeve van het personeel der Staatsmijnen f :!0 000. Ontginning.
Staattm ijn WiUi elm ina: ophaaDma chines hoofdventilatoren zeverij en wasscherij emplacement, sporen, enz uitbreiding kleed- en badinrichting centrale en ketelbuis
Hendrik.
ophaaBmaohinea
i'
compressoren
! 000 71 000
Totaal aanleg Staatsmijn Hendrik... t' Staatsmijn, Maurits. wegen en rioleering
f
78 000
18 000
mijnwagens, lieren, enz schaohtgebouwen en bokken
300 0Ü0 2G4 500
ophaalmachines
383 000
hoofdventilatoren ichakelinrichtingen
15 000 7 000
bovengrondsch mechanisch vervoer zeverij en wasscherij steenstort emplacement, spoien, enz watervoorziening
seininrichtingen schachten
1G 000 449 000 40 000 122 500 2G 000
0 000
magazij nen diverse gebouwen machinegebouw centrale ketelhuizen, ketels, enz machines met condensatie, enz compressoren cokesovens niet bijbehoorende installaties onvoorziene uitgaven
Recapitulatie ... ff
20 51 400 1 47v5 440 3G 2 800 20
000 000 000 000 000 000 000 000
zeverij en wasscherij watervoorziening
20 000 132 500 1 700 200 000 50 800
spoorweg Nutb—Staatsmija Hendrik—Palenberg :
150 000
rioleering ophaalmacb ines hoof dventilatoren
f
Totaal aanleg Staatsmijn Emma... f
015 000
Emma.
uitbreiding cokesovens en bijbehoorende installaties '. f
buitengewone
uitgaven.
10 000 Aanleg algemeen f 335 000 6 000 Aundeelen van vreemde ondernemingen 250 000 306 500 ;••; 500 Aanleg Staatsmijn Wilhelmina ,, ,, Emma 015 000 140 000 aanleg cokesovens Staatsmijn Emma 1685 000 3 000 ,, Staatsmijn Hendrik 18 000 104 000 Maurits G 887 000 30G 500 Totaal ... f 10 050 500
Emma:
Staatsmijn
29
Totaal aanleg Staatsmijn Maurits... f G 887 000
Totaal1 aanleg Staatsmijn Wilhelmina.... f'
Cokesfabrick
2.)
Aanleg-uitgaven.
Voor aanleguitgaven wordt geraamd:
Staal f mijn
Staatsmijn
IX.
1585 000
Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1925—1920.
Ontginning. Bedrijfskosten, In 1926 wordt Staatsmijn Maurits geacht in bedrijf te zijn. De productie wordt geraamd als volgt: Staatsmijn Wilhelmina 800 000 ton. Emma 1200 000 ,, Hendrik 1100 000 ,, Maurits G00 000 ,, Totaal
3 700 000 ton.
Voor de mijnen Wilhelmina, Emma en Hendrik zijn de zelfkosten met inbegrip van de algemeene onkosten, doch zonder afschrijving, te rekenen op omstreeks f 10 per ton. Voor de mijn Maurits is voor bet eerste jaar van inbedrijfiteUing een hoogere kostprijs te rekenen en wel f 13,50 per ton. \ oor volgende jaren wordt voor Staatsmijn Maurits eenselfde kostprijs verwacht als voor de thans in bedlijf zijnde mijnen. In verband met de lage kolenprijzen is het voor
30
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1926,
192'i niet redelijk een winstuitkeering op hel aandeelen* kapitaal te ramen, liet spreekt echter vanzelf, dat
f
Staatsmijn Emma. loonen, reis- en verblijfkosten enz f bureaukosten sociale verzekering* '.sanitaire maatregelen bovengrondsche schade door mijnbouw maatregelen in het belang van het personeel .. assurantiën en belastingen vervoermiddelen verdere uitgaven Totaal f Coketfabriék Staattmijn Emma. loonen, reis- en verblijfkosten enz f bureaukosten sociale verzekering sanitaire maatregelen maatregelen, in het belang van het personeel .. assurantiën en belastingen vervoermiddelen diversen Totaal
f
68 000 15 U00 640 000 6 000 25 000 389 000 15 000 12 000
Staattmijn
IX.
2.)
Hendrik.
loonen, reis. en verblij fkosten, enz f bureaukosten sociale verzekering sanitaire maatregelen bovengrondsche schade door mijnbouw maatregelen in het belang van het personeel .. assurantiën en belastingen vervoermiddelen verdere uitgaven Totaal
f
64 000 25 000 825 000 8 0()|0 50 000 392 500 20 000 5 000 4 500 1 391 000
Staattmijn Mauritt. f 52 000 5 000 loonen, reis- en verblijfkosten, enz bureaukosten 20 000 1 115 000 sociale verzekering 480 000 sanitaire maatregelen 6 000 10 000 82 000 bovengrondsche schade door mijnbouw 2o7 000 33 000 maaregelen in het belang van het personeel .. 20 000 950 000 assurantiën en belastingen 9 000 vervoermiddelen 10 000 50 000 verdere uitgaven 1 000 512 000 40 000 Totaal f 836 000 IC 000 10 000 1 702 000 Onder de maatregelen in het belang van het personeel zijn begrepen: de gezinstoeslag, verlof met behoud van loon <-n het vervoer der werklieden over den mijnspoorweg Xuth— 13 000 Staatsmijn Emma—Staatsmijn Hendrik. 3 000 77 000 Bijlagen der begrooting. 1 000 5G 000 De bijlagen der begrooting worden ter griffie neder1000 gelegd. Een lijst dier bijlagen is als bijlage B bij deze 3 G00 Memorie gevoegd. 1 100 De Minister van Waterstaat, 166 000 M. BONGAERTS.
(Staatshegrooting voor het dienstjaar
192G.
2.
I]
2.)
31
BIJLAGE A VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING.
Overzicht van de bedragen der salarissen van de ingenieurs, de technisch-ambtenaren, de opzichters, de bureelambtenaren en de ambtenaren bij den Algemeenen Dienst van den Rijkswaterstaat, voor zoover deze geacht moeten worden ten laste te komen van de uitvoering en het onderhoud der Rijks waterstaat werken. Bedrag van Omschrijving.
Rijn en Lek Waal IJssel Merweden Verbetering Noord enz Hollandsch diep Maas Maaskanalisatie Onderhoud voltooide werken Maaskanalisatie Julianakanaal Bergsche Maas Botterdamsche Waterweg . . . Hollandsche IJssel Linge , . Zwarte Water Zwolsche Diep Vecht Binnen- en Buiten Aa . . . . Bocholter Aa Landsdijken Kanaal van St. Andries . . . Overlaten Waaldijk boven Dalem Duikersluis Wijk bij Duurstede Beilschalen Elburg en Nijkerk Kustverdediging Zuidholland. „ Noordholland Verdediging Noordzeekust, Kustverdediging Zeeland „ Friesland „ Overijssel „ Groningen Verbetering van de Slenk Havens Noordbrabant . Buitenhaven Scheveningen Havens Noordholland. „ Zeeland. . . „ Friesland . . , Overijssel. . „ Groningen Merwedekanaal . . . Zuid-Willemsvaart. . Onderhoud Wilhelminakanaal Dieze .
het artikel.
Salarissen.
f 142 500 152 600 78 000 71900 801000 4150O 173 400 4 120 000
2 850 3 050 1550 1440 16 000 830 3 470 82 500
50 000 2 500 000 114 000 757 000 21150 2 950 5000 23 000 17 100 3 000 800 11000 10 500 12 000 200 400 29 000 256 200 31000 77 000 27 500 13100 9 300 900 27 000 145 000 81500 431000 98 000 4 400 385 000 334 500 142 100 73 000 32 500
1000 50 000 2 280 15140 425 60 100 460 350 60 15 225 210 240 5 10 580 5125 620 1540 550 260 185 20 550 2 900 1630 8 625 1950 90 7 700 6 690 2 850 1450 650
Bedrag van
ÉS
97
98 99 100 01 02
06 05 06 07 08 11 12 13 14 15 16 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38
Omschrijving.
Apeldoornsch Kanaal Twenthe Kanalen Kanaal door Voorne Waterweg Amsterdam—Rotterdam Noordhollandsch Kanaal . . . Noordzeekanaal Bouw schutsluis IJmuiden . . Tienhovensch Kanaal Keulsche Vaart Jaagpad langs het Spaarne . . Kanaal van Terneuzen . . . . Kanaal Sluis—Brugge . . . . „ door Zuid-Beveland . . Bouw derde schutsluizen Wemeldinge Kanaal door Walcheren. . . . Haven van Vlissingen . . . . Kanaal Dokkum-Gerben-Allesverlaat Meppelerdiep Willemsvaart , . Veenhuizerkanaal . . . . ' . . Drentsche Hoofdvaart . . . . Noordervaart Geldernsch-Nierskanaal . . . . WTegen Noordbrabant „ Gelderland „ Zuidholland Aanleg weg Den Haag—Rotterdam Verbetering weg Rotterdam— Gouda . . . Wegen Noordholland , Zeeland Aanleg nieuwen hoofdverkeersweg Zeeland—Noordbrabant . Wegen Utrecht , Friesland , „ „ „ Veren
Overijssel Groningen Drenthe Limburg
het artikel.
f 164 500 300 000 47 000 17 500 121000 1 055 000 4 550 000 1300 13 500 500 158 000 1350 139 000 425 000 169 000 1 000 000 10 000 14 500 13 700 36 000 158 000 8 500 610 254 000 748 200 536 000 450 000 15 000 1 500 000 140 000 5000 239 000 185 000 636 700 81500 80000 150 500 79 400
Salarissen.
32
t
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 192G.
2.
IX.
2.)
BIJLAGE B DER MEMORIE VAN TOELICHTING.
Lijst der bijlagen van de begrooting, welke ter griffie zijn nedergelegd ter inzage voor de leden. IS".
4.
Lijst der wachtgelden.
,,
5.
Staat van kosten van de spoorweg'werken, welke sedert de goedkeuring der spoorwegovereenkomsten door de Regeering zelve of voor Itijksrekening door anderen dan de spoorwegmaatschappijen, genoemd in de bijlagen 6 en 7, zijn of worden uitgevoerd.
„
G.
Staat van kosten van de spoorwegwerken, welke sedert de goedkeuring der spoorwegovereenkomsten door de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen ziin of worden uitgevoerd voor Rijksrekening.
,,
7.
Staat van kosten van de spoorwegwerken, welke sedert Je goedkeuring der spoorwegovereenkomsten door de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij zijn uitgevoerd voor llijksrekening.
,,
8.
Overzicht van de toegestane, uitgekeerde, nog uit te keeren en terugontvangen bedragen der rentelooze voorschotten.
,,
9.
Staat betreffende spoorwegconcessiën.
,,
10.
Staat betreffende het personeel van de Staatsmijnen in Limburg.