Tussentijdse rapportage

Tussentijdse rapportage 1. Datum

25 januari 2014

2. Projecttitel:

DAVINC3I: Dutch Agricultural Virtualised International Network with Consolidation, Coordination, Collaboration and Information availability 3. Projectnummer PT: 14175 4. Intern projectnummer: 5. Projectleider: Adres: Tel: Fax: Email:

2100 8803 00 Prof. dr. ir. J.G.A.J. van der Vorst, Wageningen UR Postbus 8130, 6700 EW, Wageningen +31 (317) 482387 [email protected]

6. Gewas: (indien van toepassing):

-

7. Oorspronkelijke Looptijd project:

2011-2014

8. Oorspronkelijke doelstelling van het project: Het versterken van de leidende concurrentiepositie van het Nederlandse sierteeltcluster in het wereldwijde gevirtualiseerde handelsnetwerk, door het onderzoeken van: 1. mogelijkheden van nieuwe coördinatie-, bundelings- en samenwerkingsconcepten in toekomstige internationale tradeparc netwerken, en 2. mogelijkheden om keteninformatie direct en real-time beschikbaar te stellen en bruikbaar te maken in besluitvormingsprocessen van alle partijen in het netwerk. Anders gezegd: hoe kan de Nederlandse sierteeltsector in een virtualiserende wereld zijn leidende positie in Europa versterken, moeten we daarvoor internationaliseren en hoe zit het met de beschikbaarheid van juiste en tijdige informatie? 9. Periode waarover wordt gerapporteerd:

2013

10. Korte beschrijving van activiteiten in de periode waarover wordt gerapporteerd:

Afdeling Markt & Innovatie, Postbus 280, 2700 AG Zoetermeer, tel 079 3470620, fax 079 3470800, Email [email protected] www.tuinbouw.nl

Bladzijde

2/8

De activiteiten die in 2013 hebben plaatsgevonden worden hieronder toegelicht: 1. Diverse onderzoeken zoals die zijn uitgevoerd door studenten, promovendi en post-docs in de sector en bij individuele bedrijven 2. Workshop met de leden van de stuurgroep over de scope en richting van het onderzoek. De discussie werd vooraf gegaan door een korte update over de stand van het onderzoek 3. Een intervisie bijeenkomst waar alle studenten die op dat moment bezig waren met een onderzoek binnen het project naar presentaties van elkaars onderzoek luisterden en die onderzoeken vervolgens bediscussieerden 4. Workshop in juli 2013 met deelnemende bedrijven waarin enkele lopende en afgeronde onderzoeken zijn besproken en beoordeeld op hun toepasbaarheid binnen de aanwezige bedrijven en hun samenwerkingsverbanden 5. Openbare bijeenkomst in november 2013 waarin met zowel de deelnemende bedrijven als geïnteresseerde bedrijven is gesproken over wat er nodig is voor een succesvolle samenwerking tussen ketenpartners 3 6. Medewerking verleend aan DaVinc i gerelateerde onderzoeken zoals FISpace en Big Data initiatieven o.a. bij FloraHolland 7. Diverse andere vormen van disseminatie in de sector en daarbuiten, middels o.a. artikelen in en presentaties bij: o Dinalog o De Nieuwe Oogst o AgriHolland o Vakblad voor de Bloemisterij o Vervoerslogistieke Werkdagen o Logistiek.nl o Logistics CIO Forum 11. (Tussen-)resultaten behaald gedurende de periode waarover wordt gerapporteerd: Naast het uitvoeren van gepland onderzoek is in 2013 ingezet op uitbreiding van het aantal actief deelnemende bedrijven, voornamelijk in de handel. In deze nieuwe projecten trachten we de nadruk te leggen op relevante onderzoeksthema’s die tot op heden te weinig aandacht hebben gekregen. Door de aansluiting van de bedrijven achter International Plant Center Westland (Hamiplant, Noviflora, Vida Verde, Lievaart Planten en Floréac) en Fleurametz, Van der Plas, Nover Logistics en Muscari Magic staat het aantal deelnemers nu op 26. Het aantal handelsbedrijven is dus sterk toegenomen. Bij IPCW is inmiddels een student aan de slag, naast een aantal mogelijke onderzoeken die nog gepland zijn. In 2013 zijn ook opdrachten ontwikkeld met Fleurametz en Van der Plas die in 2014 tot een onderzoeken moeten leiden. Per werkpakket zijn de volgende resultaten geboekt: Werkpakket 1 – de meeste werkzaamheden die in dit werkpakket waren gepland, zijn in 2012 goeddeels afgerond. Wel is er een benchmark uitgevoerd. Deze was gericht op het vinden van 3 good practices voor bedrijven die zich in een van de DaVinc i scenario’s bevinden: welke logistieke lessen liggen er voor sierteeltbedrijven in retail, detail en e-tail ketens? Werkpakket 2 – in dit werkpakket is het volgende bereikt:

o Een studie op basis van beschikbare data naar de mogelijke voordelen van consolidatie

140127 DAVINC3I tussentijdse rapportage / 04-02-14

Bladzijde

3/8

o o

o o

en coördinatie met een hubnetwerk. Uit deze studie blijkt dat stromen tussen productieregio’s en consumptieregio’s sneller, schoner en goedkoper vervoerd kunnen worden als gebruik gemaakt wordt van hubs. De mate waarin er voordeel is, hangt af van de precieze invulling van de consolidatie en coördinatie. Het kostenvoordeel kan wel oplopen tot ongeveer 30%. Fleurametz en Van der Plas zijn aangesloten bij dit Werkpakket om een studie te laten doen naar hun logistieke netwerk. Een studie naar de impact van arbeidswet- en regelgeving op transportplanningen en hoe deze in planningen meegenomen kunnen worden om dergelijke planningen te verbeteren. Tevens draaien de eerste modellen voor integrale planningen, waar de retourstromen van logistieke middelen in worden meegenomen. Diverse presentaties en wetenschappelijke artikelen, o.a. tijdens de 26e European Conference on Operational Research in Rome en op de Rijksuniversiteit Groningen In totaal hebben 13 studenten binnen dit werkpakket onderzoek gedaan, daarvan zijn 10 studenten op dit moment nog bezig met hun onderzoek.

Werkpakket 3 – in dit werkpakket is het volgende bereikt:

o Nieuwe versie van het State of the Art rapport over ICT in de sierteelt is in november 2013 afgerond en beschrijft de best practices en uitdagingen voor ICT toepassingen in de tuinbouw in het algemeen en sierteelt in het bijzonder o In samenwerking met Tuinbouw Digitaal en het EU project FISpace is verder vorm gegeven aan het gebruik van ICT in logistiek middels een pilot met RFID in de keten van Baas Plantenservice, daar wordt in 2014 op andere wijze invulling aangegeven o Daarnaast is er (internationaal) gepubliceerd over het onderliggende concept voor virtualisering in een versketen Werkpakket 4 – in dit werkpakket is het volgende bereikt:

o In dit werkpakket zijn diverse cases onderzocht waar het gaat om samenwerkingsverbanden en hoe die vormgegeven moeten worden. Een tweetal is inmiddels (31 december 2013) afgerond, terwijl vijf zich in de afrondende fase bevinden. De specifieke aanbevelingen die in cases zijn gedaan, zijn overgenomen door partijen (Muscari Magic, Greenport Logistics) o Een kwantitatief onderzoek naar samenwerkingsverbanden is in 2013 ontwikkeld, deze zal in 2014 worden uitgevoerd onder bedrijven in de sector Werkpakket 5 – in dit werkpakket is het volgende bereikt:

o Er zijn diverse artikelen gepubliceerd in en presentaties gegeven bij:  Dinalog  De Nieuwe Oogst  AgriHolland  Vakblad voor de Bloemisterij  Vervoerslogistieke Werkdagen, het paper hiervoor is als bijlage meegestuurd bij deze tussentijdse rapportage  Logistiek.nl  Logistics CIO Forum


Bladzijde

4/8

o Een workshop met de studenten die op 27 juni met hun onderzoek bezig waren (of op het punt stonden te beginnen, dan wel hun onderzoek net hadden afgerond). Het doel van deze workshop was om de studenten met elkaar kennis te laten maken en van elkaars onderzoeken te laten leren. o Een workshop met de deelnemers op 11 juli 2013 waar de ‘top 5’ studentenonderzoeken zijn gepresenteerd en besproken. Elk van de onderzoeken is bediscussieerd en uiteindelijk op waarde beoordeeld o Op 21 november is bij het Productschap Tuinbouw een openbare bijeenkomst georganiseerd over succesvol samenwerken. Tijdens dit Kenniscafé waren ongeveer 60 vertegenwoordigers uit de sector aanwezig om te luisteren naar lessons learned 3 vanuit DaVinc i en o.a. Connekt over Lean and Green en RoseLife. Naar aanleiding van de presentatie over RoseLife is gediscussieerd over de succesfactoren van samenwerking o Ongeveer 1.250 unieke bezoekers hebben onze site www.davinc3i.com bezocht, waarvan ongeveer 60% nieuwe bezoekers waren. Zij hebben gezamenlijk ruim 6.000 pagina’s bekeken Bovenstaande resultaten zijn deels tot stand gekomen dankzij 31 studenten van de betrokken universiteiten een onderzoek hebben verricht (of momenteel verrichten) binnen het project. Zij werkten bij Bunnik Plants, FleurPlaza Europe, MuscariMagic, Greenport Logistics, LEI, IPCW, Florpartners, Oriental Group, Kwekerij A. Baas, Holstein Flower, Frugicom, FloraHolland en VGB. 2 studenten zijn na afloop bij hun gastbedrijf gebleven. 3

In 2013 hebben de volgende bedrijfspartijen actief deel aan DaVinc i deelgenomen (naast PT, VGB en FH): o Teelt (8): Oriental Group, Gro4U, Bunnik plants, Holstein Flowers, Kwekerij A. Baas, Muscari Magic, De Bloemistenkwekerij/FleurPlaza Europe, Marjoland o Handel (9: OZ Import, De Gooijer international B.V, Baas plantenservice, Flora Cadena, Noviflora, Vida Verde, Hamiplant, Hamifleurs, Floréac o Logistiek (4): Greenport Logistics, TLN, Stet Heemskerk en Nover Logistics 12. Producten opgeleverd gedurende de periode waarover wordt gerapporteerd: o Benchmark van bedrijven in de detail, retail en e-tail sector: lessen voor bedrijven in de sierteeltsector. In dit onderzoeken hebben TUE studenten 5 bedrijven onderzocht die in 3 ketens actief zijn die vergelijkbaar zijn met de DaVinc i scenario’s. Het betreft Zara, FrieslandCampina, Coolblue, Amazon en CB Logistics. Aanbevelingen op hoofdlijnen zijn o.m.:  Coördineer de logistiek vanaf het moment dat producten de kweker verlaten  Biedt een verschillend dienstenpakket aan voor resp. detail, retail en e-tail klanten  Maak een (online) marktplaats compleet met informatiediensten en analyse van die informatie  Bij online verkoop kan aanbod via gediversificeerde sites voordelig zijn (product-specifieke sites) in een B2C situatie  Bied klanten een scala aan aflevermogelijkheden in een B2C situatie  Werk samen in distributiecentra om zo consumenten efficiënt te kunnen bedienen


Bladzijde

5/8  

IT diensten en platforms vereisen specifieke competenties, bij online verkoop is het daarom verstandig gebruik te maken van een gespecialiseerde dienstverlener In een B2C scenario is het van groot belang de betalingen via een centrale speler te laten lopen

o Update van het State of the Art rapport voor ICT in de sierteelt. De analyse van de stand van zaken is gebaseerd op een inventarisatie die van eind 2011 tot begin 2012 is uitgevoerd en in oktober 2013 is geactualiseerd. Het beschrijft een aantal specifieke thema’s, identificeert good practices en analyseert de uitdagingen waar de sector voor staat. Dit onderzoek is uitgevoerd door een postdoctoraal onderzoeker van het LEI. o Studie naar het potentieel van verschillende consolidatie en coördinatieconcepten voor sierteeltlogistiek op basis van een bestaande dataset voor potplanten. Afhankelijk van de precieze invulling van het concept (‘free for all’, coördinatie en consolidatie tussen hubs en coördinatie en consolidatie in de distributie in de consumptieregio) worden mogelijkheden voor flinke (en gelijktijdige) besparingen in kosten en emissies en tevens winsten in levertijd aangetoond. Zo kunnen de kosten tot wel 28% afnemen. Dit onderzoek is uitgevoerd door de promovendus van Wageningen Universiteit. o Een eerste verkennende studie naar een nieuw logistiek concept voor de wereldwijde collectie en Europese distributie van bloemen en planten: het metromodel. In deze studie is gekeken hoe een netwerk met diverse hubs in Europa en regelmatige diensten tussen die hubs kan bijdragen aan een responsieve logistieke propositie. De eerste resultaten geven aan dat de prestaties kunnen verbeteren (in kosten, levertijd en emissies). Dit is een onderzoek van een TUE student o Onderzoek door WU studenten naar de beweegredenen voor exporterende handelsbedrijven (en kwekers) om de controle over de outbound logistiek in handen te geven van hun klanten, waarbij corruptie en een sterke klantwens als voornaamste redenen aan bod komen. o Onderzoek naar geschikte businessmodellen voor de online B2C verkoop van bloemen en planten, waarbij een zelfstandige (dienstverlenende) webshop de voorkeur heeft. Dit sluit aan bij een onderzoek naar geschikte fulfilment strategieën die dergelijke webshops zouden kunnen hanteren (WU student). Tevens heeft een andere WU student onderzoek gedaan naar de verwachtingen die consumenten hebben bij het online kopen van bloemen/planten.

13. Confrontatie van de uitgevoerde activiteiten met oorspronkelijk projectplan en fasering (gehele project tot op moment van rapportage): 3 De algehele voortgang van het project is zeer goed. Dit blijkt ook uit het feit dat DaVinc i door Dinalog in 2013 is uitgeroepen tot diamant project van 2013. Een toenemend aantal deliverables is opgeleverd, er zijn meer studenten en bedrijven betrokken. In 2011 hebben sierteeltbedrijven zo’n € 11.000 in natura aan het project bijgedragen, terwijl dit in 2012 meer dan verdubbeld was naar ongeveer € 25.000. De voorlopige cijfers voor 2013 wijzen op een bijdrage van circa € 50.000. Daarmee verloopt het project volgens plan.


Bladzijde

6/8

De toename van de bijdrage van bedrijven aan het project is mede te danken aan de inzet van studenten bij die bedrijven. De studenten leveren zo op bedrijfsniveau hun bijdrage. Via het gastbedrijf en de deelnemende universiteiten komen de bevindingen terug bij de andere deelnemende partijen. Hierbij moet voortdurend de balans worden gezocht tussen de concrete behoefte van de bedrijven en de algemene wens om vernieuwende inzichten op te leveren. In het komende jaar streven wij er naar om de bevindingen van de diverse onderzoeken zowel individueel als in gezamenlijkheid te delen met de deelnemers en andere geïnteresseerden. 14. Confrontatie met de go/no-go criteria uit het oorspronkelijke projectplan. In het oorspronkelijke projectplan is geen go/no-go besluit opgenomen. 15. Voorgestelde activiteiten voor de komende periode: Voor 2014 zijn de volgende activiteiten voorzien: o Het verder uitvoeren van diverse onderzoeken bij kwekers, handelsbedrijven en logistiek dienstverleners binnen de scope van het project, met vertaling van het onderzoek naar de praktijk van de sector o Het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek door promovendi en postdoctoraal onderzoekers op onderwerpen en niveau dat van belang is voor de sector als geheel 3 o Het organiseren van bijeenkomsten voor deelnemers om de inhoud van DaVinc i te bespreken en gezamenlijk te beoordelen waar kansen liggen o Het organiseren van openbare bijeenkomsten voor ondernemers en managers uit de 3 sector zodat ook zij kennis kunnen nemen van de inzichten die DaVinc i oplevert, inclusief een eindconferentie na afronding van het project Verder zijn de volgende specifieke resultaten voorzien: o Wetenschappelijk onderzoek naar het inrichten van responsieve logistieke netwerken en de rol die vooruitgeschoven voorraadlocaties hierin kunnen spelen, ondersteund met praktische cases bij sierteeltbedrijven. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de opdrachtomschrijvingen o Wetenschappelijk onderzoek naar planningsalgoritmen voor synchromodaal transport o Wetenschappelijk onderzoek naar ‘online’ plannen van synchromodaal transport (dit zijn aanpassingsplanningen tijdens het uitvoeren van de eerder gemaakte plannin) o Wetenschappelijk onderzoek naar de functionele eisen van een IT platform voor de sector aangevuld met een tweetal pilots in samenwerking met sierteeltbedrijven, t.w.:  Virtual Quality Monitor  Virtual Track & Plan o Wetenschappelijk onderzoek naar business modellen in samenwerking en de implementatiestrategieën van die business modellen. Dit onderzoek wordt ondersteund door concrete cases die studenten bij bedrijven onderzoeken 3

Voor wat betreft de volledig afronding van DaVinc i is er een doorloop naar de eerste maanden van 2015. De twee promovendi die in dit project actief zijn ronden in het voorjaar van 2015 formeel hun onderzoek af en zullen dan, naar verwachting, hun academische graad ontvangen in het najaar van 2015. Hun proefschriften zullen dus pas in 2015 worden opgeleverd.


Bladzijde

7/8

16. Zijn er belangrijke wijzigingen in de uitvoering van het project die leiden tot verschuivingen in de financiering binnen het oorspronkelijke projectplan en budget? Zo ja kort toelichten. De begroting zoals voorgesteld is grotendeels gerealiseerd, hoewel er wel verschillen zijn. Deze leggen we hieronder uit. (gerealiseerd, status 21 januari)  VGB en handelsbedrijven  FH, kwekers en logistiek dienstverleners  Projectmanager bedrijfsleven  Overige uitgaven (workshops, website, reiskosten) TOTAAL Ten laste van het “PT budget”

€ 024.344 € 025.000 € 082.676 € 009.920 € 141.921 € 100.000

1. Een deel van bovenstaande kosten, vooral die betrekking hebben op de projectmanager bedrijfsleven, komen ten laste van het budget dat Dinalog ter beschikking heeft gesteld. Het legt daarmee geen beslag op het budget van het PT. Bovendien heeft FloraHolland in 2013 weer besloten om het aan hen toegekende budget van € 25.000 ter beschikking van het project te stellen om zo de positie van de project manager te financieren. 2. Bovenstaande laat onverlet dat deelnemers ook in natura hebben bijdragen aan het project op het moment van schrijven is € 32.240 verantwoord. Het proces voor de verantwoording van bijdragen in natura is nog gaande in verband met de verantwoording aan Dinalog. De begroting voor 2014 is als volgt:

   

VGB en handelsbedrijven FH, kwekers en logistiek dienstverleners Projectmanager bedrijfsleven Overige uitgaven (workshops, website) TOTAAL

€ 025.000 € 025.000 € 042.500 € 007.500 € 100.000

De rol van de projectmanager bedrijfsleven is om samen met bedrijven uit de sector cases te ontwikkelen en onderzoeken te doen die een bijdrage leveren aan de doelstellingen van 3 DaVinc i. Gezien het beperkte budget is de aanstelling van de project manager voor 2014 op 0.5 fte begroot. Met bovenstaande begroting is de betrokkenheid van alle partijen voor 2014 vastgelegd en verzoeken wij het Productschap om voor 2013 wederom € 100.000 ter beschikking te stellen. Deze € 100.000 is een kwart van het bedrag dat door het Productschap is toegezegd voor de vier 3 jaar die DaVinc i duurt. De totale waarde van het project bedraagt € 2 miljoen, waarvan € 600.000 afkomstig is van deelnemende partijen en € 1 miljoen van Dinalog, het kennisinstituut voor logistiek.


Bladzijde

8/8

17. (Alleen in te vullen door afd Onderzoek PT). Opmerkingen van de onderzoekscoördinator t.b.v. de begeleidingscommissie.


Tussentijdse rapportage

Recommend Documents