1
TREASURYSTATUUT
Sprengenland Wonen
Versie Ingangsdatum Vastgesteld door het bestuur Goedgekeurd door de Raad van Commissarissen
Sprengenland Wonen
: : : :
2015-001 1 juli 2015 9 juni 2015 9 juni 2015
versie 2015-001 (1 juli 2015)
Treasurystatuut
2 INHOUDSOPGAVE 0 – Inleiding 1 – Algemeen 2 – Treasury-organisatie en -besluitvorming 2.1 – Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden 2.2 – Treasurycommissie 2.3 – Transactievoorstellen 2.4 – Verantwoording 3 – Financieren 3.1 – Definitie 3.2 – Doelstellingen 3.3 – Randvoorwaarden 4 – Beleggen 4.1 – Definitie 4.2 – Doelstellingen 4.3 – Randvoorwaarden 5 – Rentemanagement 5.1 – Definitie 5.2 – Doelstellingen 5.3 – Randvoorwaarden 6 – Rente-instrumenten 6.1 – Definitie 6.2 – Toegestane rente-instrumenten 7 – Liquiditeitenbeheer 7.1 – Definitie 7.2 – Doelstellingen 7.3 – Randvoorwaarden 8 – Debiteurenbeheer 9 – Crediteurenbeheer 10 – Financiële logistiek 10.1 – Definitie 10.2 – Doelstellingen 10.3 – Randvoorwaarden 11 – Begrippenlijst 12 – Kredietwaardigheidsbeoordelingen
Sprengenland Wonen
versie 2015-001 (1 juli 2015)
Treasurystatuut
3 0 - INLEIDING Sprengenland Wonen is als toegelaten instelling werkzaam in het kader van de volkshuisvesting. De legitimatie en kaders voor de bedrijfsuitoefening zijn ondermeer vastgelegd in de Woningwet en het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH). Het voldoen aan de volkshuisvestelijke taak en het zorg dragen voor voldoende financiële continuïteit van de onderneming maken een gedegen financieel beleid en dito uitvoering noodzakelijk. Op de balans is de leningenportefeuille dominant aanwezig. Uit de winst- en verliesrekening blijkt dat de te betalen rente op geldleningen een belangrijke stempel drukt op het jaarresultaat. De treasuryfunctie richt zich daarom in belangrijke mate op de leningenportefeuille, op de beheersing van renterisico’s en op de jaarlijkse rentekosten. De contouren waarbinnen besluiten worden genomen op het gebied van treasury zijn vastgelegd in dit treasurystatuut. In het jaarlijks op te stellen treasuryjaarplan worden de kaders van dit statuut nader uitgewerkt naar concrete doelen. Dit treasuryjaarplan maakt onderdeel van het jaarplan/de begroting. Met betrekking tot de verantwoordelijkheden, ook met betrekking tot de treasuryactiviteiten, gelden onverminderd de vigerende statuten. Het treasurystatuut geldt als een gedragscode met betrekking tot het nemen van beslissingen op het gebied van financiering, beleggen, rentemanagement, liquiditeitenbeheer en de financiële logistiek. Het waarborgen van een blijvende toegang tot de kapitaalmarkt, het beheersen van financiële risico’s, het realiseren van zo laag mogelijke kosten en het zekerstellen van voldoende liquiditeiten zijn dan ook de belangrijkste doelstellingen uit het treasurybeleid. Treasurymanagement is een proces. Het is van belang om: tekorten of overschotten in de financiering te kennen, te kwantificeren en in de gewenste richting te dirigeren de (financiële) risico’s te identificeren, te kwantificeren en in de gewenste richting te dirigeren de kosten van de financiering en het financiële beheer en het financiële verkeer te beperken. Het treasuryproces geeft invulling aan de volgende treasurytaken: financieren beleggen rentemanagement liquiditeitenbeheer financiële logistiek. Daar waar van toepassing is het risicomanagement in de afzonderlijke hoofdstukken nader uitgewerkt. Het treasurystatuut wordt vastgesteld door de directeur-bestuurder en wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Commissarissen. Wijzigingen kunnen uitsluitend worden doorgevoerd na een besluit daartoe door de directeur-bestuurder en na goedkeuring van deze wijzigingen door de Raad van Commissarissen. Het statuut wordt eens in de drie jaar op actualiteitswaarde getoetst en zo nodig aangepast, tenzij op grond van gewijzigde regelgeving dit eerder noodzakelijk wordt geacht. Dit treasurystatuut is eveneens van toepassing op de 100%-deelnemingen van Sprengenland Wonen.
Sprengenland Wonen
versie 2015-001 (1 juli 2015)
Treasurystatuut
4 1 - ALGEMEEN Sprengenland Wonen wil een blijvende toegang tot de financiële markten waarborgen teneinde de beschikbaarheid van voldoende financiële middelen zeker te stellen. Dit wordt onder meer bewerkstelligd door blijvend te voldoen aan de door geldgevers en sectorinstituten Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) en Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) gestelde eisen, alsmede aan de beleidsregels van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Met betrekking tot de verantwoordelijkheden, ook voor de treasuryactiviteiten, gelden onverminderd de statuten van Sprengenland Wonen, alsmede het reglement Raad van Commissarissen en het bestuursreglement. Door Sprengenland Wonen wordt er aan treasury geen winstverantwoordelijkheid toegekend. De primaire taak van treasury is het beheren en beheersen van financiële posities die voortvloeien uit de normale bedrijfsactiviteiten en wel op een zodanige wijze dat: de daaraan verbonden risico’s worden beheerst de daarmee gepaard gaande kosten worden geminimaliseerd/beperkt (met inachtneming van de risico’s en beleidsregels) de te realiseren opbrengsten worden gemaximaliseerd/verhoogd. Beschikbare middelen worden primair binnen de eigen organisatie aangewend. Het aangaan van transacties en het afnemen van bancaire diensten geschiedt tegen marktconforme voorwaarden. Offertes worden bij minimaal 3 partijen verkregen. (laatste zin van deze alinea vervallen) Transacties, in het bijzonder het beleggen, het uitzetten van tijdelijk overtollige liquide middelen, dan wel het aangaan van rente-instrumenten, worden overeengekomen met uitsluitend kredietwaardige partijen met een hoofdvestiging in een Europese lidstaat. De kredietwaardigheid van tegenpartijen dient door een onafhankelijke kredietbeoordelaar (Standard & Poors, Moody’s en Fitch) te worden vastgesteld. De opzet en werking van de administratie organisatie en de interne controles rondom treasury zijn beschreven. Deze werking wordt jaarlijks door de controller en, als onderdeel van de jaarrekeningcontrole, door de externe accountant getoetst. Daar waar in dit treasurystatuut bepaalde kredietwaardigheidsbeoordelingen worden vermeld, betreft dit de benaming zoals die worden gehanteerd door Standard & Poors. In hoofdstuk 12 zijn de classificaties van Standard & Poors afgezet tegen gelijke classificaties van Moody’s en Fitch.
Sprengenland Wonen
versie 2015-001 (1 juli 2015)
Treasurystatuut
5 2 - TREASURYORGANISATIE EN -BESLUITVORMING Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de functionarissen die een rol spelen in het treasuryproces. Van ieder worden de belangrijkste taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden samengevat. Een aantal van hen is deelnemer aan een periodiek treasuryoverleg. Vervolgens wordt beschreven hoe besluiten (op basis van een transactievoorstel) worden genomen en uitgevoerd en waar een transactievoorstel minimaal aan moet voldoen. Tot slot komt de verantwoording aan bod.
2.1 - Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Raad van Commissarissen geeft goedkeuring aan het treasurystatuut en de eventuele wijzigingen daarin. geeft middels goedkeuring van het treasuryjaarplan mandaat voor het uitvoeren van de in dit jaarplan opgenomen transacties. geeft goedkeuring aan transactievoorstellen die buiten het bereik van dit treasurystatuut vallen. laat zich informeren over en houdt toezicht op het gevoerde treasurybeleid. verleent goedkeuring aan het gevoerde treasurybeleid via de verklaring bij de jaarrekening. Directeur-bestuurder stelt het treasurystatuut en eventuele wijzigingen hierin vast (met toetsing vooraf door de Raad van Commissarissen). stelt de werkwijze middels processen en procedures binnen de treasury vast. laat zich periodiek informeren over de treasuryactiviteiten. neemt besluiten op grond van transactievoorstellen, die passen binnen het treasurystatuut. vertegenwoordigt Sprengenland Wonen bij financiële instellingen op directie- en bestuurlijk niveau. legt aan de Raad van Commissarissen voorstellen voor, die buiten het bereik van dit statuut vallen. legt verantwoording af aan de Raad van Commissarissen. Manager Bedrijfsvoering initieert en coördineert de beleidsvoorbereidende informatievoorziening. beoordeelt transactievoorstellen op wenselijkheid. geeft uitvoering aan de operationele treasuryactiviteiten. houdt toezicht op de naleving van besluiten en richtlijnen door medewerkers binnen het treasuryproces. legt binnen 2 weken, nadat de rating van de tegenpartij van een uitzetting, belegging of een renteinstrument wordt verlaagd, een advies voor aan de treasurycommissie. bereid een besluitvormingsvoorstel aan de Raad van Commissarissen voor indien het besluit in de treasurycommissie niet wordt gedekt door de in het vastgestelde jaarplan opgenomen transacties. vertegenwoordigt Sprengenland Wonen bij financiële instellingen op operationeel niveau. legt verantwoording af aan de Directeur-bestuurder. Financieel-economisch medewerker legt iedere treasurytransactie vast in de (financiële) administratie. administreert de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en de financiële administratie. voert de operationele treasuryactiviteiten op het gebied van het liquiditeitenbeheer uit. is uitsluitend bevoegd te handelen op basis van getekende transactievoorstellen. houdt het beschikbare ruimte binnen het borgingsplafond bij het WSW bij. stelt maandelijks de liquiditeitsprognose en jaarlijks de meerjarenkasstroomprognose op. legt verantwoording af aan de Manager Bedrijfsvoering.
Sprengenland Wonen
versie 2015-001 (1 juli 2015)
Treasurystatuut
6 Controller houdt marktinformatie, kennis van financiële markten en de werking van financiële producten bij. bereidt de bijeenkomsten van de treasurycommissie voor. verzorgt de verslaglegging ten behoeve van de rapportage aan de Raad van Commissarissen. stelt ten behoeve van de treasurycommissie rapportages en analyses op. voorziet concept-transactievoorstellen voor de treasurycommissie van een advies. ziet erop toe dat de condities die worden aangegaan in financiële contracten worden uitgevoerd conform de vigerende statuten, reglementen en het treasurystatuut. vertegenwoordigt Sprengenland Wonen bij de sectorinstituten CFV en WSW. adviseert over wijzigingen in het treasurystatuut.
2.2 - Treasurycommissie Periodiek vindt overleg plaats over treasury-aangelegenheden. Dit overleg vindt minimaal tweemaal per jaar plaats. De treasurycommissie bestaat vanuit de eigen organisatie uit de volgende functionarissen: Directeur-bestuurder Manager Bedrijfsvoering Financieel-economisch medewerker Controller. Indien hiertoe aanleiding bestaat kunnen daarnaast nog één of meer extern deskundige(n) de bijeenkomsten bijwonen. Deze externe deskundigen vervullen uitsluitend een advies- en klankbordfunctie. De bijeenkomsten van de treasurycommissie worden voorgezeten door de directeur-bestuurder. Besluiten, die passen binnen het treasurystatuut, worden uiteindelijk genomen door de directeur-bestuurder op basis van schriftelijke transactievoorstellen. De overige leden van de treasurycommissie adviseren de directeurbestuurder gevraagd en ongevraagd over treasuryvraagstukken. De overwegingen die tot het besluit hebben geleid, worden genotuleerd. De effecten van de te nemen besluiten op toekomstige financieringsbehoefte en risicoposities worden inzichtelijk gepresenteerd. In de bijeenkomsten van de treasurycommissie worden in ieder geval de volgende onderwerpen behandeld: ontwikkelingen en financiële transacties over de afgelopen periode het borgingsplafond bij het WSW liquiditeitsprognoses (eerste jaar op maandbasis en een reeks van 10 jaar op jaarbasis) eventuele spreiding van beschikbare liquiditeiten over meerdere banken/tegenpartijen renterisico-analyses renteontwikkelingen en -verwachtingen toets op basis van de financiële ratio’s van het WSW ingebrachte transactievoorstellen, inclusief effecten op het risicoprofiel en de financieringsbehoefte. Van elke bijeenkomst worden notulen gemaakt. Deze notulen worden naar de treasurycommissie en, ter informatie, naar de Raad van Commissarissen gezonden. De uitvoering van besluiten op het gebied van financieren, beleggen en rentemanagement geschiedt uitsluitend op basis van een door de Raad van Commissarissen vastgesteld treasuryjaarplan, dan wel aanvullende besluitvorming dienaangaande. De uitvoeringsbesluiten op het gebied van het liquiditeitenbeheer worden genomen binnen de vaste kaders van de vastgestelde procedures.
Sprengenland Wonen
versie 2015-001 (1 juli 2015)
Treasurystatuut
7 2.3 - Transactievoorstellen Transactievoorstellen worden, waar mogelijk en zinvol, voorzien van een kosten/batenanalyse. Een transactievoorstel dient minimaal de volgende onderwerpen te beschrijven:
Uitgangssituatie: geeft een beschrijving van de situatie die aanleiding geeft tot het voorstel Marktomstandigheden: geeft een indicatie van actuele marktverhoudingen en tarieven Doel van de transactie: geeft een korte beschrijving van wat met het voorstel wordt beoogd Uitwerking van de transactie: geeft een korte beschrijving van de wijze waarop het beoogde doel gerealiseerd zal worden, inclusief vermelding van de eisen en de voorwaarden die aan een eventuele bemiddelende partij worden gesteld Alternatieven: geeft, voor zover aanwezig, andere mogelijkheden om hetzelfde doel te bereiken, met eventuele voor- en nadelen Randvoorwaarden: geeft de beperkingen aan waarbinnen de transactie kan/mag worden uitgevoerd Besluit: is de formele vastlegging van het genomen besluit door middel van ondertekening ervan door de bestuurder. Voor zover dit besluit past binnen het vastgestelde treasuryjaarplan geldt dit besluit voor de Manager Bedrijfsvoering als een mandaat voor de uitvoering hiervan. Indien het besluit niet past binnen het vastgestelde treasuryjaarplan wordt het bestuursbesluit geagendeerd en genotuleerd voor de eerstvolgende reguliere vergadering van de Raad van Commissarissen. De uitvoering van dit besluit kan niet eerder plaatsvinden dan na een goedkeurend besluit in de vergadering van de Raad van Commissarissen.
2.4 - Verantwoording Zodra de Financieel-economisch medewerker op basis van een goedgekeurd transactiebesluit, en in overleg met en met instemming van de Manager Bedrijfsvoering, een treasury-transactie uitvoert, informeert deze terstond de leden van de treasurycommissie hierover. De Manager Bedrijfsvoering dient te controleren of de overeenkomst wordt uitgevoerd binnen de randvoorwaarden van het goedgekeurde transactievoorstel. De Manager Bedrijfsvoering legt per kwartaal verantwoording af aan de directeur over het gevoerde treasurybeleid en de resultaten van geëffectueerde transacties en maatregelen. De bestuurder legt ieder kwartaal en jaarlijks, via het jaarverslag, verantwoording af aan de Raad van Commissarissen over het gevoerde treasurybeleid.
Sprengenland Wonen
versie 2015-001 (1 juli 2015)
Treasurystatuut
8 3 - FINANCIEREN 3.1 - Definitie Onder financieren wordt verstaan het voor langere termijn aantrekken van gelden bij derden. Hierbij geldt een minimale looptijd van twee jaar.
3.2 - Doelstellingen
Stabiliteit in de jaarlijkse rentekosten: doordat jaarlijks slechts een deel van de financieringsbehoefte onderhevig is aan een renteaanpassing (waaronder ook begrepen herfinanciering) blijven de fluctuaties in de jaarlijkse rentekosten beperkt. Realisatie van zo laag mogelijke financieringskosten: één en ander binnen de kaders van het rentemanagement. Flexibiliteit: binnen de leningenportefeuille moet voldoende ruimte bestaan om adequaat in te spelen op wijzigingen in de financieringsbehoefte.
3.3 - Randvoorwaarden
De financieringsbehoefte wordt vastgesteld op basis van een actuele prognose. Deze prognose kent een planningshorizon van minimaal 10 jaar. De opbouw van de huidige leningenportefeuille en meerjarige kasstroomprognoses zijn bepalend voor het aantrekken van leningen. De keuze van modaliteiten (looptijd, hoofdsomverloop en rentebetalingen en -conversies) van financiering mag niet leiden tot bovenmatige renterisico’s en dient te voldoen aan de beleidsregels van het WSW en het BZK. Er worden geen leningen aangetrokken ter dekking van een financieringsbehoefte die meer dan 3 jaar in de toekomst ligt. De coupondata dienen zoveel mogelijk over de maanden van het jaar verspreid te liggen. Hierdoor wordt het liquiditeitenbeheer geoptimaliseerd. Sprengenland Wonen zal blijvend voldoen aan de door het WSW vastgestelde beleidsregels, waaronder het Eigen Middelen Beleid. Ongeborgde financiering wordt uitsluitend met voorafgaande goedkeuring van de Raad van Commissarissen aangetrokken. De eisen en voorwaarden die aan een bemiddelende partij worden gesteld zijn opgenomen in het transactievoorstel.
Sprengenland Wonen
versie 2015-001 (1 juli 2015)
Treasurystatuut
9 4 - BELEGGEN 4.1 - Definitie Beleggen is het tijdelijk uitzetten van middelen die niet voor lopende betalingen benodigd zijn.
4.2 - Doelstellingen Het beleggingsbeleid is dienstbaar aan het realiseren van de gewenste volkshuisvestelijke doelstellingen en is op transparante wijze gericht op de financiële continuïteit. Dit wordt vormgegeven door: het aantrekken en afstoten van beleggingen is uitsluitend ingegeven op het beperken van risico’s van het financiële beleid en beheer en op de financiële continuïteit. uitsluitend risicomijdend te beleggen. het niet hanteren van een rentevisie op basis waarvan beleggingsbesluiten worden genomen. het uitsluitend beleggen van de niet voor lopende betalingen benodigde middelen.
4.3 - Randvoorwaarden
Near-banking-activiteiten (het aantrekken van middelen met het doel deze met winst uit te zetten) zijn niet toegestaan. Beleggingen worden uitgezet bij financiële ondernemingen, die gevestigd zijn in een lidstaat die ten minste beschikt over een AA-rating en voor henzelf en voor de door hen uitgegeven waardepapieren kunnen aantonen dat ze ten minste over een AA-rating beschikken. Deze rating dient te zijn afgegeven door ten minste twee van de drie ratingbureaus als genoemd in hoofdstuk 1. Indien de kredietwaardigheid van een financiële onderneming, dan wel de staat waarin deze is gevestigd, wordt verlaagd tot een niveau lager dan AA zal worden onderzocht of, en tegen welke kosten, lopende beleggingen kunnen worden afgewikkeld. Beleggingen zijn slechts toegestaan indien op de einddatum een inleg- of hoofdsomgarantie is afgegeven. Beleggingen mogen uitsluitend plaatsvinden in Euro’s. De looptijd van een belegging dient in verhouding te staan tot de periode waarin de belegde middelen feitelijk niet benodigd zijn om aan de lopende financiële verplichtingen te kunnen voldoen, zoals blijkt uit de kasstroomprognose. Beleggingen hebben een maximale looptijd van 5 jaar. De intentie van de belegging is dat deze tot aan het eind van de looptijd wordt aangehouden. Beleggingen in aandelen en achtergesteld papier zijn niet toegestaan. Collegiale financiering kan uitsluitend plaatsvinden na een expliciet besluit van de Raad van Commissarissen, waarin de exacte voorwaarden zijn vastgelegd. Er mogen geen overeenkomsten worden aangegaan waarin clausules worden gehanteerd die op enigerlei wijze de uitoefening van het toezicht op Sprengenland Wonen belemmeren.
Sprengenland Wonen
versie 2015-001 (1 juli 2015)
Treasurystatuut
10 5 - RENTEMANAGEMENT 5.1 - Definitie Rentemanagement betreft het geheel aan maatregelen ter beheersing van renteresultaten en bescherming van het eigen vermogen tegen de nadelige invloed van rentebewegingen. De omvang van het renterisicovolume wordt gemeten aan de hand van het (netto) geldvolume dat in enig jaar gevoelig is voor rentebewegingen. Dit omvat de totale kasstroom aangevuld met renteconversies, na aftrek van het matigende effect van rente-instrumenten. Voor de beoordeling van de omvang van het risicovolume wordt de jaarlijkse risicopositie (totale kasstroom aangevuld met renteconversies en gecorrigeerd voor het gebruik van rente-instrumenten) uitgedrukt in een percentage van het totaal van de financiering aan het einde van het jaar waarop dit risico betrekking heeft (= relatief risico). De totale financiering wordt gevormd door het totaal van opgenomen leningen vermeerderd met de jaarlijkse financieringsbehoefte en verminderd met eventuele beschikbare liquiditeiten.
5.2 - Doelstellingen
Evenwichtige spreiding van risico’s: door de vervalkalender zo veel mogelijk te egaliseren en (in principe) geen leningen met renteconversiemomenten af te sluiten wordt het jaarresultaat minder gevoelig voor renteschommelingen in enig jaar. Beperking van rentekosten: het realiseren van een zo laag mogelijke vermogenskostenvoet van het vreemd vermogen.
5.3 - Randvoorwaarden renterisico
Het relatieve renterisico mag in principe maximaal 15% bedragen in enig jaar. Indien een hogere waarde wordt voorzien dient in het jaarplan aangegeven te worden welke omvang het (extra) risico betreft en welke mogelijke maatregelen hiervoor zijn of worden getroffen. Er worden geen renteafspraken gemaakt voor renteconversies op leningen die verder dan 6 maanden in de toekomst liggen. Ter afdekking van het renterisico wordt het gebruik van enkele rente-instrumenten toegestaan. De regels waaraan het gebruik van rente-instrumenten is onderworpen worden in het hoofdstuk ‘renteinstrumenten’ nader uitgewerkt.
Sprengenland Wonen
versie 2015-001 (1 juli 2015)
Treasurystatuut
11 6 - RENTE-INSTRUMENTEN 6.1 - Definitie Rente-instrumenten (derivaten) zijn financiële producten, waarmee renterisico’s kunnen worden afgedekt of het rentetype van een onderliggende financiering worden veranderd. Er vindt geen uitwisseling van hoofdsommen plaats bij het toepassen ervan. Rente-instrumenten maken het mogelijk om, los van een lening, het renterisico af te dekken, maar kunnen tegelijkertijd ook andere risico’s oproepen, namelijk tegenpartijrisico of liquiditeitsrisico.
6.2 - Toegestane rente-instrumenten Sprengenland Wonen wil uitsluitend rente-instrumenten inzetten als ‘verzekering’ en staat om die reden uitsluitend het gebruik van een rente cap toe. Hierbij bestaat het risico namelijk uitsluitend uit de te betalen premie voor de aanschaf van deze rente cap. Het maximale risico is daarmee dus op voorhand al volledig bekend. Verder zijn de bepalingen uit de ‘Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting’ bepalend over beoogde rente-instrumenten daadwerkelijk worden ingezet.
Sprengenland Wonen
versie 2015-001 (1 juli 2015)
Treasurystatuut
12 7 - LIQUIDITEITENBEHEER 7.1 - Definitie Onder liquiditeitenbeheer wordt verstaan het beheer van saldi in rekening-courant en de portefeuille geldmarkttransacties met een oorspronkelijke looptijd van maximaal twee jaar.
7.2 - Doelstellingen
Het zekerstellen van de beschikbaarheid van middelen: er moeten te allen tijde voldoende liquiditeiten en faciliteiten beschikbaar zijn om aan alle lopende betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Het realiseren van een hoger rendement: geldmarkttransacties moeten tot doel hebben het korte termijn renteresultaat over liquiditeitsoverschotten en -tekorten te verbeteren (maximalisatie van renteopbrengsten, minimalisatie van rentekosten).
7.3 - Randvoorwaarden
Besluiten worden genomen op basis van een liquiditeitsplanning. De planning wordt maandelijks geactualiseerd en kent een horizon van minimaal twaalf maanden. Uitzettingen zijn toegestaan in de vorm van rekening-courant, onderhandse leningen, deposito’s of hiermee vergelijkbare rentedragende spaar- en beleggingsproducten. Uitzettingen mogen alleen plaatsvinden in solide tegenpartijen met een hoofdvestiging in een Europese lidstaat. De kredietwaardigheid van deze tegenpartijen dient door minimaal twee onafhankelijke kredietbeoordelaars als minimaal AA te zijn beoordeeld. Dit geldt zowel voor de debiteur zelf, als voor de staat waarin zij is gevestigd. Indien de kredietwaardigheid van een debiteur, dan wel de staat waarin deze is gevestigd, wordt verlaagd tot een niveau lager dan AA zal onderzocht worden of, en tegen welke kosten, lopende beleggingen kunnen worden afgewikkeld. Indien de beschikbare liquiditeiten een forse omvang kennen, langdurig van aard zijn en niet ingezet kunnen worden voor (economisch gezien verantwoorde vervroegde) aflossing van geldleningen worden deze liquiditeiten verspreid over meerdere banken/tegenpartijen. Besluitvorming over deze spreiding vindt plaats binnen de treasurycommissie. Uitzettingen bij andere corporaties zijn toegestaan mits de tegenpartij beschikt over voldoende additionele financieringsruimte bij het WSW. Collegiale financiering per corporatie is toegestaan voor maximaal 50% van de ruimte binnen haar borgingsplafond. Een besluit tot collegiale financiering vergt voorafgaande instemming van de Raad van Commissarissen van beide corporaties. Voor kortgeldfaciliteiten (faciliteiten die een looptijd kennen korter dan twee jaar en die geen WSWborging hebben) geldt een maximum van 7,5% van de materiële vaste activa gewaardeerd tegen bedrijfswaarde. Indien er meer dan € 4.000.000 aan liquide middelen beschikbaar is dienen deze middelen verspreid te worden over minimaal 3 banken. Er mag per bank niet meer dan 50% van de totaal beschikbare liquide middelen gestald te worden.
Sprengenland Wonen
versie 2015-001 (1 juli 2015)
Treasurystatuut
13 8 - DEBITEURENBEHEER Het debiteurenbeheer richt zich op de beperking van de uitstaande debiteurenpositie en de daarmee samenhangende rentederving. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen het traject tot facturering en de maatregelen om een correcte en tijdige ontvangst te bewerkstelligen. Ten aanzien van het debiteurenbeheer (zowel huurdebiteuren als overige debiteuren) zijn proces- en procedurebeschrijvingen van toepassing.
Sprengenland Wonen
versie 2015-001 (1 juli 2015)
Treasurystatuut
14 9 - CREDITEURENBEHEER Het crediteurenbeheer richt zich enerzijds op de maatregelen die moeten voorkomen dat Sprengenland Wonen onnodig eerder betaalt dan noodzakelijk of gewenst is, waardoor er sprake is van rentederving en anderzijds op de maatregelen die moeten worden voorkomen dat de corporatie wordt geconfronteerd met boetes of extra rentelasten door te late betaling. Facturen worden niet eerder betaalbaar gesteld dan nadat de prestatie is verricht en de factuur is geverifieerd. In principe zijn de inkoopvoorwaarden van Sprengenland Wonen leidend in relatie tot de verdere afhandeling van de facturen. Ten aanzien van het crediteurenbeheer zijn proces- en procedurebeschrijvingen van toepassing.
Sprengenland Wonen
versie 2015-001 (1 juli 2015)
Treasurystatuut
15 10 - FINANCIELE LOGISTIEK 10.1 - Definitie Financiële logistiek heeft betrekking op: de structuur en het gebruik van betaalrekeningen bij banken de organisatie van het betalingsverkeer over deze rekeningen het gebruik van betaalinstrumenten en de informatievoorziening over dit betalingsverkeer. De kosten van het betalingsverkeer worden onderverdeeld in provisies en vaste tarieven.
10.2 - Doelstellingen
Het minimaliseren van de kosten van het betalingsverkeer. Het voorkomen van fraude en vergissingen bij het betalingsverkeer en het beheer van liquiditeiten.
Door een stelsel van maatregelen (preventief en repressief) wordt voorkomen dat geldmiddelen op onrechtmatige wijze aan Sprengenland Wonen kunnen worden onttrokken. De maatregelen daaromtrent en de beheersing maken onderdeel uit van het systeem van administratieve organisatie en interne beheersing.
10.3 - Randvoorwaarden
Er bestaat te allen tijde inzicht in de verwachte inkomsten uitgaven voor de eerstvolgende maand, de beschikbare ruimte op de rekening-courant faciliteit en eventuele kasgeldfaciliteiten. Aan de huisbank(en) wordt/worden minimaal de volgende eisen gesteld: dient minimaal over een AA-kredietwaardigheidsbeoordeling te beschikken vestiging in Nederland voldoende kennis op het gebied van volkshuisvesting is qua reputatie niet in opspraak moet een rol kunnen vervullen op het gebied van ongeborgde financiering marktconforme tarieven (betalingsverkeer, credit- en debetrente). De kostenstructuur van het betalingsverkeer dient inzichtelijk te zijn. Minimaal iedere 3 jaar worden de tarieven getoetst op marktconformiteit en vindt een evaluatie plaats van de dienstverlening door de bank. Mocht hierover twijfel bestaan, dan wordt bij minimaal één andere bank offerte aangevraagd. Bankrekeningen mogen alleen geopend of gesloten worden na goedkeuring van de directeur. Bankprocuratie voor het betalingsverkeer is geregeld in een interne machtigingsregeling en opgetekend in het vigerende procuratiereglement van Sprengenland Wonen.
Sprengenland Wonen
versie 2015-001 (1 juli 2015)
Treasurystatuut
16 11 - BEGRIPPENLIJST Deposito Het beleggen van een vast bedrag gedurende een vaste periode (meestal een veelvoud van een maand) tegen een van te voren afgesproken vergoeding. Financieringsrisico Het risico dat geen nieuwe financiering kan worden aangetrokken. Kredietbeoordelaar Onafhankelijke organisatie die zich onder meer toelegt op de beoordeling van de kredietwaardigheid van tegenpartijen (op lange termijn). Bekende kredietbeoordelaars zijn Standard & Poor’s (S&P), Moody’s en Fitch, die ieder hun eigen rating-kwalificaties kennen. In hoofdstuk 12 zijn de verschillende ratings per kredietbeoordelaar naast elkaar weergegeven. Looptijd De periode die resteert tot het moment dat de voorwaarden van een lening of belegging wijzigen. Onderscheid wordt gemaakt naar liquiditeitstypische looptijd (de periode die resteert tot het moment dat de lening moet worden afgelost dan wel een belegging vrijvalt) of rentetypische looptijd (de periode die resteert tot het moment dat de rente op een lening of belegging een herziening ondergaat). Obligatie Verhandelbaar bewijs van deelname in het vreemde vermogen van een onderneming voor een van te voren overeengekomen periode tegen een van te voren overeengekomen vergoeding (couponrente). Onderhandse lening Onverhandelbaar bewijs van deelname in het vreemde vermogen van een onderneming voor een van te voren overeengekomen periode tegen een van te voren overeengekomen vergoeding. Rente cap Een rente cap is een renteoptie met een afschermende werking. De koper van de rente cap ontvangt, als de werkelijke rente op vooraf bepaalde data hoger is dan het referentietarief, het verschil van de verkoper. Bij een lagere werkelijke rente vindt er geen verrekening plaats. De koper van een rente cap betaalt een premie die onder meer afhankelijk is van de looptijd en de contractrente. Renteconversie Bij een renteconversie dient over een bestaande lening de rente voor de opvolgende rentevastperiode opnieuw te worden overeengekomen. Rente-instrument Een rente-instrument is een financieel contract waarmee het renterisico over een lening of belegging kan worden veranderd of beïnvloed. Onderscheid wordt gemaakt naar instrumenten met een fixerende werking (het tarief wordt vastgelegd) en instrumenten met een beschermende werking (het tarief wordt gelimiteerd). Een rente-instrument kan het (her)financieringsrisico niet beïnvloeden. Renterisico De mogelijkheid dat het toekomstig resultaat en/of vermogensverhoudingen nadelig worden beïnvloed als gevolg van ontwikkelingen in de rente. Het risico in absolute zin is de optelsom van jaarlijkse cashflow en renteaanpassingen in een bepaalde periode. Aanpassingen in de rente kunnen betrekking hebben op leningen en beleggingen, maar ook op rente-instrumenten. Bij het risico in relatieve zin wordt het absolute renterisico gedurende een bepaalde periode in een percentage van de financieringsbehoefte ultimo periode uitgedrukt.
Sprengenland Wonen
versie 2015-001 (1 juli 2015)
Treasurystatuut
17 12 - KREDIETWAARDIGHEIDSBEOORDELINGEN Standard & Poors
Moody’s
Fitch
Extreem sterke capaciteit om aan financiële verplichtingen te voldoen.
AAA
Aaa
AAA
Zeer sterke capaciteit om aan financiële verplichtingen te voldoen.
AA
Aa2
AA
A
A2
A
Baa2
BBB
Standard & Poors
Moody’s
Fitch
Extreem sterke respectievelijk sterke capaciteit om aan financiële verplichtingen te voldoen.
A-1 (+)
P-1
F-1(+)
Voldoende capaciteit om aan verplichtingen te voldoen. Echter, gevoeliger voor veranderende omstandigheden.
A-2
P-2
F-2
Adequate capaciteit om aan financiële A-3 verplichtingen te voldoen. Veranderende omstandigheden kunnen de capaciteit verzwakken. Lager dan deze rating beleggen wordt als speculatief gezien.
P-3
F-3
Tegenpartij is kwetsbaar. Beleggen is speculatief.
Not Prime
B
LANGETERMIJNRATINGS
Veiligheidsmarges echter minder hoog dan bij AAA. Sterke capaciteit om aan financiële verplichtingen te voldoen. Echter, gevoeliger voor veranderende omstandigheden.
Adequate capaciteit om aan financiële BBB verplichtingen te voldoen. Veranderende omstandigheden kunnen de capaciteit verzwakken. Lager dan deze rating beleggen wordt als speculatief gezien.
KORTETERMIJNRATINGS
Sprengenland Wonen
B
versie 2015-001 (1 juli 2015)
Treasurystatuut