Eindresultaten RAAK Publiek Regionaal Innovatieprogramma
TransFysA, meten in de praktijk
Consortium Transparante Fysiotherapie in Achterstandsgebieden (TransFysA)
Hogeschool Utrecht Faculteit Gezondheidszorg Lectoraat Leefstijl en Gezondheid juni 2012
Inhoud Dankwoord
3
Inleiding
4
Resultaten
6
Doelstelling 1: Ontwikkeling van een webapplicatie welke zelfstandig in te vullen is door Nederlandse en Turkse fysiotherapiepatiënten
6
Doelstelling 2: Vijfentwintig fysiotherapeuten in de regio van het Regionaal Genootschap Fysiotherapie Midden Nederland (RGF-MN) passen in 50% van de behandelcycli van Nederlandse en Turkse patiënten de TTS toe
11
Doelstelling 3: Het plan van aanpak voor het vervolgtraject van TransFysA is gereed
12
Doelstelling 4: De kennis die wordt opgedaan gedurende het TransFysA project is gedissemineerd
12
Overige succesfactoren - Er is een helder inzicht verkregen in de mate van voorkomen en de gevolgen van laaggeletterdheid van Turkse en Nederlandse fysiotherapiepatiënten - Na afloop van TransFysA is het kennisnetwerk duurzaam in stand gebleven
Literatuur
14
16
2
DANKWOORD De ontwikkeling van de Nederlandse en Turkse versie van het prototype van de Talking Touch Screen is tot stand gekomen door de medewerking van een groot aantal mensen. Naast de subsidieverstrekker Stichting Innovatie Alliantie en de consortiumpartners van TransFysA zijn wij daarom grote dank verschuldigd aan: - de 273 fysiotherapiepatiënten die hebben meegewerkt aan het testen van de vragenlijsten - Inez de Graaf en Martien Klaassen, docenten van het ROC Midden Nederland, voor het openstellen van hun cursusbijeenkomsten voor laaggeletterden voor onderzoekers van TransFysA - de 14 laaggeletterde cursisten van het ROC Midden Nederland voor het helpen met het ontwikkelen van de Nederlandstalige versie het prototype van de Talking Touch Screen - de leden van het vrouwenbestuur en de 7 laaggeletterde bezoekers van de Turkse Mescid-i-Aksa Moskee in Utrecht voor het helpen met het ontwikkelen van de Turkstalige versie van het prototype van de Talking Touch Screen - de studenten van de Hogeschool Utrecht voor hun hulp bij de ontwikkeling en het testen van het prototype van de TTS, het ontwikkelen van de website www.transfysa.nl en het ontwikkelen van de scholingsmodule ‘Gezondheidsvaardigheid’: Tugba Coban (Farmakunde), Sara de Wolf (Oefentherapie Cesar), Freshta Nawabi (Oefentherapie Cesar), Ilse Topper (Fysiotherapie), Sevda Askar (Farmakunde), Frank van Rooden (Technische Informatica), Stefan Marchal (Technische Informatica), Marlous de Waard (Fysiotherapie), Liska Peelen (Fysiotherapie), Tino van Duuren (Digitale Communicatie), Marvin ten Böhmer (Digitale Communicatie), Jorik Haksteen (Digitale Communicatie), Denesh Banwarie (Digitale Communicatie), Marjolein Min (Leefstijl Arbeid en Gezondheid), Nory Lansing (Fysiotherapie) - acteur Bengt Kropmans voor het inspreken van de helpfilmpjes van één van de conceptversie van het prototype van de Talking Touch Screen - de 25 fysiotherapeuten die mee hebben gewerkt aan de ontwikkeling en het testen van het prototype van de Talking Touch Screen: Annemarie Kuitert, Elli van Leeuwen, Miranda Renders, Ron Perdon, Barbara Wevers-van Beusekom, Judith den Akker, Sonja de Cocq, Wendy Takens, Allison Haanen, Jolanda Kool, Evelien Bruggeman, Lienet Vegter, Mirjam Egelkraut, Stefan Gresnigt, Cees van Woerden, Anton Vácha, Barbara de Muinck, Cor Zagers, Jolanda Hooyer, Sophie Wenger, Okkes Elcim, Marijn Didderen, Lotte Tegel, Ronald Fielmich, Judith Blankstein.
3
INLEIDING Fysiotherapeuten gebruiken steeds vaker vragenlijsten om het effect van de behandeling te meten. Ook kunnen vragenlijsten de communicatie tussen de fysiotherapeut en de patiënt makkelijker maken. Helaas kunnen veel mensen de vragenlijsten niet goed invullen. Dit komt omdat in Nederland ongeveer 1,5 miljoen volwassen moeite hebben met lezen en schrijven in de Nederlandse taal (1). Het TransFysA project is gericht op fysiotherapiepatiënten die moeite hebben met lezen en schrijven in de Nederlandse taal. Het doel van het project is om fysiotherapeutische vragenlijsten zelfstandig hanteerbaar te maken voor alle patiënten. Voor u ligt de eindrapportage van het project TransFysA. TransFysA is een afkorting van Transparante Fysiotherapie in Achterstandswijken. Het project is tot stand gekomen met behulp van financiering uit de stimuleringsregeling 'RAAK publiek' van Stichting Innovatie Alliantie. De looptijd van het project is 1 augustus 2010 tot 1 augustus 2012. Gedurende deze periode is een prototype van een Nederlands- en Turkstalige versie van een Talking Touch Screen (TTS) ontwikkeld. De TTS is ontwikkeld volgens de 'user centered design'-methode (2). Deze methode stelt de behoeften, wensen en mogelijkheden van gebruikers centraal bij ieder onderdeel van het ontwerpproces. De inhoud en functionaliteit van het prototype van de Nederlands- en Turkstalige TTS is ontwikkeld met behulp van docenten en laaggeletterde cursisten van het ROC midden Nederland, bestuurders en laaggeletterde bezoekers van de Turkse Mescid-iAksa Moskee in Utrecht en de fysiotherapeuten van de Werkgroep Achterstandswijken Utrecht (WAU). De gebruiksvriendelijkheid van het ontstane prototype van de TTS is getest door vijfentwintig Utrechtse fysiotherapeuten en hun Nederlandse en Turkse patiënten. De TTS is ontwikkeld door studenten en medewerkers van de Hogeschool Utrecht in samenwerking met medewerkers van TNO. Voor de ontwikkeling van de Talking Touch Screen is de papieren Patiënt Specifiek Klachtenlijst als uitgangspunt genomen (3). Dit is een vragenlijst die de ernst van beperkingen op het activiteiten en participatieniveau van de International Classification of Functioning, Disabillity and Health’ (ICF) (4) vanuit het perspectief van de patiënt inventariseert. Voor deze vragenlijst als uitgangspunt voor de ontwikkeling van de TTS is gekozen omdat deze vragenlijst in de top 5 van meest gebruikte meetinstrumenten door fysiotherapeuten staat (5). Daarnaast is de vragenlijst toepasbaar op vele aandoeningen en ziektebeelden, waardoor hij door een groot aantal patiënten kan worden ingevuld. Dit laatste maakt het mogelijk om de gebruiksvriendelijkheid van zowel de TTS als de PSK in een grote patiëntenpopulatie te testen. Bij de start van het TransFysA project is de PSK door middel van een de Three Step Test Interview methode (TSTI) (6) op gebruiksvriendelijkheid en validiteit getest bij 25 Nederlandse en 25 Turkse fysiotherapiepatiënten. Deze patiënten hebben de PSK zelfstandig ingevuld terwijl zij werden geobserveerd door een onderzoeker. Vervolgens zijn de patiënten geïnterviewd over de inhoud van de vragenlijst, de redenen waarom zij deze wel, niet of gedeeltelijk konden invullen, de manier waarop zij de vragenlijst hebben ingevuld en de antwoorden die zij hebben gegeven. Daarnaast is de patiënten gevraagd aan te geven wat zij gebruiksvriendelijk vonden aan de PSK en wat zij hieraan zouden verbeteren. De verbetersuggesties van de patiënten zijn meegenomen in de eerste ontwikkelsessies bij het ROC-MN en de Mescid-i-Aksa Moskee.
4
Voor de uitvoering van het project is gebruik gemaakt van de kennis en middelen van de consortiumpartners van TransFysA: De lectoraten ‘Leefstijl en Gezondheid’ en ‘Product Design and Engineering’ van de Hogeschool Utrecht (HU), TNO, NIVEL, WAU, het Regionaal Genootschap Midden Nederland, NIGZ, PHAROS, Universiteit van Amsterdam, Agis Zorgverzekeringen, Koninklijk Genootschap Fysiotherapie en Mikado.
5
RESULTATEN De beoogde vernieuwingen van TransFysA zijn in de subsidieaanvraag als volgt geformuleerd: (a) Het ontwikkelen van specifieke kennis rond de communicatie met functioneel analfabeten in de fysiotherapiepraktijk (b) zodat hun ervaringen, wensen, vragen en behoeften op een correcte en adequate wijze gearticuleerd kunnen worden (c) en dit leidt tot verbetering van het aanbod van de zorg en dienstverlening, nauw aansluitend bij de wensen, vragen en behoeften van zowel de professionals als de patiënten. (d) ontwikkeling van methodiek om bestaande vragenlijsten aan te passen aan de moedertaal, het taalniveau en de cultuur van allochtone en autochtone functioneel analfabeten. (e) aanpassing van de inhoud van de PSK voor autochtone en Turkse functioneel analfabeten. (f) ontwikkeling en vervaardiging van een Talking Touch Screen waarmee functioneel analfabeten in staat worden gesteld om vragenlijsten zelfstandig in te vullen. (g) ontwikkeling van een ‘body of knowledge’ en een ‘body of skills’ ten aanzien van het omgaan met mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden in de fysiotherapiepraktijk die gebruikt wordt voor initiële en postinitiële opleidingen, evenals voor bij- en nascholing. Naar aanleiding van de te ontwikkelen vernieuwingen zijn vier doelstellingen met bijbehorende succesfactoren geformuleerd. In de oorspronkelijke subsidieaanvraag wordt steeds de term ‘functioneel analfabetisme’ gebezigd. Deze term is in de loop van het project vervangen door de term ‘laaggeletterdheid’. Hiervoor is gekozen omdat laaggeletterdheid zowel de groep analfabeten als functioneel analfabeten beslaat. Beide groepen mensen hebben gedurende het project geparticipeerd. In de onderstaande doelstellingen en succesfactoren is de term functioneel analfabetisme daarom vervangen voor laaggeletterdheid.
Doelstelling 1: Ontwikkeling van een webapplicatie welke zelfstandig in te vullen is door Nederlandse en Turkse fysiotherapiepatiënten Het prototype van de Nederlands- en Turkstalige Talking Touch Screen is gereed en in de praktijk is gebleken dat de applicatie zelfstandig in te vullen is door het overgrote merendeel van de Nederlandse en Turkse fysiotherapiepatiënten. Bij aanvang van het project hadden de projectmedewerkers het idee om een Talking Touch Screen te ontwikkelen in de vorm van een webapplicatie die op de praktijkcomputer van de fysiotherapeut te openen was. De fysiotherapeut zou daarbij moeten beschikken over een touch screen die over het scherm van de computer te plaatsen zou zijn. Op deze wijze zou de patiënt in staat worden gesteld om antwoord te geven op de vragenlijst middels aanraking van het scherm. Van deze vorm is echter afgeweken om de volgende redenen: - Door de laaggeletterde cursisten van het ROC Midden Nederland en bezoekers van de Mescid-iAksa moskee in Utrecht die mee hebben geholpen bij het ontwikkelen van de TTS werd tijdens de eerste focus ontwikkelsessies duidelijk te kennen gegeven dat het voor laaggeletterde mensen belangrijk is om in alle rust, zonder tijdsdruk en zonder toeschouwers een vragenlijst in te vullen. Elke vorm van ervaren druk kan ervoor zorgen dat men ‘blokkeert’. Laaggeletterde mensen zijn in het algemeen erg onzeker over de mate waarin zij in staat zijn om een vragenlijst in te vullen. Hierover bestaat bij veel mensen grote schaamte. Veel laaggeletterde mensen proberen dit soort situaties daarom te mijden. Hoe ‘comfortabeler’ de setting waarin de vragenlijst ingevuld kan worden, hoe meer kans dat mensen dit ook daadwerkelijk gaan proberen. Het ontwikkelen van een applicatie die ingevuld dient te worden in de praktijkruimte van de fysiotherapeut bleek
6
-
-
daarom geen goed idee. Door de fysiotherapeuten werd tijdens focusgroepinterviews voorafgaand aan de ontwikkeling van het prototype van de TTS aangegeven dat zij er groot belang aan hechtten dat de Talking Touch Screen bij zou dragen aan de zelfstandige hanteerbaarheid van vragenlijsten voor patiënten. Enerzijds omdat dit naar verwachting de validiteit en betrouwbaarheid van de antwoorden op de vragen ten goede zou komen, anderzijds omdat de vragenlijst daarmee niet meer in de behandeltijd door de patiënt (met ondersteuning van de fysiotherapeut) ingevuld zou hoeven worden. Dit kost regelmatig 1 tot 2 behandelingen. Het ontwikkelen van een applicatie die ingevuld dient te worden in de praktijkruimte van de fysiotherapeut bleek daarom geen goed idee. Dit zou immers nog altijd moeten worden gedaan tijdens behandeltijd. Door HU-studenten van de opleiding Technische Informatica is onderzoek gedaan naar de beste prijs/kwaliteit verhouding van touch screens. Op het moment van de start van de ontwikkeling van het prototype van de TTS (februari 2011) kwam uit dit onderzoek naar voren dat de IPad voldeed aan de bovengenoemde gebruikerseisen van de fysiotherapeuten en laaggeletterde volwassenen en veruit de best werkende touch screen functie op dat moment had.
Het prototype van de Nederlandse TTS is een applicatie op een tablet computer waarmee patiënten zelfstandig een vragenlijst kunnen invullen. De huidige TTS inventariseert de lokalisatie van de klacht, het al dan niet aanwezig zijn van pijnklachten en de ernst hiervan evenals de ernst van beperkingen op het activiteiten en participatieniveau van de International Classification of Functioning, Disabillity and Health’ (ICF) (4) vanuit het perspectief van de patiënt. Gedurende het TransFysA project is een Nederlands- en Turkstalig prototype ontwikkeld. De vragenlijst is zodanig verwerkt in de 'Talking Touch Screen' dat patiënten deze zelfstandig kunnen invullen. Ook patiënten die moeite hebben met lezen en schrijven in de Nederlandse taal. Zelfs als zij nog nooit eerder met een computer hebben gewerkt. De TTS is beschikbaar op en tabletcomputer in de fysiotherapiepraktijk. De vragenlijst kan op deze wijze in speciaal hiervoor ingerichte ruimte of in de wachtruimte (met gebruik van een koptelefoon) van de fysiotherapeut ingevuld worden. Iedere vraag wordt op een apart scherm vertoond. De vraag kan worden voorgelezen als de patiënt dit wenst. De patiënt kan de vraag dus zien en horen. Middels afbeeldingen en filmpjes wordt de patiënt extra ondersteund bij het begrijpen en beantwoorden van de vragen. Succes factoren: - Het percentage laaggeletterde patiënten dat de TTS zelfstandig in kan vullen is groter dan het percentage laaggeletterde patiënten dat de PSK zelfstandig in kan vullen. Aan deze succesfactor is voldaan getuige onderstaande gegevens:
Figuur 1: PSK gehele populatie, mate van invullen. invullen.
Figuur 2: TTS gehele populatie, mate van
7
Figuur 3: PSK laaggeschoolden, mate van invullen. van invullen.
Figuur 4: TTS laaggeschoolden, mate
Figuur 5: PSK gemiddeld geschoolden, mate van invullen. mate van invullen.
Figuur 6: TTS gemiddeld geschoolden
Figuur 7: PSK hooggeschoolden, mate van invullen. van invullen.
Figuur 8: TTS hooggeschoolden, mate
Significantie In SPSS is de significantie berekend door middel van de Chi-kwadraat toets. In tabel 2 is het resultaat daarvan te zien. Hieruit blijkt dat er een significant verschil is tussen de mate waarin de TTS zelfstandig ingevuld kan worden ten opzichte van de PSK. Dit geldt voor zowel de totale populatie als wanneer de populatie opgedeeld wordt naar de verschillende niveaus van geschooldheid. De niveaus van geschooldheid zijn als volgt ingedeeld: Laaggeschoolden: geen scholing/basisschoolniveau Gemiddeld geschoolden: VMBO-/HAVO-/VWO-/MBO-niveau Hooggeschoolden: HBO-/WO-/WO+-niveau P-waarde Totaal 0,000 Laaggeschoold 0,001 Gemiddeld geschoold 0,000 Hooggeschoold 0,000 Tabel 2: significantie zelfstandigheid
-
Fysiotherapeuten en patiënten zijn meer tevreden over de hanteerbaarheid van de Talking Touch Screen (TTS) dan over de Patiënt Specifieke Klachtenlijst (PSK).
8
Patiënten zijn meer tevreden over de hanteerbaarheid van de TTS dan over de hanteerbaarheid van de PSK. Zij vinden het vaker prettig om de TTS in te vullen dan de PSK en zij vinden de TTS begrijpelijker dan de PSK. Er was geen verschil tussen de PSK en de TTS in de mate waarin zij zich ‘gemakkelijk/prettig’ voelden bij het invullen, het oordeel over de tijd die het invullen kostte en de mate waarin zij relevante informatie over hun klacht kwijt konden. Fysiotherapeuten zijn meer tevreden over de hanteerbaarheid van de TTS dan over de hanteerbaarheid van de PSK. Zij zeggen hierover: De TTS is gemakkelijk leesbaar en ziet er mooi uit. Mensen met weinig ervaring en scholing kunnen de TTS invullen. Ook hooggeschoolden vullen de TTS over het algemeen gemakkelijk en zeer snel in. De vragenlijst is heel helder en patiënten vinden het over het algemeen leuk om de vragenlijst in te vullen. De inhoud van de vragenlijst ‘leeft meer’ voor patiënten dan wanneer ze alleen geschreven tekst aangeboden krijgen en de verschillende onderdelen in de TTS volgen elkaar logischer op dan in de PSK. De TTS is sneller in te vullen dan de PSK en patiënten ervaren over het algemeen geen hoge drempel om te starten met het invullen van de vragenlijst. De patiënt wordt, meer dan bij een papieren vragenlijst, aan de hand meegenomen en door de lijst heen geleid. Daarbij hoeft de patiënt, weinig moeite te doen. De introductie en instructie wordt aangeboden middels een filmpje. De patiënt hoeft dus alleen maar te luisteren en zich minder in te spannen dan wanneer hij de inleiding en instructie moet lezen zoals bij de PSK. Door de foto’s waarop de activiteiten uitgebeeld worden is het gemakkelijker voor patiënten om de activiteiten waarbij zij klachten ervaren eruit te filteren dan wanneer dit in geschreven tekst wordt aangegeven in de PSK. Het is prettig dat de patiënten in de TTS, in tegenstelling tot de PSK, ook informatie kwijt kunnen over de lokatie van hun klachten en de mate waarin zij pijn ervaren. Doordat patiënten de vragenlijst zelfstandig in kunnen vullen en goed kunnen overzien lijken zij een completer beeld te geven van hun klachten, dan wanneer zij de PSK (al dan niet met behulp van de therapeut) invullen. Ze weten meer beperkingen te noemen en komen hierbij soms ook met klachten en beperkingen die zij wel ervaren, maar waarvoor zij niet verwezen zijn. Veel patiënten reageren positief verrast als zij de TTS hebben mogen invullen. Ze vinden het een zeer moderne tool en vinden het leuk dat ze in staat blijken te zijn om ermee te werken. Ook wordt er enthousiast gereageerd op het beeldmateriaal in de TTS. Zo zijn er patiënten die aangeven er vrolijk van te worden, het leuk te vinden dat er een man op staat die het huishouden doet en dat de Turkse ‘presentatrice’ een hoofddoek draagt. Er zijn een aantal fysiotherapeuten die normaal gesproken niet of nauwelijks met vragenlijsten werken (ook niet met de PSK) doordat zij en/of hun patiënten praktische bezwaren hebben tegen het invullen van de vragenlijsten. Zij willen wel met de TTS gaan werken om bovengenoemde redenen. De therapeuten geven aan dat de TTS naast alle inhoudelijke voordelen ook ‘gewoon een leuk speeltje’ is waarvan zij trots zijn dat zij hier als praktijk mee werken. De huidige TTS is nog een prototype. De applicatie bevat nog ‘kinderziekten’ en is op sommige punten nog niet helemaal uitontwikkeld. Niet alle wensen die door fysiotherapeuten, patiënten en laaggeletterden zijn geuit konden worden doorgevoerd binnen de projectperiode met de huidige financiële middelen. De fysiotherapeuten geven aan dat veel van hun patiënten goed uit de voeten kunnen met het huidige prototype maar dat meer oudere mensen moeite hebben met het hanteren van de TTS dan jongere mensen. Ook zijn er patiënten die veel liever met de therapeut in gesprek gaan dan dat zij op papier of via de TTS vragen over hun gezondheid moeten beantwoorden. Hooggeschoolde mensen hebben soms moeite met het vinden van de functie-knoppen, omdat zij het startfilmpje te ‘traag’ vinden en dit niet helemaal afluisteren, waardoor zij instructies missen. In een eerdere conceptversie van de TTS waren de filmpjes ingesproken door een professionele acteur. Deze filmpjes waren volgens de fysiotherapeuten beter te volgen en aantrekkelijker/natuurlijker ingesproken, waardoor zij vermoeden dat meer hooggeletterden geneigd zouden zijn het hele filmpje te bekijken. De informatie leek hierdoor ook beter te onthouden te zijn. Toch was het rustige tempo waarop gesproken werd ook geschikt voor laaggeletterden. Hooggeletterde mensen zijn soms minder geneigd om de helpfunctie te gebruiken. Het is
9
lastig dat patiënten niet ‘terug’ kunnen bladeren zodat zij gegeven antwoorden bij voortschrijdend inzicht kunnen herzien. Niet alle patiënten zijn met de huidige ‘scroll-functie’ in staat om alle activiteitenplaatjes te bekijken. De applicatie laat niet voldoende zien welke ‘knop’ ingedrukt is op verschillende schermen, waardoor patiënten er soms niet zeker van zijn of hun antwoord of wijziging in antwoord geregistreerd is. Op de aanwezige bodychart kunnen patiënten uitsluitend kleine stippen zetten in het gebied waar zij klachten hebben en zij kunnen geen groot gebied met uitstralende pijn aangeven. Het aantal te kiezen activiteiten kan uitgebreider. Patiënten zijn bijna nooit geneigd om de activiteit ‘overige’ te selecteren. De inhoud van de huidige vragenlijst sluit niet helemaal aan bij het klachtenbeeld van mensen met ‘vage klachten’, psychosomatische-/stressgerelateerde klachten, oedeemklachten en bekkenbodem klachten. Ten slotte is een IPad een gewild apparaat. Het vergroot mogelijk de inbraakgevoeligheid van de praktijk. De therapeuten maken zich daarom zorgen over de beveiliging van het apparaat zelf en hun pand. Daarnaast geven de fysiotherapeuten aan dat als zij meer tijd krijgen om met de TTS te werken zij waarschijnlijk een completer beeld krijgen van alle voor- en nadelen en mogelijk beter in staat zullen zijn om de TTS zelf te hanteren en efficiënt in te zetten tijdens hun behandeling. Nu hebben zij maximaal vier weken de tijd gehad om er ervaring mee op te doen. Op basis van alle testen en interviews met eindgebruikers zijn de volgende aanbevelingen voor de ontwikkeling van het eindproduct geformuleerd: - filmpjes in laten spreken door een professionele acteur - terugblader functie toevoegen - duidelijker aangeven of items al dan niet geselecteerd zijn - de Turkse zinnen aanpassen zodat deze beter op het scherm passen (de huidige layout is gemaakt op basis van de lengte van de Nederlandse zinnen) - mogelijkheid invoegen om in de bodychart een grotere klachtenregio aan te geven - beter overzicht creëren over alle activiteitenfoto’s en –categorieën. Suggestie: de applicatie ‘lerend’ maken; de door patiënten meest geselecteerde activiteiten worden als eerste op het scherm getoond; dit kan gekoppeld worden aan klachten locatie aangegeven in de bodychart - mogelijkheid om ‘overige activiteiten’ aan te klikken aantrekkelijker maken voor patiënt - mogelijkheid creëren om meer dan drie ‘belangrijkste activiteiten’ te selecteren - wanneer patiënten op de ‘stop-knop’ drukken dient de controle vraag ‘weet u zeker dat u wilt stoppen ja/nee’ in een scherm met dezelfde layout als de andere TTS-schermen incl. helpfuncties weergegeven te worden - tekst die voorgelezen wordt en antwoordmogelijkheden die benoemd worden in de helpfunctie op het moment dat ze benoemd worden op laten lichten - in het eindoverzicht van de antwoorden alle geselecteerde activiteiten weergeven - output TTS koppelen aan elektronische patiëntendossiers, zodat de informatie automatisch in het dossier komt - TTS in meer talen beschikbaar maken: bv. Arabisch, Berbers, Chinees, Engels, Frans - TTS geschikt maken voor evaluatie van behandelingen; hierbij dienen in het eindoverzicht de antwoorden van de verschillende invulmomenten naast elkaar te zien te zijn - meer vragenlijsten toevoegen aan de TTS bijvoorbeeld: NDI, DASH, CCQ, HVS, ATL, VAS, Quebeck, ULTT, SF36 en Lysholm score - creëren van goede antidiefstal beveiliging voor IPad, of applicatie beschikbaar maken voor meerdere (goedkopere en minder ‘gewilde’) tabletcomputers - applicatie toegankelijk maken voor patiënten met email en/of smartphones zodat zij de vragenlijst thuis in kunnen vullen
-
Meerwaarde innovatie: De fysiotherapeuten zijn tevreden over de hanteerbaarheid van de TTS en
10
willen deze gebruiken in hun praktijk Fysiotherapeuten zien de meerwaarde van de innovatie in: Van de 18 geïnterviewde fysiotherapeuten geven 17 fysiotherapeuten aan direct aansluitend aan de testperiode met het prototype van de TTS te willen blijven werken. Dit prototype zal hen door TransFysA beschikbaar worden gesteld. Eén therapeut is nog niet zeker en dient hierover eerst in overleg te gaan met zijn leidinggevende. Deze therapeut twijfelt of het op dit moment handig is om al met het prototype te gaan werken, omdat deze nog ‘kinderziektes’ bevat. Alle 18 fysiotherapeuten geven aan dat zij zelf het eindproduct (zonder ‘kinderziektes’) zouden aanschaffen en dat zij collega’s aan zouden raden om ook met de TTS te gaan werken. Belangrijkste redenen hiervoor zijn: De efficiëntie: - het scheelt de patiënt en therapeut veel tijd ten opzichte van het gebruik van papieren vragenlijsten - de output van ingevulde vragenlijsten is gemakkelijk over te zetten in (elektronisch) patiëntendossier Het verbeterd de communicatie met de patiënt, vooral als er sprake is van een taalbarrière Het is heel eigentijds Je bereikt een grotere groep patiënten door de hoge mate van gebruiksvriendelijkheid Bovenstaande succesfactoren zijn op de volgende manier gemeten: Gedurende vier weken is de PSK aan alle nieuwe Nederlandse en Turkse patiënten van 25 fysiotherapeuten werkzaam in 12 fysiotherapiepraktijken in de regio van het Regionaal Genootschap Fysiotherapie Midden Nederland voorgelegd. De PSK werd een kwartier voorafgaand aan de eerste zitting aan de patiënt overhandigd met de vraag of zij deze zelfstandig wilden invullen en meenemen naar de eerste zitting met de fysiotherapeut. Er werd geen mondelinge instructie gegeven. Dezelfde procedure werd in vier opvolgende weken herhaald met de TTS. Om de tevredenheid van de patiënten over de TTS en de PSK in kaart te brengen zijn steekproefsgewijs gestructureerde vijfminuten-interviews afgenomen bij patiënten nadat zij één van de vragenlijsten hadden ingevuld. Er zijn 19 patiënten geïnterviewd die de PSK hadden gekregen en 18 patiënten die de TTS hadden gekregen. Na afloop van de 8 testweken (april en mei 2012) is bij de fysiotherapeuten middels focusgroep interviews de tevredenheid over het prototype van de TTS in kaart gebracht. Van de 25 fysiotherapeuten hebben 18 therapeuten deelgenomen aan de focusgroepen. Om te meten of het percentage patiënten dat in staat is om zelfstandig de vragenlijst in te vullen groter is bij de TTS dan bij de PSK is een vergelijking gemaakt tussen het aantal PSK’s en TTS-en die geheel, gedeeltelijk en niet zijn ingevuld. In het totaal zijn er 121 PSK vragenlijsten uitgereikt aan patiënten en 102 TTS vragenlijsten. Van het aantal patiënten dat de PSK kreeg uitgereikt had 18,2% en Turkse achtergrond. Bij de TTS was dit 19,6%.
Doelstelling 2: Vijfentwintig fysiotherapeuten in de regio van het Regionaal Genootschap Fysiotherapie Midden Nederland (RGF-MN) passen in 50% van de behandelcycli van Nederlandse en Turkse patiënten de TTS toe Gedurende de tweede vier testweken in april en mei 2012 pasten vijfentwintig fysiotherapeuten in 12 praktijken in de regio van het RGF-MN bij alle nieuwe Nederlandse en Turkse patiënten toe. Deze fysiotherapeuten krijgen van TransFysA voor het eind van 2012 de beschikking over het prototype van de TTS. Om het prototype van de TTS te kunnen gebruiken dienen zij zelf een IPad aan te schaffen. Op basis van de gehouden focusgroep interviews is de verwachting dat ongeveer 75% van de huidige testtherapeuten het prototype daadwerkelijk zal gaan gebruiken. Naar aanleiding van hun ervaringen
11
gedurende de testperiode is de verwachting dat zij de TTS in meer dan 50% van de behandelcycli van Nederlandse en Turkse patiënten zullen toepassen. De therapeuten geven aan dat zij de Nederlandse versie van de TTS ook graag willen gaan toepassen bij Nederlandssprekende patiënten die een nietNederlandse of -Turkse achtergrond hebben.
Doelstelling 3: Het plan van aanpak voor het vervolgtraject van TransFysA is gereed Het prototype van de Talking Touch Screen is een door de gebruikerspopulatie gewenste innovatie gebleken. Medio 2011 is het valorisatieteam van het Utrecht Valorisation Centre door het lectoraat Leefstijl en Gezondheid aangetrokken om te onderzoeken op welke wijze het prototype gevaloriseerd kan worden. Het valorisatieteam begeleid tot op heden in opdracht van het lectoraat het valorisatieproces. De verwachting is dat eind 2012/begin 2013 de juiste partners zijn gevonden om de TTS op verantwoorde wijze te valoriseren. Doelstelling 4: De kennis die wordt opgedaan gedurende het TransFysA project is gedissemineerd - De resultaten van TransFysA zijn gepubliceerd op www.transfysa.nl -
De consortiumpartners hebben de voortgang van het TransFysA project in hun nieuwsbrieven benoemd. De resultaten zullen ook via deze kanalen binnen hun netwerken verspreid worden.
-
De volgende artikelen zijn reeds verschenen: Briggs et al., Health literacy and beliefs among a community cohort with and without chronic low back pain [Pain 2010;150:275-283]. Pain
juli 2011
Het gebruik van de tolk in de fysiotherapeutische setting Fysiopraxis
mei 2011
Uitdagingen in de multiculturele fysiotherapie Phaxx
mei 2011
De wetenschappelijke data die gedurende het TransFysA project verzameld zijn worden op dit moment geanalyseerd en zullen in de vorm van artikelen aangeboden worden aan internationale wetenschappelijke tijdschriften. -
De volgende lezingen zijn gegeven en staan gepland: Physiotherapy in an intercultural setting through the eyes of the professional A qualitative study EACH 2012, st. Andrews, Schotland
september 2012
Health literacy: are patients able to fill out health related questionnaires? IASP 2012, Milaan
augustus 2012
Physiotherapy in an intercultural setting through the eyes of the professional
juni 2012
12
A qualitative study EUPHA 4th conference on ethnic and minority health in Europe, Milaan Toepassen van PRO’s bij beperkt gezondheidsvaardige juni 2012 patiënten in de fysiotherapiepraktijk ISOQOL-NL, Utrecht
-
Gezondheidsvaardigheden Ministerie van BZK, promovendi bijeenkomst, Den Haag
mei 2012
Dataverzameling middels vragenlijsten bij beperkt gezondheidsvaardige patiënten NCVGZ 2012, Amsterdam
april 2012
Laaggeletterdheid in Nederland Wetenschap in de praktijk, RGF-MN, Utrecht
november 2011
Begrijpt u elkaar? Wetenschap in de praktijk, RGF-MN, Utrecht
september 2011
Patiënt-zorgverlener interactie Begrijpt u elkaar? Revalidatiecentrum ViaVera, Apeldoorn
juni 2011
Diversiteit in Gezondheidsvaardigheid Summerschool, Hogeschool Rotterdam
april 2011
Deelname debat Klinische Gezondheidswetenschappen UMCU Stelling: ‘Preventie heeft altijd zin’ Utrecht
oktober 2010
Gezond en vaardig omgaan met culturele Verschillen? Gezondheidscentrum Lombok, Utrecht
september 2010
De opgedane kennis is geïmplementeerd in onderwijs op de volgende wijze: Voor de bacheloropleidingen Oefentherapie Cesar en Fysiotherapie van de Hogeschool Utrecht is de thema-leerlijn ‘Diversiteit’ ontwikkelt. Hierin is de kennis die opgedaan is gedurende het TransFysA project met betrekking tot gezondheidsvaardigheid verwerkt. Vanaf studiejaar 2012-2013 zullen de bachelorstudenten van deze opleidingen gedurende vier jaar kennis en vaardigheden ontwikkelen die hen in staat stellen kwalitatief hoogwaardige zorg te leveren aan beperkt gezondheidsvaardige patiënten. Voor de Faculteit Gezondheidszorg van de Hogeschool Utrecht is een minor ‘Diversiteit’ in ontwikkeling. In deze minor wordt de kennis die is opgedaan tijdens het TransFysA project verwerkt. Vanaf studiejaar 2013-2014 zullen bachelorstudenten van de Faculteit Gezondheidszorg middels het volgen van deze minor hun kennis en vaardigheden met
13
betrekking tot het verlenen van zorg aan beperkt gezondheidsvaardige patiënten kunnen verbreden en verdiepen. Gedurende het TransFysA project is de opgedane kennis geïntegreerd in de volgende colleges en vaardigheidslessen: Tweejaarlijkse Masterclasses Kenniscentrum (faculteit breed) College Ziekteperceptie (opleiding Fysiotherapie) College Klinische realiteit (opleiding Fysiotherapie) College Taalbarrières (opleiding Fysiotherapie) College Gezondheidsvaardigheden (opleiding Fysiotherapie) College Lichaam, Geest en Gezondheid (opleiding Fysiotherapie) College paramedische Ethiek (opleiding Fysiotherapie) Vaardigheidsles Klinische realiteit (opleiding Fysiotherapie) PGO-taak AUW!! (opleiding Fysiotherapie) In samenwerking met het NIGZ en Pharos is een post-HBO scholingsmodule ‘Gezondheidsvaardigheden’ ontwikkeld. Deze scholingsmodule is in februari en maart 2011 gevolgd door de fysiotherapeuten van de WAU en vijf docenten van de Hogeschool Utrecht. Door de Hogeschool Utrecht zijn post-HBO scholingsmodules ‘Diversiteit’ ontwikkeld. Deze worden jaarlijks verzorgd bij: Post-hbo cursus Psychosomatische Oefentherapie Master Psychosomatische Fysiotherapie Master Physian Assistent Bachelor Medical Assistent Tot op heden hebben naar schatting 700-1000 HU bachelor studenten en 79 professionals (bijen na-)scholingsmodules gevolgd die op basis van opgedane kennis binnen het TransFysA project ontwikkeld zijn. In het kader van (afstudeer)projectonderwijs hebben 14 studenten hun project uitgevoerd binnen het TransFysA project. -
Op 29 augustus 2012 organiseert TransFysA een eindsymposium waarop de resultaten van het project en overige opgedane kennis worden gepresenteerd.
Overige Succesfactoren TransFysA: - Er is een helder inzicht verkregen in de mate van voorkomen en de gevolgen van laaggeletterdheid van Turkse en Nederlandse fysiotherapiepatiënten Naar aanleiding van de scholingsmodule ‘Gezondheidsvaardigheden’ die door de Hogeschool Utrecht, Pharos en het NIGZ is gegeven aan de WAU fysiotherapeuten is de empirische kennis met betrekking tot het voorkomen van laaggeletterdheid en de gevolgen daarvan voor fysiotherapie binnen het TransFysA project toegenomen. Er vindt uitwisseling van kennis en ervaring plaats tussen de onderzoekers en practici binnen het project waardoor deze empirische kennis toeneemt. De fysiotherapeuten geven aan dat zij tekenen van laaggeletterdheid en beperkte gezondheidsvaardigheid beter herkennen bij hun patiënten en dat zij hier adequater mee om kunnen gaan. De onderzoekers geven aan dat zij in hun onderwijs en lezingen meer inzicht kunnen geven aan de toehoorders doordat zij praktische voorbeelden kunnen geven die zij
14
kennen uit de praktijk van de professionals die meewerken aan TransFysA. Helaas is er tot op heden echter nog geen instrument dat laaggeletterdheid of mate van gezondheidsvaardigheid en de gevolgen daarvan voor de fysiotherapie in de Nederlandse situatie kan meten. Deze instrumenten worden op dit moment ontwikkelt door onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam. Voorafgaand aan het TransFysA project was de verwachting dat deze instrumenten beschikbaar zouden komen gedurende de projectperiode. Tot het moment dat deze instrumenten beschikbaar zijn voor onderzoek is het helaas niet mogelijk om een helder inzicht in de mate van voorkomen en de gevolgen van laaggeletterdheid van Turkse en Nederlandse fysiotherapiepatiënten te verkrijgen. -
Na afloop van TransFysA is het kennisnetwerk duurzaam in stand gebleven De consortiumleden zijn verschillende samenwerkingsverbanden aangegaan buiten het TransFysA project. Voorbeelden hiervan zijn het Sustain project en de PREPGO studie. Daarnaast zijn de onderzoekers van TransFysA lid van de alliantie gezondheidsvaardigheden onderzoek. De consortiumleden hebben elkaar en elkaars kennis en kunde gedurende de projectperiode goed leren kennen. De verwachting is dan ook dat zij in de toekomst zullen blijven samenwerken.
15
Literatuur 1. Damme van D. Wat leert ons de International Adult Literacy Survey? beleidsaanbevelingen op basis van de internationale en Vlaamse IALS-resultaten. Tijdschrift voor onderwijsrecht en onderwijsbeleid 1998;3(4):248-61 2. Kranenborg K, Cremers A.H.M, Pijl van der D.J. Toegankelijke reisinformatie voor personen met verstandelijke beperkingen. Ontwerptraject van een Mobiele Elektronische Reispartner. Tijdschrift voor ergonomie 2007;32(6):20-8 3. Beurskens A.J.H.M., de Vet H.C.W., Köke A.J.A., Lindeman E., van der Heijden G.J., Regtop W., Knipschild P.G. A patient-specific approach for measuring functional status in low back pain. J Manipulative Physiol Ther 1999;22:144-8 4. Heerkens Y, Engels J, Kuiper C, Gulden van der J, Oostendorp R. The use of the ICF to describe work related factors influencing the health of employees. Disability and Rehabilitation 2004;26(17):1060-6 5. Swinkels R.A.H.M., Peppen van R.P.S., Wittink H., Custers J.W.H., Beurskens A.J.H.M. Current use and barriers and facilitators for implementation of standardized measures in physical therapy. BMC Musculoskelet Disord 2011;12:106. 6. Hak T, Veer van der K, Jansen H. The Three-Step Test-Interview (TSTI): An observation-based method for pretesting self-completion questionnaires. 2008;2(3):143-150
16