TRANSCRIPT VAN DE VERENIGDE VERGADERING VAN HOOGHEEMRAADSCHAP DELFLAND d.d. 21 april 2016
Opening De voorzitter: Ja, hoort u mij? Ja. Het geluid doet het, dat was de eerste test. Voordat ik open, we zijn natuurlijk nog een beetje aan het zoeken met die opstelling hier. Want vorige keer was het bij sommigen, ja, die paal krijgen we niet weg, mevrouw Eekhout. We hebben een stevige betonnen barrière tussen uw beide groeperingen opgericht. Maar vorige keer hadden ook nog wat problemen met hoeken, nu is het natuurlijk achterlangs weer wat krapper. We blijven nog een beetje zoeken, maar ik kan u beloven: in 2017 wordt het allemaal weer beter. Wanneer, dat zeg ik niet, maar het wordt wel weer beter. Want daar gaan we weer terug naar de Phoenixstraat Oude Delft. Dat gezegd hebbende is de vergadering geopend. 1.
Vaststellen agenda De voorzitter: Gaan we eerst even naar de vaststelling van de agenda kijken. Voordat ik de ronde maak, de heer Hombergen heeft een hele lijst ingeleverd voor de stukken die naar commissies gaan, dus dat voegen wij bij het verslag toe. Die hebben wij dus. Dus dan is dat in ieder geval gearresteerd. Dus ik ga even kijken. Ik zag aan de kant eerst mevrouw Jans. Mevrouw Jans, zegt u het eens. Mevrouw Jans: Dank u wel, voorzitter. Ik wil twee punten aan de agenda toevoegen, of daar in ieder geval ruimte voor vragen. Het eerste is het indienen van een motie en het tweede is het houden van een korte toespraak tot de VV. Dank u wel. De voorzitter: Ik doe het als volgt. De motie, die kunnen we toevoegen als laatste bespreekstuk, dus die komt dan na B01 terecht, voor de hamerstukken. En ik weet niet hoelang uw toespraak is, een van onze medewerkers komt net uit Cuba terug, dus dan weet je dat je een paar dagen bezig bent met zo’n toespraak. Maar dan doen we dat bij de mededelingen, dat redt u in een paar minuten? Ja? Doen we dan bij de mededelingen. De heer Van der Wedden. De heer Van der Wedden: Dank u voorzitter. Ik zou graag 07.07, een brief over vaarwegbeheer, in de commissie bespreken. De voorzitter: Oké, die gaan door. Mevrouw Hilders. Mevrouw Hilders: Dank u. Doet hij het? Dank u wel, voorzitter. We hebben ook een verzoek om een aantal ingekomen stukken door te geleiden naar de commissie. Dat is 7.04, de toekomstagenda, dat is 7.07 vaarrecreatie, en 7.25, de informerende brief over de watertafel. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. De heer Kuijvenhoven. De heer Kuijvenhoven: Ja voorzitter, idem. Agendapunt 07.07, vaarwegen in de commissie. De voorzitter: Oké. Ik kijk nog even langs. Deze kant niet, ik zag, ja de heer Nanninga. De heer Nanninga: Ja, wij gaan winnen. 7.03, 7.04, 7.06, 7.09, 7.15, 7.12 en 7.22.
1
De voorzitter: Ik ga het nog even vergelijken met het lijstje van de heer Hombergen en de uitslag zal ik volgende keer meedelen wie gewonnen heeft. De heer Simon. De heer Simon: Dank u wel, voorzitter. 7.14 doorgeleiden naar de commissie. De voorzitter: De heer Hombergen had nog een puntje. De heer Hombergen: Onze lijst van ingekomen stukken is inmiddels behandeld. Ik heb een kleine mededeling zo meteen. De voorzitter: Nee nee nee, ik ben met het vaststelling van de agenda nog steeds bezig hoor. De heer Hombergen: … vragen zo meteen in de procedure met een beetje clementie. Ik heb zojuist begrepen dat er iemand zich heeft gemeld om in te spreken. Dat is helaas wat te laat gebeurd. Maar ik denk dat het toch verstandig is om even de gelegenheid van een paar minuten te geven om de inspreker het woord te geven. De voorzitter: Ja, ik had nog geen mededeling gedaan daarover. Dat zal ik zo doen. Zijn we bij de vaststelling rond nu? Hebben we alles gehad? Ja, iedereen aan zijn trekken gekomen? 2.
Lijst van besluiten en toezeggingen VV 18 februari 2016 De voorzitter: Dan zijn we dus bij de lijst van besluiten en toezeggingen. Nou, we hebben alle opmerkingen al dan niet binnengekregen daarover.
3.
Mededelingen De voorzitter: Dan ben ik bij de mededelingen. Eerst een bericht van verhindering van mevrouw De Zoete wegens familieomstandigheden, want haar moeder is overleden en wordt vanavond begraven. Mevrouw Ter Woorst moest kiezen, u weet dat ze nog een andere functie heeft in het waterschapsland. Dan heeft zo meteen mevrouw Jans nog het woord, die wilde nog iets toevoegen. Volgens mij, de heer Hombergen wilde toch ook nog iets melden hier? Dan kan ook bij de mededelingen. Dan heb ik nog over de discussie die qua inhoud vertrouwelijk is maar qua onderwerp openbaar is, dat heet herfinanciering van het contract met Delft. We hebben in de agendacommissie geconstateerd dat er voor de agenda van mei weinig onderwerpen zijn, behalve dat. Zoals het er nu uitziet nog steeds gaat dat op de mei-agenda. Dat heeft ook gevolgen voor de commissies, want er zijn gewoon geen stukken. Behalve dit stuk, de commissie heeft leden van de commissies, bestuur organisatie bedrijfsvoering, oftewel BOB, en GSG, die hebben een briefje gekregen van de griffier dat de reguliere vergadering van de GSG gaat gewoon door. En de leden van BOB die daarbij willen zijn, omdat ze zeggen: ik vind dat toch interessant, die kunnen zich vervoegen bij deze vergadering. En die begint met een nou ja, enzovoorts, op de avond in de normale reguliere kant. Dus de commissie, de andere twee commissies komen te vervallen daarbij. Er staan geen onderwerpen op. Ja, even uw microfoon gebruiken. De heer Hombergen: Ter aanvulling: we hebben net natuurlijk een heleboel stukken wel doorgeleid naar de verschillende commissies. Dus wellicht dat het toch even goed is om te kijken of er daar stukken bijzitten waarvan het toch beter is om daar niet al te lang mee te wachten. De voorzitter: Dat zullen we even nakijken en dan laten we dat definitief horen. Ja, heel goed. Dank u wel. Gaan we eens even kijken. Verder bij de mededelingen, dan is in de afgelopen aanloop naar deze vergadering, waar de jaarrekening toen was, is in ieder geval geconstateerd met een aantal leden van u dat de discussies op 2
heel veel details in de commissie gaan waardoor die lang duren. De vraag was: kunnen we dat anders ondervangen? Met name op weg naar de kadernota straks. Dus we zijn nu even aan het kijken, zo hebben we dat afgesproken met u, een aantal van u, om te kijken of in de aanloop naar de kadernota een, wat we maar noemen, een technische ronde kunnen doen, zodat al die vragen die aan de techniekkant zitten of in detail zitten of hoe zit dat precies, dat we die afvangen voor de commissie. En dat we in de commissie direct dan kunnen praten over de punten die u het belangrijkst vindt ten aanzien van de kadernota. Dus dat is een manier om te kijken of we de effectiviteit en de duur van de vergaderingen van de commissies in ieder geval kunnen doen. Daar zullen we binnenkort mededelingen over doen. Dat duurt nog even, maar dan weet u dat in ieder geval alvast dat we daar op zoek naar zijn. Dan heb ik voordat ik bij de insprekers ben, mevrouw Jans als eerste en dan de heer Hombergen. Mevrouw Jans. Mevrouw Jans: Dank u wel, voorzitter. Het is voor het eerst dat ik hier sta, dus ik moet even wennen. Ik wil even terugkijken naar een van de vreemde vergaderingen voorheen, toen de dijkgraaf de vrouwelijke bestuurders een sjaal aanbood. Ik draag hem en het is een mooie kleur. En ik wil toch even vertellen hoe dat tot stand is gekomen, even kort wat anders duurt de vergadering gewoon wat langer. Ik ben dankbaar aangehaakt bij de traditionele eindejaarsmotie die in 2014 aangeboden is. De eindejaarsmotie is een traditie die ingevoerd is, of die gestart is, op initiatief van de PvdA. Dit dient elk jaar in samenwerking met Water Natuurlijk en de Algemene Waterschapspartij een motie in. De strekking van de motie was in 2014: zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. Wij behandelen de motie en ik keek in de oude VV-zaal keek ik op naar het bestuur. En ik zag bij het bestuur een mooi rijtje stropdassen, rood, blauw en goud. In de kleuren van Delfland. De voorzitter: Dat is deze vleugel. Mevrouw Jans: Ja die vleugel. En toen dacht ik: dat wil ik ook. En het was toen bekend dat de dames, dat er geen sjaal was op dat moment in het assortiment van Delfland, dus ik heb toen een toevoeging gedaan aan de motie. En dit is het resultaat daarvan. Dus dank voor dit cadeau aan de vrouwelijke bestuurders van het Hoogheemraadschap Delfland. Ik wil daarnaast nog een kleine oproep doen. Zoals u misschien weet is er een vereniging van vrouwelijke bestuurders van waterschappen. Die vereniging heet De Waterlelies, een heel toepasselijke naam. Ik heb al gehoord dat een aantal mannelijke bestuurders daar heel erg jaloers op is. Die Waterlelies organiseert twee keer per jaar een bijeenkomst bij een waterschap in het land. De eerstvolgende bijeenkomst zal zijn bij de Stichtse Rijnlanden. Ik had gisteren de datum paraat, maar nu even niet. Het was eind mei, begin juni. Ik ga daar in ieder geval zelf naar toe, omdat het altijd heel erg interessant is. Er is ook een excursie vaak, een element van een toespraak van de Unie van Waterschappen, of over Europese subsidies. En ik denk dat Stichtse Rijnlanden ongetwijfeld in zal gaan op hun heel grote investeringsprogramma wat ze de komende jaren uit gaan voeren. Met name gemalen en sluizen. En bij dezen is de oproep aan eenieder om gezellig naar de Waterlelie-dag te komen. Dank u wel. Dan gaan wij allemaal met deze sjaal, zodat de andere vrouwelijke bestuurders … worden. De voorzitter: Dank u wel. En ik heb wel een probleem eraan overgehouden natuurlijk, nadat ik dat had uitgedeeld onder de collega’s die een stropdas wilden hebben onder u. Er was een grote storm van jaloezie en afgunst, dus ik heb dat nog steeds in behandeling hoe ik daar weer mee om moet gaan om te kijken dat ik dat, het is altijd hetzelfde: evenwicht houden, dat blijft ingewikkeld. Dank u wel. De heer Hombergen. De heer Hombergen: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Van mij een mededeling van geheel andere aard. Gisteren gebeurde het mij dat ik in Leiden was en het gemeenlandshuis van onze zusterorganisatie het Hoogheemraadschap van Rijnland, en daar kwam ik in de gelegenheid dat ik even hun verenigde vergadering kon bijwonen. Ik ben daar meest hartelijk welkom geheten door de dijkgraaf. Ik heb op de publieke tribune 3
gezeten. En toen de vergadering na drie kwartier voorbij was, toen heeft dijkgraaf Doornbos mij gevraagd u allen de meest hartelijke groeten over te brengen. Bij dezen. De voorzitter: Ja, eens kijken of wij dit nu in 44 minuten voor elkaar krijgen. Maar we zullen dit opnemen in de notulen. Dank daarvoor. Overigens, wordt geen gewoonte bij de mededelingen dat de VV-leden het woord mogen voeren, maar soms moet je ook… De heer Schouffoer: Een historisch moment waarschijnlijk, dijkgraaf, een historisch moment. De voorzitter: Ja ja dat is. Ik begrijp daaruit dat ik iedereen op de publieke tribune van harte welkom moet heten. Dus van harte welkom wie op de publieke tribune zit. 4.
Insprekers De voorzitter: Dat gezegd hebbende zijn we bij de insprekers, mevrouw Van der Most, u had een mailtje gestuurd. U had al geconstateerd dat u een beetje buiten de termijnen bent. Ik heb ook even met de portefeuillehouder inmiddels overlegd, dus aan u het woord om binnen de normale gestelde termijnen even het woord te mogen voeren. Mevrouw Van der Most: Dan wil ik in ieder geval de dijkgraaf en de portefeuillehouder hartelijk danken voor de clementie hierin. Mijn naam is Henny van der Most van Delen achter de Duinen. En ik spreek in over de afschaffing van de kwijtschelding afvalzuiveringswater voor minima. De zachte landing van de inning is ingezet en de ingezetenen van Delfland die leven van een minimuminkomen kregen de aanslag in de bus. In januari kreeg een geselecteerde groep minima een aanslag in de bus met een automatisch gedeeltelijke kwijtschelding. Niemand kreeg een volledige kwijtschelding. Dit in tegenstelling tot de belofte van Hoogheemraad Smits die tot twee keer toe beloofde dat geregistreerde schrijnende gevallen een aanslag in de bus zouden krijgen met een nulfactuur. Er is ook via gemeentes niet nagevraagd welke groep hier eventueel voor in aanmerking zou kunnen komen. De aanslagen zijn verstuurd vanuit het plukken wat je plukken kunt principe. Diegenen onder hen die via de website van Delen achter de Duinen op de hoogte gebracht waren en alsnog volledige kwijtschelding aanvroegen, kregen per kerende post een mededeling dat dat afgewezen werd wegens al verleende kwijtschelding. Niets geen controle op schrijnendheid of schulden. De tweede tranche minima kreeg gewoon een volledige aanslag in de bus. Ook mensen die al eerder kwijtschelding kregen. Nul procent kwijtschelding. Niet op de watersysteemheffing, geen 50 procent heffing op de afvalwaterzuivering, maar gewoon een volle 100 procent aanslag. Een aanslag van kwijtschelding bedraagt een papier van minimaal 28 pagina’s en € 2,20 aan portokosten. Inclusief de kopieerkosten betekent dat het budget van twee warme maaltijden voor de minima. En dat is geen grapje. Minima hebben gemiddeld een budget van € 2,65 voor een warme maaltijd. Over ontmoedigingsbeleid gesproken. De door Delfland aangeleverde informatie zette mensen op het verkeerde been. De indruk werd gewekt alsof er geen bezwaar gemaakt kan worden tegen de aanslag. Dat klopt niet. Tegen de verordening kan geen bezwaar gemaakt worden, tegen de aanslag wel. Uit de beantwoording van schriftelijke vragen blijkt dat zelfs aan het einde van het traject er kennelijk geen huishouden is dat in aanmerking komt om onder de schrijnende gevallen te vallen. Immers, volgens de beantwoording vinden de huisbezoeken plaats om er zeker van te zijn dat huishoudens kennis hebben genomen van de aanslag. Niet dat er bepaald wordt of er maatwerk nodig is. Minima die in de gelukkige omstandigheid zijn een miniem bedrag aan spaargeld te hebben, miniem omdat de bedragen nog ver onder de Nibudnorm liggen, worden geplukt. Zij moeten de volle aanslag betalen. Een casus: man, 63, kankerpatiënt heeft via een erfenis een paar jaar geleden € 2500 gekregen en die opzij gezet als aanvulling op zijn begrafenisverzekering. Het hoogheemraadschap slaat hem om die reden aan voor dat volle pond: € 212. Dus 4
dat begrafenispotje wordt snel leeggeplukt. Casus: ouder stel, in de tachtig, hoge zorgkosten, geen pensioen. Voorheen kregen ze kwijtschelding, nu een aanslag voor dat volle pond, € 401. Dit betekent voor hen dat ze niet meer iedere dag, maar om de dag hun medicijnen innemen. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Mijn mailbox liep na iedere tranche vol met schrijnende gevallen. U bent er niet van, dat is wat er mis is in deze maatschappij overigens. Niemand is meer ergens van. Maar u bent echter overheid. En overheden, ook lagere, zijn er wel van. U bent gekozen volksvertegenwoordigers. En ook de minima, ook al veegt u uw billen met hen af, worden door u vertegenwoordigd. Samengevat: een zachte landing? Mijn zolen. Tegen alle beloften in wordt er veel strenger en veel hoger geïnd dan afgesproken. De kwijtschelding is niet alleen afgeschaft voor de afvalwaterzuiveringsheffing, maar bij een groot deel van de minima ook voor de watersysteemheffing. Van een zachte landing is geen sprake, van schrijnende gevallen ook niet. Het hoogheemraadschap doet hiermee een ongegeneerde greep uit de armoedepot van gemeenten, sociale fondsen en voedselbanken. Delen achter de Duinen is bezig deze zachte cijfers te verzamelen. Te meten hoeveel mensen door dit wrede beleid onder de Voedselbanknorm terechtkomen en zal dit te zijner tijd op haar website en in de media publiceren. Delen achter de Duinen spreekt hoogheemraadschap Smits aan op het niet nakomen van beloften en afspraken en dringt erop aan om deze vorm van onbehoorlijk bestuur recht te trekken. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. Zijn er nog aanvullende vragen? Als u nog even bij de microfoon blijft, mevrouw Van der Most, de heer Nanninga heeft nog even een aanvullende vraag. Dat kan nog. De heer Nanninga: Mijn vraag is of u deze informatie al aan het hoogheemraadschap heeft doen toekomen? Want u levert nogal wat kritiek en volgens mij ook cijfers, als ik het zo begrijp. Dus ik wil u vragen: heeft u het hier naartoe gestuurd? En eigenlijk wil ik ook een vraag stellen aan de portefeuillehouder of hij die, maar dat mag niet he? Nee. Oké. De heer Hombergen: Wellicht dat we wel aan de portefeuillehouder mogen vragen om een reactie. De voorzitter: Maar dat gebeurt niet, dat is buiten de orde dus dat doen we niet. Mevrouw Van der Most. Mevrouw Van der Most: De cijfers en de casussen zijn niet direct naar het hoogheemraadschap gestuurd. Een deel van de informatie ook wel. Ze komen wel naar het hoogheemraadschap toe, maar dan via Peter Heskes, de gemeentelijke ombudsman van de gemeente Den Haag. Ik heb daar de afspraak mee dat we de casussen daarheen sturen en dat die in overleg gaat met het hoogheemraadschap. De voorzitter: Dank u wel. Dat was wat dat betreft. Zou u de microfoon even, dank u wel. Dat is het agendapunt van de insprekers. Want de heer Hoekstra zou komen, maar die heb ik niet gezien. Even kijken, nee. 5.
Vragenrondje De voorzitter: We hebben verder geen vragenrondje gemeld gekregen.
6.
Lijst stukken ter kennisname 6.1 Conceptnotulen commissie Bestuur, Organisatie en Bedrijfsvoering, commissie Stedelijk Water en Watersysteem en commissie Gezond, Schoon en Gezuiverd Water d.d. 5 april 2016 De voorzitter: Dan hebben we de stukken 06 en 07 behandeld bij de vaststelling van de agenda.
5
7.
Lijst ingekomen stukken
B. Bespreekstukken B.00 Verslag onderzoek commissie geloofsbrieven plaatsvervangend commissielid De voorzitter: Dan ben ik bij de bespreekpunten B.00 verslag onderzoekscommissie geloofsbrieven plaatsvervangend commissielid. Zijn daar vragen over andere leden? Niemand. B.00.a Besluit toelating dhr. Aartsen tot plaatsvervangend commissielid De voorzitter: Dan B.00.a: besluit toelating de heer Aartsen tot plaatsvervangend commissielid. Wenst iemand daarover nog een vraag te stellen?. Bent u akkoord dat dat zo verder gaat? Ja? B.00.b Eed / belofte plaatsvervangend commissielid De voorzitter: Dan ga ik over naar B.00.b, te weten belofte plaatsvervangend lid, oftewel de heer Aartsen. Als de heer Aartsen hier naar voren komt, als u even helemaal zo doorloopt en voor mij komt staat en iedereen ook even opstaat. Ik lees u de tekst voor en aan het einde spreekt u mij na: dat verklaar en beloof ik. Ik verklaar dat ik om tot plaatsvervangend lid van een commissie te worden benoemd rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of welk voorwendsel dan ook aan iemand enige gift of gunst heb gedaan of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik om iets als plaatsvervangend lid van een commissie te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk van iemand enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen, dat ik mijn plicht als plaatsvervangend lid van een commissie naar eer en geweten zal vervullen. Als u mij na zegt: dat verklaar en beloof ik. De heer Aartsen: Dat verklaar en beloof ik. De voorzitter: Dan bent u toegelaten en veel plezier. Ik heb een bloemetje bij me. De heer Nanninga: Voorzitter, bij interruptie, was dit nou de bloem conform de motie van afgelopen jaar? De voorzitter: Dat weet ik niet. Ik check dat niet helemaal. Het is in ieder geval kraanwater wat ze krijgen. B.01 Jaarverslag 2015 inclusief financiële jaarrekening De voorzitter: Wij gaan door in de agenda en dat is het volgende. Dat gaat over het jaarverslag. Zal ik eens een ronde gaan maken? Volgens mij wilt u daar het woord voeren. Zal ik beginnen bij, aan de linkerkant en dan draai ik zo door vandaag. Mevrouw Dijkshoorn als eerste. Mevrouw Dijkshoorn: Dank u wel. Ik begin met de complimenten aan het college en de organisatie voor de jaarrekening en de overige stukken die hierbij gepresenteerd zijn. We zijn een overheidsorganisatie die het eerst zijn jaarrekening klaar heeft. Dat vind ik toch wel veelzeggend, dat hieruit blijkt dat de organisatie op de rails staat. Het is goed leesbaar, maar een publieke versie waar vorig jaar al om gevraagd werd is aan te bevelen. En het is ook goed dat hier komt, naar aanleiding ook van het rapportverslag van de rekenkamercommissie. Het is ook plezierig om vast te stellen dat er een stevig positief resultaat is geboekt. Maar dit laat zien dat de exploitatie nog wel wat afwijkt. Ook al valt dit positief uit en zijn de verschillen te 6
verklaren, zou extra aandacht voor het begroten en het voorspellend vermogen moeten zijn. Vooral de belastingopbrengsten en de werking van de RBG, dit blijft dit jaar om extra aandacht vragen. Er staan voor ons nog twee punten uit commissie die nog niet beantwoord zijn. Ze staan niet in de notulen als uitleg vermeld en ook niet bij het verzamelformulier. Het gaat om de uitleg van het natuurarrest. Hoe werkt dat verder uit? Verschuiving van hectares van ongebouwd naar gebouwd, wanneer is iets natuur? Want ook gronden die agrarisch gebruikt worden, maar iets met natuur te maken hebben zijn hierdoor verschoven. Wat is het criterium voor natuur? Wat is de invloed van het nieuwe GLB? Wie, welke organisatie geeft door dat iets natuur is geworden? Hier zouden antwoorden op komen, dat is ons toegezegd in de commissie. Ten tweede: in 2012 hebben wij 9 ton in euro’s uit de egalisatiereserve ongebouwd gehad en de in het negatieve laten komen tot een saldo, eind 2012, negatief € 347.000. Er is toen besloten dat Ongebouwd dit de komende jaren weer zou aanvullen. Begin van dit jaar zijn net weer in het positieve saldo terechtgekomen, door de winstbestemming van vorig jaar. Dit jaar vindt er geen storting plaats aan de egalisatiereserves. Betekent dit dat er het afgelopen jaar in het tarief van ongebouwd geen bedrag zat wat we gereserveerd hadden om het tarief de onze reserve weer op te bouwen? Dit zou nog nagekeken worden. Ook hier ontbreekt het antwoord. Dan over het verslag hebben we nog een punt wat we graag aan de orde willen stellen, en dat is: bij chemische waterkwaliteit willen wij een rapport aanbevelen van het Mesdagfonds, over waterkwaliteit die de afgelopen week aan de vaste commissie van I en M aan het Ministerie is overhandigd. En waar aanvullende vragen door verschillende politieke partijen over gesteld worden. In het kort is de uitkomst van dit onderzoek dat er vier belangrijke bronnen zijn waardoor fosfaat en stikstof in het oppervlaktewater komen. De vier zijn: land en tuinbouw, riooloverstorten, watervogels. Daarop inhakend heeft Waterschap De Dommel volgens het Twitter bericht van de heer Middendorp cijfers van gepubliceerd van hond en eenden in stadswater, waarop de heer Middendorp reageerde: in sommige waterlichamen van Delfland zijn het vooral ganzen. En dat dit een probleem is kunnen wij ook zien aan de beschadigingen van de natuurvriendelijke oevers in de buurt van Vlaardingen en ook de natuurvriendelijke oever langs de Noordvliet in Maasland is verdwenen. Het vierde punt wat in het rapport staat is door natuurlijke kwel en andere natuurlijke bronnen. Daarom pleiten wij voor beleid op basis van feiten en metingen. Als wij meten uit welke bron welke uitstoot komt, kunnen wij ook zorgen dat er daadwerkelijk reductie van de uitstoot komt. Klopt het dat het beleid voor een belangrijk deel is gebaseerd op rekenmodellen? En is het mogelijk dat de petitie en het rapport beschikbaar komen voor ons als VV, voor het college en eventueel terecht kan komen in de commissie? Daar wil ik het bij laten in de eerste ronde. De voorzitter: Dank u wel. De heer Van den Berg. De heer Van den Berg: Ja, dank u wel, voorzitter. Laat ik beginnen te zeggen dat het jaar 2015 een beetje een ingewikkeld jaar is, omdat de begroting is gebaseerd op de oude programma-indeling en na de verkiezingen er een nieuwe coalitie is gekozen voor een andere programma-indeling. Dat maakt het natuurlijk wat lastig om de resultaat van de beide bestuurdersperioden goed te beoordelen. Maar in grote lijnen uit het jaarverslag constateren dat de gestelde doelen in 2015 zijn gerealiseerd. En dat dat ook is gebeurd binnen de daarvoor gestelde financiële kaders. Dus in zoverre stemt het jaar en het jaarverslag 2015 tot tevredenheid. Maar toch zijn wat ons betreft ook wel enkele belangrijke aandachtspunten. En daarvoor willen wij aangrijpen bij het advies dat de Rekeningcommissie over een aantal onderwerpen heeft gegeven. Van de Rekeningcommissie snijdt wat ons betreft een aantal belangrijke punten aan. En op dat advies van de Rekeningcommissie heeft het college een reactie gegeven en wij vinden de reactie nogal vrijblijvend en weinig ambitieus. En ik zal dat toelichten aan de hand van twee punten die de Rekeningcommissie noemt. Het eerste is de ratio van het weerstandsvermogen. Daarvan zegt de Rekeningcommissie dat dat geen goed stuurmechanisme is. Dat is overigens geen nieuw signaal, dat is in het verleden ook al vaak geroepen. En daar wordt verbetering voor 7
gevraagd, onder andere door gebruik te maken van de stresstest en het vraagt als de Rekeningcommissie ook om het proces van risicoanalyse te verbeteren en de risico inventarisatie, de gevolgen en het nemen van maatregelen meer transparant te maken. Als je dan kijkt naar het antwoord dat het college daarop gegeven heeft, dan staat daar letterlijk: het risicomanagement kan versterkt worden en daarbij zal ook de stresstest betrokken worden. Nou, dat vind ik een tamelijk nietszeggende reactie. Want het maakt ook niet duidelijk wat het college daar nu precies mee ga doen. En dat bedoel ik met dat ik de reactie van het college nogal vrijblijvend vindt. Een tweede voorbeeld, en dat betreft een ander belangrijk sturingsinstrument, is dat geconstateerd wordt dat bij sommige programmalijnen de prestatie-indicatoren nog nauwelijks ontwikkeld zijn. Ook dat is overigens geen nieuw signaal dat wordt afgegeven. De Rekeningcommissie vraagt om verbetering en geeft advies dat vanaf de begroting 2017 er een complete set prestatie-indicatoren is. Dus dat is een heel concreet advies dat de Rekeningcommissie geeft. Het antwoord van het college is dat er stappen zullen worden gezet, of dat er stappen zijn gezet, en dat dit wordt voortgezet bij de begroting 2017. Ja, ook dat vind ik een vrijblijvende reactie. En het is ook niet duidelijk wat het college nu precies gaat doen. Want Rekeningcommissie vraagt eigenlijk om een hele concrete ambitie, namelijk de hele set prestatie-indicatoren voor de begroting 2017 gereed te hebben. Ja, legt het college dat nu naast zich neer? Onderschrijft ze de ambitie? Dat wordt niet duidelijk. Wat ik ook al zei, wat de Rekeningcommissie nu in zijn advies constateert, dat zijn onderwerpen die in de vorige vergaderingen en bij de vorige Rekeningcommissie en de daarvoor ook al aan de orde zijn geweest. En ik zal niet zeggen dat er geen voortgang wordt geboekt, maar onze fractie vindt dat het college daar meer ambitie in mag tonen. En eigenlijk de adviezen die de Rekeningcommissie daarover uitbrengt, om die ter harte te nemen. Althans, onze fractie onderschrijft de adviezen van de Rekeningcommissie ten volle. En wij hopen dus ook dat het college ook met meer ambitie deze handschoen oppakt. Dat is een oproep aan het college. Dan heb ik ook nog een vraag, dat gaat over een discussie die ook al in de commissie BOB heeft plaatsgevonden. Dat gaat namelijk over de storting van het exploitatieresultaat in een reserve. In de commissie werd gesproken over een reserve aflossing 2023. Daar zijn ook geconstateerd dat de reserve er nog niet was, dat die dus eigenlijk eerst geïntroduceerd zou moeten worden. Nou, met het voorstel dat nu voorligt is dat geregeld. Er wordt een reserve bij ingesteld. Alleen de reserve heet nu opeens niet meer reserve aflossing 2023, maar reserve niet vrij besteedbaar vermogen. Mijn fractie heeft in de commissie ook gevraagd wat nu precies het doel is van de reserve en wat de effecten daarvan zouden zijn. Daarvan is gezegd dat de effecten op dit moment nog moeilijk in beeld zijn te brengen, dat dat bij de kadernota komt. Daarvan heb ik in de commissie al gezegd dat ik dat wel onbevredigend vind, want als je een reserve in het leven roept en je gaat exploitatieresultaten daarin storten, dan heb je daar een doel mee en wil je eigenlijk ook weten wat de effecten daarvan zullen zijn. Maar eigenlijk ontbreekt elke toelichting op deze reserve en volgens mij was er op dat punt wel een toezegging van het college om in elk geval iets van een toelichting te geven over het instellen van deze reserve en eigenlijk het veranderen van de naam van deze reserve roept eigenlijk nog meer vraagtekens op. Dus ik zou aan het college willen vragen wat nu precies de bedoeling is van deze reserve en met welk doel die wordt ingesteld. Ik dank u wel. De voorzitter: De heer Kuijvenhoven. De heer Kuijvenhoven: Bedankt voorzitter. Ja, de jaarrekening 2015. Het is al gezegd: op zichzelf een tevredenstellend stuk. De tijdigheid is hier behoorlijk. We hebben al wel eens moeten woekeren met de tijd: volgorde der dingen, accountantsverslag enzovoort. Maar niettemin zijn alle stukken gedocumenteerd en wel op een zeer ordentelijk tijdstip aan de orde gesteld. Dus in die zin complimenten ook voor het stuk. De toegankelijkheid is zeer behoorlijk. De vergelijkbaarheid, daar is wel iets over gezegd maar dat is in de toelichting goed ondervangen wat ons betreft. En de leesbaarheid van het stuk is wat ons betreft prima. Inhoudelijk wil ik toch nog wat zaken aan de orde stellen die ik weliswaar ook in BOB al heb gemeld, maar ze 8
zijn zwaarwegend genoeg om toch even hier herhaald te worden. En dat is toch het feit dat de resultaten in de loop van het jaar enorm fluctueren, het exploitatieresultaat bedoel ik daarmee. Als we kijken naar wat er oorspronkelijk wordt begroot en wordt er dan uit de burap komt en dan de najaarsbrief en dan zien we het resultaat maar heen en weer gaan. En dat is iets wat verbetering behoeft. Het gevaar dat dat een stokpaardje wordt, maar ik hoop niet dat dat het is. Maar er zijn toch zaken aan de orde die bij beter in de greep moeten hebben. En dat begint al denk ik bij een wat meer realistische indiening van de RBG waar het gaat om de heffingsinkomsten. Het gaat ook over structurele kostenbeheersing binnen de organisatie. Met andere woorden: de optelsom van deze dingen moeten toch leiden tot een hogere sturingsmechanisme wat we moeten hebben aan de begroting dan nu het geval is. Het moet allemaal strakker. Als we kijken naar waar de accountant in zijn verslag over spreekt, dan kunnen we ons ter harte nemen. Onder meer wordt daar aan de orde gesteld het vraagstuk van de uitbesteding. De onvoldoende borg aan de voorzijde. Gelukkig zijn daar op dit moment maatregelen getroffen, aanvullende maatregelen die ervoor zorgen dat we ons daar geen zorgen over hoeft te maken. Niettemin is het zaak om dat toch goed te regelen, maar naar ik begrijp zal dat in 2018 het geval zijn. Dus in die zin wordt eraan gewerkt. Over de opbrengsten begroting en jaarrekening heb ik al gesproken en de maatregelen bij de RBG, die kennelijk aan de orde zijn om die betrouwbare oplevering van gegevens te bezorgen. Een ander item: de jaarlijkse besteding HVBP, de boeking van HVBP is zo’n 12 miljoen per jaar. Daar is vrij diepgaand over gesproken. Daar komt een vervolg, de discussie is gaande. Ook daarin betrekken, en collega Van den Berg had het ook al over het vermogen en het weerstandsvermogen. En daar moeten we dus haken in samenhang gaan bekijken. Dus in die zin kunnen we zeggen met de kanttekeningen: er is sprake van een ordentelijk jaar 2015 met het uiteindelijke resultaat wat deels een toevalstreffer is door incidentele boekingen versus de meer structurele maatregelen. Maar niettemin denk ik toch wel te mogen stellen dat wij ondanks deze bemerkingen de zaak in control hebben. Ook ik heb wat kanttekeningen bij de wijze waarop het college heeft gereageerd op de adviezen van de Rekeningcommissie. Ik vind het een niet al te uitbundige benadering, moet ik u zeggen. Ik had gehoopt dat het, wellicht dat de scribent wat zuinigjes is geweest, maar het wel goed bedoelde. Nou, die goede bedoelingen, die moeten we dan maar concreet maken denk ik. De populaire versie, daar is sprake van dat er wat gaat gebeuren. De aansluiting kasstroom en HVBP, daar gaan we mee aan de slag. Maar de overige punten, die zijn inderdaad wat zuinig bejegend. En ik denk dat wij de oproep kunnen plaatsen dat het college in de kaderbrief de aanstaande is daar een mooie inhaalslag zou kunnen betekenen wat dit soort zaken betreft. Daar wil ik het bij laten. De voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Hilders. Mevrouw Hilders: Dank u wel, voorzitter. Allereerst de complimenten van de VVD-fractie voor de jaarrekening. Hij is inderdaad op tijd en meer in control dan in het verleden het geval was. Aan de andere kant kan er best wel scherper begroot worden en daar moeten stappen naar zetten. We roepen het college daartoe op. We kunnen ons als VVD fractie in heel goed vinden in het advies van de Rekeningcommissie. We realiseren ons dat het college weinig tijd heeft gehad om te kunnen reageren, net zoals trouwens ook de Rekeningcommissie weinig tijd heeft gehad om het advies op te stellen. En we gaan er vanuit dat reactie van het college duidelijker zal blijken bij de kadernota. Onder andere gaat het dan om het werken met de indicatoren. Dat is een van de zaken waarbij aandacht voor vragen, omdat ze bij de verschillende portefeuilles en thema’s nogal verschillend belegd zijn. Het ene programma, de ene portefeuille zal ik maar zeggen, die is veel uitgebreider bezig met de indicatoren dan de ander. En wij pleiten ervoor om dat meer gelijk te trekken. En bij het niet voldoen aan indicatoren, dan zouden wij dus graag zien dat daar een toelichting bij zit, een analyse en ook maatregelen. En dat is iets waar wij hopelijk bij de kadernota iets meer over hopen te vernemen. En de portefeuillehouder financiën heeft in de commissie ook gezegd dat hij daar aandacht aan zal besteden en we gaan er vanuit dat dat voor het hele college geldt. Even kijken, ja ik heb nog een paar inhoudelijke punten. Onder andere gaat dat 9
over de watertoetsadviezen. We hebben het er in de commissie even over gehad, van de watertoetsadviezen zijn allemaal binnen de termijn en dat is natuurlijk prima. Maar in hoeverre worden ze ook opgevolgd? En eigenlijk bleek in de commissie dat dat niet wordt bijgehouden. Ik zou het college willen vragen hoe we denken hier beter grip op te krijgen. Bijvoorbeeld een beknopte evaluatie of steekproefsgewijs, maar dus eigenlijk niet weet wat er met je adviezen gebeurt, daar zou ik aandacht willen vragen en daar zou ik graag verbetering op zien. Wat betreft innovatie is het heel fijn dat in de commissie is toegezegd dat gerapporteerd zal worden over de projecten, de innovatieprojecten en de effecten daarvan aan de VV. Wij zien dat dit jaar nog graag tegemoet. En we hebben veel waardering voor het rondje dat de portefeuillehouder innovatie onlangs langs alle fracties heeft gemaakt, ook langs onze fractie. En we zijn heel benieuwd wat er uit gaat komen en het horen wij natuurlijk graag. Tenslotte hebben wij bij de informatieve VV onlangs vernomen dat in het kader van afvalwater, als je maximaal inzet op het terugwinnen van energie, dan betekent dat dat je niet maximaal kunt inzetten op het terugwinnen van grondstoffen of de kwaliteit van de waterzuivering, dus hoe schoon wordt het water? Er zijn dus trade-offs tussen deze doelen, hebben wij begrepen. En wij zouden daar graag een notitie over richting de VV zien komen, want we zijn heel benieuwd waar je dan op inzet, hoe het andere doelen beïnvloed, en welke keuzes daarin mogelijk zijn. Misschien zijn er wel een paar scenario’s uit te distilleren. Dus wij willen verzoeken aan het college om de notitie richting de VV over deze problematiek. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel, de heer Simon. De heer Simon: Dank u wel, voorzitter. Wij zijn net zoals de voorgaande sprekers redelijk enthousiast over deze jaarrekening. Het resultaat is vrij goed, het is op tijd. Ik had stiekem eigenlijk ook wel op een stukje taart gehoopt. Misschien moet ik dat uitleggen, want de portefeuillehouder is er niet, maar de waterkwaliteit was gehaald en iedereen kreeg een stukje taart. Toen dacht ik: nou, ik zit ook wel in de VV, misschien heb ik ook wel een bijdrage geleverd. Maar waarschijnlijk is het potje op. Of we zijn er nog niet helemaal, of ik heb toch de verkeerde commissie gekozen. Ik ben bang het laatste. Zoals de fractie van Bedrijven, CDA en VVD al hebben gezegd: het advies van de rekenkamercommissie is niet heel erg fijn overgenomen door het college. Dat vinden wij ook. We hopen daar ook nog wat antwoorden over te krijgen en een gevoel te krijgen dat het college daar daadwerkelijk mee aan de slag gaat. Inhoudelijk heb ik nog maar één puntje: het gaat deels natuurlijk over de leesbaarheid. Ik heb al gezegd van de leesbaarheid wordt steeds beter, steeds minder afkortingen. Het is nog steeds vrij zakelijk, er komt misschien een publieksvriendelijke versie. Dat juich ik allemaal toe. Maar de leesbaarheid is wel belangrijk, zeker wat de dijkgraaf ook in het begin van deze zitting zei, van als wij ook met de vragen goed kunnen stellen en de leesbaarheid is goed, dan kunnen we ons uiteindelijk ook echt met politiek bezighouden en niet alle verslagen nog een keertje doorlezen en realiseren. Ik zal daar een voorbeeld van geven. Pagina 5 in de toelichting gaat over belastingopbrengsten. Daar wordt gesproken over 4,1 miljoen belastingopbrengsten. De tabel daarvoor zegt dat het uiteindelijk 2,5 miljoen is. Daar wordt een onderscheid gemaakt van belastingopbrengsten, kwijtscheldingen en oninbaar. Dat de oninbaar en kwijtscheldingen 0,9 miljoen is en dat wij een voorziening maken van 2,2 miljoen. De getallen zijn niet helemaal te rijmen met elkaar. Daar moet je goed over nadenken. En ik heb de wiskundige truc even toegepast, en wat blijkt nou: van de 4,1 miljoen die de opbrengst hebben, daar maken we op een gegeven moment 2,5 miljoen van. We hebben 0,9 miljoen oninbaar, daar maken wij 1,5 miljoen van. En het verschil tussen de twee, daar maak ik maar die voorziening van. Ik kan dat niet helemaal volgen en ik vraag daar een toelichting op. De voorzitter: De heer Fekkes.
10
De heer Fekkes: Voorzitter, ik sluit me aan bij de waardering en de complimenten die over de jaarrekening gemaakt zijn. Ik constateer ook dat de procedure toch wat moet worden verbeterd. Eerst het accountantsverslag, het verslag van de Rekeningcommissie en dan bespreking in de commissie BOB en zo nodig moeten de vergaderdata daarna van de VV aanpassen. Het accountantsverslag, ja we moeten naar de aanbestedingen kijken. Als je de procedure niet goed voert, dan levert dat veel gezeur en procedures op. En dat kost tijd en dat kost geld. Waardering voor het verslag van de Rekeningcommissie. Ik vind dat altijd wel prachtig als dat erg kort is. En ik zou er toch ook niet voor pleiten, zoals een collega net, om dat zeer uitgebreid te doen. Het gaat per slot van rekening om de punten die je constateert en die verbetering hoeven. Ik onderschrijf ook de aanbevelingen van de Rekeningcommissie. Ten aanzien van het ziekteverzuim van de medewerkers blijft oplettendheid geboden. De vraag is of je nog verder op het ambtelijk apparaat kunt bezuinigen. Ik heb al eerder gezegd: het ambtelijk apparaat, dat is toch het kapitaal waarmee je binnen deze organisatie werkt. Ik constateer ook dat de ramingen 4,4% hoger zijn uitgevallen ten opzichte van de begroting. Ik heb geen idee of daar een landelijke norm voor is, maar ik constateer wel dat het op een aantal punten wat beter zou kunnen, met name die van de belastingopbrengsten. Het lijkt mij echter een illusie om 100% score te krijgen van de opbrengsten ten opzichte van de ramingen. 50plus kan akkoord gaan met de toevoeging van het positieve saldo aan de reserve niet vrij besteedbaar vermogen. Het was wellicht aanlokkelijk geweest dit te bestemmen voor een tariefsverlaging. Doch ik denk dat we hier op langere termijn beter mee af zullen zijn. We zijn eveneens akkoord met de aanpassingen van de investeringen en onderhanden werken. En ik vroeg mij even af aan collega of wij misschien een taartfonds moeten instellen. Maar dat is meer een retorische vraag. De voorzitter: Mevrouw Jans. Mevrouw Jans: Dank u wel, voorzitter. De jaarrekening, in ieder geval het document van de jaarrekening, is diverse keren aangepast. In Ibabs, ons prachtige informatiesysteem, staan steeds meer verwijderde versies, en dan weer een nieuwe versie. Dus ik heb er nu denk ik in totaal drie of vier keer mogen lezen. Complimenten in ieder geval ook voor de organisatie die elke keer weer in staat is om de jaarrekening aan te passen aan de behoeften en de behandeling in de diverse commissies. Kort samenvattend leidt de jaarrekening tot een positief resultaat en stelt het college voor een reserve niet vrij beschikbaar vermogen in te richten. Daar kunnen wij mee instemmen. We hebben ook in aansluiting op de voorgaande sprekers een aantal aandachtspunten. Met name de kwaliteit van de ramingen, want in de loop van het jaar is het grote resultaat is fors gewisseld. Dus dat de eerste. Ten tweede aandacht voor weerstandsvermogen en de risico’s en de informatievoorziening. Wij vragen als college dan ook om het advies van de Rekeningcommissie serieus te nemen. En daar ook concrete actie op te ondernemen, zoals de Rekeningcommissie dat ook concreet gevraagd heeft. De Rekeningcommissie heeft concreet gevraagd te werken met prestatie-indicatoren voor wat betreft de jaarrekening 2016 en de totaaltabel waarbij het totaaloverzicht helder is. In de begroting 2017 om een complete set prestatie-indicatoren. Weerstandsvermogen en risicobeheersing is al voldoende benoemd. Wat betreft de regionale belastinggroep: een deel die de bewegingen in het resultaat hangt ook samen met de ontvangsten. De portefeuillehouder heeft toegelicht dat de regionale belastinggroep in de tijden waarin het wat minder druk is inhaalacties pleegt. Wij vinden als Algemene Waterschapspartij dat dat geen incidentele acties moeten zijn, maar dat het gewoon echt in het proces hoort te zitten. Het reguliere bedrijfsvoeringproces, waarbij gewoon in de reguliere cyclus vastgesteld wordt dat de bestanden kloppen, dat er geen meevallers zijn en al helemaal geen tegenvallers. Dus dat is wat wij het college meegeven, wat Rekeningcommissie overigens ook gedaan heeft. En tot slot een detailopmerking: zoals de Algemene Waterschapspartij ook in de BOB al gezegd heeft, van alle kredieten die beschikbaar zijn voor huisvesting zijn taakstellend. Ze zijn niet overal taakstellend beschreven, maar dat is wel, wij vinden dat het moet gaan 11
werken. En gelukkig staat er bij de ingekomen stukken een informatieve brief over de huisvesting, waarin staat, en daar houden wij u ook aan, dat alles tot nu toe op rolletjes loopt. Tot zover. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. De heer Nanninga. De heer Nanninga: Dank u wel, voorzitter. Ook van Water Natuurlijk de complimenten aan u en aan het ambtelijk apparaat. Het proces tot aan dit stuk hebben wij als moeizaam ervaren. Met name omdat de reactie van de Rekeningcommissie er nog niet was. En dat is toch fijn om dat in de commissie te bespreken. We hebben toen, we hebben vernomen dat het stuk van de accountant nog niet voorhanden was, en dat er wel een presentatie is geweest. Maar wij hopen dat volgend jaar dat wel allemaal al in de commissie voorhanden is. Want dan kunnen wij dat meteen bespreken. We hebben de reactie gekregen van DNA op het stuk van de Rekeningcommissie. Nou, dan moet je altijd even kijken of daar veel licht tussen zit. De heer Van den Berg noemde al, ja dat zie je wel vaker, dat sommige dingen worden wat afgezwakt et cetera. Ik zou dat zelf ook doen. Maar is dat nu goed? En inderdaad, wat betreft die prestatie-indicatoren: een aantal mensen hebben dat al genoemd. Dat is voor ons natuurlijk vreselijk belangrijk, en wat wij dan goed kunnen kijken of het werk goed is gedaan. Dus die prestatie-indicatoren is voor een VV als controlerend orgaan heel erg belangrijk. Dus wij vragen ook aan u, en misschien kunt u daar op reageren, of dat wellicht in overleg ook met de VV kan, omdat daar nogal wat ruis over kan ontstaan, en dat we niet volgend jaar weer zeggen: dat is eigenlijk geen goede indicator. En dat hebben we regelmatig hier gehad. Nu hebben we bijvoorbeeld intern een discussie over die meetpunten. Het gaat vooruit, maar die meetpunten staan op rood. Is dat nu goed of slecht? Persoonlijk vind ik dat dat goed is dat het rood staat, maar er zit een verhaal achter. Als je vervolgens die meetpunten weer, zou je dat herdefiniëren, die prestatie-indicator, ja dan ben je eigenlijk aan het sjoemelen. Dus het is een heel belangrijk onderdeel. Een aantal details. De heer …: Ik ga heel even, want u gebruikt het woord sjoemelen, maar dat vind ik … De heer Nanninga: Ja, sjoemelen in de zin van: stel nu voor dat we dat zouden aanpassen, en dat is niet zo hoop ik, dus ik praat in de toekomst mocht dat eventueel gebeuren. Daar is dus nu absoluut geen sprake van, voor de duidelijkheid. De heer …: Dat wilde ik even horen. De heer Nanninga: Ja. Een paar details: de energiedoelstelling is niet gehaald. Daar zijn wat andere maatregelen voor genomen, maar wij zouden toch graag zien dat daar goed op scoort gaat worden. Wellicht kan er vanuit het innovatiefonds wat heen vloeien om bijvoorbeeld de pompen efficiënter te maken, ik geef maar een voorbeeld. De samenwerking in de afvalwaterketen kan wellicht ook voor een besparing zorgen. Wij vragen u om daar ook nog een tandje bij te zetten. Wellicht kan dat ook iets opleveren. Publieksversie is genoemd en wat betreft de besluiten gaan wij akkoord. Dank u wel De voorzitter: Dank u wel. De heer Schouffoer. De heer Schouffoer: Ja voorzitter, het college en de organisatie hebben van heel veel sprekers complimenten gehad en daar wil ik zelf bij aansluiten. Ook van mij de complimenten. Maar niet zo voor de jaarrekening als zodanig. Mijn complimenten vooral voor de organisatie en het college voor de uitvoering van het programma. Blijkbaar heel erg doelmatig geweest. En geen problemen met het water meer in Delfland in 2015. Maar ik minder trots op ben is de jaarrekening zelf. Dat is hoewel een leesbaar stuk, is er sprake van een gunstig of een positief resultaat. En dat gunstige wil ik toch wel tussen aanhalingstekens zetten. Er is door verschillende 12
sprekers, de heer Van den Berg, de heer Kuijvenhoven en mevrouw Jans, eigenlijk ook kritiek opgeleverd op de kwaliteit van de raming. De raming is gewoon matig. Als je begroting opstelt en je ziet bij de tussenrapportage en bij de uiteindelijke rekening dat er zo afwijkt, het resultaat, van wat er begroot is, dan kan je vraagtekens stellen hoe doelmatig het begrotingsproces hier in deze organisatie is. En ik vraag me dus eigenlijk af, ik hoor van de heer Van den Berg dat het al jaren zo is, dat er al jaren kritiek op is. Ik vraag me af wat het college daar nu aan gaat doen. Ik zou ook heel graag willen weten of u van de accountant tips heeft gekregen hoe u dit probleem gaat oplossen. Want het resultaat van deze slechte ramingen is dat de afgelopen jaar veel meer geld is op gehad bij de inwoners van Delfland, meer geld dan nodig. En die belasting is al zo hoog. En dat dat geld een spaarpot wordt gestopt voor later. En ik vind dat je daar transparant over moet zijn. Of je doet dat was een bewuste actie, maar het kan niet zo zijn dat je zegt van: nou, wij besteden wat minder aandacht aan het ramen, dat levert een positief resultaat op en dan geven we niet terug aan de burgers, of misschien op de hele lange termijn. Ik vind dat een stevig punt van kritiek, en ik vind dat het nieuwe college daar iets mee moet doen voor de begroting van volgend jaar. In de commissie BOB hebben we het daar ook over gehad. En eigenlijk, voorzitter, zou ik u willen oproepen om daar nu wat aan te gaan doen, om daar een speerpunt van te maken voor uw college. Heel technisch sluit ik mij ook aan bij de kritische vraag van de heer Van den Berg over het instellen van nieuwe reserves. Ik heb in de commissie BOB ook kanttekeningen geplaatst bij het inzetten van egalisatiereserves die in de afgelopen jaren zijn opgebouwd tussen categorieën. En ik kan instemmen, ik kan vaststellen de jaarrekening, maar ik kan niet instemmen met het instellen van een nieuwe begroting en storting van het overschot in die nieuwe reserve. De voorzitter: Dus u vraagt straks even, daar kom ik straks bij de besluitvorming ook op terug hoe we dat doen. De heer Hombergen. De heer Hombergen: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ook vanuit de PvdA onze waardering voor het vele werk dat is gedaan om deze jaarrekening bij mekaar te brengen en het overzicht dat is gegeven. Toch zijn wij vanuit onze kant wat kritisch op hetgeen wat is gepresenteerd door het college. En daar heb ik een viertal onderwerpen waarin ik onze kritiek zal bundelen. Het eerste punt is de procesgang tot deze jaarrekening en dan met name ook de routing langs de accountant en Rekeningcommissie. Bij de bespreking in de commissies waren zowel het rapport van de accountant als het oordeel van de Rekeningcommissie nog niet beschikbaar. En dat is toch wel heel erg onhandig en dat lijkt ook hier een daar politieke ongelukken. Iets moet natuurlijk objectief gezien een Rekeningcommissie beantwoord worden, of onderhanden zijn. En vervolgens moeten aan de commissies helemaal vrij zijn, aan de leden van de commissies, om ergens op te reageren. En als die processen door elkaar gaan lopen, en dat deden ze, dan komen daar ongelukken van. Ik zou dan ook heel graag willen dat we volgend jaar echt die goede procesgang hebben en stap voor stap het proces doorlopen. Ik ben dan ook een beetje verwonderd dat het accountantsrapport is gedateerd op 31 maart, terwijl de commissies op 5 april bij elkaar zijn gekomen. Dat rapport was er dus al een paar dagen. Weliswaar was er geen verslag van de Rekeningcommissie over, maar dat rapport was er. Daarom graag de vraag waarom dat niet gewoon nog ter hand is gegeven. De accountant heeft ook een opmerking gemaakt over de inkoop. Ik wil daar niet te zeer op ingaan, maar dat is natuurlijk ook iets wat in de commissies echt even behandeld had kunnen worden. Gelukkig heb ik vandaag of vanochtend net gezien dat er een vacature is op het gebied van inkoop, dus wellicht dat dat ook de actie is. Als tweede punt wil ik even bespreken over het goede inzichtelijke financiële sturing. Dat is natuurlijk waarover deze jaarrapportage gaat, over de financiële sturing en de discipline die de portefeuillehouder opbrengen. Het nieuwe college heeft afgesproken dat eventuele overschrijdingen door de portefeuillehouder zelf in het eigen programma moeten worden opgelost. En het zou mooi zijn als dat ook traceerbaar en transparant in het jaarverslag wordt gebracht. Ik heb gekeken of dat lukt, maar dat is toch wel heel erg moeilijk gemaakt bij deze wijze van rapportage. Als we kijken naar bijvoorbeeld 13
het programma stevige dijken, de investeringen daarvan op pagina 29 voor degenen die het even willen volgen, dan zien we dat er ooit voor stevige dijken en bedrag stond van 20,5 miljoen. Dat is naar beneden gebracht naar 19,5 en 19,8. En uiteindelijk is het toch weer omhoog gebracht naar 21,5 miljoen. Ik geef dit als voorbeeld. Uiteindelijk dus omhoog, daar staat weliswaar een voorbeeld achter van bij welke projecten dat is gedaan, maar bij investeringen inderdaad, maar wij willen daar toch wel voor pleiten dat volgend jaar gewoon bij investeringen alle projecten even worden genoemd, dat je het overzicht hebt en op die manier traceerbaar en geheel transparant kunt volgen wat het college aan het doen is. Graag een toezegging dat dat volgend jaar ook gebeurt. We zien overigens bij exploitatie dat er wel op programmalijnen wordt gerapporteerd, maar ik vind het verwonderlijk dat dat niet bij de investeringen gebeurt. Ik wil in dit verband, inzake als wij onder uitputting hebben ook even de discussie over de prestatie-indicatoren noemen. Het is natuurlijk heel mooi als blijkt bij de bedrijfsvoering dat je geld niet hebt uitgegeven, maar als VV moeten we natuurlijk altijd dat in samenhang zien, in balans zien met de prestatie-indicatoren. En we kunnen natuurlijk heel blij zijn als we geen geld hebben uitgegeven, maar als we ook gewoon geen voortgang hebben op de belangrijkste prestatieindicatoren, dan zouden eigenlijk de alarmbellen moeten afgaan. En nu hebben we onvoldoende middelen om dat met elkaar in samenhang te zien. Wat we wel zien, is dat hier en daar zaken in het ambtelijk apparaat blijven hangen vanwege ziekteverzuim. Ziekteverzuim is al even genoemd. Ik maak mij zorgen dat wij niet langzamerhand in onze bezuinigingen op het apparaat aan de ondergrens komen, waardoor inderdaad opnieuw gelden niet goed netjes en rechtmatig kunnen worden uitgegeven. Er is een rapportage op het sturen over kerngetallen, en dat zou mooi zijn als je die kerngetallen voor de investeringen goed ontwikkeld zijn. Naar ons beeld zijn die kerngetallen nog niet voldoende ontwikkeld, zeker ook in de discussie in samenhang met de discussie over vervagende jaargrenzen, dat als in een bepaald jaar de investering niet is gedaan, dat je dat dan kunt overhevelen naar de volgende jaren, lijkt ons dat geen goede transparante manier van sturing. De organisatie, met slechte ramingen, is daar domweg nog niet volwassen genoeg voor. Dat is mijn oordeel, ik wil graag weten hoe de organisatie daar natuurlijk ook zelf tegenaan kijkt. Maar als we goede, heel scherpe ramingen hebben en er goed op kunnen rapporteren, dan zouden we wellicht dan kunnen zien hoe we met de jaargrenzen omgaan. Een hele grote belangrijke kostenpost in onze portefeuille is waterzuivering. Ik zou dan ook verwachten dat we daar heel scherp op zijn en dat ook heel goed weten wat de kosten van die waterzuivering zijn. Het viel mij op bij de verslagen van de commissie dat de portefeuillehouder daar over de waterzuivering ook een opmerking heeft gemaakt en heeft gezegd dat de kosten van de waterzuivering bij de BPS vergelijkbaar zijn met de omgeving. Ik was daardoor verrast en ik heb het even nagezocht en ik heb daarvoor een staartje gevonden en een vergelijkende businesscase die een paar jaar geleden is gemaakt. En ik wil die graag aan onze bode geven, zodat hij die ook even meteen in handen kan geven aan de portefeuillehouder en dat hij wellicht nog even op de schermen gezet kan worden. Op pagina 35: de kosten van de waterzuivering zijn in 2013 in kaart gebracht. En daaruit blijkt dat de kosten van de Waterzuivering Noord, dat … en …, per vervuilingseenheid voor Delfland staan op ongeveer € 55,08 om precies te zijn. Als we dat vergelijken met Zuid, dan staat dat op € 32,55 en Amsterdam West, dat was de benchmark, op € 26,25. Het blijkt dus dat bij ons De voorzitter: Ik ga toch even interrumperen, want we praten nu over, een deel van de VV kent deze gegevens niet, want dat moet u het hele verhaal vertellen, want we hebben dat afgepeld, daar is die van Amsterdam, want dan ga ik even over de fact finding nu. We hebben destijds gezien, die macro cijfers ja, en vervolgens is dat afgepeld, van hoe zit nu Amsterdam ten opzichte van Harnaschpolder en door de ligging komen er kosten bij. U kent ook het verhaal van de leidingstraat die daar lag, dus laten we nu niet weer een verhaal gaan doen dat het niet klopt. Ik bedoel, daar ben ik het echt fundamenteel mee zoals we het vandaag gaan doen. Dus ik wil best in de commissie dat laten toestaan dat we daar nog over praten maar laten we niet, die vergelijking en die cijfers, die kennen we. Dat was de vraag ook uit de vorige VV. Dat is afgepeld. En nog even twee 14
voorbeelden, dan weet iedereen waar het over gaat. De zuivering in Amsterdam ligt aan het Noordzeekanaal. Dan heb je dus geen pijp te leggen. Als je die kosten eerst eraf trekt om het vergelijkbaar te maken, kom je op de getallen waardoor je het kan wegen. Daar zit het oordeel van de portefeuillehouder over. En ik denk dat het goed is dat we dat eerst nog een keer via de commissie helemaal laten zien. Want dan kunnen we die discussie goed voeren. Dus ik denk dat het handigst is. Nee maar goed, maar voor de snelheid. Wat anders gaan we hier een soort commissievergadering doen. Dus vandaar dat ik even interrumpeerde. De heer Hombergen. De heer Hombergen: Ik ben inderdaad ook zeer genegen om fact based onze oordelen te hebben. Ik blijf van mening dat het oordeel van Van Olphen, of de portefeuillehouder, dat de Harnaschpolder vergelijkbare kostenniveau is, dat dat niet gegrondstaafd is en ik ben ook heel erg benieuwd naar de onderbouwing van zijn stelling. Een ander punt is, waar wij ons zorgen over maken, is het toezicht. We hebben dat al kort in de commissie besproken. Het toezicht is scherp begroot en wij zijn bevreesd dat dat toch wel even penny wise met pound foolish is begroot. Uiteraard kun je op toezicht wat besparen. Het is een kleine kostenpost maar we zien dat het toezicht ook vooral ten gunste is van de waterkwaliteit. En dat is toch wel een van de grootste uitdagingen van Delfland in de komende periode. Dus naar ons idee is dat scherp begroot en dat leidt tot penny wise maar een pound foolish beleid. We missen overigens bij de toezicht ook de samenwerking met de omgevingsdiensten, waardoor de effectiviteit verhoogd kan worden. Al met al aan de portefeuillehouder de vraag of hij met de manier van begroten en niet rapporteren programmalijnen en investeringen wel voldoende instrumenten heeft om de voortgang te monitoren? Even tussendoor: we hebben ook een tekst gehad over, we hebben ook gesproken over de manier van worden van zaken en de jaarrapportage. We hebben in mijn commissie nog even gesproken over de kans dat er geurloos verladen kan gaan worden en aan het einde van die discussie, Delfland heeft wel degelijk zelf geïnvesteerd voor het geurloos verladen, dus ik ben heel erg benieuwd of dat nu ook helemaal geurloos gebeurt. Het derde onderwerp, toch even over de kwijtschelding. We zien dat het afgelopen jaren het bedrag dat gemoeid is geweest met de kwijtschelding is gegroeid. En dat komt doordat onze tarieven een beetje verhoogd zijn, maar ook doordat het beroep op de kwijtschelding is gestegen. Er is gewoon een grote behoefte in ons gebied, een grote armoede, voor de kwijtschelding. En ik heb in de commissie de redeneringen gehoord dat als posten kennelijk moeilijk te beheersen zijn, dat je ze dan toch nog kunt beheersen door ze af te schaffen. En dat heeft me wat verwonderd en ik vraag me af, ik had dat gehoord van Ongebouwd, of een dergelijke redeneringen ook voor andere regelingen getroffen kan worden, dat als blijkt dat ergens een grote behoefte aan is, dat de beste methode dan is om het toch te beheersen gewoon de regeling af te schaffen is. Een laatste opmerking, ook het laatste onderwerp, het monitoren van de waterkwaliteit, dat hangt samen met de prestatie-indicatoren. In de jaarrapportage, een beetje een opmerkelijke plek, is er over gesproken om te verschuiven naar van one out all out, dus het principe dat als er een indicator niet goed is, dat dat gewoon betekent dat de waterkwaliteit niet goed is, naar een rapportage op alle factoren. Er naar ons idee is dat geen goede weg. Als het water vervuild is, ook al is het maar op een onderwerp blijft het water vervuild en is het voor een heleboel manieren van gebruik niet geschikt. Of dat nu door een onderwerp is of door meerdere onderwerpen. En ik zou wel van de toezegging willen hebben dat voordat wij overgaan op een andere manier van rapporteren, dat we daar even expliciet in de commissie bij stilstaan. En dat lijkt ons niet goed dat dat even met een regeling in de jaarrapportage, dat het daar even gebeurt. Er zijn in een rondje al een paar dingen waar ik even op aandeel haken. Ongebouwd heeft iets geroepen, of gezegd, pardon, over een rapport dat is aangeboden aan de commissie van infrastructuur en milieu over de waterkwaliteit. Het lijkt ons ook goed om voortgang te meten op basis van metingen en feiten, dus wij ondersteunen die oproep. Er is zoveel gesproken over de Rekeningcommissie en het meer sturen op cassatie indicatoren. U zult uit mijn betoog begrijpen dat wij dat van harte ondersteunen. Ook wij zijn benieuwd naar de andere inrichting van de reserveringen van 2023. Dus 15
ik ben reuze benieuwd waarom dat toch op een andere manier is vormgegeven. En wij willen ook de vraag stellen die door de Partij van de Dieren is gesteld over het schuiven met potten tussen oninbaar en kwijtschelding. Ik dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. Dan hebben we de eerste termijn achter de rug. Gaan we naar de heer Smits en daarnaast zit er een vraag bij voor de heer Van Olphen, Middendorp en ondergetekende. Dus we beginnen bij collega Smits. De heer Smits: Doet het nu, ja. Hartelijk dank voor de gemaakte opmerkingen, vooral ook voor de complimenten die eigenlijk VV breed zijn geventileerd over de inzet, ambtelijk en politiek, om tot deze jaarrekening te komen. Het is een jaarrekening met een positief resultaat, iedereen heeft het ook opgemerkt en daar ook kritische kanttekeningen bij geplaatst. Dat zal ook het geval zijn geweest als wij in een negatief saldo zouden zijn geëindigd, veronderstel ik. In elk geval heeft u wel de boodschap meegegeven: je moet strakker sturen op de begroting. We willen niet meer in het vervolg jaarrekeningen gepresenteerd krijgen waarbij dit soort uitbundige resultaten zichtbaar zijn, tenzij dit op voorhand in de begroting al is aangeduid bij wijze van spreken. Nou, die boodschap is heel goed verstaan. Daar heeft inmiddels een gesprek over plaatsgevonden met de accountant, over op welke wijze we dat zouden kunnen doen. Ik heb inmiddels een gesprek gehad met de dagelijks bestuur van de RBG en dat vindt zijn vervolg in een algemene bestuursvergadering volgende week, om ook daar de boodschap achter te laten. Wij moeten vanuit de RBG, want dat is een van de organisaties die heeft gezorgd voor, gelukkig zeg ik erbij toch, voor positieve overschrijdingen. Maar wij zouden dat dan ook …, ik kom daar straks nog wel even op terug. Dank in elk geval dus voor die complimenten. Er zijn daarnaast VV-breed noties geplaatst rondom de behandeling van de antwoorden die gesteld zijn in een brief van de Rekeningcommissie. U moet er begrip voor hebben, en dat heeft u denk ik ook, dat de procedure, en dat is ook in de commissie, althans de commissie waarin ik aanwezig ben geweest duidelijk aan de orde geweest, dat de procedure ongelooflijk krap is om vanuit het werk van de accountant, de inzet hier in huis, het geleiden van de stukken naar de commissie enzovoort, enzovoort heel lastig is om alle smaakmakers die een rol spelen, en met name de Rekeningcommissie waaraan ik grote waarde hecht, ik heb zelf een traditie die tot heel ver in mijn verleden, bestuurlijk en politiek, rijkt in de Rekeningcommissie. Ik kan het belang van die Rekeningcommissie, daar moet ruimte voor zijn. Dat is vaak nu heel erg krap en wij hebben in de commissie BOB de afspraak gemaakt: laten we in elk geval voor volgend jaar een dusdanige procedure met elkaar afspreken, dat daarvoor elke geleding ruimte is om tijdig een ei te leggen. Maar dat blijft heel erg moeilijk. En ik zou zelfs zover willen gaan dat we eens even zouden moeten kijken, ik weet niet of dat lukt, om te kijken of wij de procedure van een commissievergadering, er is een VV in april en dan direct weer een commissievergadering en een VV in mei, of we dat niet op een of andere wijze zouden kunnen zwaluwstaarten, zodat er op die wijze ook wat meer ruimte ontstaat. Maar in elk geval vind ik dat in de procedure er sowieso meer ruimte moet komen voor bijvoorbeeld de Rekeningcommissie om te reageren, maar ook vanuit het ambtelijk apparaat om te kunnen reageren op allerlei reacties die dan vervolgens ook weer hun gang binnen het college moeten hebben. En dat is in elk geval een van de duidelijke intenties die ik in de gang van de commissie BOB heb uitgesproken en die ik hier herhaal. En daarin zal ook een rol moeten spelen de exactheid van de ramingen van de regionale belastinggroep. Gezegd net, daar heb ik in het dagelijks bestuur van de RBG al over gesproken. Er is in het verleden, met name in de maand oktober, sommige van u hebben gezegd: dat moet eigenlijk een geïntegreerd onderdeel zijn van de werkzaamheden van de RBG. Nou, de controle op gegevensbestanden is een onderdeel van de werkzaamheden van de RBG, maar dat concentreert zich met name in de periode oktober, omdat dat een periode is waarin eigenlijk in zekere mate van de leegloop ontstaat, omdat dan alle aanslagen de deur uit zijn en zijn geïncasseerd. Dus dat is een onderdeel van een activiteitenpatroon. En daar worden dan de bestanden geactualiseerd. Dat is de 16
afgelopen jaren, de RBG is een betrekkelijk jonge belastinggroep. Dus die heeft een aantal jaren nodig gehad om opstand te komen en de zaak op kwaliteit te krijgen, dat is inmiddels gebeurd. En de resultaten van die acties die zij in oktober ondernemen, die zullen ook de komende jaren geleidelijk aan opdrogen. En zo is mij verzekerd in de vergadering van het dagelijks bestuur vorige week, dat zal ook blijken in de ramingen voor de komende jaren. Die boodschap is achtergelaten bij de RBG en daar mogen we ook verwachten dat daar scherper wordt begroot. Men weet dat u daar een heel gevoelig punt hebt aangeraakt. Ten aanzien van de kerngetallen herhaaldelijk ook wat ik in de commissie BOB naar voren heb gebracht, dat wij ernaar zullen streven om die kerngetallen verder te perfectioneren. Of dat in een keer voor de volgende procent gaat, dat weet ik niet. Dat is ook de verantwoordelijkheid van de andere collega’s. Maar de intentie van het college is in elk geval om op dusdanige wijze kerngetallen met elkaar te ontwikkelen dat we elkaar daar ook aan kunnen houden en dat dat ook richtinggevende instrumenten zijn, die aan het einde van het jaar bij de jaarrekening kunt gebruiken om te beoordelen of het huiswerk was met de begroting is opgesteld wel goed is uitgevoerd. Er zijn opmerkingen gemaakt over bijvoorbeeld het hoogwaterbeschermingsprogram in het kader van de brief van de Rekeningcommissie, dat daar niet op zou zijn geantwoord. Nee, niet op alle punten die door de Rekeningcommissie zijn geduid is een gedetailleerd antwoord gekomen. Maar u mag verwachten dat een aantal van de suggesties en opmerkingen, dingen die zijn aangereikt vanuit de Rekeningcommissie, dat dat zijn vervolg krijgt in bijvoorbeeld de kadernota en de begroting 2016. Dus er is wel degelijk, als het dus gaat over de inhoud van de boodschap die op heel veel punten door de Rekeningcommissie is aangeduid, wat mee gedaan en dat zal binnenkort blijken. Ik loop de verschillende sprekers langs, voorzitter. Mevrouw Dijkshoorn, er is een antwoord gecomponeerd op uw vraag over het natuurarrest. Blijkbaar heeft dat u nog niet bereikt, maar in elk geval is dat ambtelijk uitgezet en is er een antwoord gecomponeerd. U zou het moeten kunnen krijgen. U mag mij daaraan houden als dat niet lukt. En u heeft ook een vraag gesteld, en ik meende dat het ook in diezelfde brief is beantwoord, over de egalisatiereserve. Bedoelt u het bedrag van die 2 ton, die van Gebouwd naar Ongebouwd gaat? Mevrouw Dijkshoorn: Ter interruptie, dat is niet het bedrag wat ik bedoel. In 2012 was er nog geen mogelijkheid om die 400% extra waardering in te zetten voor infrastructuur en daardoor hebben wij vooruitlopend op wat eventueel wel mogelijk was ons eigen egalisatiereserve Ongebouwd voor aangesproken. Die had toen in eerste instantie een positief saldo en die hebben we extra in het negatieve laten lopen. En toen is de afspraak gemaakt dat wij die elk jaar weer zouden volgen naar een positief saldo. Dus dat zou ook doorwerken in ons tarief Ongebouwd. Als blijkt dat dit nog steeds een klein stukje, al is het vijf euro, in het tarief van Ongebouwd is om het terug te betalen, zou dat betekenen als wij nu teveel hebben betaald en dit gaat in de algemene reserve, de draaien wij er twee keer voor op. De heer Smits: Dat is niet de bedoeling, maar ik wil dat haarfijn uitzoeken. Ik heb daar ook in de commissie een toezegging over gedaan en die helderheid, die krijgt u ook. En ik vind het niet dat u twee keer belast kunt worden voor iets waar eerder een toezegging over is gedaan. De heer Van den Berg heeft complimenten geventileerd, heeft een aantal aandachtspunten genoemd, met name ook op het onderdeel van de Rekeningcommissie. Daar ben ik net op ingegaan. En hij zegt van: nou ja, de ratio van dat weerstandsvermogen, dat geeft in wezen aan, het is een formule, van hoe robuust is deze organisatie? Nou, die is in wezen bij Delfsland behoorlijk robuust. Als u kijkt naar onze totale vermogenspositie, de totale schuldenpositie, dan is de uitkomst van die ratio wat een soort van kerngetal is wat in unieverband wordt gebruikt, De heer Van den Berg: Voorzitter, interruptie. Ja volgens de uitkomst van die ratio is dat zo, alleen waar de twijfel over is, is of die ratio wel zo’n goed instrument is om het risico tot uitdrukking te brengen. En daar gaat 17
nu juist de opmerking van de Rekeningcommissie over, dat je andere instrumenten nodig hebt om dat risico beter in beeld te brengen en ook transparanter in beeld te brengen. De heer Smits: Maar mag ik een vraag even aan u stellen? Stelt u voor dat Delfsland los van de afspraken die we landelijk hebben gemaakt gaat opereren op dit punt, want het is een gemeenschappelijke afspraak die de waterschappen hebben gemaakt om het zo te doen zoals we het nu doen, dus ik vraag even voordat we allemaal aan het werk gaan wat de achtergrond is. Want blijkbaar het we dat met zijn allen zorgvuldig gevonden De heer Van den Berg: Ik weet niet wat de landelijke afspraak daarover is en het kan best zijn dat landelijk is afgesproken dat dit een ratio is die wordt gehanteerd. Maar volgens mij is onderbouwd aangegeven dat dit geen goede ratio is en dat je andere instrumenten nodig hebt om het risico goed in beeld te brengen. En als dat de afwijking is van het landelijke beleid, dan is dat een afwijking van het landelijke beleid. De heer Smits: Ik denk overigens dat dit een thema is dat bij de behandeling van de kadernota in zijn volle omvang terug gaat komen, omdat ze daar ook meerjarig willen aangeven op welke wijze, dat is een van de doelstellingen van het college om een schuldenpositie te verminderen, ook iets te doen aan de tarieven, op welke wijze we dat denken te doen. En de instelling van die veelgenoemde reserve vormt daar een onderdeel van. U zegt: de prestatie-indicatoren zijn te vrijblijvend. Dat is een opmerking die u heeft geplaatst. Daar moeten we met elkaar verder over nadenken, die prestatie-indicatoren ook verder vervolmaken. Namens het college kan ik u zeggen dat het absoluut geen vrijblijvendheid is, anders zou u ze ook niet maken, die prestatieindicatoren. Dus de route die we nu gaan we verder in de toekomst, om die indicatoren verder te perfectioneren moet er ook een zijn, net zo goed als we zeggen bij een begroting moet je om en nabij kunnen aangeven wat de uitkomst van de jaarrekening zal zijn. Dan moet ook die indicator een ambitie zijn die op enig moment realiseerbaar is. Dan moet je als dat niet lukt, moet je gemotiveerd kunnen aangeven waarom dat niet is gerealiseerd. De heer Van den Berg: Voorzitter, een interruptie. Ja, in uw woorden zit wat mij betreft toch dezelfde vrijblijvendheid besloten die wij in de brief lezen, want Rekeningcommissie gevraagd eigenlijk heel concreet doel, namelijk om bij de begroting 2017 alle prestatie-indicatoren compleet te hebben. Dat is wat het advies is van de Rekeningcommissie en daarvan heb ik u gevraagd van: onderschrijft het college dat? De heer Smits: In de commissie BOB heb ik aangegeven dat wij ons uiterste best doen om die prestatieindicatoren te vervolmaken. En voor zover we daar niet in zouden slagen, zullen we ook gemotiveerd aangeven waarom dat nu niet lukt. U moet ook kijken De heer Van den Berg: Nee maar voorzitter, alles begint met een ambitie. Als je als college de ambitie hebt om dat in de begroting 2017 gereed te hebben, dan weet je ook waar je naartoe werkt. Dan zal je ook moeten prioriteren, dat zal misschien geld kosten, dan weet ik allemaal niet. Maar daar begint het uiteindelijk mee. De heer Smits: Die ambitie mag u veronderstellen, kijk naar, zeg, het bedrijfsakkoord. Maar dan vervolgens kijken we: in welke termijn kun je een aantal ambities realiseren? Dat is vers twee. Daar heeft u zeker tijd voor nodig, maar ook capaciteit, geld en dat soort zaken. Dus in De heer Van den Berg: Voorzitter, een interruptie. Als dat nu zo is, dan zou ik als college dus een hele andere reactie schrijven. Als er knelpunten zijn in financiële zin of in personele zin om dat te realiseren, dan zou ik dus gewoon als college zeggen richting de VV: als u dat dan zo belangrijk vindt, stel daar dan middelen voor 18
beschikbaar zodat dat doel gerealiseerd kan worden. Kijk, dan ligt er namelijk ook een heldere keuze voor aan de VV om te zeggen: nou, dat vinden we zo belangrijk dat we dat willen doen, of dat vinden we niet zo belangrijk om dat te doen. Nu heeft u wel ambities in uw stuk, maar… De voorzitter: Ik ga even interrumperen, want ik vind dit, kijk de rekening is niet om allerlei nieuwe beleidsvoornemens in een lopend jaar gelijk door te voeren. Ik bedoel, daar gaat het feitelijk om. Als je de eis of het verzoek dat gesteld is door de Rekeningcommissie, is een legitieme vraag. Maar de begroting 2017, ik bedoel over twee maanden beginnen wij eraan. Ja, dat zijn natuurlijk, zelfs als wij zouden zeggen: we hebben extra mensen nodig of extra uren. Dat regel je allemaal niet, dus ik vind dat op het moment dat je als VV, zo hebben we het ook vorig jaar bij de begroting 2016 besproken, we doen het stapsgewijs voeren we het in, dat het antwoord wat je krijgt. Dan denk ik niet dat we per zes maanden zeg maar de eis moeten aandraaien. Dat krijgen we gewoon niet voor elkaar, los van of je nu geld of niet geld hebt, de begrotingen worden hier de zomer gemaakt. Ik bedoel, ik had ook kunnen zeggen: we zijn niet tot het onmogelijke gehouden. Dat is wat de heer Smits zegt. Dus het voorleggen van ach, we slagen er wel in. U krijgt een realistisch antwoord. Ik denk dat collega Smits dat namens het college zegt, we hebben er al over gesproken. Redden we dat zeker, geven we die garantie af. Want als we het zeggen, dan moet je het ook waarmaken. Nou, het is een stap voor stap proces waar we mee bezig zijn. Ik denk dat dat een realistisch antwoord is, dus dat is niet een beetje afhouden. Dus we zeggen, ik denk dat collega Smits het zegt: de ambitie is er. Maar of we het helemaal redden, dat is de vraag binnen alles wat je moet doen binnen dit jaar nog. En de krappe marges die er zijn. Want we hebben nog nergens een signaal gehad dat we meer geld aan u mogen vragen. De heer Smits: De heer Van den Berg, voorzitter, heeft een vraag gesteld over de niet vrij besteedbaar vermogen, de nieuwe reserve die er gaat komen. De bedoeling is, en dat is een van de punten van het beleidsakkoord, aandacht te geven aan zo mogelijk een verlaging of minder later stijgen van de belastingtarieven. U weet dat onze tarieven heel hoog zijn en u weet ook dat onze schuldenpositie heel omvangrijk is, om ook op dat punt een pas op de plaats te maken en te proberen de komende jaren ruimte te creëren om die schuldenpositie af te bouwen. Nou, dat is een langjarig proces, dat doe je niet in een collegeperiode van vier jaar, daar heb je veel meer jaren voor nodig. En we zullen u ook in het kader van de kadernota dat via allerlei grafieken tonen, dat je daar enige tijd voor nodig bent. Maar het kan wel, je kunt die schuldenpositie aanzienlijk verminderen. Vandaar dat er een reserve niet vrij besteedbaar is gecreëerd, om daarmee aan te geven dat het overschot van te hebben ook daaraan wordt besteed, om ook naar buiten toe duidelijk te maken dat het ons ernst is om die schuldenpositie terug te drukken… De heer Schouffoer: Voorzitter, bij interruptie. Ik hoor de hoogheemraad zeggen dat Delfland jaren hier met dit probleem bezig is. En dan plots wordt er ineens een reserve ingesteld. Is het dan zo moeilijk, als je er lang mee bezig bent, om de argumentatie en de toelichting op zo’n reserve aan de VV ter beschikking te stellen? Het stelt mij heel erg teleur dat er in de commissie hierover vragen zijn gesteld, en dat die vragen, het verzoek omdat te doen, niet beantwoord is, dat daar niet op ingegaan is. Het enige dat gebeurd is, is dat de titel van de reserve is veranderd, terwijl het een wezenlijk onderdeel is van de financiële huishouding van Delfland. En als u daar dan zolang men bezig bent, en wat ik ook begrijpen en wat nodig is, dan komt het wel over als dat hier niet is doordacht of voordacht. En dat geeft ons te weinig vertrouwen dat dit, hoe deze maatregel is ingesteld. En ik vind echt dat het college zich nu te makkelijk mee afmaakt. De heer Smits: Voorzitter, die reserve niet vrij besteedbaar, dat is ons voorstel. Ik was net begonnen uit te leggen dat wij nu al werken aan een verlaging van die schuld. Onze schuldenpositie is opgebouwd uit een aantal langjarige leningen, waarvan de eerste allergrootste leningen pas in 2023 worden opgelost. Maar
19
daarnaast werken wij met rekening-courant leningen. Dat betekent dat je lopende het jaar, wanneer je een plussaldo hebt, dat je die rekening-courant leningen minder groot ziet worden. En die nemen dus ook af. Maar met die reserve niet vrij besteedbaar geven wij aan wat onze positie is en welk beleid wij willen gaan voeren de komende jaren, om tot een verlaging van de schuldenpositie te komen. De heer Kuijvenhoven, die heeft complimenten geventileerd, waarvoor dank. Hij heeft ook geduid op nog eens een keer de wens richting de regionale belasting op een scherper te begroten. Nou, die boodschap heb ik overgebracht. Dat heb ik u duidelijk aangegeven. En dat wij, dat is eigenlijk de hele teneur van de discussie met de VV vanochtend, dat wij als college scherper moeten sturen op de begroting en op de jaarrekening. En die boodschap is in elk geval goed overgekomen. Ik heb gereageerd op het beter afstemmen van de procedures met de Rekeningcommissie, accountant enzovoort. En ik hoop dat dat in het volgende jaar ook heel duidelijk zal blijken. Mevrouw Hilders dank ik voor de complimenten. Zij zegt: ik heb te weinig tijd gehad om te kunnen reageren. Dat heb ik beaamd, dat beaamd eigenlijk iedereen. Ik hoop dat dat in een vervolgtraject aanzienlijk beter kan. Ze heeft de opmerking gemaakt over innovaties, dat is een onderdeel van mijn verantwoordelijkheid. Ik heb nog niet alle fracties gehad, maar ik ben aardig op stoom en ik hoop binnen afzienbare tijd de resultaten daarvan met u te kunnen delen. En een programma te presenteren wat aan, zeggend verder innovatieve gebeuren en de aanpak daarvan in Delfland zou moeten gebeuren wat mij betreft. Maar daar wil ik eerst met u over discussiëren. De heer Simon, die is enthousiast over het goede resultaat. De leesbaarheid heeft hij ook in de commissie opmerkingen over gemaakt. Dat is een opmerking die door velen ook in de commissie zijn geventileerd, en daar zullen we ook aan werken om zo mogelijk tot een publieksvriendelijke versie te komen. U herhaalt eigenlijk de opmerking die u in de commissie had gemaakt over het onderdeel oninbaar bij de regionale belastinggroep. Daar heeft de externe accountant vanwege het hoge niveau van het aantal dubieuze debiteuren, het oplopen van het aantal mensen wat niet betaald, om daar een voorziening voor te treffen. En dat is op advies van de accountant al gebeurd en in de boeken verwerkt. De heer Fekkes, procedureverbetering, ja. Waardering voor het verslag van de Rekeningcommissie, genoteerd. En u heeft gepleit tot het instellen van een taartfonds, u weet dat dit college… De heer Fekkes: Nou, dat was retorisch, dus daar hoeft u niet op de antwoorden dan. Nou, gelet op mijn postuur is het niet wenselijk dat ik elke keer taart krijg geloof ik. De heer Smits: Er is dus ook geen motie waarin staat aangegeven op welke wijze die taart wordt gefinancierd. Maar in elk geval dank. Mevrouw Jans, ik heb denk ik op een aantal punten die u heeft genoemd, heb ik inmiddels gereageerd. De oproep nog eens een keer, ik ga daarom omdat u de voorzitter ook bent van de rekencommissie nog eens een keer herhalen, dat uw oproep om de opmerking van de rekencommissie serieus te nemen, maar dat doen we ook. Ik hoop niet dat op enigerlei wijze is gebleken dat het college, of ik, de opvattingen van de Rekeningcommissie niet au serieux zouden nemen. Ik heb u er op geduid dat ik zelf een traditie heb die vanuit de Rekeningcommissie en rekenkamertraditie komt, dus u mag mij daarop aanspreken. RBG heb ik op gereageerd, de heer Nanninga, een brief aan het college over de prestatie indicatoren. Laat ik u dit zeggen dat wij met elkaar, ik heb er al eerder over gesproken vanochtend, die prestatie indicatoren daar worden terecht door de VV-leden opmerkingen over gemaakt, ze staan er ook niet voor niets, maar we moeten er ook wel op een serieuze wijze met elkaar mee moeten omgaan, dus ik denk dat wij binnen het college met elkaar een route moeten uitstippelen, zeg op welke wijze wij kunnen komen tot een vervolmaking van die kengetallen en dat we daar ook aan streefdata en noem maar op aan hangen. Energie doelstellingen zijn niet gehaald, dat is een lastige, dat heb ik ook in de commissie naar voren gebracht. Toen wij die doelstellingen formuleerden was net de Harnaspolder, wat een enorme energiegebruiker is, gerealiseerd, dus wij moeten het op een alternatieve wijze proberen te realiseren. Ik heb u al eerder gezegd dat ik probeer op de posities die wij hebben binnen het gebied van Delfland windmolens te realiseren bijvoorbeeld. Daar ben ik 20
op dit moment mee bezig. Ik heb overigens, dat is een toezegging richting Schouffoer geweest in de commissie om de verschillende energievarianten die wij hebben om dat te verbijzonderen in de presentatie. Dat zal ook gebeuren. Maar ook vanuit de discussie die ik heb met verschillende politieke fracties of ideeën die ik ophaal op gebied van innovatie worden ideeën aangereikt hoe je met alternatieve energie of nieuwe energievormen kunt spelen. Dus er zijn wel mogelijkheden, maar echte grote klappers kunnen we denk ik, helaas zeg ik, niet maken. De heer Schouffoer die heeft gezegd van nou de jaarrekening op zichzelf laat een gunstig resultaat zien, maar u heeft twijfels over de vraag hoe doelmatig is het proces, hoe we er toe gekomen zijn. Nou ja hoe gaan we dat vertalen naar de begroting 2017 die in de maak is. U bent kritisch op een aantal onderdelen, we zullen daar uiteraard in dat proces en naar de vervolmaking van dat proces rekening mee houden. Nou de nieuwe reserve daar heb ik net een aantal opmerkingen over gemaakt. Heer Hombergen tot slot. Naast waardering bent u ook kritisch. U zegt de procesgang is, laat ik het zo zeggen, slordig. Maar daar heb ik opmerkingen over gemaakt. Ik hoop dat dat in het vervolg beter kan en dat u dan ook anders zult reageren. De heer Hombergen: Wellicht nog ter articulatie. Ik heb ook genoemd dat het accountantsrapport gedateerd was op 31 maart en dat is vijf dagen voor de commissievergaderingen. Ik ben daar wat verrast door. De heer Smits: Dat is inderdaad heel kort en wij hebben inmiddels met de accountant daar ook procedure afspraken over gemaakt, dat is inderdaad heel kort. Het was er al, het had De voorzitter: U gebruikt de microfoon niet en de voorzitter niet, dus dat zijn twee strafpunten, maar dat, gaat uw gang. De heer Hombergen: Mijnheer de voorzitter ter interruptie. Het rapport van de accountant was er al voordat de commissievergadering er was, dus dat had ook doorgestuurd kunnen worden. Wellicht dan zonder reactie van het college, dat begrijp ik, maar het had gekund. De voorzitter: De datering was er, maar dat wil niet zeggen dat het er ook is, dat, de datering was er wel maar de vraag is of dan het rapport dan ook bij ons is, twee verschillen daarin. Dus het was er niet. De heer Smits: Het was in elk geval te laat om u daar tijdig mee te confronteren, maar De voorzitter: Na de commissievergadering, geeft de secretaris directeur aan, was het dus in formelen zin binnen. e
De heer Smits: Dit onderdeel is niet perfect geweest en dat heb ik, ik herhaal het u geloof ik voor de 8 keer, dat moet in het vervolg anders. De heer Hombergen: Akkoord. De heer Smits: U vraagt inzicht in de financiële sturing. Als er overschrijdingen zijn in het program dan, ik bedoel het beleid van dit college is tamelijk zuinig. Er zijn een aantal beleidsdoelstellingen geformuleerd. Als er majeure nieuwe beleidsvoornemens zijn dan geldt oud voor nieuw. Dan zal het ook worden aangegeven, maar ook als zeg majeure afwijkingen van voornemens blijkt, dan zult je ook moeten motiveren en dat gebeurt naar mijn smaak ook in de praktijk, wat de oorzaken, wat de achtergronden, wat de redenen daarvoor zijn. Je moet het tonen heeft u gezegd. Tonen, laten zien, laten zien. De heer Hombergen: En de vraag is dan ook hoe u dat aan ons gaat doen.
21
De heer Smits: Dat zult u, dat hoef ik nou nog niet te zeggen maar u moet kunnen volstaan met de toezegging van mijn kant dat we u dat zullen tonen, op welke wijze dan ook. U heeft nog een opmerking gemaakt over de kwijtscheldingen, een zeer aangelegen punt. Het beleid van dit college is er op gericht om de hoogte van de tarieven op termijn geleidelijk aan naar beneden te kunnen brengen, dat is ook een langjarig proces. We komen uit tijden dat de tarieven 8 - 9% waren, we zijn gedaald naar 4,5%, nu is het 1,5 en wij proberen door middel van te voeren beleid hier ruimte te creëren om die tarieven zo mogelijk in de toekomst nog minder te laten stijgen, dat zal dan moeten blijken. Een gedeelte halen wij binnen via de kwijtschelding waarvan het voordeel uiteraard gericht is op het terugdringen van de stijging van de tarieven. Nou inmiddels loopt die kwijtschelding, wat ik, ik dacht dat ik u al had meegedeeld in de commissie, dat de verwachtingen zoals wij die hadden omtrent het hele kwijtscheldingsproces dat dat zorgvuldig wordt begeleid vanuit het regionaal belastingkantoor in Schiedam. Dat dat wat wij daar op terug ontvangen van de mensen die voor het eerst worden geconfronteerd met een belastingaanslag en de reacties in het algemeen, als ik het zo mag duiden, positief zijn. In elk geval dat de verwachtingen die wij hadden, die wij vrij sober hadden ingekleurd, dat die worden overtroffen. Ik heb overigens gezegd dat ik zodra als ik meer informatie heb op het gebied van de kwijtschelding dat ik u daar over zal informeren. En daar kunt u mij aan houden. De heer Hombergen: Mijnheer de voorzitter ter interruptie. Ons is ook ter ore gekomen dat de mensen die wel kwijtschelding hebben gevraagd een bericht hebben gekregen dat hun behandeling langere termijn kan duren omdat er capaciteitstekorten zijn bij de regionale belastinggroep. Dat is natuurlijk uitermate onwenselijk omdat mensen daardoor veel langere tijd in financiële onzekerheid zitten. Dank u wel. Mij werd het woord even weggehaald. Ik zou graag van u de reactie willen hebben hoe je mensen op korte en snelle termijn vanuit de regionale belastinggroep dan toch snel financiële zekerheid kunt gaan bieden, ik denk dat dat een onderdeel is van de zorgvuldigheid van het proces. De heer Smits: Dat, dat, de regionale belastinggroep die doen het zeer zorgvuldig, nee maar soms moet je informatie natrekken dat kan ook enige tijd kosten. Dat hebben we hier ook gemerkt met de procedure rondom accountant, buva, Rekeningcommissie en noem maar op. Maar dat geldt ook voor de regionale belastinggroepen als die inkomensposities van mensen die zeggen van nou ik krijg ten onrechte een aanslag, ik kom in aanmerking voor kwijtschelding dan wordt dat nagetrokken en soms heb je daar wat meer tijd voor nodig. Maar uw signaal dat ik hoor, aanstaande donderdag is er weer een vergadering van het algemeen bestuur en de regionale belastinggroep, ik neem dit signaal zeker mee. De heer Hombergen: Dank u, want de regionale belastinggroep geeft zelf aan dat er capaciteitswringing is. De heer Smit: Ik meen voorzitter dat ik in eerste termijn de vragen die gesteld zijn. De voorzitter: Dan kijk ik even naar collega Van Olphen. De heer Van Olphen: Dank u, voorzitter. Op de vraag van de heer Hombergen zal ik in het heel kort ingaan. We hebben samen in de PPS commissie gezeten, als ik dit ene bladzijtje van de KPMG bekijk dan denk ik nou dan steunt dat mijn veronderstelling dat onze technische kosten puur de zuiveringskosten niet heel veel hoger of lager dan andere. Er is ook een benchmark geweest. U zult begrijpen dat ik die cijfers niet in mijn hoofd heb, maar ik kom daar op een later stadium op terug. De heer Hombergen: Mijnheer de voorzitter ter interruptie. Mij verrast dat beeld, want noord kost € 55 en Amsterdam West kost € 26, dat is gewoon een factor 2 en ik zou niet kunnen stellen dat dat dus vergelijkbare kosten zijn. 22
De voorzitter: Nou dit is een herhaling van de discussie van net, dus dat komt terug na het hele stuk waar dat in toegelicht is waardoor netto en bruto, u kent dat wel hè als je salaris hebt dan praten we over bruto, oh wat verdien je veel en als je netto hebt houd je minder over. Ik bedoel De heer Hombergen: Mijnheer de voorzitter. De voorzitter: Straks daar ook, maar even voor de helderheid. De heer Hombergen: Ik begrijp uw steun voor de portefeuillehouder De voorzitter: Nee, nee ik probeer alleen ook alle andere leden die vorig jaar niet in deze VV zaten, die al die rapporten hebben gehad inclusief uzelf, toch even bij de feitelijkheden te houden en ik denk dat dat altijd van belang is om niet nu een beeld te gaan roepen tussen bruto – netto, want daar gaat het over. Tegen de heer Van Olphen praat u over bruto of netto, nou laten we daar nou op een ander moment over praten, dat zegt de heer Van Olphen ook. De voorzitter: Ja? De heer Hombergen: Met die toezegging ga ik akkoord. Dank u wel. De voorzitter: Ik ga naar collega Middendorp. De heer Middendorp: Dank u wel, voorzitter. Ik praat even met de pet of de muts van Hoogheemraad Ingrid ter Woorst als haar vervanger. De fractie Ongebouwd heeft aandacht gevraagd in de marge van de discussie over de jaarrekening voor een recent rapport van het Mesdagfonds. Ik kan u vertellen dat het college daar kennis van heeft genomen maar nog geen mening over heeft gevormd. Dat is ook niet zo vreemd want het rapport is volgens mij vorige week donderdag breed verspreid. Wij zien, er worden in ieder geval een aantal interessante vragen in dat rapport gesteld. Wij zien uit naar de reactie van het planbureau voor de leefomgeving, we zien vooral vragen in het rapport, niet zozeer antwoorden en kritiek op het planbureau van de leefomgeving. En ik denk dat het, het zal zeker op de ingekomen stukken komen en wellicht kan ik of ik wil het er met mevrouw Ter Woorst wel even over hebben of deze op de volgende commissie kunnen worden geagendeerd. Dan is er ook door de heer Hombergen een vraag gesteld over de waterkwaliteit maar ik moet zeggen dat ik intussen mij is ontschoten, dus kunt u die nog even kort herhalen. De voorzitter: Ja gaat uw gang. De heer Hombergen: Mijnheer de voorzitter, uiteraard kan ik dat doen. Mijn vraag over de waterkwaliteit ging hem over de nieuwe systematiek van rapporteren over de waterkwaliteit. Tot nu toe doen we dat volgens een rationele methode: one out- all out. Dat als blijkt dat één van de parameters van de waterkwaliteit niet goed genoeg is wij gewoon het waterkwaliteit rapporteren als niet voldoende. De nieuwe rapportagewijze zou zeggen dat als er een vermindering is van het aantal parameters waaraan het water niet voldoet, dat we dan zeggen dat er toch een grote voortgang is. Naar ons idee is dat niet helemaal goed omdat je het water als het door één parameter gewoon niet geschikt is voor te zwemmen of voor de flora en fauna van donkerend water het nog steeds gewoon niet goed is. En het lijkt mij beter om op die manier te rapporteren en dan kunt u altijd in een toelichting aangeven dat er wel een voortgang is.
23
De heer Middendorp: Ja dank u wel voor uw vraag. De problematiek is ons bekend. Hij zal in ieder geval aan de orde komen bij de bespreking van de nieuwe waterkwaliteitsrapportage in de commissie en het lijkt mij daar ook de plek om daar verder op in te gaan. De heer Hombergen: Ik zou van het college wel … expliciet aan de orde brengen. Dank u wel. De voorzitter: Dat waren de vragen voor de heer Middendorp. Ik had nog een paar vragen. Nog even we hebben de datum van het accountantsrapport om even de feitelijkheden goed te hebben. Nogmaals datering dat is 31 maart, het is ambtelijk hier binnen gekomen op 7 april en dat is na de benoemde commissie, daarna bestuur. Dus dat zijn voor de notulen, dit is de feitelijkheden verder kan ik daar even niks. Dat was uw vraag wanneer, dat antwoord geef ik u en dat is waar de heer collega Smits op doelt het gesprek met de accountant om dit anders met elkaar te gaan regelen voor de nieuwe ronde. Dat brengt ons De heer Schouffoer: Voorzitter bij interruptie. De voorzitter: Ik stuur ook wel eens een kaart naar iemand die ik een paar dagen thuis laat liggen, laten we het maar niet zwaarder maken dan het is, dit is dus wat niet werkt en dat is geconstateerd door u en ons allen, want dat gaat zo niet en wij praten over de lijn volgend jaar hoe doen we het beter, dus terugwerkend draaien we dit nu weer anders dus. De heer Schouffoer. De heer Schouffoer: Ja bij interruptie, voorzitter. In de commissie BOB hebben we het ook over gehad of het wenselijk zou zijn, wat mij betreft is dat, om de accountant bijvoorbeeld uit te nodigen bij de commissie behandeling. En als we dat zouden doen is het probleem gelijk opgelost en volgens mij moeten we dat gewoon volgend jaar eens proberen. De voorzitter: Ik waardeer uw poging, dank daarvoor. U hebt dat in de commissie ook gedaan, dus we hebben dat gehoord en collega Smits komt nog met de procedure. Laten we dat nou vasthouden, dat is uit uw vergadering gedaan, ik moet vandaag ook een aantal keer een beetje de geheugens van iedereen openhouden, de vorige VV en ook de ringcommissie heeft heel veel aandrang geoefend om zo snel als kan de jaarrekening in de VV te brengen. Dat heeft geleid tot deze maand, als dat met elkaar geconstateerd wordt dat dat die druk hiertoe leidt, ja dan wordt het mei, maar dan willen we in ieder geval niet horen dat het een maand later is, want dat betreft we hebben de complimenten aan die kant ook links en rechts gehoord goh we zijn de eerste, dat kunnen we nog steeds. Dus daar moeten we eens even naar kijken en laten we dat rustig hier na gaan bespreken, we hebben nog even de tijd voor de volgende jaarrekening. Ik heb een paar opmerkingen. Dan ga ik toch nog even, begin ik eerst nog even met in de commissie is gezegd ja daar moet in het besluit een tekst worden opgenomen om die voorziening reserve in te stellen. Ja ik kan, ik heb toen, collega Smits heeft gezegd kun je daar op reageren, heb ik ook gedaan, ik zeg daar maken wij een besluit op. Ik realiseerde me dus uit de discussie dat we in de preambule geen tekst hebben opgenomen, omissie mijnerzijds, dat ligt niet aan de kant van collega Smits, maar ik heb ongeveer een tekst en die zal ik nog afmaken na afloop maar dat is, die had er eigenlijk in moeten staan in de preambule. Ik prevaleer maar even, dan gaan we de echte tekst nog even rondsturen na afloop, dat kan altijd nog. De bedoeling was dat met ingang van 2023 lopen een aantal leningen af, daar beginnen we mee. De inzet is geweest al bij de begroting 2015 want daar is het al begonnen ruimte te creëren om tot verlaging van de schuldpositie van Delfland te komen en daartoe hebben we besloten om een voorziening in te stellen, zijnde deze reserve. Dat was de argumentatie procedureel gezien. Daar aan toe is gevoegd in de vergadering dat bij de begroting 2017 het college met een aangepast treasury beleid komt om die hele berekening nog eens even goed te laten zien wat betekent dat dan, hoe zit het in elkaar. Ook omdat, dat hoort niet in de preambule, de nieuwe coalitie heeft 24
gezegd we gaan bedragen apart zetten om te komen tot. Nou en om dat apart zetten ook zo te borgen dat het niet in de algemene reserve wordt gezet wordt hij in een specifieke reserve gezet. U zult zeggen dit is niet de nette tekst dit is een omissie, we zullen even een tekstvoorstel maken, dat kunnen we later toevoegen met die toezegging moet dat kunnen. Maar ik wou nog even hier in deze kant hierboven nog een keer erin brengen. Hij zit er wil in in die toelichting, maar hij moet hier nog even boven staan, dat is het handigste. Dus gelet op, overwegende dat besluit zo gaat ie, dan is hij gekoppeld aan het besluit, hij zit wel in de tekst maar in het besluit zit hij niet in, had ik nog even. Dan heb ik nog even, dat is denk ik voor de correctheid naar mevrouw Dijkshoorn, want collega Smits zegt ik moet nog iets nazoeken. Mocht daar een omissie op zijn dan zullen we er later op terugkomen, ook voor wat betreft het resultaat wat hier staat, dat er een gewijzigd besluit moet genomen worden, kan niet anders. Mocht dat zo zijn hè, dat geef ik even aan. Dan een vraag over de, mevrouw Hilders, over de watertoets. Even voor de goede orde, van belang is natuurlijk niet zozeer die watertoets, maar ook de watervergunningen. En heel veel mensen komen met een watertoets. Maar of die nou wel of niet door wordt gezet, leidt ertoe of er een bouwplan komt, daar een watervergunning in zit. Want daar gaat het uiteindelijk om. Dat is de ene kant. Tweede is en daarom krijgt u, ik zeg het maar even vierkant, wij gaan niet een toezegging doen op dat punt wat u vraagt. En dat heeft te maken dat bij de grote bezuinigingsoperatie heel veel dingen zijn bekeken. Waar zit nou, 80-20 regeling, wat is nut en noodzaak, waar moeten we onze energie in zetten en zijn deze ook gepasseerd en dit werk en dat kunnen wij er niet meer bij doen. Dat doen we er ook niet meer bij. Dus ik geef dat ook aan, dat is echt we hebben de afgelopen jaren behoorlijk, en het gaat maar zeggen alles moet echt in de directe en hoe minder overhead we kunnen creëren, want we horen toch niet tot de laagste in de overhead, dus laat die overhead dus echt wat je moet weten, da’s handig want dat zien we aan de watervergunning kant. Dan over inkoop is links een opmerking gemaakt. Dat is wat door de accountant in de jaarrekening commissie ook gezegd is. Daarnaast weet u dat in de, bij de begroting ’16 hebben we al laten zien dat inkoop ook nog een forse beweging moet maken, niet de mensen maar de resultaten, dat dat moet leiden tot een bezuiniging, dus daar moet nog een behoorlijke hoeveelheid geld ook nog uit tevoorschijn gaan komen om het proces effectiever en daaruit ook de bezuinigingsdoelstelling van die tien miljoen die we hebben afgesproken te realiseren. Is een vraag gesteld over handhaving of toezicht. Ik herken op dit moment geen problemen, ik zie ze ook niet, ze zijn er, je kunt niet alles, dat is waar maar we kunnen voldoende binnen de doelstellingen beleid wat we hebben moet het en dat betekent ook dat we nee zeggen. Vandaag loopt een grote handhavingsdag in het Westland met heel veel daarin. Samenwerking met de EUD’s , de regionale uitvoeringsdiensten die loopt gewoon goed, die is verschillend tussen Haaglanden en DCMR van Rijnmond moet ik natuurlijk netjes zeggen, maar dat heeft te maken met hoe die uitvoeringsdiensten zelf georganiseerd zijn. Dus de afstemming is daar goed in. En wat wij proberen is planmatig te werken want er komen ook heel vaak door het jaar heen weer allerlei vragen zou dit kunnen, zou dat kunnen, nou ja wij proberen volgens patroon te werken waardoor je de beste kans om het resultaat te halen wat we voorzien hebben. Ik wil nog een opmerking maken naar de heer Van den Berg die over de doorrekening, dat is de discussie die wij ook hadden van waarom kan je nou niet even dat doorrekenen. Kijk bij de begroting 2015, maar misschien dat we elkaar daar niet helemaal verstaan hebben, bij de begroting 2015 heeft de VV besloten in ieder geval de begroting zo in te richten dat er ruimte ging ontstaan voor enzovoorts. Alleen dat jaar doorrekenen zegt niet zoveel omdat we nu al heel dicht zitten op die kadernota waar we de komende jaren doen, dus er zijn alleen in de afweging van ambtelijke uren doorrekening komt voor de 2017 en verder, en daar zijn een aantal besluiten genomen waar mee de coalitiepartijen betrokken zijn, die wel even vragen dat we dat in één keer goed doen en niet alleen maar op de jaarrekening 2015 doen terwijl we al in ’16 zitten en in ‘`17 begonnen zijn. Dus dan krijg je een beeld waar je niet zoveel uit kunt halen omdat dat alleen maar over die miljoenen gaat. Maar dat was de reden waarom wij dat deden. Opmerking naar de heer Schouffoer, als u straks nog een keer uw woordkeus naleest dan constateer ik dat u enige historische kennis mist, dat mag want u bent nieuw. Maar nog even terug in de tijd zoals we begonnen zijn. 25
Wij begonnen een paar jaar geleden met een eigen vermogen wat ongeveer rond de nul hing. En dankzij de wijze die toen gekozen is, ook met de overschotten te werken, zijn we naar zo’n 70 miljoen gekomen, dus dat is een keus. Dat is een interessante, ik denk dat dat de grote wijziging , de koerswijziging waar we nu inzitten is, we hebben de afgelopen jaren die overschotten gebruikt om weer wat financieel gezond te worden. Nu wordt het interessant of je dat doorzet dan wel ander inzet. Nou daar heeft de coalitie dus voorstellen voor gedaan en bij de kadernota zult u daar verder zien. Dus die koerswijziging of die beleidswijziging is aangekondigd, wordt nu vertaald, dus het is niet zo dat wij in een soort krakkemikkige begrotingsprocedure zitten. Het is een hele bewuste keuze, is zes jaar geleden gemaakt. De heer Schouffoer: Voorzitter. De voorzitter: Mijnheer De heer Schouffoer: Daar wil ik dan heel even op reageren De voorzitter: Gaat uw gang. De heer Schouffoer: Ik waardeer het ook en ik zie ook dat dat nodig is, dat heb ik heus wel gevolgd en gezien. Waar mijn punt van kritiek wel is op gebaseerd is dat ik dat dan ook in de rekening en begroting transparant wil zien. Nu wordt de indruk gewekt nou er wordt heel ruim geraamd, dat leidt tot een positief resultaat en die euro’s die Delfland over heeft en die niet uitgegeven worden aan goede dingen die gaan dan naar de spaarpot. Dat is de indruk die dit stuk wekt en dat vind ik de verkeerde indruk. De voorzitter: Die beeldvorming hebben we natuurlijk met z’n allen gemerkt, vandaar dat waar we bij de begroting 2015 zeiden we gaan dus een overschot creëren, het ware beter geweest dat we die toen al boven de streep hadden gezet, misschien dat besluit dat nu, onder even zoeken, punt twee staat toen al hadden genomen. Ja dan had je dat probleem niet zo gezien en was de begrotingsrealisatie geweest. Nou hebben we die gedaan, nou wordt hij wel ingesteld zodat in ieder geval voor de begroting ’16 waar daar ook weer in begroot is, dat zich straks aan het eind bij begroting ’16 zit dit er anders uit. Ja dus die wijziging is nu wel doorgevoerd met elkaar, dus als de beeldvorming zo is, ja die kan ik niet bestrijden, beeldvorming wat er is. En die wordt nu in ieder geval bijgesteld, los van RBG. De heer Schouffoer: Maar u kondigt dus aan dat in begroting 2017 een post komt: spaarpotje om de schulden af te lossen en dat dat een overschot gaan opleveren. De voorzitter: Zoals de meerjarenraming in ’15 al aangeeft en in ’16 ook, dus voor de komende jaren staat in dat er een overschot wordt gecreëerd om naar die schuldpositie te werken. Dat kun je dus nu al zien in de stukken, alleen hij staat nu al onder de streep en dan is het dus een overschot. Als je hem boven de streep brengt is het geen overschot. De heer Schouffoer: Oké maar dan gaat u ook een overschot creëren want De voorzitter: Nee ik creëer geen overschot meer, het is een begrotingspost, staat daar in, in de begroting houd je rekening mee dat er 10 miljoen zijn om te doteren in een reserve, dan is het dus geen overschot meer maar dan is het dus een begrotingspost geworden. Dat is het verschil. En nu stond hij eronder overschot en stond er een tekst in we gaan er vanuit dat het zich voordoet en als zich dat voordoet dan hebben we daar, kunnen we wat mee doen. 26
De heer Schouffoer: Maar dan had ik de portefeuillehouder wellicht beter kunnen zeggen dat er bewust heel ruim geraamd was om dat overschot te creëren en nu wordt het over allerlei projectposten versleuteld, het positieve resultaat omdat, dat vind ik wel een beetje duister dijkgraaf. De voorzitter: Ik geef alleen maar een stukje achtergrond, lees de begroting 2015 nog een keer na wat daar in staat, in ieder geval op dit punt dan. Die richting is ingezet en dat werd dus in de vorige periode eerst ingezet voor de algemene reserve weer op peil te brengen want die was nul, zelfs zijn we dreigend geweest dat we onder gingen. Dus er is gezegd we moeten alleen het weer in orde brengen van de hele financiële huishouding van dit bedrijf, nou zijn wel even bezig geweest. Nou nu doe je, maar anders dus hebben we, college heeft gezegd dat gaan we boven de streep maar dan moet je zoals de heer Van den Berg ook zei maar dan moet je wel een reserve voor hebben waar je het in kan storten, anders ging het die algemene reserve in en is die dus niet geoormerkt tot het doel waar het over ging. Nou dat is een stukje historie, wou ik toch nog even kwijt. Ik denk dat ik er wel ben. Dat was het voor de eerste ronde. We gaan eens even kijken tweede ronde. Mevrouw Dijkshoorn. Mevrouw Dijkshoorn: Ja dank u wel. U verwijst bij de beantwoording, dank daarvoor, u verwijst naar een brief die of onderweg is of die wij nog moeten ontvangen. En dan toch ligt hier de jaarrekening eigenlijk ter goedkeuring voor en dat maakt het dus vooral wat egalisatiereserve betreft wel lastig. Want de dijkgraaf heeft wel duidelijk een toezegging gekregen als er eens iets naar voren komt dat aangepast moet worden dat dat dan toch gebeurt, dus dat maakt ons toch weer wat positiever, maar we hopen dan toch dat we de brief deze week kunnen ontvangen. Tevens dank dat het rapport meegenomen wordt bij de ingekomen stukken. Voor de zekerheid zullen wij het rapport en de petitie naar de griffier sturen zodat het voor de zekerheid binnen is gekomen. Dus daar wil ik het even bij laten. De voorzitter: Dank u wel. De heer Van den Berg. De heer Van den Berg: Ja dank u wel, voorzitter. Dank voor uw beantwoording. Zijn wij ook tevreden met die beantwoording. Nou het antwoord daarop is nee. Ik denk dat we dat net verbaal en misschien ook wel nonverbaal al wel een beetje hebben laten blijken. Kijk wat wij eigenlijk vragen is concretere ambities en u zegt van niemand is tot het onmogelijke gehouden. Nou dat zullen wij ook niet van u verwachten, maar als je het nou over het onderwerp hebt die wij hebben aangesneden, ratio weerstandsvermogen en prestatie indicatoren dan zijn het geen onderwerpen die hier nu voor het eerst aan de orde zijn gesteld. Dat zijn onderwerpen die al jarenlang spelen. Dat is het eerste wat ik daarvan wil zeggen en tweede is als u nou vindt dat bijvoorbeeld het ontwikkelen van die prestatie indicatoren dat dat onmogelijk is om dat voor de begroting 2017 gereed te hebben dan zou ik zeggen nou ja schrijf dat dan op in uw antwoord en geef gelijk bij aan wanneer dat dan wel gerealiseerd kan worden en wat daar voor nodig is in personele en financiële zin, zodat daar gewoon een helder besluit over kan worden genomen en dan ligt er tenminste ook een concreet doel waar wij als VV u als college aan kunnen houden. Dus wij blijven bij de oproep die wij hebben gedaan en ik zeg daar ook van, ik hoop dat u dat ter harte neemt, want ik zou het jammer vinden als wij dit soort dingen uiteindelijk via bijvoorbeeld een motie zouden moeten gaan afdwingen. Dat daarover. Over de reserve, niet besteedbaar vermogen. Nou daar heeft u een toelichting op gegeven. Het verdient wat ons betreft allemaal niet de schoonheidsprijs, we hadden dat liever allemaal beschikbaar gehad in de commissie, maar op zich kunnen wij met de toelichting die u daar heeft gegeven wel leven en daarom zullen wij ons ook niet verzetten tegen het instellen van die reserve want het achterliggende doel namelijk een vermindering van de schuldpositie zoals die ook in het coalitieakkoord is vastgelegd dat doel onderschrijven wij uiteraard en daar draagt deze reserve aan bij. Dank u wel.
27
De voorzitter: Mijnheer Kuijvenhoven. De heer Kuijvenhoven: Ja voorzitter, dank. Ook dank aan de portefeuillehouder voor zijn uitgebreide toelichting. Ik heb goed beluisterd denk ik waar hij sprak over een nadere duiding van met name die zaken die de Rekeningcommissie hebben aangedragen. Ik kijk daarom met meer dan gemiddelde belangstelling uit naar de kaderbrief, dat doe ik toch al, maar nu met name verwachtingsvol met betrekking tot de punten die vandaag over tafel zijn gegaan en ik hoop dan ook daarin aan te treffen een nadere duiding en nadere concretisering van de zaken die wij vanmorgen hebben gesproken. Dank u wel. De voorzitter: Mevrouw Hilders. Mevrouw Hilders: Dank u wel, voorzitter. Allereerst de VVD-fractie die kan instemmen met het besluit gezien ook de toelichting die de dijkgraaf heeft gegeven. Wat betreft de indicatoren daarvan zouden wij graag zien dat bij de kadernota dat daar indicatoren in komen en als dat niet lukt dan zouden we graag de toelichting daarvan in de kadernota lezen, dit tegen de achtergrond dat bij het ene programma een stuk beter lukt dan bij het andere programma. Dan is er nog de risico, even kijken, de risico ratio die volgens u gebaseerd is op een landelijke afspraak. En dat gaat dan over het weerstandsvermogen. Wij zouden graag een toelichting hebben op de landelijke afspraak en ook inzicht in de vraag is die landelijke afspraak op ons van toepassing of zijn we toch een beetje ander type waterschap. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. De heer Simon. De heer Simon: Dank u wel, voorzitter. Verantwoorden en transparantie zijn wel de toverwoorden van vandaag. Als je voorzieningen en reserves gaat instellen ergens voor dan moet je daar helder en transparant over zijn hoe je dat gaat inrichten, hoe je dat gaat voeden. Ik merk dat aan alle VV leden dat dat wel speelt. Ik ben wel gelukkig met de antwoorden dat het voorstel daarop wordt aangepast. Maar ik zou dat in het vervolg altijd kritisch blijven volgen. Een andere leuke discussie is het tijdig inkomen van stukken. Ik werk bij de belastingdienst en daar is het gebruikelijk dat je werkt met een dagtekening of een stempel en dan heb je deze discussie niet want dan weet je wanneer je iets verstuurd hebt en wanneer je hebt ontvangen en het grappige is daar kun je ook heel veel uit afleiden. En nu ga ik een stapje terug. In de ingekomen stukken, dat is een stapje terug, zie je puntje 7.5 daar wordt een stuk gestuurd over de uitspraak van de Raad van State, maar dat is helemaal niet de uitspraak, maar dat kun je wel goed uit afleiden. De datum is, ik kijk even terug, 2 maart, maar het stuk zegt 16 februari en het gaat over uitstel en zo kun je dus heel veel verwarring voorkomen. Dank u wel. De heer Kuijvenhoven: Dank voor de beantwoording, ik heb geen vragen noch opmerkingen. De voorzitter: Mevrouw Jans. Mevrouw Jans: Dank u wel, voorzitter. In de tweede termijn heb ik drie punten waar ik aandacht aan wil besteden. U heeft in uw reactie aangegeven dat het college streeft naar het verder perfectioneren van de prestatie indicatoren. Zoals eerdere sprekers al aangegeven hebben ook wij zijn daar, wij de Algemene Waterschapspartij zijn daar niet tevreden over en wij verwachten een concreet voorstel in of rondom de kadernota. In dit geval ten tijde van de behandeling van de kadernota om het even heel concreet te maken. Het instrument weerstandsvermogen en de ratio van het weerstandsvermogen, het voorstel is niet denken wij dat we dat instrument af moeten gaan schaffen hè, het is een landelijk vergelijkingsmiddel. Alleen onze insteek is dat het wellicht niet het optimale instrument is om de risico’s te beheersen, dus daar focust de 28
discussie zich op en wij verwachten dan ook bij de kadernota een voorstel voor een adequaat instrument omdat die risico’s te beheersen. Wij denken ook dat op het moment dat gewerkt wordt met de bestemmingsreserve die nu ingesteld gaat worden dat die ratio er dan ook anders uit gaat zien hè omdat het vrij vermogen dan anders is. En tot slot, dat is een puntje van zorg, u heeft aangegeven in uw toelichting dat u in ieder geval in het voorstel de preambule een toelichting op gaat nemen. Onze zorg is dat dan ook het besluit wijzigt en de vraag is dan even of wij als CV dan nu in kunnen stemmen met het besluit zoals het nu voorligt, maar dat er misschien straks een ander besluit genomen gaat worden. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. Heer Nanninga. De heer Nanninga: Voorzitter dank u wel. Ook voor de uitgebreide beantwoording van de vragen. Wat betreft het punt energiebesparing had ik gehoopt op een wat duidelijker antwoord. U gaf eigenlijk aan dat u zich wilde inzetten voor energie opwekking, wij denken dat de kracht juist ligt bij besparing. Dat is ook wellicht veel makkelijker uit te voeren. Over de prestatie indicatoren is genoeg gezegd. Wij wachten het voorstel van DNA op dat punt, dus daar hoef ik verder geen woorden meer aan vuil te maken. En er rest mij nog om de Rekeningcommissie te danken ook voor hun werk. De voorzitter: Dank u wel. De heer Schouffoer. De heer Schouffoer: Voorzitter ook mijn dank aan het college voor de beantwoording. Ik heb nog een paar dingen die ik aan de orde wil stellen. Ik sluit me bij mevrouw Dijkshoorn aan wanneer ze zegt van dat het jammer is dat het college niet is gekomen met de beantwoording van vragen over de natuurhectares die in de commissie bob zijn gesteld. En ik merk ook dat ook andere partijen daar belangstelling voor hebben en ik zou heel graag als die partijen, bijvoorbeeld de ABP daar een mening over hebben dat ze die ventileren in de vergadering en ik zou daar heel graag over willen discussiëren in een algemene bestuursvergadering als er mensen zijn die problemen met de natuurtarieven hebben. En dan is het goed als we de feiten kennen. Dus ik hoop dat het college snel die vragen wil beantwoorden. Dan wil ik aangeven dat ik kan instemmen met het besluit en met de toelichting waarbij ik wel bij het college wil aandringen om de gevraagde helderheid over het doel en inzet en bedoeling van de nieuw in te stellen bestemmingsreserve bij de volgende begroting en de kadernota wel adequaat toe te lichten. De dijkgraaf heeft een tipje van de sluier opgelicht, maar ik denk dat het voor onze inwoners belangrijk is om die transparantie ook in de stukken terug te zien. En tot slot wil ik de portefeuillehouder bedanken voor zijn eerdere toezegging om in de volgende begroting en dus ook in de volgende jaarrekening een paragraaf op te nemen die gaat over MVO en energiebesparing, zoals eigenlijk de boekhouding van grote bedrijven die gaan daar ook op in en ik denk dat dat ook tegemoet kan komen aan de wensen van water natuurlijk over die transparantie waar nou het meest doelmatig kan worden gewerkt aan de afspraken die ook Delfland heeft gemaakt in de klimaatakkoorden. Dank u wel. De voorzitter: Dan de heer Hombergen. De heer Hombergen: Dank u wel mijnheer de voorzitter. Dank u wel aan het college voor de uitgebreide beantwoording van de vragen, ook met name over de financiële sturing. Ik zal niks meer zeggen over de procesgang. Ik wil wel nog wat zeggen over de rapportage door de portefeuillehouders en de begrotingsdiscipline. Begrotingsdiscipline is wat ons betreft een belangrijk middel om financieel te sturen en ook om uiteindelijk de tarieven te matigen. Wat dat betreft zouden we graag willen hebben dat de portefeuillehouders zich gaan houden aan de regels van comply or explain. Dan als daar een overschrijding is binnen hun eigen portefeuille dat daar gewoon over wordt uitgelegd en dat dat ook traceerbaar en navolgbaar is. Ik wil aan de portefeuillehouder financiën dan ook vragen om ook voor de investeringen voortaan een 29
rapportage te hebben per programmalijn en het liefst ook gewoon even de investeringen dus de projecten daarbij te noemen zodat netjes traceerbaar is welke portefeuillehouder over welke projecten gaat binnen welke programmalijn en uiteindelijk welk programma. Dat is mijn laatste vraag nog. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. Dan de tweede termijn van de kant van het college. Collega Smits. De heer Smits: Dank u wel, voorzitter. Mevrouw Dijkshoorn, de natuurhectares, er is inderdaad een brief gecomponeerd die is er nog niet, die zal u zo snel mogelijk bereiken, die zal overigens ook aan de anderen beschikbaar worden gesteld. Ik denk dat u terecht opmerkt van als dat, daar heeft de voorzitter ook al een opmerking over gemaakt, als dat ertoe leidt dat er iets moet worden aangepast en als besluitvorming, dan moeten we daar een hele goede oplossing voor vinden. Ben ik het mee eens. Heer Van den Berg is ontevreden over de beantwoording. Dat heb ik heel duidelijk gesignaleerd, u zegt van wees wat concreter met de ambities die je hebt, nou dat zijn er vele. En heel veel daarvan liggen vast in het beleidsakkoord, dat kent u. Maar u spitst dat in dit geval toe op het weerstandsvermogen. Prestatie indicatoren, andere hebben dat ook genoemd. Ik hoop niet dat ik de indruk heb gewekt dat ik iemand ben die tegenstander is van prestatie indicatoren, integendeel. Ik denk dat ik juist iemand ben die vindt dat je in het kader van afspraken die je met elkaar maakt dat je ook moet kunnen meten, kwantitatief of kwalitatief maar dat je ook elkaar daarop moet kunnen aanspreken. En als ik dat op enigerlei wijze verder inhoud kan geven, dan zal ik dat de komende tijd ook in de richting van de kadernota en wat daaruit verder voortvloeit zal ik dat zeker doen en ik hoop dat ik daarmee ook tegemoet kom aan de wensen die heel breed leven binnen de VV om over afrekenbare prestatie indicatoren te kunnen komen. Daarmee zeg ik niet en misschien is dat hetgeen u steeds weer doet aarzelen van sta ik wel achter dit soort toezeggingen, dat niet in alle gevallen een prestatie indicator die voor een bepaald jaar is geformuleerd, kan worden gehaald. Maar dan kun je ook aangeven waarom die niet wordt gehaald. Wat daar de afliggende reden voor is. Dus dat zal in elk geval duidelijk moeten worden gemaakt. En dat wil ik in elk geval wel toezeggen en ik hoop dat u daar, ik twijfel daar overigens niet aan, dat u mij daar aan zult houden. Ten aanzien van de reserve niet besteedbaar wil ik nog eens een keer wijzen wat op pagina 15 van de jaarrekening staat. Dat is er wat later in gevlecht, maar daar staat een uiteenzetting over wat precies de bedoeling is van die reserve. De heer Kuijvenhoven kijkt uit naar de kadernota en daar wordt heel hard aan gewerkt en daar zijn een heel aantal ingrediënten vanochtend weer aangereikt die alsnog vervlochten zullen moeten gaan worden in die kadernota om de VV in elk geval te contenteren. Mevrouw Hilders, indicatoren heb ik net een opmerking over gemaakt. U zegt van nou probeer daar ook in kadernota aandacht aan te geven. Ik neem dat mee die opmerking. En u heeft gevraagd naar de strekking van de ratio weerstandsvermogen pagina 70, wordt een heel exposé gegeven wat nou precies de bedoeling is van die ratio weerstandsvermogen, wat overigens inderdaad een uni ratio is. Maar ik adviseer om dat nog eens een keer op uw gemak na te lezen, bladzijde 61 en volgende. De voorzitter: Ja misschien nog aardig collega Smits, mevrouw Hilders was even weg en mevrouw Jans heeft het antwoord al gegeven, dus u kunt het ook, uw antwoord is straks door mevrouw Jans al gegeven, dus zo snel gaat het hier. Gaat u verder. Mevrouw Jans: Ter interruptie. Ik zou graag zien dat de portefeuillehouder de reactie geeft zodat het een officiële reactie namens het college is. Dank u wel. De voorzitter: Monisme dus dat geldt ja. De heer Smits: De heer Simon dank ik voor zijn opmerkingen als ervaringsdeskundige bij de belastingdienst. Dank je wel. Door procedures inderdaad goed af te spreken voorkom je verwarring dat ben ik inderdaad 30
helemaal met u eens en dat is een les die wij ons moeten aantrekken. Mevrouw Jans streeft naar betere prestatie indicatoren. Ik heb daarnet een aantal opmerkingen over gemaakt en daar ga ik mijn uiterste best voor doen en probeer daarin volledig tegemoet te komen. Weerstandsvermogen en ratio, ik verwijs naar een opmerking die ik daar net over heb gemaakt, lees nog eens een keer bladzijde 70/71 na. Ik wil ook nog wel eens mijn voelhorens uitsteken bij de uni om te kijken of daar inmiddels gedachten worden ontwikkeld of die informatie ratio die van een aantal jaren geleden is, nog wel hoge De voorzitter: Gaat uw gang de heer Ranner. De heer Ranner: Voorzitter in een vorige periode is door de accountant die we toen hadden een presentatie gegeven waaruit blijkt dat de waterschappen naast de indicator van het weerstandsvermogen ook werken met stresstest. Men heeft daar een aantal van cijfermatig ook laten zien, dus die zijn er en die procedure bestaat dus. De heer Smits: Ik kan dat inderdaad beamen, dus daar is ook kennis van genomen. De heer Nanninga heeft gevraagd niet alleen op gebied van energiebesparing te kijken naar andere vormen van energie, groene energie noem maar op, maar ook te kijken naar energiebesparing. Dat punt wil ik graag meenemen. De heer Schouffoer die dank ik voor zijn instemming en hij heeft nog eens een keer geduid naar de argumentering van de bestemmingsreserve. Ik verwijs ook in dit geval naar pagina 15 van de kadernota. En paragraaf over energiebesparing, nou dat komt in ieder geval, is een punt wat ik graag meeneem bij de volgende begroting. Tot slot de heer Hombergen, de begrotingsdiscipline en dat is ook een instrument om te werken aan ver mogelijke verlaging van de tarieven, dat is het geval. Ik hoop daar in het kader van de kadernota op terug te komen. Eén van de doelstellingen van dit college is niet alleen terugdringing van schuldenpositie maar ook er naar te kijken van kunnen wij te kijken de stijging van de tarieven beperkt houden of zijn er ook toch nog mogelijkheden om daar nog eens verder over na te denken hoe we mogelijkerwijze die stijging nog verder zouden kunnen verminderen. Dat moet u van mij verwachten in het kader van de kadernota. Comply or explain dat is genoteerd met een vierkante er rond omheen. En verder vraagt u over een rapportage per program. Ik wil kijken of dat dat mogelijk is. De voorzitter: Dank. We zijn aan het einde van de tweede ronde dan gaan we geleidelijk aan naar de besluitvorming. Ik ga nog even precies zeggen wat nu nog te, dat hangt er om dat besluit. Het eerste herhaal ik nog even naar aanleiding van de vraag van mevrouw Dijkshoorn mocht er toch een negatieve egalisatiereserve bedrag nog negatief zijn dan moeten we daar een correctie op toepassen, conform de eerdere afspraken dat heeft collega Smit ook bevestigd, dus dat is gewoon een toezegging die in de notulen staat, weten we dan binnenkort. De tweede waar mevrouw Jans ook nog even op inhaakte van kunnen we wel besluiten. Waar het nu om gaat is kijk als je naar het hele stuk kijkt kun je alles bij elkaar vinden maar wat het handig is dat we in de preambule een paar correcte zinnen opnemen. Daar zijn we het over eens, daar is ook geen misverstand over dus wat mijn voorstel is daar maken we in de komende dagen/weken tekst over, die laten we even schriftelijk langs de fractievoorzitters lopen, die hebben dan een paar dagen de tijd om te reageren en dan wordt hij daarna gewoon keurig in het besluit opgenomen, dus dat is geen, dat verandert niet de strekking of de richting van wat hier in het besluit staat. Dus dat zijn de twee toezeggingen rondom besluit om de besluitvorming zo te kunnen doen. Ik ga even naar u toe, ook met die twee voorbehouden, nadere duidingen nog voorbehouden wil maken links en rechts. Dan ga ik even wat stemverklaringen. Zijn er nog, ik kijk even langs, niemand behoefte aan stemverklaringen, is er behoefte aan stemming, anders gaat ie in één keer er doorheen. Dan is die daarmee vastgesteld, met dank aan de organisatie. Dank u wel.
31
Motie mevrouw Jans (AWP) De voorzitter: We zijn bij het volgende agendapunt, dat is het extra agendapunt wat er nu in zit voor de hamerstukken. Dat is het, mevrouw Jans u bent in de gelegenheid een motie in te dienen. Gaat uw gang. Mevrouw Jans: Dank u wel, voorzitter. Ik heb net nog even nagekeken naar het reglement van orde welke eisen aan een motie gesteld worden en dat is dat hij tenminste door, nou weet ik het niet meer, twee of drie, maar in ieder geval het is nu op dit moment ruim ondertekend de motie. Ik wil zo meteen een korte schorsing vragen van 4 tot 5 minuten om mijn collega’s de gelegenheid te geven om de motie mede te ondertekenen. Ik heb voordat ik een korte toelichting geef op de motie ook nog even het volgende. Willy de Zoete kan jammer genoeg niet aanwezig zijn bij deze vreemde vergadering. Ze heeft wel haar instemming per mail gegeven, dus ik vraag me even af hoe dat dan werkt hè. Of dan de ChristenUnie, SGP ChristenUnie fractie geacht wordt de De voorzitter: Nee dat kan niet, is niet aanwezig dus kan niet aan de beraadslaging meedoen, is ook gemeld aan mevrouw De Zoete dat zij niet als indiener, want ze is niet aanwezig, dus die is dan niet geldig. Mevrouw Jans: Dan melden we dat in de eerstvolgende VV en zal ik dat met de fractie ChristenUnie/SGP afstemmen. Even kort een kleine toelichting op de motie. Hij is opgesteld naar aanleiding. De voorzitter: U dient hem in, als u mij, meestal krijg ik hem en dan kunnen we even beoordelen of hij geldig is. Dat is toch de eerste stap. Mevrouw Dijkshoorn: Ter interruptie. Wij zouden ook graag die motie mogelijkheid willen hebben om nog te ondertekenen, maar nu wordt hij dus blijkbaar ingediend of is nu de schorsing, want ik begrijp… Mevrouw Jans: Dan verzoek ik bij dezen om een korte schorsing. Dank u wel. De voorzitter: Dan mag u even handtekening op gaan halen. Is er een fractie die niet wil mee tekenen? Schorsing De voorzitter: De vergadering is heropend, de motie is ingediend en ik kan niet anders concluderen conform het reglement dat die geldig is, zoveel handtekeningen eronder gebeurt zelden. En alle namen herken ik ook dus dat moet ook nog goed zijn. De motie is inmiddels in beeld. Mevrouw Jans u mag nog één minuut toelichten. Mevrouw Jans: Als de techniek het mij toestaat beperk ik me tot één minuut. Wij hebben deze motie opgesteld en de motie is VV breed ondertekend, hij ondersteunt de plannen voor het plan Sluizen en roept de minister en de Tweede Kamer op om de voorkeursvariant en het plan Sluizen uitgebreid te onderzoeken met effecten voor de economie, de aangescherpte normen die in 2023 vastgesteld zullen worden en de internationale afwegingen. En wij vragen u om in ieder geval via de vaste Kamercommissie die in juni bijeen zou komen, deze motie in te brengen en dan er op aan te dringen dat de plannen uitgezocht worden en gerapporteerd worden uiterlijk in 2020. Dank u wel. De voorzitter: U wilt zeker gelijk een reactie van het college hebben, dat kan. Hoogheemraad Houtzager is aan het woord.
32
De heer Houtzager: Ja dames, heren, leden van de VV het college zet zich in om ervoor te zorgen dat de ideeën die we dan het plan Sluizen noemen dat die op een zodanige plek terecht komen dat zij ook, ja dit is een proces van voorbereiding van tientallen jaren en dat er ook tijdig begonnen wordt met het alternatief van plan Sluizen ook op zijn effecten door te rekenen en te onderzoeken. Wij vinden nu dat dat tijdstip te ver naar achteren wordt geschoven en zoals ook in de brief in uw richting staat vinden wij dat daar nu aan begonnen moet worden en dat feitelijk plan Sluizen als alternatief in de Delta programma een plek moet krijgen. Nou u spreekt hiermee uit dat u die lijn krachtig ondersteunt en wij nemen uw opdracht om dat ook aan de vaste Kamercommissie te brengen, die nemen wij graag tot ons. Wij zullen dat dan ook over brengen. Het is ook goed dat u zeg maar als politieke partijen in uw lijnen richting de Kamer nog ook actie neemt. Nou dan denk ik dat we heel krachtig als Delfland dit instrument hebben ingezet en dat we hopelijk weer een stapje verder komen en ik kijk ook vooral nog even naar richting het CDA waar zeg maar natuurlijk de heer Geurts indiener is geweest van de motie en ja onze boodschap zou toch zijn in zijn richting: ja er is toch onvoldoende nog voldaan aan de indiener van de motie door nu niet, de boel moet nu niet vooruit geschoven worden, maar moet nu krachtig worden aangepakt. Als wij dat gezamenlijk doen denk ik dat we weer een goede stap verder komen. De voorzitter: Dank u wel. Dan is hiermee ook dit agendapunt afgehandeld. H. Hamerstukken H.02 Normen- en toetskader H.06 Investeringsplan en aanvraag uitvoeringskrediet vergroten capaciteit gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag H.07 Investeringsplan en uitvoeringskrediet dijkvak Spuihaven te Schiedam H.08 Aanvraag IP en krediet stuwput Abtspolder (Rotterdam) H.16 Maatregelenpakket knelpunten Kleine Geest en vijver Rubenslaan, Monster (gemeente Westland) De voorzitter: De hamerstukken zoals ze op de lijst staan. H.02, 6, 7, 8 en 16 zijn vastgesteld. S. Sluiting De voorzitter: Ik ben aan het eind van de vergadering en daarmee is de vergadering gesloten.
33