TRANSCRIPT VAN DE VERENIGDE VERGADERING VAN HOOGHEEMRAADSHAP DELFLAND d.d. 23 april 2015
00
Opening De voorzitter: Goedemorgen. Een hele goedemorgen. Het is 9 uur, dus we gaan beginnen. De vergadering is geopend. Wij zijn bij de opening. Mag ik even wachten tot het geroezemoes even stil is? De vergadering is officieel geopend. Ik hoor de heer Hombergen. Wat? De heer Hombergen: Ja mijnheer de voorzitter, ik zou een punt van orde willen aanbrengen De voorzitter: Nog voor de vaststelling van de agenda? De heer Hombergen: Ja, wellicht nog voor de vaststelling van de agenda. We hebben een reglement van orde, dat is ingericht om goed en efficiënt en doelmatig te vergaderen. En juist als er een bijstelling komt van het reglement van orde, lijkt het mij dat je het reglement van orde goed en naar de letter hanteert. Het spijt mij dat dat nu dus helemaal niet is gebeurd. We hebben een bespreking over het aanpassen van het reglement, met name over de commissies en ik heb de laatste tijd het reglement van orde goed bestudeerd en één van de aspecten daarvan is de voorbereiding van de vergadering en hoe lang van tevoren de stukken moeten worden verspreid. Het reglement van orde is daar redelijk helder in en de toelichting op artikel 13, daarin wordt gesteld dat 48 uur van tevoren de stukken, in noodgevallen, in exceptionele gevallen, moeten worden verspreid. Dat is nu bij lange na niet gehaald en ik betreur dat en ik zou dan ook als punt van orde als eerste voor de vaststelling van de agenda al even willen zeggen dat ik een aantal punten wel heb voor kunnen bereiden – zoals het coalitieakkoord, dat was via andere kanalen tot ons gekomen – maar dat ik wel heel veel moeite heb gehad om het nieuwe reglement voor de commissies te behandelen. Te meer omdat de inhoud daarvan afwijkend is van hetgeen besproken is in de agendacommissie en zo ook als ik het had vernomen in het coalitieakkoord. Bovendien vraag ik me af wie het inbrengt. Dus mijn voorstel zou eigenlijk zijn om het al – niet op de agenda te zetten.
01
Vaststelling agenda De voorzitter: Dan ga ik nu naar de vaststelling van de agenda, want dan kunnen we daar, aan de hand daarvan erover praten. Dus ik kom zometeen bij B01, daar wil de, ik ga er vanuit dat het de fractie van de Partij van de Arbeid is dat het punt van de agenda wordt afgevoerd. Daar kom ik zo op terug. Zijn er andere onderwerpen? Ja, de heer Nanninga. De heer Nanninga: Ik heb een opmerking bij … De voorzitter: Goed, de heer Nanninga laat straks wat aantekeningen bij H13. Ik zie in de hoek de heer Van der Wedden. De heer Van der Wedden: Ja, dank u voorzitter. Ik heb een korte vragen over 07.01, 07.14 en 07.24. De voorzitter: Gaan we eens even kijken, want het gaat in een. 0.1 heb ik gehoord.
De heer Van der Wedden: 07.01, 07.14 en 07.24. De voorzitter: Maar we gaan ze… dat betekent dat u ze naar de commissie wil hebben? De heer Van der Wedden: Nou ja, de vragen zijn zo kort dat u ze misschien meteen kan beantwoorden bij dat punt. De voorzitter: We kijken straks even of ze echt kort zijn en als dat niet zo is dan gaan ze naar de commissie door. Ik wijs er nog even op dat allerlei telefoons tikken en priegelen. Dus als telefoons in ieder geval stilstaan, zonder geluid, dan gaat dat toch beter. Mijnheer Hombergen. De heer Hombergen: Mijnheer de voorzitter het zal u niet verwonderen dat ik hier opnieuw dan vraag om agendapunt b01 niet te behandelen. De voorzitter: Nee, maar dat gaan we zometeen doen. Dat heb ik net genoemd al, dus dat komt zo. Ik kijk even rond. Er ligt een – voor ik de agenda verder vaststel – voorstel om agenda b01 – wijziging verordening vaste adviescommissies Delfland – van de agenda af te voeren. Dat gezegd hebbende, is het, het volgende kunnen we eenvoudig doen, ik leg aan u de volgende vraag voor, die de fractie van de Partij van de Arbeid via de heer Hombergen aan ons voorlegt, om agendapunt b01 van de agenda af te voeren. Wie daar voor is steke zijn of haar hand op. Nee het is een procedurele behandeling, dus het is een punt van orde, dus ze vragen af te voeren. Wie is daar voor? Ik tel 3 voor. Wie is daar tegen? Ja het is voor of tegen, we kennen voor of tegen. We kennen niet…. Dus iedereen is voor, want ik zie verder geen tegens, dus dat betekent dat de motie is verworpen. Stuk blijft op de agenda staan. 02
Notulen VV d.d. 25 en 26 maart 2015 De voorzitter: Dan over de notulen van 25, 26 maart zijn geen aan- of opmerkingen binnengekomen. Die zijn daarmee vastgesteld.
03
Mededelingen De voorzitter: Ik heb een paar mededelingen. Die ga ik er even bij pakken. Verhinderd is vandaag, ga ik even kijken, de heer van Heijningen, dat klopt, die is buitenlands. De heer Hombergen heeft mij gevraagd u ook nog even te wijzen op de veiligheidsvoorschriften die er gelden, dat is een goede suggestie van hem vanmorgen. Voor degenen die hier nog nooit zijn geweest: mocht er iets gebeuren in de zaal, zijn er twee deuren om naar buiten te geraken en voor degenen op de tribune daarachter. Komt u in de gang, zijn er dat betreft, als er niks aan de hand is, ook weer twee wegen: naar links of naar rechts. Afhankelijk van of er een calamiteit in het gebouw is, moet u de pijlen volgen en de bedrijfshulpverleningsaanwijzingen opvolgen. De derde opmerking, dat is wat ongebruikelijk, niet altijd zitten er mensen op de tribune en dan heb ik het vandaag niet over alle plaatsvervangende leden, die worden geïnstalleerd. Maar helemaal in de hoek zit de heer Jansen en dat is altijd toch wel aardig, die – ja hij kijkt even naar buiten – gister spraken wij elkaar nog in Rotterdam. Hij is een van de initiatiefnemers van de vlottenkering en heeft vanaf het begin van de vorige periode eigenlijk bijna alle vergadering – ik geloof, nou, volgens mij bijna alle vergaderingen zo’n beetje – maar in ieder geval, heel frequent de VV bijgewoond, omdat hij dat ook in zijn verantwoordelijkheid voelde als betrokkenheid bij de vlottenkering. En dat wou ik toch even memoreren, zodat het ook in de notulen staat dat de heer Jansen – en hij zei: nou ik ga het iets minder doen – en we zullen wel zien wat dat wordt,
want na 6 jaar had hij zoiets van: de vlottenkering maakt nu kans om een keer ook echt toegepast te gaan worden, omdat die in een forse tender zitten. Mag ik zeggen waar? Dat mag. In Spakenburg is getenderd waar de vlottenkering dus in zit en binnenkort horen ze of ze hem daar mogen toepassen en dat is ook voor ons als Delfland ook wel bijzonder als dat gaat lukken. Dat zijn de mededelingen. Nog een mededeling is, ja heb ik nog, op de agenda treft u niet aan de samenstelling van de rekencommissie, daarover zal in de volgende agendacommissie verder gesproken worden, omdat we daar nog niet aan toe waren gekomen met elkaar. Tweede is: er is gevraagd naar de zitplaatsen hier in de vergadering. Volgende keer – en dat is ook in de agendacommissie – komt er een conceptindeling hoe we de fracties, nadat het nieuwe college is aangetreden, in deze zaal zullen laten plaatsnemen. Dus dat komt ook met ingang van juni heeft u dus de nieuwe lancering, om maar zo te zeggen, ook vastgesteld. Ik had als mededeling ook dat, gezien de enorme krapte in de tijd, waar we in zaten ten aanzien van de voorbereidingen van deze agenda, dat alles in een vrij laat stadium pas afgehandeld kon worden. Dus de heer Hombergen heeft terecht opgemerkt dat de termijnen, in ieder geval, wel erg opgerekt zijn. Gezien de politieke kant dat dit nieuwe college moet beginnen en alles wat daaraan vastzit hebben we dat gemeend zo te moeten doen. Dat is wat betreft de mededelingen. 04
Insprekers De voorzitter: Er zijn geen insprekers.
05
Vragenrondje De voorzitter: Er is wel een vragenrondje. Of één vragenrond. De heer… o, nee, Van der Wedden. Gaat vragen stellen aan. Dan mag hij naar het spreekgestoelte. De heer Van der Wedden: Het is de heer De Nooy die de vraag heeft gesteld, ik heb ze alleen naar u gemaild. De voorzitter: Oké, dat gaan we zo doen en Hoogheemraad Ter Woorst zal ze beantwoorden. Nou heb ik daar geen tweede spreekgestoelte staan. Ik weet niet… u moet maar beide even aan dezelfde kant verschijnen. Als mevrouw Ter Woorst ook die kant, dat heeft met dat er ook nog een stembureau straks komt. Het woord is aan de heer De Nooy. De heer De Nooy: De Algemene Waterschappartij is benaderd door Booma recreatie over het aanleggen van een natuurvriendelijke oever en vispaaiplaats. Het botenverhuurbedrijf wordt hierdoor gehinderd, mede doordat de versmalling met palen, platen en balken en meer dan vijf en halve meter bedraagt. Dit levert ernstig gevaar voor de vaarrecreanten op, die met hun vaartuigen van de steigers een kant het water op komen. De oorspronkelijke intentie van Delfland was om er geen natuurlijke oever tegenover Booma recreatiehaven aan te leggen. In opdracht van de gemeente Westland is met het aanleggen van het natuurvriendelijke oever en vispaaiplaats begonnen. Maar op 23 maart 2015 is door Delfland het werk aan het project stilgelegd. De vragen die Algemene Waterpartij Delfland heeft zijn de volgende. Vraag een: wat is het nut en noodzaak om daar precies tegenover deze recreantenhaven een natuurvriendelijke oever vispaaiplaats aan te leggen. Klopt het dat de gemeente Westland zonder vergunning met de aanleg van deze oever is begonnen, gezien het feit dat op 23 maart 2015 het werk van dit project stil is gelegd? En zo ja, mag of kan dat? Vraag drie: is de gemeente Westland het initiatief…. Als gemeente Westland het initiatief heeft genomen, zijn deze kosten dan ook voor de gemeente Westland? Of draagt ook Delfland nog
bij aan deze kosten? En zo ja, hoe hoog zijn deze kosten? Vraag vier: Waarom is de oorspronkelijke intentie van Delfland om geen natuurlijke oevers tegenover Booma recreatie aan te leggen veranderd en met wat voor reden? Vijf: kan er niet een brede rietkraag worden gerealiseerd in plaats van deze gevaarlijke obstakels van palen en planken? Wie draait er op voor eventuele schadeclaims van de vaarrecreanten? Vraag zes is niet meer van toepassing, die is reeds achterhaald en deze was niet correct. Dank u wel. De voorzitter: Het woord is aan Hoogheemraad Ter Woorst. U mag even blijven staan want dan hebt u nog een kans in tweede termijn om nog aanvullende vragen te stellen. Mevrouw Ter Woorst: Soort Lagerhuisdebat. Als eerste de vraag: wat is het nut en noodzaak om daar nou precies een natuurvriendelijke oever aan te leggen? Nou, u hoeft maar een keer naar buiten te kijken, naar de druk bevolkte en bebouwde en verglaasde gebied om te zien dat het ongelofelijk moeilijk is om meters te vinden voor ecologie, voor natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen. Toch zijn we daar de afgelopen periode heel goed in geslaagd, dus we zitten que meters goed op schema en qua financiën kleuren we onder het lijntje. Maar desalniettemin is het ontzettend moeilijk en elk gaatje, elke meter die je kunt vinden die moet je benutten. Dit is als zodanig ook meermalen met u gedeeld en met de vorige VV, in de commissie waterkwaliteit uitgebreid aan de orde geweest en dit specifieke geval is ook in de agendacommissie aan de orde geweest, dat het echt noodzakelijk is vanwege de, nou ja, beperkte beschikbare ruimte. Maar dat kan ik de heer De Nooy niet verwijten, want die was toen nog niet in de VV en zeker niet nog in de agendacommissie. Dus ja, wij hebben inderdaad deze meters ook op die plek daar heel dringend nodig om de ecologische waterkwaliteit te verbeteren, die tot nu toe nog ver onder de maat is. En dan twee: klopt het dat de gemeente Westland zonder vergunning met de aanleg van deze oever is begonnen? Ja, dat klopt. En mag dat? Nee, dat mag niet. Nee, het starten van werkzaamheden zonder vergunning mag niet en dit is dan ook de reden dat hierop actie ondernomen is vanuit Delfland en het werk tijdelijk is stilgelegd, want de aanleg van de oever gaat natuurlijk gewoon door. Inmiddels is de vergunning verleend. Dan vraag drie: als de gemeente Westland het initiatief heeft genomen, zijn de kosten dan ook voor de gemeente Westland of ook voor Delfland? Nou, dat staat ook in het VV-voorstel van destijds, maar voor de mensen die er toe niet bij waren: met de gemeente Westland is afgesproken, werk met werk maken, dat een deel van de kosten voor dit project voor rekening van Delfland zijn en een deel van kosten voor de gemeente. Dit allemaal conform het besluit van de Verenigde Vergadering van 18 december 2014, maar ja, toen was u er nog niet. Bedragen de kosten voor Delfland 290.000 euro en 284.000 euro en door die samenwerking met de gemeente onder andere hebben wij ook de afgelopen periode flink kosten kunnen besparen. Nou, vraag vier: waarom is de oorspronkelijke intentie van Delfland om geen natuurvriendelijke oever tegenover Booma recreatie veranderd en met wat voor een reden? De reden is: Booma Recreatie die had eigenlijk liever geen natuurvriendelijke oever voor de deur, want dat beperkte zeg maar de bewegingsruimte. Feit is dat het ons water is, dat wij een KAW-opgave hebben, dat het ontzettend moeilijk te realiseren is en belangrijk feit is ook dat wij het niet zomaar doen, maar we doen het nadrukkelijk in overleg met de belanghebbenden, dus ook met deze Booma Recreatie is veelvuldig overleg gevoerd en door zijn bezwaren zijn we in meters teruggegaan, om toch onze KAW-opgave te realiseren. Dus er is nadrukkelijk met hem overleg gevoerd en door zijn bezwaren zijn we ook in meters teruggegaan. Dan vraag vijf: kan er niet een brede rietkraag worden gerealiseerd in plaats van deze gevaarlijke obstakels enzovoort? Ja, daar is ook nadrukkelijk aandacht voor geweest in de afgelopen commissies waterkwaliteit. Als je dus een oever hebt aangelegd, ja, die plantjes zijn nog fragiel en je hebt daar scheepvaart, dus je moet die beschermen tegen golfslag. Dus dat is de reden dat je een hulpconstructie nodig hebt, die tijdelijke bescherming, dus het is tijdelijk, want daarna moet die oever dusdanig robuust zijn, dat hij die taak gewoon zelf overneemt. Die oever is zelf, die bescherming is tijdelijk, die staat ruim boven de waterlijn en is
dus goed zichtbaar voor de kanovaarders van Booma Recreatie. Omdat het een tijdelijke bescherming is, in de nabijheid van Booma Recreatie, kan overwogen worden om een paar waarschuwingsborden te plaatsen, zo van: mensen, let op. Dus dat nemen wij in overweging. En dan de zesde vraag, die heeft u teruggetrokken, maar ik kan toch niet laten om hem stiekem te beantwoorden. De vraag was: waarom… De voorzitter: Maar wat was de vraag eigenlijk? Mevrouw Ter Woorst: Ik heb hem net eigenlijk al beantwoord. Booma Recreatie beweert dat er geen overleg heeft plaatsgevonden. Nou, ik heb net al benadrukt dus: er is veelvuldig overleg met hem geweest en er is nadrukkelijk rekening met hem gehouden, zoals ook gedeeld in de commissie waterkwaliteit en in de agendacommissie. Tot zover. De voorzitter: Dank. Heeft de heer De Nooy nog een aanvullende vraag? Een moment: het kan dus, dat geldt voor leden die dat nog niet weten, die kunnen zich nog zometeen in de tweede ronde met extra vragen in het debat mengen. Alleen over dit onderwerp. De heer De Nooy. De heer De Nooy: Ik zie dat er geen vragen zijn. In ieder geval bedankt voor de duidelijke beantwoording. Ik denk dat ik misschien wel een beetje, misschien wel een beetje doordat ik groen ben, daar voor de karretje gespannen ben, soortement zo gezegd, maar in ieder geval bedankt voor de antwoorden. Ik vind het raar dat die man heeft gezegd dat er geen overleg is geweest, omdat dat wel is geweest in ieder geval. Dank u wel in ieder geval. Mevrouw Ter Woorst: Dat u groen bent doet mij deugd als Water Natuurlijk. De voorzitter: Zijn er nog andere leden die nog een vraag hier naar aanleiding van hebben? Niet? Dan is eze vragenronde voor dit punt afgerond en is de vragenronde ook afgerond. 06
Lijst stukken ter kennisname De voorzitter: Over 06 zijn geen vragen gesteld.
07
Lijst ingekomen stukken De voorzitter: Bij 07 ga ik even kijken bij de heer Van der Wedden. Ja? De heer Hombergen: Over 07 wil ik een opmerking maken De voorzitter: Ja maar ik was bij 06. Ik zei: bij 06 zijn geen opmerkingen gemaakt. Ik ben nu bij 07 en ik begin… maar welk nummer hebt u straks genoemd? De heer Hombergen: Over 07,…. De voorzitter: Hebt u dat gemeld bij de agendavaststelling? Nee. De heer Hombergen: Het laatste stuk, 07.28
De voorzitter: Hebt u bij de agendavaststelling het gemeld? En daar is mijn antwoord nee op. De heer Hombergen: Het valt me op dat u het reglement heel strikt hanteert in dit geval. De voorzitter: Nee mijnheer Hombergen, u was al een zittend lid, dus straks heeft de heer Van der Wedden zelfs drie dingen gezegd, dus ik kijk toch echt rond. Dan wil ik wel over mijn hart strijken, omdat u zegt: nou ja. Dus ik doe nog, welk nummer wilde u doen? Maar vandaag ben ik nog heel coulant, zegt mevrouw Blom tegen me. De heer Hombergen: Ik wilde een korte opmerking maken over 07.28. De voorzitter: Dan komt u daar zometeen, bij 07.28. Wij gaan eerst naar de heer Van der Wedden, die een vraag had die heel kort is, want anders gaat die naar de commissie. De heer Van der Wedden: Ja, de vraag is heel kort. Bij 07.01. Hoe is het overleg op 19 maart gelopen? De voorzitter: Ik denk dat het goed is dat in de commissie daar het antwoord op komt. Want daar hebt u natuurlijk weer een nieuwe vraag over en dan gaat het weer door, dus dat gaat naar de commissie. Ik moet even zoeken, ik heb de nieuwe namen nog niet helemaal in mijn hoofd, maar dat gaat wel goed. U had een vraag over 11? De heer Van der Wedden: Nee, 14. De voorzitter: 14, o ja, nummer 14. De heer Van der Wedden: Dat gaat over het lidmaatschap van Delfland van het klimaatverbond, want dat meldt u ons. Ik vroeg me af wat dat is en wat dat ons kost en wat het ons oplevert. De voorzitter: Dat is ook een goede vraag voor de commissie. Dan had, tussendoor ga ik even naar de heer Hombergen. De heer Hombergen: Ja, over 07.28, die zat in de allerlaatste nazending, dat was er bij gezet, de oratie van professor Remco Nehmelman over de staat achter de dijken. Ik vroeg me af of u daar als college of als dijkgraaf ook een opinie over heeft en ik wil het iedereen even onder de aandacht brengen, omdat er een nieuwe blaudruk wordt gelegd voor het waterschap bestel en dat kan dus nog een enorme discussie in onze wereld teweeg gaan brengen. De voorzitter: Zou u die graag nog in de commissie willen zien? De heer Hombergen: Ja. De voorzitter: Goed, gaat die naar de commissie BOB. Maar dan had de heer Van der Wedden nog een stuk, u had er drie staan. Ja. De heer Van der Wedden: Het gaat over 07.24. Antwoorden op de schriftelijke vragen over de lekkage van de a4-tunnelbak. U zegt daar dat de effecten van extra onttrekkingen bijna nihil zijn, maar ik maak me wel
zorgen om toename van zoute kwel. Ik vraag me af of er in de vergunning voorwaarden monitoring wordt meegenomen, om de effecten in de komende jaren in de gaten te houden, maar ik zie mevrouw Bom. De voorzitter: Daar gaat hoogheemraad Bom, die wil dat graag nog doen dus die knikt, dus gaat dat nu omzetten in een woord. Het woord zal wel ja zijn waarschijnlijk. Mevrouw Bom: Ja, ik sta bekend om dat ik het antwoord meestal al geef voordat ik gesproken hebt. Maar het klopt, ja u zag mij al knikken, dat klopt, monitoring is zeer nadrukkelijk een onderdeel van de afspraken die zijn gemaakt en waar ook – juist dat is een aspect, omdat we moeten monitoren – als het dan niet gaat zoals we verwachten, volgens alle modellen en berekeningen van de bekende instituten, dan staat daar ook een bedrag tegenover voor de eventuele schade. Dus dat hangt zeer nauw met elkaar samen. De voorzitter: Dank, dat is 07, de lijst van ingekomen stukken. Als de heer Hombergen nog even zijn microfoon zou willen uitzetten, dank u wel. Dan heb ik daarmee de eerste zeven onderwerpen gedaan. B
Bespreekstukken
B01
Wijziging verordening vaste adviescommissie De voorzitter: Dan ben ik bij B01 van de bespreekstukken: de wijziging verordening vaste adviescommissie Delfland. Wie wil daarover het woord voeren? De heer Hombergen zie ik. Ik zal het even opschrijven. Verder niemand? De heer Hombergen heeft het woord. Ja, mevrouw De Zoete. De heer Hombergen De heer Hombergen: Ja mijnheer de voorzitter. Ten eerste de vraag, even van tevoren: wie brengt het eigenlijk in, dit stuk? De voorzitter: Nou, de agendering van de VV wordt door de voorzitter van de VV gedaan. Dus als u en er is een coalitieonderhandeling geweest, die hebben we een staat opgeleverd. Vervolgens hebben de coalitiepartijen meegedeeld dat daar een wijziging komt, daar hebben we ook vorige week kennis van genomen. Toen heb ik gevraagd: goh, wat is nou precies de uitkomst? Want we zijn het reglement aan het voorbereiden, of de wijziging aan het voorbereiden en bij die discussie in de agendacommissie bent u aanwezig geweest. De aanwezigen hebben uiteindelijk in de discussie gezegd: nou, we doen over het aantal, plaatsvervangers, we gaan een top 3 vaststellen en die boodschap heb ik meegenomen naar de organisatie en daar is deze wijziging uit voortgekomen. De heer Hombergen: Dus via de agendacommissie heeft u de opdracht aangenomen zou ik kunnen zeggen. De voorzitter: Ik heb gehoord wat er in het speelveld aan de gang is en dan word je geacht procedureel dat netjes af te werken. De heer Hombergen: Oké, dank voor dit antwoord. Het gaat natuurlijk om het reglement van orde, maar zelden heb ik zo’n chaos meegemaakt om een reglement te veranderen. Het is veel te laat bij de stukken gekomen, het is niet geagendeerd als zodanig, 48 uur van tevoren, terwijl het reglement stelt dat bij uitzondering stukken 48 uur van tevoren worden bekend gemaakt aan de VV-leden. Het is niet gepubliceerd op de website van Delfland en pas het laatst moment echt officieel dus op de agenda gekomen. Bovendien, nieuwe VV-leden kennen de context niet, want bij de kennismakingsdossier zat wel het reglement van orde
van de VV, maar niet het stuk dat nu besproken wordt, namelijk de verordening van de vaste adviescommissies. Die hebben de nieuwe VV-leden niet gekregen en ze kunnen het stuk wat er nu ligt dus ook niet op de context bekijken. De manier waarop het nu dus hier bij de VV ligt is tegen het eigen reglement in. De toelichting op artikel 13 van het reglement van orde van de VV is daarin helder, daarin wordt bij uitzondering de termijn van 48 uur gesteld. Toen de 48 al lang verstreken was, aan het eind van de dinsdag, hebben wij een melding gekregen dat het gisteren voor 12 uur zou worden verzonden en inderdaad, om 11:59 uur kwam het binnen, maar dat is überhaupt veel te laat. Het proces vind ik dan ook rammelen, te meer omdat er een incongruentie is, een verschil, tussen datgene wat we in de agendacommissie hebben besproken en wat er nu is. Bovendien zie ik ook een verschil met het coalitieakkoord en het stuk dat er nu ligt. Als ik, ik vraag me af dus met welke intentie het reglement nu werkelijk is veranderd en ik zou u willen vragen wat de intentie, de achtergrond is hiervan. Want als ik het coalitieakkoord goed bekijk, dan is een van de belangrijke zaken dat wij de betrokkenheid van Delfland naar de omgeving en vice versa willen vergroten en de awereness in onze omgeving willen vergroten. Het terugbrengen van het aantal plaatsvervangers draagt daarbij volgens mij niet mee. Ook de kwaliteit van de besluitvorming is er niet mee gebaat. Maar ik vraag u dus: welke intentie heeft u hiermee op het vizier en sluit de verandering van het reglement daarop aan? Als ik kijk naar de inhoud van het reglement zoals dat nu voor ons ligt, dan zegt u dat er plaatsvervangers zijn bij ontstentenis van de andere leden. Dus je mag niet met zijn tweeën aan tafel zitten, pas als iemand ziek is of verhinderd is mag iemand anders in de vergadering erbij aanwezig zijn. Volgens mij stond dat niet in het coalitieakkoord, daarin staat dat er per onderwerp maar één persoon per fractie het woord mag voeren. Ik neem aan dat dat niet voor de VV is, want hier mag iedereen over alles meepraten, want het kan best wel zijn dat een fractiegenoot een andere mening heeft, dus je opmerking moet werkelijk slaan op wat in de orde is in de commissies. Maar zoals het reglement er nu bij ligt: één persoon per vergadering. Een andere werking van een opmerking die ik daarbij wil plaatsen: in het coalitieakkoord heb ik gezien dat het college anders gaat werken. Het college gaat integraal werken. Dat is aan te moedigen, dat is goed, maar dat heeft ook zijn impact op de werking bij de commissies. Dus ik zou zeggen: als u het reglement aanpast, past u het dan ook daarop aan. Wat me ook opvalt, is dat u artikel 4.9 blijft handhaven, dat wordt niet geschrapt. 4.9 gaat erover dat er maar een persoon per onderwerp het woord mag voeren. En u stelt dat er maar een persoon aanwezig mag zijn, alleen maar bij ontstentenis of bij verhindering, maar per onderwerp mag er maar een persoon het woord voeren. Ik ben de draad kwijt. Ik ben geen jurist, maar ik heb het gisteren op twaalf uur gekregen en ik heb het doorgekeken en ik haal dit eruit. Ik heb de waterschapswet er nog op nagekeken en ik vraag me af hoeveel andere VV-leden het werkelijk in zijn context hebben kunnen beoordelen. Ik mag aannemen dat als u iets aanbrengt, dat de kwaliteit wordt geborgd. Maar dit stuk is inconsistent in zichzelf, ook al met de toelichting, in de aanhef van het stuk wordt gezegd: het aantal commissieleden beperken. Dat staat ook in het coalitieakkoord. Maar dat regelt u niet. Met andere woorden: ik ben de draad helemaal kwijt. Bovendien, in het collegeakkoord staat ook dat de status van de informatieve VV wordt gewijzigd. Dat is ook iets wat je in het reglement regelt. Kan ik dan werkelijk verwachten dat wij om de andere vergadering een aanpassing krijgen van het reglement? En mag ik dan ook verwachten dat we het reglement dan ook gewoon gebruiken en de termijnen die erin gezet worden dat we die hanteren? Want het reglement op een onreglementaire manier veranderen, nou, dat kunt u toch als voorzitter niet laten gebeuren? Ik ken u anders. Dank u. De voorzitter: Dank u wel. Mevrouw de Zoete. Mevrouw de Zoete: Dank u voorzitter. Het moet me van het hart dat ook mij de gang van zaken bij de aanpassing van het reglement erg droevig stemt. Natuurlijk heb ik begrip voor die intentie om het aantal
mensen te beperken, maar de wijze waarop dat gedaan is keur ik af. De ontijdige wijziging heeft tot gevolg dat mensen die hun geloofsbrieven bij de gemeente in orde hebben gemaakt, afspraken met hun werkgever hebben gemaakt om de commissies bij te kunnen wonen, een week van tevoren pas hoorden dat dit allemaal niet doorging. Dat lijkt mij geen zorgvuldige manier om met mensen om te gaan. Dus daar wil ik toch graag mijn treurnis over uitspreken. Bij aanvulling op wat de heer Hombergen zei: als ik punt zes daar lees dan maak ik daar ook uit op dat in het praktische geval van onze fractie, ik ben het enige Verenigde Vergadering lid en zoals ik het lees is het, als een van mijn plaatsvervangers in die commissies zit, dat ik dan mijzelf moet afmelden. Ik heb begrepen dat dat niet de bedoeling is, maar zo staat het er wel. De voorzitter: Dank u wel. Misschien is het goed dat ik naar de eerste onderhandelaar van de coalitie kijk of die toelichting kan geven op de gedachte achter het beperken van de plaatsvervangend commissieleden. De heer Houtzager. De heer Houtzager: Ja, voorzitter, even de rollen goed bedenken. Binnen coalitieverband is gesproken over het democratisch proces wat in het waterschap zijn rol moet hebben en het democratisch proces komt optimaal tot uitdrukking als er geen plaatsvervangers zijn. Dan zijn er gekozen c.q. benoemde leden, die in zowel de VV, maar vooral in de commissies optreden. Om daar niet zo stringent mee om te gaan, is er binnen de coalitie afgesproken om het aantal plaatsvervangers te beperken tot drie en dat hebben wij in het coalitieakkoord verwoord. Ja, wij vinden dat daarmee recht wordt gedaan aan zowel partijen die zeggen ‘je zou het eigenlijk alleen met gekozen c.q. benoemde leden moeten doen’, als die partijen die vanwege verkiezingsuitslag toch een beperkte aantal gekozen leden kunne beschikken, om daar met plaatsvervangers het bestuur in de commissies mogelijk te maken. Om die reden zijn wij tot de afspraak gekomen om zeg maar – want daar moeten we wel naar kijken: de huidige verordening geeft totaal geen maximum en daaraan wilden we toch een limiet stellen en zo zijn we op die drie uitgekomen. De heer Hombergen: Een interventie voorzitter. De voorzitter: De heer Hombergen. De heer Hombergen: Dank u wel. De heer Houtzager geeft aan dat er totaal geen maximum was en ik kan me voorstellen dat dat niet menselijk is, wellicht delen wij dat. Maar ik zou toch ook willen vragen aan de heer Houtzager of het ook zijn intentie was dat er bij een vergadering alleen een plaatsvervanger mag zijn als iemand anders verhinderd of ziek is. Was dat werkelijk de intentie van het coalitieakkoord? Want dat lees ik er niet in. Ik denk daarmee dat ook het democratisch proces niet wordt ondersteund en dat je zelfs in je democratische rechten dan wordt belemmerd. Dus ik vraag u nogmaals: was het dan ook uw intentie om per vergadering slechts een persoon in totaal aanwezig te laten zijn? De voorzitter: De heer Houtzager. De heer Houtzager: De voorzitter moet mij maar corrigeren, maar ik lees de wijziging niet zo. De heer Hombergen: Mijnheer de voorzitter, als ik lid 6 kijk, deze hebben, staat in de tweede regel: deze hebben zitting bij verhindering of ontstentenis van een lid, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel. Nou, ik vraag me af wie lid 1 van dit artikel kent, want het is niet meegestuurd.
…: Dan moet u even naar het huidige artikel 4 kijken en dat met 6 vergelijken. Daar zit eigenlijk geen materieel verschil meer in, behalve dat de limiet nu veranderd is. De heer Hombergen: Behalve dan? …: Dat de limiet nu veranderd is, het aantal, dus dat is het… De heer Hombergen: Ja, maar u heeft ook het aantal personen, de regulering van het aantal personen dat bij een vergadering het woord kan voeren, per agendapunt …: Per onderwerp. Per onderwerp mag er in een commissie een van de fractielid voeren, er mogen meer aanwezig zijn, dat is de situatie, dat zijn de leden. Bij de plaatsvervangers heb je er dus een per commissie en die vervangen elkaar als er eentje ziek is. Zo werkt dat dan ook. De heer Hombergen: Dan verwacht ik dat u dat opschrijft. …: Nou, dat is wat hier staat. De heer Hombergen: Nee, dat staat er niet. Er staat bij bezetting, verhindering of ontstentenis. …: Dat vindt u, laten we, we kunnen hem ook uitleggen dat het zo is. Dit is de uitleg zoals wij hem, laat ik zeggen, de wijziging is bij ons binnengekomen als verzoek om ernaar te kijken, er is naar gekeken. Dus juristen hebben dit beoordeeld, hebben een tekst gemaakt, ik ben niet zelf achter het apparaat gaan zitten dat ik denk: nou, laat ik eens een mooie tekst gaan maken. Zo werkt het toch niet bij ons in de organisatie. Dus de uitleg, die de heer Houtzager geeft, is vertaald door de juristen in deze setting en we kunnend in de toelichting opschrijven, want de toelichting zegt vaak nog veel meer. De heer Hombergen: Ja maar ik zou wensen dat in de integrale tekst… Ik heb overigens een tweetal amendementen, maar die laat ik voor de tweede ronde. De voorzitter: Ik heb nog geantwoord. Ik wou nog even wat zeggen – ja ik kom zometeen in de tweede ronde – ik wou nog even wat vertellen over de snelheid, want u sprak mij natuurlijk ook aan. Misschien dankzij dat u ook gelijk een punt van orde hebt aangebracht, heeft deze vergadering besluit genomen om af te wijken van het reglement van orde, dat kan een vergadering en daarmee, mocht er vormfout zijn, is die gelijk afgedekt door dat besluit dat u zelf hebt uitgelokt. Dus ik leg het nog maar even zo neer, anders had ik het later verklaard in de zin van: wij kennen, ook in het parlementaire werk, dat stukken soms om een politiek moverende reden laat worden ingediend en dat is ook gebeurd. Daarmee is dat een politiek feit wat zich aan het begin van deze vergadering voordoet en afgehamerd word, dus daar bemoei ik me niet mee, dat treed in niet in, ik zorg alleen dat het ordentelijk afgehandeld is, zodat besluitvorming hier kan plaatsvinden. Omdat niet aan mij is of ik nou vind dat er tien, twaalf, nul of een commissielid plaatsvervangend commissielid moet zijn. Dus dat wou ik nog even als antwoord geven. Ik ga naar de tweede ronde. Ik zag dat u beide weer. Ik begin bij mevrouw de Zoete. Mevrouw de Zoete: Dank u wel voorzitter. Nou ik leg me erbij neer dat gebruikelijk is dat de tweede regel van punt zes niet strikt wordt gehandhaafd, want het is echt, het staat er zoals ik het net uitlegde. Er is niets aan te veranderen. Maar gelukkig wordt dat niet gehandhaafd, dus daar leg ik me dan bij neer. Ik heb geen
antwoord gekregen op mijn eigenlijke eerste zin, waarin ik zei dat het me zo spijt dat er zo onzorgvuldig is omgegaan met het feit dat mensen zich hebben aangemeld, alles in orde hebben gemaakt en dan eigenlijk te elfder ure, of in feite te laat hebben gehoord dat ze toch niet mee mogen doen. De voorzitter: De heer Hombergen nog in tweede termijn. De heer Hombergen: Voorzitter, ik zou mogen hopen – u noemde net partijpolitieke redenen – dat het niet vanwege partijpolitieke redenen is dat het zo laat is ingediend. Ik vertrouw er gewoon op dat het veel werk is geweest. Blijft over dat ik het een rommelige gang van zaken vind en ik heb een tweetal amendementen in voorbereiding en die wil ik graag dan nu voorleggen aan de vergadering. Het eerste punt is dat ik de vergadering dan toch voorstel om de huidige werkwijze, het huidige reglement toch even te handhaven, waarbij we wel oproepen tot fractiediscipline, om het punt zoals de heer Houtzager heeft voorgedragen, namelijk dat er ongebreideld veel… dat we dat niet doen. Ik heb een ander amendement, mocht het eerste amendement niet worden gedaan, waarin ik het aantal plaatsvervangers limiteer tot maximaal twee in totaal per vaste geïnstalleerde commissie. Ik kan ze u voorleggen, het zijn hele teksten. De voorzitter: Als u ze mij even geeft dan kan ik ze even oordelen. De heer Nanninga: Voorzitter, bij interruptie. De voorzitter: Ja, de heer Nanninga. De heer Nanninga: Ja, voordat we hier worden bedolven onder een hele vloed aan amendementen et cetera, volgens mij, als ik goed heb geluisterd naar de heer Hombergen, dan zit de pijn vooral in punt zes, namelijk het woord ‘verhindering’ of ‘ontstentenis’. Volgens mij heeft u daar een goed antwoord op gegeven, dat dat betekent dat je met zijn tweeën daar kan zitten, alleen per onderwerp is dan de ene even verhinderd en kan de ander het woord voeren. De voorzitter: Kortstondige ongesteldheid, ja, dat begrijp ik ja. Nee, maar er is – ja, ik doe nou maar even de formele kant, u doet nu een interruptie denk ik op een amendement – er is een amendement ingediend, dus ik houd me dan ook maar even toch aan de daarbij behorende procedure. De heer Nanninga: Het gaat er ook om of ik het goed heb begrepen, want de heer Hombergen heeft wel een punt. De voorzitter: De heer Hombergen wilt u zich wel even via mij richten. Dus even het antwoord is: ik heb een toelichting gegeven zoals het werkt, die is helder. Dus per onderwerp mag een lid het woord voeren, er zijn maximaal drie leden en dan is het verder aan de discipline hoe je het regelt met elkaar. Daar komt het feitelijk op neer, zo hebben we het ook altijd gedaan, zo staat het ook in de toelichtingen altijd. Daar moeten we ook niet te moeilijk over doen. De praktijk blijft dat er meestal een ook per commissie komt, maar dat is dan na een tijd gaat dat vanzelf. Dus dat heb ik nog een keer aangegeven, dus waar de heer Hombergen zegt: ik ga naar twee terug, zeg ik: ja, dat is natuurlijk ook weer een keus. Dus, nou ja, ik geef dan inhoudelijk een antwoord op de heer Nanninga. De heer Hombergen: Mijnheer de voorzitter. Ter interruptie.
De voorzitter: De heer Hombergen, een interruptie. De heer Hombergen: Ik wil wel helderheid geven naar de heer Nanninga. Een belangrijk punt dat is inderdaad domweg de goede orde van de vergadering en in lid drie, lid zes zie je het inderdaad niet goed verwoord en dat is een punt. Het tweede punt waar mijn pijnpunt in zit is toch de limitering van het aantal plaatsvervangers. Dat wordt nu gesteld op drie en ik zou dat ruimer willen stellen, waarbij ik wel meteen de fracties oproep tot zelfdiscipline. Dus dat zijn twee punten die ik toch graag anders zou willen zien. En ik wil de heer Houtzager nogmaals vragen of de uitleg zoals….. De voorzitter: Mijnheer Hombergen, mag ik even, het was een interruptie op de heer Nanninga. Nu gaat u in discussie voor, u bent even dan niet meer aan het woord. Ik stop even, ik ga nu op de beeldbuis gelijk leggen, dan kan iedereen zien wat amendement 1 is en dan ga ik daar de discussie over voeren. En als de heer Hombergen nog een interruptie wil naar de heer Houtzager mag dat ook, maar dan mag hij dat zo doen. De heer Hombergen wil graag een interruptie richting de heer Houtzager. De heer Hombergen. De heer Hombergen: Ik wilde de heer Houtzager vragen of u nu inderdaad op een lijn zit met het gestelde zoals onze dijkgraaf heeft gegeven. De voorzitter: Ik ga het niet eerst kopiëren, we leggen hem direct op het beeld nu. De heer Houtzager: Ja. De voorzitter: Het antwoord van de heer Houtzager is ja. Ik moest even tussendoor. Dus amendement 1 komt nu in beeld. Hij zit er in. Hij zit er nog niet helemaal in. Ja. U kunt even meelezen. U hebt de strekking van de heer Hombergen in de toelichting gehoord. Wenst iemand daar vragen aan de heer Hombergen over te stellen? Zijn er vragen vanuit de leden over amendement 1? Komt langzamerhand als billboard langs. Goed hij is gepasseerd, wil een van de leden nog vragen aan de heer Hombergen stellen? Niemand? Dan gaat die naar…. De heer Houtzager. De heer Houtzager: Voorzitter, ik stel vast dat als het gaat om de mening dat het derde puntje dus niet correct is, maar dat heeft u net uitgelegd. De heer Hombergen: Indien gewenst wil ik dat… De voorzitter: De heer Hombergen, u heeft het woord niet gekregen. Even toch, ik waardeer uw enthousiasme, maar laten we het even…. Ik ga, kijk, er was niemand die er verder opmerkingen over had, dat betekent dat ik er in stemming over ga, over het amendement. Wie zijn voor? Leden die voor zijn steke hun hand op. Ik zie drie voor. Zijn er anderen? Dan veronderstel ik dat de rest tegen is. Amendement verworpen. Amendement 2 wordt nu op de beeldbuis gelegd. Scrollen we ook even doorheen, kunt u meelezen. U hebt het allemaal gelezen. Zijn er leden die daar nog vragen aan de heer Hombergen over hebben. Ja, de heer …….. …: Voorzitter, ik heb mijn leesbril niet bij me, dus ik kan het van hieraf eigenlijk niet zien, maar wat is nou het kernpunt, waar hebben we het hier nou eigenlijk over? Misschien dat u of mijnheer Hombergen kan zeggen waar het hier om gaat.
De voorzitter: Nou, de materiële gevolg van dit amendement is dat er dus meer leden dan drie zijn. Dat staat er hier en overigens, daarbij aantekenend, dat aan de fractie weer wordt opgeroepen zelfdiscipline te hebben, zich in te houden. Dat is wat hier staat, dat is de materiële toelichting denk ik die ik in de samenvatting doe en de heer Hombergen knikt. Mevrouw de Zoete. Mevrouw de Zoete: Dank u voorzitter. Mijn intentie is niet om tegen, om met dit voorstel mee te stemmen, alleen wilde ik wel even aangeven dat mijn bezwaar, wat ik niet geuit heb, niet ging over het aantal van drie, want dat vind ik redelijk. Er zijn drie commissies en voor iedere commissie is een vervanger mogelijk. Mijn bezwaar ging echt tegen de procedure en tegen de korte tijd die van tevoren pas bekend was dat dit zou veranderen. De voorzitter: Dan laten we dat in het kader van de stemverklaring opnemen in de notulen. Dan gaat de heer Nanninga nu, ja. De heer Nanninga: Volgens mij ging het om punt drie, bij het vorige amendement, het bolletje drie, was dat ook niet helemaal goed verwoord. Volgens mij is dat nu weer aan de hand. Dus ja, ik begrijp niet waarom dat amendement hier nu ligt, maar goed. De voorzitter: De heer Hombergen. De heer Hombergen: De voorbereidingstijd voor deze aanpassing van het reglement van orde was, zoals u weet, uitermate beperkt. Ik heb dus snel moeten zoeken in alle stukken bij elkaar wat een wijs voorstel zou zijn en ik ben tot een tweetal voorstellen gekomen. De eerste is het gewoon te laten zoals het is, dat heeft u zojuist gezien. De tweede is om toch het aantal plaatsvervangers te beperken en dan niet te beperken van oneindig naar drie, zoals voorgesteld is door de beoogde coalitie, maar het te beperken tot het aantal vaste commissies maal twee. Daarmee heb ik meteen gezocht naar een formulering dat als wij meerdere commissies zouden gaan installeren, we dan ook andere plaatsvervangers erbij zouden kunnen doen. Dat heb ik beoogd met deze aanpassing van het reglement. Ik hoop dat dat helder is, of meer helderheid geeft. De voorzitter: Dank u wel. Dank voor de goede toelichting. Er is inmiddels een stemverklaring. Ik kijk nog even rond. Verder niet. De vraag is of u stemming wilt of gelijk wil laten aantekenen dat u het er niet mee eens bent als fractie. De heer Hombergen: Met dit amendement ben ik het eens, ik wil wel nog een stemverklaring geven, mochten we eraan toekomen, voor de aanpassing van het reglement. De voorzitter: Maar daar ben ik nog niet. Ik ben nog even bij dit amendement. Ik kan de snelheid bijna niet meer bijbenen. Dus dat gaat in stemming. Wie is voor dit amendement? Dat is de fractie van de Partij van de Arbeid. De anderen worden verondersteld tegen te zijn en mevrouw de Zoete heeft een aantekening laten maken. Daarmee is het amendement verworpen. Dan ben ik in de formele kant bij de wijziging rond de verordening van de vaste adviescommissie Delfland. Daar wil de heer Hombergen een stemverklaring afleggen, namens de fractie of namens zichzelf? De heer Hombergen: Namens de fractie. Ik begrijp dat het het voornemen is van de VV om het aantal plaatsvervangers te beperken tot drie. Daar stel ik me mee tevreden of daar ga ik dan in mee, dat is goed zo. Ik heb wel grote treurnis over de manier waarop juist de aanpassing van het reglement tot stand is
gekomen, want dat was bijzonder onreglementair. Daarmee zijn er termijnen en de normale manier waarop iemand in interactie kan komen niet gehandhaafd en ik hoop dat dat geen voorbeeld is voor de komende periode. Dank u wel. De voorzitter: Nou laat ik dan daarover het laatste zeggen, dat we dit echt als een –zoals het heet – incident en niet als een president beschouwen. Punt. Komma, mocht er een politieke werkelijkheid zijn die zich voordoet, is dat altijd de disclaimer, ja dat werkt nou eenmaal in de politiek altijd zo, dus ik zeg het er maar bij, dan beoordelen we met elkaar of dat goed gaat. Maar dat eerste is denk ik het belangrijkste: dit is gewoon, het doet zich als een geval, bijzonder geval voor en ik veronderstel toch niet dat we binnen een vergadering weer een nieuw coalitieakkoord met een nieuwe samenstelling van een DNA hebben, die dan vervolgens dat dan weer snel moet regelen, dat is theoretisch ook niet logisch. Maar het punt dat u maakt onderscrijf ik op zich. Waarbij ik nog een ding opmerk – maar misschien dat we daar nog even naar kijken – in een van de tabbladen zit wel, zit deze verordening in, maar dan moet ik nog eens even kijken waarom u hem niet hebt gevonden en wij hem wel hebben gevonden. Nee, maar dat gaan we nog even na de vergadering checken. Nee, maar wacht even. Ik heb gister even nagevraagd naar aanleiding van uw vraag: waarom zat het er niet bij? En de mededeling was: het zit achter een van de tabbladen, dus dat moeten we met elkaar even wisselen om te zien waar dat zat, dat is denk ik van belang om die informatie goed te krijgen. Goed, wenst nog iemand verder stemming over dit voorstel of aantekeningen te maken bij het besluit? Niemand? Is het vastgesteld. Is b01 daarmee afgehandeld. Verslag onderzoek commissie geloofsbrieven VV-leden (onder voorbehoud) De voorzitter: Dan ben ik bij het verslag onderzoek commissie geloofsbrieven VV, gaat over het – ik ga hem even zelf openslaan nu – over het benoemen van de heer Schouffoer. U hebt de tekst gezien. Die is beoordeeld in de commissie waar ik als voorzitter ben opgetreden en de secretaris-directeur als secretaris ondersteund door de griffier, met de leden Hilders, Belt en Fekkes. U hebt de tekst gezien zoals die zich voordoet en er zijn geen beletselen om de heer Schouffoer tot de vergadering toe te laten. Zijn daar vragen over? Niet. U bent het er dus mee eens. Dan is dat, gaat dat zometeen gebeuren. Dan heb ik over advies van de commissie die gaat over de plaatsvervangende leden, zelfde samenstelling, daar ga ik nog iets aan toevoegen, dat hebben we ook zo afgesproken. Wij constateren bij natuurlijk een aantal plaatsvervangende leden dat ze natuurlijk ook allerlei maatschappelijke activiteiten hebben. Dat kan zijn in maatschappelijke organisaties zitten of ze kunnen in een raadscommissie zitten. Dat geldt overigens ook voor alle VV-leden natuurlijk, het lijkt ten overvloede, maar toch even heel precies – er zijn ook die bij een adviesbureau werken – maar erop wijzen dat een ieder in deze vergadering die toegelaten is of als plaatsvervanger in eerste instantie zelf geacht wordt in de gaten te houden dat als er een onderwerp aan de orde komt in de commissie waar hij of zij bij betrokken is – wat hij uit die andere hoofde in zijn werk, bij een adviesbureau, in een raadscommissie of waar dan ook – al bij betrokken is, dat hij dat dient te melden en ook van de discussie dient te onthouden en zelfs van de stemming. Ik laat dat ook nog een keer in de notulen vastleggen, dat geldt voor iedereen hier aanwezig. Dat geldt ook weer voor de commissieleden, maar daarbij is het natuurlijk altijd maar een beperkte tijdsgewricht ten opzichte van, beslag ten opzichte van de vaste leden. Maar de commissie heeft niet gemeend dat iedereen nog een keer schriftelijk te laten bevestigen, omdat dat wel een erg, ja dan laat je bevestigen dat je iets moet dan wat je al straks onder de eed of de gelofte hoort niet te doen. Dus ik meld het nog een keer, misschien ten overvloede. Maar daar zijn we ook erg precies in en dat doet soms ook wel bij sommigen een beetje au dat gevoel, omdat bij iedereen die we spreken de integriteit eigenlijk verder boven elke twijfel verheven is, dus er is ook geen enkele aanleiding bij niemand geweest om daaraan te twijfelen: dus waarom zeg je dat nog? Maar dat komt
ook uit de gangbare praktijken en daar kom ik ook nog straks bij de DNA-leden op terug. Zijn er vragen over het advies van de commissie? Niet? Gaan we er ook mee akkoord. Dan gaan we naar een gevolg daarvan als eerste, dat is de toelating van de heer Schouffoer en dan gaan we eens even klaarmaken. Hij zit helemaal rechts, dus we gaan eens eventjes, hij legt de belofte af. Daar gaan we even iets moois van maken, dus ik kom naar u toe. … De voorzitter: Mag ik alle leden even en aanwezigen vragen te gaan staan? Ik lees even de tekst voor, u kent hem , dat gaat over de belofte: “ik verklaar dat ik, om tot lid van het Algemeen Bestuur te worden gekozen of benoemd, rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook aan iemand enige gift of gunst heb gedaan of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik dat ik, om iets in het ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk van iemand enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plicht als lid van het Algemeen Bestuur naar eer en geweten zal vervullen.” En als u mij na spreekt: dat verklaar en beloof ik. De heer Schouffoer: Dat verklaar en beloof ik. De voorzitter: Dan is de heer Schouffoer hiermee toegelaten tot de Verenigde Vergadering en wensen we u ook heel veel plezier – en ontspanning weet ik niet, maar in ieder geval plezier in deze vergadering. Wij gaan, de andere leden hebben we allemaal vorige keer uit de beker mogen drinken, die is aan u voorbij gegaan. Nadat we dat, dat u uit de beker hebt gedronken, mist er nog een die pas kan drinken als iedereen toegelaten is en dat is onze secretaris-directeur, die echt toezicht heeft gehouden of iedereen wel correct wordt toegelaten. Dus we gaan eerst u uit de beker laten drinken, of eigenlijk, ik doe het eerst even, zo gaat dat dan en daarna bent u en dan ga ik naar de heer Van der Wijngaart. B11
Eed / belofte plaatsvervangende commissieleden De voorzitter: Dan gaan we bij het volgende agendapunt over tot de benoeming, toelating van de plaatsvervangend commissieleden. Nou zijn dat er ondanks de beperking, toch nog een aantal. Ik lees ze even voor en we gaan ze straks even gewoon naar voren halen, dat is het meest effectief. Dus dan zetten we ze even hiervoor neer, kijken de andere collegeleden wel met de rug er naartoe, tenzij ze naar voren lopen en dan ga ik er een beetje tussen staan of opzij. Voor het CDA heb ik de heer Breeuwsma, de heer Jansen; voor Water Natuurlijk mevrouw Bebelaar – ik hoop dat ik alle namen goed ga uitspreken – mevrouw Jans-Verplanke, de heer Stienstra, de heer … voor Christenunie, SGP, Partij voor de Dieren, mervouw Brokken en voor 50plus de heren de Keizer en Pond (?). Als u allen – en misschien dat de griffier of de bode even u hier naartoe leidt – en dan gaat u even hier voorlangs staan en dan gaan we dat even met u doornemen hoe we dat gaan doen, de eed en de gelofte. Misschien is het makkelijk dat degenen die de eed afleggen aan die kant beginnen en dat de mensen van de gelofte aan deze kant staan, dan… Mag ik vragen aan iedereen weer even te gaan staan. Ik lees de beide teksten aan u voor, die zijn iets anders aan het eind dan voor de leden van de Verenigde Vergadering. De eed die luidt als volgt, u herkent de tekst: Ik zweer dat ik, om tot lid van het Algemeen… nou heb ik toch de verkeerde tekst voor mijn neus. Moet ik even mijn goede tekst zoeken. “Ik zweer dat ik, om tot lid …” nee dat is niet goed, dat is het Algemeen Bestuur weer. Nou ik ga gewoon improviseren: “Ik zweer dat ik, om tot plaatsvervangend lid van de commissie enzovoort, zoals het in het reglement staat genoemd, te worden gekozen of benoemd,
rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of voorwendsel ook aan iemand enige gift of gunst heb gedaan of beloofd. Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of na te laten, rechtstreeks noch middellijk van iemand enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plicht als lid van de commissie, als plaatsvervangend commissielid, naar eer en geweten zal vervullen.” En dan zegt u mij straks na en dan kom ik bij u allemaal langs: ‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig’. En voor de anderen, die staan hier, die de belofte afleggen: “Ik verklaar dat ik, om tot plaatsvervangend lid van de hoogheemraad van Delfland te worden gekozen of benoemd, rechtstreeks noch middellijk… – nou moet die even doorgaan, dan kan ik gewoon mee blijven lezen, anderen ook – onder welke naam of voorwendsel ook aan iemand enige gift of gunst heb gedaan of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of na te laten, rechtstreeks noch middellijk van iemand enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plicht als lid van de commissie van het hoogheemraadschap Delfland naar eer en geweten zal vervullen.” En u spreekt mij straks na: ‘dat verklaar en beloof ik’. Ik ga eerst helemaal naar rechts. U weet hoe het werkt met de eed. U steekt uw rechterhand op, twee vingers in de lucht, geen handen achter de rug houden en u spreekt mij na en ik lees het nog een keer voor: zo waarlijk helpe mij God almachtig. Dan ben ik aan de kant van de gelofte, oftewel de belofte. U zegt mij na: dat verklaar en beloof ik. Wij gaan de vergadering verder vervolgen, ik heb agenda 07 gedaan, besluit benoeming plaatsvervangend commissieleden, zoals die hier is opgenomen. Die worden dus de volgende keer officieel geïnstalleerd, kunnen zich daar ook in vinden. Ja, voor ik bij b12 ben heb ik nog een opmerking, eigenlijk een mededeling : ik kreeg net een bericht door dat de heer van Adrichem heeft zich vlak voor de vergadering bij de heer Houtzager afgemeld. Dus die wordt ook in de notulen opgenomen als niet aanwezig. Ja, de heer Houtzager heeft het weer aan ons doorgegeven, dat heeft mij inmiddels bereikt. Kijk even naar mevrouw Dijkshoorn. Mevrouw Dijkshoorn: Ja, ik neem aan dat Jan zich af heeft gemeld, want zijn bordje is – mijnheer van den Berg – zijn bordje is wel weg, dus ik was er vanuit gegaan dat dat wel doorgekomen was. Maar hij is in ieder geval afwezig. De voorzitter: Dank, ik vermoedde al zoiets. Ik keek al zo straks, maar het was nog niet bij mij doorgekomen, maar dat kan, dat is nu gebeurd. B12
Jaarverslag 2014 inclusief financiele jaarrekening De voorzitter: Ik ben nu bij B12, dat is het jaarverslag 2014. Het finale stuk uit de PJC-cyclus van 2014, wat hoogheemraad Wiegman als zwanenzang probeert vandaag voor de poort van de hel weg te slepen. Ik ga eens even kijken wie het woord wil voeren. Ik begin bij de heer Kuijvenhoven. Ik loop rustig langs, ik kom volgens mij de meesten wel tegen. Ik begin bij de heer Kuijvenhoven. De heer Kuijvenhoven: Ja, bedankt voorzitter. Allereerst wil ik graag de complimenten geven aan het DB, aan het college en daarmee ook aan de organisatie voor het stuk wat voorligt. Het is goed leesbaar, het is erg toegankelijk en ik realiseer mij dat wij dat steeds vaker tegen elkaar gaan zeggen en dat moeten we ook maar zo houden denk ik. Want het is toch zo dat in de loop van de jaren die toegankelijkheid en leesbaarheid en daarmee ook het inzicht in het cijfermateriaal een steeds verdere verbetering heeft ondergaan. En dat is alleen maar plezierig om dat vast te stellen. Het is ook plezierig om vast te stellen dat er een stevig positief resultaat is geboekt. De hoogheemraad beaamt dat ten volle zie ik. Al is het natuurlijk wel zo dat we ons moeten realiseren dat daar een aantal ook incidentele plusposten in zitten, die bijdragen
aan dit positieve resultaat. Niettemin, ook als we daarvan zouden abstraheren, dan resteert toch een mooi positief saldo en dat is voor de laatste keer dat het college dit presenteert natuurlijk goed vast te stellen. Inhoudelijk – en dat komt ook tot uiting in een van de bijlagen, namelijk het oordeel van de Eeking commissie en dat wil ik hier toch wel onderschrijven – wat ook steeds beter is gegaan is het voorspellend karakter om de jaarrekeningstukken te vergelijken met de begroting. Het voorspellend karakter van de begroting dat is inderdaad ook in de loop van de jaren steeds beter geworden, maar we zijn er nog niet, zowel met betrekking tot de exploitatie als de investeringen – dank u wel – als de investeringen, daar zitten nogal wat discrepanties tussen de gepresenteerde cijfers en de begroting. Waarbij we ons wel moeten realiseren ook dat, met name met betrekking tot de investeringen, het zo kan zijn dat juist aan het eind van het jaar wanneer daar de liquiditeit en de beschikbaarstelling van de gelden op zijn plaats is, dat zich daar nog stevige verschillen kunnen voordoen op de valreep en dat is ook gebeurd. Het gaat ook de goede kant op waar het gaat om de meerjarenramingen, ook daar hebben we steeds meer houvast en kunnen we daaraan zien – daar getuigen deze cijfers ook weer van – dat wij steeds dichter bij de waarheid zitten en dichter ook in de tijd gezien. Er is nog enige zorg en dat is de schuldenlast. Dat weten we met zijn allen, daar moet aan gewerkt worden. Die zorg strekt zich trouwens ook uit met betrekking tot de hoogte van de tarieven. Wij moeten het wat dat betreft bij beide punten afleggen tegen de collega’s. We weten ook dat die overigens nog wel aan de beurt komen en dat bij Delfland de schuldenlast allengs minder wordt en de tarieven, stijgingen ook en dat dat bij de collega waterschappen wel eens anders zou kunnen gaan lopen in de komende tijd. Niettemin ontslaat ons dat niet van de plicht dat wij ons ook moeten bezighouden met het verder terugdringen van het tekort en het in de greep houden van de tarieven. In ieder geval, het stuk wat hier voorligt is een goede stimulans om op de ingeslagen weg door te gaan. De voorzitter had het net al over de zwanenzang. Inderdaad, dit is het laatste huzarenstukje van dit DB en dan met name van de portefeuillehouder Wiegman. Ik wil hem namens onze fractie – en in hem ook het college – graag dank zeggen voor de constructieve manier waarop wij met hem over het cijfermateriaal hebben kunnen spreken en waar hij openstond voor suggesties. Dat is altijd op een constructieve manier gebeurd. Ik wel hem en daarmee ook het college dank zeggen voor de soms pittige maar altijd constructieve samenwerking met de VV. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. De heer P. van den Berg. De heer van den Berg: Ja, dank u wel voorzitter. U gaf het zelf al aan: deze jaarrekening is de laatste van de afgelopen bestuursperiode en is daarmee ook een mooi sluitstuk van het college dat nu achter de tafel zit. Ik kon het toch niet laten om nog eens even terug te kijken naar het begin van deze bestuursperiode, naar de jaarrekening over het jaar 2009. Want wat dat allereerst al opviel is dat de jaarrekening over 2009 die werd pas behandeld in de VV-vergadering van 1 juli 2010. Nou we zitten nu twee vergaderingen eerder, twee en een halve maand eerder en dat geeft denk ik goed aan dat het financiële proces veel beter op orde is dan aan het begin van deze periode. De accountant heeft ook al enkele keren gezegd de laatste jaren dat Delfland tegenwoordig de overheid is die het eerste zijn jaarrekening klaar heeft. Dat is denk ik toch wel veelzeggend, dat op dat punt grote verbetering is doorgevoerd. Het is ook interessant om te kijken naar de inhoud van de jaarrekening over 2009. Want die kende een tekort bij het watersysteembeheer van 9 miljoen en tekort bij het zuiveringsbeheer van 49 miljoen. In totaal een tekort van 58 miljoen. Dan staan we er in 2015, kijkend naar de jaarrekening 2014, een stuk beter voor, met een overschot bij het zuiveringsbeheer van 9 miljoen en bij het watersysteembeheer van 22,5 miljoen. En ik denk dat deze vergelijking van cijfers tussen 2009 en 2014 goed aangeeft dat er een belangrijke financiële gezondmaking heeft plaatsgevonden bij Delfland en dat is een groot compliment waard richting het college, in het bijzonder richting de portefeuillehouder. Daarvoor zijn overigens wel offers gebracht, want ja, iedereen
weet, de ambities zijn naar een meer realistisch niveau bijgesteld. Er is voor ruim 18 miljoen aan bezuinigingen doorgevoerd en dat heeft zeker zijn weerslag gehad op de organisatie, die het allemaal loyaal heeft uitgevoerd. Maar ook door de belastingbetalers zijn er zeker de eerste jaren van deze periode wel belangrijke offers gebracht. Want er zijn natuurlijk flinke tariefsverhogingen doorgevoerd en gelukkig zijn die de afgelopen jaren alweer wat meer afgevlakt. Dus veel tevredenheid, maar zijn we er dan nu? Nee, zeker niet. Ik denk dat een van de grote uitdagingen van het volgende college is om de schuldenlast, de grote schuldenlast in de komende periode af te bouwen. Maar ook als je kijkt sec naar 2014 dan is er best reden voor tevredenheid, want de beoogde doelen zijn gerealiseerd binnen de gestelde financiële kaders. Maar hier valt ook wel iets op, want wat al een aantal keer is gezegd: die begroting die moet echt realistischer. Want in de begroting stond voor het watersysteembeheer nog een exploitatie-overschot van 4 miljoen en dat komt uiteindelijk uit op 22,5 miljoen. Dat is ten opzichte van de totale kosten die in het watersysteembeheer omgaan een afwijking van bijna 20%. Dat moet echt beter, want uiteindelijk is die begroting het stuk waarop de tarieven worden vastgesteld. Een ander punt is – en dat is dan wel weer aardig als je een nieuw bestuur hebt met nieuwe fractieleden die met een frisse blik naar zo’n jaarrekening kijken – wat in onze fractie naar voren kan was dat een van de dingen die echt opviel is dat er wel prestatie indicatoren in deze jaarrekening staat, maar dat die qua smartheid en weergave veel beter zouden kunnen. Bijvoorbeeld een veel meer grafische weergave en als je daar inderdaad eens goed naar kijkt, dan is die jaarrekening toch wel een erg naar binnen gericht stuk, waarin vooral intern verantwoording wordt afgelegd, maar je zou dat ook kunnen omvormen tot een stuk waarin je aan de buitenwereld verantwoording aflegt. Dat vraagt denk ik toch een andere vormgeving van zo’n jaarrekening en ook vanuit het oogpunt van awareness valt daar volgens ons best winst te behalen. Dat is een onderwerp waar wij de komende bestuursperiode zeker op terug zullen komen en op zullen sturen. Alles overziende, complimenten voor dit vertrekkende bestuur. Ik denk dat ze het huis, wat misschien aan het begin van de periode enigszins in wanorde was, opgeruimd en netjes hebben achtergelaten en dat ze de sleutel met een gerust hart over kunnen geven aan het nieuwe bestuur. Maar voor het nieuwe bestuur liggen daar zeker nog grote uitdagingen en waarvan de belangrijkste is denk ik die grote schuld die de komende periode moet worden afgebouwd. Ik dank u wel. De voorzitter: Ja het is heel moeilijk een apparaat soms uit te krijgen, dat weet ik soms ook. De heer Houtzager. De heer Houtzager: Ja voorzitter, er is maar een remedie. Je voet erop, dan weet je in ieder geval dat die het niet meer doet. Voorzitter, om niet in herhaling te vallen, wil de VVD zich van harte aansluiten bij de woorden die de heer van den Berg heeft geuit. Wij vinden het ook een elegante manier van het college om zeg maar de vergadering vandaag eigenlijk in tweeën knippen en het oude college in staat te stellen om deze afronding van deze bestuursperiode ook zelf te doen. Dus ook vanuit de VVD-fractie complimenten daarvoor, complimenten voor de inzet die daarop gepleegd is en voor het overige zijn de woorden van de heer van den Berg ons uit het hart gegrepen en denk ik dat er voor het nieuwe college een rol ligt om daar ook invulling aan te geven. Ik ken daarin een gemeente die bijvoorbeeld naast de gewone jaarrekening ook nog de jaarrekening in een oogopslag uitbrengt, of de begroting in een oogopslag. Dat zou je extern kunnen publiceren, waarin je zeg maar aan inwoners ook verantwoording aflegt over wat je hier doet, dus daar zijn mogelijkheden voor waar wij van harte over willen meedenken. Maar blijft staan: complimenten aan het zittend college voor deze jaarrekening en de prestaties die daar vooral in geleverd zijn. De voorzitter: Dank u wel. Ja de heer Simon.
De heer Simon: Dit is voor mij de eerste keer in de VV, dus best wel spannend. Ik heb mijn commissies wel gedaan, dus ik heb volgens mij wel een klein beetje gevoel van hoe het hier gaat. Ik wil voordat ik op de jaarrekening diep in ga het college bedanken voor de inspanning van de afgelopen zes jaar. Ik wil daar graag ook het ambtelijk orgaan bij meenemen. Deze jaarrekening, zwanenzang, nou dat wil ik niet zeggen. Het kan symbolisch gezien worden als het afscheidscadeau van het college. Gelukkig kan de Partij voor de Dieren zich grotendeels vinden in de jaarrekening en zorg dragen dat het ook een mooie afsluiting wordt. We hebben de voorgaande sprekers al gehoord dat er een grote inhaalslag is gepleegd om de huishouding op orde te brengen. Er lijkt dus licht te gloren aan het eind van de tunnel. Maar zoals we weten, tunnels hebben altijd een eigen karakter, het water die neemt zijn eigen gang. Maar we zijn er dus nog niet. Die schuldenlast moet inderdaad gesaneerd worden en wij zijn als fractie, vinden dat in ieder geval voor het programma Schoon Water, dat dat programma echt een kind van de rekening is geworden van de lopende bezuinigingen. Als je dan kijkt naar de jaarrekening is onze fractie ook zeer verbaasd over het risico dat bij chemische waterkwaliteit de doelstellingen voor 2015 niet gehaald gaan worden, als mogelijk risico. Daarnaast vindt onze fractie het vreemd dat de meetpunten niet het beeld geven dat de waterkwaliteit verbeterd is ten opzichte van 2010. De verklaring hiervoor is wel logisch, dat de prestatie indicatoren een vertekenend beeld geven, maar het zijn juist deze prestatie indicatoren en de correcte omschrijving van deze indicatoren die het beleid inzichtelijk maken, het beleid beheersbaar maken, zichtbaar smart maken. Uit de afgelopen commissievergaderingen is deze wens ook nadrukkelijk naar voren gekomen en onze fractie sluit ook aan bij de wens om de jaarrekening meer smart te maken. Maar al bij al is de jaarrekening een prima stuk met een goed financieel resultaat. Er is een goede weg ingezet en wij stemmen in met de voorliggende jaarrekening. De voorzitter: Dank. De heer Schouffoer. De heer Schouffoer: Voorzitter, ik start ook met het complimenteren van het college voor de jaarrekeningen en ook de stukken die gepresenteerd zijn. Ik wil over de jaarrekening een opmerking ….(stuk mist)….. die niet is gerealiseerd of zou kunnen concluderen dat er te hoog is geraamd of zou kunnen concluderen dat er blijkbaar vorig jaar teveel belastinggeld is opgehaald, dus dat de tarieven onnodig hoog zijn geweest daardoor. Ik denk dat dat een negatief beeld is, het kan best ook genuanceerder liggen. Er zijn redenen te bedenken waarom er een overschot ontstaat, bijvoorbeeld als werkzaamheden uitlopen of als aannemers hun rekeningen te laat indienen. Maar ik zou hier toch aandacht voor willen vragen. De voorzitter: Even aan de leden vragen. Mag ik even aan, als er een lid aan het woord is dat iedereen even luistert en tenzij er schorsing nodig is, dan hoor ik het graag. Ja, gaat u verder. De heer Schouffoer: Dank u wel, voorzitter, dat was mijn bijdrage. De voorzitter: Dank. Mevrouw Jans. Mevrouw Jans: Dank u wel voorzitter. Ik sluit me, wij sluiten ons aan bij de complimenten die de vorige sprekers uitgesproken hebben. Afgezien daarvan heb ik twee tot drie punten – ik moet altijd even kijken of ik ze goed indeel. Het college en de VV hebben een hele weg afgelegd, maar we moeten niet stil blijven staan. In 2009 toen was ik nog burgerlid en plaatsvervangend lid in de commissie BOB en toen hoorde ik de dijkgraaf zeggen: wij zijn niet in control. Op dat moment heerste er een oorverdovende stilte en ik dacht: ja, maar als wij hier nu niet op reageren, dan laten wij iets voorbij gaan en dan kunnen wij de komende vier jaar – dacht ik toen – kunnen wij de komende vier jaar hier niet op terugkomen. We hebben daar als
Algemene Waterschapspartij een opmerking over gemaakt dat dat niet acceptabel is en de dijkgraaf heeft toen ook toegezegd om de nodige maatregelen te nemen. Dat is ook gebeurd. Wij zien dat de planning -en controledocumenten dat ze steeds leesbaarder worden, dat het zelfstandig leesbare documenten zijn geworden, dat ze prestatie indicatoren bevatten. Hoewel er ruimte is voor verbetering, zoals ook de vorige sprekers aangegeven hebben, is er een hele weg afgelegd. Maar toch hebben wij – ondanks het positieve resultaat, wat hoopvol stemt – zien we dat de jaarrekening uiteindelijk een forse afwijking vertoont ten opzichte van de tweede bestuursrapportage. Twintig procent, hij is in ieder geval groter dan tien procent afwijking. Dus daar vragen wij aandacht voor, de begroting moet gewoon een realistisch beeld geven. Een volgende stap kan zijn dat het college naast een goedkeurende accountance verklaring een in control statement aflegt. Een in control statement is een proactief document waarin het college laat zien: wij nemen onze verantwoordelijkheid en wij staan voor wat wij hier doen en de stukken die kloppen, rechtmatig, doelmatig, fraudebestendig, risicomanagement. Dus dat is een mogelijke stap, die het college kan nemen, dus ik wacht daarvoor graag een voorstel af. Naast de afwijking van de tweede bestuursrapportage is ook aandacht nodig voor de vermogenspositie en de leningenportefeuille. Het coalitieakkoord geeft daarvoor aanknopingspunten en wij wachten ook de voorstellen van het college daarvoor af. Wat me verbaast is dat in de voorstellen voor de bestemming van het resultaat, wat onze Algemene Waterschapspartij verbaast, dat in de voorstellen staat: ja, wij gaan een reserve huisvesting gaan we één, die gaan we instellen en twee, die gaan we vullen met meer dan een miljoen. Dat lijkt curieus, zeker omdat er gesteld wordt: het voorstel voor huisvesting blijft enerzijds binnen de huidige exploitatie en we hebben geen krediet nodig. Dus waarom dan een reserve huisvesting? Een alternatief zou geweest zijn om geld apart te zetten om versneld af te lossen de niet de afschrijving, maar de boekwaarde van onze bijdrage aan het hoogwaterbeschermingsprogramma. Dan heb je enerzijds dat bedrag wat nu apart gezet wordt voor huisvesting en anderzijds zou je daar de huidige reserve renteresultaat, die op dit moment op 14,5 miljoen staat, voor kunnen gebruiken. Dat is niet gebeurd. Wij keuren desondanks, stemmen wij in met het vaststellen van de jaarrekening. Maar wij zullen daar in het vervolg wel aandacht voor blijven vragen. Nogmaals, ik wil afronden met de complimenten. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. Ja. Mevrouw Dijkshoorn, ik moet even na…. Mevrouw Dijkshoorn: Oké, dank u wel. De jaarrekening 2014 is het laatste verantwoordingsdocument van het voor ons zittend college. Als we deze jaarrekening vergelijken met de eerste jaarrekening van dit college, dan zijn er grote stappen gezet. Dit kan het college niet alleen en daarom dank aan de organisatie voor hun inzet en het werken aan dit resultaat. Als we teruggaan naar de eerste jaarrekening die het college voorlegde, hadden we te maken met een tekort, een negatief resultaat van 9,9 miljoen. Nu een positief resultaat van 22,5 miljoen. Er nog al wat gebeurd, ook het eigen vermogen is vanaf 2009 eerst nog gedaald, maar laat nu een stijgende lijn zien. De motie in 2009 heeft gezorgd voor een kanteling: het roer ging om. de beheersing van de financiën is beter in control gekomen en hierdoor komt ook de doelrealisatie beter in beeld en ligt dat voor alle programma’s op schema. We komen steeds dichterbij het realiseren van het investeringsvolume, maar nog steeds is er sprake van een te hoge raming in de oorspronkelijke begroting. Het voorspellend vermogen van zowel investeringsuitgaven als exploitatieresultaat zou nog verbeterd kunnen worden. De aanbestedingsvoor- en nadelen vormen altijd een lastig punt. De markt schrijft momenteel erg scherp in. Komt het dan nu ook voor dat we meer-minderwerk hogere bedragen geschreven worden, zodat een aannemer er voor zichzelf goed uit komt? Ook belangrijk is dat de belastinginkomsten goed binnenkomen. Problemen met de RBG, wat betreft geen goede aansluiting of niet de juiste gegevens van de gemeente ontvangen, mag niet voorkomen. Hier zal strenger op gecontroleerd moeten worden. Bij de burap zouden wij hier al iets van terug willen zien. De kwijtschelding was in 2008 6,5 miljoen en nu is
meer dan verdubbeld naar 15,1 miljoen. Het is goed dat de rekeningcommissie hier ook een onderzoek naar heeft gedaan, want dit geeft wel een punt van zorg. Delfland heeft de jaarrekening al vroeg klaar en we zien deze rechtstreeks graag tegemoet als de andere waterschappen ook hun cijfers bekend hebben gemaakt. Knelpunten polders bij voldoende water blijft onze aandacht vragen. De polders op orde moet voorop staan. Het liefst zouden wij zien dat er ingelopen zou worden op knelpunten. Met gebiedsgericht meten zijn de eerste resultaten positief. We hopen dat hier nu een verdere slag gemaakt kan worden, door anderen met controle en handhaving de zwakke punten boven te krijgen en hier ook een passende maatregel voor te vinden. Aandacht vragen voor beheer en ook communicatie naar buiten is belangrijk. Het is jammer als Delfland de dijk verbetert en nog voordat het gras kans heeft gekregen om op te komen, door paarden de dijk wordt vertrapt. Op de invoerborden die Delfland plaatst zou bijvoorbeeld misschien al aandacht gevraagd kunnen worden om hierop te letten en de burger het belang van een stevige dijk te laten merken. Hier wou ik het graag bij laten, dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. De heer Fekkes. De heer Fekkes: Ja, voorzitter, het betreft een periode dat vijftig plus nog niet tegenwoordig was bij Delfland. Ik vond het toch een goed stuk om als naslagwerk te gebruiken en er vielen mij wel een paar dingen op. De begrotingsdiscipline, het is al hiervoor ook genoemd door collega’s, die zou toch wel wat verbeterd kunnen worden. Hele tarief ontwikkeling en kwijtschelding blijft toch een punt van aandacht en ook in het collegeakkoord wordt daar wat over gezegd. Ik constateer toch met genoegen dat we uit een diep dal zijn gekomen en dat er een positieve ontwikkeling gaande is, laten we dat vooral zo volhouden. Daar wou ik het even bij laten, dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. De heer Nanninga. De heer Nanninga: Voorzitter, dank u wel. Een hoop complimenten voor iedereen. Ik heb in de vorige periode in de commissie financiën gezeten zoals dat heette. Ik zal de heer Wiegman missen, zeg ik bij dezen. Het was toch altijd een bijzondere figuur, altijd stoïcijns. Ik verdacht hem er wel eens van dat hij soms douchte met Teflon, want werkelijk niets kon hem raken. Je ziet ook nu dat hij de complimenten, nou ja, in ontvangst neemt, zoals eigenlijk altijd. Een aantal punten: een positief resultaat, zoals de heer Schouffoer reeds noemde, is natuurlijk niet altijd positief, om het zo maar te zeggen, je weet niet wat ervoor is gelaten. De coalitie Houtzager die neemt het in ieder geval dankbaar in ontvangst, dus dat is dan wel weer goed. ik wil ook de heer Ranner, met zijn rekeningcommissie danken voor zijn commentaren. In de laatste commissie BOB was toch wel voor mij de grote verrassing het bedrag van de regionale belastinggroep. Ik las ook dat Den Haag kampt met een enorm overschot van 23 miljoen en dat is met name ontstaan ook door speciale aandacht voor fraude op het gebied van de bijstand. Ik zag meteen een link met de regionale belastinggroep, die natuurlijk ook zijn gegevens ontvangt van de afdeling bijstand. Dus ik wilde, ik heb dus toch nog een vraag, de laatste vraag aan de heer Wiegman: ziet hij daar ook een verband in en kunnen we wellicht nog iets ontvangen? Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. De heer Hombergen. De heer Hombergen: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ja ook van mijn kant de complimenten aan het college. Als we bedenken hoe wij zo’n zes jaar geleden begonnen en tot welke conclusies wij na een tijd kwamen over de financiële toestand van Delfland en als we zien waar we nu staan. In waterschap termen zou ik zeggen: we zitten toch in heel wat stabieler vaarwater. En dat is denk ik best mooi en goed gelukt. Ik
zou over het stuk zelf een tweetal opmerkingen willen maken en over wat erin staat ook iets. Over het stuk zelf zou ik ook de komende coalitie willen oproepen dat het een zelfstandig leesbaar stuk is. Nu nog, zeggen we heel vaak dat dingen al in een burap en dergelijke aan de orde zijn geweest, maar een jaarrapportage wordt nou eenmaal op de website gepubliceerd en dan moet het vanuit zichzelf goed leesbaar zijn. Ook al is bij de verantwoording voor een deel al verantwoording afgelegd. Ook zou ik het op prijs stellen als een aantal onderwerpen die gewoon aan het bestuur zijn gedelegeerd ook aan de orde komen inhoudelijk in het jaarverslag. Het jaarverslag is natuurlijk meer dan een financiële verantwoording en het is goed komt te weten dat een aantal zaken die aan het college zijn gedelegeerd, zoals bijvoorbeeld personeelsbeleid, om daar even goed bij stil te staan. Eens per jaar moet dat toch kunnen. Als ik kijk naar de inhoud dan wil ik over een tweetal punten even iets zeggen. De eerste is dat het opmerkelijk is dat we geld overhouden, waarvan we van een gedeelte ook zeggen; dat is structureel. 5,5 miljoen als ik het goed heb. Ik heb ook datzelfde bedrag teruggezien in het collegeakkoord als bezuiniging voor dit jaar. Dus ik zie dat er een goede estafettestokje wordt overgedragen. Ik denk dat dat toch wel een verdienste is van het college, dat er een positief resultaat is, waarvan een gedeelte daarvan structureel en ik wil daar ook mijn dank voor uitspreken. Een tweede punt is dat wij toch ook op een ander vlak heel veel geld overhouden. Dan wil ik even een paar opmerkingen plaatsen via de SSK-methodiek. De SSK-methodiek die gebruiken wij om tot een goede kosteninschatting te komen van onze projecten en daarbij dan ook een goede budgetaanvraag te doen. De SSK-methodiek is echter meer. De SSK-methodiek kan ook in de verdere rest van een project worden gebruikt om de kosten in de hand te houden en in een verder stadium te kijken of de kosteninschatting goed is. De SSK-methodiek gaat uit van een risico-opslag, die naarmate het project vordert steeds kleiner wordt en de SSK-methodiek zorgt voor een lerende organisatie. Een lerende organisatie waarbij je op het einde kunt kijken of je inschattingen inderdaad correct zijn geweest en daarbij voor een volgende keer lering kunt trekken. En ik zou via dit college aan het komende college dan ook willen verzoeken of willen benadrukken om ook de SSK-methodiek in het hele proces van de projecten te gebruiken, zodat we een lerende organisatie zijn en via die route ook tot een betere kosteninschatting komen en bij een betere budgetbeheersing. Op het laatste zou ik willen zeggen: dank, nog een keer aan dit college en samen met u, beste Aad, dank je wel voor deze mooie periode. De voorzitter: Dank u wel. Het woord is aan hoogheemraad Wiegman. De heer Wiegman: Ja, hij doet het. Voorzitter, laat ik beginnen als volgt: er wordt veel dank uitgebracht, dank gezegd aan het college. Maar ik zou eigenlijk het dank aan de VV willen uitbrengen. Waarom? Omdat de VV ons als college en mij in het bijzonder de mogelijkheid heeft gegeven om datgene te realiseren wat uiteindelijk ook in het belang van Delfland is. Dus het is niet alleen het college, het is voornamelijk ook de VV en ik hoop dat die opmerking die ik nu maak ook in de komende jaren dus gestand blijft dat het VV het college de mogelijkheid geeft om ook zaken te realiseren zoals die gezamenlijk worden geformuleerd. Dat niet alleen, maar ik zeg ook dank naar de organisatie, want ik zou niet kunnen functioneren zoals ik heb gefunctioneerd als ik niet de medewerking had van mijn mannen en vrouwen – of eigenlijk moet ik zeggen: de vrouwen en mannen – die me daarin hebben gesteund de afgelopen jaren. Dat is voor wat betreft het dank zeggen. Dan de opmerkingen van de heer Kuijvenhoven, die zegt: ja, er is natuurlijk een behoorlijk overschot in de begroting, dat is deels opgebouwd uit incidenteel en deels structureel. Nou als je dus op een gegeven ogenblik op pagina elf van de jaarrekening kijkt – tenminste ik heb de papieren versie, ik kijk nooit in die iPad, want de papieren versie is voor mij helderder – dan zie je daarin dat een aantal zaken structureel zijn en dan zie je ook dat zo’n baggerfonds, dat daar een eenmalige omtrekking uit komt van een aantal miljoenen. Je ziet ook dat bij de belastingopbrengst een structureel effect zit in het geheel. Dat zijn dus twee componenten, die als het ware hebben bijgedragen aan dat overschot zoals dat in de exploitatie
zit in de jaarrekening. Wat ik wel vind is dat, met betrekking bijvoorbeeld tot de ramingen, de investeringen, dat daar nog scherper op gekoerst kan worden. Ik weet best dat een aantal plannen die gemaakt worden en die vertaald worden in investeringen en kredieten, dat die op een gegeven ogenblik zo werkende weg wel eens ter discussie kunnen komen, als gevolg bijvoorbeeld van externe omstandigheden. Wij zijn als Delfland zeer afhankelijk ook van de buitenwereld en als de buitenwereld om wat voor reden dan ook niet in staat is om mee te werken om onze doelstellingen gerealiseerd te krijgen dit jaar, of volgend jaar, dan schuift dat op. Dat betekent dus dat je dan merkt dat je investeringsniveau achterblijft bij datgene wat je geraamd hebt en dat heeft ook natuurlijk weer consequenties uiteindelijk ook voor je totale exploitatie. Dat er toch op een gegeven ogenblik – en dat kijk ik even naar de opmerking, ik geloof, ik weet niet precies wie ze gemaakt heeft – dat je zou moeten kijken naar als je – o ja, dat is Hombergen naar aanleiding van de SSK-methodiek. Dat je moet kijken: hoe gaat op een gegeven ogenblik zo’n investering ontwikkeld zich. En als bijvoorbeeld de bedragen achterblijven bij datgene wat geraamd is, maak dan eens een analyse van: wat zijn nou de oorzaken, vooral van de grote investeringen, dat hoeft niet voor ieder investerinkje te zij, hoe kan het nou zijn dat op een gegeven ogenblik de werkelijkheid achterblijft bij datgene wat je geraamd hebt. Dat is goed voor de organisatie om dat te constateren, maar ook goed voor de VV, zodat je ook het inzicht hebt in wat uiteindelijk de effecten daarvan zullen zijn. Punt van de schuldenlast: een ieder die zich een beetje verdiept heeft in de problematiek van Delfland weet dat eind vorige eeuw de beslissing is genomen om de zuivering van de harnaspolder om die daar te realiseren waar die nu gerealiseerd is. Dat heeft als effect gehad dat de investeringen enorm zijn geweest. De hele leiding van Schipluiden naar Den Haag en terug heeft honderden miljoenen gekost en dat is een van de componenten die die schuldenlast ook heeft veroorzaakt. Dat is toen als gevolg van de geringe medewerking van Dan Haag, laat ik het zo maar noemen, die vonden dat na het Houtrust die zuivering niet uitgebreid kon worden, omdat daar fantastische plannen waren met betrekking tot woningbouw en dat soort dingen. Als je nu gaat kijken is er nog geen pepernoot uitgevoerd daar. Dus mogelijkerwijs is de beslissing die toen genomen is niet de meest optimale geweest, maar het heeft wel tot gevolg gehad dat de schuldenlast van Delfland aanzienlijk is toegenomen. Dat heeft ook zijn consequenties gehad voor de tarieven, zeker in de kant van de zuivering. De schuldenlast die is zodanig dat bijvoorbeeld in 2023 de eerste aflossing gaat plaatsvinden. Dat weet een ieder, dat dat gaat gebeuren en daarom is het goed om de vermogenspositie behoorlijk te laten toenemen de komende jaren, teneinde die schuldenlast – als dat aan de orde is – of af te lossen of – afhankelijk van de rente die er dan op dat moment heerst – om eventueel tot herfinanciering over te gaan. Dat is ook een mogelijkheid die bestaat. Dat is de keuze die op dat moment gemaakt moet worden over een aantal jaren. Verder zou je kunnen nadenken over de schuldenlast: hoe ga je dat meer bijvoorbeeld uitmiddelen in de komende jaren. Maar dat is iets wat mijn opvolger – als die tenminste straks benoemt wordt – mogelijkerwijs meeneemt en we zullen er misschien tête-a-tête nog wel iets over met elkaar communiceren. Dan de heer de heer van den Berg, die heeft het over dat de jaarrekening van Delfland volgens de accountant, want ik volg niet alle jaarrekeningen in dit gebied, maar dat volgens de accountant de jaarrekening van Delfland de eerste is, jaarrekening 2014, die hij bij wijze van spreken onder ogen krijgt. Dat is goed, want dat betekent dus ook dat je sneller ook maatregelen kunt treffen om in de aanloop zeg maar naar bijvoorbeeld 2016, aanloop met betrekking tot de begroting, zoals die aan de komende VV wordt voorgelegd. Waarbij je dan waarschijnlijk ook je begroting realistischer kan maken, omdat je weet: wat zijn nou de effecten in de jaarrekening 2014 en hoe kun je die als het ware ook vertalen naar je begroting 2016. Hij maakte een opmerking over de prestatie indicatoren, die zouden beter moeten zijn, nou dat is al aan de orde geweest in de commissie BOB en ik kan me voorstellen dat het volgende college dat signaal ook oppakt en daar ook duidelijk naar de VV aangeeft hoe dat beter gestalte kan krijgen. De heer Houtzager, daar heb ik, blanco, daar heb ik niks opgeschreven. Dat is misschien mijn schuld maar, o. nou. Dan de heer Simon, die heeft het over schoon water en daar een aspect over en dat zal college Ter Woorst waarschijnlijk beantwoorden. Dan de heer Schouffoer die heeft ook over
dat positieve saldo, nou heb ik al uitgelegd hoe dat ontstaan is en hoe je daar op een gegeven ogenblik ook in de nauwere calculaties daarop kunt sturen. Mevrouw Jans die zegt, die heeft het over de reservehuisvesting, daar gaat de dijkgraaf iets over vertellen heb ik begrepen. Mevrouw Dijkshoorn die zegt: ik ben erg benieuwd als de resultaten, jaarrekening van andere waterschappen bekend zijn, hoe dan die stresstest, die u heeft aangegeven, hoe die uiteindelijk vorm krijgt en wat voor, ook aangegeven, dat dat mogelijkerwijs ook weer een sturingsinstrument is voor de komende jaren. Zegt ook dat de investeringen behoorlijk afwijken, dat klopt ook, ik heb ook aangegeven wat de mogelijke oorzaken zijn. Ik heb nog niet aangegeven dat bijvoorbeeld, wanneer je een investeringsraming hebt, dat dan als gevolg van de prijsontwikkeling en de concurrentieslagen die hebben plaatsgevonden, dat ook als het ware de investeringsramingen en de kredieten die eraan gekoppeld zijn ook lager uit zullen pakken. Dan de heer Fekkes, geen opmerkingen op dit moment in de eerste termijn. Nanninga, die zegt: Den Haag heeft een frauderesultaat van 23 miljoen, nou ik weet niet, ik ken het niet. De heer Nanninga: U zegt het iets te ruim, de totale resultaat is 23 miljoen en flink percentage werd genoemd kwam uit de fraudebestrijding, even genuanceerd. De heer Wiegman: Ik weet niet wat… ik ken dat fenomeen in Den Haag ken ik niet. Wat ik wel kan voorstellen dat in het overleg met de RBG, want RBG is afhankelijk van de gegevens van gemeenten, dat wanneer de gegevens worden – en die komen altijd in een soort na-ijl effect – wat de consequenties daarvan zullen zijn. Want die gegevens worden één op één overgenomen door de RBG met betrekking tot het opleggen van aanslagen. Dan de heer Hombergen, die pleit voor om op die aspecten waar het college de delegatie heeft, om daar in het jaarverslag op een aantal aspecten meer duidelijkheid te geven, meer inzicht te geven naar buiten toe. Heeft het ook over structureel en incidenteel, daar heb ik al uitgelegd hoe dat in elkaar zit. Wat hij graag wil is dat die SSK-methodiek gebruikt wordt om ook werkende weg de ontwikkelingen van investeringen en de effecten daarvan in beeld te krijgen. Ik kan me voorstellen dat de nieuwe VV diegene die ook nog in het verleden nog niet met die SSK-methodiek geconfronteerd zijn, dat er de komende tijd nog eens een keer daar scherper op wordt ingegaan in zo’n informatieve VV. Voorzitter, dat was het wat mij betreft de eerste termijn. De voorzitter: Dank u wel. Hoogheemraad Ter Woorst. Mevrouw Ter Woorst: Dank u wel voorzitter. Ja de opmerking van de heer Bart Simon, die zie ik als een hartenkreet die ik deel. Ik denk dat zijn hartenkreet ook aan de orde komt in het nieuwe coalitieakkoord. Ik bedoel, schoon water staat er expliciet in en ik zag ook opmerkingen van net Ongebouwd bijvoorbeeld over… dus wordt vervolgd. De voorzitter: Dank u wel. Dan de vraag van mevrouw Jans over de huisvesting, nou dank dat u mij even de gelegenheid geeft om nog maar even de geheugens met elkaar op te halen. Nog niet zo lang geleden, net als de afgelopen weken, bent u met zijn allen ook bijgepraat over de huisvesting. Moeten we niet even naar het totaal kijken en ook in het verleden set, we hebben een verbouwingsverhaal, dus die 18,8 en we hadden een aantal PM-posten en afgesproken is, de consultatie van de informateur – en dat heeft hij hier voorgelezen een maand geleden – om in ieder geval dat alternatief 1 uit te werken en de open einden nu verder onder te brengen. Dat zijn dus de posten die dus niet in die 18,8 zaten. Als daar geen helderheid over was, herhaal ik die nog maar even zoals die ook de afgelopen weken gepresenteerd is. Daarvoor is ook vooruitzien is besturen en besturen is vooruitzien, dus collega Wiegman heeft toen ook in het college gezegd: dan reserveren we voor de tijdelijke huisvesting vast, enzovoorts. Dat is een opmerking, de tweede
is: nou ken ik het coalitieakkoord niet zo goed als degenen die er onderhandeld over hebben, maar ik heb daar niets over aangetrokken over een andere financiering van het hoogwaterbeschermingsprogramma, maar dat zal ik dan een keer over nalezen, wie weet heb ik dat overDat is een opmerking, de tweede is: nou ken ik het coalitieakkoord niet zo goed als degenen die er onderhandeld over hebben, maar ik heb daar niets over aangetrokken over een andere financiering van het hoogwaterbeschermingsprogramma, maar dat zal ik dan een keer over nalezen, wie weet heb ik dat overDat is een opmerking, de tweede is: nou ken ik het coalitieakkoord niet zo goed als degenen die er onderhandeld over hebben, maar ik heb daar niets over aangetrokken over een andere financiering van het hoogwaterbeschermingsprogramma, maar dat zal ik dan een keer over nalezen, wie weet heb ik dat overDat is een opmerking, de tweede is: nou ken ik het coalitieakkoord niet zo goed als degenen die er onderhandeld over hebben, maar ik heb daar niets over aangetrokken over een andere financiering van het hoogwaterbeschermingsprogramma, maar dat zal ik dan een keer over nalezen, wie weet heb ik dat over het hoofd gezien. Dat zou mijn reactie zijn en ik ga naar de tweede termijn. Ik kijk even. Niet. Ja, mevrouw Jans. Mevrouw Jans: Dank u wel voorzitter, dank u wel ook voor uw antwoord en uw toelichting op het doen van de reservehuisvesting. Ik heb in het antwoord op de eerste termijn van hoogheemraad Wiegman heb ik een antwoord op mijn vraag, mijn oproep om uiteindelijk te komen tot een in control statement en als stap op weg daar naartoe een paragraaf rechtmatigheid in de jaarrekening, at antwoord heb ik gemist. Ik wil daarvoor als voorbeeld verwijzen naar de jaarrekening van het waterschap Hollandse Delta, die een paragraaf rechtmatigheid in zijn jaarrekening opneemt, in haar jaarrekening, ik weet het niet. En daarnaast ook een paragraaf duurzaamheid. Duurzaamheid is een item wat regelmatig terugkomt, wat ook regelmatig teruggekomen is in de gesprekken over de huisvesting en de oplossingen die daarvoor gekomen zijn. Dus mijn suggestie is om als stap naar een in control statement een paragraaf rechtmatigheid en een paragraaf duurzaamheid in de jaarrekening en de planning- en control cyclus op te nemen en daarvoor hoeven we niet opnieuw het wiel uit te vinden. We kunnen kijken naar het voorbeeld van het waterschap Hollandse Delta en daar ons voordeel mee doen. Dank u wel. De voorzitter: Kijk ik de rij verder langs. Ja, de heer Nanninga. De heer Nanninga: Ja voorzitter, dank voor de antwoorden. Het werd hier genoemd, de leesbaarheid van het stuk, de nieuwe titel van het coalitieakkoord is erg ambitieus: iedereen bewust van water. Ik denk dat het een goed instrument is om inderdaad ook een goede versie te maken voor naar buiten toe, zoals genoemd is door bedrijfsgebouwd. Dat wilde ik nog even ondersteunen. De voorzitter: Dank u wel. De heer Hombergen. De heer Hombergen: Dank u wel mijnheer de voorzitter. Kleine omissie van mij in de eerste termijn. Ik wil ook de ambtelijke organisatie bedanken. Want ik weet dat daar heel veel werk en heel veel drive en energie heeft gezeten om zo goed in control te komen. Voor de tweede termijn, ik heb net even zitten zoeken in het coalitieakkoord wie in de toekomst verantwoordelijk is voor personeelszaken. Dat kon ik niet vinden, dus ik neem aan dat u dat bent? Ik heb namelijk een tweetal vragen wel gesteld maar ik heb geen antwoord gehoord. Een is dat het stuk zelfstandig leesbaar moet zijn. De heer Wiegman heeft dat even aangehaald, maar wellicht dat u daar dan nog een antwoord op kunt geven. En over de gedelegeerde onderwerpen: heel vaak zullen we zien dat gedelegeerde onderwerpen bij de dijkgraaf zitten en ik heb het voorbeeld van personeelsbeleid genoemd. Ik zou dan ook aan u de vraag gesteld willen hebben en het antwoord willen krijgen over of die in de jaarrapportage over gedelegeerde onderwerpen dan ook volgend jaar wat meer wil
vertellen. Nu is bijvoorbeeld, personeelsbeleid staat niet zo heel veel, een ander voorbeeld: innovatiefonds, dat zit niet bij u. Daar staat een regel over. Een beetje krap voor een miljoen. Dank u. De voorzitter: Het woord is aan hoogheemraad Wiegman. De heer Wiegman: Ja voorzitter. Het college heeft in de lijn met datgene wat de VV regelmatig naar voren heeft gebracht, als het ware de inhoud van de rekening, het jaarbeslag vormgegeven. De opmerking van mevrouw Jans die hoor ik vandaag voor het eerst, de in control statement is nog nooit bij de VV hier ingebracht, laat staan de paragrafen matigheid en de paragraaf duurzaamheid in het jaarverslag, de jaarrekening. Ik kan me voorstellen dat datgene wat zij nu naar voren brengt een soort signaal is naar het nieuwe college en dat kan zijn dat dat op een gegeven ogenblik door het nieuwe college wordt overgenomen. Dat was het wat mij betreft voorzitter. De voorzitter: Dank u wel. Op de vraag van de heer Hombergen: ik dacht dat ik heb gezegd: nou we moeten nog maar eens kijken wat we nou in die jaarrekening willen onderbrengen, om te voorkomen dat we weer helemaal uitdijen, want we hebben natuurlijk zwaar ingekrompen. Uren medewerkers minder, minder jaarrekeningomvang, dus daar hangt het allemaal weer mee samen. Dus ik denk dat het een punt is wat we meenemen naar het nieuw samengestelde college en ook met de nieuwe hoogheemraad die daar dan over gaat. Om dan nog te bespreken: waar zit de rek in, wat kunnen we en wat willen we en ook de discussie met de commissie daarover te voeren. Dat neem ik dan mee ook naar de volgende ronde. Volgens mij ben ik aan het einde van de discussie over het jaarrekening 2014. Ik ga eens even kijken rond. Zijn er die nog een stemverklaring willen afleggen? Mensen die willen stemmen over de jaarrekening 2014. Niemand? Is die vastgesteld. H
Hamerstukken De voorzitter: Dan ben ik bij de hamerstukken H13, de heer Nanninga wilde een opmerking maken, heeft hierbij de gelegenheid. De heer Nanninga: Dank u wel voorzitter. Dit stuk is indertijd in de commissie geweest omdat het een bijstelling was van het investeringsplan van meer dan tien procent. Het is eigenlijk een BOB-vraag die ik nu stel. Ik wilde u eigenlijk complimenteren mevrouw Bom dat u het op tijd op de agenda had gezet, maar het was niet meer dan uw plicht. Ik heb eigenlijk een BOB-vraag: ik zou graag willen weten wat voor bedragen er nou jaarlijks omgaan tussen de één en tien procent die passeren in de investeringen, waar wij geen weet van hebben en waar wij ook geen weet van hoeven te hebben formeel, maar ik ben geïnteresseerd naar de hoogheid van het bedrag, omdat we scherp aan de wind gaan varen de komende jaren. De voorzitter: Nou misschien, ik zal eens kijken, weten we dat zo paraat college Wiegman? De heer Wiegman: Voorzitter, ik heb er net al een opmerking over gemaakt, dat ik ervoor pleit om de methodiek te hebben , ook de SSK-raming om werkende weg te zien als er afwijkingen zijn, daar de analyse voor te geven wat die afwijkingen hoe die veroorzaakt worden. De voorzitter: Goed, dus de discussie wordt vervolgd. Dat was voor hamerstuk H13. H14 waren geen aan- of opmerkingen over de Aquon…. Is vastgesteld. Dan zijn we bij het tweede deel van deze vergadering. Dat gaat dan om de stukken nb09, voor ik dat gesprek.
De heer Schouffoer: Voorzitter. Ik heb een ordevoorstel. Zou het mogelijk zijn om eventjes te schorsen? De voorzitter: Ja, als u een moment wacht, dan ga ik daar namelijk nog iets… dan komt nu… ik ga even vertellen hoe wij de volgende stukken gaan behandelen, want dan weet u dat even. Want dat vraagt wat en daar zit ook een stukje schorsing in. Nadat ik het even heb toegelicht gaat het volgende gebeuren: de vijf hoogheemraden zullen voor agendapunt nb09 hun stoel hij verlaten, alle vijf en die gaan even op de rand daar straks zitten, want we hebben anders niet genoeg stoelen. Voordat dat gebeurt zal ik ze nog even wat zeggen over het college. daarna. Daarvoor, voordat de heer Houtzager aan het woord komt, komt er een schorsing van een minuut of vijf, zodat iedereen even op de plek kan gaan zitten waar die moet gaan zitten als hoogheemraad en dan ben je vijf minuten, dus dan kan ik al voldoen aan wat de heer Schouffoer vraagt. Daarna, na die schorsing komt de heer Houtzager. Die zal waar nodig desgewenst namens de onderhandelende partijen, de coalitiepartijen het akkoord toelichten. Dan is de gelegenheid voor de discussie over het stuk en als dat afgerond is dan gaan we – voordat we aan de geloofsbrievenbehandeling beginnen – zullen de vertegenwoordigers van elke fractie die een afgevaardigde naar het nieuwe bestuur wil sturen daar het bestuur vertellen wie dat dan ook is. Dat klinkt wat mystisch, maar dat weten we wel, maar dat we dat even formeel doen, dus elke fractie stelt zijn of haar kandidaat voor. Dan gaan we over de geloofsbrieven, dan zijn we aan de stemming. Als we bij de stemming zijn licht ik nog even toe hoe we dat precies doen, omdat we een stembureau nog moeten instellen. Als dat ook weer gebeurt is nemen de nieuwe hoogheemraden zitting aan deze kant weer, anders moet ik het ook allemaal maar alleen doen. En dan is er Nb15: besluit tot instelling commissies en dan zijn we aan de sluiting van deze vergadering en dan moeten alle nieuwe hoogheemraden worden gevraagd om straks even bij de trap te komen om een foto te maken. Dat is het belangrijkste dat ik hier op mijn mededelingen heb meegekregen. Dus, voordat ze nou hier gelijk opstaan, wil ik nog even wat tegen de vijf college… maar eigenlijk tegen drie in het bijzonder, omdat als het zo gaat als iedereen denkt zullen er wel twee terugkeren, maar dit college van zes leden plus de secretaris-directeur en feitelijk hebt u dat bij de rekeningen al gezegd, hebben zes jaar samengewerkt, dat is toch uniek. Niet allemaal de hele periode, maar grotendeels. Dat is uniek, omdat het lang geduurd heeft, maar ook wel bijzonder omdat we, wat we allemaal hebben meegemaakt die zes jaar, wat er aan werk verzet is en nu wilde ik me eens even niet tot de organisatie richten, maar toch tot die zes leden. Die hebben met elkaar en de secretaris-directeur veel verzet, wij telden ook af en toe het aantal besluiten – dat zegt helemaal niks – wat we per jaar afrondden. Of dat nou meer of minder pagina’s was, maar dat was ook zoiets wat je dan doet. Ik denk dat als er over zoveel jaar een geschiedenis wordt geschreven, dan was dat een college dat in ieder geval namens de VV die grote investeringsstroom die uit de vorige periode kwam van wateroverlast, de zuivering, dat weer naar de bedrijfsvoering heeft vertaald, om te zorgen dat we ook daar in control kwamen. Mevrouw Jansen herinnerde er nog aan dat ik daar iets over heb gezegd, dat was geen plezierige mededeling die ik namens het college heb gedaan, maar ik vind in de transparantie moesten we toch niet onder banken of stoelen steken dat we toch ernstige problemen hadden op het hele terrein van de financiële houdhouding. Maar los van die financiële huishouding is heel veel gebeurd. Ik kom daar nog op terug op 18 mei ’s middags, dan bent u ook allemaal uitgenodigd. Als het goed is hebt u de uitnodiging, of hij komt er nu aan. Waar we van drie hoogheemraden definitief afscheid nemen, in de zin van als hoogheemraad. Dat is de triple A uit het college, want wij spreken elkaar natuurlijk altijd met achternamen aan, maar dat is Adrie, Aad en Arie, dat heeft bij ons triple A. had u nog niet door, daarom is het ook zo goed gegaan, als je triple A in je midden hebt, dan moet het ook wel goed gaan. Ik wou daar niet lang bij stilstaan, maar toch nog even drie dingen zeggen. Ik begin even bij Aad omdat die helemaal rechts zit. Aad, nou ja kwam uit de gemeente, je was al hoogheemraad. Je hebt de portefeuille financiën en op soms onnavolgbare wijze door geen antwoord of wel antwoord te geven heb je heel veel stukken door de
VV gekregen. Maar ook met je rust en kalmte en op de juiste momenten interventies ook in het college te doen, ons ook scherp gehouden en als je het er niet mee eens was, was het ook te merken. Daar kwam je voor aan. Je deed soms alsof je even niet oplette in het college, maar je was er haarscherp en messcherp bij. Daarom hebben we je ook de uitzonderingspositie gegund dat je geen iPad had, want ja, daar moet je het dan toch ook maar mee doen. Maar dat is ook weer verleden tijd, dat kan niet meer, want er is maar een Aad. Er is dus niemand meer die zo’n uitzonderingspositie kan verwerven. Dan voor Arie. Arie kwam in het college en kreeg heel snel een enorme discussie voor zijn deur, want die moest dat investeringsprogramma ‘voldoende water’ – en dat is niet een beetje, dat ging echt over meer dan een paar honderd miljoen, die moest terug gewoon. Dat was van: hoe doe je dat dan? Maar hij had wel verantwoordelijkheid voor de veiligheid. En elke keer hadden wij discussie: Arie als het mis gaat, ga jij uitleggen dat het niet goed is. Ik zei: ik doe die calamiteit wel af, maar dan ga jij uitleggen dat het niet goed is. Dus dat was de scherpte discussie om te krijgen: ook als je die alle maatregelen tegelijk kan uitvoeren, hebben we dan voldoende noodmaatregelen gecreëerd om dat te doen. Zo hebben we heel veel doorgesproken, maar hij heeft de moed gehad en ook de inzet om te zorgen dat dat voldoende water zo georganiseerd is dat we in die hele sanering het voor elkaar konden krijgen, maar ook het programma qua prioriteit op orde konden brengen. Ja en dan Adrie, ja dat is toch een beetje altijd, laat ik zeggen, ook de smeerolie in het college, je karakter, de manier waarop je dingen opving en hoe wij samen hebben opgetreden. Ik heb toch in mijn leven al heel wat samenwerking gemaakt, maar dit was toch wel een van de meest soepele die ik ooit heb meegemaakt en we hebben ook veel plezier gehad en ook afgelachen. Maar je kon ook soms wel eens even, eventjes puntjes op de i, even strak erin en dan konden we het ook aan je houding zien: nou moeten we opletten, want dit is, hier komen we niet verder, dit moeten we even opletten. Dat merkte ook de VV afgelopen december, ga nou niet met haar echt armpje drukken, dan moet je wel van hele goede huize komen, want ze zit goed in de feiten, ze weet het politieke gevoel. Dat geven we je ook mee in de volgende uitdaging, dat is het college van GS als het allemaal goed gaat, dat moeten we nog afwachten. Dat is de triple A die verlaat, dan de twee anderen. Ik zeg altijd, ik wil het toch nog een keer gezegd hebben, over Ingrid, die begon aan de portefeuille Schoon Water. Er stond een beleidsverhaal, dus we wisten wat we wilden, maar dat was het dan ook. De organisatie had wel even moeite om dat programma overeind te krijgen, die beloofde haar: dat gaan we doen. Maar ze wist ook niet precies en zij is erin geslaagd om dat Schoon Water gezicht te geven. Voor een deel gaat het straks weer naar een ander, maar dat is neergezet en dat is een uitdaging die ze niet een beetje heeft opgepakt, maar met meer dan honderd procent en ook daar veel dank voor. Ja, Han is even weg. Die wilde niks horen. Maar dat gaan we dan zo doen. Die is in een later deel in het college gekomen en heeft zijn plaats ingenomen. In het begin was het zo dat het een soort tijdelijke positie: dat doe ik even en dan is het weer afgelopen. En naarmate hij het langer deed, begon hij het ook steeds leuker te vinden. De grote uitdaging die werd neergezet is: nou kun je nooit meer zeggen dat je er tijdelijk in zit, want nou wordt het echt vast. Dus wat dat betreft heeft hij die uitdaging voor zich en heeft hij ook een aantal ingewikkelde dossiers weer verder gebracht. Dat gezegd hebbende verzoek ik nu de vijf hoogheemraden daar te gaan zitten. Ik schors nu even voor vijf minuten dat we dat even rustig kunnen doen. Schorsing De voorzitter: Mag ik iedereen binnen en buiten de zaal vragen weer te komen zitten? Dan kunnen wij weer door. Vijf minuten is weer ongeveer voorbij. Zou jij buiten even willen klappen? Zou je even willen klappen dat we gaan beginnen? Als iedereen gaat zitten tel ik gewoon. Quorum is quorum. Elf, ik haal het net niet. Vijftien ja ik heb het. Van de 27, er zijn er 27 aanwezig, dus ik heb er geen 16 nodig. Het quorum is aanwezig dus ik kan beginnen. Jij bewaakt het straks he. De vergadering wordt heel langzaamaan heropend. Ik heb
een quorum. Als iedereen graag wil gaan zitten, de deuren sluit. De vergadering is nu heel langzaam. Ik had de heer Houtzager gevraagd om een toelichting te geven. Kijk die is er ook. Ja er was een quorum dus ik kon beginnen. Vijf minuten is vijf minuten. B03
Bespreking coalitieakkoord De voorzitter: Het woord is aan de heer Houtzager, die gaat bij het katheder de toelichting geven op het college coalitieprogramma, zoals dat aan u is toegezonden. Het woord is aan de heer Houtzager. De heer Houtzager. De heer Houtzager: Dames en heren, leden van de VV. Ja, aan mij de eer om namens de partijen die met elkaar in onderhandeling zijn gegaan, om ook vandaag het coalitieakkoord te presenteren in de VV. nadat op 27 maart informateur Buddenberg hier in een openbare bijeenkomst zijn advies heeft gepresenteerd en zijn conclusie daarin was: zorg voor een breed draagvlak bij de start van het formatieproces, met VVD, AWP, CDA, Water Natuurlijk, de geborgde categorieën Bedrijven en Ongebouwd. Het biedt aan maximaal vijf plaatsen in een dagelijks bestuur de verdeling van de hoogheemraden. Dat was de opdracht die naar de formateur ging om daarmee een college te gaan vormen. Wij hadden met elkaar afgesproken dat er tempo gevoerd zou worden en daardoor in een proces van maximaal vier sessies te komen tot een eindresultaat. We hebben dat gedaan vanuit de prachtige locatie in Kijkduin, waar we met een breed vergezicht onze onderhandelingen zijn gestart op 30 maart. Een uitzicht op een woeste zee en waar we nog eens even ons realiseerden wat belangrijk is dat die kustverdedigingen ook op een adequate manier moet worden opgepakt en is opgepakt. De eerste bijeenkomst had een louter procesmatig karakter. De tweede bijeenkomst op 2 april, witte donderdag, is vooral gekeken naar waar de inhoudelijke ambities van de te vormen coalitie lagen. In twee groepen is er onderhandeld over doelen en ambities. Na de paasdagen spraken we op 8 april over de financiële ambities van de beoogde coalitie en u zult begrijpen dat dat een stevige klus was om met elkaar aan de hand van financiële scenario’s en financiële deskundigen te komen tot een financieel akkoord. Vrijdag 10 april hebben wij de laatste onderhandelingsgesprekken gevoerd, waarin we afgesproken hadden met elkaar dat die dag ook het formatieproces zou moeten worden beëindigd in een resultaat. We gingen pas naar huis als we eruit waren en we hebben tot laat gesproken over sturing op ambities, vertaling van geld in inhoudelijke ambities en over de verdeling van de portefeuilles. En daar op die avond zijn alle doelstellingen bij elkaar gebracht en hebben we een resultaat bereikt in een onderhandelaarsakkoord. Dat is in de afgelopen weken allemaal uitgeschreven. Wij zijn als coalitiepartijen – toekomstige coalitiepartijen – teruggegaan naar de fracties en hebben daar ook een akkoord op de teksten gekregen. We hebben met de partijen die niet aan het onderhandelingsproces deelnamen hebben we op woensdag 15 april hebben we ook het resultaat besproken. Ja en dat heeft geleid tot een coalitieakkoord waarin we als titel neergezet hebben: iedereen bewust van water. Een titel die natuurlijk voor u allen niet uit de lucht kwam vallen, want het OESO-rapport van vorig jaar wat uitkwam, toont aan dat het waterbeheer in Nederland uniek is, zeker zoals we het hebben georganiseerd, bijna als beste in de wereld. Maar bijna alle Nederlanders zijn er zo aan gewend dat het eigenlijk heel gewoon is. Werk je bij een waterschap, dan weet je natuurlijk heel goed dat er erg veel nodig is, maar het gemiddelde publiek daar valt nog een hoop aan te winnen. Hiermee onderstreept de coalitie dat het belangrijk is om te investeren in waterbewustzijn. De coalitie staat voor een gematigde lastenontwikkeling in relatie met een inhoudelijk ambitieus programma, wat vandaag voorligt. Om dat te bereiken hebben we tien speerpunten geformuleerd en die wou ik toch nog even met u doornemen, als u dat goed vindt. De eerste is waterbewustzijn: de deuren van het waterschap gaan nog verder open en door het bevorderen van actieve betrokkenheid bij het belangrijke werk van het waterschap, is er over vier jaar wat ons betreft het
waterbewustzijn van de inwoners, bedrijven, instellingen en medeoverheden sterk verbeterd. Zij beseffen dat zij zich in een kwetsbaar gebied bevinden en dat zij kunnen bijdragen aan de veiligheid en de leefbaarheid in dit gebied. Het tweede onderwerp is stedelijk waterbeheer en klimaatadaptatie: door de klimaatverandering staat het meest verharde en verstedelijkte gebied van Nederland onder druk. Met alle betrokkenen worden programma’s en innovatieve pilotprojecten ontwikkeld om deze gebieden aan te passen aan het veranderende klimaat en dit verbetert zeker ook de leefomgeving op lange termijn. Het derde onderwerp is gezond, schoon en zoet water. Delfland maakt de komende vier jaar grote stappen in het bevorderen van de zelfvoorzienendheid op het gebied van gezond, schoon en zoet water, oppervlaktewater. En dit om de verzilting tegen te gaan en hiervoor nemen wij maatregelen die zorgen voor een gezond en schoon watersysteem. De waterkringloop wordt daarom zoveel als mogelijk gesloten. Het vierde onderwerp is het watersysteem. Er wordt blijvend geïnvesteerd in het toekomstbestendig maken en behouden van ons watersysteem. Beleid en maatregelen worden integraal uitgevoerd met de partners, partners zoals gemeenten en anderen en hiervoor voorkomen we wateroverlast en verbetert de ecologische kwaliteit zichtbaar en kunnen vissen vrij bewegen door het watersysteem. Het vijfde onderwerp is de afvalwaterketen en de zuivering. De zuiveringsinstallaties worden technisch doorontwikkeld en hierdoor is het mogelijk om nog meer energie en grondstoffen terug te winnen. Er wordt vooruit gelopen op strengere wetgeving op het gebied van zuivering door dit vraagstuk te koppelen aan het bevorderen van de zelfvoorzienendheid in de eigen waterbehoefte. Het zesde onderwerp is het beheer van het systeem. Delfland ontwikkelt een integrale beheerstrategie en investeert in nieuwe beheersystematiek en daarmee wil de coalitie efficiency bevorderen en een goede aansluiting krijgen met de andere beheerders van de openbare ruimte. Wij doen meer met waterbeheer waardoor nieuwe toepassingen met ons watersysteem mogelijk worden. Het zevende onderwerp gaat over duurzaamheid en innovatie. De wereld om ons heen verandert continu en daarom investeert de coalitie in duurzaamheid en innovatie. Samen met belanghebbenden en kennisinstellingen worden nieuwe oplossingen ontwikkeld. Deze zijn hard nodig om ook in de toekomst op een aantrekkelijke manier in dit gebied te kunnen wonen, werken en recreëren. Dan de financiële contouren. Het achtste punt: het afbouwen van de schuldenlast. Er wordt tienmiljoen bezuinigd, om zo financiële ruimte te krijgen om de schuldenlast af te bouwen. De tarieven stijgen gematigd en het percentage ligt vast op anderhalf procent per jaar en dit is zo ongeveer de inflatie gemiddeld. Hiermee staat de coalitie voor het niet verder doorschuiven van lasten naar volgende generaties. Het negende punt: iedereen betaalt zuiveringsheffing. Het coalitie hanteert het principe ‘de vervuiler betaalt’. Alle inwoners, bedrijven, instellingen produceren afvalwater dat gezuiverd moet worden. Daarom wordt de mogelijkheid om in aanmerking te komen voor kwijtschelding van de zuiveringsheffing afgebouwd en de lasten eerlijk verdeeld. En dan kom ik meteen op het tiende punt: de verdeling van de lasten. De kwijtschelding op de watersysteemheffing zal gedragen worden door de inwoners van dit gebied en uitvoering hiervan gebeurt budgettair neutraal, zodat de lasten van de huishoudens door dit beleid niet stijgen. Dames en heren, dat is in grote lijnen het coalitieakkoord. Voor het overige heeft u digitaal het totale coalitieakkoord toegestuurd gekregen. Iedereen bewust van water en wij hopen als coalitie op een vruchtbare samenwerking in de VV met alle partijen die willen bijdragen om Delfland in de komende vier jaar, met de doelen die genoemd zijn, om Delfland verder te brengen in het belang van onze inwoners, onze bedrijven en allen die ik daarin niet genoemd heb. Daar vragen wij uw draagvlak voor vandaag. De voorzitter: Dank u wel. Dan ga ik eens even kijken. Ik begin achterin en dan kom ik vanzelf naar voren. Ik begin met de heer Hombergen. De heer Hombergen: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ook wij hebben kennis genomen van het coalitieakkoord, inderdaad voordat het officieel naar buiten kwam. Dank daarvoor. Het is een stuk, best
omvangrijk en er staan goede dingen in en dingen waar wij niet zo blij en tevreden mee zijn. Dat moge duidelijk zijn. Sowieso de titel die spreekt ons natuurlijk wel aan, ‘iedereen bewust van water’, dat is ook belangrijk. En de awareness die wordt genoemd die is heel erg van belang. De awareness van de hele bevolking, maar ook de awareness van Delfland zelf om naar buiten te gaan, ik denk dat we die ook wel even mogen noemen. Ik ben blij met het a4’tje waarin alles wordt samengevat, want dat is een goede communicatie naar buiten toe, dus coalitieakkoord: tien punten. Ik heb in de pers ook eigenlijk gezien dat er een tweetal motto’s zijn: gereduceerde lastenverlegging en iets met de strijd tegen giftige tuinbouwlozingen, die werd genoemd. Mooi. Algemeen dus redelijk ambitieus, maar ik heb het gevoel dat het hier en daar ook wat strijdig is in de uitwerking. Dat kan gebeuren, het moet natuurlijk met stoom en heet water bij elkaar komen. In ieder geval een belangrijk punt wat ook wordt genoemd: u kunt het niet alleen. Dat heeft ook samen met de awareness te maken in de omgeving. Ik hoop ook dat je een aantal onderwerpen hiervan goed oppakt samen met de omgeving, met de provincie, maar zeker ook met de inliggende gemeentes. Ik denk dat dat dan ook leidt tot een veel beter punt. ik zie ook een aantal kansen die gemist worden. Ik noem er toch maar even twee. In het aanbestedingsbeleid zou je ook de awareness kunnen verbeteren met social return, waarbij je via die lijn ook probeert de lokale gemeenschappen veel beter bij ons werk en wat wij doen te betrekken. Ik zie dat niet terugkomen. Ook de tegenprestatie die steeds vaker wordt gevraagd aan mensen met een uitkering zie ik niet genoemd worden. Dat viel me op. Omdat dat toch wel een punt is wat in de maatschappij veel bediscussieerd is. Een paar punten die heel concreet zijn: het sluiten van de kringloop, ik kom daar straks nog op terug. Maar ook een paar dingen die wat redelijk vaag zijn, bijvoorbeeld: we zijn goed op weg voor de kaderrichtlijn water. Natuurlijk is het nog ver weg. Maar ik had gehoopt dat we toch wel een goed tussenpeil hadden. Een uitgangspunt wat u ook noemt is geen toppen op Europees beleid. Klinkt logisch, maar ik denk dat er toch wel wat onderdelen hier in het akkoord staan die daar niet mee in lijn zijn, maar daar kom ik op terug. Ik heb zelf een vijftal vragen in voorbereiding. Die heb ik geformuleerd. Een vijftal onderwerpen en ik denk dat die ongeveer overeenkomen met de toekomstige portefeuillehouders. Het eerste is: de verschuiving van de lasten die ik signaleer van bedrijven naar burgers. Als ik kijk naar het staatje over de effecten van het financieel beleid, dan valt mij op dat veeteeltbedrijven net iets minder gaan betalen, vanwege de weeffout, dat begrijp ik; dat de natuurterreinen juist fors meer gaan betalen over de hele tijdsperiode van 2015 tot 2019, 6,5 procent meer. En wat ik vooral opmerkelijk vind is dat de bedrijven in ons gebied 1,8 procent meer gaan betalen, maar dat bewoners – met name als je alleen woont in een huis van 250.000 euro dat die toch wel bijna 5 procent meer gaan betalen. Dat impliceert dus dat er een lastenverschuiving is van bedrijven, die relatief minder gaan betalen, naar burgers. En wellicht dat je daar straks ook iets over kunt toelichten, hoe je dat ziet. Een tweede punt dat ik wil aandragen is waterveiligheid. Dat is toch wel het belangrijkste waar dit waterschap voor staat: droge voeten. We hadden daar ook een portefeuillehouder voor. Eigenlijk mis ik dat in dit verhaal, er wordt een onderwerp even genoemd: de dijken moeten op orde zijn. Maar juist op het gebied van waterveiligheid gaat er de komende heel veel gebeuren. We gaan over naar een nieuw normstelsel, andere berekeningen, vanwege het deltaprogramma van onze deltacommissaris. En we gaan naar een ander concept toe, van meerlaagse waterveiligheid. Juist die meerlaagse waterveiligheid zou ik zeggen: dat gaat u met de omgeving doen. Want dan komt u met de andere lagen in contact, de tweede en derde laag. Ik mis dat helemaal in dit verhaal, meerlaagse veiligheid, dus ik zou dan toch wel u een stukje visie willen vragen hoe je daar tegenaan kijkt of de toezegging dat je dat binnenkort voor ons uitwerkt. Er zijn veel punten die je daarbij kun gebruiken, maar, joe goed, meerlaagse veiligheid, ik zie het niet terug. We hebben het de afgelopen periode vaak over een, met juist uw partijgenoten, 3Di, een methode waarbij we dat heel goed kunnen gebruiken. Een derde onderwerp is de duurzaamheid, ook heel belangrijk naar de toekomst toe, waarbij u het principe ‘de vervuiler betaalt’ introduceert. Eigenlijk in principe hebben wij daar niks op tegen, we vinden het zelfs goed. Maar u gebruikt het slechts op een plek en dat is juist die minima
die ook moeten gaan betalen en dat vind ik nou net een punt waar ik het niet mee eens ben. Maar ik zie andere plekken waar je dat ‘de vervuiler betaalt’ ook kunt toepassen. Bij grote kantoren, een grote gebruikers van het riool, grote bedrijven, hotels die natuurlijk best wel wat waterbesparing en dergelijke kunnen doen. Maar zeker ook in ons gebied de tuinders, we weten dat de waterkwaliteit in ons gebied behoorlijk slecht is, heel slecht en ik zou juist denken dat je ‘de vervuiler betaalt’ op dat probleem neerzet. Dat tuinders die heel veel in de sloot zetten dat ze de schade moeten betalen en dergelijke, maar ook op het riool: ze betalen nu een heel gereduceerde bijdrage aan de rioolbelasting, namelijk drie inwoners equivalente per hectare glas, dat is bijzonder weinig. Misschien dat voor sommige teelten dat wel uit kon, als ze een gesloten kringloop hebben, maar een heleboel anderen niet. Dus ik zou eigenlijk u willen vragen om voor het begrip duurzaamheid over een maand of vier een nota of een visie neer te leggen hoe je dat verder wil uitwerken. Want ik heb nog wat andere elementen erin: de vervuiler betaalt, dat is een mooi principe, maar meestal doe je dat ook vanwege gedragsbeïnvloeding. Gedragsbeïnvloeding om vervuiling te voorkomen en ik zie werkelijk niet hoe de minima dat zouden kunnen doen. Ik zie wel wat dingen, maar die willen we niet. Maar ik zie dat wel voor me bij grote kantoren, ik zie dat voor bij tuinders, ik zie dat voor me bij bedrijven. Als we het hebben over duurzaamheid: u stelt dat we de kringlopen willen sluiten. Dat lijkt me toch wel heel erg ambitieus. Het is heel concreet, maar ik vraag me af waarom u dat daadwerkelijk wilt. Zeker in ons Delfland is dat gewoon niet nodig en het is ook onnodig duur. De kringlopen sluiten wordt toegepast in een land als Singapore, dat liever niet politiek afhankelijk is van Maleisië, dat wordt toegepast voor Aruba, die het water ergens anders vandaan moet halen en ik zie niet in waarom wij niet dat water uit de Rijn of van Rijnland en dergelijke kunnen halen. Het is echt onnodig duur en zelfs in Singapore wordt echt niet ziekenhuis water gebruikt om weer drinkwater te krijgen. Dus ik hoop dat u daar…. Een aantal stappen misschien die zijn misschien wel nuttig, daar ben ik blij mee. Microplastics en dergelijke. Maar ik hoop dat u dat niet te letterlijk neemt. Ik heb ook gezien dat de emissieloze kas wordt genoemd, 2027, dat vind ik eigenlijk best wel ver weg. Ik zou willen dat de kassen in 2018 gewoon niet meer lozen op het oppervlaktewater. Dat lijkt me veel belangrijker, om niet meer te lozen op het oppervlaktewater dan, maar gewoon het riool alles in te laten gaan, dan een volstrekt emmissieloze kas in 2027. Dus ik roep je op in die nota voor duurzaamheid om ook dat probleem te tackelen. En ik weet niet of het bij duurzaamheid hoort, maar het viel me op dat uw ambitie met het aantal zwemplaatsen en het aantal dagen dat de zwemplaatsen werkelijk voor recreanten beschikbaar zijn, dat een beetje vaag is en dat is toch een plek waar we heel zichtbaar zijn als waterschap. Dan het vierde onderwerp: de waterzuivering. Ik ben blij dat er nu echt serieus wordt gekeken naar de PPS die ons zoveel geld kost en dat er ook in die constructie gekeken wordt of we kunnen kijken of daar verbeteringen, of beter gezegd besparingen, mogelijk gaan zijn. Ik hoop dat daarbij de rapporten van de PPS-commissie en de aanbevelingen van de PPS-commissie ook worden gedaan. U ziet, ik heb op dat punt geen vragen, alleen een verwachting. Dan het belangrijkste voor mijn partij: het kwijtscheldingsbeleid. En dan heb ik toch wel een paar vragen aan de toekomstige portefeuillehouder: hoe hij dat voor zich ziet, dat kwijtscheldingsbeleid. Het is duidelijk dat onze keuze niet zou zijn om het kwijtscheldingsbeleid op te heffen, maar ik vraag u wel hoe u dat voor zich ziet. Overigens wel, dat ieder zijn steentje bijdraagt, dat principe dat vind ik best wel relevant. Dat iedereen, naar vermogen of een manier waarop, daar kun je over praten, zijn steentje bijdraagt aan de taken van Delfland. Maar nu wordt het kwijtscheldingsbeleid dus eenzijdig afgeschaft, voor het onderdeel van de waterzuivering. Ik wil u vragen hoe ver u wilt gaan met het zenden van die rekeningen naar onze inwoners. Gaat u dat doen, eisen voor de kwijtschelding zijn al streng. Niet alleen moet je in de bijstand zitten, je mag ook geen auto hebben, je banksaldo moet bijzonder laag zijn, mag niet meer zijn dan een maand reserve. Dus je moet echt wel zo’n beetje op de wip zitten. U kunt rekeningen sturen, u kunt aanmaningen sturen, u kunt incasso’s laten langsgaan en ik weet dat soms ook wel mensen worden gegijzeld om te laten betalen. Dus mijn vraag is: hoe ver gaat u? hoe ver gaat u om die rekeningen werkelijk…. En daar heb ik een vraag
bij, of daarbij, u heeft daar een ….. de allerschrijnendste gevallen, ik zou willen stellen: de armoedegrens. Dat mensen die onder de armoedegrens zitten – en het Centraal Cultureel Planbureau, CBS hebben daar mooie definities voor – dat u die dan toch handhaaft. Dat u niet mensen in de armoede duwt of mensen onder de armoedegrens alsnog die rekeningen stuurt en dan dat hele circus laat komen. Dus mijn vraag: welke middelen gaat u inzetten en hoe ver? Ik heb gelezen dat je dat geld wilt terugbrengen als een soort van omgekeerde Robin Hood aan de mensen die wel betalen. ik heb daar twee verschillende bedragen gehoord per huishouden. Of dat nu 15 euro is per huishouden van drie inwoners equivalent of 45 euro, ik heb in een weblog ergens gelezen dat iemand zei dat het 45 euro, ik weet het niet, ik heb de berekeningen niet gezien. Dus gewoon even de detailvraag hoe dat zit. Daar wilde ik het bij laten. O, nee, ik heb een drietal moties in voorbereiding. Ik heb mijn huiswerk gedaan. Een eerste motie is van dat kwijtscheldingsbeleid: u zegt, u wilt samenwerken, u kunt het niet alleen, u wilt samenwerken met de omgeving. De eerste motie aan de VV natuurlijk is om voordat wij dat kwijtscheldingsbeleid gaan doen, afschaffen, om een uitvoeringstoets te doen, zodat we weten welke consequenties het heeft en ook heel goed weten welke impact dat heeft bij onze inwoners, maar vooral ook bij onze bestuurlijke partners en dan pas te beslissen. Dus gewoon even een uitvoeringstoets, dat we dat niet eenzijdig doen, maar dat we het aan onze omgeving vragen. En dan heb ik een tweetal andere moties. De eerste is een motie naar mijn hart, om het kwijtscheldingsbeleid toch te handhaven. Ik ben ook een realist helaas, ik denk dat die het niet haalt, maar ik wil hem toch gesteld hebben. Ik wil gewoon weten wie dan nog het huidige kwijtscheldingsbeleid steunt. En een tweede motie, met pijn in het hart en bloedend hart, waarbij ik dan vraag of wij alsjeblieft nog die armoedegrens nog mogen handhaven. Ik denk dat ik net zoals de vorige keer die moties nu even bij onze voorzitter inlever. Dank u wel. De voorzitter: Moment, moet u even de… Nee. De heer Houtzager, wilt u zitten of blijft u rustig even staan? Ik kijk even verder, wie volgt in de volgende? Ik kijk even langs. Ik ben achterlangs. De heer Fekkes. De heer Fekkes: Ja ik wacht even, hij kan? Ja. Mijnheer de voorzitter. Waardering voor de snelle werkwijze van de informateur en de formateur. In recordtijd is er een coalitieakkoord tot stand gekomen. Echter, als ik zo de teksten zie in de aanloop van de verkiezingen heb ik een symposium meegemaakt over politiek en taal en als ik dan zie hier ongeveer dertien a4’tjes met een hoog ambtelijk jargon, dan is dat toch niet bevorderlijk voor onze missie om de activiteiten naar de burgers en de bevolking uit te dragen. Dus ik ben benieuwd hoe de korte versie er uiteindelijk zal uitzien. Ik ga er vanuit dat er toch niet morgen voor 9 uur een verslag komt met 150 woorden, wat we vandaag hebben beleefd, maar dat even terzijde. Ja in dit akkoord zie je veel ambities, strategische doelen en 36 speerpunten. U sprak in het begin over 10 speerpunten, maar ik kom in het stuk hoger uit. Die tekst die staat vol van: meer, minder, gering, hoger, lager, zonder het referentiekader aan te geven. Ik ga er nu niet op allen in en ik wacht te zijner tijd de voorstellen af. Toch nog een paar kanttekeningen. De ambtelijke organisatie heeft de afgelopen jaren een afslanking ondergaan. Hij werkt nu gebieds- en projectgericht, gerapporteerd wordt aan de secretarisdirecteur. Derhalve had in mijn visie – omdat we ook drie commissies hebben en ook weer opnieuw gaan krijgen neem ik aan – had er volstaan kunnen worden met drie hoogheemraden. Het is nu een bestuurlijk waterhoofd geworden en ik vind dat een misser. Evenzo mis ik onder hoofdstuk 4 op welke wijze de organisatie, onze gewaardeerde medewerkers dus, alles gaat uitvoeren. Coalitiepartners zijn al wat van plan, ja, het moet allemaal wel kunnen. In het verleden – ander punt, voorzitter – is er financieel veel misgegaan, met als gevolg de hoogste tarieven in Nederland. Mijn eigen aanslag is in 10 jaar met ruim 55 procent gestegen. De laatste jaren zitten we op het goede spoor en in het collegevoorstel wordt het perspectief geboden om op termijn de schuld af te bouwen met een kleine tariefsverhoging. Wij betreuren die verhoging, 50plus ziet dat veel mensen in inkomen de afgelopen jaren drastisch zijn achteruit gegaan en
eigenlijk zouden we op de nullijn moeten gaan zitten. Maar ja, waar niet is verliest de burger, of was het de keizer, zijn recht. Ik mis ook – en de heer Hombergen die had het er al over – een verschuiving van een gedeelte van de tarief van de burgers naar bedrijven. We gaan er toch vanuit: de vervuiler betaalt. Ik vind ook dat die verdeling op dit moment niet in balans is. Ook vraag ik in dit verband mij af of die beoogde 10 miljoen bezuinigingen, of dat uiteindelijk, als het niet gehaald word, toch weer niet via een tariefverhoging bij de burgers wordt opgebracht. Mijnheer de voorzitter, kwijtscheldersbeleid, Partij van de Arbeid had het er net ook al over en dat roept ook bij 50pluspartij grote vragen op. Blijkbaar is er een nieuw soort kikker in Delfland ontdekt, namelijk een met veren. De fractie van 50plus heeft ernstige twijfels over de opbrengsten van een meer rigide kwijtscheldingsbeleid. Mede gelet op het aantal huishoudens met lage inkomens, waaronder ook studenten in het Delflandgebied. Er wordt niet ingegaan op de oorzaak. Behoudens de hoge tarieven is dit de teruggang in de inkomens van de gepensioneerden. Die teruggang ligt tussen de 15 en 20 procent, volgens het wetenschappelijk bureau van 50plus. Het kabinet zou nog voor de verkiezingen, die onlangs hebben plaatsgevonden, met een berekening komen ingevolge een aangenomen motie van 50plus in de Tweede Kamer. Die berekening had er al voor de verkiezingen kunnen zijn, doch door obstructie van het kabinet is die er nog steeds niet. VVD en Partij van de Arbeid en partijen die het kabinet afgelopen jaren hebben ondersteund, kunnen dus beter hun partijgenoten in het parlement aanspreken, dan bij Delfland kunstgrepen toe te passen en dat geldt ook voor de studenten met de nieuwe studiefinanciering. Dus als de heer Hombergen zo met een motie komt, dan kan ik me voorstellen dat hij daar nog een motie aan toevoegt richting zijn partijgenoten in de Tweede Kamer, met het verzoek het desastreuze inkomensbeleid, waar de Partij van de Arbeid steun aan geeft, om dat om te buigen. De heer Hombergen: Mijnheer de voorzitter, ter interruptie of ter aanvulling. De voorzitter: De heer Hombergen. De heer Hombergen: Ter aanvulling. Dat laat ik ook niet na. De heer Fekkes: Mooi. Misschien wordt het toch nog wat moois tussen ons dan de komende tijd. Ten aanzien van de begrotingsdiscipline, mijnheer de voorzitter, daar kunnen we mee akkoord gaan. Ik heb bij de jaarrekening ook iets over gezegd. Ik denk wel dat dat de nodige inspanning zal vergen. Maar desalniettemin. De conclusie is: we wachten de voorstellen af en we zullen die op de inhoud beoordelen. En tenslotte, mijnheer de voorzitter, nog een waardering voor de ambtelijke organisatie die de afgelopen dagen en weken buitengewoon hard heeft gewerkt om alles – zij het misschien aan de late kant – toch nog in goede banen te leiden. Waardering daarvoor. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. Ik kijk even langs. Ik ben aan de voorkant. De heer Schouffoer. De heer Schouffoer: Voorzitter, dank u wel. ‘Iedereen bewust van water’. Dat is een prachtige en noodzakelijke ambitie in het gebied van Delfland. En hoe mooi zou het zijn inderdaad als de bewoners van Delfland actief betrokken zijn bij het waterbeheer en weten wat ze zelf kunnen doen. Ik feliciteer ons bestuur met zo’n soort akkoord en dergelijke ambities. Klimaatadaptatie, daarmee rekening houden en de beschikbaarheid van gezond water zijn letterlijk van levensbelang om hier in de delta te wonen. Ik ben verheugd dat het akkoord ook ingaat op duurzaamheid en innovatie en dus ook het sluiten van de kringlopen, het sluiten van de kringlopen van water, maar ook van voedingsstoffen, nutriënten en waardevolle voedingsstoffen ook op de agenda staat en dat het waterschap daarin zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. De klimaatverandering waar we mee worden geconfronteerd dat vraagt om
een toekomstbesteding bestuur, met oog voor de maatschappij en ik zie tot mijn genoegen dat er ook goed wordt nagedacht over de verdeling van de lusten en de lasten en de voordelen van het waterbeheer. Ik vind dat het akkoord belangrijke voorstellen daarvoor doet. En ik wil die ook steunen. Om blijvend te kunnen wonen en werken in de delta, moeten kosten worden gemaakt. Kosten voor droge voeten en kosten voor schoon water. Ik zie in het akkoord een aantal aanknopingspunten om die kosten die in dit gebied hoog zijn en ik ben daarop aangesproken door veel mensen die wisten van mijn toekomstige lidmaatschap van het bestuur van Delfland, kosten die je zou kunnen beperken. In het akkoord staat assetmanagement genoemd en innovatie en dat zijn wat dat betreft sleutelwoorden om dat ook te kunnen doen. Met een heel goed en nieuw en verstandig assetmanagement zijn volgens mij ook forse besparingen te maken. In het akkoord, zet in op samenwerking met de omgeving, met de inwoners die natuurlijk het aller belangrijkst zijn, daar doe je het voor. En ook met de gemeentelijke partners. Ik mis een zinnetje over de samenwerking met de buren. We leven in West-Nederland met meer waterschappen, de bestuurlijke indeling, waterschappelijk, is nu eenmaal zo dat er in Nederland 23 waterschappen zijn. Dat is natuurlijk een enorme kracht om goed met elkaar samen te werken. Die samenwerking die is er, in verschillende samenwerkingsverbanden, maar ik denk dat er ook kansen genoeg zijn, bijvoorbeeld in de afwaterketen om niet alleen met de gemeente in deze regio samen te werken, maar ook met de buurwaterschappen. Daarvoor zou ik heel graag willen pleiten, om dat ook, niet alleen te bestendigen maar daar ook echt werk van te maken. Ik ben ook, net als veel anderen, blij dat er op korte termijn of zo snel een akkoord heeft kunnen liggen. Dat betekent ook dat er niet heel lang over gediscussieerd of over nagedacht hoeft te worden. Ik feliciteer nogmaals iedereen met dit bereikte resultaat. Als monistische bestuurder wil ik graag meehelpen om die resultaten ook te boeken de komende periode. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. De heer Simon. De heer Simon: De fractie van de Partij voor de Dieren is in hoofdlijnen positief over het akkoord. Onze fractie is blij met een aantal initiatieven, zoals onthard stad en plas en meer burgerparticipatie. Hierdoor zijn in de toekomst minder investeringen nodig om het water te bergen en af te voeren. Het instrument…. Kan daarbij een handig hulpmiddel zijn. De fractie van de Partij voor de Dieren ondersteunt de visie ten aanzien van een structureel beleid op gezond, schoon en zoet water, waarbij brongericht beleid leidend wordt. Het voorkomen van overstorten vanuit riolen is voor onze fractie een zeer belangrijk punt. we juichen ook de kostenverdeling van de categorie ingezeten van 57 procent naar 54 procent toe. Dat vinden wij een stap in de goede richting, maar hij is nog niet groot genoeg. Het mag voor ons wel groter zijn. Teleurstellend is wel de passage over het dichten van het doelengat. De gewenste situatie is vaak de bovenwettelijke situatie en niet hieraan gelijk. Een positief puntje, maar wel een heel moeilijk puntje, vindt onze fractie dat iedereen nu zuiveringsheffing betaalt en op deze wijze kwijtscheldingsheffing beperkt is. Het principe ‘de vervuiler betaalt’ en het solidariteitsbeginsel liggen hieraan ten grondslag. Immers, iedereen heeft nut bij een afvalwaterzuivering. Echter, de Partij voor de Dieren is ook bewust dat niet iedereen de financiële lasten kan dragen, want van een kale kip kun je niet plukken. Wij maken ons hierover terecht zorgen. Of kikker. Vervolgens, de passage over muskusratten vinden wij heel positief, maar ook hier vinden wij een aantal gemiste kansen. Positief is – en ik citeer uit het coalitieakkoord: bestrijding moet plaatsvinden op basis van moderne technieken en inzichten om de veiligheid te waarborgen en zo min mogelijk dieren te doden. Een gemiste kans hierbij is dat het uitgangspunt nog steeds bestrijden is, terwijl het uitgangspunt veiligheid zou moeten zijn. Ten aanzien van de weidevogels is onze fractie teleurgesteld over het feit dat alleen initiatieven van derden worden ondersteund, niet vanuit het waterschap. Immers, het waterschap is vanuit instellen van pijlbesluiten, rechtstreeks verantwoordelijk voor het biotoop van
vogels. Dan rest mij nog maar een vraag. Ik heb het stuk goed doorgelezen maar ik kon een stukje niet vinden. Welke hoogheemraad mag ik vragen stellen over het dierenwelzijn? De voorzitter: Dank u wel. Ik kijk even langs, dan ben ik bij mevrouw de Zoete. Mevrouw de Zoete: Dank u wel, voorzitter. Inmiddels zijn de nodige dingen gezegd. Van meer ervaren fractieleden hoorde ik dat dit coalitieakkoord bijzonder vernieuwend is, dus dat compliment wil ik in ieder geval geven. Van de zaken die gezegd zijn, met name van de heer Hombergen en de heer Schouffoer, kunnen we ons goed in vinden en ik wil er twee dingen uitlichten. Iets meer aandacht wil ik geven aan het zwemwater, omdat dat een vrij onduidelijke passage is. Het is natuurlijk wel zo dat een coalitieakkoord – het is al best uitgebreid, maar toch kan alles er niet in staan. Maar we hebben dan nog wel vragen, want er is waterbesluit en in artikel4.12 staat dat de functie zwemwater door de provincie wordt vastgelegd. Is GS dan hier beheerder en dient ingevolge de Europese zwemwaterrichtlijn ervoor gezorgd te worden dat in 2015 alle zwemwateren in de toestand aanvaardbaar zijn? Als u zegt: de een doet niks, dan doen wij ook niks. Wie doet er dan nog wat en hoe komen we dan aan die aanvaardbare zwemwateren? Het tweede punt is uiteraard de kwijtschelding, die gaat ons ook erg aan het hart. Het is zeker zo dat zuivering voor iedereen belangrijk is en dat iedereen eraan moet meebetalen. Maar de manier waarop de afschaffing van de kwijtschelding geregeld is, daar hebben we toch vraagtekens bij. In hoeverre krijg je nou niet extra bestuurslasten en administratieve lasten als het gaat om oninbare heffingen en incassokosten. Is dat wel doelmatig? Je zou bijvoorbeeld middellijke betalingsregelingen kunnen regelen. Maar we zullen dus in dit geval ook de motie steunen – ik wist trouwens niet dat je op een coalitieakkoord ook moties kon indienen, maar goed, als die motie toch wordt ingediend en dat kan, dan zullen we zeker die over de armoedegrens steunen. Want zak- en kleedgeldregeling daar willen we vanaf blijven. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Houtzager. De heer Houtzager: Voorzitter, dames en heren, leden van de VV. ja, even ter vaststelling, vandaag ligt een coalitieakkoord voor, waar u als VV vandaag kennis van neemt. Het is een akkoord tussen de coalitievormende partijen en het is wat ons betreft ook de start. Hierin hebben we met elkaar doelstellingen afgesproken en die doelstellingen die zullen natuurlijk vervat moeten gaan worden in of een wijziging van een verordening of in een beleidsnota hoe we daar invulling gaan geven. Ik wou vele vragen of opmerkingen die gesteld zijn die richten zich niet op de doelstellingen die we hier in het coalitieakkoord neergezet hebben, maar over de vragen: hoe ga je dat nou uitwerken. Dat zal primair natuurlijk het college die ook dit coalitieakkoord meekrijgt, die zal dat met elkaar moeten gaan doen en die zal moeten komen tot voorstellen in de richting van u VV. Dus beschouw ik uw opmerkingen ook als zeg maar voorafgaand aan de discussie in het college, waarschuwingen, vragen die wij natuurlijk zelf ook hebben. En die zullen wij daarin betrekken. Het zou prematuur zijn als ik heir uit de heup een aantal vragen ga beantwoorden, die over de uitwerking gaan in plaats van over de doelstellingen die we hebben. Dat zal ik ook nu niet doen. Maar wij beschouwen ze wel zeer als waardevol. De heer Hombergen: Mijnheer de voorzitter. De voorzitter: Mijnheer Hombergen
De heer Hombergen: Mijnheer de voorzitter, dan wou ik ter interruptie vragen of het coalitieakkoord dan wellicht nog wat dieper van gedachte gewisseld kan worden met de beoogde collegeleden in de commissies? De heer Houtzager: Ik zou u willen voorstellen: het coalitieakkoord ligt er en u kunt natuurlijk altijd kunt u individueel vragen stellen. Maar laten we het nou zo doen: het college gaat nu aan de slag. Volgende week beginnen we met een retraite als college. Dan gaan we met elkaar nadenken over de uitwerking van het coalitieakkoord en dan komen we met voorstellen naar de commissie toe en naar de VV. dat is het moment dat u daar technische vragen over kunt stellen of uw inbreng kunt leveren. Wij hebben – dat zeg ik nogmaals – wij hebben goed nota genomen van de opmerkingen die er nu vanuit de VV in eerste reactie op het coalitieakkoord gemaakt zijn en die zullen wij daar ook in betrekken. Want er zijn ook heel veel vragen die ook aan onze kant liggen als het gaat om een uitvoeringstoets in het kader van de kwijtschelding. Natuurlijk zullen wij die ook doen, bijvoorbeeld, daar gaat collega Smits gaat daarmee aan de slag. De voorzitter: Mag ik misschien even voorstellen – om een beetje ook de heer Hombergen en anderen ook tegemoet te komen, dat we even alle vragen die gesteld zijn gewoon uit het verslag halen en die geven we gewoon aan het college mee. Dat daar waar de discussies gaan ontstaan dat de vragen gelijk worden meegenomen, dat u ze niet opnieuw hoeft te stellen, want dat zou ik een beetje zonde vinden van de inbreng van vanmorgen. Dan hebben we de vragen geformuleerd, die zijn verschillend in aard, die nemen we mee en die zitten straks in de aanbieding van suggesties van het college, of voorstellen of gedachtes. De heer Houtzager: Dat was wat ik wilde zeggen. Voorzitter, wij danken uiteraard de Partij van de Arbeid voor de tien punten die we gekregen hebben, want volgens mij is dat de hoogste score. U zei: wat ons betreft tien punten. En die hebben we ook als zodanig gekwalificeerd. De heer Fekkes: Voorzitter een interruptie. De voorzitter: Een interruptie van de heer Fekkes. De heer Fekkes: Hoe kom ik dan aan 35, als u er 10 hebt? Ik kan redelijk tellen. De heer Houtzager: Dat is een andere vraag. Wat ik vandaag geprobeerd heb namens de coalitie te doen is te focussen op de tien hoofdpunten. Dat was ook eigenlijk uw opmerking: focus nou. Nou, die focus heb ik geprobeerd namens de coalitie aan te brengen, door zeg maar tien hoofditems uit het coalitieakkoord te grijpen en die aan u voor te leggen, dus daarmee, die zou u zo een op een, die zijn ook in het persbericht zo naar buiten gebracht en die zouden ook een op een verder gecommuniceerd kunnen worden. Wat dat betreft, de hoofdlijnen. De heer Fekkes spreekt waardering uit, heeft daar kanttekeningen bij, die laat ik even voor wat het is. Volgens mij hebben we voldaan aan zijn verzoek om tot drie hoogheemraden te komen als het gaat om de tijdsbesteding, alleen we hebben het wat anders verdeeld over de mensen. Dus daar voldoen wij dan aan. Ja, de heer Schouffoer geeft steun aan grosso modo wat hier afgesproken is. Daar danken wij hem zeer over. Hij geeft aan dat de samenwerking met de neven, collega waterschappen dat die onvoldoende expliciet is, maar u kunt ervan op aan dat die onder de samenwerkingspartners gerekend worden. Zeker als we zien wat daar in het verleden al bereikt is. …: Bij interruptie, voorzitter. Hoor ik u zeggen dat u daar een schepje bovenop wilt doen?
De heer Houtzager: Dat kan ik u nu niet zeggen, maar wij kijken natuurlijk naar samenwerkingen, als die samenwerking aan de orde is met het coalitieakkoord aan de hand. De heer Simon van de Partij van de Dieren zegt dat hij in hoofdlijnen akkoord is, dat er, dat de kwijtschelding en de manier waarop we daarmee omgaan, dat hij wel voorstander is van dat de vervuiler betaalt, maar dat de kwijtschelding voor hem nog wel een pijnpunt is. Ja, dat stellen wij vast. En hij stelt een vraag over dierenwelzijn, die nemen wij als vraag mee en die zullen wij ook in de rafelranden van de portefeuille zullen we kijken of we die nog een plek kunnen geven. Ik weet niet of er iemand nu heel erg wiebelig hiervan wordt. Mevrouw de Zoete geeft aan dat zij het akkoord op zich prima vindt, maar vraagt aandacht voor het zwemwater. Dat zie ik ook als een feitelijke opmerking die wij in de uitwerking van het beleid moeten meenemen, evenals de kwijtschelding. Ja, nog een punt, ik weet niet of de voorzitter dat wil doen, een coalitieakkoord wordt er aangeboden – ik vind het buitengewoon lastig om te reageren op moties die ingediend worden. Ik zou u willen adviseren om de moties aan te houden tot het onderwerp ook feitelijk aan de orde is, want een afgestemde motie geeft ook weinig kracht. Maar dat is aan u verder. De voorzitter: Dank, ik zal zo even iets over die motie zeggen, maar ik kijk eerst even of er voor de tweede termijn. De heet Houtzager: Voorzitter, misschien als laatste, want anders doet dat toch tekort aan een iedereen die meegewerkt heeft aan de totstandkoming van dit coalitieakkoord. Daar zou ik toch nog even namens de coalitiepartijen de organisaties hiervoor willen danken, voor de snelle en adequate wijze waarop men ondersteuning heeft gegeven aan de totstandkoming van dit akkoord. De voorzitter: Even naar een tweede termijn en ik verzoek iedereen ook het een beetje kort te houden. De heer Hombergen wil graag beginnen. Gaat u gang. De heer Hombergen: Nou ik wil niet per se beginnen, maar eigenlijk wilde ik u vragen of ik heel even kort kan schorsen voor overleg met mijn fractie. De voorzitter: Eerst even de ronde afmaken, dan hebben we even iedereen gehoord en dan schors ik even. De heer Hombergen: Nou dan moet ik nu wel reageren? De voorzitter: Nee, dan bent u aan het eind nog. De heer Nanninga. De heer Nanninga: Ja, voorzitter, ik wil heel graag de formateur bedanken voor zijn inzet en de manier waarop dit allemaal is opgezet. Ik heb vorige week een algemene ledenvergadering van Water Natuurlijk meegemaakt en zo gehoord in welke stadia iedereen was en hoe dat verliep. Ik moet, daarom geef ik de complimenten, want hier is echt een proces opgezet, van a tot z, terwijl bij andere waterschappen met begon met z en dan eens richting a ging werken. Ik moet zeggen dat dit een heel erg mooi proces is geweest met de bijbehorende ondersteuning. Dank u wel. De voorzitter: De heer Fekkes. De heer Fekkes: De heer voorzitter. Ik dank de heer Houtzager voor zijn beantwoording. Ik kan mij goed vinden in de divers onderwerpen, dat ze in de commissie aan de orde komen, dat we daar uitgebreid over het voorstel gaan praten. Het verschil tussen drie FTE’s en vijf hoogheemraden dat zal u ook duidelijk zijn,
maar daar wil ik verder – ik begrijp ook allemaal hoe dat politiek loopt, daar loop ik ook lang genoeg voor mee, dus daar zullen we uiteindelijk mee akkoord gaan. Wij spreken elkaar nog. De voorzitter: Dank u wel. De heer Schouffoer. De heer Schouffoer: Voorzitter, ook dank voor de reactie van de formateur. Ik kan me ook heel goed vinden in het voorstel om eventuele moties aan te houden tot het moment dat het er echt om gaat. Ik vind het een beetje ongemakkelijk dat ik niet het college om advies kan vragen over zo’n motie. De voorzitter: Dank. De heer Simon. De heer Simon: Ik sluit me bij de vorige spreker aan. De beantwoording van de vraag, daar was ik wel blij mee en ik ben vooral blij met het feit dat de voorzitter nadenkt over de plaats van het dierenwelzijn onder een portefeuille. De voorzitter: Dank u wel. Ik kijk nog even. De heer Hombergen. Wil u een schorsing hebben nu? De heer Hombergen: Nou, ik wil inhoudelijk wel even reageren, maar we hebben natuurlijk een voorstel van orde over de moties en daar wil ik echt even met mijn fractieleden overleggen. Inhoudelijk kan ik wel reageren, dus ik De voorzitter: Oké, dan doen we dat even. Maar dan stel ik voor dat iedereen even hier blijft zitten, dat u als fractie dat even kan doen. Maar dat niet iedereen wegloopt, want ik wil toch echt gewoon nu even doorwerken. Dus laat de Partij van de Arbeid even met zijn drieën overleggen, maar zo snel als kan, dus loopt u niet weg als leden, tenzij er hoge nood is. Schorsing De voorzitter: De vergadering wordt heropend. Wil iedereen gaan zitten en straks weer verder praten? Ik neem u even mee, omdat ik even de heer Hombergen heb geconsulteerd en de heer Houtzager over de drie moties, om even toe te lichten. U kent ze nog niet allemaal, dus we proberen ze even eerst in beeld te brengen, maar dat ga ik even iets procedureels over zeggen. Die motie gaat over een uitvoeringstoets, die is inhoudelijk beschreven. De heer Houtzager heeft gezegd: wij gaan een uitvoeringstoets doen. Ik heb dat even teruggelegd bij de fractie van de PvdA, die zeggen: maar wij willen een uitspraak hebben over deze vorm van uitvoeringstoets. Dus die handhaven deze motie, komen zo meteen op de inhoud, maar die komt gewoon op de agenda en dat kan, dat mag ook. De tweede gaat over de kwijtschelding ten principale, het is een politieke motie: wij vragen een uitspraak aan de vergadering om kwijtschelding te handhaven. Mocht die een meerderheid halen, dan valt er een stuk uit het coalitieakkoord weg, in de simpelheid van de redenering. De derde die ging nog over de invulling eigenlijk: als er kwijtschelding is en het in schrijnende gevallen - maar dat is iets anders geformuleerd – gaan we daar rekening mee houden, is dat ter nadere invulling? Ik heb aan de heer Houtzager gevraagd: wil je dat in ieder geval straks in de voorbereidingen van de verdere uitwerkingen van de voorstellen daarin ieder geval iets over zeggen? Dan kan de Partij van de Arbeid deze motie aanhouden en dat is inmiddels dus afgesproken. Dus de derde motie ik op dit moment aangehouden. De eerste twee komen zo meteen gewoon in behandeling en stemming. De heer Hombergen was nog in de eerste termijn, in de tweede termijn, als laatste aan de beurt.
De heer Hombergen: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Bedankt voor de correcte weergave van onze intentie en de orde. Ik wilde nog even ook – akkoord om het zo te doen – ik wilde nog even reageren. Zeker wat betreft de zuiveringslasten wordt nu dus het principe dat de zwakste schouders de zwaarste lasten betalen vertalen en dat wil ik toch wel even markeren – als de plannen doorgaan. En ik had heel graag gehad dat dat ook. De voorzitter: De zwakste zouden de zwaarste lasten, dat hadden we nog niet. De Hombergen: De sterkste schouders, de zwaarste lasten. Dat krijg je als je aan het multitasken bent. U weet wat ik bedoel. De sterkste schouders, de zwaarste lasten. De voorzitter: Voor het verslag hang ik aan uw lippen, want anders staat het eeuwig verkeerd. De heer Hombergen: De sterkste schouders, de zwaarste lasten, dat dat principe wordt verlaten. Het had ook kunnen verhaald worden door: iedereen draagt zijn steentje bij naar vermogen, dat doen we dus niet meer. Ik wil nog even zeggen dat er een grote ambitie is, natuurlijk mogen we dat graag, maar ik hoop dat de organisatie van Delfland dat ook voldoende kan faciliteren, want ook op de organisatie is er een bezuinigingsdoelstelling. Dus ik hoop dat dat met elkaar in evenwicht is. Awareness, het betrekken van de omgeving, is behoorlijk arbeidsintensief. Ik hoop dat we dat goed voor elkaar krijgen. Ik wil nog een opmerking plaatsen over het integrale werken, dat klinkt logisch, dat is goed. Daarmee kun je misschien ook wat winstvoordelen halen. Maar ik vraag me dan ook werkelijk af of we ook in de commissies daar wat meer integraal de onderwerpen kunnen benaderen. Want tot nu toe is dat heel – nou, het is aan één commissie, of niet – en ik denk dat als je integraal gaat werken als dijkgraaf en hoogheemraden, dat principe ook wel een beetje aangepast moet worden over de commissies. Mijnheer de voorzitter, zie ik even naar u voor de orde met betrekking tot de twee moties die we wel indienen. De voorzitter: Ja, dat is mijn taak weer. Dat is het eind van de eerste…. Ja, nee, ik was zo blij dat hij mij vroeg om dit te gaan doen. Heeft de heer Houtzager nog behoefte aan een tweede termijn. De heer Houtzager: Ja, voorzitter, even ten aanzien van de ingediende moties. Ik begrijp dat motie 3 is ingetrokken, aangehouden. Even over motie1: ik heb u toegezegd dat in het proces van het wijzigen van de verordening ook een uitvoeringstoets wordt gepleegd. Die toezegging heb ik u gedaan. U verbindt daar nu voorwaarden aan in deze motie en om die reden zou ik u allen willen adviseren om deze motie niet te steunen. Als u de toezegging gewoon geaccepteerd had, dan was het duidelijk, maar u verbindt daar nadere voorwaarden aan. De voorzitter: Mijnheer Hombergen, even via de voorzitter. Ja interruptie. De heer Hombergen. De heer Hombergen: Dank u wel, mijnheer de voorzitter dat u de orde nu goed bewaakt. Ter interruptie: welke conditie bedoelt u? De heer Houtzager: Nou ik zal het even voorlezen. U zegt: de uitvoeringstoets betrekt te bereiken effecten, resultaten van dit voornemen samen met de inliggende gemeente, provincie, regionale belastinggroep, deurwaardes, … organisatie, het SCP en het CBS en de verdere besluitvorming…. U betrekt daar allerlei gremia bij die u in die uitvoeringstoets wil betrekken en daarvan zeggen we: dat zijn nadere voorwaarden die we veel te inhoudelijk vinden om daarmee akkoord te gaan.
De voorzitter: Goed, dat is de toelichting, hebt u nog een toelichting op de tweede motie? De heer Houtzager: De tweede motie is – zult u begrijpen – in strijd met het afgesproken akkoord, dus die zullen wij ontraden, maar wij laten graag de mening aan de VV over om daar een duidelijke uitspraak over te doen. De voorzitter: Dank, wij beginnen eerst met motie 1, die gaat over de uitvoeringstoets, die is gehandhaafd. Dus de eerste motie gaat over de uitvoeringstoets, waarbij de Partij van de Arbeid deze aangemeld heeft. Wenst iemand daar een stemverklaring over te geven? Ja, de heer Fekkes. De heer Fekkes: Ja, mijnheer de voorzitter, mijnheer Houtzager heeft al toegezegd dat dat bij de uitvoering in eerste instantie in de commissie aan de orde komt. Toch denk ik dat hij nog even goed – althans de verantwoordelijke hoogheemraad – goed moet kijken naar de uitvoeringskosten. Ik heb vroeger van mijn hoogleraar belastingrecht geleerd dat je belasting heft… De voorzitter: Mijnheer Fekkes, ik moet u even onderbreken, dit is geen stemverklaring, maar dit is een nieuwe… De heer Fekkes: O, ik had een aardig verhaal, maar… Ik bewaar het tot de commissie. Wij zullen hier tegen stemmen. De voorzitter: De heer Schouffoer, stemverklaring. De heer Schouffoer: Voorzitter, ik zal daar ook tegen stemmen om een principieel punt en dat is namelijk een van de voorwaarden die in de dingen staat, namelijk dat we hier dan ook de provincie over zouden gaan raadplegen en ik vind dat de provincie hier nou juist geen taak heeft. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. Nog anderen? Dan ga ik naar de stemming over. Willen degenen die voor deze motie zijn hun hand opsteken? De drie leden van de Partij van de Arbeid. Zijn er anderen, niemand? De anderen worden geacht tegen gestemd te hebben. Motie wordt verworpen. Dan ga ik naar de tweede motie. Die gaat dus nu in beeld. Gevraagde besluit is de huidige regeling met betrekking tot kwijtschelding wordt gehandhaafd. Ja u kunt hem in een keer lezen in het beeld. Maar het belangrijkste is dat dit voorstel is gehandhaafd. Wenst iemand daar nog op voorhand een stemverklaring aan toe te voegen? Niemand? Wie is daar voor? De fractie van de Partij van de Arbeid. Alle anderen worden geacht op dit moment tegen te stemmen, dat betekent dat die verworpen is. Daarmee is het onderwerp ‘bespreken coalitieakkoord’ ook afgerond. Daar zit geen stemming over. Dan ben ik op het punt, voordat ik bij nb10 ben, dat ik de fracties die genoemd worden in het coalitieakkoord ga vragen of ze in formele zin, wie ze voordragen. Dus ik begin bij de fractie van de VVD en ik verzoek alle fracties het zo kort mogelijk te houden. Mag ik vragen aan mevrouw Hilders wie zij gaan voordragen? Mevrouw Hilders: Dank u wel voorzitter. De VVD-fractie die draagt met groot genoegen de heer Houtzager voor als hoogheemraad. De heer Houtzager heeft veel ervaring in het openbaar bestuur, jarenlang wethouder geweest in Leidschendam Voorburg met al een heel hoog waterbewustzijn. Hij heeft het waterplan daar al die tijd getrokken en het is een waterplan dat wij hier crème-de-la-crème vinden. Met veel genoegen dragen wij hem dus voor als hoogheemraad. Dank u.
De voorzitter: Dank u wel. Dan vraag ik aan de heer P. van den Berg namens bedrijfsgebouwd en ongebouwd denk ik samen om zijn kandidaat.. De heer van den Berg: Ja, dank u wel voorzitter. Wij willen graag Han van Olphen voordragen als hoogheemraad, voor de portefeuille zuiveringsbeheer en afvoerwaterketen. Zoals u zei: namens de categorieën bedrijven en ongebouwd. Han van Olphen heeft jarenlange ervaring met het verzekeren van grootschalige bouwprojecten en is tevens organisatieadviseur voor het bedrijfsleven. Hij heeft een civiele achtergrond, die hem goed van pas komt in zijn portefeuille zuiveringsbeheer en afvoerwaterketen. Han van Olphen zat al in de VV vanaf 2009 en is een jaar of twee, drie geleden hoogheemraad geworden op de portefeuille zuiveringsbeheer. Hij wilde ook heel graag verder met de opgaven die tot deze portefeuille behoren en zal daar dus met veel enthousiasme mee verder gaan. En daarom wil ik graag Han van Olphen voorstellen als hoogheemraad. Ik zei al: dat is namens de categorieën bedrijfs gebouwd en ongebouwd en daarom zal Dijkshoorn daar ook nog iets over zeggen. De voorzitter: Mevrouw Dijkshoorn. Mevrouw Dijkshoorn: Het belang van geborgen zetels in een functioneel bestuur zoals het waterschap is voor ons heel erg belangrijk. Daarom zijn wij blij dat de heer van Olphen een volgende periode zitting wil nemen in het college. Zijn kennis en ervaring, daar vertrouwen wij op dat het de belangen van ongebouwd in het college kan brengen. Daar beveel ik mij van harte bij aan. De voorzitter: Dank je wel. Dan kijk ik naar de Algemene Waterschapspartij Delfland. Mevrouw Jans. Mevrouw Jans: Dank u wel, voorzitter. Wij stellen Hans Middendorp voor als hoogheemraad in het nieuw te vormen college. Zijn aanwezigheid in de afgelopen periode is u niet ontgaan. Wij vinden hem een uitstekende kandidaat omdat hij betrokken is, enthousiast, daadkrachtig, ervaren en vakkundig. Dit is het waterschap is zijn vakgebied, zowel als achtergrond zijn studie en zijn promotie en zijn werkervaring. Hans zal in de nieuwe rol komen, wij kijken daar vol verwachting naar uit. Wij wensen Hans en het voltallige college veel succes en wij zien uit naar een samenwerking in een monistisch stelsel. Dank u wel. De voorzitter: Dan kijk ik naar de groepering Water Natuurlijk, de heer Nanninga. De heer Nanninga: Ja mijnheer de voorzitter. Met trots dragen wij Ingrid Ter Woorst voor, wie kent haar niet. Zij is inmiddels het oudst zittende lid en heeft met verve… het oudst, ja het langst zittende lid, is beter. Maar oudst zittende lid kan volgens mij ook. U als dijkgraaf heeft het reeds gezegd, zij begon de afgelopen periode met alleen eigenlijk wat teksten op papier en moest toen de portefeuille waterkwaliteit gaan beheren. Nou, ik heb daar zelf ook ingezien en gezegd dat dat in het begin een moeizaam proces was om dat op te starten. En dat heeft zij met verve afgerond durf ik wel te zeggen. Zij gaat nu de portefeuille gezond, schoon en zoet water bemensen en wij wensen haar daar veel succes mee. De voorzitter: Dank je wel. Dan de fractie van het CDA, de heer Kuijvenhoven. De heer Kuijvenhoven: Ja voorzitter. De CDA-fractie draagt met genoegen de heer Ries Smits voor om toe te treden als hoogheemraad tot het dagelijks bestuur. Zijn antecedenten hoef ik denk ik bijna niet toe te lichten, we hebben hem de afgelopen zes jaar zien opereren in de VV en met zijn vooral democratische
achtergrond en zijn brede belangstelling voor tal van zaken, maar organisatorisch en financieel in het bijzonder, denk ik dat het hoogheemraadschap een buitengemeen goede kandidaat heeft op deze post. De voorzitter: Dank u wel. Dan weten we ook formeel wie de vijf voorgedragen hoogheemraden zijn. (?) Nb10: Benoeming hoogheemraden De voorzitter: Dan ben ik bij nb10. Daar wil ik nog even als voorzitter van deze commissie het volgende over zeggen: er is met alle kandidaten gesproken, alle kandidaten zijn benoembaar. We hebben feitelijk ook de praktijk uit de vorige periode die eigenlijk meer informeel was ook formeel opgeschreven en ik hecht eraan, omdat nu het door mevrouw Ter Woorst apart is genoemd, om nog even te zeggen dat boven elke twijfel verheven haar integriteit was, maar dat juist de praktijk die we al kenden in het verleden – als de heer Nanninga nog even zijn geluid uit zet – de praktijk zoals we dat al hebben gedaan, hebben we nu gecodificeerd en dus ook – hebben we gezien in de portefeuilleverdeling – geeft dat ook verder geen problemen. Dus daarmee is voor ons betreft de aanbeveling: iedereen is benoembaar. Heeft iemand daar nog vragen, opmerkingen over? Niet? Dan is dat vastgesteld, dan ga ik naar de benoeming hoogheemraden. Daartoe gaan we een stembureau instellen, want dat hoort nu eenmaal zo. We hebben het ook afgesproken in de agendacommissie, het gaat over personen, het staat in het reglement. Ik trek drie nummers en dan weten diegene die het zijn die krijgen daarna de instructies, die ik zal doorgeven en vertellen hoe het werkt. Ik ga zo meteen eerst even het stembureau benoemen, dat moet ik gewoon formeel doen. Nummer 17. Mevrouw van der Burg. Als u vast daar naartoe wilt gaan. Nummer 11 (mevrouw Koop), ook naar dezelfde. En 26 (mevrouw Dijkshoorn). U ziet, er zijn ook veel meer vrouwen in deze VV dan ooit, dus dat betaalt zich gelijk uit. Ik moet even een paar dingen met u doornemen om even goed aan te geven hoe het werkt. Dat we geen vergissingen maken. In de agendacommissie is voorgesteld om op een stembriefje te werken. Volgens het reglement moet ik dat even aan u voorleggen, dus ik stel voor dat te doen. Het is voorbereid dus u krijgt een stembriefje, waar vijf namen op staan, daar kun u voor of tegen aangeven. Dat is conform – als u dat wilt weten – artikel 29, nummer 2. Volgens de waterschapswet mogen degenen die voorgedragen worden geen stem uitbrengen op zichzelf. Als het zich persoonlijk betreft, dat is de waterschapswet, we hebben het net nog even opgezocht, artikel 38a, lid 1 onderaan, ik zal hem even voorlezen: een lid van het Algemeen Bestuur neemt niet deel aan de stemming over een aangelegenheid aangaand middellijk persoonlijk aangaat. Nou dat gaat hem dus, de vijf collegeleden, gaat het aan om zelf benoemd te worden. Wij interpreteren dat als dat ze dus niet op zichzelf een stem kunnen uitbrengen. Dat zal dus in de totaaltelling blijken. De griffier ondersteunt het stembureau. Het werkt als volgt: u krijgt zo een briefje vult u in, wordt weer ingenomen. Een lid leest het hardop, de ander gaat het noteren en aan het eind vertelt iemand hier aan mij wat de uitslag is, die wordt dan bekend gemaakt. Ik kijk even na. Ik loop….. de heer Hombergen had nog een vraag. De heer Hombergen: Op welk moment wij een stemverklaring zouden kunnen geven. De voorzitter: Dat kunt u nu nog doen voordat we de stemming… De heer Hombergen: Dan wil ik dat nu graag doen. De voorzitter: Dan is nu het woord aan de heer Hombergen. En als mevrouw Koop ook alvast gaat zitten, de griffier ook vast die kant uit gaat, dan kunnen we – en de briefjes meeneemt.
De heer Hombergen: De stemming zal natuurlijk geheim zijn, of iedereen kan persoonlijk zijn keuze maken, maar ik zou er toch iets over willen zeggen. Ik vermoed dat ik namens mijn hele fractie spreek dat ik in alle vijf de voorgedragen personen, persoonlijk een groot vertrouwen heb. Dat wil ik toch wel even neerzetten, ik heb gewoon vertrouwen dat daar goede kundige mensen gaan zitten. Maar deze mensen gaan wel iets ondersteunen, een coalitieakkoord, waar een zeer belangrijk element voor ons zit, namelijk dat kwijtscheldingenbeleid en daar gaat voor ons een grens voorbij. En omdat we die grens voorbij gaan met betrekking tot het kwijtscheldingsbeleid, kunnen wij deze benoemingen niet steunen, ondanks dat wij het grote vertrouwen hebben in de personen an sich. Dank u. De voorzitter: Dank u wel. …: Voorzitter, ik heb nog een vraag van orde. Mogen de te benoemen hoogheemraden wel over anderen stemmen? De voorzitter: De wet sluit dat niet uit. …: Dus zij krijgen ook een stembiljet. De voorzitter: Zij krijgen allemaal een stembiljet, zij vullen alleen hun eigen naam niet in. Dan kunt u zeggen: kunnen we dat controleren? Dan zouden we het per persoon moeten doen, maar dan gaan we er toch even vanuit dat er ook nog zoiets als een eed of een gelofte afgelegd is. Ik wou het maar even…..we kunnnen het dus ook in aantallen zien, want iedereen wordt geacht zijn stem uit te brengen. De heer Schouffoer: Voorzitter ik heb ook een vraag van orde. De voorzitter: Ja, de heer Schouffoer. De heer Schouffoer: Nu uit de stemverklaring van de PvdA blijkt zulks ze hebben verklaard, is het dan ook mogelijk om tegenkandidaten te stellen? Want dat zou ik dan verwachten. De voorzitter: Dat had kunnen gebeuren ja. Kan nog steeds op de valreep. Alleen, dan moeten ze nog steeds dat collegeprogramma wel ondersteunen, dus dat maakt het zo ingewikkeld. Dus ik denk niet dat een fractie van de Partij van de Arbeid andere kandidaten voorstelt die dit gaan ondersteunen. Goed. Ik ga nu naar het uitdelen van de… het stembureau moet even uitmaken, wie zo meteen als het briefje open gaat – u weet hoe het werkt, je doet er een open en dan noem je het op, dus één, voor, twee, voor, enzovoorts en de ander noteert dat, moet u zelf doen en de derde die komt het mij straks vertellen, die moeten ook allemaal tellen, kan iedereen doen enzo. Ja het is een zware taak, gaat niet zomaar. De stemming is geopend, de briefjes worden uitgedeeld. De heer van der Wedde: Voorzitter, ik heb alleen een iPad. De voorzitter: En als u het na stemming dichtgevouwen wilt maken, dus u moet het dichtvouwen. Ja, de heer Van der Wedden tussendoor nog. De heer Van der Wedden: Voorzitter. Ik heb alleen een iPad en ik ben helemaal digitaal, dus kan er ook een pen uitgereikt worden?
De voorzitter: Ik gok dat uw fractie in staat is dat te foerageren. Is de heer van Olphen nog ergens in de zaal. Mag ik even kijken, waar is de heer van Olphen gebleven? Want ik moet wel iedereen hebben. Iedereen wordt geacht mee te doen aan de stemming, je kunt niet weglopen, dan kan ik niet de stemprocedure sluiten…. Zo met de bus langs, dus. Nee we checken nu eerst of hij leeg is. De procedure is of u even checkt of hij leeg is en dan gaat hij dicht en dan gaan de briefjes erin. Ja. Alleen ik kan de stemming niet afronden tot de heer van Olphen binnen is, dus we kunnen nu gesloten, gevouwen in de bus doen. Leo je mag langs gaan lopen, gewoon langs…..De heer van den Berg ook zijn biljet erin doet, dan gaat het ook goed. Goed, de bus gaat nu naar het stembureau, dan wordt eerst de bus geleegd en geteld of het aantal klopt met 27. Er zijn 27 leden aanwezig volgens de presentielijst, niemand heeft zich uitgeschreven. Dan mag die hier geopend worden door het stembureau. Eerst het totaal tellen. …: Eén, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien, elf, twaalf, dertien, veertien, vijftien, zestien, zeventien, achttien, negentien, twintig, eenentwintig, tweeëntwintig, drieëntwintig, vierentwintig, vijfentwintig, zesentwintig, zevenentwintig. Ik constateer zevenentwintig briefjes. Collega van het stembureau, heeft u ook zevenentwintig briefjes meegeteld? Goed zo. Wij constateren dat de stembus nu leeg is en we hebben 27 binnengekomen stembrieven gezien. Gaan we ze nu openvouwen. Stembiljet 1: allen voor. Voorzitter, wilt u dat u alle namen op gaat lezen? De voorzitter: Nee, dat mag zo. Laten we het makkelijk houden. …: Stembiljet 2: alle namen voor. Stembiljet 3: één blanco, op de heer Houtzager, voor het overige alle vier voor. De voorzitter: Dat zegt nog niks, want er kan nog meer gebeuren hoor. …: Stembiljet 4: allen voor. Stembiljet 5: allen voor. Stembiljet 6: allen voor. Stembiljet 7: allen voor. Stembiljet 8: allen voor. Stembiljet 9: allen voor. Stembiljet 10: één blanco op de heer Smits en voor het overige allen voor. Stembiljet 10: allen voor. Stembiljet 11: allen tegen, tegen. Dus tegen allen. Stembiljet 12: allen voor. Stembiljet 13: allen voor. Stembiljet 14: allen voor. Stembiljet 15: allen voor. Stembiljet 16: één blanco bij de heer van Olphen, voor het overige allen voor. Stembiljet 17: allen voor. Stembiljet 18: allen tegen. Stembiljet 19: één tegen de heer Middendorp, voor de overige allen voor. Stembiljet 20:één blanco op de heer van Olphen, voor het overige allen voor. Stembiljet 21: allen tegen. Stembiljet 22: één blanco op mevrouw Ter Woorst, voor het overige allen voor. Stembiljet 22: allen voor. Stembiljet 23: allen voor. Stembiljet 24: één tegen de heer Middendorp, één tegen mevrouw Ter Woorst en voor de overigen: de heer Houtzager, de heer Smits en de heer van Olphen voor. En het laatste stembiljet: één onthouding ten aanzien van de heer Middendorp en voor het overige voor. De voorzitter: Dank u wel. Als een van de leden mij de uitslag kan geven. …: Even wachten tot alles is vastgesteld. Wacht even. De voorzitter: Ja zo werkt het. Jij reikt hem aan en ik lees voor. Ik volg precies het reglement, ja ik durf niet anders. De heer Houtzager: 23 stemmen voor en 3 tegen. De heer Middendorp: 21 voor, 1…. Ja, maar ik moet even, wat is nou tegen en blanco, 1 blanco en 5 tegen. De heer Smits: 23 voor, 3 tegen. Mevrouw Ter Woorst: 22 voor en volgens mij heb ik een – ja maar er waren niet – 1 blanco en 3 – o ja, hier staat die
onder, 3 blanco. De heer van Olphen: 22, waarvan 3 – moet ik even hier weer kijken: 2 blanco en 3 tegen. Dan is dat de uitslag, die wordt opgenomen. Betekent dat alle voorgedragen kandidaten hiermee benoemd zijn tot hoogheemraad van het hoogheemraadschap van Delfland. Dank ik het stembureau, die daarmee klaar is en de procedure is zo dat onder zorg van de griffier worden de briefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd. Dus het raam uit met die dingen. Dan nodig ik de hoogheemraden uit om hier te komen zitten, ik weet alleen niet of de heer Middendorp weet wat zijn nieuwe plaats is. Het begint, aan de rechterkant zit de heer Smits. Dan hebben wij ook voor alle hoogheemraden als ze zo zitten een bloemetje, maar dat ga ik zo even doen. De heer Middendorp komt naast de secretaris-directeur en naast mevrouw Ter Woorst te zitten. De heer Van Olphen houdt zijn plek en de heer Houtzager komt op de plaats van… De vergadering is nog steeds aan de gang, dus we gaan direct door, ook om hem af te kunnen ronden. Zodat u straks elkaar kunt feliciteren. Ik dank de vergadering voor de zorgvuldigheid van de behandeling van de stemming. Ik wens de vijf nieuwe hoogheemraden heel veel plezier, maar soms ook sterkte in het werk wat toch ook veel zal vragen van een ieder, niet van een ieder ook maar als team. Volgende week gaan we met zijn allen een paar dagen de hei op, overigens, het is in Den Haag, dus je kunt zeggen: we gaan de stenen in. Daar praten we dan verder met elkaar over.. ik zie uit naar de samenwerking en hoop dat we er weer een mooie periode van kunnen maken in het belang van het hoogheemraadschap. Bij het verlaten van het pand zijn voor alle vijf hoogheemraden, hebben we nog een bloemetje. We dachten: laten we de middenstand hier – gehoord, de heer Hombergen die dat ook straks vroeg, vooral oog ook te hebben, dus we hebben nog een bloemetje voor iedereen. Even voor ik… ja ik ga nu naar het laatste agendapunt. Instellen commissies De voorzitter: Dat besluit het instellen commissie. Wil iemand daar nog iets over vragen? Discussie? Niet? Dan is dat vastgesteld. Voor ik de vergadering sluit nog even heel procedureel voor de collegeleden. Er wordt dus een foto direct gemaakt en omdat er gelijk formele dingen moeten worden geregeld, worden de collegeleden direct in de collegekamer om zo gauw mogelijk de formele stappen te kunnen zetten. Dat ook rechtszekerheid voor iedereen er is, wat er gaat gebeuren. Dus het is ka….tijd en voor de anderen is er een broodje beneden als het goed is. Sluiting De voorzitter: Dat gezegd hebbende is de vergadering gesloten.