Training handboek zelfmoord preventie A: Algemene inleiding en beschrijving De statuten van Kirkens SOS in Noorwegen, en de de meeste federaties van IFOTES en IFOTES zelf zeggen dat het doel van onze nooddienst is om emotionele eerste hulp te geven en om zelfmoord te voorkomen. Wereldwijd is zelfmoord een van de belangrijkste doodsoorzaken. Er sterven meer mensen door zelfmoord dan door verkeersongelukken of oorlog. TES wil er zijn - altijd, 24/7- voor de mens die vecht om genoeg hoop en licht te vinden om het leven te verdragen en weer even verder te kunnen .
Het TES-gesprek maakt het mogelijk om gedachten en gevoelens te delen zodat mensen met zelfmoordgedachten even lucht krijgen en de zwaarte van hun leven niet alleen hoeven te dragen. Zelfmoord is vaak een impulsieve actie. Kunnen we de poging tot zelfmoord uitstellen, dan is er een mooie kans dat degene met wie we praten, verder zal gaan met de keuze voor leven in plaats van voor dood. Een belangrijke vraag is hoe we zelfmoord risico's opsporen. IFOTES federaties hebben hier verschillende opvattingen over: Moeten er altijd vragen worden gesteld over zelfmoord gedachten? Kirkens SOS in Noorwegen en de Samaritanen in het Verenigd Koninkrijk doen dat wel. Zij vragen, met enkele aanpassingen, naar zelfmoord gedachten in elk gesprek. De rest van IFOTES past dat nog niet toe. Onze vrijwilligers moeten worden opgeleid om bellers/schrijvers met zelfmoord gedachten te herkennen. Zij moeten hun de pijn verdragen en weten hoe ze het gesprek kunnen voortzetten met met een suïcidaal persoon. Onze training is gebaseerd op het onderzoek van onder andere prof. Brian Mishara en prof. Ad Kerkhof.
B: Beschrijving van de verschillende oefeningen 1: Feiten over zelfmoord, wereldwijde zelfmoord-(land)kaarten, mythen, persoonlijke ervaring (en) - V (v)rienden, familie etc. 2: Kennis en interpretaties,(uitleg) De lijn van de "feel good area" tot "the door of death". De tegenstrijdige gevoelens. 3: Op de lijn - Hoog, gemiddeld, laag risico. Plenair rollenspel 4: Het model - Korte lezing en uitleg
5: Rollenspel in kleine groepen.
1: Feiten over zelfmoord Doel: opwarmen voor het thema. Zowel de feiten geven als een persoonlijke band scheppen. Tijdschema: 1 uur. Minder/meer tijd (afhankelijk van de powerpoint presentatie) PowerPoint-presentatie, beschrijving van de wereldwijde feiten en mythen. 50 min. Oefening: 10-15 minuten. Het hangt af van hoeveel vragen en discussies er zullen zijn. Let op de totale planning voor de opleiding, (Hou het tijdschema in de gaten, het is een valkuil om te veel tijd te besteden aan de beschrijvingen en te weinig tijd aan de oefeningen. Apparatuur: Een deel van de kamer (is) leeg, voldoende ruimte voor een spectagram (denkbeeldige lijn van wand tot wand) Pc, beamer) , scherm / smartboard PP presentatie Een deel van de ruimte leeg, van wand tot wand. Methode: De PowerPoint-presentatie laat kaarten, mythen, andere feiten zien; discussie met de hele groep en discussies in de grote groep zien. Oefening.
Hoe het moet: Uitvoering De trainer geeft feiten vertelt over zelfmoord, algemene feiten en mythen, toont de PowerPointpresentatie en sommige discussie. leidt een korte discussie. Oefening: A: Trainer naar de deelnemers: Stel je een lijn voor in deze kamer, van het raam tot aan de deur naar de andere kant van de kamer. Aan de begin van de lijn is de "feel good area". Aan het einde van de lijn bij de deur is de "feel bad area". De trainer loopt over de lijn om te laten zien wat ze bedoelt. Denk aan eerdere ervaringen met suïcidale bellers /schrijvers. Plaats jezelf op de lijn bij een goed gevoel, medium gevoel of een slecht gevoel, zoals je jezelf in die gesprekken voelde. B: Deelnemers: De deelnemers plaatsen zich gaan op de lijn staan op de lijn, er is een korte tijd voor het opstellen weergeven/herhalen als ze zich groeperen. C: Trainer: geeft weer zie het gevolg van de manier waarop hoe de groep zich plaatst op de lijn.
D: Trainer naar de deelnemer: Om te verduidelijken hoe veel ervaring er in deze groep is, heeft, steek je hand op als het antwoord 'ja' is op de vragen: de trainer stelt de vragen, niet praten in de groep, maar de handen opsteken. - Heb je gesproken of geschreven met suïcidale personen bij TES? - Kent u iemand in uw privé leven (familie, buren, op het werk etc.) die zelfmoordgedachten heeft gehad? - Kent u iemand in uw privé leven (familie, buren, op het werk, etc.), die zelfmoord heeft gepleegd of heeft geprobeerd om zelfmoord te plegen? ! deze vragen niet stellen als een van de deelnemers zelf suïcidale gedachten of acties had.
2: Kennis en interpretaties De lijn van de "feel good area" tot "the door of death". de tegenstrijdige gevoelens. Doel: De groep bewust maken wordt bewust van hoe weinig observatie (er) is en dat bijna alles wat we "zien" een interpretatie is. Tijdschema: 10 minuten. Uitrusting: Een Assistent zittend op een stoel. Een deel van de kamer is leeg, er is voldoende ruimte voor een spectagram (lijn van wand tot wand) Flipover / smartboard: het vel is in tweeën gedeeld. hoofdzaken: waarnemingen, interpretaties. Uitvoering De trainer vraagt aan de assistent (of een deelnemer) om te gaan zitten op een stoel, met zijn/haar hoofd in de handen. A: Trainer naar de deelnemers: Wat zie je? Trainer Schrijft de antwoorden op het bord, onder de koppen waar het bijhoort. (Voorbeelden: Interpretatie: Hij ziet er triest uit. Hij is moe. Hij voelt zich wanhopig. Hij is ongelukkig. Waarneming Man zit op een stoel, voorovergebogen. Hij heeft kort grijs haar, zijn huid is wit, hij draagt een bril, hij heeft een donkerbruin pak aan, zwarte schoenen en beige sokken.) Als de groep zegt wat ze zien, schrijft de trainer de verschillende antwoorden onder de koppen, er kan kort overleg plaatsvinden tussen de trainer en de deelnemers. Vragen als: weet je dit, of denk je dat het zo is? Tijdens dit proces zal de groep het onderscheid tussen wat ze weten en wat ze interpreteren beter gaan begrijpen. B: Trainer naar de deelnemers: Hoe kunnen we onderzoeken of onze interpretaties waar of niet waar zijn? Juiste antwoord is: door het hem direct te vragen, kunnen we zijn antwoord te krijgen. (De waarneming / het feit wordt dan: de man zegt dat hij verdrietig is. Niet: de man is triest - dit is een interpretatie..)
(Verwijder de stoel. De oefening kan hier stoppen of je kunt verder gaan met ga verder met de volgende stap die linkt aan de volgende oefening). C: Trainer tot deelnemers: Stel je de lijn van het raam tot aan de deur voor (een 'feel good area/ een 'feel bad/death area'). Hij loopt over de lijn om te visualiseren. De assistent plaatst zich zelf stapt op de denkbeeldige lijn en beweegt loopt omhoog en omlaag als terwijl de trainer praat. Zo kan er worden gevisualiseerd hoe de beller / schrijver schommelt tussen een goed gevoel en een slecht gevoel. D: Trainer legt uit/spreekt : Alle bellers en schrijvers zijn staan op een denkbeeldige lijn. We kunnen niet zien waar ze zijn staan op de lijn. We moeten met ze praten om te onderzoeken hoe ze zich voelen en waar ze op die lijn zijn. De beller kan tamelijk gelukkig klinken en toch suïcidale gevoelens hebben. En soms klinkt hij erg verdrietig maar niet suïcidaal (en geen suïcidale gevoelens hebben). Suïcidale mensen zijn vaak erg ambivalent en schommelen op en neer op de risicoschaal. De ene keer zijn ze dichtbij zelfmoord, de andere keer niet. Sommige mensen hebben al 25 jaar suïcidale gedachten, terwijl andere nog maar vijf minuten suïcidale gedachten hebben en dan al proberen om zelfmoord te plegen. Het is onze taak om te achterhalen waar de persoon staat op de deze lijn en dan met de beller/schrijver mee te lopen. ( naast elkaar te lopen, om te synchroniseren met de beller/schrijver.)
3: Op de lijn - hoog, gemiddeld, laag risico. Rollen spel in het plenum. Plenair rollenspel Doel: De deelnemers laten begrijpen dat ze niet kunnen 'voelen' of de beller/schrijver suicidale gedachten heeft, maar dat ze er duidelijk naar moeten vragen en er over moeten praten. De oefening versterkt het vragen stellen in de praktijk, hoe je het gesprek gaande houdt en tegelijkertijd omgaat met de wisselende gevoelens en gedachten van de beller/schrijver. Tijdschema: 45-60 minuten (afhankelijk van hoe de rollenspellen zich ontwikkelen en hoelang of kort het duurt voor de punten gezien worden). De trainer moet de rollenspellen sturen met behulpzame begeleiding en time-outs, zodat de rollenspellen de juiste richting op gaan. Uitrusting: Lege vloer, met genoeg ruimte voor een denkbeeldige lijn van muur tot muur . 'warming up': oefening 2 c is een warming-up voor deze oefening. Uitvoering De trainer tekent een denkbeeldige lijn van wand tot wand. Eén uiteinde (feel good area) begint indien mogelijk bij een raam en het andere uiteinde eindigt bij een deur (door deur van de dood, zelfmoord). De trainer dit zien door over de lijn te lopen. De trainer vraagt aan iemand in de groep om de rol van een beller te spelen die zich niet zo heel slecht voelt en ook niet suicidaal is. 'De beller' gaat tussen het raam en het midden in staan ('the feel good area).
A: Trainer naar de deelnemers: Hier is 'beller één'! Zoals je kunt zien, heeft hij zich vrij hoog op de lijn geplaatst, hij laat ons zien dat hij zich vrij goed voelt. MAAR: in het echte leven kun je dat niet zien. Om erachter te komen hoe iemand zich echt voelt, zal je een gesprek moeten voeren. De trainer speelt een rollenspel met 'de beller,' Rollenspel 1. Ze verwelkomt hem en vraagt; hoe hij zich nu voelt. De beller antwoordt 'Niet zo slecht.' Ze beginnen een gesprek en de trainer probeert erachter te komen wat 'niet zo slecht' betekent. Tijdens het gesprek wordt er direct expliciet gevraagd of er een risico is op suïcide, de beller antwoordt dat hij geen suïcidale gedachten heeft. Het komt er niet eens bij in de buurt. Dat speelt helemaal niet. Nadat is gebleken dat de beller behoefte had aan een kort, vriendelijk gesprek, wordt het gesprek beëindigd. Trainer naar de deelnemers: Deze beller had gewoon wat licht nodig in zijn leven, een stem, wat vriendelijkheid. om te horen en een vriendelijk gesprek. Maar je kunt nooit weten wat iemand nodig heeft zonder vragen te stellen. Een beller die heel gelukkig klinkt is misschien wel heel verdrietig of suïcidaal. Trainer naar 'beller': Wijs nog even op iets dat leerzaam en behulpzaam was in dit gesprek. Geef aan wat helpend was in dit gesprek. B: De trainer vraagt aan iemand anders in de groep om de rol van een beller te spelen. Deze beller is ongelukkig, heeft geen concrete plannen voor zelfdoding maar zou het ook niet erg vinden om te sterven. 'De beller' plaatst zichzelf iets onder het midden van de lijn, een beetje dichter bij de deur dan bij het raam. Trainer naar de deelnemers: Zoals je kunt zien is deze beller ongelukkig maar in het echte leven kunnen we dit niet zien. We moeten verkennen hoe de beller zich voelt door een gesprek met de beller aan te gaan. Deze keer ben jij een TES medewerker Deze oefening kan worden gedaan door één iemand te vragen of het kan bij de hele groep worden gelegd zodat de hele groep verantwoordelijk is voor deze rol. De trainer zorgt ervoor dat er is gevraagd naar het risico op suicide en dat de TES medewerker afstemt op de beller. Dat is hier met de beller meegaat, op en neer over de lijn, van de goede naar de slechte kant van de lijn). De trainer neemt time-outs en wijst op wat er gebeurt en indien noodzakelijk geeft de de trainer de richlijnen aanwijzingen aan de van een TESmedewerker om op door te gaan.
Rollenspel 2. Het rollenspel gaat verder, en kan 15 minuten duren voordat de trainer het stopt.
Tijdens dit rollenspel wordt de beller uitgenodigd om te praten over gevoelens, welke slechte gedachten hem het meeste dwarszitten en of hij soms aan zelfmoord denkt. Het wordt duidelijk dat hij geen acute suïcidale gedachten heeft, maar hij zou liever dood willen. In dit rollenspel is het belangrijk om te laten zien hoe de TES medewerker samen met de beller de donkere kant van het leven onderzoekt. Ze praten een tijd over deze slechte gevoelens en gedachten totdat de beller richting de goede (lichte) kant van het de lijn beweegt. Het is belangrijk dat het rollenspel in de 'feel good area' eindigt. Als het spel eerder daarvoor stopt, leidt de trainer de deelnemers richting de 'feel good area'. Als de beller zich goed voelt vindt er in dat gebied een kort gesprek plaats. Tijdens dit rollenspel kan de trainer time-outs nemen en laten zien wat er gebeurt. Dit kan ook na het rollenspel gedaan worden. Trainer naar deelnemers: wat gebeurde er in dit rollenspel? Trainer naar beller: wat was helpend? C: De trainer vraagt aan iemand anders in de groep om de laatste beller te spelen. De deze beller is zeer ongelukkig en heeft concrete plannen voor het plegen van zelfmoord. 'De beller' plaatst zich aan het einde van de lijn, vlakbij de deur. Het rollenspel moet eindigen met de beller die een beter gevoel heeft. Na twee keer oefenen kan deze oefening worden gedaan door of een deelnemer vragen om de rol te spelen van TES medewerker of laat de gehele groep een keer verantwoordelijk te laten zijn voor deze rol. De trainer zorgt ervoor dat het risico op suïcide wordt gecheckt en dat de TESmedewerker vragen stelt (wanneer, hoe,waar, heb je alles al in huis) en dat de TESmedewerker blijft gelijkschakelen (aansluiten, volgen, meeveren) met de beller (de beller volgt naar boven en beneden langs de feel good/feel bad lijn. Rollenspel 3 Dit rollenspel duurt 15 minuten of iets meer. Het gaat hetzelfde als rollenspel 2, maar deze keer is het risico op zelfmoord zeer hoog. Behulpzame ingangen kunnen zijn: De TES-medewerker blijft lang genoeg praten over de slechte gevoelens en gedachten. Ga niet te snel naar de 'feel good area.' De TES-medewerker stelt heel concreet vragen over de slechte gevoelens en gedachten en over de plannen voor zelfdoding. (Bijvoorbeeld: Hoe smaakt de pil, Hoe ziet de pil eruit en hoe voelt het als de pil begint te werken)?
De TES-medewerker controleert of de beller klaar is om richting de 'feel good area' te gaan. De medewerker kan proberen om wat licht in het gesprek te krijgen door bijvoorbeeld te vragen of de beller zich iets kan herinneren wat hem gelukkig maakt. Ze verkennen en versterken het geheugen over feiten, gevoelens en/of lichamelijke sensatie ?? om de beller te helpen om zich weer gelukkig te voelen. Als de beller er nog niet klaar voor is gaat de TES-medewerker terug naar de 'feel bad area.' De trainer kan time-outs nemen en verklaren wat er gebeurt . Eventueel kunnen er suggesties worden gedaan hoe de TESmedwerker zou kunnen proberen verder te gaan. Trainer naar deelnemers: wat gebeurde er in dit rollenspel? Trainer naar beller: wat was helpend? Trainer naar de deelnemers: Als de beller nog steeds acute zelfmoordplannen heeft aan het eind van het gesprek, probeer dan een beschermingsplan te maken samen met de beller. Een beschermingsplan kan van alles zijn, van het afspreken dat de beller ons weer belt als hij zelfmoordneigingen heeft tot het bellen naar 112. Herhaal het plan als er een verhoogd risico is op acute zelfmoordplannen binnen vijf uur. Voor deze zaken heeft hebben de verschillende ’TES federations' hun eigen richtlijnen. Het Noorse beleid, dat gebaseerd is op het nieuwste zelfmoordonderzoek, is het willen helpen van mensen door ze in leven te houden. We laten niemand sterven als we het kunnen tegen houden. Dat is omdat we weten dat de meerderheid van de mensen met acute zelfmoord neigingen, niet wil sterven! Het voelt gewoon te moeilijk om te leven. We willen ze ondersteunen en versterken om voor het leven te kiezen. Soms hebben we de hulp van de officiële gezondheidszorg nodig zoals een Crisiscentrum of 113. In Noorwegen is de richtlijn bij een acuut risico op zelfmoord dat ze de medische noodtelefoon bellen in de wijk waar de beller zich bevindt (zij kunnen de politie bellen als dat nodig is). Als ze het telefoon nummer van de beller niet op het display kunnen zien vragen ze de beller om zijn naam, zijn mobiele telefoon nummer, waar hij is en hoe hij zelfmoord wil plegen. Als ze niet de nodige informatie krijgen bellen ze niet met 112.
4: HET MODEL korte uitleg Doel: De deelnemers begrijpen de eigenheid van het TES-gesprek. Tijdschema: 10 minuten Uitrusting: Flipover met deze tekening en/of de hand-outs
THE TES – CONVERSATION: CONTACT
HOW ARE YOU – REALLY?
ENDING Summarizing
Get known
Exploring feelings and thoughts
Get safe
Try to understand
Closing/rounding
"10 friendly minutes"
Exploring suicidal thoughts
Plan for protection
SEE
SUPPORT
STRENGTHEN
Dit model toont de inhoud van een TES-gesprek, ieder gesprek is uniek. Ons doel of onze taak is het voeren van een gesprek met een beller/schrijver die zich gesteund en gesterkt voelt door ons. Het is niet onze taak om problemen op te lossen of therapie te geven. Onze methode is een eenvoudig gesprek voeren waarbij we ons blijven richten op de gevoelens en gedachten van de ander, niet op het levensverhaal. We focussen ons op het gesprek om het in het 'hier en nu' te houden en richten ons minder op wat er eerder gebeurd is. Zelfmoord? Tijdens een gesprek houden we altijd rekening met de mogelijkheid tot van zelfmoordgedachten. De TES-federations kunnen hebben verschillende beleidsregels hebben voor het gedrag bij suïcidale gedachten of gevoelens. Uit onze ervaring blijkt dat je het beste aan het begin van een gesprek kan controleren of iemand suïcidale gedachten of gevoelens heeft. Het antwoord is van belang voor de rest van het gesprek. We hebben ook ervaren dat je niet altijd aan kan voelen of er risico is op suicide. In de meeste gesprekken moet er gericht naar worden gevraagd. "plan van bescherming": Als de beller/schrijver een groot risico loopt op zelfmoord en we kunnen /mogen niet ingrijpen, proberen we samen met de beller een plan van bescherming te maken. Het plan kan zijn: dat hij/zij iemand probeert te bellen, met iemand gaat praten of naar een huisarts gaat etc. voordat hij/zij zelfmoord probeert te plegen. "tien vriendelijke minuten": In sommige gesprekken wil de beller/schrijver niet praten
over zichzelf. Ze willen dan alleen contact en over alledaagse dingen praten. Deze gesprekken zijn belangrijk, zelf als ze niet persoonlijk zijn. Ze kunnen mensen de dag door laten komen. Wij houden deze gesprekken vrij kort, 5-20 minuten, maar altijd vriendelijk en ondersteunend.
5: Rollenspellen Doel: Dit is een praktijkoefening die zal gaan over het direct vragen naar suicidale gedachten, hoe je in een gesprek om moet gaan met een risico op zelfmoord en hoe je bij de beller/schrijver kunt blijven in zijn wisselvalligheid. Tijdschema: 60 minuten Uitrusting: Een aantal kamers of een grote kamer waar met ruimte voor een paar kleine groepjes. Deze sessie wordt gedaan in kleine groepjes van 3 personen, indien nodig 4 personen. Zij doen een rollenspel over drie verschillende gevallen. Tijdens de verschillende rollenspellen spelen ze iedere keer een andere rol: beller, TESwerknemer medewerker en waarnemer. Degene die de TES-medewerker was in het eerste spel, is daarna de waarnemer en de waarnemer is dan de TES-medewerker in het volgende spel. Na elk rollenspel bespreken ze het gesprek, de TES-medewerker begint met te vertellen wat hij denkt dat er goed ging en ook vertelt hij wat er moeilijk was naar zijn gevoel. Dan vertelt de beller/schrijver de anderen wat ze voelde en of ze geholpen was. Uiteindelijk vertelt de waarnemer wat hij zag dat er gebeurde in het gesprek als het ging over het voorkomen van zelfmoord. Bijvoorbeeld; hoe heeft de TES-medewerker zelfmoordgevoelens onderzocht, uitgevraagd, wanneer deed hij dit. Een hoe ging hij er mee verder. heeft de TESmedewerker suicidale gevoelens herkend, hoe deed hij dat en hoe is hij er mee omgegaan. De waarnemer is concreet :"zei hij... Hij vroeg om ..."niet veroordelend of op basis van zijn/haar interpretaties. Ze delen met elkaar wat ze zagen zonder onderbroken worden of in discussie te gaan. Ze kunnen er achteraf nog wel over discussiëren als iedereen geweest is. Elk spel duurt ongeveer 20 minuten, inclusief praten en reflecteren. Het tijdschema in deze oefening is flexibel, Als er tijd over is, is het geen probleem om meer tijd te nemen. Het moet alleen vooraf aangegeven worden. Als de groep tijd over heeft kunnen ze verder met het vorige onderwerp 4. het model.???
Casus voor een rollenspel: 5a. Vrouw, 60 jaar.
Vertelt over haar kinderen, die haar zelden bezoeken. Ze heeft drie kinderen, twee van hen zijn getrouwd en wonen ver weg. De derde woont in de buurt maar heeft het zo druk met werken en sporten dat ze hem zelden ziet. Ze vertelt ook over het verlies van haar man, die na een lange lijdensweg is overleden aan kanker. Ook vertelt ze over een lieve buurvrouw die nu is verhuisd naar een verpleeghuis. Ze voelt zich steeds verdrietiger omdat degene waarvan ze houdt hield er niet meer zijn. Ze zegt vaak dingen zoals: - Nee, ik voel dat ik het niet meer aan kan. - Mijn kinderen zijn hier zo weinig dat ze niet eens opmerken als ik dingen opruim of weggooi waardoor het hier netter wordt. waardoor het hier fijn en schoon wordt. - Niemand zou het merken als ik er niet meer ben. 5b. Man, 50 jaar. Belt TES voor de eerste keer. Het is 02:00 uur, en hij is overstuur, huilt en is bang. Hij heeft zijn baan verloren door slechte tijden. Hij ziet geen enkele mogelijkheid voor een baan in zijn dorp en hij weet niet hoe hij zijn auto kan blijven betalen. Zijn nieuwe partner is zo trots op hem tot waar hij het heeft geschopt in het leven. Hij schaamt zich ook voor zijn werkeloosheid en wil daarom geen vrienden ontmoeten. Hij zegt vaak: - Het is onmogelijk om iets anders te vinden doen! Deze baan was mijn leven! - Wat zullen mijn kinderen zeggen als ze weten dat hun vader werkloos is. Beter dood dan werkloos! - Ja, ik meen het echt! 5c. Jongen, 20 jaar. Liefdesverdriet, zijn vriendin maakte het uit twee dagen geleden en ze wil hem niet vertellen waarom ze het heeft uitgemaakt. Hij is jaloers, omdat hij denkt dat ze met een andere jongen afspreekt. Hij schaamt zich omdat hij gedumpt is en is al twee dagen thuis gebleven van zijn werk. Hij klinkt nogal wanhopig en boos.
Hij vond TES op internet toen hij zelfmoord en liefdesverdriet in typte en hij vraagt zich af wat wij in hemelsnaam denken dat we kunnen doen voor hem. Hij geeft ook de indruk dat het goed voor hem is om te praten. Hij zegt: - Ze was alles wat ik had. - Ik voelde me de koning te rijk met haar. - Nu ben ik dezelfde, maar shit. 5d. Meisje, 19 jaar. Vertelt nadrukkelijk over zelfbeschadiging en zelfmoord. Ze gaat in en uit psychiatrische instellingen sinds haar vijftiende. Op dit moment is ze eruit, maar ze kwam een week geleden thuis na een zelfmoord poging. Ze had niet verwacht dat ze wakker zou worden na haar laatste poging; alles was zo goed gepland. Het voelt als falen omdat dat ze niet in staat is om zichzelf te doden. wanneer de TES-werknemer vraagt waarom ze dit doet, heeft ze weinig woorden. Zij zegt: - Ik ben voor altijd verpest en ik weet dat het mijn lot is om jong te sterven. - Als ik was gestorven zou alles beter zijn. - Niemand gelooft me toch. - Ik ben gestopt om erover te praten, het maakt toch niet uit wat er toen is gebeurd.
C: voorbeeld van een dialoog Praten over zelfmoord, een voorbeeld met de gedachten van de beller en de vrijwilliger. V = Vrijwilliger TES VG = Vrijwilligers gedachten B = Beller BG = Bellers gedachten Tijd: 02:00 uur V: Welkom bij TES. VG: Ik vraag me af nwat voor gesprek dit wordt B: Eh. Kan ik met je praten? BG: Durf ik dit echt? V: U bent van harte welkom om met mij te praten. Daarom ben ik hier. Zit je ergens mee in gedachte? Denk je aan iets bijzonders op dit moment VG: Ze klinkt aardig. B: Het is best laat.
BG: Het is 's nachts! Ze denkt vast dat ik helemaal gek ben. V: Dat klopt, maak je daar maar niet druk om, ik heb de tijd. VG: Het is echt eigenlijk heel druk, maar ik kan dat niet zeggen. Ik hoop dat ze snel vertelt wat er aan de hand is. B: Er staat in de advertentie dat je de hele nacht bereikbaar bent, maar ik geloofde dat niet echt. BG: Ik kan er niet over praten! V: Ja, ik ben hier de hele nacht. Maar hoe zit het met jou? Wat maakt dat jij nog zo laat op bent? VG: Het is een beetje moeilijk voor haar om te beginnen, denk ik. B: Ik haat nachten. Dat is de slechtste tijd voor mij.Ik val pas heel laat in slaap en wordt steeds weer wakker BG: Ik kan het niet meer aan, ik ben zo verschrikkelijk moe. V: Dat klinkt niet fijn! hoe is het voor u om zoveel wakker te zijn? VG: Ik vraag me af of ze al met haar huisarts heeft gesproken. B: Niet slapen is uitputtend! Ik ben zo moe overdag en 's nachts komen alle gedachten. BG: Ik weet niet waarom ik dit vertel. Wel meer mensen kunnen niet slapen. V: Alle gedachten? VG: Ik vraag me af wat haar dwars zit. V: Ja, alles voelt erger 's nachts. Nou gaat het overdag ook niet echt goed maar dan moet ik me concentreren op mijn werk en andere praktische zaken. Maar 's nachts is het alleen mij en mijn gedachten. Dan wordt het een puinhoop, ik denk dat het geen zin meer heeft. BG: Ik hoop echt dat ik in slaap val en nooit meer wakker word. V: Zijn er bepaalde gedachten waar je last van hebt? VG: Dan heeft het allemaal geen zin meer? Denkt ze eraan om haar leven te beëindigen? B: Nee, het is niet een speciaal geval of probleem, het is gewoon dat alles zo leeg en zonder betekenis wordt. Ik heb niet het gevoel dat er een reden is om op te staan in de ochtend, behalve dat ik me laat zien op mijn werk. Ik heb geen plezier meer in mijn leven, alles is grauw. BG: Ik kan het niet meer aan. V: U zegt dat alles grijs is en het leven zonder betekenis is en dat het allemaal geen zin meer heeft. VG: Zal ik haar vragen of ze denkt aan zelfmoord? B: Vroeger was ik een zeer actief persoon. Ik was met veel dingen bezig in verschillende vrijwilligersorganisaties en ik had een veeleisende baan, drie kinderen en een man die veel op reis was. Nu ben ik helemaal alleen thuis. Dat is prima maar ik heb mijn opgeruimde geest verloren; het geluk het plezier is er niet meer en ik ben vreselijk zo moe. Het valt me zwaar om maar iets te doen. Alles voelt zo moeilijk om te doen. Ik heb niks om naar uit te kijken. Alle dagen zijn het zelfde en ik worstel om de dag door te komen.
BG: Hoe lang zal ik nog kunnen vechten? V: Het klinkt moeilijk zwaar om zo te leven, Is het zo moeilijk zwaar dat je het niet langer aan kan? VG: Ik moet controleren of ze hulp nodig heeft. B: Ja, ik denk vaak dat ik het niet meer aan kan. Ik heb een paar keer pillen ` gepakt en dan denk ik er aan om een einde aan mijn leven te maken maar dan begin ik te denken aan mijn kinderen en dan probeer ik het nog even vol te houden. BG: Ik wou dat mijn kinderen in de buurt woonden, dan kon ik tenminste nog oppassen. V: Je denkt vaak dat je het niet meer aan kunt, hoe is dat nu? Is het vanavond Ook zo slecht? VG: Ik vraag me af of ze wil vertellen wie ze is? B: Nou, dat is waarom ik bel, ik dacht als het me lukt om iemand te vertellen hoe ik me voel, dan voel ik me misschien wat beter. BG: Fijn om iemand te spreken die vraagt hoe het met mij gaat in plaats van iemand die me adviezen wil geven. V: Het is heel goed dat je me dit vertelt, ik weet niet of je, (jezelf )je er beter door gaat voelen maar ik vind het erg fijn om met je te praten. Wil je me meer vertellen over hoe jij je voelt? VG: Zo goed dat ze TES belt! Ik hoop niet dat ze mij waardeloos vindt B: Bedankt voor het luisteren naar mij. Ik heb voorheen nooit met iemand hierover gesproken. Ik heb ooit geprobeerd om er met een collega over te praten maar zij begon mij te vertellen wat ik allemaal had om dankbaar voor te zijn en ik weet heus wel dat ik veel dingen heb om dankbaar voor te zijn. BG: Zo prettig om met iemand te praten die naar mij luistert en geen advies geeft. V: Je lijkt me iemand die wil vechten om het beter te krijgen, maar je kan de juiste richting en kracht niet vinden, klopt dat? VG: Ze klinkt zo aardig, deze dame. B: Ik was heel sterk maar nu wisselt het tussen vechtlust en moedeloosheid. Ik heb heel veel pillen verzameld. Ik ben tot nu toe niet verder gegaan dan ze voor me uit te stallen. Maar ik heb ze wel. BG: Het voelt goed om ze achter de hand te hebben. V: Wat denk je jij er zelf van dat je deze pillen hebt? VG: Stel je voor dat ik haar kan overtuigen om ze weg te gooien. B: Het geeft me in zekere zin een gevoel van veiligheid. Soms ben ik wel is bang voor wat ik zou kunnen doen maar ik beschouw het vooral als veiligheid. BG: Het zou heerlijk zijn om gewoon in slaap te vallen en niet meer te worstelen. V: Je gebruikt het woord; 'veiligheid.' Waar wil je je tegen beschermen? VG: Is er nog iets anders dan de dood, dat haar een veilig gevoel geeft? B: Het is de pijn. De emotionele pijn, de leegte in mijzelf BG: Maar nu voel ik me een beetje beter. V: U wilt uit het zware leven dat u nu leeft. Zijn er nog andere achterdeuren die de veiligheid geven die u nodig heeft, als het leven te moeilijk voelt?
VG: Ik vraag me af of ze al heeft gesproken met haar huisarts. B: Ik heb erover nagedacht een afspraak te maken met de dokter maar ik zou niet weten hoe ze mij kan helpen. Ze zal waarschijnlijk vertellen om sterker te zijn of ze zal me antidepressiva voorschrijven. BG: De laatste keer toen ik mijn dokter zag had ik nieuwe anti-allergie pillen nodig en toen was ze erg aardig. V: Je twijfelt nog? Sommige mensen hebben slechte ervaringen met hun dokter. Heeft u ervaringen met uw dokter? VG: Er moeten ook goede dokters zijn! B: Mijn huisarts is oké. Een jonge dame, ze is altijd aardig voor me geweest. BG: Misschien moet ik een afspraak maken. V: Mm. VG: Wat zeg ik nu? BG: Ik denk dat ik ga bellen voor een afspraak. Ik voel me al beter! Misschien kan ik slapen vannacht. V: Ik vind het een eng idee om zo veel pillen in huis te hebben. Ik ben bang dat u ze op een donker moment in zou nemen. VG: Gooi ze weg, alsjeblieft!!! B: Ik begrijp wat je bedoelt. Ik heb zo'n dubbel gevoel! Soms wil ik leven, op dit moment voel ik me ook een beetje zo.Soms is het troostend om te weten dat ik dit leven kan verlaten. BG: Maar ik weet dat het riskant is. V: Heb je er nooit aan gedacht om de pillen weg te doen? VG: Nu moet ik niet te betuttelend zijn! B: Daar heb ik wel eens aan gedacht. Ik heb met ze in de badkamer gestaan om ze door het toiIet te spoelen maar toen ben ik van gedachte veranderd en heb ik ze gehouden. BG: Misschien moet ik ze nu wegspoelen weggooien? V: Je wilde ze wegspoelen? VG: Ik wou dat ik bij haar was en ze kon weggooien. B: Ja, ik heb erover nagedacht, zoals jij zei: "het is gevaarlijk om ze te hebben" maar het voelt ook zo veilig. BG: Ik vrees dat ik in een grote duisternis terecht kom als ik ze weggooi. V: Waar ben je het meest bang voor als je denkt aan het weggooien van de pillen? VG: Ik moet niet te snel gaan nu! B: Ik ben bang dat ik me daarna wanhopig voel, dat de pijn nog groter wordt en dat er dan geen achterdeur meer zou zijn! BG: Ik verdraag het niet om zo alleen te zijn. V: Is er iets dat dit minder beangstigend zou kunnen maken voor u? VT: Heeft ze niemand om mee te praten? B: Ik denk dat ik het misschien kan doen als ik iemand had om me daarna te steunen, iemand die naar me wil luisteren en me niet afkeurt.
BG: Ik zou met Anne kunnen praten, zij was altijd een goede vriendin voor mij. V: Ik blijf aan de telefoon vanavond, als dat je helpt. Hier is altijd iemand. VG: Ze zou daar iemand moeten hebben, die bij haar blijft. B: Ik denk dat ik het nu ga doen. Wil je wachten? BG: Dit is het dapperste wat ik in (al die) jaren heb gedaan! Is het echt verstandig? Wat als ik er spijt van krijg? V: Ik blijf wachten. Vergeet niet dat, hoeveel pijn het ook doet, je altijd kunt bellen. VG: Ik hoop dat je het durft te doen! B: Ik ga nu. BG: 300 pillen tot ziens! PAUZE... V: Ben je er nog? VG: Ik vraag me af hoe het is gegaan? B: Ik heb het gedaan! BG: Ik deed het echt! V: Goed! Je hebt echt een stap richting het leven gedaan! Hoe voelt het dat je de achterdeur hebt gesloten? VG: Ik hoop dat ze geen vreselijke tijd krijgt. B: Het is vreemd. Ik heb een belangrijke stap gezet om het beter te krijgen. Het was fijn om met je te praten. Ik kan niet geloven dat je me hebt laten vertellen hoe ik er aan toe was zonder dat je mij vertelde wat ik moest doen. Het is de eerste keer dat ik een echt gesprek met iemand had over mijn leven. BG: Ik denk dat ik nu verder durf te gaan. Misschien is er een klein beetje hoop voor de toekomst. V: Ik ben blij om dit te horen. Ik ben blij dat je het aandurfde om te vertellen hoe je je voelde. Ik heb nog wat tijd, Zullen we nog verder praten of is het genoeg voor je gevoel? VG: Ik ben zo bang dat ze nu in de duisternis terecht komt. B: Ik wil graag nog een beetje verder praten en dan ga ik proberen om te gaan slapen. Ik zou graag willen dat u samen met mij meedenkt denkt over hoe ik hieruit kan komen. V: Wat denk je zelf dat je zou kunnen doen? VG: Nu is het makkelijker om ergens op aan te sluiten, er zijn veel adviezen. B: Ik denk dat ik weer contact moet opnemen met een vriendin; Anna. Ik denk dat ik haar kan zeggen dat ik geen adviezen wil maar het haar gewoon wil vertellen zoals het is. Ze was ooit een zeer goede vriendin. Ik ging mezelf me terug trekken toen mijn man overleed en toen werd alles zo donker. Het gesprek gaat nog wat langer door over wat meer... Maar we stoppen hier.