Mannen en zelfmoord: hoe sociaal perfectionisme doodt Eindelijk had Drummond alles waar hij altijd al van gedroomd had. Hij was van ver gekomen sinds hij een kleine jongen was en ontzet was over dat hij afgewezen was voor een taalopleiding. Dat was een grote teleurstelling voor zijn moeder, en ook voor zijn vader die ingenieur was bij een pharmaceutisch bedrijf. Zijn vader had nooit veel interesse getoond in hem als kind. Hij speelde niet met hem en wanneer hij ondeugend was, werd hij over de stoelleuning gelegd en kreeg hij klappen. Dat is gewoon hoe mannen toen waren. Je vader had je angst en respect voor. Vaders waren vaders. Het was moeilijk om de studenten langs zijn huis te zien lopen, met hun petjes, iedere ochtend weer. Toen hij opgroeide had Drummond altijd gedroomd hoofdleraar te zijn op een kleine school in een perfect dorp. Maar hij kon alleen een baan krijgen op een technische school als leraar timmerman en metselaar. De carrierecoach moest bijna lachen toen hij over zijn dromen om leraar te zijn vertelde. Maar Drummond was ambitieus. Hij verdiende een plek in College en werd president van de studentenvereniging. Hij vond een baan als leraar, trouwde met zijn jeugdliefde, en groeide langzaam naar een rol als hoofdleraar op een school in een dorp in Norfolk. Hij had drie kinderen en twee auto's. Zijn moeder, eindelijk, was trots. En hij zat alleen in een kleine kamer, en dacht erover zichzelf van kant te maken. Impulsiviteit, herhalende gedachten en gevoelens, laag serotonineniveau, slecht sociaal probleemoplossend vermogen, er zijn veel kwetsbaarheden die het risico op zelfmoord kunnen vergroten. Professor Rory O'Connor, President van de International Academy of Suicide Research, bestudeert al meer dan 20 jaar de psychologische processen achter zelfmoord. “Heb je het nieuws gezien?” vraagt hij wanneer ik hem ontmoet. De ochtendkranten hebben het laatste nieuws: 6.233 zelfmoorden zijn geregistreerd in Groot-Brittannië in 2013. Terwijl zelfmoord onder vrouwen ongeveer gelijk blijft sinds 2007, is het voor mannen het hoogste sinds 2001. Bijna 8 van de 10 zelfmoorden in het VK zijn mannen, een verhouding die de laatste drie decennia steeds gestegen is. In 2013, van de mannen die waren gestorven in de leeftijd tussen 20 en 49 jaar, was de grootste oorzaak niet geweld of in verkeer of drugs of een hartaanval, maar het was een keuze dat men niet meer wenste verder te leven. In elk land in de wereld zijn er meer mannen die zelfmoord plegen dan vrouwen. Het mysterie is, waarom? Wat is het in het zijn van een man dat hiertoe leidt. Waarom vormen, tenminste in het VK, mannen van middelbare leeftijd de grootste risicogroep? En waarom wordt het steeds erger? Zij die zelfmoord bestuderen, of werken voor ideële organisaties in de geestelijke
gezondheidszorg, benadrukken aan de nieuwsgierigen dat er zelden, als het al voorkomt, een enkele factor is die leidt tot zelfmoord en dat mentale ziektes, vooral depressie, vaak voorafgaan aan zo'n gebeurtenis. “Maar het echt belangrijke punt is, de meeste mensen met depressie plegen geen zelfmoord,” vertelt O'Connor. “Minder dan 5 procent doet dat. Dus mentale ziekte is niet de verklaring. Volgens mij is de reden om zelfmoord te plegen een psychologisch fenomeen. Wat we hier in het lab proberen te doen is de psychologie te begrijpen van de suïcidale geest.” Sociaal perfectionisme We zitten in het kantoor van O'Connor op het terrein van Gartnavel Royal Hospital. Door het raam rijst de toren van Glasgow's toren omhoog in een donkere lucht. Tekeningen van zijn beide dochters hangen aan een prikbord, een oranje monster en een rode telefoon. Verstopt in de kast is een wat duistere boekenverzameling: Zelfmoord Begrijpen; met hun eigen handen; (Comprehending Suicide; with their own hands), en Kay Redfield Jamison's klassieke memoires van gekte, An Unquiet Mind. O'Connor's Suicidal Behaviour Research Lab werkt met overlevers in ziekenhuizen en onderzoekt hen binnen 24 uur na een zelfmoordpoging. Ook worden ze verder gevolgd. Het voert experimentele onderzoeken uit, het test hypotheses/stellingen op gebieden als pijntolerantie bij suïcidale mensen en veranderingen in cognitie volgend op korte kunstmatig gemaakte momenten van stress. Na jaren van onderzoek vond O'Connor iets over de suicidale geest dat hem verbaasde. Het heet sociaal perfectionisme. En het zou ons kunnen helpen te begrijpen waarom mannen zelfmoord plegen in zulke aantallen. Drummond en zijn geschiedenis Op een leeftijd van 22 trouwde Drummond met zijn vriendin met bruine ogen Livvy. Achttien maanden later werd hij vader. Al snel waren er twee jongens en een meisje. Geld was krap natuurlijk, maar hij nam zijn verantwoordelijkheden serieus. Hij gaf overdag les en werkte 's nachts achter de bar in een kroeg. Op vrijdag draaide hij nachtdienst bij een bowlinghal, van 6 tot 6. Overdag sliep hij, en de zaterdag draaide hij dezelfde nachtdienst weer. Dan een middagdienst in de kroeg, een beetje rust, en op maandag weer terug naar school. Hij zag zijn kinderen niet veel, maar wat hij het belangrijkste vond was dat zijn familie het goed en comfortabel had. Naast het werk studeerde Drummond, vastbesloten om de extra kwalificaties te behalen om een hoofdleraar te worden. Meer ambitie, meer vooruitgang. Hij kreeg nieuwe banen op grotere scholen. Hij leidde zijn gezin naar iets beters. Hij voelde zich een succesvol leider. De perfecte partner. Maar dat was hij niet. Verwachtingen Wanneer je een sociale perfectionist bent, dan identificeer je jezelf sterk met de rollen en verantwoordelijkheden die je denkt te hebben in het leven. “Het gaat niet over wat je verwacht van jezelf,” legt O'Connor uit. “Het gaat over wat je denkt dat anderen verwachten. Je hebt anderen teleurgesteld omdat je gefaald hebt om een goede vader of goede broer te zijn, wat dat dan ook is.”
Omdat het een oordeel is van de voorgestelde oordelen van andere mensen over jou, kan het bijzonder giftig zijn. “Het heeft niets te maken met wat die mensen echt van je denken,” zegt hij. “Het is wat je denkt dat ze verwachten. De reden dat het zo'n probleem is, is omdat het buiten je eigen controle is.” O'Connor kwam sociaal perfectionisme voor het eerst tegen in onderzoeken van Amerikaanse universiteitsstudenten. “Ik dacht dat het niet toepasbaar zou zijn in de context van het VK en dat het zeker niet toepasbaar zou zijn bij mensen met heel moeilijke achtergronden. Het effect is juist opvallend robuust. We bekeken het in de context van de meest achtergestelde wijken in Glasgow.” Het begon in 2003 met een eerste onderzoek dat keek naar 22 mensen die recent een zelfmoordpoging hadden gedaan, samen met een controlegroep. We hebben hen getest met een enquête van 15 vragen die de instemming meet met stellingen als “Succes betekent dat ik nog harder moet werken om anderen te plezieren” en “Mensen verwachten niets minder dan perfectie van me”. “We vonden deze relatie tussen sociaal perfectionisme en suicidaliteit in iedere bevolkingsgroep waar we mee gewerkt hebben,” zegt O'Connor, “ook onder de achtergestelden en de welgestelden.” Wat nog niet bekend is, dat is waarom. “Onze hypothese is dat mensen die een sociale perfectionist zijn veel gevoeliger zijn voor signalen van falen in de omgeving,” zegt hij. Ik vraag of het gaat om de indruk van falen in het vervullen van rollen, en welke rollen het zijn waarvan mannen voelen dat ze die moeten vervullen. Vader? Broodwinner? “Hier is juist een interessante verandering in de maatschappij,” antwoordt O'Connor, “je moet ook Mr. Metrosexual zijn. Er zijn allerlei grote verwachtingen, met meer kansen voor mannen om te voelen dat ze gefaald hebben. De kracht van de bedachte verwachtingen van anderen, en de indruk van rampspoed wanneer je gelooft dat je gefaald hebt, verschijnt nu in versnelde vorm in Azië, waar zelfmoordaantallen ontstellend hoog kunnen zijn. De regio die het sterkst de invloed voelt is Zuid-Korea dat, volgens sommige statistieken, de een-nahoogste zelfmoordaantallen heeft van de wereld. Ongeveer 40 Zuid-Koreanen per dag plegen zelfmoord, volgens rapportages uit 2011. Een enquete uit 2014 door de overheidgerelateerde Korea Health Promotion Foundation vond dat net iets meer dan de helft van alle tieners zelfmoordgedachten heeft gehad in het afgelopen jaar. Professor Uichol Kim, een sociaal psycholoog aan Zuid-Korea's Inha University, gelooft dat veel hiervan verklaard kan worden door de grote misères die ontstaan zijn door de verandering van het land van platteland en armoede naar het rijkere stadsleven. Zestig jaar geleden was het één van de armste landen van de wereld, en de situatie vlak na de oorlog kan worden vergeleken met Haïti na de aardbeving van 2010. Leefde een meerderheid eerder in landbouwgemeenschappen, nu leeft 90 procent van de mensen in stedelijke gebieden. Die verandering heeft de fundering weggeslagen van een cultuur die voor de laatste 2500 jaar voornamelijk beïnvloed is door het Confucianisme, een waardesysteem dat
waardevol was voor het leven in kleine, vaak geïsoleerde gemeenschappen. “De nadruk lag op coöperatie en samenwerking,” legt Kim uit. “In het algemeen was het een zorgzame samenleving met een geven- en nemencultuur. Maar in een stedelijke omgeving is de cultuur erg gericht op competitie en het is doelgericht.” Voor velen is de betekenis van succes veranderd. “Je identiteit wordt bepaald door status, macht en rijkdom, en dat was geen onderdeel van de traditionele cultuur.” Waarom is het op deze manier veranderd? “Een leerling van Confucius die op een boerderij op het platteland leeft is misschien erg wijs, maar hij is arm,” zegt Kim. “We wilden rijk worden.” Het resultaat, beargumenteert hij, is een soort van amputatie van zingeving voor de mensen. “Het is een cultuur zonder basis.” Het is ook een cultuur waarin het pad naar succes veeleisend kan zijn. Zuid-Korea heeft de langste werkdagen in de OECD-groep van rijke landen. Het pad heeft ook strikte regels. Als je als tiener faalt kun je al snel het idee hebben dat je voor de rest van je leven gefaald hebt. “Het meest gerespecteerde bedrijf in Zuid-Korea is Samsung,” zegt Kim. Hij vertelt me dat 80 tot 90 procent van hun aanwas van maar drie universiteiten komt. ”Wanneer je niet één van die drie gevolgd hebt, dan kun je geen baan bij de grote bedrijven krijgen.” (Ik kon deze statistieken niet bevestigd krijgen via Engelstalige bronnen, maar volgens de Korea Joongang Daily zijn er beschuldigingen geweest van voorkeur naar bepaalde universiteiten.) Er speelt meer dan alleen vooruitzicht op een baan waar de jongeren in de samenleving mee te maken hebben. “Als je een goede student bent, wordt je gerespecteerd door je leraren, ouders en je vrienden. Je bent erg populair. Iedereen wil met je daten.” De druk om dit niveau van perfectie te behalen, sociaal en anderszins, kan ontzettend groot zijn. “Zelfwaarde, sociaal aanzien, sociale status, alles is samengevoegd,” zegt hij. “Maar wat als je faalt?” Drummond Net als het parttime werk dat hij voor het geld deed, en het studeren voor zijn carrière, nam Drummond vrijwilligerswerk aan, wat zelfs nog meer tijd wegnam van zijn kinderen en zijn vrouw. Livvy klaagde dat hij teveel werkte. Ze zei dat ze zich afgewezen voelde. “Je bent meer geïnteresseerd in je carrière dan in mij,” zei ze. De constante onrust van het verhuizen van plek naar plek met elke nieuwe school hielp ook niet. Hij was vrijwilliger bij een ziekenhuis in King's Lynn toen hij voor het eerst ontdekte dat ze vreemd ging. Een vrouw gaf hem een stapel papieren. “Dit zijn de brieven die je vrouw aan mijn man schrijft,” zei ze. Ze waren nogal seksueel getint. Maar wat hij erger vond was dat ze nogal gesteld leek op de man. Drummond ging naar huis om zijn vrouw te confronteren. Livvy kon het niet ontkennen. Het was allemaal in haar eigen handschrift. Hij kwam erachter dat er van alles speelde in haar liefdesleven. Ze reed heen en weer bij zijn huis, in pogingen om die man te zien. Maar Drummond kon haar niet verlaten. De kinderen waren jong, en ze beloofde dat het niet weer zou gebeuren. Hij besloot haar te vergeven.
Drummond ging wel eens een weekend weg voor cursussen. Op een dag kwam hij terug en zag dat Livvy's auto een lekke band had gehad en de politieagent in het dorp had de band verwisseld. Hij bedacht dat het ontzettend aardig was van hem. Een tijdje later kwam zijn 11-jarige dochter in tranen naar hem toe. Ze had haar moeder gezien in bed met de politieagent. Livvy's volgende liefdesaffaire was met een verkoper van een medisch bedrijf. Ze ging toen ook weg, en kwam 48 uur later weer terug. Drummond ging er mee door op de enige manier die hij kende, namelijk inslikken. Hij was niet de persoon om in tranen uit te barsten en in elkaar te kruipen. Hij had geen goede vrienden waar hij mee kon praten, en al had hij ze, dan had hij waarschijnlijk niks vertelt. Het is niet iets dat je toegeeft aan anderen, dat je vrouw vreemd gaat. En toen gaf Livvy aan dat ze wilde scheiden. Na de scheiding kreeg Livvy het huis, de kinderen, alles. Na de betaling van alimentatie bleef er niet veel over voor Drummond. Niemand op school wist er iets van. Volgens hen was hij nog steeds die indrukwekkende man waar hij jaren voor gewerkt had om te worden: de succesvolle hoofdleraar, getrouwd en met drie bloeiende kinderen. Maar het werd natuurlijk bekend. Op een middag zijn een collega, “Ik hoorde dat je vrouw weg is?” Op dat moment woonde hij in een ijskoude gehuurde kamer op een boerderij zestien kilometer buiten King's Lynn. Als man voelde hij zich gekleineerd. Hij was gebroken. Hij voelde zich een mislukking, de bedrogen man, niet de man die iedereen verwachtte dat hij was. De huisarts schreef hem wat pillen voor. Hij herinnert zich nog zichzelf zittend op het hek, en het realiseren dat de beste uitweg zou zijn om alles weg te nemen en er mee klaar te zijn. Persoonlijke projecten Wanneer je sociaal perfectionistisch bent, dan heb je ongewoon hoge verwachtingen van jezelf. Je zelfwaarde is gevaarlijk afhankelijk van het onderhouden van een soms onmogelijk niveau van succes. Maar wanneer je verslagen bent, dan stort je in. Maar sociaal perfectionisten zijn niet uniek in het zichzelf sterk identificeren met hun doelen, rollen en wensen. Psychologisch professor Brian Little, van de Universiteit van Cambridge, is bekend van zijn onderzoek naar “personal projects” (persoonlijke projecten). Hij gelooft dat we ons zo sterk met persoonlijke projecten kunnen identificeren dat ze een deel worden van ons eigen gevoel over onszelf. “Je bent je persoonlijke projecten,” vertelde hij gewoonlijk aan zijn Harvard klas. Volgens Little zijn er verschillende soorten projecten, die verschillende waardes kunnen hebben. De hond uitlaten is een persoonlijk project, net als hoofdleraar worden in een lieflijk dorp, evenals het zijn van een succesvolle vader en echtgenoot. Verrassend genoeg, hoeveel zingeving onze projecten geven wordt gedacht maar weinig bij te dragen aan ons welbevinden. Het cruciale verschil hoe gelukkig ze ons maken wordt bepaald door of ze wel of niet haalbaar zijn. Maar wat gebeurt er wanneer onze persoonlijk projecten beginnen stuk te lopen? Hoe gaan we daar mee om? En is er een sekse -verschil dat een idee kan geven over
waarom zoveel mannen zelfmoord plegen? In het algemeen wordt aangenomen dat mannen, in hun nadeel, het vaak moeilijk vinden om over hun emotionele moeilijkheden te praten. Dit geldt ook voor het praten over hun tanende projecten. “Vrouwen hebben voordeel van het visueel maken van hun projecten en de uitdagingen in het werken eraan,” schrijft Little in zijn boek Me, Myself and Us, “terwijl mannen voordeel hebben van het voor zich houden daarvan.” In een onderzoek van mensen die werken in seniorposities in management, ontdekte Little een ander interessant sekse-verschil. “Een duidelijk verschil is dat, voor mannen, het belangrijkste is om weerstand niet te confronteren,” vertelt hij me, “Ze zijn primair gemotiveerd om vooruit te willen. Het is een voortvarende mentaliteit. De vrouwen zijn meer bezig met een organisationeel klimaat waarin ze verbonden zijn met anderen. Je kunt dat verder doortrekken, denk ik, naar gebieden in het leven buiten het kantoor. Ik wil geen stereotypes maken, maar de gegevens hierover lijken aardig helder.” Vechten en Vluchten Extra steun voor deze stelling komt van een invloedrijke publicatie uit het jaar 2000, door een team geleid door Professor Shelley Taylor van UCLA. Er werd gekeken naar bio-gedrag reacties op stress. Ze vonden dat mannen de bekende vecht-vlucht reactie gaven, terwijl vrouwen vaker zorgzaam en bevriendend reageren. “Terwijl vrouwen misschien vaker serieus denken over zelfmoord,” zegt Little, “kunnen ze juist vanwege hun sociale verbondenheid ook denken, 'Mijn God, wat zullen mijn kinderen doen? Wat zal mijn moeder denken?'. Er is dus een drempel om in actie te komen.” Voor de mannen kan de dood gezien worden als de ultieme vorm van 'vlucht'. Maar die dodelijke vorm van vlucht vereist vastberadenheid. Dr. Thomas Joiner, van Florida State University, heeft onderzoek gedaan naar de verschillen tussen mensen die denken over zelfmoord en zij die ook echt in actie kwamen in hun doodswens. “Je kunt niet in actie komen zonder ook een angstloosheid te ontwikkelen voor de dood,” zegt hij. “En dat deel is denk ik relevant voor de sekse-verschillen.” Joiner beschrijft zijn grote verzameling van beveiligingsbeelden en politievideo's met mensen die “wanhopig zichzelf willen doden en dan, in de laatste minuut, terugdeinzen omdat het zo angstaanjagend is. Deze impulsieve reactie redt hun leven.” Dus het idee is dat mannen minder gauw terugdeinzen? “Precies.” Maar het is ook zo dat, in de meeste Westerse landen, meer vrouwen een poging doen tot zelfmoord dan mannen. Een reden dat een hoger aantal mannen echter sterft komt door de keuze van de methode. Mannen kiezen vaak ophanging of vuurwapens, vrouwen reiken vaker naar pillen. Martin Saeger, een klinisch psycholoog en consultant van de Samaritans, gelooft dat dit feit aantoont dat mannen een sterkere drang hebben naar zelfmoord. “De methode reflecteert de psychologie,” zegt hij. Daniel Freeman, van de University of Oxford's psychiatrische afdeling, wees op een onderzoek van 4.415 patiënten die in een ziekenhuis waren na een zelfschade-
gebeurtenis. Het vond een significant sterkere drang naar zelfmoord bij de mannen dan bij de vrouwen. Maar de hypothese blijft grotendeels ononderzocht. “Ik denk niet dat er definitief iets aangetoond is,” zegt hij. “Maar het zou ook ongelooflijk moeilijk zijn om aan te tonen.” Ook voor O'Connor blijft de vraag openstaan. “Ik ben niet bekend met degelijke onderzoeken die ernaar hebben gekeken, omdat het ontzettend moeilijk te doen is,” zegt hij. Maar Seager is overtuigd. “Voor mannen zie ik zelfmoord als een executie,” zegt hij. “Een man verwijdert zichzelf van de wereld. Het is een gevoel van groot falen en schaamte. Het masculine geslacht voelt zich verantwoordelijk voor het onderhouden en beschermen van anderen en voor succesvol zijn. Wanneer een vrouw werkeloos wordt dan is dat pijnlijk, maar ze voelt het niet alsof ze haar identiteit of vrouwelijkheid heeft verloren. Wanneer een man zijn baan verliest dan voelt hij zich geen man meer.” De gedachte wordt ook benoemd door gevierd psycholoog Professor Roy Baumeister, wiens theorie over zelfmoord als 'vlucht van het zelf' van belangrijke invloed was voor O'Connor. “Een man die niet zijn familie kan onderhouden is ergens geen man meer,” zegt Baumeister. “Een vrouw is een vrouw wat er ook gebeurt, maar mannelijkheid kun je verliezen.” China, Zuid-Korea en Japan In China is het niet ongewoon voor corrupte ambtenaren om zelfmoord te plegen. Deels om de familie die de oneerlijk verkregen beloning kan houden, maar ook om de gevangenis en de schaamte te ontlopen. In Zuid-Korea deed de eerdere President Roh Moo-hyun dit in 2009, nadat hij beschuldigd werd van het aannemen van geld. Uichol Kim zegt, zoals Roh het zag, “Hij pleegde zelfmoord om zijn vrouw en zoon te redden. [Hij dacht] dat de enige manier om het onderzoek te stoppen was om zichzelf te doden.” Kim benadrukt dat schaamte niet echt een grote factor is bij zelfmoorden in ZuidKorea. Dit kan echter anders zijn in andere landen. Chikako Ozawa-de Silva, antropoloog aan Atlanta's Emory College, vertelt me over Japan, “Het hele idee is dat wanneer een individu zijn of haar eigen leven neemt, de eer van de familie is hersteld of het familielid wordt de schaamte bespaard.” “De beoordeling van andere mensen voegt een extra last toe,” zegt Kim. Iemands schaamte kan overslaan op de mensen om hen heen. Onder de vroegere Confuciaanse wetten zouden drie generaties van de familie van een crimineel geexecuteerd worden. In het Japans en Koreaans wordt het woord voor 'menselijk wezen' vertaald als 'menselijk tussen anderen'. Het begrip van het zelf is losser in Azië dan in het Westen, en meer absorberend. Het bevat ook de diverse groepen waar het individu lid van is. Dit brengt een sterk gevoel van verantwoordelijkheid voor anderen dat diep inhaakt op hen die zich suïcidaal voelen. In Japan is het concept van het zelf zo intens verbonden met rollen dat, volgens Ozawa-de Silva, het heel gewoon is voor mensen om zichzelf te introduceren met hun
baan en functie voor hun eigen naam. “In plaats van 'Hoi, ik ben David,' zeg je in Japan 'Hallo, ik ben Sony's David,'” zegt ze. “Zelfs wanneer je mensen ontmoet op een informeel feestje.” In tijden van falen is de Japanse neiging om professionele rollen zo persoonlijk op te nemen wel sterk dodelijk. “Zelfmoord is moreel gezien al decennia lang gekoesterd, misschien al eeuwen. Het gaat waarschijnlijk terug tot de Samurai.” Omdat mensen hun bedrijf als familie zien, “kan een directeur zeggen, 'Ik neem verantwoording voor het bedrijf,' en zichzelf doden. Dat zou in de media waarschijnlijk weergegeven worden als een eervolle daad,” zegt Ozawa-de Silva. Van Japan wordt geschat dat het de negenhoogste aantallen van zelfmoord in de wereld heeft. In 2007 waren tweederde van de zelfveroorzaakte doden mannelijk. “In een patriarchale samenleving is het natuurlijk de vader die verantwoording neemt.” In 1990 had China één van de hoogste aantallen zelfmoord in de wereld. China heeft nu één van de laagste. Vorig jaar was er een team geleid door Paul Yip, van het Centre for Suicide Research and Prevention aan de University of Hong Kong. Het vond dat het zelfmoordaantal gedaald was van 23,2 per 100.000 mensen achterin de jaren 90, tot 9,8 per 100.000 in 2009-2011. Deze grote daling van 58 procent komt terwijl er een grote beweging is van het platteland naar de stad, vergelijkbaar met wat Zuid-Korea zag in het recente verleden. En toch blijkbaar met het tegenovergestelde effect. Hoe kan dit? Kim gelooft dat China een stroming ervaart als gevolg van hoop, nu duizenden een nieuw leven beginnen. “De zelfmoordaantallen zullen zeker stijgen,” zegt hij. Hij stelt dat Zuid-Korea vergelijkbare dalingen zag in de jaren 70 en 80, toen de economie snel groeide. “Mensen geloven dat wanneer je rijker bent dat je gelukkiger zult zijn. Wanneer je gericht bent op het doel dan pleeg je geen zelfmoord. Maar wat gebeurt er als je er bent en het is niet wat je verwacht had?” Hoop op een hopeloze plaats kan inderdaad gevaarlijk zijn, ontdekte Rory O'Connor in Glasgow. “We stelden de vraag: zijn positieve gedachten over de toekomst altijd goed voor je? Wij dachten van wel.” maar toen zijn team keek naar “intrapersoonlijke gedachten over de toekomst”, die alleen op het zelf gericht zijn zoals “Ik wil gelukkig zijn” of “Ik wil me goed voelen” kwam er een nieuwe verrassing. O'Connor testte 388 mensen in het ziekenhuis die een zelfmoordpoging hadden gedaan, en volgde hen over de volgende 15 maanden om te zien of ze het nogmaals probeerden. “In vorige onderzoeken rapporteerden mensen met een hoog niveau van intrapersoonlijke gedachten over de toekomst, minder gedachten over zelfmoord,” zegt hij. We vonden dat de beste voorspellers voor herhaalpogingen waren voorgaand gedrag (niet onverwacht) maar de andere is het intra-persoonlijke denken over de toekomst. En het was niet in de richting die we dachten.” Het bleek dat mensen die meer op zichzelf-gerichte hoopvolle gedachten hadden een grotere waarschijnlijkheid hadden om het opnieuw te proberen. “Deze gedachten kunnen misschien goed voor je zijn tijdens een crisis,” zegt hij. “Maar wat gebeurt er na verloop van tijd wanneer je realiseert, 'Ik zal deze doelen nooit halen'?” Wat Azië en het Westen gemeen hebben is een verband tussen rollen van het
geslacht en zelfmoord. Maar in het Westen zijn ideeen over mannelijkheid veel meer progressief, of niet? In 2014 besloten psycholoog Martin Seager en zijn team om het culturele begrip te testen van wat het betekent om een man of vrouw te zijn, door het stellen van een serie zorgvuldig samengestelde vragen aan vrouwen en mannen. Ze waren geworven via geselecteerde VK- en VS-gebaseerde websites. Wat ze vonden suggereert dat, met alle progressie die gemaakt is, de verwachtingen van beide geslachten van wat het betekent om man te zijn zo uit de jaren 50 had kunnen komen. “De eerste regel is dat je een vechter en een winnaar moet zijn,” legt Seager uit. “Het tweede is dat je moet kunnen onderhouden en beschermen; het derde is dat je het beheer en de controle ten allen tijde moet houden. Als je één van deze regels breekt dan ben je geen man.” Onnodig te zeggen dat hiernaast, 'echte mannen' niet kwetsbaar over mogen komen. “Een man die hulp nodig heeft wordt gezien als iemand om grappen over te maken,” zegt hij. De conclusies van zijn onderzoek herhalen, tot op een opmerkelijke hoogte, wat O'Connor en zijn collega's schreven in een Samaritans publicatie in 2012 over mannelijke zelfmoord. “Mannen vergelijken zichzelf met een masculine 'gouden standaard' dat macht, controle en onkwetsbaarheid aanprijst. Wanneer mannen denken dat ze deze standaard niet halen, dan hebben ze een gevoel van schaamte en afgang.” In het VK en andere Westerse samenlevingen voelt het soms alsof we collectief besloten, op een bepaald moment midden jaren 80, dat mannen vreselijk zijn. Eén uitkomst van de strijd voor gelijke rechten en sexuele veiligheid van vrouwen is een decennia-lange aandacht voor mannen als gewelddadige misbruikers die een voorkeursbehandeling krijgen. Moderne iteraties van de man, opgetekend als antwoord op deze kritiek, zijn creaties om aan te vallen; de slechte echtgenoot die de vaatwasser nog niet kan bedienen. We begrijpen, als geslacht, dat we niet langer de verwachting mogen hebben om controle te hebben, te leiden, te vechten, of met alles kunnen omgaan in waardige stilte, van onze doelen nastreven met zo'n toewijding dat we geen tijd voor vrienden of familie hebben. Dit zijn ambities waar we ons voor moeten schamen, en met een goede reden. Maar wat doen we dan? Ondanks de vooruitgang in de maatschappij, hoe het voelt om succes te hebben is niet veel veranderd. Ook niet hoe het voelt om te falen. Hoe kunnen we de neigingen van onze eigen biologie ontrafelen; van culturele regels versterkt door beide geslachten, die teruggaan tot het Pleicoceen? Terwijl we praten vertel ik O'Connor over de tijd, misschien 10 jaar geleden, dat ik mijn huisarts vroeg naar anti-depressiva omdat ik bezorgd was over mezelf. Hij stuurde me weg met de instructie “Ga naar de kroeg en beleef wat meer plezier.” “Jezus!” zegt hij, en wrijft vol ongeloof in zijn ogen. “En dat was maar 10 jaar geleden?” “Soms denk ik dat ik medicatie zou moeten gebruiken,” zeg ik. “Maar, en dat is pijnlijk toe te geven, ik maak me zorgen wat mijn vrouw zou denken.” “Heb je het er met haar over gehad?” vraagt hij.
Voor een moment ben ik zo geschrokken, dat ik geen antwoord geef. “Nee”, zeg ik. “en ik denk over mezelf als iemand die erg gemakkelijk over dit soort dingen praat. Het is alleen nu we erover praten dat ik het me realiseer. Het is gewoon typisch gedoe, man.” “Maar zie je, het is geen gedoe, man,” zegt hij. “Dit is het hele probleem! Het verhaal is geworden 'mannen zijn hopeloos', toch? Maar dat is onzin. We kunnen mannen op geen enkele manier veranderen. We kunnen mannen bijsturen, begrijp me niet verkeerd, maar de samenleving moet zeggen, “hoe zorgen we voor zorg waar mannen heengaan? Wat zou helpen wanneer mannen zich gestrest voelen?” Hj vertelt me over de periode in 2008, toen een goede vriendin zelfmoord pleegde. “Dat had een enorme impact op me,” zegt hij. “Ik bleef denken, 'Waarom zag ik het niet? God, ik doe dit al jaren.' Het voelde als falen, dat ik haar had gefaald en de mensen om haar heen.” Dit klinkt voor mij als klassieke sociaal perfectionisme. “Oh, ik ben zeker sociaal perfectionistisch,” zegt hij. “Ik ben hypergevoelig voor sociale kritiek, ook al verberg ik dat goed. Ik wil onredelijk sterk het mensen naar de zin maken. Ik ben echt gevoelig voor het idee dat ik andere mensen teleurgesteld heb.” Een andere eigenschap voor risico waar hij last van heeft is sluimerende ruminatie, herhalende gedachten over gedachten. “Ik ben een sluimerende ruminator en sociaal perfectionist, zonder twijfel,” zegt hij. “Nadat je weg bent denk ik de rest van de avond en voor het slapen gaan, 'O jee, ik kan niet geloven dat ik dat gezegd heb.' Ik maak mezelf,” hij stopt zichzelf. “Ik sla mezelf ermee om de oren.” Ik vraag of hij zichzelf ziet als een risicogeval voor zelfmoord. “Ik zeg nooit nooit,” zegt hij. “Ik denk dat iedereen er wel eens voorbijgaande gedachten over heeft. Nou ja, niet iedereen. Er is bewijs dat veel mensen dat hebben. Maar ik ben nog nooit depressief geweest of actief suïcidaal, godzijdank.” Afsluitend, Drummond Terug in de koude kamer op de boerderij in Norfolk, zat Drummond met zijn pillen en de neiging ze allemaal in te nemen. Wat hem redde was een geluk bij een ongeluk doordat één van zijn persoonlijke projecten een vrijwilligersbaan bij de Samaritans was. Op een dag kwam hij op zijn werk, en in plaats van naar cliënten te luisteren, praatte hij 2 uur lang. “Ik weet vanuit persoonlijke ervaring dat veel mensen nog leven dankzij wat zij doen,” zegt hij. Drummond is sindsdien hertrouwd en zijn kinderen zijn volwassen. Er is 30 jaar voorbij gegaan sinds zijn eerste huwelijk strandde. Nu nog vindt hij het pijnlijk erover te praten. Dus doet hij dat niet. “Ik neem aan dat je het begraaft, niet?” zegt hij. “Als man wordt er van je verwacht om er mee om te kunnen gaan. Je vertelt niet iedereen over deze dingen. Dat doe je niet.” Voor mensen in het VK en Ierland, zijn de Samaritans beschikbaar 24 uur per dag. In Nederland bestaat Sensoor. Je kunt ze bereiken per telefoon via 0900-0767 en via email of chat op http://sensoor.nl.
Vertaald voor Anoiksis door Marcel Pol in juni 2015. Gepubliceerd door Will Storr op 12 mei 2015 op: http://mosaicscience.com/story/male-suicide