Traineetraject Inhoud, begeleiding en beoordeling
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
Inhoudsopgave Welkom 1. Doelstellingen 2. Begeleiding 3. Scholing 4 Evaluatiemomenten en beoordeling 6. Contactpersonen
Pagina 4 Pagina 5 Pagina 9 Pagina 11 Pagina 13
Bijlagen: Bijlage 1. Competentieprofiel Verpleegkundige algemeen (niveau 4) Bijlage 2. Competentieprofiel Verpleegkundige algemeen (niveau 5) Bijlage 3. Formulier t.b.v. het introductiegesprek (trainee niveau 4 & 5) Bijlage 4. Formulier t.b.v. tussenevaluatie (trainee niveau 4) Bijlage 5. Formulier t.b.v. tussenevaluatie (trainee niveau 5) Bijlage 6. Formulier Voortgangsgesprek Bijlage 7. Formulier t.b.v. eindbeoordeling (trainee niveau 4) Bijlage 8. Formulier t.b.v. eindbeoordeling (trainee niveau 5) Bijlage 9. Overdrachtsformulier Bijlage 10. Portfolio Criteria verlenen van zorg Criteria preventie en GVO Criteria kwaliteitszorg Criteria deskundigheidsbevordering en professionalisering Criteria beroepsontwikkeling Bijlage 11. Voorbeeld van een BPV-plan op MBO-niveau Bijlage 12. Persoonlijk OntwikkelPlan (POP)
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
Pagina 14 Pagina 16 Pagina 18 Pagina 20 Pagina 22 Pagina 26 Pagina 27 Pagina 30 Pagina 33 Pagina 34
Pagina 41 Pagina 48
2
Welkom! Het JBZ heet je van harte welkom als traineeverpleegkundige in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Als trainee doorloop je een traject van 12 maanden op twee verschillende afdelingen binnen twee verschillende clusters. Op die manier beogen we jou op de eerste plaats te (laten) ontwikkelen van een beginnend naar een taakvolwassen beroepsbeoefenaar. Niet minder belangrijk is dat we je een goed beeld meegeven van een tweetal belangrijke specialismen in ons ziekenhuis. In dit document schetsen we de belangrijkste zaken die van belang zijn in het traject waar je het komende jaar invulling aan geeft. Mocht je naar aanleiding van deze brochure vragen hebben, dan kun je je wenden tot één van de volgende personen: Sociale zaken Henk Linders Petra Kuulkers Leerhuis Willy Jonkergouw Particia van de Rijt
Namens de clusters Sociale Zaken en Leerhuis:
Veel succes en werk/leerplezier!
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
3
1.
Doelstellingen
1.1 Uitgangspunt Als trainee word je begeleid in het bereiken van de voor jou relevante doelstellingen. Op de eerste plaats zijn dat de hoofddoelstellingen, waarnaast ook persoonlijke (sub) doelen kunnen gelden. Leidraad voor de beoordeling aan het eind van elke traineeperiode van 6 maanden is het hiertoe gebruikte competentieprofiel voor verpleegkundige niveau 4 (bijlage 1) of verpleegkundige op niveau 5 (bijlage 2). Voor het traject gelden de volgende drie hoofddoelstellingen: 1. Na het doorlopen van het traineetraject voldoe je in beginsel aan het algemene verpleegkundige competentieprofiel op niveau 4 (zie hiertoe bijlage 1) of op niveau 5 (zie hiertoe bijlage 2). 2. Na het doorlopen van het traineetraject voldoe je in beginsel aan het verpleegkundig functieprofiel, zoals dat van toepassing is op de afdeling waarop je het traject afsluit. Naast bovenstaande hoofddoelstellingen, wordt er van je verwacht dat je je inzet als een volwaardige medewerker op de afdelingen. Het traineetraject biedt jou een werkervaringsplek (incl.inwerkprogramma) met daarnaast de nodige bij- en nascholing. Wij verwachten van jou een arbeidsprestatie met de daarbij behorende verantwoordelijkheden. Na het doorlopen van het traineetraject heb je voldoende kennis en kunde opgedaan om door te stromen (na sollicitatie) naar een verpleegkundige functie op jouw gewenste (specialistische) afdeling. De intentie is dat je dan een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zult ontvangen. Ook is het mogelijk door te stromen (na sollicitatie) naar een vervolgopleiding. 1.2 Persoonlijk Ontwikkel Plan Aan het begin van het traject start je met het opstellen van een persoonlijk ontwikkel plan (POP) (zie bijlage 10). Samen met je werkbegeleider, unithoofd en bedrijfsopleider stel je jouw leerdoelen op en maak je afspraken hoe jij aan je leerdoelen wilt gaan werken, welke activiteiten je wilt uitvoeren om deze doelen te bereiken en met welke planning. Gedurende het traject wordt er bij elk contactmoment (zie gesprekscyclus) de vordering van jouw leerdoelen besproken. Van een trainee mag worden verwacht: 1. Eerste fase traineetraject: oriëntatie en basis vaardigheden. 2. Tweede fase traineetraject: de zorg overstijgende stap, coördinatie van zorg, artsen visite, kwaliteitszorg, enz. De praktijk leert dat de gemiddelde beginnende beroepsbeoefenaar meer dan een jaar nodig heeft om bovenstaande hoofddoelstellingen écht te behalen. Het uiteindelijke doel waarop je beoordeeld wordt als trainee zal daarom worden vastgesteld aan de hand van de doelstellingen, die je in een POP beschrijft. Hoewel op hoofdlijnen dezelfde eisen gelden kunnen er op afdelingsniveau nuanceverschillen bestaan ten aanzien van het te behalen eindresultaat.
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
4
2.
Begeleiding
2.1 Verpleegafdelingen De afdelingen waar je geplaatst kunt worden, staan in onderstaand overzicht. Enkele weken voor de start op de afdeling, krijg je een afdeling toegewezen. Helaas kunnen wij geen toezeggingen doen voor een bepaalde afdeling. Bij een plaatsing wordt zeker rekening gehouden met jouw ambities.
2.2 Betrokkenen Gedurende het traject heb je, direct of indirect, te maken met de volgende personen: ♦ Vaste werkbegeleider. Een ervaren werkbegeleider, heeft de rol als jouw contactpersoon van/op de werkvloer. Hij/zij begeleidt je in jouw leerproces en werkt ook regelmatig in dezelfde diensten. Op gezette tijden (i.o.m. je vaste werkbegeleider te plannen) heb je korte evaluaties met je vaste werkbegeleider. Hij/zij is ook aanwezig bij alle officiële begeleidingsgesprekken. ♦ Verpleegkundig unithoofd Het unithoofd is verantwoordelijk voor het werk- en leerklimaat op de afdeling. Vanuit deze rol zorgt hij/zij er mede voor dat je voldoende kunt leren en dat de begeleiding gewaarborgd is. Het unithoofd geeft leiding aan de verpleegkundige trainee gedurende de periode dat de trainee op zijn afdeling als werknemer dienst doet. De trainee staat op zijn kosten en formatieplaats. Het unithoofd is dus ook verantwoordelijk voor de proeftijd beoordeling. Het unithoofd is verantwoordelijk voor de roostering. Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
5
Het unithoofd is aanspreek punt voor de trainees en dien aangaande ook voor de verzuim en begeleidingsgesprekken. De begeleidingsgesprekken zijn volgens een vaste cyclus vastgesteld ( zie handboek trainee ). ♦ Bedrijfsopleider Jeroen Bosch Academie De bedrijfsopleider heeft een begeleidende taak op afstand. De bedrijfsopleider verzorgd samen met jou groepsbijeenkomsten t.bv competentieontwikkeling daarin is ruimte om de voortgang van je leerplan en je leren te bespreken. De bedrijfsopleider geeft je op verzoek tijdens groepsbijeenkomsten feedback op je persoonlijk ontwikkelplan. ♦ Adviseur cluster Sociale Zaken De adviseur van het cluster Sociale Zaken vervult de rol van mentor. Deze persoon tref je bij het sollicitatiegesprek en tevens bij de introductiebijeenkomst. Hij/ zij zal de plaatsing op de diverse afdelingen organiseren en het verloop van jouw traject op de voet volgen. Uiteraard kun je voor vragen m.b.t. zaken rondom het werknemerschap, CAO e.d. altijd bij hem/haar terecht. De adviseur houdt als mentoraat zicht op voortgang in de ontwikkeling en beoordeling van de trainees, daarnaast neemt hij/zij bij problemen zo nodig de coördinatie in de begeleiding.
2.3 Gesprekscyclus Gedurende het traject zijn er diverse contactmomenten met jouw unithoofd, werkbegeleider, bedrijfsopleider en mentor van Sociale zaken. Het doel van de diverse contactmomenten is divers. In onderstaande tabel is een overzicht van de verschillende gesprekken. Tevens is aangegeven wanneer deze plaatsvinden, wie er bij betrokken zijn en wat er wordt besproken. Tevens staat aangegeven wie verantwoordelijk is voor de planning van het gesprek. We hanteren de volgende gesprekscyclus: De vetgedrukte functiehouder in de kolom Aanwezig is de verantwoordelijke voor het inplannen van het gesprek. Eerste afdeling Gesprek Week Inhoudsaspecten Introductiegesprek 1 Kennismaking Verwachtingen Leervragen Begeleiding Taken/verantwoordelijkheden Afdelingsinformatie Documentatie/DKS Afspraken/planning Fiattering POP 4 BPV-plan
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
Aanwezig Trainee Vaste werkbegeleider Unithoofd
Hulpmiddelen Inwerkplan Afdelingsinfo Gespreksformulier (bijlage 3) DKS
Trainee Portfolio Vaste (Bijlage 10) werkbegeleider
6
Voortgangsgesprek 7
Voortgangsgesprek 10
Tussenevaluatie
13
Voortgangsgesprek 17
Voortgangsgesprek 21
Eindbeoordeling
Kennismaking tweede afdeling
25
Voortgang POP Bijsturing op inhoudsniveau Samenwerking vaste werkbegeleider Voortgang POP Bijsturing op inhoudsniveau Samenwerking vaste werkbegeleider Toetsing functioneren a.h.v. profielen. Resultaatgerichte afspraken over (evt.) verbeterpunten Voortgang POP Bijsturing op inhoudsniveau Samenwerking vaste werkbegeleider Voortgang POP Bijsturing op inhoudsniveau Samenwerking vaste werkbegeleider Toetsing functioneren a.h.v. profielen. Vaststellen bereikte niveau Vaststellen leerpunten tweede afdeling Kennismaking Afspraken over de start
Trainee POP Vaste Gespreksformulier werkbegeleider (bijlage 6) Trainee POP Vaste Gespreksformulier werkbegeleider (bijlage 6) Trainee Vaste werkbegeleider Unithoofd
Gespreksformulier (bijlage 4 of 5) Afdelingsfunctieprofiel Competentieprofiel (bijlage 1 of 2) Trainee POP vaste Gespreksformulier werkbegeleider (bijlage 6) Trainee POP vaste Gespreksformulier werkbegeleider (bijlage 6) Trainee vaste werkbegeleider Unithoofd
Trainee Unithoofd
Gespreksformulier (bijlage 7 of 8) Afdelingsfunctieprofiel Competentieprofiel (bijlage 1 of 2) Overdrachtsformulier* Overdrachtsformulier* (bijlage 9) Afdelingsinfo
* Om de continuïteit van de eerste naar de tweede afdeling te waarborgen is er zowel in het eindbeoordelingsgesprek als in de kennismaing met de nieuwe afdeling aandacht voor het bespreken van de overdrachtgegevens. Tweede afdeling Gesprek Week Inhoudsaspecten Introductiegesprek 1 Kennismaking Verwachtingen Leervragen Begeleiding Taken/verantwoordelijkheden Afdelingsinformatie Documentatie/DKS Afspraken/planning Fiattering POP 4 BPV-plan
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
Aanwezig Trainee Vaste werkbegeleider Unithoofd
Hulpmiddelen Inwerkplan Afdelingsinfo Gespreksformulier (bijlage 3) DKS
Trainee Vaste
Portfolio (Bijlage 10) 7
werkbegeleider Voortgangsgesprek 7
Voortgangsgesprek 10
Tussenevaluatie
13
Voortgangsgesprek 17
Voortgangsgesprek 21
Eindbeoordeling
25
Certificaat
27
Voortgang POP Bijsturing op inhoudsniveau Samenwerking vaste werkbegeleider Voortgang POP Bijsturing op inhoudsniveau Samenwerking vaste werkbegeleider Toetsing functioneren a.h.v. profielen. Resultaatgerichte afspraken over (evt.) verbeterpunten
Trainee Vaste werkbegeleider
POP Gespreksformulier (bijlage 6)
Trainee Vaste werkbegeleider
POP Gespreksformulier (bijlage 6)
Trainee Vaste werkbegeleider Unithoofd
Voortgang POP Bijsturing op inhoudsniveau Samenwerking vaste werkbegeleider Voortgang POP Bijsturing op inhoudsniveau Samenwerking vaste werkbegeleider Toetsing functioneren a.h.v. profielen. Vaststellen bereikte niveau Vaststellen leerpunten tweede afdeling
Trainee vaste werkbegeleider
Gespreksformulier (bijlage 4 of 5) Afdelingsfunctieprofiel Competentieprofiel (bijlage 1 of 2) POP Gespreksformulier (bijlage 6)
Trainee vaste werkbegeleider
POP Gespreksformulier (bijlage 6)
Trainee vaste werkbegeleider Unithoofd
Gespreksformulier (bijlage 7 of 8) Afdelingsfunctieprofiel Competentieprofiel (bijlage 1 of 2) Overdrachtsformulier*
Certificaat uitreiking
Trainee Mentor Sociale zaken Vertegenwoordiger JBA/ Unithoofd
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
8
3.
Scholing
Naast het formuleren en werken aan je eigen leerdoelen, neem je gedurende het traject ook deel aan de volgende scholing. De planning en scholingsdata vind je in hoofdstuk 5. 3.1 Reanimatieonderwijs Het volgen van de cursus Basic Life Support is verplicht. Onderwijs vindt groepsgewijs plaats. Mocht de datum van het reanimatieonderwijs jouw niet uitkomen, graag contact opnemen met reanimatiecoördinator Ad den Boer (zie hoofdstuk 6). 3.2 Modulen ‘Deskundigheidsbevordering gediplomeerd verpleegkundigen (DGV)’ Om te garanderen dat de kennis en kunde van onze verpleegkundigen volgens de JBZ-eisen op peil zijn, neem je deel aan de volgende modulen (deelname is verplicht): Hygiène Pré en postoperatieve zorg en behandeling Palliatieve zorg Wondzorg/ bedcomplicaties Geriatrie Diabetes Mellitus Vitale functies en shock Pijnbestrijding postoperatief/ chronisch 3.3 Scholing Bekwaamheidsverklaringen In het JBZ heb je als verpleegkundige, om bepaalde voorbehouden handelingen te mogen uitvoeren, een bekwaamheidsverklaring nodig. Hiertoe zijn specifieke scholingsprogramma’s ontwikkeld. Tijdens het eerste half jaar van je traineeschap dien je, in ieder geval, de module 2.4 Infusie met een voldoende te hebben afgesloten. Deze is opgenomen in het scholingsschema. 3.4 Verzorgen Klinische les Per afdeling verzorg je één klinische les. De les dienen uiteraard relevantie te hebben met het specialisme waar je op dat moment trainee bent. Op de afdeling vind je richtlijnen voor het verzorgen van de klinische les. Jouw ervaringen van de klinische les beschrijf je in een reflectieverslag, die je bij je POP voegt. 3.5 Bijwonen patiëntenactiviteiten Diagnostiek, zorg en behandeling horen bij elkaar als geen ander in het JBZ. In het kader van het traineetraject woon je op elke afdeling een aantal relevante activiteiten bij (minimaal twee verplicht gedurende het traineetraject) waar patiënten in het kader van hun opname mee geconfronteerd worden. Denk hierbij aan activiteiten op het gebied van: - De afdeling Beeldvormende technieken - De functieafdelingen - Het operatiecentrum - De laboratoria De bijgewoonde activiteiten beschrijf je in een (ervarings)verslag en neem je op (en teken je af) in je eigen POP.
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
9
3.6 Groepsbijeenkomsten t.b.v. competentieontwikkeling Groepsbijeenkomsten t.b.v. competentieontwikkeling. De bijeenkomsten staan in het teken van leren van en met elkaar. Het delen van leuke, moeilijke of interessante zaken met elkaar die je in relatie tot het werk tegenkomt of meemaakt. Hierbij bestaat de groep trainees uit maximaal 6 personen er worden 8 bijeenkomsten van 2 uur gepland waarbij de trainee tijdens het traject er maximaal 1 bijeenkomst mag verzuimen. In de mutatie maand probeert de planner van het traject de groepsmomenten vlak voor en na de mutatie te plannen. 3.7 Bindings-/ evaluatiemoment Halverwege het traject wordt er een bijeenkomst georganiseerd waarop jullie als groep met elkaar stilstaan bij jullie ervaringen gedurende het traject. Deze bijeenkomst is opgenomen in het scholingsschema. Graag ontvangen wij van jullie tijdens deze bijeenkomst jullie, zowel positieve als negatieve, bevindingen van het traineetraject. Daarnaast is er tijdens deze bijeenkomst een uur gereserveerd om informatie te verstrekken over kwaliteitszorg, inspraakorganen en de klachtenprocedure. 3.8 Verplichte scholing Bij bovengenoemde scholingen en groepsbijeenkomsten is verplichte deelname vereist. Hooguit mag je één module DGV met geldige reden missen. Deelname aan de Basic life Support en het verzorgen van de klinische les is echter een vereiste. Zonder deze deelname is het traject helaas niet succesvol doorlopen en zul je geen certificaat ontvangen. Ook is het behalen van een voldoende voor de klinische les noodzakelijk. Indien een voldoende niet in één keer is behaald, wordt er van je verwacht dat je de klinische les zult herhalen. Mocht je een bepaalde scholing door een geldige reden niet kunnen bijwonen, dan zou je kunnen kijken of de scholing in dezelfde periode nog vaker wordt aangeboden en zou je in overleg met de Jeroen Bosch academie Angela van Ombergen (zie hoofdstuk 6) eventueel de scholing kunnen wisselen. Is wisseling echter niet mogelijk, kun je hooguit één module missen om het traineetraject nog succesvol te doorlopen. Een vakantie is helaas geen geldige reden om een scholing te missen. Graag verzoeken wij je jouw vakantie om de scholingen heen te plannen.
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
10
4.
Evaluatiemomenten en beoordeling
4.1 Evaluatiemomenten Gedurende het traject heb je diverse gesprekken met jouw unithoofd en werkbegeleider. Aan het begin van het traject worden jouw doelstellingen bepaald. Tijdens het traject worden er tussenevaluaties gepland en aan het einde van elke werkervaringsafdeling wordt er een eindbeoordeling opgesteld. Elke tussenbeoordeling en eindbeoordeling stuur je vervolgens per mail naar Bureau Mobilteit/ Sociale Zaken (zie contactgegevens). 4.2 Voorwaarden traject Je sluit het traineetraject succesvol af, indien je aan de volgende voorwaarden hebt voldaan: - je hebt voldaan aan het algemene competentieprofiel (beoordeling unithoofd); - je hebt voldaan aan het afdelingsfunctieprofiel (beoordeling unithoofd); - je hebt de verplichte aanvullende scholingsactiviteiten (de modulen genoemd in hoofdstuk 3.2 en de module Infusie, hoofdstuk 3.3) succesvol afgesloten; - je hebt de minimale verplichte patiëntenactiviteiten bijgewoond en beschreven in een verslag; - je hebt een klinische les verzorgd, die met een voldoende is beoordeeld en je beschreven hebt in een verslag; - je hebt aan minimaal 6 van de 8 groepsbijeenkomsten deelgenomen; - je beoordelingen zijn in het bezit van Sociale Zaken. Mocht je aan één van bovenstaande voorwaarden niet voldoen, is het traineetraject niet succesvol doorlopen. Eventueel is in overleg verlenging van het traject mogelijk om alsnog aan alle eisen te voldoen. 4.3 Certificaat Heb je de eindstreep behaald en is het traject naar volle tevredenheid van jezelf, jouw unithoofd en begeleiders verlopen en heb je voldaan aan alle voorwaarden van het traject, dan wordt dit bevestigd met de uitreiking van een persoonlijk certificaat. Deze uitreiking zal plaatsvinden in de laatste week van jouw traineetraject (zie hiervoor het scholingsprogramma).
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
11
5.
Scholings programma
Zie bijlage
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
12
6.
Contactpersonen
Naam Henk Linders Petra Kuulkers Willy Jonkergouw Patricia van de Rijt
Functie Adviseur sociale zaken Adviseur sociale zaken Bedrijfsopleider Jeroen Bosch academie Bedrijfsopleider Jeroen Bosch academie
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
e-mail
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
13
BIJLAGEN Bijlage 1.
Competentieprofiel Verpleegkundige algemeen (niveau 4)
Doelstelling De verpleegkundige van het deskundigheidsniveau 4 geeft uitvoering aan de verpleegkundige zorgverlening van de aan hem toegewezen patiënten.
Resultaatgebieden en activiteiten Verlenen van verpleegkundige zorg Kernactiviteiten: Is verantwoordelijk voor de zelfstandige uitvoering, planning en evaluatie van het verpleegkundig proces van de patiënten waarvoor de betreffende verpleegkundige verantwoordelijk wordt gesteld (c.q. eerste aanspreekpunt is). Doet dit op basis van een definitieve of voorlopige verpleegkundige diagnose. Stelt hiertoe een verpleegplan op en voert verpleegtechnische handelingen uit, voor zover deze tot zijn bevoegdheid behoort. Ondersteunt en begeleidt (chronisch) zieke patiënten en bereidt deze voor op ingrijpende behandelingen in de kliniek en/of het dagbehandelingcentrum. Coördineren van individuele zorg Kernactiviteiten: Draagt zorg voor de coördinatie van en continuïteit in de totale individuele zorg van de hem toegewezen patiënten. Heeft hiertoe contact met de verschillende zorgverleners binnen of buiten het ziekenhuis. Evaluatie van het verpleegplan Kernactiviteit: Neemt deel aan patiëntenbesprekingen die kunnen leiden tot wijzigingen in het verpleegplan. Neemt deel aan het multidisciplinair overleg. Deskundigheidsbevordering en professionalisering Kernactiviteiten: Begeleidt studenten van kwalificatieniveau 4 en kwalificatieniveau 2. Begeleidt tevens de studenten verpleegkunde kwalificatieniveau 5 tot de differentiatie fase (de laatste fase van hun studie). Neemt deel aan en geeft klinische lessen zowel binnen als buiten de eigen unit. Bevordert de discussie en neemt standpunten in, inzake ethische vraagstukken. Levert een bijdrage aan het inwerken van nieuwe medewerkers. Kwaliteitszorg Kernactiviteit: Denkt mee bij de ontwikkeling van nieuwe procedures en werkwijzen ten aanzien van zowel verpleegkundig inhoudelijke als organisatorische onderwerpen en voert deze uit. Het geven van voorlichting en informatie Kernactiviteiten: Geeft individuele voorlichting over gezondheidsproblemen en/of daaraan gerelateerde bestaansproblemen aan de patiënt en de familie.
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
14
(vervolgblad bijlage 1)
Traint de patiënt tot het zelf uitvoeren van bepaalde behandelingen. Geeft instructies aan de patiënt over de te nemen acties bij complicaties tijdens de uitvoering van de behandeling en bij complicaties die thuis kunnen ontstaan ten gevolge van de behandeling. Informeert patiënten, familie en sociaal netwerk over de te verlenen zorg. Ontwikkelt voorlichtingsmateriaal en houdt dit actueel.
Competenties Luisteren: Tonen belangrijke informatie op te pikken uit mondelinge mededelingen. Doorvragen; ingaan op reacties. Samenwerken: Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat, ook wanneer de samenwerking een onderwerp betreft dat niet van direct persoonlijk belang is. Sensitiviteit: Zich bewust tonen van anderen en de omgeving alsmede de eigen invloed hierop. Gedrag dat getuigt van het onderkennen van de gevoelens en behoeften van anderen. Klantgerichtheid Onderzoeken van wensen en behoeften van de klant en hierop adequaat inspelen. Integriteit Handhaven van algemeen aanvaardbare sociale en ethische normen en activiteiten. Aanpassingsvermogen Doelmatig blijven handelen door zich aan te passen aan veranderde omgeving, taken, verantwoordelijkheden en/of mensen. Stressbestendigheid Effectief blijven presteren onder tijdsdruk, bij tegenslag, teleurstelling of tegenspel. Plannen en organiseren Op effectieve wijze doelen en prioriteiten bepalen en benodigde acties, tijd en middelen aangeven om de bepaalde doelen te kunnen bereiken. Probleemanalyse Signaleren van problemen; herkennen van belangrijke informatie; verbanden leggen tussen gegevens. Opsporen van mogelijk oorzaken van problemen; zoeken van ter zake doende gegevens. Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid Ideeën en meningen in begrijpelijke taal aan anderen mondeling duidelijk maken.
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
15
Bijlage 2.
Competentieprofiel Verpleegkundige algemeen (niveau 5)
Doelstelling De verpleegkundige van het deskundigheidsniveau 5 is in staat en bevoegd een inschatting te maken van de situatie van een patiënt ook en vooral wanneer het verpleegplan of protocol geen uitkomst biedt. Hij coördineert en geeft uitvoering aan de zorgverlening aan de patiënten binnen de unit. Hij zorgt voor kennisbevordering door (nieuw) beleid te vertalen in protocollen, procedures en werkwijzen en zal de collega’s hierover voorlichten.
Resultaatgebieden en activiteiten Verlenen van verpleegkundige zorg Kernactiviteiten: Is verantwoordelijk voor de zelfstandige uitvoering, planning en evaluatie van het verpleegkundig proces van de patiënten waarvoor de betreffende verpleegkundige verantwoordelijk wordt gesteld (c.q. eerste aanspreekpunt is). Doet dit op basis van een definitieve of voorlopige verpleegkundige diagnose. Stelt hiertoe een verpleegplan op en voert verpleegtechnische handelingen uit, voor zover deze tot zijn bevoegdheid behoort. Ondersteunt en begeleidt chronisch zieke patiënten en bereidt deze voor op ingrijpende behandelingen. Coördineren van de zorg Kernactiviteiten: Coördineert de dagelijkse zorgverlening op de unit door de verantwoordelijkheid voor patiënten te verdelen over de verpleegkundigen werkzaam op de unit. Verzamelt hiertoe voor de zorg relevante gegevens en is in staat op basis hiervan de verpleegkundige diagnose te stellen. Draagt zorg voor de coördinatie van en continuïteit in de totale zorg van de toegewezen patiënten en heeft hiertoe contact met de verschillede zorgverleners binnen of buiten het ziekenhuis. Evaluatie van het verpleegplan Kernactiviteiten: Ziet toe op planning, inhoud en proces van patiëntenbesprekingen en multidisciplinair overleg. Neemt deel aan patiëntenbesprekingen die kunnen leiden tot wijzigingen in het verpleegplan. Neemt deel aan het multidisciplinair overleg. Deskundigheidsbevordering en professionalisering Kernactiviteiten: Begeleidt studenten kwalificatieniveau 5, 4 en 2 en stagiaires. Neemt deel aan en geeft klinische lessen zowel binnen als buiten de eigen unit. Initieert de discussie en neemt standpunten in, inzake ethische vraagstukken. Draagt zorg voor het inwerken van nieuwe medewerkers. Ontwikkelt protocollen, eventueel in samenwerking met andere units, en geeft uitvoering aan nieuwe procedures, protocollen en werkwijzen ten aanzien van zowel verpleegkundig inhoudelijke als organisatorische onderwerpen.
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
16
Kwaliteitszorg Kernactiviteiten: Ontwikkeld nieuwe procedures, werkwijzen ten aanzien van zowel verpleegkundig inhoudelijke als organisatorische onderwerpen en voert deze uit. Geeft uitvoering aan kwaliteitsprojecten conform het organisatiebeleid. Het geven van voorlichting en informatie Kernactiviteiten: Geeft individuele voorlichting over gezondheidsproblemen en/of daaraan gerelateerde bestaansproblemen aan de patiënt en de familie. Traint de patiënt tot het zelf uitvoeren van bepaalde behandelingen. Geeft instructies aan de patiënt over de te nemen acties bij complicaties tijdens de uitvoering van de behandeling en bij complicaties die thuis kunnen ontstaan ten gevolge van de behandeling. Informeert patiënten, familie en sociaal netwerk over de te verlenen zorg. Ontwikkelt voorlichtingsmateriaal en houdt dit actueel.
Competenties De gedragscriteria die als meest relevant worden gezien in de functie zijn de volgende. Individugericht functioneel leiderschap: Richting en sturing geven aan een medewerker in het kader van diens taakvervulling. Luisteren: Tonen belangrijke informatie op te pikken uit mondelinge mededelingen. Doorvragen; ingaan op reacties. Sensitiviteit: Zich bewust tonen van anderen en de omgeving alsmede de eigen invloed hierop. Gedrag dat getuigt van het onderkennen van de gevoelens en behoeften van anderen. Plannen en organiseren: Op effectieve wijze doelen en prioriteiten bepalen en benodigde acties, tijd en middelen aangeven om de bepaalde doelen te kunnen bereiken. Voortgangscontrole: Opstellen en uitvoeren van procedures om de voortgang van processen, taken of activiteiten van medewerkers als ook de voortgang van eigen functieactiviteiten en verantwoordelijkheden te bewaken en te controleren. Delegeren Eigen beslissingsbevoegdheden en verantwoordelijkheden op duidelijke wijze toedelen aan de juiste medewerkers. Besluitvaardigheid Beslissingen nemen door middel van het ondernemen van acties of zich vastleggen door middel van het uitspreken van meningen. Initiatief Kansen signaleren en ernaar handelen. Liever uit zichzelf beginnen dan passief afwachten. Stressbestendigheid Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
17
Effectief blijven presteren onder tijdsdruk, bij tegenslag, teleurstelling of tegenspel. (vervolgblad bijlage 2)
Probleemanalyse Signaleren van problemen; herkennen van belangrijke informatie; verbanden leggen tussen gegevens. Opsporen van mogelijke oorzaken van problemen; zoeken van ter zake doende gegevens.
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
18
Bijlage 3. Formulier t.b.v. het introductiegesprek (trainee niveau 4 & 5) Naam trainee: Afdeling Datum gesprek: Vaste werkbegeleider: Unithoofd: Verstrekte informatie aan de trainee: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Verwachtingen over de trainee. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Verwachtingen van de trainee t.a.v. Vaste werkbegeleider ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… Unithoofd……………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… Aandachtspunten m.b.t. het persoonlijk leertraject van de trainee ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Afspraken:……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………… Samenvatting gesprek: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Handtekening van aanwezigen: Trainee:………………………………………………………………………………………… Vaste werkbegeleider:…………………………………………………………………………. Unithoofd:……………………………………………………………………………………… Dit ingevulde formulier graag binnen één week na het gesprek doorsturen naar Henk Linders
[email protected]
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
19
Bijlage 4. Formulier t.b.v. tussenevaluatie (trainee niveau 4) Naam trainee: Afdeling: Datum gesprek: Vaste werkbegeleider: Unithoofd: Functioneren, gespiegeld aan afdelingsfunctieprofiel: 0 Goed 0 Ruim voldoende 0 Voldoende 0 Onvoldoende Toelichting: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Competentiescore Luisteren: de trainee toont belangrijke informatie op te pikken uit mondelinge mededelingen. Doorvragen; ingaan op reacties. 0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Samenwerken: de trainee levert een aantoonbare bijdrage aan een gezamenlijk resultaat, ook wanneer de samenwerking een onderwerp betreft dat niet van direct persoonlijk belang is. 0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Sensitiviteit: de trainee toon zich bewust van anderen en de omgeving alsmede de eigen invloed hierop. Toont gedrag dat getuigt van het onderkennen van de gevoelens en behoeften van anderen. 0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Klantgerichtheid: de trainee onderzoekt wensen en behoeften van de klant en speelt hierop adequaat in. 0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Integriteit: de trainee handhaaft algemeen aanvaardbare sociale en ethische normen en activiteiten. 0 voldoende 0 onvoldoende ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
20
Aanpassingsvermogen: de trainee handelt doelmatig door zich aan te passen aan veranderde omgeving, taken, verantwoordelijkheden en/of mensen. 0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Stressbestendigheid: de trainee presteert onder tijdsdruk, bij tegenslag, teleurstelling of tegenspel. 0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Plannen en organiseren: de trainee bepaalt op effectieve wijze doelen en prioriteiten en benodigde acties. Geeft tijd en middelen aan, nodig om de bepaalde doelen te kunnen bereiken. 0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Probleemanalyse: de trainee signaleert problemen; herkent belangrijke informatie; legt verbanden tussen gegevens. Spoort mogelijke oorzaken van problemen op en zoekt ter zake doende gegevens. 0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid: de trainee maakt ideeën en meningen in begrijpelijke taal aan anderen mondeling duidelijk. 0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Prognose t.a.v. succesvolle afronding van het traject: 0 Gunstig 0 Twijfel 0 Ongunstig Toelichting:…………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Handtekening van aanwezigen: Trainee:………………………………………………………………………………………… Vaste werkbegeleider:…………………………………………………………………………. Unithoofd:……………………………………………………………………………………… Dit ingevulde formulier graag binnen één week na het gesprek doorsturen naar Henk Linders
[email protected].
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
21
Bijlage 5. Formulier t.b.v. tussenevaluatie (trainee niveau 5) Naam trainee: Afdeling: Datum gesprek: Vaste werkbegeleider : Unithoofd: Functioneren, gespiegeld aan afdelingsfunctieprofiel: 0 Goed 0 Ruim voldoende 0 Voldoende 0 Onvoldoende Toelichting: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Competentiescore Individugericht functioneel leiderschap:de trainee geeft richting en sturing aan een medewerker in het kader van diens taakvervulling.
0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Luisteren:de trainee toont belangrijke informatie op te pikken uit mondelinge mededelingen. Doorvragen; ingaan op reacties.
0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Sensitiviteit: de trainee toont zich bewust te zijn van anderen en de omgeving alsmede de eigen invloed hierop. Toont gedrag dat getuigt van het onderkennen van de gevoelens en behoeften van anderen.
0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Plannen en organiseren: de trainee bepaalt op effectieve wijze doelen en prioriteiten en benodigde acties. Geeft tijd en middelen aan om de bepaalde doelen te kunnen bereiken.
0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Voortgangscontrole:de trainee stelt procedures op en voert deze uit om de voortgang van processen, taken of activiteiten van medewerkers als ook de voortgang van eigen functieactiviteiten en verantwoordelijkheden te bewaken en te controleren.
0 voldoende 0 onvoldoende ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
22
Delegeren: de trainee deelt eigen beslissingsbevoegdheden en verantwoordelijkheden op duidelijke wijze toe aan de juiste medewerkers.
0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Besluitvaardigheid: de trainee neemt beslissingen door middel van het ondernemen van acties. Hij/zij legt zich vast door middel van het uitspreken van meningen.
0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Initiatief: de trainee signaleert kansen en handelt ernaar. Begint liever uit zichzelf dan passief af te wachten.
0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Stressbestendigheid: de trainee blijft effectief presteren onder tijdsdruk, bij tegenslag, teleurstelling of tegenspel.
0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Probleemanalyse: de trainee signaleert problemen; herkent belangrijke informatie en legt verbanden tussen gegevens. Spoort mogelijke oorzaken van problemen op en zoekt ter zake doende gegevens.
0 voldoende 0 onvoldoende …………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… Prognose t.a.v. succesvolle afronding van het traject: 0 Gunstig 0 Twijfel 0 Ongunstig Toelichting:…………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Handtekening van aanwezigen: Trainee:………………………………………………………………………………………… Vaste werkbegeleider:………………………………………………………………………… Unithoofd:…………………………………………………………………………………….. Dit ingevulde formulier graag binnen één week na het gesprek doorsturen naar Henk Linders
[email protected].
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
23
Bijlage 6.
Formulier Voortgangsgesprek
Naam trainee: Afdeling: Datum gesprek: Vaste werkbegeleider: Unithoofd: Gesprekspunten ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………..
Conclusies ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Afspraken ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Handtekening van aanwezigen: Trainee:………………………………………………………………………………………… Vast werkbegeleider: ………………………………………………………………………… Dit ingevulde formulier graag binnen één week na het gesprek doorsturen naar Henk Linders
[email protected].
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
24
Bijlage 7. Formulier t.b.v. eindbeoordeling (trainee niveau 4) Naam trainee: Afdeling: Datum gesprek: Vaste werkbegeleider: Unithoofd: Functioneren, gespiegeld aan afdelingsfunctieprofiel: 0 Goed 0 Ruim voldoende 0 Voldoende 0 Onvoldoende Toelichting: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Competentiescore Luisteren: de trainee toont belangrijke informatie op te pikken uit mondelinge mededelingen. Doorvragen; ingaan op reacties. 0 voldoende 0 onvoldoende Samenwerken: de trainee levert een aantoonbare bijdrage aan een gezamenlijk resultaat, ook wanneer de samenwerking een onderwerp betreft dat niet van direct persoonlijk belang is. 0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Sensitiviteit: de trainee toon zich bewust van anderen en de omgeving alsmede de eigen invloed hierop. Toont gedrag dat getuigt van het onderkennen van de gevoelens en behoeften van anderen. 0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Klantgerichtheid: de trainee onderzoekt wensen en behoeften van de klant en speelt hierop adequaat in. 0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Integriteit: de trainee handhaaft algemeen aanvaardbare sociale en ethische normen en activiteiten. 0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Aanpassingsvermogen: de trainee handelt doelmatig door zich aan te passen aan veranderde omgeving, taken, verantwoordelijkheden en/of mensen. Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
25
0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Stressbestendigheid: de trainee presteert onder tijdsdruk, bij tegenslag, teleurstelling of tegenspel. 0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Plannen en organiseren: de trainee bepaalt op effectieve wijze doelen en prioriteiten en benodigde acties. Geeft tijd en middelen aan, nodig om de bepaalde doelen te kunnen bereiken. 0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Probleemanalyse: de trainee signaleert problemen; herkent belangrijke informatie; legt verbanden tussen gegevens. Spoort mogelijke oorzaken van problemen op en zoekt ter zake doende gegevens. 0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid: de trainee maakt ideeën en meningen in begrijpelijke taal aan anderen mondeling duidelijk. 0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Eindconclusie t.a.v. het gehele traject: 0 Voldaan Toelichting: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Handtekening van aanwezigen: Trainee:………………………………………………………………………………………… Vaste werkbegeleider:………………………………………………………………………… Unithoofd: ……………………………………………………………………………………. Dit ingevulde formulier graag binnen één week na het gesprek doorsturen naar Henk Linders
[email protected].
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
26
Bijlage 8.
Formulier t.b.v. eindbeoordeling (trainee niveau 5)
Naam trainee: Afdeling: Datum gesprek: Vaste werkbegeleider: Unithoofd: Functioneren, gespiegeld aan afdelingsfunctieprofiel: 0 Goed 0 Ruim voldoende 0 Voldoende 0 Onvoldoende Toelichting: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Individugericht functioneel leiderschap:de trainee geeft richting en sturing aan een medewerker in het kader van diens taakvervulling.
0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Luisteren:de trainee toont belangrijke informatie op te pikken uit mondelinge mededelingen. Doorvragen; ingaan op reacties.
0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Sensitiviteit: de trainee toont zich bewust te zijn van anderen en de omgeving alsmede de eigen invloed hierop. Toont gedrag dat getuigt van het onderkennen van de gevoelens en behoeften van anderen.
0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Plannen en organiseren: de trainee bepaalt op effectieve wijze doelen en prioriteiten en benodigde acties. Geeft tijd en middelen aan om de bepaalde doelen te kunnen bereiken.
0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Voortgangscontrole:de trainee stelt procedures op en voert deze uit om de voortgang van processen, taken of activiteiten van medewerkers als ook de voortgang van eigen functieactiviteiten en verantwoordelijkheden te bewaken en te controleren.
0 voldoende 0 onvoldoende ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
27
Delegeren: de trainee deelt eigen beslissingsbevoegdheden en verantwoordelijkheden op duidelijke wijze toe aan de juiste medewerkers.
0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Besluitvaardigheid: de trainee neemt beslissingen door middel van het ondernemen van acties. Hij/zij legt zich vast door middel van het uitspreken van meningen.
0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Initiatief: de trainee signaleert kansen en handelt ernaar. Begint liever uit zichzelf dan passief af te wachten.
0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Stressbestendigheid: de trainee blijft effectief presteren onder tijdsdruk, bij tegenslag, teleurstelling of tegenspel.
0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Probleemanalyse: de trainee signaleert problemen; herkent belangrijke informatie en legt verbanden tussen gegevens. Spoort mogelijke oorzaken van problemen op en zoekt ter zake doende gegevens.
0 voldoende 0 onvoldoende ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Eindconclusie t.a.v. het gehele traject: 0 Voldaan 0 Niet voldaan Toelichting:…………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Handtekening van aanwezigen: Trainee:………………………………………………………………………………………… Vaste werkbegeleider:………………………………………………………………………… Unithoofd:……………………………………………………………………………………..
Dit ingevulde formulier graag binnen één week na het gesprek doorsturen naar Henk Linders
[email protected].
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
28
Bijlage 9.
Overdrachtsformulier
Naam trainee: Afdeling: Datum gesprek: Vaste werkbegeleider: Unithoofd: Samenvatting eerste traineeperiode: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Leerpunten vanuit eerste traineeafdeling; ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Voor akkoord: Handtekening van aanwezigen: Trainee:………………………………………………………………………………………… Vaste werkbegeleider:……………………………………………………………………….. Afdelingshoofd:…………………………………………………………………………………
Dit ingevulde formulier graag binnen één week na het gesprek doorsturen naar Henk Linders)
[email protected].
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
29
Bijlage 10.
Portfolio
Portfolio Het portfolio is een persoonlijk dossier waarmee de student haar individuele leerproces zichtbaar maakt en de voortgang ervan bewust volgt. Het portfolio heeft primair een functie voor de student: door in het portfolio leerproducten te verzamelen en te reflecteren op haar leerproces, archiveert zij haar leerproces en kan zij systematisch werken aan haar ontwikkeling. Voor de opleiding heeft het portfolio een dubbele functie: - De begeleider kan door middel van het portfolio de ontwikkeling van de student volgen en begeleiden. - Voor de beoordeling geeft de student door middel van haar portfolio aan de beoordelaar inzicht in haar leerresultaten. Format voor het portfolio. Dit bevat de volgende onderdelen: A. Algemeen deel: met daarin zaken als persoonlijke gegevens, autobiografie, cv, overzicht eerder verworden competenties. B. Een archiefdeel (alleen toegankelijk voor de student), waarin de student kan opnemen producten (uitgewerkte opdrachten en verslagen), feedback, beschouwingen, reflecties, ervaringen. C. Een ontwikkelingsdeel met daarin een samenvattend verslag van en reflectie op haar ontwikkeling (zie POP) en verslagen van de gesprekken met de werkbegeleider en/of bedrijfsopleider. Tijdens haar opleiding maakt de student regelmatig aantekeningen over haar ontwikkeling: ervaringen met specifieke leerdoelen, ontdekkingen m.b.t. het verpleegkundige beroep, ontvangen feedback en mogelijke gesprekspunten met de werkbegeleider en/of bedrijfsopleider. Op daarvoor aangegeven momenten, na een begeleidingsgesprek, maakt de student een samenvattend verslag (POP) van haar ontwikkeling met daarin opgenomen: 1. Een terugblik op het vorig gesprek met haar werkbegeleider en/of bedrijfsopleider. 2. De ontwikkelingen in haar beeld van het beroep en haar ambities met het beroep. 3. Een reflectie op haar geschiktheid voor het trainee-traject. 4. Aandachtspunten / leerdoelen voor volgende periode, voortvloeiend uit 2 en 3. Dit verslag wordt gelezen en goedgekeurd door de werkbegeleider en/of bedrijfsopleider. De student neemt dit op in haar portfolio. Portfolio en bpv-plan Elk student beschikt over een portfolio. Het is “ een persoonlijk dossier waarmee de student zijn individuele leerproces zichtbaar maakt. Door in het portfolio leerproducten te verzamelen en te reflecteren op het leerproces, kan de student systematisch werken aan de eigen ontwikkeling. Daarnaast kan de opleiding met behulp van het portfolio deze ontwikkeling tot verpleegkundige volgen, begeleiden en uiteindelijk ook beoordelen.” Bovenstaande houdt in dat tijdens de bpv-periode het portfolio een centrale plaats inneemt. De student verleent inzagerecht aan de begeleider.
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
30
De student neemt in zijn portfolio op: - beoordeling vorige bpv-periode - zijn individueel bpv-plan (dit is te zien als zijn POP voor die specifieke periode: de student beschrijft daarin wat hij wil leren en hoe hij dat denkt aan te pakken); - tussentijdse feedback, evaluaties van anderen en zelfevaluaties; - de (tussen)beoordeling van het functioneren; - afspraken m.b.t. voortgang en begeleiding van het leerproces;
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
31
(vervolgblad bijlage 10)
Criteria Verlenen van zorg
Kernactiviteiten
Het verlenen van verpleegkundige zorg en de coördinatie van de uitvoering daarvan in verschillende settings, bij verschillende zorgcategorieën en verschillende mate van complexiteit Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten verleent de trainee op een professioneel verantwoorde manier verpleegkundige zorg op menselijke maat Om een gezonde leefstijl bij patiënten en hun familieleden te bevorderen geeft de trainee op basis van een programmatische aanpak informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen Om de zorg te laten verlopen als een continu en integraal proces dat gericht is op het welzijn van de zorgvrager coördineert de trainee de zorg
Criteria verlenen van zorg 1: Professionele relatie aangaan, onderhouden en afsluiten, met cliënt en cliëntsysteem Hierbij kan gedacht worden aan: - respect tonen - het observeren en het bewaken - eigen handelen bespreekbaar maken - afstand en nabijheid - netwerk cliënt - beredeneerde keuzes maken tav. oplossingen voor
dilemma’s
2: Verpleeg- zorgplan opstellen, uitvoeren, evalueren en bijstellen Hierbij kan gedacht worden aan: - psychosociaal en verpleegtechnisch handelen - de complexiteit van de verpleegtechnische zorg - het verlenen van basiszorg - het handelen onderbouwen - zorg voor veiligheid van de cliënt - het bieden van zekerheid en toekomstperspectief - veranderingen signaleren - gebruik maken van vakkennis - anamnesegesprek - evaluatiegesprek
3: Adequate rapportage van de verleende zorg aan eigen en andere disciplines Hierbij kan gedacht worden aan: - mondelinge rapportage / overdracht - schriftelijke rapportage / overdracht - inbreng in overleg (MDO) - externe contacten
4: Adequaat informatie verstrekken aan, instructie geven aan en voorlichten van cliënt en cliëntsysteem. Hierbij kan gedacht worden aan: - (huis) regels - leefregels - vaardigheden - therapie - hanteren van weerstanden Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
32
- keuzes voor geschikte methoden
5: Het coördineren van zorg voor individuele en groepen cliënt(en) / verpleegunit Hierbij kan gedacht worden aan: - prioritering en continuïteit van zorg - afstemmen - overleggen - samenwerken - belangenbehartiging - afstemmen met andere instellingen (overdracht)
Competenties bij verlenen van zorg A: Reflecteren op eigen gedrag, functioneren en producten Hierbij kan gedacht worden aan: - onderkennen van eigen sterke en zwakke punten - actie ondernemen - samenwerken - beredeneerde keuzes maken tav. oplossingen voor dilemma’s
B: Zelfsturing geven aan het leerproces Hierbij kan gedacht worden aan: - initiatief nemen - opstellen als lerende - planning leeractiviteiten
C: Systematisch en methodisch denken en handelen Hierbij kan gedacht worden aan: - situaties analyseren - ‘denken voordat je iets doet’ - doelgericht handelen - bewust handelen - procesmatig werken, rekening houden met actuele processen
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
33
(vervolgblad bijlage 10)
Preventie en GVO Op een inhoudelijk en methodisch verantwoorde wijze een doelgroepgerichte preventieve interventie opzetten, uitvoeren, de uitvoering coördineren en evalueren. Kernactiviteiten
Om risico’s voor gezondheid en complicaties van onderzoek of behandeling te verminderen, past de trainee primaire, secundaire en tertiaire preventie toe. Om een gezonde leefstijl bij patiënten en hun familieleden te bevorderen geeft de trainee op basis van een programmatische aanpak informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen Om ervoor te zorgen dat de doelen van een preventieprogramma worden gerealiseerd, coördineert de trainee de afgesproken activiteiten
Criteria preventie en GVO 1: Signaleren aan welke preventieve interventies behoefte is, zowel op individueel niveau als op het niveau van groepen of patiëntencategorieën. Hierbij kan gedacht worden aan:
-
- vaststellen welke de gezondheidsproblemen er zijn voor een patiënten-/ cliënten-categorie, die door middel van preventie kunnen worden verminderd of opgelost - analyseren van het gezondheidsprobleem: op basis van een analyse van een gezondheidsprobleem, een preventieve interventie ontwikkelen geeft individuele voorlichting over gezondheidsproblemen en/of daaraan gerelateerde bestaansproblemen aan de patiënt en de familie
2: Organiseren van de uitvoering van preventieve interventies en GVO. Hierbij kan gedacht worden aan: -
- passende werkvormen bedenken voor een preventieve interventie (inclusief materialen) en uitvoeren de organisatie van de uitvoering van preventieve interventies bedenken en uitvoeren informeert patiënten, familie en sociaal netwerk over de te verlenen zorg ontwikkelt voorlichtingsmateriaal en houdt dit actueel
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
34
(vervolgblad bijlage 10)
Kwaliteitszorg
Kernactiviteit
Participeren in kwaliteitszorg (systemen) Denkt mee bij de ontwikkeling van nieuwe procedures en werkwijzen t.a.v. zowel verpleegkundig inhoudelijke als organisatorische onderwerpen en voert deze uit.
Criteria kwaliteitszorg Kerncompetentie 8: * Participeren in het ontwerpen van kwaliteitszorg op afdelingsniveau Hierbij kan gedacht worden aan: - inzicht in het kwaliteitszorgsysteem op de afdeling, inzicht in de taak van kwaliteitsfunctionarissen - aangeven welke maatregelen genomen kunnen worden ter verbetering - bijdrage leveren aan de uitwerking van methoden van kwaliteitsverbetering - participeren in de ontwikkeling en vaststelling van standaarden, criteria en protocollen
Deskundigheidsbevordering en professionalisering
Kernactiviteiten
Coördineren en begeleiden Om de doelen van het verpleegbeleid en de zorgprogramma's te realiseren kan de trainee andere verpleegkundigen helpen en steunen bij het uitvoeren van de vastgestelde taken en functies. Om studenten/stagiaires en collega-verpleegkundigen te steunen in hun professionele identiteit, staat de trainee de collega met raad en daad terzijde Levert een bijdrage aan het inwerken van nieuwe medewerkers Begeleidt studenten/ stagiaires van BBL/BOL 2 en 4 Begeleidt studenten/ stagiaires van BBL/BOL 5 tot de differentiatie
Criteria deskundigheidsbevordering en professionalisering * Coachen van eigen discipline bij het realiseren van verpleegbeleid en beroepsontwikkeling. Hierbij kan gedacht worden aan: - aansturen van een team, bevorderen teamsamenwerking - systeem van begeleiden uitvoeren - ontwikkelen van verschillende wijzen van informatie geven over nieuwe werkwijzen - collega’s bewust maken en ondersteunen bij vertonen voorbeeldgedrag - ondersteunen en begeleiden van collega’s bij de uitvoering van individueel en groepsgericht verpleegbeleid - aanwezig zijn bij vergaderingen en bijeenkomsten
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
35
(vervolgblad bijlage 10)
Beroepsontwikkeling
Kernactiviteiten
Het ontwikkelen van het beroep Om het beroep van verpleegkundige te ontwikkelen tot een professie die aansluit bij maatschappelijke ontwikkelingen van de eenentwintigste eeuw, vervult de trainee een actieve rol in de vernieuwing van het beroep en het bevorderen van het beroepsbewustzijn. Om de kwaliteit van het verpleegkundig beroep op het vereiste peil te houden zodat het kan voldoen aan de maatschappelijke criteria, werkt de trainee actief mee aan de bevordering van de deskundigheid van de beroepsgroep.
Criteria beroepsontwikkeling * Bijdrage leveren aan professionalisering en deskundigheidsbevordering Hierbij kan gedacht worden aan: -
zich identificeren met en uitdragen van de waarden van het beroep expliciteren van beroepswaarden en reflectie op de betekenis ervan voor het verpleegkundige handelen concreet maken van wet- en regelgeving in de beroepspraktijk en beroepsontwikkeling vakliteratuur bijhouden en een verbinding leggen met individuele cliëntproblemen instrueren, adviseren en voorlichten over methoden, technieken, classificatiesystemen, modellen en verpleegkundige theorieën verpleegkundig onderwerp bespreken / klinische les geven
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
36
Bijlage 11.
Voorbeeld van een BPV-plan op MBO niveau
Opdracht 1: Het verlenen van verpleegkundige klinische zorg. Subdoel 1: Ik verleen verpleegkundige basiszorg aan een pulmonale zorgvrager. Criteria: o Ik kan een pulmonale zorgvrager helpen bij de persoonlijke verzorging en kan de specifieke kenmerken benoemen met betrekking tot de ADL. o Ik kan een pulmonale zorgvrager helpen bij de opname van voeding en vocht. o Ik kan een pulmonale zorgvrager helpen bij de uitscheiding. (sputum, besmet excreta, hulp bij toiletgang en po-stoel.) o Ik bewaak vitale functies en kan handelen bij afwijkende waarden. Voorbereiding: o Ik verdiep me in de speciale kenmerken van een pulmonale zorgvrager o Ik verdiep me in de richtlijnen van het omgaan met besmet excreta. o Ik weet wat normale en afwijkende waarden zijn bij vitale functies. Uitvoering: o Ik geef mijn leerdoelen aan. o Ik laat mijn collega toetsen of ik de theorie beheers. o Ik verleen basiszorg aan een pulmonale zorgvrager. o Ik bied een zorgvrager hulp bij uitscheiding (besmet excreta). Evaluatie: o Ik evalueer met mijn collega aan het einde van mijn dienst. o Ik schrijf een reflectiestukje in mijn logboek. o Ik vraag mijn collega om feedback.
Subdoel 2: Ik verleen hoog complexe verpleegkundige zorg aan een pulmonale zorgvrager. Criteria: o Ik heb kennis van de ziektebeelden en behandelwijze, hierop laat ik mijzelf toetsen. o Ik begeleidt een zorgvrager en zijn naasten bij een slecht nieuws gesprek. o Ik begeleidt een zorgvrager en zijn naasten bij het stervensproces. o Ik kan een zorgvrager opnemen/ontslaan op hoog complex niveau. o Ik weet hoe ik moet handelen in (complexe) noodsituaties. o Ik kan thuiszorg regelen op hoogcomplex niveau. o Ik kan zorg dragen voor een IC-overname. Voorbereiding. o Ik laat me toetsen op de meest voorkomende ziektebeelden o Ik kijk mee met een collega tijdens een slecht nieuws gesprek. o Ik kijk met een collega mee die een zorgvrager en naaste familie begeleidt tijdens de laatste levensfase. Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
37
o o
Ik kijk met een collega mee tijdens het opnemen/ontslaan van een zorgvrager op hoog complex niveau. Ik kijk en handel met een collega mee in complexe noodsituaties.
(vervolgblad bijlage 11)
o o
Ik kijk met een collega mee die hoog complexe thuiszorg regelt. Ik kijk met een collega mee tijdens een overname van de IC.
Uitvoering. o Ik begeleidt een zorgvrager en zijn naasten bij een slecht nieuws gesprek. Dit doe ik eerst onder begeleiding, daarna ga ik het zelfstandig uitvoeren onder toezicht van een verpleegkundige. o Ik begeleidt een zorgvrager en zijn naasten bij het stervensproces, dit doe ik eerst onder begeleiding, daarna zelfstandig. o Ik draag zorg voor het opnemen/ontslaan van een zorgvrager op hoog complex niveau. o Ik handel in (complexe) noodsituaties, eerst onder begeleiding daarna zelfstandig. o Ik regel thuiszorg op hoogcomplex niveau. o Ik draag zorg voor een IC-overname, eerst onder begeleiding, daarna zelfstandig. o Ik rapporteer gegevens in het dossier bij een hoog complexe situatie. o Ik signaleer veranderingen in de gezondheidstoestand van een zorgvrager en weet hiernaar de handelen. Evaluatie: o Ik evalueer met mijn collega aan het einde van mijn dienst. o Ik schrijf een reflectiestukje in mijn logboek. o Ik vraag mijn collega om feedback.
Subdoel 3: Ik kan verpleegtechnische handelingen uitvoeren en kan handelen bij onvoorziene situaties. Criteria: o Onder begeleiding klaarmaken van intraveneuze medicatie. o Onder begeleiding zorg dragen voor een spuitenpomp. o Hanteren van besmette uitscheidingsproducten ten gevolge van een chemokuur. o Zorg bieden aan een patiënt die in isolatie verkeerd. o Onder begeleiding uitvoeren van een bloedtransfusie. o Ik ben op de hoogte van de daarbij behorende protocollen o Ik ben op de hoogte van de daarbij behorende theorie. o Ik kan de observatie punten benoemen. o Ik kan handelen bij onvoorziene situaties. Voorbereiding: o Ik ben op de hoogte van de daarbij behorende protocollen. o Ik ben op de hoogte van de theorie. o Ik weet de observatie punten te benoemen bij de betreffende handelingen. Uitvoering: o Ik geef van de voren mijn leerdoelen aan. o Ik laat mij toetsen op de theorie. o Ik voer de handeling onder begeleiding uit. Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
38
o
Ik voer de handeling zelfstandig uit.
Evaluatie. o Ik evalueer met mijn collega aan het einde van mijn dienst. o Ik schrijf een reflectiestukje in mijn logboek. o Ik vraag mijn collega om feedback. (vervolgblad bijlage 11)
Opdracht 2: Preventie en GVO toepassen bij zorgvragers die klinische zorg behoeven. Subdoel 1: Ik kan preventie en GVO toepassen bij een pulmonale zorgvrager. Criteria: o Ik geef een zorgvrager en zijn naasten voorlichting over het ziektebeeld. o Ik geef een zorgvrager en zijn naasten informatie over de behandeling. o Ik kan pufinstructie geven aan een zorgvrager en zijn naasten. o Ik geef een zorgvrager en zijn naasten voorlichting over hulpverleners en instanties waar zij thuis een beroep op kunnen doen. o Ik weet wat de functie van iedere discipline is, en kan de zorgvrager eventueel doorverwijzen. Voorbereiding. o Ik verdiep me in de ziektebeelden, onderzoeken en behandelingen. o Ik verdiep me in het gebruik van de puffers. o Ik ben op de hoogte van de gebruikte folders op de afdeling. Uitvoering. o Ik geef elke dienst mijn leerdoelen aan. o Ik laat me toetsen op de theorie en de ziektebeelden. o Ik geef voorlichting onder toezicht van een verpleegkundige. o Ik geef zelfstandig voorlichting aan de zorgvrager en zijn naasten. Evaluatie. o Ik evalueer met mijn collega aan het einde van mijn dienst. o Ik schrijf een reflectiestukje in mijn logboek. o Ik vraag mijn collega om feedback.
Opdracht 3: Zorg coördineren ten behoeve van zorgvragers die klinische zorg behoeven. Subdoel 1: Ik coördineer de zorg rondom een 4-persoonskamer (van laag-hoog complex). Criteria: o Ik ben op de hoogte van het ziektebeeld, onderzoeken en behandelingen van de zorgvrager. o Ik ben op de hoogte van protocollen. o Ik kan andere disciplines inschakelen o Ik kan een verpleegplan hanteren. o Ik ben in staat te overleggen met de zorgvrager, naasten en andere disciplines. Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
39
o
Ik weet wat de complexiteit rondom een zorgvrager inhoudt.
Voorbereiding. o Voor mijn dienst lees ik alle zorgdossiers door i.v.m. het plan van aanpak. o Ik ben op de hoogte van de onderzoeken die plaats kunnen vinden, en weet hiernaar te handelen. Uitvoering: o Voor mijn dienst geef ik mijn leerdoelen aan. o Ik coördineer onder begeleiding van een collega. o Ik coördineer de zorg zelfstandig onder toezicht van een collega. o Ik coördineer de zorg zelfstandig over een patiënten kamer. Evaluatie. o Ik evalueer met mijn collega aan het einde van mijn dienst. o Ik schrijf een reflectiestukje in mijn logboek. o Ik vraag mijn collega om feedback.
Subdoel 2: Ik kan de zorg coördineren over de gehele unit. Criteria. o Ik coordineer de zorg rondom de zorgvragers o Ik ben op de hoogte van de taken van de dag/avonddienst o Ik kan andere disciplines inschakelen o Ik houd rekening met de complexiteit van zorg die gegeven moet worden o Ik houd rekening met bijkomende zaken zoals: artsenvisite, gespreken onderzoeken etc. o Ik kijk naar de dagindeling, de pauzes en overleg met andere units. o Ik kijk mee naar de planning van opname/overname. Voorbereiding. o Voor mijn dienst lees ik alle zorgdossiers door i.v.m. het plan van aanpak. o Ik ben op de hoogte van de onderzoeken die plaats kunnen vinden, en weet hiernaar te handelen. Uitvoering. o Voor mijn dienst geef ik mijn leerdoelen aan. o Ik coördineer de zorg op de unit onder begeleiding van een collega. o Ik coördineer de zorg over de unit zelfstandig onder toezicht van een collega. o Ik coördineer de zorg zelfstandig over een unit. o Ik houd rekening met de complexiteit van zorg die gegeven moet worden o Ik houd rekening met bijkomende zaken zoals: artsenvisite, gespreken onderzoeken etc. o Ik kijk naar de dagindeling, de pauzes en overleg met andere units. o Ik kijk mee naar de planning van opname/overname. Evaluatie. o Ik evalueer met mijn collega aan het einde van mijn dienst. o Ik schrijf een reflectiestukje in mijn logboek. o Ik vraag mijn collega om feedback.
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
40
Subdoel 3: Ik kan artsenvisite lopen en deze uitwerken. Criteria: o Ik ben op de hoogte van de gemaakte afspraken rondom de artsenvisite. o Ik kan de afspraken die tijdens de artsenvisite zijn gemaakt, uitwerken. o Ik ben op de hoogte van de ziektebeelden. o Ik ben in staat om met de arts te overleggen wanneer een zorgvrager met ontslag kan. (vervolgblad bijlage 11)
Voorbereiding. o Ik laat me toetsen op de meest voorkomende ziekte beelden. o Ik weet waar ik op moet letten tijdens de visite. o Ik kijk een aantal keren mee met een collega tijdens de artsenvisite. o Ik kijk met een collega mee tijdens het uitwerken van de artsenvisite. Uitvoering. o Ik bespreek met mijn collega mijn leerdoelen. o Ik maak een doe-briefje naar aanleiding van de artsenvisite. o Ik loop artsen visite onder begeleiding van een verpleegkundige. o Ik loop zelfstandig artsenvisite onder toezicht van een verpleegkundige. o Ik werk de artsenvisite uit onder begeleiding van een verpleegkundige. o Ik werk zelfstandig de artsenvisite uit onder toezicht van een verpleekundige. o Bij onduidelijkheden stel ik vragen. Evaluatie. o Ik evalueer met mijn collega aan het einde van mijn dienst. o Ik schrijf een reflectiestukje in mijn logboek. o Ik vraag mijn collega om feedback. Subdoel 4: Ik kan zorgvragers in brengen tijdens het MDO en kan het MDO uitwerken. Criteria: o Ik weet wat het MDO inhoud en weet wat het doel ervan is. o Ik kan afspraken die vanuit het MDO voorkomen, uitwerken. o Ik kan de zorgvrager en zijn naasten informeren o Ik ben op de hoogte van het zorgproces. Voorbereiding. o Ik kijk een aantal keren met mijn collega mee tijdens het MDO. o Ik heb me van te voren laten toetsen op de meest voorkomende ziektebeelden. Uitvoering. o Ik bespreek mijn leerdoelen met mijn collega. o Onder begeleiding breng ik zorgvragers in. o Onder begeleiding werk ik het MDO uit. o Ik breng zelfstandig een zorgvrager in tijdens het MDO o Ik werk het MDO zelfstandig uit. Evaluatie: o Ik evalueer met mijn collega aan het einde van mijn dienst. Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
41
o o
Ik schrijf een reflectiestukje in mijn logboek. Ik vraag mijn collega om feedback.
Opdracht 4. Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering ten aanzien van klinische zorg. Subdoel 1: Ik ben in staat een student te begeleiden tijdens zijn/haar leerproces, en doe dit onder begeleiding van een gediplomeerde verpleegkundige. (vervolgblad bijlage 11)
Criteria: o Ik ben op de hoogte van welke studie de student volgt, ik weet in welk jaar de student zit, en wat de leerdoelen zijn van de student. o Ik ben op de hoogte van de gesprekkencyclus. o Ik kan een gesprek met de student en de praktijkdocent bijwonen en hier mijn bijdrage aan leveren. o Ik kan een student helpen, als deze tegen knelpunten aanloopt. o Ik kan een student opvangen wanneer hij/zij op de afdeling komt. o Ik kan een student gerichte feedback geven. o Ik kan een student uitleg geven over afspraken op de afdeling. o Ik kan een student rondleiden over de afdeling. o Ik kan een student begeleiden tijdens een dienst. Voorbereiding. o Ik ben op de hoogte van welke student er komt, welk leerjaar en evt bijzonderheden. Uitvoering. o Ik zit bij een gesprek met de student en de praktijkdocent en kan hier mijn bijdrage aan leveren. o Ik kan een student helpen, als deze tegen knelpunten aanloopt. o Ik vang een student op wanneer hij/zij op de afdeling komt. o Ik geef een student gerichte feedback. o Ik geef een student uitleg over afspraken op de afdeling. o Ik geef een student een rondleiding over de afdeling. o Ik geef een student begeleiding tijdens een dienst. Evaluatie. o Ik evalueer met mijn collega aan het einde van mijn dienst. o Ik schrijf een reflectiestukje in mijn logboek. o Ik vraag mijn collega om feedback.
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
42
Subdoel 2: Kwaliteitsopdracht samen met collega. Aftekenlijst opdrachten Klinische zorg.
Opdracht
Datum behaald
Paraaf
Opdracht 1. het verlenen van verpleegkundige klinische zorg.
1. Ik verleen verpleegkundige basiszorg aan een pulmonale zorgvrager 2. Ik verleen hoog complexe verpleegkundige zorg aan een pulmonale zorgvrager. 3. Ik kan verpleegtechnische handelingen uitvoeren en kan handelen bij onvoorziene situaties. Opdracht 2. Preventie en GVO toepassen bij zorgvragers die klinische zorg behoeven.
1. Ik kan preventie en GVO toepassen bij een pulmonale zorgvrager. Opdracht 3. Zorg coördineren ten behoeve van zorgvragers die klinische zorg behoeven.
1 Ik coördineer de zorg rondom een 4-persoonskamer (van laag-hoog complex). 2 Ik kan de zorg coördineren over de gehele unit. 3 Ik kan artsenvisite lopen en deze uitwerken. 4. Ik kan zorgvragers in brengen tijdens het MDO en kan het MDO uitwerken. Opdracht 4. Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering ten aanzien van klinische zorg.
1. Ik ben in staat een student te begeleiden tijdens zijn/haar leerproces, en doe dit onder begeleiding van een gediplomeerde verpleegkundige. 2. Kwaliteitsopdracht samen met collega.
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
43
Bijlage 12.
Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP)
Naam trainee: ………………………………………………………… Afdeling: …………………………………………………………….. Periode: ……………………………………………………………….
Beginsituatie - Wat heb ik tot nog toe gedaan? - Hoe ging mij dat af? - Wat beheers ik? - Wat nog niet? - Persoonlijke ambitie? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Te behalen doelen Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Voorzien van een tijdsplanning ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Afspraken over het plan van aanpak ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
44
……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Bewijsmateriaal Wat moet de trainee aantonen op grond waarvan te beoordelen is of de doelen behaald zijn (of niet)? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Voor akkoord: Datum:
Trainee: Unithoofd: Vaste werkbegeleider:
Juli 2011 Sociale Zaken en Jeroen Bosch academie
45