Toevallige aanwinsten: De vroege Koreaanse collecties in het Rijksmuseum voor Volkenkunde, Deel 1
Waaier, RMV 1-4176
Colofon Tekst
Ken Vos ©
NL-vertaling
Muiderkring-Logos bv, Leiderdorp
Redactie
Paul L.F. van Dongen & Marlies Jansen
Objectfotografie
Ben Grishaaver
Museum website De Conservator
www.rmv.nl Ken Vos (e-mail: mailto:
[email protected])
TOEVALLIGE AANWINSTEN: DE VROEGE KOREAANSE COLLECTIES IN HET RIJKSMUSEUM VOOR VOLKENKUNDE, DEEL 1 © KEN VOS Digitale publicaties van het Rijksmuseum voor Volkenkunde
Het eerste contact De Koreaanse collecties in het Rijksmuseum voor Volkenkunde, hoewel de oudste in Europa, hebben zelden een centrale rol gespeeld in de verzamelgeschiedenis van het museum. Tot in het laatste kwart van de negentiende eeuw zijn er geen Koreaanse voorwerpen rechtstreeks door Nederlanders op het schiereiland verworven. De belangrijkste reden hiervoor is uiteraard 1 dat de Chosŏn-regering met haar isolationistische politiek geen diplomatieke betrekkingen wilde onderhouden met andere landen dan waarmee zij een directe politieke band had. Korea onderhield betrekkingen met China en Japan, maar zelfs deze contacten waren zeer beperkt en streng gereguleerd. Tot 1876 mochten inwoners van het land van de regering zelfs niet naar het buitenland reizen, behalve met een enkel gezantschap naar deze aangrenzende landen. Verder werden alle niet-Chinese buitenlanders, die op Koreaans grondgebied kwamen onmiddellijk gearresteerd, in hechtenis genomen en teruggestuurd naar hun land van herkomst. Een bekend 2 voorval tijdens deze isolationistische periode is die van Hendrik Hamel en zijn reisgenoten die in 1653 schipbreuk leden voor de kust van de Cheju-eilanden. In het algemeen zou men kunnen stellen dat er in Europa geen systematische verzamelingen van Koreaanse voorwerpen bijeengebracht zijn, noch door individuen, noch door deskundigen van musea, enkele uitzonderingen in de twintigste eeuw daargelaten. Hetzelfde geldt voor Nederland en het Rijksmuseum voor Volkenkunde. Een opmerkelijke uitzondering hierop is de 3 in 1888 via Friedrich Kraus verworven 666-serie. De meeste negentiende-eeuwse aanwinsten zou men als min of meer ‘toevallige aanwinsten’ kunnen aanmerken. Tot 1876 vond het enige rechtstreekse contact tussen Europeanen en Koreanen plaats in de Japanse stad Nagasaki. Alle buitenlanders die zich illegaal in Japan bevonden, werden naar Nagasaki verbannen, waar de centrale regering ook de meeste buitenlandse handel had geconcentreerd. Koreanen die per ongeluk in Japan strandden, meestal door schipbreuk, werden ondergebracht in het handelskantoor van de heer van Tsushima. Het feodale domein van Tsushima, een eilandengroep met dezelfde naam gelegen tussen Japan en Korea, had het Japanse monopolie op de handel tussen beide landen. Koreanen mochten zich, tot ze naar Tsushima werden overgebracht, vrij bewegen in Nagasaki. Dit gold niet voor de Nederlanders. Het kwam wel voor dat groepen Koreanen soms maanden moesten wachten voordat ze konden vertrekken. De meeste Koreaanse voorwerpen zijn door Nederlanders verkregen als gevolg van enkele gearrangeerde persoonlijke ontmoetingen met Koreanen in Nagasaki of uit Japanse bronnen uit die stad. De in Japan gestrande Koreanen hadden over het algemeen alleen wat persoonlijke bezittingen bij zich.
De oudste voorwerpen De oudste verzamelde Koreaanse voorwerpen bevinden zich in de zogenaamde 360-serie, die in 1883 vanuit het Koninklijk Rariteitenkabinet, dat acht jaar eerder zijn deuren sloot, naar het RMV werd overgebracht. Het oudste geregistreerde voorwerp in deze verzameling is 360-1042, een zeldzame hoed van een sjamaan, verworven van een zekere (heer?) Sanders, waarschijnlijk in 1816.
RMV 360-1042
1
TOEVALLIGE AANWINSTEN: DE VROEGE KOREAANSE COLLECTIES IN HET RIJKSMUSEUM VOOR VOLKENKUNDE, DEEL 1 © KEN VOS Digitale publicaties van het Rijksmuseum voor Volkenkunde
Hierna komen de voorwerpen in de reeksen 360-2902 t/m 2969 en 360-3174 t/m 3175, die alle 4 vóór 1823 in Japan werden verzameld door Jan Cock Blomhoff . Een klein aantal andere stukken komt ook uit de aanwinsten van het Koninklijke Kabinet, waaronder een interessant modelschip.
RMV 360-7727
Deze vijf stukken hebben echter geen duidelijke herkomst behalve dat zij vóór de sluiting door het Kabinet in 1875 zijn verworven. Eén stuk, 360-7436, was geregistreerd als zijnde Koreaans, maar noch uit de vorm, noch uit de techniek blijkt dat dit werkelijk het geval is. De 45 nog bestaande nummers van de Siebold-collectie (serie 1) zijn waarschijnlijk allemaal tussen 1823 5 en 1829 in Nagasaki door Philipp Franz von Siebold verzameld.
Portret van Philipp Franz von Siebold (Lithografie van E. Chiossone, 1875)
Alhoewel we alleen van Siebold weten hoe hij zijn aanwinsten verkreeg (uit zijn beschrijvingen), 6 kunnen we slechts aannemen dat de andere Nederlanders op Desjima hun voorwerpen op soortgelijke wijze verkregen.
2
TOEVALLIGE AANWINSTEN: DE VROEGE KOREAANSE COLLECTIES IN HET RIJKSMUSEUM VOOR VOLKENKUNDE, DEEL 1 © KEN VOS Digitale publicaties van het Rijksmuseum voor Volkenkunde
Series 1 en 360 bevatten alle aanwinsten uit de periode van Korea’s isolationistische politiek. Nadat Korea in 1876 werd opengesteld voor handel, had Nederland tot de Koreaanse Oorlog van 1950-1953 in dit land geen diplomatieke aanwezigheid van belang. Vanaf 1876 zijn de meeste aanwinsten verworven via buitenlandse reizigers en handelaren (series 412, 520, 679, 681 en 1070). Meer informatie over deze aanwinsten krijgt u in vervolgdelen van deze webpublicatie. De negentiende-eeuwse collecties bevatten in totaal 495 nummers.
Siebold en zijn ontmoetingen met Koreanen Een deel van Philipp Franz von Siebolds Nippon is gewijd aan Korea. Hierin maakt hij melding van verschillende ontmoetingen met Koreanen in Nagasaki. Eén ontmoeting, op 17 maart 1828, wordt specifiek genoemd. Siebold kreeg, dankzij zijn Japanse contacten, toestemming een groep Koreanen in het handelskantoor van Tsushima te bezoeken.
Koreaanse kooplieden en scheepsvolk; illustratie uit Nippon VII, tabula II.
Daar bevonden zich op dat moment 36 personen, waaronder vissers, zeelui, handelaren en reizigers, maar ook een aantal vrouwen en kinderen. Zij waren de bemanning en passagiers 7 van drie schepen die uit Chŏllado waren vertrokken. Het was Siebolds bedoeling informatie over hun fysieke kenmerken, gebruiken, taal, schrift en dergelijke te verzamelen. Een aantal van hen werd door Siebolds gastheer uitgenodigd voor een gesprek. Siebold sprak, met behulp van een tolk, met twee handelaren, een leraar, een zakenman, een schipper en een scheepsjongen. Zij werden gekozen vanwege hun verscheidenheid aan beroepen en 8 bruikbaarheid als informant. De portretten van tekenaar Carl Hubert de Villeneuve en 9 afbeeldingen van voorwerpen van schilder Kawahara Keiga , gemaakt tijdens deze gelegenheid, werden uiteindelijk gebruikt voor een album (inventarisnummer 1-4491) en vormden de basis voor de illustraties in het boek.
Een Koreaanse handelaar, schipper en scheepsjongen; illustraties uit het album RMV 1-4491, die gebruikt zijn als basis voor de lithografieën in Nippon.
3
TOEVALLIGE AANWINSTEN: DE VROEGE KOREAANSE COLLECTIES IN HET RIJKSMUSEUM VOOR VOLKENKUNDE, DEEL 1 © KEN VOS Digitale publicaties van het Rijksmuseum voor Volkenkunde
Een aantal personen uit de groep wordt bij naam genoemd. Hoewel Siebold via Japanse bronnen en observatie heeft geprobeerd gesproken en geschreven Koreaans te omschrijven en transcriberen, lijken zijn omzettingen helaas nogal inconsistent en onnauwkeurig. Een lijst Koreaanse woorden in het boek bevestigt dit. Een van de handelaren heette 'Ho sa tsiêm' (in de Japanse vertaling geïdentificeerd als Hŏ Sa-ch'ŏm), terwijl de onderwijzer 'Kum tsiun' genoemd werd (in de vertaling: Kim Ch'i-yun).
Portret van Hŏ Sa-ch'ŏm: illustratie uit Nippon VII, tabula IX
De anderen blijven anoniem. Zoals gebruikelijk wisselde men cadeaus uit en Siebold gaf hen een aantal meters stof en alcoholische dranken. In ruil daarvoor kreeg hij een aantal manuscripten, roltekeningen, een kleine tafel, verschillende potten, borden, wat kleding en accessoires. Helaas bestaat hier geen gespecificeerde lijst van, waardoor we niet kunnen concluderen of deze voorwerpen overeenkomen met de bestaande voorwerpen in serie 1. Wel weten we dat er geen tafels in deze verzameling zitten. Later gaven de Koreanen Siebold ook wat snuisterijen, voorbeelden van hun schrift en afscheidsbrieven cadeau. In dezelfde paragraaf noemt Siebold specifiek nog een landschapsschilderij dat op 'de oude Chinese wijze' is geschilderd. Deze voorwerpen kunnen ook niet in de collectie van het museum worden teruggevonden. In hetzelfde hoofdstuk geeft Siebold een relatief gedetailleerd verslag van het gedrag, de kleding en accessoires van de Koreaanse schipbreukelingen.
Jas en broek, RMV 1-4169 en 1-4170
Waaier, RMV 1-4176
4
TOEVALLIGE AANWINSTEN: DE VROEGE KOREAANSE COLLECTIES IN HET RIJKSMUSEUM VOOR VOLKENKUNDE, DEEL 1 © KEN VOS Digitale publicaties van het Rijksmuseum voor Volkenkunde
Het lijkt alsof Siebold moeite heeft om katoen, linnen en ramee van elkaar te onderscheiden. Zijn opvattingen over de Koreanen worden voornamelijk gekarakteriseerd door vergelijkingen met Japanners, Chinezen en Europeanen. Zeer amusant is zijn stereotypering van raciale kenmerken en zijn opvatting dat deze op een bepaalde manier ook verbonden zijn met sociale klassen. Hij noemt met name dat Hŏ, in antwoord op een vraag van Siebold, aangeeft dat Kim typisch het uiterlijk van een ‘gewone man’ heeft. Uit deze passage blijkt dat zowel negentiendeeeuwse Koreanen als Duitsers zich bezig hielden met klassenonderscheid. De meest informatie die Siebold over Korea in Nippon verwerkt heeft, heeft hij echter gekregen van lokale Japanners die in de Japanse handelspost even ten noorden van de havenstad Pusan (Jap.: Fusankai) waren geweest en uit een Japanse publicatie Chōsen monogatari (Edo, 1791), die is samengesteld door Kimura Rikiemon en gedeeltelijk is gebaseerd op zeventiende-eeuwse verhalen van Japanse zeelui.
Chinese kaart van Korea, illustratie uit Nippon, VII, tabula XI
Uiteraard zijn Siebolds eigen waarnemingen het interessantst, omdat er vóór die tijd, behalve Hamels Journael, Van de ongeluckige Reyse 't Jacht de Sperwer, Varende van Batavia na Tyowan en Fermosa in 't Jaer 1653 (Amsterdam, 1668), geen andere verslagen uit de eerste hand over Korea of de Koreaanse cultuur in een Europese taal bestonden. Een aantal waarnemingen, bijvoorbeeld over de bouw van een Koreaans schip of hoe het ochtendgebed met begeleiding van een trommel plaatsvindt, zijn zeer informatief. Hoewel Chinees schaak (Koreaans: changgi) correct wordt herkend, was men in Siebolds tijd kennelijk al van mening dat go (Koreaans: paduk) oorspronkelijk een Japans en geen Chinees spel was.
5
TOEVALLIGE AANWINSTEN: DE VROEGE KOREAANSE COLLECTIES IN HET RIJKSMUSEUM VOOR VOLKENKUNDE, DEEL 1 © KEN VOS Digitale publicaties van het Rijksmuseum voor Volkenkunde
Vier Koreanen spelen go, illustratie uit album van Siebold, RMV 1-4491
Een apart hoofdstuk wordt gewijd aan de Koreaanse taal en het Koreaanse schrift, omdat die in Europa geheel onbekend waren. Siebold wist klaarblijkelijk niet dat han'gŭl, het Koreaanse schrift, een kunstmatig ontwikkeld alfabet was, omdat hij het herhaaldelijk een lettergrepenschrift noemt, zoals men het Japanse kana-schrift een lettergrepenschrift noemt. 10 In 1832 vertaalde oriëntalist Julius Klaproth van het Institut Royal in Parijs Hayashi Shihei's Sankoku tsūran zusetsu (1786), waarbij Europeanen voor het eerst han'gŭl zagen. Siebold klaagt dat hij al in 1824 een soortgelijk lettergreeptekens-overzicht had opgestuurd naar het Nederlands-Indische gouvernement in Batavia, met het verzoek het door de sturen naar het Institut Royal. Dit lettergreeptekens-overzicht werd kennelijk verstuurd, maar is kwijtgeraakt omdat zijn verslagen over Korea volgens Siebold niet gewaardeerd werden door het Koninklijk Nederlands Instituut. Het wordt niettemin nogmaals gepubliceerd in Nippon. Bovendien bevat zijn bijbehorende lijst van Koreaanse en Chinees-Koreaanse woorden veel onnauwkeurigheden.
Scriptura Cooraiana, Koreaanse lettergreep- en lettertekens; Nippon VII, tabula X
6
TOEVALLIGE AANWINSTEN: DE VROEGE KOREAANSE COLLECTIES IN HET RIJKSMUSEUM VOOR VOLKENKUNDE, DEEL 1 © KEN VOS Digitale publicaties van het Rijksmuseum voor Volkenkunde
De voorwerpen De aard van de Koreaanse gedeelten van zowel de Blomhoff- als de Siebold-collecties is in grote lijnen gelijk. De meeste voorwerpen zijn alledaagse, persoonlijke bezittingen die voor een korte reis zijn meegebracht of na schipbreuk van een wrak zijn gered. Op die manier bekeken zijn ze niet op grotere schaal representatief voor de Koreaanse materiële cultuur van die tijd. Interessant is wel dat Siebold erin is geslaagd ter plekke een aantal schilderingen te laten maken door Koreanen die hij daar had ontmoet (in totaal zes; nummers 1-1356 t/m 1360 en 11362).
Rolschilderingen RMV 1-1356, 1-1360 en 1-1362
We weten dat ze allemaal daar zijn gemaakt omdat alle signaturen het voorvoegsel "Chosŏn" hebben, de naam voor Korea in die tijd. Een uitzondering hierop is mogelijk nummer 1-2589, een houtmonster dat waarschijnlijk uit een Japanse verzameling stamt.
RMV 1-2589
7
TOEVALLIGE AANWINSTEN: DE VROEGE KOREAANSE COLLECTIES IN HET RIJKSMUSEUM VOOR VOLKENKUNDE, DEEL 1 © KEN VOS Digitale publicaties van het Rijksmuseum voor Volkenkunde
Het geheel overziend, lijken de meeste voorwerpen naar Koreaanse normen van middelmatige kwaliteit. In Nippon staan drie pagina’s illustraties (tabula XII, XIII en XIV), waaronder voorwerpen die zich niet langer in de collectie bevinden.
Een interessant feit is dat een voorwerp uit de Blomhoff-collectie, 360-2959, in tabula XIII is terug te vinden.
RMV 360-2959
De collectie bevat vier voorwerpen die in Japan gemaakt zijn, maar die toch als onderdeel van de Koreaanse collectie beschouwd kunnen worden. Dit zijn bovengenoemd album (nummer 14491) en twee schilderingen (360-7757 en –7758) met afbeeldingen van Koreanen en een Koreaans schip, van Keiga of zijn school en De Villeneuve.
RMV 360-7757 en 7758.
8
TOEVALLIGE AANWINSTEN: DE VROEGE KOREAANSE COLLECTIES IN HET RIJKSMUSEUM VOOR VOLKENKUNDE, DEEL 1 © KEN VOS Digitale publicaties van het Rijksmuseum voor Volkenkunde
Een ander voorwerp, een ongedateerde gedrukte versie van het klassieke Chinese schoolboek de Qianziwen (Koreaans: Ch'ŏnjamun), het "Boek van de duizend karakters” (1-4334), is ook van oorsprong Japans, maar bevat ook het han'gŭl-schrift voor de Koreaanse uitspraak van de 11 Chinese karakters, terwijl het Japanse katakana-schrift er met de hand is bijgeschreven.
RMV 1-4334
9
TOEVALLIGE AANWINSTEN: DE VROEGE KOREAANSE COLLECTIES IN HET RIJKSMUSEUM VOOR VOLKENKUNDE, DEEL 1 © KEN VOS Digitale publicaties van het Rijksmuseum voor Volkenkunde
Literatuur Hamel, Hendrik 1668 Journael, Van de ongeluckige Reyse 't Jacht de Sperwer, Varende van Batavia na Tyowan en Fermosa in 't Jaer 1653. en van daer na Japan daer Schipper op was Reynier Egbertsz van Amsterdam. Beschrijvende hoe het Jacht door storm en onweer vergaen is veele Menschen verdroncken en gevangen sijn: Mitsgaders wat haer in 16. Jaren tijdt wedervaren is en eyndelijck hoe noch eenighe van haer in 't Vaderlandt zijn aen gekomen Anno 1668. in de Maendt July. Gillis Joosten Saagman, Amsterdam. Kodae Minjok Munhwa Yŏn'guso (ed.) 1980 Han'guk minsok taegam 2. Ilsang saenghwal, ŭishikchu: 172-3. Kodae Minjok Munhwa Yŏn'guso, Seoul. Schmeltz, J.D.E. 1891 Die Sammlungen aus Korea im ethnographischen Reichsmuseum zu Leiden in: J.D.E. Schmeltz, red. - Internationales Archiv für Ethnographie Vol. IV: 45-65, 105-38. P.W.M. Trap, Leiden. Philipp Franz von Siebold 1832-54 Nippon. Archiv zur Beschreibung von Japan und dessen Neben- und Schütländern, Vol. VII: 153-61, Leiden. The Korea Foundation (ed.) 1992 Han'guk munhwajae. Yurŏp pakmulgwan sojang: 9-20. The Korea Foundation, Seoul. Vos, K. 1987 Officiersmantel met helm. In: Dongen, P.L.F. van et al, red. - Topstukken uit het Rijksmuseum voor Volkenkunde: 50-1. Rijksmuseum voor Volkenkunde, Leiden. Walraven, Boudewijn C.A. 1983 Korean genre paintings in the Netherlands and around the world. In: Korean National Commission for UNESCO, red. - Korean Painting: 67-81. Si-sa-yong-sa Publishers, Inc., Seoul.
10
TOEVALLIGE AANWINSTEN: DE VROEGE KOREAANSE COLLECTIES IN HET RIJKSMUSEUM VOOR VOLKENKUNDE, DEEL 1 © KEN VOS Digitale publicaties van het Rijksmuseum voor Volkenkunde
Noten 1 ‘Chosŏn’ (1392-1910) is de naam die door de in 1392 door generaal Yi Sŏng-gye (1335-1408, Koning T'aejo, r. 13928) gestichte dynastie, voor Korea werd gekozen. Dit gebeurde nadat Kongyang, de laatste Koryŏ-koning, onttroond was. 'Chosŏn' verwees naar een prehistorisch mythisch koninkrijk dat dezelfde naam droeg. 2
Hendrik Hamel (1630-92) verbleef dertien jaar in Korea voordat hij naar Desjima ontsnapte.
3
Friedrich Kraus verbleef van 1885 tot 1888 in Korea in dienst van de Koreaanse regering. Zijn verzameling zal in het volgende deel van de negentiende-eeuwse Koreaanse collecties worden beschreven. 4
Jan Cock Blomhoff (1779-1853) verbleef van 1809-1813 op Desjima als magazijnmeester en van 1817-1823 als hoofdkoopman. 5 Philipp Franz von Siebold (1797-1866), stichter van het Rijksmuseum voor Volkenkunde, verbleef van 1823 tot 1829 op Desjima. 6 Desjima (oude spelling: ‘Deshima’) was een kunstmatig eiland in de Baai van Nagasaki waar de Nederlanders van 1641 tot 1856 hun handelspost hadden. 7 Chŏllado is de naam van een provincie in Zuidwest-Korea, een bestuurscentrum gedurende het grootste gedeelte van de Chosŏn-periode. 8 Carl Hubert de Villeneuve (1800-74) was een Nederlandse schilder die in 1825 door Siebold werd gevraagd om vanuit Batavia naar Desjima te komen en daar tot 1829 verbleef. 9 Kawahara Keiga (1786? – na 1860) werd door de gouverneurs van Nagasaki als schilder aangesteld om in opdracht schilderijen voor de Nederlanders op Desjima te maken. 10 Hayashi Shihei (1738-93) was een belangrijke geleerde uit Nagasaki die over Japan en haar betrekkingen met aangrenzende landen werken publiceerde. 11 Katakana-schrift is een van twee fonetische lettergreepschriften (de ander is hiragana) die naast, of in plaats van, Chinese tekens in het Japanse schrift worden gebruikt.
11