TOESPRAAK VAN HILDE CREVITS VLAAMS MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR 24 januari 2008 Studievoormiddag ‘Doelgroepen en milieubeleid: focus op prioritaire sectoren van industrie en landbouw’
Beste aanwezigen,
Het opzet van het seminarie dat u vandaag bijwoonde was boeiend en vernieuwend. Ik wil iedereen die hieraan heeft meegewerkt, bedanken.
Boeiend en vernieuwend omdat het niet vaak gebeurt dat een seminarie wordt opgezet over een planmatige samenwerking tussen overheid en bedrijfssectoren. Het is dan ook een vrij uniek gegeven dat de Vlaamse overheid en sectoren, die we als prioritaire sectoren beschouwen, thema-overschrijdend en gestructureerd samenwerken rond - en aan - het leefmilieu. Het moet u vandaag duidelijk zijn, dat wij als overheid de geselecteerde prioritaire sectoren niet willen ‘op de rooster leggen’ of ‘lastig vallen’ of ‘pakken’. Integendeel. We willen samen, overheid en sector, problemen van en voor de sector ‘aanpakken’. Het is niet de bedoeling een overheid met een vermanend vingertje op u af te sturen, maar een overheid met een reikende hand. Ik reken erop dat de geselecteerde sectoren, zowel van industrie als landbouw, deze uitgestoken hand aanvaarden en constructief willen ‘samen-werken’.
1
Samen kan er immers heel wat meer bereikt worden, met wederzijds begrip en respect en met kennis van zaken. De ervaring van het proefproject met de voedingsindustrie heeft dit aangetoond. Kennisuitwisseling en kennisverdieping zijn dan ook belangrijke doelstellingen voor de samenwerking.
Ik leg ook de nadruk op “werken”. De samenwerking moet en zal resultaatgericht zijn. We moeten de absolute ambitie hebben om betere resultaten op milieuvlak te halen. Iets waar iedereen, ook de niet-prioritaire sectoren, naar dienen te streven. Daarnaast moeten we ook resultaat boeken in het oplossen van knelpunten. Indien nodig door nieuwe regelgeving of het aanpassen van bestaande regelgeving en maatregelen.
De studiedag was ook boeiend en vernieuwend omdat iemand vanuit de industrie bevestigt dat de overheid goed bezig is en in de goede richting evolueert. Dat samenwerking met de overheid ook echt loont. Zeker mevrouw Bosch, als het iemand is die zo enthousiast is als u, kan dit niet anders dan aanstekelijk werken voor de andere sectoren. U heeft, terecht, ook gewezen op de negatieve elementen. Maar zoals u aangaf overwegen de positieve aspecten ver boven de minder positieve. Uiteraard zullen er nog meningsverschillen blijven bestaan. Het maakt echter een heel verschil als we samen, de betrokken administraties en organisaties, open kunnen overleggen en praten. Het is alleszins onze bedoeling om met een open vizier aan de samenwerking te starten. We hopen te innoveren zowel wat instrumenten als wat maatregelen betreft.
2
De studiedag was ook boeiend omdat blijkt dat de milieuoverheid meer en meer geïntegreerd en doelgroepgericht tewerk gaat, met afstemming over de beleidsdomeinen heen. Zeker voor een doelgroep als de landbouwsector is het in feite niet meer dan normaal dat de beleidsdomeinen Leefmilieu, Natuur en Energie en Landbouw en Visserij samenwerken en afstemmen. Maar dat is niet altijd even vanzelfsprekend. Vorig jaar hebben de leidend ambtenaren van beide beleidsdomeinen afgesproken om meer dan vroeger te overleggen en samen te werken aan het oplossen van knelpunten in bij voorbeeld wetgeving. En ook om samen opportuniteiten voor de landbouwsector aan te pakken.
Vandaag hoorden we hoe we de komende maanden te werk gaan. Voor de doelgroep industrie zijn de basischemie en de metallurgie de sectoren die als meest prioritair uit de studie naar voor zijn gekomen. Voor de landbouw zijn dat de akkerbouw en de vollegrondtuinbouw. Ik zou graag onmiddellijk met deze vier sectoren starten. Maar we moeten realistisch zijn. Gezien de arbeidsintensiteit, ook voor de overheid, kunnen we het komende jaar maar 1 sector per doelgroep benaderen. Gesprekken met de geselecteerde sectoren moeten leiden tot de keuze van 1 prioritaire sector per doelgroep. Ik wil hen dan ook graag uitnodigen om met een positieve ingesteldheid dit gesprek aan te gaan. De intentie is om gedurende de eerste maanden elkaar beter te leren kennen. Dit o.a. via het uitwerken van een integrale milieu-analyse en het aanstippen van knelpunten en opportuniteiten. Hierbij moet aandacht zijn voor acute problemen die een snelle oplossing vragen. En voor elementen die meer tijd vergen en waarbij we mikken op middellange of lange termijn. We wensen in het voorjaar van 2009 een sectorplan uit te werken en afspraken in een convenant vast te leggen.
3
De samenwerking met de voedingsnijverheid leverde heel wat ervaring en kennis op om het milieubeleid inderdaad doelgroepgerichter te maken. We hopen via de samenwerking met 2 nieuwe prioritaire sectoren uit landbouw en industrie het instrument doelgroepenbeleid verder uit te kunnen bouwen, te verfijnen en ook tijdig te evalueren en bij te sturen. Het is alleszins onze bedoeling om in de toekomst ook andere sectoren aan te spreken. Vandaar dat de studie ook reproduceerbaar moest zijn. Binnen enkele jaren wensen we dan ook deze oefening te herhalen om rekening te houden met nieuwe evoluties.
Zoals u weet, dames en heren, vind ik participatie en steun voor mijn beleid cruciaal. Daartoe nemen zowel mijn administratie als ikzelf allerhande initiatieven, waarbij de klimaatconferentie u wellicht het meest bekend is. Vandaag hebt u gehoord dat de betrokkenheid bij het beleid via gestructureerd planmatig en vooral resultaatgericht overleg tussen verschillende entiteiten van de milieuoverheid en sectororganisaties, tot nuttige resultaten voor beide partijen kan leiden. Het beleid wordt door de inbreng van de kennis van de organisaties beter onderbouwd. Zo kunnen we werken aan het wegwerken van knelpunten of tegenstrijdigheden die sectoren en overheden aanbrengen.
Er zullen de komende weken dus twee sectoren prioritair aangeduid worden voor doelgroepenbeleid. Aan de vertegenwoordigers van de andere sectoren wil ik het volgende zeggen. Misschien dacht u aan het begin van de dag: ‘laat ons hopen dat ze ons niet als prioritair zullen beschouwen’. Hopelijk denkt u nu: ‘jammer dat ze ons niet als prioritair aanzien, want nu hebben we minder toegang tot de overheid’. Maar
4
dit is niet het geval. Het is immers niet een verhaal van minder, maar een verhaal van meer. In de prioritaire sectoren zal inderdaad meer dan vroeger tijd geïnvesteerd worden. De andere sectoren verliezen we echter niet uit het oog. Niet alleen via het algemene doelgroepenbeleid landbouw en industrie, maar ook via andere thema- of gebiedsgerichte kanalen, blijven we streven naar een luisterbereide overheid. Ook voor deze sectoren staat mijn administratie open voor overleg. Een milieubeleid is immers maar effectief als het ook gedragen en aanvaard wordt door de betrokkenen.
Geachte aanwezigen, dames en heren, ik kijk met belangstelling uit naar de samenwerking tussen de administratie en de organisaties van de sectoren en zal dit ook opvolgen. De studie die vandaag werd toegelicht, wees uit dat er voor de betrokken sectoren heel wat knelpunten bestaan die een oplossing vragen. En dat er ook milieuwinst kan geboekt worden. Ik geloof dan ook in het welslagen van dit opzet en reken op de constructieve medewerking van alle betrokken organisaties en administraties. Ik wens hen veel succes, openheid en creativiteit bij de samenwerking. Ik dank u.
5