Minister Hilde Crevits Op bezoek bij de Vlaamse minister van Leefmilieu en Natuur
Minister Hilde Crevits Op bezoek bij de Vlaamse minister van Leefmilieu en Natuur
Op 28 juni 2007 legde Hilde Crevits de eed af als nieuwe minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur. Ze volgt Kris Peeters op nadat die op 11 juli 2007 ministerpresident van de Vlaamse regering werd. Vogelbescherming Vlaanderen maakte de balans op van twee jaar Kris Peeters en stelde vast dat er geen vooruitgang geboekt werd in het kader van een betere en efficiëntere bescherming van de vogels. Op 18 oktober 2007 hadden wij een onderhoud met minister Crevits en stelden we haar enkele vragen.
Houden en verhandelen van Europese vogels
foto: Harold Ketels
De vogelbeschermingregelgeving in het Vlaamse gewest – het KB van 9 september 1981 – zou een efficiënte bescherming van onze wilde vogels moeten waarborgen. In werkelijkheid bevat ze echter heel wat
achterpoortjes, hangt ze aaneen met afwijkingen en uitzonderingen op het beschermingsbeginsel en zijn er heel wat inbreuken op het terrein. Om u een recent voorbeeld te geven: op 6 juni 2007 stelde het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) proces-verbaal op tegen enkele Vlaamse vogelsjoemelaars die over heel
foto: Jan Rodts
Europa en zelfs tot in Moskou een ingenieus netwerk van honderden vogelvangers/nestrovers coördineerden. Zowel in Vlaanderen als in Nederland werden honderden beschermde en zeldzame vogels in beslag genomen, evenals eieren die in de natuur geroofd en in broedmachines uitgebroed werden. Onze vereniging stelde zich in deze zaak burgerlijke partij. Vogelbescherming: Bent u op de hoogte van de talrijke onregelmatigheden die zich op het terrein voordoen? Hilde Crevits: Ik ben ervan op de hoogte dat de grens tussen enerzijds in het wild voorkomende vogels en anderzijds gekweekte en gehouden vogels niet waterdicht is. Er lopen in Vlaanderen inderdaad figuren rond die, in strijd met de Vogelrichtlijn, in het wild levende vogels of vogeljongen vangen. Zij trachten deze vogels frauduleus om te zetten in zogenaamd gekweekte vogels, ten einde ze in het handelscircuit te kunnen brengen. Deze onregelmatigheden worden ook opgevolgd door mijn diensten. Door het ANB werden in de periode 1998-2006 in totaal 1.174 processen-verbaal opgemaakt die betrekking hebben op inbreuken op de wetgeving betreffende vogelbescherming. Dat zijn gemiddeld 130 processen-verbaal per jaar of twee tot drie processen-verbaal per week. Het merendeel van deze processenverbaal heeft betrekking op het illegaal vangen en houden van beschermde vogels, met name zangvogels. Wanneer Vogelbescherming Vlaanderen bovenop deze vaststellingen nog waarnemingen zou doen betreffende bijvoorbeeld het
leegroven van nesten van beschermde wilde vogels, wil ik dan ook vragen om deze concrete meldingen bij het ANB terecht te laten komen. Deze meldingen kunnen ingebracht worden bij dezelfde meldpunten als deze die actief zijn voor de roofvogelvervolging. Hoe meer er officieel vastgesteld wordt, hoe objectiever de discussie gevoerd kan worden. Vogelbescherming: Wat gaat u als bevoegde minister doen om die achterpoortjes te sluiten? Hilde Crevits: Artikel 14 van de Vogelrichtlijn bepaalt, iets waar Vogelbescherming Vlaanderen ook al op geattendeerd heeft, dat de Lidstaten beschermingsmaatregelen
3 Minister Hilde Crevits
kunnen treffen die strenger zijn dan in deze richtlijn wordt voorgeschreven. Hierbij moet Vogelbescherming Vlaanderen echter wel beseffen dat, wat betreft de handel en het houden van vogels, de klok binnen de Europese Unie sinds het arrest Vergy nog moeilijk terug te draaien is. Je moet dit artikel 14 overigens samen nemen met het ‘Principe van het Vrij Verkeer van Goederen’. Dit impliceert dat in gevangenschap gehouden vogels die in andere Europese Lidstaten bestempeld zijn als ‘legaal gekweekt’ Europeesrechtelijk gesproken ook in Vlaanderen verhandeld moeten kunnen worden.
Dit principe – het vrij verkeer van goederen – is één van de vier pijlers van het vrij verkeer binnen de Europese Unie. De Lidstaat België – het Vlaams Gewest – werd in verband hiermee een tijd geleden door de Europese Commissie aangemaand om zijn regelgeving inzake de bescherming van vogels te versoepelen, omdat een aantal verbodsbepalingen een inbreuk zou inhouden op dat vrij verkeer van goederen. Het Vlaams Gewest heeft een grondig verweerschrift ingediend maar dit heeft niet gebaat. De Commissie heeft ons met name zeer recent voor het Europees Hof van Justitie gedaagd wegens inbreuk op het principe van het vrij verkeer van goederen.
foto: Harold Ketels
De delegatie van Vogelbescherming Vlaanderen kreeg anderhalf uur de tijd om met de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur te praten over de vele problemen waar onze vogels mee te maken hebben. Van links naar rechts: Rudi Oyen, Jan Rodts en Sil Janssen. Belangrijkste gespreksonderwerpen waren de vogelvangst, de handel in roofvogels en uilen, jachtmisbruiken en het handhavingsbeleid.
foto: Jan Rodts
De minister is ervan op de hoogte dat de grens tussen enerzijds in het wild voorkomende vogels en anderzijds gekweekte en gehouden vogels niet waterdicht is. Ze tilt er zwaar aan dat er in Vlaanderen figuren rondlopen die in het wild levende vogels of vogeljongen vangen en ze vervolgens legaliseren met gefraudeerde kweekringen. Ze verzoekt Vogelbescherming Vlaanderen alle waarnemingen van nestroof en vogelvangst te melden aan het Agentschap voor Natuur en Bos zodat er efficiënt kan opgetreden worden.
De uitdaging is dus om de geldende regelgeving zo waterdicht mogelijk proberen te maken en tegelijk een evenwicht te vinden met het principe van het vrij verkeer van goederen. Daartoe heb ik aan het ANB opdracht gegeven om een algemene integratie en rationalisatie voor te bereiden van de diverse bestaande soortenbesluiten die er momenteel bestaan. Het gaat dan onder meer om het Koninklijk Besluit van 16 februari 1976 houdende maatregelen ter bescherming van bepaalde in het wild groeiende plan-
tensoorten, het Koninklijk Besluit van 22 september 1980 houdende maatregelen ter bescherming van inheemse diersoorten, andere dan vogels en het Koninklijk Besluit van 9 september 1981 betreffende de vogelbescherming. Deze bestaande besluiten hangen op dit moment niet echt samen, zijn de afgelopen decennia talloze malen gewijzigd en hebben een relatief chaotische structuur. Het is dan ook mijn bedoeling hiervan een samenhangend en overzichtelijk
5 Minister Hilde Crevits
foto: Jan Rodts
Kerkuil
geheel te maken; een moderne regeling die overeenstemt met de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn. Dit moet meteen ook leiden tot een meer sluitend systeem. In dit nieuwe soortenbesluit hebben de belangrijkste vernieuwingen trouwens te maken met het mogelijk maken van een effectief, actief soortenbeleid die naam waardig. Indien een in het wild levende vogelsoort bedreigd is, zullen we die officieel op een rode lijst plaatsen en zo kunnen wij als overheid of samen met verenigingen, actieve maatregelen nemen om die soort in een betere staat van instandhouding te brengen.
6 Minister Hilde Crevits
Vogelbescherming: Gaat u als minister van Leefmilieu en Natuur conform de bepalingen van art. 1 van het KB van 9 september 1981 een lijst samenstellen van kwetsbare vogelsoorten die nooit het voorwerp kunnen uitmaken van bezit, vervoer en handel? M.a.w. bedreigde en/ of zeldzame soorten die een onvoorwaardelijke bescherming zullen genieten? Hilde Crevits: Ik wil deze piste van een lijst van vogels die niet verhandeld mogen worden onderzoeken bij de uitvoering van het algemeen soortenbesluit waar ik het zo-even over had. Gezien de ver-
Vogelbescherming: Hebt u als minister van Leefmilieu en Natuur de intentie hier iets aan te doen? Hilde Crevits: Deze vraag slaat wellicht op het in gevangschap houden van roofvogels en uilen. De huidige wetgeving maakt het mogelijk dat iedere inheemse roofvogel- en uilensoort in gevangenschap kan gehouden worden, ongeacht de intenties van de houder of de voorzieningen die de houder heeft om de vogels onder zich te houden. Omgaan met roofvogels vergt echter specifieke vaardigheden. De piste om het gebruik van roofvogels beter te regelen wil ik dan ook nader onderzoeken. Daarbij wil ik echter zowel Vogelbescherming Vlaanderen als de valkerijsector raadplegen. Ik moet wel opmerken dat hierin het aspect ‘dierenwelzijn’ verweven zit, wat een federale bevoegdheid is.
foto: Harold Ketels
melde problematiek van vrijhandel, moet ik echter elke actie in dit verband goed kaderen in Europees verband. In het licht van de werking van de Vogelrichtlijn en de bescherming van in het wild voorkomende Europese vogels bestaat het zgn. ‘Ornis-Comité’. Het ANB staat in voor de Vlaamse vertegenwoordiging binnen dit comité. Ik zal het ANB dan ook vragen om de mogelijkheid van het opstellen van een dergelijke lijst op Europees niveau te laten onderzoeken binnen het comité. Met name zeldzame en voor wildroof kwetsbare soorten zouden in aanmerking kunnen komen, bijvoorbeeld de soorten van Bijlage I van de Vogelrichtlijn. Indien we er kunnen in slagen de relevantie van dit aspect op Europees niveau aan te tonen, kan dit ook leiden tot een Europese beslissing in verband met het houden van en de handel in bepaalde, bedreigde soorten.
7 Minister Hilde Crevits
Handhavingsbeleid
foto: Jan Rodts
Sinds 1 april 2006 is het ANB – in het kader van het grootscheeps vernieuwingsproject ‘BBB’ (Beter Bestuurlijk Beleid) – de opvolger geworden van de gewezen afdelingen Bos & Groen en Natuur. Het opzet is de Vlaamse overheid om te vormen tot een transparante, coherente structuur die de burger beter kan dienen. Dit klinkt allemaal heel goed op papier, maar zoals het er nu uitziet wordt deze fusie jammer genoeg niet aangegrepen
om sterker en efficiënter uit de hoek te komen. Door de herstructurering worden de natuur- en boswachters omgevormd naar domeinwachters, adviesverleners of handhavers. Volgens de informatie waarover wij momenteel beschikken, is deze opsplitsing naar specialisatie gebaseerd op een betere dienstverlening, met een verbetering van de werking op het terrein. Vogelbescherming Vlaanderen drukt haar bezorgdheid uit ten opzichte van een
foto: Leo Letourneur
Lannervalk
herstructurering die bij nader toezien het beoogde doel mist omwille van het onrendabel aanwenden van middelen en personeel. Op deze manier wordt enerzijds de huidige expertise die aanwezig is bij de meeste natuur- en boswachters in de toekomst onbenut gelaten. Anderzijds vrezen wij dat het voorziene aantal handhavingwachters à rato van een vijftal per provincie onvoldoende zal zijn om de taken naar behoren uit te voeren.
Bovendien houdt de toekomstige opsplitsing naar gespecialiseerde taken (beheer, handhaving en beleid) geen of te weinig rekening met de aanwezige knowhow en zal de dienstverlening naar de burger toe er in ieder geval minder transparant op worden. Vogelbescherming Vlaanderen vreest dat het verzekeren van de handhaving in de ruime zin van het woord en de handhaving van de regelgeving inzake de bescherming van vogels in het bijzonder
9 Minister Hilde Crevits
in het gedrang komt. Wij dringen er sinds jaren op aan werk te maken van een betere en efficiëntere handhaving op het terrein. Wij zijn er dan ook van overtuigd dat het met de voorziene herschikking quasi onmogelijk is de handhaving beter georganiseerd te krijgen met beduidend minder wachterhandhavers per provincie dan tot op heden het geval was. Met de fusie tussen de vroegere afdelingen Bos & Groen en Natuur tot één Agentschap voor Natuur en Bos had Vogelbescherming Vlaanderen gehoopt op een doeltreffender handhavingsbeleid. Naar analogie met de situatie in Wallonië dient volgens onze organisatie een aparte ‘Cel Handhaving’ opgericht te worden ter ondersteuning van de lokale wachters. Alleen op die manier kunnen zowel handhaving, beheer als adviesverlening gebeuren met een evenwichtig gebruik van middelen en personeel. In het verleden heeft Vogelbescherming Vlaanderen steeds een beroep kunnen doen op de gedreven en deskundige wachters van de afdelingen Bos & Groen en Natuur om vaststellingen te doen in zaken van vogelvangst, -smokkel en -handel en in zaken van illegale jacht en stroperij. Zij wil dat in de toekomst, met het nieuwe ANB, ook bestendigd zien. Vogelbescherming Vlaanderen vreest echter dat het herstructureren met het behoud van de voorgestelde specialisaties een achteruitgang betekent ten opzichte van de huidige werking. Vogelbescherming: Bent u op de hoogte van het feit dat er de laatste jaren problemen zijn op het terrein en dat daarom het
10 Minister Hilde Crevits
handhavingsbeleid voor een deel faalt? Weet u dat het opsporen van misdrijven inzake vogelbescherming momenteel een zaak is van enkele gemotiveerde natuur- en boswachters? Hilde Crevits: Ik besef dat het voorkomen van illegale praktijken op vlak van het vangen of houden van vogels niet alleen een kwestie is van wetswijzigingen maar ook van het voeren van een degelijk en gecoördineerd handhavingsbeleid. De pakkans van fraudeurs moet worden opgedreven, zeker wanneer het gaat om systematische, quasi professionele fraude. Omwille van de overgangsperiode naar het nieuwe ANB zijn er de laatste jaren wellicht wat groeipijnen geweest wat betreft handhaving. Binnen de nieuwe structuur van het ANB, die omstreeks de jaarwisseling 2007/2008 in voege treedt, zal ruimte zijn voor een ‘Cel Handhaving’, die zich dus specifiek met handhaving zal bezig houden. Het ligt binnen de verwachtingen dat het opsporen van inbreuken op de wetgeving betreffende vogelbescherming tot de taken van deze cel zal behoren. Binnen het contingent wachters van het ANB zal er inderdaad gestreefd worden naar specialisering. Ik verwacht dat een dergelijke specialisering een positief effect zal hebben op het voeren van een degelijk handhavingsbeleid. In de vroegere structuur had elke wachter immers een werkingsgebied waarbinnen hij of zij een groot aantal bevoegdheden had. Dit grote aantal bevoegdheden is echter zeer moeilijk te combineren door één persoon. Wanneer bepaalde wachters zich kunnen
foto: Harold Ketels
gaan concentreren op handhaving zou dit een pluspunt moeten zijn. Deze wachters zullen inderdaad knowhow moeten opbouwen inzake vogelbescherming. Er is evenwel – op het ogenblik van dit interview – nog geen vast aantal wachters bepaald dat zich per provincie met hand-
having zal bezig houden binnen de nieuwe structuur. Kortom, ik vertrouw er op dat het management van het ANB een goede handhavingstrategie aan het uitbouwen is, maar ik zal de situatie natuurlijk met de nodige zorg blijven opvolgen.
Tijdens het onderhoud met de minister overhandigde Vogelbescherming Vlaanderen haar ontwerpbesluit betreffende de jacht voor de periode 2008-2013 dat onderschreven werd door 128 organisaties. In een volgende editie van ‘Mens & Vogel’ komen we hierop terug. Het besluit werd al beknopt voorgesteld in ‘Mens & Vogel’, 3/2007, pp. 54-59, maar kan integraal geconsulteerd worden op onze website: www.vogelbescherming.be.
11 Minister Hilde Crevits
Schuttershof 14 - 9100 Sint-Niklaas Tel. 03 296.26.80 - Fax 03 296.26.82
12
[email protected] w w w. v o g e l b e s c h e r m i n g . b e